Capital 15

Page 1

dubbelinterview

Banco Inversis analyse

Het vlindereffect stand van zaken

De bedrijfswagen REPORTAGE

Paarden mennen in Limburg MOBIEL

capital15 optimabank magazine

Porsche 911 belgen met een plan

Fitnesspionier Dick Vande Vyvere

jaargang Iv

mei 2012

vanina

ickx – Belgisch Rallycoureur –

“Ervoor gaan. Altijd. Overal.”


me

tm

eer

N°1

da

n1

IN B

400

rea l

ELG

isa

tie

sp

Kies voor het comfort dat u verdient Een stijlvolle woonuitbreiding betekent een echte meerwaarde voor iedere woning. De meest uiteenlopende stijlen zijn mogelijk : van klassiek tot modern, aansluitend bij de bestaande woning of net dat tikkeltje anders waardoor zowel de woning als de leefveranda een nieuwe dimensie krijgen.

MEER INSPIRATIE ...

Bestel het nieuwe boek Exclusieve leefveranda’s via de website. Slechts € 29,00 !

ONTDEK DE NIEUWE GENERATIE LEEFVERANDA’S

Bezoek één van onze toonzalen (raadpleeg onze website voor de adressen en openingsuren), of contacteer ons voor een vrijblijvend bezoek van een vertegenwoordiger en een gratis offerte. Tel. 055 21 85 31 (van 8u30 tot 17u).

VERANDA

I

ORANJERIE

I

PERGOLA

I

Willems NV – Industriepark ‘Klein Frankrijk’ 29, 9600 Ronse

www.verandaswillems.be HORECAUITBREIDING

I

ZWEMBADOVERDEKKING

er

jaa

r!


woord voor af

capital15 Ook bij Optimabank wordt hard gewerkt. Niet alleen door onze auditors en fiscalisten, die de nieuwe wetgeving voor u in concrete en duurzame adviezen gieten. Maar ook aan de uitbreiding van ons dienstenpakket met een aanbod aan bancaire diensten dat in België zijn gelijke niet kent. Hoe precies, dat leest u verderop in deze editie van Capital.

Succes is een verhaal van keihard werken. Als één ding duidelijk wordt uit de getuigenissen die we de voorbije jaren met Capital verzamelden bij ondernemers en vrije beroepers, dan is het dat wel. Ook in deze editie is dat niet anders. Of het nu achter de toonbank is van een versmarkt, als dokter onder de lampen van het opera­ tiekwartier, of als pilote aan het stuur van een snelle racewagen: hard werken doet u. U doet dat omdat u een veilige toekomst wilt, voor uzelf en ook voor uw kinderen. Dat harde werken heeft de basis gelegd voor de welvaart waar we nu met zijn allen van genieten. Maar soms is alleen maar hard werken niet genoeg. Zekerheden van weleer zijn gesneuveld, en de financiële wereld is alleen maar complexer en volatieler geworden. Sparen werd een vak apart, en ook uw eigen leven staat niet stil. Een goed uitgebalanceerd financieel plan op

maat van uw leven, dat de complexiteit van die nieuwe omgeving mee incalculeert, is geen overbodige luxe. Het zorgt ervoor dat u vandaag of later optimaal de vruchten plukt van al dat harde werken.

Naast al die nuttige info, geven we u naar goede gewoonte ook graag een pak inspiratie mee voor de mooie dingen des levens. We zochten adrenaline achter het stuur bij Vanina Ickx, we gingen op zoek naar rust met de meest adem­ benemende reistips van het moment, we gingen relaxen in de nieuwste wellness­ concepten en we gingen paarden mennen volgens de regels van de kunst. En nog veel meer. Inspiratie na de transpiratie, kortom. Omdat het leven gelukkig zoveel meer is dan alleen maar hard werken.

met achtingsvolle groet, Philip De Hulsters Bestuurder Optimabank

verantwoordelijke voor uitgave: Jeroen Piqueur, Keizer Karelstraat 75, 9000 Gent Hoofdredactie: Jeroen Lissens, jeroen.lissens@optima.be, 09/225.25.71. COoRDINATIE: Lara Van Ginderdeuren. EINDREDACTIE: Kiki Feremans. ontwerp en layout: Veerle Verbrugge, veerle@eastvillage. be. Redactie-adres: Capital p/a Optimabank NV Keizer Karelstraat 75, 9000 Gent. Werkten verder mee aan dit nummer: Adrien Biquet, Christina Boesen, Guillaume Breyne, Luk Coupé, Ingmar Criel, Iris De Feijter, Philip De Hulsters, Lies De Mol, Wim De Poorter, Charlotte De Schuyter, Nils De Vriendt, Ethel Desmasures, Lieven Dirckx, Valérie Du Pré, Peter Goossens,

Brigitte Hendrickx, Marc Holthof, Guy Kokken, Bart Lenaerts, Salvador Martin, Debbie Pappyn, Koen Petit, Lieven Van Assche, Saskia Vanderstichele, Thomas Vanhaute, Corinne Vanschoorisse, Heikki Verdurme, Jo Viaene, Bert Voet, Thomas Weyts. Copyrights: Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit magazine mag op welke wijze dan ook worden overgenomen, noch vermenigvuldigd, zonder uitdrukkelijke toestemming van hoofdredactie en uitgever. Druk: Stevens Print NV. Dit magazine werd gedrukt op Arctic Paper met FSC-certificering. Cover: Vanina Ickx door Lies De Mol. Si à l’avenir vous désirez recevoir l’édition francophone/néerlandophone, veuillez en faire la demande sur info@optima.be

[ CAPITAL 15 ]

1


CONT ENT

13 VAN KAPITAAL BELANG 3 professionals over wat hen drijft. Kunstenares Daisy Boman, Plastisch Chirurg Phillip Blondeel en Mode-onderneemster Ségolène Gallienne.

42

31

reportage

reportage

Paardenmenner Wim De Poorter.

Gerijpt vlees in de kuip. Hendrik Dierendonck zet het West-Vlaams rood rund opnieuw op de kaart.

belgen met een plan Dick Vande Vyvere. Fitnesspionier.

04

47

nice to know, nice to have Boek vandaag uw vakantie.

50 MOBIEL

Porsche 911. Een magisch nummer.

07

MIJN PLAN Rudi Francken, oprichter Team Performance.

24

spraakmaker Vanina Ickx, Belgisch Rallycoureur.

56

een klant vertelt Versmarkt Deketelaere. Ondernemer in zijn zuiverste vorm.

[ CAPITAL 15 ]

2


CONT ENT

capital15

08

dubbelinterview Een keuze aan oplossingen die in België haar gelijke niet kent.

20 analyse

Het vlindereffect.

36

STAND VAN ZAKEN Nieuwe fiscaliteit. De bedrijfswagen.

61

VRIJE TIJD De betere dingen des levens.

68

Opinie De waarde van een plan.

[ CAPITAL 15 ]

3


li f e s t y le

n i c e t o k n o w, n i c e t o h av e

boek vakantie vandaag uw

Doet u de boeken dicht tijdens de zomermaanden? Of verslindt u die stapel bestsellers liever in uw luie zonnezetel, met de bladwijzer in de hand en de blik op oneindig spannende verhalen? Welke vakantie u ook boekt, Capital zorgt voor inspiratie en een uitgelezen look.

tekst valerie du pre

das kapital 1

in kleur

Bo o k- B ags by A &V shop.aandv.lt

U vindt de klassiekers van Marx, Proust, Sartre, Pushkin, Tolstoy, Chekhov en Dumas vrij zwaar op de hand? Waag u aan de draagbare versie in luxueus leer of suède en maak een stijlvol statement in literaire en modebewuste kringen.

[ CAPITAL 15 ]

4


li f e s t y le

2

Sprek ende boek enpl a nk

Een boekenplank in de vorm van een tekstballon? Op de Comic Shelf van designer Oscar Nunez kunt u graphic novels, thrillers, ja zelfs decoratieve bloem- en hoofdstukjes kwijt. Gewoon even onder het tekstbalkje gaan staan en uw blik spreekt boekdelen. 4

C o m ic S h el f www.fusca.mx

Omdat te veel nieuws geen goed nieuws is, schuimt Little Printer in uw plaats het internet af. Deze desk buddy bundelt de content die u het meest interesseert en print alles netjes uit. Dankzij partners als Google, Foursquare, The Guardian, Nike en Arup beschikt u zo meermaals per dag over uw persoonlijke krant op klein formaat. Makkelijk als bladwijzer in een boek of als re­minder in uw portefeuille. De draadloze Little Printer past op uw bureau of boekenplank en wordt later dit jaar gelanceerd – check de website voor alle details.

2

intelLectuele

opsteker 3

Print u w eigen k r a nt

4

L ittle P r inte r bergcloud.com/littleprinter

Ma r tin Ma r g iela b r o c h e s www.maisonmartinmargiela.com

Voor Spring/Summer 2012 pakt Maison Martin Margiela uit met het ideale accessoire voor de wannabe schrijver of lezer: broches in de vorm van een Rayban-brilarm of een klassieke balpen. Speld ze op uw borstzak en geniet van een intellectuele, belezen look – zelfs in uw zomerhemd.

5

Spinele s s C la s s ic s www.spinelessclassics.com

proza op één pagina Spineless Classics giet alle hoofdstukken van uw favoriete boek in een indrukwekkend design. Op luxueus satijnpapier, in een perfect leesbaar posterformaat. Zo leest u ‘Het Verdriet van België’, ‘Kartonnen Dozen’ en andere literaire kunstwerken zonder één bladzijde te moeten omslaan. Proza op één pagina: gezien, gelezen en goedgekeurd.

[ CAPITAL 15 ]

5


li f e s t y le

7

M o n s ie u r Mai s o n SS 2 0 12 www.monsieurmaison.be

Scherpzinnig 6

B i g S h a r p y s c h e r pe r r in g www.meandzena.com

Schrijver, tekenaar of passief creatief: met deze ring van Me & Zena komt u in elk geval scherp uit de hoek. Verkrijgbaar in zilver en goud én als hartvormige halsketting met de veelzeggende naam ‘Women who draw too much’.

7

Monsieur Maison, het Belgische label met handgemaakte sjaals van ontwerper Emmanuel Demuynck, zocht voor de nieuwe zomercollectie onder meer inspiratie bij de Franse schrijfster Anaïs Nin en bij cultauteur Jack Kerouac. De delicate couturestoffen combineren eigenzinnige patronen en kleuren en weerspiegelen zo de onbevreesde attitude van deze sterke persoonlijkheden.

typewriter suite In de Typewriter Suite van het Wanderlust Hotel in Singapore hangt u geen writer’s block boven het hoofd. Wél de toetsen van een oldschool schrijfmachine, samen met hopen inspiratie voor een ge-slaagde vakantie.

9

www.wanderlusthotel.com

9

[ CAPITAL 15 ]

6

A lfa bet in beeld

‘Alphabet Topography’ van Caspar Lam en Yujune Park brengt de liefde voor taal treffend in beeld: de hoogte van elke letter komt overeen met de respectievelijke gebruiksfrequentie in het gesproken Engels. Op die manier ontstaat een dynamisch letterlandschap dat de literaire eb en vloed van a tot z visualiseert.

8

T y pe w r ite r S u ite @ Wan d e r l u s t H o tel

A na is Nin achterna

Alphabet Topography www.synopticoffice.com


MIJN PL AN

R U D I F R ANCKEN R I J M T L EI D E R S CHA P M ET G O L F

leiding geven is als golfen Leiderschapscoach, licentiaat LO, fervente golfer, organisatieconsultant en mentale trainer van topgolfers: Rudi Francken is het allemaal. De oprichter van het coachingbedrijf Team Performance startte vorig jaar een nieuwe afdeling: Birdie Leadership. Onder die titel verscheen ook zijn boek over de parallellen tussen golfsport en leiderschap. De Engelse vertaling ligt binnenkort in de winkel. tekst Iris De Feijter

zich schaart achter de bedrijfsmissie. Om die richting waar te maken, is structuur nodig. Dat is vooral de juiste mensen op de juiste plaats zetten, maar ook de facts and figures in het oog houden. Ten slotte komt het erop aan om je personeel te motiveren en ervoor te zorgen dat ze betrokken zijn bij het bedrijf. Die drie elementen vertegenwoordigen de drie facetten van leiderschap: de rol als leider (mentaal), manager (fysiek) en coach (emotioneel).”

Hoe kwam u erbij om leiderschap te rijmen met golf? “Drie jaar geleden ontdekte ik golf. Veel meer dan andere sporten houdt golf me een spiegel voor. Waarschijnlijk omdat het spel eerder mentaal is dan fysiek. Hoe beter ik de sport leerde kennen, hoe duidelijker ik de parallellen zag met het leiderschapsmodel dat ik enkele jaren geleden ontwikkelde.” Waarom golf en geen voetbal of tennis? “Bij een voetbal- of tennismatch slorpt het spel je op. Bij een golfwedstrijd – reken maar op 4,5 uur – heb je veel tijd om na te denken. Op de green tonen golfers hun ware aard. Geduld, ongeduld, frustratie of controledrang: alles passeert de revue. Heel boeiend. Een golfer slaat elke slag alleen. Al adviseert zijn caddy hem over de baan, de hellingen en de holes. Ook een leider omringt zich met specialisten die hem de juiste club aanreiken, maar hij moet uiteindelijk alleen beslissen. Dankzij de golfmetafoor kan ik mijn boodschap sneller en doeltreffender overbrengen.” Hoe maakt u het verschil met de talloze andere leiderschapsboeken? “De meeste boeken bespreken een deel­ aspect van leiderschap. Ik geef een totaal-

Rudi Francken

overzicht. Bovendien keer ik terug naar de essentie van leiderschap. Als een golfer om een of andere reden even uit balans is, keert hij altijd terug naar het basisprincipe Posture Grip Alignment (PGA). Hij let op zijn houding, zijn grip en positie ten opzichte van zijn doel. Ook leidinggevenden hebben iets nodig om op terug te vallen als de zaken niet goed gaan. De PGA van leiders is richting, structuur en betrokkenheid.” Kan u dat kort uitleggen? “Een goede leider moet ten eerste richting geven – lees: hij moet zorgen dat iedereen

[ CAPITAL 15 ]

7

Wat is de meest gemaakte fout onder leiders? “De grootste bedreiging voor succesvol leidinggeven is het ego. Wie op een leidinggevende positie terecht komt, wil die plek behouden. Daardoor hebben leiders – vaak onderbewust – weerstand tegen verandering. Je ego loslaten, dat is vrese­ lijk moeilijk. Maar alleen leidinggevenden die blijven luisteren, contacten leggen, zichzelf ter discussie stellen en continu hun voelsprieten uitsteken, komen tot duurzame resultaten.”

Wie zich aanmeldt op de site www.birdieleadership.com ontvangt een gratis e-book waarin ‘Birdie Leadership: de 9 holes van duurzaam leiderschap’ is samengevat. Promotiecode: Capital


d u bbelinte r v ie w

F i n a nc i a l Pl a n n i ng i n 2012

“Een keuze aan oplossingen die in Belgie haar gelijke niet kent” Optimabank pioniert in België dankzij een exclusief partnership met het Spaanse Banco Inversis. De klant krijgt daardoor toegang tot een ongezien aantal investeringsmogelijkheden op maat van zijn persoonlijke situatie en verwachtingen. Philip De Hulsters, lid van het directiecomité bij Optimabank, en Salvador Martin, managing director van de internationale activiteiten van Inversis, geven tekst en uitleg. tekst jeroen lissens | foto’s Saskia Vanderstichele

s alva d o r m a r tin

Managing director internationale activiteiten bij Banco Inversis. P h ilip d e h u l s te r s

Lid van het directiecomité bij Optimabank.

[ CAPITAL 15 ]

8



d u bbelinte r v ie w

“Het is geen toeval dat Optimabank en Banco Inversis elkaar gevonden hebben in dit partnership”, verklaart Philip De Hulsters. “Toen we in 2009 als eerste financial planners de Spaanse markt opgingen met onze eigen kantoren in Madrid, was het vanzelfsprekend dat we op zoek moesten naar lokale partners met een gedegen marktkennis. Die vonden we in eerste instantie bij Grupo Leo, het fiscalistenkantoor dat de operationele uitvalsbasis van de vestiging werd.”

“Een fonds is pas goed, als het bij de juiste

klant zit.”

SALVADOR MARTIN

In tweede instantie ging Optimabank in Spanje op zoek naar een bancaire partner. “We wilden een kleine, flexibele speler die met ons kon meedenken. We wilden ook een speler met een gediversifieerd aandeelhouderschap, liefst niet afhankelijk van één grote financiële groep. Maar boven alles wilden we een speler die zijn focus niet op producten legt, maar op de klant. Net als wijzelf. Dat vonden we bij Inversis. De succesvolle samenwerking met Optimabank in Spanje heeft de basis gelegd voor hun plannen in België.” Salvador Martin: “Ook voor ons was het belangrijk om een partner te vinden met wie we op gelijke voet stonden, zowel qua aanpak als qua omvang. Met 340 medewerkers en een balans van goed anderhalf miljard euro, zitten we niet zo ver van Optima vandaan.” Banco Inversis leende zijn naam van het Spaanse woord voor investering (‘inversión’). Het is de groep achter het grootste Europese IT-platform voor de handel en

[ CAPITAL 15 ]

10


d u bbelinte r v ie w

Optima

expertise

Wie is Banco Inversis? Banco Inversis, dat het licht zag in 2000, is een erg jonge bank. Het is het antwoord van een aantal grote Spaanse dienstengroepen op het snel gedigitaliseerde en geglobaliseerde financiële klimaat. In die omgeving gaan beleggers meer en meer op zoek naar een financiëledienstenleverancier die hen geen eigen producten verkoopt, maar in de brede markt producten selecteert. Daar kunnen dus ook producten (bv. fondsen) van concurrerende banken bij zitten. Het aanbod van producten van externe partijen heet in vaktermen een ‘open architectuur’.

De interesse voor het vernieuwende concept van Inversis in Spanje is groot. Onder meer de telecomreus Telefónica, de retailer El Corte Inglès, het industrieconglomeraat Indra en een aantal Spaanse banken stapten in het kapitaal. Geen slechte beslissing, zo bleek tijdens de recente crisis. Doordat Banco Inversis geen (vastgoed)kredieten verstrekt, bleef het vernieuwende platform als een van de weinige Spaanse banken zonder problemen overeind, hoewel de financiële crisis in Spanje ongemeen hard toesloeg. In Spanje trekt Banco Inversis rechtstreeks naar de klanten met zijn aanbod, via een tiental kantoren en een reeks zelfstandige agenten, waaronder de Madrileense vestiging van Optima. Inversis heeft in Spanje zo’n 65 000 klanten, goed voor een

[ CAPITAL 15 ]

11

g [ vervolg pagina 12 ]


d u bbelinte r v ie w

Optima

expertise

beheerde portefeuille van ruim 4 miljard euro. Naast het rechtstreeks aanbieden van zijn platform aan de Spaanse klanten, wil Inversis het ‘open’ technologieplatform voor handel in financiële producten, in heel Europa uitrollen. Dat gebeurt via de institutionele divisie, die voor andere partijen werkt. België, waar de groep een exclusiviteitsovereenkomst sloot met Optimabank, krijgt de primeur. De overeenkomst biedt Optimabank toegang tot een enorm aanbod van fondsen op maat van de individuele klant, die anders vaak moeilijk of niet bereikbaar zijn. www.inversis.com

Optimabank in Spanje Ondanks de economische en vastgoedcrisis bleef in Spanje een stabiele klasse van vermogende burgers overeind. Dat geldt zeker voor de regio in en rond de metropool Madrid, goed voor 6 à 7 miljoen inwoners. Philip De Hulsters, lid van het directiecomité bij Optimabank: “Steeds meer Spanjaarden zijn geïnteresseerd in het concept van financiële planning. Ze willen niet weten welk product ze moeten kopen, maar wel hoe ze hun vermogen het beste organiseren, volgens een individueel plan op maat van hun persoonlijke situatie en verwachtingen. Perfect vergelijkbaar dus met de situatie op de markt in België vandaag.” Maandelijks kloppen een dertigtal vermogende Spanjaarden bij Optima in Madrid aan, voor een plan en begeleiding op maat van hun leven. www.optimafp.es

distributie in beleggingsfondsen. De bank biedt alleen investeringsoplossingen aan, en draagt dus geen risico’s van leningen of woonkredieten. Inversis is een bank zonder eigen producten, die zich beperkt tot het beheer van activa voor de klanten. Niet dat Inversis daarmee een kleine speler is (zie kaderstukje). Met 85 klanten is de institutionele divisie (die voor andere partijen zoals Optimabank werkt) goed voor een beheerd vermogen van 40 miljard euro. In Spanje werkt ze onder meer voor Lloyds, Citibank en Banca March. In de rest van Europa wordt volop gekeken naar Nederland, het Verenigd Koninkrijk en de Scandinavische landen. “Het Belgische project wordt het eerste volledige outsourcingproject in België”, zegt Salvador Martin. Het Inversis-platform wordt daarbij geïntegreerd in het bestaande IT-platform van de door Optima overgenomen Ethias Bank. “Optimabank-klanten krijgen op die manier de keuze uit een pakket oplossingen dat in België zijn gelijke niet kent”, verzekert Philip De Hulsters. “Naast de bestaande begeleiding bij verzekeringsstructuren, vastgoedinvesteringen en consultancy op maat (bijvoorbeeld bij de opvolging en overname in het familiebedrijf) komt er nu een uitgebreide waaier van bancaire oplossingen bij. Een bancair aanbod was lange tijd de missing link in ons aanbod, dat nu als enige de volledige 360 graden van financiële dienstverlening omvat.” Concreet specialiseerde Inversis zich door de jaren heen in het aanbod van fondsen, die het selecteert uit de meer dan 40 000 beschikbare fondsen. Dat gebeurt op basis van een diepgaande analyse naar kwaliteit, prestaties en risico. Wanneer is een fonds een goed fonds? Salvador Martin: “Een fonds is goed wanneer het goed beheerd wordt, en in lijn ligt met het risicoprofiel van de klant. Een fonds is pas goed als het bij de juiste klant zit. Het is essentieel dat een fondsenportefeuille opgebouwd is rond het risicoprofiel én

[ CAPITAL 15 ]

12

de tijdshorizon van de eigenaar. Door de jaren heen hebben we een grote expertise opgebouwd in fondsenanalyse, iets waarvoor we overigens samenwerken met Morningstar (de grootste leverancier van onafhankelijk beleggingsonderzoek, red.). In de rankings van het gespecialiseerde agentschap Citywire komen onze mensen die fondsen selecteren, vaak als besten uit de bus. Elk jaar evalueren we meer dan duizend fondsenbeheerders. Zijn ze consistent met wat ze vertellen in hun brochures? Hoe controleren ze risico? Hoe sturen ze zaken bij? Zijn ze actief, of volgen ze gewoon de indexen? Al die vragen kun je maar beantwoorden met een doorgedreven opvolging.” Risicoprofiel, klantenkennis, tijdshorizon: het zijn vertrouwde begrippen voor wie met financiële planning bezig is. “De Spaanse Optima-klanten hebben dan ook heel vaak hetzelfde profiel als de Belgische”, stelt Philip De Hulsters. “Het

“Boven alles wilden we een partner die zijn focus

op de klant legt.” PHILIP DE HULSTERS

zijn hardwerkende, ondernemende burgers, vaak met weinig tijd. Ze gaan te rade bij een externe partij, die hun volledige financiële situatie onder de loep neemt. En die met concrete plannen en oplossingen komt, op maat van hun verwachtingen. De financiële crisis en de aanhoudende onzekerheid in heel Europa hebben de vraag naar een goed financieel plan nog versterkt. Het behoud van je levensstandaard en van wat je opgebouwd hebt: dat is vandaag prioritair. Risico’s op een verstandige manier beheren, daar gaat het vandaag over bij investeren.”


van k apitaal belan g

3 pr o f e ss i o n a ls o v e r h u n dr i v e

van

kapitaal

belang p h illip bl o n d eel

Dai s y B o m an

Se g o lene Gallienne

Daisy Boman, Phillip Blondeel en Ségolène Gallienne over wat hen drijft. Wat voor hen van kapitaal belang is en waaraan ze hun succes toeschrijven. Tenslotte is geld niet alles. TEKST Iris De Feijter | foto’s guy kokken

[ CAPITAL 15 ]

13



van k apitaal belan g

Kunstenares

DAISY BOMAN “Als tiener volgde ik een kunstopleiding en later ging ik naar de academie, maar daar maakte ik nooit mijn beroep van. Mijn artistieke carrière begon pas in de jaren 80, toen ik samen met mijn gezin naar Zuid-Afrika trok. Mijn man is architect en hij had in die tijd amper werk in België. Terwijl Zuid-Afrika juist architecten nodig had. We woonden vijf jaar in Johannesburg, maar hebben van de apartheid nooit veel gemerkt.”

“ Het duurde twinitg jaar voordat ik van mijn kunst kon leven.”

“Terug in België twijfelde ik om voort te werken als kunstenaar. Tot ik Germain Demeurisse van de Brugse galerie Minotaurus tegenkwam. Hij was enthousiast over mijn werk en stimuleerde me om door te gaan. In die periode creëerde ik mijn ‘bomannetje’: een universele mensfiguur die uitgroeide tot mijn handelsmerk. Ze zien er allemaal hetzelfde uit. Met andere woorden: iedereen is hetzelfde. Blank of zwart, man of vrouw. En ze hebben een vierkant hoofd zonder gezicht, omdat we allemaal geconditioneerd zijn door de indoctrinerende maatschappij. Na al die jaren ben ik mijn bomannetje nog lang niet beu. Het zijn bouwstenen waarmee ik keer op keer iets nieuws maak. Je kunt zeggen dat in plaats van klei, het bomannetje mijn medium is geworden.”

inspiratie.

“Ik ben continu met mijn werk bezig: van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat. Zelfs ’s nachts schiet ik soms wakker om een idee te noteren. Ik heb een atelier aan huis, dus mijn werk en mijn leven zijn volledig met elkaar verweven. Dat vind ik heel fijn. Toch vraag ik mijn man nooit om raad. Mijn kunst moet 100 procent van mezelf zijn, anders ben ik achteraf toch niet tevreden. Het duurde twintig jaar voordat ik van mijn kunst kon leven. Dat is een hele investering, die lang niet iedere beginnende kunstenaar zich kan veroorloven. Daarom ben ik een grote voorstander van subsidies voor jong talent.” “Inspiratie haal ik vooral uit mezelf. Ik bezoek niet zo heel veel tentoonstellingen, maar de kunstbeurs Art Basel is al jarenlang een vast agendapunt. Jammer genoeg is mijn budget nu nog te klein om daar iets te kopen. Hopelijk lukt het binnen een paar jaar. 2011 was een heel goed jaar. Van de crisis heb ik – voor­ lopig – nog geen last. Mede dankzij mijn recente samenwerking met een Londense galerie. Zij hebben mijn werk internationaal op de kaart gezet, maar daar stond ook veel tegenover. Ze hadden het alleenrecht op de wereldwijde verkoop, ze hielden 75 procent van de verkoopprijs en ze pushten me om heel veel werk te maken. Gelukkig is het contract sinds januari aangepast en verdelen ze mijn werk alleen nog in Engeland. Nu heb ik zelf de touwtjes in handen over de wereldwijde verkoop. Ik voer gesprekken met galeries uit Finland en Singapore. Die zakelijke kant is niet het favoriete onderdeel van mijn job. Maar als je niet onder de kerktoren wilt blijven, is het verplichte kost.”

[ CAPITAL 15 ]

15

Daisy Boman studeerde publiciteits­ tekenen en binnenhuisarchitectuur, maar werkt al meer dan 30 jaar als kunstenares. Ze is vooral bekend van haar ‘bomannetjes’: rudimentaire mensfiguren zonder gezicht uitgewerkt in witte keramiek. Ze verkoopt haar werk wereldwijd.


van k apitaal belan g

plastisch chirurg

phillip blondeel “Iedereen die bij mij aanklopt is

een patiënt, geen cliënt.”

“Plastische chirurgie kent een heel duidelijke scheidingslijn tussen esthetische en reconstructieve ingrepen. Bij de eerste soort laten gezonde mensen zich vrijwillig opereren, terwijl we bij reconstructieve chirurgie misvormingen of afwijkingen corrigeren. Dat is pure geneeskunde. In het Gentse UZ voeren we beide types uit. Al ligt het accent overduidelijk op uitzonderlijke en complexe reconstructies. Dat is ook de taak van een univer­ sitair ziekenhuis. Helaas zijn zulke ingrepen verlieslatend. Dat compenseren we met lucratieve esthetische ­operaties. Iedereen die bij mij aanklopt is een patiënt, geen cliënt. Dan zou het een louter financiële overeenkomst zijn en dat klopt natuurlijk niet. Ook bij esthetische correcties snijd ik iemands lichaam open. Dat is een chirurgische handeling, waarbij ik me moet onderwerpen aan de medische ethiek en regelgeving.”

ethiek. “Als afgestudeerde stond ik voor een belangrijke keuze: ga ik de privé- of de academische wereld in? Een pro­ fessor gaf me wijze raad: ‘Je kunt altijd van reconstructieve chirurgie overstappen naar esthetische, maar nooit andersom.’ Zo was mijn keuze snel gemaakt. Ik ben geen plastisch chirurg geworden, omdat ik daar als kind al van droomde. Mijn interesse ontstond pas tijdens mijn universitaire studies. Ik kan goed met mijn handen werken en ik ben graag artistiek bezig. Plastische chirurgie is de enige tak in de geneeskunde waar je nog creatief kunt zijn. Elke borst is anders, dus een reconstructie is een kwestie van vormgeven en boetseren. Dat maakt mijn vak fascinerend en uitdagend.”

Phillip Blondeel is een wereldautoriteit op het gebied van borstreconstructie. Zo ontwikkelde hij bijna 20 jaar geleden een nieuwe techniek voor weefseltransplantatie die vandaag de standaard is. In december 2011 voerde hij de eerste Belgische gezichtstransplantatie uit. Hij is verbonden aan het Universitair Ziekenhuis in Gent.

“Toen de mediastorm over de goedkope PIP-implantaten op gang kwam, werd het cliché van snel winstbejag nog eens in de verf gezet. Gelukkig was er tegelijkertijd veel publiciteit rond de eerste Belgische gezichtstransplan­ tatie die ik uitvoerde. Zo zag het brede publiek dat plastische chirurgen wel degelijk met serieuze dingen bezig zijn. Ook voor mij persoonlijk was die transplantatie een heel bijzonder moment. Tijdens de jarenlange voorbereidingen was er soms wel wat stress, maar aan de operatietafel was iedereen ontzettend rustig.” “Plastische heelkunde kampt met een groot imagoprobleem. Door de media denkt het brede publiek dat bakken geld en grote wagens primeren op ernstige geneeskunde. Met de vereniging van plastische chirurgen willen we die wanpraktijken aan banden leggen. Zo bedongen we al een reclameverbod en nu ligt er een wetsvoorstel op tafel voor privéklinieken. Daarvoor bestaat geen enkele wet. Ook voor de titel ‘plastisch chirurg’ willen we strengere regels. Nu is die specialisatie zogezegd beschermd, maar bij wet mag iedere gediplomeerde arts elke operatie uitvoeren. Een huisarts die een liposuctie doet? Dat is perfect legaal. Dat moet veranderen.”

[ CAPITAL 15 ]

16




van k apitaal belan g

Mode-onderneemster

SeGOLeNE GALLIENNE “Mijn familie is vooral bezig met ‘zware economie’, maar ik droomde er altijd van om te werken in een domein met een tikkeltje glamour. Denk maar aan fashion, cosmetica, kindermode en kunst. Als pas afgestudeerde twintiger werkte ik een tijdje in de Nationale Portefeuillemaatschappij (NPM) van mijn vader Albert Frère. Een leerzame ervaring, maar niet wat ik zocht. Daarna was ik pr-manager bij Belgacom en vervolgens communicatiedirecteur bij de juweelafdeling van Dior. Maar ik zit nog altijd in de raad van bestuur van het familiebedrijf.”

“Toen Cordelia en ik net begonnen, was CdeC niet

“Het kindermerk CdeC is het idee van mijn aangetrouwde nicht Cordelia de Castellane. Ze startte het merk in 2006 en zocht een zakelijke partner, die met twee voeten op de grond stond. Ik was meteen enthousiast over het project. Ik was net moeder geworden en dankzij CdeC kreeg ik meer tijd voor mijn gezin. Samenwerken met familie is fantastisch. Cordelia en ik zijn perfect complementair. Zij is artistiek directeur en ik neem de zakelijke kant voor mijn rekening. Ik bemoei me nooit met haar ontwerpen en zij laat mij mijn gang gaan met de strategie en de marketing.” “Mijn kinderen zijn – op jeans en schoenen na – altijd van kop tot teen gekleed in CdeC. Als moeder heb ik een heel prak­ tische kijk op kinderkleding. Een babyrokje ziet er soms op de hanger schattig uit, maar als je het aantrekt, steekt de pamper eronderuit. Geen zicht. Dus maken we voor kinderen jonger dan twee jaar alleen broeken. Omdat kinderkleding snel verslijt, willen we CdeC heel betaalbaar houden. Een gat in een broek van 30 euro is jammer, maar geen drama. Om de prijzen laag te houden, produceren we het merendeel in Azië. De rest komt uit Portugal.”

Daar zou mijn vader zich zeker druk over hebben gemaakt.”

bijzonder rendabel.

enthousiasme. “Cordelia en ik begonnen heel klein. We hadden geen winkels, maar hielden voor CdeC privéverkopen bij vrienden thuis. Inmiddels hebben we een 100tal verkooppunten over de hele wereld, waaronder 13 eigen winkels. Onze boetieks vind je voorlopig alleen in Europa: de markt die we het best kennen. Maar binnenkort openen we er eentje in New York. Soms vraag ik mijn vader om advies, maar financieel heeft hij niets met CdeC te maken. Hij is een echte controlefreak. Hem laten investeren in CdeC, dat zou niet verstandig zijn. Toen Cordelia en ik net begonnen, was CdeC niet bijzonder rendabel. Daar zou hij zich zeker druk over hebben gemaakt.” “Toen mijn broer in 1999 overleed, richtten we met de familie de Fondation Charles-Albert Frère op. Die stichting helpt kinderen met fysieke, mentale of sociale problemen. Zo hebben we een dagziekenhuis waar ze intensieve zorg en begeleiding krijgen. Daarnaast runnen we samen met de Katholieke Universiteit uit Louvain-La-Neuve een ‘maison de répit’ waar we terminaal zieke kinderen opvangen. Dat geeft hun ouders de kans om even op adem te komen of met de rest van het gezin op vakantie te gaan. In GrootBrittannië en Canada zijn zulke huizen heel gangbaar, maar in België is dat concept nog relatief nieuw. Binnenkort hopen we er één te openen in Antwerpen. Verder bieden we ook hippotherapie, waarbij dierencontact de kinderen helpt. Zulke projecten liggen mij en mijn familie heel na aan het hart. Het is ontzettend verrijkend om mensen te helpen die iets minder geluk hebben dan wijzelf.”

[ CAPITAL 15 ]

19

Na jobs bij Belgacom en Dior startte Ségolène Gallienne in 2006 met haar nicht Cordelia de Castellane het kindermerk CdeC. Ze is de dochter van Albert Frère.


analy s e

H e t b e lg i s c h e f i s c a l e l a n ds c h a p

Wordt u het slachtoffer van het ‘vlindereffect’? “Kan het gefladder van een vlinder in Brazilië een tornado veroorzaken in Texas?” De Amerikaanse wiskundige Edward Lorenz bewees het al: kleine veranderingen kunnen grote onverwachte gevolgen hebben. Geldt die metafoor ook voor de beslissingen van onze vlinderregering? Op het eerste gezicht brengen de maatregelen van Di Rupo I geen grote ommekeer teweeg in het Belgische fiscale landschap. Maar van meer nabij … is een ware (r)evolutie aan de gang. tekst Adrien Biquet, taX advisor en Corinne Vanschoorisse, tax auditor FOTO’s Lieven Van Assche

verminderingen en belastingkredieten toe te kennen. Nieuwe gewestelijke decreten kunnen dan vanaf 2014 in werking ­t reden.

Hierna bespreken we een aantal maatregelen die een impact hebben op uw vermogen, inkomen, nalatenschap en pensioen als bedrijfsleider.

Vermogen Onroerende inkomsten ontzien De belasting op de onroerende inkomsten is nog niet veranderd. Toch bevat het regeer­ akkoord een regionalisering van de bevoegdheid om belasting-

Adrien Biquet

Corinne Vanschoorisse

“De regels voor de roerende voorheffing ondergaan een kleine omwenteling.”

[ CAPITAL 15 ]

20

Spaarinspanningen zwaarder belast De fiscale behandeling van roerende inkomsten wijzigt ­ grondig. De taks op beursverrichtingen (TOB) en de roerende voorheffing worden ­ hoger. Bovendien komt er een bijko-


analy s e

mende heffing op de roerende inkomsten en een taks op de omzetting van aandelen aan toonder.

en 15 procent voorheffing daarboven. Voor dividenden die al aan 25 procent waren onderworpen, blijft het tarief ongewijzigd.

Taks op beursverrichtingen Het belastingtarief voor de TOB verhoogde met 30 procent. Op de aankoop en verkoop van openbare fondsen betaalt u voortaan 0,22 procent taks ­(uitzonderlijk 0,09 procent). De

Aan de andere kant voerde de regering een nieuwe belasting in voor de hoge inkomens. Bovenop de algemene tariefverhoging komt er een ‘bijkomende heffing’ van 4 procent op intresten en dividenden waarvan het

Dit is revolutionair, net zoals de verplichte aangifte in de personenbelasting van de inkomsten die niet aan een bijkomende hef­fing werden onderworpen. Hierdoor verliest de roerende voorheffing geleidelijk aan haar bevrijdend karakter. Taks op de omzetting van effecten aan toonder Ten slotte is er nog de invoering van een taks op de omzetting van effecten aan toonder. Het tarief bedraagt 1 procent voor omzettingen in de loop van 2012. In 2013 wordt dit 2 procent.

“De roerende voorheffing verliest stilaan

al haar bevrijdend karakter.”

aankoop en verkoop van kapi­ talisatieaandelen wordt ­ belast tegen 0,65 procent. De aanpassing van de begroting in maart bevat nog een verdere verhoging van de tarieven naar 0,25 en 1 procent. De beurstaksen (TOB) mogen per belastingplichtige in 2012 niet meer bedragen dan 650 ­euro voor de verrichtingen met betrekking tot openbare fondsen en 975 euro voor verrichtingen met kapitalisatieaandelen. Roerende voorheffing en bijkomende heffing van 4 procent De regels voor de roerende voorheffing ondergaan een kleine omwenteling. Het tarief van deze voorheffing op intresten en dividenden steeg van 15 naar 21 procent. Dit geldt niet voor de intresten van de ‘Letermestaatsbons’. Die laatste blijven belast tegen 15 procent. Ook voor intresten op spaargelden blijft de vrijstelling tot 1  830 euro

Inkomen Voordelen van alle aard minder … voordelig? Deze hervormingen sparen de bedrijfsleider niet. Alternatieve manieren van verloning dankzij de forfaitaire raming van bepaalde voordelen van alle aard, werden minder aantrekkelijk.

totale bedrag boven 20 020 euro (voor inkomstenjaar 2012) ligt. Hierop bedraagt de fiscale last dus 25 procent. De inning van deze heffing kunt u op twee manieren ondergaan.

Krijgt u als bedrijfsleider gratis een woning ter beschikking? Dat is 90 procent duurder geworden. Krijgt u gratis elektriciteit en verwarming? Dat wordt zowat 11 procent duurder. Bovendien kwam er een nieuwe berekeningsformule voor het voordeel in natura van een be-

• Ofwel kiest u voor een inhouding van 25 procent roerende voorheffing (dus inclusief de bijkomende heffing). Als het plafond niet overschreden werd, kunt u het teveel aan ingehouden heffing terugvorderen via de aangifte in de personenbelasting. • Ofwel kiest u voor een inhouding van 21 procent. De heffing van 4 procent gebeurt dan op basis van de verplichte aangifte in de personenbelasting van uw roerende inkomsten. Bovendien moet de schuldenaar het bedrag van de betaalde roerende inkomsten verplicht meedelen aan een centraal aanspreekpunt van de FOD Financiën.

drijfswagen. Die nieuwe formule is gebaseerd op de cataloguswaarde van het voertuig (die vaak hoger is dan de gefactureerde waarde) en op de CO2uitstoot. Het waardeverlies door de ouderdom van het voertuig wordt verrekend tegen 6 procent per jaar, met een limiet van 30 procent. Maar hierover leest u meer op p. 36 van deze Capital. Ook aandelenopties (stock options) worden vanaf nu zwaarder belast. Btw voor notarissen en gerechtsdeurwaarders Eén maatregel treft iedereen. Notarissen en gerechtsdeurwaarders rekenen voortaan 21 procent btw op hun erelonen.

Nalatenschap Aan de pijler ‘nalatenschap’ veranderde sinds december 2011 minder. Twee wijzigingen zijn het vermelden waard: één in het Waalse Gewest en één in het Vlaamse Gewest. Schenkingsrechten op roerende goederen in Wallonië 10 procent hoger Het Waalse Gewest verhoogde de tarieven van de schenkingsrechten van 3 procent in rech-

“Deze hervormingen

sparen de bedrijfsleider niet.”

[ CAPITAL 15 ]

21


analy s e

te lijn en tussen echtgenoten, 5 procent tussen broers/zussen, ooms/tantes en neven/nichten en 7 procent voor schenkingen tussen andere personen. De nieuwe tarieven bedragen respectievelijk 3,3; 5,5 en 7,7 procent. Het Vlaamse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voerden die verhogingen niet door. Bedrijfsovername in het Vlaamse Gewest Bij een schenking voor een Belgische notaris van een familiale onderneming betaalt u sinds 1 januari 2012 onder bepaalde voorwaarden niet langer 2 maar 0 procent schenkingsrecht. In de successierechten gebeurde net het omgekeerde. De vrijstelling veranderde naar een vlak successierecht van 3 procent bij verkrijging in rechte lijn en tussen echtgenoten (en samenwonenden) én van 7 pro-

cent door andere personen. Zoekt u meer informatie over de concrete toepassingsvoorwaarden van deze hervorming? Die vindt u in de vorige editie van Capital.

de fiscaal gestimuleerde pensioenopbouw met privé­m iddelen. Diverse maatregelen wijzigen elk van deze pijlers. Eerste pijler: het wettelijk pensioen Vandaag kunt u vervroegd met pensioen vanaf 60 jaar, op voorwaarde dat u een beroepsloopbaan van 35 jaar hebt. Vanaf

Pensioen Pensioenen worden traditioneel ingedeeld in drie pijlers. Een eerste pijler bevat het wet-

“Vanaf 1 januari 2013 wordt

de leeftijdsdrempel voor vervroegd pensioen geleidelijk aan opgetrokken.”

1 januari 2013 wordt de leeftijdsdrempel voor vervroegd pensioen geleidelijk aan opgetrokken. Vanaf 1 januari 2016 ligt de drempel op 62 jaar, en moet u

telijk rustpensioen. Een tweede pijler bevat de aanvullende pensioenen die gefinancierd worden met bedrijfsmiddelen. De derde pijler ten slotte bevat

ook een 40-jarige loopbaan achter de rug hebben. Uitzondering op de regel zijn de ‘lange loopbanen’. Kunt u een loopbaan van minstens 42 of 41 jaar bewijzen? Dan zou u nog met vervroegd pensioen kunnen op respectievelijk 60 en 61 jaar. Vervroegd pensioen wordt bestraft door een procentuele vermindering van het definitieve wettelijke rustpensioen. Deze ‘malus’ loopt op tot 25 procent. Maar de sanctie zou milderen tot maximaal 18 procent. Bovendien zou de sanctie alleen die mensen treffen die hun beroepsactiviteiten stopzetten voor de eerste dag van de maand waarin ze 63 jaar worden. Nu is dat tot aan de maand die hun 65ste verjaardag voorafgaat. En gaat u na een loopbaan van 41 jaar met pensioen? Dan zou er geen enkele malus meer worden toegepast. Momenteel is dat nog vanaf een loopbaan van 42 jaar.

Basisleeftijd

Uitzondering bij pensioen voor …

Pensioenleeftijd mogelijk vanaf

Als de loopbaan gelijk is aan …

Uitzondering bij lange loopbaan

62 jaar

31/12/2013

60 jaar en 6 maanden

38 jaar

60 jaar indien 40 jaar gewerkt

62 jaar

31/12/2014

61 jaar

39 jaar

60 jaar indien 40 jaar gewerkt

62 jaar

31/12/2015

61 jaar en 6 maanden

40 jaar

60 jaar indien 41 jaar gewerkt

62 jaar

Vanaf 2016

62 jaar

40 jaar

60 jaar indien 42 jaar gewerkt 61 jaar indien 41 jaar gewerkt

Ten slotte staat nog in het regeerakkoord dat het maximaal toegelaten beroepsinko-

nen met een loopbaan van 42 jaar. Voor personen die het aantal jaren voor een volledi-

men van een gepensioneerde ouder dan 65 jaar vanaf 2013 niet meer wordt voor perso-

[ CAPITAL 15 ]

22

ge beroepsloopbaan niet konden volmaken of die de wettelijke pensioenleeftijd (65 jaar)


analy s e

niet bereikten, zouden de actuele plafonds worden behouden. Maar de sanctie zou in die gevallen evenredig worden aan de overschrijding. De tweede pijler: instrumenten voor ‘bedrijfspensioenen’ Het regeerakkoord bevatte een loonplafond voor de berekening van de 80 procentregel. Maar deze piste lijkt nu eerder in de richting te gaan van een strengere belasting op de groepsverzekerings-premies. Hierover werden nog geen concrete maatregelen genomen. De derde pijler: instrumenten voor ‘privé-opbouw van pensioen’ Volgens het regeerakkoord zouden de belastingverminderingen voor pensioensparen en langetermijnsparen niet meer variëren in functie van de belast­ bare inkomens – vandaag 30 tot 40 procent van de premie. Er wacht een belastingverminde­ ring gelijk aan 30 procent van de premie voor alle belastingplichtigen.

Besluit Dit korte overzicht is zeker niet volledig. Maar het staat buiten kijf: de eerste vleugelslagen van onze vlinderregering doen de vier pijlers van uw vermogen trillen. En is de tornado al overgewaaid? Er zijn nog veel maatregelen op komst … Affaire à suivre!

“De eerste vleugelslagen van onze vlinderregeling doen

de vier pijlers van uw vermogen trillen.”

[ CAPITAL 15 ]

23



s p r aa k m a k e r

va n i n a i c k x , B e lg i s c h r a lly c o ur e ur

“ik val altijd omhoog” Vanina Ickx, dat is het verhaal van een meisje in een mannenwereld. Nochtans wees niets erop dat de dochter van Jacky Ickx ooit carrière zou maken in de autosport. Dat ze een stevig deuntje meespeelde in de hoogste regionen, maakt deze charmante prinses in een schreeuwerige raceoverall net zo boeiend. tekst Bart lenaerts | foto’s Lies De Mol

[ CAPITAL 15 ]

25


s p r aa k m a k e r

We ontmoeten Vanina Ickx in de Club V, een besloten gentlemen’s club in Ukkel, die mikt op dames en heren die altijd meisjes en jongetjes zijn gebleven én die – conditio sine qua non – benzine door de aderen hebben stromen. De Brusselse autoclub wijdde een integrale hoek aan Vanina’s vader Jacky Ickx, terwijl papieren held Michel Vaillant eveneens om aandacht knokt. Dit is dus helemaal haar wereld, vooral omdat ze zelf tweemaal figureerde in de populaire Vaillant-strips: “Zo kreeg ik toch een beetje eeuwigheidswaarde. Al was ik niet helemaal blij met de manier waarop ik werd geportretteerd”, grapt de Brusselse, terwijl ze haar moorzwarte, mysterieus loensende ogen de kost geeft. Hoewel de club op een boogscheut van Vanina’s woonplaats ligt, was ze hier nooit eerder. Het zegt zowat alles over deze studente biologie, die haast per toeval in het razende wereldje rolde.

“Zodra je van een

levensstijl vol adrenaline

hebt geproefd, kun je nooit meer stoppen, vrees ik.”

“Ik ben altijd heel sportief geweest, met een hang naar snelheid”, begint Vanina haar verhaal. “Skiën, schansspringen, ultralight vliegen en vooral paardensport. Autoracen stond nooit op mijn radar. Ik kende dat wel via mijn vader, maar zelf koesterde ik nooit grootse plannen in die richting. Tot ik in een sportclub aan de praat raakte met een jonge pilote, die voor de komende race verstek moest laten gaan omdat ze zwanger was. Of ik haar niet wilde vervangen? Het leek me een grappige uitdaging. Dus accepteerde ik. Toen ik de sport beter onder de knie kreeg, leek het me leuk om de 24 uur van Spa af te werken. Ik liep met dat idee in mijn achterhoofd, toen ik toevallig de Belgische Honda-importeur ontmoette. Ik was de dochter van Jacky Ickx en ik had al enkele mooie resultaten neergezet. Die man zag mijn publicitaire waarde wel. Daarna opperde iemand om naar Le Mans te trekken. Zo ontvouwde mijn loopbaan zich haast vanzelf, zonder dat ik ooit een strak doel voor mezelf had uitgezet. Het waren altijd slechts ideetjes, die door een gelukkige samenloop van omstandigheden werden geconcretiseerd.”

[ CAPITAL 15 ]

26


s p r aa k m a k e r

“Natuurlijk liep ik tussen de seizoenen het vuur uit mijn sloffen om sponsorbudgetten los te weken. Want autosport is peperduur en aan het eind van het seizoen staan alle tellers telkens weer op nul. Die onzekerheid knaagt soms. Je weet nooit of je er het komende seizoen weer bij bent. Dus stelde ik persdossiers samen, jaagde ik naar sponsors. Zonder succes. Ik weet niet wat ik fout deed. Was ik niet overtuigend genoeg? Klopte mijn dossier niet? Ik was alleszins niet bedreven in dat spelletje. Gelukkig liep ik altijd op het goede moment tegen de juiste mensen aan, zodat ik weer een trapje hoger kon klimmen.” “Ik ben eigenlijk altijd omhoog gevallen. Mijn pad is zo afwijkend – ongeloofwaardig haast – dat ik absoluut de slechtst denkbare persoon ben om ambitieuze piloten te adviseren over hun carrièreplanning. Ik kan jongeren alleen meegeven dat ze zich helemaal moeten geven. Zorg dat je nergens spijt van hebt. Het is natuurlijk beter als je ook een plan hebt, maar het gaat toch vooral om commitment, toewijding en focus. Ervoor gaan. Altijd. Overal.’

Grote mannenwereld Op haar heel eigen manier bouwde Vanina sinds 1996 een fraaie carrière uit. Als piloot je dagelijks brood bij elkaar sprokkelen is allerminst vanzelfsprekend. Meespelen op Le Mans met vederlichte en pk-zwangere sportprototypeauto’s is dat helemaal niet: “Uitgezonderd F1 is dat het hoogst haalbare niveau in de autosport. F1 heb ik nooit geprobeerd, omdat het idee nooit bij me is opgekomen. Bovendien volgde ik niet de juiste trajectoire. Voor een F1-loopbaan had ik al als tiener intens moeten karten, om daarna succesvol alle opstap­ klasses in de eenzitterij te doorlopen. Ik was al 21 toen ik voor het eerst in een kleine BMW stapte om te racen.”

[ CAPITAL 15 ]

27

“ Als je niet met het mes tussen de

tanden rijdt en knokt voor elke centimeter, blijf je beter thuis.”


s p r aa k m a k e r

“Nochtans ben ik ervan overtuigd dat een vrouw het niveau van de F1 aankan. De Amerikaanse Danica Patrick is er bijvoorbeeld helemaal klaar voor. Maar het boeit haar niet. Jammer. Zij heeft het te veel naar haar zin in de Amerikaanse racerij om haar vingers aan de F1 te verbranden”, aldus Vanina. Zij zag het nooit als een nadeel dat ze het als klein meisje waar moest maken in die grote mannenwereld: “Wellicht is het een voordeel dat ik een vrouw ben. Hoewel ik veel fouten maakte, kreeg ik altijd een tweede kans. Dat is bij jongens niet altijd zo. Als jongen hadden ze mij bovendien voortdurend vergeleken met mijn vader.” Ze wil dan ook niet kinderachtig doen over haar unieke positie: “Autoracen op dit niveau is voor een groot stuk marketing. Wat heb je als piloot aan een sponsor te bieden? Waarom zou zo’n bedrijf veel geld ophoesten? Omdat je snel bent? Zo zijn er zo veel. Alle achttienjarigen kunnen aan een stuur draaien en hebben een passie voor racen. Je moet op een of andere manier met je hoofd boven het maaiveld uitkomen. Ik ben de dochter van Jacky Ickx, en dus had ik op dat vlak ongetwijfeld een voordeel.”

Onderweg zijn

“Wellicht is het een voordeel dat ik een vrouw ben.”

Praten doet Vanina graag. Poseren veel minder. Wachten al helemaal niet. “Ik ben nooit zenuwachtig geweest, behalve voor de start van de race. Racen is wachten, weet je. Dan is de stress het hoogst. Je hart bonst in je lijf. Wellicht kun je het vergelijken met een zanger net voor hij het podium betreedt. Je hebt geen idee hoe lang het altijd duurt vooraleer de startvlag valt. Er is zoveel tijd om na te denken. Vreselijk. Dan vraag ik me vaak af waarom ik mezelf die kwelling aandoe. Gelukkig vergeet ik dat meteen zodra de lampen op groen gaan.” Vanina is vooral graag in beweging. Een doel is daarbij minder belangrijk. Onderweg zijn, daar draait het om. “Autoracers leiden een opmerkelijk bestaan. Uiteindelijk rijden we niet zo vaak. Tien races per jaar is al heel wat. Maar elke ronde die je afmaalt, moet er pal op zijn. Daarom zijn we erg gefocust, ook fysiek. Het is bijna een fulltime bezigheid om je lichaam in de juiste vorm te krijgen. Bovendien moeten we ons stressniveau altijd hoog genoeg houden, zodat we onophoudelijk scherp staan. Anders doen we onze job niet goed genoeg.”

© v-images.com

[ CAPITAL 15 ]

28


s p r aa k m a k e r

Talent is onontbeerlijk. Toch maken volgens Vanina Ickx andere dingen het verschil in de topklasses: “Iedereen die op dit niveau racet, weet hoe je aan een stuur moet draaien. Dan komt het aan op details. De piloot moet zijn team kunnen motiveren, en andersom. Autosport is hard en iedere piloot is maar zo goed als zijn laatste race. Het is niet moeilijk om enthousiast te zijn als alles vlot gaat. Dan rij je vanzelf sneller. Maar soms loopt een race niet helemaal loopt zoals je wil, of ben je gewoon trager dan anderen. Het is soms lastig om te snappen waarom. Dan moet het goed zitten tussen je oren. Je moet echt overlopen van zelfvertrouwen om uit die neerwaartse spiraal te breken.” “Crashen is helemaal vreselijk. Helaas is dat te vaak gebeurd tijdens mijn carrière. Ik ben nooit bang geweest om gewond te raken, maar wel om de auto te vernielen. Want dan voel je je miserabel tegenover al die mensen die zich zo hebben ingezet om dat avontuur mogelijk te maken.” “En tegelijk vind ik het jammer dat moderne circuits zo veilig zijn. Toen ik begon, duurde het een eeuwigheid vooraleer ik de Blanchimont-bocht in Spa plankgas durfde te nemen. Want als je eraf ging, was je race meteen over. En misschien ook je carrière. Nu is de bocht daar zo breed dat je zonder een centje pijn van alles kunt uitproberen. Dat is natuurlijk veiliger, al vond ik het op de een of andere manier vroeger leuker. Was ik dan liever piloot geweest in de tijd van mijn vader? Dat is een moeilijke vraag. Ja, de piloot maakte destijds meer het verschil. Maar mijn vader heeft ook veel vrienden verloren. Dat is het niet waard.”

Met het mes tussen de tanden Hoe verovert een meisje op haar sneakers en in haar bloemenjurkje een plaats in zo’n woest universum? Monsterlijke racewagens passen bij haar zoals een boksbeugel bij Sneeuwwitje. Daarom doet ze een beetje denken aan een konijn, dat kleine, knuffelbare beestje dat nijdig kan bijten: “Ergens in mij zit een pak agressiviteit. Dat moet ook. Als je niet met het mes tussen de tanden rijdt en knokt voor elke centimeter, blijf je beter thuis. Zodra ik die helm over mijn hoofd trek, ben ik een ander mens. Als je die transformatie niet kunt maken, ben je geen tegenstander”, vindt Vanina. Ook op andere terreinen balanceert ze tussen twee uitersten: “Ik heb twee passies: rijden en biologie. Dat verklaart ook mijn studies. Ik ben echt bekommerd om het milieu, hoe vreemd dat ook mag lijken voor een autoracer. Het is helemaal geweldig als ik mijn twee liefdes kan combineren, zoals toen ik betrokken was bij de ontwikkeling van de elektrische racewagen Citroën Survolt. Of toen ik voor het Umicore Solar team een auto op zonne-energie doorheen Australië stuurde. Het was een groot voorrecht om samen te werken met jongeren die oplossingen zoeken voor morgen. Helaas produceren elektrische raceauto’s haast geen geluid en mankeren ze het agressieve randje dat onlosmakelijk bij racen hoort. Bovendien komt de kracht erg lineair vrij, zonder pieken of dalen. Het is bijna klinisch.”

Hollywoodfilm Altijd heeft Vanina een monkellachje rond haar mond. Dat erfde ze van haar vader, samen met het talent om racewagens te besturen en de kunde om een hele entourage in te pakken met je charme. Die Ickx-factor heeft hen allebei ver gebracht in het leven. Haar vader is haast larger than life. Een stripverhalenschrijver zou geen betere naam kunnen verzinnen. En hij ziet er bovendien uit als de hoofdrolspeler in een Hollywoodfilm. “Papa kon alles. Hij won Parijs Dakar, werd tweemaal vicewereldkampioen in F1, won het wereldkampioenschap uithouding en zes keer Le Mans. Dat is nooit eerder gezien. Ik koos al snel voor uithoudingsraces zoals Le Mans. Of uithoudingsracerij koos mij. Het is maar hoe je het bekijkt. Waarom? Omdat het zo gebeurde. En omdat er meer kansen zijn in langere races.”

[ CAPITAL 15 ]

29

“ Het is natuurlijk beter

als je ook een plan hebt,

maar het gaat toch vooral om commitment, toewijding en focus. Ervoor gaan. Altijd. Overal.”


s p r aa k m a k e r

Hoewel de naam van haar beroemde vader haar ongetwijfeld geholpen heeft, heeft Jacky zijn dochter nooit leren racen: “Zelfs als hij het probeerde, lukte dat nooit echt. Er is maar één manier om racen onder de knie te krijgen. Rijden, rijden en nog eens rijden. Papa kan blijven uitleggen hoe ik moet schakelen, remmen of sturen, uiteindelijk zit ik in die stoel en moet ik het doen. Hij vertelde altijd dat ik niet mocht crashen, maar dat had ik zelf ook wel kunnen verzinnen”, grapt ze. Papa’s en hun dochtertjes, dat blijft iets speciaals. “In het begin van mijn carrière reden we samen de 24 uur van Francorchamps. Dat is tot vandaag mijn slechtste herinnering. Het is ondertussen 14 jaar geleden, maar ik schaam me nog altijd dat ik de auto door mijn eigen schuld in de vangrails crashte. Gelukkig deden we later ook samen Parijs-Dakar. Dat was fantastisch. Plots zag ik mijn vader vanuit een andere hoek. Dit was zijn wereld. Ik kende hem als vader, nu leerde ik hoe hij was als professional. Hij was zeer perfectionistisch, al bleef hij tegen mij erg cool. Mijn beste herinnering ooit.”

De echte wereld Vanina lacht graag en veel, maar is tegelijk behoedzaam. Ze wikt en weegt voortdurend haar woorden, al verraadt haar melancholische blik tegelijk dat ze er ook wel de relativiteit van in ziet. Wellicht daarom is ze zo ontspannen. Het lijkt wel alsof er een grote last van haar schouders is gevallen. “Ik zal dit seizoen zeker niet racen”, komt ze plots verrassend uit de hoek: “Ik heb maar één vast omlijnd plan voor dit jaar: dat ik geen plan zal hebben. Ik heb net een tweejarige mastercursus business management opgepikt, omdat ik het belangrijk vind om weer aansluiting te vinden bij de echte wereld.” “Ik ben nu 37. Het wordt tijd dat ik aan de toekomst denk. In 2011 beleefde ik een fantastisch seizoen en haalde ik een topresultaat in Le Mans met een geweldige auto en een beresterk team. We werden zevende: nooit had ik durven hopen op zo’n sterke prestatie. Na zoveel jaar in deze sport weet ik hoe lastig het is om alle puzzelstukken bij elkaar te krijgen. Ik snap ook dat ik nooit beter zal kunnen dan die zevende stek. Ik word er niet jonger op. Fysiek is het een zeer zware sport. Ik voel gewoon dat het tijd is voor iets anders”, aldus Vanina. Haar carrière mag dan al aan elkaar hangen door toeval, dat wil niet zeggen dat het niet altijd crescendo moet gaan. “Racen als een hobby, dat kan ik niet. Het ging net zo toen ik als tiener prijzen won op jumpings. Ik had mijn eigen paard en was enorm toegewijd. Elk vrij moment ging er aan op. Dan ga je daarna niet op een manegepaard rondjes draaien − ik toch niet alleszins. Met uitzondering van de Formule 1, heb ik ’s werelds beste auto’s over ’s werelds mooiste circuits gejaagd. Ik zal nooit meer dezelfde adrenaline voelen op een lager echelon.” “Voor mij is het belangrijk om niet meer na te denken. Dat niveau haal ik slechts als ik me voor de volle 100 procent smijt. Als ik voor de lol zou rijden, bereik ik nooit die graad van concentratie. En dat is net waar ik zo intens van hou’, aldus Ickx. Op haar 37ste staat ze voor een heel nieuwe uitdaging: “Wat als ik niet in die eerste racewagen was gestapt? Dan was ik nu wellicht een biologe. Of een ondernemer. Dat boeit me wel. Maar niet in de autosector. En al zeker niet in de racewereld. Rijden is mijn passie, maar ik heb geen bijzondere liefde voor auto’s an sich”, verklaart Vanina. Ze kocht net een piepkleine VW Up: “Compromissen zeggen me niets. Bij mij draait het altijd om extremen. Ik wil ofwel de grootste, ofwel de kleinste auto. Het is dus de kleinste geworden, omdat ik veel in de stad rij.” “Snel rijden doe ik sowieso nooit. Ik kan mijn adrenaline op het circuit kwijt. Ik weet alleen niet hoe dat zal evolueren, nu ik niet zal racen. Zal ik een andere uitlaatklep nodig hebben? Wellicht wel. Misschien moet mijn vriendje het uitzweten. Ik ben alleszins lid geworden van een triatlonclub. Weer extreem, dat klopt. Zodra je van een levensstijl vol adrenaline hebt geproefd, kun je nooit meer stoppen, vrees ik.”

[ CAPITAL 15 ]

30


RE P O R TA G E

Op t i m a b a n k- c o ll e g a W i m D e P o o r t e r , d i r e c t i e c h a uff e ur e n g e pa ss i o n e e rd m e n n e r

“Mijn paarden verstaan geen Nederlands, hè”

Collega’s van Optimabank zijn naast hun dagelijkse job ook bezig met tal van andere boeiende projecten. Zo is Wim De Poorter naast directiechauffeur ook één van de beste paardenmenners van België, en de drijvende kracht achter de mennersclub Halestra in Aalter. Exclusief voor Capital vertelt hij een verhaal waar de passie in grote gensters van afspringt, terwijl we met een vierspan de Limburgse bossen trotseren. TEkst bert voet foto’s Thomas Vanhaute

[ CAPITAL 15 ]

31


r ep o r ta g e

Al tijdens de fotoshoot blijkt hoe perfect De Poorter zijn paarden beheerst. Het is een stralende lentedag en we zijn op het Orshof in Neerglabbeek. Twee keer per jaar komt hij met de leden van Halestra naar hier afgezakt. Een keer in maart en een keer in oktober. Het is een schitterende omgeving om dagenlang paard te rijden. Achter een koets welteverstaan, want dat is mennen. “De ene arriveert met z’n pony, de andere met een Arabische volbloed. Het laatste wat we willen is elitair zijn”, zegt De Poorter.

“‘Drrrraf’! En luttele ogenblikken later rijden we met elf kilometer per uur door de Limburgse bossen.”

Voor zijn koets heeft hij vier paarden van het ras Appaloosa gespannen. Ze zijn ei zo na even hoog, hebben dezelfde kleur en passen karaktertechnisch goed bij elkaar. “Eén schichtig karakter kan gans je vierspan om zeep helpen”, klinkt het. “Het zijn ook allemaal ruinen, want als de natuur z’n gang gaat

denkt een hengst of een merrie wel eens aan iets anders dan de koets. Het zal je maar overkomen als je met een superpaard in Portugal op een wedstrijd staat.” De plaats die elk individueel paard inneemt binnen zo’n vierspan is ook belangrijk. “Maar zij kiezen hoe ze staan. Hoe ze het liefst samen werken.”

[ CAPITAL 15 ]

32

Respect En niet te veronachtzamen: esthetisch vormen ze zo een prachtig kwartet. “Die bollekes op hun huid!”, zegt De Poorter, alsof hij ze voor het eerst ziet. “Ze vinden was een uitdaging. Een komt uit het noorden van Nederland, een andere uit Lommel, een derde uit Oudenaarde en een vierde uit Tubeke. Eén van hen zag ik z’n vorige eigenares een stamp geven toen we er naar gingen kijken. Ze hebben de ambulance moeten bellen. Toch heb ik ’m gekocht. Ik zag er een goed paard in. Paarden vragen erom respectvol behandeld te worden.” “Je koopt een paard in functie van wat je ermee wil doen: huwelijken opleuken, in de bossen gaan rijden, outdoor-competitie, indoor-competitie, … Maar paarden zijn op zich niet zo duur. Voor slachtpaarden is de markt ingestort tot zowat 0,75 euro per kilo. Dat is de effectieve waarde. Voor een goed rijpaard betaal je doorgaans een paar duizend euro, al kan je er ook een vinden voor 750 euro. Natuurlijk: stel dat ik drie paarden heb en een vierde zoek om wedstrijden te rijden, en jij hebt er een staan dat zeer complementair is qua bouw, hoogte, leeftijd, geslacht, karakter en kleur, dan loopt de prijs natuurlijk op.” “Als er iemand belt, ga ik altijd kijken. Het hele jaar door. Maar om te kopen moet ik het dier graag zien. De uitdrukking in hun ogen is doorslaggevend. Ik wil er een zacht, warm gevoel bij. Geen koud, agressief, nijdig beest. Een leek zegt al te vaak: ik zie graag een wit. En koopt het eerste witte paard dat hij tegenkomt. Alsof het een auto is. Komt nog bij dat veel verkopers redeneren: als het maar verkocht is. Voor mij hebben ze nooit iets staan, maar aan jou zullen ze er wel een verpatsen. Ook een agressief karakter. En achteraf doen alsof ze je niet kennen. Dat is haast misdadig. Een zeer aparte wereld, is het.” Het moge duidelijk zijn: je begint er maar beter niet lichtzinnig mee. Een koets, een paard, een tuig, een aanhangwagen. “Het kost veel geld en het is veel werk. Je moet ook je stallen kuisen. ’s Winters wordt er veel verkocht, zowel materiaal als paarden. Weet je wat ook belangrijk is: een goede verzekering. Ik besteed daar een ganse les aan tijdens de cursus. Probleem is: ik heb nog nooit een sluitende polis gezien.”

Zot Bijzonder leerzaam, allemaal. Maar toch: genoeg gepalaverd! We stappen in de koets. Ik zie een snelheidsmeter en kilometerteller. En die geur!


r ep o r ta g e

Drrrraf, zegt De Poorter, en luttele ogenblikken later rijden we met elf kilometer per uur door de Limburgse bossen. “Ziek”, zo noemt hij zijn passie voor paarden. “Maar in de goeie zin. Elke dag moet ik erbij. Elke dag wil ik ze zien, wil ik weten hoe het ermee is.” Het verschil met een mooie auto? “Een paard vraagt iets van je. Ik hou van paarden omdat ik in de paarden geboren ben en niet in de honden. En met mijn hond kan ik niet gaan rijden, hè. Ik zie ze graag, ja. Als ik ze opleer al. Maar als ’t af is, is ’t af. Soms ben je blij dat je ervan af bent. Soms heb je spijt dat het niet lukt. Ook dat gebeurt. Dat je denkt: hoe komt het toch dat we elkaar aan het verliezen zijn?” Hij was vijf toen hij voor het eerst een paard besteeg. “Ik ben eigenlijk ruiter van opleiding. Eerst was het van moetens. Mijn ouders reden paard en hadden de hoeve in Aalter waar ze paarden verhuurden. De club bestaat sinds 1968. Ik heb mijn vrouw daar ook leren kennen: Nancy kwam geregeld paarden huren. Samen hebben we twintig jaar geleden die ruitersclub grotendeels omgevormd tot een driving club. En sinds een jaar of vijftien doen we met clubleden niets anders meer dan aangespannen werken.”

“Vroeger had ik zelf nochtans een fout beeld van mennen. Dat was iets voor de burgemeester, met van die antieke koetsen. Maar tijdens mijn huwelijksreis in 1994 is die wereld voor mij opengegaan. Het was in Hongarije, en ik ontmoette er de wereldkampioen Laslo Juhasz, die me op een compleet nieuwe manier leerde rijden. Mennen bleek echt een sport. Toen Nancy en ik thuis kwamen hebben we meteen besloten om een goede koets te kopen. En vanaf dan ben ik me enorm gaan bijscholen, onder meer bij viervoudig wereldkampioen IJsbrand Cardon en bij Felix Brasseur, die twee keer wereldkampioen werd. Later ben ik instructeur geworden. Ik wist nog niet of er interesse zou zijn. Voor mijn eerste enkelspan­ cursus was er een man of zes. Tien jaar geleden ben ik dan voorzitter geworden van de Menopleidingen tot Koetsiersbrevet Belgie of MKB, en sinds enkele jaren zetel ik als lid van de VLP mencommissie.” “Intussen beginnen almaar meer jonge gasten te mennen. En weet je wat? Dikwijls hebben ze meer verantwoordelijkheidszin en technisch gevoel dan hun ouders of grootouders. Ze willen beter rijden. Soms zeg ik: kijk eens naar uw kleine! Vijfentwintig jaar ervaring kan ook betekenen: vijfentwintig jaar eigen waarheden en slechte gewoonten.”

[ CAPITAL 15 ]

33

“Een rustig opgeleid paard is een investering

voor het leven.”


r ep o r ta g e

Intonatie “Je kunt mennen als je zelf beslist waar je rijdt en hoe snel”, vat De Poorter het bondig samen. Wat hem tot een van de beste menners van het land maakt? “Ervaring en scholing. Ik blijf zelf ook almaar les volgen. Zoals een kok blijft zoeken naar vernieuwende recepten.”

“Haast nergens krijg je neutraal advies. Bij mij wel. Net

dáárom weiger ik zelf koetsen of uitrusting te verkopen.”

“Tja, hoe leer je fietsen of zwemmen? Ik kan het je perfect uitleggen, maar als ik je in het water gooi zal je het toch zelf moeten doen. Zowel de ruiter als het paard moeten leren. Het ene ras of paard zal je beter liggen dan het andere. Het is zeer persoonlijk. De eerste truc is: je als menner aanpassen aan het paard. Veel mensen proberen een paard te kneden naar zichzelf. Marcheert niet. En geen dwang gebruiken, zodat het paard iets wíl doen voor jou. Je moet er echt een relatie mee opbouwen. En met een gegeven paard zal dat bij mij niet lukken en bij jou wel. Met vier paarden die ik niet ken, ga ik niet onmiddellijk galopperen. Als ik ’how’ zeg, weet ik niet hoe ze zullen reageren. Dat is dynamiet voor je koets. Ik betrap er mezelf wel op dat ik bepaalde dingen niet meer pik. Een

[ CAPITAL 15 ]

34

paard moet eerst leren stilstaan, pas dan doen we verder. En als hij na veel proberen niet wil, stop ik ermee. Dan is het af, ja. Leren is een kwestie van veel herhalen, belonen, conditioneren. Stap per stap, letterlijk. Dat is niet iedereen gegeven. Maar een rustig opgeleid paard is een investering voor het leven.” Wat is dat toch allemaal met die mysterieuze relatie mens-paard, wil ik weten. “Het is een dier met gevoelens, met stemmingen in elk geval. Het gevoel voor paarden kan ik mensen moeilijk aanleren. Het omschrijven? Als jij denkt aan wat je met het paard wil doen, is het eigenlijk al aan het gebeuren. Dan heb je goeie communicatie. En als je paard je vertrouwt en niet panikeert in situaties die het niet kent.” “Je stem is belangrijk, maar alles gebeurt met ­intonatie. Als ik hier in de koets ’galop’ zeg in een gesprek met jou, doen de paarden niks. Ze kennen geen Nederlands, hè. Het is niet de betekenis van de woorden die telt. En als je wil dat hij vooruit gaat spreek je kort en krachtig. Om het tot rust te brengen moet je laag en traag spreken. Hooooow, braaaaf. Dat kan je gerust stil doen, want een paard hoort haast even goed als een hond. Als je zelf in paniek bent en ’rustig!’ roept, kan het best zijn dat je paard gaat steigeren.” “Aanraken is ook deel van de communicatie. En ­respect afdwingen. Zoals met een hond, ja. Weet je: ’t zijn altijd dezelfde mensen die slechte paarden hebben en altijd dezelfden die goede hebben. Het ligt aan henzelf, maar bij velen is dat het laatste waaraan ze denken.” En jawel, we gaan in galop. Zestien kilometer per uur. Even later brengt De Poorter de vierspan plots tot stilstand: drie reeën kijken ons in de ogen. En blijven rustig staan. “Dit kan enkel met paarden. Niet met een auto, niet als je wandelt. Alleen met paarden.”

Sabotage Bij een mencursus komt heel wat meer kijken dan alleen maar het brevet. “Optuigen, aftuigen, inspannen, uitspannen, rijden in het verkeer, ziekten, hoefbeslag, onderhoud, koetsen, verzekeringen, … Je moet weten waar je mee bezig bent”, stelt De Poorter. “Er zijn er velen die denken: dat is toch niet moeilijk. Maar een riempje dat een beetje te lang of te kort is, kan een groot probleem zijn.” “Ik leer mijn cursisten het Achenbachsysteem aan. Vooral bij oudere mensen hapert dat. Je moet ­ervoor openstaan. Het vraagt wat inspanning van de menner. Het komt erop neer dat je niet trekt om je paard te sturen, maar je leidsel aan de andere


r ep o r ta g e

kant lost. Dat is fantastisch voor het paard, want minder hard: het ervaart geen druk in de mond. Ik wil mensen met controle zien, met verantwoordelijkheidszin. Ik wil zien dat die mensen cursus hebben gevolgd, dat ze echt goed mennen en hun paarden mooier en beter lopen. Niet raprap leren mennen. Maar tegelijk geldt: inspanning is ontspanning. Het moet plezant blijven.” Hij geeft de cursus aan groepjes van twaalf en aan het eind van de rit slaagt steevast iedereen. “Simpelweg omdat ik les blijf geven tot iedereen het kan. Er zijn twee manieren: je kunt constant tonen hoe goed je zelf bent, of je laat de leerling alles ontdekken. Ik kies de laatste methode. Ik saboteer zelfs hun tuigen, zodat ze alles leren controleren (lacht). Op de duur nemen ze zelf het initiatief, hoef ik niks meer te doen. Intussen worden er vriendschappen voor het leven gesmeed.” Blijkbaar wordt het gewaardeerd: De Poorter heeft een reputatie opgebouwd. “Ooit kwam iemand 25 weken lang met het vliegtuig vanuit Ierland. Een

andere dame kwam tweewekelijks uit Noorwegen.” De Poorter geeft me de leidsels ook eens in handen. Na enkele pogingen slaag ik erin het vierspan kort te draaien. Een fantastisch gevoel. En wanneer we na een uur terug aan het Orshof komen, is er net een Land Rover Defender met aanhangwagen gearriveerd. Een van de clubleden. “Die mens zegt altijd dat ik zijn leven veranderd heb”, fluistert De Poorter trots. “Een plantenkweker die álle dagen werkte. Nu gaat hij op zaterdag rijden. Ik heb hem opnieuw het weekend leren kennen. Geregeld hoor ik ook van vrouwen dat ze hun man teruggevonden hebben.” “Er zijn er die reizen maken, helemaal in functie van hun paarden. Je zet twee paarden in je aanhangwagen en rijdt de wereld rond. Die dieren hebben daar geen last van, hoor. Integendeel. Als een paard vervoerd wordt, stijgt de lichaamstemperatuur, en dalen de ademhaling en hartslag een beetje. Het komt in een soort roes. Ikzelf ben hier in Limburg ook op reis, hè. Voorts rijden Nancy en ik elk jaar de hele Veluwe door. Een week

[ CAPITAL 15 ]

35

lang in de bossen, ook bij slecht weer. Stil, rustig, no stress.”

Competitie “Meer dan vier paarden voor een koets spannen heeft weinig zin. Indrukwekkend is het natuurlijk wel. Voor demonstraties rijden ze soms met tien of zelfs twintig paarden. Dat is zoals zonder handen fietsen. En om er pakweg zes in bedwang te houden als er iets misloopt moet je al met véél zijn. Voor mij hoeft het niet. Eén paard mennen en alleen daar mee bezig zijn doe ik ook heel graag.” De Poorter rijdt zelf geen wedstrijden, maar de Europese toppers komen bij hem wel les volgen. “Ik heb onder meer les gegeven aan Glenn Geerts, die nu met z’n vierspan internationaal op door­breken staat. En aan Achilles Snoeys, die vijf WK’s gereden heeft. Wat ik wéét, vertel ik aan mijn cursisten. Wat ik veronderstel, niet. Ik heb veel ervaring, maar geen waarheid.”


S TA N D VA N Z A K E N

d e b e dr i jfs wa g e n

Voordeel van alle aard ‘bedrijfswagen’: what’s in it for you? Het is alom bekend dat vele bedrijfswagens sinds kort fiscaal veel minder aantrekkelijk zijn. Het wekt geen verbazing dat het vooral gaat om wagens met een hoge catalogusprijs en een hoge CO2-uitstoot. Hebt u een dergelijke wagen ter beschikking, dan stijgt het belastbare voordeel van alle aard soms astronomisch. tekst charlotte de schuyter, senior TaX advisor en jo viaene, bestuurder Optima Group FOTO’s Lieven Van Assche en lieven dirckx

[ CAPITAL 15 ]

36


[ CAPITAL 15 ]

37


S TA N D VA N Z A K E N

Doel van de nieuwe regeringsmaatregelen is zogenaamd de keuze voor ‘groenere’ auto’s bevorderen. Een milieuvriende­ lijkere wagen zal u dus mogelijks wel minder kosten. Maar moet u echt van wagen veranderen? Is er geen enkel minder belast alternatief? Op basis van ieders individuele situatie bestaan verschillende opties. Bepalende factoren zijn de afstand van uw woonplaats tot uw werk en uw statuut van werknemer of bedrijfsleider.

Als u veel kilometers aflegt … Woont u ver van uw werk dan kan de aftrek van uw werkelijke beroepskosten het belastbare voordeel van alle aard compenseren. Of u nu loontrekkende of bedrijfsleider bent, in uw belastingaangifte kunt u kiezen tussen de aftrek van forfaitaire kosten of van uw werkelijke beroepskosten. Voor uw verplaatsing van uw woonplaats naar uw vaste plaats van tewerkstelling kan u gebruik maken van een beroepskost gelijk aan 0,15 euro per afgelegde kilometer. Als u er vorig jaar uw kosten van het woon-werkverkeer, afgelegd met de bedrijfswagen, aftrok aan 0,15 euro per kilo­meter, dan was de keerzijde van de medaille dat uw belastbaar voordeel mogelijk steeg. De berekening gebeurde dan immers op basis van het werkelijk aantal kilometers woon-werkverkeer (met een minimum van 5 000 km of 7 500 km) in plaats van louter op een forfait van 5 000

En anders? Wat kunt u doen?

Charlotte De Schuyter

“Moet u echt

van wagen veranderen? Is er geen enkel minder belast alternatief?”

of 7 500 kilometer al naargelang u meer of minder dan 25 km woonde van uw vaste plaats van tewerkstelling. Meestal was het dus nadelig om dit te doen. Maar de nieuwe berekening van het voordeel van alle aard houdt geen rekening meer met het aantal afgelegde kilometers. U kunt dus voortaan wel zonder probleem de kosten van woon-werkverkeer als onderdeel van uw beroepskosten invullen in uw aangifte. Er is echter een grens: de kosten voor het woon-werktraject mogen nooit hoger zijn dan het bedrag van uw voordeel van alle aard, vermeerderd met de eventuele eigen bijdrage die u aan uw werkgever of uw vennootschap betaalt voor het gebruik van de wagen.

[ CAPITAL 15 ]

38

Heeft u er belang bij om een eigen wagen in plaats van een bedrijfswagen te gebruiken? Als u bedrijfsleider bent, kunt u overwegen om de wagen van uw vennootschap over te nemen tegen een marktconforme prijs. Vervolgens kan u huurkosten aanrekenen aan uw vennootschap voor uw beroepsmatige verplaatsingen. U financiert de aankoop van de wagen uiteraard wel met uw eigen middelen. Ook moet u opnieuw de belasting op inverkeer­ stelling betalen. De gevraagde huurprijs moet overeenstemmen met de prijs die autoleasebedrijven vragen voor een soortgelijke wagen. Deze vormt een roerend inkomen dat minimaal met 15 procent forfaitaire kosten kan verminderen en dat belast wordt aan slechts 15 procent. Bovendien kan uw vennootschap, afhankelijk van de CO2-uitstoot van uw wagen, de betaalde huurprijs aftrekken. Als u de brandstof apart factureert, is deze aftrekbaar aan 75 procent. Kan u als loontrekkende uw bedrijfswagen inleveren? Uw loonsvoorwaarden eenzijdig wijzigen kan helaas niet. U moet dus onderhandelen met uw werkgever. Voor het einde van de leasingperiode van uw wagen zal deze echter niet geneigd zijn mee te gaan in uw verhaal. Ook de wagen gewoon aan kant laten is geen optie. U wordt er sowieso op belast van zodra u een firmawagen ter beschikking hebt ongeacht de intensiteit of de frequentie van het daadwerkelijk gebruik ervan.


S TA N D VA N Z A K E N

de kans groot dat de administratie een onderzoek instelt en bijkomende bewijzen van de gereden kilometers en gemaakte autokosten eist.

Staat u voor de keuze tussen een eigen wagen en een bedrijfswagen, weeg dan verschillende factoren af alvorens te beslissen. Een eigen wagen moet u zelf financieren. Bovendien zijn ook alle andere kosten voor uw rekening etc.

Besluit: Maatwerk is de boodschap!

Jo Viaene

De aftrek van uw kosten Nieuwe taks op de bedrijfswagen: goed of slecht?

Als u gebruik maakt van uw eigen wagen, komen tal van kosten in aanmerking als beroepskost. In de eerste plaats is er de kost van het woon-werkverkeer gelijk aan 0,15 euro per kilometer. A rato van uw eigenlijke beroepsverplaatsingen komen uw werkelijk gedragen kosten in aanmerking ten belope van 75 procent (uitzondering hierop zijn de financieringskosten die voor 100 procent in aanmerking komen). Onder de eigenlijke beroepsverplaatsingen vallen niet uw woon-werk verplaatsingen maar enkel de afstanden die u aflegt op vraag van uw werkgever of voor rekening van uw vennootschap.

De vergoeding van uw kosten Indien u opteert voor een kilometervergoeding dan kan u per beroepsmatig afgelegde kilometer in principe een belastingvrije vergoeding van 0,3352 euro aanrekenen. Een hogere vergoeding is ook mogelijk, maar dan blijft de hogere vergoeding enkel belastingvrij indien u kan bewijzen dat deze overeenstemt met de gemiddelde kostprijs per kilometer van het voertuig.

over te nemen tegen een marktconforme prijs.”

De regering Di Rupo I heeft duidelijk een statement willen maken in verband met de bedrijfswagens. Dit kadert zowel in een budgettair plan als in een poging om het wagenpark te vergroenen (door te sturen in de richting van wagens met een beperkte CO2-uitstoot).

Bovendien geldt de gelijkschakeling van de vergoeding van niet meer dan 0,3352 euro/km met een belastingvrije onkosten­ vergoeding volgens de fiscale admini­ stratie enkel alleen als het jaarlijks aantal afgelegde kilometers niet abnormaal hoog ligt. De grens hiervoor legt de fiscus op 24 000 km per jaar. Worden jaarlijks meer kilometers gereden dan is

Bovendien wordt geschermd met het ar­g ument dat een bedrijfswagen in België toch wel erg gunstig uitvalt voor de uiteindelijke gebruiker. Gemakshalve gaat men voorbij aan het feit dat diezelfde gebruiker al torenhoge belastingen en sociale bijdragen betaalt op zijn ‘normale’ bezol­d iging. We kunnen ons trouwens niet van de indruk ontdoen dat de pijlen vooral gericht zijn op de grotere wagens aangekocht of geleased via een vennootschap. Een voorbeeld om dit te illustreren:

“Als u bedrijfsleider bent, kunt u overwegen om de wagen van uw vennootschap

Prijs Wagen

CO 2-uitstoot

Voordeel 2011

Voordeel 2012

€ 120 000

292

€ 4 730,40

€ 18 514,29

€ 33 500

167

€ 2 968,43

€ 3 646,71

[ CAPITAL 15 ]

39


S TA N D VA N Z A K E N

“De markt voor tweedehandswagens van een bepaalde categorie wordt ongetwijfeld lamgelegd.”

Het voordeel bij de zware, dure wagen kent een quasi verviervoudiging terwijl het voordeel in natura bij de klassieke gezinswagen slechts toeneemt met 22.8 procent. Het is dan ook niet verwonderlijk dat sommige marktspelers het hebben over een ‘jaloezietaks’. Het valt dan ook te verwachten dat bedrijven en vennootschappen het wagenbeleid drastisch zullen aanpassen. CO2-zuinige, kleinere bedrijfswagens worden de norm. Dit heeft voor de regering wel als gevolg dat er minder BTW zal worden geïnd en ook de belasting-op-inverkeerstelling zal dalen. Mogelijks bekijken bepaalde bedrijven hun wagenparkbeleid op internationaal vlak. Specialisten waarschuwen ook voor inconsistenties in de nieuwe wetgeving. Vooral het feit dat het aangerekende voordeel in natura het werkelijke voordeel zwaar kan overschatten (bijvoorbeeld bij dure wagens van 10 jaar oud) kan aanleiding geven tot fundamenteel debat. De wet voorziet immers in een ouderdomscorrectie van 6 procent per jaar met een maximum van 30 procent. Na 5 jaar wordt dit maximum bereikt. Concreet gesteld zal een wagen die ini­ tieel 100 000 euro heeft gekost 10 jaar later nog altijd voor 70 000 euro in aanmerking worden genomen voor de berekening van het voordeel alle aard. Stel dat deze wagen na 10 jaar te koop is voor 15 000 euro, dan nog wordt het voordeel berekend alsof de wagen een waarde heeft van 70 000 euro. Dergelijke aberraties zullen de markt voor tweedehandsvoertuigen ongetwijfeld lamleggen voor een bepaalde categorie van wagens. Het is

wachten op de eerste belastingplichtige die een dergelijke case voorlegt aan de rechtbank. De zogenaamde vergroening van het wagenpark is op zich een goede zaak. Toch valt de factuur voor de hybride en elektrische wagens zwaar uit. Door de fors hogere catalogusprijs betalen deze gebruikers een hoger voordeel in natura. In de periode tot 2010 stuurden Belgische bedrijven hun wagenpark­ politiek bij in de richting van ‘groene’ wagens. Werknemers en zelfstandigen met een vennootschap zullen waarschijn­ lijk ook bepaalde opties schrappen, vaak opties met een groen aspect of een veilig­ heidsaspect. Gezien deze wagens na een vijftal jaar de tweedehandsmarkt bepalen, heeft dit ook impact op het totale Belgische wagenpark.

“De zogenaamde vergroening van het wagenpark is op zich een goede zaak. Toch valt de factuur voor de hybride en

elektrische wagens zwaar uit.”

Conclusie: Di Rupo heeft vooral oog gehad voor de kortetermijnwinst. Bedrijfsleiders, zelfstandigen en hogere kaderleden betalen uiteindelijk een zware factuur.

[ CAPITAL 15 ]

40


THE LEGENDS ARE BACK !

BJÖRN BORG

www.optimaopen.be ROYAL ZOUTE TENNIS CLUB

KNOKKE-HEIST


r ep o r ta g e

G a st ronom ie

GERIJPT

VLEES

IN DE KUIP Drie jaar geleden begon Hendrik Dierendonck (37) rundsvlees te rijpen en ontketende hij een hype. Eerder zette hij het West-Vlaams rood rund opnieuw op de kaart. “Dierendonck is zot, zeggen de boeren. Maar ik zoek alleen kwaliteit.” tekst BERT VOET | foto’s Heikki Verdurme

Foodies en topkoks proefden vorig jaar op het culinaire festival ‘The Flemish Primitives’ in Oostende entrecote van Hendrik Dierendoncks West-Vlaams rood rund. Een hoogst persoonlijke charcuteriebereiding. Hij had het vlees anderhalve maand afgerijpt en gezouten, mét startculturen zoals een ambachtelijke salami. De zeer diepe, intense botersmaak van het vet was een schot in de roos. Hendrik Dierendonck levert bij La Paix in

Anderlecht, In de Wulf en de Vitrine van Kobe Desramaults, j.e.f. van Jason Blanckaert, ’t Zilte van Viki Geunes en Oud Sluis van Sergio Herman. Het is snel gegaan voor Dierendonck, die tien jaar geleden de zaak overnam van zijn vader Raymond. Hij opende in Nieuwpoort een tweede slagerij en heeft 25 mensen in dienst. “In het begin was ik wat overrompeld: Sergio Herman belt! Tegenwoordig kan ik nog amper volgen.”

[ CAPITAL 15 ]

42



r ep o r ta g e

Dubbeldoelrund

“Intussen kweken hier in de buurt drie boeren West-Vlaams rood rund voor ons, precies zoals we het willen. Als we ze laten slachten zijn ze vier tot zes jaar: we willen vlees van runderen die al een paar keer gekalfd hebben, want daar zit meer karakter in. Een rund dat melk aanmaakt, vermagert. En nadien kweekt het nieuw vet aan, dat sterker smaakt.”

Op de boerderij in Veurne stapt vader Raymond Dierendonck zijn stallen binnen. Hier begint de passie. “’t Zin min moaten. Kijk eens hoe rustig die beesten zijn. Dat zijn geen bodybuilders zoals het geprefabriceerde witblauwe ras – dikbillen met onnatuurlijke spiermassa. Zodra het weer beter wordt, gaan ze allemaal op de weide. Vorig jaar hebben ze negen maanden buiten gelopen.”

“Dat ras in de winkel verkopen, dat moet je met de nodige gedrevenheid doen, want mensen vragen er niet vanzelf naar”, ervaart Dierendonck. “Je hebt de steun nodig van iemand zoals Kobe Desramaults. Vorige zomer stonden we er ook zes weken mee op de kaart van Oud Sluis. Sergio Herman maakte op een bord prikkeldraad met ui, waarbinnen het geroosterde rundsvlees werd geserveerd. Dat stond er dan bij: van slagerij Dierendonck. Die appreciatie vind ik erg bijzonder. En dan komen de mensen wel.”

In 1970 begon Raymond Dierendonck de slagerij, waar hij nog altijd veel en graag komt. “Dat is mijn leven. Maar ik heb ook altijd zelf beesten gekweekt en gezocht naar topkwaliteit. Vroeger hadden we er een honderdtal, nu nog vijfentwintig. We kopen er geregeld een stuk of tien die we dan zelf afmesten. En we laten ze extra lang zitten, ook om de voeding perfect te krijgen. Met Hendrik zijn de tijden wel veranderd. Hij koopt vlees in heel Europa.” Hendrik Dierendonck verwierf vooral bekendheid doordat hij het haast uitgestorven West-Vlaams rood rund opnieuw op de kaart zette. “Een dubbeldoelrund”, vertelt hij. “Voor melk én vlees. Het geeft minder rendement dan het witblauwe ras, maar het maakt meer en mooier vet aan. Niet zozeer dooraderd vlees, maar wel een mooie buiklaag. En ik wilde iets doen met onze terroir. Vooral voor het plezier, uit trots: ons eigen ras!” “Boeren waren gewend om te kweken voor de industrie. Dieren moesten zo vlug mogelijk slachtrijp zijn, en vetvrij. Wij laten onze dieren twee of drie maanden langer vetmesten dan een normale vetmester. Dat kost de boeren alleen maar geld, want het levert geen extra kilo’s op, alleen meer vet. Ook dat waren ze dus afgeleerd. ‘Dierendonck is zot’, zeiden ze − en nóg. Maar ik zoek kwaliteit. En vet geeft nu eenmaal smaak, zeker als je vlees wil afrijpen.”

Minder, maar beter

“De eetcultuur verandert.

Onze klanten eten minder vlees, maar beter.”

Pas nu rendeert de move van Dierendonck. “Het West-Vlaams rood rund is erkend als Europees streekproduct. Dat motiveert, meer boeren springen op de kar. De weiden rond de IJzer zoals in Nieuwkapelle en Lampernisse, zijn zeer goed voor het vlees − en ook wel voor de mooie, gelige boter. Dieren die we zelf kweken krijgen vooral veel gras. Gras geeft smaak aan je vlees, toetsen van noten. Ook op stal geven we ze gras. Elke dag.”

Bernard Claeys

Dierendonck heeft altijd wel zeven of acht rassen in zijn koelcel hangen. “Franse zoals Limousin, Aubrac, Parthenaise of Anjou − dat laatste kweken we ook zelf. Voorts Rubia Gallega uit Spanje, Chianina uit Italië, Aberdeen Angus uit Schotland, … In het buitenland kopen we bij grossiers. Ik kijk dan naar de vetlaag en de structuur en de vastheid van het vlees. Natuurlijk betaal ik soms leergeld. Er komt al eens iets binnen dat niet naar mijn zin is. Een kwestie van betrouwbare mensen zoeken en goede afspraken maken.” “De eetcultuur verandert”, zegt vader Raymond. “Onze klanten eten minder vlees, maar beter. En ze willen al die verschillen proeven. Het is zoals met wijn.” Hendrik bevestigt: “Alle rassen rijpen we verschillend af en sommige klanten kopen dan van alles een stukje, voor proeverijen die ze met vrienden organiseren. En ze komen van ver, want in ons land heb je maar een handvol slagers die vlees afrijpen.” “Een runderkwartier tien dagen tot twee weken laten besterven: vroeger was dat normaal. Nu versnijden en verkopen slagers het twee dagen nadat het is binnengekomen. Mensen willen mooi rood vlees in de toonbank zien liggen. Nochtans: vlees dat drie, vier weken afgerijpt is, vindt iederéén lekker, simpelweg doordat het spierweefsel veel

[ CAPITAL 15 ]

44


r ep o r ta g e

“Dierendonck is zot, zeggen de boeren.”

[ CAPITAL 15 ]

45


r ep o r ta g e

malser wordt. Langer afgerijpt vlees eet niet iedereen graag. Hier rijpt het meestal vier, zes of acht weken af. De malsheid en de structuur veranderen daarna niet zoveel meer. Maar de smaak wordt wel sterker. Ik koop soms ook stukken die in Spanje al honderd dagen gerijpt hebben. Dat is vrij extreem: je hebt dan een lichte smaak van rotting, een beetje zoals de natuurkorst van een rijpe kaas. Soms ga ik nóg verder, tot 140 dagen.”

“Alles wordt aan het karkas geleverd, niks is vacuüm verpakt”, zegt Dierendonck. “Dat is heel belangrijk. Onder impuls van warenhuizen die malser vlees wilden, ontstond wet aging, met vacuüm verpakt vlees. Het blijft dan mooier van kleur en droogt niet, waardoor je veel minder verlies hebt. Als je vlees op het karkas of aan het been afrijpt, wordt het malser en smakelijker. Maar ik heb wel 35 tot 40 procent verlies. Door het vochtverlies, maar ook omdat ik daarna de korst er moet afsnijden.”

Carrousel Heel even mag ik de koelcel in Sint-Idesbald betreden. Het is er 2 graden en het hangt er vol vlees, in verschillende stadia van rijping. De kleurschakeringen en de diversiteit in marbrering zorgen voor een ervaring van schoonheid. En die geur!

Of het soms mislukt? “Jazeker. Door te grote temperatuurschommelingen of te veel vocht kan het vlees beslaan en wel degelijk rotten. In Nieuwpoort heb ik een nieuwe, grote rijpingskamer geïnstalleerd. Die heeft een grote ventilator en is droger. Daar draait het vlees ook constant automatisch rond aan een carrousel, zodat het gelijkmatig droogt. Maar ik heb weer bijna plaatsgebrek. Samen met iemand die koelcellen op maat maakt voor kaasmeesters, kijk ik uit naar een nieuwe koelcel − een hele grote met perfecte vochtigheidscontrole, voor in de kelder.”

Slagershart Knack Weekend verkoos Dierendonck tot ambachtsman van het jaar. “Hendrik heeft nog een echt slagershart”, zegt zijn trotse vader. − “De erkenning voor ambachten − ook kaasmeesters en bakkers − neemt weer toe”, zegt Hendrik Dierendonck zelf. “Dat mag ook wel, want we zijn een uitstervend ras. De koksscholen zitten vol, maar de slagersschool in Diksmuide vindt amper studenten. De waardering die wij nu krijgen, is belangrijk voor andere jongeren. Veel jongens van dertien, veertien jaar krijgen op hun stageplaatsen niet eens de basis mee: er zijn veel slagers die niet meer zelf uitbenen. Het enige wat die jongens daar leren is een verpakking opentrekken en een stuk vlees in de toonbank leggen, want alles wordt ingekocht. Ze trekken grote ogen, als ze hier een mes leren vasthouden.”

“In het begin was ik wat overrompeld: Sergio Herman belt! Tegenwoordig kan ik nog amper volgen.”

[ CAPITAL 15 ]

46


bel g en m et een plan

d i c k va n d e v y v e r e

“Als je alles onder controle hebt, ga je niet vlug genoeg.”

Fitnesspionier Dick Vande Vyvere rolt nieuw concept van ontspanningscentra uit Als oprichter van fitnessketen Passage leerde Dick Vande Vyvere de Belgen fitnessen. Na de verkoop van een groot deel van zijn belang, kon hij op zijn lauweren rusten. Maar dat deed hij niet. Met Shambho wil deze rasondernemer een nieuw ontspanningsconcept uitrollen waar mensen ‘aan zichzelf werken’, ver weg van de hectiek van het fitnesscentrum. “Ik voel dat de markt daar klaar voor is.” TEkst Jeroen Lissens foto’s lieven dirckx

[ CAPITAL 15 ]

47


BELGEN MET EEN PL AN

“Ondernemen is erfelijk in onze familie. Zowat iedereen is er zelfstandig. Ook mijn ouders, die een zaak hadden in auto-elektriciteit. Zelf vond ik dat destijds te ouderwets, ik wou iets nieuws doen. Ik ging Lichamelijke Opvoeding studeren in Leuven, maar leraar worden was niets voor mij. Via de studentenclub proefde ik van organiseren en ondernemen. Mijn eerste job was nochtans niet echt ondernemend: ik was nachtwaker in een drukkerij. Overdag studeerde ik voor handelsingenieur. Jarenlang kwam ik toe met vier uur slaap per nacht.” Hoe ging u van start als ondernemer? “Na mijn studies trok ik voor een paar jaar met tussenpozen de wijde wereld in, met de rugzak. In Gent was ik bezig met sport, het waren de late jaren 80 en de eerste squash-hype was een feit. Ik was geboeid door die nieuwe sporten, maar ik vond dat niemand het professioneel genoeg aanpakte.

Ik zie het altijd groot. En ik had in de VS al echte fitnessclubs gezien, en conferenties over sport. Dat professionalisme lokte me.” Was het moeilijk om aan geld te geraken voor dat nieuwe concept? ‘In korte broek en T-shirt, maar met een keihard dossier ben ik naar de bank gestapt voor de financiering van mijn eerste fitnesscentrum, in een leegstaand pand in Gent. Het was een instant succes, na één week hadden we duizend leden. Deels door de overname van het handelsfonds en de leden van een bestaande sportclub, maar vooral door onze eigen creatieve reclameacties. We maakten winst vanaf het begin.” De rest van het verhaal is bekend. “Die eerste zaak werd het begin van een keten van 38 clubs in België en Luxemburg. In 1999 ging ik

een joint venture aan met de Britse keten Fitness First, waarna ik me in stapjes terugtrok uit de dagelijkse leiding. Ik had alweer behoefte aan iets nieuws.” “Dat kwam er in 2010, toen ik met JustFit begon, een no-nonsense-fitnessketen met aantrekkelijke prijzen. Ik ben er nog altijd voorzitter van de raad van bestuur, en ceo. In twee jaar tijd bouwden we een keten van 9 vestigingen uit, goed voor 22 000 leden.’ Vanwaar de inspiratie voor een nieuwe vorm van ontspannen? “Tussen de bedrijven door, zag ik dat er op de markt een grote vraag was naar een manier om te ontspannen die niet thuishoort in een typisch fitnesscentrum. Een meer holistische aanpak, maar dan wel op een professionele manier en binnen de juiste structuur. Onder de naam Shambho ben

“In korte broek en T-shirt, maar met een keihard dossier ben ik naar de bank gestapt voor de financiering van mijn eerste fitnesscentrum.” [ CAPITAL 15 ]

48


BELGEN MET EEN PL AN

ik gestart met een concept voor drukbezette zelfstandigen en vrije beroepers, die willen investeren in zichzelf. Weg van de drukte en de televisies in een fitnesscentrum, maar ook weg van het typische geitenwollensokkenimago dat wel eens met relaxatie geassocieerd wordt.” Een ‘alternatieve’ keten dus? “De combinatie van opleidingen en yoga, met het comfort van een hoogwaardige spa: het werkt, daar ben ik zeker van. Yoga is vandaag geen vies woord meer. De meerderheid van onze leden zijn nog wel vrouwen, maar het aantal mannen groeit gestaag. We vullen het aanbod aan op maat van de vraag van iedere klant. Denk maar aan opleidingen pilates, maar ook sessies met personal trainers, externe cursussen mindfulness, noem maar op. We zochten een locatie aan de stadsrand, bereikbaar en comfortabel. We lieten de zaak een tijdlang proefdraaien, en haalden al snel duizend leden. Kun je geloven dat zelfs relatietherapeuten onze ruimtes afhuren? Dat is voor mij het beste bewijs dat we geslaagd zijn in de creatie van een rustige, veilige en serene omgeving.”

Fitindex, zo zal het heten. Het wordt een project waarbij we zoveel mogelijk mensen in beweging willen krijgen. Na de aanmaak van hun profiel, willen we mensen doorverwijzen naar partners zoals fitnessclubs, die ons daar dan een vergoeding voor betalen. Ook de overheid is erbij gebaat. Wist je dat er in ons land 600 000 tot 1,2 miljoen mensen met diabetes zijn? Iedere patiënt kost de overheid 3 000 euro per jaar, terwijl het bewezen is dat actieve bewegingsprogramma’s hun levenskwaliteit met 40 procent verhogen. Het geld dat de overheid hiermee kan besparen, ligt voor het grijpen! Dit jaar willen we 20 van die meetpunten openen op drukke plaatsen in heel het land.”

En met Shambho? “Vandaag hebben we nog maar één vestiging in Gent, maar ik wil er opnieuw een keten van maken. Het is de bedoeling om aanwezig te zijn in alle grote steden. Alles op zijn tijd: ik wil me eerst nog een tijdje bezighouden met het verfijnen van ons concept. Maar de marktreacties tonen dat we goed zitten. Dus gaan we zeker de kat niet uit de boom kijken. Ik zeg vaak: als je alles onder controle hebt, ga je niet snel genoeg.” www.shambho.be

“Ik ga graag vooruit met mijn projecten.

Daar hoort soms ook een zeker risico bij.”

Zit daar een link met de tijdsgeest? “Mensen zijn vandaag op zoek naar een rustige omgeving. Ze zijn bereid om te investeren in zichzelf, én ze willen voelen dat het iets voor henzelf is. Zelfs al is dat in een kleine groep van gelijkgezinden, met wie ze bijvoorbeeld ademhalingsoefeningen doen. De lichaamsbeheersing primeert hier op het prestatiegerichte.” Onder die drukbezette mensen zitten wellicht ook een pak ondernemers. “Het stikt hier van de zelfstandigen en de zakenmensen, maar we willen bewust geen businessclub zijn. Dit gaat over de mens in zijn privésfeer. Hier zie je geen gsm’s, of mensen die hun mails lezen. Hier zet je even alles uit. Vandaar ook onze naam: Shambho, wat Sanskriet is voor het brengen van rust.” Rust − als we uw trackrecord overlopen is dat niet meteen een woord dat naar boven komt … “Dat klopt, ik ga graag vooruit met mijn projecten (lacht). Daar hoort soms ook een zeker risico bij. Ik zie de dingen graag groot. Daarom ben ik nu volop bezig met een project dat de gezondheid van de Belgen gaat opmeten via een persoonlijk gezondheidsprofiel, op meetpunten in heel het land.

[ CAPITAL 15 ]

49



MO B I E L

p o rs c h e 9 11

magisch

nummer

Zijn naam is eigenlijk toeval. Al is dat allerminst de enige reden waarom de Porsche 911 zo’n succesnummer is. tekst Bart Lenaerts foto’s Lies De Mol

Het is er eentje uit de duizend, de Porsche 911. Hij heeft zoveel kwaliteiten, dat een mens er haast ongemakkelijk van wordt. Het is bijna oneerlijk, hoe hij overloopt van talent, krom staat van de kracht, godsgruwelijk knap is en niettemin een smakelijk karakter tentoon weet te

spreiden. En toch wordt zijn succes hem amper misgund. Niet omdat hij een underdog zou zijn. Dat knuffelbare aura heeft hij al in de jaren 70 afgegooid, toen hij overal ter wereld zowel races als rally’s op zijn oneindige palmares begon te schrijven. Vanaf de jaren 80 lag zijn onschuld

[ CAPITAL 15 ]

51

helemaal aan diggelen. De ooit zo iele sportwagen schopte het tot een verkoopskanon, waar gevestigde waarden als Aston Martin, Lamborghini, Maserati en zelfs Ferrari slechts bedremmeld naar konden kijken.


MO B I E L

“De 911 is de belichaming van een passioneel

verhaal, met spannende episodes, en met moeilijke passages, regelrechte familiedrama’s én een deugddoende catharsis.”

Hoe komt het dat de Porsche 911 nog altijd een allemansvriend is die niemand je benijdt? Heeft het te maken met zijn ronde, ontwapenende kikkerogen, zijn romige kont, zijn elegante lijf of het gebrek aan veel spoilers of andere toeters en bellen? Iedere goed boerende zakenman kan overal komen aanzetten met een 911, terwijl een patserige Ferrari of schreeuwerige Lambo vooral kwaad bloed zet. De Porsche 911 is zoveel meer dan een sportwagen die een gat in de markt hoopte te vullen. Hij is de belichaming van een passioneel verhaal, met spannende episodes, en met moeilijke passages, regelrechte familiedrama’s én een deugddoende catharsis.

Oeps, foutje Toen Porsche in 1963 op het salon van Frankfurt het doek haalde van de eersteling, heette hij overigens nog gewoon 901. Daar had het toen nog kleine merk blijkbaar niet zo erg goed over nagedacht. Na enkele maanden moest dat worden aangepast. Peugeot had eerder alle driecijferige autonamen met een centrale nul geclaimd. Dus hadden ze geen andere keuze dan de auto tot 911 te herdopen. Al ligt vandaag niemand nog wakker van dat

kleine akkefietje. De 911 is sindsdien bijna net zo’n gevestigde naam geworden als Coca Cola, Apple of andere iconen. Dat heeft hij dan weer te danken aan een ander foutje: zijn motor ligt helemaal achterin. Die opmerkelijke bouwwijze had hij geërfd van de eerdere Porsche 356, die op zijn beurt flink voortbouwde op de technologie van de spotgoedkope VW Kever. Die lay-out had zijn voordelen, al was het maar omdat er zo plaats genoeg was voor een achterbank. Ook al is die zo klein, dat ze eerder symbolisch is, het is een grote plus in vergelijking met andere sportwagens. Omdat het meeste gewicht op de achterwielen hangt, beschikt de 911 bovendien over een uitzonderlijk efficiënte tractie, waardoor hij met relatief weinig pk’s veel snelheid kan opbouwen. Toch kleeft er een gigantisch nadeel aan de specifieke Porschearchitectuur: omdat die massa achterin stevig naar buiten durft te pendelen in snel genomen bochten, heeft de Neunelfer helaas een erg listige wegligging. Geen enkele sportwagenbouwer heeft sindsdien Porsche gevolgd in die bouwwijze. Dat bevestigt


hoe fout het a priori is. Zelfs in eigen huis loopt beresterk bewijs rond. Porsche moet zich namelijk in alle bochten wringen om maar te verbergen dat de goedkopere Cayman met middenmotor eigenlijk mooier uitgebalanceerd en dus sneller is. Niettemin komt de 911 er mee weg. Gewoon, omdat het de 911 is. En omdat hij zoveel koersoverwinningen boekte. Al was dat dan uitsluitend in handen van erg bevlogen stuurmannen, die het maximale uit zijn pluspunten puurden en genoeg talent in huis hadden om rond zijn zwaktes heen te rijden. Ook dat draagt weer fundamenteel bij tot zijn aantrekkingskracht. Iedere 911-rijder kan zich nu een beetje identificeren met de helden uit het rijke Porsche-verleden.

Meer van hetzelfde

911 amper boven 100 pk uit. De nieuwste flirt met 400 pk. Bovendien wordt de krachtcentrale achterin sinds een generatie of drie met water gekoeld, vanwege de almaar strengere emissie-eisen. Voor 911-afficionados was die ommezwaai weinig minder dan heiligschennis, omdat het karakteristieke geluid plots veel minder om het lijf had. Wat is wel overeind gebleven? De oneindige diversiteit. Ook al gebeurde dat vroeger redelijk organisch en met het oog op de racerij, en dicteert vandaag vooral de marketingafdeling die dingen, om verzekerd te blijven van voldoende aandacht. Omdat de nieuweling slechts enkele maanden op de markt is, blijft het aanbod voorlopig beperkt tot de Carrera en de Carrera S. Maar de cabriolet laat niet lang meer op zich wachten en nadien volgen

Na zowat een halve eeuw is de 911 aan zijn zevende generatie toe. Zoals het een succesnummer betaamt, is hij altijd hondstrouw gebleven aan het oorspronkelijke concept. Zo lijkt het tenminste, als je de nieuwste 911 bekijkt. Hij heeft precies dezelfde daklijn, net zulke charmante hondenoogjes en staat even potent op zijn poten als zijn verste voorvader. Ook onderhuids meer van hetzelfde, met nog altijd een zespitter boxer die achter de achteras van jetje geeft. Maar zet een hele roedel 911’s van verschillende generaties op een rijtje, en wat blijkt? De Duitse sportwagen evolueerde met de jaren oneindig meer dan je gevoel je influisterde. De kraakverse 911 is niet alleen langer en breder dan de pater familias, hij zit eveneens veel kloeker in het vlees. Onder de kap is ook een en ander gebeurd. De luchtgekoelde zescilinder boxer kwam in de eerste

[ CAPITAL 15 ]

53

weer een eindeloze reeks varianten op hetzelfde thema, met de hardcore GT3 en GT3 RS, de beresterke Turbo, de onbeschoft krachtige GT2 en nog duizend en één andere smaken. Voor ieder wat wils dus, een aspect dat altijd al heeft bijgedragen aan de populariteit van de 911. Ook in de beginjaren kwam de fabriek geregeld met krachtiger versies op de proppen, al was dat toen vooral om de concurrentie voor te blijven op het circuit. Nu brengen die heftig gekietelde 911’s zeer veel geld op, omdat ze nog puurder, maar bovenal veel zeldzamer zijn. Wim Meire van het Antwerpse Rennsport Classics, die de rode 911 op deze pagina’s liet voorrijden, wist er zelfs een gezonde handel uit te destilleren. Met respect voor het verleden bouwt hij gewone 911’s uit de jaren 70 om tot rasechte koersbeesten.


“De 911 was er en ging wellicht nooit meer weg. Dus begonnen ze hem als een ruwe diamant

steeds fijner te slijpen.�


m o biel

Flirt met faillissement Porsche heeft jarenlang moeten zoeken naar de juiste modus operandi. Omdat de Porscheingenieurs ook wel beseften dat de 911 in theorie een verkeerd geboren concept is, begonnen ze halfweg de jaren 70 met halfslachtige pogingen om het sportwagenmerk in andere richtingen te laveren. Helaas was de 924 nogal een saai, braaf autootje en vooral te veel een VW, terwijl de barokke 928 te zwaar en te protserig was om te bekoren. Flink wat jaren en een woeste flirt met het faillissement later, kon Porsche slechts één conclusie trekken: de 911 was er en ging wellicht nooit meer weg. Dus begonnen ze hem als een ruwe diamant steeds fijner te slijpen, waardoor zijn branie alsmaar hoger aan het firmament schitterde. En dat is meteen een van de redenen waarom de 911 nu geliefder is dan ooit. Maar het blijft een beetje een vergiftigd geschenk. In het huidige bestel kun je nu eenmaal geen merk opbouwen rond één model. Wat als hij ooit uit de gratie valt –weinig waarschijnlijk bij 911? Dan heb je een gigantisch probleem. Maar ook zonder dat onheil ben je te afhankelijk van de levenscyclus van zo’n auto. Dus ontwikkelde Porsche sindsdien de kleinere Boxster en Cayman, de vierdeurs Panamera en de dikke Cayenne SUV. Echt mooi zijn die laatste twee niet, maar hun vormtaal is over-

duidelijk gebaseerd op die van de 911. Dat alleen is voldoende voor commercieel succes.

Voor ieder wat wils Als iemand de magie van de 911 kan uitleggen, dan is het wel Gert Beets, van de Classic Division bij Beerens in Antwerpen: “Vroeger was ik zot van alles uit Italië. Alfa Romeo, Ferrari, Maserati. Maar voor mijn job moest ik me verdiepen in Porsche – om de simpele reden dat er veel meer vraag naar is. Langzaam maar zeker ben ik de 911 enorm gaan waarderen.” Het fantastische geluid en de fraaie lijn zijn bekende troeven, maar Beets somt nog enkele voordelen op. “De 911 is extreem betrouwbaar. Dat is uniek voor een sportwagen. Zelfs in het interieur vind je dat terug. Het is allemaal erg Duits en sober, maar wel oerdegelijk en gemaakt voor de eeuwigheid”, wijst hij naar de oudere 911’s. Dat Porsche die achilleshiel ondertussen kon counteren, bewijst de nieuwe 911. Die is binnenin bijna net zo royaal aangekleed als een dikke Audi. “Het grootste voordeel van de 911?”, gaat Beets voort. “Er is er eentje voor elke beurs en elke toepassing. Tussen 25 000 euro en 250 000 euro vindt werkelijk iedereen zijn zin. Van rauwe koersbeesten over dagelijks bruikbare sportwagens tot gezapige klassiekers − en elke nuance daartussen. Vaak zijn de standaardversies de best uitgebalanceerde.”

“In het huidige bestel kun je nu eenmaal

geen merk opbouwen rond één model.”

Beets is niet helemaal wild van het model dat in 1998 werd gelanceerd: “Die is minder mooi, al was het maar omdat hij plots geen ronde koplampen meer had. Met zijn watergekoelde motor klonk hij ook niet meer zo wild rochelend. Met de nieuwste heeft Porsche dat toch weer in orde gekregen” “De knapste 911’s zijn die van de eerste serie met de kleine, chromen bumpers”, vindt Gert Beets. “Maar de 911 met 3,2-liter motor uit 1989 is zeker en vast de leukste om mee te rijden. Al is het model vanaf ’93 evenmin te versmaden. Dat is al een moderne auto, al heeft hij nog wel dat klassieke randje.”

Elk voordeel heb zijn nadeel Valt er dan niets aan te merken op de 911? Toch wel. Bijster origineel is het niet om er eentje in huis te halen. Die vlieger gaat net zo goed op voor de klassieke 911’s in oldtimerrally’s. Bovendien sleurt de Porsche het imago van widowmaker met zich mee. Al dateert dat vooral uit de late jaren 70, toen de 911 Turbo menige chauffeur verraste met zijn linke karakter. “In de regen slipt die auto zo makkelijk en zo snel, dat ze de ruitenwissers beter op de zijruitjes hadden gemonteerd. Ik hou daar niet van, al draagt dat morbide randje ongetwijfeld bij tot de mythe. Wie de 911 kan bedwingen, moet wel een goede chauffeur zijn”, aldus Beets. Gelukkig is dat messcherpe er ondertussen wel grotendeels af. Omdat Porsche veel klanten wil aantrekken en houden, hebben ze het ooit zo nijdige karakter van de 911 heel wat gezapiger gekneed. Al heeft dat ook weer zijn nadeel: bij legale snelheden vergeet je haast dat je met iets bijzonders onderweg bent. Porsche rijden is evenmin goedkoop. De basis 911 kost weliswaar minder dan een Aston of Maserati, maar Porsche speelt het spel der optielijsten behoorlijk hard. En zo stijgt de rekening fel als je je 911 een beetje stijlvol wilt aankleden. Ook bij klassieke Porsches vallen er zelden koopjes te scoren: “Bij jonge gebruikte 911’s stellen we een dramatische prijsdaling vast als gevolg van de nieuwe fiscale regels rond bedrijfswagens. Bij klassieke 911’s stijgen de prijzen ieder jaar weer. Zelfs qua onderdelen tikt de balans altijd fel door”, aldus Beets. “Maar het blijft een mythische auto. Een evergreen. Zoveel auto’s zijn er niet die al vanaf 1963 onder dezelfde typebenaming geproduceerd worden.” En ten slotte wil Beets niet horen dat de 911 een fout concept is: “Ik noem het liever eigenzinnig.”

[ CAPITAL 15 ]

55


e e n k la n t v e r t e lt

v e rsm a r k t va n d e W e s t-Vl a a ms e fa m i l i e D e k e t e l a e r e

“Nog geen seconde spijt van onze eigen zaak” In een tijd waarin grote supermarktketens meer en meer het landschap bepalen, is de versmarkt een zeldzaam fenomeen geworden. Geen probleem voor de West-Vlaamse familie Deketelaere, die in Kortrijk uitgerekend naast twee grote supermarkten haar derde verse voedingswinkel opende. De verschillende vestigingen vormen voor de familie tegelijk een uniek instrument in de familiale opvolging, waarvoor ze te rade gingen bij de specialisten van Optimabank. Portret van een stukje rasecht ondernemerschap. TEkst Jeroen Lissens foto’s lieven dirckx

[ CAPITAL 15 ]

56



E E N K L A N T V E R T E LT

Jarenlang hadden Bernard Deketelaere (56) en zijn vrouw Marleen erover nagedacht vooraleer ze in 2004 de grote stap richting eigen zaak zetten. Een voedingswinkel zou het worden, met uitsluitend marktverse producten. Groenten, fruit, charcuterie en beenhouwerij, en een eigen traiteurdienst. “Kwaliteit, maar toch aan een zo laag mogelijke prijs”, zegt Bernard Deketelaere. Het concept sloeg aan. Na de eerste vestiging in Roeselare aan de vijver Kleine Bassin, die zijn naam aan de winkel leende, ging er later een zaak in Menen open. En onlangs opende de ondernemende familie hier in Kortrijk haar derde zaak.

Achter de uitbreiding van de familiezaak gaat een uitgekiend plan schuil. Het moet de familiale opvolging verzekeren terwijl de kinderen langzaam maar zeker “in de zaak groeien”. Bernard legt uit: “Toen mijn zoon Frederik 20 werd, ben ik ermee gestart. Het was het moment, wisten we. Hij studeerde voor beenhouwer, en een beenhouwerij was dus de logische stap. Het was van bij het begin de bedoeling dat hij zou meedraaien in de zaak. Van bij de opstart stapte Frederiks vrouw Christel mee in de zaak.”

Vooruitdenken En aldus geschiedde. Naast zoonlief toonde ook

Familiale opvolging: een goed (en tijdig) begin is het halve werk

5 cruciale tips om uw familiale opvolging tot een goed einde te brengen.

België staat bekend als een KMO-land bij uitstek. Uitgerekend nu kiest de generatie babyboomers ervoor om stilaan de fakkel door te geven aan de volgende generatie. Recente studies verwachten dan ook een toevloed aan bedrijfsopvolgingen in de komende 10 tot 15 jaar. Die overdracht van het bedrijf aan een familielid is voor velen een evidentie. Maar verloopt het familiaal opvolgingsproces in de praktijk wel zo gemakkelijk als men denkt? Onze ervaring leert dat de familiale opvolging vaak een moeilijke evenwichtsoefening is. Aan de hand van een aantal concrete voorbeelden geven we hierbij alvast vijf bruikbare tips mee voor een goede opvolgingsplanning.

1. Niemand heeft het eeuwige leven Al te vaak denkt de pater familias het eeuwige leven te hebben en wordt de opvolgingsproblematiek zo lang mogelijk uitgesteld. Maar dan gebeurt het onverwachte. Een plots overlijden hoeft – op fiscaal vlak althans – geen complete financiële ramp te zijn; zowel eenmanszaken als vennootschappen kunnen onder bepaalde voorwaarden goedkoop vererfd worden. Maar daarmee is de opvolging nog niet geregeld. Erger zelfs, door het Belgisch erfrecht zijn de erfgenamen door mede-eigendom “tot elkaar veroordeeld”, wat niet zelden leidt tot discussies en uiteindelijk tot … het stilvallen van de onder­ neming. De goedkope vererving wordt dan ook zeer zelden als plannings­ techniek gebruikt. 2. Kies de juiste man of vrouw op de juiste plaats Een eerste moeilijke klip die genomen moet worden, is de keuze van de opvolger. Rationeel en zakelijk bekeken zou die keuze gebaseerd moeten zijn op factoren die de toekomst en de groei van het familiebedrijf vrijwaren. De spreekwoordelijke ‘juiste man op de juiste plaats’ biedt immers de grootste kansen op succes in het familiebedrijf.

Die keuze heeft onvermijdelijk raakvlakken met de familiale verhoudingen. Soms dient er gekozen te worden tussen één van de kinderen als opvolger, of – soms nog moeilijker – dient men de kinderen de opvolging in het bedrijf te ontzeggen. Als pater familias is het voorwaar geen comfortabele en benijdenswaardige positie om de bedrijfsbelangen te laten primeren boven familiale harmonie, of omgekeerd. 3. Vermijd erfrechtelijke valkuilen Hoewel iedereen ongetwijfeld erfrechtelijke ruzies wenst te vermijden, wordt er toch in 40 procent van de gevallen geruzied over de verdeling en de waarde van de nalatenschap. Bij opvolging in een familiebedrijf dient men hiervoor zeer alert te zijn, zeker wanneer men de schenking wil gebruiken als techniek voor de opvolging. Als er meerdere kinderen zijn, voorziet het Belgisch erfrecht in een zekere vorm van gelijkberechtiging. Dat principe vindt zijn weerslag in de reserve. Het reservatair deel van de nalatenschap bestaat uit een welbepaald deel van de totale nalatenschap die per definitie dient toe te komen aan de reservataire erfgenamen (de langstlevende partner en de kinderen). Het deel waarover vrij kan

K

[ CAPITAL 15 ]

58


E E N K L A N T V E R T E LT

worden beschikt is het beschikbaar deel. De omvang van de reserve en het beschikbaar deel hangt af van het aantal kinderen. Bij één kind bedraagt de reserve de helft van de nalatenschap, bij twee kinderen twee derden en bij drie of meer kinderen drie vierden. Bij het openvallen van de nalatenschap komt de kat op de koord. Op dat ogenblik gaat men na of de wettelijke reserve van elk kind niet is geschonden door bijvoorbeeld vroegere schenkingen. Dit doet men door het samenstellen van de fictieve massa: het totale vermogen van de erflater wordt opnieuw samengesteld alsof er bij leven geen schenkingen hebben plaatsgevonden. Belangrijk om weten is dat bij zo’n wedersamenstelling van het vermogen de eerder gedane schenkingen gewaardeerd worden aan hun waarde op het ogenblik van het overlijden. Indien blijkt dat het reservatair deel van één of meerdere erfgenamen niet werd gerespecteerd, dan kunnen de erfgenamen de inkorting vorderen. Dat houdt in dat die erfgenamen die te weinig hebben gekregen, hun rechtmatig deel kunnen opvorderen. De financiële gevolgen voor de opvolger kunnen zwaar zijn: hij riskeert een vraag tot inkorting van de andere erfgenamen wanneer de waarde van de aandelen door zijn inzet sterk in waarde zijn gestegen. Het spreekt voor zich dat elke opvolgingsregeling met dit aspect rekening dient te houden. Noteer ook dat dit probleem kan opduiken in geval van een verkoop van de aandelen. Het is immers zo dat een verkoop tegen een te lage prijs een verdoken schenking vormt, die eveneens onderworpen is aan de hierboven aangehaalde principes. Een verwittigde erflater is er twee waard … 4. Controleer de financiële en fiscale haalbaarheid De keuze voor de schenking of de verkoop van het familiebedrijf zal in belangrijke mate afhangen van de financiële draagkracht van de ouders en de opvolger. Een goede financiële planning is hierbij van groot belang, zowel in functie van het behoud van de levensstandaard als in functie van successieplanning. De ouders hebben immers een niet onaardig kapitaal nodig om de levensstan-

daard te kunnen behouden als de inkomsten uit het familiebedrijf plots weg­ vallen. Dit kapitaal vrijwaren van erfenisrechten is een bijkomende wens in een goede familiale planning. In geval van verkoop van het familiebedrijf aan de opvolger, blijft de meerwaarde op de aandelen in de huidige stand van de wetgeving (en de rechtspraak) in principe vrij van belasting. Dit heeft echter als gevolg dat in hoofde van de opvolger de aankoop van aandelen ook niet fiscaal aftrekbaar is. Hij dient deze aankoop met andere woorden te financieren met netto geld, geld dat eerst vennootschaps- of personenbelasting heeft ondergaan. De keuze voor een juiste overnamestructuur kan in deze context heel wat belastinggeld besparen. 5. Knip niet plotseling alle banden door met uw bedrijf Als de opvolging uitgewerkt is, hoeft dit nog niet te betekenen dat u als bedrijfsleider ‘op rust’ moet. Uw wens om nog even mee te werken – zij het eventueel in een minder prominente rol – is terecht, en veelal zelfs vereist voor de continuïteit van de onderneming. Meer nog, in het geval de opvolger toch niet zou voldoen of zelf plots overlijdt, wenst u de touwtjes terug in handen te krijgen. Ook dit element speelt mee in de keuze van de juiste opvolgingstechniek. Conclusie Het zal duidelijk zijn: voor een correcte overname en/of opvolging gaat u beter niet over één nacht ijs. Laat u dan ook deskundig en onafhankelijk adviseren. Zoals eerder aangegeven is een verkoop een fiscaal veilige manier voor de opvolging. Maar de opvolger moet de overname dan wel gefinancierd krijgen. Nog een laatste tip: voor zijn financieringsplannen is de kandidaat-overnemer best gebaat met volledige cijfers alsook met activa die puur beroepsmatig zijn. Voor het geval privé en beroep te veel vermengd werden in uw bedrijf, start u best met een ‘schoonmaak’ op ongeveer een drietal jaren voor de overname. Immers, als uw opvolger plots zou afhaken, dan moet u verkopen aan een derde partij. Ook deze zal enkel geïnteresseerd zijn in juiste en volledige cijfers over uw onderneming.

Koen Petit – Manager Competence Center, Optimabank

[ CAPITAL 15 ]

59


E E N K L A N T V E R T E LT

Eveline, de dochter van Bernard en Marleen, interesse. Schoonzoon Wim Van Bogaert, een landmeter van opleiding die toen nog werkte voor een groot baggerbedrijf, kreeg op zijn beurt eveneens de smaak te pakken. “We zijn toen een nieuwe vestiging opgestart in Menen, aan de Franse grens”, vertelt Marleen. “Vandaag heeft iedereen zijn eigen vestiging: Frederik en Christel in Roeselare, Eveline en Wim in Menen. Wij houden ons nu voornamelijk bezig met de opstart van de nieuwe vestiging.” Bernard en Marleen Deketelaere zijn het soort van ondernemers dat vooruitdenkt. “Op een bepaald moment besef je dat je er niet voor eeuwig bent”, stelt Bernard. “Heel wat ondernemers geven niet graag de touwtjes uit handen. Ik heb daar geen problemen mee. Ik vind het juist verrijkend als de kinderen met een nieuw idee op de proppen komen. We hebben samen met de adviseurs van Optimabank ook een goede structuur kunnen uitbouwen: ik geef al een stuk de fakkel door, maar ik groei toch nog mee met het bedrijf. Ik ben niet van plan om morgen te stoppen, maar ik heb de gemoedsrust dat de opvolging verzekerd is.”

Vertrouwen “Ondernemen als familie is een kwestie van vertrouwen hebben in elkaar”, vult Marleen aan. “Wim is bijvoorbeeld de man achter de informatisering van ons prijzensysteem, wat ons in de verschillende winkels een pak werk bespaart. Terwijl Frederik de continuïteit van de vakkennis verzekert.” “Die schaalvoordelen zouden het in theorie makkelijker maken om een vierde of zelfs een vijfde winkel te openen”, denkt Wim luidop. Animositeit aan de tafel. “We hebben onze ambities getoond, maar we zijn natuurlijk geen multinational”, tem-

pert Bernard. Wim lacht: “Zeg nooit nooit!” Het is een typische, boeiende discussie tussen generaties, waarbij de jongere garde aan de kar van de groei trekt, en de oudere eerder het behoud nastreeft van wat werd opgebouwd. Eén keer per maand steekt de familie de koppen bij elkaar om dit soort gesprekken te voeren in een soort familieraad.

Welvaart Bernard heeft op de overdracht naar de volgende generatie evenwel een uitgesproken visie: “Marleen en ik komen allebei uit grote families waar er maar één iemand werkte. We hadden het thuis niet heel breed, en we hebben keihard gewerkt om te zorgen dat de generatie na ons het beter zou hebben. Onze kinderen krijgen de zaak echter niet zomaar cadeau. Ook zij moeten hard werken, maar het fundament hebben we voor hen kunnen leggen. Gelukkig maar, want het starten van een eigen zaak is vandaag geen lachertje. De banken zijn niet bepaald happig als je vandaag zonder geld met een nieuwe zaak wil beginnen.” En de crisis? Strooit die geen roet in het eten? “Je ziet dat mensen hun aankopen meer groeperen rond het begin van de maand”, weet Marleen. “En ze letten op de kleintjes, ook dat klopt. In aantal kilo”s kopen ze hetzelfde als vroeger, maar het gaat vaak om iets goedkopere producten.” Schrik voor de toekomst zit er evenwel niet in. Bernard: “Hier word je nog letterlijk op je wenken bediend. De producten zijn kraakvers, terwijl de prijs absoluut niet hoger ligt dan bij de concurrentie. Ja, de versmarkt is geen uitstervende soort. Of we ooit spijt gehad hebben van onze beslissing om voor onszelf te gaan werken? Geen seconde!”

Ook als klant van Optimabank met uw verhaal in Capital? Dat kan. De redactie selecteert ieder kwartaal een inzending die onze fotograaf op bezoek krijgt. Mail uw vragen en opmerkingen naar capital@optima.be

[ CAPITAL 15 ]

60


VR I J E T I J D

e x perts selecteren

de betere des dingen levens r eizen

g a s t r o n o m ie

c u lt u u r

De Belg lijkt op veel te besparen, maar allerminst op ontspanning. Vandaar vroeg Capital drie experts van het goede leven naar hun ultieme zomertips. Ontdek welke wonderen er klaar liggen om door u ontdekt te worden. Tenslotte is een goed gevoel – en laat het over reizen, gastronomie of cultuur gaan – ook geld waard!

[ CAPITAL 15 ]

61


reizen

TI P S VAN d e b b i e pa p p y n, r e i sj o ur n a l i s t e

 www.atlasreizen.be / www.klm.be

AFRIKA

Op primaatsafari in Rwanda 1960. Ze bestudeerde er twintig jaar lang gorilla’s en vocht voor hun voort­ bestaan − tot ze vermoord werd, hoogstwaarschijnlijk door stropers. Haar leven en de uitstervende berggorilla’s kwamen dankzij de film Gorilla’s in the Mist in de schijnwerpers te staan. Deze regio is een inspirerend stuk Afrika. Nog niet te toeristisch, veilig en goed georganiseerd en een van de enige plaatsen waar u deze zachtmoedige, maar indrukwekkende primaten in hun natuurlijke habitat kunt zien. In het groen, in de bergen en meestal ja, in de mist. Vliegen op Kigali in Rwanda kan vlot en dagelijks met KLM vanuit Brussel.

De echte Afrikakenner hoeft niet meer zo nodig het obligate big five lijstje af te vinken. Maar een safari naar de gorilla’s in Rwanda? Dat is een ander verhaal. Het Belgische Atlas Reizen biedt een unieke gorillatrekking in Rwanda aan. De locatie is het indrukwekkende Parc National des Volcans. Aan de voet van het machtige Virungagebergte, trekt u in een paar uur vanuit de luxueuze en zeer comfortabele Sabinyo Silverback Lodge tot dicht bij een van de acht groepen gorilla’s die gewend zijn aan menselijk contact. In dit stuk van de Virungas Mountains vestigde Dian Fossey zich in de jaren

[ CAPITAL 15 ]

62


v r ije tij d

OCEANIE

 www.thelair.com.au / mona.net.au

A ZIE

Door de theeplantages in Myanmar In alle belangrijke travel hotlists prijkt Myanmar opnieuw hoog. Wie het vroegere Birma nog in al zijn puurheid wil ervaren, moet er nu naartoe. Vreemde Kontinenten stelt daarom een unieke, individuele reis naar Myanmar voor, met een vierdaagse, lichte trekking doorheen het berglandschap van dit uitzonderlijke land. Wandelen met een lokale gids langs theeplantages en rijstvelden en ondertussen veel gemoedelijke ontmoetingen met inwoners. Ook tijdens dit 16-daags programma: een bezoek aan de deelstaat Than met zijn 30 etnische groepen en de bekende, niet te missen highlights van Myanmar. Na een afwezigheid van vier jaar is er vanaf oktober 2012 een nieuwe verbinding op Yangon in Myanmar met Qatar Airways. U vliegt dan vanuit Brussel via Qatar op de hoofdstad van Myanmar, en dat kan drie keer per week. De rondreis met Vreemde Kontinenten kan vanaf 1 660 euro, vluchten niet inbegrepen.

Uw privévilla op Tasmanië Privépersonen bieden meer en meer interessante vakantiehuizen aan. Vaak ontworpen door architecten en met slim en hoogwaardig design in het interieur. Hier slapen kan inspireren voor de bouw of inrichting van uw eigen huis. De Australische architect Rick Bzowy is een mooi voorbeeld. Hij bouwde The Lair langs de oostkust van Tasmania en legde daar ook zijn ziel in. De villa balanceert in zijn strakke eenvoud over het wilde landschap. Bzowy let op alle details: een volledig gevulde ijskast, kruidenkast, wijnrek, fruit, groenten, … In de ijskast lokaal gevangen oesters, mosselen, spek, eitjes, verse yoghurt. Leica verrekijker, espressomachine die een barrista eventjes zoet houdt en de meubels zijn designerklassiekers die intensief gebruik aankunnen, … Duur? Minder duur dan een suite in een deftig hotel. Voor 600 euro per nacht slaapt u hier met vier personen, eten en drank inbegrepen. Meer nog, Rick Bzowy komt desnoods zelf voor u koken of een avondje dj’en − zonder meerprijs. Tasmania is trouwens een nieuwe place to be in Oceanië. Het één jaar oude MONA museum met zijn enorme, private collectie moderne kunst trekt reizigers van over de hele wereld aan.

 www.vreemdekontinenten.be / www.qatarairways.com

 www.lesterresmbarka.com / www.thomascookairlines.com

AFRIKA

Paardenmanege in Marrakesh Zonovergoten dagen, koelere nachten en blauwe hemels die de Hoge Atlas in de verte doen oplichten. Marrakesh blijft een top­ bestemming, voor wie in een andere wereld wil vertoeven en toch niet te lang in het vliegtuig wil zitten. Er zijn ontelbare mooie riads in de stad, maar wie ruimte en natuur nodig heeft, kan in Les Terres M’Barka slapen, een schat van locatie met een boerderij naast het eigenlijke boetiekhotel. Stijlvolle kamers, lofts met drie slaapkamers en eigen keuken waar gastvrouw Fatiha de sterren van de hemel kookt. Perfect voor wie wil uitrusten of paardrijden. Of dacht u aan lange wandelingen in de olijfboomgaard, uitstappen naar de nabije Agafaywoestijn of een dagje shoppen in Marrakesh? Op zoek naar privacy? Boek dan onmiddellijk de grootste loft met drie slaapkamers en met eigen zwembad plus uitzicht over de manage van Les Terres M’Barka. U kunt er zelfs enkele kookworkshops met Fatiha volgen, om uw vaardigheden met tajine of couscous bij te schaven. Met Thomas Cook vliegt u een paar keer in de week rechtstreeks naar Marrakesh vanaf 108 euro, heen en terug, taksen inbegrepen.

[ CAPITAL 15 ]

63


gastronomie

TI P S VAN PETER GOOSSENS , HO F VAN C L EVE

 www.annvanhoey-ceramics.be

A nn Va n Hoey − k er a miek

Met een sierlijk vinkje De Mechelse Ann Van Hoey is een laatbloeier in de keramische kunst. Ze brak in 2008 door met haar ‘Étude Géométrique’, gegroeid uit de kom met vier hoeken – of het vierkant in de cirkel. Later werkte ze met de confrontatie tussen cirkel en driehoek, en nu maakte ze de combinatie van de rechte met de cirkel: een biangle, of tweehoek, de oogvorm. ‘Geometry’ is een collectie met een sierlijk vinkje: borden, schotels en kopjes van fijn porselein, speciaal ontworpen voor Het Hof van Cleve. De behendige dialoog tussen geometrische vormen – van cirkel tot punt – resulteert in een ontegensprekelijk gevoel van sierlijkheid en puurheid. Het servies wordt geproduceerd en verdeeld door het Belgische interieurdecoratiebedrijf Serax.

[ CAPITAL 15 ]

64


v r ije tij d

 www.floconsdesel.com

Flocons de Sel – Megev e

Drie sterren in de Alpen Hij pinkte een traan weg, ging een kwartiertje wandelen en kon dan pas een glas champagne drinken, samen met zijn hele ploeg. “Het was een heel emotioneel moment”, getuigde chef Emmanuel Renaut (44), toen hij in maart zijn derde Michelinster kreeg. Renauts Flocons de Sel is daarmee het 105de restaurant wereldwijd, dat ‘de reis waard is’. In het restaurant en hotel op een berghelling in Megève, tussen de Alpenweiden, gletsjers en bergtoppen, kookt Emannuel Renaut zoals hij zelf is: vol verbeelding, kleurrijk, boeiend, levendig. Gedurfd geeft hij zijn gerechten kleur, een tikje bitter of een vleugje zuur, waar je het niet zou verwachten. Resultaat? Een smakelijke, tijdloze keuken, zonder pretentie, die veel lokale producten gebruikt.

Hibiscus Londen

Een Fransman in Londen

L a M a nouni a – M a rr a k ech

 www.mamounia.com

In 1997 trok de Franse chef Claude Bossi naar het Verenigd Koninkrijk. Op zijn cv had hij toen al samenwerkingen staan met het puikje van de Franse topchefs. Niet verwonderlijk dus, dat hij in 2001 zijn eerste Michelinster binnenrijft voor zijn restaurant Hibiscus, op dat moment nog in Ludlow gevestigd. In 2007 verhuist het restaurant – ondertussen al bekroond met twee sterren – naar de Londense Maddox Street. Bossi houdt niet van bizarre smaakcombinaties of hightechkeuken die de eigenheid van de ingrediënten aantast. Hij focust op originaliteit en flair.

Logeren en dineren in een modern sprookje Een modern sprookje in Marrakech, zo wordt hotel La Manounia vaak genoemd. En niet alleen logeren is er een haast mythische ervaring. Ook de restaurants van het hotel zijn topklasse. In het midden van de tuinen van La Manounia, die een groene oase in de stad vormen, ligt Le Marocain: drie verdiepingen die u het beste van de Marokkaanse keuken geven, een intelligente mix van traditie en vernieuwing. De Franse keuken proeft u in Le Français, dat een hemel van verfijning en elegantie is. En in het warme en romantische kader van L’Italien krijgt u de hedendaagse Italiaanse keuken voorgeschoteld, die veel gebruik maakt van seizoensproducten uit de eigen tuin.

[ CAPITAL 15 ]

65

 www.hibiscusrestaurant.co.uk


cultuur

TI P S VAN M a r c H o lt h o f, c ult uurj o ur n a l i s t

 www.fotofestival.be

Internationa a l Fotofesti va l

Wonderland in Knokke-Heist Het Internationaal Fotofestival Knokke-Heist draagt dit jaar de naam ‘Wonderland’. Langsheen een fietsroute doorheen de kustgemeente nemen zes internationale fotografen ons mee op een ontdekkingstocht in de wereld. We vliegen met hen niet alleen over de vlakten van onze Noorderburen, we begeven ons ook in de diepe jungle van Brazilië en Costa Rica en reizen met een vissersboot richting de Beringzee. Het Fotofestival bestaat uit een buitententoonstelling (tot 20 juni) en een aantal binnententoonstellingen in het Cultuurcentrum Knokke-Heist, Museum Sincfala en het Casino van Knokke (open tot 10 juni).

 www.elvispeeters.be

Portret va n een avonturier

‘Dinsdag’ van Elvis Peeters Er verschenen dit voorjaar flink wat nieuwe Vlaamse romans, maar de sterkste is beslist ‘Dinsdag’, het nieuwe boek van Elvis Peeters. Peeters vertelt over een dag uit het leven van een 76-jarige man. Er gebeurt niets bijzonders in het leven van de man, maar des te meer in zijn herinneringen. Hij blijkt een meeloper, opportunist en avonturier met een Congolees verleden. Peeters schetst een genuanceerd beeld van een generatie, maar schreef tegelijk een allegorie over ons aller individualisme.

[ CAPITAL 15 ]

66


v r ije tij d

Beaufort 04

Zomer van de hedendaagse kunst

 www.gentjazz.com

Ja zz Gent

Een aristocraat van de jazz Saxofonist Wayne Shorter leerde het vak in het befaamde tweede kwartet van Miles Davis en was met pianist Joe Zawinul de drijvende kracht van de groep Weather Report. Vandaag is hij een van de allerbeste jazzmusici. Jazz Gent (5 tot 14 juli) brengt hem een welverdiende hommage. Zaterdag 7 juli staat volledig in het teken van Wayne Shorter. Zelf treedt hij op met zijn kwartet. Ook Joe Lovano en het Dave Douglas Quintet brengen een hommage. En het Conservatorium van Gent zet een project op rond de muziek van Wayne Shorter.

Brussels Filmfesti va l

Beaufort, het driejaarlijks festival voor hedendaagse kunst, is in 2012 aan zijn vierde editie toe. Een serie monumentale installaties en intrigerende werken duikt opnieuw aan onze kust op. Voor deze vierde editie werden hedendaagse Europese kunstenaars geselecteerd. Adrian Ghenie (Roemenië), Jannis Kounellis (Griekenland), Nedko Solakov (Bulgarije), Erwin Wurm (Oostenrijk) en de Belgen Nick Ervinck, Hans Op de Beeck en Arne Quinze maakten kunstwerken die u aan of achter het strand en de duinen kunt bewonderen. Tot 30 september.

 brusselsfilmfestival.be

Hoofdstad op filmpad De tiende editie van het Brussels Film Festival speelt zich van 8 tot 16 juni af in Flagey en Bozar. Het programma bevat een selectie uit het nieuwe aanbod aan Europese films. Maar het festival wil ook een platform zijn voor de ontdekking van nieuw filmtalent. Het programma omvat een vijftigtal films: een officiële competitie, films in avantpremière, films die niet getoond werden in België, openluchtvertoningen op het Heilig-Kruisplein en kortfilms. En daarnaast staan er aperitiefconcerten op het programma, een vipavond, een concertavond en activiteiten voor kinderen. Het Brussels Film Festival wil tegelijk een populair én een niet te missen filmevenement zijn dat de zomer inluidt.

[ CAPITAL 15 ]

67

 www.beaufort04.be


o pinie

tXXXXXXXXXX hom a s w ey ts

De waarde van een plan Begin dit jaar stelde de nieuwe minister van Financiën zijn beleidsnota voor. De minister streeft naar een vereenvoudiging van de fiscale wetgeving en de administratieve procedures, en een eerlijke en rechtvaardige fiscaliteit. De regelgeving moet duidelijker en eenvoudiger worden en de administratieve lasten voor burgers en bedrijven moeten verlagen. De minister wil binnen het jaar voorstellen indienen om de fiscale regelgeving drastisch te vereenvoudigen. Bovendien wil hij komaf maken met regionale verschillen, zowel inzake controles als inning. Op die manier wil Financiën bijdragen tot een duurzame groei. De beleidsnota is ambitieus. Maar zoals de minister zelf stelt: de waarde van elk plan zit ‘m in de realisatie ervan. De eerste maatregelen van deze regering waren alvast een gemiste kans. De inkomsten uit vermogen zwaarder belasten was verdedigbaar, als de lasten op arbeid en ondernemen zouden dalen. Pas dan kun je een substantiële economische groei realiseren. Uit een studie van Deloitte blijkt dat bij de overgrote meerderheid van de kmo’s bijna 52 procent van de operationele winst naar de overheid gaat. Veel werkende burgers zijn niet beter af en betalen op een groot deel van hun inkomen ruim 50 procent personenbelasting. En dan is men verontwaardigd dat burgers kiezen voor de minst belaste (legale) weg.

“De beleidsnota is ambitieus. Maar zoals de minister zelf stelt:

de waarde van elk plan zit ’m in de realisatie ervan.” Thomas Weyts expert estate planning

De ambities van de minister van Finan­ ciën om de fiscale wetgeving te vereenvoudigen, juichen we toe. Fiscale aftrekken in ruil voor een verlaging van de vennootschapsbelasting tot het Europees gemiddelde (22,4 procent), dat zou een grote stap vooruit zijn. Het regeerakkoord vermeldt als centrale doelstelling de verhoging van de werk-

[ CAPITAL 15 ]

68

zaamheidsgraad tot 73,2 procent. Dat is ook nodig. Maar dat is slechts realiseerbaar als het fiscale klimaat verbetert. Een herschikking van de belastingdruk kan 150 000 werklozen aan een baan helpen. Dat berekende het Internationaal Monetair Fonds (IMF) in een bijlage van zijn jaarlijks rapport over België. Het verwondert ons niet. Neem nu de horecasector. Een gevoelige vermindering van de sociale bijdragen zou in die sector duizenden jobs creëren. Vandaag betalen de ondernemers zich blauw en worden ze bovendien gestigmatiseerd als fraudeurs. Ook de grote multinationals worden met de vinger gewezen. Ten onrechte wordt gesteld dat zij onvoldoende belasting betalen. Hun buitenlandse inkomsten worden (uiteraard) geen tweede maal belast in ons land – dat klopt. Een mini­ mumbelasting invoeren, wat sommigen voorstellen, zou nefast zijn. Alleen al de ongeveer 900 Amerikaanse bedrijven in ons land zijn goed voor 140 000 jobs. De socialezekerheidsbijdragen die multinationale ondernemingen betalen zijn enorm. Bepaalde fiscale maatregelen van de regering, zoals de nieuwe ‘thincapregel’, zijn dan ook bijzonder onverstandig. Sommige multinationale ondernemingen overwegen al om hun hoofdkwartier te verplaatsen naar bijvoorbeeld Zwitserland. Ondernemen is de sleutel. Alleen een groeistimulerend beleid houdt onze welvaart in stand.


Vandaag al inspelen op de trends Van morgen : Vanuit dat idee is residentie arena ontstaan. residentie ArenA in een rustige, groene Brusselse woonwijk, tussen de naVo en de zakenwijk van Woluwe start binnenkort de bouw van deze nieuwe verkaveling, op de oude industriĂŤle site van Vishay. Het bekende architectenbureau a.2.r.C tekende in zijn typisch zakelijke stijl een hoog- en een laagbouw, van 15 en 7 verdiepingen, samen goed voor 172 woonunits. elk appartement krijgt ondergronds een berging en een parkeerplaats. Het hele project wordt gebouwd met duurzame en energiezuinige materialen.

optimabank nv maatschappellijke zetel

Keizer Karelstraat 75 B-9000 Gent

t f e

www.optimabank.be

+32 9 225 25 71 +32 9 225 14 27 info.nl@optima.be


Alles begint met talent, maar reikt pas verder met een plan.

Het is tijd voor een nieuw soort bank Optimabank heeft alle nodige kennis in huis om een compleet en persoonlijk financieel en fiscaal plan voor u op te stellen. Een team van specialisten werkt intensief samen om de vier pijlers te optimaliseren die uw financiĂŤle situatie in evenwicht houden: uw inkomen, uw vermogen, uw pensioen en uw nalatenschap. Door onze ervaring als financiĂŤle planners te combineren met een solide bankdienstverlening, creĂŤren we een unieke meerwaarde. Zowel voor ondernemers als voor particuliere spaarders en beleggers. www.optimabank.be

Uw plan, uw bank


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.