NVVC Connect magazine

Page 42

AC S

G R E E T J E D E G RO OT H

R E G I O G RO OT- L E I D E N

De juiste zorg bij pijn op de borst Interventiecardioloog Greetje de Grooth zet zich in voor betere zorg aan patiënten met pijn op de borst. Door betere samenwerking met de eerste lijn (huisartsen) en de derde lijn (thoraxchirurgen) kunnen patiënten de zorg krijgen die ze nodig hebben op de plek waar dat voor hen het beste is. In vier jaar tijd moet de samenwerking tussen huisartsen en specialisten geoptimaliseerd zijn.

“I

nterventiecardiologie is een adrenalinevak”, vertelt Greetje de Grooth op haar kamer in het Leids Universitair Medisch Centrum. “Bij een acuut probleem moet je snel handelen omdat er sprake is van een levensbedreigende aandoening. Als ik snel kan ingrijpen, is de winst heel groot. Dat is het mooie van mijn werk.” Maar in haar werk viel De Grooth iets op: “Op de poli’s waar ik werk in Leiden, Lisse en Voorschoten, zie ik heel veel patiënten die pijn op de borst hebben. Maar bij slechts 13 procent van die mensen is de oorzaak kransslagaderlijden. Bij dit lijden onderscheiden we, niet levensbedreigend, stabiel angina pectoris en acuut coronair syndroom, dat direct ingrijpen vereist. De meeste patiënten met pijn in de borst die ik zie, hebben een niet-cardiale oorzaak. Het klinkt wat cru natuurlijk, maar die mensen horen niet op de cardiopoli.”

Beter door- en terugverwijzen Met dit gegeven ging De Grooth aan de slag. “De verwijzingen die wij krijgen, kunnen beter aansluiten op het werk dat we doen. Het ideale beeld is dat ik alleen patiënten zie met kransslagaderlijden en de andere patiënten met pijn op de borst in de eerste lijn blijven.” De Leidse arts zette de project­groep Screening Therapy And Follow up - Angina Pectoris (STAF-AP) op, waarmee mensen met pijn op de borst op de juiste plek terecht moeten komen. “We gebruiken daarbij de kracht van Connect om dit project uiteindelijk landelijk te kunnen implementeren.” De Grooth wist de patiëntenvereniging van mensen met hart- en vaatziekten, huisartsen, cardiologen en thoraxchirurgen en de zorgverzekeraars gezamenlijk aan tafel te krijgen. “Iedereen erkende direct het probleem: de communicatie rond door- en terugverwijzen en de voorlichting aan patiënten konden beter. We hebben drie subgroepen opgericht om deze problemen aan te pakken: doorverwijzen van de eerste naar de tweede lijn, betere communicatie en gegevensverwerking, en terugverwijzen naar de eerste lijn.” Er werd een werkdocument opgesteld dat voor de drie subgroepen moet leiden tot aanbevelingen over diagnostiek en behandeling, in zowel de eerste als de tweede en derde lijn. “Probleem daarbij is dat ons werkdocument niet éénop-één aansluit op de standaarden van het Nederlands Huisartsen Genootschap” (NHG), merkt De Grooth op. “Wij kwamen erachter dat de standaarden gedateerd zijn. Om een voorbeeld te noemen: in de standaard staat dat mensen met stabiele angina pectoris niet doorverwezen hoeven worden naar de cardioloog. Maar wij zijn overeengekomen dat dit wel moet gebeuren. Immers: er kan sprake zijn van een groot zuurstofgebrek van het hart, waaraan de cardioloog

42

CO N N E CT


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.