11 minute read

Pandemie haalt de interesse van onderzoekers naar de inzet

DOOR: JAN BLAAUW

Pandemie haalt de interesse van onderzoekers naar de inzet van vitaminen, mineralen en kruiden naar boven; koper

Advertisement

In de eerste zes uitgaven van Nutriënt & Supplement is er een naast de inleiding een inzet gemaakt van vitaminen, mineralen en kruiden met de artikelen over SARS-CoV-2 in rol van ontdekker van vitamine- en mineralentekorten en herontdekker van het Post Viraal Syndroom alsmede uitlokker van reactivatie van eerdere ziekten. Hierin is als eerste vitamine D aan bod gekomen. In het eerste artikel is vitamine C besproken, in het tweede artikel zijn zink en selenium besproken, in het derde artikel komt vitamine A aan bod, in het vierde artikel zijn foliumzuur, folaat en vitamine B12 besproken, in het vijfde artikel staat een stuk over vitamine B6 en in het zesde artikel over ijzer. Het is lastig om volledig te zijn, daar er vele onderzoeken zijn met daarnaast nog lopende onderzoeken. Dit geldt ook voor andere stoffen die behandeld (gaan) worden. In deze aflevering gaat het om het mineraal koper (Cu).

Zoals eerder gemeld en beschreven, is met de gekozen wetenschappelijke informatie door het bevoegde wetenschappelijke panel van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) vastgesteld dat onder andere het mineraal koper belangrijk is voor het gezond in stand houden van het immuunsysteem. Het EFSA-panel concludeerde dan ook dat er definitief bewijs is voor de oorzaak-gevolgrelatie tussen de dagelijkse inname van dit mineraal en de normale, gezonde werking van ons immuunsysteem.

De rol van koper en claims die gemaakt mogen worden

De betekenis van koper voor het immuunsysteem is duidelijk aanwezig. Wetenschappelijk advies over de onderbouwing van gezondheidsclaims met betrekking tot koper die volgens EFSA (European Food Safety Authority) gemaakt mogen worden, zijn de volgende. Koper ondersteunt: - de bescherming van DNA, eiwitten en lipiden tegen oxidatieve schade (ID 263, 1726) - de functie van het immuunsysteem (ID 264) - het onderhoud van bindweefsels (ID 265, 271, 1722) - het energieleverend metabolisme (ID 266) - de functie van het zenuwstelsel (ID 267) - het behoud van huid- en haarpigmentatie (ID 268, 1724) - het ijzertransport (ID 269, 270, 1727) - het cholesterolmetabolisme (ID 369) en - het glucosemetabolisme (ID 369). https://www.efsa.europa.eu/en/efsajournal/pub/1211 (geraadpleegd op 25-09-2022).

Samenvattend de belangrijkste invloedsferen van koper met bronnen voor koper

Het metaal koper wordt al sinds mensenheugenis in diverse culturen gebruikt (in legering) voor de vervaardiging van voorwerpen. Na zilver is koper het element dat het beste elektriciteit geleidt. Vanwege de vele industriële toepassingen is het gehalte aan koper in het milieu de laatste decennia sterk gestegen. In het menselijk lichaam komt koper het meest voor als divalent ion (Cu2+). Koper kan gemakkelijk elektronen opnemen of afstaan en vanwege deze eigenschap speelt koper een belangrijke rol in redoxreacties (oxidatie en reductie). Hoewel volgens de overlevering Hippocrates al koper voorschreef als geneesmiddel bij ziekten is de wetenschappelijke kennis over

de rol van koper in het menselijk lichaam waarschijnlijk nog niet compleet. Koperafhankelijke enzymen (cupro-enzymen) spelen een rol in diverse fysiologische functies, waaronder de cellulaire energiehuishouding. Het cupro-enzym cytochroom C-oxidase katalyseert de reductie van zuurstof naar water, een reactie waarbij uiteindelijk cellulaire energie, ATP geproduceerd wordt. Ook voor de formatie van bindweefsel is koper nodig. Het cupro-enzym lysyloxidase is nodig voor de cross-linking van elastine en collageen en draagt op deze wijze bij aan de integriteit van bindweefsel in onder meer hart en bloedvaten. In de hersenen katalyseren cupro-enzymen de conversie van diverse catecholamines en andere neurotransmitters. De myelineformatie in de hersenen wordt mede gereguleerd door het enzym cytochroom C-oxidase dat de synthese van de benodigde fosfolipiden katalyseert. Als antioxidant fungeert koper in het koper-zink SOD, en in extracellulair SOD. In bloed wordt CP (ceruloplasmine) gezien als een belangrijke biomarker voor de status van hoeveelheid circulerend koper, dat dient als een transporteiwit voor koper. Ceruloplasmine wordt gesynthetiseerd door hepatocyten en gesecreteerd in plasma.

Deficiëntiesymptomen van kopertekorten zijn voornamelijk beschreven bij individuen met absorptiestoornissen zoals bij coeliakie en langdurige diarree. Ook premature zuigelingen lopen meer risico op een kopertekort. Mogelijke gebreksymptomen zouden bestaan uit haarverlies, gewichtstoename, pijnlijke gewrichten, pigmentatiestoornissen en huidzweren, anemie, neurologische schade, osteoporose en depressie. Bloedarmoede zou wel eens niet goed kunnen reageren op alleen B12- of ijzersuppletie omdat er een kopertekort is. Verder wordt een tekort aan koper geassocieerd met coronaire hartziekten. Het typische breekbare (kinky brittle) haar is een direct gevolg van het kopertekort in het haar.

Symptomen van overdosering of stapeling

Koperoverschotten zijn beschreven bij de ziekte van Wilson, een erfelijke stofwisselingsziekte waarbij door koperstapeling orgaanschade optreedt. Ook kan zinkdepletie optreden. Symptomen bij te hoge doses zijn maagdarmstoornissen (Reader micronutriënten deel 2 – Ortho Linea).

Belangrijke bronnen van koper in de voeding zijn:

Orgaanvlees, schaal- en schelpdieren, ei, sesamzaadjes, noten, miso, zonnebloempitten, cacao, pruimen en rozijnen, spinazie, peulvruchten, avocado en (volkoren) granen. Ook koffie en thee leveren koper op.

“In het menselijk lichaam komt koper het meest voor als divalention (Cu2+).”

“Koper heeft antibacteriële, schimmeldodende, antivirale en ontstekingsremmende effecten.”

“De reactie van het immuunsysteem op ontstekingsaandoeningen toont de voordelen van koper aan.”

Interacties met koper vanuit supplementen, voeding ziekten en medicijnen

- Patiënten die hemodialyse ondergaan, lijken een risico op koperdeficiëntie te hebben. - De opname van koper wordt verhoogd door aminozuren. - De opname wordt verlaagd door calcium, zink, ijzer, molybdeen en vitamine C. - Bij een hoge zinkinname kan er een kopertekort ontstaan. Het lichaam heeft een iets grotere affiniteit voor zink dan voor koper omdat koper iets toxischer is. Als er langdurig of in hoge dosering zink wordt gesuppleerd, zal er ook koper gesuppleerd moeten worden. - Allopurinol cheleert koper en kan bij langdurig gebruik leiden tot een kopertekort. Extra inname van koper kan gewenst zijn. Suppleer geen koper als allopurinol bij een coronaire bypassoperatie wordt gegeven. (Hierbij zorgt koperchelatie vermoedelijk voor bescherming van het hart). - Langdurig gebruik van anti-epileptica zoals valproïnezuur kan leiden tot een kopertekort. Geef extra koper als een tekort is geconstateerd. - Kopersuppletie kan de werking van NSAID’s versterken en de kans op ulcera verlagen. - Hormoonsuppletie bij vrouwen, met name progestagenen, kan de koperstatus verhogen. Wees terughoudend met kopersuppletie. - Maagzuurremmers en maagzuurbinders (famotidine, H2-antagonisten, antacida) verlagen de koperabsorptie. Overweeg kopersuppletie bij langdurig gebruik van deze medicijnen (ten

minste 2 uur voorafgaande of na inname van een maagzuurremmer of -binder). - Ethambutol cheleert koper en kan leiden tot optische neuropathie door kopertekort. Overweeg kopersuppletie (met ten minste 2 uur tijd tussen inname van koper en ethambutol). - Fibraten zoals clofibraat kunnen de koperstofwisseling versnellen en de koperstatus verlagen. Monitor de koperstatus en suppleer indien nodig extra koper. - Koper kan de opname en effectiviteit van ciprofloxacine verlagen.

Neem een supplement met koper minimaal 2 uur voor of na ciprofloxacine in. - Cimetidine kan de koperstatus verlagen. Monitor de koperstatus en suppleer, indien nodig, extra koper. - Inname van lood of tin verhoogt de koperuitscheiding met de urine. - Koper is belangrijk voor de ijzerabsorptie en de synthese en functie van hemoglobine. Een kopertekort kan leiden tot ijzertekort en bloedarmoede.

Voor een normale ijzerstofwisseling is koper nodig, anemie kan een gevolg van koperdeficiëntie zijn. Suppletie met relatief hoge doses zink kan een koperdeficiëntie veroorzaken doordat er een verhoogde productie van metallothioneïne ontstaat. Dit is een proteïne dat metalen kan binden in het intestinale weefsel en een grotere affiniteit heeft tot koper dan tot zink.

Welke rol speelt vitamine koper in het lichaam als het gaat om het immuunsysteem?

Koper heeft antibacteriële, schimmeldodende, antivirale en ontstekingsremmende effecten. Deze eigenschappen maken het een essentieel onderdeel bij het versterken en ondersteunen van de immuunrespons en (stimuleert mede NK-cellen, macrofagen, neutrofielen en monocyten) tegen ziekteverwekkers en verhoogde virulentie.

De volgende uitvoerende processen zijn gekoppeld aan koperprestaties: 1. Viraal DNA- en RNA-afbraak en membraanverlies. 2. Productie van reactieve zuurstofsoorten (ROS) dat virussen kan doden. 3. Interferentie met actieve eiwitstructuur die voor virussen belangrijk zijn.

De reactie van het immuunsysteem op ontstekingsaandoeningen toont de voordelen van koper aan. Hoge koperserumconcentraties, verhoogde niveaus van ceruloplasmine en IL-6 zijn geïdentificeerd in onderzoeken. Er is een ontstekingsremmende werking van koper gevonden bij acute ontstekingen en virale infecties. Ceruloplasmine is verantwoordelijk voor de oxidatie van ijzer II tot ijzer III, wat ertoe leidt dat ijzer III op transferrine wordt geladen en systemische distributie naar andere plaatsen (A. Dgnass et al., 2018) (S. Cherukuri et al., 2005).

Als reactie op een infectie is autofagie een vorm van immuunreactie die resulteert in een oxidatieve reactie. De inductie van autofagie is synoniem met de ontwikkeling van autofagievacuolen. Dit proces draagt bij aan de vernietiging van binnendringende virussen, beperking van infectie en vorming van autofagievacuolen, wat leidt tot de vernietiging van binnendringende virussen en beperking van infectie veroorzaakt door het virus. Koper is geïdentificeerd als een stimulerend middel voor autofagie en apoptose, wat resulteert in de ontwikkeling van autofagievacuolen en bescherming tegen infectieuze agentia (H. Zischka et al., 2020). Er zijn studies gedaan waarbij de rol is bekeken hoe koper in maskers geïmpregneerd kan worden met koperoxide, nanodeeltjes (koperoxidepoeder) en andere soorten koper (droog oppervlak van koperlegering, natriumkoper, ionisch koperoxide, koperjodide, Cu2+ en koper) bij de bestrijding en onomkeerbare afbraak van virale infecties. Deze remmende effecten van koperoppervlakken zijn ook onderzocht op de overlevingskans van COVID-19. In Nederland zijn ook met koper bewerkte maskers te koop. In vitro-onderzoeken tonen aan dat koperionen een fundamenteel eiwit voor SARS-CoV-1-replicatie blokkeren (Y.M. Báez-Santos et al., 2015). Een review identificeerde koper als een kandidaat om de effecten ervan te bestuderen in combinatie met andere geneesmiddelen, zoals N-acetylcysteïne, Colchicine of Remdesivir, als strategische behandeling voor COVID-19-behandelingen (A. Andreou et al., 2020).

In Wenzhou, China, toonde een onderzoek onder 71 patiënten aan dat degenen die besmet zijn met COVID-19, significant lagere totale cholesterolwaarden in het serum hebben dan gezonde controles. Het is echter niet bekend of ze ook de Cu-niveaus hadden verlaagd. Verschillende onderzoeken hebben aangetoond dat een lager totaal cholesterolgehalte gedeeltelijk gerelateerd kan zijn aan het lagere Cu-gehalte bij volwassenen. Verstoring van lipid rafts (ook wel microdomain lipiden genoemd, zijn de zeer dynamische vloeistofgeordende, sfingolipide- en sterolrijke domeinen op nanoschaal in het plasmamembraan) door cholesteroldepletie veroorzaakte een toename van virusdeeltjes die vrijkwamen uit geïnfecteerde cellen

“Vroeger werd kopersulfaat voorgeschreven bij een kopertekort. Tegenwoordig wordt kopergluconaat voorgeschreven (orthomoleculair).”

“Koper heeft vele immunologische aangrijpingspunten en kan een rol spelen bij het bestrijden van virale infecties.”

en een afname van de besmettelijkheid van virusdeeltjes. Plasma Cu kan al deze bovenstaande processen beïnvloeden (R. Syamal et al., 2020).

Cave

Net als bij een te hoge inname van ijzer zal ook koper bij een te hoge inname en dus een hogere bloedwaarde juist de infectiegevoeligheid en ontstekingsgevoeligheid doen laten toenemen. Uit een onderzoek van A. Duncan et al., 2015 werd gekeken naar een groep van 52 patiënten die hoog gedoseerd zink kreeg voorgeschreven door een arts, wat dit deed met de koperstatus en ontwikkeling van deficiëntiesymptomen van koper. 28 patiënten kregen 135 Solvazinc voorgeschreven (45mg elementair zink (equivalent met 125 mg van zinksulfaat monohydraat). 13 patiënten hadden anemie, neutropenie en/of neurologische symptomen, die typisch geassocieerd zijn met koperdeficiëntie. Van 12 patiënten met anemie en/of neutropenie was bij zes de oorzaak onbekend en bij zes was de bevinding ofwel van vóór de zinksuppletie of was verklaarbaar door andere diagnoses. De voorgeschreven doses waren 90 mg/dag bij één patiënt, 135 mg/ dag bij twee en onbekend bij drie. 5 patiënten, van wie er twee ook onverklaarde anemie hadden, hadden neurologische symptomen: perifere neuropathie (twee), vingerparesthesie (1), ataxie (1) en neuropathie van de onderste ledematen (1). Bij de 9 patiënten die onverklaarde tekenen en/of symptomen ontwikkelden die typisch zijn voor koperdeficiëntie, werd hiervan geen melding gemaakt in casenotes voorafgaand aan de start van zink. Bij wat meer kennis omtrent deze zaken is het van belang te kijken naar zowel de zink- als koperstatus; daarnaast is een onderzoek richting medicijnen en bestaande ziekten die een wisselwerking zouden kunnen hebben op de status van beide mineralen, noodzakelijk. Zeker bij langduriger gebruik is naast zinksuppletie, koper in additionele multivitamine/mineraalcomplex aan te raden en dit ook bij solitaire kopersuppletie. Verder kan een zinksulfaat monohydraat wel degelijk bijwerkingen geven (buikpijn, dyspepsie, misselijkheid, braken, diarree, maagirritatie en gastritis. Er zijn ook gevallen van prikkelbaarheid, hoofdpijn en lethargie waargenomen).

Nederlands normwaarde voor koper in bloed, urine en voor voeding

Een volwassene van 70 kilo bevat ca. 110 mg, het meeste voorkomend in de lever (10 mg), hersenen (8,8 mg), bloed (6 mg), skelet (inclusief beenmerg (46 mg) en spierweefsel (26 mg) (M.C Linder et al., 1998). De referentiewaarden voor koper in bloed zijn voor volwassenen 11-23 μmol/l en in urine 0,15-0,95 μmol/l.

Volgens de laatste VCP 2012-2016 is de inname van koper in Nederland gemiddeld 1,4 mg per dag (mannen 1,5 mg en vrouwen 1,3 mg per dag). Er zijn geen verschillen in inname van koper naar regio of mate van stedelijkheid. Uit deze VCP komt naar voren dat de inname voor volwassenen en kinderen voldoende is. Uit analyses van voedingsgegevens blijkt dat de UK een suboptimale inname van koper heeft (70,2%), terwijl Duitsland de beste voedingsindicator heeft voor deze micronutrient (157,8%), gezien het Europese framework (analyses dateren uit publicatie van 2017 en bijvoorbeeld voor Nederland de VCP 2007-2010) (S. Galmés et al., 2020).

Doseringen voor koper, veiligheid en Europese dagbehoeften

Voor mensen zonder kopergebrek is tot 5 mg koper per dag veilig gebleken. Mensen met een deficiëntie kunnen tijdelijk wat hogere doses veilig verdragen. Vroeger werd kopersulfaat voorgeschreven bij een kopertekort. Tegenwoordig wordt kopergluconaat voorgeschreven (orthomoleculair). Om oxidatie te voorkomen is koperbysglycinaat het beste. De ADH varieert tussen 0,3 en 1,3 mg en de aanvaardbare bovengrens voor volwassen is gezet op 5 mg.

Afsluitende conclusie

Koper zal niet hoog gedoseerd worden ingezet bij een therapie en langdurige, vooral hoog gedoseerde, zinksuppletie kan juist een zinkdepletie uitlokken. Koper heeft vele immunologische aangrijpingspunten en kan een rol spelen bij het bestrijden van virale infecties, zoals SARS-COV2.

Jan Blaauw is orthomoleculair en natuurgeneeskundig therapeut bij Praktijk Blaauw. Hij is tevens oprichter en hoofddocent van het opleidingsinstituut Ortho Linea.

This article is from: