De Boomklever December 2012

Page 26

Voorkomen van de Lepelaar Platalea leucorodia in de Dijlevallei 1900-2012 De tijd dat de vakantiemaanden in de Dijlevallei ornithologisch weinig opwindends te bieden hadden, is gelukkig al even voorbij. Zo pleisterden er deze zomer gedurende bijna twee volle maanden voortdurend tot vijf lepelaars in de Dijlevallei. Deze imposante steltloper, die tot voor enkele jaren een grote zeldzaamheid was in onze streek, is nu een vaste bezoeker op zijn jaarlijkse trek van en naar het zuiden. Een overzicht. Voorkomen en verspreiding De lepelaar is wereldwijd een ruim verpreide vogel. De populatie wordt geschat op 66.000 tot 140.000 exemplaren. De populatietrend is echter onzeker: ommige populaties nemen toe terwijl andere afnemen. De soort is vooral bedreigd door de achteruitgang van zijn habitat tengevolge van drooglegging en vervuiling. Lepelaars zijn chaars vertegenwoordigd in Europa. In West en Zuidwest Europa komt de soort enkel voor in Nederland (95% van de NW-europese populatie, vooral (60%) op de Waddeneilanden), Zuidwest Spanje en lokaal in Frankrijk. In Centraal en Zuidoo t-Europa is de soort ruimer verspreid vooral dan in Hongarije, Griekenland, Kroatië en Roemenië. In Nederland was tengevolge van vervuiling in de jaren vijftig van de vorige eeuw de populatie dramatisch teruggelopen. Zo waren er in 1960 nog maar 150 broedparen op 5 broedlocaties. Een betere milieuwetgeving en de oprichting van natuurgebieden die de broedgebieden be chermden tegen menselijke verstoring deden echter het tij keren. In 1990 waren er al terug 450 broedparen op 8 locaties. In 2000 1000 broedparen op 25 locaties en in 2004 zelfs 1750 broedparen. De oort neemt nog steeds toe met wel jaarlijkse natuurlijke fluctuaties. De spectaculaire toename in Nederland heeft waar chijnlijk ook geleid tot de vrij recente ve tiging in Vlaanderen met een kleine populatie die zich voorzichtig verder uitbreidt. Een eerste zeker broedgeval had plaats in Het Zwin te Knokke in 1999. ln de Yerreboekse Blikken (Waaslandhaven) waar de oort voor het eer t tot broeden kwam in 2003, telde men in 2011 al 32 paren. 1 00

De Boomklever

-

december 2012

4 Lepelaars SAR

21/08/2012

Foto: Ingrid Nel

Tot op heden is er nog steeds onvoldoende kennis over onder meer de overwinteringsgebieden en trek. Zo is het nog steeds niet duidelijk waar een deel van de in Nederland broedende lepelaars overwinteren. De ligging van de trekbaan is daardoor ook niet geheel gekend. Het is voor de bescherming van de soort van belang dat duidelijk wordt waar lepelaars overwinteren en waar zij tijdens de trek langer of korter pleisteren. hun trekken Lepelaars naar overwinteringsgebieden en terug via vooral de Atlantische kust door Belgie, Frankrijk, Spanje, Marokko, Mauritania naar de delta van de Senegal rivier. Het duurt ongeveer twee en een halve maand om deze 4500 km af te leggen. Onderweg houden ze halt op verschillende, meestal jaarlijks dezelfde, plaatsen om te rusten en zich te voeden. Uit ringonderzoek blijkt dat lepelaars verschillende trekstrategieën hebben: sommigen doen het in twee of drie grote etappes (tot 2000 km per etappe) en rusten daar dan 3 tot 4 weken. Anderen doen de trekroute in kortere etappes van 300 à 400 km en rusten daar gedurende 3 à 6 dagen. In beide gevallen is de totale trektijd ongeveer de zelfde.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.