De Boomklever December 2012

Page 1

1

Jaargang 40 - December 2012

Tijdschrift van de Natuurstudiegroep •

Dijleland

l

,I


r5 �

NATUUR STUD 1 EG ROEP

dijleland

Regionale werkgroep van Natuurpunt Studie vzw

n atu u rp u nt Studie

De Boomklever

Bestuur

Bart Creemers (voorzitter), Aarschotsesteenweg 420,

Driemaandelijks tijdschrift van de

3012 Wilsele, 0496-893106

Natuurstudiegroep Dijleland. De

Boomklever brengt bijdragen over

Kris Van Scharen (penningmeester), Korbeekstraat 27,

studie en beheer van de biodiver­

3061 Leefdaal, 02-7672638

siteit in het Dijleland en verschijnt

Bruno Bergmans, Klaverstraat 44, 8000 Brugge, 0498-760722

Joris Menten, W. De Croylaan 49/21, 3001 Heverlee, 0495-275393

Kelle Moreau, Korenbloemlaan 5, 3052 Blanden, 0486-125877

Hans Roosen, Abstraat 101, 3090 Overijse, 02-6879518

Redactie

Robby Stoks, Ch. De Beriotstraat 32, 3000 Leuven

Hoofdredacteur: Bruno Bergmans

Roel Uyttenbroeck, Langeveld 76, 3220 Holsbeek, 0495-628863

leden: Bart Creemers, Frederik

Gert Vanautgaerden, Tulpenlaan 7, 3052 Blanden, 0477426868

Fluyt, Kelle Moreau en Kris van

Koen Vandenberghe, Blijde lnkomststraat 85/5, 3000 Leuven,

Scharen

viermaal per jaar (maart, juni, sep­ tember, december).

0485162619

Redactie-adres

André Verboven, Groeneweg 60, 3001 Heverlee, 016-238184

Artikels, foto's en korte bijdragen worden verwacht op het redactiese­ cretariaat, p/a Bruno Bergmans

Werkgroep vogels

e-mail: bruno.bergrnans@scarlet.be

Algemeen coördinator: Kelle Moreau (kelle.moreau@gmail.com)

Watervogeltellingen, Luc Hendrickx( luchendrickx2003@yahoo.

Het copyright van de teksten, il­

com)

lustraties en foto's blijft bij de res­

Trektellingen: Frederik Fluyt (frederik.fluyt@gmail.com)

pectievelijke auteurs, tekenaars en

fotografen. Overname is mogelijk mits hun uitdrukkelijke toelating en bronvermelding

Werkgroep zoogdieren •

Archivering waarnemingen: Kelle Moreau

Abonnement

(kelle.moreau@gmail.com) •

Geïnteresseerden kunnen

Vleermuizen: Hans Roosen (roosenhans@yahoo.com)

De Boomklever ontvangen door

Hamster: Kris Van Scharen (kris.van.scharen@telenet.be)

overschrijving van 10 € op reke­ ningnummer 001-1552168-50 van de Natuurstudiegroep Dijleland, met opgave van naam en adres. Een

Werkgroep ongewervelden •

steunabonnement kost 15 € of meer.

Archivering en rapportering waarnemingen: Bart Creemers (bart.creemers@gmail.com)

Natuurpunt vzw Natuurpunt is de grootste vereni­ ging voor natuur en landschap in

Werkgroep planten •

Vlaanderen. Ze telt 87.000 leden en

Themaverantwoordelijke: Joris Menten (pjoris@advalvas.be)

beheert 17.000 hectare natuurge­ bied. Lid worden van Natuurpunt vzw kan door storting van 24 € op

Website: www.natuurstudiegroepdijleland.be

rekeningnummer 230-0044233-21. www.natuurpunt.be

Rondzendlijst Dijleland: Stuur een blanco e-mail naar:

dijlevallei-subscribe@yahoogroups.com

Layout: Chantal Deschepper Layout cover: Koloriet Druk: www.Koloriet.info Oplage: 200 ex. v.u.:

B.

- 3012

j

.

Creemers, Aarschotsesteenweg 420 Wilsele


·:.:,

.. _ .

.11� ..

Edito

-

Vijf jaar geleden ben ik in de redactie van de Boomklever gerold. Nu is de tijd gekomen om de fakkel door te geven.

De tijd vliegt nel voorbij, maar ik ben zeer dankbaar voor die mooie jaren dat ik mijn bijdrage heb mogen leveren aan een mooie Boomklever. Toen ik in 2004 een beetje toevallig in het Dijleland terechtgekomen ben, had ik nooit kunnen denken dat ik mij er zo thui zou gaan voelen. Via internet ontdekte ik de yahoo-maillijst, in het pre-waarnemingen.be tijdperk, de bron van informatie. Het wa leuk meteen opgenomen te worden in een erg actieve en vriendschappelijke waarnemersgroep. Via reclame op de maillij t leerde ik De Boomklever kennen. Dit bleek een ongelooflijke rijke bron aan achtergrondinformatie over het reilen en zeilen van de flora en fauna van het Dijleland. Ik ver lond nummer na nummer. Zo vergrootte tap voor stap mijn veldkennis en bovendien wa het nog aangena­ me lectuur ook. Het was een betrouwbare compagnon de route tijden mijn eerste verkenningen van de Dijlelandse natuur. Via de kalender leerde ik de activiteiten kennen van de Natuurstudiegroep. Het was heel leuk om te merken dat er een grote groep gelijkgestemde leeftijdsgenoten bestond die ook graag de kleine hoekjes en kantjes van het Dijleland verkenden.

Het Dijleland heeft me eigenlijk nooit verveeld. Er is keuze genoeg: onze streek heeft immers niet enkel de grootste boscomplexen van Vlaanderen in de aanbieding, maar ook valleigebieden waarbij je je eerder in Oost-Polen waant en gevarieerde akkergebieden met telkens weer verrassende vergezichten op elke nieuwe heuveltop. Ik herinner me nog dat ik bijna van mijn stoel viel toen ik mijn eerste Geelgors hoorde op het plateau van Leefdaal. Op mijn vraag op welke manier ik deze bijzondere broedvogel moest doorgeven, werd eerder koeltjes gereageerd. Nu besef ik hoe gelukkig we ons mogen prijzen middenin in het bolwerk van deze gouden zanger te wonen. Ik verschiet er ook nog steeds van hoeveel leuke ontdekkingen er nog te doen vallen in onze regio -kijk maar naar alle nieuwe soorten die Bart Creemers telkens in zijn artikelenreeks kan aankondigen. Het was heel leuk om met de Boomklever de vinger aan de pols te houden van alle ontwikkelingen in het Dijle­ land: de verrassend snelle opkomst van zuidelijke insectensoorten, de boom van de Grote zilverreiger -nog zo'n soort die ik in 2004 nog heel bijzonder vond, en nu ook nog steeds heel erg weet te appreciëren-, de flux van de seizoenen in het waarnemingenoverzicht van Kelle Moreau, de ontdekking van

teeds

nieuwe wasplatensoorten.

De Boomklever

-

december

2012

77

.


,-

Ed.1to

·.:. �-. ··:-·_',Go,,

.

. •

__

l

"� ·:

••

'�·�

.

l .

Ja, de hoogtepunten van 8 jaar Dijleland zijn er te veel om op te noemen. Ik ben heel veel mooie herinneringen rijker. De kwaliteit van de waarnemingen vind ik nog steeds onovertroffen. Om toch een poging te doen, volgt hieronder mijn favoriete jaaroverzicht van het Dijleland: Januari: boterbuiken, die schitterende Grote zaagbekmannetjes, laten zich van dichtbij bewonderen in het Leopoldspark in Kessel-Lo. Februari: Appelvinken troepen met hun blauwe broedsnavels samen op het kerkhof van Leuven aan de Philipssite Maart: ik hou van die eerste zachte voorjaarsnacht met baltsende Houtsnippen en Vuursalamanders in Meerdaalwoud. Dan is het zeker: de lange, koude winter is echt voorbij. April: een frisse regenbui weekt de fijnste aroma's los uit een zee van bloeiende sterretjes Da look in de verborgen valleitjes van het Rodebos Mei: met open mond genieten van de Nachtegaal in Holsbeek, de start van een succesvolle Big Day Juni: kopje onder met de eierafzettende Weidebeekjuffers (niet voor niets Caleopteryx splendens: de schitterende mooivleugelige) in het verkoelende water van de Laan Juli: Bronlibellen die als prehistorische helikopters rondzoeven tussen het Jurassic Park van Reuzenpaardestaarten in de bronbosjes van Meerdaalwoud Augustus: Spaanse vlaggen toveren de groeve van de Kesselberg om tot de Leuvense vlindervallei September: de Porseleinkipkoorts viert hoogtij in Oud-Heverlee. Enkel een Visarend kan de rust verstoren. Oktober: het gouden oktoberlicht streelt de vurige flanken van Meerdaalwoud November: het gras kleurt geel van de Sikkelkoraalzwammen in de verborgen vallei van het Keihof in Huldenberg December: Pestvogels zijn de eindejaarssurprise. Arctische vibes overwinnen de grauwe kortste dagen van het jaar. Zoveel moois en nog zoveel meer valt er te beleven in onze mooie streek. Ik hoop dat de Natuurstudiegroep Dijleland, dijleland.waarnemingen.be, de maillijst én de Boomklever kunnen bijdragen aan het enthousiasme rond al het leuks dat hier te beleven valt. Hopelijk kunnen zo nog vele generaties na ons genieten van al dit en nog zoveel meer moois. Wat De Boomklever betreft ben ik heel hoopvol. Na 5 jaar kan ik mijn kindje dat ik zo gekoesterd heb, met een geru t geweten overlaten in de handen van twee jonge snaken die bruisen van het enthousiasme om het over te nemen. Met Gert Vanautgaerden en Roel Uyttenbroeck staan er twee heel competente jonge wolven klaar om jullie nog veel jaren heel veel Boomkleverplezier te bezorgen. De weg om al die mooie natuur te behouden en te versterken is niet steeds de gemakkelijkste weg. Maar ook al is het geduld soms bitter, de vruchten die onderweg te plukken vallen zijn o zo zoet. Of om het met Henriëtte Roland Holst(1869-1952) te zeggen: De zachte krachten zullen zeker winnen in 't eind -- dit hoor ik als een innig fluistren in mij: zoo 't zweeg zou alle licht verduistren alle warmte zou verstarren van binnen. Ik hoop dat ik nog vaak in mijn mooie, geliefde Dijleland mag komen. Ik wens jullie allemaal uit naam van de hele Natuurstudiegroep Dijleland een gezond en gelukkig 2013. Het ga jullie goed!

Bruno Bergmans

Hoofdredacteur De Boomklever 78 De Boomklever

-

december 2012


..2��·- .

:�:=---

Edito 1

De zon speelt af en toe tus en wolken door en belicht het gele koolzaad. Een grijze hemel komt de middag vullen. Een paar groepje vinken vliegen nog boven on door en het middaguur i gepa

eerd.

De trektelling in Meerbeek loopt op zijn laatste benen". We taan hier omwille van iets wat enkele jaren eerder al begon toen we de maillijst en aanvullend de Natuurstudiegroep Dijleland leerden kennen met het prachtige en informatieve blad dat zij uitgeven: de Boom.kJ ever. Ham ters, Pestvogels, Witkopstaartmezen, wasplaten, insecten en planten waar we nog nooit van gehoord hadden, ze passeerden allemaal de revue. Tegelijkertijd wakkerden ze een verlangen aan om meer te zien en te beleven in onze mooie regio. Zo hebben we al heel wat momenten beleefd die we nooit zullen vergeten. Plots vult de horizon zich met vijftien grote gevleugelde beesten. Hun sierlijkheid ontkennen ze niet en statig vliegen ze boven on door. Een squadron van zilveren Kraanvogels. Een aanblik dat je in stedelijk V laanderen niet direct meer verwacht, hoe is het toch mogelijk ? Deze vogels van de noordelijke uitgestrekte toendra's vliegen hier op hun dooie gemak over, op weg naar warmte en zon. Onverstoorbaar ". Geweldig ! En nu ? Nu hopen we dat we ons enthousiasme kunnen doorgeven en delen. Na vijf jaar trouwe dienst vertrouwt Bruno ons zijn kindje toe : de Boomklever. Dankzij Bruno en zijn jarenlange inzet erfden wij een prachtig tijdschrift met een leuke lay-out en een sterk geoliede samenwerking achter de schermen. Het zal moeilijk worden om Bruno te evenaren met zijn niet-aflatende enthousiasme maar wij zien het volledig zitten om dit tijdschrift een mooie toekomst te geven. Maar ". wie zijn wij nu ? Roel Uyttenbroeck is net afgestuurd aan de K.U. Leuven als bio-ingenieur met specialisatie in land- en bosbeheer en is al vele jaren actief met vogels kijken, insecten zoeken en nachtvlinders bekijken. Ook draagt hij de regio een warm hart toe, zeker op succesvolle Big Day . Gert Vanautgaerden is aan zijn laatste jaar biologie (specialisatie ecologie) bezig aan de K.U. Leuven en houdt zich ook al enige jaren bezig met vogels kijken, maar ook slijmerige salamanders, fladderende vlinder en verborgen zoogdieren vindt hij geweldig. Kortom, we staan vol energie klaar, met het nieuwe jaar in het vooruitzicht, vol goede voornemen , ook voor deze Booml<lever die net zijn veertigjarig bestaan kon vieren. Je bent maar zo jong als je je voelt en die Booml<lever, die kan wat ons betreft nog eens zoveel jaren mee !

Roel Uyttenbroeck Gert Vanautgaerden

Hoofdredactie De Boomklever vnnnf 2013

De Boomklever

-

december 2012

79


;;

- · �Hl Inseeten .�· -�. �·-" r�w. -

.

.

-

·

De dag- en nachtvlinders van het Dijleland. Deel VI: Notodontidae (Tandvl�nders), Lymantriidae (Donsvlinders) en Nolidae (Visstaartjes)

Zoal in de vorige delen wordt de zeldzaamheid

Gluphisia crenata (Esper, 1785)

-Populierentandvlinder -**

aangeduid al volgt:

Harpyia milhauseri (Fabriciu , 1775)

*

Algemeen

**

Vrij algemeen

*** Zeldzaam **** Zeer zeldzaam

-Draak-**

Leucodonta bicoloria ([Denis & Schiffermüller], 1775)

-Tweekleurige tandvlinder-***

Notodonta dromedarius (Linnaeus, 1767)

- Dromedari - **

Notodonta tritoplms ([Denis & Schiffermüller], 1775)

-Wilgentandvlinder-**

Notodonta ziczac (Linnaeus, 1758)

- Kameeltje -**

Peridea anceps (Goeze, 1781)

- Eikentandvlinder-**

Phalera bucephala (Linnaeus, 1758)

-Wapendrager - ** Beukentnndvlinder (Dn;monin quernn) Foto: Paul

uyts en Kristn De Greef

Notodontidae (Tandvlinders) Cerura erminea (E per, 1783)

-Witte hermelijnvlinder - ***

C/ostera anachoreta ([Denis & Schiffermüller ], 1775)

Kleine wapendrager-**

-

Clostera rnrt11ln (Linnaeus, 1758)

Pheosia gnoma (Fabricius, 1777)

-

Berkenbrandvlerkvlinder - **

Pheosia tremula (Clerck, 1759)

-Brandv lerkvlinder - **

Pterostoma pa/pina (Clerck, 1759)

-Snuitvlinder - **

Ptilodon capucina (Linnaeus, 1758)

-Kroonvogel tje-**

Ptilodon cucullina ([Denis & Schiffermüller], 1775)

-Esdoorntandvlinder-***

Stauropus fagi (Linnaeus, 1758)

-Eekhoorn-*

-Bruine wapendrager-** Drymonia dodonaea

([Deni & Schiffermüller], 1775) -

Gestreepte tandvlinder-****

Onpnonin obliteratn (Esper, 1785)

-Beukentandvlinder-****

Drymonia querna ([Denis & Schiffermüller], 1775)

-

Gestreepte tandvlinder-**

Drymonia ruficornis (Hufnagel, 1766)

-Maantandvlinder-**

Furcu/a bifida (Brahm, 1787)

-Wilgenhermelijnvlinder-**** Furcula furcula (Clerck, 1759)

-Kleine hermelijnvlinder-* 80

De Boomklever

-

december 2012

Bmi11e wapendrager (Clostern c11rt11/n)

Foto:Tom Deroover


-

-

-.: ....� Insecten .�:--- . _

.

V an Cerura erminea zijn zeven waarnemingen bekend

B. & A.. Misonne vingen één exemplaar Arctornis

uit Tervuren, Heverlee, Egenhoven en Kessel-lo. De

1-nigrum op licht in Tervuren - Arboretum op 23

rups leeft op Populus (Populier) en Salix (Wilg).

juni 2005. De rups leeft poly faag op loofbomen.

In de verzameling van Prof. A. Soenens bevindt zich één exemplaar Drymonia dodonaea verzameld op 19 mei 1934 te Hoeilaart. In waarnemingen.be is ook een eenmalige waarneming

zonder

bewijsfoto uit

de Doode Bemde opgenomen (R. Meeuwis, 23 juli

2008). Vermits deze soort sterk lijkt op D. obliterata en deze laatste niet opgenomen is in de veelgebruikte veldgids van Waring & Townsend is deze waarneming met de nodige voorzichtig heid te interpreteren. De rups

Nolidae (Visstaartjes) Bena bico/orana (Fuessly, 1775) -Grote groenuil-** Earias clorana (Linnaeus, 1761) -Kleine groenuil-** Meganola albula ([Denis & Schiffermüller], 1775) -Groot visstaartje-** Nota aerugula (Hübner, 1793)

leeft op loofbomen, voornamelijk Q11ercus (Eik).

-Licht visstaartje-**

Drymonia obliterata wordt in onze regio regelmatig

-Vroeg visstaartje-**

Nola confusalis (Herrich-Schäffer, 1847)

gemeld met waarnemingen uit Tervuren, Overijse, Kortenberg, de Doode Bemde, Heverlee en Sint­ Joris-Weert. De rups leeft op Fagus (Beuk), Quercus (Eik) en Betula (Berk).

Nycteola revayana (Scopoli, 1772) -Variabele eikenuil- * Pseudoips prasinana (Linnaeus, 1758) -Zilveren groenuil - **

Op 29 april 2010 fotografeerden D. en W. Hennebel het enig bekende exemplaar Furcula bifida uit onze regio in Holsbeek. De rups leeft op Populus tremula (Ratelpopulier). B. en A. Misonne vingen een exemplaar van Leucodonta bico/oria in Tervuren op 27 juni 2005. De rups leeft op Betula (Berk). Ptilodon

cucullina

wordt

in

onze

regio

vrij

regelmatig waargenomen. Er zijn waarnemingen bekend

uit

Kortenberg,

Holsbeek,

Neerijse,

Overijse, Kessel-Jo, Tervuren en Heverlee. De rups leeft voornamelijk op Acer campestre (Spaanse aak).

Lymantriidae (Donsvlinders) Arctornis 1-nigrum (Müller, 1764) - Zwarte !-vlinder-**** Calliteara pudibunda (Linnaeus, 1758) - Meriansborstel-* Euproctis chrysorrhoea (Linnaeus, 1758) -Bastaardsatijnvlinder - ** Euproctis similis (Fuessly, 1775) -D onsvlinder-** Lymantria dispar (Linnaeus, 1758) -Plakker-* Lymantria monacha (Linnaeus, 1758) -Nonvlinder-* Orgyia antiqua (Linnaeus, 1758) -Witvlakvlinder-**

Zilveren groe1111il ( Pse11doips prasinaiia) foto: Joris Me11te11 De Boomklever

-

december 2012

81

:


- ·--;--.

Zoogdieren.:-:_�·.·:_ -

:- -: �>-��;��

De Boommarter: terug van toch niet helemaal weggeweest? Een van de meest spectaculaire waarnemingen van de afgelopen zomer kwam van een fotoval. Ja, we moeten met onze tijd meegaan. Op 19 juli 2012 was het zover: een Boommarter werd op de gevoelige plaat vastgelegd in Meerdaalwoud, het eerste zekere bewijs van voorkomen in jaren. Deze leuke ontdekking kadert in de recente opmars van de soort in Vlaanderen. Maar in onze bossen is de soort misschien toch nooit helemaal weggeweest.

De geheimzinnige leefwijze van deze

misschien anders doet vermoeden - regelmatig op

eekh oorn staIker

de grond om te foerageren of om zich te verplaatsen.

De Boommarter (Martes martes) is in V laanderen aan een opmerkelijke opmars bezig. Waar de soort oor pronkelijk vooral geassocieerd wordt met oude loof- en naaldbossen, blijkt meer en meer dat ook kleinere bo sen in meer open gebied een geschikt habitat kunnen vormen. Ze

gebruiken

niet

alleen

holtes

van

Zwarte

(Dryocop11s martius) en Groene spechten (Pieus en

viridis)

rottingsgaten

in

oude

bomen

als

ne t- en rustplaats, maar ook roofvogelnesten, vergroeiingen in bomen zoals heksenbezems, en zelfs onderaard e holen van Vos (Vulpes vulpes), Das

(Me�es me/es) en mogelijk zelfs Konijn (Oryctolagus cu111cul11s) kunnen dien t doen als verblijfplaats. Bij warm weer slapen ze vaak in open lucht. In koude periode

verkiezen ze meer beschutte plaatsen.

Slapende boommarters worden soms gezien op takken, op oude vogelne ten en in de dichte kronen van naaldbomen. Boommarters worden ook wel in huizen en churen aangetroffen, het betreft dan wel bijna altijd gebouwen aan de rand van of in het bos. Het

grootste

deel

van

het

jaar

verblijven

Boommarter vaak niet langer dan een of enkele dagen op dezelfde plek. Vrouwtjes met jongen . vormen hierop een uitzondering. Zij verblijven van april tot begin juli vaak lange tijd op dezelfde ne tplaat . Boommarters leven overwegend solitair behalve in de :� n tijd (paartijd) in juni-juli. De verlengde draag �d uurt ongeveer 9 maanden, de eigenlijke

� �

draagt11d 1

1 maand. Half maart tot eind april

worden de jongen geboren. 82

De Boomklever

-

Boommarters begeven zich - hoewel hun naam

december 2012

Zo werd in de noordelijke taigazone vastgesteld dat boommarters daar bijna geheel bodemactief zijn. In Noord-Duitsland kon via telemetrie worden vastgesteld dat Boommarters 61 tot 78 % van hun tijd op de grond doorbrachten. Boommarters

jagen

doorgaan

's

nachts.

De

Boommarter heeft een gevarieerd dieet: vogels, vogeleieren,

kleine

zoogdieren

(voornamelijk

ware muizen, woelmuizen), eekhoorns, konijnen, insecten

(o.a.

vruchten

als

hommelbosbes,

en

wespenbroed)

vogelkers

en

en

lijsterbes.

Eekhoorns behoren zeker tot het dieet, maar hij is dus geen voedselspecialist die enkel Eekhoorns (Sciurus vulgaris) stalkt. De Boommarter is opgenomen in Bijlage V van de Europese Habitatrichtlijn en is ook in België wettelijk beschermd.

Boom- of Steenmarter, that's the question De Boommarter is een grote marterachtige, ongeveer zo groot als een slanke kat, met een donkerbruine

vac t en grote oren met een lichte rand. De spitse snuit doet wat vosachtig aan. Boommarters hebben een gelige keelvlek die door kan lopen tot op' de poten. Het vlekkenpatroon op de bef is uniek voor het betreffende individu. De gele kleur is echter in t�genstelling tot wat vaak gedacht wordt, geen typisch onderscheidend kenmerk tov de in onze regio veel talrijkere Steenmarter (Martes foina). Sommige Boommarters kunnen ook een witte keelvlek hebben en andersom. De staart is lang een heeft lange haren (als die van een Eekhoorn). De kale neuspunt is donkerbruin en de voetzolen zijn donker en grotendeels behaard.


::',�,-- Zoogdieren .

.

.

·/.

Een

typisch

kenmerk

van de

Boommarter

is

meldingen

van

"grote

de donkere (grijsbruine) ondervacht, die bij de

in

Steenmarter duidelijk licht (wit) is.

Boommarter inhoudt.

Dit kenmerk,

bomen",

wat

geen

marters" enkele

of

"marters

garantie

voor

ook al vind ik dit zelf moeilijk te beoordelen als

Deze soort zou nooit talrijk geweest zijn in

niet-kenner, heeft bij de determinatie van de

V laams-Brabant. Uit de periode 1900-1959 zijn

foto in Meerdaalwoud een doorslaggevende rol

geen waarnemingen gekend en in 1960 zou een ex.

gespeeld.

zijn geschoten te Tienen.

Andere betrouwbare kenmerken zijn de grotere oren met een lichte rand en de donkere snuit die

Wat het Leuvense betreft, zijn er aJ lang geruchten

bij een Steenmarter vleeskleurig is.

en dat er zich in en rond het Meerdaalwoud een beperkte populatie zou ophouden. De laatste 20

Het gaat trouwens zeker niet op dat elke marter in

jaar bleef het hierrond opmerkelijk stil, tot het

het bos een Boommarter is, want o.a. bij de moni­

lucky shot van de fotoval afgelopen zomer.

toring van het Ecoduct in Meerdaalwoud bleek de

Van voordien zijn er wel meerdere waarnemingen

Steenmarter ook een frequente verschijning mid­

van boswachters en houtvesters. Er zijn ook

denin het bos.

waarnemingen

uit

Terhulpen

(1977), in het Zoniënwoud (1982) en te Haacht (1983). In Brussel en Halle werd eind jaren '90 telken één verkeersslachtoffer opgeraapt en ingezameld door

Van geruchten ... Het is niet gemakkelijk om een juist beeld te verkrijgen van het historische voorkomen van de Boommarter in het Dijleland. Omdat deze soort in het veld niet zo gemakkelijk te onderscheiden is van de Steenmarter, zijn er heel wat vage

het toenmalige IBW (Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer dat nu is opgegaan in het INBO). Dichter bij Leuven werd in de omgeving van het

Meerdaalwoud

in

1992 een betrouwbare

zichtwaarneming gedaan van een ex. met jongen en in Lubbeek was er een zichtwaarneming in

1994. De Boomklever

-

december 2012

83


-

Zoogdieren

----... � -

·� .

_.;:;�:-�

.-

..:-� --::

Met

het

verkeer

marternetwerk

werd

er

nooit

een

lachtoffer van Boommarter ingezameld

Zodra er binnen het bereik van de bewegingsmelder een warmtebron wordt

in de omgeving van het Meerdaalwoud, ook

gesignaleerd wordt er een automatisch een foto

niet toen er nog geen ecoduct lag over de

gemaakt. Om het succes van camervallen te vergroten

zeer gevaarlijke Naamsesteenweg die het bos

kan visolie als lokstof gebruikt worden. Vaak wordt

doormidden

er dan ook een beetje voedsel aangeboden zoals

snijdt.

Steenmarters

daarentegen

pindakaas.

worden er genoeg ingezameld.

Naast deze high tech methode stelt zich de vraag of

... naar levend bewijs Van 31 mei tot 2 augustus 2012 stonden er dan een vijftal fotovallen opgesteld in Meerdaalwoud. Na opname van vier verschillende Steenmarters, een Everzwijn

capreolus), europaeus)

(Sus scrofa),

Eekhoorns

en

vele Reeën een

Egel

(Capreolus (Erinaceus

stond er op 19 juli een Boommarter

op de foto in het bosreservaat Mommedeel, in het noordoosten van het gebied. Helaas staat de marter met de rug naar de camera, maar de bruine ondervacht (in plaats van de witte ondervacht bij Steenmarters), is goed zichtbaar. De fotovallen bleven hierna nog een aantal weken staan maar leverden helaas geen extra boommarterfoto' s meer op.

gezien

de

grootte

van

het

bosgebied

en de historisch bekende aanwezigheid, kan je verwachten dat de soort zich bij ons ook voorplant. Op onze rijke leemgronden zou het voedselaanbod

voor Boommarters ook

rijker

zijn dan in de bossen op de arme zandgronden in de Antwerpse Kempen. De aanwezigheid van diver e bosreservaten binnen het Meerdaalwoud garandeert bovendien een groot aanbod aan holle bomen en structuurrijke plekken. Aangezien

aanwezigheid van Boommarters kan verzamelen. Dit blijkt te kunnen, ook al is het veel moeilijker. Soms laten Boommarters opvallende sporen achter. Zo maken ze gebruik van latrines. Dit betreft kleine putjes in de grond (bij een-onderzoek vond met zo'n putje met een diameter van ongeveer tien centi� et�r . en een diepte van zo'n twintig centimeter). H1enn en ook langs de randen van zo'n putje deponeert de Boommarter zijn keutels. De geur van zo'n latrine kan heel penetrant zijn. Vaak worden die latrines in de buurt van nestbomen aangetroffen. Aangezien ze niet enkel nestholen gebruiken,

maar

ook

oude

roofvogelnesten,

kan het de moeite waard zijn om gekende oude

Bewijs van voortplanting is er dus (nog) niet, maar

je ook op een meer artisanale manier bewijs van de

recent

onderzoek

in

Nederland

aantoont dat Boommarters het ook naar hun zin kunnen hebben in moeras(bos)gebieden zoals het Nationaal Park van de Weerribben, is het trouwens niet uitgesloten dat ook valleibosjes in de Doode Bemde en omgeving een geschikt leefgebied zouden kunnen vormen.

Op zoek naar een speld in een hooiberg

havikshorsten te checken. Op nestbomen zouden typische krabsporen te zien moeten zijn. Vaak zijn de randen van een nestholte duidelijk afgeknaagd. Meestal leggen Boommarters echter grote latrines aan in de oksel van een tak, ergens in een boomkroon. Deze zouden een rol kunnen spelen in de afbakening van het territorium. Een

opvallende

bevinding

uit

Nederlands

camervalonderzoek is dat Boommarters vaak ook op klaarlichte dag actief zijn. Het zijn vooral vrouwtjes met jongen die ook regelmatig overdag actief zijn. Van juni tot augustus is de kans op zichtwaarnemingen het grootst. Vooral in de ochtend- en avondschemering is er een verhoogde kans op zichtwaarnemingen. Als er fruit te rapen valt, willen ze ook weleens een boomgaard bezoeken. Ze schuwen daarbij geen bewoning, zolang die maar in de nabijheid van het

De vaak nachtelijke en geheimzinnige leefwijze van de Boommarter maakt dit een bijzonder moeilijk te inventariseren soort. De recente

bos staat.

opkom t van camervallen blijkt zijn effect niet te mi en.

onze regio toch nog nauwkeurig te bekijken en niet

Het is ook belangrijk om doodgereden marters in zomaar af te doen als allemaal Steenmarters. De

meeste

doodgereden

Boommarters

worden

Een cameraval is een fotocamera die is aangesloten

gevonden tussen augustus en

op een bewegingsmelder en een

oktober. Dan gaan jonge mannetjes op zoek zijn naar

warmtesensor.

een eigen territorium.

84

De Boomklever

-

december 2012


- ·

··;:�.--·

Zoogdieren

Dit smaakt naar meer Nu de Boommarter her en der in Vlaanderen opduikt, begon het bijna vreemd te worden dat er geen Boommarters zouden zitten in Meerdaalwoud. Het is dan ook heel goed nieuws dat na 20 jaar van radiostilte er eindelijk nog eens een conclusief bewijs is van het voorkomen van deze prachtsoort in onze bossen. Gezien zijn geheimzinnige leefwijze is het niet denkbeeldig dat er steeds Boommarter Meerdaalwoud ze

gewoon

gezeten

niet

hebben,

opgemerkt

maar

hebben.

in het dat De

we lage

trefkans van de fotovaJlen (en de afwezigheid van verkeersslachtoffers) wijst ook op een lage populatiedichtheid. De beschikbaarheid van camervallen zet aan het dromen. Maar ook andere inventarisatietechnieken kunnen resultaat opleveren. En er gaat natuurlijk niets boven een ouderwetse zichtwaarneming. Misschien loont het de moeite om onze op Vlaamse schaal toch wel unieke bossen iet vaker te bezoeken. Wie weet, mag een van ons dan ooit eens een glimp opvangen van dit prachtige roofdier. En wie weet, wat anders moois wacht er daar niet nog allemaal om ontdekt te worden?

Referenties Kelle Moreau, Voorkomen van marterachtigen in regio Leuven,

Bruno Bergmans bruno.bergmans@scarlet.be

met nadruk op de periode

2004(32;4):144-149.

1997-2004.

De Boomklever december

Holsbeek, L., Lefevre, A., Van Gompel,

j. &

Vantorre R. (1986).

Zoogdiereninventarisatie van V laanderen(1976-1985). Bijdrage tot de kennis van het voorkomen en de verspreiding van zoogdieren in het V laamse en Brusselse Gewest, België. Euglena extra uitgave, ationale zoogdierenwerkgroep, J M-uitgeverij, Gent, België. Van Den Berghe, K., Broekhuizen, S. & G.j.D.M. Müskens (2000). Voorkomen van de Boommarter (Martes martes) in Vlaanderen en het zuiden van Nederland. Lutra,

43:125-134.

Tuiter, A.H. et al.(2009). Boomotters in de kop van Overijssel. Een onderzoek naar de verspreiding van de boommarter in het

atio­

naal Park Weerribben-VVieden en de knelpunten voor de soort in het gebied. atuur en Milieu Overijssel. Akker, Ruud van den en Jelle Harder,

2010.

Oriënterend onder­

zoek naar het voorkomen van boommarters in de Oostelijke Vechtstreek. Landschap Noord-Holland, Castricum.

Jan Gouwy, Koen Van Den Berge, Fil ip Berlengee en Dirk Vansevenant (2012). Boommarter op de gevoelige plaat in 1eer­ daalwoud (Vlaams-Brabant). Marternieuws , oktober 2012. 1 BO.

Jorg de

Lambrechts. Monitoring van het Ecoduct De Warande over

25 in Meerdaalwoud. De Boomklever juni 2010(38;2): 34-45. De Boomklever - december 2012

85


1

1

---'f:t-

. ;., -�.

Biodiversiteit

·.

.

-�-

".

. ·�'-

Dijlelandse biodiversiteit opgelijst Nieuw

ingevoerde

voor

soorten

de

periode

april-september 2012

In de periode april tot en met september werden er

358

2012

nieuwe soorten toegevoegd aan

Ondanks de bedenkingen die er zijn bij de aanwijzing

van

zeldzaamheidsklassen

voor

oortenlijsten op waarnemingen.be voor het

sommige soortgroepen, geven we deze info wel

Dijleland s.s., zijnde de gemeenten Kortenberg,

mee tussen haakjes: bij de titel van de soortgroep

de

Herent, Leuven, Bertem, Heverlee, Oud-Heverlee,

als een verdeling van de zeldzaamheidsklassen

Huldenberg

van

en

Overijse

en

het

volledige

alle

nieuwe

ingevoerde

soorten

binnen

minder

die groep én achter de vermelde soortnamen

nieuwe soorten dan voor dezelfde periode in 2011.

(A=Algemeen, VA=Vrij Algemeen, Z=Zeldzaam,

Onder andere uit de groep van de vliegen en

ZZ=Zeer zeldzaam, versie april

muggen (Diptera) en de Algen en de Wieren zijn

van validatie van de besproken waarnemingen op

verschillende nieuwe soorten niet opgenomen in

het moment van schrijven worden aangeduid met

dit overzicht omdat de waarnemingen niet ter

volgende afkortingen: I= In behandeling, Nb=

beschikking worden gesteld door de waarnemer.

Niet beoordeeld door administrator (vaak door

Dit geldt voor alle vondsten van waarnemers die

afwezigheid van documentatie, zoals een foto) en

te kennen hebben gegeven geen waarnemingen te

Av= aanvaard door adminstrator.

Meerdaalwoud. Dit zijn ongeveer

30%

2012).

De stadia

delen met werkgroepen via hun instellingen op wn.be. Deze niet beschikbare gegevens zijn echter niet

Vogels (A /,VA 2, Z 0, ZZ

I)

(Gyps fulvus, (Cinclus cinclus, A, Nb)

de voornaamste reden voor de terugval in aantal

De waarnemingen van Vale Gier

nieuwe ingevoerde soorten. Het is zeker ook

ZZ, Av) en Waterspreeuw

niet het geval dat er een achteruitgang is in het

zijn respectievelijk de 264stc en 265stc 'inheemse'

aantal waarnemers of de intensiteit waarmee er

soort op de regiopagina. Meer info en duiding is

waargenomen en ingevoerd wordt. Een vyerkelijke

te vinden in het vogel-waarnemingenoverzicht

terugval is te verwachten naarmate meer soorten

en in het vorige nummer van de Boomklever

al ingevoerd zijn.

(Bergmans

2012).

De

lijst

van

Exotische/

verwilderde vogelsoorten werd aangevuld met In deze rubriek is het alsnog onmogelijk om alle nieuw ingevoerde soorten te vermelden. In veel

Rode Kardinaal (Cardinalis cardinalis, VA, Nb) en Kip (Gallus gallus forma domesticus, VA, Av)

gevallen worden algemene soorten, exoten en niet aanvaarde waarnemingen van moeilijke groepen achterwegen gelaten. Enkel bij de populairste oortengroepen worden er details over de waarnemingen zelf gegeven, indien deze al niet besproken worden in andere rubrieken en artikels. Het overzicht dat hier gegeven wordt kan niet

aanzien worden als de lijst van nieuwe soorten in de regio. Waar de status gekend is wordt dit wel zoveel mogelijk meegegeven.

en

in

soortengroepen

dezelfde

teruggevonden

volgorde worden

De Boomklever

-

onderscheiden

besproken als

op

(wn.be) en de regiopagina. 86

0, VA 1, Z 0, ZZ

2)

Europese Otter (Lutra Lutra, ZZ, Nb) 1 zwemmend ex. op

25/05

in de Laanvallei (Laura Charlier,

Nb). Zonder foto is deze waarneming niet goed te beoordelen, al achten medewerkers van het INBO en de Zoogdierwerkgroep de waarneming waarschijnlijk op basis van de beschrijving van de waarnemers (pers. med. Goedele Verbeylen).

Voor eenvoud en referentie worden dezelfde pragmatische

Zoogdieren (A

december 2012

kan

waarnemingen.be

Vrij samengevat: een slank dier van ruw geschat ongeveer

80

cm zonder staart (zat onder water),

deed denken aan een zeehond die vol energie zwom en steeds kopje onder ging om dan direct daarna terug boven te komen in gelijkmati.ge vlotte bewegingen.


-��....

Biodiversiteit

�:.-·-r.

Een bever of rat lijkt hiermee uitgesloten. Dit zou

Mogelijk

bestonden

nog

(zeer)

kleine

dus een derde locatie kunnen zijn waar otter dit

relictpopulaties in de Ardennen en misschien,

jaar werd waargenomen in Vlaanderen, nadat

gezien de regelmaat van goede waarnemingen,

eerder exemplaren te Smeetshof (Bocholt) en Broek

was er een permanente vestiging in het noordelijk

Denayer (Willebroek) in april en mei verschenen

deel van de Grensmaas. Elders waren er een

voor camera's opgesteld voor onderzoek naar

aantal 'vluchtige' waarnemingen die op zijn minst

bevers. Dit waren de eerste harde bewijzen van de

tijdelijke aanwezigheid van individuele dieren

aanwezigheid van deze soort in Vlaanderen na

30

aantoonden.

jaar (met uitzondering van enkele individuen) en

2010 de soort nog als uitgestorven werd

De waterkwaliteit en de visbestanden zijn de laat te

verklaard door de Zoogdierwerkgroep. Meerdere

decennia enorm verbeterd en bieden zeker terug

nadat in

waarnemingen op beide locaties wijzen op een

vele mogelijkheden voor otters. De afkomst van

minstens tijdelijke vestiging en dus niet op dieren

de dit jaar waargenomen dieren is echter een klein

op doortocht (zoals eerder gedacht voor het geval

mysterie. Als nachtactief, mensenschuw dier op

in Willebroek).

weinig toegankelijke plaatsen is de otter een oort

Tot zowat een halve eeuw geleden kwam de otter

'radar ' kan blijven. Bovendien kunnen dichtheden

nagenoeg gebiedsdekkend voor in geheel België,

klein zijn als er weinig oevers voorhanden zijn

maar de soort kende een spectaculaire terugval

(lineaire riviersystemen). Territoria van mannetjes

ten

otters kunnen tot

die zonder gerichte acties mogelijk lang onder de

gevolge

van

grootscheeps

georganiseerde

20

km aan oeverlengte beslaan.

verdelging wegens vermeende schade aan het

Zelfs in gebieden met grote populaties aan otters is

visbestand. Later kwam de doodsteek met de

het waarnemen van deze soorten zeker niet evident

algehele

verlies

(pers. med. Hans Roosen). Hopelijk kan met nader

van geschikt leefgebied (oeverzones). Dit leidde

onderzoek, zoals DNA analyses, de herkomst van

tot het nagenoeg verdwijnen van de soort uit

de Vlaamse 'populatie' ontdekt worden. Mogelijk

2003

zijn ze afkomstig van de in uitbreiding zijnde

een

2002 en 2010 meer dan 30 exemplaren uitgezet en bestond de populatie in 2010 aldaar uit meer dan 50 exemplaren en een onbekend aantal

waterverontreiniging

en

het

onze inheemse fauna. In het jaarbulletin van de VHM staat op pagina twee

onfortuinlijke

otters,

8 een foto van

hangend

aan

jachtgeweer, met het opschrift: "De laatste otters uit het Dijleland? Een foto genomen anno

1954 in

uitzwermende dieren. Al lijkt men er nooit mee

Wolfshagen... . "

Ook nog na Vlaamse

populatie in Nederland. In de Weerribben werden er tussen

1970-1980 konden uH zowat alle

provinàes

betrouwbare

worden genoteerd (zoogdieratlas,

meldingen

2003). Rekening

te hebben rekening gehouden dat deze dieren op zo'n korte tijd tot in het stroomgebied van de Schelde konden verspreiden. In Nederland i

er

houdend met een vrij goede continuïteit van

immers genoeg leefgebied dat nog moet worden

waarnemingen

gekoloniseerd.

zijn

volgens

de

zoogdieratlas

voor deze periode enkele regio's te noemen waar

Een van de voornaamste doodsoorzaken van

in deze periode otteraanwezigheid aannemelijk

otters in Nederland is het verkeer. Zonder gerichte

was. Voor Vlaams-Brabant was dat de Dijlevallei,

vangacties van de overheidsinstanties

noordwaarts uitlopend naar de Antwerpse regio

zal

rond Mechelen-Lier. De aanwezigheid van Otter

zijn dat ons meer inzicht kan leveren in de

in België sinds de jaren

'80 is zeer onduidelijk.

het

enkel

een

spijtig

(INBO)

verkeersslachtoffer

schijnbaar aanwezige populatie in Vlaanderen. Verkeersslachtoffers kunnen via het Marternetwerk ingeleverd worden bij het INBO en kunnen naast informatie over herkomst via DNA analyses, ook informatie leveren over leeftijd, conditie en voortplantingstoestand van het individuele dier en bij uitbreiding de toestand van de populatie. Een verkeersslachtoffer is ook een van de weinige mogelijke manier om in onze regio de soort met zekerheid bevestigd te zien, tenzij er ook hier getracht wordt de soort op de gevoelige plaat te zetten of duidelijke sporen in modder of sneeuw

Otter

Foto: Clia11tal Desc/1epper

kunnen worden ontdekt. De Boomklever

-

december 2012

87


. ,-);�i"I'

Biodiversiteit

;;ti· ···.' :*�Îil: ·

:

.

·

1

Wilgenoogbladroller (Epinotia subocellana, VA) 1

(Wout

imago op licht op 25 /05 te Eizer/Horenberg (Tom

Willems, Nb). Determinatie op basis van een

Deroover, Av). Een vrij algemene soort over heel

opname door Marc Van De Sijpe. Analoog aan

België. Het aantal ingevoerde locaties in wn.be is

Grootoorvleermuizen (zie vorige bijdrage) kan

echter beperkt tot een tiental. Voor Vlaams-Brabant

de Baardvleermuis maar moeilijk onderscheiden

werd deze soort enkel uit Zichem al gemeld.

(Myotis

Baardvleermuis

ex.

12/05

te

mystacinus,

Bierbeek/ Mollendaalbos

VA)

worden van zijn zustersoort, de Brandtvleermuis (Myotis brandtii). Dat kan enkel gebeuren op basis

van de tanden, analyse van geluidsopnamen en

Geoogde w-uil (Lacanobia contigua, Z) 1 imago

de penis van het mannetje. Met de batdetector

op licht op 3 1/05 te Overijse/Stad (Paul & Krista

zijn ze zelfs van andere Myotis soorten moeilijk

Nuyts, Nb). Een zeldzame en achteruitgaande

te onderscheiden. Zomerwaarnemingen gebeuren

soort in België. Tot nu toe slechts in 6 gebieden

dan ook niet vaak. De Baardvleermuizen (dit is het

in Vlaanderen gemeld op wn.be. De Catalogus

oortencomplex Brandt- en Baardvleermuis) zijn

van België toont enkel dat oude waarnemingen

echter, samen met de Watervleermuis de meest

voor Brabant gekend zijn (<1980).

algemene

van de Geoogde w-uil leven van verschillende

soort

in

overwinteringsplaatsen

in

Vlaanderen. Het overgrote deel (>80%) zijn hierbij vermoedelijk Baardvleermuis

(M.

De larven

kruidachtige planten, struiken en bomen.

mystacinus).

Sinds 1990 hebben ze een sterke stijging gekend. Voor Vlaams-Brabant bestond tijdens de winter van 2010-2011 zelfs bijna driekwart van de getelde exemplaren uit Baardvleermuizen.

Prevosteekhoorn (Callosciurus prevostii,

ZZ) te

Heverlee/Geldenaaksebaan.

periode

werden

van

het

semifusca,

VA) 1 ex. op licht op 01/06 te Overijse/Stad en lokale soort in België. Waarschijnlijk onder geïnventariseerd omwille van de gelijkenis met andere Argyresthia soorten. Deze waarneming Vlaanderen op wn.be, ondanks de afwezigheid

15

macro-

en

van een foto of beschrijving ter bevestiging. 25

micronachtvlinders toegevoegd. Dit is slechts 41%

(Argyresthia

is voorlopig de enigste als zeker aangeduid in

Nachtvlinders en micro's (A 5,VA 23,Z 12,ZZ O) deze

pedaalmot

(Paul & Krista Nuyts, Nb). Een zeer zeldzame

Er was ook een melding van een ontsnapte

ln

Okerbruine

aantal in dezelfde

periode

in

2011. Alle nieuw ingevoerde soorten werden waargenomen in 2012, met uitzondering van een oude waarneming (1942) te Haasrode van een Gevlekte pijluil (Pachetra sagittigera, Z, Av) uit

een collectie ingevoerd door Prof. Albert Soenens. Op basis van de waarnemingen op wn.be komt deze soort tegenwoordig bijna uitsluitend voor in de provinàes Antwerpen en Limburg. De enige

De soort is in Brabant enkel gekend van voor 1980. Twee andere waarnemers te Meerbeke en De Maten legden meer voorzichtigheid aan de dag bij het plaatsen van hun observaties door deze soort als onzeker aan te duiden voor hun waarnemingen, zelfs met toevoeging van een foto. Geen enkele waarneming van de Okerbruine pedaalmot op wn.be werd voorlopig aanvaard door een expert. De rupsen leven op meidoorn (Crataegus), lijsterbes (Sorbus aucuparia) en soms

ook op prunus (Prunus).

recente waarneming in Vlaams-Brabant van deze soort van heiden en graslanden werd gedaan in Zichem (2009). De

Duifmot (Swammerdamia pyrella, VA) 1 ex op

voornaamste

nieuw

ingevoerde

micro­

13/07 te Overijse/Stad (Paul & Krista Nuyts, Nb).

nachtvlinders, waargenomen in 2012 zijn allen

Een vrij algemene soort in België en Nederland,

niet voorkomend in de checklijst van Verboven:

maar volgens de catalogus van België zijn enkel gegevens in Brabant gekend van voor 1980. Op

Ronde berkenblaasmijnmot (Ectoedemia occultella,

wn.be wordt de soort maar zelden en verspreid

VA) 1 imago op licht op 11/05 te Overijse/Stad

gemeld (12 locaties, max. 6 meldingen per jaar).

(Paul & Krista Nuyts, Nb). Niet erg algemene

Voor

oort in België, maar wel algemeen in Nederland. Voorlopig slechts een tiental waarnemingen in

in

Vlaanderen op wn.be, waarvan deze de tweede

op de bovenkant van bladeren van Meidoorn

is

(Crataegus), Appel (Malus), Peer (Pyrus) of Pruim

voor

Vlaams-Brabant.

Veel

waarnemingen

betreffen ook mijnen op berk (Betula). 88

De Boomklever

·

december 2012

Vlaams-Brabant

werd

op

wn.be

enkel

Zichem eerder een waarneming gedaan (2008). De rupsen leven onder een zijden web

(Prunus domestica).


: ��:_Biodiversiteit -·_..$.

Waasjesstippelmot (Yponomeuta irrorrel/a, Z) 1 ex.

De voornaamste nieuw ingevoerde

op 20/07 te Overijse/Stad (Paul & Krista Nuyts,

macro-nachtvlinders, waargenomen in 2012 zijn:

Nb). Een soort die niet gekend was voor de eerste waarneming in 2004.

Wegens het ontbreken

van een wetenschappelijke publicatie nog niet

Zilverhaak

(Lithacodia uncula,

Z) tweemaal 1

imago op licht op 21/06 en 14/08 te Neerij e/

toegevoegd aan de Catalogus van Lepidoptera

Doode

van België (phegea.org). In 2011 en 2012 waren

zeldzame en lokale soort in België. Tot nu toe

er verschillende waarnemingen van deze soort

slechts uit een achttal gebieden gemeld op wn.be.

in V laanderen, voornamelijk in Antwerpen en

De larven leven op zegges zoals Boszegge (Carex

Limburg. In Nederland is de soort vrij zeldzaam,

sylvatica), maar ook grassen zoal

maar lokaal algemeen in het zuiden en oosten en

(Deschampsia cespitosa).

Bemde

(Bernard

Misonne,

Nb).

Een

Ruwe Smele

toenemend in aantal en verspreiding. De rupsen leven op Kardinaalsmuts (Euonymus).

Tandjesuil (Sideridis turbida, Z) 1 imago op licht

op 23/06 te Ke sel-lo/ Lemingbeekvallei (Tim Caers, Av). Er is geen vermelding van deze oort Z)

Heelblaadjespalpmot

(Apodia

1

Heverlee/Egenhovenbos

ex.

op

05/08

te

bifractella,

Oohan Robben, Av). Een niet erg algemene en zelden geziene soort in België, ook zeldzaam in Nederland. Imago's zijn moeilijk te vinden en waarschijnlijk onder geïnventariseerd. Mogelijk algemeen

op

plekken

waar

de

waardplant

voorkomt. Slechts 2-5 waarnemingen per jaar op wn.be, waarvan voorlopig 1 andere waarneming in V laams-Brabant (Kersbeek-Miskom, 2011 ) en 1

terug te vinden op phegea.org. In Nederland is het een zeldzame soort van duinen en heide. Waarnemingen van deze soort op wn.be gebeuren vooral aan de Westkust en het noorden van de provincies Antwerpen en Limburg. Hierbuiten enkel genoteerd in vier gebieden, waaronder het vliegveld

van

Schaffen

en

te

Machelen.

Als waardplanten heeft deze soort Zeeraket, Zeepostelein,

Rode

Schijnspurrie

en

Smalle

weegbree.

te Brussel (Sint-Lambrechts-Woluwe, 2010). Bosrankvlinder (T hyris fenestrella, Z) 1 imago

foeragerend Andere micro-nachtvlinders die volgens phegea. org niet-algmeen zijn of zelden worden gemeld, maar die vaker worden ingevoerd dan bovenstaande soorten zijn Poederzakdrager (Nan;cia d11plicella, A , Av), Zwammenmot Haagbeukmot

(Triaxomera parasitella, A, (Agro tera nemoralis, VA,

Av), Av),

Weegbreesteltmot (Aspilapteryx tringipennella, VA , Nb), Hertshooisteltmot (Euspilapteryx auroguttella, Z, Av) en Pinksterbloemlangsprietmot (Cauchas rufimitrella,

VA, Av). Hiervan is enkel de Hertshooisteltmot reeds terug te vinden op de checklijst van Verboven. Van de Pinksterbloemlangsprietmot zijn er volgens de Catalogus van België enkel gegevens van voor 1980 (phegea.org). Andere, algemenere soorten die nog niet in de publicaties van Verboven staan vermeld zijn: Zwaveldominomot (Oegoconia caradjai, VA, Av), Vroege grasmot (Crambus lathoniellus, VA, Nb),

op

Honingklaver

Heverlee/Egenhovenbos

Oohan

op

30/06

Robben,

te

Av).

Dit is de meest opmerkelijke vlinderwaarneming van 2012! Deze soort is normaler wijze beperkt tot de provincies Namen, Luik en Luxemburg, waar de soort zeldzaam is. In 2009 werd de soort voor het eerst in V laanderen waargenomen te Kanne (Limburg). Geen andere waarnemingen voor V laanderen werden ingevoerd in wn.be. De dichtsbij gelegen andere waarnemingen op wn.be liggen in de Waalse Maasvallei (t.h.v. Andenne) en in de omgeving van Bergen. Dit is dus de eerste waarneming voor V laams-Brabant. Voor Brabant (incl. Waals-Brabant) zijn er enkel oude gegevens gekend

in

de

catalogus

van

België

(1980).

Vermoedelijk gaat het hier om een zwervend exemplaar gezien er in de onmiddellijke omgeving (Egenhovenbos) geen Bosrank (de waardplant van de rupsen) schijnt voor te komen.

Zandvedermot (Gillmeria ochrodactyla, VA, Nb), Hoefbladvedermot (Platyptilia gonodactyla, A, Nb),

Zuidelijke bandspanner (Nycterosea obstipata, Z)

Meidoombladroller (Archips crataegana, VA, Nb)

1 man. imago op licht op 15/08 te Neerij e/

en Gepijlde grasmot (Agriphila geniculea, VA, Av).

Doode Bemde (Bernard Misonne, Nb). Dit was de

Voor de Hoefbladvedermot staan er op phegea. org gek genoeg geen waarnemingen aangeduid

waarnemer sinds 1983. Ook Verboven (2012)

voor Brabant in de Catalogus van België.

maakt geen vermelding van deze oort.

eerste observatie van deze soort door de ervaren

De Boomklever

-

december 2012

89

.


.

.

.

. . _-,:; .

Biodiversiteit : -.t . ,., v. ", .

:

� •

.�:

'lli....L

De oort is een zeer zeldzame trekvlinder die overal kan gezien worden, maar niet elk jaar voorkomt en mee tal met

!echts enkele waarnemingen van

olitaire individuen. Ze arriveren in april of mei, maar meestal worden ze pa tussen juli en oktober gezien. De larven leven van verschillende kruidachtige Senecio, Convolvulus, Rumex and planten zoal Chrysanthe1111m. Na de behandelde periode werden nog mannetje

waargenomen op dezelfde plek op

19/10 (2 imago's, Nb) en 20/10 (1 imago, Nb). Deze waren, zoals opgemerkt door de waarnemer, naar alle waar chijnlijkheid nakomelingen van primaire migranten. Tevens werd ook op 20/10 een exemplaar waargenomen te Kortenberg (Filip Fleurbaey, Nb). Dit jaar was dan ook een topjaar voor deze soort sind de start van wn.be, met 35 waarnemingen op een 20-tal locatie in Vlaanderen. Voordien ging het jaarlijks om 1-4 locaties. Witvlekbosrankspanner

Libellen

(A 0, VA 0, Z

1, ZZ

0)

Koraaljuffer (Ceriagrion tenellum, Z) 1 v. typica op

27/07 aan de weideplas te Oud-Heverlee/Zuid (Robby Stoks, Av). De soort staat als 'Zeldzaam' aangeduid op de Vlaamse Rode lijst (De Knijf et al. 2006). Voor en tijdens de atlasperiode was de soort enkel gekend in de noordelijke delen van de Kempen, met uitzondering van één populatie in de Waalse Maasvallei (Rode lijst Wallonië: met uitsterven bedreigd). In 2003 werd voor het eerst een populatie ontdekt in de zuidelijke Kempen ( Averbode). Na de publicatie van de atlas leek de soort zich verder te verspreiden in andere provincies. In Oost-Brabant trof men individuen aan in Rosdel (2005), Het Vinne (2006) en in 2007 voor het eerst een gevestigde populatie in Walsbergen, waarna andere lokaties volgden. Dichter bij het Dijleland werd in de Vorsdonk-Turfputten (Gelrode) Koraaljuffer jaarlijks

(Melanthia

procellata,

Z)

1 imago op 18/08 te Kessel-lo/Kesselberg (Krien

gezien vanaf 2009 en in 2011 werd één exemplaar geobserveerd in het Dunbergbroek

(Holsbeek).

Hansen, Av). Een zeer zeldzame soort in België, het

De besproken waarneming in Oud-Heverlee is de

meest voorkomend in het zuidelijk deel van het land.

eerste gekende waarneming voor het Dijleland. Ook

Een aanzienlijk deel van de Vlaamse waarnemingen

in het Brusselse werd voor het eerst een waarneming

(25-tal locaties) op wn.be ligt in Vlaams-Brabant en

van deze soort gedaan in 2012. Net buiten de 'kleine

komt overeen met de verspreiding in Vlaanderen

ring' te Elsene werden verschillende exemplaren

van de waardplant (Bosrank). De soort is echter nog

waargenomen. In de Kempen komt de soort voor

niet opgenomen in de checl<lijst van Verboven (2012).

aan ondiep stilstaand (oligotroof-mesotroof) water

Andere zeldzamere macro-nachtvlinders volgens

of deze juffer een plek vindt met de juiste condities

phegea.org

om zich te vestigen in onze regio.

in heide- en veengebieden. Het is nog af te wachten zijn

Pijlkruidspanner

(Mesotype

didymata, Z, Av), Gele duinrietboorder (Chortodes fluxa, VA, Av), Kamillevlinder (Cucullia chamomillae, Z, Nb), Iepentakvlinder (Ennomos autumnaria, VA, Nb) en Psi-uil (Acronicta psi, A, Nb). Vooral de eerste drie hebben een beperktere verspreiding volgens wn.be (38-50 kilometerhokken) dan de laatste twee

(>100 kilometerhokken). De volgens phegea.org vrij algemene

Hermelijnvlinder

(Cerura

vinula,

VA, nb) is op basis hiervan zelfs zeldzamer (61 kilometerhokken). Zowel Iepentakvlinder, Psi-uil, als Hermelijnvlinder worden veel vaker in het westen van Vlaanderen gemeld dan in het oosten, net als de tevens nieuw ingevoerde en vrij algemene Bonte bessenvlinder (Abraxas grossulariata, VA, Nb), die

nog niet voorkomt op de lijst van Verboven (2012). De recente waarnemingen van Pijlkruidspanner werden wel al opgenomen in deze lijst. Waarom dat de vrij algemene Wilgenhoutvlinder (Cossus cossus, A, Nb) amper gezien wordt in Vlaams-Brabant met uitzondering van het zuid-oosten van de provincie en pa

nu in het Dijleland (Doode Bemde) gezien

wordt, maar wel erg verspreid is in de naburige Vlaam e provincies lijkt een raadsel.

90

De Boomklever

-

december 2012 2

K11n11tinbij

Foto: C/wntnl Deschepper


�.··-;,Biodiversiteit L

:::1-:A.

Vliegen en muggen (A

. ..

••

8, VA 9, Z 3, ZZ

0)

Twintig soorten vliegen en muggen (dipteren) konden in deze periode nieuw worden toegevoegd aan wn.be voor het Dijleland senso tricto. De groep waarvan in onze regio voorheen de mee te gegevens zijn verzameld zijn de zweefvliegen (Syrphidae). Hiervan waren er 4 nieuw ingevoerde soorten: Wilgengitje (Cheilosia grossa, Z, b), Withaarmelkzweefvlieg (Leucozona lucorum, VA, Nb), Tengere Korsetzweefvlieg (Neoascia tenur, VA, Nb) en Daslookgitje (Portevinia maculata, Z, Av). Voor alle vier soorten geldt echter dat ze niet zeldzaam zijn en eerder al gedocumenteerd werden door zowel De Buck (1996), als Menten (2001) in de periodes 1963-1993 en 1990-2000. Van de andere nieuw ingevoerde dipteren werden waarnemingen aanvaard van volgende oorten: Cylindrotoma distinctissima (A, Cylindrotomidae, mosmuggen), Grote Steltmug (Pedicia rivosa, Z, Pediciidae steltmuggen) en de langpootmuggen (Tipulidae) Nephrotoma flavipalpis (VA), Tipula 111na (A), Tipula lunata (VA) en Tipula pseudovariipennis (A).

Kevers (A 11, VA 72, Z 5, ZZ 2) Witlinnnnelkzweefvlieg

Foto: Wim Vernglitert

Bijen, wes.pen en mieren (A I 1, VA 16, Z 4, ZZ I) In deze periode werden er 32 nieuwe soorten Hymenoptera toegevoegd op wn.be voor het Dijleland senso stricto. Vijftien hiervan behoren tot de Apidae (bijen en hommels). De duiding laten we voor een specifiek artikel, maar we vernoemen hier toch de strafste soorten in het lijstje: Knautiabij (Andrena hattorfiana, Z, Av), Roodrandzandbij (Andrena rosae, ZZ, Av, waarneming uit 2011), Zwarte Sachembij (Anthophora retusa, Z, Av) en Gewone Langhoombij (Eucera longicornis,

Z, Nb).

Voor de andere families sommen we hier de soorten op met aanvaarde waarnemingen: Braconidae (schilswespen): Dinocnmpus coccinellne (VA) Crabronidae (graafwespen): Kameelhalswesp (Lesticn clypentn,

Z)

Stephanidae (parasitaire wespen): Stephnnus serrator (VA) Tenthredinidae (bladwespen): Clndi11s pectinicornis (A), Eutomosteth11s ephippium (VA), Tenthredo koehleri (VA), Helmkruidbladwesp (Tenthredo scrophulariae, A), Tenthredo temula (VA) en Craesus latipes (VA)

Van de 90 nieuw ingevoerde soorten waren er zeven ook nieuw voor V laanderen op wn.be. De helft van de soorten heeft minder dan 10 kilometerhokken in wn.be, maar geen enkele van deze en vele andere werden beoordeeld. We beperken on voor de vermeldingen tot de enkele soorten met aanvaarde waarnemingen en de voorheen best onderzochte kevergroepen, de lieveheersbee tje (Coccinellidae), loopkevers (Carabidae) en boktorren (Cerambycidae). Drie soorten lieveheersbeestje werden nieuw toegevoegd aan wn.be voor het Dijleland. Van het Schitterend Lieveheersbeestje (Coccinella 111ngnificn,

Z, Av) werd in het vorige nummer van de Boomklever al verslag gedaan. Deze soort werd voorheen nog nooit eerder waargenomen in het Dijleland, net al het Bosbesglanskapoentje (Hyperaspis cnmpestris, VA, Av). De laatste soort werd waargenomen aan de rand van Egenhovenbos (17 /06, Johan Robben) op bloeiwijzen van Pitrus. Bijzonder i dat dit de eer te waarneming buiten de Kempen lijkt te zijn en dat dit klein lieveheersbee tje niet in de buurt van Bosbe werd gevonden. Het Heidelieveheersbeestje (Chilocorus bipustulatus, Z, Av) i niet nieuw voor onze regio. Eerder werd deze soort al gevonden in het Rodebos (2006). Nu du ook in tuinen te Ke el­ lo/Lemingbeekvallei en Leuven/Centrum, net al eerder net over de regio grens in Linden. De Boomklever

-

december 2012

91


- - .., .....

Biodiversiteit

:

'?�-

.�, .. "

De waarnemingen van drie nieuw ingevoerde

Bruine

boktorren,

Soldaatboktor

brunneum, Z), Xylotrechus rusticus (ZZ) en Platycis min11tus (Z) werden nog niet beoordeeld, maar zijn

voorzien

identificatie

van

duidelijke

duidelijk

is

foto's

volgens

waarop

Zeegers

&

Heijerman (2008). Deze drie soorten komen niet voor in Menten (2009) en zijn dus nieuw voor de faunakennis in onze regio. Xylotrechus rusticus werd pas voor de eerste keer in V laanderen gezien in 2004 (Limburg), maar het is vooral de Bruine oldaatboktor die maar zeer weinig waarneming kent op wn.be, slechts 4 in V laanderen, waarvan één te Kraainem

(2012) en

één te Aarschot

(KJoesebos, 2011). Van de acht nieuw ingevoerde soorten loopkevers vallen vooral de waarnemingen op van de met uitsterven bedreigde Anisodactylus signatus (VA) en de zeldzame Diachromus germanus (VA) en

Pterostichus cristatus (ZZ). Deze waarnemingen zijn echter niet beoordeeld en moeten dus nog bevestigd worden. Van Anisodactylus signatus is er maar een andere waarneming op wn.be bekend. Het is ook de enigste van de drie waar er in de ruime regio geen recente (> 1980) waarnemingen van gekend zijn. Nieuw

ingevoerde

keversoorten

waarvan

aanvaarde waarnemingen werden gedaan zijn

Rupsenaaskever (Xylodrepa quadrimaculata, VA, Silphidae,

aaskevers),

Elateridae,

Ampedus balteatus

kniptorren),

Platycis

Geleedpotigen (overig) (A 6, VA 3, Z 0, ZZ 0)

(Obrium

minutus

(VA, (Z,

Lycidae, roodschildkevers) en Cassida murraea (VA, Chrysomelidae, bladhaantjes).

Van de negen nieuw ingevoerde soorten heeft enkel de Zwartkoppissebed (Porcellio spinicornis, A) een aanvaarde waarneming. De waarneming

Chinese

van

Wolhandkrab

(Eriodzeir

sinensis,

VA, Nb) in Leuven (Nb) zou, indien bevestigd, voorlopig de verst stroomopwaarts gelegen locatie zijn voor deze uitbreidende, invasieve exoot. Ook de

waarneming

Rode hooiwagen (Opilio

van

canestrinii, A) werd (nog) niet beoordeeld, maar de soort is opmerkelijk omdat ze nog maar vrij recent in Nederland voorkomt (1993) en sindsdien de Muurhooiwagen (Opilio parietinus, ZZ) zowat helemaal heeft verdreven (ook geen waarnemingen op wn.be). De Muurhooiwagen was zelf een soort die van oorsprong niet voorkwam in Nederland en een eeuw geleden verscheen.

Weekdieren en overige ongewervelden (A 3, VA 2, Z 0, ZZ I) Zeven soorten van deze groep werden nieuw ingevoerd

voor

het

Dijleland

senso

stricto.

Hiervan bestaan er aanvaarde waarnemingen voor

Gewone struikslak (Fruticicola fruticum, VA), Schildersmossel (Unio pictorum, A) en Gekielde loofslak (Hygromia cinctella, ZZ). Al werd de aanvaarde waarneming van de gekielde loofslak pas gedaan in oktober (19/10, Egenhovenbos, Erik Toorman). De waarnemingen van deze soort in de Ijsevallei (31/07 en 02/08, Tom Van den Neucker) werden

nog

niet

beoordeeld.

De

Gekielde

loofslak zou een adventief zijn, afkomstig van het zuidwesten van Frankrijk tot Slovenië.

Wantsen en cicaden (A 3, VA

9, Z

0, ZZ 0)

Er werden twaalf nieuwe soorten toegevoegd in deze periode, maar geen enkele waarneming werd beoordeeld.

Paddenstoelen (A 3, VA 28, Z 24, ZZ

I)

Er werden 56 nieuwe paddenstoelen en schimmels toegevoegd voor het Dijleland senso strico. De waarnemingen van de in V laams-Brabant matig

Insecten (overig) (A 0, VA 2, Z 2, ZZ O)

algemene Bleekgele russula (Russula farinipes, Z, Nb) gebeurde reeds in 2007 maar werden nu

Vier soorten uit deze groep werden toegevoegd voor de regio op wn.be. Drepanepteryx phalaenoides (VA, Av) behoort tot de familie van de bruine gaasvliegen

(Hemerobiidae)

en

is

in

rust

gecam?ufle�rd als een dor blad. Hydropsyche angustzpennzs (VA, Av) is een schietmot (Hydropsychidae). Aulops alpina (Z, Av) komt uit de familie van de schorpioenvliegen (Panorpidae) en Xanthostigma xanthostigma (Z, Av) behoort tot de Raphidioptera (kameelhalsvliegen).

92

De Boomklever

-

december 2012

pas voor het eerst ingevoerd. Deze soort staat als Kwetsbaar op de Rode lijst van Nederland. Een groot deel van de ontdekkingen in deze periode werd gedaan in Kortenberg/Merode (26 soorten). Andere

gebieden

met

meerdere

soorten

die

voor het eerst werden ingevoerd zijn Tervuren/ Park

en

Zoniënwoud

Stad

(5

soorten),

soorten),

(9

soorten),

Overijse/

Heverlee/Egenhovenbos

(3

Laanvallei/Onderbos (3 soorten) en

Meerdaalwoud (3 soorten).


·-

··::.:_,.Biodiversiteit ""';t_r'I �·;.; .-

In deze periode werden 11 Roesten en' meeldauwen'

Dit i

voor het

het

Nederland is de soort ook zeer zeldzaam gekend

verschijnen van een nieuw standaardwerk over

van slechts 1 hok volgens de Nederlandse online

de Roesten van Nederland eind 2011 hiermee iets

verspreidingsatlas.

eerst ingevoerd. Mogelijk heeft

de

enigste

waarneming

Knotsku

op

wn.be!

entjeszwam

In

werd

te maken. Omdat naar deze groep in het verleden

echter al in de jaren '60 al

zeer weinig gekeken werd door mycologen en de

België

paddenstoelatlassen geen locaties vermelden voor

op verschillende plekken in het Zoniënwoud,

deze groep, sommen we hier de enkel de soorten

waaronder

op die nog niet werden vermeld in de atla

Fraiture 2010). Deze soort is een bodembewonende

van

Vlaams-Brabant: Weegbreemeeldauw (Podosphaera

opgemerkt

door

Tervuren

nieuwe soort voor

Brussel e

mycologen

(Heinemann

1969,

fide

saprotroof van naaldbomen en -struiken.

plantaginis, VA, Nb), Sleedoornmeeldauw (Erysiphe

Nb),

Z,

Vrouwenmantelmeeldauw

Volgende acht soorten zijn gekend voor Vlaams­

(Podosphaera aphanis, Z, Nb) en Macrocyclische

Brabant, maar er bestaan geen recente gegeven van

muskuskruidroest (Puccinia albescens, Z, Av).

deze soorten uit het Dijleland .s.:

Buiten de deze roesten en meeldauwen zijn er

Grijswit

nog vier nieuwe soorten die eerder niet vermeld

VA) 1 ex. op 29/04 te Heverlee/ Egenhovenbos

prunastri,

werden voor Vlaams-Brabant:

houtschijfje

(Propolomyces

versicolor,

(Ralph, Av). Gevonden op populier. Ver chillende waarnemingen op wn.be in de provincie Antwerpen

Versierd

rouwkorstje

subtestacea,

(2008-2012). Hierbuiten enkel deze waarneming en

VA) 1 ex. Op 25/07 te Tervuren/Park (Willi Sas

één locatie aan de Westkust (2008). Volgens de atlas

(Tomentella

ea, Nb.) Microscopisch onderzocht door Hubert

van Vlaams-Brabant zeer zeldzame soort die net

De Meulder. Op wn.be werd eerder enkel een

buiten de regio eerder gezien werd te Lovenjoel/

waarneming

Bruulbos (1986) en Kampenhout/Torfbroek (1987).

genoteerd.

uit

In

2011

te

Nederland

Sint-Genesius-Rode is

deze

soort

zeer

zeldzaam en voorkomend op rijke zand in loofbos

Grijswit houtschijfje is een saprotroof op dode takken van loofbomen.

en ook op rijke, vochtige klei in naaldbos. Het is een saprotroof op hout en vormt mogelijk ook

Vingerhoedje (Verpa conica, ZZ) 50

ectomycorrhiza.

Meerbeek (Geert Bleys, Av). Op 01/05 beve tigd

èX.

op 30/04 te

door een andere waarnemer langs dezelfde bosrand Hulstschoteltje

op

25/08 te

(Phacidium multivalve, Kortenberg/Merode

Z) 1 ex

(Roosmarijn

(Ralph, Av). Op wn.be met uitzondering van deze locatie enkele waarnemingen in West-Vlaanderen

Steeman, Nb). Dit is de enigste waarneming voor

en in het zuidelijk deel van het land (2003-2012).

Vlaams-Brabant op wn.be. Eerder op het jaar

In de atlas van Vlaams-Brabant staat enkel een

werden vier waarnemingen gedaan in de provincie

waarneming uit Ezemaal (2008). Het Vingerhoedje

Antwerpen. In Nederland is de soort zeldzaam. Ze

staat op de Belgische rode lijst in de categorie

komt voor op afgevallen bladeren van Hulst (llex).

'Bedreigd'. Het is vermoedelijk een saprotroof op humeuze bodem in loofbossen, struwelen en tuinen.

Verborgen hertenzwam (Pluteus exiguus, Z) 1 ex.

op 05/09 te Kortenberg/Merode (Willi Sas e.a.,

Ribeszwermkommetje (Godronia ribis, Z) 1 ex.

Nb). Microscopisch onderzocht door Greet Van

waarvan herbariummateriaal werd ingezameld op

Autgaerden. In de atlas van Vlaams-Brabant staat

06/05 te Overijse (Ralph, Nb). Enkel in Boutersem/

deze soort aangeduid als een soort die uniek is voor

Snoekengracht

het Brusselse gewest. De enige andere waarneming

genoteerd op wn.be (2011 en 2012). In de atlas van

van deze soort op wn.be gebeurde in West­

Vlaams-Brabant staat een enkele locatie, te Meldert/

Vlaanderen (2008). In Nederland is de soort zeer

Meldertbos (2004). Het Ribeszwermkommetje is

zeldzaam en staat ze op de Rode lijst als Gevoelig

saprotroof op takken van Aalbes (Ribes).

werd

deze

oort

voorheen

al

aangeduid en komt ze voor op kalkrijke leem of rijke klei in loofbos op een humusarm substraat.

Boterbloemschijfje (Leptotrochila ranunculi, Z) 1

ex. op 05/09 te Kortenberg/Merode (Willi Sas e.a., Knotskussentjeszwam (Podostroma alutaceum, Z)

Nb). Hiernaast bestaan op wn.be van de soort enkel

1 ex. op 25/07 te Tervuren/Park (Willi Sas e.a.)

waarnemingen in West-Vlaanderen (2007 en 2009)

is microscopisch onderzocht en materiaal werd

en telkens één locatie in Oost-Vlaanderen (2005) en

bewaard.

Antwerpen (2010).

De Boomklever

-

december 2012

93


Biodiversiteit � �·

,.}

Op de Nederlandse online verpsreidingsatlas staat één enkel hok aangeduid na 1990 in het zuiden van Limburg. De atla deze

oort al

regio

van Vlaams-Brabant vermeldt

zeer zeldzaam met net buiten onze

waarnemingen

(1987)

te

Kampenhout/Torfbroek

en Wezemaal/Wijngaardberg (2004). Het

Vurige

Franjehoed

(Lacrymaria

pyrotricha,

Z)

1 ex. op 29/09 te Tervuren/Park (Ralph, Nb). Met uitzondering van een waarneming uit de provincie Namen komen alle andere ingevoerde waarnemingen van deze soort uit het Zoniënwoud en aangrenzende bossen te Hoeilaart en Brussel

Boterbloemschijfje is een parasiet op bladeren van

(2009-2012). Ook in de atlas van Vlaams-Brabant

boterbloem (Ranunculus).

(status zeer zeldzaam) staan enkel waarnemingen uit deze omgeving opgesomd (1996, 2003, 2009),

(Brevicellicium olivascens,

maar geen enkele binnen het Dijleland senso

VA) 1 ex. op 05/09 te Kortenberg/Merode (Willi

stricto. D e soort is ook in Nederland zeer zeldzaam

Sa

en staat daar op de rode lijst in de categorie

Grauwgeel Dwergkorstje e.a.,

Nb).

Microscopisch

onderzocht

door

Greet Van Autgaerden. Net buiten de regio werd

'Ernstig Bedreigd'.

de

Nieuwe, als zeker aangeduide soorten die niet

oort door dezelfde waarnemers eerder op het

jaar ook opgemerkt te Kampenhout/Hellebos en

onder

Lovenjoel/Bruulbos. Het Grauwgeel Dwergkorstje

maar wel zeer zeldzaam zijn in Vlaams-Brabant

wordt relatief veel genoteerd in vergelijking met

zijn:

de andere soorten in deze opsomming, van ruim 30

VA,

kilometerhokken, het grootste deel uit het centrum

albidus, Z), Sphaeropsis sapinea (Z,

van Vlaanderen

puntkogeltje

(Antwerpen

en

mindere

mate

bovenvernoemde

categoriën

(Orbi/ia

Trechterwasbekertje Nb),

cyathea,

(Hymenoscyphus

Essenvlieskelkje

(Mycosphaerella

vallen,

Nb),

Gewoon

punctiformis,

VA,

Vlaams-Brabant). Op Vlaams-Brabantse schaal is

Nb ),

de soort 'maar' zeldzaam. Toch werd deze soort

Nb) en Tweekleurige Korstzwam (Laxitextum

Appelrotkelkje (Monilinia fructigena, VA,

voorheen nog niet binnen de grenzen van het

bicolor, VA,

Nb).

Volgende nieuwe soorten zijn

Dijleland senso stricto gezien. Wel net buiten de

zeldzaam in het Leuvense, maar zijn op schaal van

regio te Kampenhout/Torfbroek (1987), Hoeilaart/

Vlaams-Brabant niet zeer zeldzaam (zeldzaam

Zoniënwoud (1997) en Lovenjoel/Bruulbos (2004).

tot

Deze zwam is een saprotroof op loofhout, maar

(Agaricus comtulus, VA, Av), Echt Moederkoren

oms ook op naaldhout.

vrij

(Claviceps

algemeen):

Kleine VA,

purpurea,

Champignon

Nb),

Bruinzwarte

Stekelkorstzwam (Mycoacia fuscoatra, VA, Nb),

Priemharig korstje

(Subulicystidium longisporum,

(Cheilymenia

Gaffelborstelbekertje

crucipila,

e.a., Nb). Microscopisch onderzocht door Hubert

Nb), Witte ridderzwam (Tricholoma album, VA, Nb), V lakke essenkogelzwam (Hypoxylon

Z) 1 ex. op 05/09 te Kortenberg/Merode (Willi Sas

Z,

De Meulder. Net buiten de regio werd de soort

petriniae, Z, Nb), Fluweelhertenzwam (Pluteus

door dezelfde waarnemers eerder op het jaar ook

podospileus,

opgemerkt te Kampenhout, zowel het Weisetterbos

(T helephora pa/mata,

al Hellebos. De verspreiding op wn.be is gelijkaardig

Korstzwam en de Stinkende Franjezwam staan op

aan

de Belgische Rode lijst in de categorie 'Bedreigd'.

die

van

Grauwgeel

Dwergkorstje

(zelfde

VA)

en

Stinkende

Z,

Nb).

franjezwam

De Tweekleurige

waarnemerseffect?), maar met iets minder gevonden kilometerhokken (24). Ook deze soort is zeldzaam in Vlaams-Brabant, maar wellicht algemener dan waarnemingen doen vermoeden. Het Priemharig

Mossen en Korstmossen

korstje is een saprotroof op loofhout.

(A

Dottergeel Borstelbekertje

Eén soort mos en elf korstmossen werden in

(Cheilymenia oligotricha,

Z) 1 ex. op 05/09 te Kortenberg/Merode (Willi Sa

e.a., Av). Herbarium materiaal werd hiervan

9, VA 3, Z

0, ZZ 0)

deze periode nieuw toegevoegd. korstmossen

erg

beperkte

In de voor

Floradatabank

bewaard en microscopisch onderzocht door Greet

kunnen nog geen waarnemingen van deze elf

Van Autgaerden en Hubert De Meulder. Gevonden

soorten worden teruggevonden. Het Gekroesde

tu sen brandnetels op vochtig, verstoord, aangerijkt

Haarmuts

terrein. Op wn.be slechts 5 locaties genoteerd

werd volgens die databank wel al genoteerd op

waarvan 4 in Vlaams-Brabant en 1 in Antwerpen.

vier plaatsen in onze regio tussen 1997 en 2006.

In de atlas van Vlaams-Brabant staat de soort als zeer zeldzaam vermeld met twee waarnemingen buiten onze regio. Het is normaal een saprotroof op populier (Populus). 94

De Boomklever

(Orthotrichum

pulchellum,

VA,

Van de nieuw ingevoerde korstmossen zijn er op dit moment aanvaarde waarnemingen voor de Platte Citroenkorst (Caloplaca aurantia, VA) en de Stoffige Citroenkorst (Caloplaca decipiens, A).

-

december 2012

Av)


�1�Biodiversiteit ·-.,r,�:"'··-

Planten

(A

5, VA 30, Z 2 4, ZZ

7)

Watertorkruid (Oenanthe aquatica, A) 1 ex. op 15/05 te

Sint-Joris-Weert/Doode-Bemde (Paul & Krista Nuyts). In totaal werden ingevoerd

in

er

deze

65 nieuwe plantensoorten periode.

Bijna

van dit aantal (40/ 65) is uitheem

twee

derde

en incidenteel

ingevoerd en nemen we niet in aanmerking voor een gedetaileerde bespreking. De gebieden waaruit de meeste 'nieuwe' soorten werden ontdekt in de besproken periode zijn Abdij van Park (13), Leuven/ centrum (9), de Doode Bemde (8), de omgeving van het rangeerstation ten noorden van Leuven (6), Meerdaalwoud (5), Egenhovenbos (3) en Neerijse/ Ganzeman (3). Nieuw

in de categorie ' Achteruitgaand' op de Rode lij t omdat er sinds vorige perioden een regres ie van deze soort is gebeurd in delen van de Kempen en de Leem treek. In de Leemstreek is deze soort nu (erg) zeldzaam. Watertorkruid groeit min of meer solitair in verlande of dichtgeslibde sloten en poelen, in afgesneden riviermeanders of in diverse andere, minstens tijdelijk watervoerende laagten en

loten. Deze plant

taat

vaak buiten het bereik van grazers en verdraagt een brak water en het droogvallen van de groeiplaats tijdens de zomer. De Floradatabank bevat gegevens

genoteerde

soorten

verwilderde

zijn

in

ons

beschouwd

worden

als

die

al

langere

(>1800)

land

tijd

en

'ingeburgerd',

nu

maar

zeer zeldzaam zijn volgens de Flora-atlas van Vlaanderen

Watertorkruid is algemeen in Vlaanderen, maar taat

zijn

o.a.:

Vroeg

havikskruid

s.l.

(Hieracium glaucinum, ZZ, Nb), Gele maskerbloem

uit Tervuren uit 1953, al ook het uurhok (4x4km) ter hoogte van (Oud)-Heverlee uit de periode 1940-1971 en uit 1980. Al i

de laatste waarneming niet met

zekerheid toe te schrijven aan dit hok ('bij voorkeur ') en is dat vermoedelijk de reden waarom de soort niet werd opgenomen in de atla van het Dijleland.

(Mimulus guttatus, Z, Av), Draadgierst (Panicum capillare, VA, Av), Lange ereprijs (Veronica longifolia,

Zilte schijnspurrie (Spergulnria salinn, VA) 1 ex op

Z) en Peterseliebraam (Rubus laciniatus, VA, Nb).

18/06

te

Wilsele/ Aarschotsesteenweg,

onder

de

Wilde kievitsbloem (Fritil/aria meleagris, ZZ, Av)

E314 (Dirk en Walda Hennebel). Een waarneming

was vroeger inheems in onze contreien in drassige

uit 2011 aan de andere kant van de straat door de

graslanden, maar verdween aan het eind van de 1 <)de

zelfde waarnemers werd met terugwerkende kracht

eeuw. In Nederland is de soort sterk afgenomen en nu

ook als met zekerheid deze soort gedetermineerd.

beschermd, hoewel in vele gebieden verwilderd. In

Zilte schijnspurrie is een zogenaamde pekeladventief

Vlaanderen is de Wilde kievitsbloem tegenwoordig

('bermhalofiet'), die profiteert van het strooien van

terug

zout tijdens de winter en sinds de tweede helft van de

verwilderd (o.a. Silsombos). Veenpluis (Eriophorum

jaren '90 ook in Brussel en Wallonië te vinden i . Het

Nb) en Veldsalie (Salvia pratensis,

is een eenjarige soort, die een sterke milieudynamiek

Z) zijn in oorsprong inheems en komt nog elders in

kan verdragen. Ze is vrij algemeen op zouthoudende

Vlaanderen voor. Er zijn historische waarnemingen

gronden, vnml. van de polders afkom tig.

in

sommige

natuurreservaten

angustifolium, VA,

ook

in het Dijleland gekend van deze planten, maar de eerste gemelde waarnemingen op wn.be voor onze regio zijn verwilderde of waarschijnlijk ingezaaide exemplaren. Over de in Vlaanderen uiterst zeldzame Bosvogelmelk (Ornithogalum pyrenaicum, ZZ,

Nb) is

er twijfel of deze inheems is in Vlaanderen en bestaat er ook nog twijfel over de juiste determinatie en wilde oorsprong van de enige melding voor onze regio.

Moeraszuring

(Rumex palustris,

VA) 1 bloeiend

ex. op 03/07 te Heverlee/ Arenbergpark (T homas Vandenberghe, Nb). Dit is een soort die vrij algemeen is in Vlaanderen en uitbreidt, maar nog zeer weinig verspreid is in de Leemstreek. Haar ecologische eisen zijn gelijkaardig aan de iets minder algemene, maar tevens uitbreidende Goudzuring die vaak

amen

met Moeraszuring wordt gevonden. De twee soorten De

waarnemingen die in

meer

detail worden

kunnen ook met elkaar verward worden wanneer het

besproken zijn observaties van spontaan gegroeide

om jonge, pas bloeiende planten gaat. Moeraszuring

exemplaren van inheemse soorten voor Vlaanderen

kan aangetroffen worden in en langs een brede

(aanwezigheid gekend voor 1800), hoewel sommige

waaier van stilstaande of traagstromende, eutrofe,

standplaatsen

soms enigszins zilte wateren. Als adventiefplant

zijn,

zoals

sterk

door

de

spoorwegterreinen

mens en

beïnvloed

-bermen.

De

volgende soorten werden niet opgenomen in de

schiet de soort nu en dan op in wat drogere, ruderale milieus, zoals braakland of omgewoelde grond.

verspreidingsatlas van de planten in het Dijleland (1975-2002) of enkel met een waarneming buiten het

Mottenkruid (Verbascum blattnrin, Z) 1 bloeiend e . op

Dijleland en zijn dus nieuw voor onze regio of zijn

28/07 te Heverlee/ Abdij van Park (Kri Vandegoor,

enkel gekend van historische waarnemingen:

Nb). Deze toorts is zeer zeldzaam in Vlaanderen De Boomklever

-

december 2012

95


: :+JO;

Biodiversiteit �l�:­ �t·�t ...

.

Vlaanderen bevindt zich aan de noordwestgrens van het areaal van Mottenkruid. De recente toename van de oort volgt dezelfde trend als die van vele andere \Varmtem.innende soorten die houden van kalkrijke, ten.ige grond en die op antropogene groeiplaatsen,

Donderkruid

(Inula

Z).

con yzae,

2

bloeiende

ex. op 02/ 09 langs de spoorweg thv. Heverlee/ Egenhovenbos

(Johan

Robben,

Av).

Een

in

Vlaanderen vrij zeldzame plant die voorkomt in open struwelen, struweelranden en zomen

zoal

van bossen op voedselarme, kalkrijke, droge of

de meeste vindplaatsen zijn eerder adventief dan oorspronkelijk wild. Het lijkt op basis van de vindplaats (enkele tientallen meters van de

kalkrijk zand, kalkrijke leem, als stenige bodems.

spoorwegterreinen een alternatief hebben gevonden voor hun oorspronkelijk m.ilieu. Veruit

poorweg) erg waarsch.ijnlijk dat deze waarnem.ing ook in deze categorie kan geplaatst worden.

vochtige bodem. Donderkruid groeit zowel op Behalve op natuurlijke standplaatsen, wordt deze soort af en toe gevonden op spoorwegterreinen en mijnterrils. In Vlaanderen komt Donderkrµid het meest voor in de duinen en het Maasdistrict, elders is ze veel zeldzamer. In de Voerstreek en het

vijf

zuidoosten van de leemstreek is ze vrij algemeen.

(Jorg

Te Hoeilaart/Groenendaal zijn er nog recente

Lambrechts, Robin Guelinckx, Van Acker Kasper

gegevens bekend (1999), maar voor het Dijleland

en Tobias Ceulemans, Av), tot 99 ex. op m.instens

s.s. dateren de laatste gegevens van voor 1975.

Dwergbloem

(Centunculus

waarnem.ingen

van

6/08

Z):

mmzmus,

t.e.m.

11/10

drie plekken in het door ANB beheerd deel van het Militair Domein in het Meerdaalbos (Haasrode).

Naast Dwergbloem, Mottenkruid en Duifkruid

De dwergbloem is een m.in.iscuul eenjarig plantje

zijn er nog een aantal rode lijstsoorten in het rijtje

dat

nieuw ingevoerde soorten, maar h.iervan zijn wel

gedijt

in

pion.iersvegetaties

op

natte

tot

vochtige, voedselarme, zwak zure, vooral zandige

eerdere 'recente' waarnem.ingen in het Dijleland

bodems. Ze verk.iest n.iet de grote, open n.ieuwe

gekend:

pion.iersterreinen, maar eerder kleine open plekken in schrale, grazige vegetaties, zoals in heischrale

Buntgras (Cory nephorus canescens, A ) 1 ex. op 13/07

graslanden. Dit plantje is sterk achteru.itgegaan

te Heverlee/Oost (Dirk en Walda Hennebel, Av), in

inds de periode voor 1940 en is in nu Vlaanderen

een spoorwegberm. Dit gras staat op de rode lijst

uiterst zeldzaam, met uitsterven bedreigd en staat

in de categorie ' A chteruitgaand'. Het is een pionier

dan ook op de rode lijst ('Bedreigd'). Op wn.be zijn

van stu.ivende, zure zandgronden, zonder of met

er een vijftal andere locaties van deze soort gemeld

een geringe hoeveelheid organisch materiaal. De

sinds 2008. Vergeleken met de Verspreidingsatlas

stu.ivende du.inen van het binnenland, in heiden of

(2006) is de soort bijkomend ook in het Buitengoor

langs rivieren vormen in Vlaanderen het optimale

(Mol)

de

milieu. Het hoofdverspreidingsgebied ligt dan

dwergbloem vrij onopvallend is kan zij nog in meer

ook in de Kempen en duinen aan de (West)kust.

gebieden voorkomen dan nu gekend.

Door het verdwijnen van zandige bermen langs

recentelijk

ontdekt.

Maar

gezien

wegen of het volledig dichtgroeien ervan met hoog Duifkruid (Scabiosa columbaria, Z) 1 bloeiend ex.

opgaande grassen, is buntgras uit grote delen van

op

(Robert

het landelijke gebied verdwenen. Net buiten de

Gysbertsen & Marc Lehouck). Gevonden op het

regio komt de soort voor in de zandgroeve van

dak van het Ecocentrum. Deze werd n.iet door de onderhoudsploeg uitgezaaid, maar het is n.iet helemaal uitgesloten dat anderen dit wel

Nethen. In het Dijleland was de soort voordien

07/08

te

Kessel-Lo/Leopoldspark

gedaan hebben (pers. med. Marc Lehouck). Een zeer zeldzame plant in Vlaanderen. Duifkruid is

eigenlijk een ondersoort van S. columbaria (subsp. columbaria), maar de andere ondersoort (subsp. pratensis, Weidescabiosa) komt n.iet voor in Vlaanderen. De twee ondersoorten verschillen beiden

in tandplaats en bloeitijd. Duifkruid voor in droge, voedselarme, kalkrijke hellinggra landen, dikwijls op vrij rotsachtig ub traat. In Vlaanderen komt de soort vooral voor in graslanden op zonnige plaatsen op kalkgrashellingen in de Voerstreek, in Droog­

komt

Haspengouw en in dijkgraslanden langs de Maas. 96

De Boomklever

-

december 2012

gekend uit drie k.ilometerhokken, waarvan slechts één in het Dijleland s.s. (Florival, 2000). Melige toorts (Verbascum lychnitis, Z) 1 ex. op

08/07

op het

spoorwegplateau

ten

noorden

van Leuven (Dirk en Walda Hennebel, Av). Deze soort uit de categorie 'Zeer zeldzaam' heeft een uitgesproken voorkeur voor warme, kalkhoudende natuurlijke

standplaatsen.

standplaatsen

Ze

vooral

komt

op

voor

in

zoomvegetaties. In Vlaanderen staat ze vooral op antropogene standplaatsen, zoals spoorweg- en industrieterreinen en opgespoten terreinen. Het aantal groeiplaatsen is wel toegenomen, maar populaties lijken minder lang stand te houden dan


:,,_-:·..

-

Biodiversiteit � ....F

sommige andere toortsen. Vermoedelijk i

14

.,.; �

.

melige

Bochtig havikskruid (Hieracium maculatum, Z)

winters.

1 ex. op 15/ 06 te Leuven/ Centrum (Ka per Van

Melige toorts werd reed vroeger genoteerd in de

Acker). Deze soort komt voor op verspreide

toorts

gevoeliger

voor

koude,

natte

omgeving van de waarneming die nu gedaan werd

locatie in Vlaanderen, maar blijft zeer zeldzaam.

(1990).

Bochtig

havikskruid

groeit

in

uiteenlopende

habitats, die weinig met elkaar gemeen hebben, Grote

centaurie

vegetatief

op

(Centaurea

26/09

te

Bemde (Kris Vandegoor,

scabiosa,

Z)

1

ex.

behalve dat de bodem droog en kalkarm i , maar

Oud-Heverlee/Doode

niet zuur, en dat de vegetatie open i van structuur

Nb).

en vrij van strooisel. Heeft een voorkeur voor

Behoort tot de

categorie 'Zeer zeldzaam'. Deze plant geeft de

hellende terreinen, zoal

voorkeur aan plaatsen met veel licht. Andere milieu­

holle wegen. De meeste vindplaat en liggen in de

eisen zijn droge, voed elarme, stikstofarme en

leem treek, waarvan één gekende waarneming

kalkhoudende bodems. Groeiplaatsen die aan die

aan de oostrand van Leuven (1989). Van deze soort

voorwaarden voldoen, situeren zich in gra landen,

i

wegbermen, braakland of soms in graanakkers.

Wellicht omdat ze over het hoofd werd gezien of

taluds, afgravingen en

voor 1979 geen enkele observatie genoteerd.

De meeste vindplaatsen in Vlaanderen liggen

verward met dicht havikskruid, die door sommige

in Haspengouw en, daarbij aansluitend, in de

auteur als één enkele soort wordt behandelt.

Maa vallei en de Voer treek, al ook in de duinen tussen Bredene en De Haan. Buiten deze gebieden stelt men een beperkte toename vast, meestal

Andere

langs spoorwegen en stations waar de plant eerder

bovengenoemde

als adventief beschouwd wordt. De besproken

voorheen slecht één kilometerhok in het Dijleland

inheem e

oorten

categoriën

die

niet

in

vallen,

maar

met

waarneming ligt binnen 200m van een spoorweg.

na 1975 zijn Wateraardbei (Comarum palustre, VA,

Ook de enige waarneming die zeker voordien in

Nb), Absintalsem (Artemisia absinthium, Z, Nb),

onze regio bekend was was spoorweggebonden

Zompzegge

(1990). Al zijn er ook gegevens uit de regio bekend

(Onopordum acanthium, VA, Av). Soorten met enkele

(Carex curta,

Nb), Wegdistel

VA,

uit de 19e eeuw die met enige onzekerheid toe te

hokken, vaak aaneengrenzend zijn Elzenzegge

wijzen zijn aan uurhokken in onze regio, nl. de

(Carex

omgevingen van Kessel-lo en (Oud-)Heverlee.

(Herniaria glabra, VA, Av), Muizenstaart (Myosurus

VA,

elongata,

minimus,

Z,

Av)

en

Av),

Kaal

Kleine

breukkruid

duizendknoop

(Persicaria minor, A, Nb). Meer verspreid, maar Vogelnestje (Neottia nidus-avis, ZZ), twee locaties

nog steeds minder voorkomend dan de re t van

met resp. 50 en 200 ex. op 25 en 27/05 te Kessel-lof

V laanderen zijn

Leopoldspark (Sven Goethals, Av) met als biotoop

VA, Av ), Rietzwenkgras (Festuca arundinacea, A,

loofbos

op

voedselrijke

gronden.

Deze

Amandelwilg

(Salix

triandra,

rode

Av), Grof hoornblad (Ceratophyllum demersum,

lijstsoort behoord tot de categorie 'Bedreigd' en is

A, Nb), Witte munt (Mentha suaveolens, Z, Nb).

uiterst zeldzaam in Vlaanderen. De achteruitgang

De enigste twee inheemse soorten waarvoor geen

dateert reeds van voor W O IL Het is een typisch

enkel criterium valt op te noemen die zou kunnen

schaduwminnende soort die vooral voorkomt in

gebruikt worden om ze aan te duiden al

erg

vochtige loof- en naaldbossen, met een voorkeur

bijzonder zijn Grote bevernel (Pimpinella major,

voor beukenbossen. De strooisellaag mag echter

VA,

niet te dik zijn en de ondergroei niet te dicht, de

Av). Het feit dat ze nu pas worden ingevoerd is

bodem dient neutraal tot zelfs basisch te zijn.

echter ook bijzonder te noemen.

Hoewel deze orchidee geen bladgroen heeft, vereist

Nb)

en Plat beemdgras (Poa compressa, VA,

het toch enig zonlicht op zijn standplaatsen. Soms wordt het dan ook in bosranden en beschaduwde weiden aangetroffen. In België groeit ze vooral in beukenbossen in Wallonië. In Vlaanderen is

Algen en Wieren (A

1,

VA

1, ZO, ZZ

0)

Brokkelig kransblad (Chara contraria, VA, Nb)

de verspreiding beperkt tot de Voerstreek en het

en Gewoon kransblad (Chara vulgaris, A, Nb)

Brabants leemplateau in o.a. Zoniënwoud (recent

werden toegevoegd.

te Groenendaal) en het Rodebos (1998). Maar ook in Kessel-lo werd deze soort in 1998 genoteerd op een voormalige stortplaats dat verbost was. Vogelnestje kan jaren ondergronds zich voortplanten zonder in die tijd bovengrondse stengels te vormen.

De Boomklever

-

december 2012

97


-

.

-- - --- -

Biodiversiteit

... �.--

··

.

....

·

Referenties Bellmann, H. 2010. Spinnen van Europa. De Fontein/Ttrion Uitgevers, Utrecht. Pp 431 Bergman , B. 2012. De Big Jump van de Waterspreeuw. De Boomklever 40 (3): 57 - 58 Berwaert , K. 2012. Eerste waarneming van het Schitterend lieveheersbeestje voor het Dijleland. De Boomklever 40 (3): 47 - 48. Boer , K. 2011. De resultaten van de tellingen in de winter van 2010/2011. Chiropcontact 17 (4): 6-11. De Buck, 1996 "

. (1996) "Zweefvliegen" in Jaarbulletin

atuur in het Dijleland", 44-52 De Vrienden van

Heverleebo en Meerdaalwoud V.Z.W. De Knijf, G., Anselin, A., Goffart, P., Marc, T. Eds. 2006, De Libellen (Odonata) van België: verspreiding - evolutie

Van Landuyt, W., Hoste, W., Vanhecke, L., Van den Bremt, L., Vercruysse, W., and De Beer, D., eds. 2006. Atlas van de flora van V laanderen en het Brussels Gewest. Instituut voor natuur- en bosonderzoek/ Nationale plantentuin van België, Brussel, pp 687. Verboven A. 201la. De dag- en nachtvlinders (Lepidoptera) van het Dijleland Deel 1: M ycropterigidae (Oermotten) tot en met Lyonetiidae (Sneeuwmotten). De Boomklever 39 (1): 12-15. Verboven A. 2011b. De dag- en nachtvlinders (Lepidoptera) van het Dijleland Deel Il: Ethmüdae tot en met de Choreutidae (Glittermotten). De Boomklever 39 (3): 63-68. Verboven A. 2011c. De dag- en nachtvlinders (Lepidoptera) van het Dijleland Deel III: Epermeniidae

- habitat , Libellenwergkroep Gomphus i.s.m. Instituut

(Borstelmotten) tot en met de Pieridae (Witjes).

voor

De Boomklever 39 (4): 106-108.

atuur- en Bosonderzoek, Brussel, pp. 368

Desender, K, Dekoninck, W., Maes, D. m.m.v. Crevecoeur,

Verboven A. 2012. De dag- en nachtvlinders van het

L., Dufrêne, M., Jacobs, M., Lambrechts, J., Pallet, M.,

Dijleland Deel V: Geometridae. De Boomklever 40 (3): 52-56.

Stassen, E., Thys,

. 2008. Een nieuwe verspreidingsatlas

van de loopkevers en zandloopkevers (Carabidae) in België. Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bo onderzoek 2008 (INBO.R2008.13). Instituut voor atuur en Bosonderzoek, Brussel. pp. 184

Z eegers, T. & Heijerman T. 2008. De Nederlandse boktorren (Cerambycidae). Nederlandse Entomologische Vereruging , Nederlands C entrum voor Biodiversiteit en EIS-Nederland. Pp. 120

Fraiture, A. 2010. Les recherches mycologiques en Forêt de Soigne . Revue du Cercle de Mycologie de Bruxelles 10: 5-14. Heinemann, P. 1969. Podosfro111n n/11tnce11111, Hypocréacée nouvelle pour la Belgique.

nt. be/ges 50 (3): 141-144.

Lorent, j. & Vercoutere, B. 2003. Toen het Dijleland nog jong wa . Een reconstructie van het landschap van voor

Websites en online nieuwsbrieven

Belgische waarnemingssite: http://www.waamemingen.be Introductieprogramma Otter in Nederland: http://www.otter.wur.nl/N L / Laatste+nieuws/

19 0. De Vrienden van Heverleebos en Meerdaalwoud

Online berichten over de recente observaties van otter

i.s.m. Brakona, Leuven.

in V laanderen: http://www.natuurbericht.be en INBO

Menten, j. 2001. Zweevliegenlijst Dijleland (online nog

Marternieuws 8 - oktober 2012

steed be chikbaar op http://members.multimania.nl/

Atlas van de micro-nachtvlinders in Nederland:

Wielewaal_Leuven/zweefvliegen.html) Menten J. 2009. Boktorren van het Dijleland. De Boomklever 37 (3): 72-77. Steeman, R., Langendries, R., Monnens, R., Buelens, G., De Pauw, S., Walleyn, R. eds. 2006 Paddenstoelen in de regio Leuven 1981-2004.

atuurpunt Studje, Mechelen pp.

431. Steeman, R., Asperges, M., Buelens, G., De Ceuster, R., Declercq, B., Kjszka, A., Leysen, R., Meuwi , T., Monnens, J., Robijns, j. Van den Wijngaert, M., Van Roy, j., Veraghtert, W., Verstraeten, P. Eds. 2011. Paddenstoelen in Vlaams-Brabant en het Brussels Hoofd tedelijk Gewest, 1980-2009, Verspreiding en ecologie. Natuurpunt Studie, Mechelen. pp. 728. Stuckens, J. & Vercoutere, B., eds. Verspreidingsatlas van de planten in het Dijleland 1975-2002, Een uitgave van Vrienden van Heverleebos en Meerdaalwoud vzw, atuur tudiegroep dijleland en Flo.Wer. Leuven, pp 341. Van Den Berge, K. & De Pauw, W. 2003 in Verkem, S., De Mae eneer, J., Vandendriessche, B., Verbeylen, G.

http://www.microlepidoptera.nl Nederlandse website met info over macro-nachtvlinders: http://www.vlindernet.nl V laamse Entomologische Vereruging (Belgische Catalogus van Lepidoptera): http://www.phegea.org Eerste m eldingen van Koraaljuffer in Oost-Brabant zijn te vinden op de mailingroup van Velpe-Mene-Gete : http:// groups. yahoo.com/ group/ velpe_mene_gete/ Verspreiding lieveheersbeestjes in V laanderen: http:// www.inbo.be/ content/page.asp?pid=FAU_ INS_LHB_ VER_start Wikipedia pagina van de Gekielde loofslak: http://nl.wikipedia.org/wiki/ Gekielde_loofslak Nederlandse online paddenstoelenatlas is beschjkbaar op: http://www.verspreidingsatlas.nl FIORA databank: http://flora.inbo.be//Pages/Common/Default.aspx

& Y kout, S. Zoogdieren in Vlaanderen. Ecologie en

verspreiding van 1987 tot 2002. Natuurpunt Studie en J

M-Zoogdierenwerkgroep, Mechelen en Gent, België

98

De Boomklever

-

december 2012

Bart Creemers bart.creemers@gmail.com


:'\ ....,.,"

�- :i'. 7 '!->,J(

. ' ._ •

Vogels

. _::_f�.: : . : .

Jaarvergadering NATUURSTUDIEGROEP

dijleland Op zaterdag 26

januari 2013 is het weer zover: dan blazen we

verzamelen in het oude Gemeentehuis van Heverlee om na te genieten van de bijzonderste ontdekkingen van 2012 en vooruit te blikken op een nieuw boeiend natuurstudiejaar. Naast het financieel verslag en het jaaroverzicht, hebben we als hoofdspreker Kelle Moreau voorzien. Hij zal ons in geuren en kleuren inwijden in de onverwacht tropische natuur van Japan. En dichter bij huis zal hij ook de meest recente resultaten bespreken van onze bijzonderste broedvogels.

In de hoop u daar talrijk te mogen verwelkomen, Het bestuur van de Natuurstudiegroep Dijleland

De Boomklever

-

december 2012

99


Voorkomen van de Lepelaar Platalea leucorodia in de Dijlevallei 1900-2012 De tijd dat de vakantiemaanden in de Dijlevallei ornithologisch weinig opwindends te bieden hadden, is gelukkig al even voorbij. Zo pleisterden er deze zomer gedurende bijna twee volle maanden voortdurend tot vijf lepelaars in de Dijlevallei. Deze imposante steltloper, die tot voor enkele jaren een grote zeldzaamheid was in onze streek, is nu een vaste bezoeker op zijn jaarlijkse trek van en naar het zuiden. Een overzicht. Voorkomen en verspreiding De lepelaar is wereldwijd een ruim verpreide vogel. De populatie wordt geschat op 66.000 tot 140.000 exemplaren. De populatietrend is echter onzeker: ommige populaties nemen toe terwijl andere afnemen. De soort is vooral bedreigd door de achteruitgang van zijn habitat tengevolge van drooglegging en vervuiling. Lepelaars zijn chaars vertegenwoordigd in Europa. In West en Zuidwest Europa komt de soort enkel voor in Nederland (95% van de NW-europese populatie, vooral (60%) op de Waddeneilanden), Zuidwest Spanje en lokaal in Frankrijk. In Centraal en Zuidoo t-Europa is de soort ruimer verspreid vooral dan in Hongarije, Griekenland, Kroatië en Roemenië. In Nederland was tengevolge van vervuiling in de jaren vijftig van de vorige eeuw de populatie dramatisch teruggelopen. Zo waren er in 1960 nog maar 150 broedparen op 5 broedlocaties. Een betere milieuwetgeving en de oprichting van natuurgebieden die de broedgebieden be chermden tegen menselijke verstoring deden echter het tij keren. In 1990 waren er al terug 450 broedparen op 8 locaties. In 2000 1000 broedparen op 25 locaties en in 2004 zelfs 1750 broedparen. De oort neemt nog steeds toe met wel jaarlijkse natuurlijke fluctuaties. De spectaculaire toename in Nederland heeft waar chijnlijk ook geleid tot de vrij recente ve tiging in Vlaanderen met een kleine populatie die zich voorzichtig verder uitbreidt. Een eerste zeker broedgeval had plaats in Het Zwin te Knokke in 1999. ln de Yerreboekse Blikken (Waaslandhaven) waar de oort voor het eer t tot broeden kwam in 2003, telde men in 2011 al 32 paren. 1 00

De Boomklever

-

december 2012

4 Lepelaars SAR

21/08/2012

Foto: Ingrid Nel

Tot op heden is er nog steeds onvoldoende kennis over onder meer de overwinteringsgebieden en trek. Zo is het nog steeds niet duidelijk waar een deel van de in Nederland broedende lepelaars overwinteren. De ligging van de trekbaan is daardoor ook niet geheel gekend. Het is voor de bescherming van de soort van belang dat duidelijk wordt waar lepelaars overwinteren en waar zij tijdens de trek langer of korter pleisteren. hun trekken Lepelaars naar overwinteringsgebieden en terug via vooral de Atlantische kust door Belgie, Frankrijk, Spanje, Marokko, Mauritania naar de delta van de Senegal rivier. Het duurt ongeveer twee en een halve maand om deze 4500 km af te leggen. Onderweg houden ze halt op verschillende, meestal jaarlijks dezelfde, plaatsen om te rusten en zich te voeden. Uit ringonderzoek blijkt dat lepelaars verschillende trekstrategieën hebben: sommigen doen het in twee of drie grote etappes (tot 2000 km per etappe) en rusten daar dan 3 tot 4 weken. Anderen doen de trekroute in kortere etappes van 300 à 400 km en rusten daar gedurende 3 à 6 dagen. In beide gevallen is de totale trektijd ongeveer de zelfde.


·,

-

.

·;/_� �-.

·

Voorkomen in de Dijlevallei Herroelen vermeldt in 1974 de lepelaar als "toevallige gast, tot nog toe alleen tijdens de lentetrek": 17 april 1955; 12 april 1959; 30 maart 1962 en 12 april 1964 allen te Sint-Agatha Rode; 30 maart tot 3 april 1972 Dijlevallei. Vanaf dan tot in 2004 werden slechts in drie jaren lepelaars gezien: 12 april 1976 Neerijse adult; 10-21 augustus 1976 Sint-Agatha Rode adult; 24 oktober 1976 Neerijse adult; 14-20 november 1976 Sint-Agatha Rode, adult (mogelijks zelfde langdurig pleisterend ex); 19 april 1989 Winksele adult over naar NW; 23 april 1995

. - •.- �·-

Vogels

·

Hierbij dient opgemerkt dat één van de vijf exemplaren dat op 1 7 juli toekwam zeker tot 29 augustus ter plaatse bleef en hiermee het langst pleisterend exemplaar ooit was. Als we kijken naar het seizoens patroon van Lepelaars (zie Tabel 1), dan stellen we vast dat de laatste jaren de meeste waarnemingen in het najaar (hoog zomer) gebeuren met een duidelijke piek in juli en augustus (respectiev elijk 17 en 9 gevallen) en in mindere mate in het voorjaar (9 gevallen in april en 5 in mei).

Sint-Agatha Rode adult. Wellicht ten gevolge van de uitbreiding in Nederland 2005) lepelaars gezien, zowel in het voor- als het najaar:

Tabel 1: Aantal waarnemingen van Lepelaar per maand in de periode 1955-2012

12 mei 2004 Doode Bemde;

jan feb maa april mei juni juli aug sept okt nov dec

worden er vanaf 2004 echter jaarlijks (uitgezonderd

1 april 2006 le winter te Sint-Agatha-Rode (SAR);

,..

1

26 juli t.e.m. 5 augustus 2006

3

...

9

-

1 5

..,,

2

17

...

9

2

1

3

1 juv te Doode Bemde (Gekleurringd); 12-15 juli 2007 1 juv te SAR; 18-30 juli 2007 2 juv te SAR; 26 april 2008 lex NO te Kessel-Lo Leopoldspark; 24 september 2008 tot 6 oktober 2 onvolwassen te SAR; 8 en 9 oktober 2008 juv te SAR; 13 mei 2009 1 adult zomer te SAR; 14-15 mei 2009 zelfde exemplaar te Heverlee/Langestaart; 11 juli 2009 Doode Bemde Grote Bron 2 2e kj; 19-22 juni 2010 1 ad zomer te SAR; 19-22 mei 2011 1 ad zomer gekleurringd (Kleurring 2007 GOfa/OYG); 10 -13 juni 2011 tweede kj SAR; Dit jaar is echter het (voorlopige?) topjaar met eerst

Kijken we meer in detail (Tabel 2) dan zien we dat in het voorjaar de eerste (4) en tweede (5) decade van april en de tweede (6) decade van mei er heel wat doortrek is, terwijl in het najaar de topperiode vooral in de laatste twee decades van juli (11 en 26) en de eerste drie decades van augustus vallen (resp . 16, 20 en 10). Opvallend is ook dat er een trend is van latere doortrek in het voorjaar.

Tabel 2: Aantal waarnemingen/waarnemingsdagen Lepelaar per decade in de periode 1955-2012

jan

feb

weideplas te OHZ. In de zomermaanden verbleven er dan permanent lepelaars in de vallei:

juli

april

mei

JUnl

0/0/3

4/5/2

1/6/2

1/4/2

sept

okt 8/0/1

nov

dec

maa

in het voorjaar op 5 mei 2012 1 adult zomer aan de aug

0/ 11/26 16/20/ 10

van

1/5/7

0/7/0

17 /7 -1 8/7 5 ex SAR (dit is meteen de grootse groep ooit in de Dijlevallei) 19/7 - 24/7 2 ex SAR (exemplaren van de zelfde groep) 25/7

lex SAR

27/7

Egenhoven en SAR -

28/7 SAR 2ex 2e KJ 29/7 SAR

lex

30/7 - 2/8 SAR 2ex 2e KJ

De

vroegste

Lepelaars ooit in de

DijlevaJlei

werden waargenomen op 30 maart 1962 en ' en de laatste voorjaarstrekker op 22 mei

1972

2011. De periode van 23 mei tot 10 juni is tot nu toe Lepelaarloos. Het laatste

exemplaar was

aanwezig op 20 november 1976.

3/8 -7/8 SAR 1 ex 2e KJ 8/8 tem 28/8 SAR 4ex 2e KJ 29/8 Korbeek Djjle 4ex kalenderjaar vertrokken NNW 4/9 NGB SAR 1 ex juv 13-17/9 NGB en SAR 1 ex juv De Boomklever

-

december 2012

101


., _ ,

Vogels

--¡_-

/'

Over de oorsprong van de lepelaars bestaat er

Zie ook de recente waarnemingen buiten deze

door

De

gebieden in de ondergelopen velden te Egenhoven/

Verrebroekse vogels worden als nestjongen geringd

Langestaart en de weideplas te Oud-Heverlee. We

en tot nu toe werden geen vogels van dit project hier

kunnen enkel hopen dat d e beheerders van deze

de

kleurringprojecten

weinig

twijfel.

waargenomen. Wel werden al twee gekeurringde

gebieden hiermee in de toekomst rekening zullen

lepelaars in de Dijlevallei gezien. Het exemplaar dat

houden zodat we de lepelaar als vaste gast in de

in juli en augustus 2006 in de Doode Bemde verbleef

vallei kunnen behouden.

was op 29 mei 2006 als nestjong geringd in het Sloegebied te Vlissingen (0. Overdijk / F. F luyt)

Referenties Birdlife International

De adulte vogel die van 19-22 mei 2011 te Sint­ Agatha-Rode pleisterde

(kleurring GYfa/YLG )

werd als nestjong op 23 juli 2008 geringd in Den Oever (De Banaan), dit is een plaatsje ten oosten van Den Helder aan de afsluitdijk van het ljselmeer. In de loop van de maand augustus werd hij daar nog driemaal in de buurt waargenomen (10-30 km). Op 14 mei 2009 werd hij gezien te Talais in de Girande (939km). Op 2 augustus verbleef hij daar terug in

(2012) Species factsheet:

Plntn/en /e11cordin. Vermeersch G.,

2004, Lepe/nar.

In: Vermeersch

G., Anselin A., Devos K., Herremans M.,

J., Gabriels J. & Van Der Krieken B., 2004, Atlas van de V laamse Broedvogels, 2000-2002.

Stevens

Herroelen P. & De Fraine R. - I11ventnris van

de Vogels van Brnbn11t 1900-1974, Brussel, 1975.

de buurt namelijk in Le Teich (Girande) (1022 km)

Hens M. e.a. - Vogels in het Dijleln11d,

en van 14 tot 16 september te St. Georges-s-Loire

Waarnemingen.be

(Maine-et-Loire)(737 km). Op 19 mei 2011 dook hij dan op te Sint-Agatha-Rode (240 km).

(pers. Med.

Werkgroep Lepelaar, Otto Overdijk, L.Hendrickx) De opvallende toename van lepelaars in de Dijlevallei heeft natuurlijk in de eerste plaats te maken met de uitbreiding van de soort in Nederland en dan vooral op de Waddeneilanden. De vallei ligt voor

de trek op de ideale eerste etappe afstand van de broedgebieden. Lepelaar zoeken ook hun voedsel in water dat niet dieper mag zijn dan 30 cm. Het Grootbroek te Sint-Agatha-Rode heeft de laatste jaren in de zomermaanden deze ideale waterstand.

Dit wa deze zomer in augu tus ook het geval voor Grote Bron te Neerijse. 1 02

De Boomklever

.

december 2012

2001.

Archief Natuurstudiegroep Dijleland - De Boomklever; Overdijk 0., Spoonbills wit/1 co/o11red leg ri11gs;

n st11dy of pop11/ntio11 dynnmics; res11/ts nfter 20 yenrs. Werkgroep Lepelaar,

2006, 011derzoek nn11

Lepelaars. Spanooghe G., Gyselings R., Monitoring van

vogels i11 de Wnns/nndhnven, In: Vogelnieuws, INBO, Nr.18 Mei

2012.

Luc Hendrickx luchendrickx2003@yahoo.com


Waarnemingen

van

onder

meer

Patrijs,

Knobbelzwaan, Krakeend, Slobeend,Wintertaling,

vrouwtje Bruine kiekendief SAR 22/07/2012 Foto: Ingrid Nel

Tafeleend, Kuifeend, Dodaars, Fuut, Aalscholver, Blauwe Reiger, Wespendief, Bruine Kiekendief, Havik,

Waterral,

Kievit,

Witgat,

Houtsnip,

Water nip, Kleine Mantelmeeuw, Koekoek, alle uilen,

Ijsvogel,

alle

spechten,

Veldleeuwerik,

Gebiedsafkortingen WLS =Wilsele/Vijvers Bellefroid,

Gele

LP = Kessel-Lo/Leopold park,

Kwikstaart, Graspieper, Blauwborst, Koperwiek,

AVP = Heverlee/Abdij van Park,

alle

zwaluwen,

Gele

Kwikstaart,

Grote

Cetti's Zanger, Sprinkhaanzanger, Bosrietzanger, Vuurgoudhaan,

Glanskop,

Matkop,

Kuifmees,

ZW = Oud-Heverlee/Zoete Water ,

Zwarte Mees, Roek, Putter, Kneu, Goudvink,

OHN =Oud-Heverlee/N,

Appelvink, Geelgors, Rietgors en alle exoten

OHZ =Oud-Heverlee/Z,

werden niet in dit verslag opgenomen maar wel

Oppem=weilanden tussen Bogaarden traat

verwerkt. In een aantal gevallen gaat het hierbij om

bijzondere

broedvogelsoorten,

waarover

in een volgende Boomklever afzonderlijk zal

(Oud-Heverlee - Korbeek-Dijle) en

GB,

NGB = Neerij e/Grote Bron (deel Doode Bemde),

worden bericht. Waarnemingen die op www.

NKV =Neerijse/ Kliniekvijvers (deel Doode Bemde),

waarnemingen.be als onzeker werden gelabeld

SAR

of waar niet tot exacte soortdeterminatie kon

KMMA =Koninklijk Mu eum voor Midden-Afrika.

worden overgegaan, werden voor dit overzicht niet

weerhouden.

dienen

door

het

HomologatiecornitĂŠ

Meerdere Belgisch (BAHC)

=

Sint-Agatha-Rode/ Grootbroek en Tervuren/

waarnemingen Avifaunistisch beoordeeld

te

worden vooraleer ze definitief op de Dijlelandse lijst kunnen bijgeschreven worden, en worden dus onder voorbehoud gepubliceerd. De Boomklever

-

december 2012

103


Vogels

"

• --

-; - -��

� -,/-� ..,..

- -· -

·- .

-. " :t

.

Kwartel Cot11rnix coturnix

Krooneend Netta rufina

Er werden in de regio Leuven 26 waarnemingen van Kwartels genoteerd tijdens de behandelde periode (ver ch. waarn.). Juni was hierbij go�d voor 15 waarnemingen, met daarna 8 gevallen m

20/07

juli en 3 in augustus. De augustusgevallen betrof­ fen telken 1 ex. te Erps/Dorenveld op 7 en 23/08 (R. Gh.ij en) en 1 ex. te Korbeek-Dijle/plateau op 18/08 (K. Moreau).

18/07

we willen illustreren dat Grauwe Ganzen zich ook bij on verder inburgeren en nu ook tijdens de zo­ mermaanden steeds regelmatiger in de Dijlevallei worden waargenomen : 1, 4-5, 24, 25/06 & 22/07 re p. 2, 2, 2, 1 & 6 ex. te SAR (D. von Weme, J. Buys, 1. Nel e.a.) 14/06

1 ex. te OHZ (K. van Scharen)

1 ad te OHZ (R. Gysbertsen)

Roerdomp Botaurus stellaris 1-14, 25/06, 26-28/07 & 8/08 1 ex. te OHZ (roepend tot op 25 /06, nadien enkel visueel waargenomen) (B.Creemers, 1. Nel, R. Polfliet,

Er valt over te discussiëren of deze soort tijdens noemer 'exoten' dient te worden geplaatst, maar

(T. Ory)

Geoorde Fuut Podiceps nigricollis

Grauwe Gans Anser anser de zomermaanden niet automatisch onder de

1 ad v te Overijse/Meer van Genval

H. Roosen e.v.a.) 13/06

1 ex. te SAR (S. Debrus)

Woudaap Ixobrychus minutus Op 1/06 werd te OHZ een roepend mannetje Woudaap ontdekt (B. Creemers). De vogel werd nadien nog opgemerkt (meestal enkel auditief) op 2, 4-7, 12, 25/06, 18, 20 & 26/07 (versch. waarn.). Op 5/06 werden er twee roepende mannetjes gehoord (I. Nel, J. Rutten).

6/07 & 20/08 telkens 1 ex. te Heverlee/' Langestaart (R. Gysbertsen, M. Nicolai)

Bergeend Tadorna tadorna Er werden tijdens de periode juni - augustus 2012

Purperreiger Ardea purpurea 25/07

1 ex. te OHZ (H. Roosen)

14/08

1 ex. te OHZ (E. Bruyninckx)

20/08

1 ex. te Kwerps/ vijvers

Q.

Rutten)

geen broedgevallen van Bergeenden opgetekend in regio Leuven. Juni leverde in totaal 22 waarne­ mingen op (versch. waarn.), met een max. van 8 ex. op 13/06 te Heverlee/Langestaart (H. Roosen). Met re p. slechts vier en zes waarnemingen van telkens één ex. deden juli en augustus het heel wat minder goed (versch. waarn.). De enige juveniel (pleisteraar van buiten de regio) zat op 26/07 te LP (B. Verstraete).

1 ex. te OHZ (F. Fluyt)

26 & 29/08 lm eclips te NGB (I. Nel, L. Hendrickx)

Zomertaling Anas querquedula De zomermaanden van 2012 leverden in de Dijlevallei slechts 30 waarnemingen van Zomerta­ lingen op: telkens amper 4 in juni en juli, en 22 in augu tu (versch. waarn.). De meeste observaties (16) waren afkomstig van OHZ, met verder telken 6 gevallen te OHZ en NGB, en 2 gevallen te NKV. De maximumconcentratie betrof 4 ex. te

OHZ op 6/07 (R. Gysbertsen), en er konden geen broedgevallen worden aangetoond. 1 04

De Boomklever

Deze soort werd tijdens de behandelde periode maar liefst 183 keer ingevoerd op www.dijleland.waamemingen.be, met een groot over­ wicht afkomstig van SAR (162 waarnemingen= 89%). Deze waarnemingen waren als volgt verdeeld over de maanden: 11 in juni, 46 in juli en 126 in augustus (versch. waarn.). We beperken ons verder tot de

Smient Anas penelope 10/08

Grote Zilverreiger Casmerodius albus

-

december 2012

maandmaxima: 1 ex. in juli te SAR (geldt voor alle 11 gevallen uit deze maand), 3 ex. op 2 en 30/07 te SAR

Q.

Nysten, R. Uyttebroeck, H. Avercamp

e.a.) en 12 ex. op 7/08 te SAR (K. van Scharen). Na 7/08 bleef een vergelijkbaar aantal aanwezig in de regio, maar nooit allen op dezelfde locatie (versch. waarn.). Buiten de Dijlevallei ging het en­ kel om de volgende gevallen : 1 ex. te Overijse/ stad op 12/08 (S. Wera) en 2 ex. N te LP op 28/08 (R. Gysbertsen).

Kleine Zilverreiger Egretta garzetta 30/07

1 ex. vanuit Z arriverend te SAR en on middellijk terug naar Z (R. Gysbertsen)

27/08

1 ex. N te OHZ

O. Rutten)


:::._:;

vogels

..

--1:::. ·:·:· ...

Zwarte Ooievaar Ciconia nigra

Koereiger Bubulcus ibis 23/06

1 ex. N te NKV

Q. Kempeneers,

22/07

1. Lewylle, K. Boux, K. Van Ginderdeuren)

Deze waarneming vertegenwoordigt de 7e Koereiger

4 ex. ZW te Bertem/Koeheide (S. Bouillon), 1 ex. Z te Sint-joris-Weert/Doode Bemde

17/08

U. Kempeneers)

5 ex. NO te Leuven/centrum (E. Macquoy)

die binnen het Dijleland wordt gemeld, en de eer­ ste juniwaarneming van deze soort in de regio.

Lepelaar Platalea leucorodia

De maandverdeling ziet er nu aJs volgt uit: maart

Tussen 17/ 07 en 29/08 werden enk.el op 26/07

1, april 1, mei 1, juni 1, juli 1 en november 2. De eerste werd nog maar zo recent aJs 1998 waarge­ nomen, nadien volgden waarnemingen in 2001, 2006, 2010 (2 gevaJlen) en 2011.

geen Lepelaars doorgegeven uit de DijlevaJlei ten Z van Leuven!!! Op 17-18/07 ging het om 5 onvol­ wassen exemplaren te SAR (I. Nel, D. von Weme,

J.

Vandeput), met op deze locatie nadien nog 2

irnrn. tot en met 2/08 (versch. waarn.). Deze twee

Kwak Nycticorax nycticorax

maakten ook uitstapjes naar OHZ op 20 en 21/07

Voor het 4e jaar op rij werd deze soort in het Dij­

(P. Nuyts, K. De Greef, L. Hendrickx e.a.) en He­

leland waargenomen. Deze keer bleef het bij één

verlee/Langestaart op 27/07 (G. Ryken, R. Uytte­

adult die enkel te SAR werd waargenomen, en dit

broeck). Van 3 tot 7/08 verbleef er te SAR slechts

op 5, 7, 18, 22-23 & 26-28/08 (K. Téchy, I. Nel, L.

één ex. meer, maar van 8 tot en met 28/08 waren

Hendrickx, JM P enne e.v.a.). Het gaat hierbij om

er hier weer 4 ex. aanwezig (versch. waarn.). Op 29/08 werd dit viertal boven Korbeek-Dijle geob­

het lOe ex. sinds de eeuwwis eling.

serveerd, op weg naar NNW (F. Fluyt).

Ooievaar Ciconia ciconia Een overzicht van alle waarnemingen (ongetwijfeld met een aantal d ubbelwaarnemingen): 1-3, 7, 8-10, 11 & 17-19/06

resp. l, 2, 3, 1 & 2 ex. te

Vale Gier Gyps fulvus Op 17/06 werd om 9u15 een Vale Gier ontdekt

SAR, SAR/Vette Weide & Pécrot/Grand P ré (D. von

die in NO-richting over Terlanen vloog (F. Van­

Weme, F. Vandeputte,

deputte). Enkele liefhebbers positioneerden zich

J. Nysten, L. Hendrickx e.a.)

10/06

1 ex. Z te OHZ (R. Stoks)

16/06

1 ex. Z te Leefdaal/plateau

17/06

2 ex. N te OHZ

daarop onmiddellijk te Korbeek-Dijle/plateau,

Q.

Nysten)

Q. Kempeneers),

2 ex. over Wilsele-Putkapel/dorp (T. Adriaens)

van waar ze de vogel om 10u20 in dezelfde rich­ ting over MeerdaaJwoud konden zien vliegen (L. Hendrickx,

J. Nysten). Het betreft hier het tweede

22/06

1 ex. over SAR (P. Standaert)

geval en het vierde ex. van deze soort voor het Dij­

01/07

1 ex. te OHZ (NSG Dijleland)

leland, na 3 ex. ZW over Leuven en Oud-Heverlee

02/07

1 ex. te Winksele (D. von Werne)

op 19/06/07.

25 & 28/07telkens 1 ex. over LP (B. Verstraete) 07/08

3 ex. te OHZ, waarvan later 2 ex. te Oppem en mogelijk het derde ex. te Korbeek-Dijle/plateau (L. Hendrickx, F. Vandeputte)

08/08

2 ex. te NKV (L. Hendrickx)

16/08

3 ex. te Erps/Dorenveld

21/08

20 ex. 0 te Ottenburg (F. Vandeputte),

22/08

5 ex. te Bertem/dorp, 25 ex. te Leefdaal/

(T. Vandezande)

10 ex. 'ZW te Kessel-Lo/ Kesselberg

(T. Vandezande)

plateau (E. CaJlebaut, D. Dekeukeleire e.a.) 23/08

20 ex. te Leefdaal/plateau (D. von Weme)

24, 25 & 26/08 resp. 12, 16 & 15 ex. te Haasrode/ industrie & Ko nij nenho ek (P. Va nd e nwij ngaerd en, M. Moreau, D. von Weme, G. Vanautgaer de n e.a.) 26/08

2 ex. te Heverlee/0 (T. Vandezande)

27/08

1 ex. Z te Korbeek-Dijle/plateau

(F. Fluyt), 17 ex. Z te Neerijse/ ljsevallei - Wolfshaegen (0. Hendrick)

vrouwtje Brnine kiekendief SAR 22/07/2012 De Boomklever

-

Foto: l 11grid el

december

2012

1 OS


-

--

Vogels

· -

--.

..-?

-:JJ:"

Boomvalk Fa/co subbuteo

Rode Wouw Milvus milvus

Er werden tijdens de zomermaanden van 2012

06/07

1 ex. te OHZ (K. van Scharen)

12/08

1 ex. over Leefdaal/ plateau (G. Bleys)

19/08

1 ex. ZO te Korbeek-Dijle/plateau (L.

Hendrickx, I. Nel, JM Penne)

maar liefst 153 waarnemingen van Boomvalken ontvangen, opvallend mooi verspreid over de regio (versch. waam.). Het enige juveniele ex. werd op 26/08 gemeld te SAR (D. von Weme). Dit is een gekende broedlocatie voor de soort, maar of er daar in 2012 daadwerkelijk gebroed werd of dat

Blauwe Kiekendief Circus cyaneus Er waren twee augustusgevallen in 2012:

Q. Nysten)

04/08

1 ex. te Korbeek-Dijle/plateau

22/08

1 juv te Leefdaal/plateau (L. Hendrickx)

Slangenarend Circaetus gallicus Op 26/06 werd een Slangenarend gemeld te Oppem (K. van Scharen). Mogelijk deze vogel vloog later op de dag naar NO over Korbeek-Dij­ le/plateau (F. Vandeputte). Het gaat hier reeds om de 6e melding van een Slangenarend in het Dijle­ land. De vorige waarnemingen vonden plaats in 2005, 2008 (2), 2009 en 2010, maar meerdere van deze gevallen werden nog niet beoordeeld door het BAHC (een waarneming uit 1985 werd niet aanvaard).

deze vogel van buiten de regio afkomstig was, valt moeilijk hard te maken. De grootste concentratie van de periode werd ook in deze periode te SAR vastgesteld, met 5 ex. op 28-29 /08 (L. Hendrickx).

Slechtvalk Fa/co peregrinus Buiten

Leuven/ centrum

werden

Slechtvalken

tijdens de zomer van 2012 waargenomen op de volgende locaties: Bertem/ dorp (1 ex. op 1/07; P. Standaert), Kessel-Lo/Noord (resp. 1 & 2 ex. op 15 & 18/07; }. Lambrechts), Meerbeek (resp. 1 ex. & 1 juv op 24/07 & 1/08; A. Smets), NGB (1 ex. op 7/08; L. Hendrickx), OHZ (telkens 1 juv op 8-9, 15-16, 18, 20 & 23/08; H. Roosen, K. van Scharen, F. Vandeputte e.a.),

Heverlee/Langestaart- Campus (telkens lex. op 8 & 24/08; B. Notebaert, N. Ryckeboer), Heverlee/Terbank (1 ex. op 10/08; H. Roosen), Neerijse/Ijsevallei- Wolfshaegen (1 ex. op 12/08; R. Stoks),

·

Korbeek-Dijle (1 ex. op 13/08; F. Fluyt), Leefdaal/plateau (1 ex. op 22/08; L. Hendrickx), Erps/Dorenveld (1 ex. op 23/08; A. Smets), Wijgmaal (1 ad+1 juv op 23/08; L. Smets) en SAR (1 ex. op 28/08; L. Hendrickx). Visarend SAR 13/08/2012

Foto: Ingrid Nel

Visarend Pandion haliaetus

Q. Nysten)

02/06

1 ex. te OHZ

04/06

1 ex. NO te SAR (E. De Clercq)

13/08

1 juv te SAR (L. Hendrickx, I. Nel, T. Vandezande)

19/08

1 ex. Z te Kessel-Lo/Kesselberg (T. Vandezande)

22/08

1 ex. ZW te Erps/Dorenveld (A. Smets), 1 ex. ZW te Leefdaal/ plateau (L. Hendrickx)

29/08

2 juv over SAR (L. Hendrickx)

31I08

1 ex. W te LP (B. Verstraete, R. Gysbertsen)

1 06

De Boomklever

-

december 2012

Slechtval

- Door Wi dlife Taxi Team naar Voc gebracht . waarna hl) na verzorgzng werd vrijgelaten. Foto: Chantal Deschepper


Morinelplevier Charadrius marine/lus

Porseleinhoen Porzana porzana 21,22,23-24,26,27,28-29 & 30/08

resp. 2,1,2,1,

17/08

14 ad kort ter plaatse te Erps/ Dorenveld,dan verder Z (A. Smets)

3,1 & 3 ex. te SAR (L. Hendrickx, l. Nel,D. von Werne, R. Stoks e.v.a.), wanneer gespecifieerd ging het telkens om juvenielen, enkel op 30/08 werd ook een adult gemeld (G. Vanautgaerden,

Wulp Numenius arquata

D. & B. Drukker)

02/06

1 ex. NO te OHZ (l. Nel)

15/07

1 ex. over Erps/Dorenveld (M. Mergaert ) ,

30/08

1 ex. te NGB (K. van Scharen)

1

Scholekster Haematopus ostralegus 04/06 06/06

ex. 'ZW te Overijse/stad (1. Nel)

17/07

1 ex. W te Bertem/Koeheide (G. Bleys)

13/08

5 ex. ZW te Bertem/Koeheide (G. Bleys),

1 ad te AVP (G. Catthoor)

19/08

(F. Ruyt) 1 ex. aud te OHZ (L. Hendrickx,1. Nel)

1 ex. over Haasrode/ industrie (

23/08

1 ex. tpl te Erps/Dorenveld (R. Ghljsen)

1 ex. te Heverlee/Langestaart

1 ex. aud te Korbeek-Dijle/plateau

Q. R.),

J. Kempeneers) 07/06

4 ex. 0 te Oud-Heverlee/dorp

Q. Rutten)

17/06

1 ex. ZW te NGB & OHZ (M. Walravens)

Zwarte Ruiter Tringa erythropus

18/06

1 ex. aud te OHZ

22/06

1 ad zom te OHZ (R. Polfliet)

15/08

2 ex. Z te OHZ (A. Smets)

Q. Rutten)

Griel Burhinus oedicnemus Op 21/08 werd om 22u35 zowaar een Griel

Tureluur Tringa totanus

gehoord over Oud-Heverlee/dorp

17/06

Q. Rutten). Het

gaat hler om de vierde melding van een Griel in

1 ex. te OHZ (M. Walravens)

het Dijleland, na exemplaren op 5-6/05/2003 te Leefdaal en op 1/06/08 en 16/06/09 te Korbeek­ Dijle.

Groenpootruiter Tringa nebularia Er was nog één juniwaarnerning van een ex. op 1/06 te OHZ (D. von Werne). Vanaf 1/08 dook

Zilverplevier Pluvialis squatarola 08/06

1 ex. te Leefdaal/plateau (S. Feys)

Dit betreft de 16e Zilverplevier voor het Dijleland, waarvan de 9e in de 21e eeuw (daarvoor was het geleden van in 1979). Voor deze 9 ex. is dit

de soort vervolgens terug op in de regio, de augustuswaarnemingen kunnen als volgt worden samengevat: OHZ: 18 waarnemingen op 12 data tss 1 & 28/08 (versch. waarn.),met maxima van 4 ex. op

de maandverdeling : mei 2, juni 2, augustus 2,

20 & 27/08 (K. van Scharen, L. Hendrickx)

oktober 3. LP

Goudplevier Pluvialis apricaria 11/08

(min.) 1 ex. aud ZW te Meerbeek pompstation (A. Smets)

Kleine Plevier Charadrius dubius

:

1 ex. rondvliegend op 8/08

Q. Lambrechts)

SAR : 70 waamnerningen op 16 data tss 15 & 30/08 (dus dagelijks; versch. waarn.),met

maximum van 5 ex. op 27/0 (K. van Scharen) NGB :resp. 2 & 1 ex. op 28 & 29-30/08 (JM Penne,L. Hendrickx,K. van Scharen)

2-3 & 23 /06 resp. 2 & 4 ex. te Heverlee/ Langestaart

(F. Fluyt,R. Ghljsen) 3 & 12/06 resp. 2 & 1 ex. te OHZ (R. Stoks, I. Nel) 5,7 & 9/07 resp. 1 ad,1 ad+1 pullus & 1 ad te

Sint-Agatha-Rode - Terlanen/ Onderbo : 2 ex. over op 27/08 (H. Roosen)

Wilsele/dorp (P. Standaert) 21/08

1 juv te SAR (D. von Werne,L. Hendrickx, R. Stoks,J. Buys, I. Nel)

De Boomklever

- december 2012

1 07


-

Vogels· .. "

-

-

...

.

.

.

;.·�·�'

.......,,_ .

Bosruiter Tringn glnreola

Dwergmeeuw Hydrocoloeus minutus

De laat te Bosruiter van het voorjaar zat op 3-4/06 te OHZ (R. Stoks, J. Rutten). Daarna was het wachten tot het eerste najaars-ex. op 12/08 opdook op dezelfde locatie (A. Smets). Hier werd de oort vervolgens nog op 12 data in augustus waargenomen (versch. waarn.), met max. 3 ex. op 16 & 20/08 (L. Hendrickx, T. Vandezande, A. Smet ). Te SAR verbleef tijdens de najaarstrek één ex. op 20, 22 en 29-30 /08 (P. Standaert, R. Gy bert en, 0. Hendrick e.a.).

29/08

Oeverloper Actitis hypoleucos De laatste vootjaarswaarneming betrof een ex. op 3/06

1 2e kj te SAR (E. Toorman, R. G y sbert sen)

Dwergstern Sternula albifrons 1 ad zom te SAR (I. Nel, K. Van Scharen, 25/06 T. Vandezande, J. Nysten, L. Hendrickx e.a.) Het gaat hier om de lOe Dwergstern voor het Dijleland (allen te SAR of NGB), en het tweede junigeval (na een ex. op 27 /06/11 te SAR). Het ging telkens om solitaire ex. De maandverdeling bedraagt nu : april 2, mei 5, juni 2, juli 1. Opmerkelijk is ook dat het al het derde jaar op rij is met Dwergstern in de regio, daarvoor waren er waarnemingen in 2005, 1995, 1988, 1981, 1967 (twee gevallen) en 1964.

te SAR (R. Stoks, L. Hendrickx). Vanaf 1/07 doken er dan terug Oeverlopers op in de regio (versch. waarn.). Een samenvattend overzicht per waarnemingsplaats : AVP: resp. 1, 4, 2, 2, 1, 1, 3 & 2 ex. op 1, 15, 21/07, 10, 14, 17, 26 & 28/08 (R. Gysbertsen, W. Goussey, F. Fluyt, G. Ryken, D. von Werne) SAR: 60 waarnemingen op 29 data tss 6/07 & 30/06 (versch. waarn.), met maximum 16 ex. op 22/07 (L. Hendrickx, K. Moreau) OHZ: 19 waarnemingen op 15 data tss 6/07 en 22/08

(versch. waarn.), met maximum 3 ex. op 8, 16 & 21/08 (L. Hendrickx, T. Vandezande, A. Smets) LP: resp. 2, 4, 4, 1 & 1 ex. op 6, 21, 26/07, 2 & 17 /08

(B. Verstraete, J. Lambrechts, R. Gysbertsen, R. Stoks) GB: resp. 1, 2, 1, 1 & 1 ex. op 21/07, 2, 17, 26 & 29/08

(L. Hendrickx, 1. Nel) Haasrode/industrie: 2 ex. op 2/08 (D. von Werne Heverlee/ Langestaart: resp. 2, 2, 3, 2 & 4 ex. op 4, 18, 22, 27 & 30/08 (R. Gysbertsen, R. Stoks, M. Van Opstal, E. Toorman) NKV : 1 ex. op 9 /08 (F. Fluyt)

Kemphaan Philomachus pugnax 27 /08

1 08

1 ad m te SAR (K. van Scharen)

De Boomklever

.

december 2012

Dwergstern SAR 25/06/2012 Foto: Gert Vandezande

Visdief Sterna hirundo Tussen 1 en 16 /06 werden bijna dagelijks 2 Visdieven geobserveerd te SAR. Op 1 7 en 2224/ 06 ging het slechts om één exemplaar, maar op 25/06 waren er plots 5 ex. aanwezig. Nadien waren er op 27 / 06 en 21/07 4 ex. in het spel, terwijl er op 11-12, 14, 16 en 20/07 telkens 3 ex. werden geteld. Op de tussenliggende data en later ook nog op 24 en 26 / 07 ging het om maximaal 2 ex. Tenslotte werd er op 29, 31/07 en 2-4/08 telkens nog 1 ex. gezien (versch. waam.). Buiten SAR waren er enkel waarnemingen van resp. 2 & 1 ex. op 2/06 en 22/07(L. Hendrickx, 1. Nel). Het blijft een mysterie waar onze zomerse Visdieven rondhangen als ze niet in de Dijlevallei vertoeven, en of ze onze vijvers als foerageergebied gebruiken terwijl ze elders broeden.


)� . - - ""' " ... 4 :"- :" . : . "

�-·

. -��- ,�·;

vogeIs

.

."'°-

Zwarte Stem Chlidonias niger

Q. Nysten, P. Nuyts,

02/06

1 ex. te SAR

03/06

13 ad zom te NGB

K.

De Greef, R. Polfliet, I. Nel, L. Hendrickx)

Q. Ny ten, R. Ghijsen,

L. Hendrickx, H. Roosen, R. Stoks) 20/08

1 ad+ 6 juv te SAR (P. Standaert,

R. Gysbertsen, L. Hendrickx, I. Nel)

Witwangstem Chlidonias hybridus De kans dat je in de Dijlevallei - en dan vooral te

SAR

Witwangsternen

tegenkomt

is

tegenwoordig bijna even groot als die om Zwarte Sternen aan te treffen. Deze zomer verbleven er 2 Witwangen te SAR van 21 tot 23/06 (E. De Clercq, I. Nel, S. Debrus e.v.a.).

Paring 2 visdiefjes SAR 01/06/2012

Foto: Eric De Clercq

Foto: Serge Debrns

Witwangstern SAR 22/06/2012

Zomertortel Streptopelia turtur GEEN

de

binnen

zomerwaarnemingen

regiogrenzen ...

Hop Upupa epops Voedseloverdracht 2 visdiefjes SAR 01/06/2012

17/08

1 ex. te LP (B. Zuring , R. Gy bertsen)

Foto: Eric De Clercq

Draaihals ]ynx torquilla 7 / 06

1

ex. te Tervuren/ Park KMMA (K. A selm an)

Middelste Bonte Specht Oendrocopos merlius De

enige

waarneming

buiten

MeerdaaJ-/

Mollendaalwoud (hoewel zeer nabij) betrof een juveniel in een tuin te Sint-Jori -Weert op 2526/08 (R. Stoks).

De Boomklever

-

december 2012

1 09


Duinpieper

Paapj e

Anthus campestris

15, 18,24 & 29/08 resp. 1 ex. Z,1 ex. tpl, 1 ex. W & 3 ex. NW te Leefdaal/Plateau (F. Fluyt, K. Moreau, R. Stoks) 18/08

het

von Werne),te Erps/Dorenveld (resp. 2,2,1 & 1 ex.

Domein

van

Meerdaalwoud

werden in juni weer enkele zingende Boompiepers aangetroffen

(R.

Lambrechts, M.

2012 er relatief vroeg bij. Later in augustus volgden

18,24,26 & 30/08; F. Fluyt,K. Moreau, R. Stoks,D.

Anthus trivialis

Militair

Smets) waren de eerste Paapjes voor het najaar van

Dijle en Leefdaal (resp. 1,3,3,3,1 & 3 ex. op 15,16,

(K. Moreau)

In

Met 2 ex. te Meerbeek/pompstation op 5/08 (A.

er nog waarnemingen op het plateau van Korbeek­

1 ex. Z te Korbeek-Dijle/plateau

Boompieper

Saxicola rubetra

Guelinckx,

H.

Detollenaere). Op

Roosen, 19/06

J.

ging

het om minstens vier ex. (R. Guelinckx), en ook op 14/07 werd er nog eentje gehoord (G. Bleys). De eerste najaarsbewegingen werden op 11/08

op 16,18,21 & 26/08; T. Vandezande,J. Pelckmans, A. Smets,D. von Werne),op het plateau Sterrebeek­ Moorsel (3 ex. op 19/08; 0. Hendrick),te Meerbeek/ pompstation (2 ex. op 20/08; A. Smets),te Neerijse/ Tersaert (1 ex. op 21/08; K. Berwaerts),te Heverlee/ Terbank (4 ex. op 29/08; H. Roosen) en te Bierbeek/ Mollendaal plateau (3 ex. op 31/08; D. von Werne).

genoteerd met 2 ex. NW over Everberg, waar op 23/08 ook een pleisterend ex. werd gevonden (A. Smets).

Augustuswaarnemingen

werden

verder

genoteerd te Korbeek-Dijle/plateau (telkens 1 ex. Z op 13 & 24/08; F. Fluyt,R. Stoks,1. Nel), Leefdaal/ plateau (resp. 2 ex. tpl, 1 ex. Z & 9 ex. Z op 15, 18 & 29/08; F. F luyt, R. Stoks), Erps/Dorenveld (resp.

1 & 2 ex. Z op 16 & 21/08; R. Stoks, A. Smets) en Leuven/centrum (1 ex. Z op 21/08; F. Fluyt). Waterspreeuw

Tapuit

Oenanthe oenanthe

Een samenvattend overzicht van alle waarnemingen,per locatie : Heverlee/Terbank (resp. 1 juv & 3 ex. op 10 & 29/08; H. Roosen), Leefdaal/plateau (1 ex. op 10/08; E. Etienne),Erps/ Dorenveld (resp. 1,1,4 & 3 ex. op 14,16,18 & 26/08; A. Smets, T. Vandezande,

J.

Cinclus cinclus

Er viel tijdens het voorjaar en de zomer van 2012 heel wat opmerkelijk broedvogelnieuws te noteren in het Dijleland, maar de waarneming van een juveniele Waterspreeuw op 27/06 langs de laan te Tombeek was ongetwijfeld de minst verwachte. Voor meer informatie en omkadering rond deze waarneming verwijzen we naar het

Pelckmans,A. Seynaeve e.a.),

Korbeek-Dijle/plateau (telkens 1 ex. op 16,18 & 24/08; F. Fluyt,K. Moreau,R. Stoks,1. Nel), Huldenberg/ plateau (1 ex. op 21/08; K. Berwaerts), Meerbeek/pompstation (resp. 1 ex. & lmlv op 23 & 24/08; A. Smets), Bertem/Koeheide (2 ex. op 30/08; G. Bleys) en Neerijse/Zingende Wind (1 ex. op 31/08; C. Carels).

artikel hierover in het vorige nummer van de Boomklever.

Rietzanger

Gekraagde Roodstaart

Phoenicurus phoenicurus

Acrocephalus schoenobaenus

5/06,8,24,30/07,15,22, 25 & 27/08 resp. 1 zp, 1 ex.,1 ad,2 ad,1 ad,1 juv,1 juv & 1 ex. te

15/07

1 v te plateau Sterrebeek- Moorsel (K. Helsen e.a.)

SAR (J. Fléron,A. Seynaeve,R. Gysbertsen,

12/08

1 juv te OHZ (A. Smets)

L. Hendrickx,1. Nel,M. Walravens)

13 & 20/08 resp. lv & 1 le kj te Meerbeek/

17/06,6/07 & 5/08 resp. 1 ex.,1 ad en

pompstation (A. Smets)

3 ex. (mogelijk ad+ 2 juv) te OHZ

26/08

1 ad m te Everberg

29/08

1 juv m te LP (B. Verstraete,R. Gysbertsen)

OM

Lommaert)

(M. Walravens,R. Gysbertsen,F. Fluyt) Spotvogel

Roodborsttapuit

Saxicola rubicola

2,8/06,1/07 & 18/08 resp. 1 zp,1 zp,1 ex. & 2 ex.

Een beknopt overzicht per waarnemingsplaats:

te Leefdaal/plateau

plateau Sterrebeek-Moorsel (resp. 2 & 1 ex. op 2/06 & 15/07;

0. Hendrick,K. Selleslagh e.a.),Kwerps/

Molenbeekvallei

(lm

op

5/06;

Hippo/ais icterina

R.

O. Nysten,S. Feys,

P. Standaert,K. Moreau) 10,14 & 17/06 telkens 1 zp te Erps/Dorenveld

Ghijsen),

(R. Polfliet,R . De Boom)

Leefdaal/plateau (1v op 14/06; K. van Scharen),

10/06

1 ex. te Erps-Kwerps/dorp (E. L' Amiral)

Meerbeek/pompstation (resp. lm, 1 juv, 1 ex. &

13/06

1 zp te Duisburg� 1 zp te Vossem (H. Roosen)

lm op 5, 11, 13 & 23-24/08; A. Smets) en Herent/

20/06

1 zp te Kwerps/Molenbeekvallei (R. Ghijsen)

Kastanjebos (lv op 15/08; R. & S. Ghijsen).

24/07

1 ex. te Meerbeek/pompstation (A. Smets)

1 10

De Boomklever

-

december 2012


,.

�;��-�:� _:

VogeIs

,., "

Kramsvogel Turdus pilaris Een

opmerkelijk

vroege

Wielewaal Oriolus oriolus najaar waarneming

Slecht

één

zomerwaarneming

binnen

de

van een Kramsvogel vond plaats op 19/ 08 te

regiogrenzen : 1 zp te Wijgmaalbroek op 10/06

Bierbeek/plateau Mollendaal (D. von Werne).

(W. Claes).

Braamsluiper Sylvia curruca

Ringmus Passer montanus

3, 4 & 7/06 telkens 1 zp (mogelijk 2 zp op 7 /06) te

Alle waarnemingen:

Heverlee/Terbank (H. Roosen)

13 & 18/08 telken 3 ex. te Korbeek-Dijle/plateau

5/06

1 zp te AV P

O. Kempeneer )

7 & 10/06 1 zp te Bertem/Koeheide (T. Vandenberghe, P. Nuyt , K. De Greef,

(F. Fluyt, K. Moreau) 23/08

1 ex. N te Meerbeek/pompstation (A. Smets)

R. P olfliet) 12 & 21/061 zp te Haasrode/industrie (D. von Werne) 29/06

1 zp te Winksele (R. Ghij en)

15/07

1 ex. te Erps/Dorenveld (M. Mergaerts)

Bonte Vliegenvanger Ficedula hypoleuca 03/08

R. Gysbertsen, L. Hendrickx)

Grauwe Vliegenvanger Muscicapa striata 1 ex. te SAR-Néthen/Bois de Beaumont (K. Moreau) 20/07

1 ex. te Haasrode/MeerdaaJwoud

O. Lambrechts) 26/07

resp. 2 ex. en 3 pas uitgevlogen

jongen te NK V

O. Nysten)

4 ex. (o.a. pas uitgevlogen jongen) te Sint-Agatha-Rode/Rodebos

11/08

vreemd

getimede waarneming

van

een

vanuit Heverlee/Oost (L. Vander Trappen).

Kruisbek Loxia curvirostra 26/06

1 ex. over Sint-Joris-Weert (A. Van de Laer)

27/06

3 ex. te MeerdaaJwoud/Militair Domein

04/07

2 ex. ZW te Wilsele/dorp (W. Clae )

15/07

1 ex. te Meerdaalwoud/

20/08

6 ex. te SAR (P. Standaert)

O. Lambrechts, M. Detollenaere)

Grote Konijnenpijp (G. Bley )

1 ex. te Vrebos (A. Smets)

31/07 & 4/08 5/08

Een

overvliegende Sijs werd op 21/07 ontvangen

1 v te Leefdaal/plateau (NSG Dijleland)

13-20/081v te LP (B. Verstraete, R. Stoks,

10/06

Sijs Carduelis spinus

Ü· Kempeneers)

1 ex. te Bertem/Eikenbos (G. Ryken)

Grauwe Gors Emberiza calandra Grauwe

Gorzen

werden

tijden

de

zomer

van 2012 enkel in juni waargenomen te Erps/ Dorenveld, met resp. 1 ex., 1 zp, 3 ex. (koppel

+

3e

ex.) en 4 ex. (verm. 2 koppels) op 5, 10, 14 en 17/06 (R. De Boom, R. P olfliet, H. Roosen, R. Ghijsen, P. Dubois).

Samenstelling

Kelle Moreau, keiIe.moren 11@g111nil.com Wespendief Dorenveld 17/08/2012 Foto: Axel Smets De Boomklever

-

december 2012

1 1 1


Springputten, 30 april 1980, 's avonds. Stefan Bande en ik zijn er op uit getrokken om een houtsnippen­ wandeling (die van 1 mei) voor te bereiden. Rond 19h00 zijn we aan de springputten en vermits het nog te vroeg is voor houtsnippen, maken we eerst een wandelingetje door het bos (we observeren o.a. prachtig een koppel boomklevers). Rond half negen zetten we ons neer op een vernietigd leven (t.t.z. een omge hakte boom) De eerste houtsnip verschijnt om 20 h5 8;door zijn typisch sil houet en zijn 'tsiwip' -roep is hij vlug gedetermineerd. Vanaf dan vliegen er regelmatig 1of 2 exemplaren over: 21h01: 1 ex.;21h03: 1 ex.;21h05: 2 ex.;21hll: 1ex.;21h14: 1ex.;21h16: 1ex.;21h18: voor de eerste keer horen we een exemplaar grommen; 21h24: 1 ex.; 21h33: 1 ex.; 21h35: we zien plots drie houtsnippen tegelijkertijd, luid roepend en kibbelend. Ze gaan alle drie op de weg zitten, zo'n 25 meter van ons verwijderd. Door de donkerte zijn ze nauwelijks te zien. Na een tijdje komt er 1 naderbij gelopen tot op een afstand van ongeveer 10 meter. Dankzij mijn lichtsterke kijker kan ik hem prima observeren. Vooral zijn grote, nieuwsgierige ogen en zijn lange bek vallen op. Deze vogel blijft ongeveer een minuut zo staan. Hij vliegt rond 21h37 weer op. 21h43: er komt een grommend exemplaar overgevlogen; 21h 4 6: weer een grommerd; 21h50: we horen er één, maar zien hem niet. Dit was de laatste waarneming. De houtsnippen waren dus een uurtje actief tijdens de schemering. Wanneer de eerste sterren verschenen, verdwenen ze in het niets. Rond tien uur hoorden we de eerste steenuil.

Robert Herrmans

De Boomklever, janrgang 8, nummer 3, juli 1980

112

De Boomklever

-

december 2012


,.._

,s-

.••

Uit:: de�oude doos !�

•-

.

Opnieuw een grote zilverreiger (Ardea alba) aan de Gemp te Sint-Joris-Winge De namiddag van 13 maart 2001 leek mij een goe­ de datum om een eerste zwaluw te zien boven de grote vijver van de Gemp. Ik kwam daar aan om 16h40 en telde de er de Aalscholvers en de een­ den. Helemaal links achter een rij struiken had ik een witte vlek gezien, waaraan ik niet direct aan­ dacht schonk. Toen de telling afgelopen was, ging ik een stuk naar rechts om een beter zicht te heb­ ben op de "witte vlek". Tot mijn verbazing bleek het een grote witte reigerachtige te zijn, die aan de rand van een kleine slikplaat stond. Hij viel op door zijn grootte wegens de lange nek, de lichtge­ kleurde poten en de donkere snavel. De afstand tot de vogel schatte ik op dat ogenblik 200 meter.

Foto :Ch.D

Grote zilverreiger

Het weder was niet ideaal. De lucht zag grijs en er was geen zonneschijn. De vogel vertoonde geen

Op 16 maart 1997 tussen 16h30 en 16h35 werd

sierveren aan de kop, maar zijn "achterwerk" zag

voor het eerst een Grote Zilverreiger in winter­

er nogal dik uit zoals bij een Kraanvogel. De poot­

kleed aan de Gemp in Sint-Joris-Winge waargeno­

kleur boven het hielgewricht was niet geel, maar

men door A. Reygel.

eerder flets vleeskleurig roze. Op 16 maart was ik om 9h20 ter plaatse en de Gro­ te Zilverreiger stond opnieuw aan de rand van de

Paul Herroelen

slikplaat, deze keer niet ver van twee immature Blauwe Reigers. De vogel was slank gebouwd en opvallend groter dan de Blauwe Reigers, mede

De Boomklever, jaargang 29, nummer 1, maart 2001

door de lange hals. De belichting was iets beter, maar de lucht bleef grijs zonder zonneschijn. Aan de snavel was geen geel of andere bleke kleur te bekennen en ik meende dat er een flauw blauwe tint te zien was. Tijdens het voedsel zoeken kwam een Blauwe Reiger twee keer te kort bij maar hij droop af toen de Grote Zilverreiger enkele pas­ sen in zijn richting deed. Op 17 maart (watervo­ geltelling) werd de Grote Zilverreiger vanaf 8h50 waargenomen door Jos Cuppens, Niels en Alain Reygel en Paul Herroelen. Op 20 maart, bij een temperatuur van 4° om 14h, was de vogel nog aanwezig op de slikplaat, niet ver van 9 Blauwe Reigers. De Boomklever

-

december 2012

1 13


. .

.

Uit de oude. doos . ii.'r:' -.·

Waarneming van velduilen Tijden deze trenge winter '78-79 zijn er verschillende

De jachtwijze is ook zeer typerend. Met een langzame

uitzonderlijke waarnemingen gebeurd. Ook in mijn

slag af en toe door een glijvlucht onderbroken vliegen

omgeving vielen enkele vogels sterk op. De uitblinker

ze vrij recht over de met pollen en bulten bezaaide gras­

in deze groep wa wel de waarneming van 6 velduilen (en 3 dode) m.a.w. 9 velduilen in het domein van SABE A voornamelijk lang

de landingsbaan van

Steenokkerzeel en naargelang de windrichting vlakbij de gebouwen, boven de pistes van de vliegtuigen. De eerste maal dat ik er kwam, op aanraden van

vlakte. Indien nu wordt gekeerd dan vliegt de uil even omhoog en zwenkt dan half duikend in een andere richting. Deze opwaartse wip had je ook als de vogel achter elkaar zaten. Ze vliegen met een stuk heen en weer zwenkende vlucht eerder aan de logge kant. Ze lossen elkaar dan door de opwaartse wip waarbij de ene de ene kant uitvliegt en de andere de andere kant.

anderen, zag ik tegen de ondergaande zon onmiddellijk een grote roofvogel vliegen. De slag deed me denken aan een kievit, maar dan met de traagheid van een kiekendief. Ook de vleugels deden hier duidelijk aan deze laatste denken. Maar de vogel was echter wel onmiddellijk herkenbaar aan het lichaam. Het deed me telken denken aan een met de voet eerst vliegende, uitge terkte piramide waar een staart en twee vleugels aan geplakt zijn. Dit beeld verkrijg je door de kop die op het lichaam "plakt". De "bril" van de uil geeft de platte voorkant weer. Ook als ik even rondkeek kon ik snel 5 jagende uilen

Illustratie: Herwig Blockx

Velduilen

zien (later kreeg ik er 6 te zien). Dus besluit achter een

Nog iets over de vogel zelf. Het verenkleed heeft iets

volgende heuvel vliegen er minstens nog een paar. Tot

weg van een vuile buizerik enkel dat het nog iets meer

mijn grote teleurstelling echter bleken er geen meer

in vlekken is. De kleur van de vogel kan zeer fel vari­

aanwezig te zijn. Later, na wat naslagwerk, bleek het in­

eren. De onderzijde van de vleugels zag ik eens bijna

derdaad dat velduilen de gewoonte hebben van in een

sneeuwwit, met natuurlijk de zwarte polsvlek. Ook een

groep te gaan leven tijdens de winterperiode. Wat me

bijna geheel donker exemplaar was aanwezig.

wel opviel, en in strijd was met het écht in groep leven, was dat de uilen er nog een soort van territorium op

De houding is in vergelijking met andere uilen zeer

nahielden waarin een soortgenoot moeilijk kon door­

horizontaal. Ze zitten hoofdzakelijk op de grond, soms

dringen.Dit territorium was echter niét met duidelijke

op paaltjes of omheiningen, doch meestal niet meer

grenzen te om chrijven.

dan een halve meter boven de grond. Eén maal zag ik een uil op anderhalve meter boven de grond zitten.

Ook andere roofvogels zoals torenvalk en blauwe kie­ kendief werden moeilijk aanvaard en meestal verjaagd. Ik zeg meestal omdat de torenvalk eenmaal boven een bepaalde hoogte niet meer achternagezeten werd. Kie­ viten, die normaal heel aanvallerig zijn op roofvogels, reageerden praktisch niet op de aanwezigheid van deze prooivogel. Iet wat me nog opviel was dat ik, ook in tegenstelling tot ommige literatuur, geen vogels over­ dag zien vliegen heb. Telkens moest je komen ongeveer 3 uur voor zonsondergang. Bij sterke wind jaagde hij bij

de gebouwen en kon je hen du ook niet zien. 1 14

De Boomklever

-

december 2012

Het geluid was een krassend "kchriico", doch ik hoorde het maar 2 maal. Hiermee heb ik alles gezegd, behalve de aankomst en vertrekdata. De laatste waarneming is gebeurd op 8 april, maar de eerste heb ik niet zo nauwkeurig, doch ze moeten er al geweest zijn voor de koude. Hoogst­ waarschijnlijk eind november, na de eerste koudegolf.

Johan Bogaert

De Boomklever, jaargang 7, nummer 3, juli 1979


Activiteiten A11e activiteiten van de Natuurstudiegroep Dijleland en eventuele wijzigingen zullen ook aangekondigd worden via de Dijlevallei-maillijst (http://groups.yahoo.com/group/Dijlevallei/). Zaterdag 12 januari 2013

Zaterdag 16 februari 2013

Watervogeltelling

Watervogeltelling

Een

voormiddagexcur ie

watervogelgebieden

in

langs de

overwinterende watervogel

de

belangrijkste

Dijlevallei

om

de

in kaart te brengen.

Een voormiddagexcursie

langs

de

belangrijk­

ste watervogelgebieden in de Dijlevallei om de overwinterende watervogel

in kaart te brengen.

Afspraak: 8u30, tation van Oud-Heverlee

Afspraak: 8u30,

Leiding: Luc Hendrickx

Leiding: Luc Hendrickx

(luchendrickx2003@yahoo.com, 0477192835)

(luchendrickx2003@yahoo.com, 0477192835)

Zaterdag 26 januari 2013

Zaterdag 23 februari 20 I 3

Jaarvergadering

Belgische vogeldag

Met o.a. bijdragen van Kelle Moreau over Japan en

Afspraak: 9u, UA Drie Eikencampus Wilrijk.

bijzondere broedvogels en nog veel ander leuks.

Leiding:

Afspraak: 20u, gemeentehuis van Heverlee

http://WUJW.natu11 rp1111 f.be/nl/biodiversiteit /vogels_1286.aspx

Leiding: Bart Creemers (bart .creemers@gmail.com, 0496893106)

Zaterdag 26 januari 2013 & zondag 27 januari 2013

Landelijke klapekstertelling De gelegenheid om op zoek te gaan naar onze gemaskerde bandiet. Na een periode van afwezigheid is de Klapekster sinds enkele jaren terug een vaste

tation van Oud-Heverlee

Zaterdag 16 maart 2013

Watervogeltelling Een voormiddagexcursie lang

de belangrijkste

watervogelgebieden in de Dijlevallei om de over­ winterende watervogels in kaart te brengen. Afspraak: 8u30,

tation van Oud-Heverlee

Leiding: Luc Hendrickx (! uchendrickx2003@yahoo.com, 0477192835)

wintergast in onze regio met 1 of zelfs meer win­ terterritoria. Benieuwd of ze terug opduiken in de Doode Bemde, op de taalgrens in Florival, aan de renbaan van Groenendaal, het plateau de la Foresterie. En wie vindt een nieuw territorium: geschikte loca­ ties zijn er genoeg om tijdens dit weekend in onze regio aan te doen: de kapvlakte van het voormalige Militair Domein in Meerdaalwoud, de mozaXek van Silsombos, ... Gegevens kan je invoeren via het projectscherm in waarnemingen.be. Bij de invoer van gegevens wordt er ook gevraagd om nulwaarnemingen in te voeren mocht je geen Klapekster vinden. De resultaten van de eerste drie tellingen verschijnen in het volgende nummer van Natuur.oriolus.

Zaterdag 2 februari 2013

Brakona contactdag Afspraak: 9u, Provinciehuis Leuven.

Leiding: Griet Nijs, Brakona, tel. 015-77 01 61, brakona@natuurpunt.be

Determinatieavond Wilde bijen Determineren van \vilde bijen met behulp van de micro

coop

Afspraak: elke 2de vrijdagavond van de maand vanaf 19u, Gemeentehuis van Heverlee

Leiding: Koen Vandenberghe (koen.vandenberghe@gmail.com, 0485162619) & Bart Creemers (bart.creemers@gmail.com, 0496893106). Deze avonden zullen aangekondigd worden via de Dijlevallei-maillijst: http://groups.yahoo.com/g roup/Dij /eva/ lei/.

Monitoring Sleedoompage Een namiddagexcursie op zoek naar eitje van de Sleedoornpage om de populatiedynamiek van deze soort op lange termijn op te volgen. Afspraak: Deze middagen zullen aangekondigd worden via de Dijlevallei-maillij t: ·http://groups.yahoo.com/group/Dijlevallei/.

Leiding: Bart Creemers (bart.creemers @gmail.com, 0496893106) De Boomklever

-

december 2012

1 15


Oproep hernieuwing abonnement

U kan zich (opnieuw)

abonneren op

de Boomklever door overschrijving van 10 EUR op rekeningnummer

BE86001�55216850 (IBAN) met BIC GEBABEBB van de N atuurstudiegroep Dijleland, met vermelding van

AB02013 +

naam en adres. Een steunabonnement kost 15 EUR of meer. Het bestuur van de Natuurstudiegroep Dijleland dankt u bij voorbaat

1 16 De Boomklever december 2012 -


s

t

Na jaren "geactualiseer" op deze plaats is er nu ruimte voor vernieuwing. Om het speelse element - ook in dit ernstige tijdschrift - nog een plaatsje te gunnen, hadden we gedacht aan een kleine com­ petitie met een raadselfoto als onderwerp. Wat is de bedoeling? Hieronder vindt u een foto van een element uit de Dijlelandse natuur. Deze eer­ ste keer is dat duidelijk een vogel maar dat zal niet telkens het geval zijn: ook andere levende wezens van paddenstoel tot zoogdier kunnen hier aan bod komen. En hierin verschilt deze wedstrijd van de analoge wedstrijd die sedert jaren de Oriolus-lezers welbekend is, maar die alleen foto's van vogels als onderwerp heeft. We vragen u de afgebeelde soort correct op naam te brengen. Zoals u kan vaststel­ len is het geen gewoon 'plaatje' van een vogel maar een pose van de vogel die veeleer 'raadselachtig' is. Aan u om dat raadsel op te lossen. Aan deze wedsstrijd is een prijs verbonden namelijk telkens lx 1 jaar gratis "De Boomklever'; die verloot zal worden onder de juiste antwoorden. Deze antwoorden graag zo spoedig mogelijk maar uiterlijk 28 februari 2013 aan kris.van.scharen@telenet.be of Korbeekstraat 27 te 3061 Leefdaal. Veel succes!! Kris van Scharen

De Boomklever

-

september 2012


Inhoud .

"

.

EDITORIAAL Wissel van de wacht

77

Een geolied pareltje

79

INSECTEN De dag- en nachtvlinders van het Dij/eland

80

André Verboven ZOOGDIEREN De Boommarter: terug van toch 82

niet helemaal weggeweest? Bruno Bergmans BIODIVERSITEIT Dijlelandse biodiversiteit opgelijst

86

Bart Creemers VOGELS Jaarvergadering

99

Voorkomen van de Lepelaar Platalea leucorodia in de Dijlevallei 1900-2012

100

Luc Hendrickx Opmerkelijke vogelwaarnemingen in de Dij/eva/lei en omgeving, juni - augustus 2012

I 03

Kelle Moreau UIT DE OUDE DOOS Houtsnippen

112

Opnieuw een grote zilverreiger (Ardea alba) aan de Gemp te Sint-Joris-Winge

113

Waarneming van velduilen

114

ACTIVITEITEN Activiteiten

115

Oproep

116

Coverfoto: Winterimpressie van het plateau Neerijse-Leefdaal© Eric Malfait

111


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.