de zaklamp, zonder resultaat. Op 12 april werd er
Dankwoord
kort naar larven gezocht, eveneens zonder resul
Ik wil eerst en vooral mijn peter Désiré Vanautgaer
taat.
den en mijn talrijke medestudenten die meegingen op de vele late avonden (ondanks de drukke pro
Conclusie en toekomst De situatie ziet er in Meerdaalwoud weer rooskleu riger uit voor de Vuursalamander! Indien men blijft waken over de exploitatie, en mits kleine beheers maatregelen, is het een duurzame situatie voor de huidige populatie (Lambrechts et al., 2011). Of de Vuursalamander op andere plaatsen in de Dijleval lei ooit zal (terug)komen is wel nog een grote vraag. Het INBO is in 2010 gestart met het nemen van weefselstalen van Vuursalamanders
voor popula
tiegenetisch onderzoek. Deze studie kan in de toe komst wellicht belangrijke conclusies trekken in ver band met de duurzaamheid van bepaalde Vuursala manderpopulaties in Vlaanderen, en zo indicaties voor beheer meegeven. Daarom werden in 2010 en
2011 enkele dode exemplaren van Vuursalamander uit de "poel des doods" aan het INBO bezorgd.
gramma's) bedanken! Deze hulp werd erg gewaar deerd ! Ik wens ook Sjoerd Rommes te bedanken voor de hulp op de dag van de larvenzoektocht. Een speciale dank gaat uit naar Hyla en voornamelijk Bert Vandebosch voor de vlotte communicatie en het invullen van de dagen dat ik niet kon. Daarnaast wordt Jorg Lambrechts bedankt die mij toelating gaf elementen uit het onderzoeksrapport van Arcadis samen te vatten. Ook mogen de boswachters Chris Vandenbempt en Bart Meuleman niet vergeten wor den die openstaan voor onderbouwde suggesties omtrent Vuursalamanderhabitat en er ook zo goed als mogelijk naar handelen. Tenslotte bedank ik ook nog Kelle Moreau voor het nalezen van dit artikel.
Bronnen Bauwens, D. & Claus K.
•
(1996) -
Amfibieën en reptie
len in Vlaanderen. Uitgave Wielewaal vzw. De Becker P.
•
(1999)
- De bosreservaten van Heverlee
bos & Meerdaalwoud . Uitgave Vrienden van Heverlee bos en Meerdaalwoud vzw. 144pp.
Maar ook voor de veld-inventariseerders blijft er in tussen werk aan de winkel: er moet nog gecontro
•
of andere poelen en/of karrensporen in de buurt van de Warandevijver. Eventuele getransloceerde dieren
(1991)
-
Waarnemingen van reptielen en
amfibieën in Meerdaalwoud in de periode 1985 - sep
leerd worden in Meerdaalwoud ten westen van de Naamsesteenweg op locaties zoals de springputten
Catthoor, G.
tember 1991. Eigen uitgave. •
Hyla.flits
(2005)
-
De 'Poel van de Dood' in het Mol
lendaalbos. Hyla.flits, 2005(2):2. •
Jacobs, 1.
(2008)
- Toestand van de Vuursalamander in
(zoals in 2010) kunnen zich ook op andere plaatsen
Oost-Vlaanderen. Ecologie, verspreiding en aanzet tot
in het bos voortplanten. In 1999 (De Becker) was er
soortbescherming. Eindrapport van de studie Soort
ook sprake van Vuursalamanderlarven aan de zuid
beschermingsplan voor de Vuursalamander in Oost Vlaanderen' Rapport Natuurpunt Studie 2008/7, Meche
rand van Mollendaalbos (Veldkant van de Renissart),
len, België.
het loont de moeite om daar ook eens te zoeken. Dit geldt evenzeer voor de Putten van de IJzeren Weg
•
Lambrechts,
J.,
Stijnen, T. & Vanderheyden I.
waar talrijke bronnen aanwezig zijn met veel dood
soortbeschermingsplan voor de Vuursalamander
hout; de noord- en zuidrand van het Kouterbos met
lamandra salamandra
de "Klein moerassen'; en de zuidrand van Heverlee
Vlaams-Brabant. 143 blz +kaartenbundel.
bos tegen de Vaalbeekvallei. Een doorgedreven lar
•
venzoektocht is in deze drie laatste gebieden wen selijk. •
Ook nu, in moderne tijden, nu we weten dat Vuursa
(2011).
Onderzoek naar de verspreiding van en opmaak van een L.). Arcadis Belgium iov ANB
(1999) Ontdek de Vuursalamander Sala mandra salamandra en ontmoet baltsende Houtsnip pen Scolopax rusticola. De Boomklever, 27:29-32. Moreau, K. (2004) - De poel des doods. De Boomklever, Moreau, K.
-
32:85-86. •
Vanautgaerden, G. & Moreau, K.
(2009)
:....
Leucis
lamanders niet uit vuur geboren worden, blijven de
tische Vuursalamander in het Meerdaalse water.
verborgen levenswijze, grootte en felle on-Europese
Boomklever, 37:40-43
kleuren inspireren. Net als de vurige inzet die voor deze dieren hopelijk blijft bestaan, zowel op vlak van studie als van behoud". Ik ben blij daar samen met anderen een bijdrage aan te kunnen leveren !
62
De Boomklever
-
september 2011
•
(Sa
Stumpel, T. &
Strijbosch H.
(2006)
De
- Veldgids amfi
bieën en reptielen. KNNV, Utrecht. 318 pp.
Gert Vanautgaerden gertvanautgaerden@hotmail.com