Themanummer zoogdieren
Het Dijleland: zoogdieren-hotspot van formaat Zoogdieren vormen ietwat een buitenbeentje binnen het natuurstudie-gebeuren. Hun veelal verborgen en nachtelijke levenswijze maakt hun aan- of afwezigheid eerder onopvallend. Het deftig 'waarnemen' van muizen en vleermuizen vereist het gebruik van technische hulpmiddelen ats 'life-traps' en 'bat-detectoren', of gebeurt via het pluizen van braakballen. En zichtwaarnemingen van tot de verbeelding sprekende soorten zijn veel schaarser dan vondsten van verkeersslachtoffers. Het geringe aantal zoogdierwaarnemingen in het waarnemingenboekje van een doorsnee Dijlelander neemt niet weg dat het Dijleland op V laams niveau een absolute zoogdieren hotspot is. En dit zowel wat betreft het aantal soorten als het aandeel rodelijst-soorten dat er voorkomt. Binnen ons werkingsgebied werden in de periode 1987-2004 met zekerheid 44 zoogdiersoorten vastgesteld (de soortclusters Baard-/Brandtsvleermuis en Gewone/Grijze grootoorvleermuis zijn hierbij telkens als één soort geteld} (Verkem et al. 2003, archief natuurstudiegroep Dijleland}. Van drie andere soorten (Kleine dwergvleermuis, Hazelmuis en Boommarter} liggen een reeks 'waarschijnlijke' waarnemingen voor uit betreffende periode, doch harde, tastbare bewijzen over hun voorkomen ontbreken. Buiten de Voerstreek worden dergelijke aantallen nergens elders in V laanderen gehaald. Minstens even bijzonder is dat het Dijleland zeker 603 en mogelijk 703 herbergt van alle landzoogdiersoorten die op de Rode Lijst voor V laanderen werden opgenomen in de categorieën 'ernstig bedreigd' tot 'zeldzaam'. Onderstaande tabel geeft het voorkomen en de status van deze soorten in onze streek bondig weer. De kennis over het voorkomen en de verspreiding van zoogdieren in het Dijleland is de voorbije jaren fors toegenomen. Het voorkomen van belangrijke populaties rodelijst-soorten, in combinatie met de opvallende interesse van AMINAL afdeling Natuur voor zoogdieronderzoek en -bescherming, hebben daar in belangrijke mate toe bijgedragen. Lopende projecten zijn ondermeer de monitoring van Hamster en Bever via periodieke tellingen en van roofdieren door het inzamelen van verkeersslachtoffers. Voor de Das werkt het Regionaal Landschap Dijleland sinds kort een beschermingsplan uit. En via life-trap onderzoek en het pluizen van braakballen brengt de natuurstudiegroep het voorkomen van muizen in kaart. In deze Boom.klever hebben we een aantal bijdragen samengebracht met recente resultaten van al dit inventarisatiewerk. Soorten die de revue passeren zijn ondermeer de 'streekspecialiteiten' Hamster, Bever en Das. V leermuizen, een andere streekspecialiteit, komen in dit nummer niet aan bod, maar werden de voorbije jaren ondermeer in het Meerdaalwoud en de Laanvallei grondig onderzocht (Verkem 2002, Willems 2004}. Vooral het boscomplex Heverleebos-Meerdaal-Mollendaal herbergt een belangrijke en zeer soortenrijke vleermuizenfauna, die vrijwel nergens in V laanderen wordt geëvenaard. Opmerkelijke soorten die er tijdens gericht onderzoek in 2001-2002 vastgesteld werden zijn ondermeer Bosvleermuis, Meervleermuis en één waarschijnlijke en twee mogelijke Kleine dwergvleermuizen (Willems 2004} Voor een aantal bedreigde soorten is het dan weer koffiedik wat betreft hun voorkomen en/ of status in de streek. Van zowel Water- als Veldspitsmuis ligt slechts een beperkt aantal 'harde' gegevens voor. Van de Hazelmuis wordt vermoed dat ze voorkomt, maar zekere gegevens 126