De Boomklever December 2004

Page 22

Zoogdieren

Voorkomen van marterachtigen in regio Leuven, met nadruk op de periode 1997

-

2004 Monitoring en Ecologie van Marterachtigen (IBW ism KBIN) Reeds sinds 1997 voeren het Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer (IBW, Geraardsbergen) en het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN, Brussel) in V laanderen een gezamenlijk ecologisch en monitoringsonderzoek naar al onze marterachtigen. Concreet gaat het om volgende inheemse soorten: Otter Lutra lutra, Das Me/es me/es, Boommarter Martes martes, Steenmarter Martes foina, Bunzing Mustela putorius, Hermelijn Mustela erminea en Wezel Mustela nivalis, aangevuld met uitheemse en gedomesticeerde soorten die aanleiding kunnen geven tot verwarring zoals Amerikaanse Nerts Mustela vison en Fret. Op het IBW werd daartoe een gecentraliseerde databank opgericht. Hierin worden zowel zichtwaarnemingen, verkeersslachtoffers, doodvondsten (de dood kan niet onmiddellijk aan het verkeer worden toegewezen), doodvangsten (bijvangsten bij rattenbestrijding, illegale praktijken, ...) en spoorwaarnemingen opgenomen. Het doel bestaat uit het centraliseren van betrouwbare waarnemingen, en er wordt meer doorgedreven onderzoek verricht aan Das en Boommarter (uiterst zeldzaam in V laanderen) en aan Steenmarter en Bunzing als modelsoorten in landschapsecologische context. Verder worden er ook verkeersslachtoffers ingezameld. Niet alleen laat dit een juiste soortdeterminatie toe, het schept ook mogelijkheden tot het verzamelen van een hele reeks ecologische gegevens (bv. in verband met leeftijd, conditie, biometrie, dieet, accumulatie van gifstoffen en de bio-beschikbaarheid daarvan, populatieopbouw en -genetica, ...). Voor dit doeleinde werd er een inzamelsysteem in drie niveaus uit de grond gestampt. Niveau 1 bestaat uit iedereen die een vondst van een dode marterachtige meldt aan het inzamelnetwerk, niveau 2 uit 'transporteurs' die de gemelde slachtoffers inzamelen en niveau 3 uit 'diepvriezerbezitters'. Het IBW zorgt voor de nodige vergunningen voor personen van niveau 2 en 3 , e n de transpo rt- en elektriciteitsonkosten worden vergoed. Dit marternetwerk werkt zeer goed en wordt ook gebruikt voor de inzameling van verkeersslachtoffers van Vos Vulpes vulpes, Wasbeer Procyon lotor, Wasbeerhond Nyctereutes procyonoides, W ilde Kat Fels i sylvestris, Lynx Lynx lynx, Bever Cos/or fiber en Beverrat Myocastor coypu. Occasioneel kunnen de vergunningen in het kader van specifieke onderzoeken worden uitgebreid naar nog andere soorten, zoals dat in het verleden reeds gebeurde voor Rode Eekhoorn Sciurus vu/gans. Tot slot wensen we hier nog te vermelden dat ondergetekende een niveau 2-vergunning van het IBW-marternetwerk bezit en bij eventuele vondsten van dode ex. van de reeds hoger vermelde diersoorten kan gecontacteerd worden.

Opzet en duiding bij de gebruikte gegevens In deze bijdrage wordt een beknopte samenvatting gepresenteerd van de gekende informatie over de verspreiding en de evolutie van marterachtigen in het Dijleland, waar we voor deze gelegenheid ook Bierbeek en zijn deelgemeenten toe rekenen. Er werd vooral gebruik gemaakt van het waarnemingenarchief van de NSG Dijleland, de recentste V laamse Zoogdierenatlas (Verkem et al., 2003) en de databank marterachtigen van het IBW. Eind 2002 kwam er vanuit het IBW het bericht dat het voor onze regio niet langer nodig was om waarnemingen van marterachtigen en Vossen in te zamelen, met uitzondering voor Dassen, Boommarters en gemerkte Vossen. In de databank zijn de jaren 2003 en 2004 voor onze regio dus sterk ondervertegenwoordigd, zodat in het vervolg van de tekst vooral gebruik 144