Weeljés rond beesljés ------
Beschermingsplan Das
-
Op enkele zwervende dieren na, is de Das
reeds enkele decennia uit Vlaams-Brabant verdwenen. Een poging om in het begin van de jaren tachtig dassen te herintroduceren mislukte en verschillende dieren werden toen vergiftigd teruggevonden. De laatste tijd worden er in het Dijleland echter terug zwervende dassen (hoofdzakelijk verkeersslachtoffers) ge signaleerd. Op 17 juni gaf de Vlaamse minister van Leefmilieu, Jef Tevernier, het startschot voor een driejarig actieplan om de dassenpopulatie in het zuidelijk deel van Vlaams-Brabant weer op peil te krijgen. Dit beschermingsplan, dat wordt uitgevoerd door het Regionaal Landschap Dijleland, omvat zowel de inventarisatie van de huidige toestand van oude burchten en het in kaart brengen van de dassenpopulatie in het aangrenzende Waalse gebied van waaruit mogelijk migratie kan optreden, als de inrichting en het herstel van bossen en bosranden als geschikt voedselgebied voor dassen, en het wegwerken van knelpunten (stroperij, verkeershinder, ".). De das zal al leszins zelf zijn weg moeten zoeken naar het Dijleland. Alle informatie over het vroeger of actueel voorkomen van de Das in de regio is welkom bij Muriel Vervaeke, projectverantwoordelijke 'Beschermingsplan voor de Das in Vlaams-Brabant', Regionaal Landschap Dijleland, Naamsesteenweg 573, 3001 Heverlee, tel. 016 40 85 58, muriel.vervaeke@rld.be.
Nachtegaal en Wielewaal
-
Soorten komen, soorten gaan". en twee
voorjaars-iconen van de streek zingen tegenwoordig een fiks toontje lager. Het aantal zangposten van beide soorten in de Dijlevallei ten zuiden van Leuven is de voorbije jaren opvallend afgenomen. Zo werden er in de Doode Bemde (Dijlevallei tussen Korbeek-Dijle, Oud-Heverlee, Sint-Joris-Weert en Neerijse) de voorbije maanden geen enkele
(!)
zangpost van Nachtegaal waargenomen,
terwijl (slechts) op drie plaatsen binnen dit gebied zingende Wielewalen aan wezig waren. In 1999 herbergde dit gebied nog 7 Nachtegaal-territoria en l 0 Wielewaa 1-territoria. Om een aantal hypothesen in verband met deze frappante achteruitgang te toetsen (o.m. relatie met het gevoerde beheer), wordt momenteel getracht een zo goed mogelijk beeld te krijgen van het voorkomen en de verspreiding van beide soorten sinds 2000 in de ganse regio. In het voorjaar van 2005 plan nen
we
alvast
een
gedetailleerd
project
(territoriumkartering
+
biotoopkarakterisatie) rond beide soorten. Alle waarnemingen van Nachtegaal en Wielewaal uit de periode 2002-2004 zijn welkom bij Maarten Hens (maartenhens@skynet.be). 87