Wee(jes rond beestjes
------
De poel des doods
-
Reeds lange tijd staat een bospoel net ten z van
de Weertse Dreef in Mollendaalwoud bekend als een van de weinige gekende voortplantingsplaatsen van Vuursalamanders Sa!amandra salamandra in de Leuvense bossen. Deze landsalamander verblijft enkel tijdens het larvale stadium, wanneer de diertjes door middel van uitwendige kieuwen ademen, in het water. De volledige adulte levensloop speelt zich vervolgens in een terrestrisch milieu af. Enkel voor ¡
het afzetten van de larven (Vuursa lamanders
ZIJn
levend barend)
de
keren
vrouwtjes naar het water terug. Hierbij plaatsen ze zich op een oever met het achterlichaam in het water. Eerder werd door G. Catthoor reeds vastgesteld dat vele
drachtige
Vuursalamandervrouwtjes tijdens het afzetten van hun aquatische larven worden vastgegrepen door paarlustige mannelijke Bruine Kikkers
Rana
femporaria, waarbij deze vrouwtjes al te vaak de verdrinkingsdood sterven. In 1999 werd eveneens opgemerkt dat ook de salamanderlarven te lijden hebben onder de massale aanwezigheid van de Bruine Kikkers. Er werden immers vele larven gevonden die bovenop het bijna poelbedekkende kikkerdrilpakket waren gestikt i n de lucht (Moreau,
1999). Deze mortaliteit werd nooit exact
gekwantificeerd, de impact ervan op de populatie zou trouwens moeilijk kunnen ingeschat worden aangezien er geen populatie-groottes bekend zijn. Na
1999
werden slechts sporadisch Vuursalamanderwaarnemingen van deze poel ontvangen, wat meer te verklaren valt door de afwezigheid van waarnemers dan door de afwezigheid van salamanders. Ook blijft de trefkans hier bijzonder klein, ook al gaat het om de beste gekende plaats voor de soort in de regio (en vermoedelijk zelfs in een veel ruimer gebied). Uit persoonlijke observaties (vnml. K. Moreau & H. Roosen) blijkt dat de activiteit van de Vuursalamanders rond de poel zijn hoogtepunt kent tijdens de derde decade van maart, en dan voornamelijk op nachten met een hoge relatieve luchtvochtigheid (vooral tijdens en na regenbuien). Op
21/03/04, na een erg regenachtige nacht, beslisten K. Moreau en de
deelnemers aan de vogelwandeling die die dag werd gehouden met Vogelwerkgroep Brussel, om hun geluk eens te beproeven aan deze poel. Groot was de verbazing toen hier rond l l u ook effectief een actief rondzwemmend Vuursalamandervrouwtje werd aangetroffen. Zij werd dadelijk op het droge gezet waarop ze onmiddellijk terug het water trachtte op te zoeken (afzetten van de 85