Vogels
Pestvogels Bombycilla garrulus in Vlaams Brabant (periode 1828-2003)
De aanleiding tot dit overzicht is de waarneming van 5 ex (waaronder één raam slachtoffer) op 14 januari 2003 te Korbeek-Lo; twee dagen voordien, op 12 ja nuari werd al een vogel gesignaleerd te Evere-Schaarbeek (M. Moreels). Een derde waarneming
(l
ex) werd opgetekend op
tuin waar geen struiken met bessen stonden
(R.
l
februari te Heverlee in een
Meeus).
Sedert mensengeheugenis staan Pestvogels bekend om hun kleine of grote in vasies zoals 1903, 1949, 1965, 1986 en 1996 (Tricot 1965, Hubaut 1986, van der Elst 1986, Collaerts 1996, Jacob 1996). De invasie 1995/1996 in Nederland in een (inter) nationaal perspectief, werd uit voerig gedocumenteerd door Hustings & al. ( 1998). Volgens van Havre ( 1928) zijn Pestvogels onregelmatige doortrekkers en winter vogels van oktober tot februari, maar vijf jaar later paste hij zijn tekst aan en schreef "van september tot einde maart" (Gerfaut 1933: 118), zinsnede overge nomen door Verheyen ( 1948) die enkele zomerwaarnemingen er aan toe voegde. In de 19de eeuw werden Pestvogels opgemerkt bij Brussel in december 1828 (2 ex), op 17 feb 1842 en op 14 jan 1885 bij Leuven, op 26 nov 1866 bij Brussel (arch. G. De Smet in litt.) De eerste bewijsstukken (M+V ) voor Vlaams-Brabant stammen uit Ukkel (09 dec. 1903, verz. KBIN, Brussel) maar in die periode waren ook al verzamelaars actief, getuige de twee opgezette vogels nr. 89 en 90 van Aug. Tont en dhr. Fonteyn op een tentoonstelling in september 1911 te Leuven (Soc. ornith. Centre Belgique 1911). Van A. Tont weet men dot hij secretaris was van voornoemde vereniging.
Aantal waarnemingen per maand oktober 2
november december 19
13
januari
februari
maart
april
13
15
21
4
Waarnemingen in oktober zijn uitzonderlijk (okt 1925 Tervuren, eind okt 1941 Ukkel), ook in aangrenzende gebieden (21 okt 1949 Beauvechain, 28 en 31 okt 1965 Mechelen-Muizen}. 9