'
-
OngeweNelden
Hoe venkel de Koninginnepage Papilio machaon kan redden Ik weet zelfs niet meer hoe ze er zijn terecht gekomen, maar sinds jàren heb ben we in onze tuin enkele overblijvende venkelplanten (Foeniculum vuigere) staan.
Vanuit modern tuinarchitecturaal oogpunt zijn het niet bepaald de
meest trendy planten, als forse kruidige gewassen (ze halen meer dan 2 me ter!) horen ze eerder thuis in rommelige pastorietuintjes of ouderwetse boeren hofjes. Maar het is helemaal niet vanwege een soort "bokrijkstreven" dat dit kruid een plaatsje heeft mogen veroveren in onze tuin. Want vanaf mei kan je ze steevast aantreffen op de fijne draadvormige bladeren: piepkleine gele kegeltjes: de eitjes van de Koninginnepage. Je hoeft zelfs niet erg veel geluk te hebben om op een zonnige dag er getuige van te zijn hoe het wijfje van deze dagvlinder her en der haar eitjes deponeert, nooit meer dan 1 op hetzelfde blad. Vanaf dan gaat het razendsnel. Na enkele dagen kruipen uit de eitjes kleine ruwbehaarde mormels "vogelkakjes" die in een mum van tijd transfor meren in prachtige groene rupsen met zwarte verticale zebrabanden waarop zich volgens een regelmatig patroon oranje stippen bevinden. Wanneer de rups op het punt staan te verpoppen, dan hebben we toch wel te doen met beestje ter grootte van mijn kleine pink. Bij aanraking van zo' n groen worstje ploppen boven de kop twee zwiebelende oranje sprieten uit, die een vreemde, niet geheel onaangename geurstof verstuiven. Verpoppen doen de rupsen zelden op de venkelplant zelf, eerder zoeken ze in de directe omgeving een geschikte houtige stengel waaraan ze zich vast hechten En zo gaat het een hele zomer door, generatie na generatie (vaak meerdere tegelijk) doet zich tegoed aan het geurige venkelloof. Na verloop van tijd kan je het succes van de venkelplant als broedkamer aflezen aan de vele zwarte rupsenpoepjes die zich op de grond verzamelen.
Tot begin oktober heb ik
nog rupsen kunnen aantreffen. Een voorzichtige schatting maakt dat er jaar lijks een goeie 40 koninginnepagerupsen per plant tot ontwikkeling komen. En dat is best aardig, als je weet dat de natuurlijke waardeplanten (net als venkel behoren ze allen tot de familie van de schermbloemigen, zoals Wilde peen) van deze toch niet zo algemene vlinder, dun gezaaid zijn in ons overgecultiveerd landschap. De boodschap mag intussen duidelijk zijn; als we met z'n allen een of meerdere overblijvende venkels aanplanten, dan zijn we voor de volgende jaren verzekerd van vele generaties Koninginnepages in onze regio! Frederik Fluyt Freek@village. uunet. be (op eenvoudig verzoek kunnen venkelzaadjes opgestuurd worde)
75