Afgiftekantoor : Leuven X
driemaandelijks� (maart, ju n i, s ept e m ber
,
Tijdschrift van DE WIELEWAAL afdeling LEUVEN
Jaargang 25, nummer
Verantw. uitg.
3
september
P. Herroelen, Leuvensesteenweg 347,
1997
3370 Boutersem
DE BOOMKLEVER De BOOMKLEVER is het tijdschrift van DE WIELEWAAL afdeling Leuven. De Koninklijke Vereniging voor Vogel- en Natuurstudie DE WIELEWAAL heeft tot doel de kennis en de bescherming van de natuur, en in het bijzonder van de in het wild voorkomende vogels, te bevorderen door alle middelen: ondermeer door het oprichten van plaatselijke afdelingen, het houden van studiedagen, het uitgeven van tijdschriften, het verspreiden van vogel-en natuurboeken en het oprichten van natuurreservaten. De vereniging werd in 1933 opgericht door E. H. Segers; ze telt nu meer dan 9000 leden-gezinnen, verdeeld over meer dan 50 afdelingen waaronder afd. Leuven. Een waaier van voordrachten, dia-en filmavonden, lessen, tentoonstellingen, geleide wandelingen, studieprojecten, deelname aan regionale en internationale onderzoeken en inventarisaties, beheerswerken in natuurreservaten, uitstappen en reizen in binnen-en buitenland staan jaarlijks op de agenda. De vereniging heeft meer dan 80 natuurreservaten in eigendom of in beheer met een totale oppervlakte van meer dan 3000 ha, verspreid over heel Vlaanderen. Ze bezit bovendien een eigen • Wielewaalhuis " te Turnhout waar naast het secre tariaat ook een ornithologisch museum, een bibliotheek, een vergaderzaal en een boekhandel zijn ondergebracht. Lid worden van DE WIELEWAAL kan door overschrijving van 600 SF op giroreke ning 000-0319785-73 ten name van De Wielewaal, Graatakker 11, 2300 Turnhout. Je kan ook je naam + adres en het vereiste lidgeld bezorgen aan één van onze bestuursleden : •
M. Bekkers Oostremstraat 4, 3020 Herent tel 016/ 23 13 38, bestuurslid.
•
R. De Borger Vrijwilligerslaan 1, 3080 Tervuren tel 021767 60 90, penningm.
•M. Hens P. Delvauxwijk 18 3000 Leuven, tel 016/299890, voorzitter (nieuw adres) •
P. Herroelen Leuvensestw. 347, 3370 Boutersem tel 016/ 73 40 69, secretaris.
•
K. Van Scharen Korbeekstraat 27, 3061 Leefdaal tel 021767 26 38, bestuurslid.
Leden ontvangen het tijdschrift WIELEWAAL (6 nummers), het driemaandelijks tijd schrift ORIOLUS en het trimestriêle afdelingsblad DE BOOMKLEVER. ABONNEMENT " DE BOOMKLEVER
u
Personen die lid zijn van een andere Wielewaalafdeling doch tevens De Boomklever wensen te ontvangen, kunnen dit door 200 BF over te schrijven op rekeningnr. 001-1552168-50 van De WlelewaaJ, afd. Leuven met vermelding " Boomklever" en opgave van hun naam en adres.
ARTIKE LS Artikels dienen getljpt te worden Ingezonden. De redactie kan artikels wijzigen, steeds in overleg met de auteur die verantwoordelijk blijft voor zijn tekst.
A DVERTENTIES Gelieve te informeren voor tarieven, vonn en inhoud bij R. De Borger (zie hoger).
REDACTIE Paul Herroelen
./ I
f
De winterse Dijlevallei
'Zeven Grote Zaagbekken op de Dijle in Arenberg en een vermoedelijke slaapplaats van een twintigtal Aalscholvers langs de Dijle achter het Sportkot' zo luidde de e-mail van Maarten Hens. Jammer dat de voettocht langs de Dijle, gepland voor de daaropvolgende zaterdag 11 januari niet zou doorgaan. Eigenlijk had ik voorgesteld die tocht op 5 januari te organiseren. Maar het ultieme communicatiemiddel - de e-mail - ontsnapt soms ook niet aan 'communicatiestoringen'.
Mijn mail was te laat door
Maarten opgemerkt:
verzopen tussen de talloze EuroBirdNet-berichten. Dan maar een week later, op 11 januari dus. Maar dat kon uiteindelijk ook niet doorgaan. Maarten werd in het beruchte koude 'elfstedentocht-weekend' ook door de schaatsmicroob gebeten. En in een poging om een nieuw record te vestigen op de Damse Vaart kwam hij ongelukkig ten val bij het klunsen, sorry: het 'klunen'. Resultaat: knie in de prak en een lange voettocht zat er dus voorlopig niet in. Bovendien bleken de meeste andere potentiële deelnemers ook verhinderd. Niet dus. Aangespoord door een nieuw bericht over de waarneming van een Nonnetje en een Brilduiker bij Neerijse-kliniek viel het me niet moeilijk te besluiten de tocht dan maar alleen te doen. Elf januari 1997 was deze winter al de twintigste opeenvolgende ijsdag met aanhoudende vorst overdag en 's nachts. Niets wees er voorlopig op dat het lange winteroffensief ten einde liep. Alle plassen lagen er al weken dichtgevroren bij en alleen de snelstromende beken en rivieren waren nog ijsvrij. Voor één vijver in de streek had ik nog een beetje hoop: de noordelijke vijver in Wilsele. De voorbije weken zat daar weer een flinke groep Knobbelzwanen en die hadden in de vorige winters steeds een wak kunnen vrij houden. Vóór de Dijletocht moest ik daar maar even langs lopen. De zuidelijke vijver lag er bij als één grote ijsvlakte onder een wit sneeuwlaken. Een eenzame zilvermeeuw scharrelde wat rond in de sneeuw. Een buizerd wiekt omhoog uit een eik langs het pad naar de tweede vijver. Op het eerste zicht lijkt die ook volledig dichtgevroren, wit en leeg. Midden op de vijver staat een eenzame kouwelijke Blauwe Reiger. Wat een verschil: enkele weken geleden telde ik er nog achtentwintig in het gezelschap van de prachtige Grote Zilverreiger die hier vanaf midden november verbleef. En dan zie ik achteraan toch wat beweging. Dus toch maar de telescoop opgesteld en ja, aan de overzijde is rond een omgevallen boom nog een klein wak. Ten minste: dat moet ik veronderstellen want water is er nauwelijks te zien. Veertig knobbelzwanen, ongeveer 250 Wilde Eenden en ruim 200 Meerkoeten vechten en spartelen om aan de beurt te komen voor een zwempartij. Het is misschien vreemd maar toch doet het tafereel me even denken aan de drukte rond de zwembaden op de voorbije hete zomerdagen. Ook hier in dit winterse bad zijn er immers 'witten' en 'zwarten' en een aantal 'wilden' ... Niet zonder enige moeite kan ik tussen de krioelende massa vogellijven ook een mannetje Krakeend en zelfs twee mannetjes Pijlstaart ontdekken. Een Nijlgans kijkt vanop de oever toe. Dan is het de hoogste tijd om de Dijle aan de andere kant van Leuven te gaan verkennen. Eerste stopplaats is het Arenbergpark te Heverlee en de Dijle vanaf het KUL Sportkot. De Dijle stroomt er erg 'feestelijk' met een mooie witte ijskraag, op sommige plaatsen bijna een meter breed, langs beide oevers. De Dijle staat erg laag in de winterbedding en de ijskragen vormen overal een afdakje waaronder vooral de vrij talrijke waterhoentjes zich verschuilen. Maar later op de dag zou ik ook geregeld Dodaarsjes eronder zien verdwijnen. En jawel, ook de Aalscholvers zijn op post. Ik tel 25 exemplaren in de hoge bomen, even voorbij het Sportkot in zuidelijke richting, langs beide oevers van de Dijle. Enkele andere vissen op de rivier zélf. Ik zal de hele verdere dag slechts één Aalscholver vanuit het zuiden naar het noorden zien vliegen en geen enkele vliegt in
29
zuidelijke richting. Het is duidelijk dat deze groep ter plaatse voldoende te eten vindt en daar ook zal blijven slapen. Even verder toont zich dan het eerste wijfje Grote Zaagbek. Gelukkig vliegt het niet op. Behoedzaam verder lopend in de richting van Arenberg kasteel is een prachtig mannetje Nonnetje toch wel een fijne verrassing! En dan weet je hoe het gaat: eerst één Zaagbek en dan nog één en daar nog en nóg... Op het stukje Dijle tot aan het kasteel zie ik in totaal tien wijfjes en één mannetje Grote Zaagbek samen met één mannetje en twee wijfjes Nonnetje. Mijn plan is de Dijle volledig te 'scannen' tussen Leuven en". zover mogelijk naar het zuiden. Door me snel naar kort opeenvolgende stopplaatsen te begeven en van daaruit in noordelijke en/of in zuidelijke richting te lopen hoop ik vrijwel het hele Dijle traject te kunnen inventariseren. De volgende stopplaats is de K.U.Leuven-campus ter hoogte van een Centraal Magazijn. De Dijle stroomt daar achterdoor en laat zich over een flinke afstand overzien. Het is een rustige hoek, vrijwel zonder verstoring. Ook hier gaat het Zaagbek-festival door: zeven mannetjes en drie wijfjes Grote Zaagbek en nog een wijfje Nonnetje. Alles blijft rustig en ik slaag er ook hier in niets te verstoren zodat de vogels ter plaatse blijven, waardoor dubbeltellingen vermeden worden. Dan even doorrijden tot aan de plek waar de Dijle onder de E40 duikt om vandaar een eindje richting Leuven terug te lopen. Een groepje van 5 Grote Zaagbekken: allen wijfjes en nog 3 andere wijfjes die vanuit het zuiden komen aanvliegen. Zou de E40 een ruimtelijke grens voor de Zaagbekken vormen? Daarom even aan de zuidzijde gaan kijken. Ik besluit halt te houden ter hoogte van het noordeinde van de noordelijkste vijver van Oud-Heverlee. Aminal, zeg maar het Vlaams Leefmilieu Ministerie, kocht de vijvers en is er begonnen met beheerswerken. Om de natuurlijke verlandingszone met rietkraag te herstellen worden er in een eerste fase een aantal oude populieren verwijderd. Die werken zijn volop aan de gang en het is af en toe een klauterpartij over omgezaagde bomen om er door te komen. Een eerstejaars reebok, op zoek naar drinkwater, kruist mijn pad, staat even stil zodat we mekaar bekijken en inschatten, waarna hij dan maar beslist te verdwijnen in het bosje op de helling naar de spoorweg. De Dijle richting E40 levert alleen maar een blauwe reiger op. Dan weer een eindje in zuidelijke richting maar meer dan 2 Knobbelzwanen en 6 Meerkoeten kan ik niet noteren. Zitten alle Zaagbekken dan toch nabij Arenberg? Vandaar is het even omrijden via Oud-Heverlee-dorp en het station om aan de Dijlebrug in Korbeek-Dijle te geraken. Een groepje kajakers halen hun boten op het droge. Hun tocht zit er blijkbaar op en ik vrees al dat hun activiteiten op de Dijle de watervogels zullen verjaagd hebben. Toch maar weer een eindje in noordelijke richting lopen. Al vlug zie ik ook hier drie mannetjes en drie wijfjes Grote Zaagbek. Deze vliegen helaas wél op en even later gevolgd door een wijfje Brilduiker. Ik stel vast dat deze vogels niet écht opvliegen maar eigenlijk laag over het water de Dijle volgen. Op dit stukje Dijle zie ik
verder nog een eenzaam mannetje Slobeend en
een koppel
Wintertaling. Om het volgend stuk Dijle te controleren moet ik naar het pompstation net ten noorden van de Grote Bron vijver te Neerijse. Vandaar kan men via de weiden de Dijle bereiken. Richting Leuven tot aan de Dijlebrug van Korbeek is er niets te zien: kajak weet je wel". Ondertussen is de zon ook van de partij waardoor de kou boven de besneeuwde velden al heel wat minder onaangenaam voelt. Daarna volg ik de Dijle in zuidelijke richting tot ongeveer aan de plek van de monding van de ljse in de Dijle. Nog eens drie wijfjes en een mannetje Nonnetje, een Wintertaling, twee Dodaarzen en vier Meerkoeten kan ik waarnemen. Wat me opvalt is dat ik de Nonnetjes en Grote Zaagbekken vaak rustend op de ijsplaten langs de oever, en dus niet zwemmend, zie. Ook hier is dat weer het geval: de drie wijfjes zitten op de oever. Het mannetje zwemt vlakbij wat heen en weer. Bij mijn langzame nadering glijden de wijfjes rustig in het water en zwemmen samen verder tot voorbij de volgende rivierbocht en dus uit mijn gezichtsveld. Op dit
30
stukje is ook een tweede slaapplaatsUe) 1atsU�alscholvers: 3 exemplaren zitten in de populieren langs de Dijle ter hoogte van de Grote Bron vijver. Ook tijdens vorige winter zag ik ze op dezelfde plaats slapen tijdens een vorstperiode. Het begint al te schemeren als ik mijn auto achterlaat in de dreef bij het kasteel in de 'Doode Beemden'. Het is duidelijk dat de brug over de Dijle in dit reservaat zowat de grens zal zijn van wat ik vandaag kan afstappen. Op de ljse zijn geen watervogels te zien. Er wordt immers op alle vijvers en vijvertjes geschaatst, zelfs nog op dit vrij late uur. Wél flitst hier een Ijsvogel voorbij: het is de eerste die ik in de streek zie sinds het begin van de vorstperiode. Toch wel een mooie waarneming die meteen bewijst dat de soort zelfs in extreme weersomstandigheden in de Dijlevallei kan overwinteren. Dit heeft wellicht veel te maken van de opvallende verbetering van de waterkwaliteit in Dijle en ljse. Deze kwaliteitsverbetering heeft immers ook het voorkomen van tal van vissoorten gunstig beïnvloed. Het overwinteren en pleisteren van tientallen visetende Zaagbekken en Aalscholvers is immers ook maar mogelijk als deze ter plekke voldoende voedsel, vis dus, vinden in de ijsvrije waterlopen. De laatste wandeling loopt verder langs de Dijle vanaf de brug richting Leuven tot aan de plek waar de ljse in de Dijle stroomt en dan verder langs de ljse terug tot aan het kasteel. Misschien speelt de invallende duisternis een rol maar veel zie ik niet meer: vier Wintertalingen en nog twee Dodaarzen. De hele dag zag ik ook Wilde eenden heen en weer vliegen. Toch schat ik dat niet meer dan een vijftigtal eenden in dit deel van de vallei verblijven.
Ik had ook wat duikeenden verwacht maar ze zijn blijkbaar alle
weggetrokken. Moe maar erg tevreden maak ik de balans van de dag op: 35 Grote Zaagbekken, 8 Nonnetjes en een Brilduiker er bovenop. Het is vaak minder mooi geweest! En toen was het donker.
En toen was het zondag". Het was te verwachten.
Terugdenkend aan de voorbij zaterdagse tocht komt de
bedenking: als ik nu eens vroeger was gestart had ik misschien de héle vallei kunnen aflopen.
En:
zou
het verder naar
zaagbekken zitten?
het zuiden,
voorbij
Sint-Agatha
Er is maar één manier om het te weten:
Rode
gaan
ook vol
kijken!
Dus
zondagnamiddag 12 januari worden enkele uurtjes vrijgemaakt om het zuidelijke deel van de vallei te inspecteren. Ik neem me voor om in Florival, aan de 'vijver' achter de Tudor-fabriek (die nu anders heet) te beginnen. En jawel, weer is het meteen raak. Vlak bij de Dijlebrug zitten twee wijfjes Grote Zaagbek die meteen opvliegen en in noordelijke richting de Dijle volgen.
Er zitten ook drie prachtige mannetjes Nonnetjes die ook opvliegen en in
zuidelijke richting langs de Dijle uit het zicht verdwijnen. Ik ga hen achterna en volg de Dijle langs de vijver. Ook deze vijver werd door Aminal aangekocht maar ligt er helaas al jaren leeg bij. Spontane opslag van wilg heeft hier een beginnend moerasbos doen ontstaan. Ik stel wél vast dat een gedeelte recent werd gemaaid. Hopelijk maait men nu de rest ook en wordt er spoedig water opgepompt. Tot aan de sluis zie ik nog een wijfje Nonnetje, dat ook al opvliegt en in zuidelijke richting verdwijnt en nog eens twee rustende wijfjes Grote Zaagbek. Vanaf de brug volg ik daarna de Dijle ook in noordelijke richting. Het is vrij gemakkelijk om hier
langs
de oostelijke oever
door de weiden te
lopen:
weinig
prikkeldraad. Het is vandaag opvallend zachter geworden en het is zachtjes beginnen dooien. Voor de Dijle is het feest blijkbaar ook voorbij want het witte ijskraagje wordt afgedaan. Geregeld breken de ijsranden af en glijden met een typisch zoevend geluid in het water. Ondanks de dooi brengen die ijsschotsen op het water een erg winterse sfeer.
31
Ik zie opnieuw drie wijfjes Grote Zaagbek. Deze zitten alledrie weer rustig op de oever te pitten en het gaat daarom wellicht over andere vogels dan de twee die ik eerder bij de brug zag. Minstens twee buizerds zijn in de omgeving aktief en laten hun miauwende roep horen. De volgende stopplaats is bij de plek die ik jaren geleden wel eens 'Sint-Agatha Rode-stort' noemde. Even voorbij de bunker langs de baan van Florival naar Rode lag vroeger een kleinere vijver.
Een tijdje werd die daarna gedeeltelijk als stortplaats
gebruikt. Later werd het water afgelaten en verlandde de vijver volledig.
Een niet
onaardig ruig moerasbosje is nu het resultaat. Ik weet niet hoeveel water er nog staat in de zomer maar ik neem me voor in het voorjaar toch eens te komen kijken naar mogelijke blauwborsten en andere rietvogels. Ter hoogte van deze plek zie ik opnieuw drie mannetjes Nonnetje uit noordelijke richting toekomen en op de Dijle invallen. Bij mijn nadering verdwijnen ze snel terug naar het noorden. Ik volg de rivier nu in de richting van de 'Pont des Brébis' gelegen op de baan naar Pécrot. Naast 4 Wintertalingen merk ik ook een Zwarte Zwaan op in een weide: wellicht de helft van het koppel dat afgelopen jaar met succes vijf jongen grootbracht in de streek. Even later loop ik vanaf deze 'Pont des Brébis' een kort stuk in zuidelijke richting. Eén Dodaars is hier het resultaat. Het volgende traject loopt vanaf dezelfde brug in noordelijke richting tot bijna aan de vijver van Sint-Agatha Rode. Dit is een druk bewandelde weg, vlak langs de Dijle (ik kruis op de terugweg inderdaad een flinke groep wandelaars), en wellicht is er te veel verstoring om wat te zien. Maar toch: drie mannetjes en twee wijfjes Grote Zaagbek vliegen laag over naar het zuiden. Ik zag vandaag nog niet eerder mannetjes dus is dit weer een nieuw groepje. Wat verder: nog maar eens twee mannetjes Nonnetje, samen met een Dodaars, vier Wintertaling en vier Meerkoeten. Vanaf de brug over de Dijle, net voorbij Rode richting Sint-Joris Weert loopt het laatste stuk dat ik vandaag wil volgen. Bij de brug zit een Nijlgans. Wat verder, nabij de monding van de Laan in de Dijle vind ik een nieuwe slaapplaats met vijf Aalscholvers in een populierenbosje. Daar zit ook een tweede Zwarte Zwaan en nog eens twee Dodaarzen. Vanaf de monding van de Nete loop ik nog een heel eind tot ruim 1 km voorbij de 'Appelfabriek'. Ik ben dan niet ver meer van het eindpunt van zaterdag maar het wordt té donker en ik moet nog ver terug naar de auto. Dit laatste stuk Dijle levert nog twee Knobbelzwanen, één wijfje Nonnetje en een Dodaars. Als laatste is er nog een onvolwassen Blauwe Reiger die niet eens meer de moeite doet om op te vliegen. Ik loop hem aan de overkant gewoon voorbij: uitgeput? Aan de Appelfabriek herontdek ik een frituur: zelden smaken de frietjes zo lekker als langs de duistere wegen van Sint-Joris Weert na alweer een boeiend_e vogeltocht.
Kris van Scharen
32
Opmerkelijke vogelwaarnemingen in de Dijlevallei en omgeving januari - juni 1997
Dit overzicht belicht (bijzondere) vogelwaarnemingen in regio Leuven gedurende de periode 1 januari 1997 tot en met 30 juni 1997. De in deze rubriek bestreken regio omvat volgende gemeenten: Kortenberg, Herent, Bertem, Leuven, Oud-Heverlee, Huldenberg en Bierbeek. De volgende rubriek zal de periode juli - september 1997 omvatten. Waarnemingen worden voor 15 oktober 1997 verwacht bij Maarten Hens, Paul Delvauxwijk 18, 3000 Leuven. Met 20
winterdagen op
rij
vormde
de jaarovergang 1996-97 één van
winterepisoden van de voorbije 30 jaar.
de
strengere
De aanhoudende koude dreef grote aantallen
Nonnetjes en Grote Zaagbekken richting Vlaanderen en op de schaarse plekjes open water vertoefden
enorme
concentraties
watervogels.
Opmerkelijk is
dat,
in
tegenstelling
tot
vergelijkbare koudeperiodes in het recente verleden, Nonnetjes, Grote Zaagbekken en Aalscholvers langdurig op de Dijle pleisterden. Op 12/01 klom het kwik voor de eerste maal in
1997 boven het vriespunt en enkele dagen later verschenen de eerste (kleine) wakken op de vijvers (ZW, NGB, WLS(N), ... ). Het duurde echter tot ca. 10/02 vooraleer alle vijvers ijsvrij waren. Het "wintereffect" zinderde nog na tot begin maart, met kortstondig pleisterende Kleine Zwanen, een recordaantal Tafeleenden half februari en talrijke waarnemingen van Brilduiker, Nonnetje en Grote Zaagbek. Voor de meeste watervogelsoorten zijn de resultaten van de maandelijkse Wl-tellingen Uanuari - maart) in tabelvorm opgenomen en kort besproken. Op de januaritelling werden de Dijle en het Kanaal Leuven-Mechelen over nagenoeg hun volledige loop in de regio geteld (Wijgmaal - St.-Agatha-Rode). Het zeer zachte weer in februari (en begin maart) zorgde voor een vroege terugkeer van o.a. Tjiftjaf en Zwarte Roodstaart en vroege waarnemingen van Grutto en Fitis. April leverde alle zomergasten af volgens schema, met als extraatje een Roodstuitzwaluw, die door pientere zwaluwtuurders ontdekt werd in een grote, gemengde groep zwaluwen te NGB. De afgelaten vijver te OHN (gedurende de ganse periode) en slikranden te SAR en NGB (ca. begin maart tot half april) resulteerden in een behoorlijk steltloper-voorjaar, met o.a. waarnemingen van Kleine, Bonte, Kanoet- en Krombekstrandloper. Op het slik te OHN kwamen min. één paar Kleine Plevier en een paar Rouwkwikstaart tot broeden. Omdat momenteel nog een aanzienlijk deel steltloperwaarnemingen van de periode april - mei ontbreken, wordt slechts een overzicht van eerste en laatste waarnemingsdata gegeven. Voor een
reeks
broedvogel-zomergasten
zijn
enkel
de
eerste
aankomstdata
opgenomen.
Gegevens van o.a. Blauwe Kiekendief, Havik, Waterral, Water- en Houtsnip en Waterpieper zijn niet opgenomen, maar werden wel verwerkt.
Dodaars Tachybaptus ruficol/is In januari uitsluitend waargenomen op de Dijle, met telkens 4 ex. bij totaaltellingen op 11/01 en
18/01. Tot ca. 10 maart blijven de aantallen laag (doorgaans 1-2 ex. te NGB en OHZ), om vervolgens sterk op te lopen, met als maart-maxima min. 11 ex. te OHZ op 22/03 en min. 16 ex. te NGB op 30/03. Periode april- juni: zekere broedgevallen ten zuiden van Leuven te NGB, OHZ en NKV; geen gegevens voorhanden van WLS en AVP. WLS
18/01 15/02 15/03
LP
AVP
OHN
OHZ
NGB
NKV
zw
SAR
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
0
0
o
3
0
0
�4
6
1
2
33
J o /
D-N
D-Z 3
Totaal 4
2 �17
Geoorde Fuut Podiceps nigricollis 15 tot 21/03
1 ex. in prachtkleed te NGB (MH, KM, W. Claes, F. Meysman).
14 en 19/04
2 ex. te NGB (K. Martin, J. Menten, KVS).
Fuut Podiceps cristatus LP
WLS
AVP
0
OHN
0
OHZ
NGB
NKV
zw
D-Z
D-N
SAR
0
Totaal
0
0
0
0
0
0
0
3
4
0
2
5
0 21
0
9
4
0
11
0
55
6
7
2
2
4
37
0
18/01 15/02
. 0 4
3
0
15/03
11
8
4
19/04
10
6
0
Net als in 1996, liggen de aantallen in maart-april beduidend lager dan in de eerste helft van de jaren '90. Eerste jongen op 22/04: een koppel met 2 pulli te OHZ. Geslaagde broedgevallen ten zuiden van Leuven te OHZ (min. 4 paar), NGB en ZW. Aalscholver Phalacrocorax carbo Tijdens de koudeperiode in januari is een groep van zo'n 35-40 ex. in de streek gebleven. Ze visten uitsluitend op de Dijle, verspreid over de ganse loop van SAR tot in Leuven-centrum! Deze groep overnachtte op een nieuwe slaapplaats in het Arenbergpark te Heverlee, met max.
38
ex.
op
18/01
(MH).
Deze
slaapplaats
is
begin
februari
verlaten
(laatste
"avond"waameming op 03/02: 2 ex.). Daarop aansluitend wordt de slaapplaats te SAR terug in gebruik genomen (o.a. 43 ex. op 11/02). Ten noorden van Leuven worden in januari geregeld groepjes Aalscholvers waargenomen op het ijsvrije gedeelte van het Kanaal Leuven-Mechelen (ten noorden van Wijgmaal). Het is onduidelijk of de "Arenberg-groep" in deze periode ook hier gaat foerageren. Eénmaal open water te WLS(N), wordt ook daar de slaapplaats terug ingenomen, met o.a. 39 ex. op 01/02 en 75 ex. op 02/02. Slaapplaatstellingen:
15/02 35 ex. te WLS(N), 59 ex. te SAR (MH, KVS). 15/03 60 ex. te WLS(N), 46 ex. te SAR (MH, F.Meysman).
Het
hoogtepunt
van
de
voorjaarstrek
situeert
zich
tussen
15
en
30/03,
waarbij
de
concentraties pleisteraars opvallend kleiner zijn dan de voorbije drie jaar, nl. 106 ex. op 24/03
� 2/lvéR.flt tif�/Z : g�� � �t;c. ;u� ']?( _t
te WLS (W. Claes) en 86 ex. te SAR op 30/03 (KVS). Na half april vallen de aantallen snel
�
terug, met op 19/04 nog slechts 15 ex. te WLS(N) en 2 ex. te SAR (KVS). In de periode meijuni v�laatst de slaap_Elsiats (1-5 ex.) zich naar OHZ. fÎ)
Uo1l;
-
i(
1C>LJ �
Roerdomp Botaurus stellaris
�
U-
J
Gtt,
5 JUfAt,.. �:f/l/
19/01
1 ex. te Basse-Wavre (G. Rotsaert).
23/04
1 ex. te OHN. Vliegt op en zet zich in de top van een populier, waar hij ongeveer een
.
uur blijft zitten (KM). Ooievaar Ciconia ciconia
15/04
Omstreeks 15u30 komt 1 ex. vanuit het oosten aangevlogen te OHZ. Na even vlak boven het water gevlogen te hebben verdwijnt de vogel naar het noorden (KM).
Zwarte Zwaan Cygnus atrata Gedurende de ganse periode min. 1 ad. aanwezig. Tot half april uitsluitend waargenomen in de directe omgeving van de vijver te Pècrot, daarna ook waarnemingen van 1 ex. te SAR en ZW. "Harde" gegevens over een waarschijnlijk broedgeval te Pècrot ontbreken. Kleine Zwaan Cygnus columbianus bewickii 14 en 15/02
2 ad. ex. te NGB (MH, KVS, T. en R. Verbeeck).
34
Rietgans 25/01
Anser fabalis
Vlak na zonsondergang 14 ex. naar N boven het station van Oud-Heverlee (JR, KVS, MH, e.a.).
Canadese Gans
Branta canadensis
De weg naar de Dijlevallei lijkt definitief ontdekt... Zowel het aantal waarnemingen als de grootte van de waargenomen groepen blijft gestaag toenemen. Uitkijken voor broedgevallen en vogels met halsbanden en/of kleurringen! Grotere groepen
27/01
21 ex. in de weiden ten zuiden van SAR (G. Rotsaert).
15/03
Tegen valavond landen 10 ex. te WLS(N), waaronder 1 ex. met witte halsband "BOV'
Bergeend
(F.
Meysman, MH).
Tadoma tadoma
WLS
LP
AVP
OHN
OHZ
NGB
NKV
ZW
SAR
18/01 15/02
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
2
6
0
0
1
15/03
0
0
0
0
2
6
0
0
0
0-N 0
0-Z
Totaal
3
3 9 8
Ondanks aanwezigheid van meerdere koppels in de april en mei, kon geen broedgeval met zekerheid vastgesteld worden.
Smient
Anas penelope WLS
LP
AVP
OHN
OHZ
NGB
NKV
zw
SAR
18/01 15/02
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
4
0
0
15/03
0
0
0
0
0
2
0
0
0
0-N 0
0-Z
Totaal
0
0 4 2
Weinig waarnemingen. Laatste voorjaarswaarneming: 15/04 1 ex. te OHZ (JR).
Krakeend
k..n
Anas strepera WLS
LP
AVP
OHN
OHZ
NGB
NKV
Z)N
SAR
18/01 15/02
2
0
0
0
0
0
0
0
0
7
0
0
0
0
0
0
0
0
15/03
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Wintertaling
0-N 0
0-Z
Totaal
0
2 7 0
Anas crecca
Tijdens de koudeperiode zijn de aantallen zeer laag. Vreemd genoeg geven ook in februari en maart de Wintertalingen forfait, ondanks de aanwezigheid van slik op meerdere plaatsen. WLS
LP
AVP
OHN
OHZ
NGB
NKV
zw
SAR
0-N 3
0-Z 3
Totaal 27
18/01
0
0
0
0
3
15
0
0
3
15/02
0
0
0
0
24
0
0
0
4
28
15/03
6
0
0
0
�5
6
2
0
0
�13
Pijlstaart
Anas acuta WLS
LP
AVP
OHN
OHZ
NGB
NKV
zw
SAR
0
0
0
0
1
0
0
0
15/02
4
0
0
0
3
0
0
0
0
15/03
0
0
0
0
0
0
0
0
0
18/01
35
0-N 0
0-Z 0
Totaal 2 7 0
Zomertaling Anas querquedula 21 en 28/03
1m te NGB (W. Claes).
12 tot 19/04
1m te NGB (G. Rotsaert, J. Menten, KVS).
01/05
2m1w te NGB (JR).
Slobeend Anas clypeata De voorjaarsdoortrek komt goed op gang vanaf de tweede helft van maart, met op 15/03 een totaal van 44 ex. in de streek. Op 22/03 87 ex. te NGB en 19 ex. te SAR (KVS, KM). WLS
LP
AVP
OHN
OHZ
NGB
NKV
zw
SAR
D-N
D-Z 1
0
Totaal
18/01 15/02
0
2
0
0
0
0
0
0
0
4
0
5
0
0
0
0
0
4
3 13
15/03
0
0
8
0
2
34
0
0
0
44
Krooneend Netta rufina Van 02102 tot min. 15/02 doorlopend 1 of 2m te WLS(N) (M. Bekkers, H. Blockx, MH, KVS).
Tafeleend Aythya ferina In januari zo goed als afwezig. Parallel met de dooi loopt ook het aantal Tafeleenden in de wakken stelselmatig op, waarbij WLS(N) absoluut de kroon spant (ca. 950 ex. op 09/02). De Wl-telling op 15/02 resulteerde in een nieuw regiorecord met 1110 ex.! WLS 1
LP
AVP
OHN
OHZ
NGB
NKV
zw
SAR
D-N
D-Z
1
1
Totaal
18/01 15/02
6
0
0
0
0
0
0
0
391
16
11
0
306
346
0
40
0
9 1110
15/03
109
9
16
0
60
93
0
14
0
311
AVP
OHN
OHZ
NGB
Kuifeend Aythya fuligula WLS
LP
NKV
zw
SAR
D-N
D-Z 2
Totaal
18/01 15/02
0
0
0
0
0
0
0
0
0
30
0
9
0
40
56
0
34
0
169
15/03
44
0
21
0
61
129
0
13
10
274
0
2
Brilduiker Bucephala clangula Tijdens de vorstperiode twee waarnemingen: 05/01
1w op de IJse ter hoogte van het kasteel van Neerijse
11/01
1w op de Dijle te Korbeek-Dijle (KVS).
(E. Toorman).
Tussen half februari en begin maart voortdurend aanwezig te NGB, met maximaal 5w op 15/02 (MH, KVS, S. Coolegem) en 3w op 23/02 (JR).
Nonnetje Mergus albe/lus Door het strenge winterweer in januari werden over gans Vlaanderen zeer grote aantallen Nonnetjes genoteerd. In tegenstelling tot vorige winter, toen ze verschenen na de vorstperiode van eind januari - begin februari, vertoefden er nu ook tijdens de vorstperiode constant Nonnetjes in de streek. In de eerste helft van januari werden ze quasi uitsluitend op de Dijle waargenomen, daarna verschenen ze ook op kleine wakken te NGB, WLS en Z>N. De waarnemingen op de Dijle betroffen meestal kleine groepjes van 1-5 ex. en gebaseerd op de tellingen van 11-12 en 18/01, kan het totaalaantal in de regio geschat worden op 15-20 ex. Het is de eerste maal dat we dergelijke "overwintering" van Nonnetjes (en Grote Zaagbekken) op
36 /
de Dijle vaststellen. Ook in februari worden er no
cganse maand Nonnetjes gesignaleerd
(vooral te NGB en WLS), met als grootste groep 2rrï7Uw te WLS op 23/02 (W. Claes). WLS
LP
AVP
OHN
OHZ
NGB
NKV
ZW
SAR
D-N
D-Z
Totaa l
18/01 15/02
2
0
0
0
0
3
0
1
0
9
0
2
0
0
5
0
0
0
10 16
15/03
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
3
Een greep uit de talrijke waarnemingen: 04/01
2m1w op de Dijle te Oud-Heverlee (KM).
05/01
1w op de IJse t.h.v. het kasteel van Neerijse (E. Toorman; T. en R. Verbeeck). 2m 1w op de Dijle te St.-Agatha-Rode (A. Verboven).
08/01
1w op het l)N (T. en R. Verbeeck).
11/01
Dijle tussen brug Doode Bemde en ring Leuven (sportkot): totaal 2m6w (KVS).
12/01
Dijle tussen brug Florival en brug Doode Bemde: totaal min. 5m2w (KVS).
18/01
Dijle tussen Wijgmaal en St.-Agatha-Rode: 4w (MH, KVS). 1m1w te WLS(N), 2m1w te NGB en 1w op het l)N (MH, KVS).
25/01
Dijle tussen St.-Joris-Weert en Korbeek-Dijle: 1w overvliegend (JR, KVS, e.a.).
29/01 t.e.m. 03/02
1w op ZW (KM).
03/02
2w te NKV/Doode Bemde (KM).
08/02
2w te NGB, 2w te NKV/Doode Bemde (J. Menten).
11/02
1w te NGB (KVS).
15/02
5w te NGB (W. Claes; MH, KVS, S. Coolegem). 1m1w in het LP te Kessel-Lo (E. Toorman); later op de dag arriveert dit koppel te WLS. WLS: 1m6w aanwezig, tijdens telling arriveert nog 1 m1w (MH, KVS).
19/02
2m3w te WLS (W. Claes).
23/02
2m1 Ow baltsend te WLS (W. Claes).
24/02
1m1w te AVP (W. Claes).
02/03
1m4w balts te WLS (W. Claes).
Grote Zaagbek Mergus merganser Na de recordaantallen in februari 1996, vormden de Grote Zaagbekken ook dit jaar een absoluut spektakelstuk! In januari zaten ze zowat op ieder plekje open water: de Dijle, zelfs tot rond en in Leuven (o.a. Twee Waters, Vo . lmolen, Begijnhof".), een wak in de Leigracht (Doode Bemde), enz ... Door de grote beweeglijkheid van de vogels zijn totaaltellingen moeilijk, maar naar schatting pleisterden er in de eerste helft van januari tot 50 ex. in de streek. WLS
LP
AVP
OHN
OHZ
NGB
NKV
ZW
SAR
D-N �14
D-Z 9
Totaal
18/01
0
0
0
0
0
8
0
0
0
15/02
0
0
4
0
0
2
0
0
0
6
15/03
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
�31
De waarnemingen van bv. 05/01 (daags na de Elfstedentocht, Dijle vol ijsschotsen) illustereren treffend de alomtegenwoordigheid van de soort: 05/01
l)N (kleine wakken t.h.v. monniken): 3w (KVS). Doode Bemde/NKV:
1w op de IJse (E. Toorman). 4m overvliegend (T. en R. Verbeeck). 3w vliegen verschillende malen over (KVS).
Dijle tussen St.-Joris-Weert (Appelfabriek) en Pècrot: min. 3m3w (A. Verboven). SAR: 1w overvliegend naar N (KVS). SAR-weiden, 16u30: 2m5w naar N, 15 min. later 1m over naar Z (G. Rotsaert). Grez-Doiceau, 13u40: 3w laag naar Z (G. Rotsaert). Basse-Wavre, 13u35: 1m3w laag naar N (G. Rotsaert).
i
37
In de periode van 08/01 tot min. 18/01 dagelijks waargenomen op de Dijle in het Arenbergpark te Heverlee, met o.a. 12 , 11 en 7 ex. op resp. 10, 11 en 18/01 (E. Toorman, MH, KVS, KM). 11/01 12/01 18/01
Dijle tussen brug Doode Bemde en ring Leuven (sportkot): totaal 11m24w (KVS). Dijle tussen brug Florival en brug Doode Bemde: totaal min. 3m6w (KVS).
l1' 1. �
Dijle tussen Wijgmaal en St.-Agatha-Rode: min. 23 ex. (MH, KVS). 5m3w te NGB (MH, KVS).
23/01 tot min. 03/02
doorlopend 5 - 14 ex. aanwezig op "z;.N (KM, T. en R. Verbeeck).
11/02
1m1w te SAR (KVS).
15/02
2w vliegen bij aankomst op te NGB (MH, KVS, S. Coolegem).
17/02
2w te AVP (W. Claes).
24/02 en 01/03 1m4w te AVP (W. Claes). Rosse Stekelstaart
Oxyura jamaicensis
De hele periode 1 ad. w. doorlopend te "z;.N (verschillende waarnemers).
Rode Wouw
Milvus milvus
06104
1 ex. overvliegend naar NO te Heverlee (BLG, D. Mariën).
01/05
1 ex. hoog overglijdend met prooi te Neerijse (MH, V. Vlassak).
Bruine Kiekendief
Circus aeruginosus
Eerste en enige aprilwaarneming: 19/04 1 ex. te OHZ
(J.
22/05
1 ex. op het plateau te Korbeek-Dijle
25/05
1 onv. m. jagend te OHN (G. Rotsaert).
13/06
1 1e jaars m te OHZ (KM).
(J.
Menten).
Menten).
In juni bijna dagelijks een sterk ruiend, jong wijfje waargenomen te Heverlee (omgeving Bertembos) (BLG). Op 22/06 een ander ex. in w-kleed op het plateau te Leefdaal (BLG). Visarend 07104
Pandion haliaetus
19u 15, Korbeek-Lo: 1 ex. laag over Tiensesteenweg (komend van vijvers Heverlee Park?)
30104
(J.
Cuppens/BK2).
rond 1Ou30 vliegt een ex. boven de Heulpoel (OHZ). Wat later vliegt hij vlak boven de velden om dan hoogte te winnen in westelijke richting (KM).
Smelleken 03/04
Fa/co columbarius
1 ex. komt laag over akkers te Heverlee, even rustend op kluit aarde, dan met enorme snelheid laag over de grond verder naar N (BLG).
06104
1 ex. vrij hoog en recht-op-recht naar N te Heverlee (BLG, D. Mariën).
Boomvalk
Fa/co subbuteo
Eerste voorjaarsgegeven: 14/04 1 ex. boven het plateau te Korbeek-Dijle (K. Martin). In mei en juni doorlopend 1-2 ex. waargenomen te Oud-Heverlee (OHN en OHZ) (KM, Menten, e.a.). Waarnemingen op andere plaatsen:
13/05
1 ad. Doode Bemde (KM).
18/05
1 ex. te "z;.N
15/06
1 ex. bij valavond naar 0 te Heverlee (BLG).
38
(J.
Cuppens/BK2).
J.
1
�
Kwartel Coturnix coturnix Te oordelen aan de binnengekomen waarnemingen, moet 1997 een goed Kwarteljaar geweest zijn. De meeste waarnemingen situeren zich tussen 10 en 30/06. Kleine Plevier Charadrius dubius Eerste waarneming: 23/03 1 ex. te OHN (JR). Vanaf 08/04 doorlopend aanwezig te OHN, waarbij de opgegeven aantallen variëren tussen "min. 1" en "een 15-tal ex". Op de slikranden te SAR worden tussen 09 en 19/04 tot max. 6 ex. geteld (09/04). Minstens één paar komt te OHN tot broeden (waarneming van wijfje dat eieren keert). Kanoetstrandloper Calidris canutus 30/03
1 ex. te SAR (KVS).
Krombekstrandloper Calidris ferruginea 06/04
1 ex. te SAR. Vijver voor 90% vol water, dunne slikrand (KVS).
Bonte Strandloper Calidris alpina 30103
1 ex. te OHN (KVS).
Kemphaan Philomachus pugnax Eerste waarneming
06/04 1 ex. te OHN (JR, K. Martin).
Laatste waarneming
05/05 2 ex. te OHN (J. Menten, JR).
Maximum
20/04 6 ex. te OHN (J. Menten).
Bokje Lymnocryptes minimus 30103
1 ex. vliegt 3 à 4 m voor me op van grachtje in de Doode Bemde, om een 10-tal meter
06/04
1 ex. te Waver (G. Rotsaert).
verder naast een struik terug in te vallen (W. Claes).
Grutto Limosa limosa 01/03
1 ex. te SAR (KVS).
30103
Om 14u00 13 ex. te SAR, vliegen rond 15u00 over naar N te NKV (KVS).
01/04
2 ex. te OHN (KM).
12 en 13/04
2 ex. te NGB (G. Rotsaert, KVS).
Wulp Numenius arquata 13/04
1 ex. luid roepend overvliegend naar Z te Heverlee (BLG).
14/04
4 ex. op het plateau te Korbeek-Dijle (K. Martin).
Zwarte Ruiter Tringa erythropus Eerste waarneming
13/04 1 ex. naar N overvliegend te OHZ (G. Rotsaert).
Laatste waarneming
26/04 2 ex. in broedkleed te OHN (KM).
Tureluur Tringa totanus Eerste waarneming
06/04 1 ex. te OHN (JR), 1 ex. te SAR (G. Rotsaert).
Laatste waarneming
10/05 1 ex. te OHN (J. Menten).
39
Groenpootruiter Tringa nebularia
Eerste waarneming Laatste waarneming Maximum
30/03 1 ex. op de halfafgelaten vijver te SAR (KVS). 25/05 1 ex. te SAR (G. Rotsaert). 09/04 20 ex. te SAR (KVS).
Bosruiter Tringa glareola
19/04, 01, 05, 07 en 10/05 resp. 1. 1, 1, 1 en 2 ex. te OHN (J. Menten, E. Toorman, KM). Oeverloper Actitis hypoleucos
Eerste waarneming: 15/04 1 ex. te OHN (KM). Laatste waarneming: 25/05 2 ex. te OHZ (G. Rotsaert). Zwartkopmeeuw Larus melanocephalus
13/06 1 1e zomer ex. (volledig witte ondervleugels, zwartachtige poten en ook snavel nog niet mooi op kleur, zwarte subterminale band op staart, op handdekveren nog enig bruin, op achterrand hand- en armpennen een zwartachtige zone.) (KM). Dwergmeeuw Larus minutus
22/03 1 ad. ex. te SAR (KM). Zwarte Stern Chlidonias niger
04105 1 ex. te NGB (J. Menten). 25/05 2 ex. jagend boven de vijver te SAR (G. Rotsaert).
IJsvogel Alcedo atthis
In januari - februari enkel waargenomen in de Doode Bemde (het enige winterharde ex. ...). Vanaf midden maart ook.waarnemingen te OHZ en NGB. Zwarte Specht Dryocopus martius
09/03 1 ex. aan broedholte in Heverleebos (A. Verboven). 16/03 1 aud. in het Eikenbos te Bertem (BLG). 11/05 1 ex. te Bertem/Grevensbos (BLG). Kleine Bonte Specht Dendrocopos minor
31/03 1 ex. roepend aan de rand van het militair domein in Meerdaalwoud (A. Verboven). 13/04 1 roffelend ex. te OHZ (Grt). Boomleeuwerik Lullu/a arborea
26/01 2 ex. op omgewoeld stoppelveld te Bertem (BLG, D. Mariën). 23/02 2 ex. boven Meerdaal (A. Verboven).
l:. 't
Rouwkwikstaart Motacilla alba yarrellii
-0
'1
'
t(
_
�,� [
.{ru:À cl' OJl/V
15/04 1 ad. m op het slik te OHN (KM). Daarna praktisch dagelijks waarnemingen van 1 tot 3 ex. (J. Menten, KVS, JR, MH, KM, e.a.). 09/06 zeker broedgeval te OHN: 1 ad. m met 3 juvenielen. Of het wijfje ook een Rouwkwik is, is niet volledig zeker (KM). 10/06 nog steeds 1 ad. m bij 2w Witte Kwikstaart en drie juvenielen (KM).
40
/
Paapje Saxicola rubetra 27/04
1 ex. in de Doode Bemde (BLG).
03/05
1 zingend mannetje en 1 wijfje in de zandgroeve te Bierbeek (KM).
04/05
1 ex. op plateau tussen Korbeek-Dijle en Leefdaal
(JR).
Tapuit Oenanthe oenanthe 17/04
2 ad. m. in de zandgroeve te Bierbeeek (KM).
03/05
1m 1w in de zandgroeve te Bierbeeek (KM).
04/05
4 ex. op plateau te Korbeek-Dijle
08/05
3 ex. op aardappelveld te Heverlee (BLG).
10/05
min. 5 ex. te Heverlee (BLG).
(J.
Menten).
Roek Corvus frugi/egus 15/03
27 nesten in de populierenrij ten N van WLS(N), volop in aanbouw (MH, F. Meysman). 27 nesten in de kolonie te Korbeek-Dijle (MH, F. Meysman).
21/03
42 nesten in de kolonie te Korbeek-Dijle (W. Claes).
22/03
55 nesten te Leefdaal (KVS).
24/03
32 nesten in de populierenrij ten N van WLS(N) (W. Claes).
Barmsijs Carduelis flammea 15/03 5 ex. te OHZ (W. Claes).
Appelvink Coccothraustes coccothraustes 05/01 1 ex. in de Doode Bemde (T. en R. Verbeeck). 08/01 1 ex. te OHZ (T. en R. Verbeeck). 15/02
1 ex. te OHZ (K. Martin, e.a.).
13/03
1m in dreef te Bierbeek-St. Camillus (J. Cuppens/BK2).
30/03
1 ex. overvliegend te NKV (W. Claes).
31/03
1 ex. aan de rand van het militair domein in Meerdaal
Grauwe Gors Miliaria ca/andra 09/03 6 ex. te Bierbeek (T. en R. 29/06
(A.
Verboven).
Verbeeck).
min. 2 zangposten op het plateau te Leefdaal (BLG).
Hagar de Verschrikkelijke KIJK NAAR Dlf VOGEU HfT IS HfT ZElDZAME, ROODÂ BLAUWE WOUDZANGfRTJf
HfT ZIT NAAST DAT LIEVE, GEELGROEN GEKlfVf DAMfTJf
(overgenomen uit De Standaard I 1
41
VOGfl08SfRVATOREN Hf88EN ZO HUN EIGEN TAALTJE
augustus 1997)
FENOLOGIE
Koekoek Cuculus canorus
09/04 1 ex. roepend te SAR (MH). 25/04 1 roeppost te OHN (KM). Gierzwaluw Apus apus
14/04 NGB (K. Martin). 19/04 1 ex.te WLS(N) (KVS). 1 ex. naar NNW te Heverlee/Brem (BLG).
2t /o't
Oeverzwaluw Riparia riparia
14/04 OHZ (K. Martin). 18/04 17 ex. in de zandgroeve te Bierbeek (KM). Boerenzwaluw Hirundo rustica
21/03 1 ex. te AVP (KM). 23/03 3 ex. te NGB (H. Blockx). Huiszwaluw Delichon urbica
10/04 2 ex. te Blanden (KM). 14/04 OHZ (K. Martin). Gele Kwikstaart Motacilla flava
14/04 30-tal ex. op plateau te Korbeek-Dijle (K. Martin). 19/04 waargenomen te OHN, Doode Bemde en Bierbeek (Brise-Tout) (J. Menten, KVS). Zwarte Roodstaart Phoenicurus ochruros
10/03 1 koppel in tuin en op dak te Heverlee (BLG). 18/03 1m zang te AVP (W. Claes). Gekraagde Roodstaart Phoenicurus phoenicurus
12/04 1 m in tuin te Heverlee (A. Verboven). Bosrietzanger Acrocephalus palustris
03/05 1 m zang te OHZ (K. Martin). 11/05 1 ex. te Heverlee (BLG). Kleine Karekiet Acrocephalus scirpaceus
19/04 1 zingend ex. te OHZ (KVS). Spotvogel Hippo/ais icterina
18/05 3 zangposten te Heverlee (BLG). 24/05 1 zangpost in de Doode Bemde (KM). Braamsluiper Sylvia curruca
11/05 1 ex. te Heverlee/Brem (BLG). 12 en 13/05 1 zangpost aan het station van Leuven (JR).
;
42 I
Grasmus Sylvia communis 18/04
2 ex. in de Ooode Bemde (KM).
22/04
1 zingend m te Heverlee (BLG).
Tuinfluiter Sylvia borin 01/05
2 zangposten te OHN (JR).
02/05
1 ex. in het Rodebos te St.-Agatha-Rode (BLG).
Zwartkop Sylvia atricapilla 27/03
1 zangpost te OHN (KM). 1m zang te Kessel-Lo (W. Claes).
28/03
1m korststondig zingend te NGB (BLG).
Tjiftjaf Phylloscopus collybita 01/03
1 zangpost in de Doode Bemde (T. en R. Verbeeck).
02/03
1 ex. in de Ooode Bemde (K. Martin).
03103
3 zingende ex. te OHZ, 1 ex. te OHN (KM).
Is vanaf 10/03 zowat overal aanwezig. Op 09/03 een ex. duidelijk en herhaaldelijk drinkend van de nektar van wilgenkatjes (A. Verboven).
Fitis Phylloscopus trochilus 14/03
Vroege waarneming van 1 ex. te OHN (KM).
03/04
1 zangpost te Oud-Heverlee (BLG).
09/04
1 zangpost te Oud-Heverlee (Don Bosco), 1 te OHN (JR, MH).
Grauwe Vliegenvanger Muscicapa striata 14/05
1 ex. in de Ooode Bemde te Neerijse (J. Menten).
Wielewaal Oriolus oriolus 30/04
1 zangpost te OHZ (KM).
01/05
1 zingend m te OHZ (J. Menten, JR).
.
'
-Â ,
ďż˝.
Nu zien wij ze ook eens in zomerkleed I
1
I 43
Medewerkers en geraadpleegde bronnen: Volgende waarnemers verleenden hun medewerking bij het tot stand komen van dit overzicht: BLG
=
Geert Bleys, MH
=
Maarten Hens, KM
=
Kelle Moreau, JR
=
Jos Rutten, KVS
=
Kris Van Scharen, Monique Bekkers, Herwig Blockx, War Claes, Sjef Coolegem, Jos Grootjans, Dirk MariĂŤn, Keith Martin, Joris Menten, Filip Meysman, Guy Rotsaert, Erik Toorman, Tom en Roger Verbeeck, AndrĂŠ Verboven. Aanvullende gegevens werden verzameld via de volgende bronnen: /BK
De Boomklever 25(1),1997
/DBV
Dutch Birding Vogellijn
10
Oriolus 63(1), 1997
Gebiedsafkortingen: AVP
Abdij van 't Park, Heverlee
D-N
Dijle op het grondgebied van de gemeente Leuven (Wijgmaal -
D-Z
Dijle ten zuiden van de E40, op het grondgebied van de gemeenten
Heverlee) Oud-Heverlee, Bertem en Huldenberg. LP
Leopoldspark, provinciaal recreatiedomein Kessel-Lo
OHN
Oud-Heverlee Noord
OHZ
Oud-Heverlee Zuid
NGB
Neerijse Grote Bron
NKV
Neerijse Kliniek Vijvers
SAR
St.-Agatha Rode, Groot Broek
WLS
Wilsele (vijvers van Bellefroid) - Noord (N) en Zuid (Z)
z:..N
't Zoet Water, Oud-Heverlee
44 /
Kamsalamander voelt zich thuis in Zouti€euw
De werken in de ruilverkaveling Melkwezer hebben niet alleen voor de landbouw voordelen gebracht. Ook de natuur is er beter van geworden. In de Meertsheuvel, een valleigebied met voornamelijk weiden tussen de samenvloeiing van de Grote en de Kleine Gete op de grens van Zoutleeuw en Budingen, werden nieuwe poelen aangelegd. En daarin voelt een aantal amfibieën zich lekker thuis. Zopas hebben biologen van de Vlaamse Landmaatschappij het poelengebied onder zocht. Het resultaat van hun speurtocht is verbluffend. De Kleine watersalamander, de Alpenwatersalamander, de Pad en de Bruine kikker komen er het meest voor. Vooral de Kamsalamander verdient een bijzondere vermelding. Deze salamander soort komt voor op de zogenaamde rode lijst van de met uitsterven bedreigde dier soorten. De
ltamsalamander
heeft in de Meertsheuvel intussen al drie poelen
"veroverd" en plant zich met succes voort. Er werden grote aantallen larven gevon den. De Groene kikker, die aanvankelijk niet in het gebied voorkwam, werd even eens geregistreerd. Andere planten- en diersoorten profiteren mee van de aange legde poelen. Blauwborst, Wulp en zelfs de IJsvogel krijgen meer mogelijkheden. Het is eerder uitzonderlijk dat een natuurinrichting binnen een tijdspanne van nauwe lijks een jaar zulke enorme resultaten voortbrengt. Het project Meertsheuvel in de ruilverkaveling Melkwezer werd mee gerealiseerd door Aminal en IGO-Leuven met de EU-programma's Leader en SB. Een regelmatig onderhoud, een goed beheer en het behoud van een belangrijk weidegebruik in het gebied zijn nu noodzakelijk om deze natuurwaarden te consolideren. Drie landbouwers uit de streek zijn bereid om samen acht poelen en vijfhonderd me ter haag te onderhouden via een beheersovereenkomst.
(Overgenomen uit De Weekkrant 26.8.1997.)
I
1
I 45
IHET DRINKWATER bns drinkwater, een basisbehoefte bij uitstek, gaat meer en meer lijden onder de milieuverontreiniging. De meest zorgwekkende aantasting van zowel het oppervlakte- als het grondwater is te wijten aan de volgende vervuilers: - een teveel aan nitraten (voor 2/3 afkomstig van landbouw en veeteelt) kan rampzalige gevolgen hebben voor de gezondheid. Tijdens de spijsvertering worden nitraten immers omgezet in nitrieten en vervolgens in nitrosaminen. Van die nitrosaminen is inmiddels gebleken dat ze kanker kunnen veroorzaken, met name van de maag. - de pesticiden (zie hoger) waarvan, met het oog op productiviteit en rentabiliteit, de voorbije jaren steeds meer gebruik gemaakt werd. Aangezien deze stoffen wateroplosbaar en zeer stabiel zijn, treffen we ze zowel in het grondwater als in het oppervlaktewater aan. - de zware metalen, zoals cadmium of lood kunnen in bepaalde gevallen het drinkwater besmetten en nier- of zenuwaandoeningen veroorzaken. Het gaat hier wel specifiek om putwater afkomstig uit vervuilde gebieden ofwel om water dat via loden buizen wordt verdeeld. - de organische stoffen van industriĂŤle afkomst of die voortkomen uit de waterzuivering met chloor. Bepaalde van deze s amengestelde stoffen bezitten kankerverwekkende eigenschappen. Gezien de vele oorzaken van watervervuiling is een reeks verregaande en dure ingrepen nodig om de schadelijke stoffen zoveel mogelijk uit het water weg te zuiveren. De kwaliteit herstellen van het gewonnen water om er leidingwater van te maken dat voldoet
aan
de
strengste
normen,
is
het
hoofddoel
van de
maatschappijen voor watervoorziening. Aanbevelingen
- De bodemverrijking in goede banen leiden via wisselbouw,
- het gebruik van
pesticiden beperken en de biologische landbouw stimuleren. - Passende ma atregelen nemen om besmetting van de waterbronnen door industriÍle vervuiling te voorkomen. •
Het gebruik van biologisch afbreekbare producten in het huishouden bevorderen.
- Een strikte controle uitoefenen over de installaties voor waterwinning en watervoorziening. Technieken ontwikkelen voor de eliminatie van toxische residu's en meer nauwkeurige middelen bedenken voor analyse en detectie. (overgenomen uit "Milieu en Kanker",
J I 1
Brussel 1997)
46
I
-----------·-
Recente waarnemingen juni-juli-augustus 1997 samenstelling Paul Herroelen & Jos Cuppens
Opvallende waarnemingen
:
Geoorde Fuut (juli-aug), Zwarte Ooievaar,
Wespendief (3 locaties), Boomvalk (4 locaties), Porseleinhoen, Wulp (uitgemaaid broedsel), Grauwe Franjepoot, Roodborsttapuit (verstoord) en Orpheusspotvogel (Sde geval in Vlaams-Brabant).
Dodaars: Tienen 4 broedkoppels brachten meer dan 15 jongen groot; per 25 aug
werd een totaal van 25 ex geteld (CUO, CUJ, COE, COP, HEP, HOE); Tervuren : 1� juni 1 ad voedert 1 pullus (REA). Fuut: minstens 1 broedkoppel + jongen te Roosbeek, totaal 5 ex op 16 aug; Tienen : gelande doortrekkers op 14 (1 stej) en 21 juli, 15 en 31 aug (1stj) (CUO�
CUJ, COE, COP, HEP, HOE). Geoorde Fuut: Tienen : 05 juli ad in zomerkl., 26 juli één ad+ 1stej, 28 juli 1stej.,
03 tot 08 aug 1 stej., 26 aug 1 ex tussen Meerkoeten (CUJ, CUO, COE, COP, HOE). Aalscholver: Tienen:: 01 juni, 19 juli telkens 1 ex vliegend; op 03 aug 3 ex, op 05
aug 1 ex; 15 juni Pellenberg 1 ex> Z, 01 juli Roosbeek 1 cirkelend boven vijvers (CUJ, CUO, COE, COP, HEP). Bl auwe Reiger: Tienen : juli-aug 1 à 7 ex nabij vijvers of in de weiden Zwarte
(CUJ. CUO).
Ooievaar: 27 juli Oorbeek ca. 17 u. 5 ex hoog doortrekkend (GEJ,
en om 17.15 u. 1 solitair ex in een lange glijvlucht van NO
>
BAL)
ZW boven vliegveld te
Tienen-Goetsenhoven (CUJ). Knobbelzwaan: broedgeval te St. Joris-Winge (7 witte jongen) en te Tienen (3
grijze en 4 witte jongen (CUJ, CUO, COE, COP, HEP). Canadese
Gans: Tervuren: van mei tot begin juli 1 koppel
+
7 jongen; op 09 juli
nog aanwezig en elders nog 13 andere vogels (REA). Brandgans: 20-30 juli, 02-03 aug Tienen 1 ex (CUJ, CUO, COE, COP, HOE, VAM). NIJigans: Tienen: 14 juni 2 ex. 13 juli 1 ex. 15 aug 3
+
4
ex opvliegend (CUJ. CUO):
Tervuren : 16 juni 52 ex, 30 juni 100 ex waarvan 76 ex in één groep
(REA);
concentratie veroorzaakt door werken aan de Mellaertsvijvers te Woluwe ? (HEP) . Bergeend: vanaf 28 juli en gans de maand augustus Tienen-vijvers 1 eerstejaars.
twee 1stejaars vanaf 31 aug (C�E. COP.VAM,CUJ, CUO).
I 47
M an dari j neen d : Tervuren :
02-04 juni M+V, 17 tot eind juni M in rui, begin juli M in
eclipskl. (REA). Krakeend: te Tienen-vijvers één koppel op 21 juni (COE, COP). Wintertaling: te Tienen-vijvers 3-5 ex 09-14 aug, 16 ex op 15 aug, 7 ex op 26 en 30 aug, 11 ex op 31 aug (COE, COP, CUJ, CUO, HUR). Wilde Eend: Tienen: 120 ex op 02 aug, max. 290 ex per 15 aug (CUJ, CUO); te Tervuren 03 juli 1 V met 5 eigen jongen + 3 jongen van Kuifeend (uitgebroed in hetzelfde nest of geadopteerd ? REA). Zomertaling: Tienen-vijvers 5 ex op 28 juni, 2-3 ex 18-19 juli, 4 ex 20 juli, 2-3 ex 03-05 aug, 5-6 ex 08-10 aug, 2-3 ex 14-26 aug (CUJ, CUO, COE. COP, HEP, HOE. HUR). Slobeend
:
Tienen-vijvers 10 aug 2 ad + 3 eerstejaars (geen plaatselijk
broedgeval) (CUJ, CUO, HEP, COE, COP). Tafeleend 20 juni Roosbeek 2 M; Tienen: minstens 5 broedgevallen (tomen van 1, 3, 5, 9 en 1 O jongen); totaaltelling 75 ex op 26 juli (CUJ, CUO, COE, COP, HEP). Kuifeend: St. J. Winge-Gemp
:
14 juni 3 M, Tervuren-park 03 juli drie pulli in toom
van Wilde Eend (REA); Tienen: minstens 6 broedgevallen (tomen van 4, 5, 5, 6 en 8 jongen; totaaltelling 30 ex per 07 juni en 33 ex per 15 aug. Aantal mannetjes: 22 op 14 juni, nog 10 op 19 juli (CUJ, CUO, COE, COP, HEP). Wespendief: 29 juli boven Tervuren-park (W. Plompen); op 20 juli te Lovenjoel, op 11 aug te Vertrijk (HEP); plunderde op 21 juli een wespennest in de Snoekengracht nadat vegetatie gemaaid was; nog aanwezig op 23 juli (BUG). Bruine
Kiekendief: in juni opgemerkt te Tienen, Meldert en Willebringen;
op 12 en 20 juni een koppel te Outgaarden(GEJ). Voor juli geen waarnemingen ontvangen. In aug vooral genoteerd te Tienen-bezinkingsputten 1-2 ex behalve: 10 aug één V + 2 jonge donkere vogels en 23 aug 4-5 ex hoog op doortrek (CUJ, CUO); ook gezien te Opvelp zowel M als V (HEP); 17 aug Boutersem 1 ex Vkleed (VAM). Op
18 aug wordt te Tienen-Breisem 1 eerstej. (met Nederlandse ring)
verzwakt aangetroffen in het veld; werd overgebracht naar asiel in Messelbroek, herstelt goed en wordt in sept vrijgelaten (Jennes-Verbist, H. Ceusters). Grauwe Kiekendief: op 11 juni 's namiddags te Meldert een 2dejaars V boven de akkers (HEP). Sperwer: waarschijnlijk 3-4 broedkoppels: genoteerd te Boutersem, Opvelp en Tienen-vijvers;
broedgeval
Ezemaal ( 4
jongen
R OJ);
Boerenzwaluw, Witte Kwik en Spreeuw (CUJ, CUO, HEP).
48
potentiële
prooien:
Buizerd: boven Tervuren-park 2 ex op 04 juni, 1 ex op 07 juli (REA); waarschijnlijk 3 broedkoppels: Boutersem, Meldert en Tienen-vijvers (omgeving), max aldaar 6 e� op 16 aug, 3 ex op 31 aug (CUJ, CUO, GEJ); max 4 en 2 ex op 15 aug ta Boutersem (VAM). Visa rend: 09 mei Tienen-vijvers 1 ex (HUR). To ren val k : broedvogel Boutersem-Snoekengracht (1). Roosbeek-vijvers (1), Willebringen (1),Tienen-vijvers (1) en Meldert (2)(CUJ, CUO, GEJ, HEP, BUG). Maxima 3-4 ex te Tienen op 14, 22 en 28 juni en 02 aug. Op 05 aug te Bekkevoort Assent een zieke 1 stejaars (met Belgische ring) dat op 7 aug stierf (CUJ). Boomval k: broedgevallen omgeving Bierbeek (1), Tienen (2, waarvan één met 2 uitgevlogen jongen) en waarschijnlijk te Linter (02, 14 en 24 aug) en Tervuren (15 mei; 25 juni 1 ex jagend op Grote Bonte Specht)(VOM, CUJ, CUO,COE, COP, HEP, HOE, HUR, VAM). Op 06 juli te Heverlee-Egenhoven een versdood 2dejaars V op het voetpad, waarschijnlijk raamslachtoffer (HEM); 22 aug Boutersem (doortrekker? VAM). Patrijs: 22 juni Tienen-vijvers 1 koppel
6 halfwas jongen; 16 aug 2 ex komen
+
drinken aan de waterlijn van de Gate; worden verjaagd door M Waterhoen (CUJ, CUO).Kwartel: in juni te Willebringen, Meldert, Outgaarden en Hoegaarden (CUJ,
cuo. GEJ). Fazant: 15 aug Tienen 21 ex op de weg naast Gete (CUJ). Po r seleinhoen : 10-14 aug Tienen-vijvers 1 ad in armpennenrui (COE, COP, HUR). Waterhoen (onvolledig): 1 o aug Tienen-vijvers 19 ex geteld (CUJ, CUO). Meerkoet: kende een goed broedseizoen te Tienen-vijvers: 40 ex geteld op 26 ju�I en 02 aug, nadien vollediger:108 ex en 112 ex resp. per 24 en 30 aug (CUJ, CUO). Scholekster: 28 juni Tienen-vijvers 1 ex (COE, COP). Kleine Plevier: Tienen-vijvers 2 waarschijnlijk 3 broedkoppels (4-5 ex aanwezig in 2de helft juni (CUJ, CUO). Bontbekplevier: te Tienen-vijvers 3ex en 2 ex resp. op 04 en 08 juni (COE, COP); op 24 aug één ex vliegend en roepend (CUJ, CUO). Kievit: te Tienen-vijvers in wisselend aantal : 87 ex 14 juni, 130 ex 25 juni, m�. 350 ex op 13 juli en 16 aug, 250 ex op 02 aug, 185 ex per 30 aug (CUJ, CUO). Kleine Strandloper: te Tienen 1 ex op 20, 26 en 28 juli (COE, COP, HEP). K rombekstrandlop er: op 28-30 juli te Tienen-vijvers resp. 2 ad. 1 ad en 3 ad (COE, COP). Bonte Strandloper: te Tienen-vijvers telkens 1 ex op 29 juli en 26 aug (COE, COP, CUJ, CUO).
I
4�
kemphaan: te Tienen-vijvers weinig gezien: 2-3 ex 28 juni-05 juli, 1 ex 07-21 juli �n 1 ex op 23 aug (COE, COP, CUJ, CUO).
Wa tersnip: te Tienen-vijvers 14-17 aug 2-4 ex, max 13 ex op 24 aug en 6-7 ex tot 19ind aug (HUR,CUJ, CUO, COE, COP, HEP).
f:tegenwulp: 03 aug Tienen-vijvers, gehoord (HOE). Wulp: waarschijnlijk uitgemaaid broedsel te Tienen-weidegebied (COE, COP), gehoord op 07 juni (CUJ, CUO). Zwarte Ruiter: 03 aug Tienen (CUJ, CUO).
Tureluur: Tienen-vijvers 1 ex 04-25 juni, 26-29 juli, 5 ex op 30 juli (COE, COP,
CUJ, CUO, HEP). Groenpootruiter: Tienen-vijvers 1 ex 18 juni, 1o juli tot 15 aug, nadien 2-3 ex tot 26 aug, 5 ex op 30 juli (VAM) en eind aug (CUJ, CUO, COE, COP, HEP).
Witgatje: 07 juni Vertrijk en Tienen-vijvers; 14 tot 22 juni Tienen 3-6 ex, max 11 ex op 28 juni, 9-11 ex in aug, max 13 ex op 30 aug (BUG, CUJ. cuo, COE. COP, HEP).
Bosruiter: Tienen-vijvers vanaf 28 juni 1-2 ex, 7 ex op 05 juli, max. 11 ex per 07 juli, 6 ex op 19 juli; op 7 andere data in juli en 8 data in aug 1-4 ex (COE, COP.
CUJ, CUO, HEP). Oeverloper: te Tienen-vijvers 2 ex op 13 juli, aangroeiend naar 13-15 ex begin aug. 6-9 ex gans aug; twee ongewone observaties: op 16 aug ziet J. Cuppens te Tienen hoe een Oeverloper het eten afsnoept van een (veel grotere) Groenpoot ruiter; op 25 aug observeert G. Buelens te Boutersem-Kwabeek 2 goedvliegende jongen die bij een 3de vogel om voedsel bedelen.
Grauwe Franjepoot: op 17-18 aug te Tienen-vijvers een juveniel ex voedsel zoekend tussen Kokmeeuwen (COE, COP. CUJ. CUO, HUR. VAM).
Kokmeeuw: 25 juni Tervuren-park terugkeer van eerste ad ex. op 14 juli aldaar 15 ad vogels + 1 in chocoladebruin jeugdkleed ( REA). Te Tienen (broedkolonie) 80 ex op 14 juni en in de periode 26 juli-1O aug 40- 75 eerstejaars + 75 ad (CUJ, cuo. HEP).
Kleine
Mantelmeeuw:
Tienen-vijvers
's voormiddags o ve rvliegend >
Z
waarschijnlijk naar het stort van Mont-St-Guibert (Waals Brabant), in de late namiddag terug naar N: 01 en 07 juni 1 ex, max 4 ex en 8 ex op 15 en 25 juni, 3 ex en 5 ex op 07 en 26 juli, één 1stejaars op 26 aug (COE, COP. CUJ, CUO).
Visdief: 03 juni Tienen 1 ex (HOE). Zwarte Stern: Tienen-vijvers 03 juni één ex. 08 juli 2 ex. 22 juli één ad.(COE. COP). Tortel: in juni minstens 6 territoria te Tienen-vijvers, in juli-aug 15-18 ex; Bierbeek Blauwschuur 2 zangposten (CUJ. CUO, VAM. ABH)).
50
Koekoek: weinig gehoord of gezien; te Tie\Klrrrvijvers 1 ad op 07 juni en 1 juveniel op 26 juli (CUJ, CUO); te Pellenberg (kliniel'J;torad rosse fase op 12 juli (HEP). Kerk uil: in de periode juni-aug gehoord/gezien te Bierbeek-Blauwschuur (2de broedsel: ABH) en Boutersem-Rijkswacht (HEP). Gierzwaluw: 05 mei Leuven-station 5 ex en eerste ex op broedplaats te Tervuren (REA); op 02 aug te Willebringen-Babelom rond 19.40 u. een concentratie van ca. 150 ex op voedseljacht gedurende een kwartier (HEP). Oeverzwaluw: 14 juni St. J. Winge-Gemp 3 ex, 12 juli Pellenberg 120 nestpijpen in nieuwe zandgroeve( ca 30 ex rondvliegend), 31 aug Tienen-vijvers 3 ex (HEP). Boerenzwaluw: 24 aug Opvelp (grens Willebringen) 2 ex op doortrek (HEP). Huiszwaluw: getelde/ bezette nesten: Beauvechain-kerk 2, Leuven-Gasthuisberg 94 (70 bezet), Blanden 1, Korbeek-Lo 2, Lovenjoel 2, Lubbeek-centrum 13, St. Joris-Winge minstens 5, Willebringen-Carolushoeve 28, Willebringen-centrum 3, Neervelp 1, Oorbeek 1, Hoegaarden (brouwerij) 3, Zoutleeuw-hoofdkerk 25 en 1 in Schippersstraat, Roosbeek-Valkenberg 11, Vertrijk 11 (SEC, HEP, CUJ, CUO). Gele Kwikstaart: te Tienen-vijvers in juni-juli 3 uitgevlogen jongen (CUJ, Grote
Gele
cuo.
VAM).
Kwikstaart: broedvogel te Boutersem- oude molen (april) en
Kwabeekpark (juli),
Linter (mei-juni),
Meldert-Keulen, Lubbeek-Gemp (juni),
Lovenjoel (juli)(HEP, HUA, GEJ). Witte Kwikstaart: te Tienen-vijvers 26-30 ex in periode 26 juli-1 o aug (CUJ, CUO); Boutersem: 2de en 3de broedsel telde slechts één uitgevlogen jong zoals bij het eerste (HEP). Roodborstta puit : te Pellenberg nabij stort wordt begin juli een broedkoppel verstoord door graafwerken (BUG). Kramsvogel : Tienen-vijvers 2-3 broedkoppels (CUJ, CUO); op 14-15 juni te Pellenberg-kliniek één ex op grasveld nabij vijver (HEP). Grote Lijster: 02 aug Willebringen-Jordaan 7 ex op stoppelveld (HEP). Sprinkhaanzanger: 11 mei Hoegaarden-Rosdel (GEJ), 03 juni Tienen-vijvers 1 zingend ex (COE, COP). Snor: 19 en 23 aug telkens één 1 stejaars geringd te Korbeek-Lo (VAJ
+
Ainggr. Leuven).
Kleine Karekiet: 20 aug Korbeek-Lo één 1stej. geringd; had bijna volledig witte kop (VAJ
+
Ringgr. Leuven)
Spotvogel: in juni zangposten te Willebringen (centrum en Jordaan) en te Roosbeek-Valkenberg (HEP, CUJ, CUO).
51 J I
Orpheusspotvogel: op 20 juli adult M geringd te Korbeek-Lo (VAJ
+
Ringgr. Leuven).
Braamsluiper: op 13 juli te Tienen-vijvers 1 zingend ex (CUJ , CUO) . Grauwe
Vliegenvanger: broedgevallen in juni-juli: Bierbeek-St.
Kamillus,
Goetsenhoven-vliegveld, Lubbeek (op afvoerbuis) en Willebringen (in bloembak) (CW, HEP, DSL).Bonte Vliegenvanger: Linter 01-02 juni één V, op 14 aug opnieuw
ex in vrouwtjeskl. (HUR). Boomklever: 19 juni Bierbeek-St. Kamillus (CUJ). Wielewaal: Meldert-Jordaan 3 zangposten (OSL); uitgevlogen jongen : 14 juni Tienen-vijvers (gehoord), 27 juli Vertrijk-Snoekengracht (2 uitgevlogen), 01 aug Boutersem-Butsel (1 ad
+
3 jongen), 01 en 11 aug Boutersem-Nieuwstr. 1 en 3
jongen (CW, CUO, BUG, HEP. MEL. ROA, VAM). Grauwe Klauwier: 15 aug Korbeek-Lo eerstejaars geringd (VAJ+ Ringgr. Leuven). Kauw: 08 juli Boutersem ca 60 ex in graasweide met schapen (HEP). Ringmus: broedgevallen te Roosbeek (2 koppels), Boutersem-Bost (10 ex op 12 juli) en Bierbeek-Blauwschuur (BOi, HEP,
ABJ).
Europese Kanarie: 14 juni Lubbeek-St. Bern. één V (HEP). Putter: te Tienen-vijvers 26 juli , op 15 aug aldaar 2 eerstejaars (CUJ, CUO). Kneu: 15 juni Roosbeek-Oude Baan 1 zingend in verwilderde tuin (CUJ,cuo ) , 24 juni-05 juli Boutersem-Leuvensestw zingend; nest + 5 eieren in taxushaag langs parking, eerste ei gelegd rond 30 juni (HEP). Appelvlnk: tijdens broedseizoen tweemaal vastgesteld te Meldert-omgeving Oude Molen (OSL). Geelgors: in juni Bierbeek-Blauwschuur 5 zangposten, Willebringen-Jordaan 1 en Tienen-vijvers 1 V op bloeiend Koolzaad (ABH , CUJ, CUO). Rietgors: in juni minstens 2 koppels te Tienen-vijvers (CUJ, CUO); broedvogel te Willebringen- Jordaanvallei (HEP). Grauwe Gors: op 22 mei zingend te Geetbets en Kortenaken (HUR). minstens 2-3 broedkoppels te Willebringen (CUJ , CUO, OSL). te Outgaarden op 15 juni
6
zangposten tussen Tafelzouw en E 40 (GEJ).
Lijst waarnemers en hun afkortingen
:
ABH= H. Abts, BEC= C. Bert, BOi= l.Bottu, BAL= L. Briesen,
BUG= G. Buelens, CLW= W. Claes, COE, COP= E. & P. Collaerts, CUJ, CUO: J. & 0. Cuppens, OSL=
L. De Schamphelaere, GEJ= J. Geebelen, GUR= R. Guelinckx, HEM= M. Hens, HEP= P. Herroelen, HOE= E. Hoebrechts. HUR= R. Huybrechts, MEL= Lut Mertens, REA= A. Reygel, ROA= A. Roelants, ROJ= J. Robijns, VAJ= J. Vanautgaerden, VAM= M. Vanderhallen, VOM= Margriet Vos.
52 "
'
KALENDER DER lĂŠNIVITEITEN
zondag 28 september
1 9 9 7
wandeling en observatie van trekvogels
in de velden en holle wegen van Leefdaal
leiding Kris Van Scharen
afspraak station Leuven te 8. 30 uur, aan de kerk van Leefdaal om 9 uur. Einde voorzien tegen 12 uur.
zondag 12 oktober
Het gaat niet om trektellingen !
44ste
Nationale
Natuurbeschermingsdag
georganiseerd door het Nationaal Verbond voor Natuurbescherming afspraak te 9 uur aan de British School, Leuvensesteenweg 19, Tervuren
zaterdag 18 oktober
watervogeltell Ingen
nadere inlichtingen bij K. Van Scharen Korbeekstraat 27, Leefdaal
zondag 19 oktober
nationale
vogeltrektelli ngen
afspraak station Leuven om 8 uur; er zijn twee keuzemogelijkheden: - plateau van Bertem, leiding K. Van Scharen; afspraak 9 u. aan het kruis punt van de baan Bertem-Korbeek-Dijle met de baan naar Leefdaal. - Haasrode op de Bremberg (bij het Centrum) om 9 u., leiding P. Herroelen. de twee activiteiten eindigen rond 12 uur.
zondag 9 november
voormiddagwandeling te
Schulen
afspraak station Leuven om 8 uur, aan de kerk van Linkhout te 9 uur: einde rond 12 uur. Observatie van water- en andere vogels.
zaterdag 15 november
leiding P. Herroelen
watervogeltell ingert
nadere inlichtingen bij K. Van Scharen Korbeekstraat 27, Leefdaal
zaterdag 22
november
afd. regio Mechelen
f ilm over roofvogelu
in samenwerking met het FIR (Fonds voor Instandhouding van Roofvogels). Deze activiteit gaat door te Mechelen in het Cultureel Centrum; nadere inlichtingen bij S. Van Steenkiste (voorzitter) tel 016/ 65 02 27.
53
1
i
zaterdag 06 december
9de Vlaamse Ornithologische
Studiedagen
gaan door van 9 tot 17 uur te Antwerpen, in de Marmeren zaal van de Konin klijke Vereniging voor Dierkunde (Dierentuin). Nadere gegevens in de natio nale tijdschriftnen Wielewaal
of Oriolus.
watervogettellingen
zaterdag 13 december
nadere inlichtingen bij M. Hens P. Delvauxwijk 18 te 3000 Leuven.
---- -·-· - -· ------ ------- 1
-------------
(overgenomen uit
Doedeljoe
,
afd.
Brugge)
J I . 54 /
l
I
I
I
--
NUTTIGE ADRESSEN
Gekwetste vogels Vogelasiel p/a H. Ceusters, Engelenberg 51, 3271 Messelbroek tel 013/ 77 27 02
Geringde vogels J. Vanautgaerden, Schoolstraat 47, 3360 Bierbeek, tel 016/ 46 31 85
Maarten Hens nieuw adres: P. Delvauxwijk 18
3000 Leuven
tel 016/ 29 98 90
Homologatiecomité (BAHC) p/a J. Pollet,
Weibroekdreef 32 9880 Aalter
tel 09/ 374 48 60
E-mail: jan. pollet @ rug. ac. be
Kerkuilenwerkgroep p/a L. Smets, Baron E. Descampslaan 64, 3018 Wijgmaal, tel 016/ 44 83 34 (tussen 14 en 20 uur)
Recente waarnemingen p/a D. Symens, Zavelstraat 12, 2800 Mechelen
Vogellijn tel 03/ 488 01 94
Wetgeving Leefmilieu p/a Stichting Leefmilieu, Kipdorp 11, 2000 Antwerpen tel 03/ 231 64 48, fax 03/ 232 63 98
Wielewaal, centrale: Graatakker 11, 2300 Turnhout tel 014/ 41 22 52 ('s maandags gesloten), fax 014/ 43 96 51
-
-
-···
Verschijnt om de 3 maand (maart, juni, september, december) DE
BOOMKLEVER
jaargang 25, nr. 3
September
1997
INHOUD
De winterse Dijlev allei
Kris Van Scharen
29
Maarten Hens
33
Opmerkelijke vogelwaarnemingen in de Dijlevallei en omgeving, januari-juni 1997
Kamsalamander voelt zich thuis in Zoutleeuw
45
Het drinkwater
46
Recente waarnemingen juni-juli-augustus1997
47
Paul Herroelen en Jos Cuppens
53
Activiteitenkalender september tot december 1997
Nuttige adressen
Artikels en korte mededelingen voor het volgend nummer (december 1997) worden ingewacht bij Paul Herroe/en , Leuvensesteenweg 347
te 3370 Boutersem
ten
laatste tegen 30 november 1997.
Gelieve Uw waarnemingen over vogels in te sturen - voor Leuven en omgeving naar Maarten Hens, nieuw adres e n telefoon !// P. Delvauxwifk 18, 3000 Leuven
- voor Tienen . Valkenberg 5,
tel 016/ 29 98 90.
Boutersem en omgeving bij voorkeur n aar Jos
3370 Boutersem
Cuppens.
tel 016/ 73 47 85 of naar Paul Herroelen .
J