DE GROTE
ZAAGBEK
een graag geziene wintergast Toen
Jan De Wilde z1Jn scheldwoordennummer komponeerde vergat hij een vogelgids
open te slaan om inspiratie op te doen.
Anders had in zijn scheldwoordenlijstje
beslist Grote zaagbek voorgekomen, in het illustere gezelschap van de bergkwabaal en de borgworm. Nu ontleent de Grote zaagbek ZlJn naam niet aan een kwalijke karaktertrek die vaak toebedeeld
wordt
aan
vrouwelijke
specimen
van
onze
eigen
soort,
maar
aan
een
lichamelijk kenmerk, typisch voor alle zaagbeksoorten : aan de rand van een lange, dunne
en
harde
zaagtandjes.
snavel
bevinden
zich
hoornige
lamellen
die
er
uitzien
als
Zo bekeken is het dus toch een scheldwoord.
Dit unieke werktuig stelt hen in staat de meest glibberige vast te houden.
vissen te pakken en
Allerlei zoet- en zoutwatervissen vormen dan ook de voornaamste
voedselbron van deze fraaie watervogel.
Kleine krabben, garnalen en ander levend
grut worden echter ook niet versmaad. Dat het uitstekende vissers zijn konden wij met eigen ogen aanschouwen tijdens een uitstap naar Zeeland op
27
Jan 1985.
Het had flink gevroren,
maar het weer was
schitterend. Het kleine haventje van Goederede-Havenhoofd
lag te schitteren in
een
weldoend
winterzonnetje. Een brede ijsrand, enkele meters breed, omzoomde het haventje maar in
het centrale wak zwommen tot onze vreugde 8
mannetjes
en
vrouwtjes
6
Grote
zager. Vanuit de wagen konden wij vanop korte afstand observeren hoe de vogels tot vlak bij
de
rand
van
het
ijs zwommen,
doken,
onder het ijs
verdwenen
en
vervolgens
geregeld boven kwamen met een flink uit de kluiten gewassen paling. Een blauwe reiger en een mantelmeeuw die vanop een houten staketsel probeerden hun èeel van de buit te bemachtigen kregen daarbij geen schijn van kans. Grote
Zaagbekken
zijn
er
trouwens
om
bekend
dat
zij
in
groep
voedsel
zoeken.
Beroemd zijn de kolossale fouragerende troepen van sommige Zweedse meren en van het IJsselmeer.
Soms sluiten meeuwen zich bij zo'n groep aan. Met een beetje geluk
kunnen zij dan mee profiteren van de verwarring die gesticht wordt in een school vissen. Hetzelfde zagen wij tijdens onze laatste Zeelanduitstap trouwens ook bij een groep Brilduikers ter hoogte van de Philipsdam. Zoals gezegd zijn Grote zaagbekken schitterende vogels. De mannetjes in broedkleed zijn met geen enkele andere vogel te verwarren. ze op Kop
In de winter en vroege lente zijn
hun mooist.
en
bovenhals
vrouwtjes
aristocratisch trouwens
zijn
dragen ook
lang
in
dan
ZlJ
de
zwart
geen
gedragen, vlucht
met
kuif,
een
zodat
goed
op
groene
maar :
de
de kop
door
glans.
veren
overdreven
die
In
van
lange
tegenstelling kruin
groot
'IMlanen"
en
lijkt.
krijgt
tot
nek
de
worden
Dat
de
kop
valt een
lange vorm. Herwig kent daaraan het verschil tussen een vrouwtje Middelste en een vrouwtje vliegende
Grote fles
Zaagbek (hij
in
zegt
de
vlucht
hetzelfde
van
een een
Grote Zwarte
Zaagbek
is
Specht,
maar
volgens bij
hem
een
een
Zwarte
Specht staat de hals scheef). De snavel is sterk gehoekt,
rood en over de bovensnavel loopt van basis tot punt
een donkere streep. De mantel is glanzend zwart;
het midden van de rug grijs en de vleugels zwart met