Nederlands Openlucht Museum omarmt Corporate Sustainability
Reporting Directive- richtlijn
Industriepark Kleefse Waard: innoveren voor een schonere wereld



Industriepark Kleefse Waard: innoveren voor een schonere wereld
Bij BDO werken accountants en adviseurs die snappen dat waarde over meer gaat dan geld. Die winst voor het klimaat en de maatschappij meerekenen. En geloven dat bij een jaarlijkse balans ook de balans tussen privé en werk hoort. Want alleen als we alles meetellen, kom je onder de streep uit op echte waarde. Waarde die iets toevoegt aan uw bedrijf, uw mensen en de wereld.
Benieuwd hoe u er écht voor staat?
De adviseurs van BDO Arnhem helpen u graag verder. Neem contact op via telefoonnummer (026) 352 56 25 of kijk op bdo.nl
INDUSTRIEPARK KLEEFSE WAARD: INNOVEREN VOOR EEN SCHONERE WERELD
Op Industriepark Kleefse Waard (IPKW) werken bedrijven samen aan oplossingen voor de vraagstukken van nu en de toekomst. Het 90 hectare grote park biedt een inspirerende en duurzame werkomgeving voor startups, gevestigde ondernemingen, onderwijsinstellingen en de overheid.
Lees VerDer OP PAGinA 12
COVerinTerVieW
VAN ONTWERP TOT HERGEBRUIK: EEN VOLLEDIG CIRCULAIRE ECONOMIE VEREIST SAMENWERKING IN DE GEHELE KETEN
Circulair ondernemen is niet langer een toekomstvisie, maar een beweging die volop in ontwikkeling is. Steeds meer bedrijven en overheidsinstellingen werken samen om producten en grondstoffen zo lang mogelijk in de cyclus te houden, met als doel verspilling te verminderen en duurzaamheid te bevorderen.
THE KEY TO LIFE VERBINDT TECHNICI EN INNOVATIEVE BEDRIJVEN IN LIFEPORTREGIO
Wereldnieuws in de Lifeport-regio. Met The Key to Life lanceert Kracht Recruitment een platform dat innovatieve bedrijven in Tech, Health en Energy (THE) perfect matcht met technici die impact willen maken. Een ‘proven technology’ die de deur naar een betere wereld wagenwijd opent.
NEDERLANDS OPENLUCHT MUSEUM OMARMT CORPORATE SUSTAINABILITY REPORTING DIRECTIVE- RICHTLIJN
De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD)-richtlijn verplicht grote bedrijven in de EU vanaf 2025 uitgebreid te rapporteren over hun impact op mens en milieu. Hoewel stichtingen deze dans ontspringen, gaat het Nederlands Openluchtmuseum er tóch mee aan de slag vertelt directeur bedrijfsvoering Joop Bergevoet. Hij ziet bovenal kansen.
SAMEN DE BOUWKETEN INNOVATIEF EN DUURZAAM MAKEN
Het ingenieursbureau heet CLAFIS Ingenieus, dus met een woordgrapje in de naam, voor degene die goed leest. Daarmee typeert CLAFIS zichzelf als ‘net even anders’. Onlangs verruilde het ingenieursbureau het oude pand in de Arnhemse binnenstad vanwege groei voor een nieuwe locatie aan de Velperweg in dezelfde stad.
4 Gezonde groene groei!
5 Colofon
5 Een klein gebaar voor de vrijwilliger
6 Een museum vol leven
6 De taal van de toekomst? Die begint op jouw werkvloer!
7 Samenwerken in Smart Energy Hubs
7 Meedoen in de maatschappij
10 Circulair ondernemen in Arnhem
18 Duurzaamheid zit in alle vezels van Teijin Aramid
19 Financiële bijdrage van € 600.000 voor NEXTgarden
22 Dreigende waterschaarste vraagt mix van maatregelen
25 Een stappenplan om circulariteit in te bouwen
26 Het Ondernemersbelang wordt KIJK op Arnhem Nijmegen
28 Ondernemerschap als vliegwiel voor slim, schoon en sociaal innoveren
32 Versnel de energietransitie met het Revolverend Energiefonds
33 Nicole Heuff trots op haar bedrijf Office Design
35 Een cross-over van Logistiek en Energie
36 Unieke samenwerking tussen bedrijven en opleiding
38 Arnhemse Ondernemers Event 2024: samen sterker door innovatie en samenwerking
40 PowerReel kabelhaspels zijn onmisbaar bij de energietransitie.
41 ‘Wij zijn er voor kinderen die in het reguliere onderwijs niet volledig tot hun recht komen’
43 Piqet development dé partner voor de ontwikkeling van een circulair gebouwde omgeving
44 Living Lab Arnhem verbindt ondernemers op weg naar circulair succes
45 Bumé blijft bouwen
46 Combi van traditioneel en duurzaam bouwen
49 ULTEAM in arbeidsrecht
Op een mooie zomerse dag in augustus op het gras voor het kantoorpand van de Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen (GMR), was er een informele ontmoeting met partijen die meedoen aan de Regio Deal ‘Gezonde groene groei’. Een Regio Deal is een afspraak met het Rijk, met een convenant over de gezamenlijke bekostiging van programma’s met projecten die overheden, kennisinstellingen en bedrijven uitvoeren. Veel projectplannen zijn inmiddels klaar en op die zonnige dag in Elst was het een goed moment voor uitwisseling tussen projectleiders.
Enthousiast vertelden de projectleiders over de programma’s. Het programma ‘Gezond leven’ gaat bijvoorbeeld over digitale hulpmiddelen voor mensen thuis, zodat ze niet naar het ziekenhuis hoeven voor onderzoek.
‘Gezond leven’ gaat ook over een gezonde woonomgeving, hoe ziet die eruit en waar kunnen stedenbouwers rekening mee houden. We gaan tenslotte de komende jaren duizenden nieuwe huizen bouwen.
‘Toekomstbestendig wonen’, gaat over het woongenot van toekomstige generaties. Hoe zorgen we voor een goed klimaat in de woning, een duurzame energievoorziening, hoe bouwen we betaalbaar met hernieuwbare materialen. Het opleiden van jonge mensen om met nieuwe technieken te werken wordt opgepakt onder de noemer ViaT (via-t.nl).
Het programma ‘Sterke bedrijvigheid’, gaat onder andere over het verbeteren van bedrijventerreinen. Het kan gaan over de energievoorziening (Smart energy hubs), zoals op de Aam in Elst, Innofase in Duiven en de havens van Nijmegen. De koppeling tussen energievoorziening van woningen en bedrijven zoals op NEXTgarden in de
gemeente Lingewaard. En het geven van energieadvies aan bedrijven door het REE (ree.nl).
Deze programma’s hebben ondersteuning nodig. En daarvoor zijn nog drie programmalijnen onderdeel van de Regio Deal. Deze gaan over een betere matchmaking op de arbeidsmarkt, hoe alle initiatieven in de wijken van de dorpen en steden landen en de relatie met Duitsland.
Na de presentatie van de projectleiders werd nog lang nagepraat. Er werden veel nieuwe relaties en dwarsverbanden ontdekt tussen de verschillende initiatieven. Dit is precies waarom The Economic Board, provincie Gelderland en de GMR op de Regio Deal inschreven. Met elkaar samenwerken brengt stevigheid in de netwerken in de regio en veel energie en inspiratie. Deze flow moeten we samen vasthouden! «
HARRIËT TIEMENS
Directeur Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen
Het aantal vrijwilligers is in Arnhem voor het eerst weer op hetzelfde niveau als vóór de coronaperiode. Dat is mooi nieuws voor de stad. Want zonder vrijwilligers valt Arnhem om. Buurthuizen, sportclubs, geloofsgemeenschappen, evenementen, de Voedselbank; het zou er allemaal niet zijn zonder vrijwilligers die alles draaiende houden.
Toch hebben we vaak niet door hoe belangrijk al die vrijwilligers zijn. Zoals ze dat zelf ook niet doorhebben. Want al zijn ze er in alle soorten en maten, één ding hebben vrijwilligers vaak gemeen: hun inzet voelt voor hen als vanzelfsprekend. Terwijl het allesbehalve vanzelfsprekend is. Er is niks mooiers dan iets doen voor de samenleving zonder daar iets voor terug te verwachten.
Eén vrijwilliger kan voor iemand al een wereld van verschil maken. Het contact, de zorg en het plezier dat zij brengen vormen een belangrijke basis voor het welzijn van heel veel mensen. Vrijwilligers kunnen zelfs voorkomen dat iemand een beroep moet doen op de zorg. Zo verlichten ze met hun inzet de wereld om hen heen.
Wij rekenen op onze vrijwilligers. Maar dat betekent dat vrijwilligers ook op ons moeten kunnen rekenen. En daar kunt u als werkgever óók iets in betekenen. Door uw werknemers de ruimte te geven om vrijwilligerswerk te doen. En door vrijwilligerswerk aan te moedigen. Bijvoorbeeld door als teamuitje niet te gaan minigolfen, maar een dagje te gaan tuinieren in de tuin van mensen die dat zelf niet meer kunnen of door een lokaal buurthuis te gaan opknappen. Bij de vrijwilligerscentrale in uw gemeente hebben ze ongetwijfeld meer dan genoeg tips.
Natuurlijk kunt u ook “gewoon” uw waardering uitspreken voor de werknemer die naast een baan ook actief is als vrijwilliger. Een gewaardeerde werknemer is ook een werknemer die met plezier z’n werk blijft doen. En zolang vrijwilligers zichzelf geen klopje op de schouder geven, zullen wij dat voor hen moeten doen. Het lijken misschien kleine gebaren. Maar samen zorgen we ervoor dat vrijwilligers zich ook in de toekomst met plezier blijven inzetten. «
MARK LAURIKS
wethouder bestaanszekerheid Arnhem
Hét Ondernemersbelang
Arnhem-De Liemers verschijnt vier keer per jaar.
Negende jaargang, nummer 03, 2024
Oplage
5.500 exemplaren
Coverfoto:
Nederlands Openluchtmuseum
Foto: Jacques Kok
Uitgever
Ondernemersbelang Print BV
Morra 2-41
9204 KH Drachten
Telefoon 06 – 37 44 48 59 E-mail info@ondernemersbelang.nl
Eindredactie
Johannes Swieringa E-mail j.swieringa@ondernemersbelang.nl
Media-adviseur
Johannes Swieringa E-mail j.swieringa@ondernemersbelang.nl
Telefoon 06 – 37 44 48 59
Website www.ondernemersbelang.nl
Vormgeving
VDS Crossmedia, Emmen
Druk
Scholma Druk, Bedum
Aan deze uitgave werkten mee:
Jacques Kok
Dick Leseman
Rense Leseman
Huub Luijten
Freddy Radstaak
Susan Wiendels
Adreswijzigingen
Adreswijzigingen, veranderingen van contactpersoon of afmeldingen kunt u per mail doorgeven aan info@ondernemersbelang.nl. Vermeld s.v.p. ook de editie er bij, die vindt u bovenaan in het colofon.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of overgenomen zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. De uitgever kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de inhoud van de advertenties.
Bij het Nederlands Openluchtmuseum doen we er alles aan om de druk van onze organisatie op natuur en milieu te minimaliseren. Daarbij gaan we een stap verder dan de normale wet- en regelgeving vereist. Het is echt onderdeel van onze identiteit en dus veel meer dan het afstrepen van een simpele lijst met groene vinkjes. Veel medewerkers zijn intrinsiek gemotiveerd om het museumpark zo duurzaam mogelijk te maken.
Natuurlijk kunnen we niet van bezoekers vragen om continu rekening te houden met natuur en milieu. Daarom hebben wij ervoor gezorgd dat onze maatregelen vrijwel onzichtbaar zijn, terwijl het effect groot is. Van afval scheiden tot aan de upcycling van materialen en ons watermanagement.
We zijn erg trots op de natuur in het park en doen ons uiterste best om flora en fauna zo min mogelijk te storen. Zo ook dit najaar tijdens onze nieuwe lichtwandeling ‘Uitgelicht’, over de evacués die tijdens de Tweede Wereldoorlog in het museumpark woonden. We hebben een diepgaand onderzoek laten uitvoeren om er zeker van te zijn dat de natuur tijdens het event niet wordt verstoord. Hierin zoeken we de samenwerking op met ecologen en specialisten. Bezoekers worden verdeeld over tijdsloten en de route loopt over bestaande paden, wat zorgt voor minimale belasting. Voor alle lichtprojecties maken we gebruik van ledverlichting en speciale kleurstellingen. Zo houden we de impact op het bos en haar dieren, zoals vleermuizen en boommarters, zo klein mogelijk. «
JURGEN UFFINK
Nederlands Openluchtmuseum
Hoofd Terreinen & Dierenverzorging
DE TAAL VAN DE TOEKOMST? DIE
JOUW
De huidige arbeidsmarktkrapte (110 vacatures per 100 werklozen) maakt het werkgevers moeilijk om nieuw personeel te vinden. Vooral in sectoren als zorg, bouw en ICT is er dringend behoefte aan personeel. Wachtlijsten en een tekort aan technici remmen de ontwikkeling naar een toekomstbestendige maatschappij.
Het mbo levert een groot deel van deze vakmensen. En juist nu voorspelt het ministerie van OCW een daling in het aantal studenten. Daarbovenop zien we een toenemende uitval onder studenten die niet in Nederland geboren zijn. Zij haken vaker af dan hun Nederlandstalige leeftijdsgenoten, vanwege onvoldoende taalbeheersing.
Verrassend? Nauwelijks, als je bedenkt dat de Nederlandse taal evenveel uitzonderingen als regels kent.
Een kans? Jazeker!
Want wist je dat 80% van de taalverwerving gebeurt buiten het klaslokaal? Bijvoorbeeld tijdens stage of bijbaan?
Taalverwerving draait vooral om nieuwe woorden leren. Ik vermoed dat er in jouw bedrijf ook met woorden wordt gewerkt. Een ideale leeromgeving dus voor elke anderstalige! Benieuwd hoe je dat aanpakt? Helaas is er geen panacee (ken jij dat woord?) om iemands woordenschat snel te vergroten. Wees creatief! Plak bijvoorbeeld post-its met vaktermen op relevante voorwerpen en documenten binnen uw bedrijf.
Met oefenen en herhaling -gemiddeld zeven keer- komt een nieuw woord in iemands geheugen.
Probeer het eens. Je zult het effect merken. «
CHRISTEL WOLTERINCK
Beleidsmedewerker Onderwijs
Rijn IJssel
We hebben in Duiven veel mooie, innovatieve bedrijventerreinen. Op twee plekken staat nu iets bijzonders te gebeuren.
Wist u dat de verschillende bedrijventerreinen in Duiven samen het grootste aaneengesloten terrein van OostNederland vormen? Ik wil er twee uitpikken. Allereerst InnoFase. Dat won in 2020 de Circular Economy Award als dé circulaire werklocatie van Nederland. Vooral de synergie tussen de bedrijven is heel bijzonder. Ze leveren onder andere warmte, CO2, biogas en restafval aan elkaar en aan anderen. De tweede is Centerpoort-Noord en dan vooral de uitbreiding die we binnenkort gaan bouwen. Ook daar komen bedrijven die zich onderscheiden in duurzaamheid.
De twee terreinen hebben iets gemeen: er komt een Smart Energy Hub. Op InnoFase zijn we bezig met de juridische stappen die daarbij komen kijken. Op Centerpoort-Noord 2 beginnen we meteen met een decentraal energienetwerk. Het is een eis voor wie zich daar wil vestigen.
In een Smart Energy Hub stem je de productie en het gebruik van energie lokaal op elkaar af. Een van de grootste voordelen: je ontlast het volle stroomnet. Maar dan moet je wel samenwerken. Want als bedrijf A extra energie nodig heeft, moeten de buren hun elektrische vrachtwagens op een ander moment opladen.
We zijn hierin echt een van de koplopers. Er komt veel kijken bij het opzetten van Smart Energy Hubs, zo merken we, maar de potentie is enorm. Hopelijk kunnen we een inspiratiebron zijn voor anderen. «
Bij Driestroom en DROOM! werken we dagelijks aan een samenleving waarin iedereen een plek heeft en volwaardig kan meedoen. Onze locaties, zoals DROOM! de Aam in Elst, staan dan ook letterlijk en figuurlijk midden in de maatschappij. DROOM! de Aam is niet zomaar een horecagelegenheid; het is een plek waar mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt de kans krijgen om hun talenten te ontdekken en waar ze zich verder kunnen ontwikkelen. Het is een geliefde ontmoetingsplaats, waar buurtbewoners samenkomen voor een heerlijke lunch of voor onze beroemde DROOM!-taart en waar bedrijven graag vergaderen, cursussen volgen of flexwerken.
Na een grondige verbouwing in de zomer is DROOM! de Aam weer helemaal klaar om iedereen te ontvangen. Maar onze ambitie reikt verder. Onlangs hebben we in Nijmegen onze nieuwste locatie geopend: DROOM! de Boekweit, een sociale horecaonderneming in het hart van De Winkelsteeg. DROOM! de Boekweit is een fijne ontmoetingsplek voor iedereen die in de omgeving van Nijmegen woont of werkt. Ook hier bieden we mensen die moeite hebben om werk te vinden of te behouden, extra ondersteuning. Met de juiste coaching helpen we hen om zich zowel vakinhoudelijk als in algemene werknemersvaardigheden te ontwikkelen.
Zo bouwen we samen aan onze visie: een samenleving waarin iedereen de kans krijgt om mee te doen. «
ESTHER NELISSEN EN LISETTE TIJS
HUUB HIELTJES
Burgemeester van Duiven en lid van The Economic Board
Regio Arnhem Nijmegen
Raad van Bestuur Driestroom esthernelissen@driestroom.nl lisettetijs@driestroom.nl www.driestroom.nl
‘We WiLL en Ons DUUr ZAme VerhAAL AAn OnZe Be ZOeK er Ver T eLL en’
De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD)-richtlijn verplicht grote bedrijven in de EU vanaf 2025 uitgebreid te rapporteren over hun impact op mens en milieu. Hoewel stichtingen deze dans ontspringen, gaat het Nederlands Openluchtmuseum er tóch mee aan de slag vertelt directeur bedrijfsvoering Joop Bergevoet. Hij ziet bovenal kansen.
“Duurzaamheid scoort. Dat is kwantificeerbaar. Er is onderzoek gedaan naar de impact van organisaties die hier mee bezig zijn ten opzichte van bedrijven die het volledig aan zich voorbij laten gaan”, steekt hij van wal. Duurzaamheid staat daarom centraal in alles wat het Nederlands Openluchtmuseum doet.
“Als rijksmuseum hebben wij een verduurzamingsopgave die is afgesproken met het ministerie van OCW. Maar ook als maatschappelijke organisatie willen we op duurzaamheidsgebied impact maken. Het zit verankerd in onze bedrijfsstrategie. We willen echter niet alleen duurzaam handelen, maar dit verhaal ook aan onze bezoeker vertellen.”
De CSRD-richtlijn is daarvoor een uitgelezen kans vertelt hij. Wat er precies in een duurzaamheidsrapport moet staan wordt per thema bepaald door European Sustainability Reporting Standards (ESRS) op drie domeinen: environment (milieu), sociaal (mens) en governance
(bestuur), afgekort ESG. Het Nederlands Openluchtmuseum doet het op haar eigen manier legt Bergevoet uit. “We willen laten zien wie we zijn, maar niet met alle verplichtingen en de wet- en regelgeving er omheen. Duurzaamheid is een containerbegrip. Dat kan alle kanten opgaan. Als museum acteren wij al heel lang binnen de gedragscodes van de culturele sector: Governance Code Cultuur, Fair Practice Code en Code Diversiteit en Inclusie. De motivatie die we nu proeven is heel erg milieugedreven. Wij bakenen de verslaglegging daarom af tot ecologische duurzaamheid.”
Dat er op dat begrensde gebied al veel gebeurt in het museum bewijst de certificering Green Key Gold. “Voor de vijftiende keer op rij hebben we dit certificaat ontvangen.”
De liefde voor de planeet vertaalt zich in vele projecten en de bedrijfsvoering. Een greep uit de bijdrages aan een minimale footprint: het entreegebouw ligt vol zonnepanelen, het parkeerterrein bevat
48 laadpunten voor elektrische auto’s, gereedschappen en transportmiddelen worden geëlektrificeerd en kleding wordt hersteld. Koffieprut gaat naar een oesterzwammenteler. Die oesterzwammen vinden bezoekers terug op de menukaart van de het horecagelegenheden in het museum. Over de stoute plannen voor de nabije toekomst: “We willen zonnecarports en de centrale werf gaan we realiseren met duurzaamheidsaspecten.” Dat het streven naar een betere en groene wereld nooit ophoudt bewijst hij met een prachtig voorbeeld. “De Friese zuivelfabriek Freia maakte eind 19e eeuw op een baanbrekende manier kaas en boter met de hulp van een stoommachine. Dit verhaal van de fabriek en de productie van zuivelproducten is nog steeds zichtbaar. De transitie van kolen naar gas is gemaakt. Maar we willen graag een stap verder door de machine te laten werken op waterstof. Dat is nog niet gelukt. Maar wél hebben we een verduurzamingsslag op technisch vlak gemaakt, zodat het rendement fors is toegenomen. Van daaruit gaan we verder.”
“Als rijksmuseum hebben wij een verduurzamingsopgave die is afgesproken met het ministerie van OCW”
Al deze inspanningen vertalen in een duurzaamheidsverslag is geen abc’tje. De stip aan de horizon is januari 2026. Bergevoet: “Dan moet het eerste verslag op tafel liggen, over 2025.” De basis van het verslag vormt de dubbele materialiteitsbeoordeling: de impact van de onderneming naar buiten toe én de impact op de onderneming van buitenaf oftewel de ketenanalyse. Om een transparant beeld te krijgen van de waarde die het museum toevoegt of juist onttrekt aan het milieu is de hulp ingeroepen van Grant Thornton. Bergevoet: “We hebben een eigen werkgroep van vijf mensen geformeerd, puur voor de inhoud, Grant Thornton bewaakt het proces.”
Dat proces bestaat uit een aantal stappen: een kick-off, dubbele materialiteit & stakeholder analyse, een gap analyse, bepalen doelen, KPI’s en acties bepalen, data verzamelen, controle en rapportage. Vier maanden geleden was de kick-off. “We
zijn nu nog bezig de thema’s te bepalen en de dubbele materialiteit in kaart te brengen”, vertelt Joop Bergevoet over de actuele stand van zaken. “Eind van dit jaar hopen we deze stap afgerond te hebben.”
Het bepalen van de doelen in het CSRDstappenplan moet samenvallen met de strategische doelen. “We zijn nu bezig met een update van de strategische bedrijfsstrategie. We kijken altijd twee cultuurperiodes van vier jaar vooruit, richting 2032 dus. We vertalen dat naar een activiteitenplan ofwel beleidsplan tot en met 2028.”
Vanwege de urgentie voor het museum, maar ook vanuit zijn eigen intrinsieke motivatie schoof Joop Bergevoet vorig jaar aan bij de opleiding Sustainable Boardrooms van de Nederlandse vereniging van Commissarissen en Directeuren (NCD). “Centraal staat daarin het realiseren van
“Duurzaamheid scoort”
een duurzaamheidsstrategie, passend bij de context van je bedrijf, de impact van je organisatie op mens en milieu en potentiële duurzaamheidsrisico’s en kansen. Ook was het leerzaam voor mij om naar andere organisaties te kijken hoe zij dat doen.”
Hij erkent: “Sustainability managers zijn vaak roepende in de woestijn. Om duurzaamheid in te bedden in een organisatie is lastig. We gaan al gauw over tot de waan van de dag. De CSRD-richtlijn is een geweldige kapstok om het wél te doen, ook al zijn we het niet verplicht. Het is een vraagstuk dat iedereen raakt. Zeker vanuit onze identiteit. Het stimuleert om te innoveren en te zoeken naar duurzame oplossingen voor operationele uitdagingen. Ook potentiële werknemers, partners en financiers hechten veel waarde aan duurzaamheid. En het kan maar zo zijn dat grotere stichtingen in de toekomst ook verplicht gaan worden om te rapporteren. Dan hebben wij in ieder geval het geraamte staan en alles al goed in kaart gebracht.” «
Het Arnhemse kantoorgebouw Journey Offices heeft een behoorlijk grote elektriciteitsaansluiting. Die was ooit nodig, omdat tot een paar jaar geleden acht roltrappen de stroom nodig hadden om duizenden mensen van de herenmode naar het restaurant te brengen. Of van de rolkoffers naar het speelgoed. Maar de roltrappen zijn eruit, en dus is de stroom beschikbaar voor de 40 laadpunten die deze week geopend werden.
PUBLIEK-PRIVATE SAMENWERKING
‘Een mooi staaltje publiekprivate samenwerking tussen de gemeente en Journey Offices’, noemt de Arnhemse wethouder economie Nermina Kundić het. ‘In de bestaande parkeergarage Musis stonden vier laadpalen. Dat was te weinig voor de groeiende vloot elektrische auto’s, maar de garage zelf zat al aan het maximum van de capaciteit van de elektriciteitsaansluiting. Toen moesten we zoeken naar een andere oplossing. Want door het overvolle elektriciteitsnet was een grotere aansluiting niet mogelijk. Dit sluit precies aan bij onze ambities om Arnhem op een duurzame manier bereikbaar te houden. En mooi dat we dit samen met de Arnhemse ondernemers kunnen doen.’
ACHT ROLTRAPPEN WORDEN VEERTIG
LAADPALEN
Die oplossing waren de acht roltrappen, die uit het gebouw verwijderd waren, toen Journey Offices er zijn
Ooit was de stroom nog voor acht roltrappen in het warenhuis, nu kunnen er 40 elektrische auto’s aan laden (foto: Rinus Baak).
duurzame kantorenconcept uitrolde. De elektriciteitsaansluiting bleek ruimschoots voldoende voor 40 laadpalen met een capaciteit van maximaal 22 kWh per laadpunt. Er is zelfs nog ruimte voor uitbreiding naar 60 tot 80 laadpalen, als daar in
de toekomst behoefte aan is. ‘In een kantoor is helemaal geen behoefte aan roltrappen’, legt Leon de Lobel van Journey Offices uit. ‘Bovendien willen wij graag zo duurzaam mogelijke kantoren aanbieden. Daar is in de kantorenmarkt steeds meer vraag naar. Onze klanten
klopten al bij ons aan, wanneer er meer laadpunten zouden komen. Toen zijn we met de gemeente gaan praten en was de rekensom snel gemaakt.’
GARAGE KRIJGT MAKEOVER
De laadpalen staan op het bovenste parkeerdek en worden beheerd door Journey Offices. Ze zijn te gebruiken door
iedereen die in de Musisgarage parkeert. De gemeente heeft de vier oude laadpalen verwijderd en de bewegwijzering naar de nieuwe laadpalen aangepast. Kundić: ‘De garage krijgt de komende jaren een flinke makeover. De voetgangersentree aan de singelzijde wordt compleet vernieuwd en veel beter zichtbaar vanaf de singel. Er komt ook een openbaar toilet en de parkeerloge wordt vernieuwd. Na de verbouwing komt de toezichthouder terug in de garage om parkeerders van dienst te zijn en de veiligheid in de garage te vergroten. Ook worden de parkeerdekken bij de entree en bij de ingang naar Journey Offices geschilderd.’ Daarnaast zijn er plannen om ook de overige parkeerdekken en de voetgangersentree aan de kant van het Brouwersplein aan te pakken.’
Journey Offices wil zelf ook verder investeren in duurzaamheid en vergroening. ‘We hebben plannen voor een overkapping van het parkeerdek met 180 zonnepanelen’, vertelt De Lobel. ‘Dan krijgen de laadpalen direct groene stroom van de garage zelf. De bovenste verdieping krijgt aan de buitenzijde een groene gevel. Dat geeft een prettiger aanblik en levert daarnaast verkoeling op.’ «
WEGENBOUW IN ARNHEM DUURZAMER DAN OOIT: ZOVEEL MOGELIJK ELEKTRISCH
Arnhem gaat bij het aanleggen of herinrichten van wegen zoveel mogelijk elektrisch materieel inzetten. Dat zorgt voor schonere lucht in de stad en is ook veel stiller voor de omwonenden en wegwerkers. Klein materieel zoals trilplaten, minikranen of kleine shovels worden verplicht elektrisch. Waar mogelijk worden ook mobiele kranen, vrachtwagens of een gehele asfaltset elektrisch ingezet. Zoals bij de aanleg van fietspad Grote Griet in Arnhem-Zuid of de Renaissance van de Velperweg.
Groot elektrisch materieel
Elektrische auto’s zijn inmiddels normaal in het straatbeeld. Net als elektrische trolleybussen, een ander bekend Arnhems verschijnsel. Nu er ook steeds meer (zwaar) elektrisch materieel voor de wegenbouw beschikbaar komt, wil Arnhem daar maximaal van profiteren. Bij de aanleg of aanpassing van een weg, wordt daarom voorgeschreven dat ‘kleiner’ materieel (met een vermogen tot 37 kW) elektrisch moet zijn. In sommige gevallen komen daar aanvullende eisen voor groter elektrisch materieel bij. Wethouder Nermina Kundić: ‘Hierdoor dragen we een fiks steentje bij aan schonere lucht in de stad. En het scheelt een hoop lawaai. Tel uit je winst.'
45 ton minder uitstoot CO2
In 2024 worden al acht grote projecten met zoveel mogelijk elektrisch materieel uitgevoerd. Bij die projecten wordt een fikse vermindering van uitstoot van CO2 gerealiseerd. Daarnaast is een van de uitdagingen waar de elektrische graafmachines en vrachtwagens kunnen laden. Een gewoon auto-oplaadpunt is doorgaans niet geschikt voor groot wegenbouwmaterieel. En het is bovendien niet de bedoeling dat bijvoorbeeld een grote vrachtwagen of een mobiele bouwkraan een hele nacht in een woonwijk staat op te laden. Kundić: ‘Daarvoor hebben we speciaal een ‘industriële’ oplaadpunt op bedrijventerrein Kleefse Waard ingericht. Dat heeft een vermogen dat vijf tot tien keer zo hoog is als een normaal oplaadpunt voor elektrische auto’s. Daar kunnen zij zonder problemen opladen.’
CLEANTECH ALS SPEERPUNT
Op Industriepark Kleefse Waard (IPKW) werken bedrijven samen aan oplossingen voor de vraagstukken van nu en de toekomst. Het 90 hectare grote park biedt een inspirerende en duurzame werkomgeving voor startups, gevestigde ondernemingen, onderwijsinstellingen en de overheid. Hier ontwikkelen en realiseren zij technologieën die bijdragen aan de energietransitie en de circulaire economie.
Industriepark Kleefse Waard trekt steeds meer bedrijven uit de cleantech-sector aan. Kevin Rijke, directeur van IPKW, ziet dit als een logische ontwikkeling. “Veel gevestigde bedrijven richten zich op innovaties voor een schonere wereld. Het park biedt niet alleen een stimulerende werkomgeving, maar ook kansen voor sociaal ondernemerschap. Dit maakt het interessant voor zowel gevestigde bedrijven als startups die zich richten op
energietechnologie.” IPKW werkt nauw samen met onderwijs en de overheid om deze ontwikkelingen te versnellen.
ONTMOETING EN KENNISDELING
Een van de grootste krachten van IPKW is de manier waarop ontmoeting en kennisdeling worden gestimuleerd. “Het park bruist van de activiteit,” vertelt Rijke. “We organiseren regelmatig evenementen (of maken ze mede mogelijk) bij Act Eventstudios. Zij zijn gespecialiseerd in het faciliteren en ontzorgen van uiteenlopende evenementen op ons park. Denk aan Club Transition tijdens de Arnhem Electricity Week of het Laadinfracongres. Maar ook tijdens de lunch in ons parkrestaurant of bij sport sportactiviteiten vinden waardevolle ontmoetingen plaats.” Deze informele setting creëert mogelijkheden voor
"Het park bruist van de activiteit”
“IPKW biedt bedrijven de ruimte om te groeien, zowel letterlijk als figuurlijk”
bedrijven om samen te werken en nieuwe ideeën sneller te ontwikkelen. “Bedrijven vinden hier op een natuurlijke manier sparringpartners die hen helpen hun producten of diensten te verbeteren,” zegt Rijke. “Zo versnellen we samen de ontwikkeling van innovaties die de wereld een stukje beter maken.”
De overgang van gas naar elektriciteit is voor veel bedrijven een uitdaging, en IPKW is daarop geen uitzondering. De beperkte capaciteit van het elektriciteitsnet zorgt voor complicaties. “We werken samen met partners zoals Veolia om oplossingen te vinden voor de netcongestie,” legt Rijke uit. “Momenteel bouwen we een energiehub, waarin we vier windmolens en zonnepanelen willen koppelen aan een grote batterij. Daarnaast ontwikkelen we een capaciteitsdeelsysteem, zodat bedrijven energie kunnen delen.” Dit systeem zorgt ervoor dat de beschikbare energie optimaal wordt benut. “Als het ene bedrijf minder energie nodig heeft, kan een ander bedrijf die capaciteit gebruiken. Zo voorkomen we overbelasting van het netwerk en helpen we de energietransitie vooruit. Uiteindelijk willen we dat reeds gevestigde bedrijven kunnen blijven groeien en dat nieuwe bedrijven zich hier kunnen vestigen.”
CONNECTR INNOVATION LAB: IMPULS
VOOR NIEUWE VERBINDINGEN
Dit jaar werd het Connectr Innovation Lab geopend op IPKW, een plek waar organisaties in het energieecosysteem samenkomen om te innoveren en te groeien. Hier kunnen bedrijven gebruikmaken van gedeelde onderzoeksfaciliteiten, proeftuinen en hybride leeromgevingen. “Het is geweldig om te zien hoe allen hun plek hebben gevonden in het Innovation Lab,” vertelt Rijke. Deze samenwerking zorgt voor nieuwe impulsen in de energietransitie.
RUIMTE VOOR GROEI
Hoewel er al veel bedrijvigheid is in het Connectr Innovation Lab, zijn er nog steeds bedrijfsruimtes beschikbaar voor bedrijven die de energietransitie willen versnellen. “De beschikbare units variëren van 40 tot 300 m²,” zegt Rijke. “Daarnaast zijn er op andere plekken op het park mogelijkheden voor nieuwbouw of de aanpassing van bestaande ruimtes.” IPKW biedt bedrijven de ruimte om te groeien, zowel letterlijk als figuurlijk.
Naast de focus op de energietransitie, werkt IPKW ook actief aan een circulaire economie. “We halen het afval bij de bedrijven op en zorgen dat het gescheiden wordt,” vertelt Rijke. “Een mooi voorbeeld hiervan is een bedrijf dat van plastic afval picknickbanken maakt, die we op het park willen gaan gebruiken.” Hiermee draagt het park bij aan de vermindering van afvalstromen en het hergebruik van grondstoffen. Ook in dit proces speelt samenwerking een belangrijke rol. Samen met Scalabor, een sociaal ontwikkelbedrijf, heeft IPKW een team van afvalambassadeurs samengesteld. “Deze ambassadeurs zorgen niet alleen voor het afvalbeheer, maar ook voor het algemene aanzicht van het terrein. Ze zijn trots op hun werk en dragen bij aan onze visie van een inclusieve maatschappij,” aldus Rijke. “Wij vinden het belangrijk dat iedereen kan meedoen, en als park dragen we daar graag ons steentje aan bij.” «
Geïnteresseerd in een bedrijfsruimte op Industriepark Kleefse Waard? Neem contact op met Marc Hiddink voor meer informatie over de mogelijkheden.
E-mail marc@ipkw.nl
Telefoon 06 - 302 421 13
Circulair ondernemen is niet langer een toekomstvisie, maar een beweging die volop in ontwikkeling is. Steeds meer bedrijven en overheidsinstellingen werken samen om producten en grondstoffen zo lang mogelijk in de cyclus te houden, met als doel verspilling te verminderen en duurzaamheid te bevorderen. Hoewel er al veel bereikt is, kent een volledig circulaire economie nog uitdagingen. Hoe betrekken we de hele keten actief bij circulaire initiatieven? Hoe verdelen we de financiële lasten op een eerlijke manier? En hoe zorgen we ervoor dat grondstoffen efficiënt blijven circuleren en duurzame producten hun weg naar de markt vinden, ondanks belemmerende wet- en regelgeving? Tijdens een tafelgesprek tussen acht betrokken sprekers werd stilgestaan bij de voortgang en de toekomstvisie op circulair ondernemen.
DUURZAAMHEID KRIJGT
STEEDS MEER PRIORITEIT
“De energietransitie begint eindelijk bij bedrijven bovenaan het lijstje te staan, met inmiddels de helft van alle bedrijven die hier actief mee bezig is. Dat is een positieve ontwikkeling,” stelt Chris Lorist, portefeuillehouder Energie & Circulair bij VNO-NCW Midden, dat onderzoek deed naar de prioriteit van circulair ondernemen in het bedrijfsleven.
Jordi Portier van Piqet Development sluit zich daarbij aan: “Als circulair projectontwikkelaar zie ik dat circulariteit
in de bouw steeds meer mainstream wordt, ondanks dat deze sector vrij traditioneel is. De manier waarop circulariteit in projecten wordt toegepast blijft vaak nog een zoektocht, gelukkig kunnen wij daar bijspringen.” Een mooi voorbeeld hiervan is de samenwerking tussen Piqet Development en Welling Bouw, waar in Doetinchem nu 18 woningen biobased worden gerealiseerd. “Wij hebben veel kennis over circulariteit en zij hebben veel kennis over de bouw. Zo ontstaan mooie lokale samenwerkingen.”
Koploper in circulair ondernemen is mogelijk wel DGA Altop Kunststoftechniek, vertegenwoordigt door directeur Chiel Berndsen, die vandaag aan tafel zit. “In essentie zijn wij gewoon een stel techneuten die mooie dingen maken,” vertelt hij nuchter. “Wij ontwikkelen duurzame technische installaties en zoeken actief naar lokale samenwerkingen. We hergebruiken producten of materialen die afgeschreven zijn en bieden dat via een soort marktplaats opnieuw aan. Ook het afval gebruiken we
steeds meer. Afvalwater biedt bijvoorbeeld grote kansen – water is het nieuwe goud. Nu is het nog betaalbaar, maar dat gaat drastisch veranderen. We hebben een systeem ontwikkeld dat de bodemconditie van voetbalvelden op peil houdt, waarmee we ongeveer 70% aan energie en enorm veel water besparen. Maar er is nog een hele weg te gaan,” aldus Chiel.
DE HELE KETEN IS VERANTWOORDELIJK, ÓÓK VOOR DE FINANCIERING
Chris Lorist vindt dat we terug naar de tekentafel moeten. “Ondanks dat veel bedrijven de energietransitie hoog op de agenda hebben staan, geldt dat voor thema’s zoals water en grondstoffen slechts bij 10 procent van hen. We mogen niet vergeten dat 80 procent van de milieu-impact van een product al in de ontwerpfase wordt bepaald. Daarom is het cruciaal om producten vanaf het begin circulair te ontwerpen.”
Vooraan in de keten staat in ieder geval Teijin Aramid, dat duurzame aramidevezels
levert. Als directeur duurzaamheid ziet Henrico Derks dat veel bedrijven wel interesse hebben in circulariteit, maar lang niet allemaal bereid zijn daar extra voor te betalen. “Eigenlijk ontzorgen wij de hele keten, alles wordt uit elkaar gehaald en verwerkt, toch wordt aan de achterkant verwacht dat wij ook de kosten dragen. Als pionier zijn wij bereid om te investeren, maar het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Er moet meer evenwicht komen, en als keten samen kijken naar wie welke kosten draagt.”
“Onze financiële systemen moeten ook circulair worden en afgestemd op afschrijvingen en looptijden,” stelt Nermina Kundic, wethouder van Arnhem. “Op dit moment zijn onze financiële systemen daar helaas nog niet op ingericht. Onze stad loopt voorop in Nederland als het gaat om circulariteit, en als gemeente doen we al behoorlijk veel. Maar los van de regelgeving, wat kunnen wij nog meer voor jullie betekenen? Wat zijn de ontbrekende schakels?”
“Er zijn al veel mooie initiatieven, zoals duurzame woningbouwprojecten, waterstofoplossingen en zonnepanelen, die inmiddels niet meer weg te denken zijn. Maar ik mis nog iemand in de energiewereld die écht de regie neemt. Als gemeente zou ik zeggen: hier is grond, bouw daar een energiehub,” zegt Chiel Berndsen. “Als gemeente kunnen we niet alles, maar ik ben het er wel mee eens dat er niet te veel regels moeten zijn rondom subsidies. Het is belangrijk dat we bijvoorbeeld CO2-neutrale projecten voorrang geven en durven investeren,” reageert Nermina.
Chris Lorist benadrukt de noodzaak voor versoepeling van wet- en regelgeving. “Met alleen de gemeentelijke fondsen gaan we het niet halen, ben ik bang. En netbeheerders mogen volgens de wet niet investeren in oplossingen voor het decentrale systeem. Dit betekent dat een hubsysteem niet door een netbeheerder gefinancierd kan worden, en daar ligt de systeemfout. Als een netbeheerder het netwerk wil uitbreiden, betaal je meer vastrecht, simpelweg omdat het een monopoliemarkt is. Daardoor betaal je extra, zodat zij kunnen investeren in het netwerk voor anderen. Dat klopt niet, vooral niet als je zelf een energiehub wilt bouwen en hen vraagt mee te investeren. Hun antwoord is dan: alleen als je ons een deel van jouw energie levert.”
“De wetgeving is in het verleden vooral opgesteld om te beschermen, met een sterke focus op economische
mechanismen. Dit vormt nu de grootste belemmering voor innovatieve projecten,” stelt John Schraven, die met RTC Gelderland ondernemers op op basis van hun vraagstuk samenbrengt. “Wet- en regelgeving is natuurlijk niet per definitie slecht. Zo komt er binnenkort Europese wetgeving rond ESG en CSRD, die bedrijven verplicht om een materialiteitsanalyse te maken. Dit is een positieve stap richting een betere balans in de economie. Maar circulariteit draait niet alleen om economische waarden; het gaat om meervoudige waarden die we nog niet voldoende waarderen.”
BEWUSTWORDING IS VOOR IEDERS BELANG
Volgens Carlien Verberne-van de Laak, programmamanager van het HAN BioCentre, spelen ook studenten een belangrijke rol binnen de keten, die al tijdens hun studie worden voorbereid op circulair ondernemen. “Hogescholen vervullen een cruciale rol in het opleiden van studenten en dragen zo bij aan de overgang naar een circulaire economie. Op de HAN hebben we bijvoorbeeld een laboratorium waar we biobased materialen ontwikkelen. Naast studenten van de laboratorium-opleidingen, worden
hierbij studenten bouwkunde betrokken, bijvoorbeeld door schimmels te kweken die kunnen dienen als isolatiemateriaal. Of een ander project, ‘From Cotton to Colour,’ waarbij studenten katoen omzetten in kleurstoffen. Er zijn zoveel verschillende richtingen waarin we kunnen en moeten innoveren. Wij koppelen bedrijven met hun vraagstukken aan de studenten, en die nemen deze waardevolle kennis mee om tot innovatieve oplossingen te komen. We merken dat studenten echt geïnteresseerd zijn in circulariteit en biobased.”
Rik van Paassen, duurzaamheidsmanager bij Peeze, merkt dat de bewustwording onder zowel ondernemers als consumenten groeit. “Circulair ondernemen begint bij een intrinsieke motivatie om het anders en beter te doen. Als je die visie op de toekomst durft te delen en anderen daarin meeneemt, kan dat de steun van de juiste partners opleveren. De bewustwording onder consumenten neemt per generatie toe, maar voor hen is het nog steeds lastig om keuzes te maken door het overweldigende aanbod. Daarom ligt er ook een grote verantwoordelijkheid bij de producent. We moeten echt de stap zetten van eenmalig gebruik naar hergebruik.” Hij benadrukt dat de hele werkwijze van Peeze
“Onze stad loopt voorop in Nederland als het gaat om circulariteit”
“Circulair ondernemen begint bij een intrinsieke motivatie om het anders en beter te doen”
is ingestoken op hergebruik van materialen, duurzaam in de hele keten en een eerlijke prijs voor de koffieboeren.
LOKALE NETWERKEN ALS FUNDAMENT VOOR CIRCULAIRE KETENSAMENWERKING
Bedrijven moeten intensief samenwerken om niet alleen producten en grondstoffen opnieuw te gebruiken, maar ook om ervoor te zorgen dat ze op de markt terechtkomen en hun waarde behouden. Chiel Berndsen benadrukt het belang van samenwerking om innovatieve oplossingen op de markt te brengen. “Hergebruik is één ding, maar het aan de markt brengen is een ander verhaal. Wij werken samen met andere lokale bedrijven die ons helpen om onze producten op de markt te krijgen. Bijvoorbeeld ons systeem voor het kweken van uien in landen waar dat normaal niet mogelijk is. Dankzij dit systeem besparen we enorm op transportkosten. Dit soort technologieën zorgen voor een grote verandering, maar die kun je niet alleen realiseren.”
Jordi Portier merkt dat aannemers tegen betaalbaarheidsproblemen aanlopen. “Zodra de restwaarde van circulaire materialen kan worden gekapitaliseerd, verandert het speelveld. Het gaat
uiteindelijk om de levenscyclus en de maatschappelijke waarde van producten. Als je de waarde van materialen en grondstoffen over hun hele levenscyclus kunt analyseren en op verschillende schaalniveaus kunt bekijken, kom je pas echt tot de kern van samenwerking. Anders blijft er altijd één partij die de rekening betaalt, en als je voor- of achteraan in de keten zit, heb je pech.” Jordi benadrukt ook dat ketensamenwerking vraagt om gesprekken tussen alle schakels in de keten. “We moeten teruggaan naar de basis: de materialen en grondstoffen. Pas als we als hele keten de verantwoordelijkheid nemen, kunnen we echt stappen zetten.”
Nermina Kundic is bereid om lokale samenwerkingen tot stand te brengen. “Lokale ketens voor hergebruik van materialen en grondstoffen zijn in de breedte veel complexer dan ze lijken. Als gemeente zullen we in kaart brengen waar de grootste knelpunten zitten en waar we moeten inzoomen. We gaan onderzoeken welke ruimte bedrijven nodig hebben om circulaire initiatieven te ontwikkelen. We hebben elkaar hierbij heel hard nodig.”
John Schraven roept de groep op om vertrouwen in elkaar te hebben. “We moeten het vertrouwen krijgen en geven
om samen te werken. Wij bezoeken veel verschillende ondernemers en zullen hen koppelen aan relevante vraagstukken. Die verbindingen leiden tot successen.”
De transitie naar een volledig circulaire economie vraagt dus om nauwe samenwerking tussen bedrijven, overheden en andere betrokkenen binnen de keten. Van ontwerp tot hergebruik, iedere schakel moet verantwoordelijkheid nemen om ervoor te zorgen dat grondstoffen efficiënt blijven circuleren en duurzame producten hun weg naar de markt vinden. Een belangrijke uitdaging blijft de verantwoordelijkheid en financiering binnen de keten. Terwijl pioniers zoals Teijin Aramid, Koffiebranderij Peeze en Altop Kunststoftechniek laten zien hoe circulaire innovaties kunnen bijdragen aan duurzaamheid, stuiten veel bedrijven nog steeds op betaalbaarheidsproblemen en een gebrek aan betrokkenheid van alle schakels.
Zoals Chiel Berndsen opmerkt, is het hergebruiken van producten slechts de eerste stap. Het aan de markt brengen vereist partnerschappen binnen lokale netwerken om technologieën succesvol te implementeren en schaalbaar te maken. Jordi Portier benadrukt daarnaast dat de waarde van circulaire materialen echt zichtbaar wordt wanneer de hele levenscyclus wordt meegenomen in analyses, wat leidt tot eerlijke verdeling van kosten en verantwoordelijkheden. Pas dan is er een samenwerking in de gehele keten. «
DUUr
Zi T in ALL e Ve ZeL s VAn T ei Jin Ar AmiD
Teijin Aramid, wereldleider in de productie van hoogwaardige aramidevezels, heeft duurzaamheid in haar DNA verweven. Dagelijks bouwt het bedrijf aan de toekomst van morgen. De bouwstenen: het product zelf, de productieprocessen, samenwerking in de keten, de inzetbaarheid van personeel en de organisatie. Henrico Derks, director sustainability: “Ons doel is een volledig circulaire aramideketen.”
Teijin Aramid maakt onder de merknamen Twaron®, Teijinconex® en Technora® aramidevezels, vanuit onder meer Arnhem, Emmen en Delfzijl. In Arnhem bivakkeren ook het hoofdkantoor en het Research en Innovation Center.
De vezels maken een breed scala aan toepassingen over de hele wereld sterker, veiliger, duurzamer en lichter: van autobanden tot luchtvrachtcontainers en beschermende kleding. Derks: “Een groot aantal van deze toepassingen is dankzij onze vezels lichter en gaat langer mee. Wij maken materialen waarmee onze partners hun duurzaamheidsambities kunnen waarmaken.”
Teijin Aramid zet binnen én buiten de muren maximaal in op het verkleinen van de CO2-voetafdruk. Het bedrijf investeert in schone technologie en innovaties om het energieverbruik tijdens de productieprocessen te verminderen. En alle productie van Twaron® draait inmiddels op elektriciteit uit hernieuwbare bronnen.
Nieuwe stippen aan de horizon: producten maken op basis van hernieuwbare grondstoffen in plaats van fossiele koolstof en het opzetten van circulaire ketens. Derks: “We willen een switch maken naar grondstoffen uit biomassa of circulair gegenereerde grondstoffen. Die mogelijkheden zijn we samen met klanten en andere ketenpartners volop aan het verkennen. Volgend jaar hopen we daar grote stappen in gemaakt te hebben.”
Het is duidelijk: de verantwoordelijkheid voor een betere wereld stopt niet bij levering van de vezels aan de klant. Het realiseren van circulaire loops heeft hoge prioriteit. “We willen niet dat aan de achterkant in de keten materialen in de grond verdwijnen. Aan het einde van de levenscyclus staan wij daarom klaar om mee te denken hoe we gebruikte aramidevezels in de verschillende toepassingen terug kunnen winnen.” Deze toepassingen aan het einde van de levenscyclus worden via verschillende routes gerecycled. Op mechanische en
fysische wijze en straks ook op chemische wijze. In dat laatste geval worden de bouwstenen (monomeren) van de aramidevezels weer teruggewonnen en ingezet om nieuwe vezels van te maken.”
Het streven naar duurzaamheid vertaalt zich óók op menselijk vlak en in de organisatie. Groene arbeidsvoorwaarden zoals een leven lang leren, een groenbudget voor thuis, ergonomische werkplekken en inclusie zijn de normaalste zaak van de wereld bij Teijin Aramid.
Dankzij de combinatie van zijn persoonlijke drive om een positieve impact te maken en de duurzaamheidsambities van het bedrijf voelt Henrico Derks zich helemaal thuis als director sustainability bij Teijin Aramid. “Ik hoor van nieuwe medewerkers dat ze voor ons kiezen vanwege onze inzet voor duurzaamheid. Ze werken graag mee aan oplossingen om de wereld groener te maken.” «
Het glastuinbouwgebied NEXTgarden in Lingewaard krijgt €600.000 subsidie via de Regio Deal. Deze financiële bijdrage helpt de gemeente en ondernemers bij het realiseren van hun toekomstplannen. Het doel is om NEXTgarden in 2030 het eerste energieproducerende glastuinbouwgebied van Nederland te maken.
Wethouder Maarten van den Bos, verantwoordelijk voor duurzaamheid, benadrukt dat deze bijdrage het resultaat is van de sterke samenwerking in de regio. “De glastuinbouw in Lingewaard heeft zich de afgelopen jaren goed ontwikkeld, met veel innovatieve en duurzame projecten. Deze subsidie is een beloning voor de inspanningen en de samenwerking binnen de sector,” aldus Van den Bos.
De Regio Deal is een samenwerking tussen de rijksoverheid en regionale overheden om belangrijke uitdagingen in Nederland aan te pakken. Het kabinet heeft hiervoor miljoenen euro’s gereserveerd voor de periode 20242026. De subsidie voor NEXTgarden komt uit de Regio Deal voor de Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen, waar Lingewaard deel van uitmaakt.
Jurgen ten Brink, coördinator van NEXTgarden bij de gemeente Lingewaard, ziet de subsidie als een erkenning van het harde werk dat is verricht. Hij legt uit dat de
samenwerking tussen ondernemers, overheden, kennisinstellingen en andere organisaties gericht is op een duurzame toekomst. Een belangrijk speerpunt is de energievoorziening. “De bedrijven in het gebied willen in 2030 energieneutraal zijn en daarnaast energie leveren aan woningen,” vertelt Ten Brink.
In 2022 hebben de betrokken partijen een overeenkomst getekend waarin zij hun persoonlijke en gezamenlijke doelen vastlegden. Dankzij de subsidie kunnen deze plannen de komende jaren uitgevoerd worden. Naast energieneutraliteit richten de ondernemers zich ook op bijvoorbeeld door de uitbreiding van het warmtenet de groeiende vraag naar duurzaam geteelde producten, zoals bloemen, planten, groenten en fruit.
INNOVATIE EN SAMENWERKING
NEXTgarden behoort tot de beste glastuinbouwgebieden van Nederland. Het gebied kent veel familiebedrijven die al generaties lang actief zijn in de sector. Volgens Ten Brink zien veel ondernemers nu kansen om nieuwe producten en werkprocessen te koppelen aan duurzaamheid.
“Innoveren is belangrijk om te overleven, vooral door veranderende regels en de hoge energieprijzen.”
Wethouder Nick Hubers benadrukt dat samenwerking de sleutel is tot succes. “Er is een sterke samenwerking tussen de bedrijven, kennisinstellingen, overheden en andere organisaties in de regio. Dit zorgt voor ruimte voor experimenten en innovaties in de glastuinbouw.”
TOEKOMSTPLANNEN
Volgens Ten Brink is het belangrijk om groot te dromen, maar klein te beginnen.
“Op die manier zijn we zichtbaar en geloofwaardig. We willen ook een permanente plek creëren waar we onze verschillende projecten kunnen tonen, zoals de energietransitie, maar ook veranderingen op het gebied van ruimte, voedsel en sociale aspecten.”
Met een vastgesteld budget van bijna 2,5 miljoen euro kan NEXTgarden haar ambities waarmaken. De bijdrage van de Regio Deal maakt het mogelijk om belangrijke stappen te zetten in de regio. Wilt u meer weten? Kijkt u dan op www.gmr.nl/projecten/regio-deal. «
Wereldnieuws in de Lifeport-regio. Met The Key to Life lanceert Kracht Recruitment een platform dat innovatieve bedrijven in Tech, Health en Energy (THE) perfect matcht met technici die impact willen maken. Een ‘proven technology’ die de deur naar een betere wereld wagenwijd opent. Bedrijven, werknemers én de regio varen er wel bij. Sinds vorige maand is The Key To Life online.
The Key to Life is een vervolg op het vacatureplatform ‘Werken op IPKW’, dat sinds 2021 in de lucht is én scoort. Deze site is een samenwerkingsverband tussen Kracht Recruitment en IPKW (Industriepark Kleefse waard). Het industriepark aan
de Westervoortsedijk in Arnhem is het domein van Kracht Recruitment en herbergt tientallen bedrijven en instellingen, die stuk voor stuk werken aan de energietransitie. Het vacatureplatform helpt ze bij het vinden van personeel en het maken van de juiste match. En hoe. Ondanks de schaarste aan
technisch personeel kan Kracht Recruitment na bijna drie jaar indrukwekkende en klinkende cijfers overleggen: 10.000 ontvangen sollicitanten, 3.450 voorgestelde sollicitanten, 1.000 sollicitatiegesprekken en 155 plaatsingen. Directeur Wieger Willems: “Elke match draagt bij aan een betere, duurzamere en gezondere toekomst.”
Met de vertaling van het succesvolle platform naar Lifeport, het innovatienetwerk op het gebied van Tech, Health en Energy in Arnhem-Nijmegen zet Kracht Recruitment deze doelstelling nog meer kracht en
“We werken vanuit een hechte community en hebben een hoge betrokkenheid bij de bedrijven”
“Elke match draagt bij aan een betere, duurzamere en gezondere toekomst”
reikwijdte bij. Hij vervolgt: “Tech, Health en Energy zet nadrukkelijk in op groei van bedrijven in de energiesector, vernieuwende medische techniek en high tech. Het aantrekken van goed opgeleide en ervaren technici is cruciaal om deze doelstellingen te realiseren. In een tijd waarin technisch personeel zo verschrikkelijk schaars is, biedt The Key To Life hiervoor de sleutel.”
Consultant Sanne Pas verklaart het succes en de doeltreffendheid van het concept. “Wij bieden zoveel meer dan een simpele vacaturewebsite, waarop bedrijven gratis hun vacatures kunnen plaatsen. The Key To Life is uitsluitend bedoeld voor organisaties in de sectoren Tech, Health en Energy die een positieve impact maken op de wereld. Wij merken dat er een generatie technici aankomt, voor wie geld, ambitie en zingeving hand in hand gaan. Ook kandidaten die wij al bij bedrijven hebben geplaatst geven aan dat de nieuwe baan beter bij ze past. Dat gevoel geldt tevens voor ons. Met alle wereldproblemen die er zijn, zijn we ons veel bewuster geworden van de noodzaak dat het anders moet. The Key To Life is de sleutel om gemotiveerde werkzoekenden te koppelen aan bedrijven die écht impact maken op een betere wereld.”
ERVAREN MARKETEERS EN RECRUITERS
Naast de unieke positionering voegt Kracht Recruitment ervaren marketeers en recruiters aan The Key To Life toe. De site is gelinkt aan 35 andere websites. In combinatie met advertentiecampagnes en een sterk geïnnoveerd online marketingapparaat wordt zo de zichtbaarheid van de bedrijven en hun
vacatures gigantisch vergroot, geheel kosteloos.
Sanne Pas: “Daarnaast zetten we Ai in om de kandidatenselectie te optimaliseren. Cv’s worden sneller gescreend. Dat helpt om efficiënter te werken en zo hebben we meer tijd voor de warme contacten. Wij ontvangen de sollicitanten, we gaan het gesprek aan en bedrijven krijgen van ons een selectie van de beste kandidaten.”
Wieger Willems benadrukt: “Wat wij doen is uniek. Er bestaat geen vacaturewebsite met mensen erachter die ervoor zorgen dat kandidaten op de juiste plek terecht komen. We werken vanuit een hechte community en hebben een hoge betrokkenheid bij de bedrijven. We weten vaak de behoeftes van bedrijven, voordat de vacature is geschreven. Hierdoor wordt er veel tijd en energie bespaard.”
TALENTPOOLS
Juist een afwijzing kan het begin van iets heel moois zijn, is de ervaring van Sanne Pas. “Wij hebben een gigantische talentpool opgebouwd van mensen die allemaal een bijdrage willen leveren aan de energietransitie. Wij zien en kennen een sollicitant. Volgt er een afwijzing, dan blijven ze in beeld. Sollicitanten weten vaak niet zeker welk bedrijf wel goed bij hen past. Wij kennen de bedrijven goed, komen er over de vloer en kennen hun cultuur. Zo zien wij potentiële matches die een bedrijf zelf nooit zou kunnen maken. Maar liefst 70% van de matches die we op Industriepark Kleefse Waard hebben gemaakt zijn voortgekomen uit de talentpools die we hebben opgebouwd. Bedrijven hebben
nieuwe medewerkers aan kunnen nemen, doordat wij zien waar kandidaten nóg beter passen. Hierdoor krijgen we veel betere matches en profiteren de bedrijven die deelnemen aan het platform van elkaars kandidaten. Kortom een win-win situatie, waarin bedrijven die impact willen maken ook elkaar versterken.”
30 TOT 40% GOEDKOPER Iedereen die meedoet aan Key To Life krijgt direct toegang tot de grote pool van sollicitanten van de community. Een bedrijf betaalt niets totdat iemand via het platform wordt aangenomen. “We zijn 30 tot 40% goedkoper dan ieder gemiddeld bemiddelingsbureau”, aldus Wieger Willems. Een treffend voorbeeld is Deftpower. Een AI ondersteund SaaS platform dat alles biedt om EV-laden te integreren. Het personeelsbestand van Deftpower is de afgelopen twee jaar met 145% gegroeid. The Key To Life heeft geholpen met ruim 1.200 sollicitaties, 375 voorgestelde kandidaten en 150 sollicitatiegesprekken. Dat heeft geresulteerd in 15 nieuwe collega’s en een besparing van ruim een ton. «
BIJDRAGEN AAN EEN BETERE WERELD EN MEEDELEN IN HET SUCCESVERHAAL VAN KEY TO LIFE?
Bekijk hier de website: https:// thekeytolife.nl of bel Sanne Pas, 0615471670, of e-mail work@thekeytolife.nl.
Schoon water op elk moment en in elke hoeveelheid. Het is vanzelfsprekend. Door klimaatverandering, vervuiling en toenemend verbruik wordt water echter schaars. Ook in Nederland. Hoe pakken we het probleem aan, met al de kennis omtrent water die er in onze regio is.
Jan van Iersel, voorzitter van het College van Bestuur van Hogeschool Van Hall Larenstein en lid van The Economic Board, en Jan Luijten, Strateeg Slimme Duurzaamheid bij The Economic Board, schetsen het probleem en aanknopingspunten voor een oplossing.
“Globaal gezien zijn er met water drie problemen”, zegt Van Iersel. “Een teveel, een tekort, te vies. We zien het ook in
onze regio. Nederland reguleert via een ingenieus beheersysteem de stand van het grondwater en het oppervlaktewater in het belang van de landbouw, natuur, industrie en voor onze drinkwatervoorziening. Juist in regio Arnhem Nijmegen is waterbeheer voor waterveiligheid ook een belangrijk issue (grote rivieren). Dat systeem hapert door klimaatverandering, de inrichting van ons platteland en steden en onze industriële en agrarische activiteiten.” Luijten vult aan: “De bevolking groeit,
dus gebruiken we meer drinkwater. De economie groeit en bijgevolg het watergebruik. Drinkwaterbedrijven laten weten dat de drinkwaterbeschikbaarheid in het geding komt. Steeds meer water onttrekken uit de diepe ondergrond is geen duurzame optie. En ja, we kunnen vervuild water geschikt maken voor drinkwater, maar tegen hogere kosten. Ja, we kunnen vervuild water geschikt maken, maar tegen hogere kosten. Teveel water moeten we leren slim op te slaan voor in drogere tijden.
Verdroging is tegen te gaan door water langer vast te houden en de bodems gezonder te maken. Huishoudens, de industrie en de landbouw willen ‘water op maat’, namelijk op het moment en in de hoeveelheid en kwaliteit die ze nodig hebben.”
“De oplossing ligt mijns inziens in een slimme mix”, oppert Van Iersel. “Regievoering om vervuiling te voorkomen, technologie ter zuivering, buffering en verspreiding van water naar waar het nodig is”, zegt Van Iersel. “En we moeten ons water anders gaan gebruiken. Waarom spoelen we de wc met drinkwater? Het differentiëren van water in categorieën als drinkwater en schoon water voor overige toepassingen helpt enorm. Het betekent wel dat we een waterinfrastructuur van gescheiden compartimenten inrichten. Dat vraagt commitment van bedrijven, huishoudens en overheden wat betreft de bouw van een fysieke (leiding)structuur, maar ook inzake vergunningverlening en controle.”
“Gelet op vervuiling is de remedie in principe simpel: voorkom dat zorgwekkende stoffen uit de landbouw, industrie en huishoudens in lucht, water en bodem terechtkomen”, aldus Van Iersel. “Nu maken we water weer geschikt met ‘end of pipe’ oplossingen. Vervuiling voorkomen vraagt wel stringente maatregelen op lokaal, provinciaal, nationaal en Europees niveau.”
KENNIS
Luijten schetst dat universiteiten en hogescholen oplossingen hebben om wateroverlast, droogte en vervuiling aan te pakken. “De HAN, Van Hall Larenstein, Wageningen University & Research en de Radboud Universiteit doen allemaal onderzoek naar wateren bodemgebruik in relatie tot de klimaatverandering, biodiversiteit, de industrie en de landbouw. Er is veel kennis in de regio, in Nederland en de Zuid Europese landen die al langer met watertekorten geconfronteerd worden.
“Water uit de diepe ondergrond als drinkwater blijven gebruiken kan niet oneindig doorgaan”
Het delen daarvan en het vertalen naar gezamenlijke projectmatige uitvoering maakt de problematiek zichtbaar en brengt oplossingen naar de praktijk.”
Van Iersel haakt in en benoemt enkele projecten van het Lectoraat Duurzame Watersystemen, waarbij Van Hall Larenstein met partners onderzoek doet naar het schoonhouden, vasthouden en circulair gebruik van water. “Het Veenweiden Innovatieprogramma Nederland (VIPNL) onderzoekt of natte teelten -zoals lisdodde en riet- een duurzaam alternatief of aanvulling kunnen zijn op de melkveehouderij in veengebieden met hoge waterstanden. Nog een voorbeeld: met het project Kringloopsluiting Nutrienten Stad en Land verkennen we hoe voedingsstoffen uit geconcentreerd toiletwater kunnen worden teruggewonnen voor hergebruik in de landbouw. In het kader van risicomanagement bij klimaatverandering willen we in beeld brengen hoe de boer zicht op de risico’s van klimaatverandering voor het eigen bedrijf krijgt en hoe die te beperken. Wat betreft schoon water door duurzaam bodembeheer brengen we in kaart wat de invloed is van organisch stofbeheer op de afbraak van gewasbeschermingsmiddelen. En hoe we de zuiverende capaciteit van landbouwbodems vergroten zodat de vervuiling van grond- en oppervlaktewater afneemt.”
Hij vervolgt: “Vanuit ons lectoraat Nature Based River Management zoeken we natuur-gebaseerde oplossingen voor waterveiligheid, droogte, afname van de biodiversiteit en de waterkwaliteit. Zo doen studenten van Van Hall Larenstein onderzoek naar biodiverse dijkbekleding uit baggerslib. Dit is een manier om op een circulaire manier bij te dragen aan waterveiligheid en verbetering biodiversiteit. Hiervoor richten we langs de rand van Voedselbos Elderveld in Arnhem Zuid een
veldproef in. Een ander onderzoeksproject betreft een verkenning door studenten naar de mogelijkheden om met Nature Based Solution de river de Linge klimaatrobuuster in te richten. Onder andere Waterschap Rivierenland en de gemeente Lingewaard zijn hier erg in geinteresseerd. Op dit moment verkennen studenten van de Minor Ecohydrologie van Van Hall Larenstein de invloed van nieuwe wetland-natuur en waterberging op biodiversiteit, waterkwaliteit en waterhuishouding in ‘Het Waterrijk’ in Park Lingezegen.”
“De Groene Metropoolregio ArnhemNijmegen kan een belangrijke regierol spelen in de verbinding naar de praktijk en het uitwerken van een regionaal actieplan”, volgens Luijten. “Gemeenten, provincies, kennis- en onderzoeksinstellingen, beroepsopleiders zullen de aanpak moeten faciliteren. Regionale, lokale en wijkgerichte initiatieven zullen deze transitie moeten dragen.”
“Een duurzaam watersysteem zal, net als een duurzaam energiesysteem, integraal onderdeel moeten worden bij het ontwerpen en inrichten van bedrijventerreinen en woonwijken. Met innovatienetwerk Lifeport rond Arnhem en Nijmegen, gespecialiseerd in Health, Hightech en Energy beschikken we over een stevig fundament, maar dat moeten we wel ten volle benutten”, sluit Van Iersel af. «
REGIO ARNHEM NIJMEGEN
Toernooiveld 300, 6525 EC Nijmegen
Tel. 085 040 9980
Email bureau@theeconomicboard.com www.theeconomicboard.com
E D I N G
Ontdek de voordelen van BAS bedrijfskleding: Uw partner voor professionele kledingoplossingen
Bedrijfskleding is het ultieme visitekaartje
Bij BAS bedrijfskleding bieden we hoogwaardige en duurzame werkkleding. Of u nu op zoek bent naar functionele bedrijfskleding of representatieve outfits voor uw team, wij leveren maatwerk dat past bij uw bedrijfsstijl.
Met onze persoonlijke service en aandacht voor detail bent u verzekerd van kleding die niet alleen goed zit, maar ook lang meegaat.
Samen zorgen we ervoor dat uw bedrijf straalt, van top tot teen!
Kies voor BAS bedrijfskleding: Kwaliteit dat Werkt!
Kies voor Bas bedrijfskleding: Kwaliteit dat Werkt
Leemansweg 45 | 6827 BX | ARNHEM 026 327 1447 | info@basbedrijfskleding.nl
Melis Logistics is begonnen met de bouw van een PGS37-2-gecertificeerd warehouse in Duiven, specifiek ontworpen voor de opslag van lithiumbatterijen. Dit maakt het een van de weinige locaties in Nederland die voldoet aan deze strenge veiligheidsnormen.
Het warehouse biedt ruimte aan 15.000 palletplaatsen, waarvan de helft speciaal ingericht is volgens de PGS37-2-richtlijnen. Hiermee verdubbelt Melis Logistics hun opslagcapaciteit in één klap.
Eigenaar Marwin Melis ziet dit als een belangrijke stap in de groei van het bedrijf. “Dit nieuwe warehouse is zorgvuldig ontworpen, met een focus op zowel functionaliteit als duurzaamheid. We zijn trots op het duurzame ontwerp en de samenwerking met bouwbedrijf GOLDBECK, dat bekendstaat om hun expertise in duurzame bedrijfsoplossingen,” aldus Melis. De bouw wordt in het tweede kwartaal van 2025 afgerond.
Het warehouse zal het prestigieuze BREEAM Outstanding-certificaat behalen, een zeldzame onderscheiding die minder dan 1% van de Nederlandse warehouses toegekend krijgt. “Duurzaamheid is een kernwaarde van ons bedrijf en zal in de toekomst steeds belangrijker worden in onze strategie,” zegt Melis.
Daarnaast sluit de uitbreiding perfect aan bij de Melis Smart Logistics, dat gericht is op het optimaliseren van de logistieke keten. Dankzij geavanceerde technologieën zoals het Warehouse Management System kunnen voorraden nauwlettend worden gevolgd en 24/7 onder de beste omstandigheden worden opgeslagen.
De Rijksoverheid werkt toe naar een volledig circulaire economie in 2050. In een circulaire economie vallen de milieueffecten van grondstoffengebruik, dus van alle Nederlandse productie en consumptie, binnen de planetaire grenzen. Het doel is klimaatverandering en biodiversiteitsverlies tegen te gaan. Om dat te bereiken moeten we:
1. Het gebruik van primaire grondstoffen verminderen;
2. Primaire grondstoffen vervangen door secundaire grondstoffen;
3. De levensduur van producten en onderdelen verlengen;
4. Materialen hoogwaardig hergebruiken.
Circulariteit is een complex begrip: het gaat over grondstoffen, maar vanuit het oogpunt van klimaat en biodiversiteit moeten we ook de aspecten energie en water erbij betrekken. Bij het maken, transporteren, gebruiken en verwijderen van grondstoffen spelen energie en water ook een belangrijke rol.
In veel beleidsdocumenten worden doelen en ambities meestal groots en abstract omgeschreven. Wie het goede wil doen, weet daarom vaak niet waar te beginnen. Circulariteit in project- en gebiedsontwikkeling staat dan ook nog in de kinderschoenen.
Hoe kan je stap voor stap circulariteit concreet maken voor project- en gebiedsontwikkeling?
Vertaald naar de bouw zijn dit de bekende circulaire opties:
1. Het gebruik van 2e hands of biobased bouwmaterialen;
2. Het losmaakbaar, demontabel of aanpasbaar bouwen;
3. Het bevorderen van hergebruik, door middel van een materialenpaspoort.
Een grondeigenaar of ontwikkelaar heeft meer mogelijkheden om vroeg in het stadium circulariteit in planvorming en ontwerp te integreren, dan een aannemer die op een uitvraag inschrijft. Wat wil en kan de initiatiefnemer op het gebied van het grondstoffengebruik bereiken binnen de beschikbare tijd, het bouwbudget en wet- en regelgeving?
1. Kies je voor nieuwbouw of kun je een bestaand gebouw transformeren voor de beoogde functie?
2. Is het gebouw voor lange termijn nodig voor die functie (bijvoorbeeld wonen) of voor korte of middellange termijn (utiliteitsgebouw)?
3. Moet het gebouw in de loop der tijd geheel of gedeeltelijk kunnen worden aangepast?
4. Wordt het gebouw overal even intensief gebruikt?
1. Welke primaire grondstof is onvermijdelijk en heeft de laagste milieu-impact?
2. Welke 2e hands- of biobased bouwmaterialen zijn beschikbaar?
3. Welke onderdelen van een gebouw lopen de meeste slijtage op, met welke materialen kan de levensduur worden verlengd?
4. Welke gevolgen hebben de grondstoffenkeuzes voor het ontwerp?
Overheden, ontwikkelaars en bouwers moeten aan de slag om circulariteit in de praktijk te brengen. Niet alles kan tegelijk.
Iedere doordachte eerste stap, is het begin van een circulaire toekomst. «
Kan ik je ergens mee helpen?
Caren Schipperus Advocaat omgevingsrecht, projectontwikkeling & duurzaamheid
ALEX ADVOCATEN
Spoorstraat 43 6602 AW Wijchen Telefoon 088 – 410 44 11
E-mail info@alexadvocaten.nl www.alexadvocaten.nl
Met veel enthousiasme kondigen wij aan dat Hét Ondernemersbelang Arnhem – de Liemers en Hét Ondernemersbelang Nijmegen – Rivierenland vanaf nu verder door het leven gaan als Kijk op Arnhem – Nijmegen. Deze stap markeert een belangrijke uitbreiding van het bereik en stelt ons in staat om een breder publiek van ondernemers en geïnteresseerden te bedienen met relevant zakelijk nieuws uit de regio.
NEDERLANDS
OPENLUCHT MUSEUM
Omarmt Corporate Sustainability Reporting Directive- richtlijn
INDUSTRIEPARK
KLEEFSE WAARD:
Innoveren voor een schonere wereld
VAN ONTWERP
TOT HERGEBRUIK: een volledig circulaire economie vereist samenwerking in de gehele keten
“De snelle groei van het platform en merk Kijk op maakt de keuze om de overstap te maken gemakkelijker,” vertelt Johannes Swieringa. De Kijk op-magazines staan inmiddels goed bekend in verschillende regio’s door het hele land, waaronder de volgende titels al worden uitgebracht: Kijk op het Noorden, Kijk op Oost-Nederland, Kijk op Groot Amsterdam, Kijk op Noord-Holland Noord, Kijk op Noord-Holland Zuid, Kijk op Groot Rotterdam en Kijk op de Drechtsteden. Willem Brouwer, eigenaar van de Kijk op-magazines, vertelt: “Met de toevoeging van Arnhem – Nijmegen breiden we niet alleen ons geografische bereik uit, maar ook ons aanbod van waardevolle content. Veel ondernemers kennen bijvoorbeeld onze ‘sterke merken’ Kijk op het Noorden en Kijk op Oost Nederland al. Deze zijn al vele decennia dé zakelijke magazines voor Noord- en Oost-Nederland, met een groot netwerk en een vaste klanten- en lezerskring. Daarnaast kiezen steeds meer ondernemers met een landelijke uitstraling er dus ook voor om zichzelf in onze andere regio’s te profileren. Deze uitbreiding biedt ondernemers, onderwijsinstellingen en overheidsinstanties in de regio een unieke kans om toegang te krijgen tot
een breed scala aan interviews, artikelen, inzichten en netwerken die hen kunnen helpen in hun zakelijke activiteiten. Het succes van de Kijk op-magazines maakt dat we in rap tempo professionaliseren en onze magazines, websites en social media mee willen nemen in die zakelijke groei.”
Daarnaast zal medio oktober de nieuwe website, www.kijkoparnhem-nijmegen.nl, live gaan. Zo kunnen we uw nieuws nog beter, mooier en professioneler presenteren. Daarmee bent u dus ook verzekerd van een groot online bereik. Uw nieuws krijgt bij ons niet alleen offline, maar ook online een prominente plek.
Wat voorheen twee verspreidingsgebieden waren, wordt nu dus één groter verspreidingsgebied. Zo genieten ondernemers uit de gehele regio direct van het totaalbereik dat voorheen de twee losse regio’s (Arnhem – de Liemers & Nijmegen –Rivierenland) waren. Een andere belangrijke wijziging is de frequentie van het aantal edities per jaar. In plaats van vier keer zal het magazine nu vijf keer per jaar verschijnen, vaker zichtbaar en dus beter herkenbaar.
“U vraagt om professionele aandacht, wij zorgen er met deze update voor dat u die krijgt,” vertelt Johannes.
Een gloednieuw magazine en tegelijkertijd veel meer dan dat! Samen met u als ondernemers in de regio Arnhem –Nijmegen zetten we namelijk een offline én online platform neer waar we met z’n allen trots op kunnen zijn. Kijk op Arnhem – Nijmegen wordt daarmee hét zakelijk platform voor ondernemers in de regio. Dagelijks publiceren we relevant nieuws voor en over ondernemers op onze website, www.kijkoparnhem-nijmegen.nl, en social mediakanalen.
“Wij zijn ervan overtuigd dat deze integratie een win-win situatie creëert voor zowel de lezers en ondernemers als de uitgeverij. Door expertise en netwerk te bundelen, kunnen we lezers beter bedienen en een grote impact maken in de regio. Ik moedig alle ondernemers en instanties in de regio Arnhem – Nijmegen aan om hiervan deel uit te maken. Ik kijk uit naar deze nieuwe fase en hoop u te blijven inspireren met waardevolle artikelen en reportages,” aldus Johannes Swieringa. «
Jeroen van den Hoogen is als Impact Developer Ondernemerschap, organisator en aanjager op de locatie in Arnhem en Nijmegen van Het Ondernemerslab. Studenten, ondernemers en onderzoekers werken er samen aan innovaties.
Intenties om te ondernemen zijn al jarenlang stijgende bij studenten. Tegelijkertijd is de roep om ondernemende ideeën en ondernemend gedrag groot in de regio. Hoe kunnen we die werelden bij elkaar brengen?
“Vanuit de HAN willen we een belangrijke rol spelen in het regionale ondernemersecosysteem”, zegt Van den Hoogen. “Hierbij willen we impact creëren door praktijkgericht onderzoek en onderwijs te verbinden aan het regionale ondernemerschap. Door de directe verbinding tussen ondernemers, onderwijs en onderzoek, ontwikkel je met elkaar nieuwe kennis en toepassingen, die weer opgenomen kunnen worden in onderwijsontwikkeling en vernieuwing van dienstverlening.”
Hij schetst de omgeving en de context waarin hij als Impact Developer gaat functioneren. “Het gaat om het zien en benutten van kansen voor starters en ondernemers en hoe het ‘ecosysteem’ in de regio dit kan ondersteunen. Hierbij ligt de focus op de starters en ondernemers
uit de Regio Arnhem-Nijmegen, actief op de thema’s digital, circulair en energy. Zij spelen namelijk een belangrijke rol in de lokale en regionale economie wat betreft innovatie, werkgelegenheid en voorzieningen.”
ONDERNEMERSLAB NIJMEGEN EN ARNHEM
Ondernemerschap en ondernemend gedrag bevorderen gaat niet vanzelf. In Nijmegen functioneert al enkele jaren een OndernemersLab, op het terrein van de Houtwerf. In Arnhem opende Het OndernemersLab begin september haar deuren officieel. Van den Hoogen: “Het OndernemersLab Arnhem is een samenwerking tussen HAN, Rijn IJssel, Gemeente Arnhem en Startclub Arnhem. In onze Ondernemerslabs leggen we laagdrempelig de verbinding tussen ondernemende studenten, onderzoekers, werkzoekenden én bedrijven rondom ondernemersopgaven van de toekomst. Zo ondersteunen we ondernemerschap als instrument om slimme, schone en sociale oplossingen in de regio te versnellen. Dit vanuit de insteek “ondernemer zoekt idee en idee zoekt ondernemer. Iedere
ondernemer heeft wel ergens ideeën liggen voor de toekomst, waar hij/zij niet aan toekomt, maar die wel een podium waard zijn.”
“Andersom werkt het ook. Ondernemers of organisaties zoeken een vernieuwend idee of oplossing voor een vraag waar ze mee zitten. Via het Ondernemerslab vliegen ze het vraagstuk samen aan, dat kan gaan over strategie, verduurzaming, digitalisering of de arbeidsmarkt. Studenten bedenken samen met de ondernemer in het kader van hun stage of praktijkopdracht van hun minor oplossingen. Hetzelfde principe geldt voor ondernemers en organisaties die hun ondernemersidee verder willen ontwikkelen of vermarkten. En studenten en starters die zelf een onderneming willen beginnen kunnen in het Ondernemerslab hun eerste veilige stappen zetten en ondersteuning krijgen.”
“De directe locatieomgeving van Het OndernemersLab weegt mee in de programmering en de aandachtsgebieden. In Nijmegen ligt het OndernemersLab op de Houtwerf, een platform op het
“Vanuit de HAN willen we een belangrijke rol spelen in het regionale ondernemersecosysteem”
“Het ondernemerslab is een mooie plek waar ondernemerschap en onderwijs samen komen.”
gebied van kunst, cultuur, technologie en wetenschap. Er wordt verbinding gezocht tussen disciplines via onderzoek, lezingen, exposities en evenementen. In Arnhem moet het netwerk nog grotendeels worden opgebouwd. Een mooie insteek, direct gekoppeld aan de locatie in de binnenstad, kan hier de zogeheten ‘last mile’ logistiek, de energie transitie of circulair ondernemen zijn. Deze vragen over verduurzaming en slimme bevoorrading zijn interessante vragen waar ondernemers en studenten zich op kunnen richten.”
Het OndernemersLab is een voorbeeld van een hybride leeromgeving, waar theorie en praktijk elkaar ontmoeten en verder helpen. “Er ontstaan meer van dergelijke hybride initiatieven. Zo zijn er in onze regio contacten met de Radboud Universiteit/ Mercator Launch en Hogeschool Van Hall Larenstein, ROC Nijmegen en Rijn IJssel. Door de verbinding te zoeken kunnen we vraagstukken zowel breed als diep aanvliegen”, duidt Van den Hoogen. “Het OndernemersLab kan hierbij fungeren als kweekvijver van ideeën en slimme, duurzame oplossingen voor innovatieve ondernemers in de regio. Ik wil dan ook ondernemers van harte uitnodigen om met hun vragen te komen om zo de samenwerking aan te gaan.”
Over de ambitie en de positie van de Ondernemerslabs zegt Van den Hoogen: “We willen sterk verweven zijn in het lokale innovatie-ecosysteem, gericht op het aanpakken van maatschappelijke uitdaging en het stimuleren van regionale groei. De HAN University of Applied Sciences heeft op dit moment al een duidelijke netwerkpositie en wil de rol van sleutelspeler in het regionale kennisecosysteem verder versterken.
Samenwerking met partners in de regio is hierbij cruciaal. Initiatieven als ConnectR, ZorgAlliantie, HAN BioCentre en het Centrum voor Meervoudige Waardecreatie spelen hierin al een belangrijke rol.”
“Ondernemerschap@HAN zoekt de verbinding met deze initiatieven door ondernemerschap en ondernemend gedrag toe te voegen, te stimuleren en te bevorderen. Het betekent dat we structureel gaan samenwerken aan de vraagstukken die spelen bij ondernemers. In het beste geval ontstaan er interactieve learning communities van ondernemers,
studenten, werkzoekenden en scholieren die elkaar weten te vinden om vraagstukken heel concreet in kaart te brengen en sneller tot oplossingen te komen”, zegt Van den Hoogen afsluitend. «
HET ONDERNEMERSLAB ARNHEM
Bovenbeekstraat 10, Arnhem
Email info@ondernemerslabarnhem.nl
HET ONDERNEMERSLAB NIJMEGEN
Hatertseweg 23, Nijmegen
Email ondernemerslab-ABC@han.nl
‘VIA-T is dé transitieversneller naar circulair en biobased bouwen. Toekomstbestendig leren, werken en wonen is daarbij ons doel.’ Aldus afficheert zich het kennisnetwerk. Directeur Eric Willems schetst de contouren en de ambities.
Willems, sinds 1 augustus in functie, duidt de gedachten en ambities achter de totstandkoming van VIA-T. “We kampen in Nederland en ook in onze regio met de invloed van klimaatverandering, die ons dwingt toe te werken naar een minimale CO2 voetafdruk. Tevens is er sprake van een grondstoffencrisis. Het maken van nieuw staal en beton belast het milieu enorm door de wijze van winning en fabricage. Ten derde is er een groot woningtekort in Nederland. Tot en met 2030 moeten we 900.000 woningen realiseren, waarvan 33.000 in de regio Arnhem-Nijmegen. En dan hebben we ook nog te maken met structurele krapte op de arbeidsmarkt.”
Het PBL (Planbureau voor de Leefomgeving) concludeert in haar op 3 september gepubliceerde rapport dat het Nationale Programma Circulaire Economie en de Grondstoffenstrategie niet genoeg is om de doelen voor 2030 te halen. In de bouw neemt namelijk de productie en het gebruik van beton, staal, aluminium en isolatiemateriaal toe, wat leidt tot veel CO2 uitstoot. Er is daarom volgens het PBL, hoewel er programma’s zijn, extra aandacht nodig om de transitie naar circulair en biobased bouwen te stimuleren.
GEWELDIGE UITDAGING
Willems knikt: “De bouw is een vrij traditionele sector. De hele ‘bouwketen’, van eerste plan tot uiteindelijke realisatie omvormen tot een soepel werkend geheel waarin circulariteit leidend is, vergt tijd en betrokkenheid, vertrouwen en kennis van alle partijen. Dit is een geweldige uitdaging die we stapsgewijs en praktisch gaan aanpakken als VIA-T door samenwerking met zoveel mogelijk partijen die bij de bouw betrokken zijn.”
“Het onontkoombare alternatief is circulair en CO2-neutraal bouwen, waarbij het zaak is deze wijze van bouwen te implementeren en ook nog eens op te schalen, zodat we op termijn snel én duurzaam kunnen bouwen”, aldus Willems. “Hierbij gaat het om werken vanuit een nieuw perspectief met nieuwe methoden en technieken. Het vereist andere productie- en verwerkingsmethoden van andere grondstoffen, bijscholing van
“Elke partner fungeert als ambassadeur. We zijn samen VIA-T”
bestaand personeel en het opleiden van nieuwe krachten om hiermee uit de voeten te kunnen. Nauwe samenwerking tussen opleidingen, overheden en marktpartijen – opdrachtgevers en opdrachtnemers- is hiervoor een dwingende voorwaarde.”
VIA-T vervult in dit samenspel de rol van kenniscentrum en aanjager. En dat kenniscentrum wordt bemenst door partners uit de bouwwereld: ontwikkelaars, bouwbedrijven, installateurs, architecten, toeleveranciers, mbo, hbo, universiteit en woningcorporaties. “Op dit moment hebben we circa 60 partners en geïnteresseerden. Dat is een mooie basis. We gaan werken in projecten, want het is belangrijk voorbeelden te kunnen laten zien om potentiële nieuwe partners over de streep te trekken.”
“We zijn gestart in de Hubertushal, Waar door onze partners diverse leerwerktrajecten opgezet zijn voor omher- en bijscholers en waar vmbo leerlingen en mbo-studenten kennismaakten met de praktijk van bouw- en installatietechniek en het gebruik van nieuwe materialen en werkwijzen. Inmiddels zijn deze faciliteiten overgeheveld naar onze huidige locatie aan de Streekweg in Nijmegen. Een komend groot project waar we mee starten betreft het Linnaeusgebouw van de Radboud Universiteit. Na aanvankelijke sloopplannen is besloten het pand te transformeren naar een multifunctioneel gebouw. We maken hiervoor gebruik van natuurlijke elementen zoals planten, hout, water, natuurlijk licht en biobased materialen. Bedrijven, duurzame bouwers en ontwikkelaars, de gemeente Nijmegen, het campusmanagement van de Radboud Universiteit en studenten van verschillende opleidingen, zoals van het vmbo, roc, hbo en de universiteit hebben de mogelijkheden verkend. Op deze manier komen mensen uit verschillende disciplines bijeen, ontdekken ze nieuwe mogelijkheden en leren van elkaar. Zo geven we samen stapsgewijs
vorm en inhoud aan de duurzame transitie van de gebouwde omgeving.”
10 OKTOBER STARTEVENEMENT
Op 10 oktober organiseert VIA-T een evenement in het Linnaeusgebouw van de Radboud Universiteit om de plannen te presenteren aan alle berokkenen en belangstellenden. “We zijn als VIA-T al een tijd bezig, maar 10 oktober is onze officiële startdatum als coöperatie. Met de huidige partners beschikken we over een solide uitgangspositie”, schetst Willems. “Ik zeg bewust uitgangspositie, want hoe meer partners aanhaken bij VIA-T, des te meer transitiekracht we kunnen ontwikkelen. En die kracht is hard nodig om circulair en CO2-neutraal bouwen verder te brengen dan een niche. We moeten toewerken naar het omslagpunt, dat circulair biobased bouwen de norm wordt.
Wie partner is krijgt toegang tot kennis en ervaring binnen het VIA-T netwerk. Bijvoorbeeld over best case projecten, de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van materialen, hun toepassing en werkmethoden maar ook subsidiemogelijkheden. Tevens hebben partners toegang tot trainingen, masterclasses en bijscholingen.
“We verwachten van partners een proactieve houding en betrokkenheid. Dat ze hun kennis en ervaringen delen en projecten inbrengen”, zegt Willems. “Elke partner fungeert als ambassadeur. We zijn samen VIA-T.”
Eric Willems: “Leren van elkaar om vorm en inhoud te geven aan de duurzame transitie van de hele bouwketen” «
VIA-T
Streekweg 22, 6537 TP Nijmegen
Telefoon 024 - 352 25 67
Email info@via-t.nl www.via-t.nl
In een wereld waar duurzame energie steeds belangrijker wordt, is het revolverend energiefonds een krachtig instrument om de energietransitie te versnellen. Dit fonds biedt bedrijven en organisaties de kans om te investeren in hernieuwbare energieprojecten zonder de constante noodzaak van nieuwe financiering. Laten we de werking en voordelen van deze innovatieve benadering van duurzame financiering verkennen.
WAT IS EEN REVOLVEREND ENERGIEFONDS?
Een revolverend energiefonds is een financieringsmechanisme dat door overheden, banken of samenwerkingsverbanden is opgezet om duurzame projecten te ondersteunen. Het fonds richt zich op initiatieven die energie-efficiëntie, hernieuwbare energie en verduurzaming van bestaande infrastructuren bevorderen. Wat dit fonds uniek maakt, is de cyclische structuur van het kapitaal: wanneer projecten hun lening terugbetalen, wordt dat geld opnieuw geïnvesteerd in nieuwe projecten. Dit zorgt voor continu hergebruik van middelen en een langdurige impact op de energievoorziening.
VOORDELEN VAN EEN
REVOLVEREND ENERGIEFONDS
Duurzame Financiering: Dit fonds stimuleert energie-efficiëntie en hernieuwbare energie door financiële steun te bieden aan projecten die anders moeilijk te financieren zouden zijn.
Cyclisch Gebruik van Fondsen: Na terugbetaling van leningen komt het kapitaal weer beschikbaar, wat zorgt voor een duurzame cyclus waarin nieuwe projecten voortdurend gefinancierd kunnen worden zonder dat er steeds nieuwe investeringen nodig zijn.
Toegankelijke Voorwaarden: Leningen uit revolverende fondsen worden vaak verstrekt tegen lage rente en gunstige
terugbetalingstermijnen. Dit maakt het aantrekkelijk voor veel organisaties om te investeren in duurzame projecten. Stimuleren van Innovatie: Dit fonds biedt kansen voor innovatieve duurzame projecten die anders misschien geen toegang zouden hebben tot reguliere financiering. Het verlaagt de financiële drempel voor nieuwe technologieën en aanpakken.
EEN
De voordelen van het revolverend energiefonds zijn duidelijk: het bevordert de energietransitie en ondersteunt de groei van hernieuwbare energieprojecten.
Door deze cyclische benadering ontstaat een blijvende impact, waarbij elke afgeronde investering de weg vrijmaakt voor nieuwe initiatieven. Dit versterkt niet alleen de energievoorziening, maar ook de rol van bedrijven die bijdragen aan een groenere economie.
Ben jij klaar om de stap naar een duurzame toekomst te zetten? Bij het REE staan we klaar om je te ondersteunen. Met onze expertise in duurzame financiering helpen we je organisatie om groenere keuzes te maken. Ontdek hoe wij je kunnen begeleiden naar een duurzamere energievoorziening. Neem contact op via www.ree.nl en laten we samen werken aan een groenere toekomst! «
Ze werd tussen de meubels geboren. Nicole Heuff leerde het vak van haar vader en moeder. Met succes. Haar bedrijf Office Design Projectinrichters - gevestigd in Doesburg - vierde dit jaar - haar tweede lustrum. Reden voor een feestje.
Precies tien jaar geleden werd Office Design Projectinrichters opgericht. Nicole Heuff is trots op de weg die ze heeft afgelegd. “Dankzij onvoorwaardelijke steun van gezin, familie en mijn geweldige team heb ik dit kunnen doen. We hebben de afgelopen jaren prachtige projecten gerealiseerd in zowel binnen- als buitenland. Daar ben ik ook mijn klanten, architecten en leveranciers dankbaar voor. Zeker in een tijd waarin veel veranderingen zijn in de kantoorinrichting, hebben we ons kunnen onderscheiden. De digitalisering sloeg toe, het hybride werken kreeg een
boost en een kantoor werd steeds meer een clubhuis. Een ontmoetingsplek. Met Office Design is het ons gelukt om mee te bewegen en prachtige inrichtingen te adviseren. Waarbij we ook veel aandacht konden schenken aan duurzaamheid. Zo is het circulair inrichten van de werkplek iets wat steeds meer gevraagd wordt.”
Bij Office Design maken we van een kantoor een plek waar je lekker werkt, maar waar het voelt als thuis. Comfortabele plekken, inspirerende ruimtes, praktische oplossingen - wij maken van jouw kantoor een plek die werkt. «
www.office-design.nl
De energietransitie in Nederland is in volle gang en de logistieksector staat voor grote uitdagingen op het gebied van verduurzaming. Innovatieve oplossingen en getalenteerde professionals zijn onmisbaar om deze uitdagingen aan te pakken.
In het project Plug In & Play werd een solide basis gelegd voor de toekomst van laadinfrastructuur in Nederland. Deze uitdagingen en de ervaringen uit Plug In & Play komen samen in het project Charging Energy Hubs, mede mogelijk gemaakt door het Nationaal Groeifonds.
Charging Energy Hubs zijn lokale energiesystemen waarop energieverbruikers, opwekkers, en opslagfaciliteiten kunnen aansluiten op logistieke knooppunten. Deze hubs regelen de elektriciteitsstromen efficiënt om maximale flexibiliteit en schaalbaarheid te bereiken, met minimale belasting van het netwerk. Door koppeling aan de energiemarkten kan elektriciteit op gunstige momenten worden opgewekt, ingekocht of verkocht, wat de handel dynamischer maakt en congestie vermindert.
Nederland heeft een sterke positie in logistiek en elektrische mobiliteit en kan deze positie versterken met de internationaal verhandelbare totaaloplossingen van het Charging Energy Hubs project.
Carl de Ruiter, van ACE Mobility, werkt als verbinder tussen verschillende opleidingen en bedrijven in de logistieken energiesector. Volgens hem biedt Charging Energy Hubs een unieke kans om verduurzamingsvraagstukken in de logistieksector op een nieuwe manier te benaderen. “Binnen het consortium bundelen we de krachten van partijen die voorheen weinig raakvlakken hadden,” zegt de Ruiter. “De cross-over van de logistiek- en energiesector in dit project is ambitieus. Sterke publiek-private samenwerking (PPS) is van groot belang om de ambities te realiseren.”
Binnen het project wordt ook aandacht gewijd aan de instroom, opleiding en optimale inzet van personeel. “De cross-over van de logistiek- en energiesector maakt een complex speelveld dat vraagt om een nieuwe benadering van Human Capital,” vertelt Albert Bloem, directeur van Talent voor Transitie. “We willen de instroom zo laagdrempelig mogelijk maken, zodat iedereen, van monteur tot promovendus, een plek kan vinden.”
Talent voor Transitie ondersteunt startende professionals en nieuwe Nederlanders om hun weg te vinden in de energiesector. Met partners in het consortium wordt gewerkt aan een Learning Community waarin onderwijs, bedrijven en overheid samenwerken om traditionele drempels te verlagen. Dit moet leiden tot meer instroom, nieuwe onderzoekstrajecten en kennisuitwisseling. Een onderdeel hiervan is een traineeship voor startende professionals op HBO- en WO-niveau. “Startende professionals spelen een belangrijke rol in complexe systeemveranderingen en samenwerking. Gerichte programma’s voor persoonlijke en professionele ontwikkeling zullen dit versterken,” aldus Bloem.
Kortom, het Charging Energy Hubs project biedt een innovatieve en integrale aanpak voor het verduurzamen van de logistieksector, met ruimte voor technologische innovatie, het inzetten van nieuw en bestaand talent en nieuwe manieren van samenwerking. «
Sinds begin van dit studiejaar huist de Autoschadeherstel Academy van Rijn IJssel in een ruim en mooi licht pand aan de Nijverheidsstraat 1 in Huissen. Hier leren studenten, begeleid door enthousiaste docenten, de fijne kneepjes van het vak van autoschadehersteller. Het initiatief laat ook zien dat ondernemers zelf stappen kunnen zetten om personeelskrapte te bestrijden en het opleidingsniveau te verbeteren.
De Autoschadeherstel Academy is een bijzonder praktijkopleidingscentrum van Rijn IJssel. Ten eerste omdat ze BBL opleidingen aanbiedt waarbij de nadruk ligt op praktische beroepsvaardigheden. Ten tweede omdat de Academy met haar opleidingen dankzij het partnerschap en de betrokkenheid van inmiddels 57 bedrijven uit de autoherstelbranche vaktechnisch kan excelleren. Ten derde omdat de Academy zelf de praktijkexamens organiseert en uitvoert voor de studenten van niveau 2 en 3 autoschadeherstel en autospuiten.
Een van de drijvende krachten achter de aanpak en het succes van de opleiding is Van Leeuwen Auto’s uit Kesteren. Directeur Mathijs van Leeuwen licht de rol van zijn bedrijf toe: “We hebben, gesteund door een aantal bedrijven uit de branche, het voortouw genomen om in goede onderlinge afstemming met Rijn IJssel de opleidingen autoschadeherstel en autospuiten op te zetten naar de opleidingsbehoeften van de werkgevers. Een kleinschalig opleidingscentrum waar voor een grote regio studenten worden opgeleid voor schadeherstel aan voertuigen met verbrandingsmotoren en elektrische voertuigen.”
“Studenten kunnen zich rechtstreeks bij ons aanmelden of via hun werkgever/ leerbedrijf. Ook tussentijds instromen is mogelijk”, zegt Carine van Grinsven, coördinator bij de Autoschadeherstel Academy. “Normaliter werken BBL studenten in een erkend leerbedrijf en gaan daarnaast 1 dag per week naar school voor hun theoretische opleiding. Onze aanpak is anders. Studenten zijn bij onze Academy vooral praktijkgericht bezig, waardoor ze beter en sneller inzetbaar zijn op de werkvloer. Wij leiden op tot Autospuiter en Autoschadehersteller. Beide opleidingen zijn er op niveau 2 en 3. Sinds 1 augustus jongstleden leiden we ook studenten op tot Technisch Specialist Autoschadeherstel niveau 4.”
“Leerjaar 1 is een gemeenschappelijk basisjaar, waarin iedereen uitgebreid de basis van schadeherstel en spuiten
leert. Daarna kiezen de studenten voor een uitstroomrichting. Vaak willen studenten breed opgeleid worden en kiezen ze voor een opleiding spuiten na de opleiding schadeherstel of andersom. Ook stromen de meeste studenten door naar een niveau 3 opleiding. Sinds een jaar bestaat ook de mogelijkheid in te stromen of door te stromen naar niveau 4. Deze opleiding Technisch Specialist Autoschadeherstel is vooral gericht op schadeherstel van elektrische voertuigen. Waar een student voor kiest is afhankelijk van zijn/haar ambities en mogelijkheden én de wensen van de werkgever. Dat bekijken we per individu.”
“In de schadeherstelbranche zitten we te springen om goede vakkrachten”, zegt Van Leeuwen. “De werkdruk is hoog. Het gevolg is dat wachttijden voor reparaties oplopen en schadeherstellers in opleiding minder aandacht krijgen. Bij de Autoschadeherstel Academy is er wel volop tijd om studenten te begeleiden en vakvaardigheden aan te leren. Bedrijven hebben belang bij gedegen praktijkgerichte opleidingen en het zo aantrekkelijk mogelijk houden van werken in de schadebranche. Hier hoort, naast goede arbeidsvoorwaarden, ook bij- en nascholing bij van zittende medewerkers die zich willen blijven ontwikkelen. Ook daarvoor heeft de Autoschadeherstel Academy een aanbod van trainingen.”
DOENERS DIE DENKEN
Een belangrijke stuwende kracht van de Academy vormt ook het docententeam, bestaand uit Niels Fhijnbeen, Ruben van der Heijden en Gert-Jan Kersten. Alle drie door de wol geverfd op het gebied van autotechniek en autoschadeherstel. “In de beleving van de buitenwereld is autoschadeherstel vaak minder sexy dan autotechniek. Een misvatting”, volgens Fhijnbeen, die in eigen woorden switchte van ‘vet naar verf’: “Goed schadeherstel vereist ook kennis over hoe een motorvoertuig is opgebouwd qua vormgeving, materialen en systemen onder de motorkap.”
“Onze studenten zijn doeners”, vult Gert-Jan Kersten aan. “Maar je moet wel op elk moment weten wat je doet en waarom je dat doet. Daarom is bij ons theorie en praktijk met elkaar verweven. Wil je een schade goed herstellen, dan moet je weten met welke instrumenten en materialen je werkt, en hoe het systeem waaraan je een reparatie uitvoert in elkaar zit.” Ruben van der Heijden knikt instemmend: “Het herstel aan moderne auto’s is complex omdat er allerlei rijhulpsystemen en sensoren zijn ingebouwd. Behalve het puur herstellen van schade is het belangrijk dat studenten leren ook goed om te gaan met computers en diagnose-apparatuur.”
SLUIT JE AAN
Dat van Leeuwen het opleidingscentrum als kleinschalig duidt heeft alles te maken met de persoonlijke begeleiding die studenten er krijgen. Momenteel worden er ongeveer 70 studenten opgeleid, maar de ambitie is te groeien naar 100, een aantal dat met de huidige faciliteiten gemakkelijk is te behappen.
Van Grinsven: “Ons streven is dat alle autoschadeherstelbedrijven in de regio’s Rivierenland, Achterhoek, Arnhem, Nijmegen en Noord Limburg zich aansluiten bij onze Academy. Bedrijven die zich willen verzekeren van goed opgeleide studenten die sneller en met praktijkervaring de arbeidsmarkt betreden, roep ik op contact met ons op te nemen. «
RIJN IJSSEL
AUTOSCHADEHERSTEL ACADEMY
Nijverheidsstraat 1 6851 EJ Huissen
Carine van Grinsven
Coördinator Autoschadeherstel Academy
Telefoon 06 - 283 162 40
E-mail info@autoschadeherstelacademy.nl www.autoschadeherstelacademy.nl
Op dinsdag 3 september vond het Ondernemers Event Arnhem plaats in Musis. Met het thema ‘De kracht van samenwerking’ kwamen zo’n 400 Arnhemse ondernemers bij elkaar voor een inspirerende dag vol lezingen, masterclasses en netwerkmogelijkheden. Het werd een geslaagde dag met hopelijk een vervolg met alle betrokken partners volgend jaar.
INSPIRATIE
Er waren diverse inspirerende lezingen van bekende sprekers. Rinke Zonneveld, CEO van Invest-NL en Nederlands grootste impactinvesteerder, nam de ondernemers mee in zijn visie op groot dromen en impact maken. Hij deelde inzichten over hoe Nederland economisch scoort en hoe door innovatie en samenwerking en het kennen van een
economisch Arnhems DNA ondernemingen zich goed kunnen profileren. Lucia Rijker, viervoudig wereldkampioene kickboksen en tweevoudig wereldkampioene boksen, gaf inzicht in hoe de ondernemers om kunnen gaan met tegenslagen en doelen kunnen bereiken. Zij vertelde hoe haar tv-programma ‘Dream School’ de Arnhemse realiteit kan inspireren, en deelde levenslessen die ondernemers verder kunnen helpen.
MASTERCLASSES
Maar er was meer. Naast de plenaire sessies waren er interactieve masterclasses waarin bevlogen sprekers van Arnhemse ondernemingen zoals Adaptics, Avisi, Nuon, Startclub Arnhem en de Turkse Ondernemers Vereniging actuele onderwerpen bespraken. Op het Inspiratieplein maakten deelnemers kennis met interessante partners en projecten.
Zoals Arbeidsuitbuiting in NL, Pagewize, Arnhem Koopt Sociaal in, DAZO en Arnhem Electricity Week. Ook daagde het Arnhemse ‘Loesje’ de ondernemers uit. Het event bood volop mogelijkheden om te netwerken en samenwerkingen te starten die bijdragen aan de economische groei en innovatie in Arnhem.
ONDERNEMERSLAB ARNHEM
Op het podium ging ook het Ondernemerslab Arnhem officieel van start. Dit is een samenwerkingsverband tussen de gemeente Arnhem, Rijn IJssel, de HAN en Startclub Arnhem. Het Ondernemerslab Arnhem is een plek waar ondernemende studenten, onderzoekers, werkzoekenden én bedrijven samen nadenken en werken aan ondernemersopgaven van de toekomst. Het is ‘ondernemer zoekt idee’, maar ook ‘idee zoekt ondernemer’. Tijdens een symbolische ondertekening bevestigden de partners hun gezamenlijke inzet voor het stimuleren van ondernemerschap en innovatie in de regio.
PERFORMANCE EN PRIMEURS
De ondernemers werden tijdens het event verrast met de première van de promotiefilm van Arnhem, speciaal voor de zakelijke markt. Tijdens het event werd daarnaast de aftrap gedaan door ArnhemBedrijft! om ondernemers te nomineren voor de verkiezing van beste Arnhemse onderneming van het jaar. Tijdens het volgende event ‘Dag van de Ondernemer’ op 15 november wordt de winnaar bekend gemaakt. Verder was er een mooie performance van ArtEZ en Rijn IJssel.
Het Arnhemse Ondernemersevent werd georganiseerd door Business Club Vitesse-Gelredome, Citymarketing Arnhem, Directie Netwerk Arnhem, gemeente Arnhem, Ondernemers Kontakt Arnhem, Rabobank, Startclub Arnhem, Sociëteit Jong Ondernemend Arnhem en de Turkse Ondernemers Vereniging Arnhem. «
ARNHEM ZET IN OP DUURZAME MODE MET FASHION MEET-UP
Het is al even geleden: de Fashion Meet-Up. In mei eerder dit jaar werd op dat event de samenwerking tussen COSH!, Gemeente Arnhem, Platform Binnenstad Arnhem en Mode Partners 025 afgetrapt. COSH! staat voor ‘Conscious Shopping’, een platform dat ondernemers en consumenten helpt bij duurzamere winkelkeuzes. Het platform onderzoekt de toeleveringsketens van modemerken in 7 ‘impact thema's’ van modemerken en promoot ondernemers die stappen zetten naar een duurzamer businessmodel. Arnhem hoopt hiermee een bijdrage te leveren aan de transitie naar een duurzamere mode-industrie.
Arnhem staat bekend om haar creatieve kracht, vooral in het Modekwartier en de binnenstad. De stad huisvest immers veel creatieve mode-ondernemers en ontwerpers die al vernieuwende en duurzame methodes toepassen. Dat begint al bij de opleidingen. Arnhem is de thuisbasis van de ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten, waar veel talentvolle modeontwerpers en -onderzoekers worden opgeleid. En op RijnIJssel waar de nieuwe generatie Fashion designers en tailors wordt klaargestoomd. Door aandacht voor duurzaamheid en circulariteit zijn zij van meet af aan bewust van de impact van hun keuzes.
De mode-industrie heeft een grote impact op het milieu, onder andere door de opkomst van ‘fast fashion’. Deze kleding wordt snel en goedkoop geproduceerd, maar is vaak van lage kwaliteit en leidt tot veel afval. De ambitie van Arnhem is om in 2030 voor 50 procent circulair te zijn en in 2050 volledig circulair. Dat betekent minder verspilling en meer hergebruik van materialen, ook in de textielsector.
De samenwerking met COSH! helpt hierbij. Door modemerken te analyseren en duurzamere keuzes inzichtelijk te maken, wordt het voor consumenten en ondernemers makkelijker om bewust te kiezen. Op 10 oktober is de lancering van de eerste COSH!-routekaart, waarin alles samenkomt. Met deze stap wil Arnhem haar reputatie als duurzame modestad verder versterken. Je hoeft de aarde echt niet te verspillen om er geweldig uit te zien.
De elektrificatie van vele sectoren is met het overbelaste stroomnet soms een stevige uitdaging, zeker bij mobiele apparaten en machines. Op steeds meer plaatsen is een tijdelijke krachtstroomvoorziening nodig. De zware verlengkabels die daarvoor nodig zijn til je niet eenvoudig op. Het werken met zware krachtstroomverlengkabels is fysiek vrij belastend, het is letterlijk een dood gewicht en daardoor al snel veel zwaarder dan de Arbonorm. Daar heeft de Arnhemse ondernemer Ronald Lever een oplossing voor bedacht, de PowerReel krachtstroomkabelhaspels.
Door het unieke concept van rijdende kabelhaspels kunnen de zware kabels met minimale kracht snel en makkelijk op- en afgerold worden. Zo staan onze kabelhaspels ook bij ziekenhuizen als noodstroomvoorziening zodat zij in geval van een calamiteit weer snel operationeel kunnen zijn.
ONVERWOESTBAAR STERK.
Onze kabelhaspels worden gemaakt van onverwoestbaar, sterk polyetheen en hebben een levenslange garantie, ook bij intensief gebruik zijn de kabelhaspels niet kapot te krijgen. “Wij hebben voor elk type verlengkabel een oplossing”, van 16A tot 1600A. Samen met ons zusterbedrijf Lever Kunststoftechniek vervaardigen wij de verschillende modellen krachtstroomkabelhaspels.
DE POWERREEL HASPELS ZIJN OOK TE HUUR!
Deze unieke en Arbo-vriendelijke kabelhaspels zijn ook te huur tegen zeer aantrekkelijke tarieven. De grootste kabelhaspel met 200 meter 125A verlengkabel weegt 800 kg, toch rol je die met twee of drie personen eenvoudig op en af.
POWERSURE EN POWERSAFE
CONNECTOREN RUIM OP VOORRAAD. PowerReel Products BV is ook gespecialiseerd in zware tijdelijke krachtstroomaansluitingen. We zijn importeur van Powersure en Powersafe connectoren waar de 500A en 800A verlengkabels mee worden aangesloten. Wij importeren uit diverse landen alle soorten verlengkabels en benodigde stekkers. Dus ook voor de zware 500A tot 1600A kabelsets hebben wij alle benodigde connectoren en kabelschoenen ruim op voorraad.
INNOVATIEVE PRODUCTEN.
Het is inspirerend om te zien hoeveel innovatieve bedrijven hier in deze regio zijn. We staan nog maar aan het begin van de energietransitie. De vraag naar tijdelijke krachtstroomoplossingen zal alleen maar verder stijgen. Wij spelen daar continu op in met onze producten en zijn druk bezig met nieuwe mobiele oplaadsystemen en krachtstroomkabelhaspels waar wij een patent op aanvragen.
WE CONNECT YOUR POWER.
“Wij zijn super trots op de door ons ontwikkelde kabelhaspelsystemen.”
Alle PowerReel kabelhaspels worden in eigen bedrijf ontworpen en geassembleerd.
Onze kabelhaspels zijn de enige in zijn soort waarmee je echt makkelijk én snel de zware verlengkabels kunt verplaatsen. Geregeld krijgen wij orders binnen vanuit heel Europa. Wij zien de toekomst dan ook met veel energie en vertrouwen tegemoet. «
POWERREEL PRODUCTS BV
Simon Stevinweg 11 6827 BS Arnhem Telefoon 026 30 34 303 info@powerreelproducts.com
‘Wij zijn er voor kinderen die in het reguliere onderwijs
volledig
Het landelijk lerarentekort leidt tot onhoudbare situaties op reguliere basis- en middelbare scholen. Klassen met 35 leerlingen zijn al geen uitzondering meer, en veel kinderen dreigen kopje-onder te gaan in dit systeem. Een goed alternatief is particulier onderwijs, bijvoorbeeld op het Winford College in Arnhem. Hier bieden ze kleine klassen en op maat gesneden onderwijs voor elke leerling. Te mooi om waar te zijn of een prima oplossing? Het Ondernemersbelang ging in gesprek met directeur Daniëlle Bhoelan-Derkse.
Winford College bestaat al zo’n vijftig jaar, maar richtte zich tot voor kort vooral op de Randstad. Sinds 2015 is er een vestiging in Arnhem, en dat is een grote opluchting voor veel ouders in de regio ArnhemNijmegen, vertelt Daniëlle. “Ouders hebben er vaak al een hele zoektocht op zitten als ze bij ons aankomen. Kinderen die om wat voor reden dan ook in het reguliere onderwijs niet volledig tot hun recht komen vinden bij ons eindelijk een plek waar ze wél op hun plek zijn en waar ze zich wél thuis voelen.”
Winford heeft een uitgebreid aanbod aan onderwijs. Daniëlle: “Bij ons kunnen leerlingen terecht voor basisonderwijs, tweejarige brugklas, vwo, havo, vmbo-tl, vmbo-gl, vmbo-kader, examenonderwijs en examen 2-in-1 jaar.” Aan deze leerlingen biedt Winford kleine groepen en maatwerk. “Bij ons zitten er gemiddeld acht leerlingen in een groep. De diversiteit is vaak wel groot, maar door de persoonlijke aandacht kunnen onze docenten heel goed differentiëren. Hierdoor krijgt elke leerling het onderwijs dat die nodig heeft.”
WINFORD ARNHEM
Izaak Evertslaan 1, 6814 JH Arnhem
Telefoon 026 - 744 00 59 www.winford.nl
Particulier onderwijs heeft nog altijd een elitair imago. Maar dat is onterecht, zegt Daniëlle. “Geen van onze leerlingen loopt hier rond met een air van ‘Kijk mij nou!’. Dat past ook niet bij waar zij vandaan komen. Bijna alle ouders van onze leerlingen zijn zelfstandig ondernemer; dat zijn mensen die weten wat het betekent om hard te werken en dat ook aan hun kinderen leren.”
Bij Winford gaat het dan ook niet om status, maar om goed onderwijs op maat. Daniëlle: “Veel leerlingen komen in een kleine klas gemakkelijker tot leren, want in een kleine groep krijgt een leerling meer rust en aandacht. De kans op succes bij het schoolwerk wordt dan groter.” Elke leerling heeft zijn eigen wensen en uitdagingen. Bij Winford kijken ze echt naar wat de leerling nodig heeft en maken op basis van een grondige analyse een maatwerktraject. “Dat is intensief voor iedereen: niet alleen de leerling, maar ook de docenten en de mentoren. Maar het is het waard: iedereen die van Winford komt, gaat een goede toekomst tegemoet.”
COLLEGE
Alle administratieve en fiscale zaken perfect op orde: samenstelling jaarrekeningen en belastingaangiften, verwerken van salarissen en administratie, fiscaal en bedrijfseconomisch advies. Het kantoor voor (startende) mkb’ers en directeur-grootaandeelhouders.
Deskundig, no-nonsense, persoonlijk, accuraat, enthousiast, écht maatwerk.
joost mulder Accountancy, financiële en fiscale werkzaamheden en advisering in de ruimste zin van het woord.
annemieke mulder Mkb-adviseur online boekhouden in een pakket naar keuze (o.a. Moneybird, MoneyMonk, SnelStart e-Boekhouden en Exact Online). Salarisadministratie, advisering arbeidsovereenkomsten/-voorwaarden en overig hr-advies.
anton mulder Jaarrekeningen voor bedrijven, verenigingen en stichtingen. Accountantsverklaringen, opzetten van administraties en fiscale alsmede overige advisering.
rianne mulder Begroting, administratie en jaarstukken van ANBI-instellingen. Administratie voor bedrijven en particulieren.
M ULDER I arnhem accountancy & advies
Heiliglandsestraat 13C, Groessen | Kronenburgsingel 60-21, Arnhem info@mulderarnhem.nl | www.mulderarnhem.nl | Bel voor een (vrijblijvende) afspraak: 026 – 323 3343
PIQET development is een jonge en duurzame onderneming die zich bezig houdt met de ontwikkeling van de gebouwde omgeving. Bij alle activiteiten staat centraal dat wij handelen daar waar vastgoed, duurzaamheid, strategie en financiën elkaar vinden in verschillende planfasen van project- en gebiedsontwikkeling.
Als PIQET hebben wij een ander idee bij de ontwikkeling van gebouwen en een omgeving. Noem het eigenwijs. Wij vinden dit een basisaanpak. Wij doorgronden plekken en kijken sterk naar de context. Wij snappen hoe mensen willen leven. Maar ook wie mensen simpelweg willen zijn. Wij denken na over systemen die werken, juist op die ene specifieke locatie. Wij creëren plekken van betekenis…
Dit doen wij op verschillende locaties door Nederland afhankelijk van onze rol. In sommige gevallen werken wij voor eigenaren van gebouwen of gronden, waardoor wij minder locatie gebonden zijn. Wij nemen ook zelf het initiatief en het risico om locaties tot ontwikkeling
te brengen. Dit doen wij dan het liefste in de Groene Metropoolregio Arnhem Nijmegen. Afhankelijk van de grootte van het project en het risico pakken wij onze rol. Zo zijn wij in Arnhem betrokken bij de herontwikkeling van het gebied Rijnpark, waar een mix van 7.000 woningen en 5.000 banen gerealiseerd moet worden. In Doetinchem zijn wij samen met een andere partij 18 biobased woningen aan het realiseren in een woonwijk, waarbij de eisen voor duurzaamheid en circulariteit net een stapje verder gaan. Zo proberen wij ons steentje bij te dragen aan een duurzamere wereld en tegelijkertijd die plekken van betekenis te maken.
Betekenisvolle plekken vertellen verhalen, hebben een eigen identiteit,
brengen mensen samen, zijn in balans en hebben iets te bieden. En niet te vergeten, ze zijn steeds weer vernieuwend en uitdagend. Wij blijven op zoek naar locaties om plekken van betekenis te kunnen maken. Ken jij die plek, met de juiste coördinaten, die vraagt om extra betekenis? Neem contact met ons op. Wij slaan graag de piqetpalen voor een duurzame ontwikkeling. «
E-mail jordi@piqet.nl www.piqet.nl
De wereldbevolking blijft groeien, zowel in aantal als welvaart. Door overconsumptie worden grondstoffen schaarser, wat vraagt om innovatieve oplossingen van ondernemers. Maar waar begin je als kleinere ondernemer? Het Living Lab Circulair regio Arnhem laat lokale ondernemers zien dat circulair ondernemen niet alleen duurzaam is, maar ook nieuwe kansen biedt.
CIRCULAIR ARNHEM: INKOPEN, TEXTIEL EN BEDRIJVENTERREINEN
Annelot Manshanden en Christian Lorist van VNO-NCW-Midden zijn nauw betrokken bij het Living Lab, een platform dat circulaire initiatieven verbindt. “In samenwerking met de gemeente richten we ons op drie thema’s: circulair inkopen, textiel en bedrijventerreinen,” vertelt Annelot. “De gemeente stimuleert circulair inkopen om bedrijven te ondersteunen bij de toenemende vraag naar duurzame producten.” Arnhem, als modestad, heeft bovendien veel ontwerpers. “Circulariteit begint bij het ontwerp, dus we verbinden ontwerpers actief met bedrijven om samenwerking te stimuleren,” voegt Annelot toe. Christian Lorist ontwikkelde, vanuit zijn technische achtergrond en scherpe blik voor cijfers, een workshop over
afvalhergebruik op bedrijventerreinen. “We vertalen data van het landelijk meldpunt afvalstoffen naar een online dashboard, zodat we precies zien welk bedrijf welk type afval produceert. Zo kan het afval van het ene bedrijf een grondstof zijn voor het andere, en maken we waardevolle verbindingen tussen bedrijven.”
CIRCULARITEIT ALS VERDIENMODEL
Met het Living Lab willen Annelot en Christian ondernemers laten zien dat duurzaamheid nieuwe zakelijke kansen biedt. “Innovatie ontstaat altijd vanuit een uitdaging die je wil oplossen,” zegt Christian. “Nu grondstoffenschaarste de prijzen opdrijft en leveringen vertraagt, moeten ondernemers nadenken over hoe ze meer controle krijgen over hun eigen keten. Hergebruik zorgt ervoor dat jouw product blijft bestaan en verlengt de levensduur, waardoor je verdienmodel verandert.”
Annelot noemt een inspirerend voorbeeld: “Veel kledingbedrijven verbranden nog steeds beschadigde producten, maar Erron Recondition in Arnhem transformeert beschadigde of verkeerd geproduceerde artikelen tot nieuwe items. Wij hopen dat we anderen inspireren door dit soort bedrijven een podium te bieden.”
LIVING LAB ALS FACILITATOR VOOR VERBINDING
Het Living Lab ondersteunt ondernemers die de stap naar circulair ondernemen willen zetten. Op het platform vinden zij een overzicht van evenementen, nieuws, bijvoorbeeld over relevante subsidies en een ondernemersloket voor vragen over circulariteit. Door innovatie en samenwerking maakt het Living Lab de regio Arnhem klaar voor een circulaire toekomst waarin duurzaamheid en groei hand in hand gaan. «
Begin september heeft Bumé Bouw en Onderhoud een groot deel van haar onderhoudsactiviteiten overgedragen aan Hagemans Vastgoedonderhoud, met name het dagelijks- en mutatieonderhoud voor woningcorporatie Vivare. Het merendeel van de medewerkers van de onderhoudsafdeling in Westervoort gaat mee in deze overname. Bumé blijft echter onderhoud verzorgen voor tal van Verenigingen van Eigenaren en vaste partners die al jarenlang tot haar klanten behoren.
Frans Budel, directeur van Bumé Bouw en Onderhoud, licht de overname toe: “Wij zijn al ruim 47 jaar actief als aannemersbedrijf en blijven met volle kracht doorgaan met bouwen en verbouwen voor de zakelijke markt. Hagemans neemt enkel het dagelijks en mutatie-onderhoud voor Vivare over. Wij richten ons op een ander segment, maar blijven het onderhoud van zakelijk vastgoed voor VvE’s en diverse maatschappelijke en industriële opdrachtgevers voortzetten.”
Sinds 1976 is Bumé een vertrouwde bouwer binnen de zakelijke markt. Het bedrijf focust zich niet op standaard woningbouwprojecten, maar biedt vooral maatwerk in de zakelijke sector. Hoewel Bumé ook woningen bouwt, ligt de nadruk op bouw en renovatie in de utiliteitssector, met projecten in de industrie, gezondheidszorg en onderwijsinstellingen.
Rob Hagemans, directievoorzitter van Hagemans Vastgoedonderhoud, verklaart dat de overname perfect past binnen hun strategie: “Als ketenpartner van woningcorporaties in Gelderland en Utrecht werken we aan uitbreiding van ons dienstenpakket. Woningcorporaties hebben te maken met grote uitdagingen op het gebied van onderhoud en verduurzaming. Onze integrale aanpak, waarbij we wijkgericht werken, leidt tot efficiëntere scenario’s en kostenbesparingen voor corporaties en huurders.”
Simon Ruijs, algemeen directeur van Hagemans, benadrukt dat de focus ligt op integrale vastgoedsturing: “Door woningen centraal te stellen bij de planning en organisatie, realiseren we kostenbesparingen en betere onderhoudsplannen. Samen met onze
klanten werken we aan alle soorten onderhoud, van kleine reparaties tot grootschalige verduurzaming.”
Met de overname van de onderhoudstak van Bumé breidt Hagemans haar team Service & Onderhoud uit naar 75 medewerkers en 50 bussen, actief in de regio Arnhem/Nijmegen en Betuwe/ Tiel.
HAGEMANS IS ONDERDEEL VAN NOK.5 NOK.5 combineert de kracht van lokaal sterk verankerde bedrijven met de gebundelde expertise en grootschalige slagkracht van een landelijke groep. Met visie, vakmanschap én maatschappelijke betrokkenheid verduurzamen en onderhouden we woningen, wijken en regio’s. Hagemans is het regiobedrijf voor midden en Oost-Nederland. Samen bouwen we aan een betere toekomst. «
Aannemersbedrijf Jan Oosterhout B.V. en Treetek werken samen aan de realisatie van Slingerbos, een duurzaam woningbouwproject, in Huissen. De samenwerking tussen beide bedrijven is een concept en combinatie van traditioneel en duurzaam bouwen. En dat gaat prima samen.
Aannemersbedrijf Jan
Oosterhout B.V. is een familiebedrijf uit Wijchen. “Ons bedrijf houdt zich bezig met nieuwbouw - woningbouw en utiliteitsbouw, maar ook projectontwikkeling. Daarnaast bieden we ook de mogelijkheid voor verbouwingen en renovaties aan”, opent Joris-Jan Oosterhout, directeur- eigenaar en de derde generatie aan het roer.
“Als bedrijf zijn we altijd in ontwikkeling. Als erkend leerbedrijf investeren we in het leren werken met nieuwe technieken en methoden die het vakmanschap van onze medewerkers bevorderen. Ooit als timmerbedrijf begonnen, hebben we ons ontwikkeld tot een allround ontwikkelende aannemer. Het bewijst dat we er gericht aan werken om ons vakmanschap en onze manier van werken aan te laten sluiten
bij de ontwikkelingen op en de vraag vanuit de markt. Daar hoort ook bij dat we partnerschappen aangaan met bedrijven die toegevoegde waarde hebben voor de bouwprojecten en -concepten waar we als aannemer bij zijn betrokken.”
Vanuit die gedachten kwamen aannemersbedrijf Jan Oosterhout B.V. en Treetek tot samenwerking bij het project Slingerbos in Huissen. Treetek, een nog jong bedrijf dat is gevestigd op het Arnhemse bedrijventerrein IPKW, is gespecialiseerd in houtbouw. Bob Elzen, algemeen directeur, schetst het profiel: “We zijn een houtbouwer die wil bijdragen aan een nieuwe bouwcultuur. Schoon, betaalbaar en snel. Wij adviseren, construeren, engineeren en realiseren seriematig en maatwerk-casco’s, van
woningen tot parkeergarages. We rekenen alle houten onderdelen vroeg in de projectfase helemaal door en laten houten wanden en vloeren prefabriceren door gecertificeerde partnerbedrijven. Hierdoor kunnen we op locatie snel werken.”
SAMEN BOUWEN
De manier van bouwen van aannemersbedrijf Jan Oosterhout B.V. en Treetek vullen elkaar bij het project Slingerbos perfect aan. Het nieuwbouwproject van Stelis Vastgoedontwikkeling B.V. bestaat uit zestig woningen. Optisch lijkt de wijk deel te zijn van de aangrenzende ecologische zone. Er wordt klimaatadaptief en natuurinclusief gebouwd, met slimme waterbergingen, wadi’s en groene zones. Hoofdaannemer van het project
Slingerbos is aannemersbedrijf Jan Oosterhout B.V. “Wij zijn een traditionele bouwer. We werken met prefab beton of kalkzandsteen”, zegt Joris-Jan Oosterhout. “Daar ligt onze expertise. Houtbouw is echter een substantieel deel van de nieuwbouw. En dus zochten, en vonden, wij in Treetek een partner die heeft bewezen seriematig en kwalitatief hoogwaardig te kunnen bouwen met hout.”
Aannemersbedrijf Jan Oosterhout B.V. legt de fundering en de vloeren op de begane grond. Treetek bouwt vervolgens het houten casco op, alle dragende binnenwanden, de verdiepingsvloeren en het platte deel van het hoofddak. Deze houten bouwdelen zijn gemaakt van CLT (Cross Laminated Timber). Vervolgens worden, nadat het schuine dak is geplaatst, door aannemersbedrijf Jan Oosterhout B.V. de buitenmuren traditioneel met bakstenen gemetseld en het dak bekleed met pannen.
“Het is echt een samengaan van twee bouwmethoden”, merkt Bob Elzen op. “Het is een bijzondere combi, maar wel een die werkt en navolging verdient. Treetek is geen ‘ideologische’ bouwer in die zin dat houtbouw altijd de enige en beste oplossing is. Je moet per bouw bekijken wat uit oogpunt van efficiency, techniek, snelheid, kosten en milieuwinst gepast is. In Slingerbos is dat het concept dat bestaat uit de combinatie van traditionele bouw met houten gevelkozijnen en bakstenen voor de schil en houtbouw voor de binnenbouw.”
LOGISTIEK
Zowel de bouwmethodiek van Treetek als het materiaal -CLT- heeft een aantal voordelen. “Logistiek zit het proces strak in elkaar”, aldus Joris-Jan Oosterhout. “De juiste opeenvolging van stappen is cruciaal voor de voortgang. Wij starten met de funderingen en de begane grondvloeren, dan volgt de opbouw van het CLT casco. Die houten prefab bouwdelen komen gefaseerd aan op de bouwplaats, in afstemming met de assemblageploeg. Zo kan Treetek snel monteren. Gemiddeld duurt de opbouw van het hele casco ongeveer anderhalf tot twee dagen, de vrijstaande woning drie dagen. Wanneer een casco is geassembleerd komen onze medewerkers of collega’s die starten
met het opmetselen en afbouwen van de buitenschil.”
“Behalve snel werken we ook stil, want er is enkel een hijskraan en handgereedschap nodig om het casco op te bouwen”, aldus Bob Elzen. “De keuze voor hout in dit project heeft te maken met de voordelen van het materiaal; hout heeft van nature een hoge isolatiewaarde en zorgt voor een comfortabeler binnenklimaat. En hout zorgt voor continue CO² opslag.”
“In Nederland zijn we verleerd met hout te bouwen, maar dat verandert. Vaak vragen mensen naar de veiligheid wat betreft constructie of brandgevaar. CLT is sterk genoeg om constructief in de volle breedte toe te passen, bovendien heeft het een hogere constructieve brandveiligheid dan beton en staal.”
“Gelet op de milieu impact van de traditionele bouwmethoden, ontstaat er ruimte voor het werken met nieuwe methodieken en materialen. In de nabije toekomst zal hout een normaal bouwkundig materiaal zijn. Bovendien een materiaal dat hernieuwbaar is, CO2 opslaat, snel bouwen mogelijk maakt, faalkosten vermindert, demontage,
hergebruik en recycling mogelijk maakt”, somt Elzen een rits voordelen op. Oosterhout knikt instemmend. “We werken samen stapsgewijs toe naar een omslag, met inbreng van ieders expertise op zijn gebied.” «
ONTWIKKELAAR: STELIS VASTGOEDONTWIKKELING B.V.
Markt 2A, 3621 AB Breukelen
Telefoon: 0294 24 40 00 info@stelis.nl www.stelis.nl
HOOFDAANNEMER:
AANNEMERSBEDRIJF JAN OOSTERHOUT B.V.
Bijsterhuizen 51-15, 6604 LX Wijchen
Telefoon: 024 641 32 68 info@janoosterhoutbv.nl www.janoosterhoutbv.nl
HOUTBOUWER: TREETEK
Westervoortsedijk 73 HB, 6827 AV Arnhem
Telefoon:. 026 303 23 34 info@treetek.nl www.treetek.nl
Burgers’ Zoo, Arnhem • 20 november 2024
Maak de sprong naar waardegedreven organiseren! Hoe kom je van duurzaam denken naar duurzaam ondernemen en doen? Het congres Van Winst naar Waarde richt zich op de cruciale transitie naar waardegedreven en toekomstgericht ondernemen. Ontdek nieuwe businessmodellen, focus op waardecreatie en nieuw leiderschap. Laat je inspireren door de verhalen en praktijkvoorbeelden op dit congres en krijg tools om duurzame ontwikkelen te bereiken in jouw organisatie. Werk mee aan een nieuw perspectief waarin bedrijven en organisaties werken aan winst en welzijn voor mens en planeet.
Meer informatie en aanmelden www.verhaalmetimpact.nl/vanwinstnaarwaarde
Met o.a.
Caroline Koetsenruijter, Dolf Jansen en Kees Klomp
Met o.a. Jan Jonker, Jitske Kramer en Reint Jan Renes
Landgoed De Horst, Driebergen • 10 december 2024
Lever een bijdrage aan een positieve en inclusieve bedrijfscultuur! Kom naar Gewenst Gedrag in één dag en laat je inspireren door verhalen over moreel gedrag, de ethiek van je bedrijf, inclusie, duurzaamheid en hoe we giftig gedoe op de werkplek kunnen voorkomen en aanpakken. Wil je de bedrijfscultuur binnen jouw organisatie behouden of verbeteren, dan wil je deze dag niet missen.
We gaan in op de belangrijkste aspecten van een gezonde werkvloer, aan de hand van een gevarieerd programma met tools en inzichten die je nodig hebt om duurzame verandering te realiseren binnen de organisatie.
Meer informatie en aanmelden www.verhaalmetimpact.nl/gewenst-gedrag
Patricia Weijmans en Marieke Hulstijn zijn ervaren advocaten, maar beginnende ondernemers. Sinds 1 februari 2024 hebben zij hun eigen advocatenkantoor in het Journey Offices gebouw aan het Velperplein in Arnhem. Een hele fijne werkplek in de bruisende binnenstad van Arnhem. De advocaten van ULTEAM advocaten zijn (inmiddels) echte Arnhemse meisjes. Patricia is in Arnhem geboren en getogen, Marieke is na haar studie vanuit Groningen naar Arnhem verhuist om bij Dirkzwager Legal & Tax te gaan werken. Voordat Patricia en Marieke samen ULTEAM advocaten begonnen, waren ze bijna zes jaar collega’s en kamergenoten. Ze weten dus heel goed wat ze aan elkaar hebben.
ULTEAM advocaten is gedreven, ervaren, praktisch, betrokken, betrouwbaar, persoonlijk, no-nonsense en oplossingsgericht. Wij vormen, zowel met elkaar als met onze cliënten, het ultieme team. Dat is onze kracht, dat is ULTEAM advocaten. Wij onderscheiden ons door onze persoonlijke benadering. We zijn iedere keer weer trots als ondernemers of particulieren een kwestie aan ons toevertrouwen. We hechten grote waarde aan het opbouwen van zinvolle relaties. Daarbij hoort uiteraard dat wij een goede relatie opbouwen en onderhouden met onze cliënten. Met onze cliënten werken we toe naar het beste resultaat, waarbij we verder kijken dan alleen de juridische (on)mogelijkheden.
Wij zijn gespecialiseerd in het arbeidsrecht en sociaal zekerheidsrecht. Wij helpen onze klanten met alle arbeidsrechtelijke onderwerpen, zoals
(langdurige) arbeidsongeschiktheid, disfunctioneren, ontslag en reorganisaties. Wij kunnen de ultieme sparringpartner zijn, maar we kunnen ook alles uit handen nemen. Ook hebben we ervaring met interim opdrachten, in verschillende vormen. Wij hebben vaak korte lijnen met HR managers, HR adviseurs, bedrijfsjuristen en casemanagers. Onze adviezen zijn praktisch en oplossingsgericht, zodat je hiermee snel verder kunt. Waar mogelijk proberen wij lange juridische trajecten te voorkomen. Arbeidsrecht gaat over échte mensen en organisaties en iedere situatie is anders, dus wij streven naar maatwerk. Voor wat betreft het sociaal zekerheidsrecht helpen wij ondernemers vooral als werknemers in de Ziektewet of WIA belanden. Het UWV kampt met enorme tekorten waardoor er regelmatig iets mis gaat. Het is dan belangrijk om beslissingen van het UWV goed te laten controleren. Daarmee kan
veel geld worden bespaard. Ook geven wij regelmatig in-house trainingen en kennissessies over onderwerpen gerelateerd aan het arbeidsrecht en sociaal zekerheidsrecht.
Voor veel ondernemingen zijn wij al een ‘huisadvocaat’, onze klanten weten wat ze aan ons hebben. Benieuwd naar wat wij voor jouw organisatie kunnen betekenen? Neem dan contact met ons op en kom een ULTEAMe kop koffie drinken om kennis te maken. Afhankelijk van de behoefte, kunnen wij onze dienstverlening op maat maken. «
ULTEAM ADVOCATEN
Patricia Weijmans & Marieke Hulstijn-Botter patricia@ulteamadvocaten.nl marieke@ulteamadvocaten.nl www.ulteamadvocaten.nl