gelezen
16
JULI 2011
het laatste vroegmoderne element uit de havenwijk die het Scheldekwartier was. De aanstaande herontwikkeling van de wijk betekent een omgekeerde transformatie, waarbij de Ihavenl industrie verdwijnt en het karakter van woonwijk terugkeert, inclusief het dok van Perry dat zal worden vrijgelegd en opgeno men binnen de nieuwbouw. On'bedoeld hebben de grotendeels op plaatfunderingen geconstrueerde havenloodsen het bodemarchief in grote delen van het Scheldekwartier lange tiJd beschermd. Dit gegeven is essentieel geweest voor de zeggingskracht van de onderzoeks resultaten en daarmee voor het succes van de opgraving. Het veldwerk is uitgevoerd in vijf deelgebieden, waarin twee opgra vingsvlakken zijn aangelegd. In het eerste vlak zijn gebouwstruc turen I'bouwhistorische elementen'J gedocumenteerd en het tweede vlak diende ter documentatie van 'afvalcontexten' be staande uit beerbakken, tonputten en vondstlagen. Door middel van historisch onderzoek konden van veel opgegraven percelen eigenaren en bewoners worden achterhaald, soms teruggaand tot het begin van de 17de eeuw. In de beschrijving van grond sporE~n en structuren, het eerste gedeelte van hoofdstuk 4,
worden de historische gegevens, overwegend bestaande uit
het feit dat van u~ -~ ;='~=_"::="-:= :-J5lCOmplexen er 37 uit het laatste kwan .=- := - .:':" _ : :=, --je eeuw stammen en slechts twee Uil C5 '::~ ,,- ~,=- _ - :'= 'cde eeuw. Van de 'vier eeuwen leven' ',',25--55- := . ~= 5- -,,: Doek verwijst beslaat
persoonsnamen, in een aantal tabellen gepresenteerd. Een duidelijke koppeling tussen historische en archeologische gege
dit hoofdstuk d05 : ",-=,;=-: ==- -'5,s,jei klein gedeelte van
yens blijkt echter slechts in een klein aantal gevallen te kunnen
circa 125 jaar. T'NE5 .r: :,- '.= :.=:-..:=..: '-"eke vondsten verdienen
worden gemaakt en terecht wordt dan ook gesteld dat in de
een aparte vermeld
meeste gevallen verder historisch onderzoek nodig is. Storend
I'taliaanse faience Uit -E: 5:=_,5- 5- _s:nardo Bettissi in Faenza
zijn de foute perceelsverwijzingen in het bijschrift bij tabel 4.2,
11564-1593] en 55'l ::'-: .5- _':::5-S kutaniporselein uit de
4.5 en 4.16. De beperkte mate van kruisbestuiving tussen arche
peri ode 1620-1640. .sas:;5- ':5- ~5 pOfseleinsoort was voor behouden aan de elite ,,;or -5: -:' ,'31 oe shogun. Niet alleen
ologische en historische informatie doet enige afbreuk aan het interdisciplinaire karakter van het onderzoek dat de publicatie wil uitdragen.
r; -=-=,_..s,=- ;esjgneerde voetschaal van
hoofdstuk 4 is trouwens
[)r~:~ ~ .e~5(J3ar;
voor de publicatie in
het algemeen geldt dal oe :;o,;5-t ';;,c-::(l s geschreven. Zelfs 'taaie' stukken als de beschrijving vail ;roncfsporen en structuren die
Dit minpunt wordt echter gecompenseerd in het tweede gedeelte van hoofdstuk 4, het letterlijke en figuurlijke hart van
vele verwijzingen naar spoomummers en maataanduidingen bevat zijn hierdoor redelijk vlot door te komen.
deze monografie, dat wordt gevormd door de presentatie van de materiele cultuur, de 'roerende goederen·. De beschrijving van
Tot zover het Leven van de vroegmoderne bewoners van het
mobiele vondsten per materiaalcategorie en van 40 geselecteerde
Scheldekwartier. Dood en sterven komen aan bod in het ruim
contexten beslaat in totaal bijna 220 pagina's. In de contextuele
75 pagina's tellende hoofdstuk 5, getiteld ·Sterven'. Hierin worden
presentatie wordt de materiele cultuur in brede zin, van aarde
begravingen gepresenteerd afkomstig uit en rond twee kerken
werk tot darmparasieten, op prettig leesbare wijze samen
in het onderzoeksgebied. Het betreft de tussen 1585 en 1593
hangend besproken. Waar mogelijk wordt ook historische
gebouwde Engelse kerk en de Waalse kerk die in ieder geval
informatie ingebracht. ledere beschrijving eindigt met een
in 1633 wordt vermeld. Verder is ook de 19de-eeuwse gere
conclusie die met name poogt iets te zeggen over de sociaal
formeerde kerk onderzocht; hierin of hierbij werd echter niet
economische context waarin het betreffende vondstcomplex tot
beg raven. De in en rond de Engelse en de in de Waalse kerk
stand is gekomen. Deze werkwijze verduidelijkt goed dat de op abstracte mobiele vondsten en monsterresiduen
aangetroffen graven stammen merendeels uit de laatste gebruiksfase, namelijk de peri ode 1770-1820. Teneinde een
gezamenlijk het resultaat zijn van menselijke activiteiten en deze
populatie te bereiken die een ruimere tijdsperiode beslaat zijn
zich nogal
op hun beurt weerspiegelen. Sterk aan dit fraai ge'(llustreerde
bij het fysisch-antropologische onderzoek ook skeletten betrok
gedeelte van de publicatie is dat het toont hoe complex het
ken die in 2003 zijn opgegraven op de Oude Markt, bij de Sint
herleiden van sociaal-economische aspecten uit archeologische
Jacobskerk in het centrum van Vlissingen. Deze begravingen
bronnen is en dat veelal geen sprake is van een op een relaties tussen vondsten en deze aspecten; juist ge'I'ntegreerd onderzoek
bestrijken de periode van de 14de eeuw tot vermoedelijk circa 1590. Duidelijk is dat de mensen die, meestal in grafkelders,
naar de diverse archeologische informatiebronnen is een vereiste.
binnen de Engelse'en Waalse kerk werden begraven sociaal
Een kanttekening die moet worden geplaatst bij hoofdstuk 4 is
economisch beter gesitueerd waren dan degenen die op het