Auschwitz Bulletin, 2014, nr 04

Page 1

Jaargang 58, nr. 4, december 2014

Onze plannen voor het Holocaust Namenmonument Nederland kunnen op veel bijval rekenen. Wat de definitieve locatie wordt, is afhankelijk van de beslissing van B&W van Amsterdam. Het is van belang dat het namenmonument: • in onze hoofdstad komt • in het Joods Kwartier in Amsterdam komt • in de openbare ruimte staat, op een prominente plek, bereikbaar voor iedereen die de namen wil lezen en aanraken • op een steenworp afstand ligt van de Hollandsche Schouwburg • een eenheid vormt met het Spiegelmonument ‘Nooit Meer Auschwitz’ We roepen de gemeente Amsterdam op om haast te maken met de beslissing, zodat ook de laatste overlevenden dit monument nog kunnen bezoeken.

Het Nationaal Holocaust Namenmonument moet er nú komen. Uw steun is keihard nodig!

Uw steun is een krachtig signaal dat het Holocaust Namenmonument er NU moet komen; door het adopteren van namen zal de totstandkoming van het monument voor een groot deel worden gefinancierd. <l e e s m e e r o p b l a dz i j d e 7>

www.namenmonument.nl


2 Inhoud

3 4 7 8 9 10

12

13 16 11

Auschwitz Bulletin

Actueel Nationale Holocaust Herdenking 2015 Nooit meer Auschwitz Lezing 2015 / Ellen Lock Het Namenmonument nú Herdenken ‘Een brief aan mijn kleindochter Raklie’ / Zoni Weisz Herdenking en belofte / Claudia Roth Heinz (Henk) Frank, een onbekende Joodse oorlogsheld (2) / Awraham Meijers Column Verstrooid over de vier hoeken der aarde / Awraham Meijers Cultureel / Boekbespreking De oorlog in het museum / Theo van Praag Recent verschenen / Marjon de Klijn Berichten Stolpersteine in Oldenzaal

Voor de inhoud van de artikelen die ondertekend zijn is alleen de auteur verantwoordelijk. Overname van artikelen is toegestaan,

58ste jaargang, nr. 4, december 2014. Verschijnt 4x per jaar

Een ongewilde windstilte In dit nummer opgavekaart voor de Nationale Holocaust Herdenking 2015 en reserveren toegang voor de Nooit Meer Auschwitz-lezing 2015 Het afgelopen jaar is voor het Nederlands Auschwitz Comité gekenmerkt door de activiteiten rond het initiatief van de Namenwand. In het vorige nummer is er een mooi overzicht van gegeven. Nu lijken we in een soort windstilte terechtgekomen. Dat was niet de bedoeling en het is zeker niet de wens van het Comité. Het is een ongewilde windstilte. Van belang is dat de vaart om de Namenwand te realiseren er in blijft. Daarom heeft het bestuur in de rubriek Actueel de kenmerken waaraan de Namenwand moet voldoen voor ieder nog eens kort en helder uiteengezet. Met daaraan gekoppeld de nadrukkelijke wens om met de ondersteuning van het initiatief te blijven doorgaan. Juist nu, om de windstilte te doorbreken.

mits met toestemming van de auteur en de redactie.

Toezending van het Auschwitz Bulletin (4 afleveringen per jaar) kan men aanvragen - via www.auschwitz.nl/bulletin/abonnement - per email info@auschwitz.nl - per post Nederlands Auschwitz Comité, Postbus 74131, 1070 BC Amsterdam - per telefoon 020 – 6003455 Portokosten per jaar: binnenland € 15,00 / in Europa € 20,00 / buiten Europa € 25

De activiteiten van het Nederlands Auschwitz Comité worden mede mogelijk gemaakt door het vfonds met middelen uit de Nationale Postcode Loterij, de BankGiro Loterij en Lotto. Uw deelname aan deze loterijen wordt daarom van harte aanbevolen.

Voor de belangrijke evenementen die altijd in de maand januari plaatsvinden: de Nationale Holocaust Herdenking bij het Spiegelmonument ‘Nooit Meer Auschwitz’ in het Wertheimpark en een paar dagen daarvoor de Nooit Meer Auschwitz Lezing, staan aan het begin van deze rubriek ook weer de twee traditionele inleidingen. Eerst het programma van de Herdenking en vervolgens een interview met Abram de Swaan, die nu de Lezing houdt. Voor de lunchbijeenkomst, die na de Herdenking in Hotel Casa 400 Amsterdam plaatsvindt, en voor de Lezing in het Koninklijk Instituut voor de Tropen vindt u de mogelijkheid tot opgave in dit nummer. De Herdenking in het park is natuurlijk voor alle belangstellenden vrij toegankelijk. In augustus werd in Auschwitz herdacht dat zeventig jaar eerder het kamp van de Sinti en Roma, het zogenaamde ‘Zigeunerlager’, ontruimd is. Van de plechtige internationale bijeenkomst wordt verslag gedaan in de rubriek Herdenken. En verder in die rubriek het tweede deel van de wederwaardigheden van de uit Wenen gevluchte Jood die in Nederland verzetsstrijder werd. De Column vormt als het ware een scharnier tussen deze rubriek en enkele daarna volgende boekbesprekingen tot besluit van dit nummer. Eerst een uitgebreide recensie van het boek over de grote studie die is ingesteld naar de breed geschakeerde weergave van ‘de oorlog’ in musea. Vervolgens twee kortere boeksignaleringen in de rubriek Recent verschenen.– H.S.


3

Actueel

Nationale Holocaust Herdenking 2015 Zondag 25 januari 2015 Op 27 januari 2015 zal het zeventig jaar geleden zijn dat het concentratie- en vernietigingskamp Auschwitz werd bevrijd. De VN hebben 27 januari uitgeroepen tot Holocaust Memorial Day. Deze dag staat symbool voor het Herdenken en is ter nagedachtenis van alle slachtoffers van de Holocaust. In Nederland wordt de bevrijding ieder jaar herdacht op de laatste zondag van de maand januari. Het Nederlands Auschwitz Comité organiseert op zondag 25 januari 2015 de Nationale Holocaust Herdenking bij het Spiegelmonument ‘Nooit Meer Auschwitz’ in het Wertheim­ park te Amsterdam, gevolgd door een lunchbijeenkomst in Hotel Casa 400 Amsterdam.

Herdenking Vanaf 10.00 uur bent u welkom in het Stadhuis van Amsterdam, ingang Amstel. Om 11.00 uur vertrekt vanaf het Stadhuis de Stille Tocht naar het Wertheimpark. De herdenking begint om 11.30 uur met een toespraak door de burgemeester van Amsterdam waarna het Jizkor en Kaddisj worden uitgesproken. Hierna is er gelegenheid voor organisaties en particulieren hun kransen en bloemen bij het monument te leggen. Voor diegenen die slecht ter been zijn, zijn in het Wertheimpark zitplaatsen aanwezig. Om kracht bij te zetten aan het belang van de doelstelling ‘Nooit Meer Auschwitz’ is een grote opkomst, als een signaal naar recente ontwikkelingen, van buitengewone betekenis. Dus is niet alleen uw deelname maar ook die van uw kinderen, familie, vrienden en kennissen, meer dan ooit van grote waarde.

Programma samengevat: 10.00 uur: verzamelen voor de Stille Tocht in het Stadhuis van Amsterdam, hoofdingang aan de Amstelzijde 11.00 uur: begin Stille Tocht naar het Wertheimpark 11.30 uur: Herdenking bij het Spiegelmonument ‘Nooit Meer Auschwitz’ 12.15 uur: vertrek van bussen naar Hotel Casa 400 Amsterdam 12.30 uur: zaal in Hotel Casa 400 Amsterdam open 13.00 uur: begin lunchbijeenkomst 15.30 uur: einde lunchbijeenkomst

Bestellen Voor het reserveren van plaatsen voor de lunchbijeenkomst verzoeken wij u de in dit blad opgenomen kaart vóór 16 januari 2015 op te sturen naar: Nederlands Auschwitz Comité Postbus 74131 1070 BC Amsterdam Wij verzoeken u het totaalbedrag gelijktijdig met het opsturen van de kaart, over te maken op rekening: NL53ABNA0414646282 t.n.v. Nederlands Auschwitz Comité, Amsterdam (graag alleen deze rekening gebruiken), onder duidelijke vermelding van uw naam en het aantal lunches. Kaarten kunnen wij pas versturen na ontvangst van uw betaling.

Lunchbijeenkomst De lunchbijeenkomst vindt na de herdenking plaats in Hotel Casa 400 Amsterdam, Eerste Ringdijkstraat 4, 1097 BC Amsterdam. Deelnemers kunnen gebruik maken van het gratis busvervoer van het Wertheimpark naar Hotel Casa 400 Amsterdam. Gastspreker dit jaar is Ad van Liempt. Maarten Peters zingt een aantal liederen uit de cyclus Bevroren tranen tegen een decor van speciaal voor deze bijeenkomst gemaakte filmcollages. De zaal in Hotel Casa 400 Amsterdam gaat om 12.30 uur open. De lunchbijeenkomst begint om 13.00 uur. Evenals voorgaande jaren zijn wij genoodzaakt u voor de lunch een bijdrage in de kosten te vragen van € 12,50 en voor een kosjere lunch € 15,- . De wijze van bestellen vindt u bij deze aankondiging. De lunchbijeenkomst heeft altijd een informeel karakter en is bestemd voor iedereen! Standaard is de boekentafel aanwezig, waar men boeken over o.a. de Holocaust en herdenken in het algemeen kan aanschaffen.

(foto © D.P.H. Spits)

Auschwitz Bulletin 58, nr. 4, december 2014


4 Actueel

Nooit meer Auschwitz Lezing 2015 Nooit meer zoiets verschrikkelijks als Auschwitz Ellen Lock Voor de twaalfde keer organiseert het Nederlands Auschwitz Comité, in samenwerking met het NIOD, instituut voor oorlogs-, holocaust- en genocidestudies en de Sociale Verzekeringsbank (SVB), de Nooit Meer Auschwitz Lezing. De lezing vindt plaats op woensdag 21 januari 2015 in het Koninklijk Instituut voor de Tropen te Amsterdam. De lezing wordt gehouden door Abram de Swaan, socioloog en emeritus universiteitshoogleraar sociale wetenschap aan de Universiteit van Amsterdam. Hij ontvangt bij deze gelegenheid ook de Annetje Fels-Kupferschmidt Onderscheiding. De onderscheiding draagt de naam van Annetje Fels-Kupferschmidt, die het vernietigingskamp Auschwitz overleefde en tien jaar na de oorlog, samen met andere overlevenden van de kampen, het Nederlands Auschwitz Comité oprichtte. Het toen verwoorde doel ‘Nooit meer Auschwitz’ is nog steeds leidend. Ter introductie van de lezing, die in het Nederlands gehouden wordt, heeft Ellen Lock, verbonden aan de afdeling Verzetsdeelnemers en Oorlogsgetroffenen van de SVB, Abram de Swaan voor het blad Aanspraak (aflevering december 2014) geïnterviewd.

Herdenking De Lezing wordt jaarlijks georganiseerd rond de Internationale Holocaust Herdenking. Hoe herdenkt u en waar? ‘Met de Internationale Holocaust Herdenking op 27 januari, de dag waarop Auschwitz is bevrijd door de Russen, heb ik nog vrij weinig. Persoonlijk heb ik meer met de Herdenking op 4 mei. Dan probeer ik altijd bij het Ravensbrück-monument te zijn, omdat ik sommige verzetsheldinnen die Ravensbrück hebben overleefd goed heb gekend. Ik vind het altijd een mooie herdenking en een schitterend monument. Ook de tekst erop spreekt me enorm aan: “Voor haar die tot het uiterste neen bleven zeggen tegen het fascisme.” Ik probeer dan twee minuten stil te zijn, maar na een minuut gaan mijn gedachten toch waar ze willen. De afgelopen tien jaar heb ik mij in het onderwerp “genocide” verdiept en herdacht als het ware iedere dag.

Auschwitz Bulletin 58, nr. 4, december 2014

Tekst op het monument van de Vrouwen van Ravensbrück in Amsterdam (foto Elly Waterman)

Op 8 januari 1942 ben ik geboren in Amsterdam. In mijn eerste levensjaren was ik ondergedoken bij een gezin in Beverwijk en mijn ouders zaten in Amsterdam. Zij zagen mij pas na de oorlog weer. Mijn onderduikouders en pleegzusje bleef ik ook daarna bezoeken tot hun dood. Ik had grote bewondering voor hen en in het bijzonder voor mijn in 1942 negenjarige onderduikzusje. Zij kon liegen als de beste wanneer Duitse soldaten mij, “haar babybroertje”, vertederd uit de kinderwagen haalden. Mijn ouders en ik hebben ongelofelijk geluk gehad. Met deze achtergrond besef ik temeer dat ik bijna zeventig jaar in vrede, welvaart en vrijheid heb geleefd. Na de oorlog kreeg ik een zusje, Carrie, aan wie ik mijn recente boek Compartimenten van vernietiging heb opgedragen. In ons gezin werd niet zozeer over de oorlog of over gevoelens gesproken, maar vooral over politiek. In de leus Nooit meer Auschwitz zit eigenlijk al een vergelijking met toekomstige rampen. Ze impliceert ook dat we nooit meer zoiets verschrikkelijks als Auschwitz willen, maar niet goed weten hoe dat te voorkomen. Vrijwel iedereen wil dit nooit meer en toch zijn er inmiddels helaas nog vele genocides geweest. Maar wanneer we over het ultieme kwaad proberen na te denken, dan associëren we dat altijd met Auschwitz.’


5

Actueel

Identificatie In uw boeken over genocide gaat het veel over identificatie. Waarmee identificeert u zich? ‘Ik voel mij Amsterdammer, Nederlandstalige, Jood en wereldburger. Ik vind het belangrijk om te blijven denken dat er maar één menselijke soort is en dat wij allen wereldburgers zijn. Ik ben antireligieus opgevoed, maar sta nu open tegenover religie, vooral het Jodendom, en beleef daar op een afstand plezier in. Ik voel een aanslag op Joden waar dan ook enigszins als een aanslag op mijzelf. Ik voel me verbonden met heel veel Joden en met sommigen helemaal niet. Des te meer bewondering heb ik voor de Joden en Palestijnen die in Israël en Palestijns gebied de democratie en de rechtsstaat proberen te bevorderen.’ Vanwaar uw wetenschappelijke belangstelling als socioloog voor het onderwerp genocide? ‘Om de tien jaar verander ik van onderwerp, zoals een slang van huid verwisselt. Vijfentwintig jaar geleden hield ik me bezig met de verzorgingsstaat en dat leidde tot een boek: Zorg en de Staat. Het boek dat ik nu geschreven heb zou ook Moord en de Staat kunnen heten, achteraf een logisch vervolg. Ik zag dat er wel veel historische studies over genocide waren verschenen, maar dat er nog geen dwarsverbanden met andere sociale wetenschappen waren gelegd. Ik bekijk een onderwerp graag vanuit verscheidene perspectieven. In mijn twee laatste boeken probeer ik tot een beter begrip te komen van wat nu als het grootste kwaad beschouwd wordt: massamoord. Ik wil proberen te doorgronden hoe het mogelijk is dat grote groepen van georganiseerde en gewapende mensen, meestal jonge mannen, binnen een bepaald tijdsgewricht plotseling overgaan tot het doden van ongewapende en ongeorganiseerde en dus weerloze medemensen waar ze vaak eerst schijnbaar vreedzaam mee samenleefden. De aanleiding voor mijn recente boek ‘Compartimenten van vernietiging’ was dat mijn promotor Nico Frijda, hoogleraar psychologie, mij vroeg: “Hoe komt het dat mensen zulke sterke gevoelens hebben voor mensen die ver weg leven en die ze vaak helemaal niet kennen?” En daarmee ging ik aan de slag. De terreur werkt met intimidatie en zonder informatie. De mensen wisten tijdens de Tweede Wereldoorlog niet precies wát er gebeurde, maar ze wisten dát er iets gruwelijks plaatsvond. De Jodenmoord voltrok zich achter de coulissen, op plaatsen zo ver mogelijk van de bewoonde wereld. Maar haast iedereen kon wel het een en ander vermoeden.’

Het ‘Wij-Zij’ denken U heeft het in uw recente werken over het verschijnsel “wij-zij”. Waar doelt u dan op? ‘Mensen hebben de neiging een indeling te maken tussen wij en zij. “Wij” is de eigen groep waarin men zich herkent - daar speelt de “identificatie”. “Zij”, dat zijn de anderen, die zijn vreemd, anders, minder - daar werkt de “desidentificatie”. In de loop van de mensheidsgeschiedenis zijn de kringen van identificatie en dus ook van desidentificatie steeds omvangrijker geworden, van dorpen naar hele natiestaten. Aan “de anderen” worden al snel slechte eigenschappen toegeschreven.

Abram de Swaan (foto Boris de Swann) Manipulatieve leiders kunnen daar gebruik van maken en aanzetten tot haat en vervolgens tot wandaden die in verhevigde vorm tot volkerenmoord kunnen leiden.’

Hoe kon het gebeuren? Hoe kan massamoord plaatsvinden in eigentijdse samenlevingen? ‘Sluimerende tegenstellingen worden bijna altijd geactiveerd door een regime en kunnen dan leiden tot uitsluiting van de gedoodverfde groep. Sociale klassen worden tegen elkaar opgezet. De moordenaars denken dat ze in opdracht van hun meerderen ongestraft hun gruweldaden kunnen bedrijven. En dat is ook bijna altijd zo: massamoordenaar is het veiligste beroep op aarde. Kern van de zaak is dat massale vernietiging het eindresultaat is van een proces van voortschrijdende afzondering van de “doelgroep” uit de rest van de samenleving, een proces van “compartimentalisering” op alle niveaus. Een fanatiek regiem werkt als de drijvende kracht in die ontwikkeling, door haatpropaganda en voortschrijdende uitsluiting en isolering van het doelwit. Naarmate de haat feller wordt krijgen mensen steeds heftigere opinies over de gedoodverfde groep en denken ze in de trant van “zij krijgen hun verdiende loon!”. Op die manier is het al makkelijker om moordenaars te rekruteren, juist omdat die andere groep door het regime wordt buitengesloten en als onmenselijk wordt afgeschilderd. Behalve het psychische buitensluiten is er ook vaak sprake van een fysiek buitensluiten: de gehate groep wordt uitgesloten van onderwijs, openbaar vervoer, etcetera, en dan wordt het moorden op afgebakende plaatsen georganiseerd. Liefst ver weg en onzichtbaar, zodat de overige bevolking kan voorwenden dat ze “van niets weet” en de moordenaars in een apart domein van de samenleving kunnen functioneren en daarbuiten kunnen doen alsof er niets is gebeurd. Ik noem die afgebakende en vaak verafgelegen plaatsen de “compartimenten van vernietiging”. Soms wordt er gemoord in het zicht van de omstanders, maar ook dan vindt er een soort rituele afbakening plaats om de moordpartij te scheiden van “het gewone leven”.’

Auschwitz Bulletin 58, nr. 4, december 2014


6 Actueel

Kenmerken van daders Waarom kan de een wel moorden en de ander niet? ‘Het denken hierover is lang blijven hangen bij de spinsels van filosofe Hannah Arendt over de zaak Eichmann en bij de uitslagen van het gehoorzaamheidsexperiment van psycholoog Stanley Milgram uit de jaren zestig. Bij Milgrams experiment gaf twee derde van de deelnemers op commando steeds zwaardere stroomstoten aan een ander, maar één derde van de deelnemers weigerde dit te doen. De alom aangehangen mening, ook nu nog, is dat doodgewone mensen onder buitengewone omstandigheden buitengewone misdaden kunnen begaan. En dat is ook zo, veel meer dan men vijftig jaar geleden dacht. Maar veel van de argumentatie blijkt achteraf geen steek te houden. Er zijn altijd ook de weigeraars. De moordenaars vormen een heel klein percentage van de bevolking, en slechts een heel klein deel van hen is ooit vervolgd. Wat we weten komt vooral van die rechtszaken, waar ze zich voordeden als de vermoorde onschuld die van niets wist. Ik heb geprobeerd de verzinsels te weerleggen en het wetenschappelijk bewijsmateriaal van Milgram en Browning heel nauwkeurig te ontrafelen.’ Wat is dan wel het daderprofiel van een massamoordenaar? ‘Of iemand een massamoordenaar wordt, hangt niet alleen af van de situatie, maar ook van zijn specifieke persoonlijkheid. Niet iedereen is bereid tot moord over te gaan. Massamoordenaars zijn veelal gehoorzaam aan hun meerderen, loyaal aan hun kameraden en toegewijd aan hun gezin, maar buiten die kleine kring houdt hun geweten op te werken. Ze nemen minder verantwoordelijkheid voor hun eigen beslissingen: “het overkwam ze”. En vooral, ze vallen op door gebrek aan medeleven met hun slachtoffers. Slechts in uitzonderlijke gevallen laten ze iets merken van schaamte of berouw. Als ze later terugkijken op hun wandaden zeggen ze vaak: “dat was ik niet, dat was iemand anders”. Het gaat om graduele verschillen met andere mensen. Er zijn weinig psychopaten bij. In tijden van grote onrust, wanneer het compartimentaliseringsproces in volle gang is, worden mensen die een meer gewelddadige en minder meelevende instelling hebben als het ware in een schudzeef uit gesorteerd en komen eerder als daders terecht in de compartimenten van vernietiging. En als het moorden zelfs hun te erg wordt, dan compartimentaliseren ze gewoon van binnen verder, dan was het “een andere ik” die de gruweldaden beging. Door alles van binnen in een ander hokje te stoppen, kunnen ze er schijnbaar zonder wroeging mee leven. Er is na veel onderzoek niet één geval bekend geworden van een nazidader die psychotherapeutische of pastorale hulp heeft gezocht.’

(foto Ellen Lock) U stelt dat daders slecht kunnen stoppen? ‘Het zou kunnen zijn dat wie er in deze fase van het massamoorden mee ophoudt, als hem dat al vrijstaat, daarmee ook toegeeft dat het zo niet mag, dat hij dus iets misdaan heeft, iets vreselijks gedaan heeft. Wie doorgaat, ontkent daarmee zolang hij doorgaat zijn schuldigheid. Wie ophoudt bekent schuld. Voor veruit de meeste mensen is mishandeling en moord van weerloze mensen weerzinwekkend. Slechts enkelen hebben er van meet af aan zin in. Zij weten de algemene aarzeling te doorbreken en brengen vaak de slachting op gang. In verklaringen voor de rechter verschuilen ze zich achter de wilde roes, of de dwang van hun meerderen, het bevel dat nu eenmaal bevel was, of de straf die op weigering zou volgen. Massale vernietigingscampagnes zijn zo irrationeel. Kennelijk kunnen grote groepen mensen verleid worden tot krankzinnige opvattingen en velen onder hen tot gruwelijke misdaden.’ De staat speelt een dubbelrol zegt u? ‘Het is zo’n paradox: veruit de meeste samenlevingen zijn in de loop van eeuwen vreedzamer geworden, maar de staten beschikken over een opeenhoping van geweldsmiddelen. Daarmee kunnen ze andere staten bedwingen, maar ze kunnen zich daarmee ook tegen de eigen bevolking keren en massale slachtingen aanrichten. In Nederland kun je je vrij over straat bewegen en veilig met de trein reizen, zonder aangevallen te worden. De staat beschermt met wet- en regelgeving en met agenten op straat. De staat heeft het geweldsmonopolie. Dat was in vorige eeuwen vaak anders. Wie toen per koets reisde had grote kans om overvallen of vermoord te worden en de daders waren meestal ongrijpbaar. Als grote tegenhanger van moord en chaos is er nu de ordehandhaving in een rechtsstaat. De dubbelrol van de staat: als geweldsmonopolist biedt hij de grootste bescherming en vormt ook de grootste bedreiging.’

Reserveren toegangsbewijzen Nooit Meer Auschwitz Lezing 2015 Voor de Nooit Meer Auschwitz Lezing door Abram de Swaan op woensdag 21 januari 2015 in het Koninklijk Instituut voor de Tropen te Amsterdam is een beperkt aantal toegangsbewijzen beschikbaar. Indien u bij de lezing aanwezig wilt zijn, verzoeken wij u zich digitaal aan te melden vóór 1 januari 2015 via www.svb.nl/NMAlezing; mocht digitaal aanmelden voor u niet mogelijk zijn dan kunt u dit ook telefonisch doen via tel: 020-6564802 (uitsluitend bereikbaar op werkdagen van 14.00-16.00 uur). De organiserende instellingen streven ernaar de boodschap ‘Nooit Meer Auschwitz’ ook bij de jongere mensen levend te houden. U kunt dus uw kinderen en/of kleinkinderen ook aanmelden voor de lezing. Toedeling van de toegangsbewijzen geschiedt op volgorde van binnenkomst. De lezing begint om 15.00 uur en duurt tot 16.30 uur. Aansluitend is er tot 18.00 uur gelegenheid om na te praten. De zaal is open om 14.30 uur. De lezing wordt in het Nederlands gehouden. Auschwitz Bulletin 58, nr. 4, december 2014


7

Actueel

Hoop voor de toekomst Houdt het massamoorden dan nooit op? Wat geeft u hoop voor de toekomst? ‘Er zijn in de vorige eeuw drie hoopvolle emancipatiebewegingen geweest. Sinds de oorlog is de oude, starre klassenmaatschappij grotendeels verdwenen. Een kind uit een arbeidersgezin kan nu veel vaker studeren en doorstoten naar hoge posities. Dat was voor de oorlog zeldzaam. Daarnaast was het in mijn jeugd volkomen ondenkbaar dat vrouwen beroepen uitoefenden of posities bekleedden die inmiddels doodnormaal zijn geworden: rechter, piloot, politieagent, minister. De vrouwenemancipatie is in de westerse wereld wonderlijk snel bevochten. Dát is hoopgevend! En dan de derde beweging; de homo-emancipatie. Die brengt iedereen meer vrijheid, uiteraard de homo’s en lesbo’s, biseksuelen en transgenders, maar ook de hetero’s. Want nu zijn mensen hetero omdat ze daaraan de voorkeur geven, vroeger waren ze het ook omdat het nu eenmaal moest.

Wat mij ook hoop geeft is dat vrouwen, de helft van de wereldbevolking, in veel grotere getale en steeds langer naar school gaan. Daarmee wordt de mannelijke superioriteit steeds meer ondergraven. De kansen op de arbeidsmarkt en op de huwelijksmarkt worden nu in de klas beslist, en daar doen meisjes het helemaal niet slechter dan jongens. Dat vormt een enorme bedreiging voor de mannelijke suprematie en als reactie daarop grijpen veel mannen terug op Bijbel en Koran, bekeren zich tot een fundamentalistische levensbeschouwing. Die dient in de eerste plaats om vrouwen terug te drijven naar hun ondergeschikte positie. Het religieus fanatisme is ingegeven door de angst om de superieure positie definitief te verliezen en door schaamte dat het aloude overwicht al deels verloren is gegaan. En dat is allemaal de schuld van de moderne tijd, van het westen, van het kapitalisme. Daartegen keren de fundamentalisten zich dan ook met grote felheid. Maar in wezen is het een contrarevolutie tegen de vrouwenemancipatie.’

Het Holocaust Namenmonument Nederland moet er nu komen en uw steun is hard nodig! Hoewel de plannen voor het Holocaust Namenmonument Nederland in Amsterdam en daarbuiten op veel bijval kunnen rekenen, wachten wij nu op Burgemeester en Wethouders om de knoop door te hakken. Er is discussie over de beoogde locatie en het is aan B&W om daar een beslissing over te nemen. Wat betreft de locatie is het voor ons, de initiatiefnemers, belangrijk dat: - het namenmonument in onze hoofdstad komt - het dáár komt waar de meeste Joden hebben geleefd, gewerkt en gerecreëerd, in het Joods Kwartier in Amsterdam - het in de openbare ruimte staat, op een prominente plek, bereikbaar voor iedereen die de namen wil lezen en aanraken - het op een steenworp afstand ligt van de Hollandsche Schouwburg - het een eenheid vormt met het Spiegelmonument ‘Nooit Meer Auschwitz’, waaronder zich een urn bevindt met as uit de crematoria van de vernietigingskampen. We roepen de gemeente op om haast te maken met de beslissing, zodat ook de laatste overlevenden van de generatie die de oorlog heeft meegemaakt dit monument nog kunnen bezoeken.

Uw steun is een krachtig signaal dat het Holocaust Namenmonument er NU moet komen; door het adopteren van namen zal de totstandkoming van het monument voor een groot deel worden gefinancierd. In de afgelopen maanden hebben veel mensen ontroerende verhalen ingezonden, te lezen op onze website www. namenmonument.nl. De journalist Max Arian schreef: ‘In september was ik in Parijs en zag daar voor het eerst het namenmonument. Daarop vond ik ook mijn twee nichtjes Lidy en Mary en hun ouders mijn tante Tonny en oom David, die op de vlucht naar Zwitserland zijn verraden en vanuit Frankrijk op transport zijn gegaan. Het betekende voor mij heel veel, dat ze daar met naam en toenaam en data stonden. Alleen achternamen is ook mooi, alleen voornamen ook. Maar hun volledige namen, zeker van twee meisjes die maar zo kort hebben mogen leven, dat betekent nog veel meer.’ Steun nu het Holocaust Namenmonument Nederland en help ons van deze open wond in onze geschiedenis een waardig litteken te maken. U kunt steunen door namen te adopteren, of gewoon door te doneren. Zie www.namenmonument.nl! Bestuur Nederlands Auschwitz Comité, december 2014

Auschwitz Bulletin 58, nr. 4, december 2014


8 Herdenken

1944 - 2 augustus - 2014, herdenking in Auschwitz

‘Een brief aan mijn kleindochter Raklie’ Zoni Weisz

Brief ‘Zoals ik je beloofd heb, lieve Raklie, wil ik je graag iets vertellen van de herdenking in Auschwitz dit jaar. Op 2 augustus was ik, zoals bijna elk jaar, in Auschwitz-Birkenau voor de jaarlijkse herdenking van, zoals dat heet, de liquidatie van het “Zigeunerlager”. Uit heel Europa waren Sinti en Roma gekomen om hier te herdenken dat in de nacht van 2 op 3 augustus 1944, nu 70 jaar geleden, 2900 oude mensen en moeders met hun kinderen werden vergast. Mannen waren er op dat moment bijna niet meer. Die had de SS, na de opstand in het “Zigeunerlager” kort daarvoor, naar andere kampen zoals Mittelbau-Dora versleept, waar de meesten onder erbarmelijke omstandigheden moesten werken. Bijna niemand heeft dat overleefd. Mijn vader - jouw overgrootvader - ooms van mij en verschillende neven zijn daar omgekomen. De nazi’s noemden dat “Vernichtung durch Arbeit”.’

in het zogenaamde “Zigeuner Familienlager” geïnterneerd. Joost mag weten waarom, waarschijnlijk omdat men ons wilde bestuderen. De omstandigheden in het “Zigeunerlager” waren onbeschrijfelijk. Besmettelijke ziektes, honger en koude eisten iedere dag hun tol. Ik moet vaak aan al die moeders denken, ook mijn moeder, die het kleine beetje voedsel dat ze hadden uit hun eigen mond spaarden om hun kinderen in leven te houden. Lieve Raklie, je kunt het je niet voorstellen maar de nazidokters voerden de meest verschrikkelijke medische experimenten uit op gevangenen, speciaal op kinderen. Er was een heel aardige dokter die regelmatig in de barakken kwam en snoepjes uitdeelde. De kinderen noemden hem onkel Mengele. Diezelfde dokter voerde experimenten uit op tweelingen, dan had hij “vergelijkingsmateriaal”. Maar genoeg nu over deze verschrikkingen.’

Zigeunerlager

Woorden en stilte

‘Alle gevangenen die na een verschrikkelijke tocht van drie of vier dagen in Auschwitz-Birkenau aankwamen, werden op het verhoogde treinperron, de “Rampe”, meteen geselecteerd. Joden die konden werken werden apart gezet. De anderen die zoals ze dat noemden niet “Arbeitsfähig” waren, die niet konden werken, werden meteen vergast. Bij Sinti en Roma ging dat anders. Zij werden, apart van de andere gevangenen,

‘Zoals ieder jaar waren er ook nu weer veel belangrijke mensen die allemaal een toespraak hielden. Over de bekende “grote begrippen”: geen racisme, geen antisemitisme, geen antiziganisme en “het mag nooit meer gebeuren”. Er werden toespraken gehouden namens Martin Schulz, President van het Europese Parlement, namens Reuven Rivlin, Staatspresident van Israël en namens Bronisław Komorowski, President van Polen. Wist je, dat Polen het enige land is waar op 2 augustus officieel de nazi-genocide op Sinti en Roma wordt herdacht? Gelukkig waren er ook twee ex-gevangenen bij die de hel van Auschwitz overleefd hebben en hier hun verhaal deden. Dat vind ik heel belangrijk. Zolang het nog kan moet vooral hun stem gehoord worden. En heel bijzonder was ook de toespraak van Claudia Roth, Vicepresident van de Duitse Bondsdag. Ademloos luisterde het publiek naar haar emotionele verhaal waarin ze namens het Duitse parlement, en dus namens de Duitsers, schuld bekende en publiekelijk excuses aanbood. Vele toehoorders waren diep geroerd door haar woorden. [Enkele delen uit de toespraak, bewerkt, hiernaast. (red.)] De Roma jongeren organisatie “Ternype” nam met zo’n 800 jongeren uit heel Europa deel aan deze herdenking. Daaromheen waren er voor deze jongeren allerlei workshops en lezingen georganiseerd. Net als vorig jaar mocht ik met deze jonge mensen discussiëren en hen rondleiden in Birkenau.

Zoni Weisz (r) legt een krans namens de Sinti en Roma uit Nederland. Hij doet dit samen met Mano Höllenreiner, een Auschwitz overlevende uit Duitsland (foto Zoni Weisz) Auschwitz Bulletin 58, nr. 4, december 2014


9

Herdenken

Zo stonden we met een grote groep jongeren om het meertje bij crematorium nummer 5. Het was er zo rustig en vredig, de wind ruiste door de berken en kikkers kwaakten in het water. Als je daar staat kun je je geen voorstelling maken van de verschrikkingen, die hier hebben plaatsgevonden. De as van duizenden van onze geliefden ligt in dit meertje. Waarschijnlijk ook van jouw overgrootmoeder, van je tantes, van je oom. Iedereen was onder de indruk en geëmotioneerd. Het komt dan wel heel dichtbij. Ik kon even niets zeggen, maar stilte zegt soms meer dan woorden.’ ‘Misschien denk je nu dat het alleen maar kommer en kwel is op zo’n herdenking, maar gelukkig werd er ook gelachen, er werd muziek gemaakt en gedanst. Ik denk dat we allemaal met een goed gevoel naar huis zijn gegaan. De meesten hebben daarom afscheid van elkaar genomen met een “tot volgend jaar”.’

Twee leden van de Roma jongerenorganisatie TernYpe houden een herdenkingstoespraak (foto TernYpe)

Herdenking en belofte Delen uit de toespraak van Claudia Roth, Vice-President van de Duitse Bondsdag, bij de Sinti en Roma Herdenking op 2 augustus 2014 in Auschwitz-Birkenau

Speciaal op deze dag word ik door droefheid en nederigheid overweldigd wanneer ik u hier in Auschwitz toespreek namens de Duitse Bondsdag. Wanneer we hier na zeventig jaar de liquidatie van het zogenaamde ‘Zigeunerlager’ in de nacht van 2 op 3 augustus 1944 herdenken. Om en nabij 23.000 Sinti en Roma waren gevangen in wat bekend stond als het ‘zigeuner kamp’ in sector IIb, hier in Auschwitz-Birkenau. Slechts twee duizend hebben het overleefd. We zijn hier vandaag bijeen om ons respect te betuigen aan al diegenen die stierven. En we willen hier, op deze plek van verschrikking, een belofte doen aan de levenden. Moord en systematische vernietiging van menselijk leven, zoals dat onder het Nazi bewind in Auschwitz plaatsvond, mag nooit meer terugkeren in Europa. Als Duitser en vertegenwoordiger van het democratische Duitsland ben ik mij zeer bewust van de enorme verantwoordelijkheid die dit verleden - ook als Duitser mijn verleden - op ons legt. Ik wil daarom mijn innige verontschuldiging tegenover de Sinti en Roma, die hier vandaag voor deze herdenking bijeengekomen zijn, uiten voor het onnoembare onrecht en voor de wreedheden die tegen uw geliefden, uw families en uw vrienden zijn begaan uit naam van een verderfelijke ideologie. Het was onderdeel van een poging om een cultuur volledig uit te wissen. De nazis zijn er echter niet in geslaagd de rijkdom van culturen in Europa te vernietigen. Het doet mij daarom zoveel deugd dat ik nu, zeventig jaar na die poging, met overtuiging vast kan stellen dat Sinti en Roma tot de Europese cultuur behoren. Dat zij een integraal onderdeel uitmaken van onze etnische en culturele rijkdom. Dat zij deelnemen aan onze Europese gemeenschappen, waar zij al zovele eeuwen een plaats hebben. De overleving van de cultuur was het machtige wapen tegen de poging van de nazi’s. Het is ook het machtigste wapen tegen de voortgaande discriminatie en marginalisatie van Sinti en Roma in Europa. De herdenking van vandaag is daarmee een waarschuwing het op te nemen tegen alle vormen van schending van mensenrechten in Europa. Wanneer aan mensen, simpelweg omdat zij Sinti of Roma zijn, gezondheidszorg, onderwijs, werkgelegenheid onthouden worden. Wanneer zij slachtoffer zijn van geweld, wanneer de hardheid in hun bestaan niet wordt erkend, wanneer zij uit angst geneigd zijn hun identiteit te verbergen. Daarom is de herdenking van vandaag tevens een waarschuwing voor de toekomst. Zij geeft een verantwoordelijkheid aan het heden. Met de verantwoordelijkheid ons opgelegd door de gruwelen uit het verleden zullen wij het heden moeten aangaan. Menselijke waardigheid is onschendbaar. Auschwitz Bulletin 58, nr. 4, december 2014


10 H e r d e n k e n

Heinz (Henk) Frank, een onbekende Joodse oorlogsheld (2) Awraham Meijers

Onder de ‘Arische naam’ Gerrit Wennink begon Heinz Frank in ons land zijn verzetswerk, schreven wij in het vorige nummer.* Deze in Oostenrijk (Wenen) geboren Jood ging in 1939 als chawèr (lid) van een Zionistische jeugdorganisatie naar ons land om hier ter voorbereiding van zijn emigratie naar (toen nog) Palestina een opleiding te volgen om zich in de landbouw te bekwamen. De oorlog breekt uit en na een paar onaangename belevenissen kan hij dankzij de inzet van de Amsterdamse Westerweel verzetsgroep naar Frankrijk vluchten, waar hij na enige tijd bij boeren te hebben gewerkt besloot de trein naar Parijs te nemen om daar zijn geluk te beproeven. Bij de Franse Noordkust kon de trein niet verder vanwege zware bombardementen. Heinz vond hier werk bij de bouw van de zogenoemde Atlantikwall. Vanwege zijn vlekkeloze Duits had hij al snel contact met zijn meerderen. Omdat hij ook accentloos Nederlands sprak en men dacht dat hij Nederlander was, werd hem door zijn werkgever gevraagd naar Amsterdam te reizen om daar arbeiders te ‘organiseren’, want de Fransen weigerden bij de bouw te helpen. Via een hooggeplaatste Duitser in Parijs kreeg hij de nodige reisdocumenten zoals een Sonderausweis D en werd hij bevorderd tot ‘Transportführer’.

Het nut van de Sonderausweis Heinz nam onmiddellijk de trein naar Amsterdam, met de opdracht in zijn zak om dus zoveel mogelijk arbeiders te vinden. Maar hij had andere plannen; hij wilde de verzetsmensen van

Voorbeeld van een Sonderausweis D (voor- en achterzijde) Auschwitz Bulletin 58, nr. 4, december 2014

de Westerweel verzetsgroep zijn dankbaarheid tonen voor de hulp die zij hem hadden geboden en had een idee ontwikkeld op welke manier hij dat zou aanpakken. In Amsterdam aangekomen meldde hij zich allereerst bij het hoofdkwartier van de Duitse bezetter. Van daar uit werd hij ingekwartierd in een ‘hotelachtig huis’, zoals Heinz dat in zijn memoires beschrijft, dat als Wehrmachtsheim dienst deed. Nadat hij was ingeschreven en hem een kamer toegewezen was, ging hij naar de Nicolaas Witsenkade waar een van de Westerweelmensen in de kelder onder zijn winkel een illegaal netwerk beheerde, dat hij had opgezet om Joden en niet-Joden het land uit te smokkelen. De man was niet blij toen Heinz plompverloren bij hem binnenstapte: ‘Al die moeite en gevaren om hem een vluchtweg te bieden en daar staat hij ineens voor me.’ Toen Heinz de reden van zijn komst verklaarde, zijn plannen voorlegde en zijn perfecte Duitse reisdocumenten liet zien, veranderde de afwijzende houding van de verzetsstrijder – Heinz was helaas diens naam vergeten. De organisatie besloot gebruik te maken van Heinz’ Sonderausweis en andere Duitse papieren, want er stonden veel Joden en niet-Joden op de wachtlijst die nodig het land uit moesten. Voor Joden was Frankrijk ideaal, omdat ze daar met hun vaak donkere uiterlijk tussen de eveneens over het algemeen donkere bevolking niet zo opvielen als in het ‘blonde Nederland’. Er werd besloten beide groepen naar Frankrijk te brengen.


11

Herdenken

Vriendelijke Grüne Polizei

De grootste leugenaar van WOII

Heinz bracht eerst een eigen kandidaat naar voren, zijn oude vriend Kurt, die in het Oosten van het land was ondergedoken. Op de terugreis naar Amsterdam, samen met Kurt, was er in de trein zoals altijd controle door de Gestapo. De papieren van Heinz waren uiteraard in orde, maar de Duitsers werden argwanend toen ze de doodnerveuze Kurt zagen en vroegen wat er met die man aan de hand was, waarop Heinz verklaarde dat ze samen reisden. De kerels van de Gestapo groetten vriendelijk en liepen verder. Heinz wist nu zeker dat zijn Sonderausweis D, dat hij in Parijs had gekregen, voor de volle honderd procent koosjer was met betrekking tot zijn ‘reisgezelschap’. Nu Kurt veilig in Amsterdam was aangekomen kon Heinz met hem en vijf anderen naar Frankrijk vertrekken. De trein richting Frankrijk vertrok, de aanvankelijk doodzenuwachtige ‘reizigers’ voelden zich steeds beter omdat de Gestapo tijdens de Ausweis-controle geen problemen maakte, maar ook en vooral omdat zowel de Belgische als Franse grensovergangen probleemloos werden gepasseerd. De controlerende Grüne Polizei bij de grens was vriendelijk en dat moet méér dan een pak van hun hart zijn geweest. Die avond bereikten ze Arras, waar Heinz er voor zorgde dat het gezelschap Joden en niet-Joden kon overnachten in een speciaal pension voor Duitse soldaten. Wij zouden een dergelijke stunt - Joodse vluchtelingen in het hol van de leeuw - vandaag een gotspe noemen, uiteraard in positieve zin.

De volgende ochtend vroeg uit de veren en met de trein naar het dorpje Auffay, niet ver van de havenplaats Dieppe. Daar meldden zij zich bij de Duitse werkgever van Heinz, het constructiebedrijf dat de Atlantikwall bouwde. Deze verdedigingsmuur liep overigens van Noorwegen, via Denemarken, Duitsland, Nederland en België naar Frankrijk tot de Spaanse grens. Deze verdedigingslinie, die nooit in zijn geheel is voltooid, bestond uit bunkers, kanonnen en mijnenvelden. Zijn baas was blij Heinz weer te zien, nota bene in gezelschap van zes arbeiders. Na een paar dagen, toen zijn vrienden waren ingewerkt, reisde Heinz terug naar Amsterdam om een nieuwe ploeg arbeiders te formeren. Heinz: ‘Ik speelde de rol van koppelbaas met verve en mijn zelfverzekerde houding tijdens de samenwerking met de Duitsers kwam goed en natuurlijk over. Dat ik tijdens begroetingen “Heil Hitler” zei’ - dat was zoals bekend nu eenmaal de manier waarop de Duitsers de liefde voor hun Führer uitten - ‘kwam er zo vanzelfsprekend uit alsof ik met die groet was geboren. Het was wel zo dat ik mijzelf de grootste leugenaar van de Tweede Wereldoorlog vond. Want elke keer dat ik dat “Heil Hitler” zei loog ik. Toch had ik niet het gevoel iemand te bedonderen. Ik deed het immers om anderen te helpen.’ Wordt vervolgd.

* Auschwitz Bulletin 2014-3, p. 8-9

Stolpersteine in Oldenzaal, een oproep Wij zijn van plan in de gemeente Oldenzaal Stolpersteine te laten leggen ter herinnering aan de slachtoffers van de Holocaust. Stolpersteine zijn kleine gedenkstenen van 10 x 10 cm. afgedekt met een messingplaatje, met daarop de gegevens van het slachtoffer. De stenen worden ingemetseld in het trottoir voor de huizen van de weggevoerde mensen. Het Stolpersteineproject is een kunstwerk van de Duitse kunstenaar Gunter Demnig. We zijn op zoek naar nabestaanden van deze Oldenzaalse slachtoffers. De namenlijst kunt u vinden op onze website: www.stolpersteineoldenzaal.nl Contactadres: Els Marijnissen, W. Dingeldeinstraat 115, 7576 TV Oldenzaal, tel.: 0541-516273. Email: voorzitter@stolpersteineoldenzaal.nl

Stolpersteine in 2012 gelegd in de gemeente Enschede

Auschwitz Bulletin 58, nr. 4, december 2014


12 C o l u m n

Verstrooid over de vier hoeken der aarde Awraham Meijers

Als kind hoorde ik de Joodse zanger Bob Scholte een lied zingen dat De Kovacs uit Praag heet. Als mijn moeder het op de radio hoorde moest ze huilen, tranen rolden over haar wangen. Dat overkwam haar trouwens ook als de Amerikaanse zangeres Sophie Tucker A Jiddische Mamme zong. Het mocht overigens geen huilen worden genoemd, maar ‘ontroering door dat mooie’. Prima, daar kon ik mee leven. Want ik was een makkelijk kind. Alhoewel? Natuurlijk vond ik het hartstikke stom van haar. Wie huilt er nou om een liedje op de radio? Nou ja, ik was op een leeftijd dat ik eigenlijk alles en iedereen stom vond. Vooral meisjes, die werden afgedaan als ‘stomme grieten’. Da’s allemaal nog goed gekomen, hoor. Ooit mocht ik kennis maken met Bob Scholte, de populaire zanger die, als ik het wel heb, wekelijks voor de AVRO-radio optrad. Ik was een twaalfjarig verlegen jochie uit een deel van ons land dat tot overmaat van ramp de Achterhoek heet. Dus een medieneschtamper, zoals deze niet verheffende bijnaam in het Jiddisch luidt. Ik stond te trillen van opwinding en ongemak toen ik oog in oog met Bob Scholte verkeerde - nota bene in zijn kleedkamer - en stotterde iets in de geest van dat ik zijn lied over de Kovacs zo mooi vond. Misschien gebruikte ik zelfs het woord ontroerend. Hij vroeg of ik de strekking begreep en allicht beweerde ik het woord voor woord te begrijpen, onervaren knaap die ik was. Later, veel later als volwassene, waardeerde ik de dramatische strekking pas écht. Maar goed, de bleue medieneschtamper schudde handen met de grote zanger, die een paar obligate vragen stelde waarna hij a capella het lied over de Kovacs zong. Althans enkele strofen. Dat ik kennis met hem maakte kwam door mijn vader, die vanaf 1949 zo’n acht jaar overal in het land zogenoemde Joodse bals leidde. Van Hengelo (O), Deventer, Zutphen en Enschede tot Arnhem en zelfs in het - toen nog mondaine en financieel florissante - Kurhaus in Scheveningen trad hij op. Ik heb van de week tevergeefs geprobeerd de teksten boven water te krijgen van die Joodse familie Kovacs. Het gaat in elk geval over vader, moeder, kinderen en familieleden die dromen over een leven in Parijs, in Londen, in Rio de Janeiro, in New York, enz. Tsjecho-Slowakije was in de jaren dertig van de vorige eeuw een tamelijk geïsoleerd land, een betere toekomst elders in de wereld was de droom van velen, Joden en niet-Joden. Auschwitz Bulletin 58, nr. 4, december 2014

Dan breekt WOII uit. De Kovacs moeten vluchten, hun geliefde Praag voor altijd achter zich latend. De familie valt uiteen. De een woont in Parijs, de ander in Londen, ze wonen in New York en Rio de Janeiro. Ze wonen overal. Maar niet meer in Praag, verstrooid over de vier hoeken der aarde kunnen ze slechts dromen over die stad. Aan dit veelzeggende lied moest ik denken tijdens de première van de avondvullende documentaire A Shtetl in the Caribbean, geregisseerd door Sherman de Jesus. Handeling: Mark en Tsale, jeugdvrienden die opgroeiden op Curaçao, gaan op zoek naar de geschiedenis van hun voorouders in Wit-Rusland en Oekraïne. Via Curaçao, de Verenigde Staten, Wit-Rusland, Oekraïne en Israël volgen wij hun vaak onthutsende ontdekkingen en vooral de moed en wanhoop als zij (weer eens) geconfronteerd worden met offers die hun ouders zich moesten getroosten om kinderen en familie een betere toekomst te geven. Aangrijpend zijn de tegenstellingen tussen de nazaten van degenen die achterbleven en zij die destijds een nieuw en beter leven konden opbouwen, waarvoor ze dus over de wereld moesten uitzwermen, zoals de ‘Kovacs uit Praag’. De hemelsbrede verschillen tussen achterblijvers en emigranten worden schitterend verbeeld in onderlinge verhoudingen, maar ook en vooral de symboliek van heden en verleden via verschillende locaties. Het deprimerende landschap van Oekraïne met treurigmakende leeggebloede landschappen, waar auto’s voortploeteren over schrale wegen, waarbij vergeleken de eerste beste zandweg in Nederland een comfortabele rijbaan is. De schamele krotwoningen. Vooral de fysieke conditie van de Oost-Europeanen die we dankzij Mark en Tsale ontmoeten is deerniswekkend in hun armetierige bestaan. Uitzichtloosheid is hun lot. In schrille tegenstelling tot deze sloebers zien we beelden van Curaçao, mooie mensen en veel licht, warm licht. A Shtetl in the Caribbean is ook een eerbetoon aan - zoals de producent het verwoordt - ‘Dat kleine eiland met een groot hart, een plek die altijd een veilige haven voor vreemdelingen is geweest’. Een dramatisch en tegelijk grappig detail: De OostEuropese landverhuizers van weleer dachten dat de boot hen naar de Verenigde Staten zou brengen, maar deze meerde af in Curaçao. A Shtetl in the Caribbean is inmiddels door de Joodse Omroep op tv uitgezonden, maar is nog te zien op 16 januari in Filmhuis Den Haag en 1 februari in het Joods Historisch Museum (Amsterdam)

email: awraham.meijers@hetnet.nl


Cultureel

13

Boekbespreking

De oorlog in het museum: waarin een klein land groot kan zijn. Theo van Praag

In het lijvige werk waarop Erik Somers promoveerde schetst hij een overzicht van de musea in Nederland die op de een of andere manier - creatief, inventief en illustratief - met de Tweede Wereldoorlog te maken hebben. Er wordt wel gezegd dat geen land ter wereld zoveel musea per inwoner heeft als Nederland. Musea dragen bij aan het collectieve geheugen.

Categorieën Somers deelt de musea in vijf categorieën in. - oorlog en bezetting: Deze musea geven de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog in Nederland, zoals Museum Overloon - verzet en bezetting: De nadruk ligt op het verzet, bijvoorbeeld het Fries Verzetsmuseum, het Verzetsmuseum Amsterdam, Gouda - (Joden)vervolging en terreur: De herinneringscentra Westerbork, Vught en Amersfoort (voormalige kampen), het Anne Frank Huis en de Hollandsche Schouwburg - militair, strijd en bevrijding: Bijvoorbeeld het Airborne Museum Oosterbeek, het Bevrijdingsmuseum Groesbeek - Nederlands-Indië met het Indisch Herinneringscentrum Bronbeek. In 2012 ontvingen de 83 Nederlandse museale oorlogsinstellingen in totaal bijna 1.2 miljoen vooral Nederlandse bezoekers. Daarnaast werd het Anne Frank Huis door meer dan 1 miljoen mensen die voor het merendeel afkomstig waren uit het buitenland bezocht.

Musealisering In de periode van 1945-1970 speelde het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie (RIOD) een sleutelrol in de musealisering van de oorlog. ‘Het RIOD had als taak het documenteren van de Tweede Wereldoorlog en te komen tot een wetenschappelijke geschiedschrijving van het Koninkrijk der Nederlanden in 1940-1945.’

Het RIOD organiseerde zelf tentoonstellingen, zoals bijvoorbeeld Nederland in Oorlogstijd. Daarnaast had het RIOD volgens directeur Lou de Jong ook een ethische of politiek-morele taak te vervullen. L. de Jong presenteerde de documentairereeks De Bezetting die in 21 afleveringen op de Nederlandse televisie te zien was. De opzet van De Bezetting kwam grotendeels overeen met de inrichting van het oorlogsmuseum te Overloon. Dat museum telde de eerste 15 jaar na de oorlog circa 70.000 bezoekers per jaar. In 1970 meende men dat met de 25-jarige herdenking getiteld Mooie Vrijheid!? een periode was afgesloten. De naoorlogse generatie zou meer op het hier en nu gericht zijn. Het waren nu ‘burgerlijke’ waarden en normen die het moesten ontgelden. De Anne Frank Stichting vervulde een voortrekkersrol als een vormingsinstelling met exposities over actuele thema’s getiteld Nazisme in Zuid-Afrika (1972), 2000 jaar antisemitisme (1976), Ultrarechts in West-Europa (1977) en in 1981:Tekens aan de wand: een tentoonstelling over nazisme en herlevend fascisme.

Jeugdeducatie Hoewel er ook kritiek op deze benadering kwam, won de oorlog na de jaren ’70 als politiek-moreel ijkpunt aan betekenis. Er kwam steeds meer aandacht voor slachtoffers en de gevolgen van het slachtofferschap. Er was de overtuiging dat onbegrip voor de vervolgden en wat de verzetsdeelnemers hadden meegemaakt van invloed was op hun welbevinden na de oorlog. De musea dienden, in de eerste plaats bij de jongere generatie, de algemene onwetendheid over de oorlogsgeschiedenis aan te pakken. Jeugdeducatie speelde en speelt een steeds grotere rol bij de inrichting van verzetsmusea en herinneringscentra. Verbanden moeten worden gelegd tussen ‘toen en nu’.

Auschwitz Bulletin 58, nr. 4, december 2014


14 C u l t u r e e l

Boekbespreking

De brede belangstelling voor de Tweede Wereldoorlog bleef aanhouden en groeide nog meer. Er kwam meer aandacht voor de slachtoffers. In de jaren ‘90 kregen thema’s als dagelijks leven, collaboratie, handel en economie, cultuur, ontspanning en vermaak aandacht. Het perspectief van daders en slachtoffers werd aangevuld met de rol van de omstanders. Daardoor kwamen er nieuwe thema’s zoals het schuldperspectief en de aandacht voor de ‘onverschillige’ houding van de bevolking bij het massaal wegvoeren van de Joden. Tot de nieuwe keuzes behoorde ook vooral jongeren vragen voor te leggen als: ‘Wat zou jij doen in deze omstandigheden?’ Het Verzetsmuseum Friesland was het eerste museum dat het maken van keuzes leidend maakte in de vaste presentatie. Ook het Verzetsmuseum Amsterdam, het Anne Frank Huis en de musea Groesbeek en Overloon namen dit thema over In deze periode werden, mede op aandringen van het Ministerie van VWS (toen nog WVC), de Indische herinneringen toegevoegd aan de museale geschiedenis. De oorlogs- en verzetsmusea stonden niet vooraan waar het ging om aandacht voor de oorlog in Nederlands-Indië. Er kwam wel een vernieuwende tentoonstelling zoals Nederlanders-Japanners-Indonesiërs, maar de herinnering aan de oorlog in Indië was onverminderd beladen door de koloniale rol en het westerse perspectief. Ook in schoolboeken geschiedenis voor het voortgezet onderwijs is overigens volgens mij eenzelfde lacune te bespeuren. De Indische belangenorganisaties bleven aandringen op meer structurele aandacht voor de Indische oorlogservaringen door de reguliere oorlogsmusea. Door financiële compensatie van VWS, verwoord in de stichting Het Gebaar die in 2001 was opgericht door VWS, kwamen bijdragen waarmee het Verzetsmuseum Amsterdam een speciale afdeling over de Tweede Wereldoorlog in de Nederlandse koloniën kon uitbreiden en in Bronbeek werd het Indisch Herinneringscentrum opgericht. Er kwam ook een vaste tentoonstelling Het verhaal van Indië, dat de opkomst, consolidatie en het verdwijnen van de Nederlandse aanwezigheid in Indië verbeeldt.

Holocaust en Holocausteducatie De belangrijkste verandering in alle musea en herinneringscentra was dat de nadruk kwam te liggen op vervolging, terreur van

de oorlog op de plek zelf. Deze nieuwe herinneringspolitiek benadrukte wat verbonden is met de Holocaust en de daaraan verbonden Holocausteducatie. De voormalige plaatsen van vervolging en terreur kregen betekenis als lieux de mémoire. Dit zijn locaties waaraan herinneringen verbonden zijn, die bij een groep of volk door de gemeenschappelijke historische achtergrond een gevoel van verbondenheid kunnen oproepen. Mensenrechten worden dan versterkt en groeien uit tot de ideële basis voor een nieuwe wereldorde, global citizenship genoemd. Dat is een verklaring waarom de aandacht voor de Tweede Wereldoorlog zal blijven aanhouden, de herinnering aan dé oorlog als moreel ijkpunt voor de samenleving. De overheid besefte dat zij gefaald had in de opvang van de teruggekeerden na de oorlog en bood in 2000 officieel excuus aan voor het onvoldoende onderkennen van het doorstane leed van de getroffenen en voor de kille en gevoelsarme ontvangst bij terugkeer in Nederland. Vijfenvijftig jaar ná de oorlog waren niet veel van de weinige teruggekeerden nog in leven, maar in een aantal gevallen wel hun nakomelingen. De opkomst van de ‘memorial museums’ in de laatste 15 jaar betekent een sterke pedagogische missie van die herinneringsplekken zoals Westerbork en Kamp Amersfoort. Leidraad is steeds de elementaire vraag, waarom de mensen als daders, als slachtoffers en als omstanders, hebben gehandeld zoals zij deden. De musealisering ligt vaak in de confrontatie met wat de dichter Armando noemde: het ‘schuldig landschap’. De overheid, het ministerie van VWS, was zich steeds bewust dat de betekenis van grondrechten en fundamentele normen en waarden niet pasklaar op kennisoverdracht over de Tweede Wereldoorlog gelegd kan worden. Het Verzetsmuseum ZuidHolland met een permanente interactieve presentatie Het Tribunaal droeg volgens Somers het overtuigendst de actuele betekenis uit van de grond- en mensenrechten. Ook het Anne Frank Huis met de interactieve filmpresentatie Free2choose vraagt bezoekers hun standpunt te bepalen in concrete situaties waar zaken als vrije meningsuiting, godsdienstvrijheid en gelijke behandeling in het geding zijn. Hoewel Somers dit niet noemt, kan daaraan toegevoegd worden dat ook het gesproken monument daaraan kan bijdragen: 102.000 namen die om de vijf jaar gedurende circa 112 uren continu, dag en nacht hardop worden voorgelezen door vrijwilligers. Het gaat om de namen van alle Joodse, Sinti- en Roma-slachtoffers uit Nederland die zijn gedeporteerd en in vernietigingskampen vermoord. Sinds 2005 gebeurt dat eind januari 2015 voor de derde keer.

Het museum als gedenkteken Oorlogsmusea zijn vooral bedoeld als gedenkteken. Omdat er zoveel in de samenleving verandert dat als bedreigend wordt ervaren, lijkt de behoefte te groeien de eigenheid van een natie te behouden. Mensen zoeken zekerheden in het verleden. We denken daar te vinden wie we zijn, bij wie we horen. Nostalgie kenmerkt wat deze musea aantrekkelijk maakt. Het verleden wordt massaler dan voorheen passief geconsumeerd in succesvolle musical-spektakels als Soldaat van Oranje, De Oorlog en nu Anne Frank.

Auschwitz Bulletin 58, nr. 4, december 2014


15

Herdenken Cultureel

Het grote aantal officiële en particuliere oorlogsmusea is tekenend voor de belangstelling voor de Tweede Wereldoorlog. Twee derde van de 83 musea houdt zich uitsluitend bezig met de krijgskundige aspecten van de oorlog. Nu de aandacht voor militaire zaken in de 21e eeuw groter wordt, verwacht men dat het totale aantal oorlogsmusea nog zal toenemen. Bijvoorbeeld de bunkers, waar Nederland mee bezaaid is, krijgen steeds meer aandacht. Overal wordt de Duitse kustverdediging Atlantikwall hersteld en tentoongesteld door vooral vrijwilligers. Ook economische belangen worden daarmee gediend. Het brengt geld in het laatje. Tenslotte is ook de regionale betekenis belangrijk. Het Fries Verzetsmuseum benadrukt vooral de oorlog én de Friese identiteit en wat dit voor Friesland betekende. ‘Joodsche in Amsterdam De wijk’ laatste ontwikkelingen in de musea lagen eind vorige eeuw op de keuze tussen confronteren of choqueren. In hoeverre boden de persoonlijke herinneringen nog een ook meerwaarde? Dit vlug. kwam ter discussie toen ging toch allemaal weer We hebben naar haar ge-men gruwelijkheden uit concentratiekampen wilde tonen. zwaaid, een paar meisjes begonnen een beetje te huilen. We Ido Abram argumenteerde hoogleraar Sjoa-educatie dat het hadden echt met dat meisje te als doen.’ tonen van het al leggen van kindehet accent In veelexpliciet herinneringen was wreedheden de afloop ookentoen duidelijk, op de verschrikkingen een negatief effect zou opleveren. In ren konden het opmaken uit de reacties van de volwassenen om de museumwereld kregen zijn opvattingen navolging. Toch hen heen en voelden het soms zelf ook haarscherp aan. De is de aansluiting, die sommige oorlogsmusea zoeken bij de Luisterpunten in het Westerborkpad maken de beklemming uit vrijetijdsindustrie en de groeisector toerisme mede door het verleden af en toe bijna voelbaar, zoals het verhaal over de het wegvallen van subsidies, een zorgelijke ontwikkeling. vervolging die doordrong tot in het eigen huis, doordat ouders Maar musea zoals het Verzetsmuseum Amsterdam, dat met betrokken het verzet. een raakten nieuwe bij vleugel Junior probeert ook voor de jeugdige In de levens van andere kinderen speelde deenoorlog vooral doelgroep de presentatie avontuurlijk uitdagend te een houden rol nàzonder de bevrijding. De 9-jarige Hannie Peperwortel werd in in ongeloofwaardig te worden, geeft anderen inzicht 1945 opgevangen in een kindertehuis, haareen Joodse vader nieuwe mogelijkheden. Het gaatomdat dan om balans tussen was verraden door haar moeder,en tijdens de bezetting aangesloten wel overdachte educatie informatie enerzijds en emotie en bij de sensatie NSB. Ook Hannie deelt in de vorm van een luisterfragment aan de andere kant.

haar familiegeschiedenis.

Twee kanttekeningen

Graag plaats 60 verhalen

15

Boekbespreking

ik twee kanttekeningen bij en aanvullingen op dit zeer interessante, overzichtelijke en inperheldere Elk verhaal vormt een kleinebijzonder documentaire waarin unieke taal geschreven proefschrift. In de eerste plaats stelt Somers soonlijke herinneringen aan de Jodenvervolging worden verdat de musea en herinneringscentra jongeren steeds meer woord, variërend in lengte van 4 tot 10 minuten. Doordat deze uitdagende vragen zijn gaan stellen om de onwetendheid over verhalen in geluid worden aangereikt kan de luisteraar als het wat er zich toen afspeelde aan te pakken en zich als jongere ware met zijn ogen de omgeving met het verleden intekenen. nu actief betrokken te voelen. Een instelling, die daarbij ook Daarmee leent het WesterborkLuisterpad zich ook uitstekend genoemd dient te worden, is de stichting Vredeseducatie voor gebruik in het onderwijs. te Utrecht: Fort van de Democratie, Herinneringscentrum De 60 verhalen van ooggetuigen zijn te beluisteren via de app Fort De Bilt. De tentoonstellingen van Vredeseducatie ‘Het WesterborkLuisterpad’ (voor Iphone, en Android, hebben als doel het vertrouwen in Ipad de democratie onder gratis jongeren verkrijgbaar in de App/Playstore) of (thuis) via de website die behoren tot een minderheidsgroep of een www.westerborkluisterpad. meerderheidsgroep te bevorderen. Zo is er bijvoorbeeld een Langsinteractieve de route vantentoonstelling het Westerborkpad kunt u op elke levert luister-voor die oefenmateriaal locatiehet gebruik maken van een inbelnummer of een QR-code.of bij vak maatschappijleer in het voortgezet onderwijs burgerschapslessen in het ROC. Telkens stelt Vredeseducatie Voor meer informatie: www.westerborkpad.nl nieuwe uitdagende positieve vragen aan de vele schoolklassen die het Fort van de Democratie bezoeken. Vervolgens is er een extra zware taak waarvoor musea, herinneringscentra, opiniemakers, ouders en docenten zich in deze 21e eeuw gesteld zien als reactie op de nieuwe

samenstelling van de Nederlandse bevolking. Er is een grote Herdenking Februaristaking / verantwoordelijkheid bij opiniemakers, ouders en docenten in deze multiculturele samenleving waar grote groepen vooral Joods Verzet jonge Nederlanders geen enkele herinnering delen via ouders of grootouders of andere familie met de Tweede Wereldoorlog dinsdag 25 februari 2014 in in Nederland. In 2012 was 21% van de Nederlandse bevolking van allochtone afkomst. Terwijl de hele wereld digitaal steeds Amsterdam dichterbij komt voor deze jonge én volwassen Nederlanders, zal de herinnering en verbeelding van wat alle Nederlanders De herdenking van de bij de Dokwerker vanjaarlijkse toen trof telkens weer opFebruaristaking een heldere manier ‘verbeeld’ op het Jonas Daniël Meijerplein in Amsterdam vindt deze keer moeten worden om het morele ijkpunt in te prenten. plaats op dinsdagaan 25 februari 2014 Wereldoorlog en begint om 16.45 Na Herinneringen de Tweede liggenuur. diep de opening door Joke Koningh, voorzitter van het Comité verankerd in de Nederlandse samenleving, zeiden we al in het Herdenking Februaristaking 1941, zal direcbegin. De oorlogsmusea beelden datMarjan op een Schwegman, intense manier uit teur van het NIOD Instituut voorbewustzijn, Oorlogs-,ook Holocausten en dragen zo bij aan het historisch en juist aan generaties die de een oorlog niet hebben meegemaakt. Genocidestudies, korte toespraak houden. Actrice/colum-

niste Funda Müjde draagt daarna gedichten voor. Het defilé Somers, begint De oorlog in het uur. museum. Herinnering enlangs deErik Dokwerker om 17.00 Ieder kan een bloem verbeelding, Uitgeverij WBOOKS, Zwolle 2014, 477 stuk of bloemen leggen. De bloemstukken kunnen vanaf 12.00 blz., worden ISBN 9789462580053, €34,50 aan het aangrenuur bezorgd in de Mozes en Aäronkerk zende Waterlooplein. Daar kunnen deze tot 17.00 uur worden afgehaald. Voorafgaand aan deze herdenking vindt er om 15.00 uur de herdenking plaats van het Joods Verzet bij het monument op de hoek Zwanenburgwal/Amstel. Deze plechtigheid eindigt op tijd om bij de Dokwerker te kunnen zijn voor de herdenking van de Februaristaking 1941.

Met complimenten aan Het Auschwitz Comité dat ze dit weer elk jaar tot stand brengen

telefoon: +31 20 644 00 34 fax: +31 20 644 74 56 e-mail: info@devries-bam.nl Uw expert in het oplossen van zakelijke problemen

Auschwitz 2014 AuschwitzBulletin Bulletin58, 58, nr. nr.1, 4, januari december 2014


16 C u l t u r e e l

Boekbespreking Verteld om niet te vergeten is veel meer dan een aantal mooie, vrolijke en pijnlijke herinneringen, het is ‘oral history’ en sociale geschiedenis, het is overlevering en voor de lezer en geïnterviewde levende geschiedenis.

Recent verschenen

Verteld om niet te vergeten Herinneringen aan de joodse bewonersvan amsterdam oost / transvaalbuurt 1925-1945

Frits Slicht bewerkte een aantal van de door hem verzamelde verhalen voor het boek Verteld om niet te vergeten. Het geeft een beeld van het joodse verleden van Amsterdam Oost/Transvaalbuurt en het gewone dagelijkse leven. De hier opgetekende verhalen verhullen evenveel als dat ze onthullen en maken de alledaagsheid van het dagelijkse leven tijdens de oorlog – vervolging, onderduik, kampen – allesbehalve alledaags. Ook het naoorlogse leven werd nooit meer gewoon.

Herinneringen aan de joodse bewoners van Amsterdam Oost /Transvaalbuurt 1925-1945 Frits Slicht

VERTELD OM NIET TE VERGETEN

ISBN 9789090282503

Marjon de Klijn

cover.DEF.indd 1

30-06-14 16:10

Memories

Kapot

Geschiedenisleraar Frits Slicht zag in 2007 een oproep in het stadsblad De Echo dat het Amsterdams Historisch Museum op zoek was naar vrijwilligers om verhalen te verzamelen voor de website van het Geheugen van Oost. Frits wilde graag mensen interviewen die in de vooroorlogse periode in de Transvaalbuurt hebben gewoond. Hij wilde schrijven over het gewone dagelijkse leven. Er zijn al meer dan 750 verhalen op de website geplaatst (www.geheugenvanoost.nl.). Voor de mensen die geïnterviewd zijn, bleek het belangrijk dat hun verhaal ook op papier kwam. Ook al omdat ze oud en vaak niet vertrouwd met internet zijn. Mede daarom heeft Slicht voor deze publicatie zelf een keuze gemaakt uit de verhalen. Het boekje bevat negen verhalen van vroegere bewoners van de Transvaalbuurt. Zo vertelt Dave Verdooner over de onderduik bij ‘Ome Herman’, over de bakkerswinkel van zijn vader en hoe hij zelf de bakkerij over nam. Greetje en David Papegaaij woonden voor en tijdens de oorlog in de Schalk Burgerstraat. Zij vertellen onder meer dat de buurt eigenlijk iets had van een dorp, de straat had geen doorgaand verkeer en over het kleine bruggetje kon zelfs geen handkar. Het was dan ook heel goed om op straat te spelen. In de richting van het Amstelstation waren weilanden waar de koeien liepen. Nu, anno 2014, schier onvoorstelbaar. Diverse mensen vertellen over het socialisme en de ‘rode jeugd’. De meeste verhalen gaan over hoe en waar men als kind speelde, naar welk zwembad men ging, in welke winkel men dingen kocht en welke school werd bezocht. Ook worden de kreten van de straatventers belicht. Zoals Ido Abram in zijn voorwoord aangeeft: het boek geeft een beeld van het Joodse verleden van Amsterdam Oost / Transvaalbuurt en het gewone dagelijkse leven aldaar, maar de paradox is dat met het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog het gewone opeens heel ongewoon en van regel tot uitzondering werd.

In 1996 verscheen het boek Kaddisj voor Daisy. Het was het debuut van Simon Hammelburg over de Holocaustoverlevenden en vooral over hun kinderen. Een aangrijpend boek over in feite de tweede generatie slachtoffers. Het zeer lovend gerecenseerde boek verdween echter na korte tijd weer uit de boekwinkel en was tot nu niet meer verkrijgbaar. Achttien jaar lang heeft Hammelburg het oorspronkelijke manuscript bewerkt, aangevuld en verfijnd. Nu is het tijd om de definitieve versie in het Nederlands en Engels te publiceren. In de nieuwe roman verliest de hoofdpersoon zijn vrouw Daisy. Zij komt om bij een auto-ongeluk. In het begin kan hij maar moeilijk omgaan met haar dood en tijdens het rouwproces besluit hij om een reis te maken naar de plaatsen waar hij gelukkig was met Daisy. Op deze reis ontmoet hij oude vrienden, bekenden en lotgenoten, maar wordt ook het moeilijke contact met zijn familie deels hersteld. Hammelburg vertelt over hoe hij met vrienden bijeenkwam in de joodse jeugdvereniging Haboniem. Hier konden zij straffeloos plezier maken, ongeacht het educatieve belang. Er werden plannen gesmeed die uitgevoerd konden en mochten worden. De vrienden noemden zich Partners in Crime. Zij komen elkaar weer tegen wanneer de zoon van een van hen Bar Mitswa wordt. Niet alleen het weerzien, maar vooral de vele gesprekken tussendoor over de vervolging van de Joden, het leven in de concentratiekampen, de hoop op een nieuw bestaan in Israël en de eenzaamheid in het naoorlogse Europa dat het te druk had met de wederopbouw worden beschreven. Voelbaar wordt de schade die de Holocaust heeft aangericht bij hen die verder moeten leven. ‘Ik weet er alles van, Daisy. Toch kan ik er niet boos om worden. Aan de buitenkant hebben zij de Holocaust overleefd, van binnen is bijna alles stuk en dat merk je dan weer aan de buitenkant. Niet erg aangenaam maar er is niets aan te doen.’

Frits Slicht, Verteld om niet te vergeten. Herinneringen aan de joodse bewoners van Amsterdam Oost/ Transvaalbuurt 1925-1945, uitgave ‘in eigen beheer Frits Slicht’ (druk Drukkerij Peters), Amsterdam 2014, (114 blz.) ISBN 978-90-9028250-3, € 14,95 (het boek is onder meer te koop in de winkels van het Stadsarchief, het Joods Historisch Museum en het Amsterdam Museum).

Auschwitz Bulletin 58, nr. 4, december 2014

Simon Hammelburg, Van binnen is alles stuk. Herinneringen van vernielde generaties, Uitgave: Aerial Media Company, Tiel 2014, (249 blz.) ISBN 97894-026-0027-8, € 17,95. Engelstalige editie: Broken on the inside, ISBN 978-94-026-0100-8. E-book: ISBN 978-94-026-0029-2.


Verbum Holocaust Bibliotheek Hans Citroen Auschwitz-de Judenrampe

HOLOCAUST BIBLIOTHEEK

Hans Citroen Auschwitz-de Judenrampe vergeten spoor

Gebonden, 160 bladzijden Prijs: € 19,50 ISBN 9789074274685 www.verbum.nl

In Auschwitz-de Judenrampe beschrijft Hans Citroen een vergeten treinstation. Bijna alle Europese Joden met bestemming Auschwitz, op de Hongaarse Joden na, arriveerden op deze locatie die officieel Auschwitz Bahnhof West werd genoemd, maar in de toenmalige volksmond de naam Judenrampe (Jodenperron) kreeg. In de Auschwitzliteratuur is er nagenoeg niets over te vinden. Volgens de communistische propaganda zouden er 4,5 miljoen mensen in Auschwitz zijn vermoord. Tegenwoordig is een aantal doden van 1,1 miljoen gangbaar. Uitgaande van deze schatting, die wereldwijd door historici is aanvaard, zijn er 1,3 miljoen mensen naar Auschwitz gedeporteerd waarvan er 800.000 op de Judenrampe arriveerden. De Judenrampe moet als belangrijkste logistieke accommodatie bij het berekenen van het aantal gedeporteerden een belangrijke rol hebben gespeeld. Desondanks heeft dit station in de geschiedenis van de Holocaust geen contour gekregen. Wat is er met de Judenrampe gebeurd?

Auschwitz App Auschwitz Oświęcim Auschwitz App Prijs: € 4,49 Binnenkort verkrijgbaar www.auschwitzoswiecim.com

De app is een onmisbare bron en hulpmiddel voor de geïnteresseerde en de bezoeker van Auschwitz. Is Auschwitz alleen een vernietigings -en concentratiekamp? Of een ambitieus Duits kolonisatieplan: een conglomeraat van kampen, fabrieken; een stad, waarbij de kampen een bijproduct van dit plan waren? Hans Citroen heeft samen met Barbara Starzynska, zijn vrouw uit Oświęcim, jarenlang onderzoek gedaan in Oświęcim en heeft indrukwekkende foto’s van Auschwitz gemaakt. Uniek is de kaart van wat nu nog te zien is van wat ‘Auschwitz’ vroeger was. De tekst is voorzien van interactieve elementen, zoals informatieve pop-up boxen, afbeeldingen, en video’s. De foto’s van Auschwitz zijn te bekijken in de galerij. De kaarten kunnen gebruikt worden als aanvulling op de tekst en galerij of om de locaties zelf te bezoeken.


ABulletin14_01_omslag03_DEF 10-01-14 13:35 Pagina 1

Drukkerij Peters Amsterdam BV Tel. 020 - 696 34 34 info@drukkerijpeters.nl www.drukkerijpeters.nl

hoge service, persoonlijke aanpak

Schepenbergweg 33 1105 AS Amsterdam-Zuidoost

Het werk van het Nederlands Auschwitz Comité

UT B

industry

wordt door ons van harte ondersteund.

Veerweg 14,Maliebaan 5145 ns Waalwijk (nl), www.utb.eu, t +31 (0) 416 333 368, f +31 (0) 416 333 368, e info@utb.eu 108 3581 CZ Utrecht www.utb.eu T +31 (0)30 - 231 26 33 F +31 (0)30 - 230 44 45 E info@utb.eu

Discriminatie en vervolging bestaan nog steeds. Er is dus reden genoeg om het verleden actueel te houden. Daarom steun ik het werk van het Nederlands Auschwitz Comité

L. Tertaas • GEBRO - SALES B.V.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.