4X fleurige routes

ZON D E R B L O E M NE
4X fleurige routes
ZON D E R B L O E M NE
“Zie je de lange gele haren op kop en nekschild van deze penseelkever? Dat is de ‘penseel’. Daaraan blijft vaak stuifmeel hangen met overdracht tussen planten tot gevolg, waardoor deze kever een belangrijke rol speelt in de bestuiving van bloemen. Met dat wollige uiterlijk en die artistieke zwarte tekening, lijkt deze kever zowaar op een hommel, bij of wesp. In het Engels spreekt men zelfs van de ‘bee beetle’. Je voordoen als een ander, vooral om vijanden te verwarren, wordt wel biomimicry genoemd. Het is een strategie waar de penseelkever zijn voordeel mee doet.
Deze mooierds kun je met name aantreffen in het zuiden en oosten van ons land, veelal in de zomermaanden. Ze snoepen van zachtere delen van planten, bij voorkeur de witte bloemen van bepaalde schermbloemigen. Ook andere planten staan op het menu, zoals els, meidoorn, wilde rozen en liguster. Als larve leven penseelkevers juist een meer verborgen leven. Vaak hebben ze twee jaar geleefd en geknaagd in vermolmd, rottend hout van loofbomen, voordat ze het volwassen stadium (imago) bereiken en als ware punkrockers door het leven gaan.”
Rudmer Veenstra Boswachter Zuid-Drenthe facebook.com/ dwingelderveld
Dit voorjaar lieten we onderzoeken wat jullie van Puur Natuur vinden. Als algemeen cijfer geven jullie Puur Natuur een 8. Daar zijn we heel blij mee. Wat is voor jou de belangrijkste reden om het blad te lezen, vroegen we. Hieronder een selectie van de antwoorden.
leukste gratis blad wat er is! / blad straalt plezier uit / waardevolle informatie over ontwikkelingen in alle gebieden van Natuurmonumenten / leuke wandelroutes die ik bewaar en ooit ga lopen / het streven om natuur in ons land naar een hoger niveau te tillen / de vooral positieve artikelen / ja hallo, ik ben niet voor niets lid / knippen en plakken om belangrijke items te bewaren / boeiend en soms zeurderig / om te zien hoe mooi Nederland is als je iets rustiger dan met 120 km/uur over de snelweg racet / zeer interessante informatie over alles waar NM zich mee bezighoudt, van het kleinste diertje of plantje tot de her inrichting van landbouwgebieden / goed leesvoer voor op de wc / probeer altijd iets te ontdekken in Zeeland, vergeefse moeite / tips hoe ik thuis meer groen kan doen / handvatten voor het overtuigen van collega’s, buren of vrienden die niet met natuur, klimaat of biodiversiteit bezig zijn / veel en begrijpelijke uitleg over zaken uit de natuur / ik hou van Gods schepping en wil daar zelf verantwoord mee omgaan / het komt op de mat: beleefdheid / voor de afbeeldingen, die gebruik ik voor art journaling / inspiratie voor gesprekken met leerlingen / artikelen over diergedrag en eigenschappen zijn interessant en vermakelijk / leuk om te zien wat er met de donatie wordt gedaan / de urgentie voor zorg voor de natuur wordt mooi verwoord en verbeeld / inspiratie voor plekken om te gaan wandelen, vogelen en fotograferen / leuk om wat anders te lezen dan ‘het nieuws’ / veel info over wat je zelf kunt bijdragen aan een betere natuur / geeft vaak nieuwe inzichten / vrolijke vormgeving / voor gebruik bij lessen in het onderwijs / tegen welke problemen lopen beheerders aan / brengt mij dicht bij mijn bezorgdheid voor de natuur / hoopgevend / I love nature
Beheereenheid Noord-Holland Midden heeft een ‘luxepositie’ met 25 vrijwillige boswachters. Ze zetten zich in op alle fronten: staan bezoekers te woord, houden toezicht en nemen kleine klussen op zich. Maak kennis met zes van deze kanjers.
“Er is veel kennis over het gebied. Daarmee kan ik tijdens rondleidingen bezoekers verrassen met informatie, die hun bezoek meer diepgang geeft. Nog meer genieten van de natuur dus.”
“Als vrijwillige boswachter in Nationaal Park Zuid-Kennemerland doe ik inspiratie op voor mijn haiku’s: natuurgedichten die we ook op onze educatieve bakfiets plakken. Ook maak ik podcasts om de jeugd enthousiast te maken voor natuur.”
“Een van mijn mooie taken is om de magie van de natuur te delen met kinderen tijdens de excursie Speuren naar sporen. Pissebedden vinden is bijna net zo bijzonder als een hert zien.”
“Ik weet nog dat ik als kind in Duin en Kruidberg door een boswachter werd opgepakt, omdat ik met vriendjes in de spannende bunkers speelde.
Nu zijn de rollen omgedraaid en bescherm ik de natuur voor toekomstige generaties.”
COLOFON
Puur Natuur valt elk kwartaal op de mat van de leden van Natuurmonumenten. Vragen over je lidmaatschap?
Vind het antwoord op nm.nl/contact of bel met (033) 47 97 111.
Opzeggen van je lidmaatschap Telefonisch via onze Ledenservice: (033) 47 97 111 of online: nm.nl/opzeggen
Puur Natuur Reacties: puurnatuur@natuurmonumenten.nl
ISSN:2213_218X
“Sinds vijf jaar ben ik als vrijwillige boswachter gastheer voor bezoekers van het gebied. Wat is het mooi om toezicht te houden in een enorm afwisselend natuurgebied.”
“Een jeugddroom ging in vervulling toen ik als vrijwillige boswachter aan de slag kon: lekker buiten, veel leren over het prachtige duingebied. Heel leuk om kennis te delen met bezoekers en speciale gasten zoals asielzoekers uit de buurt.”
Aan dit nummer werkten mee Frans Bosscher, Stefan Claessens, Kirsten Dorrestijn, Robert Ketelaar, Wilco Meijers, Oscar den Ouden, Anna Schaafsma (Maters en Hermsen), Astrid Schoenmaker, Kiki Schollaardt (Maters en Hermsen), Petra Strijdhorst, Caroline Togni (Maters en Hermsen) en de boswachters Paul Begijn, Quirin Smeele, Rudmer Veenstra, Clea van der Ven en Bart Zwiers. Art direction & vormgeving Anke Revenberg, Kaisa Pohjola, Marjolijn Schoonderbeek (Maters en Hermsen)
Foto omslag Nature in stock - Tony Hamblin Prepress Studio Boon Productiebegeleiding EMP Brandkeepers
Druk, papier, biofolie Mohn Media Mohndruck GmbH, Gütersloh drukt Puur Natuur op FSC Mix Credit papier. Indien nodig (met een folder erbij) verpakken we Puur Natuur in suikerrietfolie. Werp deze wikkel bij het restafval.
Verzending PostNL vervoert Puur Natuur en compenseert de volledige CO 2 -uitstoot hiervan.
WEL LEZER, MAAR NOG GEEN LID?
Word nu lid van Natuurmonumenten nm.nl/word-nu-lid
CONTRIBUTIES EN GIFTEN
Jouw contributie en/of gift kun je overmaken op rekeningnummer NL69 INGB 0000 0099 33. nm.nl/doemee
WORD VRIJWILLIGER
Dankzij onze enthousiaste en onmisbare vrijwilligers blijft de natuur mooi en staan de deuren van onze bezoekerscentra open. Ook vrijwilliger worden? nm.nl/vrijwilligers
facebook.com/ natuurmonumenten
Natuurmonumenten heeft de ANBI-status en voert het CBF-keurmerk van het Centraal Bureau Fondsenwerving.
Natuurmonumenten is een van de goede doelen die structureel gesteund worden door de Postcode Loterij.
Hier maken vogels de dienst uit
De eerste kwamen tot bloei in het dino-tijdperk. Ze overleefden klimaatveranderingen, uitstervingsgolven en meteorietinslagen. Toch gaan we nogal slordig om met de bloeiende planten in onze omgeving. Dat verdienen ze niet.
at moet er gek hebben uitgezien, toen er zomaar ineens witte bloemen verschenen. Het moet ergens tussen 140 en 250 miljoen jaar geleden zijn geweest, in de hoogtijdagen van de dinosauriërs, dat de eerste bloeiende planten opdoken. Planten zonder bloemen waren er al langer, zoals wolfsklauwen, varens en paardenstaarten. De oudste planten dateren van 425 miljoen jaar geleden en hadden geen blaadjes en bloemen. Maar nu waren daar dus bloemen. Het is jammer dat de dino’s geen teksten of beelden hebben nagelaten. Dan hadden we kunnen vernemen of ze met stomheid waren geslagen toen ze dit wonderbaarlijke moment in de evolutie onder hun poten zagen verschijnen. Hebben ze eromheen gelopen, de bloemen van alle kanten bekeken, eraan geroken, ertegenaan geduwd, ervan geproefd?
We moeten het zonder getuigenissen doen. Wetenschappers wisten enkele jaren geleden wel een reconstructie te maken van de vermoedelijke oerbloem, waar alle bloeiende planten om ons heen van afstammen. Die oerbloem was tweeslachtig en had dus mannelijke geslachtsorganen (meeldraden) en vrouwelijke (stampers). De bloem was opgebouwd uit sets van drie witte blaadjes, die in kransen boven elkaar lagen. Waar die oerbloem zich liet zien, is niet bekend. De oudste fossiele bloemplant is gevonden in het noordoosten van China. Dat betekent niet dat de eerste bloem daar haar kop op stak. Er zijn maar weinig fossielen van
van alle bloeiende planten, is nazaat van de 200 miljoen jaar oude oerbloem
planten, omdat ze snel verteren. Hoe dan ook namen bloemplanten in de miljoenen jaren die volgden de wereld over. 80 procent van alle bloeiende planten die er nu zijn, is nazaat van deze oerbloem, die we dus de stammoeder van het plantenrijk kunnen noemen. De meteorietinslag 65 miljoen jaar geleden die het einde betekende van de dinosauriërs, had nauwelijks invloed op de evolutie van de bloemplanten.
Afhankelijk
Van de plantensoorten die nu voorkomen op aarde, zijn er 390.000 bekend. 3.900 daarvan komen in ons land voor, 1 procent dus. Nog lang niet alle soorten zijn bekend. Wetenschappers ontdekken jaarlijks honderden nieuwe soorten. 90 procent van al die bekende planten heeft bloemen. Ze worden bedektzadigen genoemd, omdat ze vruchten maken die de zaden van de plant bedekken.
Er wordt wel beweerd dat de mensheid volstrekt afhankelijk is van insecten. Dat lijkt een miskenning te zijn van de waarde van bloeiende planten. Want waar zouden insecten zijn zonder bloemen? Veel insectensoorten zijn volledig afhankelijk van de nectar die ze in bloemen vinden. Ze zetten hun eitjes af op planten. Hun rupsen voeden zich met de bladeren en stengels. Maar er is meer. Planten leveren ons voedsel, brandstof en medicijnen, ze regelen het klimaat, zorgen voor
verkoeling, slaan CO2 op, houden water vast en, niet te vergeten, geven ons levensvreugde. En dat jaar, na jaar, na jaar. Hoe wij ook ons best doen hun het leven onmogelijk te maken, ze gaan maar door.
Verscheidenheid
Je kunt alleen maar grote bewondering hebben voor de wijze waarop planten weten te overleven. In de vorige Puur Natuur zei Sascha van der Meer van Floron het al: planten moeten zich redden op de plek waar ze min of meer toevallig wortel hebben geschoten. Overstromingen, branden, hittegolven, droogteperiodes, maaiende en gravende mensen; er overkomt ze veel onheil, maar ze houden stand.
Voor hun voortplanting gaan planten allerlei vormen van samenwerking aan met insecten, schimmels en andere organismen. Wat we daarvan zien, is de grote verscheidenheid aan kleuren en vormen die daarvan het gevolg is. Wat we niet zien, zijn de soms uiterst ingewikkelde ’trucs’ die ze ontwikkelden om ervoor te zorgen dat hun nazaten op dezelfde plek, maar ook elders, tot groei en bloei kunnen komen. Grofweg kent de plantenwereld twee vormen van voortplanting. De eerste vorm draait om bollen en wortelstokken; bloemen spelen hierbij geen rol.
De tweede verloopt via bestuiving en bevruchting. Hierin spelen bloemen en
zaden de hoofdrollen. Bij deze tweede vorm van voortplanting kan er bij kruisbestuiving genetisch materiaal worden uitgewisseld. Kan, want er zijn ook planten die aan zelfbestuiving doen. Dat kunnen ze omdat de plant zowel mannelijke als vrouwelijke delen heeft.
Aanbieding
Bij de planten die voor kruisbestuiving gaan, is verspreiding van stuifmeel essentieel. Bij de ene plant gebeurt dat door de wind, bij de andere door insecten, en weer een andere zet water in als transportmiddel. Ook zijn er planten waarvan het stuifmeel wordt verspreid via de vacht of veren van een dier. Om insecten te lokken, hebben veel planten suikerrijke nectar in de aanbieding. Andere hebben bloembladen die lijken op het insect dat voor de bestuiving moet zorgen.
Een volgende vorm van verspreiding is die van bevruchte zaden. Die kunnen onder de plant vallen, ze kunne n door dieren worden opgegeten en uitgepoept of ze gaan (wederom) een eindje mee op reis in de vacht of het verenpak. Maar er zijn ook planten die mieren ertoe weten te verleiden om met hun zaden op pad te gaan. En ook hier brengt water zaden naar onontdekte gebieden. Eenmaal terechtgekomen op een plek met de juiste omstandigheden, en dat luistert nauw, kiemt de ene plant heel snel, terwijl een andere jaren in de bodem wacht. De voortplanting van planten is dus al met al een stuk
complexer dan bij zoogdieren, inclusief mensen, want daar is het: man plus vrouw is kind.
De voortplanting is maar één aspect van de overleving van planten. De manieren waarop ze voorkomen dat ze worden opgevreten, zijn al net zo veelomvattend. Sommige hebben stekels, doorns of brandharen, andere ruiken of smaken niet goed of zijn ronduit giftig. Je hebt ook planten die met speciale nectar juist mieren en wespen aantrekken. Als die dan toch op de plant zijn, eten ze ook insecten die de plant aanvreten. Weer andere – het gaat dan om bomen en struiken – maken heel veel zijtakjes als ze worden aangevreten, waardoor er als het ware een borstel ontstaat die het midden van de plant beschermt.
Van de polen tot de evenaar, diep in zee en hoog in de bergen, in dichte bossen en op open vlaktes, zolang ze maar licht kunnen vangen, zijn er bloeiende planten. Hun schoonheid heeft door de eeuwen heen mensen geïnspireerd. We zetten ze in boeketten op tafel, kunstenaars leggen ze vast in stillevens, spelend met licht en vocht maken fotografen de mooiste portretten en dichters bewieroken de lichtheid die ze geven aan het bestaan. We vergapen ons aan de schilderijen die Maria Sibylla Merian in de zeventiende eeuw maakte van bloemen, vlinders en insecten. We bladeren opgetogen door de Flora Batava met meer dan 2.200 ‘naar het leven geschilderde’
die voor kruisbestuiving gaan, verspreiden hun stuifmeel via wind, insecten, water, haren of veren
inheemse planten. Vorig jaar verscheen van deze eerste Nederlandse Flora Batava een prachtige heruitgave met alle 28 delen in één band, waaraan van 1800 tot 1934 tientallen schilders en schrijvers werkten. De Flora Batava was, in de woorden van Esther van Gelder die de heruitgave verzorgde, “de langstlopende liefdesverklaring aan de wilde flora”. Het is dan ook niet te begrijpen dat wij zo ons best doen om bloeiende planten het leven onmogelijk te maken. Eén à anderhalve eeuw geleden stond het land nog vol bloemen. Bermen, wei en hooilanden, akkers, heidevelden, kwelders, bosranden, slootkanten, beekoevers, waar je ook keek, van het vroege voorjaar tot de late herfst zag je bloemen. De albums ‘De bonte wei’ (1911) en ‘De bloemen en haar vrienden’ (1934) van Jac.P. Thijsse getuigen van die rijkdom.
Door verstedelijking, wegenaanleg, verdroging, stikstofvervuiling, bestrijdingsmiddelen en versnippering van leefgebieden ging veel van die bloemenweelde verloren. Onze hang naar efficiëntie en ontembare drift om maximaal te produceren tegen de laagste kosten, deden de rest. Van de 1.500 soorten wilde bloemen in Nederland is ongeveer een derde bedreigd met uitsterven.Zo verdwijnen korenbloem, bosanemoon, krabbenscheer en slanke sleutelboom in rap tempo uit ons landschap. En het einde is nog niet in zicht.
Wat de burger moed geeft, is dat er alom initiatieven zijn om het tij te keren. Zo repareerden boswachters van Natuurmonumenten de afgelopen jaren in meerdere gebieden de schade door vermeste grondlagen weg te graven, waterstanden te verhogen, het maaibeheer aan te passen en maaisel met zaden te verspreiden. Kom je in het voorjaar of de zomer in Waalenburg (Texel), Hoge Broek (Ov.), Laegieskamp (NH), Vlijmens Ven (NB) of de SintPietersberg (Li.), dan weet je niet wat je ziet: het is een en al bloemen.
In je eigen buurt
Ook buiten natuurgebieden zijn tal van voorbeelden die laten zien dat eigentijdse vormen van leven prima samengaan met een rijkdom aan bloemen. Boeren die hun graslanden en akkers zo bewerken dat bloemen weer een kans krijgen [zie ook ‘Rotterdam de Boer op’, pagina 34]. Bewoners van dorpen en wijken die hun straten en tuinen inzaaien met zaadmengsels van wilde bloemen, al dan niet met hulp van organisaties als The Pollinators en Stichting Steenbreek. Ook enthousiaste greenfluencers inspireren ons om aan de slag te gaan. Op onthemoveto.nl doet voormalige tvtuinman Lodewijk Hoekstra verslag van de bezoeken die hij met zijn Groene Ambulance brengt aan initiatieven om Nederland groener, gezonder en natuurvriendelijker te maken. Schrijver
en tuinbaas Katja Staring draagt haar missie uit in boeken, lezingen, workshops en blogs op dailygreenspiration.nl #spreadnaturelove.
Op initiatief van IVN Natuureducatie is er een beweging in gang gezet om versteende bedrijventerreinen om te toveren tot groene, gezonde werklandschappen. Van de 3.800 bedrijventerreinen in ons land – samen even groot als de Veluwe – moeten de eerste duizend klaar zijn in 2032. Ecomunitypark in Oosterwolde (Fr.), Euvelgunne in Groningen, Flight Forum in Eindhoven en Schiphol Trade Park in Hoofddorp laten zien wat de initiatiefnemers beogen.
De Vlinderstichting timmert alweer enkele jaren aan de weg met haar initiatief om bermen (140.000 kilometer), slootkanten (330.000 kilometer) en oevers van kanalen en vaarten (6.500 kilometer) bloemrijker te maken door zo te maaien dat een deel van de vegetatie blijft staan. Hoopheggen en andere organisaties planten heggen, houtwallen en boomsingels waar ze maar kunnen. Met het Aanvalsplan Landschap zet het Deltaplan Biodiversiteitsherstel zich in voor herstel van een netwerk van met elkaar verbonden boomsingels, houtwallen, heggen, hagen en andere landschapselementen. Ook daardoor krijgen bloemen veel meer kansen.
Want dat is wat nodig is: een land vol bloemen.
De schilderijen van Maria Sibylla Merian, de illustraties van de Flora Batava en de albums van Thijsse zijn natuurlijk een feest voor het oog. Nog mooier is het om al die bloemen te kunnen zien en ruiken, gewoon in je eigen buurt.
Zaai bloemen en laat de natuur weer leven
Met elkaar kunnen we Nederland weer laten bloeien, en vlinders, bijen en andere insecten weer voedsel bieden. Je kunt meehelpen. Ga naar nm.nl/bloemen en ontvang zaadjes van wilde bloemen. Je bent ook van harte welkom om de online workshops te volgen, met tips en inspiratie en DIY’s van onze boswachters. Nog meer tips vind je op nm.nl/tuin; boswachter Mathiska Lont vertelt je hoe je in jouw tuin meer bloemen, vlinders, vogels en andere dieren krijgt.
In deze serie spreken we jonge mensen over natuur en klimaat. Wat vinden zij belangrijk? Hoe moeten we het land anders inrichten?
Voor gezelschapsdierenarts Lidewei de Boer is dierenwelzijn onlosmakelijk verbonden met de natuur. Zij hoopt op een wereld waarin aandacht voor dierenwelzijn de natuur helpt herstellen. TEKST: Kiki Schollaardt BEELD: Lars van den Brink
Was je als kind al veel bezig met de natuur?
“Ik groeide op in Oosterwolde in Friesland, waar ik het grootste deel van de tijd buiten doorbracht. We hadden een grote tuin, waarin ik altijd op zoek ging naar kikkervisjes, in bomen klom en ook al snel dieren observeerde. Ook huisdieren waren er volop: honden, katten, cavia’s, konijnen, kippen, vissen, wandelende takken en later ook paarden. Toen ik vijf was kwamen we met alle kinderen uit de buurt in opstand tegen de kap van een klein bos en rond dezelfde tijd heb ik een houthakker aangesproken om alsjeblieft niet de boom met het vogelnestje om te hakken.”
Hoe is natuur verbonden aan jouw beroep?
“Diergeneeskunde staat altijd in verband met de natuur. Ziektes van wilde dieren, huisdieren en veedieren zijn vaak op elkaar overdraagbaar, en soms ook op de mens of andersom. Ook hebben we te dealen met huisdieren die gedumpt worden in de natuur of dieren die ontsnappen, zoals schildpadden of konijnen. Daarnaast is dierenwelzijn onlosmakelijk verbonden met de natuur. Ik ben aangesloten bij Caring Vets, een organisatie die bestaat uit dierenartsen die zich inzetten voor dierenwelzijn door te kijken naar het dier en zijn leefomgeving. Caring Vets is onderdeel van de Caring Movement waarin dierenartsen, dokters, boeren, leraren
en diëtisten zich bezighouden met het verbeteren van het voedselsysteem voor dier, mens en planeet.”
Hoe pas je dit toe in je werk?
“Als gezelschapsdierenarts is dierenwelzijn mijn prioriteit. Ik probeer naar het dier –het individu – te kijken en hoop dat ik daar steeds beter in word. Daarnaast hoop ik, wanneer ik mensen leer om goed voor hun huisdier te zorgen, ze dit ook toepassen op andere dieren. Waar ik in de spreekkamer gewoon met mijn patiënt bezig ben, denk ik dat dierenartsen ook buiten de spreekkamer hun verantwoordelijkheid moeten nemen.”
Op welke manier?
“Laatst had ik een gesprek met mijn opa en oma over het beeld van mensen van koeien, schapen en kippen op grasvlaktes. Ik vertelde toen dat het beste leefgebied voor kippen eigenlijk het bos is, waar ze niet alleen gras
Lidewei de Boer (26) studeerde Diergeneeskunde aan Universiteit Utrecht. Ze woont in Zeist met haar kat Dante en werkt als gezelschapsdierenarts bij Dierenkliniek De Bilt. Als Caring Vet zet zij zich in voor een beter voedselsysteem voor mens, dier en planeet. Door dierenwelzijn onder de aandacht te brengen, hoopt ze bij te dragen aan biodiversiteit en natuurherstel.
eten, maar ook blaadjes en takjes. Hetzelfde geldt voor koeien, die beter gedijen met meer bomen voor schaduw, op een meer gevarieerd grasland met kruiden en klaveren. Je ziet hierin dat biodiversiteit en natuur als vanzelf worden meegenomen wanneer je de leefomgeving van dieren ondersteunt. Dit soort gesprekken heb ik veel en daar hoop ik zaadjes mee te planten.”
Wat moet er veranderen volgens jou? “Op dit moment zijn de natuur en dieren nog heel maakbaar voor mensen. Daar ligt ook het verschil in hoe we kijken naar veedieren en huisdieren: ze worden niet gezien als individuen. Dat kan wel als je dierenwelzijn als uitgangspunt neemt. Met dit uitgangspunt zou een van de meest vervuilende industrieën, de bioindustrie, ook niet meer werken. Ook zo kan aandacht voor dierenwelzijn een grote impact hebben op biodiversiteit en milieu.
Ik eet zelf geen dierlijke producten. Dit wil ik mensen niet opleggen, maar in mijn ideale wereld zouden dieren niet meer gehouden worden met het doel om voor onze voedselconsumptie te zorgen. Hierdoor zou ook veel grasland beschikbaar komen waar de natuur haar gang kan gaan. Zo zouden er weer bossen gaan groeien en moerassige velden ontstaan. Door het dier het dier te laten, krijgt de natuur weer ruimte om natuur te zijn, zonder daarin beperkt te worden door wat de mens met haar doet.”
Redacteur Frans Bosscher van Puur Natuur kent bijna alle natuurgebieden. Als hij het antwoord op je vraag niet weet, klopt hij aan bij onze boswachters.
Vorig jaar schreef ik over een zwavelzwam en merkte daarbij op dat het twijfelachtig is of je hem kunt eten. Irma Duinmeijer zag op de biologische markt in Amsterdam dat zwavelzwammen gewoon te koop werden aangeboden. Hoe zit dat met die eetbaarheid, vroeg ze zich af. Er is twijfel, omdat er enkele gevallen bekend zijn van aller gische reacties die optraden bij het eten van zwavelzwam men. Die worden veroorzaakt door alkaloïden die kunnen voorkomen in jonge zwavel zwammen. Wie hiervoor gevoelig is, kan last krijgen van misselijkheid en duizeligheid. De alkaloïden geven
de zwam een bittere smaak en beschermen hem zo tegen vraat. Daarom is het advies om zwavelzwammen niet te eten. Waarom zou je ook? Er zijn genoeg paddenstoelen die je wel zonder risico’s kunt eten. Intussen kun je genieten
Ook een vraag?
Stuur die naar natuurvraag@natuurmonumenten.nl. Je krijgt altijd antwoord (al duurt het soms even). De leukste vragen krijgen een plek in deze rubriek.
Hoe vinden eekhoorns hun luchtbrug?
Op de Laan van Nieuw Oost-Indië in Den Haag hangen twee luchtbruggen over de weg. Het riep bij Margit de Kever de vraag op hoe dieren weten dat ze hier veilig kunnen oversteken. De Haagse luchtbruggen zijn vooral bedoeld om eekhoorns zonder problemen te laten pendelen tussen het Haagse Bos en de landgoederen Oosterbeek en Clingendael, als ze op zoek zijn naar een nieuw leefgebied of een partner, of om voedselvoorraden aan te leggen. Eekhoorns leven het grootste deel van hun leven in bomen en verplaatsen zich via takken. Zolang boomkruinen aan weerskanten van een weg elkaar raken, is er geen vuiltje aan de lucht. Het wordt anders als de bomen te ver uit elkaar staan. Dan bieden luchtbruggen uitkomst. Bij de keuze van de locaties voor zulke bruggen kijken boswachters naar routes waarvan bekend is dat dieren ze gebruiken. Met bijvoorbeeld dikke touwen vanaf de grond of bomen in de buurt ‘sturen’ ze de eekhoorns richting de brug. Het kan even duren, maar als eekhoorns ze eenmaal in de gaten hebben, maken ze dankbaar gebruik van de bruggen. Geursporen zorgen ervoor dat ook andere eekhoorns ernaartoe worden gelokt. In Den Haag gaan ook boommarters over de bruggen, terwijl dat bepaald geen vrienden van eekhoorns zijn. Op wildcamera’s is te zien dat ze daar een oplossing voor hebben gevonden: de eekhoorns gaan er overdag overheen, de boommarters ’s nachts.
Niet eens zo heel lang geleden zagen graslanden geel van de paardenbloemen. Kom daar nu maar eens om. Je ziet voornamelijk uitgestrekte groene vlaktes, met in het beste geval hier een daar een paardenbloem.
Hoe erg is het met de paardenbloem?
“Ze staat niet op de rode lijst van bedreigde plantensoorten. Dat neemt niet weg dat het oppervlak waar de plant voorkomt veel kleiner is geworden. Dat heeft te maken met de hoogproductieve graslanden, waaruit alles wat geen raaigras is, wordt geweerd. Maar ook menig tuinier steekt de paardenbloemen uit zijn gazonnetje.”
Is er reden tot zorg?
“Zeker, vooral als je bedenkt wat een insectenmagneten paardenbloemen zijn. Van de circa 350 soorten wilde bijen in ons land, komen er meer dan 100 voedsel halen op paardenbloemen. Ook vlinders
Specht plundert insectenhotel, wat nu?
halen er in grote aantallen nectar en stuifmeel, zoals oranjetipje, citroenvlinder, argusvlinder, kleine vos en vooral de dagpauwoog.”
Als er veel insecten zijn, zijn er vast ook veel vogels?
“Klopt. Zeker voor weidevogels is de paardenbloem belangrijk. Hun kuikens eten per dag duizenden insecten. Die vinden ze veel op paardenbloemen. Als die er niet of weinig zijn, moeten ze aan de wandel om bloemen met insecten te zoeken. Dan lopen ze meer risico om door roofdieren te worden opgemerkt.”
We moeten dus zuinig zijn op de paardenbloem?
“Nou en of. Ook om haar eigen diversiteit. Menigeen denkt: een paardenbloem is een paardenbloem. Maar in ons land komen naar schatting meer dan 1.000 verschillende soorten voor. Alleen al in je tuin kunnen er wel 25 soorten bloeien. Dat is toch fascinerend?”
Wil je bijen en ander vliegend spul helpen met een mooi insectenhotel, komt er een grote bonte specht langs die zich te goed doet aan de eitjes en larven. Het overkwam Kees van Wijngaarden uit Malden. Hij zal niet de enige zijn die hiermee te maken krijgt. Je kunt het de specht ook niet kwalijk nemen. Met al die stukjes bamboe en riet vol eten denkt een specht vast niet aan de instorting van het insectenleven. Gelukkig is er wat aan te doen. Als je voor de gaten van het hotel kippenof ruitgaas aanbrengt op zo’n 2 centimeter afstand, kan geen vogel er nog bij.
Vorig jaar was Hans Huitinck uit Rotterdam op vakantie in het Noord-Engelse Lake District. Tijdens een van zijn wandelingen kwam hij deze vlinder tegen. Het lukte hem niet te achterhalen om welke soort het ging. Tja, dan vraag je Frans. Het gaat om de porseleinvlinder. Om deze nachtvlinder, want dat is het, te zien, hoef je niet naar Engeland. Ook in ons land komt hij voor. Hans had het geluk dat hij de porseleinvlinder overdag zag, meestal worden ze pas in de schemering actief. De porseleinvlinder leeft in bosrijke gebieden, vooral op ruwe iepen, zachte berken, gewone vogelkersen en andere loofbomen. Hij is lid van de familie van de spanners, waarvan er in ons land zo’n 300 soorten zijn. Zijn spanwijdte is 35-44 mm.
Fotograaf Jasper Doest verbleef de afgelopen jaren veertig dagen en nachten op Marker Wadden voor een uitgebreide reportage in het magazine National Geographic. In Puur Natuur een selectie beelden van het natuuronderzoek op de eilanden in het Markermeer. TEKST: Petra Strijdhorst BEELD: Jasper Doest
dem errorem fuga. Iquam eri in.
Fotograaf Jasper Doest
“Ik wilde niet dat het alleen maar een natuurserie werd. De passie die onderzoekers en vrijwilligers hebben, wilde ik in beeld brengen. Het mooiste moment was een ochtend waarop ik op pad was met onderzoeker Mennobart van Eerden. Hij wilde ’s nachts wintertalingen vangen. Maar daar waaide het te hard voor. Ineens zag hij op het ijs poep van de wintertaling liggen. Dat schraapte hij met een theelepeltje van het ijs om op basis van dat schraapsel iets te kunnen zeggen over het gedrag van deze vogel. Zijn passie raakt me. De nieuwsgierigheid die door zijn aderen stroomt, dat wilde ik in beeld brengen. Om dat mogelijk te maken, moet je langere tijd optrekken met de mensen die je wilt fotograferen. Met de huidige beschikbare budgetten was dat onmogelijk. Gelukkig deed de National Geographic Society een donatie. Zo kon ik meerdere keren terugkomen voor een paar dagen.
Ik ben onder de indruk van Marker Wadden. Vanaf het allereerste begin was het een magneet voor vogels en insecten. Om echt impact te kunnen maken op het gehele Markermeer moet er meer gebeuren, denk ik. Maar het kan. En het heeft zin. Dat is duidelijk te zien. Er zijn meer landen met dezelfde uitdagingen voor waterbeheer. Daar kunnen Marker Wadden een voorbeeld voor zijn, maar daarvoor moet je keuzes maken. Met de aanleg van Marker Wadden is gekozen voor natuur. Daarbij is rekening gehouden met belangstelling van mensen die de eilanden willen bekijken en met mensen die onderzoek willen doen op Marker Wadden. Daar ligt de kracht: niet dat het alleen goed is voor het een of het ander, maar bij het complete plaatje. Dat fascineert me.”
Lees het uitgebreide interview met Jasper op nm.nl/jasperdoest
Het weidse eilandgevoel, de fascinerende moerasnatuur: op Marker Wadden ervaar je overal om je heen de ongerepte natuur. De natuureilanden zijn aangelegd met zand, klei en slib uit het Markermeer. Ze zijn in trek bij talrijke vogels. Meer dan 200 vogelsoorten zijn er inmiddels gezien, waaronder visdieven, plevieren en kluten. Ze rusten hier uit tijdens hun reis naar het noorden of zuiden, andere brengen er hun jongen groot. Prachtig om ze van dichtbij te spotten vanuit de kijkhutten. Ook vissen hebben de eilanden gevonden, van kleine vetjes en stekelbaarsjes tot grote karpers en palingen. Zo krijgt de droom die we hadden van een natuurarchipel in het Markermeer steeds meer vorm. Dat is mogelijk geworden door 22 miljoen euro die de Nationale Postcode Loterij heeft geschonken. We danken daarom alle deelnemers aan de Postcode Loterij. Dankzij hen komt de natuur in het Markermeer weer tot leven.
Marker Wadden met eigen ogen zien? Boek veerdiensttickets op nm.nl/veerboot
Telkens trappen ze er weer in. Haar bloemen houden insectenmannetjes mooi voor de gek. Maak kennis met de verleidelijke vliegenorchis.
TEKST: Astrid Schoenmaker BEELD: Inge van Noortwijk
Zeldzaam
De vliegenorchis is een zeldzame plant die alleen nog te vinden is in Zuid-Limburg. De orchidee groeit langs bosranden en kalkrijk grasland. Net als de meeste andere orchideeën in ons land bloeit hij in mei en juni. De plant wordt zo’n 20 tot 50 cm hoog.
Anatomie
In het centrum van de bloem zit het zuiltje; een samengroeisel van meeldraad en stamper. In het zuiltje zitten twee helmhokjes met in elk een geel stuifmeelklompje op een steeltje met aan de voet een hechtschijfje. Bij de vliegenorchis lijkt het zuiltje op een kop-borststuk van een insect met daarin twee ogen en aan de zijkant antennes.
Lokstoffen
De bloem van de vliegenorchis geurt naar vrouwelijke graafwespen en vliegen. Voor ons niet erg lekker, maar voor de mannetjes van deze insecten onweerstaanbaar.
Zo lokt de vliegenorchis insecten van grote afstand naar zich toe.
Ondergronds
Het oudgriekse woord orchis betekent teelbal en slaat op de vorm van de twee wortelknollen. Ook onder de grond werkt de vliegenorchis samen met andere organismen. Rond de wortels groeien schimmels – mycorrhiza – die de plant voorzien van mineralen. Als wederdienst levert de plant suikers aan de schimmel.
Stuifmeelklompjes
Zonder dat hij het doorheeft, blijven tijdens de nepparing twee stuifmeelklompjes met hechtschijfjes op het voorhoofd van de graafwesp plakken. Tijdens zijn vlucht naar de volgende bloem drogen de steeltjes aan de voorkant op en buigen ze naar beneden.
Aantrekkelijk
Eenmaal bij de bloem wordt het mannetje verder in de val getrokken. De bloemen lijken precies op vrouwtjesvliegen met vleugels en ogen. Voor hem is het plaatje compleet. Dit is een aantrekkelijk vrouwtje. Het mannetje probeert vervolgens te paren met de onderlip van de bloem.
Bestuiving Bij een volgende bloem probeert hij weer te paren. De naar beneden gebogen stuifmeelklompjes blijven nu op de stamper van de bloem plakken.
Duizenden zaadjes
De bloem is bestoven en groeit uit tot een vruchtje met wel 15 duizend zaadjes. Ze zijn zo klein als een stofje en worden door de wind verspreid. Ze kiemen alleen op plekken waar de wortelschimmel aanwezig is.
Pim, vanuit de politiek horen we steeds vaker de roep om natuur- en milieuregels te versoepelen omwille van voedselzekerheid.
Hoe kijk jij daarnaar?
“Logisch dat voedselzekerheid hoog op de politieke agenda staat: met alle geopolitieke ontwikkelingen en klimaatverandering is dit onderwerp van levensbelang. We moeten minder afhankelijk zijn van import van voedsel en grondstoffen (kunstmest, soja) van buiten Europa.
Tegelijkertijd wordt voedselzekerheid aangegrepen om natuur- en milieuregels te versoepelen. Dat is toch de omgekeerde wereld? Want natuur is er niet alleen voor onze zondagse wandeling, maar is de basis voor voldoende en gezond voedsel.
Intussen neemt de biodiversiteit af en onze bodem, lucht en water zijn vervuild. Die verontreiniging komt via groenten, zuivel en vlees ook óns lichaam binnen. Het RIVM adviseert geen eieren van hobbykippen meer te eten, omdat er te veel PFAS in zit. De aantallen bijen en andere insecten nemen af, maar ze zijn onmisbaar voor de bestuiving van veel fruit en groente, en het vruchtbaar maken van de bodem.
Wil je voldoende én veilig voedsel, dan moeten de regels eerder worden aangescherpt dan versoepeld. De landbouw in ons land is niet in balans met de natuur. Al in de jaren 90 was het duidelijk dat ons land een mestoverschot heeft dat zorgt voor te veel stikstof in de lucht en vervuiling van ons water. De aanpak is vooruitgeschoven, waardoor het probleem alleen maar groter is geworden. Het kán wel: landbouw in balans met natuur. Met steeds meer boeren werken we samen op zo’n manier dat natuur zich kan herstellen. Daarmee creëren we niet alleen een prettiger land om in te leven, we werken zo ook aan voedselzekerheid.”
Directeur Pim van der Feltz gaat in elke Puur Natuur in op een lezersvraag. Heb je ook een vraag? Stuur ‘m naar puurnatuur@natuurmonumenten.nl
Natuurmonumenten, de Waddenvereniging, Stichting De Noordzee en Vogelbescherming stappen naar de rechter om de vergunning voor garnalenvisserij aan te vechten. De vergunning, die geldt voor 20 jaar, negeert volgens de organisaties de noodzakelijke bescherming van natuurwaarden in beschermde
gebieden in de Waddenzee, langs de Noordzeekust en in de zuidwestelijke delta. Volgens hen zijn zowel de natuur als de garnalenvissers gebaat bij een betere bescherming van deze gebieden. Alleen als de zeebodem, vogels, zeehonden en jonge vissen de rust krijgen die ze nodig hebben, kan er gevist worden.
Waterschap Vallei en Veluwe en Natuurmonumenten hebben, met steun van de provincie Gelderland, de waterhuishouding van de Empese en Tondense Heide (Gld) aanzienlijk verbeterd. Het gebied is daardoor natter en de waterkwaliteit is verbeterd. Hierdoor blijven de zeldzame en kwetsbare blauwgraslanden met planten als Spaanse ruiter, blauwe knoop en gevlekte orchis behouden. Aan het herstel van het watersysteem is gewerkt sinds 2012.
Zin in een bloemrijk avontuur? Verken dan een van onze routes waar het barst van de bijzondere soorten, zoals die over de bloemdijken van Zuid-Beveland. Boswachter Paul Begijn vertelt waar we al dit moois aan te danken hebben.
TEKST: Wilco Meijers
Startpunt: parkeerplaats aan de Van der Poest Clementstaart (Nisse), tegenover het infopaneel. Gemarkeerd met blauwe pijltjes (4,5 km) of rode (8,5 km)
Boswachter Paul Begijn begint met een waarschuwing. “Mensen verwachten hier soms eindeloze zeeën van bloemen aan te treffen.
Dat klopt niet helemaal. De bloemenweelde beperkt zich tot kwetsbare soorten op de dijken die niet in grote dichtheden voorkomen. Er groeien bloemen die typisch zijn voor de Zak van ZuidBeveland, zoals deze streek heet. Denk aan ruige anjer, gewone agrimonie, wilde marjolein, moeslook, aardaker en wollige distel. Die doen het al eeuwenlang goed op de onbemeste kleigrond, zeker op de zonnige zuidhellingen die snel opwarmen. Op sommige plekken zie je ook algemene soorten en loop je langs manshoog fluitenkruid, koolen raapzaad.”
We lopen over bloemrijke waterkeringen uit een woelig verleden. Paul: “Het zijn geen zeedijken, maar landinwaarts gelegen reservedijken, ook wel zomerdijk, slaperdijk
of inlaagdijk genoemd. Hun waterkerende functie hebben ze verloren. Tegenwoordig zijn het waardevolle verbindingen voor allerlei plant en diersoorten. En uiteraard voor de wandelaar.”
Behalve door bloemen worden de dijken ook omzoomd door bomen. De populier is nog altijd de grootste blikvanger, maar niet meer overal. “Na de Tweede Wereldoorlog is de snelgroeiende populier massaal aangeplant om het kale landschap aan te kleden”, legt Paul uit. “Die generatie loopt nu ten einde. Veel populieren zijn gekapt omdat ze gevaar opleverden voor recreatie of verkeer. Maar waar dat niet zo is, laten we ze graag staan. De vervallen bomen zijn vanwege hun zachte hout geliefde nestplekken voor vogels, zoals de groene specht. Bij nieuwe dijkaanplant kiezen we voor soorten die veel ouder kunnen worden en de biodiversiteit verrijken, zoals eiken en linden. Die zijn geliefd bij vele tientallen soorten insecten. Lindebloemen zijn een grote trekpleister voor bijen, vlinders en zweefvliegen.”
Van de dijk af duiken we ook een paar keer de luwte in. Over smalle paadjes struinen we
door een heggengebied waar het wemelt van de meidoorns. Tussen de struweelhagen door liggen graslandjes met oude drinkpoelen voor het vee. “Hollebollig”, noemt Paul dit landschap. “Hier is vroeger veel veen afgegraven om zout uit te winnen. Her en der is het landschap daardoor verzakt.”
Het landschap wordt hier nog gekoesterd, zo bewijst ook een bordje onderweg. Nisse Icoonlandschap staat erop, een ode aan dit kleinschalige Zeeuwse landschap. Toch is er ook landschapspijn. De enorme 380 kVmasten, de grootste hoogspanningslijnen in Nederland, domineren verderop de skyline. Ze zorgen voor transport van elektriciteit, onder andere afkomstig van windenergie op zee. Maar je kan ook de andere kant opkijken. Daar prijkt de slanke kerktoren van Nisse aan de horizon. Het 14eeeuwse monument blijft bijna de hele rondwandeling een vertrouwd ijkpunt.
Op het water, op vogels, op weerspiegelende bomen, gagel en bloeiend Moerashertshooi. Dat mag best even duren.
- p29, bloemen op foto bij 1 zijn geen akkerflora Heb jij een ander voorstel, Stefan?
Rechts kijk je uit over een van de twee akkertjes die zijn ingezaaid met onge schoond graan. Hier zitten nog zaden in van akkeronkruiden. Er groeien gewassen als rogge en spelt, met daartussen planten als klaproos, kamille, bolderik en naakte lathyrus.
Je loopt hier door een struweelhaag die vroeger, net als andere hagen in het gebied, diende als veekering. In de dichte bosschages broeden zang vogels als de fitis, tjiftjaf,
Cetti’s zanger, zwartkop, spotvogel, heggenmus en braamsluiper. Ook reeën vinden hier dekking.
3
Je tuurt hier over een rustige plas, een van de vele welen in het gebied. Het zijn restanten van vroegere dijkdoorbraken. Sommige kolkgaten waren zo diep dat er een nieuwe dijk omheen moest worden gelegd. De dode bomen in en bij het water dienen als slaapplek voor aalscholvers.
4
Grenslindes markeerden vroeger eigendomsgrenzen in deze streek. De stevige bomen die honderden jaren oud kunnen worden, lenen zich hier goed voor. De Beveland telt nog zo’n honderd oude grenslindes.
De route loopt hier over het erf van natuurpark Schaapskooi Zeeland, een voormalige schaapskooi. Er is een brasserie met een klein streekcentrum, een speeltuin en
6
Een van de mooiste welen van Zeeland, dit eeuwenoude kolkgat dat ontstond in de middeleeuwen. Het weel staat ook bekend als Doolman, vermoedelijk afgeleid van ‘dolende man’. Hier zou volgens volksverhalen de geest van een verdronken man ronddolen.
7
Hier slinger je door het heggenlandschap met veel natte laagtes. Deels zijn dat vroegere drinkpoelen waarin onder meer de kleine watersalamander leeft, net als de bedreigde kamsalamander. Deze grootste salamandersoort van Nederland stelt hoge eisen aan de waterkwaliteit.
Startpunt: Parkeerplaats Gasterij Natuurlijk Smeerling, Smeerling 15, Onstwedde
De Ruiten Aa slingert alweer zo’n twintig jaar als herboren beek door het OostGroningse landschap. Je wandelt er langs allerlei bloeiende struiken en vochtige graslanden waar orchideeën groeien.
1
Sfeervolle, eeuwenoude boerderij waar je kunt eten en drinken. Ertegenover ligt een kruidentuin. De kruiden gebruikt de gasterij als thee, als garnering voor broodjes en in workshops over etherische oliën.
2
Gevarieerd oud loofbos waar de natuur sinds een storm in 1972 haar gang mag gaan. Dankzij het vele dode hout vinden veel
holenbroeders hier een nestplek, zoals spechten en de holenduif.
3
Het zijbeekje waar je langsloopt, komt uit in de Ruiten Aa. Het wordt gevoed door kwelwater. Hier komt ijzerrijk water uit de bodem aan de oppervlakte. Dat ziet er bruin uit, maar is qua samenstelling erg schoon.
4
Hier kun je goed het verschil zien tussen een beukenbos (links van het pad) en een eikenbos (rechts). Onder de eiken groeien struiken zoals hazelaar, hulst en vuilboom. Die krijgen in een beukenbos geen kans vanwege het dichte bladerdak. Toch is de bosbodem hier niet helemaal kaal. In het vroege voorjaar bloeien hier duizenden bosanemonen.
5
In 1991 werd hier een herstelproject uitgevoerd. Er is geplagd en reliëf aangebracht
om de natuurlijke situatie van vroeger te herscheppen. Nu kun je genieten van een halfopen landschap met bos, struweel, ruigtes en begraasde delen.
6
Dit oude runderras begraast een deel van het beekdal. Het graaswerk van de Lakenvelders zorgt voor afwisselende overgangen tussen bos en grasland. Op de natte plekken groeien onder meer dotterbloem en pinksterbloem. Op de wat drogere delen vestigen zich struiken als meidoorn en sleedoorn.
7
Hier start een rondwandeling die toegankelijk is voor mensen met een rollator, rolstoel of scootmobiel. Langs de meanderende beek, de kruidenrijke akkers en de weilanden kun je in het zomerseizoen genieten van een grote bloemenrijkdom.
Meer routes met horeca? Zie nm.nl/wandelroutes-met-terras
Startpunt: Dorpskerk Hierden, Zuiderzeestraatweg 149, Hierden
Wat is het mooiste geel? Dat van de duizenden dotterbloemen, het wuivende koolzaad of toch de gele lis? Het is lastig kiezen als je kuiert door de Bloemkampen. Een stuk Veluwemeerkust dat de laatste jaren letterlijk opbloeide.
1
Karakteristiek dorp met fraaie boerenhoeves. De plaats met veel groen ontstond uit verschillende buurtschappen in de stadslanderijen ten oosten van Harderwijk.
2
Een echte Veluwse beek die onderweg van naam verandert. Hij start als Staverdense beek, heet iets noordelijker Leuvenumse beek en eindigt als Hierdense beek. De beek mondt uit in het Veluwemeer, 27 meter lager dan de bron.
3
De sloten en graslanden langs de Veluwemeerkust kleuren in het voorjaar goudgeel door de dotterbloemen. Deze prachtige voorjaarsbloeiers doen het goed in het gebied dankzij het schone grondwater dat hier omhoogkomt. Regenwater van de Veluwe kwelt hier na een ondergrondse reis van honderden jaren weer aan de oppervlakte.
Je wandelt hier door een van de oudste essenhakhoutbossen van ons land: Bloemkampen. Boeren zaagden de uitlopers van de bomen geregeld af voor houtwinning. Die traditie zetten de boswachters nu eens in de acht jaar voort. Zo komt er licht op de bodem voor bloemen als bosanemoon en vogelmelk.
Aan je rechterhand zie je het Kievitsweiland. Eind vorige eeuw is het omgevormd: monotoon grasland veranderde in nat schraalland boordevol bloemen, zoals echte koekoeks
bloem, rietorchis en vleeskleurige orchis. In de poelen leven kikkers, padden en kleine watersalamanders.
6
Kleinschalig familielandgoed waar in 1924 een huttenkolonie werd gesticht volgens socialistische idealen. De hutten staan er nog, te midden van loofbos, houtwallen en weides.
7
Het verderop gelegen dorpje is vernoemd naar dit oude landgoed, waarvan het landhuis verdween, maar het koetshuis nog bestaat. Door het landgoed stroomt de Zilverbeek, die zich halverwege verbreedt tot een vijver.
8
Landgoed dat mogelijk al in de 13e eeuw werd gesticht. Het huidige kasteel dateert uit de 17e eeuw en is grotendeels ingericht als hotel. De Hierdense Beek voedt de waterpartijen rondom dit rijksmonument.
Startpunt van de kanoroute: parkeerplaats langs de N201. Volg onderweg de genummerde palen.
Ineens zit je er middenin: een zee van witte waterlelies en gele plomp. Dat gebeurt vanzelf als je door de Kortenhoefse Plassen peddelt. En daar blijft het niet bij. Valeriaan, kattenstaart en gele lis, bloemen zijn hier altijd dichtbij.
1
Nadat je de onderdoorgang van de N201 bent gepasseerd, ben je op het Hilversums Kanaal. Het kanaal is in de jaren dertig dwars door de oude weg van Kortenhoef gegraven om Hilversum met de Vecht te verbinden. Een deel van het dorp verdween hierdoor.
2
Hier vaar je letterlijk door een zee van witte waterlelies en gele plompen. De bloemen van de waterlelie behoren met een doorsnede van 18 cm tot de grootste van onze inheemse
flora. De bloemenweelde is een teken van een goede waterkwaliteit.
3
Even de benen strekken? Bij deze uitstapplaats kun je de omgeving overzien, waaronder het Oppad langs het water. Dit oude kerkpad loopt van ’sGraveland tot de kerk in Kortenhoef.
4
Je peddelt bijna overal langs weelderige oevers met planten, zoals echte valeriaan, kattenstaart, watermunt, bitterzoet, dotterbloem en gele lis. Die laatste gebruikt het water voor verspreiding van de zaden. Die zitten in een drijvende verpakking die op een gegeven moment opensplijt.
5
In de rietkragen hoor je een kakafonie van vogelgeluiden, met dank aan de rietzanger, rietgors, kleine karekiet en snor. De snor valt met zijn monotone snorrende geluid het meest uit de toon.
6
Met een beetje geluk zie je een purperreiger opvliegen, het slankere, fraai getekende neefje van de bekende blauwe reiger. Hij broedt in kolonies en is een echte zomergast. Overwinteren doet de purperreiger in westelijk Afrika. w
Natuurgebied Kardinge, gelegen tussen de Groningse wijk Beijum en Zuidwolde, wordt uitgebreid met 38 hectare. Daarin is ook plaats voor een natuurbegraafplaats. Het ontwerp is gemaakt in nauw overleg met buurtbewoners.
Dankzij de komst van de natuurbegraafplaats in Kardinge is het mogelijk om het natuurgebied flink uit te breiden. “Daardoor wordt omliggende natuur met elkaar verbonden”, vertelt boswachter Bart Zwiers. “Intensieve landbouw wordt nu omgevormd tot natuur. Deze groene buffer is heel belangrijk voor de omgeving. Daarom hebben we vanaf het begin bewoners erbij betrokken.” Op een natuurbegraafplaats staat de natuur voorop. De graven liggen verspreid over het gebied. Zonder grafsteen, in het begin gemarkeerd met een houten boomschijf. De graven worden nooit geruimd. Dit biedt zekerheid dat ook de natuur er voor eeuwig blijft bestaan. Natuurbegraven Nederland biedt natuurliefhebbers een laatste rustplaats in zes natuurgebieden, verspreid over Brabant, Limburg, Gelderland, Overijssel en binnenkort Zuid-Holland en Groningen. Kijk voor meer informatie op kardingegroeit.nl
Anne Vreeken
Buurtbewoner en vrijwilliger in de pluktuin
“Ik zie de reeën in mijn tuin, hazen die over elkaar tuimelen. Het is elke dag genieten. Mijn huis grenst bijna aan het nieuwe gebied van Kardinge. Natuurmonumenten en Natuurbegraven Nederland hebben serieus gekeken wie er met het gebied in contact staan. We zijn meteen betrokken bij de plannen en gingen ook op veldbezoek naar Natuurbegraafplaats Heidepol in Arnhem. In het begin kwam boswachter Bart Zwiers langs om uit het raam te kijken. Hoe is de ervaring als er iets staat van pakweg 80 centimeter hoog? We hebben samen gekeken, dat was heel prettig. Bij het werken aan de plannen merk je dat er veel overeenkomsten zijn. Ik vind het echt een mooi concept en ben benieuwd hoe het gaat worden.”
Fenna
Plaatselijk Belang Zuidwolde
“Via de boswachter hoorde ik over de plannen voor de uitbreiding en de natuurbegraafplaats. In de Dorpsvisie staat dat het gebied een open karakter moet behouden. In het verleden waren mensen best bang dat het zou worden volgebouwd. Ik vond het daarom erg belangrijk dat omwonenden een stem kregen. Zelf kende ik het concept van natuurbegraven al, dus ik hield me wat op de achtergrond. Iedereen was erg tevreden over de manier van werken. Ik wilde meer bomen, maar die mening werd niet gedeeld. Dat vond ik niet erg, hoor. Landschapsarchitect Heilien Tonckens is echt de geschikte vrouw voor zo’n klus. Ze heeft eerder het ontwerp van OERRR Speelnatuur in Kardinge gedaan. Dat geeft vertrouwen.”
Francis Reinders
Buurtbewoner
“De natuurbegraafplaats wordt mijn ‘overbuur’. Ik ben 78 jaar en woon al 74 jaar op dit adres. Ik heb Kardinge zien groeien. Heerlijk om dichtbij zoveel groen te hebben, iedereen is er lovend over. Ik verbaas me elke keer weer over de ontluikende natuur. Nu krijgt Kardinge zelfs een uitbreiding. Al in het begin is er een ‘meedenkgroep’ gevormd met dertig mensen, van wie ik er één was. Het was een fijn proces waarin de landschapsarchitect drie ideeën presenteerde. Over deze ideeën konden wij meedenken. Zo kwamen we samen tot een definitieve schets. Dat ging op het niveau van struiken en bomen. Zo waren wij erg stellig over bos. Dat past niet op dit Groninger land. Maar wel een open landschap met waterpartijen, struiken en kruiden- en bloemrijk grasland.”
Wiebe Schoonhoven
Vrijwilliger, buurtbewoner en lid wijkraad
“Historisch gezien moest je altijd naar het zuiden van de stad om van natuur te genieten. Maar met Kardinge kwam er ook natuur aan de noordoostkant. Uitbreidingswijken maken er goed gebruik van. Niet iedereen was onverdeeld positief over de uitbreidingsplannen. We hadden met name vragen over de verkeersdrukte als de natuurbegraafplaats er zou komen. Gelukkig werden wij als buurtbewoners vanaf het begin betrokken bij de plannen. Bovendien erkenden Natuurmonumenten en Natuurbegraven Nederland onze zorg. We kwamen tot praktische aanpassingen om meer grip te krijgen op het verkeer. Zo zijn er afspraken om een grote plechtigheid niet op de natuurbegraafplaats zelf te doen, zolang de verkeerssituatie dit niet toelaat.”
Op initiatief van Rotterdam de boer op! werken akkerbouwers bij de havenstad met nieuwe teeltmethoden. Het leidt tot een enorme toename van vogels en insecten, terwijl de verdiensten voor de boeren op peil blijven. TEKST: Frans Bosscher
Zag hij dat nou goed? Het was een uil, maar kon het een velduil zijn? Navraag bij vogeldeskundige Ben Koks leerde dat dat inderdaad zo was. De waarneming afgelopen voorjaar was voor akkerbouwer Johan van Beek een heel speciaal moment. Hij ziet de laatste jaren steeds meer vogels op zijn land verschijnen. Veldleeuweriken, blauwborsten, kneuen, vinken en nu dus ook een velduil. Samen met zijn vrouw Marjet heeft Johan een akkerbouwbedrijf van 95 hectare bij Zuidland op Voorne Putten. Hij verbouwt aardappelen, suikerbieten, tarwe, zoete aardappelen en luzerne. Om de bodemvruchtbaarheid te verbeteren, stopte hij twaalf jaar geleden met ploegen. En vorig jaar werd hij deelnemer van een project van Rotterdam de boer op! om de biodiversiteit te verbeteren door gewassen in stroken te telen. Biodiverse Akker Mozaïek (BAM) heet het concept, waarbij meerdere gewassen (luzerne, zomertarwe, koolzaad, veldbonen en lupines) op één perceel worden geteeld. Tussen de stroken met een breedte van 6 tot 15 meter staan meerjarige bloemen die van het vroege voorjaar tot ver in de herfst voedsel en schuilplaatsen bieden aan insecten en vogels. Bij de verscheidenheid aan insecten die op de kruiden afkomen, zijn naar verwachting ook soorten die zich te goed doen aan plaagorganismen op de gewassen. Bestrijdingsmiddelen kunnen daardoor in de kast blijven. “Ik ben al jaren op zoek naar manieren om minder te spuiten”, zegt Johan. “Wij kregen de grond van een vorige generatie en geven hem door aan een volgende. Daar moet je dan goed voor zorgen.”
Zes klaversoorten
Nieuwsgierig ging hij daarom aan de slag met BAM; ze richtten 10 hectare in volgens dit concept. Johan: “Deze nieuwe vorm van akkerbouw past bij ons. Het is niet zo dat we er meer inkomen van verwachten, we willen er vooral ervaring mee opdoen. Het vraagt
meer planning en er zijn meer risico’s.”
Mocht er financiële schade zijn, dan vangt Rotterdam de boer op! die op. “Hierdoor hebben we ruimte om te onderzoeken hoe het werkt en hoe we het kunnen toepassen.”
Wat ook zou helpen, zo benadrukt Johan, is dat consumenten accepteren dat er eens een vlekje op een aardappel zit. “Blanke aardappelen krijg je alleen met de inzet van chemie.”
Met dezelfde motivatie zaaide hij ook een mengsel van zo’n zes klaversoorten in enkele graanpercelen. Het idee achter deze aanpak is dat de klavers doorgroeien na de oogst. Dat is goed voor de bodem, omdat klavers stikstof in de bodem brengen en diepe wortels hebben. Het bodemleven knapt er aanzienlijk van op, wat blijkt uit een grote toename van wormen. Het is bovendien goed voor insecten en vogels. En dan kun je zomaar op een dag een velduil op je land zien.
Roepende steenuil
Ook biologisch akkerbouwer Ard van Gaalen past dit jaar klaveronderzaai toe in een perceel suikermais. “In twintig jaar tijd nam het aantal veldleeuweriken af van een miljoen tot zo’n 40.000. Dat is verontrustend. Als ik daar met klaveronderzaai wat aan kan doen, doe ik dat. Ik hoef m’n bouwplan er niet voor aan te passen. Dit is een mooie gelegenheid om de biodiversiteit te helpen.”
Ard zette 25 jaar geleden met twee collega’s een gezamenlijk akkerbouwbedrijf op: Biostee. Ook sloot een melkveebedrijf aan, zodat ze met elkaar een kringloop van voedingsstoffen creëerden. Ze verbouwen voer voor de koeien en met de mest van het vee maken ze de akkers vruchtbaar. Veel van hun groenten (knolselderij, aardappelen, uien, penen en suikermaïs) gaan naar supermarkten en hun Biosteekazen zijn in veel winkels verkrijgbaar (je vindt ze op biostee.nl).
Klaveronderzaai past goed bij zijn manier van werken, zegt Ard. “De gezondheid van
‘Hiermee kunnen we grote stappen zetten voor de biodiversiteit’
de bodem heeft altijd centraal gestaan in onze bedrijfsvoering.” Alsof hij wil illustreren dat het met het bodemleven op Biostee goed zit, horen we ineens een steenuil roepen. Het uiltje heeft grote kevers en wormen nodig en die vindt hij hier blijkbaar. “Sowieso doen biologische bedrijven het goed als het om biodiversiteit gaat: er komen 30 procent meer soorten en 50 procent meer individuen voor dan op gangbare bedrijven. Bovendien is het stikstofverlies 70 procent minder. Goed om daar als consument bij stil te staan als je boodschappen doet.”
Grote stappen
Bedenker van deze nieuwe teeltmethoden is Ben Koks, die zich sinds jaar en dag inzet voor herstel van het vogelleven op Nederlandse akkers. “Ik ben vooral op zoek naar vormen die goed in te passen zijn en die geen verlies aan opbrengst betekenen. Met acht verschillende akkerbouwbedrijven op de ZuidHollandse eilanden onderzoek ik met Anthonie Stip van de Vlinderstichting en landbouwdeskundige
Sander Bernaerts wat de effecten zijn op het vogel en insectenleven, maar ook op de bedrijfsvoering.
De eerste resultaten zijn heel bemoedigend.
Wat ik het afgelopen jaar aan insecten en vlinders heb gezien, is spectaculair. Het waren vooral algemene soorten, zoals dagpauwoog, atalanta en klein geaderd witje, maar we troffen ook zeldzame soorten aan, waaronder de donkere klaverzandbij. Je zag veel libellen patrouilleren, zoals de bruine glazenmaker. Dat betekent dat er veel insecten zitten, want daar jagen ze op. Ook wat betreft vogels was het geweldig: enorme aantallen veldleeuweriken, en ook watersnippen, gele kwikstaarten, graspiepers en kiekendieven.”
Het is het streven van Ben, is dat deze nieuwe teeltmethoden op grote schaal in de akkerbouw gaan worden toegepast. Als je ziet hoe het op kleine schaal uitpakt voor de biodiversiteit op de ZuidHollandse eilanden, dan kun je grote stappen zetten als akkerbouwers in het hele land ermee aan de slag gaan. Dat het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur concept vanaf 2027 te subsidiëren, is in ieder geval een stap in de goede richting. Ben: “Als dit algemeen wordt opgepakt, kijk je over een paar jaar je ogen uit.”
Dirk Kunst, projectleider van Rotterdam de boer op!, is verheugd dat de nieuwe teeltmethoden in de akkerbouw zo goed uitpakken. “We zijn al met diverse projecten bezig om met betrekkelijk eenvoudige aanpassingen in bestaande bedrijven de biodiversiteit te verbeteren. Dat doen we ook met Nedertarwe, een project met Royal Koopmans om weer baktarwe van Nederlandse bodem te krijgen. Met BAM en klaveronderzaai zetten we de volgende stappen, ook dankzij steun van de provincie Zuid-Holland.”
Met andere projecten in de Rotterdamse regio wordt gewerkt aan herstel van de band tussen stad en boer. Zo kun je in de winkel van Belevenisboerderij Schieveen producten kopen van melkveehouders en akkerbouwers uit de omgeving. Via de campagne Eet Natuurlijk Lokaal wijst Rotterdam de boer op! de Rotterdamse consument op mogelijkheden om natuurinclusief voedsel te kopen van het Rotterdams platteland. Natuurmonumenten werkt in Rotterdam de boer op! met zo’n dertig partijen samen aan het versterken van de biodiversiteit op het Rotterdamse platteland. De Nationale Postcode Loterij steunde het initiatief met 13,8 miljoen euro. In 2027 hebben andere partijen de initiatieven overgenomen, zo is de bedoeling. Intussen is er ook in andere steden belangstelling om iets vergelijkbaars op te zetten. Dirk. “Dan gaan we naar een schaal die echt wat betekent voor de biodiversiteit.”
Kunstenaar Ana Oosting combineert kunst en wetenschap, in samenwerking met onderzoekers uit verschillende vakgebieden. Haar achtergrond in neurobiologie helpt haar om kunst te maken die niet alleen visueel indrukwekkend is, maar ook diepere vragen stelt over de relatie tussen mens en natuur. Voor haar eerste grote solotentoonstelling, Breaking Waves, maakte Ana een bewegende installatie die de grote zaal vult van Museum Beelden aan Zee in Den Haag. Tien golvende, gevouwen lijnen vormen een landschap, geïnspireerd op wat zich afspeelt buiten het museum: de golven die bewegen van diep naar ondiep water en uiteindelijk breken op de kust.
Van schoonmaakacties tot het kopen van grond. Burgers nemen zelf het initiatief om de natuur in hun woonomgeving te beschermen.
Een leefbare groene stad is de missie van Groene Buur. Dit initiatief in Almere bestaat vijf jaar en is dé groene beweging van de stad. Onder het motto ‘niets hoeft, alles mag’ zetten deelnemers zich in. Het belangrijkste is dat de groene buren zelf het initiatief nemen.
“Maak het vergroenen in jouw omgeving leuk. Als je denkt dat daar een mooie actie in zit? Vooral lekker doen!”, zegt Sacha de Ruiter, oprichter van Groene Buur. De kern van organisatie Groene Buur is: zelf initiatief nemen. “Zelf werkte ik als opbouwwerker in het welzijnswerk. Daar heb ik ervaren dat als je iets wilt organiseren in de stad dat door bewoners wordt gedragen, het bottom-up moet zijn. Mensen kunnen anderen pas overtuigen als ze zelf gemotiveerd en enthousiast zijn.” Naast Almere is
Groene Buur ook actief in Dordrecht. Sacha hoopt dat vele andere gemeenten volgen.
Duizenden planten
Doordat de ideeën van de groene buren zelf komen, is er veel diversiteit in wat zij doen. Zo delen zij bomenen plantenpakketten uit, die de inwoners in Almere gebruiken om hun tuin groener te maken. Elk jaar gaan er zo duizenden planten de buurten in. Sacha: “Dit is tegelijkertijd een mooie manier om bekend te
worden en met mensen in gesprek te gaan op het moment dat zij die pakketten komen ophalen. Gesprekken met voorbijgangers die langs ons kraampje lopen, en gesprekken met je eigen buren. Door steeds zichtbaarder te zijn, vragen meer mensen zich af hoe ze hun tuin kunnen vergroenen.” Wil je je aansluiten bij Groene Buur? Iedereen met een groen hart is welkom! groenebuur.nl
GEVEN WERKT
Ernst-Jan Bergman zette vier jaar geleden via zijn bedrijf een Fonds op Naam op voor de aankoop van grond in Drenthe. Het landschap bloeit zienderogen op.
“Je kunt je veel zorgen maken over wat er in de wereld gebeurt met de natuur en de afname van biodiversiteit. Maar de uiteindelijke vraag is: wat kun je zelf doen? Ik ben graag in de natuur, kom er tot rust en vind er nieuwe inspiratie. Het is belangrijk natuur te behouden en te versterken. We hebben de aarde niet alleen geërfd van onze voorouders, maar ook te leen van onze kinderen. Ik wil graag iets tastbaars en blijvends
doen in ons eigen land. De weidsheid van de natuur in Drenthe vind ik mooi, zoals in het Dwingelderveld. Als kleuter ging ik er op vakantie met mijn ouders. Toen was ik vooral onder de indruk van de radiotelescoop. Twee jaar geleden heeft Natuurmonumenten met behulp van mijn fonds een weiland aangekocht. Na anderhalf jaar ander beheer is de transitie te zien: de biodiversiteit is toegenomen, een groot verschil. Dat is te zien en te voelen, het is echt prachtig. Een Fonds op Naam is een mooi middel om een concrete bijdrage te leveren, niet alleen als particulier, ook als ondernemer of bedrijf. Je blijft betrokken bij de besteding en het resultaat.”
‘We hebben de aarde te leen van onze kinderen’
Ook vanuit je onderneming kun je schenken aan Natuurmonumenten.
Een BV kan jaarlijks giften aan goede doelen in mindering brengen op de winst, tot 50 procent van de winst en een maximum van 100.000 euro. Wil je meer weten over het oprichten van een Fonds op Naam? Neem dan contact op met Alie van der Schaaf via a.vanderschaaf@natuurmonumenten.nl.
Overal in het land herstellen onze boswachters de natuur. Het geld voor deze kostbare projecten komt van overheden, bedrijven en van jullie, onze leden.
Griend is het domein van vogels en grijze zeehonden.
De natuur mag er haar gang gaan. Maar dat is ook na de ingrepen van negen jaar geleden niet vanzelfsprekend. TEKST: Frans Bosscher
Eindelijk is het zover. Nadat we vanaf de tjalk Spes Mea – Mijn Hoop – een half uurtje in waadpakken door het water banjerden, zet ik voet op Griend, een lang gekoesterde wens. In al die jaren dat ik werk bij Natuurmonumenten ben ik in vrijwel alle gebieden een keer geweest, behalve op het onbewoonde eilandje middenin de Waddenzee.
Ik treed daarmee ook in de voetsporen van Piet van Tienhoven, toen penningmeester en later voorzitter van Natuurmonumenten, die in juli 1916 naar Griend ging om te ontsnappen aan zijn echtscheidingsdrama. Kort ervoor had de vereniging het beheer van het eilandje gekregen. “Een onovertroffen gezicht levert de talloosheid der vogels op: lange rijen aalscholvers, mantelmeeuwen, pleviertjes, strandloopers en vooral en bovenal de prachtige broedplaats der grote stern, eieren, kleine jongen, oudere jongen, alles in groote getale. De kolonie is minstens 5 à 6000 vogels”, schreef hij in zijn dagboek.
Geen verstoring
Ruim een eeuw later is Griend nog steeds een vogeleiland. Van april tot juli nemen zo’n 20.000 broedvogelparen het eiland in. De afgelopen jaren is er, mede door de vogelgriep, wel wat veranderd. Grote sterns, die sinds 1916 onafgebroken op Griend broedden, komen niet meer. Ook de aantallen visdiefjes en kokmeeuwen zijn hard achteruitgegaan. Wat nog wel komt broeden, is nog altijd de moeite waard: zilvermeeuwen, mantelmeeuwen, eidereenden, noordse sterns, lepelaars en ook bruine kiekendieven en velduilen.
Griend is daarnaast belangrijk als locatie waar vogels uit andere delen van het Waddengebied naartoe gaan bij hoog tij. In de bodem en het ondiepe water zie je kanoetstrandlopers, rosse grutto’s, drieteenstrandlopers, bonte strandlopers en scholeksters dan massaal naar pieren, wormen, schelpdieren en garnalen zoeken. De laatste jaren kreeg Griend er een belangrijke ‘functie’ bij: in de wintermaanden krijgen honderden grijze zeehonden er hun jongen. “De moeders zogen zo’n drie weken hun jongen met heel vette melk en gaan dan, sterk vermagerd, weer het water in om
voedsel te zoeken”, vertelt zeeecoloog Clea van der Ven. “De jongen blijven alleen achter. Voordat zij het water in kunnen en zelf voedsel gaan zoeken, moeten ze hun dikke babyvacht kwijtraken, en spieren en longweefsel ontwikkelen. Dat is een intensieve periode van ongeveer een week waarin ze geen verstoring kunnen hebben.” Dat biedt Griend. Omdat grijze zeehonden honkvast zijn, keren ze elk jaar terug naar het eiland.
Groot herstel
Het behoud van Griend als eiland voor vogels en zeehonden is voor Natuurmonumenten dan ook geen punt van discussie. Toen in de vorige eeuw de afkalving zo hard ging, dat het dreigde te verdwijnen, zijn aan de west en noordkant dijken aangelegd om het eiland op zijn plaats te houden. Het was niet afdoende, zo bleek tien jaar geleden. Opnieuw werd besloten tot een grote ingreep. Maar deze keer wel met de bedoeling de natuurlijkheid zo veel mogelijk te herstellen. Immers, in een compleet natuurlijk waddensysteem zijn er schelpenbanken en zeegrasvelden die zand invangen. Dat compenseert de afkalving steeds weer en maakt dat het eiland ‘wandelt’; Griend
‘‘Er is 200.000 kuub zand tegen Griend aangelegd’
schoof in het verleden jaarlijks zo’n 7 meter op naar het oosten.
Ook kan het zeewater het eiland overspoelen tijdens stormen bij hoogwater, waardoor de natuur af en toe een reset krijgt. Omdat dat niet meer gebeurde, heeft Griend te kampen met een overmaat aan voedingsstoffen, afkomstig van al die poepende vogels. Om de natuurlijkheid zo veel mogelijk terug te brengen, zijn beide zaken aangepakt bij de werkzaamheden in 2016, vertelt Quirin Smeele, die als projectleider nauw betrokken was bij de hersteloperatie. “200.000 kuub zand is tegen de westkant van het eiland aangelegd. Van de dijk aan de noordkant van het eiland is een stuk afgegraven, zodat zeewater het eiland weer kan schoonspoelen.” Bijna tien jaar later is het een eiland met lage duinen, strandvlakten, kwelders met kreken, droogvallende platen, kleine slenken en diepe geulen. Het enige wat boswachters doen, is de rust bewaren en één keer per jaar het aangespoelde afval opruimen.
Mysterie
Is het daarmee klaar? Het aanbrengen van het zand en het verlagen van de duinen pakken goed uit, ook al had dat laatste wat Quirin betreft wat forser mogen gebeuren. De pogingen om zeegrasvelden en mosselbanken terug te brengen, beginnen langzamerhand vruchten af te werpen. Voorlopig kan Griend verder. Maar het eiland ligt in een binnenzee waarvan de natuurlijkheid is aangetast. Door de aanleg van de Afsluitdijk, de dijken langs de kusten van NoordHolland, Friesland en Groningen zijn er harde barrières langs de Waddenzee gemaakt, die de natuurlijke processen van het waddengebied aan banden hebben gelegd. De Waddenzee wordt bovendien intensief gebruikt: er is gas en zoutwinning, het is een komen en gaan van schepen, de geulen worden voortdurend uitgebaggerd en garnalenvissers halen de
bodem overhoop. Over een jaar of twintig komt daarom onvermijdelijk opnieuw de vraag op tafel welke ingrepen er nodig zijn om het eiland te behouden. Een vraag waarover Clea zich tegen die tijd wellicht mag buigen. Een antwoord heeft ze nu nog niet. Wat ze wel weet, is dat het heel waardevol is om gebieden te hebben waar de natuur meer ruimte heeft dan elders. “Waar de directe aanwezigheid van andere soorten dan de mens overheerst. Dat ervoer ik heel sterk toen ik met zeehondenonderzoekers op Griend was. ’s Nachts hoorde je die grote aantallen zeehonden roepen. Heel imponerend. Dat geldt ook voor het oorverdovende vogelgeluid in het broedseizoen.”
Dat een eiland onbewoond is, geeft het een mysterieus karakter. Als het mysterie van betrokkenen naar Griend gaat. “Bezoeken die eruit sprongen, waren die met gemeenteraadsleden van Terschelling en met garnalenvissers. Het is heel mooi om te zien hoe enthousiast mensen worden van zo’n plek waar je niet mag komen.” Enthousiasme over het rijke leven dat anders verborgen blijft, wat hopelijk leidt tot het besef dat je zuinig moet zijn op zo’n plek die uniek is voor ons land.
Insecten zoals bijen vinden steeds moeilijker een plekje om te nestelen. Je kunt een kanten-klaar insectenhotel kopen, maar nóg leuker is het om er zelf één te maken! Goed voor de natuur én leuk om te doen!
Weetje over metselbijen
“Wist je dat metselbijen superzorgzaam zijn? Ze leggen hun eitjes in holle stengels, zoals bamboe, samen met een ‘bijenbroodje’ van nectar en stuifmeel. Zo heeft de larve meteen eten. De bij metselt elk kamertje dicht met zand of klei. Handig! Zo zitten de eitjes en larven
in gangen en maakt het holletje dicht met stukjes modder waardoor het ei goed beschermd is.
aan een gezond ecosysteem in de tuin.
veel geziene gast in een insectenhotel. Hij ruimt de rommel in de buurt op en houdt het hotel schoon.
uitkomen, gaan ze op zoek naar kleine insecten zoals bladluizen om op te eten.
De rupsen en poppen verstoppen zich graag in een insectenhotel, zodat ze rustig en veilig kunnen uitgroeien tot mooie vlinders.
Materialen:
▯ Restjes hout, lege (wijn)kistjes, potjes of conservenblik, boomstammetjes
▯ Voor de vulling: bamboe, dennenappels, boomschors, holle stengels, riet, stro, takjes etc.
▯ Oude dakpannen, bakstenen met gaatjes
▯ Boormachine met boortjes 2 t/m 9 mm
▯ Touw
Begin met een houten frame of gebruik een kant-en-klare wijnkist, blik of pot.
Verzamel natuurlijke materialen zoals bamboe, takjes, dennenappels, schors, riet en holle stengels.
Zaag de materialen op maat, zodat ze goed in het frame passen. Zorg dat bamboe aan één kant dicht is, zodat bijen er eitjes in kunnen leggen. Boor kleine gaatjes in boomstammetjes voor solitaire bijen. Maak de gaatjes lekker diep, maar zorg dat de achterkant dicht blijft. Voorkom dat het hout te veel splintert, anders beschadigen de bijen hun vleugels.
Vul het frame met diverse materialen en zorg voor holtes en spleten om verschillende insecten aan te trekken. Denk aan toevoegingen als stro, plantenresten. Zet alles stevig vast met touw of draad, zodat het bestand is tegen wind en regen.
Plaats het insectenhotel op een zonnige plek in je tuin of op je balkon – bijen houden van warmte.
Is jouw (klein)kind al OERRR?
Voor € 2,50 per maand krijg je: Een welkomstcadeau
Elk seizoen post vol inspiratie en acties Kalender met de leukste buitentips Korting op activiteiten in de natuur Meld je aan via OERRR.nl
Door de aankoop van in totaal zo’n 5,5 hectare grond bij de buurtschappen Ginderdoor en Rakens, in het stroomgebied van de Chaamse Beek (NB) kan Natuurmonumenten vochtig hooiland veiligstellen. Vochtige hooilanden zijn door ontwatering en bemesting vrij zeldzaam geworden in ons land. Daarmee is veel biodiversiteit verloren gegaan. Door het dempen van een sloot houden de vochtige stukken van het grasland nu weer water vast. Dit is ideaal voor bijvoorbeeld de echte koekoeksbloem. Samen met natuurvereniging Mark en Leij en leerlingen van twee scholen uit Chaam zijn ter afronding Gelderse roos, mispel, meidoorn en kardinaalsmuts geplant op de wallen langs het hooiland.
De geschiedenis van Natuurmonumenten samengevat in vijftig historische momenten, personen en gebeurtenissen. Aflevering 14: een iconisch logo.
Natuurmonumenten zocht rond 1960 een onderscheidend logo, zodat op de terreinborden direct duidelijk was dat het om een gebied van de vereniging ging. Zo wilde Natuurmonumenten zich onderscheiden van Staatsbosbeheer en sommige provinciale landschappen.
Grafisch ontwerper Sypko Bosch uit Den Haag kreeg de opdracht om daarvoor een vignet te bedenken. Zijn ontwerp toont niet
alleen de vervlochten letters N en M, het lijkt op een vlinder. De jaren daarna kwam het logo op de uitingen van de vereniging te staan, beginnend met het jaarverslag. Al snel volgden briefpapier, bebording, koffiemokken en stickers.
Dit iconische logo zou tot 1991 in gebruik blijven. In dat jaar werd een nieuw logo geïntroduceerd, ditmaal met de nog altijd bekende vis, vogel en blad. Alhoewel dit logo nog een aantal keer aangepast zou worden, bleef de tekening tot vandaag de dag in gebruik.
Meer weten over onze canon? Kijk op nm.nl/canon
De Eerderhooilanden, aan de zuidkant van Landgoed Eerde (Ov.), doen hun naam weer eer aan. De afgelopen herfst en winter is een wetering gedempt, terwijl de Eerder Veldbeek is teruggebracht.
Bij de monding van de beek in de Regge is een visstrap aangelegd, zodat vissen kunnen pendelen tussen leefgebied en paaigronden.
Bij hoogwater kunnen de hooilanden weer overstromen, wat past bij een natuurlijk stromende rivier. Terwijl boeren in het verleden hier alleen maar hooi konden winnen – het was te nat om er vee te laten grazen – is nu de verwachting dat bijzondere flora, zoals de steenanjer, op de hooilanden gaan bloeien.
Midzomernachtwandeling 21 juni
Wandeling tijdens midzomernacht over Landgoed De Slotplaats. Een bijzonder moment om te vieren dat de tijd van warme zomerdagen en lang buiten zijn weer aanbreekt.
Met onze boswachters maakten we een selectie uit de vele activiteiten die we deze zomer hebben, ook voor de kinderen van OERRR. Ga voor meer info en aanmelden naar nm.nl/agenda.
Fochteloërveen
21 juli, 23 augustus Dit hoogveengebied is een van de laatste in West-Europa. Hoe kan dat en waarom spreekt dit kwetsbare natuurgebied zo tot onze verbeelding?De boswachter vertelt het je tijdens deze speciale excursie.
Tijdreis
26 juli, 2,9,16 augustus Weinig mensen verwachten kliffen te vinden in Friesland. Laat je tijdens deze excursie over de Oudemirdumerklif verrassen door deze buitengewone plek.
Ledenvergadering 19 september
Ledenvergadering in Veenhuizen met excursie door het Fochterloërveen. Aanmelden (vanaf 2 jul) op nm.nl/agenda
Drenthe
Zonsondergang
12 juli
Als de zon onder gaat, beginnen de vleermuizen met vliegen. In de avond ontdek je Landgoed De Braak bij Paterswolde van een hele andere kant.
Jeugdbonders
De Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie (NJN) bestaat 105 jaar. Op 20 september is in Zuthpen een reünie met veel bijkletsen, beerputten, hupsen, zingen, taarten, thee, foto’s en filmpjes kijken, muziek maken en praten over de natuur. Aanmelden kan op njn.nl/reunie
Huifkartocht
15,22,29 juli, 5,12,19, 26 augustus
Ga mee met de huifkar, getrokken door twee Belgische trekpaarden, over het Dwingelderveld, het grootste natte heidegebied van West-Europa. Leuke tocht van zo’n twee uur voor alle leeftijden.
Modderdag
10,17,24,31 juli, 7,14,21, 28 augustus
Spelen met zand, water en... modder! Modderdag in de speelnatuur van OERRR in het Dwingelderveld. Kom het zelf beleven! Inloop tussen 14 en 16 uur. Ouders mogen gratis mee naar binnen en doen natuurlijk ook mee.
Ontstaan van De Onlanden 20 juli
Hoe werken De Onlanden, hoe zijn ze ontstaan en waar komt dat water vandaan? De boswachter neemt je mee in het verhaal over dit gebied.
Ontdek Kasteel Eerde 28 juni, 12,27 juli
Geniet van historie en cultuur tijdens deze rondleiding (voor volwassenen) op Landgoed Eerde. Natuurlijk nemen we ook een kijkje in het prachtig gerestaureerde Kasteel Eerde.
Nachtzwaluwen spotten 12 juli
De nachtzwaluw leidt een mysterieus leven; overdag is hij moeilijk te ontdekken. In de schemering en nacht gaat hij geruisloos op jacht naar nachtvlinders en kevers. Met de boswachter van de Sprengenberg ga je hem toch horen en misschien ook zien.
Flevoland
Marker Wadden
Alle dagen
De boottocht is al een belevenis op zich. Eenmaal op Marker Wadden gaat het avontuur verder. Geniet van de weidsheid en talrijke vogels op dit nieuwste stukje Nederland. Tijden en tickets via: nm.nl/veerboot
Naar de jungle
22,27 juni, 5,20,23 juli, 2,8,15,20,24 augustus, 7 september
Vaar mee naar Vogeleiland in het Zwarte Meer, een echte jungle waar tientallen vogelsoorten broeden en zelfs reeën leven.
Waterwerken
21 juni, 6,19 juli, 3,13,22, 30 augustus, 7 september Wandel mee door het Waterloopbos en luister naar bijzondere verhalen over de modellen van het voormalig Waterloopkundig Laboratorium, van de Deltawerken tot de haven van Bangkok.
Wildtocht
Reeën kijken
27 juli
Altijd al eens in de schemering op zoek willen gaan naar reeën? Dit is je kans! Ga mee met de boswachter in het Eerder Achterbroek en kom alles te weten over reeën. Deze activiteit is voor volwassenen en kinderen vanaf 12 jaar.
Avondwandeling 19, 26 juli
Ga mee op zoek naar de nachtzwaluw in natuurgebied
Planken Wambuis en ontdek meer over deze fascinerende vogel en zijn kenmerkende geluid.
Bosbaden
20 juli, 17 augustus
Bosbaden is bedacht in Japan. Maar iedereen die wel eens in het bos is, weet dat je er tot rust komt. Tijdens het ‘OERRR bosbad’ doe je speelse opdrachten waarbij je al je zintuigen gebruikt.
Reeënbronst
21,28 juli
Maak een avondwandeling met de boswachter in de mooie omgeving van landgoed Leusveld, tussen Eerbeek en Brummen, en speur met hem mee naar reeën.
Utrecht
Zomerconcert
28 juni
5 juli t/m 20 augustus, iedere woensdag en zaterdag
In Nationaal Park Veluwezoom leven veel grote zoogdieren, waaronder edelherten, damherten, zwijnen en reeën. Onze gidsen vertellen er van alles over en hopelijk gaan we ze spotten! Misschien zien we ook nog een vos, boommarter of scharrelende das.
Speuren naar wild 5,14,15,21,22 juli
Je gaat op zoek naar grote wilde dieren en hun sporen. Deze tocht bij Bezoekerscentrum Veluwezoom is voor gezinnen met kinderen van 8 tot 12 jaar.
In het openlucht amfitheater op landgoed Haarzuilens neemt het ensemble Chosen je me op een muzikale reis.
Zomeravondwandeling
21 juni, 1,11,23 juli
De zon zakt langzaam onder het bladerdek, dieren scharrelen hun avondeten bij elkaar, de vogels geven een vrolijk fluitconcert. Ga met onze gids op pad en ervaar de stilte en ruimte van een zomeravond in de Kaapse Bossen.
Wij zijn natuur
In museum Singer in Laren is tot en met 31 augustus de tentoonstelling ‘Wij Zijn Natuur’ te zien. Aan de hand van diverse kunstwerken draagt prinses Irene met de tentoonstelling haar levensvisie uit. “Door ons te verbinden met de natuur en dus met elkaar, bouwen we samen aan een toekomst waarin het welzijn van al het leven tot haar recht komt. Via kunst hoop ik mensen te bereiken in hun hart.” Meer info vind je op singerlaren.nl
22 juni, 13 juli, 6,17, 24 augustus
Duik in de spannende wereld onder water tijdens onze watersafari in ’s-Graveland! Ga met je gezin op avontuur en ontdek wat er allemaal leeft in het water.
Kwelder, wad en lepelaars 14 juni t/m 6 september, iedere woensdag en zaterdag Op De Schorren van Texel wemelt het van het leven. Het is de ideale kraamkamer voor lepelaars, meeuwen en eidereenden. Hazen hupsen vrolijk tussen de bloeiende lamsoor en zeeaster. Ga met de boswachter mee op expeditie in verboden gebied.
400 jaar ’s-Graveland 22 juni, 12 juli, 3,31 augustus Hoe ontstond die rij Buitenplaatsen in ’s-Graveland en wie woonden ooit in de prachtige landhuizen Boekesteyn en Schaep en Burgh? Kom langs en laat je meevoeren door 400 jaar ’s-Graveland.
Bouwen, roetsjen en glijden Kijk voor openingstijden op oerrr.nl
Kom spelen bij de leukste speelplek van Zuid-Holland. Huttenbouwen, roetsjen van de modderglijbaan, ravotten, balanceren over boomstammen, en nog veel meer! Op eiland Tiengemeten vind je de grootste OERRR-speelnatuur van Nederland.
Herenboerderij en voedselbos
6 juli, 4 september
In de Schiebroekse polder bij Rotterdam zijn uiteenlopende vormen van natuurinclusieve landbouw te zien. Tijdens deze excursie bezoeken we twee van deze plekken: Herenboerderij Vlinderstrik en het Voedselbos.
Ontspannen tocht
12,26 juli, 9,16,22 augustus
Strandexpeditie
28 juni, 26 juli, 10 augustus Wist je dat je eikapsels van roggen kunt vinden op het strand? Wat zijn eigenlijk de witte bollen die over het strand rollen? Wandel mee in het Zwanenwater en ontdek de geheimen van strand en zee.
Word jij ook duindetective?
17,24 juli, 14 augustus Ga mee met de boswachter naar Nationaal Park Zuid-Kennemerland en word duindetective! Wie woont, loopt en eet hier? Ontdek tijdens deze wandeling welke dieren er in de duinen leven. Deze activiteit is voor volwassenen en kinderen vanaf 6 jaar.
Verdronken land 21 juli, 23,24 augustus, 6 september
Een uitdagende tocht door het Verdronken Land van ZuidBeveland, een gebied met geulen, slikken en schorren waar je normaal niet mag komen. Beleef de Oosterschelde zoals je nooit eerder hebt gedaan.
Monumentendag
14 september
Voel je even te gast op het landgoed dat ooit van het kunstenaarsechtpaar Henriëtte en Richard Roland Holst was. Bezoek ook de pas gerestaureerde Buisse Hoeve.
Tijdens de huifkartocht, getrokken door een boerentrekker, vertelt de gids van Natuurmonumenten over natuureiland Tiengemeten. Een ontspannen, leerzame belevenis voor jong en oud.
Zeeland
Slikkentocht
28 juni, 20 juli, 23 augustus, 13 september
Tijdens de slikkentocht maak je kennis met het bodemleven van de Kattendijkse Plaat, een slikkengebied met jonge schorren aan de Oosterschelde.
Natuurbelevingstocht
6 juli, 17 augustus
Ga mee met de natuurgids door natuurgebied Middelplaten aan het Veerse Meer. Een unieke kans, want de Middelplaten zijn normaal gesproken niet toegankelijk voor publiek.
Fossielen zoeken 13 juli, 10 augustus Fossielen zijn de versteende resten van planten en dieren die miljoenen jaren oud zijn.
Tijdens deze middag in de ENCI-groeve leer je de bijzonderheden over het ontstaan en vinden van fossielen.
Draakjes zoeken 6 augustus Op de Brunssummerheide leven verschillende soorten hagedissen en een slang. Deze dieren zijn vaak schuw maar ongevaarlijk. Zoek jij met ons mee? Gidsen zijn aanwezig om je alles over deze dieren te vertellen.
Op zoek naar vlinders 21 juni, 12 juli
Ga met de boswachter mee vlinders spotten in het vlinderparadijs van de SintPietersberg.
Tocht door de groeve 6,11,13,20,25,27 juli
Wandel met de boswachter door de diepe ENCI-groeve naar De Schark en bewonder de handtekeningen die Amerikaanse soldaten na de kerstnachtdienst van 1944 achterlieten in dit ondergrondse gangenstelsel dat maar enkele weken per jaar betreden mag worden.
Tentoonstelling zandsculpturen
Schaep en Burgh
De jaarlijkse zandsculpturententoonstelling in de Beeldentuin in Garderen (Gld) staat dit jaar in het teken van ‘750 jaar Amsterdam’. Meer dan 150 sculpturen brengen het verleden tot leven en verbinden het met het heden. Ook de relatie van de hoofdstad met de buitenplaatsen in ’s-Graveland, dat dit jaar zijn 400jarig bestaan viert, komt aan bod. Zo komen er zandsculpturen van buitenplaats Schaep en Burgh en van een trekschuit, die de geschiedenis illustreert van zandwinning, ontginning en meubelvervoer. De tentoonstelling is te bezoeken tot en met 4 januari 2026. Leden krijgen 20% korting op onlinetickets via zandsculpturen.nl/tickets; vermeld daarbij de code: natuur25.
De zomer is een heerlijk seizoen om te starten met natuurfotografie. Bijvoorbeeld op vakantie. Hier geven we een paar tips voor de beginnende natuurfotograaf. Foto 1 laat zien hoe belangrijk de compositie van je foto is. De voorgrond (planten en karrenwiel), de achtergrond (laatste zonlicht), de positie van het onderwerp (linksboven) en de zichtlijnen, het helpt allemaal om het perfecte plaatje te maken.
Foto 2 ▯ Ga op pad tijdens het mooiste licht. Dat kan vroeg of laat op de dag zijn (zoals deze reeën), maar ook als de zon na een regenbui net weer tevoorschijn komt of nét door de mist heen komt.
Foto 3 ▯ Zoek een plek dichtbij huis en ga daar vaak naartoe, op allerlei momenten. Dan leer je de bijzondere plekjes kennen, weet je waar mooie planten groeien, wanneer bloemen bloeien en welke bijzondere dieren er leven.
Foto 4 ▯ Doe kennis op van je onderwerp. Dan weet je bijvoorbeeld waar een soort voorkomt. Zo zit een boomkikker graag in bramenstruiken, omdat de doorns bescherming bieden en de vruchten insecten aantrekken.
Maak je vaak natuurfoto’s? Doe dan mee aan onze fotowedstrijd: Foto van de Maand. De winnaar krijgt een uitvergroting van z’n ingezonden foto. Kijk voor meer info op: nm.nl/foto-van-de-maand
“Bij hooikoorts hoor je zowel de woorden ‘pollen’ als ‘stuifmeel’, twee termen voor hetzelfde begrip: de mannelijke geslachtscellen van planten. Ze worden gemaakt in de meeldraden en zitten bomvol DNA, het erfelijk materiaal. De bloemen zijn vaak onopvallend. Ze hebben geur noch kleur, want als windbestuivers hoeven ze natuurlijk geen insecten aan te trekken. Wind helpt bij het bestuiven van met name bomen en grassen. Kropaar is zo’n typische windbestuiver. Tijdens de bloei hangen de stampers en meeldraden van deze grassoort buiten de bloemen, zodat de wind er goed bij kan. Omdat het niet zeker is of windrichting en snelheid gunstig genoeg zijn, maakt kropaar bijzonder veel stuifmeel aan. Alles om de kans zo groot mogelijk te maken dat in ieder geval een aantal stuifmeelkorrels op de stamper van een ander bloemetje terechtkomen.”
Rudmer Veenstra Boswachter Zuid-Drenthe facebook.com/ dwingelderveld
Zaai wilde bloemen en laat de natuur leven!
Stap naar buiten. Overal zie je groen, maar wanneer je luistert, hoor je steeds minder gezoem van bijen. Je ziet weinig vlinders in de lucht en geen bloemen die leven brengen. Jij kunt dit veranderen. Zaai wilde bloemen die de natuur weer laten leven in je tuin, op je balkon of in je buurt.
Ontvang gratis bloemzaadjes én volg de online workshops ‘Laat de natuur leven’ van onze boswachters. Ga naar natuurmonumenten.nl/bloemen
Zaai wilde bloemen en laat de natuur leven!
Stap naar buiten. Overal zie je groen, maar wanneer je luistert, hoor je steeds minder gezoem van bijen. Je ziet weinig vlinders in de lucht en geen bloemen die leven brengen. Jij kunt dit veranderen. Zaai wilde bloemen die de natuur weer laten leven in je tuin, op je balkon of in je buurt.
Ontvang gratis bloemzaadjes én volg de online workshops ‘Laat de natuur leven’ van onze boswachters. Ga naar natuurmonumenten.nl/bloemen