WINTERSE TOCHTEN

in de natuur

![]()
WINTERSE TOCHTEN

in de natuur

Een lichtgroen flitsje door het struikgewas is vaak het enige wat je ziet als je een vuurgoudhaan tegenkomt. Als je het geluk hebt om hem in de kijker te krijgen, valt de contrasterende witte wenkbrauwstreep op en daaronder een gitzwarte oogstreep. Dat onderscheidt hem van zijn broertje de goudhaan, die geen tekening heeft rondom het oog. De vuurgoudhaan is bijna het hele jaar in Nederland te vinden. Vanaf het
najaar trekt de soort vaak op met andere vogels, zoals met mezen. Ze struinen dan de laatste bomen in blad af, op zoek naar iets lekkers. Om bij de bladluizen onder op het blad te komen, vliegen ze als kleine helikopters rond en pikken de beestjes naar binnen. Het vogeltje verbruikt hierbij zoveel energie dat die vrijwel continue op zoek moet naar eten. Dat rusteloze karakter is dus niet voor niks.

Ruben Vermeer
Boswachter Veluwezoom (Gld) instagram.com/ veluwe_natuurmonumenten
‘Er moet iets veranderen in onze houding naar de aarde en natuur. Zijn we wel de eigenaren van deze planeet? Of is de planeet ook van komende generaties? Of is de planeet misschien van alle levende wezens op aarde en zijn we partners van het bestaan?’ (Matthijs Schouten, in: Het andere en het eigene, 2022) / ‘De natuurbescherming is niet een stokpaardje voor enkele schoonheidsdwepers, maar een levensbehoefte voor het heele volk, voor de volksgezondheid, de volkskracht, opvoeding en moraal.’
(Jac. P. Thijsse) / ‘Een groot deel van de problemen wordt veroorzaakt doordat we te weinig in symbiose leven met de natuur’ (Wouter van Steenis, chef Opinie NRC) / ‘Maak het landschap weer mooi, zeker rond natuurgebieden, maak de landbouw natuurvriendelijk, vol landschapselementen, en al die problemen in het landelijk gebied verdwijnen als sneeuw voor de zon’ (Caspar Janssen, schrijver) / ‘De zorg voor het behoud van natuurruimte is een maatschappelijke plicht van hooge orde.’ (Jac. P. Thijsse) / ‘Ecologische rouw is een uiting van jouw verbondenheid met de wereld om je heen. Daarin zit ook kracht en motivatie om actie te ondernemen met anderen, bijvoorbeeld in buurttuinen. Dat zijn kleine bewegingen, waarin veel mensen werken aan de toekomst.’ (cultureel antropoloog Maryse Carbo, in: Puur Natuur herfst 2025) / ‘Er moet ruimte komen voor wilde natuur. Natuur in z’n oorsprong, waarbij het draait om rust, ruimte en tijd. Je hebt veel oppervlakte nodig over een lange tijd, die de natuur zelf invult. Dat is ook de perfecte buffer voor klimaatverandering.’ (Marc Argeloo, schrijver Natuuramnesie)
In alle delen van het land zetten vrijwilligers zich in om natuur en erfgoed te beschermen. Zo ook deze vrijwilligers in het zuiden van het land. Met allerlei werkzaamheden zetten zij zich in in de natuurgebieden het Dommeldal, Kempen-Broek en de Maasvallei.

“Wat is er mooier dan wanneer twee van mijn ‘liefdes’ samengaan. Genieten van de natuur en van het boerenleven met koeien en paarden. Die combinatie ervaar ik bij de wekelijkse veecontrole langs de Grensmaas. Fantastisch werk.”

“Als boswachter ben ik ook buitengewoon opsporingsambtenaar en faunabeheerder in het Dommeldal. Ik treed onder andere op tegen afvaldumpingen, crossen en stroperij. Daarmee draag ik bij aan het behoud van onze natuur. Dat motiveert mij en geeft voldoening.”

“Met de excursie nachtwachter en de kriebelexcursie laten we kinderen de natuur beleven. We prikkelen hun zintuigen en nieuwsgierigheid, zodat ze meer respect krijgen voor de natuur. Een nieuwe generatie natuurbeschermers!”

“Met een groep inventariseer ik jarenlang salamanders in en rondom poelen van het Dommeldal. Die inventarisaties hebben geleid tot zes extra poelen voor de kamsalamander. Dan weet je, hier doe ik het voor.”

“Molens interesseren mij van kinds af aan. Als vrijwillig molenaar zorg ik er samen met mijn collega’s voor dat de Hompesche Molen blijft draaien. Wij verzorgen ook de openstelling van de molen voor publiek.”

“Het mooiste aan dit werk vind ik de voldoening die je krijgt en de warmte die je voelt van cliënten van Pedagogisch Sociaal Werk tijdens werkzaamheden in gebieden van Natuurmonumenten.”
COLOFON
Puur Natuur valt elk kwartaal op de mat van de leden van Natuurmonumenten. Vragen over je lidmaatschap? Vind het antwoord op nm.nl/contact of bel met (033) 47 97 111. Opzeggen van je lidmaatschap Telefonisch via onze Ledenservice: (033) 47 97 111 of online: nm.nl/opzeggen Puur Natuur Reacties: puurnatuur@natuurmonumenten.nl ISSN:2213_218X
Aan dit nummer werkten mee Stefan Claessens, Wilco Meijers, Astrid Schoenmaker, Petra Strijdhorst, Kirsten Dorrestijn, Marcel Gansevoort (Maters en Hermsen), Robert Ketelaar, Michiel Purmer, Oscar den Ouden, Fokko Erhart, Kiki Schollaardt (Maters en Hermsen), Caroline Togni (Maters en Hermsen) en de boswachters Hans Krol, Anne Los, Ruben Vermeer, Natascha Hokke, Cynthia Borras, Ronald Messemaker en Remko van Rosmalen. Art direction & vormgeving Anke Revenberg, Kaisa Pohjola, Marjolijn Schoonderbeek (Maters en Hermsen) Foto omslag Nature in stock, Erlend Haarberg Prepress Studio Boon Productiebegeleiding EMP
Brandkeepers
Druk, papier, biofolie Mohn Media Mohndruck GmbH, Gütersloh drukt Puur Natuur op FSC Mix Credit papier. Indien nodig (met een folder erbij) verpakken we Puur Natuur in suikerrietfolie. Werp deze wikkel bij het restafval.
Verzending PostNL vervoert Puur Natuur en compenseert de volledige CO 2 uitstoot hiervan.
WEL LEZER, MAAR NOG GEEN LID? Word nu lid van Natuurmonumenten nm.nl/word-nu-lid
CONTRIBUTIES EN GIFTEN
Jouw contributie en/of gift kun je overmaken op rekeningnummer NL69 INGB 0000 0099 33. nm.nl/doemee
WORD VRIJWILLIGER
Dankzij onze enthousiaste en onmisbare vrijwilligers blijft de natuur mooi en staan de deuren van onze bezoekerscentra open. Ook vrijwilliger worden? nm.nl/vrijwilligers
facebook.com/ natuurmonumenten 382.000 fans instagram.com/ natuurmonumenten 228.000 volgers

Natuurmonumenten heeft de ANBIstatus en voert het CBFkeurmerk van het Centraal Bureau Fondsenwerving.
Natuurmonumenten is een van de goede doelen die structureel gesteund worden door de Postcode Loterij.






6 Online inzamelen met de donatiebox
14 Vragen aan Natascha
22 De hermelijn is een koele killer
32 Georgina doet onderzoek in Zeeland
34 Met je wildcamera dieren spotten in je achtertuin
35 Monument aan de liefde
40 Natuurbegraven Huis ter Heide
42 Aanwinst: Molen Gabriël
43 Kunst in beeld: House of Nature
45 Natuurmakers
49 Naar Buiten: kerst op ’t fort
52 Naar binnen: lees, kijk en luister
55 Heidelucifer
Maak een borrelplank




Sinds 2025 is de ledenpas een duurzame pas die niet meer elk jaar wordt vernieuwd. Voortaan blijft deze pas gewoon geldig, ook voor volgende jaren. Ben je je pas kwijt, is deze kapot of versleten? Geen zorgen. Op nm.nl/ ledenpas vind je meer informatie en kun je eenvoudig een nieuwe aanvragen.
De ledenpas biedt allerlei voordelen:
Gratis parkeren bij een aantal grote natuurgebieden.
Tot 10% korting in de bezoekerscentra.
Tot 30% korting op excursies en activiteiten.
30% korting op MTBvignetten en ruiterlabels.

Vier een bijzondere gelegenheid én steun de natuur door geld in te zamelen met je eigen online donatiebox. Of het nu gaat om je verjaardag, huwelijk of jubileum: met een donatiebox geef je op een betekenisvolle manier iets terug aan de natuur. Ook kun je een in memoriam donatiebox aanmaken ter nagedachtenis aan een dierbare. Maak eenvoudig je eigen donatiebox aan via natuurmonumenten.nl/doneer/ donatiebox en vraag familie, vrienden en collega’s om bij te dragen via een link of QRcode. Zo draag je samen bij aan een natuurrijker Nederland.

Op deze plek beantwoord ik altijd vragen van leden. Dit keer heb ik een vraag aan u, want de natuur heeft uw hulp nodig. Zij kan het niet vragen, ik wel.
“W e hebben de afgelopen maanden actiegevoerd om de politiek te doordringen van het belang van natuur. Zeven politieke partijen ondertekenden ons stembusakkoord voor de natuur en we waren aanwezig bij de partijcongressen van D66, GroenLinksPvdA, VVD en CDA en in zes grote steden. We spraken in Maastricht, Utrecht, Amsterdam, Rotterdam, Tilburg en Groningen voorbijgangers aan en gingen in gesprek over het belang van de natuur. Benieuwd hoe deze acties eruitzagen? Op pagina 24 ziet u hiervan beelden.
Met deze acties waren we veelvuldig zichtbaar in de (social) media. Zo tonen we onze breed gedragen liefde voor de natuur aan de politiek. Met als doel: een zo groen mogelijk coalitieakkoord. Investeren in natuur is niet alleen noodzakelijk, maar ook economisch verstandig. Elke euro die we investeren in natuur, levert volgens berekeningen van het CBS het zesvoudige op. Want natuur beschermt onze kust, slaat C02 op (en gaat daarmee klimaatverandering tegen), en zorgt bovendien voor schoon water, schone lucht en voedselzekerheid. Het nieuwe kabinet moet hiermee zo snel mogelijk aan de slag.
Op vrijdag 13 februari willen we met zo veel mogelijk mensen samenkomen om politiek Den Haag te laten zien dat natuur een bondgenoot is. Samen maken we meters en zorgen we ervoor dat de politiek niet meer om onze wensen voor natuur heen kan.
Dat is mijn vraag aan jullie, onze leden en lezers: ben jij erbij op vrijdag 13 februari? Op nm.nl/verkiezingen vind je meer informatie over deze actie.
Directeur Pim van der Feltz reageert in elke Puur Natuur op een actueel vraagstuk of lezersvraag. Heb je een vraag? Stuur ’m naar puurnatuur@natuurmonumenten.nl

In veel grote natuurgebieden kom je ze tegen: runderen, paarden, pony’s, schapen of geiten. Leuk om te zien, maar horen ze hier wel thuis?
En wat doen die grote planteneters eigenlijk voor onze biodiversiteit?
Expert Fokko Erhart legt het uit. En we gaan op stap met onze boswachters en hun grote grazers.
TEKST: Wilco Meijers


igenlijk zijn ze er nog maar kort, de Schotse hooglanders, galloways, koniks, IJslandse pony’s, taurussen en al die andere grote grazers die in de Nederlandse natuur rondlopen. Bosbouwers hielden hun bossen lange tijd graag verschoond van vee, de houtoogst stond voorop. Ook natuurbeschermers hielden zich in beginsel afzijdig; de natuur was gebaat bij rust. Na de Tweede Wereldoorlog veranderden de inzichten, zeker na de stormen van 1972 en 1973. Die hielden enorm huis in de aangeplante productiebossen. Er gingen steeds meer stemmen op voor een ander bosbeheer met meer natuurlijke processen. Begrazing met hoefdieren vormde daarbij een speerpunt. In Baronie Carendonck vond in 1972 een van de eerste experimenten plaats met IJslandse pony’s. Tien jaar later werden de eerste Schotse hooglanders losgelaten op de Veluwezoom. De uitkomsten werden positief beoordeeld. De grazers zorgden voor meer variatie in de natuur. Het bleek een startschot voor de komst van veel meer (halfwilde) hoefdieren, niet alleen runderen, paarden en pony’s, ook schapen en geiten. Vandaag de dag gaat het om vele tientallen rassen uit allerlei windstreken. Fokko Erhart, begrazingsexpert en hoofd
auteur van het standaardwerk Begrazing in Nederlandse en Vlaamse natuurgebieden, is blij met deze nieuwkomers. “Grote planteneters komen van nature voor in Nederland. Zo’n tienduizend jaar geleden bevolkten grote hoefdieren zoals de bosolifant, wolharige mammoet, bosneushoorn, steppewisent, reuzenhert, het wilde rund en wilde paard onze streken. De huidige planten en dieren in onze natuurgebieden zijn geworden wat ze zijn onder invloed van die grote grazers. De brandnetels, de meidoorns, de jacobskruiskruiden, de wolfsmelken, de grassen en alle beestjes die daarmee samenleven, ze zijn allemaal gevormd door het samenspel met grote grazers. Evolutionair gezien vind ik het dus logisch dat hier weer grote planteneters in de natuur leven.” Dat het tegenwoordig om allerlei verschillende rassen en kleurschakeringen gaat, vindt Fokko niet zo belangrijk. “Sommige natuurbeheerders hebben een voorkeur voor grazers die genetisch zo dicht mogelijk bij het oerrund of oerpaard staan, zoals de taurus of exmoor. Maar alle runderen en paarden stammen af van wilde voorouders. De genetica is niet heilig.” Bovendien wordt maar vijf procent van wat een beest is en doet, genetisch bepaald, aldus Fokko. De rest wordt bepaald door zogenaamde epi genetica, dat wil zeggen: de omstandigheden waarin een dier leeft en hoe die zich daaraan aanpast.
Fokko: “Voor het natuurgebied maakt het niet zoveel uit welk type rund of paard er staat. Ze doen in principe allemaal hetzelfde: gras eten. En ze leven allemaal in kuddes, poepen lekker en gaan hun eigen gang.” Technisch gezien is er dus weinig verschil of je nu kiest voor een tauros, Sayaguesa of de Nederlandse heidekoe, het zijn allemaal koeien. De uitstraling van de rassen is wel belangrijk. “Al die begrazingsgebieden worden door mensen bezocht. De grazers springen voor veel mensen in het oog en kunnen helpen om het draagvlak voor een gebied te vergroten. Met meer draagvlak kun je het publiek meenemen waarom het belangrijk is om te begrazen, met welke grazers je

dat hier
weer grote planteneters in de natuur leven’

Grazen – het vormen en behouden van (half)open landschappen, open plekken, in toom houden van dominante soorten, variatie in soortensamenstelling.
Snoeien, schuren, schillen –klein houden of afbreken van bomen en struiken, variatie in vegetatiestructuur en creëren van dood hout.
Verspreiding zaden –via mest, vacht en hoeven.
Ontlasten – zorgt voor een rijker bodemleven, is voedsel voor insecten, draagt bij aan verspreiding van zaden.
Betreden en wroeten –variatie in dichtheid van de bodem.
Stierenkuilen – maken stieren om te imponeren. Kiemgrond voor planten, leefgebied van insecten.
Karkassen – van toegevoegde waarde voor aaseters en bodemleven, vooral voor bodems met weinig mineralen.
Onze grazers lopen vrij rond. Ze zijn meestal rustig, maar soms reageren ze onvoorspelbaar. Houd daarom minimaal 25 meter afstand en doorkruis een kudde nooit. En houd de hond aan de lijn. Liggen of staan er grazers op het pad? Loop er dan met een grote boog omheen.
gedraagt zich altijd anders dan een
dat doet en welke keuzes je daarin maakt.” Fokko beschouwt begrazing op veel plekken als een van de medicijnen voor herstel van onze natuur. “De Nederlandse natuur is de afgelopen decennia een soort patiënt geworden door allerlei oorzaken. Denk aan stikstof, klimaatverandering, versnippering, verslechtering van de waterkwaliteit, verhoogde recreatiedruk enzovoort. Die patiënt moet je daarom verzorgen, opereren, helpen. Begrazing kan een van de middelen zijn.” Dan moet je wel goed kijken hoe je dat middel inzet, begrazing is complex. De exacte effecten zijn niet altijd te voorspellen.
Halfopen landschap “Het is een balans tussen wat er wordt gegeten en wat er bijgroeit. Als er meer wordt gegeten dan er bijgroeit, wordt het landschap opener. Dat moet je over een langere periode, soms tientallen jaren, bekijken. Voorbeelden van gebieden waar meer werd gegeten dan er groeide, waren de Oostvaarderplassen met verschillende grote grazers, de Amsterdamse Waterleidingduinen waar veel damherten leefden en het Deelerwoud waar in een bepaalde periode niet meer op herten werd gejaagd. Dat leverde soms heftige confrontaties op tussen voor en tegenstanders van ingrijpen. Door die confrontaties is het roer in deze gebieden inmiddels om. Of je daar nu blij mee bent of niet, het heeft ons geleerd dat begrazing bosvorming of vergrassing op de heide kan terugdringen.”
Vaak is het ideaal een halfopen landschap. Fokko: “Een mooi landschap dat enorm soortenrijk is, waar mensen van genieten. Daar vind je de meeste vlinders, vogels en plantensoorten, er gebeurt van alles.” Daarvoor moet je als beheerder wel aan de knoppen blijven draaien, vertelt hij. “Soms wat koeien eruit, soms andere grazers erbij, het begrazingsgebied vergroten of verkleinen, het is een kwestie van voortdurend die balans vinden. Het is ook een kwestie waar je met begrazing op wilt inzetten. Wat is de kracht van je gebied? Wil je meer vlinders, of juist slangen of bepaalde vogels, dan moet je het begrazingsbeheer daarop aanpassen.” Dat blijkt lastig. Elk gebied is anders, elk jaar
is anders. “Je kan galloways in het rivierengebied niet vergelijken met galloways in de duinen. De omstandigheden zijn heel verschillend. Maar beide gebieden kunnen baat hebben bij begrazing. De kracht zit in het natuurlijke proces. Een koe gedraagt zich altijd anders dan een beheerder. Een koe eet soms dit, soms dat, slaat plekjes over, gaat ergens liggen, poept her en der enzovoort. Daardoor ontstaat heel fijnmazig variatie in de natuur met allerlei dwarsverbanden tussen planten en dieren.”
De biodiversiteit wordt verder vergroot als je ook meer diversiteit in grazers hebt, blijkt uit onderzoek. Fokko: “Dat komt door verschillen in terreingebruik en graasgedrag. Een koe eet wat langer gras, terwijl paarden het gras met hun tanden millimeteren. Vaak houden paarden zulke plekken ook kort. Een rund kan vanwege zijn magensysteem ook stug gras goed herkauwen, al hebben alle grazers een voorkeur voor mals gras. Pas als dat op is, wijken ze uit naar taaier gras of houtige gewassen. Dat gebeurt vooral in de winter bij voedselschaarste. Door de jaren heen krijg je zo een gevarieerd begraasd landschap. Dat is een kwestie van een lange adem. De natuur is gebaat bij continuïteit.”
Dames op leeftijd
Op natuureiland Tiengemeten in het Haringvliet zijn Schotse hooglanders al bijna twintig jaar een vertrouwd beeld. De grazende giganten helpen mee met de omvorming van het eiland van landbouwgrond naar natuur. Zonder hen zou het eiland snel in een groot wilgenbos veranderen, vertelt boswachter Anne Los. “Veel soorten zouden dan verdwijnen. De circa 140 hooglanders kunnen bijna overal op het eiland vrijelijk rondbanjeren en eten bij elkaar heel wat groenvoer weg. Niet alleen grassen, ook opkomende bomen en struiken. Daardoor blijft het eiland open en aantrekkelijk voor allerlei vogels en behouden we planten als rode ogentroost, kattendoorn en goudknopje.” Hoewel de dieren in volledige vrijheid leven, vergt het beheer van de kudde de nodige aandacht. Zo was er in het begin een gemengde kudde. De kalveren die daaruit voortkwamen,



leverden veel administratie op. Anne: “In Nederland gelden strenge regels. Je moet in kaart brengen welk kalf van wie is om inteelt te voorkomen. Dan moet je DNAmonsters nemen en ze oormerken. Daarvoor moet je ze vangen, een hele uitdaging. In principe proberen we ze eens per jaar te vangen, voor gezondheidscontrole en het oormerken. Met strobalen lokken we ze naar de vangkraal, maar het lukt nooit om ze állemaal te pakken te krijgen.” Wat zorgt voor minder administratie en meer rust in de kudde, was de beslissing om de mannen eruit te halen. “Enkel dames geeft meer rust in de groep. Koeien zonder kalf zijn ook rustiger, ze hoeven geen jong te beschermen.” Maar ook dat bleek niet ideaal. Veel dames raakten op leeftijd; hooglanders worden gemiddeld 18 tot 20 jaar oud. Stapsgewijs werden afgelopen jaren nieuwe koeien aan de kudde toegevoegd. Toch bleek uit onderzoek dat de begrazingsdruk op Tiengemeten nog te laag was. “De verouderde kudde hooglanders kan de aanwas van nieuwe vegetatie
nauwelijks bijbenen”, vertelt ecoloog Noah de Croock die het onderzoek begeleidde. Gelukkig kwam er een kudde koniks bij. Een welkome aanvulling, vindt Noah. “Paarden grazen de vegetatie korter af dan koeien en gedragen zich ook anders. Ze trekken meer in kleine groepjes rond en zijn nieuwsgieriger; ze komen op plekken waar de runderen niet of nauwelijks komen. Daarmee wordt het eiland diverser en op meer plekken begraasd. Zo vullen de runderen en paarden elkaar aan. En ze kunnen goed naast elkaar leven. De 38 koniks zijn inmiddels gewend aan hun nieuwe leefomgeving, er zijn al elf veulens geboren. Ook het effect van hun graaswerk is zichtbaar. Samen met de hooglanders en bevers op Tiengemeten zijn het echte landschapshervormers.”
Op het Dwingelderveld is het eeuwenoude plaatje van schapen op de hei nog altijd zichtbaar. De kuddes van Stichting Het Drentse Heideschaap (circa 950 dieren) en die van Natuurmonumenten (circa 250 dieren) zorgen ervoor dat de uitgestrekte

Ook in de begrazingswereld doen nieuwe technieken hun intrede. Denk aan de inzet van drones die kuddes controleren of data verzamelen van begrazingsgebieden. Of schapen die gevolgd worden met gps. Een andere noviteit is de inzet van virtuele rasters. Dat gebeurt in de ENCI-groeve op de Sint-Pietersberg, dat grotendeels begraasd wordt door Nederlandse landgeiten, naast Mergellandschapen. Geiten eten graag houtige gewassen zoals jonge abelen en vlinderstruiken die overal in de groeve opschieten en inheemse planten verdringen. Ideale beheerders dus voor de groeve. Maar geiten zijn meesters in ontsnappen en het 88 hectare grote terrein is moeilijk te voorzien van een goede omheining. De oplossing werd gevonden in een Noorse technologie die gebruikmaakt van virtuele rasters. De geiten dragen een halsband met een GPSfunctie die signalen afgeeft wanneer een dier buiten het begrensde gebied dreigt te gaan. Het systeem maakt gebruik van het leervermogen van geiten. Tijdens een training wennen ze aan de halsband en aan het signaal wanneer ze een fysiek hek naderen. Het hek wordt langzaam afgebouwd tot er alleen een virtueel hek is dat de geit herkent door het geluidsignaal. Na een succesvolle proefperiode loopt er nu een goed getrainde kudde van circa 100 geiten in de ENCI-groeve.
heidevlakte open en gevarieerd blijft. Beide kuddes hebben hun eigen schaapskooi aan de rand van het gebied en werken volgens een uitgekiend begrazingsplan dat ruim duizend hectare bestrijkt. Dat lukt aardig, want schapen kunnen enorm veel vegetatie wegwerken. Bij voorkeur de sappigste delen van planten, waaronder jonge heide, gras en kruiden, maar ook voedselarme grassen, dorre heide of opkomende boompjes worden gegeten. Toch kunnen de wollige viervoeters de vergrassing nauwelijks bijbenen.
Boswachter Hans Krol wijst op een veld met goed ontwikkelde heideplantjes. “Een paar jaar terug was dit nog een dichtbegroeide grasmassa. De vegetatie stond op borsthoogte, onbegaanbaar voor mens, schaap en herdershond.” Hans versterkte de begrazing daarop met de komst van veertig Franse vleeskoeien. “Runderen zijn geschikter voor het ruige werk. Ze zijn groter en zwaarder en gaan ook hoog gewas te lijf. Dat bleek wel toen we ze hier aan het werk zetten. De ruigte werd door tien koeien in rap tempo gekortwiekt. Daarna konden de schapen dit stuk weer begrazen. En kijk, de heide staat er weer prachtig bij. Zo ondersteunen de runderen in wezen het werk van de schapen. Er lopen nu dertig runderen vrij rond, een tiental zetten we in op specifieke, tijdelijk omrasterde plekken waar schapen moeilijk uit de voeten kunnen.”
De boswachter bekijkt voortdurend de kansen om het Dwingelderveld gevarieerd te houden. “Het Dwingelderveld lijkt op een platte pannenkoek. Om die voor planten en dieren aantrekkelijk te houden, is variatie heel belangrijk. Dat bereiken we onder door meer verspreid over de heide hopen maaisel of stobben neer te leggen. Soms trekken we ook een dode boom de hei op. Dergelijke plekken fungeren als stapstenen in het gebied voor allerlei planten en dieren. Reptielen zoals de gladde slang of levendbarende hagedis schuilen er graag, er broeden vogels en er ontkiemen planten zoals braam. De vruchten en nectar van de bloemen daarvan zijn weer voedsel voor

bijvoorbeeld heidehommels en vlinders zoals het groentje.” Hans verzamelt daarnaast met zijn team zaden van bijzondere planten rondom de hei om die elders weer uit te strooien. Met een soort kruimeldief wordt zaaigoed vergaard van gele komposiet, valkruid of klokjesgentiaan, zeldzame planten waarvan het verspreidingsgebied zo wordt versterkt. Ook de schapenmest komt van pas, net zoals vroeger in het aloude potstalsysteem. Net als toen wordt de mest gebruikt voor akkers die verspreid over het Dwingelderveld liggen.
Zo blijft Hans met zijn team inventief om dit oude cultuurlandschap met al zijn facetten te behouden, ondanks problemen zoals de overmaat aan stikstof en de onttrekking van grondwater in dit gebied. De komst van de wolf gaf ook de nodige beroering, maar de boswachter heeft het roofdier allang omarmd.. “We moeten ons daarop aanpassen. In het begin waren er incidenten met schapen, daar hebben we van geleerd. De kuddes worden nu beschermd door zeer waakzame kuddebeschermingshonden en de schapen staan ’s nachts achter wolfwerende rasters. Dat werkt goed; de wolven richten zich nu hoofdzakelijk op wilde prooien zoals ree en haas. Ik zag er onlangs eentje struinen, machtig om te zien. Ze horen absoluut in dit ecosysteem thuis, net zoals de kraanvogels, tapuiten, adders, graafwespen, gentiaanblauwtjes en vele andere planten en dieren in dit gebied. Dankzij de grote en kleine grazers houden we dit ecosysteem levend.”

Bekijk hier de video van grote grazers op Tiengemeten


Boswachter Natascha Hokke, werkzaam op het Rotterdamse platteland en in Midden-Delfland, beantwoordt vragen van lezers over de natuur. Als zij het antwoord niet weet, klopt ze aan bij haar collega’s.


Wat is er aan de hand met…
deze eenhoorn?
Boswachter Juriaan van Leeuwen moest even goed kijken toen hij webcambeelden checkte die in de Nieuwkoopse Plassen zijn geplaatst om otters te volgen. Regelmatig duiken er andere dieren op voor de camera.
Maar dit beeld verraste hem volledig. Hij zag een reebok met één enkele geweistok, precies op het midden van zijn kop. Net een eenhoorn. “Je kijkt twee keer. Het is zo’n zeldzaam beeld, dat je bijna denkt dat het nep is”, aldus Juriaan. “Maar het is echt, en het dier lijkt er prima mee te kunnen leven. Met dank aan de vrijwilligers die de webcambeelden altijd uitlezen.” Reebokken hebben normaal gesproken twee geweistangen. Er worden wel vaker bokken gezien met één stang, maar dan altijd links of rechts, zelden precies in het midden.
Dit soort ‘spitsers’ (zonder zijtak) worden ook wel moor denaars genoemd. Dodelijk in het gevecht met een andere reebok. Maar hoe komt deze jonge bok aan die ene cen trale geweistok? Een kenner van Vereniging Het Ree bestu deerde de beelden en liet het volgende weten. “Als je goed kijkt, zie je dat de aan zet van de rechterstang een korte stompe, enigszins woe kerde opzet heeft. Mogelijk is tijdens de groei van het gewei vanaf januari, hier een bescha diging opgetreden. Dat heeft geleid tot een afwijkende ont wikkeling naar volledig gewei. Of dit zo blijft, is afwachten. Jonge reeën werpen tegen het eind van het najaar of begin van de winter hun gewei af. Als de beschadiging niet blij vend is, zal deze bok naar alle waarschijnlijkheid een nieuw gewei ontwikkelen met twee stangen.”
Hoe verleid je zwaluwen om elders een nest te bouwen?
In het botenhuis van de roeivereniging van Marjolein Snippe nestelde deze zomer een paartje zwaluwen. Superleuk, alleen poepten de vogels de boten onder. Volgend jaar zijn ze weer welkom, maar liefst op een andere plek.
Tja, Marjolein, boerenzwaluwen zijn heel honkvaste dieren. Je kunt proberen om als alternatief een zwaluwnestkast op te hangen. Wat wij als boswachters in onze werkschuren doen, is een plankje onder het nest maken. Op deze manier kunnen de dieren op hun meest favoriete plekje blijven, én heb je zelf geen last van de poep.




Bij het schoonmaken van zijn nestkastjes kwam Peter Brouwers deze structuren tegen aan de bovenzijde van een houten nestkastje. Hij vroeg zich af wie dit heeft gebouwd. Vermoedelijk gaat om spinsel van de hommelnestmot. Om het zeker te weten zou je eraan moeten voelen. Het spinsel van een hommelnestmot is namelijk indrukwekkend stevig. Hommelnestmotten maken gebruik van een eerder door (meestal) hommels aangelegd nest en nemen dat over voor eigen gebruik.
Hoe vindt een vleermuis een vleermuiskast?
In de buurt van Thijs van Gaalen zijn nieuwe vleermuiskasten opgehangen. Dit vanwege groot onderhoud aan een flat waarbij vleermuizen onder een dakgoot werden aangetroffen. Hij vraagt zich af hoe een vleermuis de weg weet te vinden naar deze kasten.
Vleermuizen zijn wettelijk beschermde dieren. Daarom moet er bij werkzaamheden altijd rekening met hen gehouden worden. Het ophangen van vleermuiskasten als alternatief voor de dieren wordt dan ver
plicht gesteld door de provincie. Of vleermuizen die kasten ook echt vinden en gaan gebruiken, hangt van veel dingen af: de hoeveelheid zon en de temperatuur, de hoogte en plek van de kast, de invliegruimte en de afstand tot hun oude verblijf. Ook het ontwerp speelt mee. Daarnaast verschilt het per soort en situatie. Een migrerende vleermuis kan een kast gebruiken als rustplaats, terwijl een kraamkolonie meer ruimte nodig heeft. De nieuwe kasten bieden in elk geval extra kansen voor deze bijzondere dieren, maar het is geen garantie op succes.


Kan ik veilig uit mijn moestuin eten?
Kim van Dijk heeft een moestuin op Voorne Putten, vlakbij de Botlek. Ze vraagt zich af of het nog gezond is om groenten uit haar eigen tuin te eten, vanwege berichten over PFAS in de grond.
Haar vraag is begrijpelijk, want we leren steeds meer over PFAS in de bodem. PFAS zijn stoffen die onder andere uit regenkleding, pannen of industrie in ons milieu terechtkomen. Ze komen zelf via regenwater in de bodem. Het RIVM meldt dat in de omgeving van de Botlek plekken zijn waar het eten van groenten uit eigen tuin inderdaad een risico kan vormen. Dat hangt af van de precieze locatie en de gemeten concentraties. Woon je in zo’n gebied, dan kun je beter voorzichtig zijn. Je kunt bijvoorbeeld het eten van moestuingroenten afwisselen met biologische groenten uit de supermarkt. Wil je extra zekerheid? Dan kun je kweken in bakken of verhoogde bedden met schone, biologische potgrond. Zo kun je toch blijven genieten van je eigen oogst. Meer informatie over PFAS en de locaties vind je bij de Omgevingsdienst in je regio.
Ook een vraag?
Stuur die naar natuurvraag@natuurmonumenten.nl. Je krijgt altijd antwoord (al duurt het soms even). De leukste vragen krijgen een plek in deze rubriek.

Weer of geen weer: in de natuur is altijd iets te doen. Superblij zijn we met alle hulp van natuurliefhebbers die zich inzetten in hun vrije tijd. Zoals deze vijf helden die ook in de winter keihard doorwerken. Help je mee?
TEKST: Petra Strijdhorst BEELD: Erik Smits

‘Ik kom hier al sinds mijn jeugd’
Ed Goes houdt de wandelpaden open in Nieuwkoop.
“Lusthof de Haeck bij Nieuwkoop is een plek waar natuur en cultuur samenkomen. In de jaren dertig werd het moerasachtige gebied gekocht door een arts, die het inrichtte met paden, bruggetjes en doorkijkjes. Inmiddels is het uitgegroeid tot een volwaardig bos. Er staan hier ook aangeplante exoten zoals rododendrons en bamboe, maar die bestrijden we niet. We snoeien het wel, maar verder hoort het bij de inrichting van dit gebied. Er is ook een klein schraallandje, daarin groeien bijzondere planten. Er staat bijvoorbeeld zonnedauw. Ik kom er al sinds mijn jeugd. Inmiddels ben ik 61 en kom ik hier nog altijd graag. Het is relatief klein, in een uurtje ben je wel rond. Het onderhoud dat we doen is heel divers. Denk aan snoeien maaiwerk om de wandelpaden open te houden, houtsnippers aanbrengen op de paadjes en de banken en bruggen bijhouden. We werken iedere donderdag in dit gebied, met een stuk of zes mensen. Ik kom soms tussendoor nog een extra ochtend. En op z’n tijd geef ik een excursie. Het is hier alle seizoenen mooi. In het voorjaar bloeien de krentenbomen, dan lijkt het hier wel een sprookjesbos.”
‘We denken mee over de beste aanpak’
Catrinus Egas trekt jonge wilgen uit op Marker Wadden.
“Het voelt als vakantiewerk. Lekker buiten bezig zijn, het is elke keer weer een dagje uit. Ik doe dit werk nu een jaar of vijf. Onze groep vrijwilligers is er altijd op dinsdag. Doordat de natuur zich hier zo snel ontwikkelt, is er elke dag wel beheer nodig. Ons werk is heel gevarieerd. Het trekken van opkomende wilgen komt

altijd terug. Al is laatst in overleg met ons besloten dat we de wilgen op sommige plekken laten staan. Dat is heel fijn: we worden niet alleen betrokken bij de uitvoering van het werk, maar ook bij het actief meedenken over de beste aanpak. In de winter zijn we onder meer druk met het kaalmaken van de broedplekken voor visdiefjes en kokmeeuwen. Dat moet op tijd gebeuren. Als er te veel planten
staan, willen ze daar niet broeden. Er zijn maar weinig plekken waar ze terechtkunnen. We zijn elk jaar weer blij als ze er zijn. Dat geldt ook voor de vrijwilligers onder elkaar. We zijn een hechte groep en kijken naar elkaar om. Laatst kon ik een paar weken niet komen door gezondheidsproblemen. Daar baal ik dan echt van, ik voelde me zelfs een beetje schuldig dat ik niks kon doen.”

‘Mooi om te zien dat de functie van vrijwilliger echt belangrijk is’
Annet Brandsen werkt in de tuinen van landgoed Oud Groevenbeek. “Er is eigenlijk nooit een reden om niet te gaan. Als het echt lang en veel regent, kunnen we altijd nog dingen doen in de werkschuur. We werken met een vaste groep op woensdag. Dat is altijd heel gezellig. We doen veel onderhoud in de omgeving van het landhuis. Denk aan heggen snoeien, paden vrijmaken van bladeren zodat
ze in goede staat blijven en Amerikaanse vogelkers verwijderen, maar ook bosbeheer in eikenhakhoutbos. Ik doe dit nu een jaar of zeven. Toen las ik een oproep dat Natuurmonumenten vrijwilligers zocht. Destijds was ik ermee bezig dat het niet zo goed ging met de natuur. Ik wil de wereld een beetje mooier achterlaten. Dit is concreet iets wat ik kan doen. Het is fijn om met mijn handen bezig te zijn. Ik
werk meestal tot een uur of twaalf. Sommigen gaan nog wat langer door. Niet iedereen komt elke week. Zo is werk prima af te stemmen op wat bij jou past. Het is mooi om te zien dat de functie van vrijwilliger echt belangrijk is. Niet alleen voor de natuur, maar ook voor de vrijwilligers zelf. Je haalt er ook een stukje identiteit en waardigheid uit. Zo vervult het ook een maatschappelijke rol.”
‘Straks ben ik tachtig, dan is het mooi geweest’
Henk Pijnappels onderhoudt MTB-routes in de Loonse en Drunense Duinen.
“In 2004 begon ik met mountainbiken en in 2012 werd ik vrijwilliger. Naar aanleiding van mijn brief over de staat van de MTB-route in de Loonse en Drunense Duinen kwam de boswachter op bezoek en overtuigde mij om vrijwilliger te worden. We werken nog steeds samen aan de twee MTB-routes in dit gebied. Komend voorjaar ga ik daar

mee stoppen, dan ben ik tachtig en is het mooi geweest. Nog elke week fiets ik een route op mijn niet elektrische mountainbike. Ik kom alle hellingen nog op. Tijdens het rondje kijk ik gelijk wat er moet gebeuren. Door de drukte slijten de routes snel. Elke fiets neemt wel wat zand of modder mee. Dat uitslijten werken we bij met schop en kruiwagen waarbij we soms klei gebruiken voor meer stevigheid. De bramen en brandnetels groeien heel hard. Die maaien we
met een bosmaaier, daar heb ik een cursus voor gevolgd. Natuurmonumenten vindt veilig werken belangrijk. Ik heb het er goed getroffen als vrijwilliger. Andere mountainbikers roepen vaak ‘Goed bezig!’ als ze me aan het werk zien. Bezoekers denken soms dat ik een boswachter ben, omdat ik in kleding van Natuurmonumenten werk. In de loop der jaren heb ik veel geleerd. Ik kan hun vragen meestal dan ook zonder problemen beantwoorden.”
‘Eind april moeten de vlotjes klaar liggen’
Henk Selhorst maakt nestvlotjes voor zwarte sternen in De Wieden. “Ik ben een doener. We zijn met een grote groep, met een mannetje of vierentwintig geloof ik. Dinsdag is onze vaste werkdag. Het zijn grotendeels vutters, maar daar moet je juist een planning voor hebben. De meesten zijn hartstikke druk. Een jaar of tien geleden ging ik met pensioen. Toen vroeg iemand of ik misschien interesse had om te komen helpen in De Wieden.
Het is een prachtplek, ik kom er al van jongs af aan. Toen zeilde of kanode ik hier heel vaak. Nu gaan we met een punter het water op om nestvlotjes te maken voor zwarte sternen. Dat is een vogel die heel onvoorspelbaar is. Het kan zijn dat er op een plek het ene jaar geen enkel broedpaar is en het jaar erna dezelfde plek druk bezet is met broedparen. Eind april moeten we de vlotjes klaar hebben liggen. Eerst zien we visdiefjes terugkomen. Daarna zien we de
eerste sternen voorbijvliegen over de IJssel. Dat is voor hen een soort snelweg, die vliegen nog een stukje verder. Een week of drie later komen ze bij ons. De vlotjes zijn besmeerd met wat modder en resten van riet. Er liggen er altijd dik 250. Als er gebroed wordt, blijven we op afstand. Dan tellen we vanuit de punter op broedhouding. Als de kuikens eenmaal uit de eieren zijn, zie je ze over de waterplanten lopen. Een prachtig gezicht.”

Wil je ook iets doen voor de natuur? Kijk op nm.nl/vrijwilliger voor de mogelijkheden.
Vachtwissel
Aan het begin van de winter begint de hermelijn te verharen. Hij verruilt zijn gebruikelijke bruine vacht voor een sneeuwwitte. Zo valt hij minder op. Alleen het staartpuntje blijft altijd zwart. In warmere streken blijven hermelijnen het hele jaar bruin. Nederland ligt precies in het overgangsgebied, waardoor je in de winter zowel witte als deels bruine hermelijnen ziet.
Hij vangt prooien die twee keer zo groot als hijzelf. Zelfs hazen en grote vogels zijn niet veilig. Maak kennis met dit snelle en lenige roofdier: de hermelijn.
TEKST: Astrid Schoenmaker
BEELD: Inge van Noortwijk

Ware grootte
Dit is hoe groot een hermelijn gemiddeld is, 24 cm van kop tot kont.
Kegelen
Door rechtop te staan, kan de hermelijn zijn omgeving goed verkennen. Kegelen noem je dat. Met zijn kop hoog in de lucht zoekt hij naar zijn prooien. Hij gebruikt daarbij zijn reuk, zicht en gehoor. Ook ’s nachts gaat hij op pad. Dan maakt hij gebruik van zijn kattenogen die het schaarse licht reflecteren.

Zodra de hermelijn zijn prooi te pakken heeft, zet hij zijn vlijmscherpe tanden diep in de nek van zijn slachtoffer. Met zijn sterke kaak en nekspieren houdt hij de prooi stevig vast. Hij laat pas los als het dier dood is. Soms zweeft hij zelfs even door de lucht als hij een vogel pakt die opvliegt.


Warm hol
De hermelijn neemt graag zijn intrek in een oude mollengang of konijnenhol.
Zelf graven doet hij niet. Vaak bekleedt hij zijn hol met de vacht van zijn prooien. Soms sleept hij er zelfs prooien heen, als voorraadje.
De hermelijn is een van de kleinste marterachtigen in Nederland. Ze komen op open, waterrijke plekken voor. Er moet wel voldoende beschutting zijn, zoals struiken, hagen, takkenhopen of een goed begroeide houtwal. Dat ontbreekt steeds meer. Door afname van geschikt leefgebied


Vol overgave achtervolgt de hermelijnven is geen optie. Favoriet zijn kleine zoogdieren, zoals woelratten, muizen, konijnen en hazen. Tijdens de jacht haalt hij snelheden tot wel 30 kilometer per uur. Daarbij maakt hij golvende ‘martersprongen’ van 50 cm. Ook klimmen en zwemmen gaan hem goed af.





In aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen trokken boswachters van Natuurmonumenten de steden in. Niet met modderige laarzen, maar met camera’s en een missie: de natuur een stem geven. Na talloze gesprekken en een stembusakkoord, ondertekend door zeven partijen, kijkt Natuurmonumenten terug op geslaagde acties. Boswachters op de stoep bij partijcongressen van CDA, D66, GroenLinksPvdA en VVD om de natuur een stem te geven. En in zes steden gingen honderden mensen met boswachters op de foto én in gesprek. Hoe mooi de acties ook waren, we zijn er nog niet. Op vrijdag 13 februari komen we samen met onze leden en partners in actie en laten we onze stem horen. Voor het bos, voor de vogels, voor de toekomst.




DOE MEE! Ga naar nm.nl/ verkiezingen


4 winterse tochten

Storm, regen en temperaturen onder nul? Ook in de winter kun je fijne tochten maken in de natuur. Om na je wandeling lekker op te warmen in een van de paviljoens, zoals die in het Waterloopbos.
TEKST: Petra Strijdhorst




Het is ons enige natuurgebied waar je ook ’s nachts mag komen. “Anders mogen de bewoners van het eiland als het donker is hun huis niet meer in”, vertelt boswachter Cynthia Borras. Overdag uitwaaien en ’s nachts sterrenkijken: juist in de winter is Schiermonnikoog de perfecte plek voor een wandeling.
We zijn op konijnenzoektocht vandaag. Hoe meer we er zien, hoe beter. Deze dieren zijn belangrijke bewoners van Schiermonnikoog, maar ze hebben het zwaar. “Door hun gegraaf wordt de grond luchtig”, vertelt Cynthia. “En hun holen worden door andere dieren, zoals de bergeend, gebruikt als broedplek. De knaagdieren zijn ook voedsel voor roofvogels, zoals kiekendieven en buizerds. En minstens zo belangrijk: ze eten gras en kleine planten. Zo blijven de duinen open.” Een mooi bewijs hiervan zien we aan het einde van onze route. Hier staan volop appelbomen. “Die kwamen in de jaren vijftig op toen de konijnenpopulatie instortte. Veel
konijnen gingen destijds dood aan myxomatose. In die tijd kwam ook het toerisme op. Mensen gooiden hun klokhuis in de natuur. De kalkrijke grond is een perfecte voedingsbodem.” Zo komt het dat er nu ruim 300 appelbomen staan op het eiland, vooral bij campings en wandelpaden. De konijnen hebben het opnieuw zwaar. Konijnenziektes blijven rondgaan, waardoor de populatie instort. Vervolgens groeit het landschap dicht omdat er te weinig konijnen zijn om het open te houden. “Op een paar plekken leven nog groepjes konijnen. Die plekken verbinden we met elkaar, door te maaien. Konijnen houden niet van hoog gras of veel begroeiing. Zo hopen we dat de populatie weer toeneemt. We hebben ook vaccinatierondes gehad om konijnenziektes te bestrijden.” Naast konijnen zijn er andere soorten die afhankelijk zijn van het open landschap, zoals de tapuit en verschillende soorten orchideeën.
Overwinteren
De konijnenteller blijft helaas op nul staan, maar we zien wel verse graafsporen. En er
rennen geregeld hazen weg. “Ook heel fijn. Maar ze knagen en leven net anders dan konijnen. Voor de natuur is het van belang dat beide dieren hier leven”, aldus Cynthia. We zien wel veel vogels, zoals eenden en ganzen die hier overwinteren. Vogelliefhebbers weten het eiland in de winter goed te vinden. Ze bezoeken de Westerplas en de vogelkijkhut langs deze route. “Een stukje verderop staat ook een goede vogelkijker, de moeite waard om naartoe te lopen”, weet Cynthia.
Als het donker is, lopen we nog een rondje. Tussen de wolken tintelen de sterren. “Als het helder is, kun je hier de Melkweg zien”, zegt Cynthia trots. “Een aantal jaren geleden is Schiermonnikoog uitgeroepen tot de donkerste plek van Nederland.” Het enige licht dat de donkerte doorklieft, is het vuurtorenlicht. Tijd voor een laatste weetje van de boswachter: “Je herkent de vuurtoren van Schier doordat hij vier korte lichtsignalen geeft. Hij zegt eigenlijk: Schiermonnikoog.”


Startpunt: Informatiecentrum Het Baken, Schiermonnikoog
1
Loop eerst binnen bij Het Baken, het informatiecentrum van Schiermonnikoog waar je terechtkunt voor tips, routekaarten en souvenirs.
2
Vanaf de Waddendijk zie je bij laag water allerlei vogels naar bodemdiertjes zoeken, zoals wulpen, rosse grutto’s en plevieren.
3
Vanuit de vogelkijkhut heb je een goed uitzicht over de Westerplas, een van de

schaarse plekken op het eiland met zoet water. In de winter is dit de plek om allerlei soorten ganzen en eenden te spotten.
4
De oranje besjes die je hier veel ziet, groeien aan duindoornstruiken. De plant kan goed tegen een zoute omgeving en stuiven van zand. De kans is groot dat je hier konijnenen hazen(sporen) ziet.
5
Achter de houten bank aan de voet van de grote stuifkuil zie je een vochtig duinvalleitje. Door het dichtgroeien van duinen met bomen en struiken zijn deze vochtige duinvalleien in heel Europa zeldzaam geworden. Door ze regelmatig te maaien of te laten begrazen houdt Natuurmonumenten deze duinvalleien open. Zonder beheer zouden soorten als parnassia, moeraswespenorchis, tapuit en duinparelmoervlinder verdwijnen.
6
Tijdens lange wandelingen op het strand kun je zeehonden tegenkomen. In ondiep water dichtbij de vloedlijn jagen ze op platvissen en houden ze de wandelaars in de gaten.
7
Het dennenbos van Schiermonnikoog is in het begin van de vorige eeuw geplant om stuifzand vast te leggen en voor de houtproductie. Dat laatste bleek geen commercieel succes. Het dennenbos is inmiddels meer dan 100 jaar oud. Veel aangeplante dennen gaan dood en er ontstaat nu een gemengd loofbos van berken, eiken, elzen, meidoorns en lijsterbessen.



Startpunt: parkeerplaats Lappendeken, Diepesteeg 25, De Steeg
Ontdek de winterse natuur van de Veluwezoom, met grote kans op het zien van Schotse hooglanders. Dankzij hun dikke vacht zijn de runderen prima bestand tegen winterse omstandigheden.
Gaan er kinderen mee? Dan is het de vraag of je echt aan wandelen toekomt. Bij dit start (en eindpunt) is namelijk een kleine speeltuin. Overtuig ze door te vertellen dat je halverwege een fijn restaurant tegenkomt.
Bovenop deze heuvel, de Rouwenberg, stond ooit een jachtslot. Koningstadhouder Willem III liet het bouwen in de 17e eeuw, maar het stond er niet lang. In 1795 trokken plunderende Franse troepen door de streek. Ook het jachtslot en de bijbehorende Chinese theekoepel moesten het ontgelden. Van dit
roerige verleden merk je niets meer op deze rustige, bosrijke plek.
3
Het huis dat hier staat heet De Haverkist, de oorspronkelijke dienstwoning van de boswachter van de Onzalige Bossen.
4
Je loopt hier door een monumentale bomenlaan: de Koningslaan. In de 17e eeuw gaf Willen III de opdracht de laan aan te leggen. Deze vormde een kaarsrechte verbindingsweg tussen zijn jachtslot Hof te Dieren en het jachtslot De Ginkel, vlakbij Ede. Grote delen van deze route zijn nog altijd intact.
5
De Carolinahoeve is een fijne plek om uit te rusten en te genieten van het uitzicht. Er wordt hier zoveel mogelijk gewerkt met duurzame en lokale producten.
6
De graslanden die je hier ziet waren vroeger
De Steeg
akkertjes. Het zag eruit als een gevarieerde lappendeken over het glooiende landschap. Op de akkers verbouwden de inwoners van De Steeg hun gewassen. Op het grasland rechts van het fietspad kun je soms wilde zwijnen zien. Ze staan dan vooral aan de bosrand.




Startpunt: Rijksmonument Waterloopbos, Voorsterweg 34, Marknesse
De route start in het Voorsterbos, maar al snel loop je door het Wendelbos, een nat loofbos dat in de winter modderig kan zijn. Een wandeling voor rustzoekers, met kans om onderweg een ree of ijsvogel te zien.
Je start de wandeling in het Voorsterbos. Dit bos is tussen 1944 tot begin jaren zestig aangeplant op de voormalige Zuiderzee

bodem. Het is daarmee een stuk ouder dan het Wendelbos waar je straks doorheen loopt.
Je bent inmiddels in het Wendelbos. Dit bos is in 2006 en 2007 aangeplant op voormalige akkers. Het ligt laag, waardoor regenwater zich hier verzamelt. De Wendelbeek en de dichte bodem van zeeklei zorgen voor permanente nattigheid. Een prachtig nat bos van inheemse loofbomen als wilgen en elzen is het resultaat.
De essen in Nederland gaan massaal dood door ‘essentaksterfte’, een agressieve schimmelziekte die niet te bestrijden is. Langs het pad zijn veel zieke essen weggehaald om gevaarlijke situaties te voorkomen. Een deel van de bomen is blijven liggen. Het dode hout verrijkt het bos.
4
Je staat hier bij de bron van de Voorsterbeek. De beek is in 2007 aangelegd om het
Kraggenburg
bos te vernatten. Toch kampte de bos met verdroging door onttrekking van grondwater. De beek kreeg onlangs een nieuwe inlaat om de watertoevoer te verbeteren. Dat draagt bij aan de ontwikkeling van een vochtig bos met een grote diversiteit aan planten en dieren.
5
Als ode aan de honderden waterloopkundige onderzoeken die in het Waterloopbos zijn uitgevoerd, vormden kunstenaars de Deltagoot om tot het kunstwerk Deltawerk//. Het zal in de loop der jaren veranderen in een paradijs van korstmossen. Enkele zeldzame soorten zijn hier al gezien.
6
Deze route eindigt bij Het Paviljoen. Een plek om even tot rust te komen met een drankje en hapje. Er wordt hier zoveel mogelijk gewerkt met biologische en lokale producten. Tip: Het Wendelbos is in regenperioden nat en zompig. Stevige/hoge schoenen of laarzen zijn aanbevolen.


Startpunt: Slot Haamstede, Ring 2, 4328 AE Burgh-Haamstede
Een kasteel met slotgracht, een oud slotbos en een open duingebied met uitzichten en vogelkijkplekken. Je ontdekt het allemaal tijdens deze wandelroute door natuurgebied Slot Haamstede en de Zeepeduinen op SchouwenDuiveland.
1
Een van oorsprong middeleeuws slot met torens, poorten en kantelen. Het huidige uiterlijk dateert grotendeels uit de 17e eeuw. Binnenkijken is mogelijk tijdens excursies en open monumentendagen.
2
Je ziet hier de Vleugelbunker, ook wel bekend als de Walvisbunker. Door de Duitse bezetter gebouwd als plaatselijke commandopost van de Atlantikwall. Veel van de circa 40 bunkers in het Slotbos en de Zeepeduinen zijn belangrijke overwinteringsplekken voor vleermuizen.
3
Zoals op veel plaatsen in Nederland waren ook hier de duinen vergrast door de neerslag van stikstof en bovendien overwoekerd met Amerikaanse vogelkers. Deze exoten zijn gerooid en duinvalleien zijn afgeplagd. Helaas steekt er nu een andere exoot de kop op: watercrassula.
4
In de Zeepeduinen ligt een aantal zoetwatermeertjes. Watervogels als wilde eenden, aalscholvers, tafel en bergeenden maken hier het hele jaar gebruik van.
5
Op de route kun je shetlandpony’s of Schotse hooglanders tegenkomen. De pony’s eten veel duinriet en in de winter en lente ook boombast, jonge bomen en struiken. Hierdoor krijgen allerlei kruiden en bloemen een kans.
6
Door het hek zie je het slotbos met oude loofbomen in allerlei vormen. Vroeger werd

hier hakhout geoogst. Na de Tweede Wereldoorlog stopte men hiermee en groeiden de bomen uit. Zo wordt de Slotlaan omgeven door majestueuze zomereiken.
Meer info over de winterse routes: nm.nl/puurwandelen

‘Het helpt als je toelicht waarom nodig zijn’
In deze serie spreken we jonge mensen over natuur en klimaat. Wat vinden zij belangrijk? Hoe moeten we het land anders inrichten?
Ecologie vertalen naar de rest van de maatschappij is de sleutel tot begrip voor natuurmaatregelen, merkt Georgina van der Waart. Binnen het traineeship van Provincie Zeeland wordt ze opgeleid om de unieke Zeeuwse natuurgebieden te beschermen.
TEKST: Kiki Schollaardt BEELD: Lars van den Brink
Waar begon jouw liefde voor de natuur?
“Mijn moeder heeft haar liefde voor buiten zijn aan mij doorgegeven. Toen ik nog maar net kon lopen, liep ik al tussen de pony’s en als kind keek ik elke vrijdag Dr. Pol. Dierenarts worden was mijn droom, tot ik op de open dag van Wageningen Universiteit hoorde over bos en natuurbeheer.
Binnen die studie kon ik veel buiten zijn. Dat wilde ik, met mijn schoenen in de modder. In het traineeship dat ik nu volg, word ik opgeleid om als ecoloog Zeeuwse natuurgebieden te beschermen. Zowel mijn liefde voor dieren als het buiten zijn kan ik daarin kwijt.”
Wat trekt je aan in Zeeland?
“Tijdens mijn studie was ik de vreemde eend in de bijt, omdat ik überhaupt wilde werken aan de Nederlandse natuur. Veel studiegenootjes zochten het buitenland op, maar ik wil vooral beschermen wat we hier hebben. Juist in zo’n dichtbevolkt land vind ik dat interessant. De natuur in Limburg en Ede, waar ik hiervoor woonde, was prachtig. Toch miste ik het strand. Als kind was ik daar vaak, mijn oma woonde in Den Haag. Het strand, de zee, krabbetjes kijken, schelpen zoeken… Geweldig. Omdat mijn vriend uit Zeeland komt, ontdek ik steeds meer van de bijzondere Zeeuwse natuur. Hoe mooi en uniek het hier is, wordt nogal eens over het hoofd gezien. De Ooster en Westerschelde heb je nergens anders! Dat ik straks kan bij
dragen aan het behoud daarvan vind ik geweldig.”
Welke verbetering kunnen we toepassen in natuurbehoud?
“We doen al goed ons best voor de natuur en biodiversiteit. Toch zouden strengere maatregelen helpen om de natuur rust te geven en ervoor te zorgen dat gebieden zich beter kunnen ontwikkelen. Ik denk dat het essentieel is om uitleg te geven waarom we bepaalde maatregelen nemen. Communicatie creëert begrip. Daar kwam ik al achter bij mijn eigen familie. Als die nu iets over de natuur in het nieuws zien wat ze niet begrijpen, komen ze naar mij voor uitleg. Dat neemt weerstand weg. Ecologen weten welke weg ze moeten nemen en waarom. Voor mensen die niet thuis zijn in de ecologie, kunnen maatregelen extreem aanvoelen, als iets dat wordt opgelegd. De vertaling van ecologie naar de rest van de maatschappij is de sleutel tot acceptatie en behapbaar maken van het probleem. Zeg niet dat je geen tegels meer mag in de
Georgina van der Waart (24) studeerde bos- en natuurbeheer, met een specialisatie in ecologie, aan Wageningen University & Research. Ze kwam in Zeeland terecht door haar stage bij Stichting Landschapsbeheer Zeeland, waarna ze begon met het traineeship van provincie Zeeland, in samenwerking met (o.a.) Natuurmonumenten.
tuin, maar leg er de nadruk op dat je met een pot met bloemen al een verschil maakt voor de biodiversiteit. Dat maakt mensen welwillend.”
Hoe merk je dit in je werk?
“Bij mijn scriptieonderzoek naar wilde bijen en zweefvliegen onderzocht ik hoe belangrijk de ingezaaide wegbermen en houtwallen zijn voor deze bestuivers. Nadat ik uitlegde aan mensen dat de populatie veel groter was waar niet werd gemaaid en dat dit voordelen heeft voor het gehele ecosysteem, veranderde hun houding. Zo belde iemand zijn tuinman af, omdat hij het belang snapte van het laten staan van bepaalde bloemen en struiken. Bij het onderzoek tijdens mijn stage naar broedvogels in agrarisch gebied, werden boeren na uitleg over het belang van de vogels enthousiast om zelf mee te tellen. ‘Ik zag ze daar zitten, daar moet je gaan kijken!’, hoorde ik dan. Dat soort momenten geven mij hoop.”
Hoe zie jij de toekomst?
“Als ecoloog bij Natuurmonumenten werken in Zeeland lijkt me heel mooi, maar ik ben nog lekker op ontdekkingstocht. Wat ik binnen dit traineeship leer is nieuw en daarom leuk. Mijn kinderdroom om dierenarts te worden is anders gelopen. Sindsdien bekijk ik alles per moment. Ik ben benieuwd welke mooie en uitdagende natuurprojecten er op mijn pad komen.”




Een wildcamera is geweldig om te ontdekken wat er allemaal in je tuin rondscharrelt. Hoe maak je er optimaal gebruik van?
Foto 1 laat mooi zien dat het grote voordeel van een wildcamera is dat dieren niet gestoord worden door mensen. Zo kun je gedrag fotograferen dat anders niet snel zichtbaar is. Een voorbeeld zijn deze bedelende jonkies bij moeder vos.
Foto 2 Richt je camera in de looprichting van het dier dat je wilt fotograferen. Let op wild
wissels en sporen van dieren om te zien hoe ze bewegen en plaats daar je wildcamera.
Foto 3 Een voederplek of drinkbak vergroot de kans om dieren van dichtbij op de foto te zetten.
Foto 4 laat zien hoe belangrijk de positionering van je wildcamera is. Zet ’m op romphoogte van de dieren die je verwacht, in een tuin is
dat vaak laag bij de grond. Zorg dat er geen takken en bladeren voor de lens komen, richt de camera niet op de richting waar regen vandaan komt en zorg dat er geen zonlicht in de lens komt. Richten op het noorden is het veiligst.
Meer tips? Kijk op zoogdiervereniging.nl
Maak je vaak natuurfoto’s?
Doe dan mee aan onze fotowedstrijd: Foto van de maand. De winnaar krijgt een uitvergroting van z’n ingezonden foto. Kijk voor meer info op: nm.nl/foto-van-de-maand
GEVEN WERKT
Marlies Bron richtte ter nagedachtenis van haar man een fonds op naam op bij Natuurmonumenten. In ruil daarvoor mag ze klei uit de Maas halen voor haar keramiek.
“Mijn man en ik waren vaak buiten. Hij was bioloog en ik ben opgeleid als geograaf. We hebben een stuk of tien langeafstandswandelingen door Nederland gemaakt. Daarbij kwamen we ook door veel gebieden

van Natuurmonumenten. Nadat mijn man in 2019 overleed, vond ik het mooi om in zijn nagedachtenis een fonds op naam op te zetten bij Natuurmonumenten.
Al heel lang heb ik keramiek als hobby, maar een jaar of acht geleden besloot ik daar echt iets mee te doen. Ik stopte met werken en volgde de vakopleiding in Gouda. Mijn man steunde me daarin; hij vond het fantastisch dat ik die opleiding ging doen. Het leek me leuk om klei te gebruiken van het gebied waar ik met
het fonds een bijdrage doe aan de natuur. Natuurmonumenten zocht een geschikte locatie. Het fonds wordt onder andere gebruikt om het land te schonen en het water van de Maas de vrije ruimte te geven. Elke keer als ik er heen ga, neem ik wat emmers klei mee. Het leuke is dat ik dan uitleg krijg over wat Natuurmonumenten heel specifiek met het fonds doet. Het is een druppel op een gloeiende plaat, maar het voelt goed dat ik de band met mijn man op deze manier bestendig.”
Ruimte maken voor natuurwetenschappelijk onderzoek, dat doet Natuurmonumenten sinds haar oprichting. Ten dienste van de wetenschap én om toe te passen in het eigen beheer en beleid. De onderzoeken gaan over allerlei onderwerpen, van vogels tot stikstof, van kevers tot zeekraal. Op de kaart een selectie van onderzoeken die plaatsvinden in onze gebieden.

De Waddenzee is een van de grootste getijdensystemen ter wereld. Het langlopende onderzoeksproject ‘Waddenmozaïek’ laat zien hoe belangrijk een gevarieerde wadbodem is voor de biodiversiteit van de Waddenzee.
Friesland
NIOZ, Rijksuniversiteit Groningen en Radboud Universiteit
Nijmegen volgen de ontwikkeling van de natuur op Griend. Duizenden vogels brengen er jaarlijks kuikens groot en grijze zeehonden werpen er in de winter hun pups. Voor trekvogels is Griend een belangrijke rustplek.
Noord-Brabant
Veldonderzoek met Stichting
Bargerveen en Radboud
Universiteit Nijmegen naar de bestrijding van watercrassula
met rupsen van de gammauil. Het blijkt dat de rupsen de planten aanvreten, maar nog niet voldoende om de planten te doen verdwijnen.
Natuurgebied Verdronken
Land van Zuid-Beveland, Zeeland
In de Oosterschelde zijn zeegrasvelden opnieuw ingeplant om de biodiversiteit van het zeeleven te verhogen en erosie
tegen te gaan. Onderzoek van Sea Rangers Service en Rijksuniversiteit Groningen laat zien dat transplanteren van zeegras de meest succesvolle methode is.
5 Ruidhorn
Onderdeel van Uithuizerwad, Groningen
Wat maakt dat kluten wel of niet succesvol zijn en jongen kunnen grootbrengen? SOVON en Ecosensys onderzoeken dit in Ruidhorn. De uitkomsten helpen ons om de kluut beter te beschermen.
6 Uithuizerwad
Groningen
Wageningen University &

Research volgt al ruim zestig jaar de vegetatieontwikkelingen op kwelders, waaronder het Uithuizerwad. Bij het ouder worden van de kwelder blijken soorten als zeekraal te verdwijnen en zeekweek juist toe te nemen.
7 Beekdal De Slokkert
Drenthe
Waarom is het paapje bijna verdwenen als broedvogel in ons land? Uit onderzoek van Oenantheecologie in het beekdal van de Slokkert blijkt o.a. dat paapjes vooral weekschildkevers eten. Dit dieetonderzoek is een eerste stap in het beantwoorden van de vraag.
8 Nationaal Park
Dwingelderveld
Drenthe
Het laatste rapport van 40 jaar
Drents vennenonderzoek geeft aan dat de ecologische kwaliteit van de vegetatie, kiezelwieren en sieralgen in de Davidsplassen is verbeterd, maar in 2022 nog steeds matig is en zelfs iets verslechterd ten opzichte van 2011.
9 Planken Wambuis
Gelderland
Op Planken Wambuis heeft NIOOKNAW aangetoond dat eutrofiëring (vermesting) leidt tot een lagere biodiversiteit van planten en insecten. Grote hoefdieren kunnen deze afname tegengaan. Wilde zwijnen spelen daarbij een sleutelrol.
10 Wolfheze
Gelderland
Sinds 2017 bestudeert RAVON de adders op Wolfheze. Uit onderzoek blijkt dat de dieren genetisch veel minder gevarieerd zijn dan in grotere leefgebieden. De populatie loopt een grote kans uit te sterven door inteelt.
Gelderland
30.000 galmijten zijn uitgezet om de invasieve exoot watercrassula te bestrijden. Galmijten verzwakken de plant, waardoor die minder snel uitbreidt. Inheemse planten en waterdieren krijgen dan weer een kans. Of deze aanpak werkt, wordt de komende jaren onderzocht.
Overijssel
WUR, Radboud Universiteit Nijmegen en BWARE onderzoeken de effecten van natuurherstelwerkzaamheden op de uitstoot en opslag van CO2 en methaan in veengebieden. Zo
volgen we in De Wieden hoeveel broeikasgas er vrijkomt bij het opnieuw uitgraven van oude petgaten. Met die kennis kunnen we onze herstel en beheermaatregelen zo nodig aanpassen.
13 Kaapse Bossen
Utrecht
Hoe staat het met de gezondheid van de bodem en de neerslag van stikstof? Onderzoeksbureau BWare en Universiteit Utrecht onderzoeken het in de Kaapse Bossen. De tussentijdse resultaten laten zien dat de bodem ernstig is verzuurd.
14 Fochteloërveen
Drenthe/Friesland
In het Fochteloërveen onderzoeken Universiteit Utrecht en Radboud Universiteit Nijmegen of de groei van veenmos kan worden versneld. Bijvoorbeeld door op open water veenmos op afbreekbare vlotjes uit te zetten. De resultaten zijn positief, daarom schalen we nu op.
15 Naardermeer
Noord-Holland
De geplande hoogspanningsleiding bij het Naardermeer zal leiden tot slachtoffers onder beschermde vogelsoorten (o.a. grote zilverreiger, purperreiger).
Dat blijkt uit recent veldonderzoek door Lowland Ecology Network. Een ondergrondse verbinding is de veiligste oplossing om ‘draadslachtoffers’ te voorkomen.
16 Sint-Pietersberg
Limburg
Voor de overleving van zeldzame, Limburgse plantensoorten is bestuiving cruciaal. Wageningen University & Research onderzoekt over welke afstand bestuiving plaatsvindt en wat de relatie is tussen kwaliteit van het leefgebied, bloei en bestuiving.
Vanaf dag één onderzoeken wetenschappers de natuur op Marker Wadden. Een nieuw stuk natuur in het Markermeer, hoe ontwikkelt zich dat eigenlijk? Inmiddels zijn er heel wat puzzelstukjes gelegd. Stukje bij beetje ontdekken we hoe dieren en planten de eilanden en het water eromheen bevolken.
Een van de grootste problemen in het Markermeer is dat het water erg troebel is. Daardoor ontbreken er belangrijke schakels in de voedselketen. Bovendien bieden de steile kades rond het Markermeer weinig plek voor dieren die leven in natuurlijke overgangen van water naar land. Met de eilanden kwamen er kilometers aan natuurlijke oevers bij. En rondom de eilanden komt de voedselketen weer op gang. Waterplanten en waterdiertjes krijgen hier kansen. Zo ontstaat een gevarieerde leefomgeving, waar bodemdieren, planten, vissen en vogels van profiteren.
Kraamkamer voor vissen
Wageningen Marine Research onderzoekt sinds 2019 hoe de visstand zich ontwikkelt op Marker Wadden. Met fuiken en schepnetten worden vissen gevangen op verschillende plekken in de ondiepe delen

rond de eilanden. Onderzoeker Joep de Leeuw deed jarenlang onderzoek: “Op Marker Wadden begonnen we vanaf nul. Al snel zagen we dat vissen het ondiepe water op en rond de eilanden koloniseerden. In het vroege voorjaar troffen we grote hoeveelheden paairijpe vrouwtjes van de driedoornige stekelbaars aan. De jonge visjes vonden we vanaf half mei tussen het riet langs de oevers en later ook op andere plekken. Ook blankvoorns groeien op in de ondiepe moerasgebieden. Jonge baarsachtigen komen juist als ze al wat groter zijn naar de ondiepe delen tussen de eilanden. Het onderzoek met gezenderde vissen laat zien dat brasem en blankvoorn profiteren van de grote hoeveelheid bodemdiertjes
‘Brasem en blankvoorn profiteren van grote hoeveelheden bodemdiertjes’
rond Marker Wadden. Als die voorraad afneemt in de loop van de zomer, trekken de vissen weg. Voor roofvissen zoals baars en snoekbaars zijn de eilanden de hele zomer een belangrijk jachtterrein. ’s Winters trekken de vissen naar de wat diepere delen van Marker Wadden, zoals het rustige water in de haven of in de luwte van de eilanden.
Vissen zijn koudbloedig en sterk afhankelijk van de omgevingstemperatuur. Achter de glazen wand bij vogelkijkhut Duikeend zwemmen in het vroege voorjaar scholen van driedoornige stekelbaars. Later in het jaar zie je daar ook andere vissoorten. Zo zie je dat Marker Wadden het hele jaar door een aantrekkelijke plek is voor vissen. Je kunt hier mooi de veranderingen van de visstand volgen over de seizoenen.”
Voedsel voor vogels
Visetende vogels als lepelaar, fuut, visdief en reigersoorten profiteren van de toegenomen visstand. Dat blijkt uit vogelonderzoek dat door verschillende wetenschappers is uitgevoerd. Kleine vissen, en dan vooral de jonkies, zijn het belangrijkste voedsel. Je ziet lepelaars met hun lepelvormige snavels door het ondiepe water maaien. Jonge stekelbaarsjes worden er handig uitgevist en doorgeslikt. Ook grote zilverreigers bezoeken in het voorjaar en in de zomer Marker Wadden vanwege de grote hoeveelheden kleine vis. Futen bezoeken de diepere delen en duiken naar stekelbaars, spiering of baars. En visdieven vangen in het open water rondom de eilanden kleine vissen die in grote scholen aan de oppervlakte zwemmen. Visdieven broeden graag op Marker Wadden. Er is voldoende voedsel én nestgelegenheid. Ze maken graag gebruik van de kale strandjes op de eilanden, die voor roofdieren moeilijk bereikbaar zijn.
’s Winters is Marker Wadden een trekpleister voor wintergasten zoals de wintertaling. Uit onderzoek blijkt dat zaden van pioniersplanten de belangrijkste voedselbron voor deze eenden vormen. Een natuurlijker waterpeil – hoger in de winter, lager in de zomer – zou dit voedselaanbod verbeteren. Marker Wadden is ook aantrekkelijk voor vogels omdat er weinig verstoring is. Toch kan ook menselijke aanwezigheid voordelen opleveren. Zo heeft de wintertaling een voorliefde voor het hoofdeiland. Waarschijnlijk omdat de zeearend daar minder vaak jaagt, vanwege de mensen die er komen.
Je zou er misschien niet direct aan denken, wandelen over een natuurbegraafplaats. Maar wie er loopt, ontdekt dat de natuur hier vooropstaat.
Tussen heide, bos en vennen in het Brabantse De Moer ligt natuurgebied Huis ter Heide. Wie een klein stukje verder wandelt, ontdekt in het verlengde van dit

natuurgebied natuurbegraafplaats Huis ter Heide, een plek waar natuur en verstilling samenkomen. Een landschap dat verhalen draagt, van mensen en van de natuur. De rechte lanen in het gebied tonen de ontginningsgeschiedenis. Het witte karakteristieke gebouw diende vroeger als jachthuis, later als boswachterswoning en nu als
informatiecentrum voor mensen die geïnteresseerd zijn in natuurbegraven. Bij Huis ter Heide is het wandelen met een gouden randje, omringd door machtige eiken, beuken en tamme kastanjes. Natuur waar ook mensen een laatste rustplaats vinden. Het is nauwelijks te zien, maar het geeft deze plek een speciale waarde.




Natuurbegraafplaatsen
Tot dusver zijn er zes natuurbegraafplaatsen van Natuurbegraven Nederland gerealiseerd, verspreid over verschillende provincies. Natuurgebieden met bijzondere waarde die in de toekomst allemaal worden overgedragen aan Natuurmonumenten.

Dit jaar beheert Natuurmonumenten Polder IJdoorn 100 jaar. Een weids natuurgebied ten noorden van Amsterdam dat rijk is aan allerlei soorten vogels. In de jaren negentig voerde Natuurmonumenten hier actie voor behoud van de natuur in en rondom het IJmeer, dat door grootschalige bouwplannen werd bedreigd. De nieuwbouwwijk IJburg kwam er uiteindelijk, maar de actie leverde wel een fonds op voor natuurontwikkeling. Een deel daarvan kwam ten goede aan de herinrichting van polder IJdoorn, een hotspot voor weidevogels. Nog altijd is dit het domein van grutto, tureluur en kievit, terwijl de Kleine Polder, het noordelijke nattere deel, in trek is bij vogels als de lepelaar. Om de omstandigheden voor vogels te verbeteren, zijn dit najaar opnieuw werkzaamheden uitgevoerd. Er is riet gemaaid, bomen zijn verwijderd en het waterpeil kan in het noordelijke en zuidelijke deel apart worden geregeld. Zo kan de waterstand beter worden afgestemd op weidevogels en steltlopers. Wie hier vogels wil zien, kan dat doen vanaf het vogelkijkpunt in de Kleine Polder.

De geschiedenis van Natuurmonumenten samengevat in vijftig historische momenten, personen en gebeurtenissen. Aflevering 16: grote publieksactie voor behoud van het Deelerwoud.
In 1966 kwam het Deelerwoud te koop. Dit bood een unieke kans om een groot aaneengesloten deel van de Veluwe te verwerven. Daarvoor moest Natuurmonumenten naast subsidies zelf nog 2 miljoen gulden bijleggen, destijds een groot bedrag. Daarom werd in 1967 een grote publieksactie op touw gezet, Actie Behoud het Deelerwoud. Het was de eerste actie die met moderne communicatiemiddelen werd

Aanwinst
Molen Gabriël
Omvang: 0,2 hectare
gevoerd. Er was veel mediaaandacht en Natuurmonumenten gaf een grote hoeveelheid folders, posters en zelfs sluitzegels uit. Op al deze drukwerken stond een edelhert, dat in de volksmond al snel bedelhert ging heten. Er was immers geld nodig! 100 gidsen stonden paraat om in speciale weekenden het publiek kennis te laten maken met het Deelerwoud. De actie werd een groot succes. Na een half jaar was het eerste miljoen binnen. Ook leverde de actie veel bekendheid op voor het werk van Natuurmonumenten, wat veel nieuwe leden opleverde.
Meer weten over onze canon? Kijk op nm.nl/canon
Natuurmonumenten is een unieke molen rijker: Molen Gabriël in Kortenhoef. Samen met twee percelen is deze achtkantige binnenkruier door de Stichting De Molen van Gabriël overgedragen aan Natuurmonumenten. Jarenlang zorgden de eigenaar en stichting goed voor de molen, maar deze zomer vonden zij het tijd om het stokje over te geven. Natuurmonumenten is trots dat ze voor dit bijzondere erfgoed mag zorgen. Sinds 1844 vormen de molen en Fort Kijkuit een tweeeenheid in het landschap rond Kortenhoef. Vanaf 1973 werd Natuurmonumenten eigenaar van Fort Kijkuit en officieel buurman van de molen. Nu ontstaat er een prachtig cultuurhistorisch complex waar we veel mensen hopen te ontmoeten. Voordat dat zover is, zal de molen worden gerestaureerd.



House of Nature symboliseert het vangen van een beweging in het landschap. Kunstenaar Will Beckers: “We leven in een tijdsgeest waarin we vrijwel loskomen van het contact met onze omringende natuur. Als Land Art-kunstenaar werk ik al tientallen jaren met en in ons landschap. Mijn werken bestaan hoofdzakelijk uit natuurlijke basismaterialen. Deze toegangspoort tot Nationaal Park Bosland in Lommel, België, was een uitdaging voor mij: het moest worden gemaakt uit duurzame grondstoffen.” Beckers werkte twee jaar aan dit project, volledig op locatie, waarbij hij duizenden cortenstalen plaatjes met miljoenen laspunten verbond.
Met zijn natuurlijke installaties nodigt Will Beckers zijn publiek uit tot interactie. De installatie in Nationaal Park Bosland is vrij te bezoeken. Beckers werkt nu aan de zomertentoonstelling 2026, komende zomer te zien in de Verbeke Foundation in Kemzeke, België. willbeckers.com

In 2017 maakte de boswachter van het Naardermeer een sprongetje van geluk: voor het eerst in lange tijd werd hier weer een otter gezien. Maar de échte kers op de taart volgde in 2021. Tijdens een vaartocht klonk er ineens een hoog piepend geluid tussen het riet. Geen twijfel mogelijk: dit moesten pasgeboren otters zijn! Dankzij rust, ruimte en nieuwe natuurverbindingen vonden deze prachtige dieren hun weg terug naar het eerste beschermde natuurgebied van ons land. Vandaag de dag is het Naardermeer uitgegroeid tot een otterparadijs. Een paradijs dat we koesteren, beschermen en versterken, zodat de otter en vele andere dieren hier voldoende leefruimte hebben. Dankzij de steun van de Nationale Postcode Loterij kon Natuurmonumenten bovendien een gloednieuw scholenprogramma ontwikkelen: de Otterspotter! Kinderen starten hiermee in de klas en trekken er daarna op uit met een vaargids. Onderweg doen ze spannende opdrachten op het water en aan land. En het allerleukste: ze mogen ook een opgezette otter aanraken. Zo leren kinderen alles over dit mysterieuze dier én beleven ze de natuur van héél dichtbij.
Van schoonmaakacties tot het kopen van grond. Burgers nemen zelf het initiatief om de natuur in hun woonomgeving te beschermen.






De Wilmkebreekpolder is het laatste open stuk weiland binnen de stadsring van Amsterdam. Dankzij betrokken bewoners blijft het er groen, stil en vol met vogels.
Aan de noordrand van Amsterdam ligt een weiland dat nooit stad wilde worden: de Wilmkebreekpolder. Het gebied is omgeven door dijken en bebouwing, goed te overzien vanaf de Landsmeerderdijk (tip!), waar kieviten en grutto’s vanaf maart broeden. “Een 400 jaar oud agrarisch landschap, midden in de stad. Dat zie je niet vaak”, zegt Teo Wams, voorzitter van de Vereniging tot Behoud van de Wilmkebreekpolder. Toen eind jaren negentig bouwplannen opdoken, kwam de buurt in actie. Bewoners volgden raadsvergaderingen, dienden bezwaarschriften in en richtten in 1997 de vereniging op. “Telkens lukte het om de polder open te houden. Dat is te danken aan de bewoners van het eerste uur”, zegt
Teo. De polder kreeg uiteindelijk de status van stadsnatuurgebied. “Maar we zijn niet naïef. Er komen steeds nieuwe plannen. Daarom blijven we waakzaam.” Dankzij het volhardende werk van vrijwilligers – de vereniging telt 160 leden – is de polder groen gebleven. Elke week tellen ze de weidevogels en elk voorjaar zetten ze een vossenraster uit en helpen ze de boer bij het natuurbeheer.
Waterbeheer
“Het is een klein gebied, maar met een enorme biodiversiteit”, zegt Teo. “Met watersmienten, wintertalingen en watersnippen als wintervogels. En afgelopen jaar bracht voor het eerst de slobeend
haar kuikens groot.” De belangstelling voor de natuur groeit, valt hem op. “Een vleermuizenexcursie die wij organiseren trekt zo maar vijftig bezoekers. Terwijl we dachten dat er tien mensen zouden komen.”
Toch draait het volgens hem vooral om rust. “Zelf komen we niet in de polder, om de vogels niet te verstoren.” De komende jaren ligt de uitdaging bij het waterbeheer. “Als het te droog wordt, komen weidevogels in de problemen.” Zelf woont Teo al dertig jaar aan de rand van de polder. “Als het lente wordt, zie ik vanuit mijn tuin de ratelaars bloeien. Prachtig hoe deze plant dan het gebied helemaal geel kleurt.”
wilmkebreek.nl
Organiseer een winterborrel op je balkon of in je tuin en nodig alle vogels uit. Met een heerlijke borrelplank met een kwettergarnituur van minivliegandellen, knapperige kwetterballen, smakelijke pitnuggets en luchtige pindakaassoufflés. Dit alles met een dipje van vogelpindakaas. Het feest kan beginnen!


Naast lekkere vette snacks help je vogels in de winter ook met vers water. Zorg dat de schaal niet te diep is of plaats er wat stenen in. En leg een pingpongballetje in het water. Door de wind blijft het bewegen, zo bevriest het water minder snel.”


Bij een borrel hoort ook een vette gastenlijst! Vink af wie er op je borrel is langs geweest.
De meeste vinken die in ons land broeden, blijven hier ook in de winter.


Echt een vroege vogel. Ze begint vaak al vóór zonsopgang te zingen. Is gek op vetbollen! De extra energie helpt de koolmees de kou te trotseren.

Zingt ook in de winter! Daarmee valt ie op tussen andere vogels die dan juist stiller zijn.




Biologisch vogelzaad, zonnebloempitten, vogelpindakaas, plantaardig frituurvet, appel, lege toiletrol, pan, schaal, satéprikkers.
Rol kleine balletjes vogelpindakaas, besprenkel ze met biologisch vogelzaad en laat ze uitharden in de vriezer. Zin in mosterd? Voeg een beetje vogel-pindakaas toe. En vergeet het vlaggetje niet.
Smeer een lege keukenrol in met vogelpindakaas, rol door vogelzaad en druk goed aan. Rijg er een touwtje door en hang op. Voor een speciale variant: bestrooi met wat meelwormen.
Vorm een rechthoek van vogelpindakaas, druk deze aan in vogelzaad en laat uitharden in de vriezer.


In de winter kruipen huismussen knus bij elkaar om warm te blijven.


Smelt frituurvet, laat iets afkoelen en meng met vogelzaad. Laat stollen, kneed kleine balletjes en rol door zonnebloempitten.
Smelt frituurvet, laat afkoelen en voeg vogelzaad toe. Vorm gehaktballen, snijd een appel in stukjes en rijg ze om en om aan een satéprikker.

Kijk voor meer uitleg, tips en inspiratie om de vogels te helpen op onze website of kom naar één van de Vette Vogeldagen in het land! OERRR.nl/vettevogels

Met onze boswachters maakten we een selectie uit de vele activiteiten die we deze winter hebben, ook voor de kinderen van OERRR. Ga voor meer info en aanmelden naar nm.nl/agenda.

Winterwandeling
Dwingelderveld
14, 21, 28 dec, 4 jan Trek je laarzen aan en ga mee met de boswachter.
Twinkelend winterfeest 22 dec
Kom naar het bezoekerscentrum en beleef de magische winter van het Dwingelderveld met o.a. wintergasten spotten, vuur leren maken en nog veel meer.
Winterpret bij de Berkenplas
23 dec
Ga mee op speurtocht en zoek alle dieren en planten die op de bingokaart staan. Maak je eigen winterknutsel. En heb je vragen over de natuur of de dieren? Stel ze aan de boswachter.
Kerstbomenwandeling
Schiermonnikoog

23, 24, 26 dec
Wandel met de boswachter langs de mooiste natuurlijke kerstbomen op Schiermonnikoog. We struinen over kleine paadjes in het bos.

13, 14 dec

Fort bij Nigtevecht toveren we om tot een twinkelend kerstfort met muziek, kerstbomen, kerststal, kampvuur, lichtjes, OERRRspeurtocht, warme chocolademelk en glühwein.
14 dec
Wandel mee over een winters landgoed Slot Haamstede. We sluiten de wandeling af met een kop warme snert en een drankje.
Help vogels Veluwezoom
14 dec
Kom naar Bezoekerscentrum Veluwezoom, word vogelaar van OERRR en help vogels de winter door. Voor kinderen van 6 t/m 10 jaar.

Snertwandeling en huifkartocht
Stevige winterwandeling
Veluwezoom
20, 29 dec, 3 jan
Wandel een hele dag mee door de fantastisch mooie Veluwezoom met een smakelijke tussenstop.
Lichtjestocht Veluwezoom
27 dec
Hoor je in het donkere bos de uilen roepen? En zie je ook nachtdieren? Ontdek ze met de boswachter van Natuurmonumenten. Onderweg hoor je verhalen over de dieren in de bossen van Veluwezoom. Voor kinderen van 4 t/m 12 jaar.
30 dec
Veluwse wandeling met de boswachter door de natuurgebieden Reeënberg en Hoeve Delle. Na 3 uur wandelen brengt een huifkar je naar een restaurant in Loenen.
Vaar mee naar het Vogeleiland
13, 27 dec, 2 jan Eenmaal aangemeerd bij het Vogeleiland in het Zwarte Meer kom je in het leefgebied van tientallen vogelsoorten en zelfs reeën.
Waterwerken
13 dec, 2 jan
Wandel mee door het Waterloopbos en ontdek de unieke modellen van het voormalig Waterloopkundig Laboratorium.
Excursie ENCI-groeve 13, 21, 27 dec
Beleef de transformatie van de ENCIgroeve tijdens een natuurwandeling. Onze gids vertelt je het verhaal van kalk, mergel, fossielen en de terugkeer van dieren als de oehoe.

Natuurexcursie
Landgoed Mookerheide
28 dec
Het Rijk van Nijmegen staat bekend om zijn vergezichten en hoogteverschillen. De boswachter vertelt over de historie en bijzonderheden van het prachtige Landgoed Mookerheide.
Vette Vogeldag
4 jan
Help vogels de winter door en maak de lekkerste vogelsnacks.
NoordHolland
Winterpret op Texel
24, 30 dec
Kom zelf vuur maken met een vuursteen, maak een wintersnack voor vogels en je eigen popcorn. Het kan tijdens OERRR Winterpret bij Natuurcentrum De Marel op Texel.
Vette Vogeldag
27 dec, 2, 4 jan
In bezoekerscentrum Gooi en Vechtstreek in ’sGraveland maken we samen de lekkerste vogelsnacks. Tover een dennenappel om tot een vogelsnackbar, rijg een pindaslinger en maak een vetbol. Een feest van kleuren en smaken.
Wandeling Buitenplaatsen
28 dec, 4 jan
Wandel mee met de bos
wachter over de fraaie buitenplaatsen Boekesteyn en Schaep en Burgh in ‘sGraveland.
Kerstwandeling in de Kaapse Bossen

26 dec
Terwijl het bos in winterslaap is, gaan we op zoek naar sporen en geluiden van de dieren die wel wakker zijn.
Wandeling Dintelse Gorzen
30 dec
Kom buiten uitbuiken rond de feestdagen en wandel mee door de Dintelse Gorzen.
Roofvogels op Tiengemeten
13 dec
Op zoek naar roofvogels. De visarend, zeearend, bruine en blauwe kiekendief, sperwer, smelleken, slechtvalk, buizerd, torenvalk en de havik. Op Tiengemeten komen ze allemaal voor.
Vogels kijken bij Belevenisboerderij Schieveen 14 dec
Samen met de boswachter struin je door de polders van Rotterdam, op zoek naar bijzondere vogels in de winter.

23 dec
Wie woont, loopt en eet hier? Ga mee met de boswachter in Nationaal Park Zuid-Kennemerland en word duindetective. Vanaf 6 jaar.
Zeeland
Vette Vogelmiddag 20 dec
Wil jij je vogelkennis testen? En vind je het ook leuk om in de winter vette vogelhapjes in je tuin op te hangen? Kom dan naar onze Vette Vogelmiddag in de Zwaakse Weel.
Natuurtocht Verdronken
Land van Zuid-Beveland 20 dec
Een uitdagende tocht door geulen, over slikken en schorren in een gebied waar je normaal niet mag komen.

Buiten ervaar je de natuur het beste, maar ook binnen valt er veel te beleven. In musea of bezoekerscentra, of lekker thuis op de bank met een boek, podcast of film. Hierbij onze tips.

Jac. P. Thijsse en het
Over ’s lands bekend ste natuurbeschermer verscheen een nieuwe biografie: Meester in het paradijs. Over het leven van een man die onver streed voor het behoud van de natuur. Dik van der Meulen laat zien dat Thijsse’s denkbeelden onverminderd


Caspar Janssen verkent in zijn nieuwe boek de Nederlandse natuur via zestig vergeten woorden. Fascinerende woorden over bijna verdwenen landschappen zoals kronkelwaarden, dobben, strubben en vloeiweiden. Loop mee en herontdek het landschap en al die eeuwenoude sporen van menselijk gebruik. Sporen die je vandaag de dag nog kunt zien en meer leert waarderen als je de veelkleurige geschiedenis erachter leert kennen.

Zo kan het ook
Kan de combinatie van landbouw en natuur de biodiversiteit versterken?
Arjen van Buuren bewijst het. Hij runt samen met zijn vrouw Winnie een natuurinclusief landbouwbedrijf op landgoed Velhorst van Natuurmonumenten. In dit boek vertelt hij hoe het is gelukt om de natuurwaarden te vergroten op zijn bedrijf, de waterkwaliteit te verbeteren en de stikstofproblematiek te verminderen. Bestellen kan via land

geeft hij een hoopvol perspectief op de toekomst voor mens en natuur. We zijn niet zo machteloos als we vaak denken, benadrukt hij. Maar met alleen de rede komen we er niet.

Wat moet de mensheid aan met de natuur waarin hij leeft? Het is de centrale vraag van deze tentoonstelling in het Centraal Museum in Utrecht.
Je wandelt door vier eeuwen geschiedenis waarin de opvattingen over onze relatie met de natuur voortdurend veranderen. Onze angst voor de natuur, onze wens om over de natuur te heersen en de mens zien als onderdeel van de natuur, zijn daarbij leidende thema’s. Het begint allemaal vertrouwd, met fraaie prenten van lieflijke landschappen en dorpsgezichten uit voorbije eeuwen. Ze komen grotendeels uit de Atlas Munnicks van Cleeff, een eeuwenoude collectie Utrechtse landschapstekeningen waarvan het
merendeel niet eerder was te zien. Allengs wordt de toon van de tentoonstelling grimmiger, met werken van moderne kunstenaars die de verwoesting van de natuur tot uiting brengen. De immense zwarte zee van de Nederlandse kunstenares Raquel Maulwurf, gestoeld op olierampen, imponeert. En dan moet het zwaartepunt nog komen. Aan het slotstuk loop je de filmzaal binnen waar het werk van Richard Mosse is te zien: Broken Spectre (2022). De videoinstallatie toont op indringende wijze de verwoestende impact van ontbossing in het Amazonegebied. Alleen de ijzingwekkende soundtracks al van Ben Frost die de beelden begeleiden, maken het bezoek van deze tentoonstelling de moeite waard. Te zien tot 29 maart 2026.

Suriname is het meest bosrijke land ter wereld. Maar het bos wordt ernstig bedreigd. De planten en dieren die er leven, de mensen die er wonen. Inheemsen en Marrons wonen al eeuwen in het bos en hebben een unieke relatie met de natuur, waarbij zorgen voor het bos vanzelfsprekend is: “Wij zorgen voor het bos en het bos zorgt voor ons.” Kom en ontdek het verhaal van het bos van Suriname vanuit het perspectief van al zijn inwoners. ‘Het bos van Suriname’ is te zien in Naturalis in Leiden tot en met 28 februari 2027.

In het vernieuwde bezoekerscentrum Dwingelderveld schittert een 10 meter lange en 4 meter hoge eyecatcher: een waar kunstwerk met herder Johan, zijn schapen en hond op de Drentse heide, gemaakt van wol. Kom kijken! Het bezoekerscentrum is in de kerstvakantie dagelijks open van 10 tot 17 uur (Eerste Kerstdag en Oudejaarsdag uitgezonderd). Daarbuiten van woensdag tot en met zondag van 10 tot 17 uur.
Hoe leven we verder in een wereld die steeds meer onder druk staat? De natuur geeft ons een verrassend antwoord: ze komt bijna altijd weer terug, zelfs op plekken die onherstelbaar beschadigd of verlaten lijken. In de tentoonstelling De paddenstoel aan het einde van de wereld maak je een wandeling langs indrukwekkende, spectaculaire en spannende kunstwerken van zeven kunstenaars en kunstenaarsduo’s. Zij laten zien hoe wij kijken naar de natuur, hoe we er deel van uitmaken en hoe de mens vaak alles dat leeft beïnvloedt en naar eigen hand probeert te zetten. De tentoonstelling is te zien in Coda Apeldoorn tot en met 12 april 2026.


Wat een plant bijzonder maakt
In de Stuifmail Podcast bespreekt boswachter Frans Kapteijns elke week opvallende zaken uit de Brabantse natuur. Hij vertelt je wat een plant of dier zo bijzonder maakt en wat je zelf kunt doen om de natuur een handje te helpen. Ook deelt Frans tips om overlast door bepaalde diersoorten tegen te gaan.

Menno en Erwin
De podcast ‘Menno en Erwin Natuur en Wetenschap’ verkent de fascinerende samensmelting van natuur en technologie. Prof. Menno Gerkema deelt zijn diepgaande kennis, terwijl Erwin Balkema de meest prikkelende vragen stelt. Van de raadsels van AI en biologische klokken tot de schoonheid van onontdekte natuurgebieden, elke aflevering is een avontuur in wetenschap en natuur.


Niets doen?
Zouden we veel meer... niets moeten doen?Een blik op het dierenrijk kan helpen grote levensvragen te beantwoorden. In de podcast Naturebang van BBC Radio 4 kijken presentatoren Becky Ripley en Emily Knight naar de natuur om meer te leren over wat het betekent om mens te zijn. Kan het nadoen van luie mieren ons helpen onze innerlijke creativiteit te vinden? Waarom zijn sommige geluiden angstaanjagender dan andere?

Lopend in de decemberkou over voedselarme heide en stuifzand zoals op het Veluwse Hulshorsterzand, is er genoeg te zien. Laag bij de grond moet je zijn. De rode kopjes van de heidelucifer staan op vaal grijsgroene, wat geschubde stelen. Je vindt ze op verrotte boomstobben en stammetjes hout of op de grond. Deze ‘paddenstoeltjes’ die geen paddenstoel zijn, maar korstmossen, ontstaan door samenwerking
(symbiose) tussen een alg en een schimmel. De rode kopjes maken zijn naam wel duidelijk. Dit zijn de vruchtlichamen van waaruit sporen zich verspreiden. Kijk ook wat verder, naar de randen van het stuifzand. Daar zie je oranje vlekken. Kom dichterbij en je ziet ruig haarmos dat in groepjes bijeen staat. Met hun rode bloeistelen en oranje mutsen geeft dat een prachtig kleurenspel in de winter.

Remko van Rosmalen
Boswachter NoordwestVeluwe (Gld) instagram.com/ veluwe_natuurmonumenten

En daar verdwijnt de hermelijn weer, de sneeuw in. En wij? Wij kijken hoopvol vooruit naar een nieuw jaar waarin we blijven genieten van onze mooie natuur.
Bedankt leden, vrijwilligers, donateurs, partners en iedereen die in actie komt voor de natuur in Nederland, voor alle steun en inzet! Dankzij jullie kunnen we blijven werken aan een natuurrijker Nederland.

En daar verdwijnt de hermelijn weer, de sneeuw in.
En wij? Wij kijken hoopvol vooruit naar een nieuw jaar waarin we blijven genieten van onze mooie natuur.
Bedankt leden, vrijwilligers, donateurs, partners en iedereen die in actie komt voor de natuur in Nederland, voor alle steun en inzet! Dankzij jullie kunnen we blijven werken aan een natuurrijker Nederland.