Puur Natuur Lente 2025

Page 1


’ s- Gravelandse Buitenplaatsen

Lok vlinders en bijen naar jouw tuin

OERRR Bouwmarkt voor vogels

30% minder wilde eenden

Lente
voor wilde planten

Ruwe bolster

“Rupsen van de atalanta vind ik meestal in vochtige bosranden waar brandnetels staan. Voor veel mensen is deze plant wellicht een lastpak, voor de atalanta is de brandnetel een eerste levensbehoefte. De rupsen leven namelijk alleen op brandnetel. Ze maken een kokertje van een verwelkt blad, waarin ze zich overdag verstoppen. ’s Nachts komen ze tevoorschijn om te eten.

Veel vlinders zijn in hun voortbestaan in Nederland bedreigd, maar de atalanta kun je overal, ook in de tuin aantreffen. Het is een van de algemeenste dagvlinders in ons land. Hij is relatief groot en erg kleurrijk: zwart, wit en rood. Een echte trekvlinder die ieder voorjaar vanuit Zuid-Europa naar het noorden vliegt en zo ook Nederland bereikt. De eerste vlinders worden eind april, begin mei waargenomen. Ze moeten dan nog eitjes leggen. Tegen de tijd dat je de rupsen vindt, is het al bijna zomer.”

In mijn tuin

‘Sierlijke vlagen/van wind en regen/zullen de wegen/als water vervagen,/maar eens zal dit kleed/van bloemen misschien/van verre gezien/die tekens vertonen/ alsof wij nog wonen/op deze planeet.’ (Leo Vroman, dichter, uit: De grote tuin, 2003) / ‘Ik hoop dat meer mensen gaan nadenken over wat ze belangrijk vinden en over de herkomst van hun voedsel, en dat zij hun hart volgen. Dan kan het kantelpunt dichterbij komen.’ (Felicia Slettenhaar, gemeenschapsboerderij ’t Gagel in Lochem, p. 30) / ‘Ik heb de wereld gereduceerd tot mijn tuin en nu zie ik de intensiteit van alles wat bestaat.’ (Jose Ortega y Gasset, Spaans schrijver en filosoof (1883 - 1955) / ‘Ik ben traditioneel opgeleid als hovenier en dan leer je dat alles aangeharkt en strak moet zijn. Gaandeweg zag ik hoe belangrijk het is om dingen los te laten, ook in mijn eigen tuin.’ (Lodewijk Hoekstra, oprichter NLGreenlabel, ex tv-tuinman, p. 6) / ‘Let me take you into the garden, into the garden/I’ll be there painting the flowers, give them color/I’ll be there/Listen to the anthem/Hear the flowers like their hymn has healing power/Take my hand and breathe in the colorful’ (Aurora, zangeres, uit: The secret garden, 2020) / ‘Ik heb een Fonds op Naam bij Natuurmonumenten ingesteld en dit het ‘Verbindingsfonds’ genoemd. De natuur in Nederland moet wel verbonden blijven, zodat dieren zich kunnen verplaatsen.’ (Elsje de Ruijter stelde een Fonds op Naam in, p. 42) / ‘En langs het tuinpad van m’n vader/zag ik de hoge bomen staan/Ik was een kind en wist niet beter/dan dat dit nooit voorbij zou gaan.’ (Wim Sonneveld, uit: Het dorp, 1965) / ‘Het is ook een boodschap van hoop. We laten het niet gebeuren dat we te veel planten kwijtraken.’ (Sascha van der Meer over Het Levend Archief, p. 20) / ‘Il faut cultiver notre jardin’ (Voltaire, in Candide, ou l’optimisme, 1759) / ‘Met een tuin is het net als met kinderen: die moet je naar volwassenheid begeleiden. Niet alles gaan bepalen, dat gaat fout. Maar je kunt fouten wel opmerken.’ (Piet Oudolf, tuinontwerper, Elsevier, 2015)

doeners

Dit voorjaar opent de vernieuwde Belevenisboerderij Schieveen (ZH) haar deuren. De historische boerderij is opgeknapt, er is een nieuwe boerderijwinkel, Speelnatuur is groter gemaakt en er komt een wolatelier. Op dit levendige erf zetten vrijwilligers zich in om omwonenden in contact te brengen met het boerenleven en de natuur in de polder.

“Tijdens het boswachterspreekuur op de boerderij laat ik kinderen en hun ouders zien wat er leeft, groeit en bloeit in deze polders. Hun verwondering en vrolijkheid werkt aanstekelijk, ik kom altijd opgewekt thuis.”

“Omdat ik aan de rand van de Zuidpolder woon, was het voor mij vanzelfsprekend om betrokken te raken bij het beheer van deze groene polder vlakbij Rotterdam. En nu werk ik met plezier mee aan de verbouwing van de oude boerderij.”

“Alweer acht jaar houd ik me bezig met wolverwerking: sorteren, kaarden, spinnen, verven met natuurlijke kleurstoffen, vilten, breien, etc. Wol is mijn passie. Die probeer ik over te brengen op bezoekers.”

“Ik zet me graag in als vrijwilliger op de boerderij. Vooral de dieren en de tuin, dat trekt mij. Het is fijn dat het bij mij in de buurt is. Met mooi weer ben ik er vaak wel drie keer in de week te vinden.”

“Ik vind het heerlijk om te werken in de natuur, om bloemen, vlinders en vogels terug te brengen in het landschap. Maar nu doe ik even wat anders: de afwerking van de boerderijwinkel.”

“Laatst fietste ik met mijn twee kleinzoons door de polders waar ik elke donderdag, in een groep met andere fijne vrijwilligers, bomen plant of snoei, bermen maai en struinpaden verbeter. Hoe mooi is dat.”

COLOFON

Puur Natuur valt elk kwartaal op de mat van de leden van Natuurmonumenten. Vragen over je lidmaatschap? Vind het antwoord op nm.nl/contact of bel met (033) 47 97 111. Opzeggen van je lidmaatschap Telefonisch via onze Ledenservice: (033) 47 97 111 of online: nm.nl/opzeggen Puur Natuur Reacties: puurnatuur@natuurmonumenten.nl ISSN:2213_218X

Aan dit nummer werkten mee Frans Bosscher, Stefan Claessens, Kirsten Dorrestijn, Marcel Gansevoort, Robert Ketelaar, Wilco Meijers, Joke van Rooyen (Maters en Hermsen), Astrid Schoenmaker, Petra Strijdhorst, Caroline Togni (Maters en Hermsen) en de boswachters Jerome van Abbeve, Tim van den Broek, Lisette van Effrink, Sanne van Gemerden en Bart de Haan. Art direction & vormgeving Anke Revenberg, Kaisa Pohjola, Marjolijn Schoonderbeek (Maters en Hermsen) Foto omslag Getty Images - Don Farrall Prepress Studio Boon Productiebegeleiding EMP Brandkeepers Druk, papier, biofolie Mohn Media Mohndruck GmbH, Gütersloh drukt Puur Natuur op FSC Mix Credit papier. Indien nodig (met een folder erbij) verpakken we Puur Natuur in suikerrietfolie. Werp deze wikkel bij het restafval. Verzending PostNL vervoert Puur Natuur en compenseert de volledige CO2 -uitstoot hiervan.

WEL LEZER, MAAR NOG GEEN LID? Word nu lid van Natuurmonumenten nm.nl/word-nu-lid

WORD VRIJWILLIGER

Dankzij onze enthousiaste en onmisbare vrijwilligers blijft de natuur mooi en staan de deuren van onze bezoekerscentra open. Ook vrijwilliger worden? nm.nl/vrijwilligers

CONTRIBUTIES EN GIFTEN

Jouw contributie en/of gift kun je overmaken op rekeningnummer NL69 INGB 0000 0099 33. nm.nl/doemee

LUISTEREN NAAR PUUR NATUUR

Door deze qr-code te scannen kun je de ingesproken versie van Puur Natuur beluisteren.

facebook.com/ natuurmonumenten

382.000 fans instagram.com/ natuurmonumenten 216.000 volgers

Puur natuur kun je ook online lezen via nm.nl/puurnatuur

Natuurmonumenten heeft de ANBI-status en voert het CBF-keurmerk van het Centraal Bureau Fondsenwerving.

Natuurmonumenten is een van de goede doelen die structureel gesteund worden door de Postcode Loterij.

lente 2025 nummer

Elke tuin telt

49 NAAR BUITEN Lammetjesdag op de Sprengenberg

JONKIES

21 Pim, hoe zit dat?

22 190,4 hectare natuur erbij

25 Kunst in beeld: 3D-wol

26 De bouwmarkt van OERRR

28 Steur, koning van de rivier

30 Reddingsboei voor planten

34 Nieuwe klimaatbuffers in Drenthe

41 Canon: gouden jubileum

42 Elsje de Ruijter over haar Verbindingsfonds

44 De woudaap is terug

47 Op de bres voor Voedselpark Amsterdam

54 Foto van de maand

55 Fragiel

14

Waar is de torenvalk gebleven?

Als een ieder in zijn tuin ruimte maakt voor wilde bloemen, krijgt de natuur een geweldige impuls. Vlinders, hommels, vogels en andere dieren gebruiken tuinen als stapstenen om door het landschap te trekken. Lodewijk Hoekstra maakte van die vergroening zijn nieuwe missie.

TEKST: Frans Bosscher

Nederlanders en tuinen. We willen het liefst een huis met een tuin. Maar als dat ideaal is bereikt, blijkt dat het voor de natuur lang niet altijd een match made in heaven is. De een gaat voor weelderigheid met borders vol kleurige planten, de ander creëert een tegelplateau omlijst met een randje grind. Tal van initiatieven proberen ons aan te zetten om de tuin een ecologische impuls te geven. Voor volkstuinen is de laatste jaren zoveel belangstelling dat er wachtlijsten zijn. Toch neemt de verstening per saldo toe. Maar al te vaak geven we toe aan het gemak van een ‘onderhoudsarme’ tuin en kijken we vanuit de loungeset toe hoe de robotmaaier het werk doet.

Met de vergroening van steden schiet het ook al niet op.

Sinds 2020 is de hoeveelheid groen per inwoner afgenomen, blijkt uit cijfers van de Groene Stad Challenge, die daarvoor 737 gemeenten analyseerde, met een gezamenlijk inwonertal van 6,8 miljoen. In tuinen was de afname groter dan in parken en plantsoenen. Onderzoek van Natuur en Milieu

‘BIODIVERSITEIT IS DE SATÉPRIKKER VOOR HEEL VEEL OPGAVEN’

laat zien dat de hoeveelheid groen per inwoner in de dertig grootste gemeenten van ons land 7 procent minder is dan in 2019. Lodewijk Hoekstra ziet het met lede ogen aan. Met zijn aanstekelijk enthousiasme probeerde hij jarenlang hobbytuiniers van ons te maken. Dat pad heeft hij verlaten. “Je schotelt mensen in een half uur een waanzinnige transformatie van een tuin voor. Je ziet huilende bewoners. Leuk om naar te kijken, maar ook duur en onbereikbaar.” Daarom zit hij nu op een heel ander spoor. Samen met landschapsontwerper Nico Wissing werkt hij met NL Greenlabel aan het vergroenen van woonwijken en bedrijventerreinen. “We hebben een standaard ontwikkeld, waarmee je snel kunt zien of je op de goede weg bent om een wijk duurzaam te maken. Dat doen we samen met bouwbedrijven en gemeenten. Een mooi voorbeeld is de Maanwijk in Leusden, een nieuwe wijk waarin biodiversiteit en duurzaamheid

centraal staan. Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug riep Maanwijk uit tot eerste Parkinclusieve Wijk van het nationaal park. Die integratie van wonen en natuur is wat wij voorstaan. Wij willen dat elke wijk een verlengstuk is van de natuur. Als je in het ontwerp van een wijk die kwaliteit vastlegt, kun je die miljoen woningen bouwen én de biodiversiteit herstellen én een gezonde leefomgeving creëren.”

Loslaten

Inmiddels is er ook zo’n label voor tuinen in de maak. Daar is nog veel winst te boeken, meent Lodewijk. We moeten daarom af van ons netheidssyndroom. “Ik heb dat zelf ook moeten leren. Ik ben traditioneel opgeleid als hovenier, dan leer je dat alles aangeharkt en strak moet zijn. Gaandeweg zag ik hoe belangrijk het is om dingen los te laten, ook in mijn eigen tuin.” Die omschrijft hij als rommelig. “Niet zo lang geleden was hier iemand

van de NOS. Toen hij de tuin in stapte, zei hij dat hij had begrepen dat mijn tuin helemaal af zou zijn. Haha. Hij is af, hoor. In dertig procent van de tuin doe ik niks. Daar groeit wat er groeit. Dat is best spannend. De rest van de tuin is gedeeltelijk gecultiveerd. Het gras maai ik vijf keer per jaar. Ik bemest niet, ik sproei niet, er staat geen verlichting. Molshopen? Ik laat het gebeuren. Al het organisch materiaal komt op takkenrillen en op de composthoop, niets gaat de tuin uit. Ik zie af en toe een egel scharrelen en soms komt er een ijsvogel langs. Het is heel intrigerend waar de natuur mee komt. Dat had ik als tuinman niet kunnen bedenken. Het was een persoonlijke reis, waarin ik steeds meer heb losgelaten.” Een reis uit overtuiging. Want het is, zo zegt Lodewijk, om meerdere redenen van belang dat tuinen biodiverser worden. “Dat heeft alleen maar voordelen. Biodiversiteit moet het centrale thema zijn. We zijn in enkele tientallen jaren zeventig procent van het

insectenleven verloren. Dat is gigantisch. Terwijl als iets biodivers is, is het aantrekkelijk, vermindert het de hitte, vangt het water op en blijkt het ook een stuk gezonder te zijn. Biodiversiteit is de satéprikker voor heel veel opgaven.”

Stapstenen

Als je dan bedenkt dat Nederland 5,5 miljoen tuinen telt, kun je de biodiversiteit een flinke duw in de rug geven. Als je dan ook nog bedenkt dat die 5,5 miljoen tuinen samen zo groot zijn als de Veluwe, heb je het over een serieus deel van Nederland. Voeg je daar alle volktstuinen, buurttuinen, heemtuinen, botanische tuinen en landgoedtuinen aan toe, dan maak je die oppervlakte nog een stuk groter. Zet je ook de 17.000 kilometer aan dijken en 140.000 kilometer aan wegbermen vol met wilde bloemen, dan creëer je een aardig fundament voor de biodiversiteit en plant je de tienduizenden kilometers aan

randen van weilanden en akkers vol met bomen en struiken buiten de natuurgebieden. Ook balkons kunnen daaraan een bijdrage leveren. Lodewijk: “Plant een bak van een vierkante meter vol met wilde bloemen, hang een insectenhotel op en, als het kan, een nestkastje. Dan maak je ook op een kleine ruimte een statement.”

Dat niet alleen grote natuurgebieden van belang zijn voor de biodiversiteit, maar ook tuinen, blijkt uit een recente studie van onderzoekers Federico Riva (Universiteit van Amsterdam) en Lenore Fahrig (Carleton University, Canada). Tuinen kunnen fungeren als stapstenen waarlangs insecten, amfibieën, vogels en kleine zoogdieren zich kunnen verplaatsen. Dat geeft ze meer locaties waar ze voedsel vinden en geeft ze de mogelijkheid soortgenoten tegen te komen, wat nogal cruciaal is voor de voortplanting. Voorwaarde is wel dat die tuinen niet te ver van elkaar af liggen. Voor veel kleine bijen is de maximale

vliegafstand bijvoorbeeld 100 meter. Geveltuinen kunnen daarin een belangrijke schakel zijn, blijkt uit onderzoek van de Leidse wetenschapper Joeri Morpurgo. Hij onderzocht 108 vierkante meter aan tuintjes in Den Haag en Amsterdam en telde 235 verschillende plantensoorten en 154 insectensoorten. Een kleine tuin met een grote verscheidenheid aan plantensoorten heeft meer effect dan een grotere tuin met weinig soorten, stelde hij vast.

Relaties

Behalve veel verschillende planten, maakt de soortkeuze een groot verschil. Inheemse planten, ofwel planten die hier van nature thuishoren, leveren een grotere bijdrage aan de biodiversiteit dan uitheemse. Op een inheemse wilg en eik leven meer dan 400 insectensoorten; op een Amerikaanse eik maar 13. Bij wilde bloemen is dat niet anders. Ook de kweekvarianten van wilde planten

Wat kun je het beste

planten?

Bij het kiezen van planten moet je het niet te moeilijk maken, zegt Lodewijk. “Kijk in je omgeving welke planten het goed doen. Dan is de kans groot dat ze het in jouw tuin ook goed doen.” Je kunt natuurlijk ook niks doen en afwachten wat er opkomt. Dat zogenaamde onkruid kan heel verrassend zijn. Een andere insteek is om naar planten te kijken die altijd in grote dichtheden voorkwamen maar het steeds moeilijker krijgen, zoals margrieten, knoopkruid, dag- en echte koekoeksbloem, grasklokje, boterbloemen, driekleurig viooltje en rolklaver. Wat je ook kiest, plant inheemse, biologisch gekweekte planten. Daarmee lever je de grootste bijdrage aan de biodiversiteit. Soms kun je die planten vinden in tuincentra. In ieder geval zijn ze te verkrijgen bij biologische kwekers. Een goed overzicht vind je op nm.nl/bio. Ben je op zoek naar tips om je tuin natuurlijker te maken, dan kan Mathiska Lont, behalve boswachter hartstochtelijk tuinier, je verder helpen: nm.nl/tuin.

dragen weinig bij aan de biodiversiteit. In de buurt van de wilde bosrank (clematis) hoor je het gegons van hommels en zweefvliegen. Op de gekweekte varianten die in veel tuinen staan, is het vrijwel stil. Het stuifmeel en de nectar van die planten zijn niet interessant voor insecten. Dat is niet zo gek. De planten die hier al vele duizenden jaren groeien en bloeien wisten in ons klimaat, onze bodems en landschappen te overleven, doordat ze allerlei relaties aangingen met dieren onder en boven de grond. Door die verbintenissen wapenden ze zich als het ware tegen ziektes en vijanden. Planten die van ver komen, missen die relaties. Hommels, bijen, zweefvliegen en vlinders herkennen hun geur, kleur of smaak niet en zullen ze niet bestuiven. Dat betekent tegelijkertijd dat die planten die insecten ook geen voedsel te bieden hebben. Er zijn uitzonderingen, zoals de alom bekende vlinderstruik. Vlinders vinden er volop nectar. Toch zullen ze er

nooit eitjes op afzetten, dus voor de voortplanting heeft de vlinderstruik geen waarde.

Mooie dingen

Het besef dat een natuurrijk Nederland de basis moet zijn, is groeiende, stelt Lodewijk Hoekstra. “Tuincentra verkopen steeds meer zadenmengsels van inheemse planten en op steeds meer plaatsen kun je vaste inheemse planten kopen. Maar ook op grotere schaal zie je het, zoals in de bouw. Kijk naar Wonderwoods in Utrecht (twee woontorens met bomen en struiken in en op de gevels, red.), naar al die projecten met biobased bouwen, of de gezondheidszorg die de natuur inzet. Mooi was ook de reactie op het besluit van minister Mona Keijzer om de verplichte nestkasjes voor huismussen en vleermuizen in nieuwe woningen te schrappen. Zelfs bouwend Nederland zei: we gaan er gewoon mee door. Er gebeuren zoveel mooie dingen.”

‘Het is dat we steeds meer mensen bereiken’

GROENE TOEKOMST

In deze serie spreken we jonge mensen over natuur en klimaat. Wat vinden zij belangrijk? Hoe moeten we het land anders inrichten?

Ecoloog Felicia Slettenhaar (24) moest als klein kind niets hebben van beestjes.

Dat veranderde toen ze leerde van vogels te houden. Nu zet ze zich in voor alles wat groeit en bloeit, in het bijzonder voor regeneratieve landbouw, een vorm van landbouw waarbij het draait om het herstel van natuurlijke processen. TEKST: Joke van Rooyen BEELD: Lars van den Brink

Wat is je lievelingsvogel?

“Mijn moeder en oma namen me als kind mee het bos in en leerden me goed te kijken naar vogels. Zoals het roodborstje, mijn favoriete vogel vanwege zijn nieuwsgierigheid en mooie zang.”

Was de liefde voor vogels bepalend voor je latere studiekeuze?

“Toen ik 14 was, wist ik dat ik biologie wilde studeren. Tijdens die studie realiseerde ik me hoe snel het verlies van leven gaat, voornamelijk door menselijk ingrijpen. Dat was een schokkend inzicht. Hoe kunnen we de slechte impact van de mens verminderen? Aanvankelijk was dat de grote vraag die me leidde. Maar ik wilde meer handelingsperspectief. Via een leerprogramma over regeneratie kwam ik in aanraking met regeneratieve landbouw.”

Voor wie het niet weet: wat is regeneratieve landbouw?

“Regeneratieve landbouw is gericht op het vergroten van de biodiversiteit, het verrijken van de bodem, het verbeteren van de waterhuishouding en versterken van ecosystemen. Zo werk je tegelijkertijd aan ecologische, sociale en economische winst. Dat levert niet alleen gifvrij en vitaal voedsel op, maar ook een betrokken gemeenschap en een levende bodem.”

Wat betekende deze kennismaking met regeneratieve landbouw voor je?

“Via dit leerprogramma kwam ik als student terecht op boerderij Bodemzicht, de

voorloper van ’t Gagel. Daar kwam ik in aanraking met mensen die actief dingen doen om te zorgen voor méér leven, wat een heel motiverende insteek kan zijn. Toen op de boerderij de functie voor een ondersteunend medewerker vrijkwam, viel alles op zijn plek. Nu werk ik op ’t Gagel als spin in het web voor de verschillende activiteiten die op de boerderij plaatsvinden.”

Wat hoop je te veranderen?

“De ruimtelijke ordening in Nederland. We denken te veel in hokjes bij het indelen van de ruimte die in Nederland beschikbaar is. Het is zo jammer dat we mensen apart zijn gaan plaatsen van natuurgebieden. Enerzijds is er de beschermde natuur, maar vlak daarnaast vind je weer een plek waar schadelijke activiteiten plaatsvinden. We moeten juist gebieden met elkaar verbinden op een manier die versterkend werkt. Dan kom je

Ecoloog Felicia Slettenhaar werkt sinds februari 2024 voor gemeenschapsboerderij ’t Gagel in Lochem (Gld), waar regeneratieve landbouw het uitgangspunt is. Daarvoor was ze als student, klant en vrijwilliger betrokken bij boerderij Bodemzicht in Malden. In een samenwerking met Bodemzicht en de universiteit volgde Felicia in 2021 naast haar studie biologie een honoursprogramma over regeneratie in onze samenleving. Daarna volgde ze een master ruimtelijke ordening.

al snel uit bij regeneratieve landbouw, die voedselproductie verbindt met natuur.”

Welke obstakels kom je daarbij tegen?

“Helaas worden natuurinclusieve boeren vaak te weinig betrokken bij besluitvorming rondom landgebruik. Mede daarom heb ik me verdiept in ruimtelijke ordening, om meer te weten te komen over hoe besluiten tot stand komen en hoe je daarop wél invloed kunt uitoefenen. Een ander groot obstakel is de wet­ en regelgeving. Die ondersteunt de industriële landbouw nog altijd en belemmert verandering. Ook de toegang tot land is een obstakel. Land is te duur, waardoor je minder gemakkelijk een boerderij voor regeneratieve landbouw kunt beginnen. Tenslotte moet ook de eetcultuur veranderen. Regeneratieve landbouw betekent een eerlijke prijs en dat je ook meerjarige gewassen, zoals noten, verbouwt in plaats van alleen eenjarige gewassen, zoals tarwe. Dat vraagt dat mensen overstappen op een ander voedingspatroon.”

Waaruit put je hoop?

“De transitie vereist een lange adem, maar het is hoopgevend dat er steeds meer initiatieven zijn om de natuur te versterken. Zelf put ik hoop en vertrouwen uit het feit dat ik meewerk aan een concreet project, dat steeds meer mensen weet te bereiken. Ik hoop dat meer mensen gaan nadenken over wat ze belangrijk vinden en over de herkomst van hun voedsel, en dat zij hun hart volgen. Dan kan het kantelpunt dichterbij komen.”

Vragen

aan Frans

Frans Bosscher van Natuurmonumenten werkt al jaren als redacteur voor Puur Natuur en kent bijna alle natuurgebieden. Als hij het antwoord op je vraag niet weet, klopt hij aan bij onze boswachters.

WAT IS DAT?

Tijdens een wandeling in de Hooibroeken bij Heusden (NB) ziet Peter Hartog een beestje oversteken met een aparte loopstijl. Vooren achterlichaam schuiven bij toerbeurt naar voren. Een paar dagen later ziet Monique Sommer zo’n zelfde beestje in de Bossche Broek bij Den Bosch (NB). Beiden vragen zich af wat ze voor bijzonders hebben gezien. Het is de larve van de geelgerande waterkever. De larve kroop uit het water en was op weg naar een plek om te verpoppen. Hij heeft dan een lengte van zo’n 7 centimeter. Eenmaal op het land graaft hij een holletje in de oever van

bijvoorbeeld een sloot, ven of vijver. Daar verandert hij in een volwassen kever. In het water is de larve een fanatieke jager. Daarom wordt hij wel watertijger genoemd. Hij vangt prooien die groter kunnen zijn dan hijzelf. Hij spuit gif in z’n prooi en zuigt hem dan leeg. De volwassen geelgerande waterkever is half zo groot, maar ook een echte rover. Hij richt zich vooral op larven van insecten, vissen en salamanders.

Waar is de torenvalk gebleven?

Nou, weg zijn de torenvalken nog niet. Maar hun aantal gaat wel achteruit als gevolg van het steeds intensievere gebruik van het boerenland. Daardoor zijn er minder veldmuizen, hun belangrijkste voedsel. Ook zijn er buiten dorpen en steden minder oude nesten (van kraaien en eksters) waarin de torenvalken kunnen broeden – ze maken zelf geen nest. Noodgedwongen zijn torenvalken nu vooral aangewezen op nestkasten. Vogelbescherming en Sovon vragen dit jaar meer aandacht voor de torenvalk. Ze willen meer te weten komen over de locaties waar torenvalken nog wel gezien worden, op welke prooien ze zijn overgeschakeld en waar ze broeden als het niet in een nestkast is.

Ook een vraag?

Stuur die naar natuurvraag@natuurmonumenten.nl. Je krijgt altijd antwoord (al duurt het soms even). De leukste vragen krijgen een plek in deze rubriek.

Is dit een viervlek?

Deze libel komt geregeld even zonnebaden bij de vijver van Wim en Janna Rohaan. Ze maakten er een prachtige foto van. Of het klopt dat het een viervlek is, willen ze weten. Het klopt, het is inderdaad een viervlek. Vrijwel alle libellen hebben alleen bij de punt van elke vleugel een vlek. De viervlek heeft ook halverwege de randen van de vleugels een vlek. Hij heeft dus 4 vlekken op de linkervleugels en 4 op de rechtervleugels. De viervlek komt voornamelijk voor bij vennen en in hoogvenen, en in kleine aantallen in laagveengebieden, duinplassen en ook in vijvers dus. Vanaf eind april kun je hem weer zien.

Hoe gaat het met de platte oester

In het herfstnummer van vorig jaar schreef ik dat honderd jaar geleden een vijfde van het Nederlandse deel van de Noordzee was bedekt met oesterbanken. René Zanderink wees mij erop dat dat niet kon klop pen. Het is al zeker zo’n 150 jaar geleden dat er langs de kusten van Zeeland én in de Waddenzee veel oesterbanken waren.

Op meerdere locaties wordt de laatste jaren gepoogd om nieuwe oesterbanken tot ontwikkeling te brengen, omdat ze van groot belang zijn voor de biodiversiteit in de zee. Dat gaat met wisselend succes. In de Voordelta zijn de resultaten hoopgevend. In de Borkumse Stenen, ten noorden van de Waddeneilanden, bleek vorig jaar dat de afgezonken korven met oesters waren verdwenen. Maar duikers hadden ook goed nieuws. De kunstmatige riffen die in 2018 op de bodem waren geplaatst, zijn helemaal overgroeid met anemonen, sponzen en hydroïdpoliepen (neteldieren). Er is zelfs dodemansduim gevonden, een koraalsoort die het moet hebben van koud water.

Naar schatting 800.000 tot een miljoen vogels komen jaarlijks om als ze tegen een hoogspanningsdraad aanvliegen. Draadslachtoffers worden ze genoemd.

Dat zijn er wel heel veel. Hoe kan dat gebeuren?

Het gebeurt vooral ’s nachts en in de donkere maanden, maar ook met mist en regenachtig weer. De dunne bliksemdraden die boven de stroomvoerende draden hangen, zijn het probleem. Vogels zien die draden niet of ze kunnen de

afstand tot de draden niet goed inschatten. Dit probleem dreigt de komende jaren groter te worden, omdat er voor de energietransitie veel nieuwe hoogspanningsleidingen worden aangelegd.

Overkomt het alle vogelsoorten?

Het zijn vooral watervogels, zoals zwanen en ganzen, maar ook weidevogels en lepelaars. Bij die laatste vogels leidt het soms tot een gruwelijke dood. Ze vliegen met hun lange poten tegen de draden aan, waarna die breken. Ze kunnen nog wel

vliegen, maar als ze landen gaan ze alsnog dood. Trekvogels vliegen minder vaak tegen de hoogspanningsleidingen aan. Ze vliegen veelal hoger.

Is het te voorkomen? De beste oplossing is ondergrondse aanleg. Maar dat is duur en technisch niet altijd mogelijk. Onderzoek leert dat FireFlies, vuurvliegen, het beste werken. Het zou het aantal slachtoffers met 90 procent verminderen. Een andere methode is het Avian Collision Avoidance System, dat de draden met uv-licht zichtbaar maakt voor vogels (en niet voor mensen).

Hoe werken die FireFlies?

Het zijn markeringen die om de paar meter aan een bliksemdraad zijn bevestigd. Door het licht dat weerkaatst op reflectoren zijn ze zichtbaar. Vogels kunnen ze ook ’s nachts zien, omdat ze dan uv-licht uitstralen. Netbeheerder Tennet heeft vorig jaar bij wijze van proef FireFlies met drones bevestigd aan hoogspanningsleidingen bij Wageningen. Wat vogelorganisaties betreft, wordt dit snel uitgebreid.

Elk jaar vieren we weer de lente. Jonge dieren worden geboren, ouders zijn druk om ze groot te brengen. Maar voor sommige is het steeds moeilijker om hun jongen door die eerste maanden heen te helpen.

TEKST: Frans Bosscher

Het is een en al vertedering, zo’n rijtje pluizige eendjes dat netjes achter moeders aanzwemt. Met 6, soms 10, broertjes en zusjes zijn ze uitgebroed in een nest in een slootkant, boomholte of onder een struik. Vliegen kunnen ze nog niet als ze uit het ei komen, zwemmen wel. Dat doen ze in de eerste weken van hun leven zo dicht mogelijk bij moeder, want ze hebben haar bescherming hard nodig om niet terecht te komen in de snavel van een reiger of de bek van een snoek. Hoewel ze nog overal te zien zijn, nam het aantal wilde eenden in ons land sinds 1990 met dertig procent af. Dat komt met name doordat er te veel kuikens doodgaan, vooral in boerenland en stedelijk gebied. Dé oorzaak is nog niet gevonden. De veronderstelling is dat het een combinatie is van factoren. Te weinig voedsel en onvoldoende schuilplekken maken kuikens tot een gemakkelijke prooi voor roofdieren.

In juni is het kraamtijd voor gewone zeehonden. In de Waddenzee en het Deltagebied komen de pups ter wereld op zandplaten, die tijdens eb droogvallen. Zo gauw het vloed is, gaat het pasgeboren jong meteen mee het water in. Drie weken lang zoogt de moeder de pup. Daarna moet die zelf zijn voedsel vinden. Dat gaat niet vanzelf, hij moet nog veel leren. Het is een kwetsbare tijd. Het is daarom cruciaal dat ze tijdens de zoogperiode veel vette

melk kunnen drinken. Rust is dan ook een vereiste. Kom je ze tegen, ga er dan met een grote boog omheen. Een extra reden daarvoor is dat de laatste vijf jaar veel zeehondenpups in het Waddengebied sterven. Komt het doordat er veel vis wegtrekt door de opwarming van het water? Spelen de windparken op de Noordzee een rol? Krijgen de dieren te veel plastic en ander afval binnen? Onderzoekers staan vooralsnog voor een raadsel.

De eerste acht weken van zijn prille leven verblijft de jonge das veilig in een burcht. Daarna gaat -ie voor het eerst naar buiten. Als er ook maar iets is dat moeder niet vertrouwt, spurt het jonkie weer de burcht in. Langzaam maar zeker leren jonge dassen van moeder hoe ze wormen en larven van kevers moeten vinden en vangen, waar ze water kunnen vinden en welke gevaren er loeren. Het grootste gevaar in die periode is dat hun moeder tijdens het zoeken naar voedsel onder een auto komt. In ons land, met z’n dicht wegennetwerk, gebeurt dat vaak. Jaarlijks komen zo’n 1.200 dassen om in het verkeer, ongeveer een vijfde van alle dassen die in ons land leven. Voor jonge dasjes, die nog afhankelijk zijn van moedermelk, loopt het vervolgens vaak fataal af. Pas als ze drie maanden oud zijn, zijn ze in staat om zelf voedsel te vinden.

te weinig insecten

Acht insecten per minuut heeft een jonge grutto nodig om te kunnen groeien. Dan kan hij na 25 dagen vliegen en niet veel later met zijn ouders mee naar Afrika. Om zoveel insecten te kunnen eten, moeten er veel bloemen in het gras staan waar de grutto-ouders hun nest maakten. Daar gaat het mis. Bloemen zijn nagenoeg verdwenen uit de intensief bewerkte graslanden in ons land. Met als gevolg dat veel jonge grutto’s verhongeren. Daardoor gaat de populatie van onze nationale vogel en de koning van de weide hard achteruit. Van de 120.000 broedparen die er 50 jaar geleden waren, zijn er nog zo’n 24.000 over. Dat het anders kan, laten sommige gedreven boeren zien. Ook in enkele van onze gebieden (Eemland, Hegewiersterfjild, Skrok en Skrins) blijven de aantallen op peil.

Je zou het niet zeggen als je hem zo ziet, maar het vrouwtje paardenbloembij is grotendeels zwart en bruin van kleur. In het voorjaar vliegt ze in gebieden met grasland, open bos, dijken, bermen en braakliggende terreinen. Paardenbloembijen graven hun nestjes in harde zandbodems. Daarin maakt de bij vier of vijf broedcellen. In zo’n cel legt ze een eitje op een klompje stuifmeel. Zo gauw het eitje uitkomt, gaat het larfje eten van het stuifmeel. Zoals de

naam al aangeeft, speelt de paardenbloem een cruciale rol in het leven van deze bij. Toch is het niet de enige plant waar ze stuifmeel vanaf haalt. Ook op biggenkruid, streepzaad, havikskruid en muizenoortje, familie van de paardenbloem, verzamelt ze stuifmeel. Sinds er in de landbouw veel meer mest wordt gebruikt, komt de paardenbloem veel minder massaal voor. Het gevolg is dat het aantal paardenbloembijen ook hard achteruitgaat.

Pim,

hoe zit dat?

Ons land staat voor grote veranderingen: het veranderende klimaat, de bouw van veel woningen, de omslag in de agrarische sector, nieuwe oefenterreinen voor Defensie. Hoe gaat Natuurmonumenten ervoor zorgen dat bij al die veranderingen voldoende aandacht is voor de natuur?

“Biodiversiteit is de basis van ons bestaan, maar staat onder grote druk. Dat komt vooral omdat overheden het belang van de natuur voor de mens, voor onszelf dus, systematisch onderschatten. Daarbij komt dat ze zich vaak niet aan hun eigen regels houden. Dat leidt ertoe dat natuurbescherming steeds meer afhankelijk wordt van rechtszaken. Ook wij voeren rechtszaken, maar het voelt elke keer als verliezen als blijkt dat dat nog de enige weg is. Want het gaat niet sneller en we zouden de natuur toch met zijn allen moeten wíllen beschermen?

Het is daarom zo belangrijk dat wij met elkaar laten horen wat het belang van natuur is, zodat er natuurrijkere besluiten worden genomen. Je kunt opstaan om het stukje groen bij jou om de hoek te behouden door in te spreken tijdens een raadsvergadering, of door een zienswijze in te dienen op een plan waarbij natuur in de knel komt. Je kunt je buurt vergroenen en de buren vragen om mee te doen.

Dus kom in actie, en spoor anderen aan om mee te doen. Natuurmonumenten maakt werk van natuurambassadeurs. Wil jij ook iets doen voor de natuur, maar weet je niet hoe? We helpen je graag op weg. Onze collega Willemijn Prast staat voor je klaar: w.prast@natuurmonumenten.nl

Directeur Pim van der Feltz gaat in elke Puur Natuur in op een lezersvraag. Heb je ook een vraag? Stuur ‘m naar puurnatuur@natuurmonumenten.nl

Houd Veluwezoom bomvrij

Defensie zoekt ruimte voor nieuwe oefenterreinen. De Terletse Heide en het Rozendaalse Veld in Nationaal Park Veluwezoom zijn locaties waar Defensie wil oefenen met zware explosieven. We begrijpen het belang van militaire oefeningen anno 2025. Maar het kan volgens ons niet zo zijn dat we de natuur in Nederland nóg meer onder druk zetten en vernietigen voor oefeningen met zware explosieven. Daarom is het voor ons ondenkbaar om deze topnatuur op te geven.

De Terletse heide is het leefgebied van verschillende beschermde soorten zoals de heivlinder. Wij komen op voor de natuur en de biodiversiteit in Nederland. Waar die onder druk staat, komen we in actie, samen met bewoners, recreanten en andere natuurliefhebbers. De natuur kan het niet vragen. Wij wel.

Meer info vind je op nm.nl/ veluwezoom-bomvrij Daar kun je ook de petitie ondertekenen.

Emissiearm natuurherstel in Fochteloërveen

Een elektrisch aangedreven transportband van ruim twee kilometer vervoert zand en leem dwars door het Fochteloërveen. Dat voorkomt 80.000 kilometer aan vrachtwagenvervoer, waardoor de uitstoot van stikstof en CO2 tot een minimum wordt beperkt. De transportband is speciaal gebouwd voor het herstelproject in het hoogveengebied op de grens van Friesland en Drenthe. In het gebied wordt 35 kilometer aan kades hersteld om te voorkomen dat water wegstroomt. Water is cruciaal voor het verbeteren van het hoogveengebied, waar 300 planten- en dierensoorten leven die bedreigd of kwetsbaar zijn.

Meer ruimte voor de natuur

Ook het afgelopen

jaar hebben we weer natuur veilig kunnen stellen. Een overzicht van onze belangrijkste aanwinsten in 2024, natuurgebieden die we ontwikkelen en blijvend beschermen.

TEKST: Wilco Meijers

Witte Veen 1

5,5 hectare

Dit bos-, heide- en hoogveengebied in Twente wordt uitgebreid met het terrein van camping De Leemkoel in Buurse. Het Natura 2000-gebied kampt al jaren met verdroging en moet weer nat worden om het hoogveen te kunnen beschermen. Het plan om de camping met een damwand af te schermen, bleek ontoereikend om de maatregelen voor vernatting goed te kunnen uitvoeren. Natuurmonumenten zet het campingterrein vanaf 2026 langzaam om in natuur. De zone waar de camping ligt, is zeer kansrijk voor natuurherstel. Er ligt daar een ondiepe laag keileem waar het water op kan blijven staan. Vlakbij de camping is al vochtige heide, blauwgrasland en heischraal grasland, met bijzondere soorten als heidekartelblad, parnassia, vlottende bies, welriekende nachtorchis, gevlekte orchis, klein glidkruid en klokjesgentiaan. Europese topnatuur in de ogen van ecologen.

Oosterheide 2

81 hectare

De grootste verwerving van 2024 is de overdracht van ruim 81 hectare grond door de gemeente Oosterhout aan Natuurmonumenten. De gronden liggen in de Oranjepolder (1,2 hectare), Vrachelse Heide (20 hectare) en Teteringse heide (60 hectare), allemaal in de directe omgeving van ons natuurgebied Oosterheide. “De verwervingen passen bij de ontwikkeling van Landschapspark De Open Linie”, vertelt boswachter Miranda Fieret. “Dit is een groene buffer tussen Breda en Oosterhout om natuur te behouden en met elkaar te verbinden. Sinds 2010 werken we hieraan, al gaat dat met tussenpozen. Zaak is om goed te kijken hoe we de natuur in dit gebied kunnen versterken. Deze gebieden kunnen een belangrijke veilige haven zijn voor reeën, vleermuizen en vele vogels. Doel is ook dat mensen in de minder kwetsbare gedeeltes kunnen genieten van de natuur.”

Gulperberg 3

6,2 hectare

Een andere grondruil vond plaats in gemeente Gulpen-Wittem in Zuid-Limburg. De gemeente wilde in Mechelen graag een stuk grond inrichten voor de opvang van regenwater. Daarvoor had het een klein perceel nodig van Natuurmonumenten. In ruil daarvoor was de gemeente bereid eigendom op de Gulperberg over te dragen aan Natuurmonumenten. Een win-winsituatie voor de natuur. De Gulperberg is een belangrijke schakel tussen het Gulp- en het Geuldal met zijn bloemrijke graslanden. Door deze grondruil kan het Geuldal verder worden ontwikkeld en versterkt.

Leggelderveld 4

12,5 hectare

Dit heidegebied kan worden vergroot door een grondruil die al in 2010 werd afgesproken. Het bedrijf Calduran Kalksteen kreeg destijds percelen van Natuurmonumenten voor de winning van zand bij het Blauwe Meer, ten noorden van ons natuurgebied Leggelderveld. In ruil daarvoor zou het bedrijf 12,5 hectare grond aan de zuidkant van het Blauwe Meer overdragen aan Natuurmonumenten. Na jaren van moeizaam overleg is de overdracht in maart 2024 bekrachtigd.

Maasuiterwaarden 5

11,3 hectare

Deze verwerving is het resultaat van een samenwerkingsovereenkomst met bedrijven die vanaf 2014 klei konden winnen in de uiterwaarden van de Maas bij Ravenstein (NB). Als tegenprestatie zijn de percelen na de kleiwinning ingericht voor de natuur en overgedragen aan Natuurmonumenten. De aanwinst past in ons streven van meer riviernatuur langs de Maas, en dus betere omstandigheden voor de daarbij horende planten en dieren.

Schiebroekse Polder 6

51,6 hectare

Deze gronden vlakbij Rotterdam zijn extra natuurcompensatie voor aanleg van de Tweede Maasvlakte. Ze zijn door de gemeente Rotterdam in erfpacht aan Natuurmonumenten gegeven. Dat sluit naadloos aan bij de ontwikkeling van de polder die al vanaf 2020 gaande is. Van intensieve landbouwgrond wordt de polder omgevormd tot een toegankelijk natuur- en recreatiegebied, met behoud en versterking van het oude agrarische landschap (akkerbouw en weiland). Daarom past de vestiging van een Herenboerderij, die productie en natuur combineert, hier zo goed. Ongeveer de helft van het natuurgebied beheren de boswachters en vrijwilligers van Natuurmonumenten zelf; op de andere helft van de natuurgronden hebben de Herenboeren hun natuurvriendelijke boerenbedrijf.

Buitenplaats De Tempel 7

11 hectare

Een fraaie buitenplaats in Overschie waarbij we samen met de gemeente Rotterdam natuur en erfgoed herstellen en versterken. De gemeente blijft officieel grondeigenaar, maar heeft de grond in erfpacht gegeven aan Natuurmonumenten. Het beheer van boswachters en vrijwilligers richt zich vooral op behoud van de verschillende tuinstijlen en het vergroten van de biodiversiteit. De gebouwen blijven eigendom van de gemeente. Hiervoor wordt nog een passende bestemming gezocht.

Dommelvallei 8

9,7 hectare

Deze aankoop past bij het streven om van de Dommel, een beek in NoordBrabant, een aaneengesloten stroomgebied te maken met hoogwaardige natuur. De gronden bestaan uit vochtige hooilanden en vochtige bossen die tot het Natuurnetwerk Nederland behoren. We willen de aanwezige natuurwaarden verder versterken. We verkleinen bovendien de versnippering door te streven naar een aaneengesloten natuurgebied. Daardoor kunnen we verder toewerken naar herstel van het natuurlijke watersysteem in de Dommelvallei.

Noordpolder van Ossendrecht 9

1,6 hectare

Een kleine, maar cruciale aanwinst is de verwerving van twee percelen in de Noordpolder van Ossendrecht, dat aan de Brabantse Wal grenst. Deze graslanden waren in agrarisch gebruik, waardoor de waterstand niet het gewenste peil had voor de natuur. Door deze aankoop kan het waterpeil nu omhoog en kunnen de percelen zich ontwikkelen tot vochtig hooiland. De omliggende graslanden van Natuurmonumenten profiteren mee van het hogere waterpeil, waardoor ook hier vochtig hooiland zal ontstaan.

KUNST IN BEELD

Ontwerper Christien Meindertsma zocht een nieuwe techniek om wol 3D te kunnen printen. “Als toepassing voor de miljoenen kilo’s wol die we jaarlijks weggooien in Europa. En als vervanger voor schuimrubber en andere vervuilende ‘vullers’ en isolatiematerialen. De 3D-geprinte wol bevat alleen wol en in het printproces gebruiken we geen water.”

In haar werk onderzoekt Christien de levensduur en het gebruik van producten en grondstoffen. ”Door industriële productieprocessen en globalisering weten mensen weinig van de herkomst van dagelijkse producten. Dat wil ik opnieuw inzichtelijk maken.”

Christien werkt met wol van de schapen van Belevenisboerderij Schieveen. Haar werk zal vanaf april te zien zijn in de vernieuwde boerderij.

BEELD: MATHIJS LABADIE

In het vroege voorjaar beginnen vogels met het bouwen van hun nest. Als echte bouwingenieurs gaan ze aan de slag. Wil jij ook vogelnestjes in de tuin? Help mee en open een vogelbouwmarkt in je tuin of op je balkon. Laat de klanten maar komen.

“Wist je dat elke vogelsoort zijn eigen favoriete bouwmaterialen heeft? Mussen gaan op zoek naar takjes van verschillende lengtes, diktes en flexibiliteit. Mezen maak je blij met zachte materialen, zoals wol. En merels smeren de binnenkant van hun nest dicht met modder. Een breed assortiment aan bouwmaterialen in de tuin is dus belangrijk.”

Mos, wol, takjes, veertjes, hooi en riet zijn geschikte materialen voor de vogelbouwmarkt.

Merels en zwaluwen gebruiken modder om hun nest mee dicht te smeren. Een bak met modder neerzetten, is altijd een goed idee. Hang vogelbouwmarkt en vogelhuis altijd hoog genoeg en buiten het bereik van katten.

Naast voedsel en bouwmaterialen kun je vogels ook helpen met een bak vers water. Om te drinken, maar ook voor een lekker bad.

Maak van je tuin een snackbar voor vogels door inheemse bloemen en struiken te planten. Daar komen rupsen en insecten op af. En dat is voer voor… vogels.

Ga lekker naar buiten en verzamel materiaal waar een vogel zijn nest mee kan bouwen. Denk aan takjes, grasjes, stukjes riet en droog mos, maar ook aan droge blaadjes, hooi, wol of katoen. Ook haren van je huisdier doen het goed.

Knoop lege conservenblikken aan elkaar en vul ze met de bouwmaterialen. Je kunt ook een oude garde gebruiken om de materialen in te stoppen. Of bind een paar twijgjes samen met een touwtje en stop de materialen tussen de takken. Bevestig een touwtje en klaar is kees!

Zoek een mooi plekje voor je vogelbouwmarkt en hang hem op, liefst uit de wind. Zorg dat katten er niet bij kunnen.

Je vogelbouwmarkt is officieel geopend. Wie worden je eerste klanten?

Is jouw (klein)kind al OERRR?

Voor € 2,75 per maand krijg je: Een welkomstcadeau

Elk seizoen post vol inspiratie en acties

Als je een bouwmarkt voor vogels opent, heb je natuurlijk ook een nestkast nodig. Extra leuk om deze samen in elkaar te klussen. Scan de QR-code en download de bouwtekening.

Kalender met de leukste buitentips

Korting op activiteiten in de natuur

Meld je aan via OERRR.nl

Rivierbaas

De Europese steur zwemt al miljoenen jaren in zeeën en rivieren.

Toch verdween de imposante trekvis in de vorige eeuw uit onze wateren.

Hopelijk keert hij terug in onze rivieren.

TEKST: Astrid Schoenmaker BEELD: Inge van Noortwijk

Levensloop

Eitjes

Steurtje

In de vroege zomer legt het vrouwtje tot wel 2,5 miljoen eitjes. Ze plakt ze vast aan stenen en planten op de rivierbodem.

Na 3 tot 7 dagen komen de eitjes uit. De 9 mm lange larven leven van hun dooierzak. De onbevruchte eitjes kennen we als kaviaar.

Na 6 tot 12 maanden is de larve uitgegroeid tot een miniversie van zijn ouders. De jonge steur trekt naar brakke wateren, zoals het Haringvliet. In deze overgangszone kunnen ze wennen aan het leven in de zoute zee.

De zee op Jonge steuren eten allerlei kleine dieren, zoals borstelwormen en aasgarnaaltjes.

Na ongeveer 3 jaar trekken ze door naar zee.

Overblijfsel

De steur heeft geen gewone schubben, maar een ruwe huid met harde beenplaten. De platen liggen in rijen op zijn lichaam en beschermen hem van top tot teen. Het is een overblijfsel van miljoenen jaren terug, toen de steur zich moest verdedigen tegen enorme zeedieren.

Trechter

Met zijn baarddraden tast de steur de bodem af op zoek naar prooien. Om een vis te vangen, stulpt hij zijn bek uit tot een trechter waarmee hij zijn prooi opzuigt. Tanden heeft de steur niet. Het is in een keer hap, slik, weg.

Jagen

In zee groeien de jonge steuren uit tot volwassen dieren. Dat duurt bij vrouwtjes 8 tot 14 jaar, bij mannetjes 7 tot 9 jaar. Ze jagen op garnalen, wormen, schelpdieren en vissen die op de

70 jaar

Een volwassen steur kan meer dan 2 meter lang worden en 70 jaar oud. Er zijn exemplaren van meer dan 300 kilo gevangen. Hij is daarmee een van de grootste zoetwatervissen in

Tegen de stroom in

In het voorjaar zwemmen de geslachtsrijpe dieren tegen de stroming in de rivier op. Onderweg komen ze allerlei barrières tegen, zoals sluizen. Soms zwemmen ze wel honderden kilometers om hun paaigronden te bereiken. Ze kunnen goed springen, zodat ze langs stroomversnellingen komen.

DE VORSER

Ark van Noach voor wilde planten

Het verlies aan wilde planten gaat zo hard, dat ze nu verzameld en bewaard moeten worden in Het Levend Archief. ‘We laten het niet gebeuren dat we te veel kwijtraken’, zegt coördinator Sascha van der Meer.

TEKST: Frans Bosscher BEELD: Rene Koster

In de tuinen van Het Levend Archief op het terrein van de Radboud Universiteit Nijmegen heerst rust in deze tijd van het jaar. Dus heeft Sascha van der Meer tijd om, met haar collega’s, de zaden die zijn verzameld netjes te registreren, te drogen, te schonen, vacuüm te verpakken en op te bergen in een van de koelkasten. Een rijtje koelkasten, dat is de werkcollectie van Het Levend Archief van wilde planten in ons land. De overige zaden liggen veilig opgeborgen in vriezers in Wageningen. Van de ruim 1.500 soorten zijn er 472 opgenomen in het archief. 275 daarvan staan op de Rode Lijst van bedreigde soorten. Sascha: “We willen eerst de zaden van alle Rode-Lijstsoorten in de collectie hebben, daarna ook van de rest van de inheemse planten.”

Boodschap van hoop

Het Levend Archief is een initiatief van vegetatiekundige Joop Schaminée als antwoord op de aanhoudende achteruitgang van de Nederlandse flora. “We raken

heel veel kwijt”, zegt Sascha, “en wat weg is, komt niet meer terug. Door zoveel mogelijk zaden op te slaan, hebben we de mogelijkheid om plantenpopulaties nu en in de toekomst te herstellen met hun eigen genetisch materiaal.”

Het is dus zover gekomen dat we een Ark van Noach voor onze flora nodig hebben. “Het is ook een boodschap van hoop”, zegt Sascha. “We laten het niet gebeuren dat we te veel planten kwijtraken. Het Levend Archief slaat niet alleen zaden op. We zijn ook elke dag bezig om plantensoorten in het landschap te behouden. Daar waar het kan, herstellen we, want natuurherstel werkt.”

De oorzaken zijn maar al te bekend. Snelle afvoer van (schoon) water, verdroging, stikstof, klimaatverandering en versnippering leiden ertoe dat leefgebieden ongeschikt worden en te ver van elkaar verwijderd raken. Een derde van onze inheemse flora is inmiddels bedreigd, de overige twee derde staat er ook niet florissant bij. Ook planten die je nog op

veel plaatsen kunt zien, laten bij nadere beschouwing zorgwekkende trends zien. “Van de echte koekoeksbloem heb je niet het idee dat het er slecht mee gaat”, zegt Sascha. “Dat is toch een plant die algemeen voorkomt? Maar vrijwel ongemerkt is het verspreidingsgebied de afgelopen vijftig jaar veertig procent kleiner geworden. Daar gaat de achteruitgang ook hard. Vooral in de groene zone tussen steden en natuurgebieden gaat het heel slecht. Dan gaat het om boerenland, maar ook om dijken en bermen.”

Weerbarstig

Het is een verlies voor de biodiversiteit, maar ook voor haar persoonlijk. “Ik vind planten machtig interessant. Ze kunnen zich niet verplaatsen, sommige worden tientallen jaren oud. Al die tijd dat ze op dezelfde plek staan, overkomt ze van alles: hitte, kou, overstromingen, droogte. Ze doorstaan dat gewoon. Ook al zit alles tegen en doen wij alles om ze het leven onmogelijk te maken, ze proberen stand

te houden. En dan moeten ze, terwijl ze daar staan, zich ook nog eens zien voort te planten. Daarvoor ontwikkelden ze ingenieuze systemen door bijvoorbeeld allerlei diersoorten het werk voor hen te laten doen. Tal van insecten zorgen voor de bestuiving, in ruil voor nectar. Dat getuigt van een geweldig aanpassingsvermogen en veel weerbarstigheid. Daar kun je alleen maar bewondering voor hebben.”

Sascha coördineert de opbouw van het Levend Archief namens Floron (Floristisch Onderzoek Nederland), waar ze werkt als projectleider. Met een groot netwerk van gespecialiseerde vrijwilligers verzamelen ze zaden volgens een standaardmethode. “We slaan geen grote hoeveelheden op, maar kiezen zorgvuldig voor een goede spreiding van individuele planten in een populatie. Zo zorgen we ervoor dat een goede genetische diversiteit bewaard blijft.”

Als er voor een herstelproject zaden van een plant nodig zijn, worden ze in Nijmegen eerst opgekweekt tot bloeiende planten. Die produceren vervolgens voldoende zaden om ze te kunnen uitzaaien op de locatie van het herstelproject. Een klein deel van de zaden gaat terug de collectie in, zodat die op peil blijft.

Witte rapunzel

Dit was ook de aanpak voor een project om populaties van de witte rapunzel langs de Chaamse Beek ten zuiden van Breda een steuntje in de rug te geven. ’t Broek,

dat beheerd wordt door boswachters van Natuurmonumenten, ligt onder meer in het gebied. Het bekenstelsel is het laatste bolwerk van deze bosplant in ons land. De witte rapunzel groeit er langs beken, bospaden en in bosranden, waar net voldoende zonlicht op de bodem valt. Door verschillende oorzaken raakten de groeiplaatsen van de witte rapunzel verspreid. De aantallen op die groeiplaatsen nemen af, soms staat er nog maar één plant. Van de duizend planten die er in 1987 stonden, zijn er nog zo’n tweehonderd over. Bovendien produceren de planten minder zaden, en de zaden zijn ook nog eens te licht. Zowel qua aantal als qua vitaliteit staan de witte rapunzels er dus niet goed voor.

Minder witte rapunzels pakt ook nadelig uit voor het insectenleven. Het is een vroege

‘Planten zijn heel weerbarstig. Daar kun je alleen maar bewondering voor hebben’

bloeier, die zich moet voortplanten voordat er bladeren aan de bomen verschijnen. “Veel verschillende insectensoorten komen af op deze vroege bloeier, omdat ze veel nectar produceert. Meestal zorgt de weidehommel voor de bestuiving.” Minder witte rapunzels betekent minder voedsel voor de vroege insecten.

Dat er wat moest gebeuren, was duidelijk. Maar of herstel kans van slagen heeft, is een tweede. “We hebben eerst gekeken of de bodem nog geschikt is”, vertelt Sascha. “Het is weliswaar behoorlijk voedselrijk, maar voor de witte rapunzel is het net acceptabel. Het waterschap nam maatregelen om de waterkwaliteit te verbeteren. Veel groeiplaatsen stonden bovendien in de schaduw van hazelaars. Dat is goed op te lossen met wat snoeiwerk. Het ziet er daarom hoopvol uit. Afgelopen jaar hebben we gezaaid op plekken tussen de bestaande groeiplaatsen om ze weer met elkaar in verbinding te brengen. Dit jaar gaan we zien wat het resultaat is.”

Voel je een Geluksvogel!

Overnacht hier samen met vrienden of familie in dit monumentale pand, omgeven door Gelderse natuur

Op enkele

data komt de boswachter van Natuurmonumenten je ophalen voor een rondleiding over het landgoed

Leusveld is geschikt voor 16 personen, verdeeld over het jachthuis en het bijbehorende koetshuis

Een verblijf of arrangement boeken?

Scan de QR code

buitenlevenvakanties.nl

Buitenleven Vakanties is een samenwerking tussen Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en LandschappenNL.

In de zuidwesthoek van Drenthe zijn twee nieuwe klimaatbuffers ingericht, zodat Meppel droge voeten houdt. Tegelijkertijd floreert de natuur door deze ingrepen.

m Meppel te beschermen in tijden van hevige neerslag, heeft de provincie

Drenthe samen met waterschap WDOD natuurgebied Ootmaanlanden van Natuurmonumenten aangewezen als waterbergingsgebied. Dat leidde afgelopen jaar tot forse ingrepen. Machines reden af en aan, maar toch was boswachter Sanne van Gemerden er blij mee. “Het gebied bestaat van oudsher uit vochtige hooilanden waar op de wat hogere delen ook akkerbouw plaatsvond. ‘Oot’ is een oud woord voor haver en ‘maan’ komt van ‘madeland’ en betekent vochtig. Maar door verdroging en intensivering van de landbouw was van dat oude landschap, waarin allerlei planten en dieren leefden, weinig meer over. Dankzij dit project keert de natuur van vroeger deels terug.”

Natuurlijke cyclus

Om dat voor elkaar te krijgen is er fosfaatrijke grond afgegraven, zijn talrijke greppels gedicht, is een sloot ondieper gemaakt en is er bloemenzaad verspreid van soorten die hier thuishoren. Op diverse plekken komt weer kwelwater aan de oppervlakte. In de vochtige hooilanden en natte graslanden komen planten als echte koekoeksbloem, ratelaar, dotterbloem, blauwe knoop, klokjesgentiaan en kleine valeriaan voor. Sanne “De natuurlijke cyclus kan weer op gang komen. Meer bloemen betekent meer nectar etende insecten, die op hun beurt weer gegeten worden door amfibieën, reptielen en vogels. Dat is weer voedsel voor grotere dieren.”

Ook elzensingels zijn hersteld. “Daarin bleken nog zeldzame inheemse soorten voor te komen die we al bijna kwijt waren, zoals viltroos, beklierde heggenroos, hondsroos en zwarte bes.” Tegelijkertijd kan het gebied, dat direct aan het Holtingerveld grenst, nu veel water vasthouden in natte tijden. Uitvoerder Prolander heeft een keur aan waterwerken gebouwd om water in het gebied toe

snoek

te laten, water vast te houden en water af te voeren via de Oude Vaart en Drentse Hoofdvaart. Rondom een aantal huizen zijn kades aangelegd.

Vistrap

Enkele kilometers verderop is een tweede klimaatbuffer gemaakt: Koningsschut, eveneens van Natuurmonumenten. “Dit gebied ligt langs de Dwingelderstroom, een riviertje dat hoog tot voor kort nauwelijks kon bolwerken. Wij hebben een grasland ingewisseld dat overtollig water kan opvangen”, vertelt Sanne. “Maar we zijn vooral blij met een extra watergang die nu door het gebied slingert. Het gebied bestond tot voor kort uit intensief beheerd grasland, maar kan zich nu ontwikkelen tot rietmoeras en elzenbroekbos. Natuurlijke processen krijgen de ruimte.”

De nieuwe watergang heeft ook een echte vistrap zodat vissen de Oude Vaart op kunnen zwemmen. Door een stuw was dat eerder niet mogelijk. “Al deze maatregelen helpen bij het herstel van de biodiversiteit.”

UIT DE REGIO

Prolander voert voor de provincie Drenthe meer projecten uit om de waterhuishouding te verbeteren en de natuur te versterken. zuidwest.drenthe.nl

Anton Augustijn draagt, als vicevoorzitter en secretaris van de ledencommissie Drenthe, op zijn manier bij aan de natuur: hij is spin in het web van de ledencommissie.

“Als secretaris van de ledencommissie Drenthe ondersteun ik Natuurmonumenten door vergaderingen voor te bereiden, de agenda op te stellen en als procesbewaker mijn collega’s achter de broek te zitten. We hebben afgelopen jaar kritisch nagedacht over onze rol. De natuur staat onder druk, hoe kunnen we de leden actiever betrekken bij de natuur? In de notitie ‘Informeren, verbinden, netwerken’ hebben we onze kerntaken opnieuw benoemd. De leden informeren en betrekken bij de natuur leidt tot verbinding, wat leden op hun beurt kan activeren. Zo kunnen we onze professionele collega’s in de beheereenheden en de provinciale ambassadeurs ondersteunen. Dit jaar gaan we aan de slag om deze mooie woorden in de praktijk te brengen. In onze ledennieuwsbrief lees je er meer over.”

LEDENRAAD

Op zaterdag 24 mei vergadert de ledenraad op ons hoofdkantoor in Amersfoort. Op de agenda staat onder meer de vaststelling van het jaarverslag 2024. Info: nm.nl/vereniging

400 JAAR

tuingeschiedenis

in één wandeling

Het dorp ’s-Graveland viert dit jaar zijn 400-jarig bestaan. De ’s-Gravelandse Buitenplaatsen zijn onlosmakelijk verbonden met die eeuwenoude geschiedenis. Boswachter Lisette van Effrink leidt me van het ene lustoord naar het andere, een wandeltocht vol verrassingen.

TEKST: Wilco Meijers BEELD: Rene Koster

Het begon allemaal in 1625 met de eerste ontginningen op de grens van zand en veen, aan de rand van het Gooi. Amsterdamse zakenlui aasden hier op het zand, waarmee de hoofdstad kon worden uitgebreid. Met schepen werd jarenlang zand afgevoerd naar Amsterdam voor allerlei bouwprojecten.

’s-Graveland kreeg er stadsafval voor terug. Daarmee werden de afgegraven percelen bemest om landbouw op gang te brengen.

Vanaf 1644 kwam er zelfs een vaste trekschuitdienst in de vaart vanuit Amsterdam.

“In eerste instantie kwamen de investeerders vooral hun landerijen inspecteren”, vertelt boswachter Lisette van Effrink. “Hier en daar werden ook boerderijen gebouwd, soms met een opkamer voor de landeigenaar.

Vanaf de achttiende eeuw ontstonden de eerste buitenplaatsen. De Amsterdamse elite ruilde de smerige hoofdstad ’s zomers graag in voor een verblijf in het buitengebied. Al snel ontstond een aaneenschakeling van aanzienlijke buitenplaatsen met landhuizen, bijgebouwen, tuinen en parkbossen.”

Buitenplaatsenlandschap

De planmatige aanpak met lange rechte kavels uit de begintijd is goeddeels overeind gebleven. Dat maakt ’s­Graveland uniek. Nergens anders in ons land vind je zoveel buitenplaatsen naast elkaar met hetzelfde verkavelingspatroon. “Toch is iedere buitenplaats weer anders”, zegt Lisette. “Elke buitenplaats vertelt zijn eigen verhalen, met dank aan de markante eigenaren die door de eeuwen heen hun eigen stempel drukten op

het landschap. Je vindt hier vierhonderd jaar tuingeschiedenis, maar ook talrijke bijzondere bouwsels, van slangenmuren, ijskelders en een kunstgrot tot stallen waar ooit gnoes werden gehuisvest. En dan de natuur, die is ongelofelijk gevarieerd. Door de eeuwen heen ontstonden er allerlei leefgemeenschappen. Neem alleen al de stinsenplanten in het voorjaar, de paddenstoelen in de bermen, amfibieën in de vijvers, vleermuizen in de lanen, dassen in bosranden en reeën die hier vrijelijk rondstruinen.” Amper tien minuten later zien we warempel een ree in de bosrand van buitenplaats Boekesteyn. Het dier slaat nauwelijks acht op ons. Zo hoort het, gewoon van blaadjes blijven snoepen, terwijl je die wandelaars heus wel hebt gezien.

1

Tien van de twaalf

We wandelen verder, langs een slangenmuur waarachter een heuse wijngaard schuilgaat. We passeren spiegelende vijvers, lopen onder rododendrons, genieten van uitzichten en bewonderen het ronddeel op buitenplaats Gooilust. De rondgang waar koetsen makkelijk konden keren, is op fraaie wijze hersteld. “Net als veel andere elementen op de buitenplaatsen. Dat is een continu proces. Het in stand houden van al die lanen, waterpartijen, tuinen, bloemrijke graslanden en historische gebouwen vergt veel inspanning. Niet voor niets werd het voor vroegere eigenaren steeds moeilijker om dat te bekostigen. Veel bezit is in de eerste helft van de twintigste eeuw verkocht of opgedeeld. Om de cultuurhistorie en natuurschoon te bewaren kocht Natuurmonumenten in 1933 hier haar eerste buitenplaats, Hilverbeek. Met de laatste aankoop van buitenplaats Land en Bosch in 2007 beheren we nu tien van de twaalf buitenplaatsen in ’s­Graveland. Levend erfgoed dat we koesteren en graag aan volgende generaties doorgeven.”

Feestprogramma en wandelgids

In dit jubileumjaar worden allerlei extra activiteiten georganiseerd zoals excursies. De route die we wandelden over de buitenplaatsen verschijnt uitgebreider in boekvorm: een rijk geïllustreerde wandelgids met prachtige verhalen uit het verleden. De gids is naar verwachting vanaf mei verkrijgbaar in het bezoekerscentrum, lokale boekhandels en bij uitgeverij Matrijs. Ook is een fietstocht in de maak langs de oorspronkelijke tocht van de trekschuit vanuit Amsterdam naar de ’s-Gravelandse Buitenplaatsen. De route is vanaf juni verkrijgbaar in het bezoekerscentrum en via onze website. Kijk voor alle info op: nm.nl/400jaar

Buitenplaatsen

Startpunt: Bezoekerscentrum Gooi en Vechtstreek, ‘s-Graveland ROUTE

14 km

Kor tenhoef

Zand Bebouwing

Verharde

Wandelpad Wandelroute

Bushalte

Informatiecentrum

Horeca Parkeerplaats

Routepunten onderweg

1

Brambergen heeft altijd de uitstraling van een boerderij behouden. Veel boerderijen uit de begintijd zijn verdwenen of later omgebouwd tot landhuis. Het voorhuis is het oudste deel en stamt uit 1725.

2

Deze 18e­eeuwse slangenmuur is met 3,5 meter de hoogste van Nederland. De muur dankt zijn naam aan de kronkelende vorm. De ondiepe bochten warmen snel op, ideaal voor de teelt van onder andere abrikozen en vijgen.

3

Dit neoclassicistische gebouwtje uit 1820 deed dienst als tuin­ en biljartkamer voor de bewoners van Schaep en Burgh. De pilaren lijken van steen, maar zijn van hout. Het bouwwerk is meermalen herbouwd na storm en brand.

4

Bij de oude boerderij Stofbergen staan stokoude bomen, zoals twee majestueuze zomereiken in het grasland. De grootste is geplant tussen 1730 en 1740. In die tijd betaalde je minder belasting voor een weiland met bomen dan voor een open weiland.

5

In het parkbos van Jagtlust liggen diverse folly’s: grappige bouwsels zonder duidelijke functie. Deze ‘grot’ met een vloer van zwarte en witte kiezels dateert uit de tweede helft van de 19e eeuw.

6

Deze lichte, open plek in het bos van Gooilust is het ronddeel: een cirkelvormig pad dat oorspronkelijk in de 18e eeuw werd aangelegd om koetsen de ruimte te geven om te keren. In de loop

der tijd verdween het pad, maar in 2011 is het opnieuw aangelegd.

7

Hier kijk je uit over een ‘aha’, een weide voor wilde dieren met een droge gracht met keermuur eromheen, die je vanaf het bordes van Gooilust niet zag. Frans Blaauw, de man van eigenaresse Louise Six, verzamelde exotische dieren; rond 1890 hield hij gnoes en blesbokken.

8

Deze ommuurde tuin herbergt 900 soorten bomen, struiken en

planten. Sinds de aanleg in 1823 was het onder meer een vogeltuin en arboretum. Het is nu een kruiden­, rozen­ en moestuin, die van 1 maart tot half november op dinsdag­ en zaterdagmiddag open is voor publiek.

9

Een decor van zo’n 100 soorten rododendrons en azalea’s waar je via slingerpaadjes doorheen wandelt. Tussen 2010 en 2012 zijn hier talrijke nieuwe struiken geplant in de destijds verwaarloosde vallei.

10

Vanaf de bankjes op deze hoek van Spanderswoud zie je de ontstaansgeschiedenis van de buitenplaatsen. Vanaf de hoger gelegen zandgrond kijk je uit over de lagergelegen velden die ooit zijn ontgonnen. Links en rechts zie je de oorspronkelijke rechthoekige kavels met grenssloten.

Gouden jubileum

De geschiedenis van Natuurmonumenten samengevat in vijftig historische momenten, personen en gebeurtenissen. Aflevering 13: ons 50-jarig bestaan.

Op 17 maart 1956 vierde Natuurmonumenten haar gouden jubileum in de grote zaal van het Concertgebouw te Amsterdam. Koningin Juliana was aanwezig, naast de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen en andere hoogwaardigheidsbekleders. Het was ‘een stijlvolle en indrukwekkende viering’, aldus het verslag in het jaarboek.

Dit jubileum werd in 1956 en niet in 1955 gevierd, omdat men de koninklijke goedkeuring van de statuten als oprichtingsdatum aanhield: 31 maart 1906. Pas later is de vereniging de oprichtingsvergadering 22 april 1905 gaan zien als officieel oprichtingsmoment.

De viering van het 50-jarig bestaan was gevuld met toespraken, het uitreiken van cadeaus en onderscheidingen. En het had Hare Majesteit behaagd een flink aantal boswachters koninklijk te onderscheiden. Onder hen vogelwachter Teun Brouwer van Texel, al in dienst sinds 1913.

Namens het personeel werd een kaart van Nederland aangeboden, waarop de toenmalige bezittingen van Natuurmonumenten zijn gekalligrafeerd. Sinds kort hangt deze kaart, geheel gerestaureerd, op het hoofdkantoor in Amersfoort.

In de eerste 50 jaar was veel bereikt, maar er was nog genoeg te wensen over. In dat opzicht is er, nu de vereniging dit jaar 120 jaar bestaat, niets nieuws onder de zon.

Meer weten over onze canon? Kijk op nm.nl/canon

Grote grazers in het Harderbos

Omgeving Nisse uitgeroepen tot icoonlandschap

Het landschap in de omgeving van Nisse in de Zak van ZuidBeveland (Zld) is uitgeroepen tot icoonlandschap. De Vereniging Nederlands Cultuurlandschap kent dit predicaat toe aan gebieden met een bijzondere landschappelijke schoonheid en gaafheid. Ze houden de rijke cultuurhistorie van het Nederlandse landschap levend en zijn bovendien waardevol door de vele planten- en diersoorten die er voorkomen. Het grootste deel van het icoonlandschap is in beheer bij onze boswachters. Met dit predicaat op zak verwachten ze het gebied nog beter te kunnen beschermen. In voorgaande jaren zijn ook het dal van Noorbeek (Li.), de Hoge Berg op Texel (NH) en de Sint-Jansberg (Li.) uitgeroepen tot icoonlandschappen.

In het Harderbos (Fl.) grazen sinds vorige zomer 40 taurossen en 18 Exmoorpony’s. De runderen en pony’s vullen elkaar qua graasgedrag goed aan. Ze hebben elk hun eigen voedsel- en gebiedsvoorkeuren. Zo houden ze open plekken langer open en zorgen ze voor meer variatie in het bos. Hier profiteren veel planten en dieren van. Met de komst van de grazers kan de natuur in het Harderbos zoveel mogelijk haar eigen gang gaan. De tauros heeft kenmerken van de oeros, die in de zeventiende eeuw is uitgestorven. Kom je de dieren tegen tijdens een wandeling, houd dan afstand (minstens 25 meter), doorkruis een kudde niet en voer de dieren niet. De hond kan niet mee in het gebied waar de taurossen en Exmoorpony’s grazen.

‘De

natuur moet verbonden blijven’

Elsje de Ruijter uit Vlieland schonk de erfenis van haar vader in een Fonds op Naam in de vorm van periodieke schenkingen. Met het Verbindingsfonds kan Natuurmonumenten verschillende percelen aankopen om natuurgebieden met elkaar te verbinden.

GEVEN WERKT

“M ijn vader was biologieleraar en hij nam ons van jongs af aan mee naar buiten. We gingen met ons gezin op kamp en keken tijdens excursies naar planten, vogels en insecten. Die passie voor de natuur heb ik van hem overgenomen. Toen hij overleed, ontving ik een erfenis. Ik vond het mooi om die aan de natuur te schenken. Mijn vader was na zijn pensionering actief voor Natuurmonumenten. Dat

maakte het voor mij nog logischer om te schenken aan Natuurmonumenten. Ik heb een Fonds op Naam bij Natuurmonumenten ingesteld en dit het Verbindingsfonds genoemd. Ik was boos dat de regering destijds de ecologische hoofdstructuur deels schrapte. De natuur in Nederland moet verbonden blijven, zodat dieren zich kunnen verplaatsen. Met het fonds kan Natuurmonumenten grond aankopen om die verbindingen te leggen. Aan de rand van het Naardermeer is een stukje grond aangekocht dat ingesloten ligt tussen het spoor en wegen. En bij Dwingeloo is grond tussen twee percelen van Natuurmonumenten aangekocht, waardoor die nu met elkaar verbonden zijn. Het mooie is dat dat voor eeuwig natuur blijft.”

Overal in het land herstellen onze boswachters de natuur. Het geld voor deze kostbare projecten komt van overheden, bedrijven en van jullie, onze leden.

De spectaculaire terugkeer van de woudaap

Nadat de rietlanden langs het Zwarte Meer weer onder water waren gezet, keerden de rietvogels terug. Vooral de woudaap maakte ecoloog Bart de Haan blij. Voor de grote karekiet, boegbeeld van het herstelproject, is meer nodig. TEKST: Frans Bosscher

Als je bij IJsselmuiden (Ov.) het Ganzendiep oversteekt naar Kampereiland, wordt snel duidelijk dat de zee zich in het verleden flink liet gelden in de monding van de IJssel. De verspreid liggende boerderijen liggen hier op hoge terpen. Maar door de bouw van de Afsluitdijk bijna honderd jaar geleden is de zee ver weg, van getijden is niks meer te merken. Zout water is zoet geworden. De immense watervlakte werd verkleind door de komst van de Noordoostpolder in de jaren veertig. Wat rest is het Zwarte Meer. De bomenrij aan de overkant is duidelijk zichtbaar.

De strandvlakte die ooit aan de noordkant van het eiland lag, veranderde al snel in een enorm rietveld. “Tien kilometer lang, op het breedste stuk 500 meter. Al met al zo’n 200

hectare”, vertelt ecoloog Bart de Haan als we uitkijken over de immense gele strook. Wuiven doet het riet vandaag niet. Het is windstil, de wolken hangen laag. In de verte zien we een zeearend in de top van een kale boom.

Riet snijden

Natuurmonumenten beheert het Zwarte Meer nu zo’n veertig jaar, inclusief het rietland. De boswachters kregen al vrij snel een puzzel op te lossen. Uit oude vogeltellingen was bekend dat het meer na de komst van het riet een magneet was voor tal van soorten. “Overal waren roerdompen en baardmannetjes, en er was een kolonie met meer dan negentig purperreigers. Het aantal grote karekieten was zo groot dat ze niet eens geteld werden”, aldus Bart. “Superlatieven schoten tekort.”

Maar daar was vrijwel niks van over toen Natuurmonumenten voor het gebied ging zorgen. “We gingen op zoek naar de oorzaak. Aanvankelijk dachten we dat het te maken had met het snijden van het riet. Elk jaar maaiden zo’n twintig rietsnijders het gebied helemaal kaal, waardoor er geen overjarig riet was. Van De Wieden wisten we hoe belangrijk het was om riet niet elk jaar te maaien.” Het werkte niet. “De vogels bleven weg. Dus zijn we verder gaan zoeken.” De sleutel bleek te zitten in de droogte. “Sinds het ontstaan van het rietland was er geleidelijk aan een pakket van zo’n veertig centimeter organisch materiaal op de bodem gekomen. In de eerste

tientallen jaren stond het riet in het water, nu kon je er doorheen lopen zonder natte voeten te krijgen.”

Prachtig beestje

Dit inzicht leidde ertoe dat na 2014 in een derde van het gebied het organisch materiaal is weggegraven. Tegelijkertijd is er wat structuur aangebracht met kreekjes, waardoor water uit het Zwarte Meer tot ver in de rietvelden terechtkomt. Dat had duidelijk resultaat, aldus Bart. “Roerdompen kwamen terug, er zijn nu veertien broedparen. Er zijn weer porseleinhoenen, snorren, grote zilverreigers, purperreigers, rietzangers, het

zit weer vol met baardmannetjes. En ook de grote karekiet is terug, zij het in geringere aantallen dan ik hoopte.”

Wat de grootste voldoening gaf, waren de woudapen, vertelt Bart met een glimlach van oor tot oor. “Dit reigertje komt bijna niet meer voor in Nederland. Op een zeker moment hoorde ik er vier. Het is onvergetelijk als je hem ziet. Hij is klein en hangt in het riet, hij komt niet op de grond. Op het moment dat hij landt, strekt hij z’n lichaam en gaat hij meebewegen met een rietstengel. Hij is dan meteen gecamoufleerd. Het is zó’n prachtig beestje. Dat er dan vier tegelijkertijd zijn, is ronduit spectaculair.”

Aantal broedparen

Omdat het te kostbaar was om het organisch materiaal af te voeren, zijn er ribben van gemaakt die als wandelpaden door de rietvelden slingeren. De ribben blijken ook een mooie bijdrage aan de biodiversiteit te leveren. De manshoge brandnetels die erop groeien, zitten vol met rupsen van de kleine vos en de dagpauwoog. Koperwieken en kramsvogels doen zich te goed aan de vele slakken die er in het najaar nog zijn. In het broedseizoen vinden rietzangers er volop voedsel voor hun jongen. “Ik ben helemaal fan geworden van de ribben”, zegt Bart glunderend.

Wind en golfslag

Omdat het afgraven van een deel van het gebied zo succesvol is, zijn er plannen om de komende jaren ook de resterende twee derde af te graven. De hoop is dat er dan meer grote karekieten in het gebied gaan broeden. “Essentieel voor de grote karekiet is riet dat permanent te maken heeft met wind en golfslag. Daardoor krijg je dikkere, sterkere rietstengels. Met het nieuwe herstelproject komt er een langere oever met dit soort riet. Dat geeft hoop voor de grote karekiet, want daar gaat het echt niet goed mee. In heel

Nederland zijn er zo’n 120 broedparen; een derde daarvan zit hier.”

Als het hele rietveld ontdaan is van organisch materiaal en het riet een groot deel van het jaar weer in het water staat, is het werk voor de boswachters nog niet gedaan. “We zullen steeds weer aan de slag moeten. In een natuurlijke situatie krijgt een rietmoeras langs een rivier met enige regelmaat enorme klappen water te verstouwen. Dat neemt het organisch materiaal mee. Dat hebben we in ons land niet meer, we hebben de natuur strak ingekaderd. Om dit landschap te behouden, moeten we dus zelf ingrijpen. Neemt niet weg dat we hier met weinig middelen grote successen boeken. Ik word heel blij van al die soorten die terugkomen.”

NATUURMAKERS

Van schoonmaakacties tot het kopen van grond. Burgers nemen zelf het initiatief om de natuur in hun woonomgeving te beschermen.

Amsterdammers op de bres voor voedselpark

De gemeente Amsterdam wil van de Lutkemeerpolder een bedrijventerrein maken. Tot frustratie van veel Amsterdammers. Zij willen de polder behouden en daar een voedselpark van maken, waar boeren groente en fruit kunnen verbouwen voor de stad.

M et 25.000 ‘supporters’ groeide het uit tot het grootste burgerinitiatief van Amsterdam: de strijd voor behoud van de Lutkemeerpolder. Het is de laatste vruchtbare grond van Amsterdam en broedgebied voor zestig verschillende vogels, van aalscholvers tot buizerds. Na de inpoldering in 1865 vestigden zich hier boeren op de vruchtbare zeeklei. “De landbouwgrond van ecologische boerderij de Boterbloem is altijd biologisch gebleven, er is nooit met bestrijdingsmiddelen gewerkt”, zegt Natasha Hulst, een van de initiatiefnemers van

Voedselbos Amsterdam. Net op die beste grond wil de gemeente bouwen. “De polder ligt vijf meter onder zeeniveau, ideaal voor wateropvang bij overstromingen en een natuurlijke verkoeling van de omgeving. Als je dat vol zet met distributiecentra, verdwijnen die functies.”

Een plek voor iedereen Het idee voor Voedselpark Amsterdam ontstond in 2021, uit de overtuiging dat de polder méér kan betekenen dan alleen natuurbehoud. “We willen stadslandbouw combineren met voedselproductie, educatie

en toegankelijkheid voor iedereen, inclusief mensen met een laag inkomen”, zegt Natasha. “Nieuw-West, dat direct grenst aan de polder, heeft het laagste gemiddelde inkomen van de stad. Juist voor deze bewoners kan een voedselpark een enorme impact hebben.”

Een deel van de polder is al verwoest door graafmachines en tot bedrijventerrein omgeploegd, zestig hectare is nog onbebouwd. Toch lijkt het erop dat het voedselpark er gaat komen. De gemeente Amsterdam schreef een prijsvraag uit voor het laatste stukje van de Lutkemeerpolder

met landbouwbestemming. ‘Ondernemers met groene vingers’ worden opgeroepen om invulling te geven aan een terrein van negen hectare. Voedselpark Amsterdam doet mee aan de prijsvraag en zet vol in op stadslandbouw en natuurherstel. Het begin is er, Amsterdammers kunnen er al terecht bij een stadsgroenteboer en zelfpluktuinen. Natasha: “We staan voor een duurzame toekomst, waarin stad, natuur, landbouw en gemeenschap hand in hand gaan.”

voedselparkamsterdam.nl

Vers bakkie in de natuur

Van De Onlanderij in Groningen tot de ENCI-groeve in Limburg, overal in Nederland vind je horecapartners van Natuurmonumenten. Deze partners zijn zorgvuldig geselecteerd en werken samen met Natuurmonumenten. Door ze te bezoeken, steun je lokale ondernemers en draag je bij aan het behoud van de natuur en cultureel erfgoed. Veel horecapartners gebruiken producten uit de omgeving. Dit verkort de reisafstand, wat beter is voor het milieu, en het zorgt voor versere en smaakvollere gerechten. Op Tiengemeten worden bijvoorbeeld bieten gebruikt uit de Hoeksche Waard. Na een wandeling of fietstocht kan je letterlijk proeven wat de omgeving te bieden heeft. Zoals hier op Hackfort. Niet alleen de menukaart maakt deze horecalocaties bijzonder, ook de gebouwen en hun omgeving vertellen een verhaal. Zo kun je een kop koffie drinken in het Jachtslot op de Mookerheide, dat onlangs in oude glorie is hersteld, of plaatsnemen in een glazen inbouw van een Saksische boerderij in het Dal van de Ruiten Aa. Deze locaties zijn nauw verbonden met het natuurgebied waarin ze staan en geven je een extra manier om de omgeving te beleven.

Welke locatie ga jij bezoeken?

Vind een route die langs een van onze horecapartners voert en beleef de combinatie van natuur en gastvrijheid. Of zoek een gasterij, theeschenkerij, restaurant of andere horecalocatie bij jou in de buurt. Ontdek alle mogelijkheden op: nm.nl/horeca

Friesland

buiten

Met onze boswachters maakten we een selectie uit de vele activiteiten die we deze lente hebben, ook voor de kinderen van OERRR. Ga voor meer info en aanmelden naar nm.nl/agenda.

Overijssel

Geniet van de weidevogels

Het gaat niet goed met de weidevogels in Nederland. Door de intensivering van de landbouw vinden ze weinig plaats om te broeden en te weinig insec ten om hun kuikens mee groot te brengen. Maar daar is tij dens deze excursies niets van te merken. Want gelukkig zijn er nog een paar gebieden waar grutto’s, kieviten en tureluurs in grote aantallen broeden. Ga mee naar het oeroude, typische Friese weidelandschap van Skrok en Skrins (10 en 31 mei) en de Lionserpolder (24 mei), of het Hegewiersterfjild (17 mei, 7 jun) met zijn oude slenken en greppelpatronen.

Lammetjesfeest

16 mrt

Neem een kijkje in de stal bij de lammetjes op de Sprengenberg. De herder geeft demonstraties schapendrijven met honden. Tijdens de wandeling van 4 kilometer zul je je geen moment vervelen.

Kasteel Eerde

23 mrt, 13 apr, 3,18 mei, 1 jun Exclusieve rondleiding op de 18e-eeuwse woonverdieping, waar de originele plafonds, wanden en vloeren van het kasteel bij Ommen nog steeds te bewonderen zijn. Je komt langs de statige bel-etage, waar unieke kunstwerken te zien zijn.

Bloeiend hooiland

17,24,28 apr, 6,13,20,27 mei Natuurgebied De Wieden telt 800 hectare hooiland. Dat staat in voorjaar en zomer vol met bloemen. De boswachter weet er van alles over te vertellen. Net als over de rijke ontstaansgeschiedenis van dit moerasgebied.

Bloeiende lente

22 mrt

De zon schijnt vaker, de eerste bladeren groeien aan de bomen en vogels zingen. Onze boswachter laat je ontdekken wat er in de lente te zien is in de Kaapse Bossen.

Groningen

Noordlaarderbos, natuur en historie

16 mrt, 27 apr, 18 mei Houd je van natuur en geschiedenis? Ga dan mee op een bijzondere excursie door het Noordlaarderbos, een uniek gebied op de grens van Groningen en Drenthe.

Flevoland

Drenthe

Emissiearm natuurherstel

9 mrt, 5 apr, 4 mei, 7 jun Om het Fochteloërveen voor de toekomst te kunnen behouden is het vernieuwen van de kades essentieel. Tijdens de excursie bekijken we deze bijzondere werkzaamheden van dichtbij. Wat zijn de kansen en uitdagingen en wat is de impact op de flora en fauna?

Naar het Vogeleiland

16,29 mrt, 6 apr Het Vogeleiland ligt middenin het Zwarte Meer. Op het water zitten het hele jaar vogels. Eenmaal afgemeerd bij het Vogeleiland kom je in een jungle waar tientallen vogelsoorten broeden, vlinders vliegen en zelfs reeën leven.

Ontdek de waterwerken

16,29 mrt

Wandel mee langs unieke waterloopkundige modellen en luister naar de bijzondere

verhalen over de waterwerken en het voormalig Waterloopkundig Laboratorium. Dankzij het stromende water vind je hier bovendien prachtige en verrassende natuur.

Marker Wadden

Alle dagen

De boottocht is al een belevenis op zich. Eenmaal op Marker Wadden gaat het avontuur verder. Geniet van de weidsheid en die talrijke vogels op dit nieuwste stukje Nederland. Tijden en tickets via: nm.nl/veerboot

Gelderland

Langs beek en stuifduinen

5 april

Ga mee op zwerftocht over de prachtige Veluwezoom. De gidsen laten je kennismaken met de mooiste gebieden en vertellen over de natuur en historie.

Sporen zoeken op Veluwezoom

30 apr, 3,17,24 mei

Weet je hoe je een wildwissel kunt herkennen en wie er gebruik van maken? Welke prenten horen bij welk dier? Waarom zie je het meeste wild pas in de ochtend- of avondschemering?

Ga mee met onze gidsen.

Utrecht

Bloeiende lente

22 mrt

De zon schijnt vaker, de eerste bladeren groeien aan de bomen en vogels zingen. Onze boswachter laat je ontdekken wat er in de lente te zien is in de Kaapse Bossen.

Dauwtrappen

29 mei

Sta vroeg op voor een stevige wandeling door de stille Kaapse Bossen en vul je longen met de frisse ochtendlucht.

Noord-Holland

Bewapend met water

Ieder weekend van mrt t/m jun

Expositie met een animatie waarin soldaat en sergeant terugblikken op hun tijd op Fort bij Nigtevecht. Vuur een kanon af of maak een virtuele dronevlucht over het fort en ontdek welke elementen in het landschap nodig waren om water als wapen in te zetten.

Reeën kijken

15,22,28 mrt, 5 apr

Speciale wandeling door het Corversbos en op Gooilust voor mensen die meer willen ontdekken over de intrigerende wereld van reeën.

Voorjaarsvogels in het duin

21 mrt, 18 apr

Tijdens de wandeling in Nationaal Park Zuid-Kennemerland vertellen onze vogelgidsen over de vogels die je onderweg spot en hoe je de zang kunt onderscheiden met behulp van ezelsbruggetjes.

Huis en tuinen Beeckestijn

6 apr, 4,18 mei, 1 jun

Stap in de voetsporen van de bewoners van weleer en wandel mee door het hoofdhuis en langs de verschillende tuinstijlen van buitenplaats Beeckestijn.

Lammetjesdagen

30 apr, 1 mei

Kom op kraamvisite in natuurgebied Waalenburg op Texel. Knuffel met lammetjes, maak je eigen knutsel van wol, leer van de boswachter hoe schapen ons natuurgebied gezond houden en proef echte schapenkaas.

Het is weer broedseizoen!

Dieren zijn druk bezig met het zoeken van een partner, het uitbroeden van eieren en het grootbrengen van hun jongen. Een bijzondere, maar ook kwetsbare tijd voor de natuur. Jij kunt dieren helpen om deze periode in alle rust door te komen.

Blijf op de paden Zo verstoor je hun leefgebied niet. Houd je hond aan de lijn Zo blijven dieren veilig. Neem je afval mee Zo houd je de natuur schoon.

Met jouw hulp zorg je voor een veilig broedseizoen.

Slapen bij de Brabantse vennen

Beleef een onvergetelijk verblijf in de Oisterwijkse Bossen en Vennen en de Kampina (NB). Slapen doe je comfortabel in een knusse cottage in de bossen bij Oisterwijk. Onze boswachters kennen de natuur hier als hun broekzak. ’s Avonds laat en in de vroege ochtend nemen ze je mee de natuur in naar bijzondere plekken. Dit speciale natuurweekeind sluit je af met een uitgebreide excursie en luxe picknick op de Kampina. Data van de weekenden zijn: 5-6 sep, 19-20 sep, 3-4 okt en 17-18 okt (tweede overnachting gratis bij elk weekend). Meer informatie vind je op nm.nl/agenda (locatie: bezoekerscentrum Oisterwijk); daar kun je ook boeken.

Vogels van Tiengemeten

29 mrt, 26 apr

Langs het moeras vertelt onze vogelgids over de vogels die je onderweg ziet. Pak je verrekijker om ze beter te kunnen bewonderen. Kinderen vanaf 13 jaar zijn van harte welkom bij deze wandeling.

Zuid-Holland

Eendenkooi speciaal geopend

13 apr, 18 mei

Een paar keer per jaar krijg je de kans om een kijkje te nemen in de eeuwenoude eendenkooi Het Aalkeetbuiten in Midden-Delfland. De kooiker vertelt alles over de werking en de geschiedenis.

Lente op De Tempel

20 apr, 4,18 mei

In alle jaargetijden is buitenplaats De Tempel in Rotterdam

Overschie mooi om te ontdekken door zijn diversiteit aan vegetatie en de aanwezige fauna.

Zeeland

Onbewoond eiland

16 mrt

Ga mee naar het natuurgebied

Middelplaten in het Veerse

Meer, waar zeldzame moeraswespenorchissen, parnassia

en addertongen bloeien. Een unieke kans: de Middelplaten zijn normaal gesproken niet toegankelijk voor publiek.

Slikken en schorren

30 mrt, 26 apr, 31 mei Wandel samen met een gids over de bodem van de Oosterschelde en maak kennis met de vogelrijkdom van het grootste en natste nationale park van Nederland.

Noord-Brabant

De monniken van het duin 22 mrt

Op zondagmiddag wandelden de monniken uit Biezenmortel richting de hei en het stuifzand van de Loonse en Drunense Duinen. Zij eindigden hun breviertocht op een van de hoogste duinen met een prachtig uitzicht over het duinlandschap: de Kapucijnenberg. Vandaag maken we dezelfde tocht.

Over de grens 12 apr

Niks is zo verfrissend als een lange wandeling in het voorjaar. De gids laat onderweg zien welke krachten het landschap

van het Grenspark Kalmthoutse Heide hebben gevormd.

Waterdierensafari

3 mei

‘ Love is in the air.’ Het barst van het leven bij de poelen op landgoed Oosterheide bij Oosterhout. De vangst met een speciaal schepnet gaat we in een observatie-aquarium bestuderen.

Limburg

Tijdreis in de ENCI-groeve 5 apr, 10 mei

Het kalkpakket waaruit de Sint-Pietersberg bestaat, ontstond tijdens het Maastrichtien (72-66 miljoen jaar geleden), toen reusachtige dinosauriërs de wereld domineerden. Door de afgravingen kwam een groot deel van het Maastrichtien aan de oppervlakte. De gidsen vertellen je er alles over.

Hond en natuur

13 apr

Welke effecten hebben honden op de natuur? In het Stammenderbos laat de boswachter zien waarom de hond aan de lijn moet. Hij vertelt ook hoe wandelen met de hond aan de lijn leuk en uitdagend kan zijn.

Eieren zoeken

20,21 apr

Op Eerste en Tweede Paasdag kun je eieren zoeken op de Sint-Pietersberg. Ze lijken op echte eieren van vogels. Kun jij ze allemaal vinden? En weet je van welke vogel ze zijn?

Vergaderen in de natuur, meer dan een meeting

Vergaderen in de natuur is meer dan een bespreking op een prachtige locatie. Het kan ook aansluiten bij de duurzame ambities van jouw bedrijf of organisatie. De inkomsten van jouw meeting dragen bij aan het beheer en de versterking van onze natuurgebieden.

Zo zorgen we samen voor een natuurrijker Nederland. Jij kiest de plek, wij zorgen voor de natuur. Ontdek jouw volgende vergaderplek op nm.nl/vergaderen

Dagenlang zwerven over de Veluwe

MTB-route Veluwezoom

Speciaal voor iedereen die van fietsen én van de natuur houdt, hebben we een aantal mountainbikeroutes in onze gebieden. MTB-route Veluwezoom is daar een van. Het is er niet zomaar eentje: de route wordt vaak ‘de mooiste MTB-route van Nederland’ genoemd. Daredevils hebben hier niks te zoeken, het is vooral een route die je lekker laat genieten. Wie toch iets meer uitdaging wil, kiest voor een of meerdere van de extra lusjes die op verschillende plekken aan de hoofdroute vastzitten. Kom je mountainbiken? Blijf op de route en vergeet niet om vooraf een vignet te kopen. Zo kun je van de natuur genieten én draag je bij aan het onderhoud van de paden en bescherming van de natuur. Kijk voor meer info op nm.nl/mtb Je kunt dit jaar weer driedaagse wandeltochten maken op de Veluwe. In de driedaagse struintocht tussen Wolfheze en Rheden wandelen we door Wolfheze, Planken Wambuis, het Deelerwoud en de Veluwezoom. Overnachten doen we op bijzondere kampeerplekken midden in de natuur.

Data: 30 apr t/m 2 mei, 25 t/m 27 juni. Ga voor meer info en boeken naar nm.nl/ eindelozeveluwe.

NATUUR SPORT

FOTO

van de maand

De lente is de tijd van nieuw leven. Lammetjes, kuikens, kalfjes. Jonge dieren zien er schattig uit, maar ze zijn ook snel, levendig en schuw. Dat maakt fotograferen een uitdaging. Foto 1 laat zien wat je met dit onderwerp kunt doen. Wachten op het juiste moment kan nét dat beetje extra opleveren, zoals bijzonder gedrag of prachtige interactie.

Foto 2 ▯ Verdiep je in het onderwerp. Waar en wanneer kan ik jonge dieren vinden? Hoe kan ik ze veilig en zonder ze te verstoren fotograferen? Voor het bewaren van afstand helpt het als je rustig beweegt en

gebruikmaakt van een flinke telelens. Dat levert mooie achtergrondonscherpte op.

Foto 3 ▯ In wildparken en dierentuinen kun je als beginner goed oefenen op wilde dieren. Daar is veel minder kans op verstoring.

Foto 4 ▯ De interactie tussen ouder- en jonge dieren is een dankbaar onderwerp. Nestfotografie is not done, maar opvoeden en voeren in beeld brengen kan wel. Lees meer op nm.nl/ foto-van-demaand/voorwaarden

Ga je er regelmatig op uit om natuurfoto’s te maken? Dan vind je het misschien leuk om mee te doen aan onze fotowedstrijd: Foto van de Maand. De winnaar krijgt een uitvergroting van z’n ingezonden foto. Kijk voor meer info op: nm.nl/foto-van-de-maand

Fragiel

“Als de rupsen na hun verpopping als vlinder tevoorschijn zijn gekomen, kun je atalanta’s net als hun ouders uit Zuid-Europa overal in Nederland tegenkomen.

In tuinen zitten ze graag op vlinderstruiken en in het landelijk gebied zitten ze vaak in grote aantallen op koninginnekruid.

Ze zonnen ook graag op muren.

Op de tuinmuren van de ’s Gravelandse buitenplaatsen bewaken

de mannetjes hun territorium. In de nazomer doen ze zich te goed aan rottend fruit. Een deel van de Nederlandse vlinders vliegt weer terug naar Zuid-Europa om daar een nieuwe generatie voort te brengen, en zo is de cirkel weer rond. Ik blijf dat indrukwekkend vinden dat zo’n fragiel dier duizenden kilometers kan afleggen en dat een soort zich zo heeft geëvolueerd.”

Tim van den Broek Boswachter Gooi & Vechtstreek facebook.com/ sgravelandsebuitenplaatsen

Samen laten we de natuur leven

Dank aan alle deelnemers van de Nationale Postcode Loterij

Bekijk ook de video over wat we konden realiseren dankzij de Nationale Postcode Loterij

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.