11 minute read

DE VEERKRACHT VAN ONZE MUSICI

verheft MUZIEK

Door de maatregelen rond de coronacrisis kwam het muziekleven plots tijdelijk stil te staan. Toch vonden veel musici alternatieve manieren om hun passie te kunnen blijven delen.

Tekst: Jeannette Verleg

‘Muziek is een van de dingen die troost kan bieden’

©Nick Helderman

©Marco Borggreve

‘Spannend om te spelen voor een beeldscherm’

Remy van Kesteren (31), harpist: ‘Ik zat al een paar dagen thuis en vroeg me af wat ik voor anderen zou kunnen doen. Op dat moment werd ik gevraagd voor Live Eet, een benefietconcert. Diverse artiesten traden rond etenstijd op vanuit hun eigen huiskamer, terwijl men geld kon doneren voor de Voedselbank. Het was spannend, want je zit te spelen voor een beeldscherm, vanuit je eigen huis. Maar het was een succes, er is flink gedoneerd! Daarnaast zou ik optreden in het Rosa Spier Huis, een woon- en werkcentrum voor oudere kunstenaars en wetenschappers. Dat optreden heb ik alsnog gedaan, vanuit de tuin. Ik gaf vijf miniconcertjes en verplaatste me steeds, zodat iedereen het kon zien. Dat was heel bijzonder. Verder heb ik een livestream, te volgen op Facebook en Instagram. En ik heb nu de tijd om van de muziek die ik heb geschreven bladmuziek te maken.’

‘Experimenteren met livestreaming en podcasting’

Shuann Chai (45), pianiste: ‘Op 20 maart had ik een intiem huisconcert op het NMF-kantoor gepland. Dat concert kon niet doorgaan, en al snel werd duidelijk dat het niet om één, maar alle concerten in de komende drie maanden zou gaan. Misschien nog langer. Veel collega’s van mij zijn begonnen met het livestreamen en daar wil ik zeker mee gaan experimenteren. Toch is het helemaal anders om voor een camera en niet een livepubliek te spelen. Bovendien moet ik eerst mijn studio opruimen voordat ik hem aan de buitenwereld laat zien! Daarnaast wil ik podcasts opnemen, met naast de muziek ook de geschiedenis en het menselijke verhaal van de componisten erachter. Eigenlijk wat ik ook al veel bij mijn concerten doe. Als deze periode achter de rug is, is het het allerbelangrijkst dat wij artiesten samenkomen, elkaar helpen en herbouwen, ten gunste van het hele culturele landschap.’

‘Muziek brengt verbinding, ik heb mijn buren veel beter leren kennen’

©KlunderBie

©Renate Beense

©Sarah Wijzenbeek

‘Toen ik mijn viool pakte, viel iedereen stil’

Frederieke Saeijs (41), violiste: ‘Ik woon sinds vijf jaar in Madrid. De coronacrisis heeft hier hard toegeslagen. Het raakt me dat velen hun zieke moeder of vader niet kunnen zien. Hartverscheurend. De Spanjaarden zijn een expressief volk, om 8 uur ’s avonds zingt iedereen vanaf het balkon of voor het raam het Spaanse volkslied en roept men: “¡Viva España!" Dat is het mooiste moment van de dag. Een paar weken geleden vatten we zelf met alle bewoners uit de flat het plan op het volkslied te zingen. Toen ik spontaan de viool pakte, viel iedereen stil. Sindsdien geef ik regelmatig vanuit mijn raam een miniconcertje. Om dat te kunnen doen, geeft me een goed gevoel. Ik ben nu alweer aan het nadenken over wat ik een volgende keer kan spelen. Muziek is een van de dingen die troost kan bieden. En voor mijzelf is vioolspelen het lichtpuntje van de dag. Als ik er even doorheen zit, móet ik spelen.’

‘Tijd om mijn nieuwe vleugel te ontdekken’ Matteo Myderwyk (29), pianist: ‘Op de dag dat ik in de Grote Zaal van Paradiso zou spelen, heb ik het geplande concert gelivestreamd. Het was best spannend om voor een “laptopscherm” te spelen, zonder interactie met het publiek. Maar de reacties waren goed. Zo goed zelfs dat er een nieuwe sessie gepland staat eind juni, en dan voor een groter publiek, vanuit meerdere zalen. Het is een bijzondere, gekke tijd. Als muzikant mis ik vooral het samenzijn, het delen en samenwerken met anderen. Toch is zo’n solitaire periode voor een artiest ook wel weer mooi. Je kunt ergens helemaal in duiken, zonder de afleiding of de stress die je bij optredens nou eenmaal vaak hebt. Zo kan ik op het moment bijvoorbeeld alle tijd nemen om de nieuwe vleugel die ik net heb gekregen te ontdekken. En ik kan me in alle rust voorbereiden op het komende livestreamconcert.’

‘Spelen voor de buren op ons balkon’

Eva Traa (32), violiste: ‘Ik woon in een pand aan het Javaplein in Amsterdam samen met andere jonge professionele musici. Toen ik beelden van de balkonconcerten uit Italië zag, dacht ik: kunnen wij niet ook zoiets doen? Omdat de Johannes- en MatthäusPassion in deze periode enorme traditie zijn, zijn we vanaf onze balkons delen gaan spelen. Opnames hiervan zijn gedeeld en het ontplófte! Van over de hele wereld kwamen reacties. Het heeft me echt geëmotioneerd om op deze manier samen muziek te maken en tegelijk wat te kunnen doen voor anderen. Het bijzondere is: het streven naar perfectie zit er bij musici enorm in. Maar dat moet je in deze setting noodgedwongen loslaten. En dan merk je dat de muziek evengoed toch binnenkomt bij mensen. Het brengt ook verbinding. Normaal leeft iedereen hier in dit gebouw zijn eigen leven, maar ik heb mijn buren hierdoor veel beter leren kennen.’

CARLA LEURS Carla Leurs begint op zesjarige leeftijd met vioollessen aan de Muziekschool Waterland. Ze studeerde aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, het Cleveland Institute of Music en Juilliard School in Amerika. Ze speelde in diverse binnen- en buitenlandse orkesten en won meerdere prijzen, waaronder de Juilliard Competition, het Tibor Varga Concours (in Sion, Zwitserland) en het Nederlands Vioolconcours Oskar Back. Ze was concertmeester van het Orkest van het Oosten en maakte haar tv-debuut als concertmeester van het programma Maestro.

Violiste Carla Leurs was concertmeester van Maestro, het immens populaire televisieprogramma waarin BN’ers vurig streden om de Gouden Baton. ‘De kracht van klassieke muziek wil ik met zoveel mogelijk mensen delen. Dat is mijn missie.’

Tekst: Guido van Oorschot Fotografie: Lars van den Brink

verbinden WERELDEN Van Bohemian Rhapsody tot Tzigane

Carla Leurs (41) woont aan een kronkelige dijkweg in de polders boven Amsterdam. Op de eettafel staan bloemen, zo’n fleurige bos die musici krijgen na een concert. ‘Ik heb dit weekend meegespeeld in het Strijkkwintet van Bruckner. Kamermuziek, superintiem. In het publiek zat een man heel het concert met betraande ogen. Dit kan muziek dus losmaken, dacht ik. Dat ik daar deel van uitmaak vind ik geweldig.’ Luchtige Maestro naast diepgravende Bruckner: welkom in het leven van Carla Leurs, de violiste die al sinds haar kindertijd laveert tussen het populaire en serieuze. Haar onwaarschijnlijke verhaal begint op een onwaarschijnlijke locatie: de jachthaven van Monnickendam. ‘Dat was het werkterrein van mijn vader, als gezin woonden we er in een loods. Naast ons repeteerde vaak BZN, de Volendamse band van Jan Keizer en Anny Schilder. Ik weet nog dat ik me als kleuter meldde met mijn plastic accordeonnetje. Ik wilde meedoen!’

MEISJESDROOM Serieuzer werd het toen het gezin Leurs op een dag een piano kreeg, gratis en voor niks. Dan zou het wel leuk zijn als Carla ook op les ging, toch? Maar bij de Muziekschool Waterland zeiden ze dat de zesjarige nog te klein was. ‘Blokfluit of viool, dat kon wél. Kinderen in mijn klas speelden al blokfluit, dus ik dacht: doe mij dan dat andere ding maar. Wist ik veel wat een viool was!’ Toen ze na een paar maanden het Vioolconcert van Bruch wilde spelen, dat ze had gehoord op een lp van haar opa, vond haar docente het tijd voor

‘Als ik Brahms speel, heb ik het liefst een diepe toon met een gouden gloed’

deskundig advies. Ze nam Carla mee naar Coosje Wijzenbeek, Nederlands bekendste vioolpedagoog. Die zag haar talent meteen. ‘Ik mocht komen en uiteindelijk moest ik twee, drie keer per week op en neer naar Hilversum. Vijf jaar lang hebben opa en oma me daarnaartoe gereden. En elke keer draaiden we dezelfde cd: de grote virtuoos Itzhak Perlman met muziek van Pablo de Sarasate.’ In die tijd begonnen ook de dromen. In de ene zag Leurs zichzelf in een blauwe jurk afdalen naar het podium van het Concertgebouw, als solist op weg naar het Vioolconcert van Tsjaikovski. In de andere speelde ze het Strijkkwintet van Dvorák, schouder aan schouder met Itzhak Perlman. ‘Iedereen zei: Car, doe normaal. Later gebeurde het écht.’ ‘De trillingen die je voelt als je met de strijkstok over de snaren gaat’

Iefke Wang,

freelance projectmedewerker NMF ‘Carla is heel sympathiek en open. En bovendien is ze een fantastische violist die ook wat te vertellen heeft. Eerst als concertmeester en nu als solist. Ze werkt ook veel met kinderen, zo speelde ze laatst nog op een school waar twee jongetjes de NMFkleurwedstrijd hadden gewonnen. Wat mij betreft is Carla een echte ambassadeur voor de viool én voor de klassieke muziek. Ik wens haar alle geluk van de wereld toe.’

ROCKBAND Maar het duurde nog even voordat het zover was. Eerst stapte ze van het Koninklijk Conservatorium in Den Haag over naar Zwitserland. ‘Ik kwam bij Stefan Muhmenthaler, een briljante docent die ik op een jaarlijkse zomercursus had leren kennen. Soms zei hij aan het begin van een les: je hoeft je viool niet uit te pakken, we gaan samen wandelen. Liepen we naar de top van een berg, pratend over Schubert. Toch begon ik in Zwitserland gaandeweg te twijfelen. Was ik wel goed genoeg? Wat wilde ik met mijn leven? Het werd zo serieus dat ik mijn viool neerlegde en naar Amerika vertrok.’ Daar meldde Leurs zich aan voor vrijwilligerswerk en werd assistent in een klas met achten negenjarigen. ‘Er ging een wereld voor me open. Ik vond het heerlijk als de kinderen me ’s ochtends een knuffel kwamen geven.’ Maar ook in Seattle wist de muziek haar te vinden. Leurs draaide een blauwe maandag mee in een rockband. ‘We speelden Bohemian Rhapsody en andere hits. Niks was goed of fout, gewoon lekker spelen.’ Toen bleek de secretaresse van school bevriend met de concertmeester van het Seattle Symphony Orchestra. ‘Die móést ik leren kennen, vond ze. Ik sprak later ook de dirigent en die zei: Over een paar weken is meneer Perlman hier, wil je voor hem spelen? Wow... dacht ik. Ik had een jaar niet gestudeerd, maar natuurlijk zei ik geen nee.’

VIOOL Nicolas Lupot Parijs, 1808 Uit de nalatenschap van violiste Margreet van de Groenekan In de collectie sinds 2000 Geschenk van Anton Kersjes

STRIJKSTOK Dominique Peccatte Parijs, midden 19e eeuw In de collectie sinds 2017 In bruikleen van een particulier

CARLA LEURS EN HET NMF Carla Leurs was dertien jaar toen ze haar eerste viool van het NMF in bruikleen kreeg. ‘Zonder die hulp was ik misschien wel gestopt. Mijn ouders konden echt geen viool financieren, de lessen betalen was al lastig genoeg.’ Tegenwoordig bespeelt ze een ander instrument uit de NMF-collectie: een Lupot uit 1808, die in het bezit was van violiste Margreet van de Groenekan en na haar overlijden werd geschonken door haar man Anton Kersjes. ‘Het is een prachtig instrument, maar het vermogen om tonen te kleuren is beperkt. Met de strijkstok van Peccatte, die ik sinds vorig jaar in bruikleen heb, kan ik steeds gedetailleerder werken binnen de kleuren die het instrument heeft. Maar ik merk dat ik toe ben aan nieuwe kleuren. Als ik bijvoorbeeld Brahms speel, heb ik het liefst een diepe toon met een gouden gloed. Samen met het NMF ben ik nu op zoek naar zo’n topinstrument.’

GRONDSTEWARDESS Dus daar stond ze, oog in oog met haar idool. 'Perlman vroeg: Ben je gelukkiger nu je geen viool meer speelt? Toen moest ik erkennen dat ik het fysieke toch wel miste, de trillingen die je voelt als je met de strijkstok over de snaren gaat. Weet je wat, zei Perlman, kom bij mij in New York studeren.’ New York, de fameuze Juilliard School of Music, ook daarvan had Carla Leurs gedroomd. Maar ze ging niet direct op het aanbod in. ‘Ik was er nog niet klaar voor. Ik was bang dat ik me tussen al die megatalenten niet staande zou houden. Eerst ben ik twee jaar naar Cleveland gegaan, naar een klein conservatorium met uitstekende docenten. Pas daarna heb ik mijn studie bij Perlman voltooid.’ In 2005 streek ze neer in Nederland. Leurs stuurde open sollicitaties, maar geen enkel orkest reageerde. Om rond te komen ging ze aan de slag als grondstewardess. ‘Later kon ik concertmeester worden van het orkest bij de musical Rembrandt. Daarna begon het balletje te rollen. Via een handvol concertmeestersbanen belandde ik uiteindelijk bij het Orkest van het Oosten in Enschede.’

CADENS Daar had Leurs een ervaring die haar leven een nieuwe wending gaf. ‘Vorig jaar traden we op in de serie CLASSSH, met klassieke muziek die klinkt in de ambiance van een popconcert. Eerst speelden we de Symfonie van César Franck, daarna soleerde ik in de Tzigane van Maurice Ravel. Toen ik me uitleefde in een cadens hoorde ik vanuit de zaal opeens zo’n typische popkreet: yeahh!!! Ik besefte meteen: dit is wat ik zoek. Ik wil mensen zó raken dat ze spontaan reageren op wat ik doe.’ Leurs zegde haar baan op. En nu jaagt ze een nieuwe versie na van haar oude meisjesdroom: Tsjaikovski spelen in het Concertgebouw, al dan niet in een blauwe jurk, in een bomvolle Grote Zaal, maar dan speciaal voor mensen die er nog nooit een voet over de drempel hebben gezet. ‘Ik weet nog niet precies hoe, maar heb er zeker al ideeën over. Eén ding staat vast: de kracht van klassieke muziek wil ik met zoveel mogelijk mensen delen.’