6 minute read

HENKJAN HONING OVER MUZIEKCOGNITIE

LORENTZ AWARD Henkjan Honing ontving in 2014 de Distinguished Lorentz Award als erkenning voor zijn interdisciplinaire onderzoek dat de geesteswetenschappen en sociale wetenschappen verbindt met natuurwetenschappen en technologie.

‘Muziek zit niet zozeer in het geluid, maar in ons hoofd’

Volgens Henkjan Honing, hoogleraar muziekcognitie aan de Universiteit van Amsterdam, is iedereen muzikaal. In zijn onderzoek probeert hij erachter te komen wat de bouwstenen van muzikaliteit zijn. ‘Ik ben gefascineerd door de mogelijk biologische basis van muzikaliteit, waarvan Charles Darwin al vermoedde dat het een eigenschap is die alle dieren delen.’

Tekst: Emma van Laar Fotografie: Eduard Lampe

Geboren in een gezin vol musici is het niet verwonderlijk dat Henkjan Honing uitermate geïnteresseerd is in muziek. Wel opvallend is dat hij de stap naar onderzoeker heeft gemaakt en niet, zoals zijn ouders en twee broers, musicus is geworden. ‘Iedereen bij ons thuis maakte muziek, dus ik in eerste instantie ook. Toen ik, begin 20, inzag dat ik niet het niveau zou halen dat ik wilde, koos ik voor een andere richting. Ik begon een carrière als muziekonderzoeker en probeerde met behulp van computermodellen te begrijpen en na te bootsen hoe muziek werkt in ons brein. Ik kwam er al snel achter dat muziek niet zozeer in het geluid zit, maar in ons hoofd, in hoe we muziek beleven. Langzaamaan is mijn aandacht verschoven naar de vraag: hoe kan het dat wij regelmaat kunnen horen en melodieën kunnen herkennen, de bouwstenen van muzikaliteit?’

WAT IS MUZIKALITEIT? Bij muzikaliteit denken de meeste mensen aan bijzondere, getalenteerde musici, maar volgens Honing is iedereen muzikaal. ‘Muzikaliteit is het talent om melodie en ritme te herkennen, dat heeft bíjna ieder mens in zich. Muzikaliteit is daarom breder dan men vaak denkt, het is de capaciteit om muziek te kunnen herkennen en waarderen. Als ik met mensen over mijn onderzoek praat, zeggen ze vaak: “Ik ben helemaal niet muzikaal." Maar vraag je even door, dan blijkt dat de meesten een kast vol cd’s hebben en met veel plezier naar muziek luisteren. Recent onderzoek laat zien dat luisteraars muzikaler zijn dan ze zelf denken. Muziek speelt op een intrigerende manier met ons gehoor en geheugen, onze emoties en verwachtingen. Mijn onderzoek richt zich op wat muzikaliteit is of kan zijn en het definiëren van de cognitieve en biologische mechanismen die de muzikaliteit ondersteunen. Kortom, hoe werkt het in onze hersenen? Muziekcognitie is misschien een te smalle term – gebaseerd op de technieken uit de cognitiewetenschappen die we in ons onderzoek gebruiken –, nu we denken dat biologie mogelijk ook een rol speelt.’

‘WELLICHT IS MUZIKALITEIT WEL OUDER DAN TAAL EN MUZIEK’

HOE SPEELT BIOLOGIE EEN ROL IN MUZIKALITEIT? ‘Die vraag is niet zo makkelijk te beantwoorden. Het onderzoek staat nog in de kinderschoenen. Samen met Hongaarse onderzoekers ontdekte ik in 2009 dat pasgeboren baby’s al over maatgevoel beschikken. Zelfs als ze een paar dagen oud zijn, horen ze regelmaat en merken ze onregelmatigheden op in een variërend ritme. Maatgevoel is een voorwaarde om samen muziek te kunnen maken of te kunnen dansen. De hersenen en het gehoor van baby’s bleken

‘Maatgevoel is een voorwaarde om samen muziek te kunnen maken en te dansen’

HENKJAN HONING Henkjan Honing (1959) promoveerde in 1991 aan de City, University of London op onderzoek naar de representatie van tijd en temporele structuur in muziek. Hij werkte bij het Institute for Logic, Language and Computation van de Universiteit van Amsterdam en het Nijmegen Institute for Cognition and Information. Sinds 2010 is hij hoogleraar muziekcognitie aan de UvA. Honing is auteur van ruim 200 internationale publicaties op het gebied van muziekcognitie en muziektechnologie en publiceerde tevens boeken voor het grote publiek: Iedereen is muzikaal - Wat we weten over het luisteren naar muziek (Nieuw Amsterdam, 2009/2012) en Aap slaat maat - Op zoek naar de oorsprong van muzikaliteit bij mens en dier (Nieuw Amsterdam, 2018).

al klaar voor muziek. Dit riep de vraag op of muzikaliteit exclusief menselijk is of een eigenschap waarover ook dieren beschikken, zoals de evolutionair bioloog Charles Darwin al vermoedde. Dit was de start voor samenwerkingen met neurobiologen, neurowetenschappers en gedragsbiologen en mijn fascinatie voor de biologische basis van muziek.’

HOE ONDERZOEKEN JULLIE? ‘We zijn gestart met dieren die dicht bij ons staan (zoals resusapen) en dieren die veel verder van ons afstaan, maar waar we heel veel van weten (bijvoorbeeld zebravinken). Uiteindelijk willen we een muzikaliteitsstamboom maken, in die zin is wat we doen vergelijkbaar met taalonderzoek. Er zijn meerdere theorieën. Zo zou muzikaliteit slechts een bijproduct van taal kunnen zijn, een bijwerking van ons taalvermogen. Als dat zo is, dan zouden er geen specifieke netwerken voor muzikaliteit in de hersenen te vinden moeten zijn. Een andere theorie is dat muziek en taal deels dezelfde neurale netwerken gebruiken (resource sharing). De meest interessante hypothese vind ik echter dat muzikale netwerken eerst zijn ontstaan en dat taal daar een bijproduct van is. Precies andersom dus.’

EN? ZIJN DIEREN MUZIKAAL? ‘Door met resusapen hetzelfde luisterexperiment uit te voeren dat we eerder met baby’s hadden gedaan, hoopte ik erachter te komen of resusapen – die zich rond dezelfde tijd als onze mensachtige voorouders afsplitsten van andere apen – ook maatgevoel hebben. Dat bleek niet het geval, geheel tegen mijn verwachting in. Kennelijk zijn er specifieke hersennetwerken nodig om maatgevoel mogelijk te maken. Bij resusapen zijn deze netwerken zwakker of ontbreken ze zelfs helemaal. Mogelijk is muzikaliteit gradueel tijdens de evolutie ontstaan. Deze hypothese voorspelt dat chimpansees in aanleg maatgevoel zouden moeten hebben. En inderdaad, onlangs is aangetoond dat chimpansees spontaan meebewegen op muziek. Dat is het eerste voorzichtige bewijs voor onze hypothese dat muzikaliteit biologisch kan zijn en niet alleen een cultureel artefact is! Wellicht had Darwin het bij het rechte eind en zijn uit de gevoeligheid voor dynamiek en ritme taal en muziek ontstaan. Als dit zo blijkt te zijn, dan verandert dat hoe we denken over muziek. Wellicht is muzikaliteit wel fundamenteler, ouder dan taal en muziek. Maar voorlopig zijn we er nog niet uit. Er valt nog veel te ontdekken aan muzikaliteit en de evolutie daarvan.’

HOOPT U HET ANTWOORD TE VINDEN? ‘Er is nog het nodige werk te verzetten, maar ik hoop dat we over vijf tot tien jaar een heel eind op weg zijn. Als muziek een biologische basis heeft, dan kun je er wellicht ook wat over zeggen met behulp van genetica. Daarom zijn we onlangs gestart met het opzetten van een internationaal consortium op het gebied van genetica en muzikaliteit. Dat is heel spannend en hopelijk kunnen we met deze nieuwe technieken muzikaliteit nog verder ontrafelen. De steeds terugkerende vraag is: hoe werkt muzikaliteit en hoe komen we aan die capaciteit? De technieken waarmee we die vraag proberen te beantwoorden, is in de loop der jaren steeds veranderd en dat is ook erg leuk. Ik vind het uitdagend om nieuwe paden te bewandelen en blijf scherp door elke paar jaar van focus te switchen. Bovendien is het zeer waardevol om interdisciplinair te werken. Onderzoek uitvoeren over de grenzen van vakgebieden heen levert mooie dingen op. De verschillende technieken en methodes zijn complementair en leggen andere kanten van muzikaliteit bloot. Hopelijk komen we er langzaamaan, door alles te belichten, achter hoe de vork in de steel zit.’

Willem van der Sijde, Amsterdam 1691 In bruikleen van het Koninklijk Huis Bespeler: Elise van der Wel

Mogelijk als verjaardagsgeschenk in 1922 in Den Haag aangekocht voor de jonge prinses Juliana: ze heeft er in haar kindertijd op gespeeld.

VIOOL

Willem van der Sijde (ca. 1663 - na 1696, de exacte data zijn niet bekend) wordt gezien als een van de belangrijkste vioolbouwers van de oud-Hollandse school. Ondanks zijn eigenzinnige stijl liet hij zich zo nu en dan inspireren door Italiaanse violen, zoals bij dit exemplaar uit 1691. Vandaag de dag zijn er slechts tien instrumenten van zijn hand bekend. Een zeer zeldzaam exemplaar dus en uniek cultureel erfgoed!

Teruggebracht naar de oorspronkelijke, barokke speelstaat: een kortere hals en toets, ander staartstuk, kam en darmsnaren.

Het staartstuk werd in 1978 voorzien van een kroontje.

De diepe uitsnede onder de krul is typisch Van der Sijde.