9 minute read

NIEUWE AANWINSTEN IN DE COLLECTIE

op maat EEN INSTRUMENT

Tekst: Joost Galema Illustraties Jannemieke Oostra Fotografie Sarah Wijzenbeek

Onze nieuwe aanwinsten:

Aankoop Replica Stein, twee uitwisselbare klavieren Aankoop

Aankoop Mara-Stradivariusmodel

De wereld van de instrumenten is fascinerend en mysterieus. Dat merkt het hoofd Collectie van het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds elke dag. Frits Schutte verzamelt zoveel mogelijk kennis en inzichten om musici op weg te helpen. 'Wij zijn altijd bezig hun spectrum te verbreden.'

Wie zich omringt met instrumenten stuit op mythen. Op deze zonnige middag, begin maart, vertrekt Frits Schutte naar het Concertgebouw. Het hoofd Collectie van het NMF zal daar een mogelijke aankoop bekijken en beluisteren: een oude contrabas waarvan de geschiedenis zo’n twee eeuwen teruggaat tot de Italiaanse virtuoos Domenico Dragonetti. In Wenen speelde hij met Beethoven diens Tweede Cellosonate, waarna de componist – zo wil de overlevering – opsprong vanachter zijn vleugel om de contrabassist en zijn instrument te omhelzen.

Geschenk Kopie Dülcken uit ca. 1815

Geschenk

Geschenk Uit de Van Eeghen Stichting

WEDIJVEREN MET EEN STRADIVARIUS Soms zitten zulke mythen in de weg. ‘Menig strijker die bij ons aanklopt, zoekt op voorhand naar oud en Italiaans’, zegt Schutte. ‘Want daar spelen de beroemde solisten op. En de grote musici houden die mythen in stand, want vroeg of laat wordt het instrument verkocht door henzelf of de eigenaar die het hun in bruikleen geeft. Dan moet het weer zijn geld opleveren. Veel belangen zijn verweven. En dat maakt het voor de moderne bouwers lastig zichzelf goed op de kaart te zetten. Wie zegt dat zijn violen en cello’s zich kwalitatief kunnen meten met Stradivari of Guarneri, wordt weggelachen. En toch, vier jaar geleden bewees een Franse studie dat musici noch toehoorders in een blinde luistertest onderscheid konden maken tussen nieuwbouw en oude meesters.’

‘Kan een viool van vandaag over twee eeuwen wedijveren met een Stradivarius?’

Het NMF verzamelt zulke onderzoeken en deelt de kennis met de musici die bij het fonds belanden. ‘Dromen over een Guarneri del Gesù van anderhalf miljoen blijven meestal onvervuld. Maar wanneer nieuwe instrumenten die klank kunnen benaderen – soms zelfs beter zijn – dan kunnen wij hen op dat spoor zetten. Waar kunnen zij die instrumenten vinden, hoe moeten ze ernaar zoeken? En de vraag is ook hoe strijkinstrumenten zich ontplooien. Kan een viool van vandaag over twee eeuwen wedijveren met een Stradivarius? De oude Italiaanse instrumenten kwamen in handen van de beste musici en restaurateurs die door de tijd heen zorgden voor een optimale afstelling. Vaak zien we: als nieuwbouw na vijf minuten niet klinkt, wordt het instrument weggelegd. Maar wie een viool van twee ton mag uitproberen, is bereid maandenlang alle uithoeken te verkennen om de goede klank te vinden.’

NIEUWE HORIZONTEN Sinds zijn oprichting omarmt het NMF nieuwbouw, vooral die van Nederlandse bodem. Ook onder musici ziet Schutte langzamerhand een kentering. Er ontstaat een grotere openheid ten aanzien van moderne instrumenten. ‘We gingen het afgelopen jaar voor de nu zestienjarige Sasha Witteveen op zoek naar een contrabas, waarop zij zich als virtuoos kan ontplooien. We lieten haar – zoals we vaker doen – verschillende exemplaren proberen tijdens een klanktest. Sasha bespeelde negen bassen in het Conservatorium van Amsterdam, daarmee kon ze tot een afgewogen keuze komen. Die maakte ze met hulp van haar leraar, onze collectiebeheerder Geertje van der Linden, andere bassisten en bouwers. Want we willen er zeker van zijn dat talenten na Sasha ook op zo’n instrument uit de voeten kunnen. Er bleven uiteindelijk twee bassen over. En zij koos een pas gebouwde Scaramelli, het nieuwste en goedkoopste instrument. Er zaten oude

Aankoop Open orgelpijpen van Italiaans cipressenhout

Aankoop nog originele hals

Geschenk 155 cm (baby-vleugel)

Italiaanse en Franse bassen van grote naam tussen, maar Sasha liet zich niet leiden door reputatie, maar puur door klank.’ Het NMF helpt talenten op verschillende manieren: het fonds zoekt – zoals bij Witteveen – naar een instrument dat past bij een musicus, maar ook andersom. En soms mogen bouwers een instrument ‘op maat’ maken: het Italiaanse Salvi ontwikkelde een paar jaar geleden met harpist Remy van Kesteren de Réus 49, die nieuwe muzikale horizonten opent. De Duitser Claus Hüttel bouwde een triple harp voor Gwyneth Wentink, waarop ze nu prachtig barokmuziek kan vertolken, onder meer bij de English Baroque Soloists van John Eliot Gardiner. En natuurlijk was er begin dit jaar de inwijding van het Monteverdi-orgel, gemaakt voor Krijn Koetsveld door Klop Orgels in Garderen. ‘Vernieuwen is belangrijk’, vindt Schutte, 'zeker in deze tijd, waarin jongeren zich

Aankoop 3 rijen snaren

weinig gelegen laten liggen aan de scheidingsmuren tussen verschillende genres. Daardoor kan het klankideaal veranderen. Iemand als Remy is daar een voorbeeld van. En op dit moment voeren we gesprekken met de “panfluiter des vaderlands” Matthijs Koene en Flentrop Orgelbouw uit Zaandam om een metalen panfluit te ontwikkelen. Hij is een pionier van dat instrument in de klassieke muziek, voor hem werden meer dan driehonderd nieuwe stukken geschreven. Wij willen hem helpen zijn spectrum verder te verbreden.’

‘Het behoud van cultureel erfgoed zien we als cruciaal onderdeel van ons werk’

CULTUREEL ERFGOED Koene, Van Kesteren, Wentink en Koetsveld zijn ‘gearriveerde’ musici, en in zekere zin uitzonderingen, want het NMF bekommert zich ook om de jonge talenten, voor wie een goed instrument lastig te bekostigen is. ‘Het ontbreken daarvan kan ervoor zorgen dat hun ontplooiing stokt. Ze lopen tegen een grens aan en dan kunnen ze bij ons terecht.’ Het Fonds beheert zo’n vijfhonderd instrumenten, waarvan het merendeel een bespeler gevonden heeft. ‘Het is niet onze taak om te verzamelen. Wij zijn hier om beloftevolle musici aan inspirerende instrumenten te koppelen.’ Afgelopen jaar kende zeventien nieuwe aanwinsten: vier violen, drie cello’s, Witteveens contrabas, een gitaar, drie vleugels, twee fortepiano’s, een klavecimbel, het Monteverdi-orgel en Wentinks triple harp. Opvallend is dat er zes instrumenten van Nederlandse makelij tussen zitten. Behalve de Cuypers-cello uit 1786 zijn ze allemaal uit het huidige millennium. ‘We vinden het belangrijk bouwers van eigen bodem in de collectie te hebben’, zegt Schutte. ‘Want daar zitten parels tussen. Het behoud van cultureel erfgoed zien we als een cruciaal onderdeel van ons werk. Dit is geen primaire taak, maar wel een waardevolle bijvangst. En Nederlandse bouwers hebben door de

Aankoop Eeuwenoud naaldhout van een dakbalk van de Frauenkirche in München

Geschenk

Aankoop Achterblad van een oude tafel uit een boekwinkel uit Milaan

eeuwen heen prachtige instrumenten gemaakt. Zo’n Cuypers-cello, die we nu hebben verworven, is internationaal zeer gewild, die gaat op een buitenlandse veiling al snel voor twee ton van de hand. Maar we hebben ook net een nieuwe cello gekocht bij de Amsterdamse bouwer Daniël Royé. Van hem hadden we een instrument in de collectie, maar de musicus die het van ons leende, wilde dat graag kopen. Dan kijken we of het vervangbaar is. Soms bouwt een maker inmiddels heel anders en is zo’n cello uit een eerdere periode uniek. In dat geval verkopen we niet. Maar nu konden we een soortgelijk instrument door Royé nieuw laten bouwen. Hij is een purist die goed luistert naar musici, en dus voortdurend blijft groeien. Door zulke instrumenten te bestellen, kunnen we bijdragen aan de ontwikkeling van Nederlandse bouwers. Dat is ook voor de musici van groot belang.’ ‘We vinden het belangrijk bouwers van eigen bodem in de collectie te hebben, want daar zitten parels tussen’

Afgelopen jaar was er in de media veel aandacht voor instrumenten die steeds vaker belanden bij rijke verzamelaars en musea, waardoor ze buiten het bereik raken van musici. ‘Aan de ene kant is het jammer dat violen en cello’s onbespeeld in vitrines liggen, maar het is eveneens belangrijk dat de grote meesters bewaard blijven, zodat toekomstige bouwers voor het vergaren van kennis altijd op deze voorgangers kunnen terugvallen. Anderzijds worden veel van die instrumenten niet tentoongesteld; ze dreigen in kasten te verstoffen. Daar proberen we iets aan te doen.’

MEESTERVERVALSERS Het fonds krijgt in toenemende mate vleugels aangeboden, ‘maar slechts een klein deel van dat aanbod is geschikt voor onze veeleisende doelgroep’, zegt Schutte. ‘Bovendien wonen veel studerende pianisten vaak te klein. Dat vormt een drempel. Wij bespreken met conservatoria hoe zij kunnen meedenken over het oplossen van dit probleem.’ Maar het meest tot de verbeelding spreken toch de violen en de verhalen die hiermee samenhangen. De inmiddels opgeheven Van Eeghen Stichting schonk vorig jaar een tweetal violen aan het NMF. In de eerste stond een etiket van Stradivari, maar onderzoek wees uit dat het gebruikte hout te nieuw was. ‘We kunnen zelfs niet met zekerheid zeggen dat het een Italiaanse viool is’, vertelt Schutte. ‘Vermoedelijk is het instrument van de Britse gebroeders Voller, drie meestervervalsers uit de 19e eeuw. Maar het blijft een prachtige viool, die nu in bruikleen is bij Sanne Hunfeld, onder meer tweede violiste in het Koninklijk Concertgebouworkest. In de tweede viool zit een etiket Amati. Maar het werd ook hier al snel helder dat dit niet klopte. De viool is vrijwel zeker in Venetië gebouwd aan het begin van de 18e eeuw. De bouwer is echter anoniem. Instrumenten vormen een fascinerende en vaak mysterieuze wereld. ‘Daarom blijven we voortdurend in gesprek met de bespelers, en verzamelen we overal kennis, zodat we niet alleen onze eigen collectie kunnen verfijnen, maar musici ook de weg kunnen wijzen naar een eigen instrument.’

Geschenk Uit de Van Eeghen Stichting

Legaat Tan Crone-vleugel, 211 cm

Geschenk

In bruikleen van een particulier

Viool | Anoniem, mogelijk Voller Brothers Bespeler: Sanne Hunfeld (1981)

Gebouwd door Eva Kingma, Grolloo 2018 "Kingma & Brannen-altfluit" Aangekocht met een donatie van het Pieter Houbolt Fonds Bespeler: Remi Edson

F#-voetstuk: voor de lage noten.

Open kleppen: Het unieke Kingmasysteem heeft 6 extra open kleppen. Je kunt zo de missende kwarttonen en multifone klanken maken. Ideaal voor jazz!

Binnendiameter: 5 mm groter dan bij een normale fluit. Lengte: 20 cm langer dan een normale fluit.

ALTFLUIT

Eva Kingma’s vader was beeldhouwer, haar moeder pianiste. Ze groeide op met klassieke muziek in het atelier van haar vader. Met haar oom Dirk Kuiper, fluitenbouwer en fluitist bij het Concertgebouworkest, ruilde haar vader een beeld tegen een fluit voor Eva, die ze regelmatig uit elkaar haalde. Ze nam zijn werkplaats over. In 1989 verhuisde ze naar haar atelier in Grolloo, waar ze zich specialiseert in het bouwen van (zeer) lage fluiten: ‘Ik werk met Egbert Streuer, de zijspancoureur en veelvuldig wereldkampioen, in Drenthe bij iedereen bekend. Toen ik hier kwam wonen, stapte hij net uit de racerij. Hij is een onvoorstelbaar goede technicus. Thuis heeft hij een metaaldraaierij voor zijn motoren. En inmiddels draait hij ook alles wat je voor de fluiten maar kunt draaien. Ook zilversmid David Kerkhof werkt al jaren voor mij.'

Corpus: zilver en verzilverd. Het mechaniek is verzilverd brons/messing om de fluit niet onnodig zwaar te maken.