6 minute read

Research Vouchers

Winnaars wetenschapsvouchers

Het Maasstad Ziekenhuis stimuleert medewerkers wetenschappelijk onderzoek uit te voeren. Als extra stimulans worden er research vouchers uitgeloofd. Onderzoekers dienen een aanvraag in om in aanmerking te komen voor een research voucher van € 10.000 om hun onderzoek (deels) te financieren. Een interne jury beoordeelt de inzendingen onder andere op wetenschappelijke kwaliteit, maatschappelijke relevantie, het belang van het onderzoek voor het Maasstad Ziekenhuis en multidisciplinaire samenwerking binnen en buiten het ziekenhuis. Hieronder geven een aantal winnaars van de vouchers een kort kijkje in hun onderzoeken.

Juul Cox, ziekenhuisapotheker

Optimalisatie behandeling reumatoïde artritis met behulp van geneesmiddelenspiegels en PROMs

In de reumatologie is er veel onderzoek gedaan naar effecten van geneesmiddelen op de biomedische ziekte activiteit, gemeten met DAS-scores of X-foto ’ s. Tegenwoordig wordt er daarnaast gekeken naar de zogenoemde PROMs (Patient-Reported Outcome Measures) zoals pijn, bewegingsbeperking, arbeidsparticipatie en de impact van de ziekte op de fysieke en emotionele gezondheid. PROMs worden in de literatuur vaak wel meegenomen, maar alleen als secundaire uitkomstmaat. In het Maasstad Ziekenhuis worden sinds enige tijd PROMs afgenomen om te komen tot gepersonaliseerde patiëntenzorg. Kennis ontbreekt echter over de invloed van geneesmiddelspiegels op de PROMs. In het kader daarvan ben ik recent gestart met een promotieonderzoek naar de optimalisatie van de behandeling van reumatoïde artritis met behulp van geneesmiddelspiegels en PROMs, waarbij gefocust wordt op biologische medicijnen, de biologicals.

De komende tijd zal ik onderzoeken wat de verhoudingen zijn tussen de geneesmiddelspiegels van de biologicals in het bloed, de effecten op de PROMs en de kosteneffectiviteit van de geneesmiddelspiegel monitoring. Daarnaast is er tot op heden geen eenduidigheid over de juiste manier van afbouwen van biologicals. In Nederland hanteert elk ziekenhuis en soms zelfs iedere reumatoloog een eigen werkwijze. Doordat het Maasstad Ziekenhuis een Santeon ziekenhuis is, kunnen we gebruik maken van de samenwerking en data-uitwisseling tussen de Santeon ziekenhuizen. We zullen binnen Santeon kijken naar hoe er momenteel wordt omgegaan met de afbouw van biologicals bij patiënten met reumatoïde artritis en dit naast de

Juul Cox

literatuur leggen. We hopen een best practice te vinden en hiermee een bijdrage te kunnen leveren aan (inter)nationale richtlijnen.

Marc Kok

Marc Kok, reumatoloog en Deirisa Lopes-Baretto, projectleider Joint Decision Support)

JOINT Monitoring studie

Zorg dichtbij de patiënt is een van de belangrijkste thema ’ s in het programma Juiste Zorg op de Juiste Plek. Digitale consulten worden steeds vaker gedaan in tijden van COVID-19 bij de afdelingen Reumatologie en Klinische Immunologie meer dan 40%. Naast digitale zorg wordt ook thuismonitoring ontwikkeld. Onderzoek laat zien dat het op afstand monitoren van patiënten bijdraagt aan een lagere ziektelast. Voor een goede besluitvorming tussen zorgverlener en patiënt moet ook bloedonderzoek plaatsvinden. Met dit onderzoek kijken we hoe we dit met de hulp van de patiënt ook thuis kunnen realiseren en hoe kosteneffectief dat is.

Het onderzoek is tweeledig en bestaat uit het meten van essentiële lab-waarden en de therapeutisch drug monitoring van dure geneesmiddelen. Patiënten ontvangen een pakketje voor het thuisprikken met onder andere een vingerprik, een bloedbuis, alcoholdoekjes en een medisch retourenvelop. Met behulp van de (online) instructies kunnen patiënten thuis bloed afnemen en nadien het buisje op de post doen. Het laboratorium analyseert de bloedmonsters en afhankelijk van de deelname aan het onderzoek wordt of een dal-spiegelbepaling uitgevoerd of het niveau van andere relevante parameters gemeten.

In het onderzoek worden zowel de kosten als uitkomsten gemeten. uitkomsten worden gemeten aan de hand van

Deirisa Lopes-Baretto

de Patient Reported Outcomes en kosten worden vanuit een maatschappelijk perspectief meegenomen. Dit houdt in dat zowel medische als niet-medische kosten (bijvoorbeeld productiviteitsverlies) worden vergeleken tussen de interventie en controle groepen.

Seppe Koopman, anesthesioloog

Vermindert spiraal morfine het risico op een delier na een gebroken heupoperatie?

Na twee succesvolle RCT’ s met spinaal morfine als postoperatieve pijnbestrijding, willen wij nu onderzoeken of deze manier van pijnbestrijding het risico op een delier vermindert bij patiënten die worden geopereerd aan een gebroken heup. Door toekenning van de wetenschapsvoucher is dit nu mogelijk.

Een delier komt vaak voor bij deze patiëntencategorie en is geassocieerd met een langere ziekenhuisopname, meer complicaties, slechtere functionele uitkomst en meer sterfte. Er zijn veel risicofactoren voor gevonden en onder de beïnvloedbare risicofactoren voor delier vallen pijn en opiaatconsumptie. Door deze twee te verminderen, is de hoop dat de kans op delier vermindert. Nu wordt vóór de operatie al zo snel mogelijk een zenuwblokkade gegeven, zodat patiënten minder pijn hebben, zonder dat ze opiaten nodig hebben. Spinaal morfine zou ditzelfde doen, maar dan voor na de operatie. Als morfine spinaal wordt toegediend, heeft dit namelijk een pijnstillend effect van 24-36 uur. De hoeveelheid morfine is ook zeer laag (100 µg), waaruit blijkt dat dit nauwelijks in het lichaam komt en dus niet dezelfde effecten op het brein heeft als intraveneus of subcutaan toegediende morfine. Spinaal morfine kan worden toegediend tijdens de ruggenprik die patiënten krijgen voor de operatie.

Voor het onderzoek zullen 360 patiënten worden gerandomiseerd tussen spinale anesthesie met bupivacaïne en spinale anesthesie met bupivacaïne en morfine. De overige zorg zal in beide groepen hetzelfde zijn. De belangrijkste uitkomstmaat is de incidentie van delier in het ziekenhuis. Verder zullen de patiënttevredenheid, pijnstillingsgebruik, pijnscores en complicaties worden onderzocht.

Pieter Smit, medisch moleculair microbioloog en Carla van Tienen, medisch microbioloog

Coronavirus typeren en verspreiding in kaart brengen

Met veel dank hebben wij in december deze onderzoeksbeurs in ontvangst genomen. Gedurende de eerste coronagolf, maar met name in de tweede golf zijn personeelsleden besmet geraakt met Sars-Cov-2. De positief geteste keel-nasofarynx monsters van deze Maasstadters zijn opgeslagen en hebben veelal een hoge virusload. Deze monsters kunnen gebruikt worden om het virus te typeren en verspreiding in kaart te brengen. De techniek die gebruikt gaat worden om het hele virus genoom in kaart te brengen, is nanopore amplicon-based sequencing. Dit is een nieuwe techniek die met behulp van de MinION gedaan wordt en al aanwezig is op ons laboratorium (dankzij VIEW investering). Met deze genetische codes wordt een fylogenetische boom gemaakt, waarbij stammen die genetisch erg op elkaar lijken, zullen clusteren. Stammen in deze clusters zijn meer verwant aan elkaar en dat maakt het meer aannemelijk dat er transmissie heeft plaatsgevonden tussen mensen die met deze virussen geïnfecteerd zijn.

Door de uitkomsten van dit onderzoek zullen we meer inzicht krijgen in de transmissieroutes, wat van groot belang is voor onze zorgmedewerkers. Als duidelijk is dat er nauwelijks risico op besmetting is in het ziekenhuis, zal dit bijdragen aan het gevoel van een veilige werkomgeving. Als blijkt dat er besmetting in het ziekenhuis plaatsvindt, kunnen gerichte infectiepreventiemaatregelen getroffen worden.

Anesthesioloog Aart Jan Teunissen neemt vanwege de afwezigheid van Seppe Koopman ten tijde van de fotoshoot diens plaats in. Pieter Smit Carla van Tienen

This article is from: