WATERSPORT MOERVAART MAGAZINE JANUARI 2022

Page 1

MOERVAART - magazine Driemaandelijks ledenblad van Watersport Moervaart vzw - Wachtebeke – Jaargang 40 – Jan. 2022

We wensen jullie Gewoonweg

Gelukkig Nieuwjaar! Het Watersport Moervaart Team

P509300 Afgiftekantoor 9270, Laarne

Afzendadres: Leeweg 4 – 9270 Laarne V.U. Beernaert Jef


HET BESTUUR

TELEFOON

Beernaert Jef Daens Marc De Rouck Armand Van Houteghem Charles De Witte Jurgen Cappaert Jo

Voorzitter Secretaris Penningmeester Havenmeester Werkgroep Toervaren

0474 317 559 0473 291 879 0496 342 479 0477 460 983 0496 581 374 0496 656 968

Zetel / Redactieadres: LEEWEG 4 9270 LAARNE e-mail: watersport.moervaart@proximus.be Blog: watersportmoervaartnieuws.blogspot.com Ondernemingsnr. 0424. 080. 436 RPR Gent afdeling Dendermonde

Blz 2 Inhoud Blz 3 Voorwoord Blz 5 VOOR U gelezen of gehoord

INHOUD Januari 2022

Blz 8 Hij kwam… Blz 9 Het Krabbend Ankerke Blz 12 Regelgeving Blz 14 Pieter Heydensveer

WERKTEN MEE AAN DIT BLAD: Jo Cappaert Franky Verlyen Chris Van Peteghem Marc Daens Abel Van de Velde Armand De Rouck Eartha Dereuddre Jef Beernaert

Blz 1 Foto Winterprik febr 2021

Watersport Moervaart vzw of de uitgever zijn niet verantwoordelijk voor onjuiste, onvolledige of ontbrekende vermeldingen. Niets uit dit Watersport Moervaart magazine mag overgenomen worden zonder schriftelijke toestemming van de auteur.

Blz 17 De terugtocht Blz 19 Verwarming aan boord Blz 23 Cursiefje: Logboek invullen Blz 24 Hoppend langs Hanzesteden

Waarvoor DANK!

Blz 9: Het krabbend ankerke

Blz 14: Marie van ‘t veir 2

Blz 8: Hij kwam!


Meer dan dromen!

2022 Zoek het avontuur Volg je dromen Vang een zonnestraal tussen de bomen Vier een feestje als het mag Vaar met ons mee Geniet, Drink af en toe een glas & Lach!

B

arre tijden. Korte, zeer natte, donkere dagen.

Kranten en journaals brengen alleen maar slecht nieuws en ontij. De wereldbol lijkt wel een slag van de molen te hebben gekregen. Zelfs Dame Blanche durft niet meer te voorspellen wat de morgen ons brengen zal. En toch is er steeds hoop, zelfs in de donkere zes weken! Een druk op de knop en het licht gaat branden. Na regen komt ooit een zonnestraal, na de winter breekt de lente aan en in de lente, dan gaan we varen! Laat er ons voor gaan! We mogen evenwel niet nalaten om een korte terugblik op het voorbije jaar te werpen, waarin, tot onze spijt, in het voorjaar Jan Willemsen (Vagebond) en Maria Op De Beeck (Capri) het veer namen naar de overkant. De geschiedenis van dat andere veer, de oude overzet tussen Eksaarde en Sinaai, kom je verder in dit blad tegen. We vierden eind september het 40 jarig bestaan van Watersport Moervaart, niet kleinschalig zoals voorzien was, maar met toeters en bellen en heel veel, een pak meer dan we durfden hopen, enthousiaste bezoekende plezier”vierders” uit Vlaanderen en omstreken. Ondanks het natte en met corona doordrenkte voorjaar beleefden we mooie toervaartmomenten, we trokken er samen verder en langer op uit dan ooit tevoren het geval was. Dat smaakt naar meer. Onze toervaarttractor Jo heeft al enkele tochtjes aan zijn trekker hangen. Het scenario is nog niet volledig uitgeschreven, maar veelbelovend. Een voorproefje vind je op volgende pagina terug. In november kregen alle leden een rekening voor 2022 toegestuurd. Aan allen, bedankt om het lidmaatschap te verlengen. Naar gewoonte vind je in de enveloppe tussen het middenblad de lidkaart van Watersport Moervaart terug. Zit die er niet in, dan heb je of niet betaald, of er is iets misgelopen. Neem dan best met ons contact op via mail of tel. Nog even geduld! Uw VPF lidkaart voor 2022 komt er in april aan, samen met het nieuwe vademecum. Ondanks de realiteit en in de wetenschap dat we nog niet onmiddellijk een virusvrij leven kunnen gaan leiden plannen we verder. De jaarlijkse Algemene Vergadering wordt wegens Omicron evenwel verplaatst naar zaterdag 23 april. Die zal doorgaan in Puyenbroeck. Hiervoor ontvangen alle leden in maart een uitnodiging. Kan/mag die toch niet doorgaan, dan hoor je dat op tijd en stond.

Het Watersport Moervaartteam wenst u allen een overdosis genegenheid in 2022 met heel veel mooie vaarbelevenissen! Winterprik Februari 2021

3


VOORJAARSTOERTOCHTEN in 2022

NIEUWS UIT DE HAVEN

Voorlopige lijst - Suggesties zijn altijd welkom! 1. Van za 30 april tot & met ma 2 mei : Begin vaarseizoen. De bestemming staat nog niet vast. Keuzemogelijkheden o.a.: - Brugge - Gent - Astene of Deinze - Ingelmunster – Roeselare - Maldegem Ben je geïnteresseerd in een bepaalde locatie, geef dit het liefst tegen eind januari door aan Jo via mail cappaertjoris@gmail.com

In ons vorige clubblad hebben we iets over het hoofd gezien. Een vergetelheid van de redactie. Mea culpa! De ANGEL van Monique en Willy Pardo werd namelijk begin juli verkocht en vertrok tijdens de grote vakantie naar andere oorden. Monique en Willy lagen gedurende vele jaren bij ons in Wachtebeke. Gezondheidsperikelen en allicht ook een beetje de afstand en de jaren op de teller, noopten hen uiteindelijk om tot verkoop over te gaan. Monique en Willy, bedankt en het ga jullie goed.

2.

Vanaf do 26 mei (Hemelvaartsdag) via Middelburg en het Veerse Meer naar Antwerpen (bij SODIPA). Dit kan enkel doorgaan bij gepaste weersvoorspellingen. Een plan B wordt uitgewerkt. Wie dit wenst kan vanuit Antwerpen terug huiswaarts.

Evelien, Mikko en zoontje Seppe komen met hun boot ’t Ukkepukske voorlopig de ligplaats van ANGEL innemen, dit in afwachting van hun vaste stek. Welkom in Wachtebeke.

3.

Vervolgend op de Hemelvaartstocht varen we vanuit Antwerpen via Herentals naar Geel waar van 3 tot & met 5 juni (Sinksen) de VPF Toervaartreünie doorgaat. Na de reünie keren we over Lier en de Schelde terug naar Wachtebeke.

Ter info: er is geen enkele vrije ligplaats in onze haven, de bezoekerssteigers niet te na gesproken.

Meer info over het toervaren volgt in het aprilnummer.

KERSTSFEER AAN DE MOERVAART

JAARLIJKSE TANKBEURT In de loop van het voorjaar, waarschijnlijk in de maand april, zal opnieuw een diesel- tankbeurt op poten gezet worden. Een juiste datum moet met de leverancier besproken worden. Er wordt gevraagd om diesel zonder biologische toevoeging te leveren. Wil je ook graag bunkeren tegen een goede prijs, geef dan via mail door hoeveel liter je had gewenst. Juiste datum en prijs worden vooraf doorgegeven aan de geïnteresseerden. watersport.moervaart@proximus.be

MEDEBESTUURSLID WORDEN? Dit is een aanbod die we jaarlijks herhalen. Wens je mee te werken aan het wel en wee van Watersport Moervaart, geef je dan op als kandidaat bestuurslid. Volgens de statuten kunnen tot 7 personen zetelen in het bestuur. De functie is onbezoldigd en enkel voor leden met een ligplaats in onze haven. Wens je meer informatie, neem contact op met een der bestuursleden waarvan je de gegevens op blz. 2 terugvindt. Ter info: In het journaal kwam ter sprake dat heel veel vzw’s niet zouden in orde zijn met o.a. UBO en de kruispuntbank. Voor verenigingen niet altijd eenvoudig om mee te zijn, maar in onze club wordt dit nauwgezet opgevolgd en proberen we gelijke tred te houden met de wetgever. Boetes? Neen, bedankt.

4

Op zaterdag 11 december werd op maar liefst 21 (van de 26) jachtjes de kerstverlichting aangezwengeld. Voorwaar, het schept een aangename sfeer aan de pikdonkere waterkant. Jammer dat we na het zwengelen niet coronaproof konden gaan verbroederen bij Wim en Nele. Volgend jaar beter! We dronken ons neutje dan maar in de veilige frisse maar gelukkig tijdelijk droge buitenlucht. Aan de velen die de moeite namen en hun boot versierden, BEDANKT VOOR DE INSPANNING!

TE DURE ENERGIEPRIJS De energieprijzen swingen de pan uit. Dat hebben we ook gemerkt aan de eindafrekening van Watersport Moervaart waar we een flinke som extra moesten betalen. Elk jaar opnieuw zoeken we de goedkoopste leverancier op, momenteel is dit voor ons ENGIE. Het maandelijkse bedrag werd voor 2022 maar even met 35% opgetrokken. Toch laten we voorlopig onze tarief die we doorrekenen aan de leden ongemoeid, al zeker tot na de eerstvolgende teller opname die secretaris Marc zal doen eind april. Daarna evalueren we en voeren indien nodig een tariefaanpassing door. De mogelijke meerkost in april, ook als dat een tekort is, wordt door de clubkas gedekt. Hou evenwel uw verbruik in toom aub. Let vooral bij een winterprik op met elektrische vuurtjes.


GEBUNDELDE BERICHTEN

VOOR U

GELEZEN OF GEHOORD!

KANAAL BOSSUIT - KORTRIJK Een nieuwe uurregeling. Het Kanaal Bossuit-Kortrijk heeft reeds altijd een speciale uurregeling gekend voor de pleziervaart. Ook in 2022 is dat het geval.

Vanaf 1 januari 2022 wordt de pleziervaart volgens het blokvaartschema bediend zoals hiernaast is weergegeven.

Hierbij willen we opmerken dat er op zaterdag bediend wordt tot 17 uur. Op zondagen wordt er niet bediend, ook niet tijdens het pleziervaartseizoen. Onze ervaring: Spreek best tijdig telefonisch af met de bediener van de 3 kleine sluisjes (nr 9, 10 en 11 in Kortrijk) en zorg dat je tijdig ter plaatse bent of je ligt er enkele uren voor aap. Tel 0478 962 603

NIEUWPOORT BOAT SHOW Komt die er – of komt die er niet? In het voorjaar komt traditioneel het beurzentijdperk op gang. Enfin, dat was in ons vroeger leven zo. Düsseldorf, Boot Holland de BBS enz… Na faling van zowel de bootshow in Gent als Nieuwpoort bleef er bij ons niets meer over om naar uit te kijken. Geen ontmoeting, geen gezellig samenzijn meer bij een drankje in de VPF bar. Begin 2021 werd evenwel aangekondigd dat FISA, de organisator van o.a. Batibouw en MOBICAR, de jaarlijkse motorhomebeurs op de Heizel, in de toekomst aan de watersporttouwtjes zou trekken en de 2 beurzen graag wilde organiseren. Ze verkondigden een nieuwe wind in de botenbeurswereld aan, iets om met vreugde te onthalen. Maar het bleef tot nu windstil! Zelfs geen blad hoorden we ritselen. Uiteraard zit Covid 19 er voor een groot part tussen. Tot op 26 november een persbericht verscheen. Wegens de onzekere coronaregels wordt het te moeilijk om Nieuwpoort te laten doorgaan. Zo dat weten we ook weeral, al begrijpen we het wel. Er ligt voor 2022 nog één Belgische watersportbeurs op de stoffige plank. ”LAAT ONS BIDDEN!” NIEUWPOORT INTERNATIONAL BOAT SHOW: Za 26 en zo 27 maart 2022 BRUSSELS BOAT SHOW: van do 20 tot en met ma 24 oktober 2022 in Brussels Expo

Gaat voorlopig door als gepland

We zullen het in het voorjaar moeten doen met BOOT Düsseldorf, van 22 tot 30 januari. Of BOOT HOLLAND in Leeuwarden van 9 tot 13 maart. Als beurs zijn die allicht vele keer interessanter en groter… Maar de sfeer is niet de zelfde, daar lopen we de bekenden niet tegen het lijf, aan de VPF toog.

5


ANTWERPEN Open scheepvaartdagen! Kunnen we in maart niet naar Nieuwpoort, met een beetje geluk kan het misschien wel in Antwerpen. En dat zou zeker een mooi alternatief zijn. Op 25, 26 en 27 maart gaan de open scheepvaartdagen door in de Waagnatie. Maar tijdens datzelfde weekend is iedereen ook welkom op de oude droogdokkensite.

WEST-HINDER, vers in de verf

Voorlopig programma :

Daar wordt 3 dagen lang OPEN-SHIP WEST-HINDER gehouden. Het voormalige lichtschip, dat als enige nog in zijn originele staat is, wordt door veel vrijwilligershanden gerestaureerd. Er zullen randactiviteiten georganiseerd worden en misschien kunnen enkele historische schepen, waarvan tientallen reeds vanuit het oude scheepvaartmuseum bij het Steen hierheen werden verhuisd, ook bezocht worden.

Oude droogdoksite

Vrijdag 25 maart : een Academische Zitting in de Hogere Zeevaartschool. De MPM-schepen (Maritiem Patrimonium) worden voorgesteld. Tijdens een tweede deel zal ingegaan worden op de scheepsramp die zich 110 jaar geleden in 1912 voltrok met een WESTHINDER die aangevaren werd en met man en muis verging. De kandidaat gidsen ontvangen hun gidsendiploma. Zaterdag 14:00u. : Opening WESTHINDER voor publiek Zaterdagavond : WESTHINDER JAZZ Zaterdagnamiddag en zondag tot 17:00u : opendeur.

BENEDEN-DURME Nieuwe voetgangers- fietsbrugverbinding tussen Hamme en Sombeke. De ontwerpopdracht is gestart (NB. Door een Amsterdams ontwerpbureau) en volgens planning zou die er in het voorjaar van 2024 reeds moeten zijn: de nieuwe voetgangers- en fietsersbrug over de Beneden-Durme. De brug, die kadert binnen de Sigmawerken in de Durmevallei, is gepland ter hoogte van Groot Broek en de Sombeekse meersen en zal zo’n 90 meter overspannen.

De nieuwe brug vormt volgens de belanghebbenden (fietsers, wandel- en vogelaars) een belangrijke verbinding in het gebied met groeiende aandacht voor landschap, ecologie en recreatie. Vanuit dat landschappelijk oogpunt werd gekozen voor een karaktervolle houten hoofddraagconstructie. We vinden dat heel mooi, maar begrijp wie begrijpen kan. In Mendonk, waar de mooie Baileybrug (Spanjeveerbrug) met houten pijlers reeds decennia verankerd is met de omgeving, bouwt men straks een betonnen gedrocht. Soms is het toch moeilijk, zo niet onmogelijk, om de gedachtegang van De Vlaamse Waterweg en partners te volgen.

6


VUILWATERTANK Wordt een loodje op de buitenkraan verplicht in Nederland? Je kan het niet gekker bedenken, maar het blijkt geen klucht. Waarover gaat het eigenlijk. Reeds 13 jaar (2009) is het in Nederland voor pleziervaartuigen verboden om toiletwater te lozen. Wil je een grote boodschap doen tijdens uw vaartocht, dan moet je het resultaat van die boodschap goed bewaren. En hoe doe je dat? Je vangt hem op in een reservoir, de zogenoemde zwartwatertank, die eigenlijk “bruin water” bevat. Daarnaast heb je nog de grijswatertank, maar die is vooral bedoeld om water van douche of afwas in op te vangen terwijl daar tot nu geen lozingsprobleem rond gemaakt wordt. Eigenaardig genoeg betekent dit evenwel niet dat een zwartwatertank verplicht is. Niet alle jachtjes, vooral de wat oudere, hebben plaats voor zo’n tank. Bij nieuwbouwjachten stelt er zich geen probleem gezien het, naar CE-norm, verplicht in het ontwerp is opgenomen. Heb je geen zwartwatertank, dan mag je gewoon het toilet niet meer gebruiken. Je moet de billen maar dichtknijpen tot je in een haven komt waar sanitaire voorzieningen aanwezig zijn, in de hoop daar geen lange rij voor u te treffen. In heel dringende gevallen, bv. na die kroket uit de muur te veel, dan heb je natuurlijk een psychologisch probleem. Stiekem zal je allicht de wet overtreden en die voormalige kroket ongezien trachten, via de porseleinen pot, naar buiten te krijgen. Wie kan dat gaan controleren? In de praktijk wordt op heel veel jachtjes het toilet aan boord nog steeds gebruikt en rechtstreeks geloosd in het oppervlaktewater. Nog nooit een vis horen klagen, die sparen natuurlijk hun “uitlaat” ook niet op. Zelfs de jachtjes met reservoirs durven het zootje over boord pompen eens ze de haven uit zijn. Ah ja, want de beroepsvaart, zelfs passagiersschepen, doen het. En de afzuigstations in havens zijn bijna overal “BUITEN DIENST”. Je kan niet blijven opsparen. Het probleem van de overheid is dat ze maar moeilijk gecontroleerd krijgen of een schipper stout is geweest en op de pot zat of zijn tankje geloosd heeft. Een overheid die geen controle heeft, daar wringt een schoentje! Het slot er op? Reeds in 2018 diende een “wakkere” politicus (ene die allicht geen boot heeft), een zekere Tjeerd de Groot, een motie in met het voorstel om afsluitkranen van vuilwatertanks te verzegelen. Alsof ze in NL geen andere problemen hebben werd die motie aangenomen, met als belangrijkste argument dat het lozingsverbod op die manier beter te handhaven is. Het hoeft geen betoog, de Nederlandse pleziervaartwereld, niet de minste, stond op zijn achterpoten. De motie werd dan wel aangenomen, tot vandaag is het nog steeds geen wet. Er liep tot september 2021 een enquête in de pleziervaartwereld, je kon een bezwaar indienen en argumenteren. Zo’n 4000 reacties werden ingediend, zo blijkt. Voor wat het allemaal waard is natuurlijk, want tegen politiek getouwtrek is geen argument opgewassen. Nederland zat evenwel lange tijd in een politieke impasse, de regering was, terwijl dit artikel geschreven werd, nog demissionair (in ’t Vlaams ontslagnemend) en kon geen “zware” beslissingen stemmen. Wat allicht vertragingen teweegbrengt in de verzegelingspolitiek. Er lopen trouwens studies hoe het allemaal kan en moet. Er wordt gedacht aan een zegel die je zelf mag aanbrengen en weer verbreken als je op plaatsen komt waar je wel mag lozen (bv op zee). SLIM!!! Zegeltangen zullen bij ALIBABBA vlot over de toog gaan. Daags voor dit clubblad gedrukt werd kwam er het heuglijke nieuws dat we het artikel moesten aanpassen. Er werd beslist om al zeker tot 1 jan 2023 de verzegelingswet uit te stellen. Er wordt daarbij ook gepleit voor een overgangsperiode van 5 jaar. Volgens geruchten uit de wandelgangen leeft men in de overtuiging dat er eerst veel meer werkende afzuigsystemen moeten geïnstalleerd worden en er betaalbare mini-zuiveringsinstallaties voor aan boord moeten aangeboden worden om er een succesverhaal te kunnen uit halen. In Nederland wordt er wel werk van gemaakt en zouden havens waar meer dan 50 jachtjes liggen afgemeerd verplicht een afzuigstation voor afvalwater moeten installeren. In België zouden we maar 49 steigers leggen, toch? En om het allemaal nog eenvoudiger te maken, urine lozen mag wel. Grootmoe’s po kan best nog eens van pas komen. Naar aanleiding van verkeerde berichtgeving , verspreid door o.a. Rijkswaterstaat, doet het verhaal de ronde dat verzegeling van de buitenkraan moet,

maar momenteel is er, al zeker tot begin 2023, nog steeds geen verplichting om het toilet of de zwartwatertank te gaan voorzien van een loodje. Wil je stiekem een kakske doen in Nederlandse wateren, profiteer ervan nu het nog kan. PAS OP – DIT IS GEEN OPROEP! De hamvraag is natuurlijk, stel dat de wet er ooit komt, hoe moet het dan verder. Wat moet er gedaan worden om de boel te verzegelen? Wie zal het controleren? Kunnen we zomaar verplicht worden om eender wie toe te laten in de diepste krochten van ons privé? Voorwaar, de controleur zal moeten een slangenmens zijn. En vooral, hoe kunnen we het omzeilen – HIHI! Maar dat zijn toekomstzorgen. In een volgend clubblad zullen we als voorbereiding de mogelijkheden van vuilwatertanks behandelen. En uiteraard, zodra we meer horen over dit onderwerp, maken we er hier melding van. Maak je intussen geen zorgen, verzegelen moet nog niet!

7


Hij kwam… Tekst: Jo Cappaert Foto’s: Jo en Abel

Hij kwam…

B

en nogal vroeg wakker voor een zaterdag. Bij het buiten laten van onze hond Buggle (eigenlijk die van de dochter) merk ik op het raam van de berging mooie bloemetjes, ijsbloemetjes! De negatieve temperatuur in samenwerking met hoge vochtigheid en een laagstaande opkomende zon maakt van dat raam een mooi tijdelijk kunstwerk. Dit roept herinneringen op aan mijn jaren van kind zijn.

Moeder die ’s morgens de Leuvense stoof aanmaakte, hopend dat de wind goed zat, want anders kwam de kamer vol rook. De deur- en raamspleten waren afgedekt. Maar als de kachel aantrok verdreef die al gauw de kilte en sloeg de damp op de bevroren ruiten. De ijsbloemen lieten één voor één hun stevigheid gaan en transformeerden in waterdruppels. De realiteit, het was winter.

Nu hebben we wel centrale verwarming. Maar in verband met het verkleinen van onze ecologische voetafdruk, hebben we het aanslaan van de brander verlaat alsook, op aanraden van de inspecteur op radio twee, de thermostaat twee graden lager gezet. En dat niet alleen voor die voetafdruk, maar vooral omwille van de extreem hoge energieprijzen en de angst voor een onbetaalbare eindafrekening. Van alle tips om te besparen is dit de efficiëntste, aldus Sven Pichal. Dit is meteen de verklaring voor de winterse bloemen op het raam. EN hopelijk krijgen we deze winter geen zere voeten met het verkleinen van onze voetafdruk. Maar nu terug naar wat de dag ons gaat brengen. Ik ben vol verwachting… We mogen die lieve kindervriend, de Sint en zijn Pieten met de boot naar Rieme brengen.

8

Bij aankomst in ons haventje aan de Moervaart lijkt het erop of het is met de stoomboot te doen. Een pover maar deugdelijk winterzonnetje is volop bezig onze bootjes van ijs te ontdoen wat een opstijgende dampwolk teweeg brengt. Heel voorzichtig stappen we aan boord want aan de schaduwkant is het nog verraderlijk glad. De komst van Sint en Pieten roept weer herinneringen uit de kindertijd op. Het uur van afvaart is nabij. Om 11u30 steken we, goed ingeduffeld, van wal. Onze jachtjes zijn rijkelijk versierd met wimpels en ballonnen. Aan een gezapig tempo drijven we over de Moervaart en het Kanaal, waar we door menig binnenschipper, maar ook door vrachtwagens en zelfs een bedrijfstreintje op de wal, met claxongeluid verwelkomd worden.

Bij het nuttigen van een warme tas soep naderen we Rieme waar een uitbundige, joelende massa kinderen, ouders en grootouders de Sint al staan op te wachten. Ik krijg zowaar de krop in de keel, nee niet van de soep, maar van de emotie bij het zien van zoveel uitgelaten enthousiasme bij de vele, met grote ogen starende kinderen. Sint en Pieten gaan aan wal en worden hartelijk ontvangen door de zingende massa, waarna Hij zich begeeft naar een tijdelijke troon in een bedrijfshal vlakbij.

Onze taak is volbracht, we hebben de Sint en zijn entourage veilig afgeleverd en dat verdient een… borrel, aldus onze voorzitter, waarna Eartha in actie schiet en zorgt voor glazen en een gekoelde fles graanjenever. Na het nuttigen van onze borrel, allee, om het evenwicht te bewaren eigenlijk twee, zetten we koers richting thuishaven. Met wind op kop en de zon verscholen achter de snel oprukkende regenwolken, voelt de terugtocht veel frisser aan. Maar de gedachte aan de emoties van die jonge gasten doet me rillen van genot, die koude rillingen deren ons niet.

Het was een leuke belevenis, trouwens een goede en veilig georganiseerde activiteit, waarvoor een dikke duim naar de organisatoren toe.

Ooo! En ook dit jaar…. Er waren blijkbaar geen stoute kinderen!!!


WIE VAART… MAAKT KRASSEN!

NICOLAS &

Iedereen komt al eens wat tegen. Niets om verlegen over te doen, in tegendeel! Dit clubblad is de uitgelezen plaats om uw verhaal met anderen te delen. We zijn steeds op zoek naar nieuwe verhalen en richten de oproep aan alle pleziervaarders om ons een verhaal te brengen. Schrijf je zelf niet graag, we willen het voor u doen. Stuur ons een mailtje: watersport.moervaart@proximus.be. Soms kom je heel onverwacht in een penibele situatie terecht. Op het verkeerde tijdstip en vooral op een onaangename plaats. Ann en Franky kunnen er van meespreken. Hier volgt hun ervaring van lang geleden, maar het kan morgen zomaar iemand anders z’n beurt zijn.

Het krrrabbend ankerke Tekst: Franky Verlyen - MY Nicolas Foto’s: Tugspotters.com

H

alf Oest 2010. Lang weekend! We spreken met een aantal jachtjes uit onze club in Mendonk af om een gezamenlijke 3-daagse trip te maken naar Wemeldinge. Helemaal niet ver weg, Westerschelde over richting Hansweert, het Kanaal door Zuid Beveland en je bent er. Zaterdagmorgen 14 augustus, in de ochtend vertrekt iedereen naar de bestemming, iedereen, behalve wij. We willen naar de voetbal, Franky zijn zoon, Nicolas, speelt mee op zaterdag, wij zijn de supporters. We zullen zondag, met het getij mee, achtervaren. Zondagmorgen, voor afvaart, gaan we eerst nog een koffietje drinken bij Rudy en Anita op het MS Sepia. We vertellen hen dat we naar Wemeldinge varen, voor het eerst alleen op de Westerschelde, je weet maar nooit. Rudy zegt nog: ‘Goh, Franky, ge moet u geen zorgen maken. Gij gaat niet in panne vallen. Ge hebt er al zoveel gesleept, dat gaat bij u niet gebeuren.’ Ann, mijn partner, is er toch niet heel gerust in en vraagt: ‘Rudy, wat moet ik doen als we wel in panne zouden vallen?’ “Ge moet naar voor gaan en het anker laten vallen” zegt hij. Zo simpel zou het zijn. Ok! Maar ’t zal niet nodig zijn… zeker?

NICOLAS op de stenen

Na de uitgebreide uitleg van iemand met veel ervaring vertrekken we vol goede moed richting Terneuzen. We draaien rond 14.00u de Westerschelde op naar Hansweert met windkracht 2 in de ‘zeilen’. De wind staat een beetje verkeerd en veroorzaakt in samenwerking met de stroming en de passerende zeevaart een hoop hoge golven. Met andere woorden, het klotst nogal! Plots, juist voor groene boei 29, valt de motor uit. Dedju, wat nu! Ik duik onverlet de machinekamer in maar krijg de tegenwerkende motor niet meer aan de praat. Het ochtendgesprek met de goede raad van tante Kaat (of was het nonkel Rudy) indachtig waggelt Ann, zowaar bijna op handen en voeten, door het hevig schommelende gangboord naar voren en probeert het anker uit te gooien. Enfin, dat lukt, maar zonder goed resultaat. Het anker heeft even vaste grond gehad maar begint al vlug te krabben. Is de bodem bedekt met stenen in plaats van zand, of is ons anker niet geschikt, of is de ketting net iets te kort? In elk geval, het anker kan de boot niet vastzetten. We drijven in sneltempo af naar de wal. En alsof de Duivel in eigen persoon er de hand in heeft, neem het maar voor waar, de windkracht trekt zienderogen aan. De Nicolas zit intussen aan de grond en ligt te bonken op de stenen. Ik heb met de marifoon wel al Hansweert opgeroepen, we kunnen niets anders doen dan wachten, en wachten duurt lang of het lijkt toch zo.

9


Vebo Runner en zwarte Zodiac

Een boot uit Hansweert komt ter plekke maar kan wegens de beperkte diepgang ons schip niet bereiken. Het risico op schade aan hun reddingssloep is blijkbaar te groot. Ze raden ons aan om het schip te verlaten en aan wal te gaan. Zij varen onverrichterzake terug richting Hansweert. Maar wij verlaten de Nicolas niet. Ik heb dan maar Uitkijk Terneuzen opgeroepen en onze positie doorgegeven. We krijgen contact met Multraship. Zij verzoeken mij om op een ander marifoonkanaal af te stemmen om zo de scheepvaartfrequentie niet te verstoren en in stand-by te blijven. Ze zijn al onderweg. Uit de buitenhaven zien we een grote zwarte zodiak en een geel sleepbootje afkomen om ons hulp te bieden. Enige minuten later stopt een bestelwagen op de dijk (PostNL???). Een man stapt uit. Ann denkt dat het de eerste ramptoerist is die foto’s komt nemen voor zijn collectie “jachies in penarie”, zoals dat gaat zijn die vlugger dan de reddingsdienst. Maar neen, het is iemand van de reddingsploeg van Multraship.

De persoon komt zowaar aan boord zonder zijn schoenen nat te maken. Zo dicht liggen we aan de kant, te hotsen tegen de stenen van de dijk. Hij neemt de leiding over het schip. Intussen is de zodiac er ook, zij hebben de lijnen van het slepertje mee. Dat slepertje blijkt de Vebo Runner te zijn, geen sleepboot maar een door jet aangedreven snelheidsmonster van de Verenigde Bootlieden (VEBO) die voor allerhande zaken wordt ingezet, ideaal voor snelle interventies. Een matroos stapt zomaar uit de zodiac het water in om die touwen vast te maken aan onze boot. De windkracht is naar 4 à 5 aangewakkerd. Dat wordt nog prettig! Ik moet van een van de redders gaan kijken of er geen water in de boot komt. We hebben heel veel geluk. Door het constante bonken op de stenen is het niet ondenkbaar dat er wel hier of daar een scheur of gat in het onderschip zou zitten, maar alles is mooi droog. Intussen is de sleep gestart. Het gaat terug richting de sluis van Het konvooi op weg naar Terneuzen Terneuzen. Wemeldinge zal het zonder ons moeten doen. Intussen hebben we gezelschap gekregen van Rijkswaterstaat. Dat ontbrak er nog aan! De hulpverleners stellen ons gerust en doen zeer goed hun werk. Er passeert, al dan niet toevallig, nog een sleepboot, zo’n mastodont van Multratug en deze wordt door onze redders opgeroepen met de vraag om ons te begeleiden zodat ze de opkomende golven kunnen breken en het voor ons iets gezelliger (minder woelig) wordt. Ann en ikzelf zitten allebei nogal aangedaan, en allicht bleekjes, op het achterdek. Ann wordt onwel, de maaginhoud wil er uit. De stuurman maakt voorzichtig een opmerking: “Mevrouw, je zou beter aan de andere kant komen en op uw knieën gaan zitten want anders komt alles in je gezicht terecht”. Ach, het is daarom dat je op een schip steeds moet kijken hoe de wind zit! We naderen de sluis van Terneuzen waar de Marechaussee ons staat op te wachten. Ook dat kan er nog bij. We meren aan voor de sluis. “Eventjes blazen meneer.” De alcoholtester duidt een

“P” aan. Wablief,

positief? Wie mij kent weet dat ik niet positief kan zijn. Ann kijkt mij heel verwonderd aan. Ik ben zelf ook uit het lood geslagen. Kan toch niet van Ruddy’s koffie zijn? Ik heb nog geen drup aangeraakt, enfin, alleen een pot hete soep gedronken deze middag. De politieman ziet onze verbijstering en stelt ons gerust “geen probleem hoor, P betekent PASS wat negatief is”. OEF!

10

Onze gangmaker


Veilig aan de kant Intussen komen die lui van Rijkswaterstaat ook aan boord. Ze willen de boot controleren op schade. Gelukkig is er geen water in de boot en krijgen we toestemming om de sluis binnen te varen. Wat ze in het andere geval doen is mij een raadsel. We worden vlot in en uit de sluis gesleept en de boot wordt afgemeerd aan de kaai bij jachtwerf Vermeulen (die er intussen wegens de bouw van de nieuwe sluis niet meer is). Heel wat documenten worden opgemaakt voor de sleep en de verzekering. Gelukkig hebben we een omnium want de kosten lopen flink op. De sleep alleen al zou €15000 zijn. Ah ja, want het is 15 augustus en zondag, dat betaal je dubbel en dik. De boot wordt de dag erop uit het water getild. We zien dat er toch heel wat deuken in de romp zitten, gelukkig is de Nicolas stevig en in een goede staat, het onderwaterschip heeft het gewonnen op de keien en stand gehouden. De herstellingskosten lopen niettemin algauw op tot ongeveer €25000. Vermeulen vindt de oorzaak niet direct waarom de motor niet meer wou draaien, al weet iedereen dat vervuiling allicht aan de basis ligt. Ik had voor onze trip alle dieselfilters vervangen, van achterstallig onderhoud was er geen sprake. Na lang zoeken komen ze toch op de oorzaak. Er zit nog een onooglijk zeef-filtertje in de brandstofpomp. Na deze te hebben vervangen start de motor opnieuw alsof er niets is gebeurt. De werkuren aan de motor vallen jammer genoeg niet onder de verzekering, die kost moeten we zelf dragen. In de brandstoftank worden algen aangetroffen. De tanks zijn al een kleine 20 jaar oud en werden nog nooit gereinigd. Kan ook niet want er zitten geen mangaten in. We nemen het wijze besluit om 2 mangaten aan te laten brengen zodat de tanks zuiver kunnen gemaakt worden en we die ook later nog kunnen inspecteren. Geen beestjes meer in onze tank (alleen een tijger mag nog). Elk jachtje zou die moeten hebben! (niet de tijger, wel het mangat!)

Nadat alle schade is hersteld, alles werd geverfd en terug opgeknapt, wordt de NICOLAS terug in het water gelegd. Na nog een laatste check-up op waterdichtheid kunnen we, een groot verhaal rijker, terug naar onze thuishaven varen. Eind goed – al goed! En ze leefden nog lang en gelukkig!

11


?

REGELGEVING PLEZIERVAART

Tekst Jef Beernaert

Een update. W

e willen niet in herhaling vallen, de meeste zaken zijn wel al eens in uw clubblad vermeld, maar er werd de laatste jaren door verschillende overheidsinstanties zoveel gesleuteld aan de wetgeving dat je op den duur niet meer weet wat boven of onder is. Om wat duidelijkheid te scheppen maken we een lijstje op waarbij je kan afvinken waaraan je voldoet of misschien juist nog niet! Belangrijk, we hebben het hier over de Belgische en Vlaamse wetgeving, maar maken indien nodig een zijsprongetje. We moesten voor alle zekerheid alles opnieuw uitzoeken en soms al eens wat dieper graven maar we proberen hierbij een zo compleet mogelijk dossier mee te geven. Let wel, we beperken ons tot gemotoriseerde pleziervaartuigen. Surfplanken, zeilerij en jetski laten we voor wat het is, anders wordt het weer te moeilijk en onoverzichtelijk. Je doet volgens de wetgever aan pleziervaart indien je een vaartuig op zee of op de waterwegen hebt, en je gebruikt dit niet beroepsmatig.

Deze lijst is geldig op datum 1 januari 2022. Voor hoe lang? Dat weet je nooit! BOORDDOCUMENTEN Wat hebben we verplicht nodig REGISTRATIEDOCUMENT: Belgische pleziervaartuigen met een lengte vanaf 2,5m, moeten geregistreerd worden. Hebt u nog een geldige vlaggenbrief, dan blijft deze geldig en vervangt het immatriculatiedocument tot op de vervaldag. Dat oude immatriculatiedocument vervalt dan eens u een registratiedocument hebt. Het blauwe registratieplaatje heeft vanaf dan geen nut meer en mag verwijderd worden. Buitenlandse vaartuigen die naar België komen moeten ook geregistreerd zijn, of in eigen land of land van thuishaven. Belgische eigenaars met een boot die ze (omwille van fiscale voordelen) inschreven in NL en die daarna onder NLdse vlag naar België komen met hun boot, riskeren bij controle een boete van €500 (aldus FOD Mobiliteit). Het Belgische registratienummer dient op de romp aangebracht te worden in contrasterende letters zoals vb. hieronder.

B 015385

B = Binnenwater + zee

INB 015385

INB = Enkel binnenwater

12

Is uw vaartuig ingeschreven INB (binnenwater) dan mag je niet op zee. Heb je B, dan mag je wel op zee maar moet je boot steeds voldoen aan de veiligheidsuitrusting voor de zee, zelfs als je op binnenwater zit. Uw registratiedocument kan desnoods aangepast worden door een nieuw aan te vragen en de nodige documenten voor te leggen (en door opnieuw te betalen natuurlijk).

CE CERTIFIKAAT: Alle jachtjes die in de handel werden gebracht na 16 juni 1998 moeten beschikken over een CE- document, vergezeld van een complete handleiding opgemaakt door de constructeur. Pleziervaartuigen van voor die datum hebben dit niet nodig. Bij tweedehandsaankoop dient hierop gelet te worden. Zonder CE Certificaat kan je niet registreren. VERZEKERING: Een moeilijke! Ook al moet je het document steeds voorleggen bij een controle door de mensen van de FOD Mobiliteit, officieel is nergens beschreven dat je een verzekering moet hebben. In het staatsblad staat enkel dat het in sommige gevallen kan opgelegd worden. Evenwel, zonder verzekering kan je geen registratiedocument bekomen. Technisch gezien kan je dus niet registreren zonder verzekering. De meeste jachtclubs, ook Watersport Moervaart vzw, leggen aan hun ligplaatshouders een verzekering op “burgerlijke aansprakelijkheid + berging”.


VAARBEWIJS: Een vaarbewijs in België is verplicht indien uw vaartuig groter is dan 15 m, of sneller kan varen dan 20 km/uur.

MEETBRIEF: Enkel pleziervaartuigen met een romplengte gelijk aan of groter dan 20 m moeten een meetbrief hebben.

OPGELET: Vanaf 1 januari 2022 moet de bestuurder van een pleziervaartuig groter dan 15m of sneller dan 20 km/uur dat op zee vaart ook een brevet hebben, dat was voorheen niet nodig.

WATERWEGENVERGUNNING In Vlaanderen is een waterwegenvergunning vereist voor: - Vaartuigen die groter zijn dan 6 meter en/of sneller varen dan 20 km per uur; - Varen op, of gemeerd zijn op een ligplaats langs de bevaarbare waterwegen van het Vlaamse Gewest. Let op: Ook stilliggers moeten steeds over een geldende volwaardige waterwegenvergunning beschikken. Vroeger volstond een tijdelijk vignet, nu niet meer!

Is uw boot kleiner dan 15 m en trager dan 20 km/uur, dan mag je overal varen zonder brevet, ook op zee of de Beneden Zeeschelde! ICC: Het ICC (International Certificate for operators of pleasure Craft) is een internationaal vaarbewijs dat in de meeste Europese landen wordt erkend. De nationale brevetten (zoals het stuurbrevet, yachtman en yachtnavigator) daarentegen worden bij de plaatselijke autoriteiten of bij bootverhuurders niet altijd aanvaard als bewijs van vaarbekwaamheid, in hoofdzaak omdat ze onze taal niet kennen. Een ICC kan pas aangevraagd worden nadat u een vaarbewijs hebt behaald. Een ICC is geen vervanging van het Belgische nationale stuurbrevet. Het is een aanvulling en dient enkel om gebruikt te worden in het buitenland. Een ICC hebben we in eigen land dus niet nodig. ZENDVERGUNNING Een zendvergunning mag niet verward worden met een bedieningscertificaat. Het betreft een document waarop beschreven wordt welke installatie u aan boord hebt. De internationale regelgeving schrijft voor dat zich aan boord van vaartuigen, uitgerust met een zendinstallatie (marifoon, AIS, radar…), verplicht een vergunning met de beschrijving van de installatie moet bevinden. Deze vergunning is gratis en wordt afgegeven door het BIPT, dat enkel bevoegd is voor vaartuigen die ingeschreven zijn in België of die onder de Belgische vlag varen. Elk pleziervaartuig groter dan 7 m dat op de Belgische waterwegen vaart moet minstens 1 marifoon aan boord hebben, in dat geval dus ook een zendvergunning. Vroeger moesten merk en type van elk toestel aan boord doorgegeven worden. Nu volstaat het om het aantal op te geven, merk en type worden niet meer vermeld. BEDIENINGSCERTIFICAAT RADIOFONIE Om de marifoon te mogen bedienen moet je in het bezit zijn van een bedieningscertificaat. Dat wil eigenlijk zeggen dat er minstens één van de opvarenden geslaagd moet zijn voor het examen. Die persoon moet zijn certificaat effectief aan boord hebben. Dit geld op alle jachtjes groter dan 7 m, of van zodra er een marifoon aan boord is. Huurboten vallen niet onder die regel en mogen zonder marifoon varen.

U heeft geen waterwegenvergunning nodig op het Kanaal Gent-Terneuzen, het Kanaal Brugge-Zeebrugge, de Grensleie, de Gemeenschappelijke Maas (Smeermaas), de BenedenZeeschelde en de Schelde-Rijnverbinding, in de stadshaven van Antwerpen, in de kustjachthavens en op zee. De waterwegenvergunning is een digitaal document, het is niet verplicht om deze af te drukken en aan boord te bewaren of voor het raam te hangen. SCHEEPVAARTREGLEMENT Je moet ten allen tijde het scheepvaartreglement dat geldt voor het vaarwater waarop u zich bevindt kunnen raadplegen. Tegenwoordig moet je het niet meer verplicht in boekvorm aan boord hebben, indien je het kan voorleggen in digitale vorm, bv. op laptop of met je smartphone, volstaat het. Het scheepvaartreglement is terug te vinden per vaardistrict op de website van de FOD MOBILITEIT onder de rubriek ‘vaarregels’. Daar kan je de nieuwste versie gratis downloaden. Ook in NL wordt geëist dat je beschikt over de scheepvaartreglementen, die staan afgedrukt in de ANWB Wateralmanak deel 1. VAARKAARTEN EN GETIJTAFELS Je dient steeds over de up-to-date vaarkaarten te beschikken van het waterpand waarop u zich bevind. Is dat een getijdenrivier, dan moet je de getijtafels kunnen raadplegen.

De belangrijke boorddocumenten hebben we gehad, weliswaar beknopt. De compleet uitgeschreven Belgische + Vlaamse regelgeving kan je samenrapen uit het Staatsblad, op de website van de FOD Mobiliteit en op VisuRis. De documenten moeten in principe steeds aan boord zijn, ook als je niet vaart en in de winter gewoon gezellig komt klussen of niets doen. Neem fotokopies van uw documenten en hou ze aan boord, deze worden door de controleurs, die van goede wil zijn, ook aanvaard. In het buitenland moet je soms andere documenten kunnen voorleggen even zoals buitenlanders moeten voldoen aan de Belgische regels om hier te mogen varen.

13


Langs de Moervaart

Tusschen Exaerde en Snoai

Verhaal aangebracht door Chris Van Peteghem

Foto’s in bruikleen gegeven door Madeleine Bauwens

‘t Pilaveir Het Pieter Heydensveer

A Marie

ls je op de Moervaart vaart richting Lokeren, dan kan je een goede 2 km voorbij de brug in Sinaai en 1 km voor Moervaart en Zuidlede in Daknam één Durme worden, aan bakboordzijde een zitbankje zien staan met een informatiebordje erbij dat voor fietsers en wandelaars bestemd is. Op dat bord staat vermeld dat hier ooit een veerpontje was, een eeuwenoud pontje, het Pieter Heydensveer. Dat voetveer is reeds enige decennia buiten werking en werd tijdens de laatste 50 jaar actieve dienst gerund, of liever geboomd, door een vrouw, Marie Van Laere, in de volksmond bekend als Marie van ‘t veir. Gezien we het als onze plicht voelen om het heden maar ook eens het verleden op en langs de Moervaart onder de aandacht te brengen kunnen we het veer, dat de laatste jaren, met de explosie van het wandel- en fietstoerisme, weer eens voor het voetlicht kwam, niet overslaan.

Het veer en de abdij Het is een feit dat de Moervaart in de Middeleeuwen en tot lang daarna, zeker tot de Sassevaart gegraven werd, heel belangrijk was voor de Gentenaren en voor de abdij van Boudelo (vroeger Baudeloo geschreven). De abdij werd schuchter gesticht in 1198 vlakbij Coudenborm in Klein-Sinaai maar groeide als kool. Het was onder impuls van de cisterciënzer monniken, ondersteund door de Graaf van Vlaanderen, dat de moerassige streek ontgint werd. De noordelijke Durmearm, toen nog Noordlede, werd uitgediept om een betere afwatering te creëren naar de Schelde. Door die afwatering werd kostbare vruchtbare landbouwgrond gewonnen.

14

Volgens oude documenten was de Noordlede in de 14de eeuw reeds bevaarbaar, vooral ten behoeve van o.a. landbouwproducten en vooral de turfontginning (moere). Zo kwam allicht de naam Moere vaert (mourebeke). Op een oude kaart uit 1500 staat dit in het Frans vermeld als “Canal de Moer”. Al heel vroeg is sprake van enkele bruggen die tegen betaling konden geopend worden, zelfs er onderdoor varen kostte geld. Deed je het toch zonder betalen, dan maakte je kans dat je schuit werd “gearresteerd”. Te voet lange afstanden afleggen tot aan een brug om over te steken is niet zo vanzelfsprekend. Langs Moervaart en Durme waren er veel meer pontjes, in en rond Lokeren waren er al zeker 7 overzetplaatsen. Het Spanjeveer hebben we al vroeger besproken maar hoorde niet bij die 7.


Om Eksaarde dichter bij Sinaai te brengen was er eeuwen geleden al een veerpontje. Wanneer het veer voor het eerst in gebruik werd genomen is een raadsel. Het veer was in beheer van de abdij die het verpachtte aan een veerman. Maar gezien de abdij van Boudelo een hectisch bestaan kende met plunderingen, vernieling, brand en overstromingen zijn heel veel notities van het gaan en staan van de monniken verloren gegaan.

Moervaart

Stekense vaart Abdij van Boudelo

Hoofdingang

De allereerste uitbater van de overzet zou een zekere Pieter Heydens geweest zijn, vandaar de officiële naam van het veer, een naam die door de eeuwen heen verbasterd werd. Het oudste document dat werd teruggevonden met betrekking tot het veer is een contract van 3 juni 1715, daarin is te lezen; “ den Eerw heer Prelaat van Abdije van Baudelo verhuert, ende in loyalen pachte gegefen aen Michiel Brabander….. in Pierije veer met de emolumenten ende profijtte van oversett daarvan dependerende, mits alsulcke een derde paert van hofstede, schuere, hoflant, ende aert daer mede gaende groot omtrent hondert roeden”. Het “Pier (Pieter) eije (Heydens) veer werd dus verhuurd samen met de losplaats voor schepen (aert), 1/3 van een boerderij, een schuur en 100 roeden of ongeveer 1500 m2 grond. Na de Habsburgers, Spanjaarden en de Oostenrijkers kwamen in 1792 de Franse Revolutionairen, de zogenaamde Fransculotten, de plak zwaaien. Dat had grote gevolgen. Er werden kerken geplunderd en kloosterordes ontbonden. Bezittingen van abdijen werden openbaar verkocht, men noemde die bezittingen “zwart goed”. De woning van de veerman hoorde daarbij en werd, naar wordt aangenomen, door een Lokerse vrijmetselaar gekocht. Het staat in elk geval vast dat tot omstreeks 1825 een vrijmetselaarsloge, “L’Accord Parfait”, haar geheime bijeenkomsten hield in dat eenzaam gelegen veermanshuis. Gezien onder de Fransen een strikte scheiding der machten werd ingevoerd (de kerk werd getolereerd maar werd alle macht en rijkdom ontnomen) zal het veer waarschijnlijk in overheidshanden zijn gevallen, en dat is zo gebleven tot Lokeren na de gemeentefusie de veerdienst in 1980 afschafte. In 1824 wordt het veer beschreven als volgt: “ … een veer met pont en schuit, genaamd naar den eersten eigenaar, Pieter Yden’s veer”. Op 11 december 1894 wordt het veer onder de benaming “veer van Exaerde” openbaar verpacht aan August De Roover landbouwer te Lokeren, mits vijf frank. In het Koninklijk besluit van 28 oktober 1905 staat het Pieter Heydensveer te Exaerde vermeld bij de overzetten voor voetgangers.

Een toch wel verrassend detail, het vroegere veerhuis waarvan we reeds beschreven dat de abdij het voor 1/3 verhuurde aan de veerman is heden nog steeds ingedeeld in twee woningen waarin lange tijd de veerman woonde. De laatste veervrouw, Maria van ’t veir, woonde daar niet, maar wel in de woning op de andere oever van de Moervaart.

Marie van t’veir Maria Van Laere (°1909 +1983) afkomstig uit Daknam, was de laatste veervrouw. Ze huwde in 1930 met Artuur Bauwens. Vader Bauwens had het veer reeds vele jaren in handen en gaf de dienst door aan het jonge koppel. Ze vestigden zich in de ouderlijke woning aan het water (naast het pompgemaal). Ook al kon Marie niet zwemmen, ze begon als jonge vrouw in 1930 haar carrière als veervrouw en oppasser voor het gemaal. Ze bleef dit doen tot op gezegende leeftijd, tot 1980. Toen werd ze met trompetgeschal gehuldigd voor 50 jaar dienst. Voor het veer moest betaald worden. De laatste tarieven waren:

Voetganger 1 frank Fietser 2 frank Kruiwagen 5 frank

De boot van Marie was oorspronkelijk een houten punter met spiegel die niet geroeid maar geboomd werd. Dat wil zeggen dat de boot werd voortbewogen en gestuurd door met een lange stok af te duwen in de Moervaartbodem. Punters zijn eenvoudige houten schepen met een vlakke bodem en weinig diepgang. Dergelijke redelijk goedkope scheepjes werden o.a. ook gebruikt bij de turfwinning in de Moervaartvallei.

15


De afgedankte veerboot – alias genie stormboot

Het bord bij het veer

Tot voor enkele jaren lag er nog een schuit bij de overzet. Dat was niet de punter van Marie maar haar laatste boot. Nadat de punter tot de draad versleten was en zelfs met vlas en teer niet meer te herstellen bleek, werd een afgedankte houten stormboot van het leger gekocht in de ‘Depot Westakkers Haasdonk’. Die maakte nog jaren, als laatste veerboot van Marie, en ook een beetje van haar zoon Frans Bauwens, de dienst uit. Met dergelijke stabiele badkuipen, veelvuldig gebruikt door genietroepen, werden manschappen overgezet bij een kanaal of rivier tijdens een militaire oefening of interventie. Frans Bauwens (°1933 +2017), gebruikte deze nog af en toe in de jaren na het overlijden van Marie, meestal op aanvraag, om groepjes over de Moervaart te zetten. Frans woonde in zijn moeders huis. Hij nam trouwens de verantwoordelijkheid voor het oude pompgemaal reeds eerder over van Marie. (Nu woont er een kleinzoon van Marie in het huis). In 2002 was de veerdienst finaal voorbij. Misschien ligt die boot nog ergens te verkommeren. Of zoals we veel te vaak zien bij afdankertjes is hij misschien wel bloembak geworden.

Frans Bauwens

Zelfbedieningsveer en de pleziervaart Moeten we bang zijn dat er een extra hindernis komt op de Moervaart? Eigenlijk niet. Hoe meer de Moervaart benut wordt, des te beter. Natuurlijk hangt het af welk type veer er zou ingezet worden. Een kabelveer ligt voor de hand, zo zijn er al verschillende in dienst, weliswaar nog geen enkel zelfbedieningsveer op bevaarbare waterwegen. Toch niet in Vlaanderen. In Nederland zie je er sporadisch een, maar bij de noorderburen is alles blijkbaar iets beter geregeld. En daar zit mogelijk een addertje onder het gras, het is geen kattenpis om hier iets dergelijks goedgekeurd te krijgen op vlak van veiligheid. We weten niet hoe de Vlaamse Waterweg hierover denkt, alhoewel, als het voor de Heilige Fiets is kan er veel!

Ter herinnering aan Marie en haar veer, waarom niet? De informatie over Marie en Frans kregen we uit eerste hand van Madeleine Bauwens, dochter van Marie, zus van Frans. Waarvoor dank.

Nieuwe plannen of een natte droom? Reeds enkele jaren doet het gerucht de ronde dat het veer in ere hersteld zal worden. Voor vele wandelaars en fietsers zou een verbinding van de beide oevers ter hoogte van het Pieter Heydensveer een dankbaar verlengpunt van de tocht zijn. Er zijn zowel wandelals fietsknooppunten op die plaats. Deze verbinding is een belangrijke ontbrekende schakel in het wandel- en fietsnetwerk in de regio, ongeveer halfweg tussen Spletterenbrug en Sinaaibrug. Op de plek waar eeuwenlang het veer was en in 1980 door Lokeren werd opgedoekt omwille van personeelskosten, kan een modern, zelf te bedienen veer een goed alternatief bieden. De aanvoerwegen van vroeger zijn er nog. Maar het stadsbestuur van Lokeren werkt hier niet echt in mee. Naar eigen zeggen is de stad wel voorstander om het veer nieuw leven in te blazen maar ze zouden dit willen koppelen aan een eventuele aanleg van een betere fietsaccommodatie op de Durme- en Moervaartdijken. Het stadsbestuur is van mening dat hierdoor het toekomstig veer meer en efficiënter zal kunnen gebruikt worden. Verharden van wegen zal dan weer aangevochten worden door natuurbewegingen, je voelt het al komen?

16

Zelfbedieningspontje in Nederland Het is voor passerende bootjes natuurlijk kwestie dat de trekkabel of ketting automatisch op de bodem van de Moervaart komt te liggen na de passage van het veer. En uiteraard moet het goed aangeduid worden dat er een zelfbedieningsveer is. Er dient zeker rekening gehouden te worden met de vele kajakkers, stand-up paddlers en huurbootjes die hier, onbekommerd, constant voorbij sjezen. Niemand wil onthoofd worden. We zijn in elk geval benieuwd naar het vervolg in deze cinema die intussen toch reeds enkele jaren speelt.


Hoe een ijskast en een onbenul van een schipper het een mens zo lastig kunnen maken. Tekst & foto’s: Marc Daens

T

oen we onze Reinier Nooms van het noorden van Nederland naar zijn nieuwe thuishaven brachten (tijdelijke is correcter want toen was dat Lokeren en nu is het (hiep hiep hoera) Wachtebeke), was de tocht doorheen Nederland er een zoals je er van droomt: een aangename en rustige tocht langs de randmeren, over de Vecht, dwars door Utrecht en zo verder tot Vlissingen. Van daar af ging het fout.

Hollandser kan het niet

De avond voor de oversteek maakten we een wandelingetje om naar de sluis en de Schelde te kijken en wat we zagen toonde zich weinig beloftevol: zware wind en navenante golven. Als zeiler heb ik niet onmiddellijk schrik van een golfje hoger, maar ja, we zijn met zijn tweeën. In de hoop dat het morgen minder zou waaien keerden we stilzwijgend terug naar onze Reinier Nooms. Bij het opstaan bleek de wind nog even strak waardoor de zenuwen zich een beetje lieten voelen. En dat verbeterde niet wanneer de motor weigerde aan te slaan. Blijkbaar hadden we vergeten de frigo af te leggen met platte batterijen tot gevolg. Beide batterijen! Normaal had dat niet mogen gebeuren. Bij aankoop had de Reinier slechts 1 batterij. In Zwartsluis hebben we een leefbatterij laten bijplaatsen en hadden we, om de situatie waarin we nu zaten te vermijden, ook een diodebrug laten plaatsen. Normaal gesproken zou de startbatterij dus intact moeten gebleven zijn, maar zo te zien was het geheel verkeerd aangesloten. Na hulp van de vriendelijke havenmeester vertrokken we, gelijk al hoe, met goede moed. Het versassen verliep perfect, maar eens op de Schelde begon de Reinier te schommelen dat het geen aard had. Wanneer dan ook nog eens bleek dat er tamelijk wat reuzezeevaarders op de Schelde zaten, zorgden de door hen gemaakte golven dat de kastdeuren open en dicht sloegen. Laverend tussen de schepen zochten we schommelend onze weg naar de overkant. Aangezien ik al meerdere keren het Kanaal heb overgestoken en dus al dikwijls de trafficzone (een soort snelweg waar de zeeschepen op volle kracht varen) heb moeten dwarsen ging dat vrij ontspannen tot er een vervelend en doordringend gepiep uit de machinekamer kwam. Zonder ons dat te zeggen hadden ze in Zwartsluis de waterpompriem vernieuwd. Om goed te doen had ik dus die riem al een tijdje terug moeten aanspannen, maar ja, als je van niets weet!

Dwars door Utrecht, met een grote boot niet aan te raden

Doordat de riem extra werd belast door de alternator die beide batterijen moest opladen, begon de riem dan ook te slippen. In het begin konden we het fenomeen ietwat temperen door minder gas te geven, maar op den duur lagen we bijna stil en met al die zeemonsters (vanuit ons bootje zien ze er toch zo uit) is dat geen al te leuke situatie.

17


Het kon dus niet anders dan dat Hilde, die toen niet veel ervaring had, het roer over nam en dat ik verdween in de machinekamer om te proberen die riem bij te spannen. Een klusje dat in die kleine ruimte, met een draaiende motor en een schommelende boot niet vanzelfsprekend is. Bovendien moest ik telkens er een boot in de buurt kwam naar boven om het roer over te nemen. Wanneer we dan eindelijk de oversteek bijna achter de rug hadden, bleek dat we op een verkeerde boei aan het varen waren. In het begin hadden we ons wel georiënteerd op de correcte rode boei, maar doordat we voortdurend op de andere schepen moesten letten en doordat we het roer steeds maar moesten doorgeven, hadden we ons op een bepaald ogenblik miskeken en een verder gelegen boei als richting gekozen. Op zich geen probleem, ware het niet dat er tussen ons en die boei een zandbank lag waardoor plots de dieptemeter, en wij dus ook, in paniek sloeg. Gelukkig konden we ons nog op het nippertje - met veel gas te geven en met een door merg en been gaand gekrijs van de riem tot gevolg - redden. Ik mag er niet aan denken wat er zou gebeurd zijn indien we, met die golven en afgaand tij, vast zouden gelopen zijn. Soit, door daarna de boeien in correcte volgorde te nemen en zo de zandbank perfect te ronden, kwamen we in rustiger vaarwater. Daar liepen we Breskens binnen waar ik de riem naar behoren kon opspannen. Als we daar wilden vertrekken, kreeg ik de motor niet gestart. De startmotor sloeg wel aan, maar wat ik ook probeerde, er kwam geen leven in de oude Leylandmotor. Ik belde zelfs naar mijn leraar van de avondschool (ik volgde lessen ‘koetswerkhersteller’) die ook een heel goede mekanieker is, maar hij gaf niet thuis. Enfin, we hadden er ons al bij neergelegd dat we zouden moeten overnachten in Breskens, toen plots mijn oog op de decompressieknop viel. Na die ingedrukt te hebben bromde de motor gelijk tevoren en konden wij, nu vrij van gepiep, terug de Schelde op. Aangekomen in Terneuzen vaar ik, zoals aangegeven voor de pleziervaart, naar de Oostsluis en meld me daar aan. De sluiswachter liet ons weten dat hij de Middensluis aan het bedienen was en dat we daar zouden versast worden. Uiteraard waren wij niet op een-twee-drie tot aan die middensluis zodat een binnenschip, dik tegen zijn goesting zo bleek, op ons moest wachten. Op aanwijzing van de sluiswachter moesten we naast het schip aanmeren. Wanneer we langs de kont vaarden gaf de schipper volgas zodat de Reinier met groot geweld tegen de sluiswand werd gekwakt. Lades en kastdeuren sloegen open en de boot kraakte in al zijn voegen. Jongens toch, we dachten dat ons mooi bootje twintig centimeter smaller was geworden. Het kon niet anders of de sluiswachter had dit gezien, maar reageren, deed hij niet. Ter contrarie. Wanneer de sluisdeuren openden, liet hij ons weten dat wij eerst naar buiten moesten. Gelukkig vertrouwde ik het niet, want terwijl we de neus van het binnenschip passeerden trachtte die ons nogmaals tegen de kant de duwen door zijn jet naar ons te richten. Gelukkig kon ik, door op volle kracht naar zijn snuit te varen, dit maar juist gepast verhinderen. Volledig van onze melk besloten we om niet in Terneuzen te blijven zoals we eerst hadden voorzien, maar door te varen naar Sas Van Gent. 18

Mooi aan de rechterkant varend sprong bij de brug SluiskilTerneuzen het licht op rood-groen. Aangezien het licht aan de overkant volgens mij op wit stond, stak ik het kanaal over om daar onder het vaste gedeelte van de brug te varen. Eens ik daar was, kwam er aan de andere kant een binnenschip af en hoorde ik op de VHF de schipper oproepen dat er zich “nen tegen de richting in varende kleinen” op zijn schip afkomt. Onmiddellijk daarop werd “een wit jacht met houten bovenbouw” gevraagd zich te melden. Ik gebaarde van krommenaas en spoedde me gauw naar de overkant. Niet veel later kwam er een schip van de Marechaussee langszij en iemand deed teken dat ik tegen hen moest aanliggen. Nog voor ik de boot raakte, zat er al een agent bij ons aan boord. Ik legde aan de vriendelijke man uit dat ik naar de andere kant ging omdat daar het licht op wit stond. Neen zei hij, dat is niet wit maar rood. Hallo, repliceer ik, als dat licht niet wit is dan ben ik zwart. En jawel, hij moest toegeven dat het rood wat verkleurd en verdwenen was. Maar hij vond ook dat iedereen die op het water zit, toch zou moeten weten dat ondanks dat het er wit uitziet, dat licht eigenlijk rood is. Daarop vroeg hij of ik wel ervaring had op het water. Wanneer ik antwoordde dat ik al 25 jaar zeil en dat het op zee toch nogal een pak eenvoudiger is dan op de binnenwateren en hem ook vertelde over de rottigheid die we meemaakten in de sluis, werd hij nog vriendelijker. “Kijk” zei hij, “ik weet waarover jij het hebt. Ik vaar zelf ook met een motorjacht en, in tegenstelling tot wanneer ik met de boot van mijn werk rondvaar, heb ook ik al vervelende situaties met binnenschepen mee gemaakt. Als dat nog eens gebeurt, dan moet je daar de sluiswachter op aanspreken en zo nodig tijd, uur en plaats noteren en een formele klacht indienen”. Tenslotte gaf hij me nog een raad: “vaar nu en later gewoon zo rechts mogelijk en trek je niets aan van de lichten. Voor een bootje zoals dat van jullie maken die niets uit”. Tja, als de marechaussee dat zegt zal dat wel zo zijn, maar ik heb het eens nagekeken in de regelementen en dat advies vind ik er toch niet in terug. Bijna thuis

Opgelucht dat we geen boete kregen en weer wat wijzer dan voordien, legden we aan in ’t Sas om dan ‘s anderdaags onbekommerd de Moervaart op te varen. Gelukkig maakten de rust en pracht van Moervaart en Durme heel veel goed. En we hielden er, tot vreugde van de redacteur, een mooi verhaal aan over.


TECHNIEK

Verwarming aan boord Tekst & illustratie: Jef Beernaert

Z

eker nu, putje winter, horen we al eens de vraag:

“Hoe verwarm je de boot? ” Wel, we kunnen stellen dat we het met de opwarming van de aarde alleen niet halen om de boot behaaglijk warm te krijgen. Er is meer nodig. Niet enkel voor de winterperiode, in het voor- en najaar zijn er ook van die dagen dat een beetje extra warmte goed doet aan spieren en gewrichten. Een verwarmingsbron aan boord, vroeger deden we er nogal meewarig over, maar dat hoort met de jaren tot het verleden. En laat ons eerlijk zijn, de tijd dat we onze boot verwarmden door een terracotta bloempot omgekeerd op het gasvuur te zetten ligt achter ons, ook al werkt dat prima. Bootverwarming, wat zijn de mogelijkheden. Op diesel? Gas? Methanol? Elektrisch? Warmtepomp? Wat past er in de boot. Hoeveel mag het kosten. Wat zijn de wensen. Woonboot of sporadisch. Centrale verwarming? Met of zonder boiler. Mag wat Lawaai of moet het fluisterstil. Een kacheltje, radiatoren, vloerverwarming of toch maar warme lucht. Hoe kunnen we de boot aanpassen zonder al te veel breekwerk. Doen we het zelf of laten we de werken uitvoeren. Dat zijn al een pak vragen in 1 keer en er komen er nog op ons af. Het is geen eenvoudige opgave om de juiste keuze te maken. En vooral ook niet om in een bestaande of al wat oudere boot een nieuwe hedendaagse verwarming te plaatsen. We proberen enkele populaire systemen te bespreken. Hierin kunnen we onmogelijk compleet zijn want er is zoveel op de markt.

Voor we de verschillende mogelijkheden bespreken moeten we enkele van de gestelde vragen beantwoorden. We doen dit stap voor stap.

1. Vermogen Wat hebben we nodig om onze boot op temperatuur te krijgen. De aangeboden verwarmingstoestellen zijn beschikbaar in verschillende vermogens. Dat vermogen wordt uitgedrukt in kW. Het is belangrijk om hier een juiste keuze te maken en dat om verschillende redenen. - Kies je te licht, dan krijg je de boot niet altijd warm. - Maar kies je te zwaar, hou er dan rekening mee dat: Hoe zwaarder het toestel, des te duurder het wordt. Hoe groter de inbouwmaten zijn. Hoe groter zowel het brandstof- als elektrisch verbruik. Hoe meer lawaai het maakt (vooral bij hete luchtblazers). Hoe vlugger hij zal verkolen (komt nooit op volle belasting)

Leveranciers zullen je graag helpen bij de verkoop van hun toestellen maar je kan best vooraf al eens zelf uitrekenen hoeveel vermogen je nodig hebt op je boot. BEREKENING: Een berekening maken kan alleen met het ingeven van enkele gegevens. Die moeten we bepalen of opmeten. Het volume van de te verwarmen ruimte moet gekend zijn. Wil je alleen de salon opwarmen of het volledige schip met slaapruimte, sanitair deel, kombuis… Het volume (Lengte x Breedte x Hoogte) van de verschillende ruimtes wordt opgemeten en uitgedrukt in m3 of in de volksmond gewoon kubiek. We nemen het voorbeeld van een middelgroot schip, 11 m lang x 3.6m breed. Vb: Kajuit 2.75m breed x 2m hoog x 2.5m lang= 13.75m3 Kombuis 2,75m breed x 2.5m lang x 2m hoog= 13.75m3 Slaapruimte 3m breed x 2.8m lang x 1.9m hoog= 15.96m3 Overige 2.5m breed x 2.5m lang x 1.9m hoog= 11.88m3 De totale ruimte die we willen verwarmen is zo’n 55 m3. Welk temperatuurverschil willen we halen. Tussen de buitentemperatuur en gewenste binnentemperatuur kan het aantal °C oplopen. Zijn we aan boord bij vriesweer en willen we binnen rondstruinen in korte broek, dan moeten we 20°C halen willen we niet in affronten vallen. Komen we pas in het voorjaar aan boord en moeten we van 10°C naar 20°C opklimmen. Dat is een wereld aan verschil. Maar laten we geen risico nemen, je weet nooit wat we in de toekomst willen doen. We rekenen in ons voorbeeld dat we 20 ° willen opwarmen. Eerder extreem maar het kan! Isolatiefactor Het spreekt voor zich, er wordt een verschil gemaakt voor het nodige vermogen tussen de oudere jachten met enkel glas en zonder enige vorm van isolatie en een recenter exemplaar dat wel al geïsoleerd is en vaak dubbele beglazing heeft. Hierbij dienen we al onmiddellijk de opmerking te maken: bij een boot zonder enige vorm van isolatie is het verloren gestookt. Het condenswater zal trouwens van ramen en wanden naar beneden stromen. Isoleer waar mogelijk en hang degelijke gordijnen of raamisolatie.

19


Er wordt aangenomen dat jachtjes zonder goede isolatie 3 à 4 watt nodig hebben per graad opwarming per kubieke meter. Voor een goed geïsoleerd jachtje is dat amper 1.5 Watt. In ons voorbeeld gaan we uit van een niet al te goed geïsoleerde boot, naar we mogen aannemen zoals dat bij wel 80 % van alle jachten nog het geval is. We rekenen op 4 Watt per graad. Berekening: VOLUME x TEMPERATUURVERSCHIL x ISOLATIEFACTOR 55m3 x 20°C x 4 Watt per graad = 4400 Watt of 4.4 kW Met een toestel van 5kW zal je probleemloos een gemiddeld jacht kunnen verwarmen. Zelfs 4kW zal ruim volstaan bij gewone weersomstandigheden en is misschien wel een betere keuze dan 5 kW. De reden? Gezien het 4kW verwarmingstoestel harder en langer zal branden dan een zwaarder toestel zal de verbranding zuiverder zijn en zal het toestel minder vlug gaan verkolen.

Zonne-energie Er zijn recentelijk PVT zonnepanelen op de markt gebracht waarmee je een boot kan verwarmen. De panelen wekken net zoals andere zonnepanelen overdag elektriciteit op. Onder het paneel zit evenwel een thermische circulatiebuis die energie uit de omgevingslucht opneemt welke door middel van een warmtepomp wordt omgezet in de nodige energie om de boot op te warmen (of te koelen in de zomer). Het speciale is dat het 24 uur op 24 actief blijft, ook bij nacht of bij slecht weer. 1 paneel van 2 x 1 m geeft ongeveer 0.7 kW. Voor ons voormalig voorbeeld van 4kW heb je 6 panelen nodig. De warmtepomp heeft wel nood aan elektriciteit. De opgewekte elektriciteit door de zonnepanelen zal allicht niet volstaan om die constant te laten draaien.

2. Brandstofkeuze De meest voor de hand liggende brandstof in een boot met dieselmotor is uiteraard mazoet. Maar het kan ook op gas, metanol en zelfs elektrisch of met hout, al naar gelang wat je wil gaan doen. Elektrisch Het is evenwel niet onze bedoeling om die 1001 verschillende elektrische vuurtjes te bespreken die in het tussenseizoen misschien wel hun gewicht in goud waard zijn. We moeten toegeven dat ze ideaal zijn om in te zetten tijdens een namiddag klusplezier in de winter. Je boekt binnen enkele seconden reeds resultaat, ze hebben geen uitstoot en de aankoopprijs is heel laag. Het verbruik van 1 à 2 kW per uur is evenwel aanzienlijk waardoor ze niet geschikt zijn als permanente verwarmingsbron. In onze haven hebben we 16A beschikbaar, theoretisch goed voor een verbruiker van 3.5kW. Maar in veel havens zijn er beperkingen van 4A tot 10A. Door het aantal ampère te vermenigvuldigen met de spanning weet je hoeveel Watt je mag gebruiken. Vb. 4A x 220V= 880W, net voldoende voor een haardroger, maar daarmee kan je de boot niet behagen.

20

Gezien de huidige afmetingen van panelen en warmtepomp is het systeem eerder geschikt in tot woonboot omgebouwde spitsen maar nog niet onmiddellijk voor een doordeweeks jachtje, al gaan we er in de nabije toekomst nog wel van horen want die dingen evolueren razendsnel. Diesel of gas We beperken ons verder tot wat we als vaste installatie in de boot kunnen inbouwen en onbekommerd meenemen op een vaartocht. Dan blijven we zonder meer als geklonken bij de tegenwoordig uitgebraakte fossiele brandstoffen: diesel en gas. Bij diesel kan je putten uit de grote dieseltank waar de motor is op aangesloten. In België mag stoken op rode mazoet wel nog degelijk, maar de tank met rood voor de verwarming moet duidelijk gescheiden zijn van de tank met witte diesel. Er mag geen enkele link zijn. (jammerrrr!) We gaan ons voorlopig niet wagen aan buitenlandse (NL) toestanden maar zoeken het eens ten gronde uit, beloofd! Met gas ben je beperkt tot de beschikbare gasflessen aan boord. Gasbranders hebben een mooiere en rustige verbranding. Bij diesel is dat niet steeds het geval. Vooral bij de opstart van een verwarmingstoestel op diesel kan je buiten soms de irriterende reuk van een slechte verbranding waarnemen. Bij slecht afgestelde of oudere toestellen kan de hinderlijke stank aanhouden, dit gaat niet zelden gepaard met een ronkend lawaai en roetafzetting rond de uitlaat.


3. Stralingswarmte, luchtverwarming of radiatoren Eens vaststaat hoeveel vermogen we nodig hebben en voor welke brandstof we kiezen moeten de verschillende mogelijkheden onderzocht worden, afhankelijk van de beschikbare ruimte voor het plaatsen van een kachel of een brander.

KACHEL Kachels kunnen rechtstreeks in de leefruimte geplaatst worden en geven een aangename stralingswarmte. Ze zijn zeer stil en beperkt in afmeting maar geven toch tussen 1.5 en 6 kW vermogen. Ze hebben, afhankelijk van het gekozen model, weinig tot geen elektriciteit nodig en zijn door de band genomen heel simpel en betrouwbaar. Als minpunt zou kunnen opgetekend worden dat er een schouw op de boot moet geplaatst worden en de regeling van het vuur soms niet heel secuur is. Daardoor zie je vaak op de jachtjes waar een kachel brand de deur openstaan. Sommigen herinneren zich zonder twijfel wijlen havenmeester Albert die putje winter in onderbroek en marcelleke aan tafel zat. Hij had een uitstekend kacheltje… maar geen thermostaat.

Moderne kachels kunnen als optie een aansluiting voor warm water en circulatie op radiatoren hebben om op die manier alle ruimtes op te warmen. Ze draaien op diesel maar even goed op petroleum. Verbruik per dag tussen 3 à 6 liter, afhankelijk van de instelling laag of hoog.

Enkele heel veel voorkomende merken bij diesel zijn Webasto, Eberspächer en Planar/Autoterm. De bekendste gasverwarming is Truma. De werking van de twee is gelijkaardig. Je kan ze ergens op een verloren plekje monteren maar er komt wel wat installatiewerk bij kijken, flexibele buizen, in- en uitlaten, voor de brandstof en elektriciteit voor het op gang brengen en voor de ventilator. Het soms moeilijk opstarten van dergelijke toestellen op diesel komt vaak omdat de elektriciteitskabels te lang zijn of niet dik genoeg, of door een 12V batterij die niet voldoende jus meer heeft. Moderne hete luchtblazers hebben soms een eerder kleine ingebouwde boiler van 10 liter, enfin, meer dan groot genoeg voor een douche of voor de afwas. Dat betekent natuurlijk nog wat extra kluswerk, er moet waterleiding gelegd worden, maar het eindresultaat is dat waard. Het is de kunst om de flexibele luchtslangen mooi weg te werken achter timmerwerk en de blaasmonden met roostertje mooi in te werken. Het verbruik van dit type verwarmingstoestellen ligt rond de 0,3 liter diesel per uur. Met een thermostaat kan de gewenste temperatuur ingesteld worden. De toestellen maken wat lawaai maar niet echt storend. Prijzen van Webasto en Eberspächer beginnen rond € 1500. Een Autoterm heb je reeds voor € 500, het is een prima kwaliteitsvol alternatief.

Werking heteluchtblazer: Verse verbrandingslucht wordt uit de machinekamer aangezogen door de aanjager (of van buiten). Een elektrische gloeikaars ontsteekt vernevelde brandstof. De brander warmt een verbrandingskamer op. Uitlaatgassen worden langs een geïsoleerde uitlaat naar buiten afgevoerd. De op te warmen lucht wordt aangezogen uit de leefruimte door een ingebouwde ventilator. De nog koude lucht wordt langs de verbrandingskamer geblazen en warmt op. Via een kanalenstelsel wordt de opgewarmde lucht naar de verschillende leefruimtes geblazen. Een thermostaat regelt de kamertemperatuur en de draaisnelheid van de ventilator.

Bekend zijn WALLAS en Dickinson (foto).

Thermostaat in leefruimte

Hete lucht verwarming Zonder meer een van de populairste en voor iedereen toegankelijk zijn de hete luchtblazers. Ze zijn compact, relatief eenvoudig in te bouwen en niet heel duur. Je hebt ze op gas of op diesel. Made in Russia, China of gewoon in een Westers land. Het prijsverschil is navenant, of er echt veel kwaliteitsverschil is, dat valt nog te bezien.

Diesel- of gasverwarming, het werkingsprincipe is hetzelfde. Hiernaast is de werking kort uitgelegd.

Brandstoffilter + pomp

12V of 24V Inlaat verbrandingslucht

Uitlaat via huiddoorvoer naar buiten

21


Motor aansluiten op het systeem.

Centrale verwarming Verblijf je tijdens mindere weersomstandigheden toch heel vaak aan boord of betreft het een nieuwe nog te bouwen boot, dan is het plaatsen van een cv systeem zoals thuis echt het overwegen waard, ook al is de prijs een veelvoud van vorige systemen. Het plaatsen van radiatoren in elke kamer en de ketel in een bestaande boot is niet eenvoudig. Er zal allicht moeten gesloopt en terug opgebouwd worden, niet direct voor de leidingen want die zijn hoogstens diameter 22 en flexibel, maar om de radiatoren weg te werken. Achteraf kan je dan wel genieten van een immer aangename temperatuur. De radiatoren kunnen dezelfde zijn als in een woning maar er bestaan ook exemplaren zoals op de foto die veel eenvoudiger kunnen weggewerkt worden. Een verbrandingsketel met brander voor de pleziervaart is compact uitgevoerd. Die wordt meestal in de machinekamer opgesteld. De meeste ketels hebben een extra aansluiting voor een boiler, maar let er toch maar best op bij aankoop, er zijn er die deze voorziening niet hebben. Vloerverwarming hoort tot de mogelijkheden. Er zijn namelijk systemen op de markt (Click en Go) waarbij amper 12 mm vloerverhoging is na het leggen van de verwarming. Daarmee vermijd je allicht een pak uitbreekwerk.

Door de motor op het verwarmsysteem aan te sluiten kunnen we verloren energie uit het koelwater terugwinnen. Het wordt veel toegepast om warm water te verkrijgen aan boord. De installatie is dan ook vrij simpel. Gebruik de aftakking net voor de motorthermostaat (bij vele scheepsdiesels met een blindplaatje afgedekt). Daar is het water op zijn warmst. Leidt via een flexibele hittebestendige leiding het hete motorkoelwater af en laat het eerst door een dubbelwandige boiler stromen (of met een serpentine in de boiler). Je krijgt na enige tijd varen 80°C heet water. De boilers kan je kant en klaar kopen in te dure watersportwinkels, maar het kan, al dan niet mits wat aanpassingen, ook met een standaardboiler. Vervolgens kan je met het nog warme koelwater een expansievat opwarmen waarna het afgekoelde water terug naar de motor loopt. Het water in dat expansievat is een apart circuit, dat wordt met een circulatiepomp door de radiatoren in de leefruimte geperst. Het koelwater van de motor rechtstreeks door de radiatoren pompen met de motorcirculatiepomp zal niet lukken, daarvoor is die pomp niet geschikt. Uiteraard zal het systeem alleen warmte geven tijdens het varen. Het is trouwens het enige nadeel dat we zomaar kunnen bedenken want verder is het systeem gratis en emissieloos, en daar draait het heden ten dage allemaal een beetje rond.

Schets: Motor op het verwarmcircuit aansluiten Leefruimte

Radiator

Circulatiepomp

Boiler met serpentine

22

Expantievat

Machinekamer Motor


Cursiefje

23


REISVERHAAL

IN DE MARGE

DE HANZE We hebben er allemaal al van gehoord maar misschien weten we niet helemaal wat het betekent. Het is ook allemaal al lang geleden. Een woordje uitleg is allicht op zijn plaats. We spreken over de late Middeleeuwen, tussen1150 en 1450. De Hanze was een handelsverbond tussen handelaren en steden in hoofdzakelijk Noordwest-Europa. Een Middeleeuwse Europese Unie zou je kunnen zeggen.

Op vakantie gaan is op de eerste plaats een ontspannende zaak, dat is toch de bedoeling. Als je evenwel op reis kan gaan met een doel voor ogen, het aangename aan iets nuttigs koppelend, dan kan het nog zo prettig zijn. We proberen dat al verschillende jaren te doen, al is het ene jaar het andere niet. Ons bij-doel is om achteraf een verhaal te kunnen brengen in uw clubblad waaraan anderen misschien ook iets hebben. Een verhaal waarbij mooie plaatsjes worden beschreven. Liefst dan nog met een nautische achtergrond of met een geschiedenis. Het programma MERCATOR, dat op één werd uitgezonden, bracht ons op het idee om een reis te maken door Nederland en daarbij enkele Hanzesteden aan te lopen. Niet allemaal, dat zijn er te veel en ze liggen niet allemaal aan het water. Zoals we al meermaals hebben gedaan brengen we extra info in de marge. Het reisverhaal, pré-corona, tijdens de hete zomer 2018, gaat zo ongestoord zijn gang.

HOPPEND LANGS HANZESTEDEN Deel 1 Tekst: Jef Beernaert

Foto’s: Eartha Dereuddre

Het woord Hanza komt uit het oud-Duits en betekent een groep. . Dit begrip werd aanvankelijk gebruikt door samenwerkende handelslieden die elkaar bescherming boden tegen rovers door samen in groep te gaan reizen naar steden waar ze handel mee dreven . Het begon in de Duitse stad Lübeck. Al vlug sloten andere steden zich aan bij het verbond en gingen ze samenwerken op economisch gebied. In de hoogdagen waren er wel 150 tot 200 steden aangesloten bij het verbond, de zogenaamde Hanzesteden. De belangrijkste Hanzestad in Vlaanderen was Brugge. Gent, Antwerpen en Dinant waren ook aangesloten bij het verbond.

24

W

e zijn zondag 1 juli 2018. Kan het beter treffen? Samen met ruim een miljoen

kinderen en vele duizenden schoolmeesters beginnen we aan de grote vakantie. Met een meer dan volle camionette rijden we naar Wachtebeke. Tijdens het overladen wordt maar weer eens bewezen dat een paar vrouwenhanden aan boord wonderen verrichten. Mijn kolenschoppen zouden die camionette proviand en kledij nooit met enig overzicht in de boot gestapeld krijgen. In no time is alles, waarvan mannen denken dat de helft overbodig is, op kant. M’n chromosomen fluisteren mij in om me alleen over een klein rood gereedschapskoffertje te ontfermen en me verder nergens mee te moeien. De camionette gaat weer op stal en wordt ingeruild voor een tweespan stalen rossen, met motortje. Worden we oud? Lui? Of zijn we gewoon modern bezig en mee met onze tijd. Zeg nu zelf! We blijven nog een nachtje in Wachtebeke, maar het vakantiegevoel pikken we ’s avonds, met ons eerste boek bij een eerste glaasje rood, meteen op.


DE DRAAITOL Vlakbij de VPF haven Lindenlei Gent ligt al sinds 1998 een grote koperen tol, wij noemen dat een top, de joodse gemeenschap een dreidel. Die tol, diameter 2 m, ligt op een zwarte granieten vloer. Achter de tol is een Davidster uitgewerkt. Het is een herdenkingsmonument aan Rabbijn Michael Lustig, de Kristalnacht, de deportaties en de Gentse slachtoffers van de Holocaust. Het draagt de tekst: DAAROM WEEN IK, UIT MIJN OGEN STROMEN TRANEN . . . KLAAGLIEDEREN

Ma 2 juli. Nadat we onze TiKoyo nog een ultieme beurt hebben gegeven gaan de lijntjes los. De zon is onze bondgenoot. Het voorjaar 2018 was al fantastisch. Resultaat: droogte. We wanen ons bijna in de Sinaï woestijn. Mijmerend op het Kanaal Gent-Terneuzen komt onze eerste attractie zomaar voor de neus drijven. Een huurboot van Le Boat met grote parasol, dobberend te midden het kanaal vlakbij het veer van Langerbrugge. Wat komt die hier zoeken, heeft hij pech? Blijkt hij op zoek naar Ghent City. De taal die de man uitkraamt (volgens het embleem op zijn klak minstens kapitein), kunnen we niet thuisbrengen. Duits lijkt er op, dus roep ik hem toe in mijn beste Arisch om ons te volgen ‘sofort bitte’. Hadden we misschien beter niet in het Duits gedaan, blijkt het een Joodse familie uit Israël te zijn. Soit, Hebreeuws is als Chinees voor mij, maar ze volgen minutieus. Ze duwen ons bijna sluis Evergem binnen. Maar de deur is nog toe, dus even afmeren. Onze schaduw probeert dat ook. Klein detail, het kind op de voorplecht zonder reling, slaagt er niet in om het lijntje over een bolder te krijgen. Herr kapitän draait tot twee keer toe zijn scheepje tussen de intussen uitvarende beroepsvaart door. Bang dat die kleine, zonder zwemvest, in het water zou terecht komen, schieten we te hulp. Een sluiswachter is intussen ook uit zijn toren afgedaald en klaagt, de ogen Hemelwaarts gericht, “die hebben we een uur geleden ook al zien passeren”. Blijkbaar hebben ze hem toen al aangemaand een zwemvest om te gespen. “I know – I know”, is de enige respons die volgt. Enfin, alles komt goed. Of toch bijna. In Ghent City ramt hij eerst een boot (ook van Le Boat) vervolgens een staak van een box en tot twee keer toe de damplanken aan de overkant. Goede kwaliteit die botsauto’s, polyester? ‘t Lijkt wel gewapend beton! Gezien de Europabrug net iets te laag uitviel trekt de familie niet eerst naar het Joods monument in het park naast de haven, maar richting Ghent City, op zoek naar een nieuwe parasol. Onze eerste Hanzestad is een feit. Wij vieren dat met een lekker ribbetje bij Amadeus, niet helemaal koosjer maar daarom niet minder lekker.

Lindenlei – Monument Michael Lustig

De dreidel, een kunstwerk van Daniel Dutrieux, werd reeds verschillende keren zwaar beschadigd door vandalen en is nu beveiligd door camerabewaking. Een dreidel is een populair Joods speelgoed (met een historische achtergrond). Maar ook wij speelden er vroeger mee!

Di 3 juli. We blijven een extra dag in Gent ondanks het feit dat het Scheldegetij vandaag prima zit. De aanhoudende droogte doet ons vermoeden dat het watertekort wel eens problemen kan veroorzaken bij de sluizen. Maar we veronderstellen dat het goed georganiseerde Nederlandse waterwegennetwerk daar geen last zal van hebben. We zijn er gerust op. In de voormiddag struinen we door de stad, langs de oude geplaveide straatjes van het Middeleeuwse Patershol. Op het binnenplein van het Huis van Alijn, weg van de drukte, drinken we een frisse pint. In de namiddag is het zelfs te warm om nog maar aan wandelen te denken. We zwaaien Herr Kapitän en Co uit. Na wat geschreeuw van op de steiger wordt nog net voor de eerste brug de spiksplinternieuwe parasol neergehaald. Do 5 juli. Stipt om 12u30 varen we sluis Merelbeke uit. Iets te laat, ik weet het, maar we pikken al vlug een zwak tij mee. De dagen zijn op zijn langst, we hebben geen haast. Op de Rupel lopen we een NL jachtje op met trillingen op de schroef. We laten ze niet alleen achter en kruipen traag maar gestaag richting Duffel. Het is een prachtige vaaravond. Om half negen meren we af in VPF passantenhaven Lier.

Schelde - Sint Amands

25


BEGIJNHOF Begijnhoven vind je vooral in Vlaanderen, enkele in Nederland en Frans Vlaanderen , maar ook in Duitsland en Engeland.

Voor ons is het de eerste reis met een duo nieuwe brompotten onder de salonvloer. De vorige hadden, zoals de trouwe lezers weten, een naam: Miss Mercedes en Mister Benz. De nieuwe hebben daar ook recht op, Statler en Waldorf, de twee immer kibbelende Muppet-oudjes, dat leek ons zeer gepast. Twee lawaai makende mannen, geen leidende vrouw – als dat maar goed komt! Ze doen het op deze eerste lange tocht althans heel verdienstelijk. Vr 6 juli. Met de fiets naar het centrum. Dat is helemaal niet ver, zou best te voet kunnen. Maar de fiets geeft je de vrijheid een extra omweggetje te kunnen maken. En dat doen we. Over de 5 km lange vesten, een groene gordel rond een deel van Lier vergelijkbaar aan die in Brugge, rijden we naar het begijnhof. Een verbazend groot begijnhof met centraal een grote kerk. Naast de kerk staat een mooi frivool beeldje van Symphorosa, begijntje, hersenspinsel en hoofdpersonage uit een novelle van Felix Timmermans, een geboren en getogen schapenkop (Lierenaar) en vooral bekend vanwege zijn roman Pallieter.

Begijnhof Lier Ze stralen een rust uit die je in steden heel zelden vindt. In begijnhoven woonden vrouwen die bewust voor deze vorm van samenwonen kozen omdat zij hun vrijheid wensten te bewaren bij het beoefenen van hun religieuze en dagelijkse praktijken. In tegenstelling tot gesloten kloosterorden konden begijnen hun persoonlijke bezittingen en rechten behouden. Velen waren eigenares van hun huis en hadden bezittingen daarbuiten. Het samenlevingsverband was niet alleen losser dan in een klooster, maar ook niet onomkeerbaar in de tijd. Ze konden uittreden als ze dit wensten.

Za 7 juli. Het Albertkanaal is rustig. In Herentals schutten we alleen. Nog geen waterbesparing? We maken gebruik van de ingebouwde glijpalen ook al is het niet ideaal. Sinds die er zijn blijft het touw met haakje waarmee je lijntjes worden opgehaald blijkbaar in de bezemkast. Jammer! Eens boven is het duidelijk waarom we alleen geschut worden, er ligt een binnenman te wachten. In Herentals worden we gestraft. We vliegen in de hoek, ook al zijn we de enige bezoeker. Heeft hier iemand brandstof getankt en er nogal flink naast gegoten of is er een bilge leeggepompt, er drijft een olielaag op het water, de stank is niet te harden. We verhalen, na afspraak en niet geheel naar de zin van de havenmeester, onze boot naar een andere hoek, tegenwinds de stank. Straks denkt die dat wij de vervuiler zijn. Bereden bezoeken we Herentals. Heel toevallig was het juist arrivé van de jaarlijkse koers ‘GP Rik Van Looy’. Alle terrasjes zitten goed vol. Wij koersen verder rond in ‘de Parel van de Kempen’. De markt, de zandpoort, lakenhallen, dat is niet moeilijk maar het infopunt toerisme is gesloten. Zonder extra informatie van wat er waar te zien valt is het bijna blind fietsen. We drinken bij terugkomst een glaasje in de kantine en beleven er het kwartiertje van de dag. Op de slipway wordt een flink uit de kluiten gewassen halfglijder in het water gelaten, spiksplinternieuw. Er volgt een fotoshoot, met dames in ‘gepaste’ outfit. Meer details geef ik niet vrij, maar… mooie boot!

Herentals – belfort op lakenhal

Zo 8 juli: We varen dwars door de Kempen. Elke sassenier neemt hier 2 sluisjes voor zijn rekening. Eens je ze kan bereiken loopt dat als gesmeerd. Marifoon hebben ze niet, gsm wel. Het zijn nieuwe tijden. Ik jubel het gebruik van de gsm helemaal niet toe voor de oproep van brugen sluisbedieners. In tegendeel, hoe meer andere pleziervaarders kunnen meeluisteren, hoe beter iedereen op de hoogte is van wat en vooral wanneer er iets zal gebeuren. Viva de marifoon!

26


TWEETRAPS SLUIZEN In ons land zijn ze heel zeldzaam, drie tweetraps sluizen na elkaar is zelfs uniek. Ze werden gebouwd in 1843 en zijn nog in prima staat. Twee- en drietrap sluizen werden gebouwd omdat de toenmalige bouwmaterialen en technieken een hoog verval niet aankonden en er maar half zoveel water nodig is. Het water van het bovensas wordt namelijk gebruikt om het benedensas te vullen. De bediening van de verlaten gebeurt nog manueel, de sluisdeuren worden bediend met een vernuftig druksysteem water – olie met een drukvermenigvuldiger in het torentje naast de sluis (zoals we reeds beschreven in het clubblad juli 2020). Oude Moervaart magazines zijn nog te lezen op www.watersportmoervaartnieuws.blogspot.com

Sluisbediening anno 1843

Het schiet goed op, alleen bij sluis 5 stropt het wat, hier lijkt het drukker, vraag niet hoe dit kan. Misschien toeval. Maar al vlot komen we aan het kruispunt in Mol aan de pannenkoekenboot. We stoppen nog niet en nemen ook de 3 volgende sluizen. Dat zijn speciale gevallen, het is te zeggen, aan bakboord heb je telkens een sluis met groot verval, aan stuurboord telkens een tweetraps sluis. We dachten, en schreven dat trouwens in een vroeger reisverhaal, dat deze reeds decennia vastgeroest waren en niet meer in staat om in te zetten. Maar nee, ik had het mis! Ze zijn perfect bruikbaar. Beter nog, wegens grote werkzaamheden aan de bakboordsluizen moeten we wel door de tweetraps sluizen varen, en dat is geen straf, ook al nemen die dingen wat meer tijd in beslag. We trekken nog een flink stuk door tot aan de afmeerplaats in Neerpelt. We weten bijna zeker dat er plaats is. Vroeger niet, toen was het gratis, nu moeten er enkele eurootjes in de parkeerautomaat worden gedoneerd. Niet veel, 6€, water en elektriciteit inbegrepen. Juist voldoende om ervoor te zorgen dat de langverblijvers ophoepelen. Ma 9 juli. In de namiddag varen we naar Bocholt. De haven kreeg een refit. De fietsen worden van boord gehaald voor wat boodschappen. Brouwerij Martens ligt pal in het dorpscentrum, de koperen brouwketels uitdagend open en bloot in de etalage langs de straatkant. Je krijgt al dorst door naar de kuipen te kijken. We steunen de lokale horeca en proberen het biertje uit. Het frietkot ligt iets dichter tegen de haven. Een meevaller, er staat maar 1 iemand voor ons, een jongedame in de kleuren van een jeugdbeweging… Blijkt zij het kortste strootje getrokken te hebben, ze werd er op uitgestuurd om friet met toebehoren te bestellen voor het hele zomerkamp. ‘Blijft juffrouw wachten of komt ze straks ophalen’ vraagt de uitbater nog. ‘O, ik wacht wel even, er komt zo versterking!’. Wij ook wachten dus, het blijkt een groooot kamp, toch heeft de goudgele lekkernij ons gesmaakt. Woe 11 juli. Na een rustdag zijn we weer op weg, we ronden de twee laatste Belgische sluizen. Ik stel heel eventjes voor om in Lozen te blijven liggen en op bezoek te gaan bij café Royale op de hoek. Velen zijn hier met rode oortjes buiten gekomen vrees ik. Het vrouwtje zegt dat Statler noch Waldorf reeds op temperatuur zijn, en dat mijn motor wel eens zou kunnen chaufferen. “O”, ’t was maar om te lachen! We trekken dus door richting Weert. Daar doet de brug het niet. Bijna 3 uur moeten we wachten op een technieker. Afstandsbediening… mooie toekomst!!! Het kanaal Wessem Nederweert is bijna een streep met halfweg een vrije ligplek. Er ligt niemand. We proberen die uit en weten na de passage van een eerste Kempenaar waarom. Onze TiKoyo staat op zijn achterpoten. De lijntjes houden het, ze zijn blijkbaar nog in goede staat. Weg hier! We meren uiteindelijk af in de Koeweide. Ah, je gelooft het niet? Dat is de naam van een grindgat met jachthaven in Wessem. Do 12 juli. Op onze elektrische tweewielers naar Thorn. Dat is amper enkele Watt ver en zou blijkbaar ook per boot gekund hebben want er is een passantensteiger opwaarts de Smeermaas. Het kleine stadje heeft er al een eeuwenoude geschiedenis op zitten en teert nu op dat verleden. Het is een toeristische trekpleister. Het is ook bijzonder… wit. Het stadje was ooit een klein prinsendom met eigen stadsrechten. Toen de Fransen er de scepter kwamen zwaaien werden huisbelastingen gerekend volgens het raamoppervlak. Velen metselden ramen dicht en kalkten de gevels wit zodat je het niet meer kon zien. Zou ik ook doen. Nu is wit er de standaard (waarschijnlijk verplicht?).

Thorn

27


VENLO In de stad zijn niet zoveel Middeleeuwse gebouwen bewaard gebleven. Vooral een Amerikaans débacle ligt hier aan de oorsprong. In WO2 was de stad en vooral ook de belangrijke brug over de Maas, in Duitse handen. De Amerikanen placeerden herhaaldelijk bommentapijten, allen bedoeld om de brug over de Maas te raken. Maar ze mikten nooit goed, de bommen kwamen op de stad terecht met heel veel burgerslachtoffers, menselijk leed en schade tot gevolg. De brug bleef voor den Duits bruikbaar en werd door de Nazi’s zelf opgeblazen tijdens hun aftocht. Venlo en Roermond waren blijkbaar de enige Limburgse Hanzesteden en voerden gezien hun ligging vooral met Duitse steden handel.

NIJMEGEN Vierdaagse De wandeltocht werd voor het eerst georganiseerd in 1909. Toen waren bijna alle wandelaars militairen. Ook vandaag zijn heel wat binnen- en buitenlandse militairen van de partij, maar het overgrote deel van de ongeveer 45000 deelnemers zijn burgers, afkomstig uit alle werelddelen. Voor de wandelaars is het vooral een eer om de “blarentocht” met succes te doorstaan. In de week van de vierdaagse is er overal langs het parcours en in de dorpen rond Nijmegen feest. In tegenstelling met de Vierdaagse van de IJzer die wordt georganiseerd ter ere van de gesneuvelden in de Westhoek heeft deze van Nijmegen geen verband met een oorlogsconflict.

THORN – Het witte stadje

De Waal - Nijmegen 28

We beginnen er aan. Nu we in Nederland zijn en Noordwaarts varen is het zowaar een paternoster aan Hanzesteden. In de namiddag passeren we Roermond, een heel mooie stad te midden een prachtig vaargebied. Maar we stoppen niet. We halen nog met gemak WV de Maas in Venlo. Je hebt er ook een stadshaven vlakbij het oude centrum. Alle twee goed en ik denk aan de zelfde voorwaarden, maar de Maashaven is gewoon iets rustiger. In het plaatselijke restaurant genieten we van voortreffelijke tapas. Vr 13 juli. Venlo verveelt niet vlug. De binnenstad is een mix van oud en nieuw. De stadswandeling met een gidsboekje dat je in het VVV infoburo kan bekomen is echt wel goed. Op anderhalf uur kom je op de mooiste plekjes in de stad, met telkens een woordje uitleg over de hoogtepunten. Hierbij vergeten we vooral niet de tientallen karikaturale Venlose köpkes, die op het hek van de voormalige Dominicanenkerk staan om de passant te entertainen. Een aanrader! In de namiddag varen we verder de Maas af, opnieuw zien we dingen waar we op vorige passages niet op hebben gelet. Een speciaal kerkje ergens achter de dijk, een grindgat waar je kan voor anker gaan, een molen aan de horizon, dat alles overgoten met een zonnig sausje. Ter hoogte van Cuijck verlaten we de Maas. We gaan naar Nijmegen. Sluis Weurt is naar gewoonte druk. We mogen in de oude sluis. Via kanaal 4 melden we onze bedoeling bij verkeerspost Nijmegen. We willen de passantenhaven, een drietal km stroomopwaarts de Waal, in varen. Zij melden ons klaar en duidelijk welke binnenvaart er op ons traject ligt. Het is even opletten geblazen. Tot onze verrassing ligt de haven propvol, tot dubbel en in de derde rij. We eigenen ons een plekje toe tegen een mooi opgeknapt scheepje. Van de buren horen we dat Nijmegen zich opmaakt voor de vierdaagse. Dat verklaart veel. Een havenmeester zal nog wel langskomen beweren ze, maar die hebben we niet gezien. Heel Nijmegen is een kermisattractie, een aaneenschakeling van kraampjes, terrasjes, eettenten. We maken een fikse wandeling in en rond de stad. Dwars door het Kronenburgerpark, ooit een centrum van drugs en prostitutie (zo mooi bezongen door Frank Boeijen). Hoe het vandaag gesteld is weten we niet maar we zien wel prachtige herenhuizen, omgetoverd tot druk bewoonde kraakpanden. De rosse buurt is er ook nog. Voor we het beseffen zitten we er midden in. Overal in de stad snuiven we… de sfeer op van het nakende evenement!

Na een avondmaal in het centrum gaan we aan boord. Daar genieten we op ons achterdek van een prachtige zonsondergang met de nimmer slapende Waal als achtergronddecoratie.

Volgende keer trekken we verder, Hanzesteden-hoppend langs de IJssel.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.