1 Bestuursverslag
1.1 Motto en ambities
Het jaar 2022 is het tweede jaar van het strategisch plan 2021 - 202 met als titel “Bagage voor het leven”. In dit strategisch plan hebben we onze ambities geformuleerd en hebben we onze kernwaarden geherformuleerd. Deze kernwaarden zijn verbindend, inspirerend en verantwoordelijk.
Het Minkema College is een school waar leerlingen zichzelf mogen zijn, we leggen de lat voor leerlingen hoog en helpen hen om hun doelen te verwezenlijken. We zijn een openbare school. Dat betekent dat we ons onderwijs baseren op de democratische waarden en bij de ontwikkeling van leerlingen aandacht besteden aan de levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden die leven in de Nederlandse samenleving. We leggen de opdracht voor burgerschap niet alleen bij de leerlingen, maar vinden dat hier ook een taak ligt voor onze school. Ons motto is: Jouw toekomst vraagt erom.
We hechten aan een goede sfeer op school. Een school met duidelijke regels en waarbij we open staan voor de mening van de ander. Als we een verschil van mening hebben , gaan we met elkaar in gesprek en zo bouwen we samen aan een goede, gezellige en veilige school.
1.2 Organisatie
Het Minkema College is een openbare school voor voortgezet onderwijs met twee locaties in Woerden. We zijn een echte streekschool en dat betekent dat onze leerlingen uit de hele regio komen. We bieden hoogwaardig en veelzijdig onderwijs, vorming en ondersteuning in een veilige en goed geoutilleerde omgeving.
Per 1 oktober 2022 heeft het Minkema College 2.556 ingeschreven leerlingen verdeel d over twee locaties: Steinhagenseweg (687 leerlingen) en Minkemalaan (1869 leerlingen).
De school wordt geleid door een managementteam, bestaande uit de voorzitter van het college van bestuur, de directeur onderwijs en de directeur bedrijfsvoering. Het bestuur wordt ondersteund door het directiesecretariaat en de adviseur PR & Communicatie. De directeur bedrijfsvoering wordt ondersteund door de adviseurs Facilitair, Financiën, HRM en Onderwijsondersteuning. De directeur onderwijs wordt ondersteund door de schoolleiding op beide locaties.
De schoolleiding is verantwoordelijk voor het onderwijs van de verschillende afdelingen:
- Vmbo basis/kader leerjaar 1 tot en met leerjaar 4 en kader/mavo leerjaar 1 en leerjaar 2;
- Mavo/Havo leerjaar 1 tot en met leerjaar 4 en mavo leerjaar 3 en leerjaar 4;
- Havo, atheneum en gymnasium, leerjaar 1
- Havo leerjaar 2 en leerjaar 3;
- Atheneum en gymnasium leerjaar 2 en leerjaar 3;
- Havo leerjaar 4 en leerjaar 5;
- Atheneum en gymnasium leerjaar 4 tot en met leerjaar 6.
5
Het organogram van het Minkema College
Leerlingaantallen
1.3 Governance
Het Minkema College heeft een raad van toezicht (hierna: RvT) en een college van bestuur (hierna: CvB). Het CvB bestaat uit één persoon. De RvT telt vijf leden. Er is een duidelijke scheiding tussen bestuur en toezicht.
Uitgaande van de maatschappelijke onderwijsdoelstelling van het Minkema College ziet de RvT integraal toe op het beleid van het CvB, de uitvoering van dat beleid en de algemene gang van zaken. Hiertoe behoort mede dat de RvT nagaat of de wettelijke verplichtingen , de statuten, de
6
Teldatum VMBO HAVO/VWO Totaal 1-10-2022 687 1.869 2.556 1-10-2021 648 1.798 2.446 1-10-2020 714 1.794 2.508 1-10-2019 684 1.839 2.523 1-10-2018 734 1.823 2.557 1-10-2017 855 1.756 2.611 1-10-2016 940 1.652 2.592
daarmee verbonden reglementen en de Code Goed Onderwijsbestuur VO worden nageleefd. Het Minkema College is aangesloten bij de VO-raad (de vereniging van schoolbesturen en scholen in het voortgezet onderwijs) en onderschrijft en volgt de Code Goed Bestuur. Het Minkema College is tevens aangesloten bij de VTOI-NVTK en onderschrijft de in september 2021 vastgestelde Code Goed Toezicht.
De RvT constateert dat niet van de eisen van de Code Goed Bestuur is afgeweken en aan de in de Code Goed Bestuur gestelde lidmaatschapsvereisten is voldaan.
Toezicht
Visie op toezicht
De kernwaarde van het intern toezicht binnen het Minkema College is ‘partnerschap’. Dat betekent dat de RvT niet alleen volgend is maar zich ook proactief opstelt, met respect voor de bestuurlijke verantwoordelijkheid van de bestuurder als bevoegd gezag. De RvT wordt vroegtijdig bij de strategieontwikkeling betrokken en formuleert de relevante prestatie - en beoordelingscriteria als toetsingskader voor de bestuurder, uiteraard afgeleid van de besturingsfilosofie en het strategisch beleidsplan van het Minkema College.
De RvT functioneert vanuit een maatschappelijk perspectief en ziet erop toe dat de maatschappelijk gewenste doelen van het Minkema College worden vertaald naar een e igentijdse kwaliteit van onderwijs. Een gezonde bedrijfsvoering is daarbij een voorwaarde. De RvT heeft nadrukkelijk gekozen voor een proactieve rol in de organisatie, met nadruk op het regelmatig monitoren van de onderwijskwaliteit en de doelmatigheid van de bestedingen, zowel tijdens zijn vergaderingen als in de jaarlijkse zelfevaluatie. Dat is ook in het verslagjaar het geval geweest.
Het is de ambitie van de RvT waarde toe te voegen aan het goed functioneren van het Minkema College in termen van uitkomsten, waaronder de betrokkenheid van externe stakeholders, en aan een goede samenwerking met de bestuurder. Duidelijk is daarbij dat goed samenspel met de bestuurder ook het bieden van goed tegenspel betekent.
De RvT houdt bij de uitoefening van het toezicht rekening met de specifieke situatie van het Minkema College op enig moment en past zijn toezicht daarop zo nodig aan. In situaties met bijzondere risico’s kan het bijvoorbeeld nodig zijn het toezicht te intensiveren. Daarbij bevordert en ondersteunt de RvT vooral dat de bestuurder zelf zo goed mogelijk in control blijft.
Toezichtkader
Onder ‘toezichtkader’ worden de formele en maatschappelijke kaders voor goed toezicht verstaan die door de RvT zelf zijn gespecificeerd. De RvT volgt de governance-principes en governance-eisen zoals vastgelegd in wetgeving en codes, en ziet erop toe dat ook de bestuurder in overeenstemming met wet en codes handelt. De raad van toezicht handelt daarbij op basis van de verantwoordelijkheden en bevoegdheden zoals vastgelegd in de statuten van de Stichting Minkema College en de daarop gebaseerde documenten.
7
Toezicht op doelmatigheid van de bestedingen
De RvT heeft zich in het verslagjaar met extra inzet gericht op het beheer en de bedrijfsvoering van het Minkema College in brede zin, waaronder in het bijzonder de doelmatige besteding van middelen en de daarbij behorende risicofactoren. De RvT heeft kunnen constateren dat de bestuurder ook op dit punt met grote inzet en kennis van zaken heeft gehandeld, en daa rdoor met de organisatie een binnen de gegeven opgaven optimale situatie heeft kunnen bewerkstelligen. Hij kon hierbij mede steunen op de goede financiële positie die in eerdere jaren, mede door een waar mogelijk terughoudend financieel beleid, is opgebouwd.
Adviestaak
De RvT heeft zijn adviserings- en klankbordfunctie ten opzichte van de bestuurder ook in het verslagjaar zowel formeel als informeel met betrokkenheid vervuld. In dit kader blijkt vaak het nut van een RvT waarin zowel kennis en competenties als persoonlijkheden elkaar aanvullen.
Werkgeverstaak
In het kader van zijn werkgeverstaak heeft de RvT aandacht besteed aan de agendapunten die daarmee verband houden, met name het functioneren van de bestuurder. In het verslagjaar heeft met de bestuurder een ambitiegesprek plaatsgevonden.
In zijn beleid ten aanzien van de beloning van de bestuurder en de RvT zelf neemt de RvT de ter zake doende wetgeving als uitgangspunt, met een waar mogelijk sobere en zo doelmatig mogelijke invulling. De bezoldiging van de bestuurder voldoet aan de gestelde eisen van de wettelijke regelgeving zoals vastgelegd binnen de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke organisaties (WNT). In de wet is vastgelegd dat toezichthouders respectievelijk 15% (voorzitter) en 10% (leden) van het salaris van de bestuurders als beloning kunnen ontvangen. Bij de uitvoering van dit onderdeel van de wet heeft de RvT voor het bepalen van de eigen vergoeding gekozen voor een gemiddelde positie. De bezoldiging van h et CvB en die van de RvT zijn terug te vinden in de jaarrekening.
In het verslagjaar zijn geen blijken van belangenverstrengeling gevonden, in welke vorm dan ook.
1.4 Verslag van de raad van toezicht
Algemeen overzicht werkzaamheden in het verslagjaar
De RvT heeft zich gericht op zijn kerntaken: werkgeverschap, advies en controle. Daarbij is altijd de kwaliteit van het onderwijs binnen het Minkema College het voornaamste uitgangspunt. Corona heeft ook in de eerste helft van 2022 nog grote ge volgen gehad voor het onderwijs en de wereld waarin we leven. De RvT kijkt met bewondering naar de energie, daadkracht en flexibiliteit die leerlingen, medewerkers, ouders en overige betrokkenen in een heel complexe en uitdagende periode opnieuw hebben getoond.
De RvT kwam, behalve in afzonderlijk commissieverband, als geheel in 2022 vijf keer bij elkaar. Vanwege de coronasituatie werden vergaderingen ook in 2022 indien nodig online georganiseerd in plaats van op locatie. Daarnaast vond frequent contact plaats per e-mail en had tussentijds met
8
regelmaat informeel overleg plaats tussen de voorzitter en de bestuurder. De bestuurder was aanwezig bij de reguliere vergaderingen van de RvT en bij alle commissievergaderingen.
In het verslagjaar keurde de RvT het jaarverslag 2021 en de begroting 2023 goed. In juni 2020 heeft de RvT het Strategisch beleidsplan 2021-2025 (Bagage voor het leven) goedgekeurd. In mei van het verslagjaar heeft de RvT kennisgenomen van de door de bestuurder geschreven voortgangsrapportage.
In 2021 heeft de RvT Astrium Onderwijsaccountants B.V. aangesteld als controlerend accountant. In maart van het verslagjaar zijn wij geïnformeerd dat Astrium zich heeft aangesloten bij Flynth. Als gevolg van deze juridische fusie wordt het lopende meer jarencontract met het Minkema College per 1 september 2022 uitgevoerd vanuit de vennootschap Flynth Audit B.V..
De RvT verzekert zich, vanuit haar toezichthoudende rol, van de rechtmatige besteding van de voor het Minkema College beschikbare onderwijsmiddelen door kennis te nemen van de uitkomsten van de jaarlijks in opdracht van de RvT uitgevoerde accountantscontrole.
Vanuit dezelfde toezichthoudende rol verzamelt, bespreekt, evalueert en waar nodig verbetert de RvT, vanzelfsprekend in nauwe samenwerking met de bestuurder, informatie waaruit blijkt dat de bedoelde middelen doelmatig zijn en worden besteed. Onder die informatie vallen bij het Minkema College (a) een jaarlijks ‘scherp’ opgestelde begroting (voorzien van diverse kengetallen en ratio’s, waaronder die inzake de verhoudingen tussen aantallen FTE docenten en OOP versus aantallen leerlingen per onderwijstype), (b) in een vast ritme opgestelde periodieke rapportages (met een financiële paragraaf, maar met ook diverse overige elementen en informat ie, onder meer met betrekking tot de effectieve gemiddelde lestijd per leerling per schooljaar en het ziekteverzuim onder alle medewerkers, alles in een doorlopend perspectief en waar mogelijk voorzien van een forecast voor het gehele schooljaar), alsmede (c) specifieke overzichten met betrekking tot (geplande) investeringen versus afschrijvingen.
De RvT plaatst alle aldus beschikbare te beoordelen informatie doorlopend en tegen de achtergrond van (a) het vigerende strategische beleid en (b) de actuele me erjarige financiële perspectieven van en voor het Minkema College in het perspectief van de alom en door iedereen beoogde doeltreffende besteding van het beschikbare onderwijsgeld: leidend tot goede schoolresultaten, tevreden leerlingen, tevreden medewerkers en waardering van ouders, gemeente, collega-scholen, overige toezichthouders en andere stakeholders.
Stakeholders, dialoog met belanghebbenden
De RvT heeft met de Medezeggenschap (hierna: MR) tweemaal het regulier halfjaarlijkse overleg gevoerd. De eerste vergadering vond online plaats. Het tweede overleg in 2022 vond gelukkig weer op locatie plaats. Het voornemen om de halfjaarlijkse bijeenkomsten een andere vorm en inhoud te geven heeft nog niet tot een nieuwe aanpak geleid. Wel is overgegaan op het a fwisselend voorzitten van de ontmoetingen door de respectievelijke voorzitters van de MR en de RvT.
De RvT hecht veel waarde aan ontmoetingen met gesprekspartners vanuit de school. De bijeenkomst met de adviseurs P&O, financiën en communicatie vond in 2022 weer op locatie plaats.
9
Ditmaal richtte het gesprek zich op de activiteiten en beleidsvoornemens uit het afdelingsjaarplan Bedrijfsvoering (waartoe alle adviseurs behoren).
Werkzaamheden Commissies
Binnen de RvT functioneren drie specifieke commissies: de Kwaliteitscommissie, de Auditcommissie en de Remuneratiecommissie. Elk lid van de RvT maakt deel uit van een of meer van deze commissies. De commissies buigen zich in het bijzonder over de toegeweze n specifieke terreinen: de Kwaliteitscommissie over de inhoudelijke kwaliteit van het onderwijs, de Auditcommissie over beheer en bedrijfsvoering en over de doelmatige besteding van middelen van het Minkema College. De Remuneratiecommissie richt zich in het bijzonder op de werkgeverstaken ten aanzien van de bestuurder en op selectieprocedures. De commissies verdiepen zich extra in de materie en bereiden standpunten voor, maar nemen geen besluiten. Het nemen van besluiten is voorbehouden aan de RvT als geheel.
Auditcommissie
De RvT, en in het verlengde daarvan de Auditcommissie, houdt toezicht op het beheer en de bedrijfsvoering van het Minkema College in brede zin, met nadruk op de doelmatige besteding van middelen. In 2022 heeft de Auditcommissie vijf ke er vergaderd, steeds in aanwezigheid van de bestuurder en de directeur bedrijfsvoering. Vanaf april woonde de (in april aangetreden) adviseur financiën de vergaderingen van de auditcommissie bij. In de vergaderingen zijn het financieel beleidsplan en de financiële rapportages besproken. Ook kwamen de actuele stand van zaken betreffende de personele formatie en de algemene financiën uitvoerig aan de orde. In het kader van de begrotingscyclus zijn de risicoanalyse en de kadernotitie toegelicht en besproken. Jaarlijks in december wordt het treasuryplan besproken. De auditcommissie adviseerde positief ten aanzien van een schikkingsvoorstel met de gemeente Woerden over de kwestie van de constructiefouten in het gebouw aan de Steinhagenseweg. Dit is in 2022 afgero nd.
Kwaliteitscommissie
De Kwaliteitscommissie heeft in 2022 vier keer vergaderd in aanwezigheid van de bestuurder, de directeur bedrijfsvoering en de directeur onderwijs in diens hoedanigheid van lid van de interne kwaliteitscommissie van de school. Er is een aantal punten van aandacht dat jaarlijks terugkeert in de vergaderingen. Dat zijn de onderwijsontwikkeling, de onderwijsresultaten, uitkomsten enquêtes onder leerlingen en ouders, de jaarplannen, het kwaliteitsbeleid, personeel en organisatie. De gevolgen van corona voor het onderwijs en het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) zijn in 2022 aan de agenda toegevoegd. De kwaliteitscommissie heeft met belangstelling kennis genomen van het imago-onderzoek en de NCO-rapportages.
Remuneratiecommissie
De Remuneratiecommissie vergadert in verschillende samenstellingen onder voorzitterschap van de voorzitter van de RvT. Het aantal bijeenkomsten is met name afhankelijk van ontstane vacatures op bestuurs- en toezichtniveau. De overige vaste agendapunten van de Remuneratiecommissie betreffen de honorering van de bestuurder en de RvT zelf, alsmede het rooster van aftreden binnen de RvT. Deze agendapunten worden rechtstreeks in de RvT-vergaderingen besproken, zodat daarover meteen het beoogde brede overleg kan plaatshebben.
10
In de oktobervergadering werd de voordracht voor een tweede termijn als lid van de RvT van de heer F. Hordijk unaniem gesteund door de overige leden.
In 2022 werd gestart met de voorbereidingen voor de werving en selectie van een nieuw lid voor de RvT, ter opvolging van mevrouw E. van der Molen, wier termijn in april 2023 zal aflopen. De werving en selectie resulteerde in een voordracht van mevrouw J. Lauwerijssen als lid van de RvT aan de gemeenteraad Woerden. De gemeenteraad zal die voordracht naar verwachting in het voorjaar 2023 bekrachtigen.
Evaluatie functioneren college van bestuur en raad van toezicht
Voor de jaarlijkse evaluatie van het functioneren van het CvB: zie paragraaf Werkgeverstaak raad van toezicht.
De evaluatie van het eigen functioneren heeft de RvT over 2022 in eigen beheer georganiseerd. Er is gebruikgemaakt van de methode ‘keep, kill, improve’. Het informele overleg met zowel het MT als de adviseurs is tegen het licht gehouden. Besloten is hiervoor in 2023 een alternatief te vinden. Tevens wordt de wijze waarop het overleg met de MR vormgegeven wordt, herzien. Als verbeterpunt wordt afgesproken tenminste eenmaal per jaar de reflectie over de voortgang van het strategisch plan te agenderen, waarbij op hoofdlijnen gek eken wordt naar onderwijsinhoudelijke ontwikkelingen, facilitaire/financiële zaken en organisatorische vraagstukken. Hoewel de leden van de commissies ervaren dat het online vergaderen ook prettig werkt, zal nu het weer kan voor enkele commissies iedere vergadering de afweging worden gemaakt om toch bijeen te komen.
In 2022 heeft de RvT de toezichtvisie en het toezichtskader getoetst aan de Code Goed Toezicht die in 2021 door de ALV van VTOI-NVTK werd vastgesteld. De compliancetoets gaf een mooi resultaat. Slechts aan een aantal kleine aspecten, zoals het plaatsen van documenten op de website, werd niet voldaan. Deze punten zijn meteen opgelost.
De individuele scholingsplannen van 2022 van de toezichthouders zijn vrijwel geheel uitgevoerd. Een gezamenlijke professionaliseringsbijeenkomst voor de raden van toezicht van 5=1 onder leiding van Hartger Wassink maakte hiervan ook onderdeel uit. In deze bijeenkomst werd van gedachten gewisseld over het intern toezicht op de (keten)samenwerking. Een waardevolle avond, waarbij ook de onderlinge ontmoeting van de leden van de raden van toezicht van het bestuurlijk samenwerkingsverband 5=1 een belangrijke plaats kreeg.
11
De RvT bestond in 2022 uit de volgende personen:
Naam Hoofdfunctie
Mevr. E. van der Molen Voorzitter RvT en Voorzitter
Remuneratiecommissie
Partner, procesleider en adviseur onderwijs Molen & Molen
Dhr. F. Hordijk Lid Auditcommissie Bestuurder van Hordijk & Hordijk, adviseurs voor organisatie en financiën
Nevenfuncties in het verslagj aar1
Lid Raad voor Kwaliteitsborging Lerarenopleidingen van de Vereniging van Hogescholen; Bestuurslid Steunpunt Vluchtelingen De Bilt (onbezoldigd); Penningmeester St. Tzadokah Home, Bilthoven (onbezoldigd)
Partner bij Hordijk, Kok, Laan & Wabeke, registeraccountants; Docent Bedrijfseconomie aan de O.R.S. Lek en Linge te Culemborg; Directeur van de Rekenkamercommissie van de gemeente Maasdriel en de rekenkamer van de gemeente Houten; Lid raad van toezicht Ajax Life supportersvereniging (facilitaire vergoeding); Lid van het bestuur (protector) van de Stichting Elisabeth Weeshuis te Culemborg (onbezoldigd)
Mevr. M. Wenderich Lid Kwaliteitscommissie en lid
Remuneratiecommissie
Dhr. J. Schueler Vicevoorzitter RvT Voorzitter Kwaliteitscommissie
Dhr. E.R. de Haan Voorzitter auditcommissie
Vice President - Head of Workforce & Organization Capgemini Invent
Plv. Raadsgriffier bij de Gemeente Utrecht
Onafhankelijk voorzitter overleg bestuur en medezeggenschap Hogeschool Utrecht, (bezoldigd)
Financieel Directeur bij Haaglanden Medisch Centrum
Docent Academie voor Medisch Specialisten
12
1 Een actueel overzicht van nevenfuncties is beschikbaar op de website van het Minkema College.
Rooster van toe- en aftreden leden RvT
E. van der Molen F. Hordijk M.M. Wenderich J. Schueler E.R. de Haan
Voordracht oudergeleding Voordracht RvT Voordracht oudergeleding Voordracht RvT Voordracht MR
2015 B: 1 april 2015
2029
B = Benoeming voor eerste termijn van vier jaar
V = Aftreden of herbenoeming voor tweede termijn van vier jaar
A = Aftreden
De leden van de RvT zijn voor een periode van vier jaar benoemd met de mogelijkheid om de zittingsperiode éénmaal voor de periode van vier jaar te verlengen. Het betreft geen automatische verlenging: leden geven hun bereidheid tot verlenging aan en de RvT neemt vervolgens de beslissing tot verlenging (of niet). De achtergrond van deze handelswijze is dat zowel de RvT als het individuele lid op deze manier bewust een commitment voor de tweede termijn aangaan. N a de maximale zittingsperiode van acht jaar is herbenoeming niet meer mogelijk.
1.5 Verslag van de Medezeggenschapsraad
1.5.1 Samenstelling
De medezeggenschapsraad (MR) van het Minkema College bestaat uit zestien leden:
13
2018 2019 V: 1 april 2019 B: 1 jan. 2019 B: 1 sept 2019 2020 B: 1 jan.
2021 B: 17 dec
2022 2023 A: 1 april 2023 V: 1 jan. 2023 V: 1 sep. 2023 2024 V: 1 jan. 2024 2025 V: 17 dec 2025 2026 2027 A: 1 jan. 2027 A: 1 sep. 2027
A: 1 jan.
2016 2017
2020
2021
2028
2028
A:
17 dec 2029
Acht leden zijn gekozen door de personeelsgeledingen (PMR). Vier leden zijn gekozen door het onderwijsgevend personeel (OP) van het havo/vwo en twee leden door het onderwijsgevend personeel van het vmbo. Door het onderwijsondersteunend personeel (OOP) van het havo/vwo respectievelijk vmbo wordt elk een lid gekozen.
Namens de ouders hebben vier leden zitting in de MR, twee gekozen door de oudergeleding van het havo/vwo en twee door die van het vmbo.
Namens de leerlingen hebben ook vier leden zitting in de MR. Ook hiervoor geldt dat twee gekozen zijn door de leerlingen van het havo/vwo en twee door die van het vmbo.
In 2022 zijn binnen de MR veel mutaties geweest. Wegens het behalen van het diploma zijn alle leerlingen uitgetreden. Met het slagen van hun kinderen zijn ook twee ouders uitgetreden. Het gehele jaar was Wilfred van der Weijden de voorzitter en Freek Verheijden de secretaris.
Samenstelling van de Medezeggenschapsraad in 2022
Namen Vestiging
Namens de leerlingen:
Olivier Donselaar Minkemalaan 1 (tot de zomervakantie)
Gabriele Mansi Minkemalaan 1 (tot de zomervakantie)
Kyra Doeleman Minkemalaan 1 (na de zomervakantie)
Tim de Koning Minkemalaan 1 (na de zomervakantie)
Noa Kets Steinhagenseweg 3a (tot de zomervakantie)
Badr Khadir Steinhagenseweg 3a (tot de zomervakantie)
Mattia Melpignano Steinhagenseweg 3a (na de zomervakantie)
Annemijn Bremmers Steinhagenseweg 3a (na de zomervakantie)
Namens de ouders:
Eveline Rosendaal Minkemalaan 1 (tot de zomervakantie)
Ruud Bruggeman Minkemalaan 1 (tot de zomervakantie)
Ruud Bruggeman Steinhagenseweg 3a (na de zomervakantie)
Ringo Janssen Minkemalaan 1 (na de zomervakantie)
Eliza Horton-Mels Minkemalaan 1 (na de zomervakantie)
Patrick Verharen Steinhagenseweg 3a (tot de zomervakantie)
Eveline Schulp Steinhagenseweg 3a
Namens het personeel:
Ivo van Heeswijk Minkemalaan 1 OP
Joke Snijder-van der Laan Minkemalaan 1 OP
Freek Verheijden Minkemalaan 1 OP
Terry Laman Minkemalaan 1 OP
Miranda van Vulpen Minkemalaan 1 OOP
Ben Peijnenburg Steinhagenseweg 3a OP
Wilfred van der Weijden Steinhagenseweg 3a OP
John Boegheim Steinhagenseweg 3a OOP
14
1.5.2 Verslag en werkzaamheden
De MR is een belangrijke gesprekspartner van het CvB als het gaat om het beleid van het Minkema College. De MR geeft advies over of stemt in met voorgenomen besluiten van het CvB (lees: de bestuurder). Zaken die alleen het personeel van het college aangaan, spreekt het CvB in separate vergaderingen met de personeelsgeleding van de MR, de PMR.
Ook kent de MR een financiële commissie waarin het CvB de financiële stukken uitvoerig toelicht en bespreekt met een delegatie van de MR (vier leden, twee van iedere school). Zodoende kunnen deze stukken later in de MR op hoofdlijnen worden besproken en van commentaar worden voorzien. Het is feitelijk de MR die advies geeft over de financiële stukken.
MR
De MR had vijf reguliere vergaderingen in 2022 en twee extra vergaderingen. De PMR had eveneens vijf reguliere vergaderingen in 2022. Daarnaast was er een overleg op initiatief van de PMR.
De MR kent een ritme waarbij diverse zaken elk jaar terugkomen, zoals de begroting voor het daaropvolgende kalenderjaar, de jaaragenda, de bevorderingsnormen, het examenreglement en het vakantierooster. In 2022 stonden daarnaast nog het leermiddelenbeleid, het toetsbeleid, de Minkema Code, de aanpassingen op de lessentabel ’22-’23, de bestemming van de NPO -gelden en de dagindeling op de agenda van de MR. Naast de hierboven toegelichte bijeenkomsten heeft de MR zoals gebruikelijk twee keer per jaar met de RvT vergaderd. De MR praat dan met de RvT over de uitvoering van medezeggenschap in relatie tot het CvB.
PMR
De PMR vergaderde in 2022 vijf keer. Binnen de personeelsgeleding van de MR worden zaken besproken die specifiek het personeel aangaan. Op de agenda stonden naast de terugkerende onderwerpen zoals het formatieplan en de nacalculatie daarvan, onder andere ook het taakbeleid, de bestemming van de examengelden en de werkdrukmiddelen op de agenda en de voortzetting van het generatiepact.
1.5.3 Inzet komend jaar
Voor 2023 zijn het evalueren van de ingezette onderwijsontwikkelingen zoals formatief evalueren, talentstromen en de verlengde lesduur de belangrijkste aandachtspunten. In dit kader staan scholing, werkdruk en de communicatie binnen de school voor de MR hoog op de agenda. De maatschappij heeft nog altijd te maken met de gevolgen van de coronacrisis, zo ook het onderwijs. Ook dit verdient de nodige aandacht van de MR.
1.6 Activiteiten en samenwerkingsverbanden gedurende het verslagj aar
1.6.1 Samenwerkingsverbanden
Het Minkema College had in het verslagjaar de volgende externe bestuurlijke
samenwerkingsverbanden:
De vereniging van scholen in het voortgezet onderwijs (VO -raad);
De vereniging voor toezichthouders in het onderwijs (VTOI-NVTK);
Samenwerkingsverband VO regio Utrecht-West (SWVVO-RUW);
15
Academische Opleidingsschool met Hogeschool Utrecht (HU) en Universiteit Utrecht (UU); Woerdens Techniek Talent (WTT); Verbindend Onderwijs Woerden (VOW)
POVO-werkgroep
Stichting Kunstzinnige Vorming (KUVO) Woerden
1.6.2 Klachten
In 2022 zijn er over het Minkema College geen klachten ingediend bij de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs.
1.7 Kwaliteit, zorg en onderwijsontwikkelingen
1.7.1 Kwaliteit
Om de kwaliteit van ons onderwijs te volgen hebben wij een interne kwaliteitscommissie. De voorzitter van deze kwaliteitscommissie is de beleidsadviseur Kwaliteit. Deze functie is ontstaan doordat een van de afdelingsleiders vmbo deelneemt aan de generatie regeling van het Minkema College. De twee andere leden zijn de directeur onderwijs en de afdelingsleider vwo bovenbouw. De kwaliteitscommissie komt driewekelijks bij elkaar om de voortgang van de kwaliteitsagenda te bespreken. De kwaliteitscommissie werkt met een vaste en cyclisch terugkerende kwaliteitsagenda, evenals met een interne opbrengstenkaart.
1.7.1.1 Examens
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft besloten om de centraal schriftelijke eindexamens wel door te laten gaan, met uitzondering van het centraal schriftelijk en praktijkexamen (CSPE) van de beroepsgerichte studies in het vmbo.
De herkansings- en slaag/zakregeling werd voor het examenjaar 2022 aangepast. Het tweede tijdvak was uitgebreid van vier naar tien dagen waardoor leerlingen die in het eerste tijdvak ziek waren of in quarantaine zaten, de mogelijkheid kregen om het volledige centraal examen in het tweede tijdvak af te leggen en de examens te spreiden. Daarnaast was er een derde tijdvak gecreëerd om examens te kunnen herkansen. Bovendien was er een extra herkansingsmogelijkheid voor het centraal examen (twee in plaats van één). Tot slot konden de leerlingen bij de uitslagbepaling één vak buiten beschouwing laten, mits dat geen kernvak betrof (duimregeling). Van b eide regelingen werd in het vmbo beperkt gebruik gemaakt.
Ook op de havo- en vwo-afdelingen kozen de meeste leerlingen ervoor de examens in het eerste tijdvak af te leggen en in het tweede tijdvak vakken eventueel te herkansen. Van de herkansingsmogelijkheid in het derde tijdvak werd relatief weinig gebruik gemaakt. In enkele gevallen hebben leerlingen gebruik gemaakt van de zogenaamde duimregeling om hun diploma te laten behalen.
Al deze extra regelingen maken de vergelijking van de examenresultaten met pre-corona examens moeilijk.
16
Geslaagden havo/vwo
In 2022 is 93% van de examenkandidaten in de havo -afdeling geslaagd, landelijk was dit 91%. In de vwo-afdeling was dit 98%, tegenover landelijk 93%.
Geslaagden vmbo
In 2022 zijn alle examenkandidaten op het vmbo geslaagd. Deze 100% geldt voor zowel de basisberoepsgerichte leerweg als de kaderberoepsgerichte leerweg als de mavo. De landelijk gemiddelde slagingspercentages waren 99% (basis), 99% (kader) en 96% (mavo).
1.7.1.2
De Inspectie van het Onderwijs beoordeelt een school met een voldoende als het driejaarsgemiddelde van minstens drie van de volgende vier indicatoren boven de inspectienorm scoort:
Onderwijspositie in leerjaar 3 t.o.v. basisschooladvies; Onderbouwsnelheid; Bovenbouwsucces; Examencijfers.
Deze vier indicatoren vormen tezamen de onderwijsresultaten.
Onderwijsresultaten havo/vwo
17
Oordeel Inspectie van het Onderwijs
Figuur 1.7.1. Onderwijsresultaten havo/vwo
Op basis van deze resultaten beoordeelt de Inspectie van het Onderwijs de kwaliteit van het onderwijs op het havo/vwo als voldoende. De onderbouwsnelheid en het bovenbouwsucces voor zowel de havo als het vwo zijn goed. Deze indicatoren voldoen, net als de examencijfers, aan de inspectienorm. De positie 3e leerjaar van de havo/vwo onderbouw voldoet niet aan de inspectienorm. Dat betekent dat er minder leerlingen dan de gestelde norm met een havo -advies van de basisschool opstromen naar het vwo en te veel leerlingen met een vwo -advies van de basisschool op de havo-afdeling terechtkomen. Dit vraagstuk vraagt om een grondige analyse en zal leiden tot één of meer interventies.
Onderwijsresultaten vmbo
18
Figuur 1.7.2. Onderwijsresultaten vmbo
Op basis van deze resultaten beoordeelt de Inspectie van het Onderwijs de kwaliteit van het onderwijs op het vmbo als voldoende. Alle rendementen voldoen aan de inspectienorm voor de school. Dit laat al jarenlang een stabiel beeld zien.
1.7.1.3 Voortijdig schoolverlaters
De overheid wil dat zo min mogelijk leerlingen de school voortijdig verlaten. Voortijdig wil zeggen: zonder startkwalificatie voor de arbeidsmarkt. Wij doen er alles aan om te voorkomen dat een leerling zonder (uitzicht op) een startkwalificatie de school verlaat. Als wij ons zorgen maken over een leerling, overleggen we met de ouders. Indien nodig roepen we de hulp van de leerplichtambtenaar in. Overigens komt dit zo weinig voor, dat het meestal om maatwerk gaat. Een leerling die vóór het behalen van zijn einddiploma de school verlaat, moet schriftelijk door zijn ouders of verzorgers worden afgemeld bij de directeur onderwijs.
Het Minkema College heeft een actief beleid gericht op het voorkomen van vroegtijdig schoolverlaten (vsv). Het meest actuele schooljaar waarover vsv-gegevens zijn gepubliceerd is het schooljaar 2020-2021. In dat schooljaar lag het percentage vroegtijdige schoolverlaters voor het Minkema College als geheel op 0,20. Het gemiddelde in de regio Utrecht lag voor dit schooljaar op 0,45% en het landelijk gemiddelde op 0,42%.
Het Minkema College doet het dus gemiddeld beter dan de andere scholen in de regio en ook beter dan het landelijk gemiddelde.
1.7.1.4 Toetsing en examinering
De gevolgen van de coronapandemie waren ook voor de examenle erlingen 2022 groot. Een gedeelte van het voorexamenjaar bestond uit hybride onderwijs en dit heeft invloed gehad op de leerlingen in hun examenjaar. In het examenjaar kregen deze leerlingen, in tegenstelling tot alle andere leerlingen van de school (die met lockdowns en hybride onderwijs zijn geconfronteerd in delen van het jaar), wel het gehele jaar fysieke lessen. Met de Inspectie van het Onderwijs is afgesproken dat de leerlingen uit het examenjaar 2022 enkele extra herkansingsmogelijkheden kregen. Het examenreglement en PTA’s zijn hiervoor eenmalig aangepast en aan de Inspectie van het Onderwijs ter beschikking gesteld.
Het centraal schriftelijk en praktijkexamen (CSPE) voor de beroepsgerichte studies is niet doorgegaan. De examenresultaten zijn vastgesteld op basis van de behaalde resultaten van de schoolexamens.
19
Beide locaties hebben een eigen examencommissie. De examencommissie vmbo bestaat uit twee examensecretarissen en leden van de schoolleiding, de examencommissie havo/vwo bestaat uit één examensecretaris en leden van de schoolleiding.
In tegenstelling tot de twee voorgaande schooljaren hanteerden we in de zomer geen aanpassingen meer op ons bevorderingsbeleid. Na twee jaar van kansrijk bevorderen vonden we het belangrijk om weer terug te grijpen naar de gebruikelijke overgangsnormen, die voldoende ruimte bieden om een leerling, in geval van twijfel, in te brengen voor een bespreking en een wijs besluit te nemen voor het nieuwe schooljaar.
Wij hebben momenteel een ruime subsidie beschikbaar voor een ondersteuningsprogramma. In samenwerking met een taskforce is een plan opgesteld. Er wordt op diverse fronten ondersteuning aangeboden, zowel op sociaal-emotioneel als op cognitief vlak.
1.7.2 Zorg
Voor onze leerlingenzorg gelden de volgende doelstellingen:
1. de school heeft een belangrijke signaleringsfunctie;
2. een leerling met problemen weet waar hij/zij kan aankloppen;
3. in het zoeken naar de juiste ondersteuning worden ouders zo veel mogelijk in het proces betrokken;
4. kennis van zaken bij docenten kan een preventieve functie hebben bij problemen;
5. school is geen zorginstelling. Wanneer problemen buiten ons bereik liggen, wordt actief meegedacht over geschikte begeleiding buiten school.
Onze medewerkers zijn geschoold in het vinden van een juiste aanpak hoe om te gaan met leerlingen die extra aandacht nodig hebben om het onderwijs succesvol te kunnen doorlopen. Wij meten of de ondersteuning van deze leerlingen tot resultaat leidt. De beide locaties van het Minkema College voeren regelmatig overleg over (de gevolgen van) passend onderwijs.
Binnen het Minkema College zijn twee orthopedagogen actief en er is niet alleen oog voor de ondersteuning van individuele leerlingen, maar ook voor de ondersteuning van de docenten die binnen de groepen met meer diversiteit worden geconfronteerd. De samenwerking tussen de zorgteams van beide locaties is afgelopen jaar verder versterkt. In 2022 heeft regelmatig gezamenlijk overleg plaatsgevonden met betrekking tot leerlingenzorg.
Binnen het vmbo zijn pedagogisch medewerkers en pluscoaches ingezet. Deze inzet blijkt succesvol. Binnen de havo-/vwo-afdeling is er extra aandacht voor leerlingen die hoogbegaafd zijn. In 2022 zijn er (wederom) twee medewerkers op dit thema geschoold. Deze scholing wordt deels gef inancierd vanuit het samenwerkingsverband.
Op beide locaties wordt ingezet op extra lessen Nederlands (NT2) voor leerlingen met een taalachterstand. Het aantal leerlingen dat hiervoor in aanmerking komt, is toegenomen. Ook hiervoor is vanuit het samenwerkingsverband geld ter beschikking gesteld.
20
Er is sprake van een educatief partnerschap met ouders. Ouders worden vroegtijdig betrokken bij signalering en bij interventies. Ouders hebben ook informatieplicht; zij weten wat van hen verwacht wordt op het gebied van informatieverstrekking naar de school. Het uitgangspunt is dat er sprake is van een gelijkwaardige relatie tussen ouders en school, met waardering voor elkaars deskundigheid. Vanuit de dynamische driehoek streven ouders en school gezamenlijk naar de juiste ondersteuning voor de leerling.
De basisondersteuning die in 2022 geboden is, werd uitgevoerd door mentor, zorgcoördinator, leerlingbegeleider, pedagogisch medewerker, leerlingcoördinator en afdelingsleider. Onder de basisondersteuning vallen procedures zoals: het schrijven van plan van aanpak, het monitoren en volgen van de leerling en diens ontwikkeling, aandacht voor leer - en gedragsproblematiek (zoals dyslexie en AD(H)D), differentiatie in de les, signaleren van problemen in de thuissituati e, monitoren van het verzuim en het zo nodig inzetten van een sanctionele lijn.
In de gevallen dat de basisondersteuning niet toereikend blijkt vanwege de ernst van de problematiek, is verder opgeschaald. De casus wordt in een (mini-)zorgadviesteam (ZAT) besproken en passende vervolgacties worden bepaald. Jeugdhulp (Timon) heeft hierin ook een rol. Bij leerlingen tot 16 jaar worden ouders in dit proces altijd meegenomen. Is een leerling 16 jaar of ouder dan is eerst toestemming van de leerling nodig voorda t ouders betrokken kunnen worden. Besteding middelen vanuit lumpsum
De middelen die vanuit de lumpsum beschikbaar worden gesteld, zetten wij in voor ondersteuning in de basis. Enkele voorbeelden hiervan zijn: begeleiding door een mentor, ondersteuningsles sen voor leerlingen die achterstand hebben op het gebied van rekenen, wiskunde en Nederlands.
De zorgstructuur van het Minkema College laat zich op de onderstaande manier schematisch weergeven:
Binnen de basisondersteuning worden drie niveaus van ondersteuning onderscheiden:
21
Niveau 1: Basisondersteuning, die voor iedere leerling van de school geldt.
Niveau 2: Basisondersteuning, die meer individueel gericht is.
Niveau 3: Basisondersteuning, die sterk individueel gericht is.
Samenwerkingsverband
Het Minkema College maakt samen met vier andere schoolbesturen in de regio deel uit van het samenwerkingsverband voortgezet onderwijs regio Utrecht West (SWVVO RUW). Het samenwerkingsverband heeft wat betreft de verdeling van de middelen voor basisonderste uning gekozen voor het schoolmodel. De vo -scholen krijgen middelen van het samenwerkingsverband via een verdeelsleutel. Scholen kunnen deze middelen naar eigen inzicht binnen hun eigen ondersteuningsstructuur inzetten voor de basisondersteuning. Achteraf leggen de scholen verantwoording af over de inzet van de middelen.
Het samenwerkingsverband vergadert op drie niveaus: met de zorgcoördinatoren, met de (locatie)directeuren en met de bestuurders van de verschillende scholen. In overleg met elkaar worden jaarlijks de doelen vastgesteld en stellen wij het schoolondersteuningsprofiel op. Deze profielen zijn terug te vinden op de website van onze school.
De ontvangen gelden vanuit het samenwerkingsverband zijn ingezet om een deel van de kosten te dekken. De doelmatige besteding van de middelen wordt verantwoord aan het samenwerkingsverband. In 2022 zijn de middelen als volgt besteed: inzet van jeugdhulpmedewerkers (€ 41, duizend), (traject)begeleiding (€ 240, duizend) en overige (€ 20,4 duizend).
Vmbo
Zorgcoördinatie
Binnen het vmbo zijn drie zorgcoördinatoren werkzaam. Zij ondersteunen de eerstelijns begeleiding van de mentoren.
Pluscoaching
De trajectvoorziening heet Pluscoaching. Deze wordt vormgegeven door de leerlingbegeleider (die tevens coördinator is) en de orthopedagoog. Leerlingen in de pluscoaching werken, met ondersteuning van de zorgcoördinator of de orthopedagoog, aan vooraf opgestelde doelen.
Pedagogisch medewerkers
De school heeft er in 2019 voor gekozen om voor de beroepsgerichte opleiding een pedagogisch medewerker aan te stellen. Met ingang van het schooljaar 2021 -2022 zijn er twee pedagogisch medewerkers binnen het vmbo werkzaam. Deze medewerkers bewaken het peda gogisch klimaat. De pedagogisch medewerkers geven geen lessen, maar zijn dagelijks op school bezig met het ondersteunen van docenten, leerlingen en OOP bij de dagelijkse gang van zaken. Zij zijn eerste aanspreekpunt voor leerlingen, doen aan mediation tuss en leerlingen en docenten, maar ook tussen leerlingen onderling. Daarnaast surveilleren ze in de ochtend bij de deur en in alle pauzes. Deze medewerkers ondersteunen en ontzorgen de leerlingcoördinatoren.
22
Wa e e d ach
Bij leerlingen met extra onderwijs- of ondersteuningsbehoefte(n) en bij door - of afstromende leerlingen heeft een “warme” ( uitgebreide mondelinge) overdracht plaatsgevonden. Het betrof zowel de overstap van primair onderwijs naar voortgezet onderwijs als de overstap van de ene voschool naar de andere vo-school en de doorstroom naar het mbo en de havo.
Onderwijs- en ondersteuningsbehoeften zijn in kaart gebracht en vastgelegd op basis van schriftelijke informatie bij de aanmelding, aangevuld met mondelinge informatie bij de warme overdracht en informatie van ouders.
Versterking mentoraat
Op de locatie vmbo is de rol van de mentor versterkt. Het in beeld brengen van de leerlingen alsmede het volgen van de ontwikkeling maakt een integraal onderdeel uit van de mentorwerkzaamheden. De werkzaamheden betreffen: het maken van een groepsoverzicht voor de lesgevenden, het met de leerling samen opstellen van een SteinSuccesPlan, het monitoren van de gestelde doelen, periodiek overleg met zorgcoördinator en afdelingsleider (dit noemen we TRIAoverleg) en per rapportperiode individuele voortgangsgesprekken met alle ouders en leerlingen.
Taal- en rekenonderwijs
Wij bieden NT2-begeleiding aan leerlingen die pas kort in Nederland wonen. Rekenen wordt in de leerjaren 1 t/m 3 aangeboden, met extra faciliteiten voor de klassen basisberoepsgericht. Daarnaast nemen wij tweejaarlijks cito -toetsen af. Deze geven ons inzicht in de capaciteiten van onze leerlingen en de mate waarin ons onderwijs daarop aansluit.
Daarnaast hebben wij ingezet op onder meer de volgende onderdelen: dyslexiebegeleiding; begeleiding op gebied van studievaardigheden binnen een huiswerkklas; faalangstreductietraining; sociale vaardigheidstrainingen.
Havo/vwo
Binnen het havo/vwo zijn twee zorgcoördinatoren (onder- en bovenbouw) en een orthopedagoog te werkzaam
Daarnaast hebben we de middelen die vanuit het samenwerkingsverband beschikbaar gesteld zijn, ingezet op de volgende onderdelen voor begeleiding op maat voor de individuele leerling: extra begeleiding door de eigen mentor; dyslexiebegeleiding;
afname van NIO-toetsen; begeleiding op gebied van studievaardigheden binnen een huiswerkklas;
NT2-begeleiding voor leerlingen die pas kort in Nederland wonen.
23
1.7.3 Onderwijsontwikkelingen
Professionalisering management
Voor de schoolleiding van beide locaties is in 2018 -2019 een professionaliseringstraject ingezet onder de naam “didactisch coachen”. Dit traject is, onder andere als gevolg van corona, niet afgemaakt. Het managementteam gaat ieder jaar op tweedaagse om met elkaar te werken aan thema’s die spelen binnen de school maar ook om de samenwerking onderling te versterken/verbeteren.
70 minutenrooster
Met ingang van schooljaar 2021-2022 duren alle lessen op het Minkema College 70 minuten. Voor de docenten van het vmbo, mavo/havo is dat nieuw, als ook voor de bovenbouwdocenten van het havo/vwo. In de onderbouw van het havo/vwo groeide de langere lesduur al twee jaar in met een 75 minutenrooster.
De reden voor deze verandering is onderwijskundig. Door te werken met een 70 minutenrooster is er meer ruimte voor de leerlingen en docent om de gehele leercyclus in een les te doorlopen. Voor onze lessen hanteren wij dit model:
Aan het begin van de les is er ruimte voor een ‘opwarmer’ en instructie met leer- en/of lesdoelen, waarna de leerling - in de romp - zich de leerstof op verschillende manieren eigen maakt. Aan het einde van de les blijft er voldoende ruimte over om terug te blikken en na te gaan of de leerlingen de lesstof ook daadwerkelijk begrepen hebben en de lesdoelen hebben behaald.
Het 70 minutenrooster stelt de docenten meer in staat om effectief feedback te geven op het leerproces en rekening te houden met verschillen tussen leerlingen. Daarnaast geeft het ook r ust in de school, onder meer doordat er minder verschillende lessen en daarmee minder opstart - en afbouwmomenten per dag voor leerlingen en docenten zijn.
Burgerschap
Het Minkema College is al jaren een voorloper op het gebied van burgerschapsonderwijs. Curriculum.nu heeft burgerschap als een van de zeven leergebieden benoemd. Hierin worden enkele thema’s benoemd die wij zullen gebruiken om het burgerschapsonderwijs kritisch onder de loep te nemen en eventueel bij te stellen. Een belangrijk doel is om bij àlle vakken expliciet aandacht te geven aan burgerschap. Hiermee is een begin gemaakt door dit onderwerp op het programma te zetten van de ontwikkeldagen van augustus en oktober.
24
Formatief handelen
De afgelopen jaren is het aantal summatieve toetsen (v oor een cijfer) danig teruggedrongen, zeker in de onderbouw. Hiermee neemt de (toets)druk die leerlingen ervaren af. In 2021 -2022 is in dit verband voor het eerst met een PTO gewerkt: een programma voor toetsing in de onderbouw. Zolang leerlingen van toets naar toets werken en onder hoge druk op korte termijn toetsen voorbereiden, gaat veel kennis verloren. Er is immers onvoldoende gelegenheid om kennis in het langetermijngeheugen op te slaan. Daarom werken de docenten meer en meer formatief: tijdens (kleinere) meetmomentjes (zonder cijfer) wordt in kaart gebracht hoe een leerling ervoor staat en hoe hij zichzelf verder kan ontwikkelen. Het stellen van open vragen, een quizje of een start met drie vragen over de vorige les zijn waardevolle formatieve middel en. Het geeft de docent tevens inzicht in het leerproces van de leerlingen. Zo kan de docent zijn onderwijs beter afstemmen op de leerbehoeftes. Met gerichte feedback van de docent of van klasgenoten (‘peerfeedback’) kan de leerling verder werken aan de leerdoelen.
1.7.3.1 Havo/vwo
In 2022 zijn diverse collega’s intern geschoold in didactisch coachen. Aandacht voor formatief handelen en de langere lesduur vond op ontwikkeldagen plaats. Deze scholing blijven we voorlopig aanbieden.
De werkgroep Formatief Handelen heeft in 2021 -2022 een intervisieproject gedraaid rondom deze onderwijsontwikkeling. De toegekende subsidie Schoolkracht maakte dit project voor de werkgroep en 24 deelnemende collega’s mogelijk. De werkgroep heeft in 2022 een aandeel genomen in het programma van twee organisatiedagen (start schooljaar en 4 oktober).
Minkema Discovery
2021-2022 was het jaar van de ‘doorstart’ van het Discovery -programma. Door corona konden eerder veel modules geen doorgang vinden. Net als bij de start van 2021-2022 hebben we in de eerste periode van 2022 -2023, van september tot november, bijspijkermodules aangeboden in plaats van talentmodules om eventuele achterstanden weg te werken.
Per periode kiezen leerlingen twee modules uit vier (voor gymnasiasten vijf) opties:
1. Discover Arts: kunst & cultuur
2. Discover Nature: natuur & grote vraagstukken
3. Discover Society: maatschappij & wereldburgerschap
4. Discover Tech: science, onderzoek & ontwerpen (O&O)
5. Discover Classics: extra uitdagende modules voor gymnasium
De stromen sluiten aan bij de verschillende profielen in de bovenbouw. In de modules komt kennis van verschillende vakken bij elkaar. Leerlingen gaan in gemengde groepen van havo en vwo aan de slag met een vraagstuk waarbij ze gebruikmaken van de lesstof uit de verschillende vakken. Hierbij trainen zij onder meer vaardigheden als onderzoekend leren, analyseren, presenteren, debatteren en creatief denken. Ze werken niet met een lesmethode en werken ook niet toe naar een toets voor een cijfer. Het eindproduct, dat in samenwerking tot stand is gekomen, kan van alles zijn: een presentatie, een ontwerp, een product. Het resultaat moet uiteraard voldoende zijn.
25
Discover Tech in combinatie met het vak Onderzoek & Ontwerpen (O&O), is uitgegroeid tot het Technasium, waarvoor we het officiële predicaat mochten gaan voeren vanaf augustus 2022. September 2021 stapten we in het introductiejaar van het Technasium.
Onze technator onderhoudt contacten met het bedrijfsleven van Woerden e.o. en betrekt bedrijven bij de opdrachten voor het vak O&O. Ook werkt zij samen met WTT en de TechnoHub. Ter voorbereiding op de officiële technasium -status zijn we in september 2021 met O&O -klassen gaan werken: drie klassen in leerjaar 1 en twee klassen in leerjaar 2.
1.7.3.2 Vmbo
Pedagogisch klimaat
Schooljaar 2022-2023 stond opnieuw in het teken van het verbeteren van het pedagogisch klimaat. De Inspectie van het Onderwijs is zeer positief over ons onderwijs en de bijbehore nde resultaten. Dit schooljaar hebben we zowel op locatieniveau (afdelingsoverleg) als op leerjaarniveau (boven- en onderbouwoverleggen) het creëren van een prettig werkklimaat centraal gesteld. Docenten overleggen met elkaar in teams over de juiste aanpak voor bepaalde leerlingen in de lessen. Daarnaast is er vanuit NPO ingezet op het verfraaien van het gebouw. De nieuwe lokaaldeuren, voorzien van een aansprekende deursticker, hebben een positieve uitwerking op de leerlingen en docenten. Daarnaast zorgen de tafelvoetbaltafels voor ontspanning en plezier tijdens de pauze. We zien dit terug in een verminderd aantal incidenten in de vrije ruimte.
We investeren niet alleen in het onderwijsklimaat, maar ook in de ondersteuning van het onderwijsleerproces. Dat doen wij onder meer door gerichte ondersteuning te bieden aan de medewerkers. Met de inzet van een pedagogisch medewerker in alle afdelingen is er een goede stap gezet ten behoeve van het pedagogisch klimaat. Zij ondersteunen de afdelingsleiders en de leerlingcoördinatoren. Op die manier dragen zij bij aan de sociale veiligheid van de leerling. Leerlingen weten hen te vinden. Een grote meerwaarde is dat er rust heerst in school, docenten weten dat leerlingen die de les verlaten adequaat worden opgevangen en dat hen een luisterend oor wordt geboden.
De zes rollen van de docent
In de lessen werken wij volgens het principe van de zes rollen van de leraar van Martie Slooter. Goed lesgeven wordt ondersteund door handvatten in de vorm van zes verschillende rolle n. Rollen die voor iedere docent heel herkenbaar zullen zijn.
Elke docent, ervaren of startend, kan zich ontwikkelen binnen de zes rollen. Soms is er een rol die de docent nog niet laat zien, terwijl de leerlingen of de situatie daar juist wel om vragen . Het kan zijn dat een bepaalde rol de voorkeur heeft van de docent, maar niet meer voldoende bijdraagt aan de effectiviteit van de les. Ook kan het zo zijn dat de docent vooral docentgestuurd lesgeeft, terwijl de klas of de situatie erom vraagt de leerlingen meer los te laten (of anders vast te houden) en er een aanpassing in de rol mag zijn. De zes rollen bieden de docent handvatten om zijn of haar repertoire verder uit te breiden.
26
Iedere rol heeft een aantal kerntaken die beschrijven wat een docent kan doen om deze rol effectief in te vullen. Elke kerntaak heeft indicatoren die bedoeld zijn als richtlijnen voor gedrag die passen bij de gewenste vorm van sturing. De zes rollen zijn:
1. De docent als gastheer;
2. De docent als presentator;
3. De docent als didacticus;
4. De docent als leercoach;
5. De docent als pedagoog;
6. De docent als afsluiter.
Afgelopen schooljaar is een scholingstraject afgerond in samenwerking met CPS. Een deel van het docentencorps is op basis van interesse en voorkennis geschoold in de vierde rol, die van leercoach. In het schooljaar 2022-2023 hebben de verschillende rollen van de leraar een plek gekregen door best practices vanuit ervaren docenten te geven. Andere docenten sloten daar in intervisievorm bij aan. Tot slot hebben de schoolopleiders de zes rollen van de leraar centraal staan bij hun begeleiding van nieuwe collega´s.
De vier mavo-stromen
In september 2019 is er in klas 3 gestart met de opleiding Mavo Tech. Ondertussen is het programma van deze mavo-richting voldoende ontwikkeld voor klas 3 en klas 4. Datzelfde geldt voor Mavo Ondernemen, een GL-opleiding. Met de TechCampus van ROC Midden Nederland zijn, in het kader van het project Sterk Techniek Onderwijs (STO), afspraken gemaakt over het volgen van lessen door Mavo Tech-leerlingen op het ROC. Onze Mavo Tech-leerlingen volgen 1 keer in de week technieklessen op het ROC in Nieuwegein.
Momenteel bieden wij vier mavo -stromen aan:
1. Mavo Tech: dit is een mavo-richting met een groot deel technische vakken en informatietechnologie, speciaal voor die leerlingen die mavo aankunnen én veel interesse hebben voor een technische opleiding. Je hebt een vast vakkenpakket, 6 examenvakken, techniek en informatietechnologie en onderzoekend en probleemoplossend leren
2. Mavo Ondernemen: ondernemend leren. Vast vakkenpakket, 5 algemeen vormende examenvakken (zoals wiskunde en Engels), 1 beroepsgericht examenvak: commercieel en secretarieel. Mavo Ondernemen is een gemengde leerweg.
3. Mavo Klassiek: uitstroomprofiel met 6 examenvakken, alle sectoren, brede vorming, gericht op vervolgstudie op het mbo.
4. Mavo/havo: uitstroomprofiel met 7 examenvakken, alle sectoren, brede vorming, gericht op doorstroom naar havo.
In het tweede leerjaar worden onze leerlingen voorbereid op de verschillende stromen, onder meer tijdens oriëntatielessen en voorlichtingsrondes. Met het aanbod van de vier stromen doen wij recht aan de interesses en talenten van onze leerlingen.
In het schooljaar 2022-2023 is er een werkgroep gestart die zich buigt over de invoering van de Nieuwe Leerweg. Naar alle waarschijnlijkheid gaat deze nieuwe Mavo -vorm van start in het
27
schooljaar 2025-2026. De werkgroep onderzoekt op welke manier wij vorm willen geven aan dit nieuwe concept.
Brede basis/kaderberoepsgerichte leerweg
Binnen de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg leiden we de leerlingen zo lang mogelijk in brede klassen op. Dat betekent dat we tot en met leerjaar 3 gemengde basis/kaderklassen hebben. De leerlingen in die klassen kunnen aan het eind van leerjaar 3 nog doorstromen naar een kaderklas of 1 of 2 vakken op een hoger niveau (het kaderniveau) afsluiten. Ook kaderl eerlingen kunnen 1 of 2 vakken op TL-niveau afsluiten. In september 2020 zijn voor het eerst 2 leerlingen vanuit het examenjaar basis-4 doorgestroomd naar kader-4. Wij willen onderzoeken of het stapelen van diploma’s voor leerlingen die een mbo-opleiding op niveau 3 of 4 willen doen, werkt en kansrijk is. In de afgelopen jaren zijn er meerdere leerlingen geweest die het stapelen van een basis - en kaderdiploma succesvol hebben afgesloten.
Onze basis/kader-afdeling biedt de leerlingen een breed palet aan k euzevakken. Hiermee doen wij recht aan de interesses van leerlingen en garanderen wij een aansluiting bij alle mbo -opleidingen in de regio. Het aanbod van keuzevakken evalueren wij jaarlijks. Hiervoor zoeken wij actief contact met mbo-opleidingen in de regio.
Sinds november 2020 werken we binnen het vmbo nauw samen met de TechnoHUB in Woerden. Drie groepen leerlingen krijgen daar fiets- en scootertechniek, twee van de keuzevakken. De samenwerking met de TechnoHUB moet onze contacten met het bedrijfsleven in Woerden versterken en het opleidingsaanbod voor onze leerlingen verbreden.
Wij onderhouden goede contacten met de verschillende mbo -opleidingen in de regio (MBO Rijnland en ROC Midden Nederland). Vanuit het decanaat van het VMBO wordt er met leerlingen gericht meegekeken naar geschikte mbo -opleidingen. Dit gebeurt ook wanneer een enkele leerling zonder diploma doorstroomt naar een entreeopleiding.
1.7.4 Overige activiteiten
Excursies en buitenlesactiviteiten
Tijdens de coronapandemie moesten er veel activiteiten geannuleerd worden. Vanaf begin 2022 waren weer meer buitenlesactiviteiten mogelijk zoals (meerdaagse) excursies en bedrijfsbezoeken. Gelukkig konden de examenleerlingen havo/vwo daarom dit jaar weer op werkweek over de grens. Leerlingen konden kiezen om naar Berlijn, Londen, Parijs, Rome of Oostenrijk te gaan. Iedere bestemming heeft zijn eigen unieke programma.
Om de leerlingen een hart onder de riem te steken na twee bijzondere schooljaren, gin gen alle havo/vwo leerlingen in april naar pretpark Walibi. De vmbo - leerlingen gingen later in het jaar met de hele locatie naar de Winter Efteling.
Maatschappelijke stage
Gedurende de coronaperiode hebben we de eisen die we aan leerlingen stellen om te voldoen aan een maatschappelijke stage naar beneden bijgesteld. Vanaf schooljaar 2022 -2023 kunnen we de
28
afspraken, zoals vastgelegd in het convenant met de gemeente Woerden en het Kalsbeek College, weer onverkort handhaven.
Ei de a e gala e ch lfeesten
Dit jaar was het ook weer mogelijk om de traditionele eindexamengala’s te organiseren. Traditiegetrouw komen leerlingen in prachtige outfits met zeer uiteenlopende voertuigen naar school. Het massaal toegestroomde publiek zorgt voor een onafgebroken applaus langs de route en bij het uitstappen.
Ook konden we dit jaar weer schoolfeesten organiseren. Het wintergala op de havo/vwo -locatie was beter bezocht dan de voorgaande edities. Ruim 900 leerlingen hebben een avond lang staan dansen. De muziek werd deze avond verzorgd door een van de conciërges die deze avond de DJ-taak op zich had genomen.
Op het vmbo is er een groots feest georganiseerd met o.a. de artiesten Emma Heesters en Ronnie Flex. Omdat de werkweek voor klas 3 in het vmbo helaas niet k on doorgaan, zijn in de laatste lesweek verschillende activiteiten georganiseerd voor dit 3e leerjaar. We gingen onder andere met elkaar naar de film en brachten een bezoek aan de stad Amsterdam en Madame Tussauds.
Bijzondere activiteiten
De laatste lesdag van 2022 sloten we af met een kerstbrunch voor alle leerlingen. Samen met de mentor was er voor iedere klas een gezellige activiteit in het lokaal, gestart of afgesloten met een ontbijt of lunch.
Daarnaast kwamen onze leerlingen het afgelopen jaar in actie tijdens de Week tegen het Pesten, Coming Out Day, Paarse Vrijdag en de Week tegen Eenzaamheid.
Talentlessen
Met ingang van schooljaar 2022-2023 volgen de leerjaren 1 en 2 een blok met talentlessens op het vmbo. Deze worden aangeboden in samenwerking met de KUVO. De leerlingen konden een keuze maken uit verschillende onderwerpen die hen interesseren, zo ontwikkelen ze hun talenten en krijgen inzicht in zaken die ze leuk en interessant vinden. De lessenserie werd afgesloten met een eindpresentatie in de kantine.
On Stage Woerden
Onder de slogan ´Alles mag je worden, behalve ongelukkig. Beloofd?´ heeft het Minkema College, in samenwerking met Yuverta, Kalsbeek College en Futura College, en onder leiding van On Stage in 2021-2022 deelgenomen aan een ambitieus project. Al onze leerlingen van leerjaar 1 en 3 hebben deelgenomen aan een ambitieus snuffelstage-project. In dit project leerden ze speeddaten met verschillende bedrijven en organisaties. Bij een geslaagde speeddate kon je twee stagedagen aangeboden krijgen bij deze organisaties. Het doel achter dit project is om leerlingen in het vmbo te wijzen op hun vele talenten en inzicht te geven in hun mogelijkheden na hun schooltijd. Zo hebben leerlingen meegelopen in restaurants, bij de politie, in een manege, in het ziekenhuis of als boswachter. Er was voor ieder wat wils en het vmbo werd op een prachtige manier en volkomen terecht in het zonnetje gezet! Het project krijgt in 2022 -2023 een vervolg voor leerjaar 3.
29
1.8 Nationaal Programma Onderwijs
In 2022 was er een zogenaamde taskforce NPO -gelden actief. Het doel van de Taskforce is om corona-achterstanden weg te werken en om structurele problemen op te lossen om zo te komen tot een duurzame verbetering van het onderwijs. De interventies moeten voldoen aan het door de overheid opgestelde keuzemenu.
In februari en juli/augustus zijn er zogenaamde schoolscans uitgevoerd op basis van de resultaten vanuit het leerlingadministratiepakket (MMP), enquêtes onder leerlingen en ouders, inventarisaties bij secties en vakgroepen én gesprekken met docenten en ondersteuners. Op basis van deze informatie is het plan van aanpak voor het schooljaar 2021 -2022 aangepast en is er een plan geschreven voor het schooljaar 2022-2023. Hierin staan de resultaten van de schoolscan, de daaruit volgende doelen en de voorgestelde interventies om deze doelen te bereiken. De MR heeft hier vervolgens mee ingestemd. Er is gekozen voor een breed spectrum aan interventies. In 2022 lag de nadruk op het voortzetten van de volgende interventies:
● Meer onderwijs, in de vorm van bijlessen (individueel en in groepen), huiswerkklas en SEtrainingen.
● (Extra) inzet van personeel, in de vorm van extra uren voor zorgmedewerkers (zowel in loondienst als niet in loondienst), onderwijsassistenten en de inzet van extra personeel via Athena Studies en Lyceo.
Daarnaast bleek uit de schoolscans dat er meer behoefte was aan de onderstaande interventies. Deze zijn in de loop van het jaar 2022 ontwikkeld.
● Sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen, in de vorm van leuke start- en mentoractiviteiten voor de leerlingen, excursies om bij te dragen aan groepsvorming, versterking van het zorgaanbod en versterking van het mentoraat op het vmbo. Ook zijn er diverse interventies gedaan om het pedagogisch klimaat op beide locaties te verbeteren.
Zowel aan de zorgvraag als aan de vraag om extra inhoudelijke ondersteuning kan niet volledig worden voldaan door het personeel in loondienst. Waar mogelijk en wensel ijk heeft het personeel in loondienst extra uren gekregen voor taken, maar om aan de verhoogde hulpvraag te voldoen, blijkt externe inzet ook nodig. Daarnaast is één van onze gestelde doelen het verlagen van de werkdruk voor docenten. Ook daarvoor is de inzet van extra personeel niet in loondienst nodig.
In mei 2023 vindt er een nieuwe evaluatie van de resultaten plaats. Op basis hiervan wordt een plan gemaakt voor het schooljaar 2023 -2024. De nadruk zal hierbij liggen op het continueren van de meest zinvolle interventies en deze geleidelijk over 2 schooljaren af te bouwen wanneer het budget niet meer toereikend is. De NPO-gelden kunnen namelijk nog tot en met het schooljaar 2024 -2025 worden besteed. In 2022 is 10,9% van de ingezette NPO -gelden besteed aan personeel niet in loondienst.
30
1.9 Financiële positie en resultaten in 2022
1.9.1 Kengetallen
De financiële prestaties van het Minkema College laten zich goed typeren door een aantal kengetallen. Deze getallen sluiten aan op de gehanteerde kengetallen van de Inspectie van het Onderwijs. Door de ontvangen NPO-middelen is het publieke deel van het eigen vermogen boven de signaleringswaarde van de Inspectie van het Onderwijs voor mogelijk bovenmatig eigen vermogen gekomen. Door besteding van deze subsidie in 2023 en 2024 komt het eigen vermogen van het Minkema College weer onder de signaleringswaarde.
Allocatie van middelen
Het alloceren van middelen naar schoolniveau is niet van toepassing omdat het Minkema College een éénpitter is.
Budgetbeheer: rentabiliteit, liquiditeit en investeringsratio
In 2022 is een positief resultaat behaald. De voornaamste reden voor dit positieve resultaat is de herziening van de bekostiging van strategisch personeelsbeleid. De besteding hiervan gaat grotendeels plaatsvinden in de jaren 2023 tot en met 2025. In combinatie met de uitgestelde besteding van NPO-middelen wordt een negatieve rentabiliteit verwacht voor de jaren 2023 tot en met 2025. In 2022 zijn de liquide middelen toegenomen met € 2.1 4. . In december 2022 is vanuit de gemeente Woerden € 2 . 31 ontvangen voor de herstelkosten brandveiligheid aan de Steinhagenseweg. Daarnaast hebben we in 2022 ook te maken gehad met ontvangen subsidies waar de uitbesteding plaatsvindt in de jaren 2023 tot en met 2025. Dit heeft a ls gevolg dat de liquiditeitsratio de komende jaren gaat dalen.
Vermogensbeheer: solvabiliteit en weerstandsvermogen Ook de solvabiliteitsratio’s laten vanaf 2022 een neerwaartse trend zien. Voor 2023 tot en met 202 vindt uitgestelde besteding plaats van de NPO-middelen die in 2021 tot en met 2023 zijn ontvangen.
31
Financiële kengetallen Berekening 2022 2023 2024 2025 2026 Budgetbeheer Rentabiliteit Resultaat delen door de totale baten 2,4% -2,0% -1,7% -2,2% 0,4% Liquiditeit Vlottende activa delen door kortlopende schulden 2,44 2,00 1,63 1,66 1,83 Huisvestingsratio Huisvestingslasten delen door totale lasten 5,9% 6,9% 6,9% 7,5% 7,6% Vermogensbeheer Solvabiliteit 1 Eigen vermogen delen door het totale vermogen 48,0% 47,4% 41,0% 39,1% 39,6% Solvabiliteit 2 Eigen vermogen plus voorzieningen delen door het totale vermogen 69,3% 68,8% 65,1% 64,1% 64,4% Weerstandsvermogen Totale eigen vermogen delen door de totale baten 32,8% 33,6% 25,8% 24,2% 24,5% Vermogenspositie Norm. vermogen Inspectie 5% van baten + 50% * aanschafw. gebouwen * 1,27 + boekwaarde overige MVA € ,0 M € , M € , M € ,3 M € ,3 M Publiek vermogen Minkema Eigen vermogen met aftrek van privaat vermogen € ,1 M € , M € ,0 M € , M € , M
1.9.2 Risicomanagement
Er kunnen zich gebeurtenissen voordoen die ertoe leiden dat we er niet in slagen om de in het strategisch plan geformuleerde ambities te verwezenlijken. Het geheel aan maatregelen die we treffen om ervoor te zorgen dat deze gebeurtenissen zich niet voordoen o f dat de impact gering is, noemen we risicomanagement. Het begrip “risicobereidheid” is hier onderdeel van. De risicobereidheid van het Minkema College is de mate waarin het Minkema College bereid is risico’s te nemen in de realisatie van haar doelstellingen.
De risicobereidheid verschilt per risicocategorie:
Categorie Risicobereidheid Toelichting
Strategisch Gematigd Het Minkema College is bereid gematigd risico’s te nemen bij het nastreven van haar ambities zoals verwoord in het strategisch beleidsplan. Het Minkema College is continu op zoek naar haar maatschappelijke functie met betrekking tot het onderwijs (lage risico acceptatie) en haar ambities en initiatieven voor innovatie van het onderwijs (hogere risico acceptatie).
Financieel Laag
Het Minkema College stuurt op een gezonde financiële positie in meerjarig perspectief om primair de continuïteit van het onderwijs inclusief ondersteuning te waarborgen. We zijn beperkt bereid risico’s te lopen die de signaleringsgrenzen van de Inspectie van het Onderwijs in gevaar brengen/overschrijden.
Operationeel Laag
Het Minkema College richt zich vooral op het behoud van de continuïteit van de primaire en ondersteunende processen. We streven ernaar de risico’s die deze continuïteit in gevaar kunnen brengen zoveel mogelijk te beperken/mitigeren. Onze risico-acceptatie is in dit verband laag. Voorbeelden zijn: personeel, huisvesting, IT-infrastructuur, facilitaire ondersteuning en (financiële) informatievoorziening.
Compliance Laag
Het Minkema College voldoet aan alle van toepassing zijnde wet- en regelgeving. We hebben daarbij in het bijzonder aandacht voor wet- en regelgeving op het gebied van onderwijs- en onderzoekskwaliteit, veiligheid op scholen, aanbestedingen, financiële rapportage en AVG.
Het Minkema College hanteert een zero tolerance beleid bij corruptie, fraude en alle andere vormen van ongewenst gedrag.
Het deel van de risico’s die voorzienbaar en reëel zijn, verwerken wij in de begroting. Dit kan per begrotingsjaar verschillen. Voor risico’s waarbij het moment en de omvang zodanig onzeker zijn dat dit niet redelijkerwijs is in te schatten, zetten wij onze vermogenspositie in.
32
1.9.3 Publiek/Privaat vermogen
Het eigen vermogen van het Minkema College kent een solide omvang dat voldoende is om mogelijke risico’s op te vangen. Naast een bufferreserve die van de totale baten bedraagt, is er ook een mobiliteitsreserve van € 00.000 voor het opvangen van boventalligheid bij daling van het leerlingenaantal of voorfinanciering als juist sprake is van een groei.
1.9.4 Analyse van het resultaat 202 2
Toelichting
Exploitatieontwikkeling in vergelijking met de begroting Voor 2022 was een negatief resultaat van € 01 duizend begroot, maar het boekjaar werd afgesloten met een positief saldo van € 1 duizend. Dit is € 1,2 miljoen hoger dan begroot. De voornaamste reden voor dit positieve resultaat komt voort uit de herziening van de bekostiging van strategisch personeelsbeleid. Dit heeft een positief effect gehad op het resultaat van € .30 .
Vanwege een verwachte daling van het aantal leerlingen is in de begrot ing gerekend met lagere Rijksbijdragen in vergelijking met 2021. De reguliere Rijksbijdragen kwamen bijna € 1, miljoen hoger uit dan begroot, mede door een hogere bijstelling (indexatie) dan waarmee was gerekend. Daarnaast hebben herzieningen op een aantal subsidies ook een positief effect gehad. Bij het opstellen van de begroting 2022 konden deze nog niet worden voorzien. Voor de NPO -baten die nog niet besteed zijn in 2022 wordt een bestemmingsreserve gevormd van bijna € 1, miljoen. De uitbesteding hiervan vindt plaats in 2023 en 2024.
Exploitatie 2022 in vergelijking met 2021
De verschillen tussen de realisatie in 2022 met het boekjaar 2021 worden voornamelijk veroorzaakt door de in 2021 ontvangen coronasubsidies. Daarnaast zien we dat de personeelslas ten zijn toegenomen. Dit komt enerzijds door nieuwe cao-afspraken die in 2022 zijn doorgevoerd, anderzijds is het aantal leerlingen en ook het aantal FTE’s toegenomen.
33
baten
2022 Begroting 2022 2021 bedragen in 1.000 euro Baten Rijksbijdragen OCW 24.276 22.472 24.628 Overige overheidsbijdragen 143 -Overige baten 783 617 404 Totaal baten 25.202 23.089 25.032 Lasten Personeelslasten 19.516 18.479 17.796 Afschrijvingen 664 725 620 Huisvestingslasten 1.447 1.743 1.374 Overige lasten 2.970 2.723 2.569 Totaal lasten 24.597 23.670 22.359 Saldo baten en lasten 605 -581 2.673 Financiële baten en lasten 11 -20 -20 Resultaat 616 -601 2.653
Staat van
en lasten
1.9.5 Analyse balans per 31 december 202 2
Balans
Toelichting
De belangrijkste verschillen in de balans ten opzichte van 2021 zijn de sterk toegenomen liquide middelen en het eigen vermogen. Vanuit de gemeente Woerden is € 2 . 31 ontvangen voor de herstelkosten brandveiligheid aan de Steinhagenseweg. Daarnaast zijn er subsidies ontvangen waarvan de besteding plaatsvindt in 2023, 2024 en 2025.
1.9.6 Treasury en liquiditeitspositie
Het Minkema College heeft in 2017 een treasurystatuut vastgesteld en dit heeft in 2022 een update gehad. In dit statuut wordt treasury omschreven als het sturen en het beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de geldstromen en de hieraan verbonden risico’s. Het treasurystatuut sluit aan bij de regeling “beleggen, belenen en derivaten OCW 201 ”. De stichting Minkema College heeft geen beleggingen . In 2005 is bij de BNG Bank een langlopende lening aangegaan van € 1. 00.000 en deze heeft een looptijd van 40 jaar. In 2007 is het Minkema College overgegaan op schatkistbankieren bij het Ministerie van Financiën.
1.10 Continuïteitsparagraaf
Een belangrijke basis voor de continuïteitsparagraaf wordt gevormd door de meerjarenbegroting. Hierin hebben we onze ambities, speerpunten, doelstellingen en voorgenomen activiteiten voor 2022 in financiële zin vertaald. De begroting voor 2022 kan als volgt worden sam engevat:
34
2022 2021 bedragen in 1.000
Activa Vaste activa Materiële vaste activa 6.345 7.057 Vlottende activa Voorraden 10 12 Vorderingen 340 245 Liquide middelen 10.523 8.349 Totaal activa 17.218 15.663 Passiva Eigen vermogen: Algemene Reserve Publiek Privaat 8.271 3.806 4.333 132 7.655 4.111 3.368 176 Voorzieningen 3.668 3.287 Langlopende schulden 825 866 Kortlopende schulden 4.454 3.855 Totaal passiva 17.218 15.663
per 31 december
euro
Toelichting
De financiële positie, uitgedrukt in de kengetallen solvabiliteit en liquiditeit, is positief. Door extra geplande uitgaven in 2023 en 2024 ten laste van de bestemmingsreserve NPO zullen deze kengetallen dalen. De financiële positie van het Minkema College blijft echter ruim voldoende.
Leerlingen
In de begroting hebben we in de komende jaren rekening gehouden met een teruggang van het aantal leerlingen. Belangrijk bij een fluctuerend aantal leerlingen (en daarmee lessen) is dat de (formatieve) organisatie in staat is om daarin mee te bewegen. Tijdelijke “knelpunten” kunnen we daarbij zelf dragen, maar het belangrijkste hierbij is dat we tijdig moeten bijsturen om ook op langere termijn onze organisatie aan te passen aan de wisselende lesvraag. Dit geldt uiteraard voor krimp, maar zeker ook voor groei in een periode waarin er formatieve krapte is.
Formatie
1.10.1 Personeelsbezetting en aantal leerlingen
Zoals hierboven aangegeven, is het ons streven om de formatie te laten meebewegen met de verwachte leerlingenaantallen.
35 Financiële kengetallen Berekening 2022 2023 2024 2025 2026 Budgetbeheer Rentabiliteit Resultaat delen door de totale baten 2,4% -2,0% -1,7% -2,2% 0,4% Liquiditeit Vlottende activa delen door kortlopende schulden 2,44 2,00 1,63 1,66 1,83 Huisvestingsratio Huisvestingslasten delen door totale lasten 5,9% 6,9% 6,9% 7,5% 7,6% Vermogens - beheer Solvabiliteit 1 Eigen vermogen delen door het totale vermogen 48,0% 47,4% 41,0% 39,1% 39,6% Solvabiliteit 2 Eigen vermogen plus voorzieningen delen door het totale vermogen 69,3% 68,8% 65,1% 64,1% 64,4% Weerstandsvermogen Totale eigen vermogen delen door de totale baten 32,8% 33,6% 25,8% 24,2% 24,5%
Personeelsbezetting in FTE’s 2022 2023 2024 2025 2026 2027 Management/Directie 9,35 9,35 9,35 9,35 9,35 9,35 Onderwijzend Personeel 150,02 150,67 147,38 149,26 144,91 139,16 Ondersteunend Personeel 45,73 45,73 45,73 45,73 44,4 42,64 Totaal 205,1 205,75 202,46 204,34 198,66 191,15 Aantallen leerlingen (teldatum 1 -10 T-1) 2.556 2.567 2.511 2.543 2.469 2.371
1.10.2 Staat van baten en lasten
Toelichting
Baten
In de schooljaren 2021/2022 en 2022/2023 zijn er extra middelen toegekend om de door corona opgelopen achterstanden in te lopen. De toedeling van baten aan kalenderjaren loopt niet één -opéén met de bestedingen hiervan. Waar de extra coronasubsidies in 2021 en 2022 grotendeels zijn ontvangen, gaat de besteding hiervan gedeeltelijk plaatsvinden in de boekjaren 2023 en 2024. Daardoor is er in die jaren sprake van een boekhoudkundig verlies. Dit wordt bij de resultaatbestemming in mindering gebracht op de eind 2022 gecreëerde NPO-bestemmingsreserve.
Lasten
Zoals bij de baten is toegelicht is er met name in de jaren 2023 tot en met 2025 sprake van extra (NPO) uitgaven. Hierdoor komt het boekhoudkundig resultaat in die jaren negatief uit.
Overige
Impact Covid-19
Zowel bij de baten als de lasten zien we dat de toekenning en besteding van de NPO -middelen leiden tot een verschuiving in de exploitatie over de jaren. Enerzijds splitsen we dit effect bij de resultaatbestemming en zorgen we er bij de interne rapportages voor dat er een heldere splitsing
36
bedragen in 1.000 euro Realisatie Begroting Meerjarenbegroting 2022 2022 2023 2024 2025 2026 2027 Baten Rijksbijdragen 24.276 22.472 24.887 23.636 23.088 23.308 22.630 Overige overheidsbijdragen en subsidies 143 - - - - -Overige opbrengsten 783 617 554 573 579 564 544 Totaal baten 25.202 23.089 25.441 24.209 23.668 23.873 23.174 Lasten Personeelslasten 19.516 18.479 19.123 19.009 18.546 18.082 17.373 Afschrijvingen 664 725 890 969 1.013 1.068 1.124 Huisvestingslasten 1.447 1.743 1.804 1.804 1.804 1.804 1.804 Overige lasten 2.970 2.723 4.222 4.278 2.796 2.797 2.767 Totaal lasten 24.597 23.670 26.039 26.061 24.159 23.751 23.069 Saldo baten en lasten gewone bedrijfsvoering 605 -581 -598 -1.851 -492 122 106 Saldo financiële baten en lasten 11 -20 -20 -20 -20 -20 -20 Resultaat 616 -601 -618 -1.871 -512 102 86
wordt gemaakt tussen reguliere en NPO-uitgaven. Hiervoor is o.a. een actieve koppeling gelegd tussen ons Management Informatie Systeem en Foleta, zodat we de aan NPO bestede taken makkelijk inzichtelijk krijgen.
Nationaal Programma Onderwijs
In 2022 is voor € 1.034.21 aan NPO-subsidie ontvangen. Hiervan is in 2022 € .43 besteed. Het resterende bedrag van € 1 . 2 wordt toegevoegd aan de bestemmingsreserve. De bestemmingsreserve bedraagt per 31 -12-2022 € 1. 8.288. De besteding van deze bestemmingsreserve gaat in 2023 en 2024 plaatsvinden.
Conclusie
Wij zien dat het Minkema relatief sterk door de afgelopen periode is gekomen en in staat is gebleken ook in die periode aantrekkelijk te blijven voor een grote groep leerlingen en medewerkers. Wij zijn dus voorzichtig optimistisch dat wij de komende jaren kunnen voortbouwen op een stabiele groep leerlingen.
1.10.3 Balans
Toelichting
Zoals uit de eerder toegelichte ontwikkeling van de financiële ratio’s ontwikkelt de balans zich in positieve zin. Door de verwachte intensivering van de investeringen zien we een tijdelijke toename van de materiële vaste activa in 2023 en 2024. Daarnaast zien we de liquide middelen en het Eigen Vermogen meebewegen met de verwachte besteding van de NPO -middelen.
1.10.4
Overige rapportages
Rapportage over de aanwezigheid en de werking van de interne risicobeheersings - en controlesystemen.
37
bedragen in 1.000 euro Realisatie Begroting Meerjarenbegroting 2022 2022 2023 2024 2025 2026 2027 Activa Materiële vaste activa 6.345 8.365 8.011 7.775 7.081 6.370 5.607 Vlottende activa Voorraden 10 12 12 12 12 12 12 Vorderingen 340 210 300 300 300 300 300 Liquide middelen 10.523 6.345 8.812 7.144 7.292 8.073 8.891 Totaal vlottende activa 10.873 6.567 9.124 7.456 7.604 8.385 9.203 Totaal activa 17.218 14.932 17.136 15.230 14.685 14.755 14.810 Passiva Eigen vermogen: 8.271 6.141 8.119 6.247 5.735 5.837 5.923 Voorzieningen 3.668 3.200 3.672 3.672 3.672 3.672 3.672 Langlopende schulden 825 825 786 746 706 666 626 Kortlopende schulden 4.454 4.766 4.559 4.565 4.572 4.581 4.590 Totaal passiva 17.218 14.932 17.136 15.230 14.685 14.755 14.810
Het Minkema College beschikt over een intern risicobeheersingssysteem dat ons in staat stelt om de risico's binnen onze organisatie te identificeren, beoordelen en beheersen. Daarnaast zijn de rollen en verantwoordelijkheden met betrekking tot de financiële taken intern vastgelegd. De basis ligt in een goed gevoerde financiële, personele en leerling administratie, het kunnen beschikken over adequate informatie op het gebied van contracten, meerjarig onderhoud, investeringsplannen en liquiditeitsbeheer. Om dit te realiseren, maken we gebruik van een integral managementinformatiesysteem dat de juiste informatie tijdig en volledig beschikbaar stelt aan de juiste personen binnen onze organisatie.
Rapportagecyclus
Naast een harde maandelijkse afsluiting van onze financiële administratie waarover een compact financieel verslag wordt opgesteld, kent onze rapportagecyclus het ritme van 4, 8, 10 en 12 maanden. In deze (R-)rapportages rapporteren wij integraal over de verschillende domeinen en besteden we in de financiële paragraaf aandacht aan zaken als liquiditeit, risico’s en actuele ontwikkelingen.
Risicomanagement
Periodiek beoordelen wij onze mogelijke risico’s. Daarbij maken wij onderscheid tussen risico’s die wij in de begroting hebben ondergebracht en andere risico’s. Op basis van deze inventarisatie nemen wij beheersmaatregelen die daarbij passend zijn. Naast dat de leerlingontwikkeling leidend is voor de meerjarenbegroting, is het ook duidelijk dat het goed prognosticeren hiervan lastig is. Dit maakt dat we in onze meerjarenanalyse/begroting werken met scenario’s. Het werken met scenario’s geeft inzicht wat de potentiële financiële gevolgen zijn van een afwijkende leerlingeninstroom. Met name de ontwikkeling in Utrecht -West kan van grote invloed zijn op onze toekomstige leerlingpopulatie. Vooralsnog zien we daar geen tekenen van.
Be ch ij i g a de bela g ijk e i ic e eke hede
Zie ook paragraaf 1.9.2
Als belangrijkste risico’s die de realisatie van het financiële beleid kunnen belemmeren, zien we:
1 Leerlingen
De ontwikkeling van de leerlingenaantallen als gevolg van een toenemende concurrentiepositie is een punt van zorg. Dit komt vooral door de plannen met betrekking tot de komst van nieuwe scholen aan de westkant van Utrecht. Utrecht is in de loop van de afgelopen jaren een steeds groter deel van ons voedingsgebied geworden en daarmee is onze afhankelijkheid van dit deel van onze regio groot.
2 Personeel
Dalende en stijgende leerlingenaantallen hebben ook een weerslag op de formatie en hierbij is een te kleine flexibele schil dan direct een risico. Tegelijkertij d hebben we te maken met een krapte op de arbeidsmarkt. Daarnaast is er een aantal dossiers op langdurig ziekteverzuim.
38
1.11 Terugblik 2021 en toekomstige ontwikkelingen
1.11.1 Ontwikkeling leerlingaantallen (exclusief VAVO)
1.11.2 Externe en interne ontwikkelingen
In de zuidwestregio van Utrecht worden in de komende periode zowel nieuwe PO - als VO-scholen gebouwd. Aangezien een aanzienlijk deel van onze leerlingen uit deze regio komt, houden we rekening met een daling in de toekomst. We willen hierop tijdig anticipe ren. Met dat doel hebben we in het voorjaar van 2022 een imago -onderzoek uitgevoerd. De opbrengsten van dit onderzoek fungeren als bouwstenen voor ons toekomstig PR -beleid. Bij de begroting 2023 zullen wij, mede op basis van de recente aanmeldingen, ons toekomstbeeld zo nodig bijstellen.
1.11.3 Personeel
In 2022 bedraagt de gemiddelde personele formatie 197,05 FTE. Dit is bijna gelijk aan de omvang van personeel in 2021 (197,66 FTE). Op peildatum 31 december 2022 waren er 264 medewerkers in dienst bij het Minkema College, dit is een stijging ten opzichte van 2021 (254 medewerkers).
Strategisch HRM
Alle stappen die het Minkema College zet op het gebied van haar personeelsbeleid passen bij de visie zoals opgetekend in het strategisch beleidsplan ‘Bagage voor het leven’. Hiermee ontwikkelt het Minkema College stap voor stap haar strategisch HRM. Het voortzetten van de generatieregeling, overgangsregelingen naar aanleiding van de nieuwe cao VO en de start met eenvoudiger organiseren dragen hieraan bij. Tevens worden alle HRM gerelateerde zaken getoetst op het strategisch beleidsplan en de plannen van het onderwijs.
Medewerkers worden regelmatig gevraagd om input te leveren aan organisatiebrede vraagstukken. Dit kan bijvoorbeeld door het organiseren van een projectgroep voor een dag, projectgroepen voor een aantal maanden zoals voor het ontwikkelen van nieuw taakbeleid tot aan taskforces die verantwoordelijk zijn voor de juiste inzet van de NPO-gelden.
39
2020-2021 2021-2022 2022-2023 VMBO 714 648 687 HAVO/VWO 1.794 1.798 1.869 Totaal 2.508 2.446 2.556
Aantal leerlingen per teldatum 1 oktober
Personele bezetting 2018 2019 2020 2021 2022 Totaal gemiddeld aantal FTE’s 204,25 204,32 201,47 197,66 197,05 Totaal ultimo het jaar in aantal 265 272 268 254 264 Aantallen leerlingen (teldatum 1 - 10) 2.534 2.498 2.508 2.446 2.556
Naast deelname aan project- en werkgroepen worden medewerkers tweewekelijks in het Minkema
Journaal en één keer per zes weken in het BestuursBulletin op de hoogte gehouden van de ontwikkeling van beleid en de vaststelling daarvan. Ook nemen d e directie en het bestuur medewerkers mee in de visie en maatschappelijke vraagstukken. In de teams wordt door de afdelingsleiders aandacht geschonken aan nieuw beleid en worden medewerkers die deelnemen aan werk- en projectgroepen gevraagd het vastgestelde beleid uit te dragen. Beleidsvraagstukken en de evaluatie van vastgesteld beleid zijn opgenomen in de rapportage kalender. De afstemming tussen het onderwijs en de bedrijfsvoering heeft door regelmatig collegebreed overleg en een tweedaagse goed beslag gekregen. Afdelingsleiders en adviseurs trekken gezamenlijk op om (beleids)vraagstukken efficiënt te behandelen.
Professionalisering
De gesprekkencyclus in 2022 heeft in het teken gestaan van elkaar weer zien en het goed spreken. In de periode van Covid-19 was het lastig elkaar fysiek te treffen. Dat is in 2022 grotendeels hersteld. In 2021 is een groot gedeelte van het onderwijs ondersteunend personeel ondergebracht bij bedrijfsvoering. Dit heeft verder beslag gekregen in 2022 met de komst van een advis eur onderwijs ondersteuning. Vervolgens is er met de teams hard gewerkt aan het verder optimaliseren van de ondersteuning van het onderwijs, het verder voortzetten van de onderlinge samenwerking en de verdere professionalisering van de teams en individuele medewerkers. Door de medewerkers van het OOP verder in hun kracht te zetten wordt het onderwijs steeds sterker ondersteund, wat bijdraagt aan nog beter onderwijs voor onze leerlingen. Dit proces loopt nog zeker door in 2023.
Vitaliteit
Wat betreft vitaliteit is 2022 geen gemakkelijk jaar geweest. Covid-19 heeft een grote stempel gedrukt op de weerbaarheid van de medewerkers, wat onder andere resulteert in een hoog ziekteverzuim. De overgang van afstand naar nabij is soms niet makkelijk en dit in combinati e met de grote vraag aan onze medewerkers om zich extra in te zetten voor de vitaliteit van onze leerlingen. De volharding en passie van de docenten, ondersteuners en leidinggevenden die zich voortdurend inzetten om leerlingen en collega’s te ondersteunen in deze tijd is bewonderenswaardig en waardevol. Er is meer ingezet op (preventieve) ondersteuning door het aanbieden van trajecten ter verhoging van de mentale weerbaarheid.
Strategische personeelsplanning/organisatieontwikkeling
Ten aanzien van de leerlingeninstroom is in afgelopen jaren een somber beeld ontstaan vanwege de toekomstige komst van scholen in Utrecht. Echter in 2022 hadden wij een hogere instroom dan geprognotiseerd, wat een positief effect heeft op de omvang van de organisatie in de komende jaren. Naast de ontwikkeling op het gebied van aanmeldingen van nieuwe leerlingen ontvangt het Minkema College zoals elke andere schoolorganisatie gelden voor onder andere NPO, maar ook voor collectieve werkdrukmiddelen uit de cao VO 2022. Deze tijdelijke en structurele gelden hebben weerslag op de personele bezetting van de organisatie in de komende jaren. Het individuele keuzebudget van 90 uur per medewerker kan ook in hoge mate effect hebben op de inzet van onze medewerkers. Dit betekent dat een helder beeld op de personele inzet over de komende jaren nu nog wat lastiger te voorspellen is. In 2022 zijn de eerste stappen genomen om de nieuwe afspraken uit de cao VO onder te brengen. Dit zal in 2023 een meer definitieve vorm krijgen waardoor ook meer zicht komt op de ontwikkeling van de formatie.
40
Het vervlechten van de twee locaties van het Minkema College is een thema waar aandacht naar uit is gegaan in 2022. Het BHV-plan over de twee locaties is afgerond en er is een nieuw rooste rpakket in gebruik genomen waardoor het roosterteam van beide locaties optrekt als één team.
Vanuit het medewerkersonderzoek dat in 2021 is uitgevoerd, is onder andere naar voren gekomen dat de teamstructuur zoals deze nu is opgezet binnen het Minkema College niet leidt tot de gewenste optimale samenwerking binnen de organisatie. Afdelingsleiders binnen het Minkema College geven leiding aan grote en soms heterogene groepen waardoor men zich als team minder herkent. Mede door het signaal uit het medewerkersonderzoek is in 2022 gestart met het werken in kleinere teams binnen de onderwijsafdelingen waarbij het de bedoeling is dat teams zelfstandig bepaalde vraagstukken kunnen oplossen. Er is gekozen voor een laagdrempelig ingroeimodel wat zich in de komende jaren verder zal ontwikkelen. Begin 2023 vindt een eerste evaluatie plaats op basis waarvan kan worden bijgestuurd en opgeschaald.
Werkdrukmiddelen
Het Minkema College heeft in 2022 een bedrag van € 787.000 ontvangen aan werkdrukmiddelen, wat neerkomt op € 321,95 per leerling. Dit geld is bestemd om de werkdruk binnen onze onderwijsinstelling te verlichten en de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Van dit totale bedrag is 50% gereserveerd voor individuele werkdrukmiddelen, oftewel het persoonlijk b udget van onze medewerkers. De overige 50% van de werkdrukmiddelen is bestemd voor collectieve werkdrukmiddelen.
In samenspraak met de PMR en een projectgroep is er voor schooljaar 2022 -2023 een overgangsregeling opgesteld voor de individuele werkdrukgelden. Het deel van de individuele werkdrukgelden dat betrekking had op de periode tussen 1 januari 2022 en 31 juli 2022 is uitbetaald aan de medewerkers. Voor de 40 extra uren die beschikbaar zijn in schooljaar 2022 -2023 is een overgangsregeling vastgesteld, bestaande uit kaders waarbinnen medewerkers keuzemogelijkheden hebben voor de besteding van deze uren. Voor de structurele inzet van de individuele werkdrukmiddelen (persoonlijk budget 90) is, met instemming van de PMR een regeling vastgesteld. Deze regeling biedt medewerkers ruime keuzemogelijkheden om de persoonlijk budgeturen in te zetten op basis van hun levensfase.
Voor de collectieve werkdrukmiddelen is er nog geen bestemmingsplan vastgesteld voor 2022. Dit zal in 2023 worden bepaald. De individuele werkdrukmiddelen worden zoveel als mogelijk ingezet voor een doel dat de medewerker voor zichzelf kiest. In 2022 was sprake van een overgangssituatie en kan nog niet worden gezegd dat de werkdrukmiddelen van de ophoging van het persoonlijk budget hebben bijgedragen aan werkdrukverlichting. De overgangsregeling voor het extra persoonlijk budget in schooljaar 2022-2023 wordt niet geëvalueerd. Dit was een eenmalige uitvoering. Echter, de structurele regeling ten behoeve van het persoonlijk budget verdient ee n eerste evaluatie in het najaar van 2023.
41
Aanpak lerarentekort
De druk die is ontstaan vanuit de pandemie door onder andere verzuim en het terugdringen van achterstanden bij leerlingen zet zich vooralsnog onverminderd voort. Daarnaast zien we meer verloop van personeel gedurende het schooljaar. Dit leidt tot een vacaturelast die steeds moeilijker op te lossen is voor het Minkema College. Veel bevlogen en betrokken medewerkers hebben het afgelopen jaar een uitbreiding van de arbeidsovereenkomst ontvangen om de continuïteit van het onderwijs te waarborgen, als het niet lukt ontstane vacatures te vervullen. Het Minkema College heeft in 2022 met name bij tekortvakken moeite gehad haar vacatures te vervullen. Begin 2023 wordt gestart met de werving van een professional die zich op de werving, maar ook op het behoud van onze medewerkers richt. Het verder professionaliseren van onze werving en ook selectie en de zichtbaarheid van onze organisatie voor nieuwe medewerkers is van belang om voor het komend schooljaar een kwalitatieve en sluitende bezetting neer te zetten.
Opleidingsschool
Het Minkema College is een academische opleidingsschool en penvoerder van de AOS HUM. Deze samenwerking verloopt naar tevredenheid. Het contact tussen de schoolopleiders en an dere scholen is uitstekend. Studenten en starters geven aan de begeleiding te waarderen. Er liep in het schooljaar 2020-2021 een pilot bij het Minkema College met één instituutsopleider voor de Universiteit en Hogeschool. Dit is een positieve ontwikkeling: onderwijs en praktijk komen op deze manier meer samen. In schooljaar 2021-2022 is de pilot voortgezet. Op dit moment zijn er twee instituutsopleiders verbonden aan onze school.
In het schooljaar 2021-2022 lopen er 36 studenten stage op het Minkema Colle ge, 23 van de Hogeschool Utrecht, 12 van de Universiteit Utrecht en 1 van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht.
Cao
In 2022 is een nieuwe cao VO afgesloten. Hierin is een aantal loonafspraken gemaakt (procentuele verhoging en toelagen), er zijn afspraken gemaakt ten aanzien van professionalisering van schoolleiders, de ouderschapsverlofregeling is aangepast, er komen uren beschikbaar voor basisvaardigheden en curriculumherziening en als grootste wijziging zijn er structurele gelden beschikbaar gekomen voor individuele en collectieve werkdrukvermindering. De gelden voor werkdrukvermindering geven de organisatie en haar medewerkers kans om goede stappen te maken in het terugdringen van het gevoel van een te hoge werkdruk. Op individuele basis krijgen medewerkers beschikking over de inzet van uren voor een doel dat past bij de levensfase van de medewerker. De collectieve gelden worden door medewerk ers ingezet op structurele wijze. Het plan van inzet zal in 2023 worden uitgewerkt.
Functiemix
In het voorjaar van 2022 is een nieuwe sollicitatieprocedure uitgeschreven voor sollicitaties naar de functies leraar LC en leraar LD. Naast de streefcijfers van de functiemix is ook rekening gehouden met de verwachte financiële situatie van het Minkema Co llege ten aanzien van de geprognotiseerde terugloop van de leerlingaantallen. De sollicitatieronde heeft zich gericht op de kwaliteit van de docenten die solliciteren. De kandidaten die hebben gesolliciteerd en die benoembaar waren, zijn ook benoemd in de functie waarop zij hebben gesolliciteerd.
42
Uitkering na ontslag Medewerkers waarvan de arbeidsovereenkomst niet verlengd wordt door de werkgever of die de organisatie verlaten wegens langdurige ziekte hebben recht op een transitievergoeding. Het Minkema College keert de transitievergoeding standaard uit in de maand na het aflopen van het dienstverband. Bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid vraagt het Minkema College, na uitkeren van de transitievergoeding aan de medewerker, bij het UWV compen satie aan. Medewerkers die een WW uitkering ontvangen worden door een externe partij begeleid.
Verzuim
In 2022 is het verzuimpercentage 7,79% en daarmee is het verzuimpercentage hoger dan in 2021 het geval was.
De stijging in het verzuimpercentage dat we zagen in 2021 is doorgezet in 2022. De verwachting is dat dit (wat betreft het kortdurend verzuim) gedeeltelijk komt doordat mensen na de Covid -19 maatregelen vatbaarder zijn geworden voor virale klachten, maar ook dat er als nasleep van de pandemie medewerkers zijn uitgevallen wegens spanningsklachten.
43
Totaal OOP en directie OP 2020 4,80% 4,18% 5,03% 2021 5,91% 5,62% 6,02% 2022 7,79% 7,33% 7,94%
1.11.4 ICT
Het onderwijs wordt mede als gevolg van corona steeds digitaler. Inmiddels worden vrijwel alle digitale leermiddelen via het internet afgenomen. Ook voor de meeste applicaties en de opslag van data wordt gebruikgemaakt van cloud-technologie. Deze ontwikkeling vraagt wat van onze infrastructuur. De ICT-infrastructuur moet er vooral voor zorgen dat toegang tot het internet is geborgd, dat systemen en applicaties goed met elkaar samenwerken en dat de veiligheid goed is ingericht. We zijn hiervoor de infrastructuur aan het vervangen en upgraden waar nodig. Om de verbindingen te borgen, is een tweede internetlijn gerealiseerd op de Minkemalaan. Zo zijn beide locaties redundant uitgevoerd en is de school altijd bereikbaar.
De eerste stap was de professionalisering van de WIFI-infrastructuur. In samenwerking met het inkoopcollectief SIVON (Samenwerking Inkoop Voortgezet Onderwijs Nederland) is het project WIFI as a Service (WAAS) in gang gezet. Onze infrastructuur is in de zomer van 2022 op dit gebied vernieuwd en wordt beheerd door de firma Veltwerk.
De tweede stap in de professionalisering is vernieuwing van de hardware in computerlokalen. Voor docenten worden docking stations (ter vervanging van de desktops) in de leslokalen geplaatst om de beschikbaar gestelde laptops (chromebooks) te gebruiken. Het plaatsen van deze nieuwe hardware is in volle gang en we verwachten dit voor het einde van het schooljaar geheel af te ronden.
In het komende jaar zullen we een derde stap zetten en kijken naar vervanging van de hardware voor de staf en kantooromgeving van het Minkema College. Tevens zijn de eers te generatie chromebooks van de medewerkers aan vervanging toe.
De invloed van “AVG” is steeds nadrukkelijker aanwezig. Naast de invoering van de multi factor authentificatie (MFA) als extra beveiliging bij het inloggen door medewerkers in de Minkemaomgeving is ook de veiligheid van Google Workspace en Magister een aandachtspunt geweest. Voor beide zijn door de functionaris gegevensbescherming (FG), de afdeling ICT en de applicatiebeheerder DPIA’s (Data Protection Impact Assessment) uitgevoerd. Tegelijke rtijd wordt gewerkt aan de implementatie van een platform voor eenvoudig, snel en veilig online communiceren voor de collega's die met privacygevoelige informatie omgaan, zoals in het zorgteam. Het platform dat daarvoor in gebruik genomen gaat worden is Zivver.
1.11.5 Facilitair
Huisvesting
In 2018 is er tijdens de verbouwing aan de Steinhagenseweg geconstateerd dat er constructiefouten tijdens de bouw (2002) zijn gemaakt op het gebied van brandveiligheid. Inmiddels zijn alle herstelwerkzaamheden uitgevoerd. De totale herstelkosten zijn uitgekomen op € 1. 00.000. Het Minkema College heeft een verzoek ingediend bij de gemeente Woerden voor een tegemoetkoming in de kosten. De afhandeling van deze kwestie heeft het gehele jaar in beslag genomen. Er vond veelvuldig overleg plaats tussen ambtenaren van de gemeente Woerden en het Minkema College. Deze werkgroep heeft vanuit diverse hoeken de archiefstukken bij elkaar gebracht om tot een onderbouwing van een mogelijke bijdrage in de verbouwingskosten door de gemee nte Woerden te
44
kunnen komen. In 2022 is overeenstemming bereikt en heeft het Minkema College in december 2022 een vergoeding ontvangen met een hoogte van € 2 . 31.
Inhaalslag Steinhagenseweg
In het schooljaar 2021-2022 is een start gemaakt met een inhaalslag op het onderhoud aan het gebouw aan de Steinhagenseweg. Op de tweede etage zijn, in de zomer van 2022, de lokalen van Zorg & Welzijn omgebouwd naar theorielokalen. Daarnaast zijn er ook extra werkplekken voor docenten en een ICT helpdeskbalie gerealiseerd. Tijdens de verbouwing is rekening gehouden met onze uitgangspunten rondom duurzaamheid, regelgeving en arborichtlijnen. Hiertoe is de verlichting vervangen door LED-verlichting, zijn er geluidsabsorberende maatregelen genomen in de lokalen en op de werkplekken en is er gekozen voor zit-sta werktafels voor docenten.
Schoonmaak
In 2022 is een aanbestedingstraject doorlopen hetgeen heeft geleid tot een overeenkomst met een nieuwe partner. Per 1 augustus 2022 wordt de schoonmaak verzorgd door Van Alem. De overeenkomst is aangegaan voor de periode van vier jaar waarbij we de gezamenlijke ambitie hebben neergelegd om de schoonmaak naar een hoger niveau te tillen.
Leermiddelen
In 2022 heeft voor een drietal secties een aanbesteding van de methode plaatsg evonden.De begeleiding van dit traject is in handen van Het Onderwijskantoor uit Heerlen.
Op dit moment wordt de aanbesteding van leermiddelen weer opgestart voor het schooljaar 20242025 en verder. Dit aanbestedingstraject zal begeleid worden door een specialist die nog gekozen moet worden. Onze deelname aan SIVON kan betekenen dat het Minkema College via SIVON de aanbesteding van de leermiddelen in gang zet. Gezamenlijke inkoop genereert een gebundelde vraag en dat resulteert in hogere kortingen bij de leveranciers van de leermiddelen. Er bestaat ook de mogelijkheid om de aanbesteding via andere kanalen te laten begeleiden.
Duurzaamheid
Het Minkema College erkent het belang van duurzaamheid en heeft in het afgelopen jaar aandacht besteed aan verschillende aspecten van duurzaamheid binnen de organisatie. Hoewel er momenteel geen specifiek duurzaamheidsbeleid is, zijn er wel diverse initiatieven en aandachtsgebieden waarbinnen duurzaamheid een centraal thema vormt. Bij de aanschaf van nieuwe producten ligt de focus niet alleen op het Programma van Eisen (PVE), maar ook op het streven naar een lange levensduur en multi-inzetbaarheid. Door bewuste keuzes te maken bij het selecteren van nieuwe producten streven we naar een vermindering van afval en een efficiënter gebruik van middelen. We zijn ons bewust van het belang van energiebesparing. Daarom monitoren we voortdurend onze technische installaties en stellen we ze slim af om het energieverbruik te verminderen. Zo zorgen we ervoor dat we minder energie verspillen en onze ecologische voetafdruk verkleinen. We streven ernaar om zoveel mogelijk samen te werken met lokale ondernemers. Als er meerd ere opties zijn, geven we de voorkeur aan lokale ondernemers. Daarnaast werken we samen met Ferm Werk, een organisatie die mensen met afstand tot de arbeidsmarkt ondersteunt.
45
2 Jaarrekening
2.1 Balans (na resultaatbestemming) per 31 december 2022
Opvallende verschillen in de balansen van 2022 en 2021 worden toegelicht in paragraaf 2.5 van deze jaarrekening.
46
1. Activa 31-12-2022 31-12-2021 1.1. Vaste activa Materiële vaste activa 6.344.794 7.056.871 Totaal vaste activa 6.344.794 7.056.871 1.2. Vlottende activa Voorraden 10.465 11.573 Vorderingen 339.894 245.499 Liquide middelen 10.523.422 8.348.663 Totaal vlottende activa 10.873.781 8.605.735 Totaal activa 17.218.575 15.662.606 2. Passiva 31-12-2022 31-12-2021 2.1. Eigen vermogen 8.270.875 7.655.107 2.2. Voorzieningen 3.668.320 3.286.608 2.3. Langlopende schulden 825.000 865.740 2.4. Kortlopende schulden 4.454.380 3.855.151 Totaal passiva 17.218.575 15.662.606
De verschillen van de realisatie 2022 met 2021 en de begroting 2021 worden in paragraaf 2.6 toegelicht.
47
2022 Begroting 2022 2021 3. Baten 3.1. Rijksbijdragen 24.276.412 22.471.606 24.628.234 3.2. Overige overheidsbijdragen 143.361 -3.5. Overige baten 782.717 617.350 404.093 Totaal baten 25.202.491 23.088.956 25.032.327 4. Lasten 4.1. Personeelslasten 19.515.772 18.478.968 17.796.480 4.2. Afschrijvingen 664.583 724.924 619.918 4.3. Huisvestingslasten 1.447.379 1.743.301 1.373.573 4.4. Overige lasten 2.969.552 2.722.590 2.570.242 Totaal lasten 24.597.285 23.669.783 22.360.213 Saldo baten en lasten 605.205 -580.827 2.672.114 5 Financiële baten en lasten 10.562 -20.000 -19.921 Resultaat 615.767 -600.827 2.652.193
2.2 Staat van baten en lasten
2.3 Kasstroomoverzicht
De liquide middelen zijn in 2022 toegenomen met € 2.1 4. . Deze stijging is grotendeels te verklaren door het positieve resultaat dat in 2022 is behaald (€ 0 .20 ) en de toename van de kortlopende schulden (€ .22 ). Daarnaast heeft het Minkema College in december 2022 een vergoeding ontvangen van € 2 . 31 van de gemeente Woerden voor de herstelkosten brandveiligheid aan de Steinhagenseweg. Van de totale liquide middelen is € . 4 . 33 beschikba ar voor het Minkema College. In het totaalsaldo zijn gelden begrepen die zijn bestemd voor projecten waarvan het Minkema College penvoerder is (AOS, Profeed, Keurmerk, On Stage) en die dus ten goede komen aan verschillende partners. Op de balansdatum bedro eg dit saldo € .4 .
48
31-12-2022 31-12-2021 Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo baten en lasten 605.205 2.672.114 Aanpassing voor: Mutatie eigen vermogen -Afschrijvingen 664.583 619.918 Mutaties voorzieningen 381.712 184.372 Verandering in vlottende middelen: Voorraden 1.108 366 Vorderingen -94.395 59.107 Schulden 599.229 424.601 Totaal kasstroom uit bedrijfsoperaties 2.157.442 3.960.478 Ontvangen interest Overige financiële lasten 32.555Betaalde interest (-/-) -21.993 -19.921 10.562 -19.921 Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 2.168.004 3.940.557 Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa (-/-) -682.036 -696.782 Desinvestering materiële vaste activa 729.531Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten 47.495 -696.782 Kasstroom uit financieringsactiviteiten Aflossing langlopende schulden (-/-) -40.740 -37.825 Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten -40.740 -37.825 Mutatie liquide middelen 2.174.759 3.205.950 Saldo liquide middelen per 31-12 10.523.422 8.348.663
2.4 Grondslagen
Algemeen
Stichting Minkema College, bestuursnummer 13360, is gevestigd op de Minkemalaan 1 te Woerden en heeft als voornaamste activiteit het geven van voortgezet onderwijs. Het Minkema College staat vermeld bij de KvK Amsterdam onder nummer 30171389. De jaarrekening 2022 sluit aan bij de aanlevering via XBRL.
Algemene grondslagen voor de opstelling van de jaarrekening
De jaarrekening is opgesteld overeenkomstig de bepalingen uit de Regeling jaarverslaggeving onderwijs, de bepalingen van Boek 2, Titel 9 van het Burgerlijk Wetboek en algemeen aanvaarde richtlijnen in Nederland (Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving), specifiek RJ 660 voor Onderwijsinstellingen.
De waardering van activa en passiva en de bepaling van het exploitatieresultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de desbetreffende grondslag voor de specifieke balanspost anders wordt vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op de balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
In de toelichting op de balans zijn de balanswaarden van 31 december 2022 vergeleken met de balanswaarden van 31 december 2021. In de toelichting op de staat van baten en lasten is de realisatie van 2022 vergeleken met de realisatie van 2021 en de begroting voor 2022.
Vergelijking met voorgaande jaren
De grondslagen voor waardering van activa, passiva en van de resultaatbepaling zijn niet gewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar. Voor zover van toepassing zijn ter vergelijking de realisatiecijfers opgenomen van het voorgaande jaar, alsmede de cijfers van de meest recente, door het CvB vastgestelde en door de RvT goedgekeurde begroting van het verantwoordingsjaar.
Verslaggevingsperiode
Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van een verslaggevingsperiode van een kalenderjaar dat is geëindigd op balansdatum 31 december 2022.
Continuïteit
Deze jaarrekening is door het CvB opgesteld uitgaande van een positieve continuïteitsveronderstelling van het Minkema College.
Gebruik van schattingen
De opstelling van de jaarrekening vereist dat het CvB oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de
49
gerapporteerde waarde van activa en passiva en van baten en lasten. De belangrijkste schattingen hebben betrekking op:
- de waardering van materiële vaste activa, waaronder de gehanteerde afschrijvingstermijnen, economische levensduur en eventuele restwaarde;
- de verwachte onderhoudsuitgaven bij bepaling van de voorziening voor groot onderhoud;
- de bepaling van personele voorzieningen.
De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.
Grondslagen voor de waardering van activa en passiva
Algemeen
Tenzij bij de desbetreffende grondslag voor de specifieke balanspost anders is vermeld, zijn activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde.
Materiële vaste activa
De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs verminderd met de cumulatieve afschrijvingen. De afschrijvingen op materiële vaste activa geschieden lineair ten laste van de staat van baten en lasten op basis van de verwachte economische levensduur van de materiële vaste activa. Bij de verwerving gedurende het verslagjaar is naar tijdsgelang afgeschreven.
Het economisch eigendom van de twee (school)gebouwen Steinhagenseweg 3a en Minkemalaan 1 is in handen van gemeente Woerden en het juridisch eigendom berust bij het schoolbestuur van Stichting Minkema College.
In de regel worden investeringen vanaf € 1.000 geactiveerd.
Ter egalisatie van de kosten van groot onderhoud wordt een voorziening gevormd. Deze voorziening is opgenomen onder de voorzieningen aan de passiefzijde van de balans.
50
Afschrijvingstermijnen in jaren: Gebouwen 40 Verbouwing 20 Meubilair 7, 15 Inventaris 10, 15 Audiovisuele apparatuur 5 Computer- en randapparatuur 3, 4 Machines/installaties 10, 15
Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa
Voor vaste activa wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat deze activa onderhevig zijn aan bijzondere waardeverminderingen. Als dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat. De realiseerbare waarde is de hoogste van de bedrijfswaarde en de opbrengstwaarde. Als het niet mogelijk is de realiseerbare waarde te schatten voor een individueel actief, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroom genererende eenheid waartoe het actief behoort. Wanneer de boekwaarde van een actief (of een kasstroomgenererende eenheid) hoger is dan de realiseerbare waarde, wordt een bijzonder waardeverminderingsverlies verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde. Indien sprake is van een bijzonder waardeverminderingsverlies van een kasstroomgenererende eenheid, wordt het verlies allereerst toegerekend aan goodwill die is toegerekend aan de kasstroomgenererende eenheid. Een eventueel restant verlies wordt toegerekend aan de andere activa van de eenheid naar rato van hun boekwaarden. Verder wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er enige indicatie is dat een in eerdere jaren verantwoord bijzonder waardeverminderingsverlies is verminderd. Als een dergelijke indicatie aanwezig is, wordt de realiseerbare waarde van het betreffende actief (of kasstroomgenererende eenheid) geschat. Terugneming van een eerder verantwoord bijzonder waardeverminderingsverlies vindt alleen plaats als sprake is van een wijziging van de gehanteerde schattingen bij het bepalen van de realiseerbare waarde sinds de verantwoording van het laatste bijzonder waardeverminderingsverlies. In dat geval wordt de boekwaarde van het actief (of kasstroomgenererende eenheid) opgehoogd tot de geschatte realiseerbare waarde, maar niet hoger dan de boekwaarde die bepaald zou zijn (na afschrijvingen) als in voorgaande jaren geen bijzonder waardeverminderingsverlies voor het actief (of kasstroomgenererende eenheid) zou zijn verantwoord.
Bij investeringssubsidies wordt de bruto waarderingsmethode toegepast, waarbij de jaarlijkse afschrijvingslast gelijk is aan de vrijval van de post ‘Nog te besteden investeringssubsidies’. De voorfinanciering voor de nieuwbouw is niet als investeringssubsidie beschouwd. Daarvoor is de netto waarderingsmethode toegepast.
Voorraden
De voorraden zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs, zo nodig onder aftrek van een voorziening voor incourantheid.
Financiële instrumenten
Financiële instrumenten omvatten handels- en overige vorderingen, geldmiddelen en overige financieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te betalen posten. Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde, waar (dis)agio en de direct toerekenbare transactiekosten in de eerste opname worden meegenomen. Indien de instrumenten bij de vervolgwaardering niet worden gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeverminderingen in de winst- en verliesrekening, maken eventuele direct toerekenbare transactiekosten deel uit van de eerste waardering. Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd.
51
Afgeleide financiële instrumenten
Stichting Minkema College maakt geen gebruik van financiële derivaten en beperkt de risico’s (renterisico, kasstroomrisico en kredietrisico) door gebruik te maken van rekening-courant, spaarrekeningen en schatkistbankieren bij het Ministerie van Financiën, rekening houdend met de voorwaarden uit de Regeling beleggen, lenen en derivaten OCW 2016 (gewijzigd d.d. 19 december 2018).
Kortlopende vorderingen en overlopende activa
De vorderingen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde, zo nodig onder aftrek van een voorziening voor mogelijke oninbaarheid.
Vordering transitie compensatieregeling
In 2018 is de wetgeving met betrekking tot het vergoeden van de betaalde transitievergoedingen bij ontslag van langdurige zieken goedgekeurd door de Eerste Kamer. Naar aanleiding hiervan is de uitvoeringsregeling in februari 2018 vastgesteld. Er wordt alleen een vordering op het UWV verantwoord, als met een redelijke mate van zekerheid kan worden vastgesteld dat de betaalde transitievergoeding door het UWV zal worden gecompenseerd.
Eigen vermogen
Onder het eigen vermogen worden de algemene reserves en de eventuele bestemmingsreserves en bestemmingsfondsen gepresenteerd, waarbij een onderscheid is gemaakt tussen reserves uit private middelen en reserves uit publieke middelen. De algemene reserve bestaat uit de reserve s die ter vrije beschikking staan van het CvB. Indien een beperkte bestedingsmogelijkheid door de organisatie is aangebracht, dan is het aldus afgezonderde deel van het eigen vermogen aangeduid als bestemmingsreserve. De beperkte bestedingsmogelijkheid van de bestemmingsreserve is door het CvB bepaald en betreft geen verplichting. Het CvB kan deze verplichting zelf opheffen. Indien een beperkte bestedingsmogelijkheid door een derde is aangebracht, dan is het aldus afgezonderde deel van het eigen vermogen aangeduid als bestemmingsfonds. De algemene reserve betreft een buffer ter waarborging van de continuïteit van de scholen en de stichting. Deze wordt opgebouwd uit resultaatbestemming van overschotten welke ontstaan uit het verschil tussen de toegerekende baten en de werkelijke lasten (in geval van een tekort wordt dit resultaat ten laste van de algemene reserve gebracht).
Reserves
Reserves worden gevormd conform de door het bestuur daartoe genomen besluiten dan wel op grond van ministeriële regelgeving.
Voorzieningen
Een voorziening in verband met verplichtingen wordt in de balans opgenomen wanneer sprake is van:
1. een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting die het gevolg is van een gebeurtenis in het verleden; en
2. waarvan een betrouwbare schatting kan worden gemaakt; en
3. het waarschijnlijk is dat voor afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen noodzakelijk is.
52
Voorziening verlofsparen
Voor op balansdatum bestaande verplichtingen uit hoofde van spaarverlof is een voorziening gevormd. Betaalde bedragen inzake spaarverlof worden ten laste van deze voorziening gebracht. De in de cao VO opgenomen bindende genormeerde bedragen zijn hierop van toepassing. De waardering is tegen de nominale waarde van de toekomstige uitbetalingen omdat, vanwe ge de omvang van de voorziening, de looptijd en de disconteringsvoet, het effect van de tijdswaarde van geld niet materieel is.
Voorziening Eigen risico WGA
Deze voorziening is vastgesteld voor toekomstige verplichtingen die voortvloeien uit toegekende WGA-, WGA flex- en ZW flex-uitkeringen. Verplichtingen ZW flex worden toegevoegd aan de voorziening op basis van de beschikking die toegekend wordt aan de ex -werknemer die na een tijdelijk contract ziek uit dienst gaat. Verplichtingen WGA, WGA flex worden aan de voorziening toegevoegd op basis van de beschikking en op basis van de de inschatting die wordt gemaakt van de zieke werknemers waarvan op 31-12-2022 de 42-weeks melding heeft plaatsgevonden en waarvan de inschatting op instroom in de WGA hoog is. Deze waardering is tegen de nominale waarde van de toekomstige uitbetalingen omdat, vanwege de omvang van de voorziening, de looptijd en de disconteringsvoet, het effect van de tijdswaarde van geld niet materieel is.
Jubileumvoorziening
Op basis van Richtlijn 271 van de Raad van de jaarverslaglegging is een voorziening opgenomen voor verplichtingen uit hoofde van toekomstige uitkeringen bij ambtsjubilea van personeelsleden. De voorziening is opgenomen tegen contante waarde van de toekomstige uitbetalingen en i s afhankelijk van de ingeschatte blijfkans, gemiddelde salarisstijging en disconteringsvoet. De werkelijke jubileauitkeringen worden ten laste van deze voorziening gebracht. Deze voorziening wordt tegen contante waarde gewaardeerd. De gehanteerde disconteringsvoet in 2022 is 2,80% (-0,4% in 2021).
Voorziening langdurig zieken
Deze voorziening betreft de verplichting tot doorbetaling van salaris van personeel bij langdurige ziekte, omdat het Minkema College hiervoor het eigen risico draagt. De voorziening is opgenomen voor medewerkers die per balansdatum ziek zijn en waarvoor naar verwachting geen sprake zal zijn van herstel. De hoogte van de voorziening is gebaseerd op de geschatte toekomstige salariskosten van deze medewerkers. In het eerste ziektejaar wordt 100% van de loonkosten voorzien en in het 2e ziektejaar 70%. Deze waardering is tegen de nominale waarde van de toekomstige uitbetalingen omdat, vanwege de omvang van de voorziening, de looptijd en de disconteringsvoet, het effect van de tijdswaarde van geld niet materieel is.
Cao-Levensfasebewust (individueel keuzebudget)
Conform de cao VO is een voorziening levensfasebewust personeelsbeleid gevormd. De voorziening is gewaardeerd tegen de contante waarde van de toekomstige uitbetalingen. De gehanteer de uurtarieven voor de berekening van de hoogte van de voorziening zijn met de cao -loonstijging van 4,75% (per 1-10-2021) opgehoogd. Zoals gesteld in de cao worden gespaarde uren ouder dan vier jaar in waarde gefixeerd tegen het dan geldende uurtarief. Voo r de berekening van het nieuwe spaartegoed wordt in dit geval een correctie verwerkt van het aantal gespaarde uren.
53
Voorziening Generatieregeling
De voorziening Generatieregeling is in 2021 gevormd om verplichtingen op te vangen voor medewerkers die deelnemen aan de Generatieregeling van het Minkema College. De Generatieregeling biedt de mogelijkheid voor medewerkers van 62 jaar en ouder om minder te werken met behoud van salaris met een eigen bijdrage van 75% daarin van de werknemer. De voorziening wordt jaarlijks bepaald door van de deelnemende medewerkers, de kosten aan werkgeversbijdrage (25%) te berekenen van het nog resterende aantal maanden tot aan pensioenleeftijd. Deze bijdrage is inclusief werkgeverslasten en indexatie.
Voorziening groot onderhoud
Deze voorziening dient ter gelijkmatige verdeling van de lasten voor groot onderhoud over de jaren. Per gebouw is een meerjarig onderhoudsplan beschikbaar met een inschatting van de te verwachten kosten. De voorziening wordt lineair opgebouwd. Het uitgevoerde onderhoud wordt ten laste van deze voorziening gebracht. Stichting Minkema College maakt voor de verwerking van de voorziening groot onderhoud gebruik van de (tijdelijke) overgangsregeling ex artikel 4 lid 1c van de RJO zoals gepubliceerd in de Staatscourant op 19 februari 2021.
Langlopende schulden
De langlopende schulden worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag, rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten. Bij de schulden zijn, indien van toepassing, d e zakelijke zekerheden vermeld. Het kortlopende deel (de aflossing in 2022) van de langlopende schuld wordt gepresenteerd onder de kortlopende schulden.
Kortlopende schulden
Onder de overlopende passiva is het saldo van de nog te besteden subsidies van OCW en projectsubsidies vermeld. Van deze laatste is het Minkema College alleen penvoerder en het heeft als zodanig geen zeggenschap over de besteding.
Grondslagen voor de bepaling van de staat van baten en lasten
Resultaatbepaling
Baten en lasten zijn toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. De baten zijn verantwoord voor zover zij op de balansdatum zijn gerealiseerd en worden opgenomen naar rato van de mate waarin de diensten zijn verricht. Verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar zijn verwerkt indien en voor zover deze voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. De opbrengsten van bijzondere bijdragen zijn verantwoord in het jaar dat de besteding is gerealiseerd.
Buitengewone baten en lasten zijn afzonderlijk in de staat van baten en lasten verantwoord.
54
Rijksbijdragen
Onder de rijksbijdragen worden de vergoedingen voor de personele en materiële exploitatie opgenomen, verstrekt door het ministerie van OCW. De ontvangen (normatieve) rijksbijdragen uit hoofde van de basisbekostiging (lumpsum) worden in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft (in het jaar van toewijzing) volledig als baten verwerkt in de staat van baten en lasten.
Niet-geoormerkte OCW-subsidies (subsidies die volledig vrij besteedbaar zijn) worden in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft volledig als baten verwerkt in de sta at van baten en lasten. De niet-bestede niet-geoormerkte OCW-subsidies worden op uitzondering verantwoord onder de vooruitontvangen subsidies OCW (overlopende passiva) indien er een afgebakend bestedingsplan is opgesteld waarmee expliciet kan worden aangetoond dat de middelen in de toekomst worden aangewend.
Geoormerkte OCW-subsidies met een vrij besteedbaar overschot (G1 -doelsubsidies waarbij het overschot geen verrekening-clausule heeft) worden naar rato van de voortgang (%) van de gesubsidieerde activiteiten verwerkt in de staat van baten en lasten. De subsidies waarv oor nog niet (alle) activiteiten (prestaties) zijn verricht per balansdatum worden verantwoord onder de vooruitontvangen subsidies OCW (overlopende passiva) zolang de bestedingstermijn (subsidietijdvak) nog niet is verlopen.
Geoormerkte OCW-subsidies (G2-doelsubsidies met verrekening-clausule) worden ten gunste van de staat van de baten en lasten verantwoord in het jaar waarvan de werkelijke subsidiabele lasten komen (naar rato van de aan het verslagjaar toe te rekenen werkelijke subsidiabele uitgaven). Ni etbestede middelen worden verantwoord onder de vooruitontvangen subsidies OCW (overlopende passiva) zolang de bestedingstermijn (subsidietijdvak) nog niet is verlopen. Niet-bestede middelen worden verantwoord als schuld aan het ministerie van OCW onder de kortlopende schulden zodra de bestedingstermijn (subsidietijdvak) is verlopen op balansdatum (terugvordering door OCW).
De doorbetaalde rijksbijdragen vanuit het samenwerkingsverband worden ten gunste van de staat van baten en lasten verantwoord in het jaar van toewijzing, tenzij toerekening naar schooljaar plaatsvindt (in plaats van per kalenderjaar) of tenzij sprake is van een concreet bestedingsplan voor de periode na balansdatum.
Overige overheidsbijdragen en subsidies
Onder de overige overheidsbijdragen en -subsidies worden de vergoedingen opgenomen, verstrekt door gemeente, provincie of andere overheidsinstellingen. De overige overheidsbijdragen ensubsidies worden toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben.
Overige baten
Onder de overige baten worden de vergoedingen opgenomen die niet zijn verstrekt door het Ministerie van OCW, gemeenten, provincies of andere overheidsinstellingen. De overige baten waaronder verhuuropbrengsten, detachering van personeel en ouderbijdragen worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben, waarbij ervan uitgegaan is dat reguliere onderwijs - en onderzoekstaken gelijkmatig over het jaar zijn gespreid.
55
Personeelsbeloningen
Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de cao VO uitbetaald. De beloningen van het personeel worden als last in de staat van baten en lasten verantwoord in de periode waarin de arbeidsprestatie wordt verricht en, voor zover nog niet uitbetaald, als verplichting op de balans opgenomen. Als de reeds betaalde bedragen de verschuldigde beloningen overtreffen, wordt het meerdere opgenomen als een overlopend actief voor zover er sprake zal zijn van terugbetaling door het personeel of van verrekening met toekomstige betalingen door de stichting.
Pensioenen
Er is sprake van een toegezegde pensioenregeling. Hierbij is pensioen toegezegd aan personeel op pensioengerechtigde leeftijd, afhankelijk van leeftijd, salaris en dienstjaren. Deze toegezegde pensioenregeling is verwerkt alsof sprake zou zijn van een toegezegde bijdrageregeling. Voor de pensioenregeling worden verplichte basispremies betaald aan het pensioenfonds. Behalve de premiebetaling zijn er geen verdere verplichtingen uit hoofde van deze regeling. Er is geen verplichting in geval van een tekort bij het pensioenfonds tot het voldoen aan aanvullende bijdragen anders dan toekomstige premies. De premies worden verantwoord als personeelslasten als deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa indi en deze leiden tot een terugstorting of tot een vermindering van toekomstige betalingen. De actuele dekkingsgraad per 31-12-2022 bedraagt 110,9%.
Grondslagen voor de opstelling van het kasstroomoverzicht
In samenhang met de balans en de staat van baten en lasten moet het kasstroomoverzicht bijdragen aan het inzicht in de financiering, liquiditeit, de solvabiliteit en het vermogen van de onderwijsinstelling om geldstromen te genereren. Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Bij de indirecte methode wordt het resultaat (saldo van baten en lasten) als basis genomen. Dit overzicht geeft weer waaraan de in de verslagperiode beschikbaar gekomen gelden zijn besteed. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middele n. Transacties waarbij geen instroom of uitstroom van kasmiddelen plaatsvindt, zijn niet in het kasstroomoverzicht opgenomen. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten.
Bepaling reële waarde
Een aantal grondslagen en toelichtingen in de jaarrekening vereist de bepaling van de reële waarde van zowel financiële als niet-financiële activa en verplichtingen. Voor waarderings- en informatieverschaffingsdoeleinden is de reële waarde op basis van de volgende methoden bepaald. Indien van toepassing wordt nadere informatie over de uitgangspunten voor de bepaling van de reële waarde vermeld bij het onderdeel van deze toelichting dat specifiek op het betreffende actief of de betreffende verplichting van toepassing is. De reële waarde van financiële instrumenten wordt bepaald door de verwachte kasstromen contant te maken tegen een disconteringsvoet die gelijk is aan de geldende risicovrije marktrente voor de resterende looptijd vermeerderd met krediet - en liquiditeitsopslagen.
56
2.5 Toelichting op de balans
In 2022 heeft er een opschoonactie plaatsgevonden op de materiële vaste activa met een boekwaarde van nul. Dit heeft ertoe geleid dat de aanschafwaarde van de materiële vaste activa en de cumulatieve afschrijvingen met ruim € 1, miljoen verlaagd zijn.
Gebouwen en terreinen
De post ‘Gebouwen’ betreft de eigen bijdrage aan het gebouw aan de Steinhagenseweg. Dit pand is begin 2003 in gebruik genomen en wordt in 40 jaar afgeschreven. In deze post zijn tevens de verbouwingen opgenomen die in de periode 2018 -2021 hebben plaatsgevonden. De verbouwingen worden in 20 jaar afgeschreven. De desinvestering betreft de vergoeding die het Minkema College ontvangen heeft voor de herstelkosten brandveiligheid aan de Steinhagenseweg.
Inventaris en apparatuur
Het grootste deel van de investeringen in inventaris en apparatuur betreft ICT -middelen en meubilair.
In uitvoering en vooruitbetalingen
Voor ICT-middelen heeft in 2022 een aanbetaling plaatsgevonden van € . 1 . De levering van ICTmiddelen vindt plaats in 2023.
57
Activa 1.1.2.1. 1.1.2.3. 1.1.2.5. Gebouwen en terreinen Inventaris en apparatuur In uitvoering en vooruitbetalingen Totaal Stand 1 januari 2022 Cum. aanschafwaarde 6.383.839 7.312.655 16.262 13.712.755 Cum. afschrijvingen 1.215.037 5.440.847 - 6.655.883 Boekwaarde 5.168.802 1.871.808 16.262 7.056.871 Mutaties 2022 Investeringen 125.133 467.288 89.616 682.036 Activering 10.471 5.791 -16.262Desinvesteringen -729.531 - - -729.531 Afschrijvingen -287.383 -377.200 - -664.583 Afschrijving desinvesteringen - - --881.310 95.879 73.354 -712.077 Stand 31 december 2022 Cum. aanschafwaarde 5.784.242 5.962.226 89.616 11.836.083 Cum. afschrijvingen 1.496.749 3.994.539 - 5.491.289 Boekwaarde 4.287.492 1.967.686 89.616 6.344.794
2.5.1
De voorraden (proefwerkblokken, briefpapier, enveloppen) zijn gewaardeerd tegen inkoopprijs.
In het schooljaar 2022/2023 is voor het eerst de mogelijkheid toegevoegd om de vrijwillige ouderbijdragen in meerdere termijnen te betalen. De laatste termijn moet nog betaald worden wat ertoe heeft geleid dat de vorderingen op leerlingen ten opzichte van vorig jaar gestegen is.
Van de totale liquide middelen is € . 4 . 33 beschikbaar voor het Minkema College. In het totaalsaldo zijn namelijk gelden begrepen die zijn bestemd voor projecten waarvan het Minkema College penvoerder is (AOS, Profeed, Keurmerk, On Stage) en die dus ten goede komen aan verschillende partners. Op de balansdatum bedroeg dit saldo € .4 . Hier is in het eigen vermogen een bestemmingsreserve voor opgesteld.
Het saldo van liquide middelen is met € 2.1 4. toegenomen. Dit komt vooral door de aanvullende OCW-subsidies, waaronder voor NPO, die als baten in 2022 verantwoord moeten worden, maar waarvan de besteding grotendeels in 2023 en 2024 gepland is.
58 1.2.1. Voorraden 31-12-2022 31-12-2021 1.2.1.1. Gebruiksgoederen 10.465 11.573 Voorraden 10.465 11.573
1.2.2. Vorderingen 31-12-2022 31-12-2021 1.2.2.1. Debiteuren 917 9.691 1.2.2.7. Vorderingen op leerlingen 45.646 2.710 1.2.2.10. Overige vorderingen 5.359 11.282 1.2.2.12. Vooruitbetaalde kosten 28.278 135.196 1.2.2.15. Overige overlopende activa 259.695 86.621 Vorderingen 339.894 245.499
1.2.4. Liquide middelen 31-12-2022 31-12-2021 1.2.4.1. Kasmiddelen 5.376 6.135 1.2.4.2. Tegoeden op bankrekeningen 139.464 35.869 1.2.4.3. RC tegoed Schatkistbankieren 10.378.582 8.306.659 Liquide middelen 10.523.422 8.348.663
Bestemmingsreserve personeel
De bestemmingsreserve personeel (totaal € 2 . 00) dient onder andere voor de opvang van:
Mobiliteitskosten: het Minkema College houdt binnen de reserve een buffer aan: óf ten bate van de opvang van leerlingengroei (voorfinanciering), óf ter dekking van kosten in het kader van boventalligheid. Bedrag: € 00.000.
Spaarbapo: omdat er wettelijk geen voorziening meer wordt opgenomen, wordt het schooleigen deel van de bapo afgedekt in de reserve. Bedrag: € 0. 00. Deze reservering wordt niet meer aangevuld omdat de regeling is komen te vervallen.
Reserve bedrijfsvoering/ overig/ restrisico's, de zgn. bufferreserve
Deze bufferreserve is het genormeerde weerstandsvermogen van een school en bedraagt 5% van de totale baten. De hoogte op balansdatum is bijna € 1.2 0.12 .
Bestemmingsreserve NPO
In 2022 is voor € 1.034.21 aan NPO-subsidie ontvangen. Hiervan is in 2022 € .43 besteed. Het resterende bedrag van € 1 . 2 wordt toegevoegd aan de bestemmingsreserve. De bestemmingsreserve bedraagt per 31 -12-2022 € 1. .2 . De besteding van deze bestemmingsreserve zal in 2023 en 2024 plaatsvinden.
Bestemmingsreserve penvoerderschap
Het Minkema College is penvoerder voor een aantal partners (AOS, Profeed, Keurmerk, On Stage). Met ingang van 2022 is voor de penvoerderschap een nieuwe bestemmingsreserve gemaakt ter hoogte van € .4 .
59 2.5.2 Passiva 2.1 Eigen vermogen Stand per 31-12-2021 Mutaties Resultaat Stand per 31-12-2022 2.1.1 Algemene reserve 4.110.945 -777.489 472.293 3.805.749 2.1.2 Bestemmingsreserve (publiek) 3.367.822 777.489 187.291 4.332.602 2.1.3 Privaat bestemmingsfonds 176.340 - -43.816 132.524 Eigen vermogen 7.655.107 - 615.767 8.270.874 Uitsplitsing publieke bestemmingsreserves Personeel 626.700 - - 626.700 Penvoerderschap - 777.489 - 777.489 Bedrijfsv./overig/bufferreserve 1.251.616 - 8.509 1.260.125 Nationaal Programma Onderwijs 1.489.506 - 178.782 1.668.288 Bestemmingsreserve (publiek) 3.367.822 777.489 187.291 4.332.602
Privaat bestemmingsfonds
Dit fonds is ontstaan uit het (voormalige) boekenfonds en dient om de risico’s in de private middelen op te vangen. De reserve vormt tevens een buffer voor ouders die niet in staat zijn de vrijwillige ouderbijdrage te voldoen. De middelen mogen uitsluitend besteed worden aan lesmateriaal en activiteiten waarvoor de school geen overheidssubsidies ontvangt. In overleg met de oudergeleding van de MR mag een deel van de overschrijding van de kosten van gratis lesmateriaal voor 4 jaar ten laste worden gebracht van deze reserve. In 2022 is € 43. 1 ten laste van dit bestem mingsfonds gebracht.
Het private vermogen bedraagt op balansdatum € 132. 24.
Algemeen
Voor het persoonlijk budget is de cao loonstijging van 4,75% per 1 juli 2022 verwerkt in de uurtarieven die gehanteerd zijn in de berekeningen om de hoogte van de voorziening vast te stellen.
Verlofsparen
Een aantal, door het bevoegd gezag geaccordeerde, docenten maakt gebruik van spaarverlof. Door middel van jaarlijkse dotaties wordt de voorziening op peil gebracht, zodat t.z.t. aan de verplichtingen kan worden voldaan. De onttrekking betreft het bedrag dat correspondeert met het aantal opgenomen uren spaarverlof in 2022.
Eigen risico WGA en Langdurig zieken
De betekenis van WGA-uitkering is: het maandelijks vervangingsinkomen voor een werknemer die gedeeltelijk arbeidsongeschikt is geraakt. De afkorting WGA betekent Werkhervatting Gedeeltelijk
Arbeidsgeschikten en is een onderdeel van de per 1 januari 2006 ingevoerde WIA (Wet Inkomen en Arbeid). De voorziening voor het eigen risico WGA is per 31 december 2022 € 42 .467.
De voorziening voor het eigen risico langdurig zieken is per 31 december 2022 bepaald op ruim € 24 . 4 In 2022 zijn er meer ziektegevallen geweest dan rekening mee werd gehouden, dit heeft ertoe geleid dat er meer onttrekkingen zijn geweest vanuit de voorziening.
60
Jubileumvoorziening
Opgenomen is de stand van de potentiële verplichting op 31 -12-2022. De voorziening is opgenomen tegen contante waarde van de toekomstige uitbetalingen en is afhankelijk van de ingeschatte blijfkans, gemiddelde salarisstijging en disconteringsvoet. De gehanteerde disconteringsvoet in 2022 is 2, 0 (€ . 03).
Cao-Levensfasebewust / individueel keuzebudget (Persoonlijk budget)
Conform de cao VO is een voorziening levensfasebewust personeelsbeleid gevormd. De voorziening is gewaardeerd tegen de contante waarde van de toekomstige uitbetalingen. Deze voorziening
Persoonlijk budget is ingesteld per 1 augustus 2014 en resulteert uit de huidige cao waarin de mogelijkheid tot sparen van het persoonsgebonden budget is geregeld. De stijging wordt veroorzaakt doordat meer medewerkers opteren voor sparen voor toekomstige besteding in tijd of als uitbetaling. Onderdeel van de stijging is het geïndexeerde gemiddeld uurloon, dat hoger is dan in het vorige verslagjaar.
Generatieregling
In 2021 is een voorziening voor de Generatieregeling nieuw opgenomen. Om verplichtingen op te vangen voor medewerkers die deelnemen aan de Generatieregeling van het Minkema College. De Generatieregeling biedt de mogelijkheid voor medewerkers van 62 jaar en ouder om minder te werken met behoud van salaris met een eigen bijdrage van 75% daarin van de werknemer.
Voorziening groot onderhoud
Voor beide locaties van het Minkema College is een meerjarig onderhoudsplan (MJOP)opgesteld, zowel voor de installaties als bouwkundig. Jaarlijks wordt het onderhoudsplan geactualiseerd en indien nodig bijgesteld. Voor de Steinhagenseweg is de actualisatie na afronding van de verbouwing gerealiseerd. De kosten die zijn gemaakt voor de uitvoering van onderho udswerkzaamheden uit dit overzicht zijn ten laste gebracht van de voorziening. In 2022 zijn er minder bestedingen (onttrekkingen) vanuit de voorziening geweest dan in het MJOP was gepland. Alleen noodzakelijke werkzaamheden zijn uitgevoerd. De overige geplande werkzaamheden worden doorgeschoven naar 2023.
Kredietinstellingen
Op 23 maart 2005 is er een langlopende lening (40 jaar) aangegaan met de Bank Nederlandse Gemeenten. De jaarlijkse rente hierop bedraagt sinds 2015 1,8%. De lening wordt in 40 jaarlijkse
61
Stand per 31-12-021 Aangegane leningen Aflossingen Stand per 31-12-2022 2.3.3. Kredietinstellingen 862.500 - 37.500 825.000 2.3.7. Overige langlopende schulden 3.240 - 3.240Langlopende schulden 865.740 - 40.740 825.000
2.3 Langlopende schulden
termijnen afgelost De eerste aflossing vond plaats op 14 april 2006. Het aflossingsdeel voor 2023 is verantwoord onder de kortlopende schulden.
Overige langlopende schulden
Dit betreft aflossing van de borg voor de kluisjes.
Kredietinstellingen
Dit betreft het aflossingsdeel voor 2023 van de langlopende schuld bij de BNG.
Crediteuren
Het saldo 2022 is een momentopname per 31 -12-2022 en kent verder geen bijzonderheden.
Belastingen en premies sociale verzekeringen
Deze post is gebaseerd op de te betalen belastingen en premies over de salarisverwerking van december 2022.
Pensioenen
Hier zijn de (in januari 2023) af te dragen pensioenpremies opgenomen.
Overige kortlopende schulden
Geen bijzonderheden.
62
2.4 Kortlopende schulden 31-12-2022 31-12-2021 2.4.3. Schulden aan kredietinstellingen 37.500 37.500 2.4.8. Crediteuren 814.722 616.672 2.4.9. Belastingen en premies sociale verzekeringen 874.000 773.002 2.4.10 Pensioenen 248.963 235.489 2.4.12 Overige kortlopende schulden 2.596 6.323 2.4.14 Vooruit ontvangen subsidies OCW 1.049.488 784.461 2.4.15 Vooruit ontvangen Investeringssubsidies 147.358 128.870 2.4.16 Vooruit ontvangen bedragen 154.172 276.116 2.4.17 Vakantiegeld en vakantiedagen 802.415 692.996 2.4.19 Overige overlopende passiva 323.166 303.722 Kortlopende schulden 4.454.380 3.855.151
Vooruit ontvangen subsidies OCW
Het Minkema College is penvoerder en ontvangt als zodanig de subsidie voor de Academische Opleidingsschool voor verschillende scholen binnen het samenwerkingsverband. Daarnaast zijn er in 2022 verschillende subsidies ontvangen (o.a. heterogene brugklassen, bijdrage Student Journey) waarvan de uitbesteding in 2023 gaat plaatsvinden.
Vooruit ontvangen investeringssubsidies
In 2022 betreft dit een WKO-koeling van € 3 . 10 ontvangen van de gemeente Woerden voor uitvoering van achterstallig onderhoud. Daarnaast resteert nog een saldo van ontvangen, maar nog niet-bestede activiteiten ten behoeve van leerlingen voor een bedrag van € . 42. Tevens is er per 31 december 2022 een bedrag van € 1 . 2 nog te besteden aan On Stage 20222023.
Vooruit ontvangen bedragen
De post vooruit ontvangen bedragen zijn inkomsten in 2022 voor schooljaar 2022-2023 die in boekjaar 2023 als baten zullen worden verwerkt. Een deel van de vooruit ontvangen bedragen betreft de vrijwillige ouderbijdragen voor een bedrag € 4.03 ( /12 deel). Daarnaast zijn er ook twee vooruitontvangen bedragen van het samenwerkingsverband ten behoeve van studieondersteuning en zorgconsulent (in totaal € . 12).
Het bedrag voor vakantiegeld is aan het personeel verschuldigd over de maanden juni tot en met december 2022. Een deel van de verplichting heeft betrekking op nog op te nemen verlofuren uit het verleden en nog te betalen bindingstoelage over de maanden september - december.
Overige overlopende passiva
De overlopende passiva bestaat vrijwel volledig uit te betalen posten. Er zijn verder geen bijzonderheden.
63
31-12-2022 31-12-2021 Academische opleidingsschool (penvoering) 745.159 717.612 Lerarenbeurs 19.517 33.302 Heterogene brugklassen 200.000Bijdragen Student Journey 40.000Vooruit ontvangen termijnen VSV 22.500 22.500 Overige 22.312 11.046 1.049.488 784.460
Vakantiegeld en -dagen 31-12-2022 31-12-2021 Reservering Vakantietoeslag 554.439 520.881 Reservering Eindejaarsuitkering 56.748 52.915 Verlof- en taakuren OOP 191.228 119.200 802.415 692.996
2.5.3 Financiële instrumenten
Het Minkema College maakt geen gebruik van financiële instrumenten, overeenkomstig ons beleid.
2.5.4 Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen
Voorwaardelijke verplichtingen
Er zijn geen voorwaardelijke verplichtingen.
Meerjarige financiële verplichtingen
2.6
op de staat van baten en lasten
64
Crediteurnaam Bedrag (€) Toelichting Looptijd contract OsingadeJong BV 413.919 Leermiddelen 2024 De Hall 142.403 Aanbesteed in 2020 2024 DWA 13.313 Onderhoud installaties 2024 JDE professional 10.437 Onderhoud apparatuur 2024 Spacewell 3.512 Software 2024 Böcker Nederland BV 784 Onderhoudscontract 2024 Onderwijshelden 30.054 Onderwijs steunende dienstverlening 2025 Mitsubishi 3.245 Onderhoudscontract lift 2025 B&G Hekwerk 2.183 Onderhoudscontract hekken 2025 van Alem 165.962 Schoonmaakcontract 2026 Van Lint 87.660 Serviceovereenkomst printers 2026 SIVON 54.500 Serviceovereenkomst Wifi as a service 2026 CWS 37.491 Serviceovereenkomst sanitaire producten 2026 SLB Diensten 30.023 Licentieovereenkomst Microsoft 2026 Van Doorn dakspecialist 2.734 Dak beveiliging inspectie 2026 ClickOn 1.367 Licentie 2026
2.6.1 Baten Rijksbijdragen 3.1. Rijksbijdragen 2022 Begroting 2022 2021 3.1.1. Rijksbijdragen OCW 21.728.433 20.384.758 19.713.983 3.1.2. Overige subsidies OCW 1.766.858 1.716.842 4.372.314 3.1.3. Doorbetalingen Samenwerkingsverband 781.121 370.000 541.937 24.276.412 22.471.600 24.628.234 De Rijksbijdragen OCW komen € 1.343. hoger uit dan begroot. Dit komt voornamelijk doordat er
Toelichting
halverwege het jaar de extra prijsbijstellingen (niet begroot) bekend zijn gemaakt en er herzieningen hebben plaatsgevonden op een aantal rijksbijdragen waaronder strategisch personeelsbeleid.
De overige OCW-subsidies Rijksbijdragen zijn in 2022 aanzienlijk lager dan in 2021. Dit komt vooral door de eenmalige uitkering in november 2021 van de NPO middelen, € 2.0 .000.
De overige subsidies betreffen de functiemix, bekostiging eindexamens, voortijdig schoolverlaters (VSV) en de lerarenbeurs. Daarnaast is het Minkema College penvoerder voor de subsidie Academische opleidingsschool. Alleen als het Minkema College zelf uitgaven doet voor deze subsidie wordt dit bedrag ook als baten onder de overige subsidies verantwoord. De inkomsten vanuit het samenwerkingsverband vallen in 2022 € 410.2 hoger uit dan begroot.
Overige
Onder de overige overheidsbijdragen en -subsidies bevindt zich een post vergoedingen Uitkeringen UWV. In 2021 werd deze post verrekend met UWV uitkeringen. Per ingang van 2022 worden de UWV uitkeringen en ontvangsten afzonderlijk gerapporteerd.
De overige baten bestaan voornamelijk uit ouderbijdragen. Ten opzichte van 2021 is hier een flinke stijging te zien. Dit komt doordat in 2021 het aantal buitenschoolse activiteiten nog in beperkte mate door kon gaan vanwege de corona-beperkingen. In 2021 is een deel van de ouderbijdragen terugbetaald vanwege deels geannuleerde activiteiten.
65
overheidsbijdragen 3.2. Overige overheidsbijdragen 2022 Begroting 2022 2021 3.2.2. Overige overheidsbijdragen 143.361 -143.361 - -
Overige baten 3.5. Overige baten 2022 Begroting 2022 2021 3.5.1. Opbrengst verhuur 128 - 45 3.5.2. Detacheringen personeel 56.969 - 55.928 3.5.5. Ouderbijdragen 630.041 585.720 283.066 3.5.10. Overige 95.579 31.630 65.054 782.717 617.350 404.093
Personeelslasten 4.1 Personeelslasten 2022 Begroting 2021 4.1.1. Lonen en salarissen 16.388.449 15.841.966 16.315.057 4.1.2. Overige personele lasten 2.917.045 2.367.000 1.362.282 4.1.3. Overige uitkeringen 210.278 270.000 119.141 19.515.772 18.478.966 17.796.480
2.6.2 Lasten
De totale personeelslasten zijn € 1.03 . 0 hoger dan begroot. De nieuwe cao -afspraken die in juli 2022 zijn doorgevoerd hebben gezorgd voor een stijging van de personeelslasten. Daarnaast is ook het aantal FTE’s toegenomen als gevolg van een hogere leerlingeninstroom. Het bedrag bij ontvangen uitkeringen bedraagt de verrekening van DUO voor uitkeringskosten (€ 210.2 ).
Uitsplitsing lonen en salarissen
De totale loonkosten zijn in 2022 gedaald ten opzichte van 2021. Dit komt doordat er in 2022 € 1 duizend aan loonkosten ten laste van personele voorzieningen is geboekt. Per saldo zijn de loonkosten in 2022 dus wel gestegen ten opzichte van 2021. De belangrijkste oorzaken van de stijging van de loonkosten zijn de cao -loonstijging van 4, en de toename van het aantal FTE’s.
Leden van de RvT zijn buiten deze tabellen gelaten. Uitsplitsing
De overige personele lasten zijn met € 1. 4. 3 gestegen ten opzichte van vorig jaar. Dit heeft te maken doordat er meer gebruik is gemaakt van (tijdelijk) extern personeel. In totaal € .000. Daarnaast staan in de begroting onder de post ‘Personeel nie t in loondienst’ ook de NPO-lasten verantwoord die betrekking hebben over de boekjaren 2021 en 2022. In de begroting is hiervoor € 1, miljoen opgenomen. Onderwijsinstellingen hebben van de overheid tot en met 2024 de tijd om de NPO-middelen uit te nutten. In de dotaties personele voorzieningen is ook een flinke stijging te
66
Uitsplitsing
2022 2021 4.1.1.1. Brutolonen en -salarissen 12.527.951 12.586.228 4.1.1.2 Sociale lasten 1.699.025 1.652.003 4.1.1.3 Pensioenpremies 2.161.472 2.076.825 16.388.449 16.315.057
lonen en salarissen
Formatie in FTE (stand op 31-12) 2022 2021 DIR 9,4 10,6 OP 150,0 145,5 OOP 45,7 38,1 205,1 194,2 Formatie in aantal medewerkers (stand op 31-12) 2022 2021 DIR 9 11 OP 197 189 OOP 58 55 264 255
lasten 2022 Begroting 2021 4.1.2.1. Dotaties personele voorzieningen 1.027.897 60.000 320.289 4.1.2.2. Personeel niet in loondienst 1.375.755 2.050.000 442.258 4.1.2.3. Overige 513.393 257.000 599.735 2.917.045 2.367.000 1.362.282
overige personele
zien in 2022. Dit komt voornamelijk door dotaties in de voorzieningen langdurig zieken en de overige personele voorzieningen.
Ten opzichte van 2021 zijn de afschrijvingslasten met € 44. gestegen. Dit komt voornamelijk doordat er extra investeringen in ICT en meubilair hebben plaatsgevonden. De afschrijvingslasten 2022 liggen lager dan begroot. Dit komt door uitgestelde investeringen die later in het jaar zijn geactiveerd of zijn doorgeschoven naar 2023.
De totale huisvestingslasten komen € 2 . 22 lager uit dan begroot. Dit komt grotendeels doordat een groot deel van de kosten voor (klein) onderhoud in het MJOP zijn opgenomen. Hierdoor vallen de onderhoudslasten lager uit. Ten opzichte van vorig jaar is m et name een stijging te zien in de schoonmaakkosten. In 2022 is een nieuw contract afgesloten met een schoonmaakbedrijf dat ertoe geleid heeft dat de kosten zijn gestegen.
Overige lasten
De overige lasten komen € 24 . 2 hoger uit dan begroot. Dit komt voornamelijk doordat de leeren hulpmiddelen hoger uitvallen dan begroot. Onder deze post zitten onder andere de sectiebudgetten en de gratis leermiddelen verantwoord. Ten opzichte van vorig jaar is met name
67
Afschrijvingslasten 4.2 Afschrijvingslasten 2022 Begroting 2022 2021 4.2.2. Materiële vaste activa 664.583 724.924 619.918 664.583 724.924 619.918
Huisvestingslasten 4.3 Huisvestingslasten 2022 Begroting 2022 2021 4.3.1. Huurlasten 104.828 100.000 100.280 4.3.3. Onderhoudslasten 69.340 356.000 68.323 4.3.4. Energie en water 411.818 424.300 401.799 4.3.5. Schoonmaakkosten 360.892 362.000 300.872 4.3.6. Belastingen en heffingen 30.098 33.500 26.293 4.3.7. Dotatie voorziening onderhoud 381.000 381.000 381.000 4.3.8. Overige huisvestingslasten 89.402 86.501 95.007 1.447.379 1.743.301 1.373.573
4.4 Overige lasten 2022 2022 Begroting 2021 4.4.1. Administratie- en beheerslasten 504.445 537.550 407.015 4.4.2. ICT, Inventaris en apparatuur 392.801 394.750 269.188 4.4.3. Leer- en hulpmiddelen 1.423.894 1.081.550 1.464.824 4.4.5. Overige lasten 648.413 708.740 429.216 2.969.552 2.722.590 2.570.243
een stijging te zien in de overige lasten. Onder de overige lasten bevinden zich de lasten voor buitenschoolse activiteiten (werkweken, excursies en dergelijke). In 2022 zijn bijna alle buitenschoolse activiteiten doorgegaan, waar in 2021 een deel van de activiteiten als gevolg v an Covid-19 niet is doorgegaan. Honorarium accountant
De jaarrekening 2021 is gecontroleerd door Astrium Onderwijsaccountants B.V. Bovengenoemde bedragen in boekjaar 2022 betreffen de kosten voor de controle van de jaarrekening 2021 en de interim controle van 2022, uitgevoerd door Astrium.
Financiële baten en lasten
5.
baten en lasten
De rentelasten hebben betrekking op de langlopende lening bij de BNG. Het rentepercentage is 1,8%.
Resultaatbestemming 2022 verdeling
68
Specificatie honorarium accountant 2022 Begroting 2021 Controle jaarrekening 27.509 16.000 15.647 Andere controleopdrachten 9.000 9.366 Adviesdiensten op fiscaal terrein 517 Andere niet-controle diensten 27.509 25.000 25.530
2022 Begroting 2022 2021 5.1.1. Rentebaten 32.555 -5.2.1. Rentelasten 21.993 20.000 19.921 10.562 -20.000 -19.921
Financiële
Voorstel resultaatbestemming 2022 Resultaat 615.767 Onttrekking aan bestemmingsreserve personeelToevoeging aan bestemmingsreserve bedrijfsvoering en restrisico’s (bufferreserve) 8.509 Toevoeging aan bestemmingsreserve Nationaal Programma Onderwijs (NPO) 178.782 Onttrekking aan de private reserve ouderbijdragen -43.816 Toevoeging aan de algemene reserve 472.293 Totaal 615.767
2.7 Gebeurtenissen na balansdatum
Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum die impact hebben op de hier gepresenteerde jaarrekening 2022 van het Minkema College.
WNT-verantwoording 2020 Stichting Minkema College
Op 1 januari 2013 is de Wet normering topinkomens (WNT) in werking getreden. De WNT is v an toepassing op stichting Minkema College. Het voor het Minkema College bezoldigingsmaximum is in 2022 € 1 .000. Dit is het bezoldigingsmaximum dat behoort bij klasse D. Deze klasse is bepaald op basis van 10 complexiteitspunten.
De raad van toezicht heeft op 19 december 2021 de complexiteitspuntenberekening ter bepaling van de WNT-bezoldigingsnorm voor 2022 goedgekeurd.
69