
8 minute read
De zoektocht naar Gerhard Nijland
DOOR: FRANK KRAKE
Op 15 november 1944 wordt de Nederlandsche Bank in Almelo door plaatselijke verzetsmannen overvallen. De buit bedraagt ruim 46 miljoen gulden, die wordt verborgen in de hooiberg van de familie Nijland in Daarlerveen. Door noodlottige omstandigheden worden alle overvallers opgepakt. Ook Gerhard Nijland is de klos.
Gerhard zat samen met de zes andere opgepakte ‘bankovervallers’ in een van de ijskoude cellen op De Kruisberg, een gevangeniscomplex van de Sicherheitsdienst in Doetinchem waar verzetsmensen en de zwaardere gevallen waren opgesloten. Gerhard had de buit van de overval van 46 miljoen verstopt in hun hooiberg. Geld dat hard nodig was voor de financiering van de onderduik van duizenden spoorwegmedewerkers en hun families. Op 1 februari 1945 ging hij na twee maanden gevangenschap samen met ruim negentig medegevangenen op transport naar een voor hem onbekende bestemming. In concentratiekamp Neuengamme, onder de rook van Hamburg stapte hij na een lange treinreis van meerdere dagen zonder eten of drinken weer uit.
En daar hield het spoor op …
De familie heeft jarenlang gezocht, advertenties geplaatst, teruggekeerde gevangenen aangeschreven en er alles aan gedaan om te achterhalen waar Gerhard was gebleven. Tevergeefs. Eén uit Neuengamme teruggekeerde man kon vertellen dat hij Gerhard op 15 februari daar nog had gezien. Over wat er daarna was gebeurd bleek niets te vinden en de familie bleef met een kruiwagen aan vraagtekens achter.
Voor vader Nijland was deze last te zwaar, het gemis van zijn jongste zoon, de gedoodverfde opvolger van de boerderij, was voor hem zo intens dat hij de beproevingen van het leven niet langer aan kon en er in februari 1948 uit stapte. Zo maakte de oorlog jaren na de capitulatie van Duitsland opnieuw een slachtoffer en bleef een heel gezin in shock en vol levenslange trauma’s achter.

De hooischuur van boer Nijland uit Daarlerveen waar 46 miljoen gulden verstopt was.
75 jaar na dato zit ik met de dochter van de zus van Gerhard aan tafel, een kop dampende koffie voor ons. De verdwijning van haar oom blijkt binnen de familie nog altijd een meestal onbesproken maar toch nog altijd pijnlijk thema te zijn. Het gemis is er nog steeds, alhoewel de scherpe randen zijn afgevlakt. Ik krijg wat foto’s en een krantenknipsel mee en ben vastbesloten alles boven water te halen over Gerhard. De foto waarop hij samen met zijn verloofde blijmoedig in de lens van de fotograaf kijkt, laat mij niet los. Hij is genomen op de ochtend van zijn arrestatie. De volgende dag zou hij zich verloven met Fine Zomer, maar in plaats daarvan werd Gerhard bruut in een overvalwagen geduwd. Zelf heeft hij zijn verlovingsfoto daarom nooit kunnen zien. Een lange zoektocht zou volgen.
Drie jaar later zit het nichtje van Gerhard met haar man op mijn schrijfkantoor, ook nu dampt de koffie. Ik heb haar uitgenodigd om te vertellen over mijn onderzoek en speurwerk. Ik haal diep adem en begin te vertellen.

De Sterbeurkunde van Gerhard Nijland, zijn naam verbasterd tot Hendrik Neuland.
‘Gerhard was met de zes andere overvallers aangekomen in concentratiekamp Neuengamme. De commandant van de knokploeg, Derk Smoes, bleef achter in dat kamp en is er volgens diverse verklaringen daar ook gestorven. Vijf mannen zijn afgevoerd naar Wöbbelin, een concentratiekamp verder in het oosten van Duitsland, tussen Hamburg en Berlijn. Gerhard was de jongste van het stel, een potige boerenzoon, die kon door de ogen van de toenmalige vijand nog hard werken. Ik heb allerlei transportlijsten gevonden van gevangenen die zijn afgevoerd naar een klein kamp in de buurt van Hannover, Ahlem. Op een van die lijsten vond ik de naam van Gerhard. Hij heeft er echt loodzwaar werk moeten doen, dag en nacht in de donkere asfaltgroeves moeten bikken voor Continental Gummiwerke AG, een bedrijf dat we nu nog altijd kennen van zijn autobanden. Zij schakelden de SS in voor de levering van productiemedewerkers. Dat dit onder mensonterende omstandigheden gebeurde en dat de gevangenen zich letterlijk doodwerkten, maakte ze niets uit. Een drietal prints van microfiches van het Rode Kruis uit 1945 bevestigen de aanwezigheid van Gerhard in dat kamp. Mannen die zijn teruggekeerd vertellen over een boerenzoon uit de buurt van Enschede, een zekere Nijland. Op de derde print staat vermeld dat hij gestorven zou zijn in het ziekenhuis Heidehaus in Hannover, vijf da gen na de bevrijding. Deze microfiches zijn nooit gepubliceerd en ik heb ze na jaren research via een bevriende onderzoeker kunnen achterhalen.’ Dan vertel ik over mijn recherchewerk naar de begraafplaats van Gerhard. ‘Nadat ik wist dat hij in het Heidehaus zijn laatste adem had uitgeblazen, zette ik mijn zoektocht voort in de archieven van de stad Hannover. Bij een bezoek aan het herinneringscentrum daar mocht ik foto’s maken van het dodenboek, een register met alle omgekomen patiënten in de periode kort na de oorlog. Parallel daaraan zette ik allerlei lijntjes uit naar de Oorlogsgravenstichting, de gemeente Hellendoorn, het Nationaal Archief waar het Rode Kruis archief ook is ondergebracht en het stadsarchief van Hannover. Het document dat ik voor me had liggen van de Oorlogsgravenstichting bleek de sleutel naar de oplossing te bevatten.’ Twee paar grote ogen staarden mij aan, met vraagtekens die spiegelden in de pupillen.

Vermelding van Hendrik Neuland op een metalen zuil bij de Gedenkstätte in Hannover.
‘Kijk, hier staat het. Hendrik Neuland, bauer. Met een grote streep er door heen. Met pen staat er NIJLAND bijgeschreven. En in de hoek van het formulier staat getypt: ’De naam Neuland komt niet in het bevolkingsregister of archief voor’. Zijn naam is verwisseld! Kamp Ahlem, en daarmee Gerhard, is op 10 april bevrijd door de Amerikanen. Hij moet toen al zo ziek en verzwakt zijn geweest dat hij is afgevoerd naar het ziekenhuis van Hannover, dat was een voormalig sanatorium genaamd Heidehaus. Daar heeft hij bij binnenkomst zijn naam moeten zeggen. De buitenlandse verpleger of verpleegster heeft fonetisch die naam genoteerd die Gerhard waarschijnlijk alleen nog kon fluisteren. Daar moet het zijn fout gegaan. Voor een buitenlander klinkt Neuland of Nijland bijna hetzelfde. Een paar dagen later al is Gerhard gestorven, op 15 april 1945, in vrijheid.
Toen ik dit eenmaal wist heb ik mijn zoektocht voortgezet. Ook in het dodenboek van het ziekenhuis vond ik de naam Hendrik Neuland terug, en in allerlei aktes in het stadsarchief van Hannover. Hier heb ik zijn officiële Sterbeurkunde, opnieuw Hendrik Neuland.
Ook heb ik de Gedenkstätte bezocht, het herinneringscentrum. Daar staan een tweetal metalen zuilen met de namen van alle omgekomen concentratiekampgevangenen. En opnieuw … Hendrik Neuland. Tenslotte ben ik op aanwijzing van de Oorlogsgravenstichting op de stadsbegraafplaats Seelhorst geweest. Daar ligt een Nederlands ereveld, met ontelbaar veel graven. En nu komt het, op een grote marmeren gedenkzuil staat de naam Gerhard Nijland wel correct vermeld. Je kunt daar dus zijn graf bezoeken en Gerhard zijn laatste eer bewijzen. Ik ben er recent zelf geweest, ontzettend indrukwekkend.’

Op een grote marmeren gedenkzuil in Seelhorst staat Gerhard Nijland correct vermeld.
Gerhards nicht en haar man zijn stil, hun ogen vol ongeloof. Na meer dan 75 jaar vraagtekens en ongewis moeten ze dit nieuws eerst verwerken. Na een nieuw kop koffie vertel ik verder.
‘Maar dat is nog niet alles. Via een hele andere speurtocht, naar de namen van celgenoten op De Kruisberg van deze verzetshelden kwam ik iets heel bijzonders op het spoor. Er bleek daar iemand in dezelfde cel als Gerhard te hebben gezeten, die ook in diezelfde trein naar Neuengamme is vervoerd en uiteindelijk ternauwernood de oorlog heeft overleefd. Dokter Pieron heet hij, huisarts in Dedemsvaart. Dat is degene die verklaard heeft dat hij Gerhard nog op 15 februari 1945 in Neuengamme heeft gezien. Pieron was destijds al van middelbare leeftijd en is inmiddels al lang overleden, maar ik heb zijn zoon getraceerd.
Die stuurde mij een blad met drie foto’s van mensen die hij zelf niet kende en schreef er bij dat hij het van zijn vader had gekregen. Het zijn de mannen waar hij naar was vernoemd en zijn vader had hem verteld dat die mannen een onuitwisbare indruk op hem hadden gemaakt. Geen van hen had de oorlog overleefd en uit respect en eerbetoon heeft hij zijn zoon, die in 1947 is geboren, naar deze moedige mannen vernoemd. Ook het geboortekaartje zat erbij.
Deze zoon heet voluit Johan Willen Adriaan Gerhard Pieron. En op een van de foto’s prijkte het gezicht van Gerhard. Het bleek de verlovingsfoto te zijn van hem en zijn Fine. De naam van Gerhard leeft dus nog altijd voort …’.
Nu moest ik zelf ook slikken.

In Daarlerveen wordt Gerhard Nijland geëerd met zijn eigen straat.

De verzetsman en de voetbalheld
Meer over Gerhard Nijland is te lezen in het onlangs verschenen boek De verzetsman en de voetbalheld, een waargebeurd oorlogsverhaal, geschreven door Frank Krake. Uitgeverij Achtbaan, 96 blz., € 14,99.