




• Geen buitendeel
• Klein van formaat en flexibele opstellingsmogelijkheden
• Directe CO2-, gas- en geldbesparing/Lage initiële kosten
• Werkt samen met elke cv-ketel (hybride) en onze hoogwaardige
WPV-voorraadvaten (all-electric)
• Eenvoudig te installeren en te onderhouden
• De Nederlandse warmtepomp voor Nederlandse woningen
• Kan ook koelen
Scan de QR-code of kijk op ontmoetvincent.nl
De wereld van duurzame warmte verandert snel. Intergas loopt voorop als het gaat om innovaties. Daarom vinden wij het belangrijk dat jij als installateur op de hoogte bent van de laatste ontwikkelingen en de nieuwste producten. Met ons E-learning programma kun jij waar en wanneer het jou uit komt onze gratis online trainingen volgen. Scan de QR-code en ontdek wat het online Xpert programma jou te bieden heeft!
www.intergasxpert.nl/gratis-online-training
Vincent, de nieuwe naam in warmtepompen
De inmiddels vierde generatie lucht/water-warmtepomp Vincent, die uit enkel een binnendeel bestaat, kan zowel in de bestaande bouw als de nieuwbouw worden toegepast. Vincent heeft een fors vermogen van 4,5 kW en dankzij zijn beperkte afmetingen past hij in bijna elke Nederlandse woning. Vincent is makkelijk te installeren en te onderhouden, werkt samen met elke cv-ketel en kan verwarmen, koelen én warm tapwater bereiden. Kijk voor meer informatie op: www.ontmoetvincent.nl.
18 AFGIFTESYSTEMEN
Wat gaat samen met een HT-warmtepomp?
20 KOELING EN VENTILATIE
Nieuwe energiebesparende oplossing
22 SLIMME WARMTEPOMP AI als gamechanger
34 WERKEN IN DE KOELTECHNIEK
Belangrijke zaken rondom wet- en regelgeving en veiligheid
38 DUURZAAMHEIDSTRANSITIE
28 DOUCHE WTW Plug & Play oplossing
Burgerhout loopt voorop als het gaat om innovaties op het gebied van rookgasafvoer en ventilatiesystemen. Daarom zijn we klaar voor alles wat de toekomst brengt, zoals bijvoorbeeld hybride verwarmingstechniek. Onze HybridReady producten passen naadloos binnen dit segment en verbinden moeiteloos een breed scala aan hybride verwarmingsoplossingen. Zo zorgen we voor een “green connection” met duurzaamheid als einddoel.
Voor meer informatie, lees meer op burgerhout.nl/hybridready
Wie heeft het tegenwoordig nog over cv-ketels? Het ooit zo populaire apparaat wordt nog steeds volop geplaatst maar in de (vak)media gaat het alleen nog maar over warmtepompen. Toch lijkt de rol van de cv-ketel voorlopig nog niet uitgespeeld, al zal het in de (nabije) toekomst vooral gaan om een bijrol. Want inmiddels lijkt wel duidelijk dat een hybride opstelling de voorkeur krijgt boven een all electric-oplossing, zeker als het bestaande bouw betreft. Dit betekent dat de verduurzaming stapsgewijs gaat: eerst een warmtepomp plaatsen naast de cv-ketel en pas later overschakelen op volledig all electric.
We zien ondertussen steeds innovatievere warmtepompen op de markt verschijnen. Fabrikanten richten zich daarbij vooral op efficiëntie, geluidsreductie en installatiegemak. Maar ook digitalisering pikt een graantje mee. Zo brengt Quatt een ‘slimme warmtepomp’ op de markt. Deze leert, na te zijn geïnstalleerd, eerst de lokale omstandigheden kennen. Dankzij een artificial intelligence algoritme wordt permanent berekend wat de optimale manier is om het huis te verwarmen met zo min mogelijk energie. Wie weet, gaat een dergelijke warmtepomp in de toekomst ook nog koffiezetten.
+ Nóg sneller bestellen, altijd & overal
+ Volledig assortiment onder de duim
+ Met scanfunctie sneller afrekenen in vestiging
+ Altijd alle informatie bij de hand
Vanaf nu beschikbaar
Dit is de slimme warmtepomp waar u om vroeg
Mooi, ik neem aan dat ie ook kan koffiezetten en stofzuigen? 73
Deze schoolventilatie-unit is het resultaat van ruim 5 jaar ervaring in het toepassen van decentrale schoolventilatie. De EduComfort 1000 is de eerste decentrale unit ‘in het zicht’ die voorzien kan worden van koeling én verwarming. Zo creëert u het gehele jaar een gezond binnenklimaat.
Voldoet aan Programma van Eisen Frisse Scholen klasse B
Installatiegeluid maximaal 33 dB(A)
Verwarmen en koelen in één compacte decentrale unit
Optimale luchtstroom middels hoog inducerende JET-nozzles
te komen. Met de Icecube wil Dutch Climate Systems hier invulling aan geven.
18 AFGIFTESYSTEMEN
HT-warmtepompen zijn duidelijk in opmars. Er wordt gezegd dat ze eenvoudig zijn te combineren met bestaande afgiftesystemen. Maar klopt dat wel? Volgens Jan Verdonck zijn daar de nodige vraagtekens bij te plaatsen. IZ sprak erover met de Specialist New Business van JAGA.
20 KOELING EN VENTILATIE
De noodzaak om goed te ventileren en te koelen wordt steeds duidelijker. De coronacrisis, stijgende energieprijzen en klimaatverandering dwingen de installateur om met betaalbare, energiezuinige en milieuvriendelijke oplossingen
22 SLIMME WARMTEPOMP
De wereld digitaliseert. Dat geldt ook voor de installatiebranche. Zo brengt Quatt nu een ‘slimme warmtepomp’ op de markt. Waar hebben we het dan over en waarom biedt digitalisering zoveel voordelen? IZ sprak erover met Marijn Flipse, CEO en Co-founder van Quatt en Menno Lammers van Proptech for Good.
32 EPBD III
De vraag naar alternatieven voor de hr-ketel is groter dan ooit. Het plaatsen van een (hybride) warmtepomp in een bestaande situatie vraagt om goed installatiewerk. Daarbij moet de installateur ook rekening houden met de installatie als geheel.
Uit een onderzoek van tado°, actief op het gebied van intelligent klimaatbeheer voor woningen, blijkt dat 61,1% van de huishoudens in Nederland in maart minder energie hebben verbruikt dan in de voorgaande jaren. 58,2% van de Nederlandse tado°-gebruikers zegt dat geld besparen de voornaamste reden is om hun energiegebruik te ver minderen. 24,9% wil minder afhankelijk zijn van Russisch gas en 16,9% doet het vanwege het milieu.
Het onderzoek keek naar energiebesparingen en vroeg aan 3.300 Nederlandse tado°-gebruikers (in totaal aan meer dan 15.000 Europese tado°-gebruikers) of recente gebeurtenissen invloed hebben gehad op hun persoon lijke energiegebruik. Jaarlijks wordt voor grofweg €3,7 miljard aan gas en kolen naar Nederland geïmporteerd vanuit Rusland. Een andere bron spreekt over 5 miljard kuub gas.
Sinds het begin van de oorlog in Oekraïne zoeken overheden, bedrijven en huishoudens manieren om hun afhankelijkheid van geïmporteerde energie te verminderen, met name aardgas. De resultaten van het onderzoek laten zien dat Europeanen energie-efficiëntie serieus nemen en actie ondernemen, concludeert tado°. Van alle Europese respondenten die in de poll hebben aangegeven dat ze hun energiegebruik hebben verminderd, wil 65,6% hoge energieprijzen vermijden, 18% wil minder afhankelijk zijn
van geïmporteerd gas uit Rusland en 16,4% wil energie besparen vanwege het milieu.
Volgens de EU wordt 79% van het energiegebruik van een huis gebruikt voor verwarming en warm water, wat meestal met gas gebeurt. Deze afhankelijkheid van gas voor verwarming creëert een directe link tussen recente politieke gebeurtenissen en het comfortniveau in Europese huizen. De resultaten van het onderzoek tonen aan dat Europese huishoudens in actie komen en actief proberen hun impact te verminderen.
Circulaire koudemiddelen
Daikin Applied Europe heeft onlangs zijn L∞P programma uitgebreid en gaat gecertificeerd, gerecycled R-134akoudemiddel gebruiken voor koudwatermachines/warmtepompen. De doelen van het programma zijn: het creëren van een circulaire koudemid-
deleneconomie, het bijdragen aan een naleving van het milieubeleid van Daikin Industries voor 2050 en het voorkomen van de jaarlijkse productie van nieuw koudemiddel, waaronder zowel R-134a als R-410A (totaal 400.000 kg per jaar). Met de uitbreiding bespaart de fabrikant 60% meer koudemiddel ten opzichte van 2021. Alles begint met het terugwinnen van het R-134akoudemiddel uit de HVAC systemen in gebouwen door Daikin installatiepartners. Het koudemiddel wordt teruggewonnen en daarna gerecycled, waardoor het zijn oorspronkelijke kenmerken en kwaliteit terugkrijgt. Gerecycled koudemiddel is
koudemiddelgas dat wordt teruggewonnen en opnieuw wordt verwerkt, op zo’n manier dat het dezelfde prestaties en kwaliteit als het originele koudemiddel kan leveren. Dit aspect wordt gewaarborgd door de Daikin-leveranciersprocedures en door het testen van de
levering. De levering moet voldoen aan de AHRI700vereisten (zuiverheid > 99,5%) en vervolgens wordt die bevonden als ‘even goed als het originele koudemiddel’. Het teruggewonnen R-134a-koudemiddel kan het onbeperkt worden teruggewonnen en hergebruikt.
HVAC Luchtgordijnen zijn functioneel en onzichtbaar.
Dit is één van de innovatieve oplossingen met luchtgordijnen door HVAC Nederland. Kijk voor meer informatie op de website.
HVAC levert de oplossing!
Waarom de hele ruimte verwarmen als lokale klimatisering al volstaat? Al jarenlang pleiten verschillende deskundigen voor persoonlijke klimatiseringsoplossingen. Ze hebben het tij nu mee, want door de stijgende gas- en energieprijzen komt steeds meer de focus te liggen op besparingsmogelijkheden. Toch is hun aanpak niet nieuw. Eeuwen geleden bestonden er al persoonlijke klimatiseringssystemen. Neem nu bijvoorbeeld het bekende ‘voetenstoofje’: een houten kistje, dat aan één kant open was en gaten had aan de bovenkant. In de stoof werd een test van aardewerk of metaal geplaatst, waarin gloeiende kooltjes waren gelegd. De voeten werden op de stoof geplaatst zodat die warm werden. Door een deken of kledingstuk over de benen en stoof te doen hield men de warmte vast en werden ook de onderbenen verwarmd. Deze eikenhouten voetenstoof raakte in de eerste helft van de 20e eeuw in onbruik, vertelt oud-installateur Jaap Schut. De onverwarmde variant, die voorzien was van vloerkleedstof, ging nog mee tot de jaren 70, voegt hij eraan toe. Schut heeft door de jaren heen een indrukwekkende collectie historisch gereedschap en oude installaties opgebouwd. Alles staat nu nog opgesteld in een loods, maar het plan is om uiteindelijk een museum voor installatietechniek te openen in Naaldwijk.
De eerste Refrigerant/Split-warmtepomp op de markt met R-32 voor grote capaciteiten, ter vervanging van de cv-ketel, geschikt voor renovatie- en nieuwbouwwoningen met een verwarmingsvraag van 11 tot 16 kW.
› Nog compacter
• Uniek: slechts � enkele ventilator voor de hele range (��-�� kW)
• Laag en compact buitendeel, past onder een vensterbank
› Verbeterd ontwerp
• Zwart rooster: ventilator is niet zichtbaar
• Lichtgrijze behuizing geschikt voor iedere omgeving
› Verbeterde prestaties
• Topprestaties met energielabels tot A+++
• Werkingsbereik tot -�� °C
• �� °C aanvoertemperatuur bij -� °C
• Online (spraak)bediening met de Onecta app vanaf een smartphone
De S2125-serie omvat twee zeer stille monoblock buitenunits die – dankzij verregaande optimalisatie op het gebied van geluidsreductie en rendement – uitzonderlijk goede prestaties bieden. Ze zijn zo stil dat ze conform de actuele geluidsnormen veelal zonder geluidsbeperkende maatregelen op slechts 2 meter (type 8) of 3 meter (type 12) van de erfgrens kunnen worden geplaatst! Doordat hoge (70-75 °C) cv-aanvoertemperaturen mogelijk zijn, kunnen ze vanwege hun zeer hoge rendement op lagere temperaturen uitstekend worden toegepast in nieuwbouw, maar zijn ze ook zeer geschikt voor bestaande woningen.
Ontdek de NIBE S2125 op nibenl.nl
Je kunt de krant niet openen of je ziet wel een bericht over (hybride) warmtepompen. Mensen wordt een beeld geschetst dat enorme besparingen haalbaar zijn. Maar klopt dit ook? Is deze apparatuur inderdaad zo energiezuinig? Dit kan alleen als alle delen van de installatie goed op elkaar zijn afgestemd. Warmtepomp, buffer, distributie (cvleidingen, ontgassing en vuilafscheiding) en afgifte moeten optimaal worden gedimensioneerd. Alleen een goed gedimensioneerde installatie kan zorgen voor een optimaal energieverbruik.
Kijken we naar het afgiftesysteem dan is een juiste dimensionering van radiatoren, convectoren en vloerverwarming van groot belang. Begin altijd met een warmteverliesberekening, bepaal daarna de gewenste energetische prestatie. Op basis hiervan bepaal je het temperatuurtraject en de te gebruiken leidingdiameters en regeling. Bij vloerverwarming moet je ook de legafstand en vloerafwerking in ogenschouw nemen.
Hetzelfde geldt natuurlijk als installaties hybride gemaakt worden. Welk afgiftesysteem is er aanwezig? Kiest de bewoner voor radiatoren, convectoren en/of vloerverwar-
ming? Welke verdeler kies je dan? Moet de verdeler mengen, verdelen of beide? En van welk materiaal moet deze zijn? Allemaal keuzes waar de fabrikant van het afgifte- en distributiesysteem je mee kan helpen.
Laat hen het ontwerp volledig uitwerken, zo kan er hulp worden geboden bij het vastleggen van de uitgangspunten, garanties en bij het kiezen van de verplichte naregeling per zone of per ruimte.
Heel veel keuzes die moeten worden gemaakt om uiteindelijk het optimale energieverbruik te halen bij een fantastisch comfort. Dan maken we pas stappen in het terugdringen van CO2-uitstoot. Als je dan ook nog eens kiest voor producten die in Nederland worden geproduceerd en ontwikkeld dan wordt de CO2footprint nog kleiner!
Voor 500 euro de thermostaat 2 graden lager
Er moet wel wat tegenover staan, wil de gemiddelde Nederlander de thermostaat twee graden lager zetten. Dit blijkt uit onderzoek van Zonneplan. Het energiebedrijf vroeg in samenwerking met onafhankelijk veldwerkbureau
Panel Inzicht aan 2000 Nederlanders onder welke voorwaarde zij dit zouden doen. Eén op de vijf Nederlanders geeft aan er minimaal 500 euro aan energiekosten mee te willen besparen, terwijl een kwart ook al genoegen neemt met 250 euro. Ruim één op de vijf Nederlanders geeft daarentegen aan de thermostaat onder geen beding lager te zetten.
Volgens energiespecialist
Glenn van der Linde van Zonneplan bespaart het lager zetten van de thermostaat per graad zeven procent aan gasverbruik. Twee graden lager scheelt een gemiddeld huishouden dus 168 kuub gas, wat bij de huidige gasprijs gelijkstaat aan 378 euro. Van der Linde: “Een besparing van 500 euro is dus een vrij realistisch scenario, ervan uitgaande dat er ook gezinnen zijn die nog aanzienlijk meer betalen
dan 2,25 per kuub.”
Voor 8 procent van de Nederlanders moet de besparing echter minstens 1000 euro bedragen, willen zij twee graden kouder gaan wonen. Een andere groep, 21 procent, hecht niet zozeer waarde aan de financiële besparing, zo blijkt uit het onderzoek van Zonneplan. Zij stellen als voorwaarde dat er een significante bijdrage aan het behalen van de klimaatdoelstellingen tegenover moet staan. Volgens Van der Linde is dit het geval. “Met het verbranden van een kuub gas gaat ongeveer 1,8 kilo CO2uitstoot gepaard. Twee graden lager dus 168 kuub minder scheelt dus ruim 300 kilo CO2uitstoot. Daarvoor kan een dieselauto twee keer op en neer van
Utrecht naar Parijs rijden.”
Nieuwe ISSO-partner
De internationale groothandel in infra en installatieproducten Van Walraven heeft zich aangesloten bij het netwerk van ISSOPartners. Dit netwerk van onafhankelijke bedrijven werkt samen om de kennis van professionals op een hoger niveau te brengen. Het netwerk bestaat nu uit 15 bedrijven.
Van Walraven is een familiebedrijf met 13 vestigingen in Nederland. De meer dan 60.000 producten die de groothandel biedt zijn toepasbaar in de bouw en installatietechniek, sanitair en industrie. Daarnaast heeft het bedrijf een winkel voor werkkleding en persoonlijke beschermingsmiddelen en geeft het bedrijf technisch advies.
Van Walraven heeft zich
De High Tech Campus Eindhoven heeft Unica gekozen voor het onderhoud aan de werktuigbouwkundige installaties inclusief meet- en regeltechniek op de campus. De opdracht betreft 34 gebouwen op de High Tech Campus (HTC), die een oppervlakte kent van circa één km2. Met ingang van 1 maart 2022 voert Unica conditiegestuurd onderhoud uit inclusief energie- en assetmanagement. De ambitie van de HTC is om in 2025 de meest duurzame en innovatieve campus van Europa te zijn. Bij de omvangrijke onderhoudsopdracht die het in de markt zette zocht de HTC dan ook naar een partij die met een integrale aanpak een bijdrage kan leveren aan die ambities. Met zijn netwerk van bedrijven brengt Unica gespecialiseerde disciplines bij elkaar. Onder meer de clusters Unica Energy Solutions (duurzaamheid), Unica Building Intelligence (smart buildings) en Unica Fire Safety (brandbeveiliging) zijn betrokken, evenals het Unica Innovation Center dat met ketenpartners en marktpartijen innovaties in de gebouwde omgeving initieert. De samenwerking tussen Unica en de High Tech Campus richt zich dan ook nadrukkelijk op innovatie rondom een aantal strategische doelen van de campus: Environment Friendly, Great Place to Work en Accelerate Innovations.
aangesloten als ISSO
Partner omdat zij vinden dat kennis een groot goed is binnen de gebouwde omgeving. Femke Aafjes:
“We organiseren regelmatig kennisavonden voor onze klanten over technische ontwikkelingen die zich afspelen in de markt. Voor onszelf geldt óók dat we onze kennis uptodate moeten houden. We willen
klanten bijstaan met de meest actuele kennis en kunde. De technieken ontwikkelen zich zo snel dat wij de kennis niet meer volledig zelf in huis kunnen hebben. Daarom besloten we onze armen langer te maken, en het ISSOPartner netwerk leent zich daar uitstekend voor. We hopen dat het netwerk voor ons als vraagbaak kan fungeren.”
Van levensmiddelentechnoloog naar verduurzamer. Zo zou je in een notendop het carrièrepad van Nicolaas van Everdingen kunnen omschrijven. Met zijn bedrijf Plushuis verduurzaamt hij woningen. Ook in Amersfoort waar hij recentelijk een jaren 40 huis onder handen nam.
Eigenlijk werd de kiem voor zijn huidige werk al gelegd tijdens zijn opleiding tot levensmiddelentechnoloog. “Ik ging de afvalwaterkant op en daarbij kwam veel techniek kijken. Ik verdiepte me in pompen, ventileren, verwarmen en meettechnieken. Na mijn studie ontwierp ik turn-key waterzuiveringsinstallaties. Ik heb daarvan geleerd hoe belangrijk het is om goed doordachte installaties te ontwerpen. Die ‘vibe’ heb ik altijd vastgehouden.”
Eigen bedrijf
In 2009 bouwde hij zijn eigen passieve Plushuis en dat was het begin van zijn eigen bedrijf Plushuis. Nicolaas adviseert met zijn compagnon klanten die een duurzame woning willen. Ook verzorgt hij opleidingen bij KERN. Door de jaren heen is hij overigens ook altijd zelf bezig geweest om zijn eigen vakkennis bij te spijkeren.
Integrale aanpak
De basis van zijn aanpak vormt een integrale benadering van de bouwopgave. “We kijken eerst naar de bouwkundige schil en welke installatietechnische maatregelen nodig zijn. Daarbij mikt
van Everdingen op Rc-waardes rond de 6,5 – 7. Ook let hij goed op het voorkomen van energielekken via koudebruggen en rioolontluchters.
Ieder Plushuis krijgt standaard balansventilatie. Voor de warmteopwekking is de bodemwarmtepomp zijn favoriet. Qua afgifte laat hij zich leiden door de lokale situatie en de wensen van de klant. “Vloerverwarming is een trager werkend systeem, LT-convectoren zijn voor snelle verwarming, wand- en plafondverwarming zijn mooie oplossingen als de klant zijn bestaande houten parketvloer willen behouden,” somt hij op ter indicatie.
Sanitaire technieken
Ook op het gebied van sanitaire technieken zoekt hij naar duurzame oplossingen. “Denk aan douche-WTW’s, volumestroombegrenzers en grijswatersystemen.” Zonneboilers vindt hij fraaie systemen, “maar ze vereisen veel technische kennis. Warm tapwater maken met behulp van een al aanwezige warmtepomp is makkelijker.”
Jaren 40 woning
In Amersfoort nam hij recentelijk een jaren 40 woning onder handen volgens
Met deze rubriek willen we alle vakmensen in het zonnetje zetten. Om de maand laten we staaltjes onvervalst vakwerk zien, ingezonden door onze lezers.
zijn beproefde procedé. Eerste stelde hij in een bouwteam een integraal plan op om iedereen op één lijn te krijgen. Zo voorkom je bijvoorbeeld dat het ventilatiesysteem te krap is gedimensioneerd. “De grootste beloning is uiteindelijk dat een geslaagde woning ambassadeurs creëert voor onze nieuwe projecten”, legt Van Everdingen uit.
Bouwkundige maatregelen
Het huis zelf heeft een oppervlakte van circa 160 m2. De wanden en gevels van het oude deel zijn volgeblazen met cellulose en super luchtdicht gemaakt. Ook kregen de ramen triple glas. Het nieuwbouwgedeelte is opgetrokken in houtskeletbouw met passiefhuiswaarden en met kozijnen van thermisch verduurzaamd hout. Daarnaast is de woning voorzien van overstekken en buitenzonwering.
Installatietechniek
PV-panelen met 12 kWp voorzien in de energievraag. “Elk Plushuis is Plusop-de-Meter.” Het Nilan passiefhuiscompacttoestel van 220 kg bevat een balansventilatie-unit, tapwatervat en 2 warmtepompjes. Die verwarmen en koelen het huis op een passieve wijze, dus via de luchtroute. In de keuken heeft Van Everdingen gekozen voor een afzuiging direct naast de recirculatiekap onder het kookeiland. Opmerkelijk of toch niet? Volgens de verduurzamingsexpert krijg je zo een continue afvoer van fijnstof. En het zijn juist dit soort kneepjes van het vak waarmee een expert zich onderscheidt van de rest.
Onze SAS warmtepompen zijn uitermate geschikt als hybride oplossing voor onder andere woonhuizen en utiliteit. Deze warmtepompen zijn verkrijgbaar in drie formaten en met de energie-efficiëntieklasse A++ tot A+++. Perfect voor situaties waarbij je wilt verwarmen en koelen, maar geen binnenunit kwijt kunt of wilt. Daarnaast zijn onze Hydrolution warmtepompen compact van formaat en eenvoudig toepasbaar in verschillende ruimtes.
Nneem direct contact met ons op. Wij bespreken graag de verschillende mogelijkheden.
HT-warmtepompen zijn duidelijk in opmars. Er wordt gezegd dat ze eenvoudig zijn te combineren met bestaande afgiftesystemen.
Maar klopt dat wel? Volgens Jan
Verdonck zijn daar de nodige vraagtekens bij te plaatsen. IZ
sprak erover met de Specialist
New Business van JAGA.
Verdonck volgt met grote belangstelling de ontwikkelingen in de warmtepompmarkt. JAGA verkoopt ze weliswaar zelf niet, maar wel de afgiftesystemen die eraan worden gekoppeld.
Toekomst warmtepompen
Volgens de Specialist New Business zal de warmtepomp zich op termijn stevig nestelen in de buitenstedelijke gebieden, kleine steden en dorpen. Voor de grote steden voorziet hij eerder een toekomst met warmtenetten, al dan niet gevoed met restwarmte of geothermie. Het is een geluid dat wel vaker te horen valt in de branche. Warmtepompen brengen een aantal praktische uitdagingen met zich mee, die slecht samengaan met grootstedelijke gebieden.
Denk bijvoorbeeld aan de beperkte mogelijkheden om bodemgebonden systemen aan te leggen in een historische binnenstad, of het ruimtebeslag en de geluidsproductie van buitenunits van lucht/water warmtepompen. Komt nog bij dat er een chronisch gebrek is aan vakmensen om alle systemen te installeren. Zeker aan monteurs die ook een
F-gassencertificaat op zak hebben.
HT-warmtepomp
Inmiddels is er een breed scala aan warmtepompoplossingen beschikbaar. Binnen dat spectrum zal de HT-warmtepomp zich steeds meer ontwikkelen als een aparte markt denkt Verdonck. Een hoog temperatuur (HT) warmtepomp is een lucht/water warmtepomp die uit twee delen bestaat, een binnendeel die op de plek van de cv-ketel wordt gezet en een buitendeel. Het buitendeel haalt warmte uit de buitenlucht en het binnendeel maakt warm cv-water tot wel 80˚C. Een standaard lucht/water warmtepomp maakt water cv-warm tot 55˚C.
Met een HT-warmtepomp wordt het mogelijk om via radiatoren de woning te verwarmen met water dat een temperatuur heeft tussen de 60 en 80˚C. Deze vorm van verwarming wordt normaliter toegepast voor de cv-ketel op gas, maar kan dus zo ook met een warmtepomp.
“In feite boots je de werking na van een hr-ketel”, verduidelijkt Verdonck. Dat klinkt als een ideale oplossing voor de bestaande bouw, want je ‘kan de bestaande radiatoren laten hangen’, zoals een aantal marktpartijen beweren. Maar daar blijken de nodige haken en ogen aan vast te zitten.
Innovaties
“Ja, je maakt het de consument gemakkelijk, de vraag is alleen hoe het zit met het energetisch rendement van deze oplossing”, zegt Verdonck. “Radiatoren hangen al snel een jaar of 30 in een bestaande woning. In de tussentijd hebben er tal van ontwikkelingen plaatsgevonden, waardoor het rendement en de kwaliteit van afgiftesystemen drastisch zijn verbeterd.”
Technische verbeteringen
“Denk bijvoorbeeld aan de toepassing van gelijkstroommotoren en de komst van ventilator gedreven radiatoren én convectoren. Ook ander materiaalgebruik heeft een steentje bijgedragen.
Aluminium en combinaties van aluminium en koper hebben een betere geleidbaarheid dan staal dat vroeger in zwang was. Tot slot is het inregelen makkelijker geworden. Waar je vroeger handmatig ventielen moest inregelen, met alle risico’s op fouten die daarmee gepaard gaan, gebeurt dat nu automatisch.”
Isoleren
“Waar je ook rekening mee moet houden is dat bestaande afgiftesystemen zijn afgestemd op de woning ‘van toen’. “In de tussentijd kan de eigenaar maatregelen hebben genomen, waardoor de warmtebehoefte is gedaald. Denk aan isolatie, Triple glas en naad- en kierdichting.” Wordt de consument dan geen dief van zijn eigen portemonnee als hij de oude radiatoren laat hangen en bereikt hij nog wel eenvoudig het juiste comfortniveau? Verdonck: “We weten uit gedegen onderzoek dat een nieuw afgiftesysteem zo een rendementsverschil van 20% of meer kan betekenen.”
Tot dusverre hebben we het vooral gehad over bestaande radiatoren. Maar hoe zit het met de vervanging van een cv-ketel door een HT-warmtepomp als er een vloerverwarmingssysteem in de woning ligt? Er gelden voor beide gevallen eigenlijk dezelfde randvoorwaarden. “Je moet er rekening mee houden dat het water maximaal 55°C mag zijn, anders wordt de vloer te heet en beschadig je de buizen. Je hebt een verdeler nodig die de vloerverwarming aansluit op de HT-warmtepomp, zodat het temperatuurniveau automatisch wordt aangepast”, ligt Verdonck toe. Zo op het oog is die vervangingsslag dus eenvoudig te maken, maar zeker in het laatste decennium is men echter anders gaan denken over de toepasbaarheid van trage afgiftesystemen.
Want vloerverwarming staat bekend als een systeem dat woningen voorziet van het gewenste comfort, maar wel in een traag tempo. En daar zit de bottleneck.
Want waarom zou je ruimtes die slechts korte tijd verwarmd hoeven worden, voorzien van vloerverwarming? Dat brengt A ontevreden klanten met zich mee die niet het gewenste comfort ervaren en B hun energierekening wordt er niet beter op. “Vandaar dat andere installatieconcepten nu in opmars zijn. Installatieconcepten waarin ruimtes die veelvuldig worden gebruikt vloerverwarming krijgen, denk bijvoorbeeld aan de woonkamer. En ruimtes die maar een beperkte en korte warmtevraag hebben, zoals slaapkamers, radiatoren.”, verduidelijkt Verdonck. Kortom, het is dus zinvol om bij de overstap op een HT-warmtepomp ook na te gaan of het loont om in ruimtes met een beperkte warmtevraag eventueel over te stappen op radiatoren.
Alternatieve warmtepompen Blijft over de vraag of het sowieso wel zinvol is om in bestaande woningen de cv-ketel in te wisselen voor een HT-warmtepomp. “Wij volgen het liefst de Trias Energetica. Dat betekent eerst de energiebehoefte zoveel mogelijk terugbrengen, vervolgens de aanwezige energievraag maximaal proberen in te vullen met duurzame energie en het eventuele restant zo efficiënt mogelijk met fossiele energie. De achterliggende gedachte bij de HT-warmtepomp en trouwens ook hybride warmtepomp is vaak dat een totale energetische renovatie te duur is voor de klant om in één keer door te voeren. Dus gaat hij stapsgewijs te werk. Hij vervangt eerst de cv-ketel of maakt er een hybride installatie van en gaat daarna op een natuurlijk moment (bijvoorbeeld bij een uitbouw) isoleren en het afgiftesysteem vervangen. De volgordelijkheid is eigenlijk niet in lijn met de principes van de Trias Energetica. Daar worstel ik al mee. Bovendien is het nog maar de vraag of de consument na de aanpak van de cv-ketel wel de volgende stappen zal nemen. Stel hij zit met economische tegenwind of het loont niet meer omdat hij na verloop van tijd besluit te gaan verhuizen?”
Als het kan, heeft Verdonk het liefst dat de consument gelijk op een monoblock-systeem overstapt. Die zijn eenvoudig te installeren, er is geen F-gassen certificaat voor nodig. Bovendien is het koudemiddelenvolume klein en daarmee het GWP-gehalte laag, verduidelijkt de Specialist New Business.
Binnenkort installeer ik een HTwarmtepomp bij mijn klant. Kan ik de oude radiatoren wel of niet laten hangen? Jan Verdonck geeft enkele eenvoudige tips om snel na te gaan wat de beste oplossing is. “Wil de klant van het gas af of het beste rendement? Energiegebruik is duur, dus maak een verstandige keuze. Denk in natuurlijke vervangmomenten. Naast een modern warmteafgiftesysteem zijn inregelen en ontgassing/vuilafscheiding belangrijk. Investeer in een systeem dat jarenlang plezier brengt voor de klant in plaats van teleurstellingen.”
De noodzaak om goed te ventileren en te koelen wordt steeds duidelijker. De coronacrisis, stijgende energieprijzen en klimaatverandering dwingen de installateur om met betaalbare, energiezuinige en milieuvriendelijke oplossingen te komen. Met de Icecube wil Dutch Climate Systems hier invulling aan geven.
Een warmte terugwin unit (WTW) is de meest energiezuinige manier om te ventileren en wordt dan ook voor ieder gebouw aangeraden. Als je daarnaast wilt koelen, zal er een aparte koelunit aan het systeem moeten worden toegevoegd. Dit vergroot de kosten en het aantal installaties. Er is echter ook een andere manier om te koelen, zonder dat er een extra apparaat nodig is. Dat kan namelijk via indirecte verdampingskoeling: koeling door verdamping van water aan de secundaire zijde van de lucht-lucht wisselaar. Maar dit goed doen, is niet zo gemakkelijk. Dutch Climate Systems uit Nieuwleusen (OV) heeft hun Icecube-klimaatunit zodanig ontworpen, dat deze geoptimaliseerd is voor koeling door de verdamping van water.
Met de Icecube kiest Dutch Climate Systems voor een andere aanpak dan concullega’s.
Allereerst wordt in dit nieuwe apparaat een heel specifieke vorm van indirecte verdampingskoeling gebruikt, namelijk
dauwpuntkoeling. Bij dauwpuntkoeling wordt een deel van de gekoelde lucht als verdampingslucht gebruikt. Dauwpuntkoeling is de meest geavanceerde vorm van indirecte verdampingskoeling. Met dauwpuntkoeling wordt het maximale koelvermogen uit iedere druppel water gehaald en de laagst mogelijke temperatuur. Voor deze techniek geldt dat hoe heter de lucht is, hoe groter het koelvermogen. Bij buitentemperaturen van 40°C kan met deze techniek alsnog gekoeld worden naar 24°C. Een goede bescherming tegen hittegolven dus. Op een gemiddelde zomerdag zal er gekoeld worden naar zo’n 19-21°C.
Een ander belangrijk onderscheidend punt is dat de Icecube vrijwel volledig gemaakt is van kunststof. Met kunststof is veel meer mogelijk dan met traditioneel staal. De meest voor de hand liggende voordelen zijn natuurlijk dat kunststof veel lichter is dan staal en dat het niet roest. Maar het is vooral de vormvrijheid, die gunstig uitpakt voor de Icecube. De hele vorm van het apparaat is afgestemd op het proces van dauwpuntkoeling. Dat komt onder meer tot uiting in de manier waarop het water over de secundaire zijde van
de wisselaar vloeit en ervoor zorgt dat het maximale koelvermogen uit het apparaat gehaald wordt.
Die wisselaar is overigens helemaal lucht- en waterdicht gemaakt, zonder gebruik te maken van lijm. Traditionele wisselaars zijn niet gemaakt voor indirecte verdampingskoeling. De lucht die zo’n wisselaar in gaat kan je wel besproeien met water, maar daarmee kan nooit een groot koelvermogen behaald worden. Bovendien loop je altijd het risico om de lekkages in zo’n wisselaar te verergeren, omdat water altijd effect gaat hebben op de lijmverbindingen.
Voor de productie van de Icecube wordt gebruik gemaakt van gerecycled kunststof. Het apparaat wordt aan het einde van de levensduur (ongeveer 20 jaar) weer ingenomen. Daarmee wil Dutch Climate Systems een circulair product in de markt zetten.
In een tijd waarin leveringszekerheid sterk onder druk staat, heeft Dutch Climate Systems ervoor gekozen om de Icecube in Nederland te ontwikkelen
en te laten produceren. Ook bij verdere opschaling wil men de productie in Nederland houden.
Plafondunit
De Icecube wordt geïnstalleerd als een plafondunit met geringe hoogte, waardoor je het systeem in vrijwel ieder utiliteitsgebouw kwijt kan. Overal waar men nu een WTW-unit plaatst, kan men overwegen een Icecube te plaatsen. Dan krijgt de klant naast ventilatie met warmteterugwinning gelijk ook krachtige koeling tegen de hitte. Het belang rijkste verschil bij de installatie is dat het apparaat op een waterleiding moet worden aangesloten. Deze waterleiding dient voorzien te zijn van een isolatielaag en een door de fabrikant gelever de oscillatiering. Deze ring zorgt er voor dat er geen kalkaanslag ontstaat.
Preventie
Er bestaat sowieso geen gevaar op legionella in het systeem. Het plaatsen van een terugslagklep in de waterleiding zorgt voor een stukje extra zeker heid. Het watergebruik is overigens zo efficiënt, dat een Icecube maar één of twee kuub water nodig heeft per jaar.
De Icecube bevat geen F-gassen en mag dus geïnstalleerd worden door installateurs zonder STEK-certificaat. Qua installatietijd en onderhoudswerkzaamheden is het apparaat te vergelijken met een conventionele WTW-unit zonder koeling.
Een hele andere manier waarop hetzelfde apparaat kan worden toegepast, is te vergelijken met een ventilatorconvector. In grote gebouwen zoals kantoren, ziekenhuizen en hotels, is er vaak onvoldoende koeling op bepaalde plekken in het gebouw. Door decentraal een Icecube aan de bestaande luchtkanalen te koppelen, wordt het lokale koelvermogen meer dan verdrievoudigd. Net zoals een ventilatorconvector dus, alleen wordt de koeling energiezuinig opgewekt in de plafondunit zelf.
De eerste stap bij energiebesparing bestaat uit passieve maatregelen. Om gas te besparen is het bijvoorbeeld belangrijk om een gebouw goed te isoleren en warmtelekken door kieren te voorkomen. In de winter gaat er veel energie verloren als koude ventilatielucht direct de ruimte in komt. Daarom worden er nu overal WTW-units geadviseerd. In de zomer is er dan nog risico op oververhitting. Voordat er actieve koeling wordt toegepast in een gebouw, is het verstandig om er eerst voor te zorgen dat de warmtelast van een ruimte zo veel mogelijk op een passieve manier wordt gereduceerd. De belangrijkste maatregel daarvoor is een goede zonwering, bij voorkeur een buitenzonwering.
Het energiegebruik van de Icecube ligt tussen de 45 en 100 watt voor 400 m3/h aan gekoelde en geventileerde lucht. Het koelvermogen kan oplopen tot 2 kW tijdens extreme hitte. Voorlopig zijn er alleen apparaten beschikbaar in deze vermogensrange.
In de inblaaslucht van de Icecube kan een verwarmer worden geplaatst, om ook de verwarming van het gebouw via de lucht te laten plaatsvinden. Deze verwarmer kan bijvoorbeeld worden aangesloten op een monoblockwarmtepomp op propaan. Zo voorzie je in één keer een gebouw van koeling, ventilatie en verwarming.
Veel mensen weten niet dat traditionele airconditioning de allergrootste bijdrage levert aan klimaatverandering. Dat komt door het energiegebruik (al meer dan 10% van alle elektrische energie wereldwijd gaat naar airconditioning) en doordat traditionele airconditioners broeikasgassen bevatten die altijd lekken. Nederland is nu ook heel hard op weg om een aircoland te worden, met het risico dat alle klimaat- en energiedoelstellingen niet gehaald kunnen worden. Mede daarom is er een grote behoefte aan nieuwe meer duurzame oplossingen
De wereld digitaliseert. Dat geldt ook voor de installatiebranche.
Zo brengt Quatt nu een ‘slimme warmtepomp’ op de markt. Waar hebben we het dan over en waarom biedt digitalisering zoveel voordelen? IZ sprak erover met Marijn Flipse, CEO en Co-founder van Quatt en Menno Lammers van Proptech for Good.
Marijn Flipse heeft zowel een technische als een commerciële achtergrond en dat komt hem goed van pas. Flipse studeerde aan de TU Delft en behaalde daar zijn Bachelors Degree in Mechanical Engineering, terwijl hij nog een Minor deed in Entrepreneurschip.
Opkomst hybride
De ondernemer ziet de warmtepompmarkt veranderen. “Sowieso is de vraag naar warmtepompen gigantisch gestegen. Vooral als het gaat om hybride systemen. Tegelijkertijd vindt er een digitaliseringsslag plaats. Zo wordt het bijvoorbeeld mogelijk om digitaal te gaan inregelen.”
Maar ondanks de groeiende populariteit van warmtepompen zijn er bottlenecks die een snelle ingebruikname in de woningmarkt verhinderen. Neem allereerst het gebrek aan installatiecapaciteit. Uit diverse signalen blijkt dat we duizenden monteurs tekortkomen om in een rap tempo woningen te voorzien van warmtepompen. Daarnaast wordt
het tekort aan materiaal steeds nijpender. Iedereen is inmiddels vertrouwd geraakt met de stijgende prijzen. En, ondanks alle inspanningen blijft het koppelen van installaties problematisch.
En all-electric?
Tegelijkertijd woedt er een stammenstrijd. Een, inmiddels slinkende fractie, pleit voor een directe overstap op allelectric warmtepompen. “Die blijkt in veel voorkomende gevallen onmogelijk te zijn in de bestaande bouw. Vanwege het ruimtebeslag bijvoorbeeld, klanten kunnen geen groot buffervat kwijt of ze hebben onvoldoende middelen om flankerende maatregelen door te voeren, zoals isoleren en de aanschaf van een nieuw warmteafgiftesysteem.”
Inmiddels lijkt de ‘hybride fractie’ de overhand te hebben gekregen. Die pleit voor een stapsgewijze verduurzaming. De eerste stap is om een warmtepomp te plaatsen naast de cv-ketel, waardoor het gasgebruik fors daalt. Een manier om dat te doen is met de nieuwe Quatt-warmtepomp.
Leren kennen
De Quatt-warmtepomp heeft een bijzondere aansturing, net zoals de slimme thermostaat. Na de installatie leert het systeem eerst de lokale omstandigheden kennen. Dankzij een artificial intelligence algoritme wordt permanent berekend wat de optimale manier is om je huis te verwarmen met zo min mogelijk energie. Daarbij wordt onder andere rekening gehouden met de input van de weersafhankelijke regeling en het geoptimaliseerd stookschema. De innovatie zit hem dus met name in de aansturing. Die techniek leidt tot een kostenbesparing tot ongeveer 20 procent ten opzichte van vergelijkbare hybride warmtepompen, claimt Flipse.
In een tijdperk dat bol staat van veranderingen worden vastgoedbedrijven gedwongen om te innoveren. Tijdens deze transformatie spelen digitalisering, digitalisatie en digitale transformatie een belangrijke rol. Het gaat om een transformatie waarin het oude gaat plaatsmaken voor iets nieuws met impact. Menno Lammers (www.proptechforgood.com) legt uit wat het allemaal inhoudt en hoe je ermee omgaat als installateur.
De afgelopen zeven jaar heeft ‘digitaal’ een dominantere rol gekregen in de vastgoedsector. In 2016 deed PropTech haar intrede in Nederland. PropTech, de samenvoeging van Property en Technology, zorgde voor een stormvloed aan nieuwe ontwikkelingen op het gebied van digitalisering, digitalisatie en digitale transformatie.
2016-2022
Artificiële intelligentie, Internet of Things, blockchain en digital twin deden het goed tijdens evenementen en pitches. Sinds 2020 domineren ESG, net-zero, hybride werken en de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties steeds meer de gesprekken. Was het in 2016 nog een disruptieve AI-gestuurde warmtepomp die furore maakte, in 2022 ligt het al meer in de lijn van: een systeem dat het comfort in woningen met 20% verhoogt, de CO2-footprint met 50% verlaagt en een warmtepomp die opnieuw kan worden vervaardigd. De vastgoedsector was de afgelopen zeven jaar gefocust op digitalisering (van analoog naar digitaal | 0 -> 1) en digitalisatie (digitale organisatieprocessen | 1+1 = 3). Nu draait het om het maken van impact door digitale transformatie, ofwel het benutten van het netwerkeffect (1+1 = 11).
Uitdagingen
Deze focus komt niet uit de lucht vallen, aangezien de dominerende tendensen sinds 2020 om een holistische visie vragen die de eigen organisatie overstijgt. Daarnaast staat de sector ook voor steeds grotere uitdagingen op economisch, sociaalmaatschappelijke en ecologische gebied, zoals vergrijzing, klimaatverandering, prijsinflatie en grondstoffenschaarste. Ook veranderen klantvragen en -behoeftes, worden er nieuwe wetten en regelgeving (zoals SFDR) geïntroduceerd en betreden nieuwe spelers de markt.
Impact maken
Digitale transformatie gaat niet over het implementeren van digitale oplossingen en geavanceerde technologieën. Digitale transformatie gaat over laten bloeien van alles en iedereen. Over impact maken. Zoals het creëren van naadloze klant-/ gebruikerservaringen, het bouwen van impactvolle organisaties en het positief bijdragen aan maatschappelijke vraagstukken. Digitale transformatie doe je niet in één dag en is zeker geen projectje wat je er even bij doet. De enige manier om vooruit te komen is door te leren. Erachter komen hoe je de geleerde lessen kan toepassen om massa te creëren en de impact kan vergroten.
Aan de slag
Onderweg vier je belangrijke mijlpalen van succes en wordt de (digitale) strategie van de organisatie duidelijker. Hoe pak je dat aan?
1. Digitaliseer je inter ne processen zoals de financiële administratie, het onderhouden van klantrelaties (CRM) en het bestellen van materialen.
2. Vraag aan collega’s hoe zij omgaan met dit vraagstuk en vraag of je in grote projecten mag meedraaien bij het gebruik van digitale tools.
3. Ga in gesprek met de brancheorganisatie(s) over de digitalisering van de installatiesector.
Katalysator
De term digitale transformatie legt de nadruk op transformatie door technologie buiten jouw eigen expertise. Als je het potentieel van digitale technologie begrijpt, dan weet je dat het niet zozeer gaat om een digitale transformatie, maar om een fundamentele heroverweging van het bedrijfsmodel, waarvoor digitale technologie de katalysator is.
Vrije keuze
Buiten je eigen comfortzone treden is hierbij noodzakelijk. Klantsegmenten, kanalen, partners, proposities van de organisatie en de daarbij horende kennis en vaardigheden neem je allemaal onder de loep. Sommige leiders in de vastgoedsector ervaren de digitale transformatie op de strategische agenda als ontmoedigend en borduren graag voort op het oude. Anderen zien het als uitdaging, een kans om toekomstbestendig te worden, voorop te blijven lopen en positief bij te dragen aan maatschappelijke uitdagingen. De keus is aan jou.
Installatie
De Quatt is een monoblock-warmtepomp, een monteur heeft dus geen Fgassencertificaat nodig om het systeem te installeren. “Twee monteurs moeten er tussen de 3 uur tot een werkdag voor uittrekken om het systeem gebruiksklaar te maken. Stel dat je de unit ophangt aan een gevel, dan boor je eerste de gaten om de warmtepomp op te hangen en voor het leidingwerk. Vervolgens breng je de leidingen naar de cv-ketel en laat je die leeglopen. Let erop dat je zowel de aanvoer als de retour afsluit. Breng de open verdeler en cv-stukken aan. Sluit daarna de warmtepomp en cv-leiding aan. Vul het systeem en start het op. De Quatt regelt zichzelf vervolgens grotendeels in.”
Onderhoud
De warmtepomp is vrijwel onderhoudsvrij. “Het schoonhouden van de luchttoevoer blijft een punt van aandacht uiteraard, maar verder komt er weinig bij kijken. Updates worden bijvoorbeeld automatisch uitgevoerd.”
Overstap
Het systeem is all-electric ready. Op termijn kan de cv-ketel worden ingewisseld voor een HT-warmtepomp. Zet er een buffervat bij en breng een driewegklep aan voor de warm tapwaterbereiding en je bent helemaal van het gas af.
Installatiegemak
Met de slimme regeling en de keuze voor een monoblock-variant houdt Quatt rekening met het capaciteitstekort in de branche. “Installatiegemak zal de komende jaren steeds belangrijker worden”, zegt Flipse. De fabrikant neemt daar nu al een voorschot op.
Waterstofketel
Blijft de vraag over of de waterstofketel niet een deel of grotendeels de markt gaat inpikken? “Nee, de waterstofketel is een van de meest domme manieren om huizen te verwarmen”, zegt Flipse stellig. “De productie van waterstof gaat met zo’n lage efficiencygraad en als je het rendement van het totale sys teem vergelijkt met een warmtepomp dan scoort die veel beter.”
Wat is AI? Op de website van Oracle staat een goede uitleg. Kort door de bocht heeft AI (kunstmatige intelligentie) betrekking op systemen of machines die onze eigen intelligentie nabootsen om taken uit te voeren en die zichzelf tijdens dat proces kunnen verbeteren op basis van de vergaarde informatie. Er wordt inmiddels al volop gebruik gemaakt van AI. In de meest uiteenlopende vormen. Enkele voorbeelden zijn:
- Chatbots die AI gebruiken om problemen van klanten sneller te begrijpen en gerichter antwoord te kunnen geven
- Intelligente assistenten die met behulp van AI essentiële infor matie filteren uit grote datasets met vrije tekst om de planning te verbeteren
- Aanbevelingsengines die geautomatiseerde aanbevelingen kunnen doen voor tv-programma’s op basis van het kijkgedrag van gebruikers.
AI heeft eerder betrekking op het proces van en het vermogen tot uiterst doelgericht denken en analyseren van data dan dat het om een bepaalde indeling of functie gaat. Hoewel AI misschien het beeld wekt van geavanceerd werkende, mensachtige robots die de wereld gaan overnemen, is AI niet bedoeld om mensen te vervangen. Het is juist bedoeld om de capaciteiten en bijdragen die mensen leveren sterk te verbeteren. Daarom kan AI voor bedrijven erg waardevol zijn.
Hoe is jouw kennis van warmtepompen?
Volg één van onze warmtepomptrainingen en word expert!
SCHRIJF JE NU IN!
Voor meer info of direct inschrijven ga naar www.opleidingscentrum-go.nl
Trainingen Warmtepompen:
• Warmtepompen voor niet technici
• Basistraining warmtepompen
• Warmtepompen basistraining voor aspirant ontwerpers
• Waterzijdig inregelen van afgiftesysteem warmtepompen
• Service- en onderhoudsmonteur warmtepompen en warmteboilers
• Lucht/water warmtepompen voor woningen
• Grondgebonden warmtepompen in de utiliteitsbouw
Meer informatie?
Neem contact op met Roelof Robbertsen, T. 06 - 53 71 61 75
Welk schoolbestuur wil dat nou niet: een frisse school? De afgelopen jaren hebben scholen in het basis- en voortgezet onderwijs aan den lijve ondervonden wat het belang van een fris en gezond binnenmilieu is. Wanneer dat dan ook nog eens gecombineerd kan worden met een lager energieverbruik dan snijdt het mes aan meerdere kanten. Al meer dan tien jaar biedt Alklima hiervoor het Frisse Scholen concept. Het concept wordt toegepast voor Lyceum Het Noordik in Almelo. We spraken met alle betrokken partijen.
Een Frisse School is een schoolgebouw met een laag energieverbruik en een gezond binnenmilieu – een omgeving waarin leerlingen optimaal kunnen presteren. Goede ventilatie en schone lucht zijn daarvoor onontbeerlijk. Maar hoe combineer je ventilatie en schone lucht met een gering energieverbruik? Dat kan bijvoorbeeld door op een slimme manier warmte terug te winnen en te hergebruiken voor de ventilatielucht. Aan tafel zitten de partijen die een gezond binnenmilieu en een gering energieverbruik voor Het Noordik wisten te
realiseren: TIZ Klimaat- & koudetechniek, Engberink Technische Installaties, Dion Vastgoed Support en Alklima.
Renovatie en nieuwbouw
Het Frisse Scholen project maakt deel uit van een grootscheepse makeover van de scholengemeenschap. Marku Bouw kreeg de opdracht om het schoolgebouw uit 1960 aan te passen aan de eisen van deze tijd. Daarbij worden renovatie en nieuwbouw gecombineerd: de uitstraling van de gevels wordt aangepakt, de verouderde gymlokalen zijn gesloopt en herbouwd en de inrichting van het gebouw is afgestemd op de onderwijskundige visie van Het Noordik Maatwerk dus, want dat vereist het moderne onderwijs.
Bij dat moderne onderwijs past ook een gezond binnenmilieu. Toen de ventilatie en het klimaat in de nieuwbouw en het gerenoveerde schoolpand ter sprake kwamen, benaderde Marku Bouw en Dion Vastgoed Support hiervoor Engberink Technische Installaties. Al in een vroeg stadium ging het bedrijf met TIZ
Klimaat- & koudetechniek om tafel om te zoeken naar een oplossing die op technisch en financieel vlak uit kwam. Hierin zijn veel verschillende concepten en configuraties doorgerekend. Uiteindelijk bleek pas de 13e aanbieding in het gehele plaatje te passen. Het werd het Frisse Scholen concept waar TIZ Klimaat- & koudetechniek, Engberink Technische Installaties en Alklima hun schouders onder zetten. Het concept omvat voor klaslokalen en gymzalen een aparte oplossing.
Hessel Loohuis van Engberink Technische Installaties hierover: “Voor de klaslokalen werd gekozen voor een combinatie van het Mitsubishi Electric VRF-systeem en het Lossnay ventilatiesysteem. Het VRF-systeem wordt gebruikt voor de verwarming en koeling van de klaslokalen. Het systeem biedt per klaslokaal een koel- en verwarmingsfunctie met energie-uitwisseling en klimaat- en comfortregeling.” Voor de eerste en tweede verdieping van het
schoolgebouw wordt gebruik gemaakt van afzonderlijk VRF-systemen. De verdeling van warmte en koude vindt in de lokalen plaats via kanaalunits en vier inblaasroosters.
Nico Beldman van TIZ Klimaat- & koudetechniek vult aan: “Om de klaslokalen te kunnen ventileren, wordt het VRF-systeem in ieder lokaal gecombineerd met een Lossnay-unit.” Het principe daarachter is even slim als eenvoudig: de luchtstromen uit de toevoeren afvoerventilator kruisen elkaar in een kruisstroomwisselaar. Deze bestaat uit fijne papieren kanalen. Door het gebruik van papier als scheiding tussen de luchtstromen, wordt er op zeer efficiënte manier warmte uitgewisseld. Omdat de koudere verse buitenlucht in de wisselaar de warme afgevoerde
lucht passeert, wordt een deel van de warmte overgedragen aan de koudere stroom. De verse toevoerlucht komt zo voorbehandeld of voorverwarmd in het klaslokaal. Dankzij de papieren membranen, wordt ook het vocht uit de afgevoerde lucht overgedragen aan de toegevoerde lucht. Dat zorgt niet alleen voor een zeer efficiënte warmteterugwinning, maar ook voor een optimale terugwinning van vocht. Zo kan uitgerekend tijdens de winter droge lucht in de klaslokalen worden voor¬komen.
De Lossnay ventilatie-units zijn energiezuinig en voldoen aan hoge eisen op het gebied van energiezuinigheid. Hierdoor blijft het energieverlies tijdens het ventileren tot een minimum beperkt. Het standaardtoerental van zowel de luchtaanvoer als de luchtafvoer kan flexibel worden aangepast. Tussen de 25% en 100% kan het debiet worden aangepast in stappen van 1%, zodat het gewenste debiet exact kan worden bereikt. Het debiet van de Lossnayunits kan ook automatisch worden aangepast op basis van signalen van regelaars, zoals luchtvochtigheid- en CO2-sensoren; ideaal voor klaslokalen waar grote hoeveelheden leerlingen samenkomen.
Voor de nieuw gebouwde gymzalen stelde het bouwteam de Ecodan warmtepompen van Mitsubishi Electric voor. “Deze verwarmen via plafondunits niet alleen de sporthallen maar worden ook ingezet voor de vloerverwarming in de kleedruimten. De bijbehorende luchtbehandelingskasten staan binnen opgesteld in een speciaal hiervoor gereserveerde ruimte”, aldus Hans Zwoferink van TIZ Klimaat- & koudetechniek.
Wanneer de partners gevraagd wordt naar de onderlinge samenwerking bij dit project, wordt unaniem positief gereageerd. Hans Zwoferink: “Het gaat bij dit soort samenwerking niet alleen om de systemen, maar juist om de mensen daarachter. Heeft een monteur direct hulp nodig, dan moet hij daar ook op kunnen rekenen. Het probleemoplossend vermogen is zeer groot en de service en kwaliteit zijn bij Alklima gegarandeerd. Niet voor niets werken wij al meer dan 25 jaar met het bedrijf samen.”
De vraag naar douche-WTW’s neemt toe. Tot voor kort was het echter problematisch om er eentje te installeren in een bestaande badkamer. Met de Flatmate brengt Sanura daarin verandering, aldus de fabrikant. IZ sprak
met Co-Founder Bart Bergmans.
“Douche-WTW’s bleven lang ‘buiten het zicht’. Jarenlang was men vooral bezig om nieuwbouwwoningen en bestaande woningen goed te isoleren om zo de thermische energievraag terug te dringen. Nu de schil beter op orde is, begint men zich echter te realiseren dat er ook veel warmte verloren gaat via het riool. In een nieuwbouwwoning ligt dat al snel rond de 50%. Met een doucheWTW heb je een relatief goedkope oplossing om daar iets aan te doen.”
“Per dag gebruiken we ongeveer 50 l water per persoon om te douchen. Dat komt voor een gemiddeld huishouden met 2,14 personen neer op ongeveer 210 kuub gas per jaar om douchewater op te warmen in de bestaande bouw. Pak ‘m beet zo’n 20% van het gasgebruik.”
Met een douche-WTW zijn rendementen te behalen die lopen in de tientallen procenten. “Als je de NTA 8800 als uitgangspunt hanteert, hebben we het theoretisch gezien over grofweg 30 – 50% rendement bij een horizontale douche-WTW en 60 – 70% met een verticale douche-WTW”, vertelt Bergmans.
Typen douche-WTW’s
Een douchepijp-WTW is een, veelal, koperen verticale buis die in de verdie ping onder de badkamer in de muur wordt geïnstalleerd. Aan de binnenkant stroomt het gebruikte, water naar beneden. De warmte wordt via een warmtewisselaar afgegeven aan het koude water dat naar boven stroomt. Een douchegoot-WTW wordt in de douchevloer geïntegreerd en bestaat uit een aantal koperen buizen boven elkaar, waar het douchewater overheen stroomt.
In een nieuwbouwwoning zijn beide oplossingen eenvoudig te installeren. Bestaande bouw is een ander verhaal.
“Er komt hak- en breekwerk bij kijken wat al snel een belemmering kan vormen”, vertelt Bergmans. Vandaar dat Sanura een nieuwe oplossing bedacht: een Plug & Play douche-WTW.
De Flatmate is een los apparaat, dat boven op de douchevloer wordt geplaatst. Het gebruikte douchewater stroomt over de bovenplaat via een sleuf naar de onderbak. Beide zijn van ABS. In de onderbak wordt de warmte via een koperen buis afgegeven aan het koude drinkwater dat naar de douchekraan stroomt. Het afgekoelde douchewater stroomt uit de warmtewisselaar en wordt via de bestaande douchegoot of doucheput afgevoerd naar de riolering.
De installateur hoeft de facto alleen maar de koppelstukken van de dubbele flexibele slang tussen de muur en de douchekraan aan te brengen. “En daarvoor heeft hij alleen een bahco nodig”, vertelt Bergmans. “Voor de installatie van het systeem hoeft hij slechts 20 minuten uit te trekken.”
De Flatmate is zowel met gewone als thermostatische mengkranen te combineren. Zolang het maar een opbouwkraan betreft. Qua onderhoud ben je snel klaar. “Wij adviseren om de week de bovenplaat weg te halen en schoon te spoelen met de handdouche en vervolgens de onderbak, douchevloer en het putje te reinigen. Aangezien het systeem opgetild moet worden tijdens het schoonmaken, is de Flatmate niet echt een oplossing voor ouderen”.
Het systeem werd vorig jaar op de markt gebracht. Inmiddels ontwikkelt Sanura een andere versie, die al geïntegreerd is in de douchebak en via een koof wordt aangesloten op de mengkraan.
En dat gebeurt niet zonder reden. De vooruitzichten zijn gunstig. “De vraag naar en het aantal aanbieders van douche-WTW’s zal alleen maar toenemen. Dat leidt tot schaalvergroting en dalende prijzen. Bovendien verwachten we dat douchewarmteterugwinning ook in meer subsidieregelingen wordt opgenomen.” Kortom, er wacht een gouden toekomst voor deze duurzame oplossing
Presteert ook onder druk: de terugstuwpompinstallatie Pumpfix F.
Terugstuwpompinstallatie Pumpfix F
Motorisch afsluitsysteem met geïntegreerde afvoerpomp.
Stekkerklare Comfort besturingskasten met zelfdiagnose en display. Kan in waterdicht beton worden ingebouwd.
Een vloeiende en moeiteloze installatie kan nu zonder urenlang in je gereedschapskoffer te moeten zoeken. Dankzij de kleurcoderingen op de persbekken en fittingen is de juiste combinatie direct duidelijk. Meer dan twee persbekken heb je niet nodig om alle leidingdiameters – van 16 tot en met 75 mm – op de bouwplaats veilig te verwerken. Eenvoud direct vanaf de start: dit is de toekomst van installeren. Slim Bekeken!
Ik heb in mijn vorige column iedereen gezondheid en geluk gewenst. Dat is mij ook veel toegewenst, de praktijk bleek echter anders. Inmiddels heb ik drie operaties achter de rug en ben ik ongewild 15 kilo gewicht kwijt. Maar het zonnetje schijnt en we gaan er onverminderd positief tegenaan.
Toch is dat niet eens zo eenvoudig. Weliswaar lijkt de coronacrisis definitief voorbij maar deze heeft wel flinke sporen nagelaten. De levensmiddelen zijn ca. 20 % duurder geworden en in alle bedrijfstakken is er een gebrek aan personeel, om maar wat te noemen. Door de oorlog in Oekraïne zijn ook de brandstofprijzen nog eens omhoog geschoten; het autorijden, het verwarmen en verlichten van woning en bedrijf… voor velen wordt de kostenpost inmiddels te hoog. Materialen worden bovendien schaars. Zo zijn levertijden van drie en meer maanden op artikelen niet eens vreemd meer en schieten hierdoor ook deze prijzen omhoog. Menig installateur zal ervaren dat bij offertes die opdracht geworden zijn, het zout uit de pap is.
De winstmarges zijn door de stijgende materiaal- en loonkosten flink gereduceerd, en zelfs tot onder de nul gekomen. Deze ontwikkeling zal op de lange termijn ook zijn weerslag hebben. En zo gaat het maar door. Kortom, een valse start. De vraag is: waar gaat dit allemaal naar toe?
Maar, het zonnetje schijnt. Ik blijf positief. Het heeft geen zin om bij de pakken neer te gaan zitten. Valse start of niet.
[Twee generaties installateurs, vader Dick en zoon Tim Visser, schrijven om beurten een column op persoonlijke titel]
installatietijd en dus geld besparen? werk met Push snelkoppelingen
COMAP biedt met zijn MultiSkin-gamma meerdere meerlagenoplossingen voor toepassingen in watercircuits. De MultiSkin koppelingen en meerlagenbuizen voor watercircuits zijn bijzonder geschikt voor alle sanitaire en verwarmingsinstallaties, zowel nieuwbouw als renovatie.
De vraag naar alternatieven voor de Hr-ketel is groter dan ooit. Het plaatsen van een (hybride) warmtepomp in een bestaande situatie vraagt om goed installatiewerk.
Daarbij moet de installateur ook rekening houden met de installatie als geheel.
Sinds begin 2020 gelden er nieuwe wettelijke eisen voor onderhoud, verbouw en de nieuwe aanleg van installaties voor verwarming, koeling, tapwater, ventilatie en (bij utiliteit) verlichting. Aan de reacties uit de markt te horen, zijn deze nog nauwelijks bekend. Wat er wel bekend is, berust regelmatig op misverstanden en foutieve interpretaties. We zoomen in op de eisen voor individuele warmtepompen.
Richtlijn
Vanaf 10 maart 2020 staan in het Bouwbesluit - artikel 6.55 en 6.55a om precies te zijn - nieuwe wettelijke eisen voor veel voorkomende installaties. De eisen komen uit de Europese richtlijn EPBD-III, waarin bijvoorbeeld ook de keuringsverplichting voor grote installaties is geregeld. Deze nieuwe eisen gelden ook voor woningbouw en kleine utiliteit waarop de keuringseisen niet van toepassing zijn. Bijzonder is dat de eisen ook van toepassing zijn op bestaande installaties.
In de markt circuleert een aantal misverstanden over de eisen. Deze hebben deels betrekking op warmtepompen. Hieronder een overzicht:
• Elektrische verwarming
Directe elektrische verwarming (ofwel: met een COP van 1) is alleen toegestaan met losse zelfstandige toestellen. Een oplossing met een ‘elektrische ketel’ is hiermee praktisch verboden. Dat geldt zowel voor nieuwbouw als bij vervanging van het opwekkingstoestel. Een warmtepomp valt hier niet onder. Ook een hybride oplossing van warmtepomp met een elektrische ‘piek’-ketel zal waarschijnlijk voldoen.
• Regeling per ruimte
Regeling per ruimte of zone is een eis voor zowel verwarmings- als koelbedrijf van een warmtepomp. Een ‘masterslave’-regeling is voor de wet afdoende. Met een ander type regeling is meer comfort en een lager energiegebruik mogelijk. Verschillende opdrachtgevers en garantie-instituten eisen daarom een meer geavanceerde regeling. Dat geldt voor een project dan alsnog als een verplichting.
• Ventilatie met CO2-sensoren
Toepassing van CO2-sensoren voor de regeling van ventilatie kan een belangrijke bijdrage leveren aan een energiezuinig en gezond binnenklimaat. Toepassing is niet verplicht, al lijkt dat
wel te staan in de toelichting van het Bouwbesluit.
Ventilatie Plus
Ventilatiesystemen waarin de lucht aanvullend wordt verwarmd of gekoeld, vallen niet automatisch onder de eisen voor ‘verwarming’ of ‘koeling’. Het gaat om de capaciteit. Is de capaciteit gebaseerd op de benodigde ventilatie, dan is het een ventilatiesysteem, ook als de ventilatielucht wordt na-verwarmd of na-gekoeld. Dan is een regeling per ruimte niet verplicht.
Bestaande installaties
Werkzaamheden die de installateur ziet als onderhoud en beheer, zijn voor het Bouwbesluit al snel ’verbouw’. Het maakt daarbij niet uit of er al of niet een bouwvergunning nodig is. Ook bij vergunningsvrije werkzaamheden zijn de verbouwvoorschriften van toepassing. In het schema wordt dit in beeld gebracht.
Dat de eisen nog weinig bekend zijn in de sector, komt waarschijnlijk omdat de term ‘installatie’ in de tekst ont-
breekt. Het Bouwbesluit spreekt over ‘technische bouwsystemen’. Dat lijkt een kwestie van definitie, maar er zijn verschillen. Een technisch bouwsysteem is opgebouwd uit verschillende componenten: warmtepomp, leidingsysteem en afgiftesysteem. Bij een toestel zijn alle functies verenigd en is het zelfstandig toepasbaar, zoals bij infraroodpanelen of elektrische radiatoren het geval is. Dan zijn de eisen niet van toepassing. Daarvoor gelden wel de Ecodesign-eisen, maar dat is een zaak van de fabrikant.
Eisen
De eisen voor technische bouwsystemen betreffen:
• eisen aan het systeemrendement (‘waarde van de energieprestatie’);
• eisen voor het dimensioneren, installeren en inregelen;
• eisen aan het door de gebruiker kunnen regelen van temperatuur per kamer/zone.
De eis aan het systeemrendement wordt uitgedrukt in het nieuwe begrip ‘waarde van de energieprestatie’. De rekenregels staan in de bouwregelgeving en er is een digitale rekentool beschikbaar op de site van RVO. Voor warmtepompen speelt de eis geen rol in de praktijk; er wordt altijd ruimschoots voldaan bij zowel verwarming, koeling als tapwaterbereiding. Dat is anders voor elektrische verwarming met een COP van 1. Dat is met deze eis praktisch verboden, behalve voor toestellen met een eigen aansluiting en thermostaat, zoals infrarood-panelen.
Met de eisen aan ‘adequaat’ ontwerpen en installeren is er een wettelijke basis voor goed en deugdelijk werk. Op de site van RVO staat een rapport met verschillende uitgewerkte voorbeelden en beslisschema’s. Met hulp daarvan kan de installateur eenvoudig bepalen wat van toepassing is. Voor nieuwbouw ligt het voor de hand: de installatie moet instelbaar zijn en ingesteld en geregeld worden, gericht op een zo laag mogelijk energiegebruik. Voor verwarming betekent het bijvoorbeeld een zo laag mogelijke aanvoertemperatuur, passend bij het afgiftesysteem in die specifieke situatie. Het betekent ook dat inregelvoorzieningen verplicht zijn voor verwarming en koeling.
Bij onderhoud en vervanging ligt het minder eenvoudig. De eisen zijn in elk geval van toepassing bij de plaatsing van een warmtepomp als vervanger
Wanneer is de EPBD III van toepassing?
voor de gasketel of als hybride. Dan geldt dat ook de bestaande afgifteinstallatie ingeregeld moet worden, dat de warmtepomp ingesteld wordt voor de laagst mogelijke gebruikstemperatuur en dat koeling en verwarming per ruimte instelbaar is voor de gebruiker. Maar bij een bestaande installatie spelen ook de meerkosten een rol, bijvoorbeeld als er nog geen inregelvoorzieningen zijn.
Zijn de meerkosten meer dan 20% van de oorspronkelijke ingreep, dan is aanpassing niet verplicht. Bij de plaatsing van een warmtepomp zal het vaak verplicht zijn om de bestaande binneninstallatie aan te passen om inregelen en regelen per ruimte mogelijk te maken
Auteurs: Loe Daems, adviseur installatietechniek en Harm Valk, senior-adviseur Nieman Raadgevende Ingenieurs
De lente is aangebroken en het wordt eindelijk weer wat warmer en zonniger. Als de trend van de afgelopen jaren doorzet, wordt het ook dit jaar een hete zomer. Met de stijging van de temperatuur in Nederland stijgt ook het aantal geïnstalleerde split-unit airco’s. Dat was de afgelopen jaren duidelijk zichtbaar, met een stijging van gemiddeld 50% per jaar. Als gevolg van hoge gasprijzen en keuzes ten aanzien van het klimaat, worden woningen steeds vaker verwarmd met een (hybride) warmtepomp. Kortom, of het nu gaat om koelen of verwarmen of allebei, koeltechniek is in opmars. Een goede gelegenheid voor NVKL, de vereniging van koeltechnische bedrijven, om een aantal zaken op een rijtje te zetten over het werken in de koeltechniek.
De meeste koudemiddelen die worden gebruikt in huidige airco’s en warmtepompen – vooral voor toepassingen in woningen – zijn gefluoreerde broeikasgassen, ook wel f-gassen genoemd (of vroeger: ‘Freon’). Deze stoffen zijn goed toepasbare koudemiddelen, maar het zijn ook broeikasgassen die een bijdrage leveren aan de opwarming van de aarde. Hoe groot deze bijdrage is, wordt weergegeven met het GWP (Global Warming Potential)-getal. R32 bijvoorbeeld heeft een GWP van 675. Dat betekent dat 1 kg R32 hetzelfde effect heeft op de opwarming van de aarde als 675 kg CO2, of met andere woorden: 1 kg R32 is gelijk aan 675 kg CO2-equivalent.
Wetgeving
Voor deze f-gassen is er Europese
wetgeving die bekend staat als de fgassenverordening. Het doel van deze verordening is het zo klein mogelijk houden van de opwarming van de aarde als gevolg van het vrijkomen van f-gassen in de lucht. Een belangrijke regel is het verplicht maken van f-gascertificering voor personen én bedrijven. Een airco of warmtepomp gevuld met f-gassen mag alleen worden geïnstalleerd door een monteur met persoonscertificering, die werkt voor een bedrijf met bedrijfscertificering. Zo is de kans kleiner dat er tijdens de installatie of onderhoud f-gassen vrijkomen. In de zomer wordt hier vaak door de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en de regionale omgevingsdiensten extra op gecontroleerd. Andere regels in de verordening zijn periodieke lekcontroles en het bijhouden van een logboek, hoewel die gelden vanaf een inhoud van 5 ton CO2-equivalent (7,4 kg in het geval van R32). Bedrijven die met fgassen werken moeten het gebruik van deze gassen bijhouden en registreren, zodat kan worden nagegaan hoeveel f-gassen per ongeluk toch is gelekt, en of lekcontroles en onderhoud zijn uitgevoerd. Tenslotte wordt de hoeveelheid (ook wel quotum genoemd) f-gassen die op de markt wordt gebracht elke paar jaar teruggeschaald.
De nieuwere f-gassen met een lager GWP zijn meestal mild brandbaar en daarom ingedeeld in cat. A2L: lage giftigheid en mild brandbaar. Propaan (geen f-gas maar een koolwaterstof) wordt ook steeds vaker gebruikt en is ingedeeld in cat. A3: lage giftigheid, zeer brandbaar. Naast airco’s worden er steeds meer warmtepompen geïnstalleerd en wordt er meer met koudemiddel gewerkt, ook met brandbare koudemiddelen. Dat brengt veiligheidsrisico’s met zich mee. Daarom komen er in de nieuwe versie van de f-gassenverordening (vanaf 2024) ook regels over het werken met alternatieven voor f-gassen, zoals brandbare koudemiddelen, maar ook CO2 en ammoniak. Dit zodat er milieuvriendelijk én veilig
wordt gewerkt.
Om de risico’s zo klein mogelijk te houden, is het belangrijk om ontstekingsbronnen zoals vonken te voorkomen en dat er altijd een brandblusser beschikbaar is. Zorg er ook voor dat de gereedschappen en persoonlijke beschermingsmiddelen die de monteurs gebruiken geschikt zijn voor brandbare koudemiddelen, dat er voldoende ventilatie is, en dat de monteur een gasdetector gebruikt om de lucht in het werkgebied te controleren.
ACK/ACB
Monteurs die aan installaties werken met meer dan 5 kg propaan, 10 kg CO2 of 10 kg ammoniak, zijn nu al verplicht om een vakbekwaamheidscertificaat te halen. Dat kan door een ACK-opleiding te volgen. Na de zomer verandert de naam ACK (Ammoniak, CO2, Koolwaterstoffen) in ACB, omdat dan niet alleen koolwaterstoffen zoals propaan eronder vallen, maar ook andere brandbare koudemiddelen, zoals R32.
PED
Een ander punt van aandacht is de drukveiligheid. De veiligheidseisen aan drukapparatuur en samenstellen, zoals warmtepompen en airco’s, staan in de Europese PED-wet (Pressure Equipment Directive, in het Nederlands: Richtlijn
NVKL
Drukapparatuur). Afhankelijk van de ontwerpdruk, de grootte van de installatie en de stofgroep van het koudemiddel, valt de installatie in één van de vijf ‘veiligheidscategorieën’: ‘Artikel 4.3’ (goed vakmanschap), categorie I, II, III of IV. Bijna alle brandbare koudemiddelen vallen in stofgroep 1 (gevaarlijke stoffen). Dit betekent dat een installatie die brandbare koudemiddelen bevat bij een vrij kleine koudemiddelvulling al in PED cat. II terecht komt.
Voor installaties in categorie II, III en IV is een CE-markering verplicht met het identificatienummer van de keuringsinstantie die toezicht heeft gehouden bij ontwerp, fabricage en eindcontrole. Installaties in cat. I hebben volgens de regels van de PED óók een CE-markering, maar dan zonder identificatienummer. In deze categorie verklaart alleen de fabrikant/installateur dat de installatie is ontworpen en gemaakt volgens de eisen van de PED.
CE-markering geldt niet voor installaties die vallen onder artikel 4 lid 3 (‘goed vakmanschap’) van de PED. Hiervoor geldt dat ze ontworpen en geproduceerd moeten zijn “volgens regels van goed vakmanschap”. Installaties in cat. III en IV worden ook gekeurd voordat ze in gebruik worden genomen, daarna worden ze periodiek gekeurd (elke 4-6 jaar)
NVKL is de branchevereniging voor onder nemingen op het gebied van koudetechniek en luchtbehandeling. vereniging staat klaar met advies en informatie over wetgeving zoals de f-gassenverordening en de PED, maar ook over bedrijfsvoering, opleiding, personeelszaken, marktinformatie etc. NVKL-leden zijn specialisten in koude- en klimaattechniek en staan voor kwaliteit, duurzaamheid en professionaliteit. Onder de NVKL-leden bevinden zich leveranciers, installateurs en aanverwante bedrijven uit de branches koude- en klimaattechniek. Meer informatie over de NVKL en lidmaatschap vindt u op nvkl.nl.
Zitten onze specialisten voor jou klaar met deskundig advies. Maar dat niet alleen, wij helpen jou ook met calculaties en berekeningen. Als het nodig is verzorgen wij zelfs voor jou de inbedrijfstelling van de airco-installatie.
Blijf op de hoogte over alles rond het duurzaam verkoelen van een woning en de laatste ontwikkelingen in jouw vakgebied. Met al jouw kennis voorzie jij jouw klant van een goed en gedegen advies.
Wij hebben een uitgebreid en breed assortiment. Bij ons vind je alles voor airconditioning en pv. Niet alleen de apparaten maar ook alle toebehoren en gereedschappen.
Met VSK 2022 vers in het geheugen zijn we er nóg meer van doordrongen dat de installatiebranche midden in een duurzaamheidstransitie staat. Je vakkennis
up-to-date houden is belangrijker dan ooit, bijvoorbeeld over het
installeren van zonne-energiesystemen en energieopslag.
Er zijn zeer veel zaken die je je kunt afvragen voor en tijdens de installatie van een zonne-energiesysteem. Want in welke situatie installeer je wel een aardlekschakelaar en wanneer niet? Welke materialen zijn nodig voor de integratie, wat is de kwaliteit van connectoren, welke eisen stellen verzekeraars of certificeringsregelingen? En wanneer is het beter om de invoeding van een PV-systeem aan de andere kant van de hoofdschakelaar te plaatsen? En dan hebben we het nog niet eens over zonnewarmtesystemen, waar weer heel andere inpassingsproblemen spelen.
De ontwikkelingen in het vakgebied gaan erg snel. Deze zomer komt ISSO daarom met een nieuwe editie van het Handboek Zonne-energie, de vierde uitgave. De inhoud van deze vierde editie is voor meer dan 20% aangepast, mede onder invloed van de nieuwe NEN1010 en de NEN7250 en diverse technische ontwikkelingen. Deze normen hebben redelijk veel invloed op de kennis die je nodig hebt om zonne-energiesystemen veilig en vakbekwaam te kunnen installeren. De editie die deze zomer ver-
schijnt is op veel plaatsen aangepast, ook waar het gaat om de bouwkundige integratie van pv-systemen.
“Door de komst van de vernieuwde NEN7250 hebben die bouwkundige aspecten een belangrijke basis in de normen gekregen”, vertelt André Derksen, projectcoördinator voor het Handboek Zonne-energie bij ISSO. “Dat wilden we dan ook goed weergeven in het handboek. Brandveiligheid is bijvoorbeeld een onderwerp dat in deze uitgave flink meer aandacht kreeg. Het is ook een onderwerp dat in de markt - bijvoorbeeld bij verzekeraars - veel attentiewaarde heeft. We zijn daarom blij dat iemand namens het Verbond van Verzekeraars als lid van de Kontaktgroep input leverde en heeft meegelezen.”
Aangepast op NEN1010
Ook de NEN1010:2021, die wel is vernieuwd maar nog niet officieel is aangewezen, is waar mogelijk al in het Handboek Zonne-energie verwerkt.
Derksen: “We hebben de teksten zoveel mogelijk met de normen en regels in lijn gebracht. Zeker op gebieden als gelijkstroom en decentrale opwekking
bevat de vernieuwde NEN1010 belangrijke informatie die we graag in het handboek wilden opnemen.” Ook bevat het boek basisinformatie over smart grids. Bovendien verschijnt tegelijk met het handboek de Handreiking Energieopslag, die als bijlage wordt meegeleverd (zie kader).
Aandacht voor zonnewarmte
Wat ook meer aandacht kreeg in het vernieuwde handboek Zonne-energie zijn de systemen voor zonnewarmte. Veel van die informatie dateerde nog uit de eerste editie, die in 2012 verscheen. “Ook in dit deel van ons vak zijn de ontwikkelingen snel gegaan”, zegt André Derksen. “Opslag van warmte staat in een groeiende belangstelling door de verduurzaming van ons vastgoed. Zeker met de huidige gasprijzen, de beschikbare ISDE-subsidie en de aandacht voor aardgasvrije wijken. En dat is te merken in de markt. Met ons handboek bieden we die markt de helpende hand. Holland Solar ontwikkelt bijvoorbeeld een nieuwe cursus voor zonnewarmteinstallateurs en wil daarbij ons handboek als basis gebruiken.”
Voorbeelden ter inspiratie
Volgens Derksen vervult het handboek
ook een belangrijke rol als inspiratiebron. “Wij laten in de bijlage voorbeelden zien van zogeheten ‘building integrated pv’ en systemen waarbij panelen (PVT) zowel voor elektriciteit als warmte worden gebruikt. Hiermee hopen we de lezers aan het denken te zetten en hen te inspireren. Zo tonen we bijvoorbeeld de toepassing van semi-transparante pv-panelen als afdekking van een veld met fruitstruiken of een parkeerplaats die met pv-panelen is overdekt. Dit zijn nu nog maatwerkoplossingen. We hopen en verwachten echter dat dergelijke oplossingen steeds vaker en ook steeds meer als standaardoplossing zullen worden aangeboden. Die rol kan het nieuwe Handboek Zonne-energie dus ook vervullen.”
Het Handboek Zonne-energie is naar verwachting in augustus 2022 verkrijgbaar via open.isso.nl.
Het is nog geen volwaardige publicatie met alle noodzakelijke kennis, maar de nieuwe, gratis verkrijgbare Handreiking Energieopslag geeft wel de nodige praktische tips.
“We hebben hem in opdracht van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) samengesteld”, vertelt Henry Lootens, specialist elektrotechniek bij ISSO. “Het is feitelijk een bijlage bij het vernieuwde Handboek Zonneenergie, maar de Handreiking zal ook apart via ISSO Open beschikbaar zijn.”
Vorm van opslag
“Bij energieopslag in combinatie met zonnepanelen denken veel mensen vaak direct aan het installeren van batterijen, maar eigenlijk moet je eerst aan andere maatregelen denken, voordat je een vorm van opslag overweegt”, vindt Lootens. “Vandaar dat we in de Handreiking ook tips geven en aandacht besteden aan zaken als oost/west-opstelling van zonnepanelen, het installeren van meer panelen op een omvormer dan het piekvermogen dat die omvormer kan verwerken. Dat zijn allemaal manieren om ons energiesysteem efficiënter in te richten. Uiteindelijk is dat ook de reden waarom je een batterij zou willen installeren. Als we datzelfde effect met andere, slimme methoden kunnen realiseren, is dat vaak efficiënter voor de maatschappij.”
Toch denkt Henry Lootens dat de wens en ook de vraag naar energieopslag de komende jaren groeit. “Batterijen zijn een voor de hand liggende vorm van opslag, maar in de Handreiking hebben we ook aandacht voor andere conversievormen, zoals energieopslag in warm water en, voor de toekomst, ook in gassen zoals waterstof. Ook behandelen we in dit document, tot op zekere hoogte, de opbouw en werking van de elektriciteitsmarkt. Dat is voor een installateur namelijk belangrijke informatie. Het helpt hem in zijn gesprek met opdrachtgevers, om uit te leggen waarom vormen van energieopslag nu, maar zeker in de toekomst, belangrijk zijn en worden.”
De aanschaf en installatie van batterijen zijn op dit moment - financieel gezien - nog niet erg interessant, beaamt ook Lootens. Wil je zorgen voor minder onbalans kun je beter investeren in een oost/west-opstelling of de omvormer iets te klein kiezen en je eigen energieverbruik zoveel mogelijk afstemmen op je eigen opwekking. “Als je dan toch een batterij overweegt, onderzoek dan eerst waar je hem voor wil gebruiken. Er is geen ‘one size fits all’ oplossing.”
Raadpleeg de Handreiking Energieopslag via open.isso.nl
Panasonic heeft de Aquarea Hybrid+ warmtepomp in haar programma die perfect samenwerkt met bestaande cvketels (ongeacht merk of type). Hiermee kunnen gebruikers in een later stadium met dezelfde warmtepomp overstappen op een volledig elektrische oplossing. De Hybrid+ is hier volledig op voorbereid. De gebruiker kan zo stap voor stap overschakelen naar volledig elektrisch en warmtap-
waterbereiding, waardoor de investering gespreid wordt.
Daarnaast weegt het verplichte energielabel voor woningen steeds zwaarder mee. Nu investeren in een (hybride) warmtepomp kan daarom verstandig zijn. Als het energielabel verbetert, dan wordt de woning aantrekkelijker en neemt de waarde toe. De Hybrid+ heeft het energielabel A++.
is compact en fluisterstil en heeft alleen een binnenunit. De Paros biedt een verwarmingsvermogen van 4 kW, een koelvermogen van 5 kW en tapwater van 60 °C zonder elektrische bijstook. De geluidsproductie bedraagt 36 dB(A) overdag en 29 dB(A) ’s nachts. De warmtepomp draait op het koudemiddel R454B (met een GWP van 676). Hij is modulerend. Dankzij het all-in-one-systeem is de installateur snel klaar met installeren. De Paros is te combineren met drie verschillende systemen én in te zetten als hybride opstelling met een bestaande cv-ketel.
De Energion M hybride en all-electric warmtepompen van ATAG zijn vernieuwd. De belangrijkste wijziging is het gebruik van R32koudemiddel, waarmee de toestellen nog duurzamer hun werk kunnen doen. Ook is een verbeterde aansturing gerealiseerd met een vernieuwde bedieningsinterface. De warmtepompen zijn verkrijgbaar in zowel split- als monoblock uitvoering. Tot temperaturen ver onder 0˚C is het toestel volledig werkzaam in de warmtepompmodus (hybride). Het werkingsgebied verwarmen varieert van -20 C tot +35 C en van koelen van +10 C tot
De S-Klima SAS warmtepomp van Stulz, met een energie-efficiëntieklasse van A++ tot A+++, is verkrijgbaar in drie formaten. De warmtepomp is geschikt voor situaties waarbij warmte en koelte gevraagd wordt, maar geen plaats is voor een binnenunit. Vooral als de warmtepomp wordt gebruikt voor een hybride opstelling, waarbij de cv-ketel al ruimte inneemt, is deze monoblockunit een goed alternatief. Het grootste broertje van de SAS, die tot 30 kW gaat,
kan prima geplaatst worden bij bedrijven. De SAS is een zuinige en stille machine, die afhankelijk van het gekozen model 2.850 tot 3.900 euro aan subsidie kan opleveren. De installatietijd is beperkt. Een kwestie van de bediening aansluiten en zorgen dat de kabels en leidingen tussen de cv-ketel en de warmtepomp aangesloten worden. Afpersen is niet noodzakelijk, hij moet alleen even goed ontluchten.
Bijkeuken, garage of zolder
Alpha innotec introduceert de warmtepompen Paros en Jersey. De nieuwe Paros is geschikt voor in de bijkeuken, garage of op zolder. Hij
De Jersey herbergt alle binnencomponenten in één uitvoering. Een buitenunit in combinatie met een slimme hydrauliektower voor binnen, die alle componenten – zoals het warm tapwaterbuffervat en het cv-buffervat – al prefab in zich heeft. De warmtepomp is snel en eenvoudig te installeren (zonder f-gassen certificering). Het geluidsniveau is 53 dB(A) op één meter afstand en ’s nachts 39 dB(A). Ook de Jersey is modulerend. In combinatie met zonnepanelen past de warmtepomp zijn vermogen aan op de elektriciteitsproductie. De warmtepomp kan verwarmen én koelen en is verkrijgbaar met twee vermogens: 5 kW bij A-7/W35 en 7 kW bij A-7/ W35.
Na vijf maanden onderhandelen hebben werkgevers en vakbonden in de vroege uren van 8 april een onderhandelaarsakkoord gesloten voor een nieuwe cao voor de metaal & techniek. De nieuwe cao is extra aantrekkelijk voor jongeren waar de sector om zit te springen.
Met het akkoord kan Wij Techniek ook weer gaan opstarten. Want gedurende de onderhandelingen lagen de meeste activiteiten stil. Maar dat vraagt nog wel wat om geduld. Het is net als een mammoettanker: we moeten weer in beweging komen en als dat eenmaal gebeurt zijn we vol op koers. Wat betekent dat concreet? We verkennen wat we snel weer op kunnen starten en daarmee vakmensen (werkgevers en werknemers) weer kunnen ondersteunen. Maar andere activiteiten vragen om meer voorbereiding. Gewoon omdat ook hier de voorbereidingen weer moeten starten en dat vraagt tijd. Waar moet je dan aan denken?
Denk aan Huis van Sarah, de workshops, de bijeenkomsten, zoals topstarters en sterk in je werk. Draaiboeken worden uit de kast gehaald en de planning wordt gestart. Kriebelt het? Absoluut. Alle medewerkers van Wij Techniek hebben uitgekeken naar dit moment. We hebben op onze
handen moeten zitten en dat past niet bij ons maar ook niet bij de uitdagingen die we zien. Denk aan de energietransitie die hoog op de agenda staat. En dan hebben we natuurlijk de woningnood en de noodzaak om te bouwen waar techniek essentieel is en vraagt om innovatie. Nee we zijn er klaar voor. Zeker voor de jonge vakmensen die nu al werken in de techniek of die willen werken in de techniek. Want we hebben ze hard nodig.
We gaan elkaar weer spoedig ontmoeten. Wij Techniek kijkt ernaar uit.
Vanaf 2023 dient iedereen die aan gastoestellen werkt te voldoen aan de CO-certificering (gasketelwet). Hierbij worden eisen gesteld aan de gebruikte meetapparatuur, waaronder de rookgasanalyser én gasdrukmeter. Voor gasdrukmeting en trekmeting dient het toestel te voldoen aan de NEN-EN 50379 deel 2. Voor bepaling van lekdichtheid tevens aan de NPR3378. Daarnaast moet het toestel beschikken over een actueel kalibratiecertificaat.
EURO-INDEX biedt diverse oplossingen, zoals de BLAUWE LIJN® S2601, S4601 ST en een bijpassend Afpersset. Ga naar euro-index.nl/gasketelwet voor meer informatie of bel 010-2 888 000 voor deskundig advies.
Actiemodellen vanaf:
i.p.v. € 459,-
Daikin introduceert twee warmtepompen. De Altherma 3 R lucht/water-warmtepompen in Refrigerant/Split-uitvoering voor lage aanvoertemperaturen (tot max. 60°C) en grote capaciteiten zijn geschikt als cv-ketelvervanger voor renovatie- en nieuwbouwwoningen met een verwarmingsvraag van 11, 14 of 16 kW. De Altherma 3 H MT lucht/water warmtepompen voor middelhoge aanvoertemperaturen (tot max. 65°C) zijn een uitbreiding op de Altherma 3 H HT warmtepompen voor hoge aanvoertemperaturen (tot max. 70°C). Hiermee is het aanbod stilste warmtepompen in Hydrosplit-uitvoering compleet, als cv-ketelvervanger voor (middel)grote nieuwbouwwoningen met een verwarmingsvraag van 8-10-12-14-16-18
kW. Beide warmtepompen zijn te combineren met drie binnendelen: een vloermodel met geïntegreerde RVS warmtapwatertank (180 of 230 liter), een wandmodel of een ECH2O-vloermodel met een geïntegreerde kunststof energieopslagtank (300 of 500 liter) met aansluiting voor een zonthermisch systeem (drukloos of onder druk). (Spraak)bediening met de Onecta app vanaf een smartphone via de geïntegreerde WLAN-aansluiting (cartridge in MMI-regeling).
Nieuw bij Nibe zijn de modulerende lucht/water monoblock warmtepompen uit de S2125-serie. Ze kunnen in veel gevallen zonder geluidsbeperkende maatregelen op 2 meter (type 8) of 3 meter (type 12) van de erfgrens worden geplaatst.
De S2125 heeft een temperatuurbereik van 25 tot 75 °C, waardoor deze warmtepomp zowel voor vloerverwarming als radiatoren kan worden toegepast. Verregaande optimalisatie van het ontwerp heeft geresulteerd in een hoog rendement. Het jaarrendement (SCOP) bij een cv-aanvoertemperatuur van 35 °C bedraagt 5,0. De S2125 biedt samen met een VVM binnenunit óf in combinatie met een SMO regelunit en een losse boiler een energiezuinige installatie die voorziet in een royale hoeveelheid warmtapwater voor de badkamer en keuken.
Nefit Bosch introduceert de eerste modellen van een nieuwe lijn luchtwarmtepompen. Andere introducties zijn nieuwe hr-toestellen en cascadesystemen voor de grote vermogensvraag. Voor schuine daken heeft de fabrikant verder monoblock luchtwarmtepomp ontwikkeld.
De nieuwe Bosch Compress 3400i AWS vervangt de in 2013 geïntroduceerde Nefit EnviLine Split luchtwarmtepompen van 4 tot 14 kW. De warmtepompen bieden onder meer een hogere aanvoertemperatuur, een hogere COP en een energielabel tot A+++. Een buffervat is in de meeste opstellingen niet meer nodig en dankzij het R32 koudemiddel is het GWP lager. Zowel de nieuwe binnen-, als de compacte buitenunits zijn van eigen fabricaat en komen in de tweede helft van 2022 op de markt.
De nieuwe Bosch Condens 7000WP HR-ketels, met vermogens van 50 tot 150 kW, volgen de bekende Nefit TopLine grootvermogen toestellen op. In combinatie met een nieuw cascadesysteem kan de installatietijd met 2/3 worden verkort. Het vermogensbereik van de nieuwe cascadesystemen gaat tot 900 kW. Bovendien zijn deze cascades compact en hebben de toestellen een hoog rendement. De nieuwe Condens 7000 WP zijn inmiddels leverbaar.
De monoblock luchtwarmtepomp voor schuine daken zal voor het eerst zal worden getoond op de VSK en rekent af met veelvoorkomende uitdagingen bij het toepassen van lucht-waterwarmtepompen in de bestaande bouw. Waar de meeste bestaande oplossingen bestaan uit een frame met omkasting voor een split warmtepomp, komt Nefit Bosch met een compleet geïntegreerd en specifiek voor schuine daken ontwikkeld monoblock systeem. De buitenunit is relatief snel te installeren. Bovendien blijft de thermische schil van de woning intact. De gepatenteerde constructie rekent af met geluid en trillingen. Dankzij de hoge aanvoertemperatuur is deze oplossing ook geschikt voor bestaande afgiftesystemen. De marktintroductie wordt eind 2022 verwacht.
Met de nieuwe Compress 5000 AW luchtwarmtepomp heeft Nefit Bosch een grootvermogen oplossing aan zijn portfolio toegevoegd. Dankzij de hoge aanvoertemperatuur is de Compress 5000 AW ook geschikt voor verduurzaming van bijvoorbeeld gestapelde bouw of utiliteitsgebouwen. De 38 kW-variant is leverbaar met koelfunctie. Tot vier units kunnen worden aangesloten in cascade-opstelling waardoor ruim 150 kW aan verwarmingsvermogen wordt gerealiseerd.
Een extra binnenunit is niet nodig voor deze monoblock warmtepomp.
De Intergas Xource is een volledig in eigen beheer ontwikkelde Heat Pump Control Unit (HPCU) met een aantal zeer herkenbare Intergas features. Zo ontbreekt een driewegklep en wordt er gebruikt gemaakt van hetzelfde ICX platform voor de branderautomaat als wordt toegepast in de Intergas Xtreme toestellen. Door gebruik te maken van dit platform kan de Xource volledig worden ingeregeld via het Service Dashboard en kan er gebruik worden gemaakt van de Comfort Touch app, Comfort Touch Xource thermostaat en Intergas gateway om de installatie te monitoren.
www.intergas.nl
De zorg voor de groeiende groep mensen met dementie is één van de grootste uitdagingen van de toekomst. In Nederland hebben
290.000 mensen dementie en in de komende 20 jaar neemt dit toe tot ruim een half miljoen. Iedereen krijgt met de ziekte te maken: als patiënt, als mantelzorger, als zorgprofessional of binnen de familie of vriendenkring. Een uitdaging. Maar hoe kan techniek hieraan bijdragen?
Alzheimer Nederland zet zich in voor een toekomst zonder dementie én een beter leven voor mensen die nu leven met dementie. Dat vraagt om concrete oplossingen op alle terreinen. Want dementie is één van de duurste ziektes en laat bovendien de sterkste kostenstijging zien. Ook neemt het aantal zorgprofessionals en mantelzorgers af. Er zijn dus oplossingen nodig voor morgen maar ook voor vandaag. Anne de Boer is belangenbehartiger van Alzheimer Nederland en houdt zich onder meer bezig met het thema wonen. Een thema dat steeds belangrijker wordt. En daarmee ook de techniek die nodig is.
Vorig jaar deed Alzheimer Nederland een onderzoek naar wonen. Ruim driekwart van de mantelzorgers met een thuiswonende naaste (77%) en 80%
van de zorgprofessionals vonden het bestaande woningaanbod voor mensen met dementie niet passend; 43% van de mantelzorgers vonden hun huidige woning niet toekomstbestendig. En 87% van de zorgprofessionals herkende de situatie dat mensen met dementie nog ‘te goed’ zijn voor een opname in het verpleeghuis, maar wel extra ondersteuning nodig hebben. Passende woonvormen voor mensen met dementie zijn dus dringend nodig. Ook omdat mensen een groot schrikbeeld voor verpleeghuizen hebben. Redenen hiervoor zijn: weg moeten uit de vertrouwde omgeving, het verliezen van de vrijheid en eigen regie, en de associatie met het overlijden. “Dat blijkt uit eigen onderzoek. Corona heeft zeker geen positieve bijdrage aangeleverd aan de weerstand tegen het verpleeghuis. Er is dus een wereld te winnen. Met de inzet op passende woonvormen, waar mensen met dementie heen willen verhuizen, kunnen we het aantal zorgzame jaren vergroten, de zorgkosten verminderen en mensen echt fijn en veilig langer thuis laten wonen. En domotica is daar bij niet weg
te denken”, aldus Anne.
Regie
Wat zijn passende woonvormen? Anne is helder: “Het is een combinatie van eigen regie en gezamenlijkheid, maar ook veiligheid en ondersteuning dichtbij. En zorg als het nodig is. Het is belangrijk dat de woning dicht in de buurt is van de plek waar iemand altijd heeft gewoond of dichtbij dierbaren. Dat bevordert het gevoel van veiligheid, vertrouwdheid en autonomie. Zo kunnen mensen met dementie in contact blijven met hun eigen sociale netwerk, kunnen mensen langer in hun nieuwe thuis blijven wonen en houden we de zorg beheersbaar. Maar het gaat ook om de inzet van slimme technologie die de kwaliteit van leven en zelfredzaamheid van mensen met dementie en hun mantelzorgers ondersteunt en de werkdruk voor professionals, naasten en mantelzorgers verlaagt.”
Om een extra stimulans te geven om meer dementievriendelijk te bouwen
heeft Alzheimer Nederland de ‘Wijzer wonen met dementie’ opgezet als handvat voor alle beleidsmakers, bouwers, projectontwikkelaars en andere betrokkenen. Hierin staan de zes woonbehoeften van mensen met dementie en de drie randvoorwaarden voor passende woonvormen. De wensen en behoeften van mensen met dementie en hun naaste staan centraal in de ‘Wijzer wonen met dementie’. Een van de belangrijke onderdelen is veiligheid. Men heeft behoefte aan aanpassingen aan de woning, zodat ongelukken in en om het huis zoveel mogelijk worden voorkomen en daarnaast dat mensen met dementie gaan (ver)dwalen.
Voorbeelden genoeg Technologie kan helpen om het leven voor mensen met dementie (en voor hun omgeving) aangenamer te maken. Maar waar moet je dan aan denken? Een aantal voorbeelden. Dankzij leefstijlmonitoring kunnen mensen met dementie bijvoorbeeld langer zelfstandig thuis blijven wonen. De leefstijlmonitoring houdt een oogje in het zeil en vertelt mantelzorgers en zorgverleners op afstand of alles nog goed gaat. Er wordt gebruik gemaakt van een sensorennetwerk op verschillende plekken in de woning. Anne: “Er zijn voldoende mogelijkheden. Maar er zijn wel een aantal vragen te stellen. Wat is er nodig? In hoeverre tasten dergelijke sensoren de privacy aan van de bewoners? Het blijft altijd een gesprek dat met elkaar gevoerd moet worden. Bij leefstijlmonitoring kan je ook denken aan het op afstand testen van medische gegevens. Ook hier zijn de mogelijkheden de afgelopen jaren gegroeid. De gebruiksvriendelijkheid blijft hierbij een belangrijk aandachtspunt.”
De vraag centraal
Bij de start van een technologische innovatie moet de vraag centraal staan. Anne: “ Het is heel belangrijk om de doelgroep te betrekken bij de ontwikkeling van technologie. De techniek moet dus vraaggestuurd ontwikkeld worden;
aansluitend bij mensen met dementie en hun naasten. Zo kun je pas echt inzetten op het vergroten van het aantal zorgarme jaren, draagt het bij aan zelfmanagement en vermindert de arbeidsintensiviteit voor zorgprofessionals en mantelzorgers. Alleen zo kan de techniek ondersteunen en ontzorgen. Denk aan praktische en intuïtieve toepassingen, zoals het beveiligen van kookplaten; denk aan rookmelders (verplicht binnenkort), warmtemelders en gasdetectors. Er zijn veel verschillende soorten persoonsalarmen. Men kan er een dragen als ketting, armband of horloge. Ook zijn er systemen die je installeert in badkamer en toilet zodat je naaste alarm kan slaan als ze in een van deze ruimtes is gevallen. Om de bewegingsvrijheid te vergroten, werken sommige woonzorgcomplexen met leefcirkels of met GPSof een lokalisatie-systeem. De inzet van robotica kan helpen om mensen een leuke dag te bezorgen.. Denk aan de zeehond Paro of Robotkat Joy for All. Sinds de coronapandemie zijn ook online bezoekjes aan een museum een voorbeeld van actief blijven. En zijn er meer mogelijkheden om digitaal contact met elkaar te onderhouden. Je ziet allerlei nieuwe mogelijkheden ontstaan waardoor mensen met dementie en hun naasten actief blijven en vooral ook in contact te blijven. Fantastisch natuurlijk. Maar maatwerk blijft nodig.”
Veiligheidenzorg Eigenplek
Veiligwonendooraanpassingenengebruikvan domoticawaarzorgopafroepmakkelijk inzetbaaris.Ditisbelangrijkomlanger zelfstandigtekunnenblijvenwonen. Minderzorgalshetkanenmeer alshetmoet.
eet,jewatbepalenzelfinvullen,kunnendagjeZelfwanneer uitnodigenwiltmensenjeofenweggaatjevoorookisvrijheidenregieEigenhuis.jein essentieel.dementiemetmensen regieeigenenVrijheid moeitededagdemakenactiviteitenfysiekeenSociale laagdrempe-Biedachteruitgang.vertragenenwaard activitei-enontmoetingvoormogelijkhedenlige wensendebijaanSluitlotgenoten.metten voorzorgendementiemetmensenvan expertise.dementie activiteitenenOntmoeten
Met innoveren en techniek kunnen we bijdragen aan goede zorg en ondersteuning bij dementie. Maar het is nooit een vervanging voor de behoefte aan persoonlijk contact met oog voor de
van de persoon. En het goed inzetten van techniek kan alleen als iedereen beschikt over de vaardigheden om met de techniek om te gaan. Maar de technologische ontwikkeling gaat snel en het zorgveld is klaar voor innovatie. Technische mogelijkheden worden steeds beter, toepasbaarder en toegankelijker. Alzheimer Nederland draagt hier aan bij! Zo steunt men een nieuw consortium dat zich richt op het ontwikkelen van technologie die de kwaliteit van leven van mensen met dementie verbetert. Het grote onderzoeksproject is onder leiding van de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) en heeft als uitgangspunt ‘warme technologie’. Warme technologie draait om mensen met dementie een eigen stem geven. In plaats van dat onderzoekers bedenken wat goed voor ze is, zoals nu nog vaak gebeurt bij technologische vernieuwingen. Met deze technologie kunnen we mensen ondersteunen in het langer en beter thuiswonen in een dementievriendelijke woning. Want alleen in de integrale benadering, waarin we wonen, welzijn, zorg, techniek en samenleving met elkaar combineren, kunnen mensen met dementie langer mee blijven doen
Bestellen kan: https://webwinkel. alzheimer-nederland.nl/produkt.aspx
Eengelijkvloers,overzichtelijkappartementdat zelfinterichtenis.Dezeeigenplekishet nieuwethuiswaariemandzelfstandigkan wonenmetbehoudvanprivacy.
Waar zet u liever uw geld op: op het werven van nieuw personeel of automatisering? Deze vraag
begint steeds nadrukkelijker op te spelen, nu het aantal slimme
oplossingen groeit. Volgens Hilti is het tijd voor een omslag. De
gereedschapsfabrikant bracht enige tijd geleden een boorrobot op de markt.
Misschien klinkt het de gemiddelde lezer nog futuristisch in de oren, maar automatisering en robotisering drukken nu al hun stempel op de bouw- en installatiebranche. Denk aan de fabrieksmatige omgevingen waarin prefabinstallaties in elkaar worden gezet of Plug & Play bouwsystemen.
Bouwopgave
Volgens het coalitieakkoord moeten er 100.000 woningen per jaar worden bijgebouwd om het huisvestingsprobleem op te lossen. Dat aantal is inmiddels al achterhaald, nu er een gigantische vluchtelingenstroom op gang is gekomen door de oorlog in de Oekraïne.
Onhaalbaar
Daarmee staat de bouwkolom met de huidige middelen voor een vrijwel onmogelijke opgave. In 2021 werd met moeite de 69.000 aangetikt. De voorafgaande jaren lieten soortgelijke cijfers zien. Voor 2022 zet ING Research in op 72.000 nieuwe woningen. Daarmee wordt dus bij lange na niet het beoogde aantal gehaald. En dan
hebben we het nog niets eens gehad over de bestaande bouw. Volgens het Klimaatakkoord moeten in 2050 bijna 7 miljoen woningen en 1 miljoen andere gebouwen aardgasvrij zijn.
Werven
Hoe gaan we deze gigantische bouwopgave oplossen? Binnen de bouwkolom zijn verschillende geluiden te horen. Een significant aantal experts wil inzetten op de werving van extra personeel. Desnoods uit het buitenland. Zij pleiten vooral voor aantrekkelijke werkomstandigheden met doorgroeimogelijkheden voor jongeren die net hun opleiding hebben afgerond én voor zij-instromers.
Vanuit die hoek klinken ook vaak geluiden om te investeren in vakopleidingen om het kennisniveau op te krikken. Dit om tegemoet te komen aan critici die al langer waarschuwen voor de uitholling van de vakkennis bij installateurs.
Hun benadering lijkt weinig vruchten af te werpen. Uit gesprekken met installateurs blijkt dat het animo om in de branche te stappen door zij-instromers vooralsnog gering is en ook over het gebrek aan vakkennis wordt na jaren
nog steeds geklaagd. Dat heeft niet alleen te maken met het weerbarstige imago van de branche, maar ook met het feit dat bij een aantrekkende economie talloze sectoren vissen in dezelfde vijver. Wordt het dan niet tijd om het roer om te gooien?
Automatisering
Tobias Nap, Digital Construction Specialist van gereedschapsfabrikant Hilti ziet meer heil in automatisering. “De sector blijft erg achter in haar productie. Met robotisering en automatisering krik je de productie op, beperkt je de faalkosten en kan je beter just-in-time leveren. Tegelijkertijd moet je je realiseren dat er zoveel variabelen zijn waar je rekening mee dient te houden om succesvol te zijn, dat het onmogelijk is om totale controle te krijgen over het bouw- en installatieproces met automatisering en robotisering. De menselijke factor blijft belangrijk. Maar richt je opleidingen dan meer in op automatisering en robotisering. Daar ligt de toekomst.”
Nieuwe hoofdaannemer
Nap ziet binnen de bouwkolom ook een duidelijke rolverschuiving plaatsvinden. “Over een jaar of 10 zal de installateur
steeds vaker optreden als hoofdaannemer, omdat het belang van installaties in de gebouwde omgeving toeneemt. Daarnaast zal er per project minder vraag zijn naar mensen door de industrialisering van de sector.”
Robot
Hilti zelf anticipeert al slim op dit soort ontwikkelingen. Enige tijd geleden bracht de gereedschapsfabrikant de Jaibot op de markt, een robot voor repetitief boorwerk, die vooral interessant is voor installateurs die actief zijn in de nieuwbouw.
Referentiepunten
“Vanuit een Autocad- of Revit-omgeving maak je de boorpunten aan. Daarvoor zijn referentiepunten nodig. Een Total Station meet die in. De gegevens worden vervolgens geüpload naar een Cloud-omgeving.”
Bediening
“Via een tablet kan je de Total Station en de boorrobot bedienen. Op de bouwplaats zoekt de boorrobot zelf de referentiepunten op. Met deels menselijke ondersteuning (afstandsbediening) rijdt het gevaarte zelf naar de boorpunten toe en verricht zijn werkzaamheden.”
Specificaties
De boorrobot kan een diameter behalen van 6-16 mm bij dieptes van minder dan 100 mm. De nauwkeurigheid van de boorpunten varieert maximaal 5 mm en van de boordiepte 4 mm. De Jaibot kan plafonds aan tussen 2,65 en 5 m hoogte. Het apparaat is niet afhankelijk van netstroom, dankzij een accu
• Semiautomatisch
• Diameter 6-16 mm (diepte<100 mm)
• Nauwkeurigheid boorpunten +/- 5 mm
• Nauwkeurigheid boordiepte +/- 4mm
• Boorbereik is in een straal van 1 meter
met een levensduur van 8 uur.
De Jaibot heeft rupsbanden, dus scherpe voorwerpen kunnen geen lekke banden veroorzaken. Het is wel belangrijk om van tevoren de vloer leeg te maken en eventuele installaties en dergelijke die nog aan het plafond hangen te verwijderen, zodat de boorrobot makkelijk zijn werk kan verrichten, benadrukt Nap.
Is het eenmaal zover, dan bewijst de boorrobot in een mum van tijd zijn meerwaarde, vertelt Nap. “De productiviteit ligt hoger, de Jaibot werkt nauwkeurig en bovendien loop je minder risico op arbeidsgerelateerde aandoeningen bij medewerkers.” Ook, omdat de Jailbot een eigen stofafzuiging heeft.
Huur
Het is mogelijk om de boorrobot aan te schaffen, maar Hilti zet vooralsnog vooral in op gebruik op projectbasis. Een begrijpelijke keuze, “want daar is vooral nu vraag naar.” Met name klanten die actief zijn in de nieuwbouw
tonen grote interesse. Zij huren de boorrobot bijvoorbeeld voor een dag of 5 om in een sneltreinvaart een pand te voorzien van boorpunten. De Jailbot in de bestaande bouw gebruiken kan ook, maar alleen als de lokale situatie heel nauwkeurig is ingemeten.
Levensduur
Volgens de fabrikant heeft het apparaat een levensduur van circa 3 tot 5 jaar. Uiteraard ook afhankelijk van de frequentie en effectiviteit waarmee het onderhoud wordt uitgevoerd. Dat laatste komt vooral neer op het tijdig reinigen van de stofafzuiging en het vervangen van filters en boortjes.
• 8 verschillende markeringen per boorgat mogelijk
• Hoogte plafond kan variëren tussen de 2.65 meter en 5 meter
In de toekomst zullen er meer robots op de bouwplaats actief zijn, zegt Hilti. “Bijvoorbeeld om bouwmateriaal op te tillen, ankers te plaatsen, gaten in de vloeren te boren en leidingwerk te leggen. Aansturing zal dan waarschijnlijk in toenemende mate gebeuren via VR-brillen en modellen van de lokale situatie die worden gegenereerd met behulp van software.”
Natuurlijke koudemiddelen zijn in opmars. Met name propaan en CO2 mogen zich verheugen op de nodige belangstelling. Toch moeten we ook niet ammoniak vergeten, zegt professor Henk van der Ree.
baar voor vriezen, koelen en warmtepompen. Maar er kleeft wel een nadeel aan ammoniak: het is giftig.”
Maar hoe zit het met CO2 en propaan, daar lijkt veel meer aandacht voor te
die in grotere complexen draaien, denk bijvoorbeeld aan de gestapelde bouw.”
Hoe komt het dan dat je er nauwelijks grote fabrikanten over hoort praten?
“In de chemische koudemiddelenindustrie spelen grote belangen. Ammoniak kost 5 euro per kg, een chemisch koudemiddel 90 euro per kg. Voor veel partijen is de keuze dan wel duidelijk.”
een specialisme. Er komt de nodige regelgeving en technische kennis bij kijken. Ik zou jullie lezers willen adviseren om zich eventueel te specialiseren in ammoniak of een afdeling op te zetten binnen het bedrijf die zich erop toelegt.”
Tot slot: dat klinkt allemaal interessant, maar volgens de waterstoflobby gaat de waterstofketel het ‘winnen’...
of Refrigeration. Volgens u kan ammoniak al bogen op een lange staat van dienst. “Inderdaad. Het wordt al sinds 1850 gebruikt. Met de opkomst van chemische koudemiddelen, vooral van R22, verdween het naar de achtergrond. Maar R22 werd uitgefaseerd, waarmee ammoniak weer terug in het vizier komt.”
Over welke gunstige eigenschappen beschikt ammoniak?
“Het is niet explosief, niet corrosief, bij lekkage kan je het ruiken, het heeft uitstekende thermodynamische eigenschappen en is bruik-
“CO2 presteert goed in de lage temperatuurregionen, maar slecht in warme omstandigheden, wat men probeert op te lossen met gecompliceerde installatieconcepten. Propaan is een uitstekend koudemiddel, alleen wel explosief, erg brandbaar en het is reukloos. Je moet dus de nodige beveiligingsmaatregelen treffen.”
In welke gevallen is het aantrekkelijk om ammoniak toe te passen en in welke gevallen zou u propaan adviseren?
“Ammoniak heeft een te grote verdampingswarmte voor kleine installaties. Dan moet je kleine warmtepompen uitvoeren met superkleine componenten. Bij de gemiddelde rijtjeswoning zul je dus eerder uitkomen op propaan. Maar ammoniak is wel interessant voor warmtepompen
Als er zo’n sterke lobby is voor chemische koudemiddelen, waarom zou de sector dan überhaupt willen overstappen op natuurlijke koudemiddelen?
“De branche heeft al twee keer bepaalde soorten chemische koudemiddelen moeten uitfaseren. En nu is men, zoals bekend, in Europa bezig om de productie en het gebruik van PFAS verder aan banden te leggen. Enkele nieuwe koudemiddelen (HFO’s) zijn als PFAS geclassificeerd en die berichten zorgen voor onzekerheid bij klanten. En dat terwijl ze forse bedragen moeten neertellen voor chemische koudemiddelen. Het is dus geen wonder dat natuurlijke koudemiddelen oprukken. Prognoses wijzen er ook op dat de markt voor natuurlijke koudemiddelen zal doorgroeien.”
Wat adviseert u de kleine en middelgrote installateur?
“Met ammoniak werken is
“In het verleden is mijn onderzoeksgroep betrokken geweest bij de bouw van een laboratorium waterstofinstallatie. Alles lekdicht krijgen was lastig. In de koudetechniek kunnen we geen 100% lekdichtheid garanderen. Hoe ga je dat dan doen met waterstof, waarbij sprake is van kleine moleculen die makkelijk ontsnappen, in de bestaande gasinfrastructuur?
Daarnaast wil men overtollige groene stroom gebruiken voor de productie van waterstof. Dan zeg ik: ‘welke overtollige groene stroom?’. De vraag naar stroom neemt alleen maar toe en dat geldt ook voor de vraag naar accusystemen. En als er grote hoeveelheden groene waterstof worden geproduceerd, verwacht ik dat de industrie er direct op zal springen. Al is het alleen al om hun groene imago op te vijzelen. Bovendien gebruikt die industrie al lang veel waterstof en kan ze daar goed mee omgaan. Wat blijft er dan nog over voor de gebouwde omgeving?”
“Klanten willen toch alleen maar de laagste prijs.” Deze opmerking hoor ik regelmatig tijdens workshops en trainingen die ik verzorg op het gebied van Marketing en Sales voor technische bedrijven.
Prijs en waarde zijn twee schaaltjes aan dezelfde weegschaal. Als die in balans zijn, ervaart de klant de waarde die verwacht wordt. Niet meer en niet minder. Maar het is gevaarlijk om aan te nemen dat de klant dan ook tevreden is. Want wat een product of dienst in prijs waard is, is wat anders dan de waarde voor de klant. Zoals een schoon opgeleverde ruimte bij een verbouwing of een installatie die niet alleen werkt, maar ook helemaal volgens afspraak is aangebracht. Hoe vaak gaan bij oplevering discussies juist over de troep die achtergelaten wordt. Dat de installatie wel werkt, maar niet op de afgesproken wijze, of slordig is afgewerkt. Ik ervaar om mij heen dat er een niet al te positief beeld heerst over de sector op dat gebied.
Klanten zien ook niet echt het verschil tussen de ene en de andere installateur. Ze leveren allemaal wel een werkende installatie. Maar het onderscheidend vermogen is klein. Dat vertaalt zich in een lagere waardering voor het werk dat op-
geleverd wordt. De balans slaat door: een lage prijs wordt belangrijker dan de waarde die de klant van de installatie denkt te ervaren.
De prijsdiscussie die dan ontstaat, win je niet meer als je niet vooraf heel goed duidelijk hebt gemaakt waarin jouw op te leveren installatie zich onderscheidt van die van je concullega. Zoek dus naar wat de klant waardevol vindt, zoals een goed advies of een installatie die netjes en volgens afspraak wordt opgeleverd.
Dan slaat de balans door naar een hogere waarde die de klant ervaart dan de prijs. Die kan dan zelfs hoger uitvallen dan van je concurrent. Met als resultaat dat de waarde van de prijs voor beide partijen hoger is.
Willem de Vries is Managing Partner van STEM Industrial Marketing Centre. Het kenniscentrum op het gebied van marketing voor technische B2B bedrijven: www.stem-imc.com. STEM organiseert onder andere workshops over ‘waarde’.
[ISSN:1872_6607)
OPLAGE: 8.000 EXEMPLAREN
INSTALLATEURSZAKEN Maandelijks verschijnend praktijkblad voor de W-installateur met oog voor techniek én bedrijfsvoering op het gebied van o.a. verwarmen, koelen, ventilatie, airconditioning, sanitair, energie, gereedschap, materialen, regeltechniek en domotica
Uitgave: Merlijn Plus BV
Zuidkade 174
2741 JJ, Waddinxveen
T: 0182 631717
E: info@merlijnplus.nl
Redactie: Frank Stouthart (hoofdredacteur)
Wietse Buma
E: redactie@merlijnplus.nl
Vormgeving en DTP: Yolanda van der Neut
Vaste medewerkers: Ton Meijer (cartoon), ISSO, Willem de Vries, Rogafa, Nederlandse verwarmingsindustrie, Dick en Tim Visser en Wij Techniek
Advertenties: Ruud Struijk
T: 0182 631717
E: r.struijk@merlijnplus.nl
Druk: Veldhuis Media BV, Raalte
Abonnementen:
Benelux €18,40, buitenland €23,40 per jaar, excl. BTW. Abonnementen lopen door tenzij 1 maand voor het einde van de abonnementsperiode via e-mail (info@merlijnplus.nl) is opgezegd. Wijzigingen kunnen worden doorgegeven via: installateurszaken.nl/wijzigingen-toezending-iz
© Merlijn Plus BV, 2022
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/ of openbaar gemaakt op welke wijze ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Publicaties geschieden uitsluitend onder verantwoording van de auteurs. Alle daarin vervatte informatie is zorgvuldig gecontroleerd. De auteurs en uitgever aanvaarden echter geen verantwoordelijkheid voor de gevolgen van eventuele onjuistheden.