in Limburg
Uitgave 6 december 2024

5
AI, een vloek of een zegen voor je kind

Artificiële intelligentie (AI) is overal, ook voor kinderen. Hoe begeleid je hen als opvoeder in deze technologische wereld?
8 9
Nostalgie uit de kinderboekenkast

Meeslepende kinderboeken die generaties verbinden: ontdek de favorieten van onze lezers.
13
Opgroeien met dyslexie

Tijdig in actie komen en je kind laten behandelen is bij dyslexie van wezenlijk belang.

15
‘Generatie Angst’ creëren we zelf

Deze bewaarspecial is een uitgave van de commerciële afdeling van Mediahuis Limburg.





Spelen, lachen, groeien en bloeien. Leren en talent ontwikkelen op een manier die goed past en die goed werkt. Dat wensen we ieder kind en daar zetten we ons bij zorgorganisatie Daelzicht met hart en ziel voor in.
Zien en doen wat nodig is Voor kinderen met een ontwikkelingsachterstand of een verstandelijke beperking zijn de uitdagingen vaak net even anders. Daelzicht ondersteunt deze kinderen en hun gezin op allerlei manieren, plekken en momenten. We bewandelen de weg die past bij het gezin. Samen met ouders, het netwerk en iedereen die betrokken is. Want samen komen we vooruit en samen komen we verder.





Meer weten?
Kijk voor meer informatie over Kind, jeugd en gezin, onze ondersteuning en vormen van samenwerking op de website: www.daelzicht.nl/kind-jeugd-gezin

daelzicht@daelzicht.nl ● 0475 57 77 77 ● www.daelzicht.nl





Opgroeien in Limburg
Colofon
Opgroeien in Limburg is de servicegerichte bijlage van De Limburger om haar lezers wegwijs te maken in de fascinerende wereld van opgroeiende kinderen. Hoe ziet dit ‘landschap’ eruit en waar loop je als ouder(s) tegen aan? Een bijlage met antwoorden op vragen waar je als ouders van kinderen t/m 23 jaar mee worstelt.
Opgroeien in Limburg verschijnt jaarlijks als bijlage bij De Limburger in heel Limburg.
REDACTIE: Hub Bertrand, Sylvia Beugelsdijk-Franssen, John Huijs, Majella Lammers, Petra Lejeune, Kyra Volkers.
BEELD: Ermindo Armino, Kevin Cordewener, Anne Jannes, Petra Niessen, Mara van den Oetelaar, Getty Images.

erschijningsdata specials van De Limburger In 2025 brengt De Limburger wederom bijzondere bijlages van 16 pagina's over onderwerpen die ons raken:

iever Langer Thuis ag van de Verpleging iever Langer Thuis n Memoriam pgroeien
oor meer informatie


Donderdag 3 april 2025
Maandag 12 mei 2025
Donderdag 9 oktober 2025
Donderdag 30 oktober 2025
Vrijdag 5 december 2025
Neem contact op met: Raymond van Golde, Industry Consultant +31 6 30 85 97 25 of via raymond vangolde@mediahuislimburg nl

VORMGEVING: Bee in Media.
COÖRDINATIE: Els Spronk.
AUTEURSRECHT: Op de inhoud van deze bijlage rust auteursrecht. Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder toestemming van de uitgever. Opgroeien in Limburg is een commerciële uitgave van Mediahuis Limburg. r

ADVERTENTIES: Raymond van Golde, consultant onderwijs branche, tel. 06 – 308 59 725.
Opgroeien in Limburg: Wim Duisenbergplantsoen 1, 6221 SE Maastricht | Tel. 088 – 82 45 180 | E-mail: advertentie.centraal@mediahuislimburg.nl
Jenna, haar ouders en begeleiding van zorgorganisatie Daelzicht geven een inkijkje in de praktijk van alledag. Een verhaal van vallen en opstaan, dromen en doen, maar vooral van samen verder komen.
Kind, jeugd en gezin bij Daelzicht. Samen vooruit, samen verder
Patricia en Dominique zijn de trotse ouders van Jenna. Vol overgave begeleiden ze hun dochter op haar levenspad. Dankzij een krachtig netwerk en een team van ondersteuners ontwikkelt Jenna zich boven verwachting goed. Het echte succes zit volgens Dominique in de samenwerking met én tussen Daelzicht en alle betrokken professionals. Samen werken ze voor hetzelfde doel.
Patricia: “De crèche was geen succes, nog voor de diagnose ging Jenna naar kinderdienstencentrum ’t Steyntje in Stein. Daar keken ze naar wat wel kon, wat een opluchting.” Jenna heeft een zeldzame genafwijking, autisme en ADHD. Artsen schetsen geen rooskleurig toekomstbeeld: praten, fietsen, lezen, schrijven, dat zit er niet in. Dominique: “Jenna ging stapje voor stapje vooruit. Het was fijn in overleg steeds nieuwe doelen te stellen. Dolgelukkig zagen we haar rondjes fietsen door de gang van ’t Steyntje. Wat een feest.” Het was kansen krijgen, kansen grijpen.
Groeien als team
Dominique: “De inzichten vanuit ’t Steyntje deelden ze met ons. Thuis konden we daar mee verder. Ondersteund door de ambulante begeleiding stapten we uit onze comfortzone. De begeleiders was niets te veel. Ze kwamen in hun vrije tijd zelfs voorlichting geven voor familie, vrienden en buren. Jenna heeft er veel baat bij als iedereen hetzelfde doet. Daar is veel onderling contact en begrip voor nodig. We werden echt een team.”
“De communicatie en de betrokkenheid waarmee iedereen vanuit het hart samenwerkt is goud waard”
- Dominique, vader van Jenna
Zorg in onderwijs
Patricia: “Alle stapjes zijn spannend; de overgang van ’t Steyntje naar onderwijs was dat zeker. Dankzij de samenwerking tussen Daelzicht en de Parkschool lukte
het.” Michelle is een van de begeleiders die vanuit Daelzicht op de Parkschool werkt. Michelle: “Sinds we als zorgmedewerkers ook in de klas staan kunnen we veel meer toevoegen. Het belang van het kind staat voor beide partijen voorop. Voortdurend afstemmen, snel schakelen en vooral leren van elkaar.”
Niks verliezen, veel winnen
Patricia: “Voor Jenna was het super dat er bekende gezichten waren. De omgeving veranderde, ze leerde nieuwe dingen, de vertrouwde benadering bleef.” De verhouding tussen onderwijs en het begeleiden van gedrag is een waardevol samenspel. Michelle: “In de beginfase was er één begeleider van Daelzicht voor Jenna in de klas. Na een tijdje werd het één begeleider voor twee kinderen. Jenna leert dat ze niet op elk moment de volle aandacht kan krijgen.” Patricia: “Voor ons ook fijn natuurlijk. Tegenwoordig kan ze tien minuten zelfstandig werken.” Dominique vult trots aan: “Voor Jenna een topprestatie waarbij alle olympische medailles van de wereld

verbleken. Voor ons net genoeg tijd om de vaatwasser uit te ruimen: waanzinnige luxe, dat meen ik serieus.”
“Voortdurend afstemmen, snel schakelen en vooral leren van elkaar”
- Michelle, Daelzicht begeleider op de Parkschool
Vrije tijd als uitdaging
De Parkschool heeft dezelfde vakanties als het reguliere onderwijs. Patricia: “Vrije tijd is een behoorlijke uitdaging, laat staan zes weken zomervakantie.
Gelukkig biedt Daelzicht dagopvang in die periodes. Zo behouden we toch wat structuur en Jenna doet leuke dingen buiten schooltijd. We zetten ook thuis ambulante begeleiding van Daelzicht in. Dat geeft ons wat ruimte naast werk, huishouden en de zorg voor Jenna.”
Dominique: “Het zijn begeleiders die we vaak al jaren kennen, ideaal voor Jenna. De combinatie van alle ondersteuning is voor ons de beste oplossing. De onder-
linge communicatie en de betrokkenheid waarmee iedereen vanuit het hart samenwerkt is goud waard.”
Geven en nemen Jenna groeit en bloeit. Enthousiast schrijft ze hond, kip en vis. In de supermarkt vertelt ze dat ze een puzzel heeft gemaakt met Michelle. Bij de drogist knijpt ze een vreemde vrouw in de billen. Het maakt niet uit wie ze ontmoet, iedereen verdient een knuffel. Patricia: “Het is een prachtmeid, al staat niet iedereen open voor zoveel spontaniteit.” Dominique: “We hebben van Jenna geleerd dat je niet alles hoeft te kunnen. Ze laat ons zien waartoe wij als ouders in staat zijn. Een ding is zeker: zonder alle ondersteuning en samenwerking zou het onmogelijk zijn.’
“De samenwerking tussen Daelzicht en de Parkschool kwam precies op het goede moment” - Patricia, moeder van Jenna




Kom je meedoen?





Kies vo or de leukste kinderopvang!
Dagopvang, peuteropvang en buitenschoolse opvang. V raag een vrijblijvende rondleiding aan op onze website: spring-kinderopvang.nl.
nieuwsgierig naar jou
AI, een vloek of een zegen voor je kind?
Artificiële intelligentie (AI) is niet meer weg te denken uit onze maatschappij en ook kinderen worden dagelijks blootgesteld aan deze nieuwe technologieën. Hoe ga je daar als opvoeder mee om?
Je kunt als opvoeder van alles vinden van AI, maar tegenhouden kunnen we kunstmatige intelligentie niet (meer). Daarmee zou het niet de vraag moeten zijn óf je je kind leert leven met AI, maar hoe?
Alleen: hoe doe je dat als je zelf misschien amper weet wat AI is, en wat de kansen en de risico’s ervan zijn? Waar kun je dan in Limburg terecht voor hulp of advies?
Dat blijkt nog niet zo eenvoudig. Het Centrum voor Jeugd en Gezin Midden-Limburg bijvoorbeeld geeft onomwonden toe “nog niet zover” te zijn dat ze opvoeders of jongeren op dit terrein kunnen adviseren.
De proef op de som met ChatGPT waar je in deze provincie dan wel moet zijn voor informatie over opvoeden en AI lijkt in eerste instantie een handvol bruikbare ingangen op te leveren. Bij nader onderzoek blijken echter geen van die suggesties nuttig.
‘Nieuwe tijd’
“Dan hebben jullie vast een gratis versie van ChatGPT gebruikt. Bij een betaalde versie van deze chatbot heb je aanmerkelijk meer kans op actuele en daarmee bruikbare antwoorden”, oppert Dorin Bouwman van AIpunt in Groningen. AIpunt is een laagdrempelig online magazine over AI. Het bedrijf verzorgt ook lezingen en workshops over AI om de nieuwe generatie klaar te stomen voor de ‘nieuwe tijd’.
Volgens een onderzoek van Opiniepanel uit mei 2023 maakt 80 procent van de volwassenen zich zorgen over het gebruik van kunstmatige intelligentie door kinderen. Dorin Bouwman en zijn collega Robert de Vries kunnen zich die koudwatervrees best voorstellen. Robert: “Kunstmatige intelligentie is doorgaans negatief in het nieuws. Zelden of nooit lees of hoor je over de positieve kanten van AI. Dat maakt opvoeders huiverig als ze merken dat hun kind bijvoorbeeld ChatGPT gebruikt om opdrachten voor school te maken. Wat veel ouders zich daarbij niet realiseren,

is dat ze zelf ook regelmatig gebruikmaken van kunstmatige intelligentie – vaak zelfs dagelijks. Het navigatiesysteem in hun auto bijvoorbeeld kan niet zonder deze technologie. En zonder algoritmen kan Netflix hen onmogelijk precies die series voorschotelen die zij interessant vinden.”
AI: leren leven met de toekomst – hoe begeleid je jouw kind?
Dorin en Robert vergelijken de angst voor AI bij veel volwassenen met de vrees voor het internet in de jaren 90.
Dorin: “Jongeren omarmen nieuwe technologieën veel sneller. Zij zullen de rest van hun leven met AI te maken krijgen. De ontwikkeling van kunstmatige intelligentie gaat steeds sneller en is niet meer te stoppen. Juist daarom moeten we jongeren daar goed bij begeleiden. Opvoeders doen er dan ook goed aan om zich te verdiepen in AI, in ieder geval in de beginselen ervan. Ik zou zeggen: speel eens met ChatGPT; dat kost niks. Je kunt dan in ieder geval tot op zekere hoogte meegaan in de ontwikkeling van je kind en er samen over praten. Graag gaan we in gesprek met opvoeders en opleiders om hen te helpen met deze transitie.”
Kritische denkoefening
Dat laatste is overigens een veelgehoorde tip aan ouders. Kek Mama, een Nederlandse glossy en website voor moeders, vindt het niet erg dat kinderen AI gebruiken, maar wijst erop dat het hun denkwerk niet mag vervangen. AI
kan veel, aldus Kek Mama, maar heeft ook regelmatig geen idee waar het over praat. ‘Je kunt er dus mooi een kritische denkoefening van maken: stel vragen aan ChatGPT en controleer daarna samen de antwoorden (…) en laat ze zien dat dubbelchecken de norm is.’
Die kritische houding is ook de insteek van Mark van de Mortel, directeur van het Grescollege in Reuver met een grote belangstelling voor ICT en AI in het bijzonder. Namens de Stichting Onderwijs Midden-Limburg organiseert hij in maart voor de derde keer een symposium over AI in het (beroeps)onderwijs, deze keer specifiek over de toepassing van AI in de beroepspraktijk.
“Zelf maak ik dagelijks gebruik van AI, onder meer om te brainstormen en om subsidieaanvragen voor te bereiden. Dat scheelt me úren werk. Maar je moet wel weten hoe je met deze technologie moet omgaan. Daarom vind ik het belangrijk dat scholen leerlingen hierin begeleiden. Bijvoorbeeld hoe ze een goede prompt, een goede zoekopdracht voor een chatbot kunnen formuleren. En dat ze nooit genoegen moet nemen met het eerste antwoord van een chatbot, maar moeten doorvragen, in gesprek gaan met de chatbot. Dan pas haal je het optimale uit de chatbot. En dan nog moeten ze leren om kritisch te zijn op het eindresultaat.”
AI-proof
“Leraren op hun beurt moeten bijvoorbeeld ontdekken hoe ze hun opdrachten AI-proof kunnen maken. We moeten als school natuurlijk voorkomen dat de leerlingen alles in ChatGPT gooien
en geen huiswerk meer maken. Door bijvoorbeeld een regionaal element aan een opdracht toe te voegen, wordt het al veel lastiger de opdracht volledig met artificiële intelligentie te maken, want over regionale, laat staan lokale informatie beschikt ChatGPT nauwelijks.”
Dit laatste zou trouwens een tweede verklaring kunnen zijn voor de magere ChatGPT-oogst aan Limburgse adviespunten over AI en opvoeden.
Van de Mortel is het overigens niet eens met de kritiek dat AI geestdodend is en slecht voor de creativiteit. “Met behulp van AI kun je een opdracht een kickstart geven. Als je een taak voor pakweg 80 procent met behulp van een chatbot kunt maken, kun je al je eigen energie en creativiteit inzetten voor de resterende 20 procent. Op zo’n manier kan slim AI-gebruik zelfs bevorderend zijn voor de creativiteit.”
Of kinderen op school de nodige begeleiding krijgen in het omgaan met AI hangt nu grotendeels af van de school en de leraar. Van de Mortel hoopt daarom vurig dat omgaan met AI binnen afzienbare tijd een van de kerndoelen van digitale geletterdheid in het onderwijs wordt. “Tot die tijd ben je als ouder afhankelijk van de mate van affiniteit van een school en een leraar met dit onderwerp.”
Voor meer informatie over AI (en opvoeden) kijk op www.aipunt.nl.
Tekst: John Huijs Beeld: Getty Images
de kracht van kiezen met je hart
“Als je doet wat je écht blij maakt, volgt de motivatie vanzelf.”
Studeren is meer dan alleen cijfers behalen of een diploma op zak hebben. Het gaat vooral óók om het ontdekken van je passie en het vinden van een studierichting die je elke dag energie geeft. Bij Gilde Opleidingen geloven we dat een studiekeuze niet alleen met je hoofd, maar vooral ook met je hart gemaakt moet worden. De 19-jarige Layth Ayoubi uit Tegelen bewijst zelf dat het volgen van je gevoel het belangrijkste is bij het maken van een studiekeuze. Op zijn vijftiende laat hij zijn ouders en broer achter en verruilt hij zijn geboorteland Syrië - een land dat verscheurd is door oorlog – voor Nederland. Een onbekende taal, een vreemd land én een nieuwe toekomst. In het begin zeker moeilijk en eenzaam, maar zijn mboopleiding houdt hem op de been.
School als tweede thuis De eerste jaren in Nederland waren lastig voor Layth. Het contact met zijn familie, die nog in Syrië verbleef, was minimaal en het leren van een nieuwe taal was een kwestie van elke

dag doorzetten. “Ik heb me vaak eenzaam gevoeld. Ik had heel erg de behoefte aan een warme thuisomgeving en gesprekken met mijn ouders”, vertelt hij. School wordt voor hem dan ook zijn tweede thuis, een veilige basis. Na het afronden van zijn entreeopleiding bij Gilde Opleidingen - waar hij in een jaar tijd zijn mbodiploma niveau 1 haalt - wil hij doorstuderen. Als kind is hij altijd al geïnteresseerd in hoe dingen in elkaar zitten, vooral auto’s. Toch besluit hij in Nederland voor een vervolgopleiding ICT te kiezen.
“Mijn vader was ervan overtuigd dat ik hier de beste baankansen in had. Het voelde als de vanzelfsprekendste keuze, iets wat al vaststond sinds mijn tienerjaren. Pas toen ik me verder ging verdiepen in het werken met auto’s en garages bezocht, ontdekte ik hoeveel plezier ik haal uit het werken met mijn handen. Tijdens het zoeken naar opleidingen in de studiekeuzegids van Gilde Opleidingen sprong één eruit: Autotechniek. Ik voelde aan alles dat het originele pad wat ik voor ogen had niet voor mij bestemd was.”
De druk voelen Het besluit om over te stappen naar een andere opleiding was voor Layth niet zonder twijfels van anderen.
Hij begrijpt heel goed hoe jongeren vaak de druk voelen om te voldoen aan de verwachtingen van hun ouders of omgeving. “In het begin was mijn vader sceptisch over mijn switch. Maar ik wist hem ervan te overtuigen dat ik mijn eigen gevoel moest volgen. Verandering hoeft niet slecht te zijn,” vertelt hij.
Hoewel het voor hem een grote beslissing was, kreeg Layth ook veel steun van zijn omgeving. Zijn docenten ondersteunden hem en motiveerden hem om verder te gaan in de autobranche. “Zij zagen dat ik diep van binnen niet blij was met mijn keuze. Ze gaven mij het vertrouwen om te kiezen voor mezelf”, herinnert Layth zich. En zo geschiedde: hij besluit zijn opleiding voort te zetten in autotechniek op niveau 2.
Het blijkt de juiste keuze. “Ik haal elke dag energie uit het repareren en begrijpen van auto’s. Het mooie is, hoe meer ik leer bij Gilde Opleidingen, hoe nieuwsgieriger ik word naar alles binnen dit vak.” Wat Layth het meeste geholpen heeft bij het maken van zijn studiekeuze, is het gevoel dat hij doet wat hij écht leuk vindt. “Luister naar je hart, dan komt het uiteindelijk goed. Misschien klinkt het cliché, maar mijn hobby is mijn werk geworden”, zegt de 19-jarige enthousiast.
Blijven leren en groeien Wat Layth aantrekt in het mbo, is de sterke focus op praktijkgericht leren. Als bblstudent brengt hij veel tijd door bij zijn leerbedrijf, een garage in Tegelen. “In de werkplaats leer je veel meer dan uit boeken. Daar zie je direct hoe alles werkt. Als ik op mijn stageplek ben, voel ik me helemaal op mijn gemak. Ik waardeer het heel erg dat mijn docenten en mijn loopbaanbegeleiders me de ruimte geven om mezelf te blijven ontwikkelen. Ze duwen je niet zomaar in een richting maar ze helpen je ontdekken waar jouw intrinsieke motivatie ligt.”
Layth kijkt met veel ambitie naar de toekomst. Als vakman voelt het alsof de wereld aan zijn voeten ligt. “Ik wil altijd blijven leren. Een eigen garage zou op den duur een heel mooi doel zijn. Wellicht kies ik later wel voor een combinatie van ICT en autotechniek. Maar mijn droom is vooral ook om andere jongeren enthousiast te maken voor het mbo. Hier liggen veel kansen”, vertelt hij vol enthousiasme.
Layth’s boodschap aan andere studiekiezers is dan ook helder: “In het begin is het misschien niet altijd duidelijk welke richting je opgaat, maar vraag jezelf vooral af waar je energie van krijgt. Als je doet wat je écht blij maakt, volgt de motivatie vanzelf.”

Smaakontwikkeling begint al bij de eerste hapjes Volgens kinderdiëtist Lieke Rongen van Kinderdiëtistenpraktijk VOLOP!!! in Noord-Limburg start smaakontwikkeling veel eerder dan de meeste ouders denken. “Tijdens de zwangerschap krijgt een kind al smaken binnen via het vruchtwater. Ook bij borstvoeding proeven baby’s een beetje mee van wat de moeder eet en drinkt. Dit helpt de smaakpapillen te ontwikkelen. Vanaf vier maanden krijgen baby’s vaste voeding. Wat velen niet weten is dat kinderen al een voorkeur krijgen voor zoet door fruit als eerste te geven. Daardoor wordt het wennen aan groenten lastiger. Wij adviseren daarom: kies eerst voor groentehapjes zoals bloemkool, wortel, broccoli of pompoen. Deze smaken zijn zacht en puur, ideaal voor een eerste kennismaking.”
Hoe beïnvloed je de smaakvoorkeur van je kind? Lieke legt uit dat vroege smaakervaringen veel invloed hebben op eetgewoontes later in het leven. “Kinderen die jong veel verschillende smaken leren kennen, hebben vaak een breder smaakpalet en eten later gevarieerder. Maar als een kind een voorkeur voor zoet of hartig heeft, betekent dat niet dat het nooit andere smaken leert eten. Geduld is hierbij heel belangrijk. Kinderen moeten soms tien tot vijftien keer een nieuwe smaak proeven voordat ze eraan gewend raken. Blijf daarom steeds weer aanbieden om een klein hapje te proeven, zonder te dwingen”, vertelt Lieke. De smaak blijft zich altijd ontwikkelen. Vindt een kind iets vies – denk aan pasta of boerenkool – dan kan dit best op latere leeftijd juist zijn lievelingskost worden. Ook als volwassene krijg je soms een andere smaak. Opeens lust je wél oude kaas of olijven, terwijl je er een paar jaar geleden nog van gruwelde.
Samen eten en ontdekken
De kinderdiëtist benadrukt het belang van een gezamenlijke eetervaring. “Ga samen met je kind aan tafel zitten. Laat het bijvoorbeeld broccoli of bloemkool voelen. En eraan ruiken, zodat het ook al met de geur bekend wordt.”
Andere tips van Lieke:
Zorg voor variatie op het bord. Een kleurrijk gerecht ziet er aantrekkelijker uit en maakt eten leuker.
Al jong gezonde eetgewoontes ontwikkelen
Rode kool of sperzieboontjes? Jakkie. Jonge kinderen trekken vaak al een vies gezicht nog voordat ze een hap genomen hebben. Voor ouders kan dit frustrerend zijn en een enorme uitdaging vormen. Maar begin je vroeg met smaken aanbieden, dan ontwikkelt je kind een breder smaakpalet dat later van pas komt.
• Over het algemeen vinden kinderen het niet fijn als de groente bijvoorbeeld het vlees aanraakt of de saus in de aardappelen loopt. Daarom is de volgende tip ook hiervoor erg handig.
• Geef een kleine portie, maar wel op een groot bord. Gebruik dus geen bord of bakje speciaal voor kleine kinderen. Op het grote bord lijkt de portie kleiner. Zo ontstaat niet het idee van een ‘grote berg’ eten – ‘moet ik nog zoveel eten’ – dat werkt ontmoedigend.
• Betrek kinderen bij het kiezen en bereiden van maaltijden. Laat je zoon of dochter in de supermarkt een groente uitzoeken en meehelpen met wassen of snijden. Dat maakt nieuwsgierig. Grote kans dat je kind in ieder geval proeft. Het is namelijk interessant om iets te eten wat jezelf hebt ‘klaar’gemaakt.
”Begin vroeg, eet gevarieerd: gezonde eetgewoonten ontwikkelen kan al jong!”
Lieke vult nog aan: “Er zijn nog veel meer tips en tricks te geven, maar kies alsjeblieft wat bij jouw kind en jou past. Jij moet je er goed bij voelen. Dat is de maatstaf.”
Het goede voorbeeld doet goed volgen en dus eten “Kinderen kopiëren het gedrag van hun ouders. Het is dus belangrijk dat je het goede voorbeeld geeft als
ouder. Eet samen aan tafel, neem regelmatig groente en vermijd slechte eetgewoontes. Dan heb je eerder kans dat je kind dát gedrag nadoet. Dus niet: voor de televisie eten, het ontbijt overslaan of je tegoed doen aan kant-en-klaargerechten”, zegt Lieke. Als jij met plezier groenten eet, heb je meer kans dat je kind dat ook doet. Regelmaat en een gezond eetpatroon binnen het gezin hebben een positief effect op gezond eten. Maar maak het jezelf ook niet te moeilijk, vertelt ze. “Natuurlijk hebben verse groenten de voorkeur, maar als je je kind een keer een potje geeft, is dat echt geen ramp. Iedereen heeft weleens een drukke dag waardoor koken niet lukt.”
Begin klein en maak het leuk Het leren eten van gezonde voeding vraagt tijd, geduld en een creatieve aanpak. Door kinderen van jongs af aan kennis te laten maken met een breed scala aan smaken, leg je de basis voor een gezond eetpatroon. Samen koken, kleurrijke gerechten maken en een positieve sfeer aan tafel helpen daarbij. “Het is maatwerk”, besluit Lieke. “Ieder kind is anders en niet iedereen zal alles eten wat op tafel komt. Maar met de juiste aanpak kunnen we zorgen dat elk kind zo gezond mogelijk eet.” En wie weet? Misschien vraagt je zoon of dochter binnenkort zélf om een bordje sperziebonen of rode kool.

Nostalgie uit de kinderboekenkast
Mijn favoriete kinderboek is: Het vogeltje dat te ver vloog van Ruth Ainsworth en geïllustreerd door Sei’ichi Horiuchi, uitgave eerste druk 1976. Het boek is niet meer nieuw te koop, wel nog 2de hands, voor bijna 45 euro! Ik heb vroeger altijd met jonge kinderen gewerkt, en omdat ik zelf helemaal dol was, en nog steeds ben, op kinderboeken, las ik heel vaak kinderboeken voor. Dit boek maakte altijd een verpletterende indruk op de kinderen. Het gaat over een jong musje, dat voor het eerst gaat vliegen en dan verder vliegt dan zijn moeder heeft aangegeven. Hij wordt moe, en wil uitrusten, wil in allerlei nestjes van andere vogels uitrusten, maar die sturen hem allemaal weg omdat hij niet bij ze hoort, een ander geluid maakt.....Uiteindelijk het is al donker, en hij kan niet meer vliegen van vermoeidheid, dan ziet hij de donkere schaduw van een vogel....hij kan nog net vragen of hij misschien bij haar hoort, hij kan alleen maar tjilpen....en ja, hoor, het is zijn moeder en veilig tussen haar vleugels vliegen ze terug naar hun nestje. (Voor heel veel vluchtelingen, kinderen, is dit helaas tegenwoordig een herkenbaar thema....)
Gery Hol, Venlo.
Lezen was als kind al mijn ding… Ik ging met 7-8 jaar al alleen naar de bieb in de binnenstad (Roermond). Daar hadden we naast het station onderin de kelder onze bieb. Heerlijk vond ik het toen al… Die boekengeur als ik er binnenkwam….. Ik ging elke keer met het maximaal aantal boeken (6 st.) blij naar huis. Meestal las ik ‘s avonds in bed. Wipneus en Pim, Pietje Puk, Pinkeltje, Pietje Bell, Sjors en ik was geabonneerd op Suske en Wiske en de Donald Duck Yvonne Keulen, Melick.
Merry op balletles van Susan Gaynor. Ik kreeg dit boek, eind jaren 50, met Sinterklaas. Al weken van tevoren stond ik voor het raam bij ‘Manders Driek’ te kijken naar al dat moois in de etalage. Vooral de boeken vond ik geweldig. Ik was en ben nog steeds een echte boekenwurm, maar dit boek heb ik misschien wel tien keer gelezen. Na verloop van tijd kwam het op zolder terecht, maar het kreeg een tweede leven. In 1960 werd ik, ik was nog nét geen tien jaar, trotse tante van mijn nichtje Ruud. Zij kreeg dit boek en vertelde mij later dat het ook háár favoriete jeugdboek was. Ruud is later bibliothecaresse geworden, misschien heeft dit boek haar er het eerste zetje daartoe gegeven. Lea Thielen-Driessen, Maasbree.
Ik heb heel veel favoriete jeugdboeken van vroeger. Maar ik denk dat we moeten focussen op boeken van nu aangezien we de kinderen nu moeten interesseren. Veel boeken van vroeger zijn, vaak door taalgebruik en thematiek, minder relevant. Ik ben als zij-instromer werkzaam in het basisonderwijs en lees nu veel kinderboeken. Er zijn veel, heel leuke kinderboeken. Ik moet kiezen dus bij deze: Tuf. Het stoerste meisje van de oertijd van Tijs van Marle en illustraties van Esther van den Brink (een van de titels in de Kinderboekenweek van dit jaar). Gewoonweg een heel grappig boek: leuke vlotte tekst met heel veel opendeur grapjes die de kinderen (en ouders) laten lachen. De illustraties ondersteunen de humor perfect. Sterker nog: de grapjes worden leuker door de tekeningen. Hedendaagse terminologie wordt in een oertijd jasje gestopt zodat het voor de kinderen herkenbaar is. Prachtig om voor te lezen en plaatjes te laten zien voor kinderen van 4-5 jaar. Kinderen van 6-7 jaar kunnen dit boek zelf lezen en lachen om de tekeningen.
Jos Cauven, Roggel.
Van meeslepende avonturen tot hartverwarmende voorleesverhalen: de reacties op onze oproep over favoriete kinder- en jeugdboeken stroomden binnen! Een indrukwekkende reis langs boeken die generatie na generatie blijven boeien. Van de avonturen van Dik Trom en Pluk van de Petteflet tot de onvergetelijke verhalen van Tonke Dragt en Guus Kuijer. Ook werden geliefde klassiekers als Alleen op de wereld en De torens van februari genoemd, net als verrassingen zoals De ridder zonder billen
Bijzonder hoe boeken niet alleen herinneringen, maar ook familietradities hebben gevormd. Voorlezers die met plezier de magie van verhalen doorgeven, blijken nog steeds de liefde voor lezen aan te wakkeren.
Het boek telkruid verjaardag de doodzieke binnen den worden gaat dit een spannend kloppen. verhaal ste nippertje
Als kind was ik vaak te vinden in de bibliotheek aan de Bongerdstraat in Tegelen. Rechts boeken voor volwassenen, links voor de jeugd. Met mijn abonnement en een knipkaart voor zo’n tien boeken, verslond ik alles wat op de schappen te vinden was. Mijn moeder las altijd gretig mee, dat vond ik ook zo fijn. Lotje in de dierentuin, De Olijke Tweeling, Pitty naar kostschool, Mariska de circusprinses, Dik Trom, Pietje Bell, de Kameleon, heerlijke boeken. Ik droomde ervan zelf schrijfster te worden en was dan ook helemaal idolaat van Irmgard Smits uit Valkenburg, Nederlands jongste schrijfster destijds, die op 12-jarige leeftijd Blijf lachen, Irmgard schreef over haar verblijf en belevenissen in een sanatorium. Daarna volgden nog meer boeken in de Irmgard en Babs-serie. Herkenbaar voor de tiener die ik toen was. Als mijn biebboeken uit waren, pakte ik mijn eigen boeken weer van het driekleurige, ijzeren boekenrek op mijn meisjeskamer. Ik moest gewoon altijd wat te lezen hebben en dat is nog steeds zo. De liefde voor het lezen probeer ik over te brengen op mijn kleinkinderen. Of dat gaat lukken met de concurrentie van YouTube filmpjes en computerspelletjes, mwah, da’s afwachten. Niettemin, ik blijf proberen, niks fijner dan verdwalen in een boek. Ruth Schouwenberg- Dings, Tegelen.
Mijn jeugdboek was en zijn de boeken van Arendsoog Ik had er een paar die ik bleef lezen begin jaren 60. Een jaar of tien geleden ging ik ze weer eens lezen en van het een kwam het ander. Ik ging op latere leeftijd nog meer Arendsoog boeken verzamelen en heb op dit moment de hele collectie van de Arendsoog boeken. En nog steeds kijk ik uit naar de eerste druk. En nog steeds kan ik genieten als ik naar de boekenkast kijk. Michel van Lier, Blitterswijck.
Lezen is 1 van mijn grootste hobby’s geworden. Door verkeerde diagnose en 3 jaar op bed te hebben gelegen kon ik alleen maar luisterboeken luisteren. En ik zal zeker wel 300 boeken verslonden hebben. Maar er is 1 boek dat me in klas 6 in het jaar 1979 altijd is bijgebleven. Dat lazen we dan met de hele klas. Om de beurt een stukje voor lezen, samen met meneer Twan Ambaum. Pim, Frits en Ida, ze waren verdwaald in een grot, oh wat was dat spannend!! Mandy Beckers, Belfeld.
Lezen is mijn passie. Dat was vroeger al zo en dat zal altijd zo blijven. Ik heb mezelf leren lezen toen ik op de kleuterschool zat en mijn eerste leesboek was Winnie de Poeh. Dat is lang geleden, maar ik weet nog hoe ik hiervan heb genoten, telkens weer. Op de basisschool kwam Arendsoog in beeld. Alle boeken in deze serie werden verslonden. De Engelse uitdrukkingen hierin werden in een schriftje genoteerd met de vertaling erbij. Dat verklaart waarschijnlijk ook mijn liefde voor talen, hoewel Nederlands toch mijn favoriet blijft. Toen ik op mezelf ging wonen, werd ik lid van de bibliotheek, en dat ben ik nu als pensionado nog steeds. Per week lees ik gemiddeld 4 boeken. Het genre was in de loop der jaren verschillend, maar de laatste tijd kies ik toch voornamelijk voor het romantisch spul. Enkele maanden geleden kwam ik in de bieb Winnie de Poeh weer tegen. Natuurlijk heb ik het boek mee naar huis genomen. Wat een leuke herinneringen kwamen er terug. Samenvattend kan ik zeggen dat lezen mijn leven enorm heeft verrijkt. Ik had het niet willen missen. Marianne Verstraaten, Venlo.
Mijn favoriete jeugdboek is Kruistocht in spijkerbroek In een adem uitgelezen.
Carmen Godding, Venlo.
Op de lagere school hadden we een schoolbibliotheek met daarin de serie over Inspekteur Hebbes geschreven door W. Krudde (1964-1966). Deze serie bestond uit een tiental boekjes over de avonturen van inspekteur Hebbes en brigadier Knuttermans. Zo moest hij het mysterie van de gestolen trein oplossen, het geheim van het gouden medaillon zoeken en was hij ook betrokken bij het geheim van het Uddelermeer. Inspekteur Hebbes was een slimme man die veel gevraagd werd om misdaden op te sporen. Zijn achternaam heeft natuurlijk betrekking op het feit dat hij aan het eind van het boek altijd de juiste boeven wist te pakken. Zijn vriend was brigadier Knuttermans die vaak door de criminelen werd onderschat qua slimheid, maar ook wat betreft lichaamsbouw. Hij was echter menig misdadiger te snel af… Ik heb deze boekjes allemaal gelezen en was ook nog aan het lezen toen het leesuurtje in de klas allang voorbij was. Nu ben ik ze aan het verzamelen hetgeen lastig is. Dus als mensen nog deze boekjes hebben, wil ik ze graag kopen. Ik ben ze nu dus aan het herlezen en dit brengt me zo weer terug naar de lagere schooltijd.
Marcel Richter, Linne.
Het was klas mij ik wel een je mee boekje prominente leg ik mij boekje de wolf erg spannend. willen kleine heel goed Mijn favoriete wel Het pensioengerechtigde boekjes waardes, renleven. toegeven niets meer Geen pà maar niet favoriet,
Mijn jeugdboek was Vogeltje en Vogeltje blijft zingen De schrijver weet ik niet meer. Het boek ging over een blinde jongen en over hoop, liefde, geluk en vriendschap. Helaas kan ik het boek nergens meer vinden. Bij ons in de klas werd het voorgelezen in de jaren 19561960. Ik lees elke dag graag jullie krant. We zijn al 54 jaar lid.
Els Wijnen-Dirkx, Maasbree.
Het boek wat ik als kind stukgelezen heb is Het Sleutelkruid van Paul Biegel. Ik kreeg het voor mijn 7e of 8e verjaardag van mijn broer Theo. Het verhaal gaat over de doodzieke koning Mansolein die volgens de dokter binnen een week zal sterven. Zijn hart moet opgewonden worden en daarvoor is het sleutelkruid nodig. Hij gaat dit kruid zoeken, maar de koning moet iedere dag een spannend verhaal horen dat zijn hart sneller doet kloppen. Een voor een komen er dieren uit zijn rijk een verhaal vertellen en natuurlijk wordt hij op het allerlaatste nippertje gered.
Toen ik in de eerste klas een beetje kon lezen, besloot ik lid te worden van de bibliotheek. Daar heb ik bijna alle boeken van de jeugdafdeling gelezen. Een serie die me echt aansprak, was die van Wipneus en Pim. Twee kabouters die talloze avonturen beleefden. Sommige personages, zoals koning Goedhart, heks Krikkekraka en dokter Knippeling, kwamen in verschillende boeken terug, wat altijd een feest van herkenning was. Het boekje met de vliegende paraplu was mijn absolute favoriet. Het idee dat een paraplu kon vliegen, vond ik zo magisch! Door op een knopje te drukken, verschenen er twee stoeltjes. Een ander knopje liet de paraplu de lucht in stijgen, en het knopje ‘PK’ stond voor Paardenkracht, waardoor je supersnel kon vliegen. .Jaren later heb ik het boek Kruistocht in Spijkerbroek gelezen. Het was een dik boek, maar het was bijna onmogelijk om het weg te leggen. Dit verhaal gaat over een Nederlandse jongen die, in zijn spijkerbroek, terechtkwam in de Kinderkruistocht van de Middeleeuwen. Hij liep en hielp een tijd mee, terwijl hij ook bezig was met de vraag hoe hij terug kon keren naar zijn eigen tijd. Het was een geweldig boek en later is het zelfs verfilmd. Lianne Geurts-Elbers, Bergen.
Erny Theelen, Venlo. In 1962 was ik zes jaar en zat in de eerste klas van de H. Hartschool in Venlo. Mijn klasgenoten en ik luisterden ademloos als onze onderwijzer voorlas uit een boek. Wat was dat spannend! Over de avonturen van de zestienjarige schildknaap Tiuri die, in de nacht vóór hij tot ridder van het rijk van koning Dagonaut zal worden geslagen, een ‘onmogelijke’ opdracht van een ridder krijgt: een geheime brief bezorgen aan de koning van het bevriende buurland Unauwen. Hij moet hiervoor veel gevaren trotseren, in een lange tocht door donkere wouden, over hoge bergen en brede rivieren, en daarbij ridders en handlangers van het vijandige buurland Evillan ontwijken, die willen voorkómen dat de brief wordt bezorgd. Gelukkig krijgt hij onderweg hulp van de kluizenaar Menaures en van Piak die hem op zijn verdere tocht begeleidt. Ik kreeg het boek voor mijn zevende verjaardag, en las het toen nog een keer. En vele jaren later heb ik het nog eens gelezen, want ook voor volwassenen is het een spannend verhaal, dat je je hele leven niet meer vergeet. In 2024 overleed op 93-jarige leeftijd Tonke Dragt, schrijfster van dit beste kinderboek aller tijden: De brief voor de koning! Henk Goertz, Grubbenvorst. zal op de Winnie hoe ik basisschool serie hierin vertaling voor Toensteeds. Per in tijd kies Enkele Poeh huis er televen missen. Venlo.
spijkerbroek
Venlo.
In mijn jeugd las ik graag en veel. Maar tijdens de oorlog hadden we weinig leesvoer. Op school lazen we boeken meermalen wegens gebrek eraan. Dat was wel saai. Ik smulde van de boeken die mijn vader voor me meebracht bijvoorbeeld De Daghit en Moedertje Zorg van Annie Hulsmans. Ook kregen we thuis een abonnement op de tijdschriften De Gouden Wiek en Roomse Jeugd. Ik kon niet wachten tot ze eindelijk in de brievenbus lagen. Onze kinderen lazen graag Okki en Taptoe. Ook de serie van Wipneus en Pim was geliefd evenals Pinkeltje, De grote vijf en de Gouden boekjes. Ook stripboeken zoals Donald Duck en Asterix werden verslonden. De bibliotheek werd regelmatig bezocht. De kleinkinderen groeiden op met onder andere verhaaltjes in rijmvorm van Ron Schröder en Marianne Busser, die ze op den duur ‘zelf konden lezen’. We lazen ook de ontelbare boeken van Annie M.G. Schmidt. Later volgden Roald Dahl met natuurlijk Matilda en Sjakie en de chocoladefabriek. En niet te vergeten Harry Potter. Op weg naar een vakantiebestemming werden er vaak cd’s opgezet met luisterboeken. Ja, lezen is en blijft een groot goed voor groot en klein. Agnes Nijskens, Reuver.
Mijn favoriete kinderboek, met stip op één is toch wel Het kleine huis op de prairie. Zelfs nu ik bijna de pensioengerechtigde leeftijd heb bereikt, herlees ik de boekjes nog. De kneuterigheid, het knusse, de familiewaardes, de nauwkeurige beschrijving van het boerenleven. Laura Ingalls was een schrijftalent. Al moet ik toegeven dat het de jeugd van tegenwoordig helemaal niets meer zegt. Die willen vaart en helden in auto’s. Geen pà en mà die menen dat kinderen wel gezien, maar niet gehoord mogen worden. Maar het blijft mijn favoriet, in mijn jeugd en nu nog steeds. Elène Penders, Maasbree.
Toen ik op de lagere jongensschool in Horn zat, nam mijn moeder boeken van Arendsoog voor me mee uit de bibliotheek. Met Sinterklaas en als ik jarig was, kreeg ik wel eens een boek cadeau. Ik heb ze allemaal nog. Ook verslond ik alle Wipneus en Pim boeken. Ben Hur met originele foto’s uit de film, was een andere favoriet. Verreweg het mooiste jeugdboek echter vind ik Knikkertje Lik van Daan Zonderland. Het boek is spannend en zit vol fantasie. Tijdens het lezen ervan sloot ik me van alles en iedereen af. Heerlijk. Talloze malen heb ik het gelezen. Toen ik onderwijzer was aan de Engelbewaarderschool in Heel las ik het mijn leerlingen voor. Zij waren eveneens enthousiast. Ook deze boeiende pocket heb ik nog steeds, ik gooi nu eenmaal niet graag boeken weg. Het feit dat er een paar stevige elastieken nodig zijn om het boekje bij elkaar te houden, illustreert dat het goed gelezen is. Als ik eraan terugdenk moet ik weer glimlachen. Dat is maar weinig schrijvers gelukt. Alhoewel ik veel lees, is dit een van de weinige werkjes die ik ooit opnieuw las.
Arno Walraven, Horn.

Er zijn 3 boekjes die ik letterlijk stuk heb gelezen in groep 1 en 2 van de basisschool, als kleuterjuf dan wel te verstaan, in de voorleesuurtjes die onder andere plaatsvonden in de 80’er en 90’er jaren van de vorige eeuw. De hoofdrolspelers in de boekjes zijn Wouter en Mieke, twee kinderen uit één gezin, in de leeftijd van 3 en 5 jaar. De belevenissen van die twee zijn heel herkenbaar voor kleuters, de kinderen in de groep genoten van de verhalen en er viel altijd veel te lachen. De boekjes zijn van de kinderboekenschrijver Jacques Vriens, de tekeningen zijn van Dagmar Stam; ze geven een mooi tijdsbeeld. Het voorlezen in de klas van deze humorvolle boekjes begon in november met; Dag, Sinterklaasje, daarin worden de weken vóór het Sinterklaasfeest beschreven vanuit de belevingswereld van Wouter en Mieke. O, dennenboom laat de tijd op weg naar Kerstmis zien door de ogen van de kinderen. In het voorjaar was boekje drie aan de beurt; Drie ei is een paasei. Wat een voorleesfeest iedere keer weer. Er is sinds die tijd veel veranderd, met name rond Sinterklaas. Dag Sinterklaasje is herschreven, de kinderen heten nu Sam en Lieke, de illustraties zijn van Marja Meijer, maar de belevenissen van de kinderen zijn van alle tijden.
Antoinette Rooswinkel-Vossen, Horn.
Het was op het eind van het schooljaar 1960 toen de meester van de eerste klas mij naar voren riep. Ik bleek de ijverigste leerling van de klas te zijn waar ik wel een beetje verlegen van werd. Hij gaf me daarvoor een mooi boekje mee met de titel De Gouden Klompjes. Ik glom van trots en ik heb dat boekje wel 50 keer uitgelezen. Nog steeds staat het in de boekenkast op een prominente plaats. Nu er in de laatste jaren drie kleinkinderen zijn geboren leg ik mij toe op het voorlezen van boekjes met mooie plaatjes. Het Eftelingboekje van De Wolf en de Zeven Geitjes is een van de favorieten. Vooral als de wolf binnenstormt en met grote tanden in de bek de geitjes wil opeten is erg spannend. Ook het dialectboek De Gröffelo (De Gruffalo) van Frans Pollux willen de kleinkinderen graag horen. Met af en toe een stemverhoging of een kleine andere draai wordt het verhaal verteld aan de kleinkinderen. Het werkt heel goed voor de rust in de drukke kinderkopjes en ook voor mezelf
Hans Huijs, Blerick.
Als kind was ik geen lezer. Ik sportte liever. Ik had nog nooit een boek uitgelezen. De ommekeer kwam bij De Griezels van Roald Dahl. De levendige beschrijving van de verschrikkelijke karakters van de twee hoofdrolspelers die elkaar voortdurend te lijf gingen met gruwelijke, grappige streken, is me tot op de dag van vandaag bijgebleven. Hun relatie is gebaseerd op haat en wraak, en ze proberen elkaar constant te misleiden. Mevrouw Griezel jaagt haar man de stuipen op het lijf met haar glazen oog. Meneer Griezel zaagt stukjes van haar wandelstok af, waardoor zijn vrouw denkt dat ze krimpt. Uiteraard zijn ze allebei spuuglelijk. Ik kon zien, voelen, bijna ruiken hoe ze elkaar te lijf gingen. Roald Dahl ten voeten uit. Ik heb dit boek in één teug uitgelezen. De dieren in huis, die door hen mishandeld worden, nemen wraak door de woning ondersteboven te keren. Ze raken in de war, krimpen en verdwijnen uiteindelijk. Hoe bedenk je het! Boontje komt om zijn loontje. Eind goed al goed. Jaren later, als leerkracht heb ik veel niet-lezers overgehaald met ditzelfde boek. Met een veelzeggende lach op hun gezicht kwam het boek in een mum van tijd weer retour.
Patrick Nieskens, Boukoul-Swalmen.
HELP!
Wanneer het onverhoopt niet zo lekker loopt met je (klein)kind, ben je juist van onschatbare waarde!
Veel ellende in het leven van een mens kan voorkomen worden als er al veel eerder in de ontwikkeling van een jongere goed geluisterd, gekeken en gecommuniceerd wordt. Dat geldt voor problemen op elk gebied. Nu hebben we het in deze bijdrage specifiek over onbegrepen lichamelijke klachten.
25% van de jongeren heeft onbegrepen lichamelijke klachten. 46% van de volwassenen in de wachtkamer bij de huisarts heeft (naast eventuele medisch gediagnostiseerde problemen) ook onbegrepen klachten.
We moeten voorzichtig zijn om de huidige jeugd als ‘zwakker’ te bestempelen of steeds te schermen met het feit dat de jongeren steeds meer problemen kennen. De cijfers laten zien dat dat niet waar is. In wezen zijn de jongeren nu niet anders dan wij en de vorige generaties. Maar zij ontwikkelen zich in deze veel snellere maatschappij. Om in een natuurlijke flow te blijven is het noodzakelijk om regelmatig te vertragen of even stil te staan. Maar die tijd is er niet. Want stilstaan lijkt vaak op achteruitgaan.
“Om in een natuurlijke flow te blijven is het noodzakelijk om regelmatig te vertragen of even stil te staan”
Wij, als ouders, grootouders, pleegouders, verzorgers, leerkrachten mogen ons bewust worden van wat de jonge mensen NU uit de natuurlijke balans haalt. Wij kunnen er, naar mijn mening, alles aan doen van onze kant, om onze jonge mensen te leren hoe je samen actief werkt aan gezondheid (mentaal en fysiek), levensgeluk en zelfontplooiing. Hoe je veerkracht ontwikkelt, want op het levenspad zullen we allemaal weleens vallen, hopelijk weer opstaan en op een gezonde en fijne manier weer doorgaan.
Maar communiceren met een jong mens, die even niet lekker in zijn vel zit, is niet zo makkelijk. Dat komt omdat wij, volwassenen vaak denken te weten wat er aan de hand is en proberen het probleem te fixen. De jongere haakt af: hij/zij voelt zich niet begrepen.
Hoe fijn is het dan dat je kunt leren hoe je dat doet, actief kijken, luisteren, met mildheid en openheid in gesprek gaan, zodat je samen aan de slag kunt. Het vraagt wel om aanwezigheid, aandacht en tijd.
Wanneer je graag eventjes een praktisch ruggensteuntje hierbij wilt, voor jezelf en/of je kind zoek dan tijdig oplossingsgerichte professionele hulp. Je wilt toch zeker dat het goed gaat met je (klein)kind?

Majella Lammers
Specialist in kinder- en jongerenhypnotherapie
Reageren? praktijk@majellalammers.nl





Heerlijk



Ontdek de leukste uitjes van Limburg



1.250+ servicepunten GRATIS af te halen
Lees digitaal via uittipslimburg.nl/krant








Hoe draagt muziek maken, dansen en zingen bij aan de ontwikkeling van opgroeiende kinderen? Wat is muziek meer dan sec een instrument bespelen of zingen? Vragen die wetenschapsjournalist Mark Mieras voor de stichting ‘Méér muziek in de klas’ in zijn artikel ‘Wat onderzoek ons leert over muziek op school’ probeert te beantwoorden. Ook praten we met Raphaël Coenen, coördinator van het Leer- & Talent orkest Heerlen, en laten we Zora Aretz (11) en Julio Es-Sattati (11) van het Leerorkest op BS De Mheyster in Hoensbroek aan het woord.
Waarom muziek belangrijk is voor kinderen
“Positieve ervaringen op school met zang en muziek maken dragen bij aan een leven met plezier, aandacht en ontspanning, sociale verbinding en gezondheid. Muziek is tegelijk een krachtig hulpmiddel om leerlingen te ondersteunen bij het verwerven van taalvaardigheden zoals lezen en spellen, en bij de ontwikkeling van zelfsturing en sociaal vermogen”, stelt Mieras in zijn onderzoek vast. “Dat werkt het beste als het uitdagend en veelzijdig is. En als muziek maken samengaat met plezier en samen genieten”, concludeert hij verder. “Met muziek schep je een prettig leerklimaat, én je bouwt met leerlingen aan toekomstige vaardigheden. Samen muziek maken zorgt bij kinderen niet alleen voor plezier. Ze leren bijvoorbeeld samenwerken en naar anderen luisteren. Of hun gevoelens en gedachten beter uiten.”
Kennismaking
In BS De Wegwijzer in Heerlen stuurt Raphaël Coenen leerlingen van de groepen 5 en 6 naar de wekelijkse repetitie van het Leerorkest. “Welk instrument speel je, wie zoek je?”, vraagt hij een jongetje dat hem vragend aankijkt. “Trompet? Dan moet je dáár zijn”, wijst hij hem de weg. Een ander zoekt zijn muziekdocent. “Misschien is je meester wel even naar het toilet”, lacht Coenen. “Oh nee, daar komt hij al!” In de hal nemen leerlingen met cello’s en violen hun plaats ondertussen in. Na wat geroezemoes en gewiebel wordt het stil en zie je aan de gezichten hoe ze zich inspannen. Coenen: “De meeste kinderen hier kennen een gitaar, een keyboard, een drumstel. Hier kunnen ze kiezen uit viool, cello, klarinet, dwarsfluit, contrabas, hobo, trompet en slagwerk.


Instrumenten waar ze niet zo snel mee in aanraking komen. Ze oefenen wekelijks een uur onder leiding van professionele muziekdocenten in het Leerorkest. Op BS De Mheyster in Hoensbroek en de Broederschool in Heerlen hebben we daar nu langer ervaring mee.”
Dwarsfluit
Zora en Julio spelen beide dwarsfluit en zijn eveneens lid van het Talentorkest Heerlen. Daar musiceren zo’n vijftig leerlingen in. “En ik speel bij Harmonie St. Caecilia”, vertelt Zora. “Daar ben ik vijf jaar geleden begonnen met dwarsfluit, ik vond dat een tof instrument. In het begin was het wel lastig, omdat ik op allerlei dingen tegelijk moest letten. Op de noten, mijn vingerzetting, het blazen en meer. Nu gaat dat bijna vanzelf en vind ik het super leuk.” Julio startte in het Leerorkest, hij had nog nooit gemusiceerd. Ook thuis en bij vriendjes was niemand die een instrument bespeelde. “Ik vind samen muziek maken het fijnste. Ik krijg daar energie van, als ik in mijn eentje oefen heb ik dat veel minder. Toen ik begon zat ik in groep 6. Nu in groep 8 kan ik al meespelen tijdens uitvoeringen. Bijvoorbeeld in december in Kasteel Hoensbroek of eerder in de Nieuwe Nor. Toen was ik best wel trots op mezelf. Of ik blijf spelen? Dat weet ik niet, want ik zit nog op kickboksen en straks heb ik meer huiswerk.”
Muziek maakt kinderen sociaal sterker en cognitief vaardiger
De twee leerlingen vinden dat ze door de muziek beter luisteren, zich gemakkelijker kunnen concentreren en afsluiten voor hun omgeving. Ook in de klas. “Ik vind het verder fijn om nieuwe kinderen te leren kennen en vrienden mee te worden”, zegt Zora. “Ik ga zeker door met muziek maken.”
Invloed op het brein Musiceren zet verschillende delen van de hersenen aan het werk, zorgt voor nieuwe verbindingen en versterkt bestaande. Onder meer professor neuropsychologie Erik Scherder doet hier onderzoek naar. Hij vond dat kinderen die langere tijd muziek maken beter presteren als zij moeten plannen of beslissingen nemen. Ook geheugentaken, het vermogen te luisteren en je concentreren worden positief beïnvloed. “Je ziet daarnaast dat de kinderen genieten, ze elkaar meer helpen en de dynamiek en het leerklimaat in de klas zichtbaar verbetert”, legt Coenen uit. “Ze zijn sociaal vaardiger, krijgen extra zelfvertrouwen, zijn trots op hun prestaties. Ieder kind verdient het dus om met muziek in aanraking te komen en een instrument te bespelen ongeacht zijn achtergrond. Een Leerorkest op school of in de wijk is een geweldige leeromgeving voor kinderen. Daar heeft ieder kind recht op.”
Je kind leren musiceren?
Dat kan bijvoorbeeld door lid te worden van een harmonie of een fanfare, een band, een leerorkest of een koor. Je kunt naar de muziekschool gaan of privéles afspreken. Belangrijk is dat je kind goed gemotiveerd is en dat hij kiest wat bij hem past. Leren samenspelen is daarbij een belangrijk aspect.
De pedagogisch professional van de toekomst
Kinderen en jongeren verdienen begeleiding die echt aansluit bij hun unieke behoeften en talenten, vooral in deze samenleving waar sociale en emotionele uitdagingen alsmaar toenemen. De opleiding Pedagogisch Educatief Professional (Ad PEP) speelt in op de groeiende vraag naar praktijkgerichte professionals die een verschil maken in kinderopvang, onderwijs en zorg.
De rol van de pedagoog in de opvoeding en ontwikkeling van kinderen wordt steeds belangrijker. Denk aan de toenemende diversiteit in klaslokalen en uitdagingen in zorginstellingen. De behoefte aan deskundige pedagogisch professionals groeit dan ook met de dag. Maar hoe kunnen zij inspelen op de individuele ontwikkeling en het welzijn van kinderen en jongeren? Professionals met een Ad PEP-opleiding spelen in op ieders unieke talenten, door deze te herkennen en daarop te begeleiden, ondersteunen of coachen. Ze combineren pedagogische en didactische inzichten om kinderen op maat te begeleiden. In een tijd van toenemende sociale en emotionele uitdagingen is hun rol cruciaal voor een gezonde groei- en leeromgeving.
Praktijkgericht en veelzijdig
De Ad PEP opleiding is een niveau 5-opleiding die in twee jaar een stevige basis biedt in het pedagogisch educatieve werkveld. De praktijkgerichte aanpak maakt het een ideale keuze voor mbo-studenten die een stap verder willen zetten in hun carrière, maar ook voor studenten die na de havo snel een professionele rol willen vervullen. “De opleiding is kort, intensief en praktisch en is ontwikkeld in samenwerking met het werkveld”, vertelt Dave Quadtflieg, docent Ad PEP. “Het sluit perfect aan op niveau 4 van het mbo, terwijl het daarnaast een opstap biedt naar niveau 6, zoals de bachelor Pedagogiek of Pabo.” De deeltijdvariant is ook populair bij werkenden die willen doorgroeien in hun functie, zoals pedagogisch coaches in de kinderopvang of onderwijsondersteuners in het basisonderwijs. “Studenten combineren minimaal 16 uur werk met één lesdag per week. Theorie is ondersteunend en verantwoordt het handelen, de praktijk staat centraal”, legt Dave uit. De vraag voor toekomstige Pedagogisch Educatief Professionals
vanuit het werkveld gaat de komende tijd nog verder toenemen. Het ministerie van OC&W heeft daarom besloten dat (o.a.) in Sittard ook de voltijdvariant als bekostigde opleiding mag worden aangeboden. “Deze voltijdvariant is nog volop in ontwikkeling maar zal waarschijnlijk naast twee dagen praktijk uit drie lesdagen bestaan en start in september 2026.”
Brede inzetbaarheid
Afgestudeerden van Ad PEP kunnen rekenen op een breed scala aan carrièreperspectieven. Denk aan pedagogische functies in de kinderopvang, onderwijsondersteuning in basisscholen, taken bij pedagogische diensten in het voortgezet onderwijs maar ook zorginstellingen zoals gehandicaptenzorg, zorg- en welzijnsinstellingen en de jeugdzorg. “Onze studenten zijn gericht op het welzijn en de ontwikkeling van mensen tussen de 0 en 23 jaar”, aldus Dave. “Ik merk regelmatig dat de opleiding enorm gewaardeerd wordt door het werkveld. Afgestudeerden bieden nieuwe, verfrissende inzichten en zorgen regelmatig voor innovatieve oplossingen en methodieken. Zo werkte een van onze deeltijdstudenten al jaren in de kinderopvang. Tijdens haar studie solliciteerde ze op een functie
als pedagogisch coach en werd aangenomen nog voordat ze haar diploma in handen had.” Steeds meer studenten en organisaties ontdekken dan ook de waarde van de opleiding. “De animo om actief bij te dragen aan de ontwikkeling van jongeren groeit, ook onder mensen die niet per se voor de klas willen staan. Waar het didactische aspect traditioneel centraal stond in het primair onderwijs, verschuift de focus veel meer naar een balans tussen didactische en pedagogische vaardigheden. Deze balans is hard nodig, want de sociale uitdagingen hebben steeds vaker hun weerslag op het leren.
Pedagogiek en praktijk: samen werken aan de ontwikkeling van kinderen en jongeren
Een pedagoog kan inspelen op de sociale of emotionele uitdagingen van een kind en kan zich daarbij richten op coachen op persoonlijke ontwikkeling.
De menselijke kant staat hierbij centraal: wat heeft een kind nodig om gemotiveerd te blijven en succesvol te zijn? De opleiding kijkt verder dan cijfers en biedt ruimte voor persoonlijke groei en ondersteuning. De praktijk vormt hierbij de basis, waarbij de opleiding zich binnen de opleidingskaders en leeruitkomsten blijft aanpassen aan actuele ontwikkelingen en behoeften. Talentgericht opleiden, oftewel ontwikkel waar je goed in bent, is een belangrijke boodschap binnen onze opleiding. Met dit uitgangspunt wordt het onderwijs niet alleen menselijker, maar ook effectiever en stimuleren we het authentieke leren.”
Persoonlijke ontwikkeling
De opleiding speelt in op actuele behoeften in het primair - en voortgezet
onderwijs en de zorg. Passend onderwijs legde bijvoorbeeld een zorgplicht bij scholen, wat extra en specifieke pedagogische vaardigheden vraagt van leerkrachten en ondersteunend personeel. “Pedagogiek en didactiek moeten hierbij hand in hand gaan. Onze studenten leren wat kinderen en jongeren nodig hebben om gemotiveerd te blijven en zich optimaal te ontwikkelen”, zegt Dave. Daarnaast biedt de Ad PEP opleiding tools om inclusieve en innovatieve leeromgevingen te creëren. Onderzoekend vermogen, samenwerken, coachen en maatschappelijk verantwoord onderbouwd handelen staan centraal. “Onze studenten leren zichzelf goed kennen. Reflectie is een belangrijke pijler. We begeleiden ze niet alleen bij hun vakinhoudelijke groei, maar ook bij hun persoonlijke ontwikkeling. Het is talentgericht onderwijs, waarbij we doelen afstemmen op de specifieke werkomgeving van de student. Samen met het werkveld ontwikkelen we professionals die klaar zijn voor de toekomst.”
Interesse?
Spreekt de opleiding Associate Degree Pedagogisch Educatief Professional (Ad Pep) jou aan? Wil jij kinderen of jongeren nog beter ondersteunen binnen jouw werk? Dan is Ad Pep wat voor jou. Deze tweejarige HBO-opleiding wordt aangeboden in voltijd en deeltijd. De deeltijdvariant is gericht op de professional met enkele jaren werkervaring en is te volgen in Eindhoven, Den Bosch, Sittard en Tilburg. De voltijdvariant van Ad Pep gaat van start in september 2025 in Eindhoven en Tilburg. In 2026 start de voltijdvariant ook in Sittard en Den Bosch. Kijk voor meer informatie op de website www.fontys.nl/adpep en kom naar een van onze Open dagen.

Ze zijn innovatief in zaken mensen’ dromen. ook kinderboekenschrijver Jacques Cher, Ockels, Goldberg, Steve da Vinci hadden
Dat heeft van weerhouden succesvol en wereldwijd inspireren.

Tessa
Ze zijn beroemd, briljant, innovatief en blinken uit in zaken waar ‘normale mensen’ niet eens van dromen. Maar weet jij ook dat Albert Einstein, kinderboekenschrijver
Jacques Vriens, zangeres Cher, astronaut Wubbo Ockels, actrice Whoopi Goldberg, Apple-oprichter Steve Jobs of Leonarda da Vinci allemaal dyslexie hadden of hebben? Dat heeft hen er niet van weerhouden zich succesvol te ontwikkelen en wereldwijd mensen te inspireren.
Opgroeien met dyslexie is best hard werken
Neem Bram Dirkx (10) uit Herten. Hij wordt voor dyslexie behandeld, daarentegen wanneer het op voetballen aankomt is hij misschien een topper in wording. “Ik speel als verdediger bij de JO11 van SVHH. Mijn voorbeelden zijn Nathan Aké en Virgil van Dijk. Dat ik niet goed kan lezen en spellen is niet leuk, maar daardoor laat ik me niet tegenhouden om de dingen te doen die ik wil. Profvoetballer worden bijvoorbeeld.”
Kinderen met dyslexie hebben een hardnekkig probleem met leren lezen en spellen. Ze kunnen geen goede koppeling maken tussen klanken en letters. “Hierdoor kunnen ze een woord dat ze zien moeilijk uitspreken en een woord dat ze horen niet goed opschrijven”, legt Tessa Janssen uit. Zij werkt in Limburg bij het Regionaal Instituut voor Dyslexie (RID) als teamleider en adviseur. “Die letter-klankkoppeling komt bij hen niet voldoende tot stand en raakt niet goed geautomatiseerd. Dat levert uiteraard problemen op bij vakken als geschiedenis, aardrijkskunde of biologie. Veel informatie is daar schriftelijk, al of niet digitaal. Bovendien moeten zij meestal hun werk of een toets op schrift aanleveren. Je begrijpt dat dyslexie zo voor veel van deze kinderen een forse belemmering is in hun verdere ontwikkeling. Dat geldt tevens voor dyscalculie. Dat is een leerstoornis waarbij kinderen problemen hebben met rekenen en wiskunde. Die problemen mogen net als dyslexie niet veroorzaakt zijn door slecht onderwijs of omgevingsfactoren.”
Dyslexie staat los van intelligentie en is deels erfelijk. Beide aspecten zijn be-
langrijk voor de manier waarop kinderen met deze leerstoornis omgaan en hoe die hun ontwikkeling en functioneren in veel gevallen belemmert. Daar komt bij dat ze soms bang zijn om fouten te maken, zich schamen voor vriendjes of vriendinnetjes en sociaal beperkingen ondervinden. “Al is het maar als je met vriendinnen naar de film gaat en je de ondertiteling niet kunt lezen”, zegt Janssen. “Of je het posten van berichten op Facebook of Instagram niet aandurft. Trouwens: lezen en schrijven is echt niet fijn als dat veel moeite kost. Dan doe je dat vanzelf minder.“
Dyslexie opent deuren naar een bestaan waarin bijzondere talenten en gaven tot grote bloei komen
Bram oefent elke dag, thuis en op school. Zelfs als hij een dag niet zo’n zin heeft, vertelt hij. “Ik heb bij RID een superleuke leraar, die helpt me met zijn eigen uitleg en geeft me extra tijd bij taal en lezen. En op school heb ik een iPad die teksten voorleest en krijg ik meer tijd om mijn werk te maken. Daar kijkt niemand raar van op, want mijn hele klas weet dat ik dyslexie heb. Dat heb ik zelf een keer uitgelegd, dat was wel moeilijk hoor. Ik vind het alleen irritant als ze me bij een toets iedere keer vragen welk cijfer ík heb.”
Ongeveer tien procent van de basisschoolleerlingen kampt met leesproblemen, drie tot vier procent met ernstige dyslexie. Het RID onderzoekt in welke
mate en of zij – al dan niet vergoedvoor een behandeling in aanmerking komen. Tessa Janssen: “Maar het is niet alleen kommer en kwel hoor. Zoals de voorbeelden laten zien zijn mensen met dyslexie vaker bijzonder creatieve, beeldende, vernieuwende, sportieve, muzikale of logische denkers. Als zij goed worden begeleid, veel ‘leesmeters’ maken en open zijn over hun beperking kunnen zij net als ieder ander kind een plek vinden die bij hun talenten aansluit. Voor ouders en leerkrachten geldt: wees alert en ben er zo vroeg mogelijk bij wanneer je het gevoel hebt dat er sprake is van dyslexie.”
De praktijk laat zien dat behandelingen daadwerkelijk resultaat hebben. En dat is best hard werken, want de kinderen moeten thuis elke dag oefenen. Brams vader Bart: “Met Bram waren we er in groep drie vroeg bij, hij bleef achter met leren lezen en spellen. We merken nu, na een jaar RID, dat hij veel van zijn achterstand heeft goedgemaakt. Hij is bovendien een echte doorzetter en gemotiveerd om nóg beter te worden. Ook bij vakken als aardrijkskunde of geschiedenis, die vindt hij hartstikke leuk. Ik raad iedere ouder aan op tijd hulp te zoeken als blijkt dat zijn of haar kind worstelt met lezen en spellen.”
Als jij vermoedt dat jouw kind dyslexie heeft kun je voor nader onderzoek het beste informeren met welke gecertificeerde aanbieder jouw gemeente een contract heeft. Je kunt daarnaast eens kijken in het register van praktijken die zijn aangesloten bij het Nederlands Kwaliteitsinstituut Dyslexie (www.nkd.nl).

direct inschrijven? www.humankind.nl

Hartenwerk met impact?
Word jij onze nieuwe collega?
Stuk voor stuk veroveren ze je hart. Het is heerlijk, werken met kinderen. En dat niet alleen. Het is betekenisvol! Want ieder kind dat opgroeit tot een krachtige volwassene maakt onze samenleving mooier. Humankind kinderopvang en -ontwikkeling opent een wereld aan kansen. Voor ieder kind. En voor jou. Want Jij Telt!
Meer weten over de vacatures bij jou in de buurt?
Neem contact op met Jolie Urselmann via 06 - 57 66 00 28 of mail werkeninzuidoost@humankind.nl
Geïnteresseerd? Vind hier onze vacatures.
www.humankind.nl
‘Generatie Angst’ creëren we zelf
Het zweet breekt je uit bij een
inkomend telefoontje, in de auto stap je liever niet en je raakt in paniek bij het idee dat je de weg moet vragen aan een vreemde. Coach Audrey Bruekers uit Nederweert en therapeut Nicole Aspers uit Weert komen in hun werk veel jongeren tegen die gevangen zitten in hun angsten.
Tekst: Kyra Volkers Beeld: Privéfoto’s en Getty Images
Ouders verzetten zich steeds meer tegen het telefoongebruik van hun kinderen. Hierin krijgen ze steun van psycholoog Jonathan Haidt. In zijn in maart verschenen boek Generatie Angststoornis beweert hij dat smartphones de toenemende mentale problemen van jongeren veroorzaken. Online is er geen enkele begrenzing terwijl we kinderen buiten juist te veel beschermen. Ondanks kritiek op het gebrek aan wetenschappelijk bewijs, vormt het boek de inspiratiebron van ouderinitiatieven door heel Nederland. Coach Audrey Bruekers en therapeut Nicole Aspers merken in ieder geval de gevolgen van het nieuwe sociale tijdperk op de jeugd.
Belangst
“Ik oefen weleens met jongeren om te bellen”, vertelt Audrey. “Dan moeten ze iets regelen bij DUO of de verzekering. We schrijven dan van tevoren de vragen op die we gaan stellen en waar we precies antwoord op moeten krijgen. Zij bellen dan en ik zit ernaast om in te grijpen als het gesprek stilvalt. Een jongen kreeg laatst een vraag terug waar hij geen antwoord op klaar had. Toen hing hij snel op.”
Nicole Aspers merkt vooral veel weerstand tegen sociale dingen. “Jongeren hebben enorme blokkades. Ze durven niet alleen naar de winkel of iemand aan te spreken. Door sociale media oefen je dat ook niet meer.” Ze denkt terug aan een tijd waarin je nog een grapje kon maken met de kassière in de supermarkt. “Het is voor jongeren soms lastig om van die kleine dingen te genieten.”

“Sociale media houden je constant in de gaten en hebben overal een mening over. Dat levert een hoop onzekerheden en angsten op”
Audrey Bruekers
Confrontatie
De ‘Generatie Angst’ creëren we als maatschappij zelf. Audrey maakt met haar handen een klein bolletje. “Onze wereld was vroeger maar zo groot. We gingen naar school en de handbalvereniging, punt. Nu wordt de jeugd direct met de hele wereld geconfronteerd. Het internet en sociale media zijn overal. Er komt te veel op de jeugd af.”
Sociale cohesie is volgens Audrey gezond. De buurt let op de kinderen die buiten spelen en de leraar houdt op school een oogje in het zeil. Maar de digitale wereld neemt volgens

“Ouders moeten juist het goede voorbeeld geven. Kinderen gaan dat gedrag vanzelf kopiëren” Nicole Aspers
de coach een schadelijke vorm van toezicht aan. “Soci ale media houden je constant in de gaten en hebben overal een mening over. Dat levert een hoop onzekerheden en angsten op.”
Mediawijs

De problemen komen voornamelijk bij ‘regeldingen’ naar boven. Je rijbewijs aanvragen, een verzekering afsluiten of een doktersafspraak maken. “Jongeren weten niet hoe ze het moeten aanpakken en bevriezen dan”, legt Audrey uit. “Je kunt ook niet meer zoals vroeger op de fiets langs het verzekeringskantoor en dezelfde verzekering als je ouders afsluiten. We gaan online honderd aanbieders en tarieven vergelijken. Er is zoveel keus dat jongeren niet meer weten waar ze moeten beginnen.”
Mediawijs zijn kinderen al snel. Ze leren ontzettend veel via internet en gedragen zich mede daardoor vaak een stuk volwassener dan ze eigenlijk zijn. “Dat is de valkuil”, merkt Audrey. “Zodra ze achttien zijn, verwachten ouders dat hun kinderen alles zelf wel geregeld krijgen. Maar bewezen is dat je vaak pas vanaf je vierentwintigste echt kan plannen.” Daarbij is er een groot verschil tussen kennis en vaardigheden. Via het internet krijgen jongeren veel informatie binnen. Maar te midden van al die informatie een keuze maken, blijft een uitdaging.
Rol ouders
In Generatie Angststoornis pleit Haidt voor het verbieden van sociale media voor kinderen jonger dan 16 jaar, zoals Australië recent heeft besloten. Al lijkt dat voor therapeut Nicole Aspers ook niet de oplossing. In haar praktijk hoort ze de irritatie en het onbegrip bij kinderen. “Ik mag niet meer op de iPad, maar mama scrolt wel de hele avond op haar telefoon. Ouders moeten juist het goede voorbeeld geven. Kinderen gaan dat gedrag vanzelf kopiëren. Om sociale media kunnen we niet meer heen. Je kunt alleen je kind weerbaar ervoor maken.” Het internet vol perfecte selfies, vakantiekiekjes en mensen met onrealistische sportroutines, legt veel druk op de jeugd. Maar ook ouders zelf hebben vaak onbewust een hoop verwachtingen van hun zoon of dochter. Audrey: “Ik behandelde een meisje wier ouders altijd tegen haar zeiden: ‘Schat het maakt ons niet uit wat je doet in het leven, zolang je maar gelukkig bent’. Maar toen werd ze depressief en had ze het idee dat ze al die emoties moest verbloemen om gelukkig over te komen en haar ouders niet teleur te stellen.”
Het is belangrijk dat ouders zich bewust worden van de druk die hun kind ervaart. Soms is meer begeleiding nodig. “Het kan helpen om samen te bellen en mee te gaan naar afspraken bij de gemeente of de tandarts”, adviseert Audrey. “Maar zelfstandig zijn, betekent niet dat je alles alleen moet doen. Het betekent dat je weet wat je wel en niet kunt en dat ook durft toe te geven.”
Bezoek onze events!
We organiseren het hele jaar door open avonden, X-periences en workshops! Meld je aan:
meld je aan & www.gildeopleidingen.nl