Vakblad Earline Magazine #1 2018

Page 31

SLECHTHORENDEN/-ZIENDEN GEBAAT BIJ MEER INTERACTIE Het interventieprogramma dat Roets ontwikkelde, is bedoeld om ouderen met een auditief-visuele beperking te ondersteunen in hun sociale participatie. “Het aantal ouderen dat op late leeftijd slecht ziet en slecht hoort, neemt steeds toe. Vooral ouderen boven de 80 jaar. Men schat het aantal nu op 80.000 in Nederland. Het is dus belangrijk om de kennis die hierover verworven is te delen, anders komen deze mensen in de knel”. Roets werkte toen ze net afgestudeerd was met doofblinde kinderen en later met jongeren. “Het is zo invasief voor je leven om slechthorend én slechtziend te zijn, zeker als je jong bent. Je kunt heel moeilijk taal ontwikkelen, het is moeilijk je te hechten en de emotionele ontwikkeling gaat moeilijker”. “Later ging ik werken met doofblinde volwassenen. Doofblind staat voor slecht horen in combinatie met slecht zien, bijvoorbeeld bij mensen met het syndroom van Usher die doof geboren zijn en in de loop van hun leven slechtziend of blind worden. Kalorama is een landelijk centrum voor volwassen doofblinden en heeft daarnaast zorgcentra voor ouderen in de regio Nijmegen. Om de kennis van deze twee gebieden te verbinden, werd Roets door Kalorama gevraagd voor dit onderzoek in de overlap tussen ouderenzorg en zorg bij doofblindheid”. “Voor mensen die ‘enkel’ slechthorend zijn, zijn goede audiologische hulpmiddelen van grote invloed op hun sociale participatie. Maar als een slechthorende bij een audicien komt en deze heeft door dat iemand ook slecht ziet, dan is zijn rol bij de keuze van auditieve hulpmiddelen cruciaal. Het moet gewoon de perfectie zijn. Het is voor hen zo’n belangrijk hulpmiddel om íets mee te krijgen van de omgeving, om te weten: met wíe heb ik te maken en wát gebeurt hier?” Over het interventieprogramma dat ze ontwikkelde, vertelt de psycholoog: “De verzorgenden die wij gingen coachen, hebben we eerst laten ervaren wat het is om slecht te zien én slecht te horen. Vervolgens hebben we ze een korte scholing gegeven in communicatie. We zijn daarin onor-

thodox te werk gegaan want verzorgenden zijn gewend iets uit een dossier te halen of het van de dokter te horen. Maar het gaat juist om dit met de oudere te bespreken. Het gaat om de interactie. Wij hebben verzorgenden geleerd in gesprek te kunnen gaan met oudere en te vragen: Hoe ziet u mij en hoe hoort u mij? Niet “Kunt u mij verstaan?”, want dat wordt door ouderen vaak als negatief ervaren. Zo van: “Nou, dommerik, kun jij mij hóren?”. Wij leerden ze te vragen: “Als ik zo spreek, is dat dan duidelijk genoeg?” en “Wat kan ik anders doen?”. Maar ook in de andere aspecten van bejegening gaat het om allerlei variaties; om de afstand, het achtergrondgeluid, het vertellen wat je gaat doen, en niet terwijl je het al doet. Dat gaat in de verzorging regelmatig mis. Ze bellen aan en lopen binnen met “Hallo mevrouw, hier ben ik, ik breng even dit of dat”, en leggen het ondertussen al in de koelkast. De oudere heeft waarschijnlijk wel door dat er iemand was, maar wat heeft zij gezegd?” In het onderzoek werden de klassieke rollen omgedraaid. De verzorgende werd gekoppeld aan een oudere die had aangegeven mee te willen werken. Door gesprekken in de praktijk moest de verzorgende erachter komen hoe het met de oudere gesteld was qua horen en zien. Roets: “Veel verzorgenden hadden het hier moeilijk mee, ze dachten: ‘Ik moet alles weten want ik ben de professional’ of ‘Ik haal deze info liever uit het dossier, of krijg het van een arts’. Maar het gaat er juist om dat het een natuurlijke omgangsvorm wordt, dat de ruimte en tijd ontstaat waarin de oudere dit zelf kan aangeven. Dat was voor veel verzorgenden heel moeilijk”. “In het onderzoek bleek dat de ouderen zelf een goed beeld hadden van hoe slechthorend of slechtziend ze waren, vaak beter dan de verzorgenden. Ouderen waren gemotiveerd om mee te doen toen ze merkten dat wij de verzorgenden zouden gaan scholen. Verzorgenden schatten de slechthorendheid van een oudere regelmatig te hoog in, ze zien het niet vanuit de positie van de oudere maar vanuit hun eigen standpunt: ‘Ze kan me echt verstaan, ik heb er geen enkele moeite mee’. Maar dat werd dan alleen beoordeeld

earline

EAR_2018_OPM 1.indd 31

31

01-03-18 16:53


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.