NIEUWE COLUMNIST
COLUMN anton hofstede
HET SUIKERPOTJE 'Hallo!' Ik schrik me kapot. Ik kijk om me heen en zie geen groente, vlees of brood, maar wel brillen. Gelukkig denk ik nog, ik was al bang dat ik bij de plaatselijke supermarkt binnen was gestapt. Opnieuw kijk ik om me heen en zie geen medewerkers. Wel zie ik aan het plafond van die mooie zwarte bolletjes, beter bekend als camera's. Ik loop wat door de winkel en neem alles in me op: grote nette winkel, zeer ruime collectie brillen en zonnebrillen, opgeruimd, schoon en het ruikt nog fris ook. Helaas zijn er wel twee spotjes kapot, gemiste kans. Inmiddels loop ik al enkele minuten rond en heb nog niemand gezien. Ik krijg het gevoel dat ik hier niet op het juiste moment ben, dat ze onderbezet zijn, druk in een lege winkel en dat ik beter een afspraak had kunnen maken. Bij iedere andere winkel zou ik nu naar buiten zijn gelopen en elders zijn gaan kopen. Nu gaat dat niet! Ik ben hier in functie en wellicht hebben ze me via die camera’s herkend. 'Shit', denk ik en besef me dat ik nu met 1-0 achter sta, omdat ik ongelegen kom en bedenk snel een strategie hoe ik dit kan ombuigen. Zo ver zal het echter niet komen. Ik hoor een bulde18
eye@line
rende lach en vervolgens komen er drie man via een gangetje naar de winkel. Eentje loopt door naar de werkplaats, de andere gaat met een sigaret in zijn mond naar buiten en de derde komt met grote stappen op mij af. “Sorry hoor voor het wachten, mijn collega vertelde zo’n goeie mop. Iets met twee eieren die in een café zitten”, zegt de beste man breeduit lachend. Ik geef aan dat het okay is en wil hem een hand geven. Die krijg ik ook en mijn hand wordt direct een kwartslag gedraaid. Zijn hand boven de mijne. Weer een 'shit' gaat door mijn hoofd. Ik heb te maken met een alfa-mannetje en instinctief weet ik dat hij de eigenaar van de winkel is. Hij, daarentegen, weet nog steeds niet of ik een klant ben of een vertegenwoordiger. Hij (her)kent mij niet. Een lege winkel was bij ons thuis een doodzonde. Was er geen klant in de winkel, dan ging je brillen poetsen, spiegels opwrijven of de laadjes opruimen. Nuttige dingen. Vanaf buiten was te zien dat er bezigheid was in de winkel. Dat was belangrijk.