28
LUCHTVAARTKENNIS 2013 NUMMER 1
reeds voor de Tweede Wereldoorlog toonde in de dan nog op de tekentafel staande viermotorige Lockheed 49. Daarbij krijgt ook het hele aanschaffingsbeleid van de KLM in die tijd, inclusief de relatie met Fokker en de politieke verwikkelingen ruim de aandacht. De oplettende lezer zal zich wellicht herinneren dat Theo Wesselink reeds eerder over dit onderwerp heeft gepubliceerd (in ‘Luchtvaart’ van januari 1994) maar dat is al weer een kleine twintig jaar geleden. Het blijft een boeiend en in bredere kring minder bekend deel van de Nederlandse luchtvaartgeschiedenis. Daarna volgt de geschiedenis van de diverse Constellations en Super Constellations in Nederlandse dienst, inclusief een hoofdstuk over het gebruik bij Air Ceylon en een klein hoofdstukje over het niet van de grond gekomen Rhine Delta Air Cargo. Ook de enig (in Engeland) bewaarde KLM Constellation (de PH-LDT) en de Nederlandse museum Connie komen aan bod. Uiteraard ontbreekt een uitvoerige opgave van de lotgevallen van alle Constellations niet. Een speciaal hoofdstuk is gewijd aan de Mauritius vluchten, maar vreemd genoeg wordt het boek dat speciaal hieraan is gewijd, van onze helaas overleden vriend Leo van Maare, niet onder de geraadpleegde werken genoemd. Maar daar ontbreekt wel meer wat men zou verwachten, dus wij vrezen dat de auteur wat slordig met zijn bronnen is omgegaan. Men kan zich afvragen of na alles wat over de Nederlandse Constellations reeds is geschreven een dringende behoefte aan een nieuw boek bestaat, afgezien even van dit eerste deel.
Over sommige onderdelen, zoals de ongelukken met de ‘Franeker’ , de ‘Triton’ en de ‘Neutron’ zou trouwens nog wel iets meer te vertellen zijn. Maar de auteur heeft menig feit geboekstaafd en dat is zeker nuttig. HJH
Noodlanding van een DFW C V te Venlo, mogelijk het toestel van de N.G.G.'s Luchttoerisme (zie blz. 30).(foto: archief Frits Gerdessen)