
10 minute read
Duurzame materialen gids deel 3/3
DUURZAME MATERIALEN GIDS
Deel 3/3 - hennep, wol en dons
Advertisement
Voordien namen we in deze reeks over duurzame materialen reeds leer en veganistisch leer onder de loep en keken we naar het verschil tussen organisch katoen, gewoon katoen en polykatoen (Monte 2022/2). Nadien bespraken we de voor- en nadelen van al dan niet gerecycleerd polyamide (nylon) en polyester en gingen we dieper in op de zogenaamde biosynthetische stoffen en de moeilijk vertaalbare ‘cellulosics’ (Monte 2022/3). In dit derde en laatste deel tenslotte nemen we een kijkje naar de drie overgebleven natuurlijke bestanddelen, zijnde hennep, wol en dons.
HENNEP
Wat is hennep precies en waar komt het vandaan?
Misschien belangrijk om eerst uit te maken wat hennep niet is: hoewel ze beiden een soort cannabis zijn, is hennep géén marihuana. Technisch gezien zijn hennep en marihuana geen verschillende soorten, het zijn beide types cannabis uit de ‘Cannabaceae’ familie. Het verschil zit hem in het gehalte aan THC dat beide planten bevatten. THC is een psychoactieve drug die een vorm van intoxicatie kan veroorzaken. THC is wél terug te vinden in Marihuana, maar niet als dusdanig in Hennep. De hennepplant komt oorspronkelijk uit Azië en het MiddenOosten, waar ze reeds lang bekend stond voor haar sterkte, haar veelzijdigheid in gebruik en snelle groei. De vezels gewonnen uit deze plant kunnen na verzamelen en behandelen zowel een zacht en lichtgewicht eindproduct opleveren, als een stevige en duurzame variant. Dit kan zowel in schoeisel als kledij gebruikt worden. Wat zijn de duurzaamheidsvoordelen van hennep?
Voor velen is hennep een soort onkruid. Het groeit immers gemakkelijk en snel en kan zelfs tot acht meter hoog worden. Haar grote voordeel is haar natuurlijke resistentie tegen fungi, ziektes en andere pesten. Hierdoor behoeft het succesvol kweken van deze plant nauwelijks herbiciden of pesticiden. Iets wat niet van elke natuurlijke vezel (zoals bijvoorbeeld katoen) gezegd kan worden.
Bovendien is er zeer weinig water nodig om hennep te kweken. Tot twee derde minder dan bij katoen zelfs!
Ten derde heeft deze plant nauwelijks extra meststoffen nodig. Tenslotte neemt hennep, net zoals alle andere planten, koolstof op uit de omgeving tijdens de groei. Dit alles, samen met de duurzaamheid en lange levensduur van producten vervaardigd uit hennep, kan resulteren in een significant lagere klimaatimpact.
Klinkt schitterend! Waarom maken we niet alles uit hennep?
Om te beginnen is één van henneps grote sterktes ineens ook haar grootste probleempunt. De vezels zijn zo sterk en stevig dat ze moeilijk te verwerken zijn. Dit is vooral zo voor productieprocessen waarbij men nood heeft aan lange vezels. Heel vaak leidt dit tot manuele arbeid en alsnog een intensief gebruik van water. Hier bestaan ondertussen wel iets innovatievere en efficiënte methodes voor. De grootste beperking bij hennep blijft echter de beperkte schaal waarop het geproduceerd wordt.
En dát is hoofdzakelijk te wijten aan datgene waar we dit artikel mee begonnen zijn: de grote gelijkenis met marihuana. Deze laatste soort cannabis is in de meeste landen illegaal om te kweken. Ondertussen is het kweken van hennep op vele plaatsen reeds gelegaliseerd, maar het blijft moeilijk. Gelukkig is er wereldwijd een stijgende vraag naar producten vervaardigd uit hennepvezels, en zoals dat gaat in onze kapitalistische wereld, zal het aanbod de vraag volgen.
Voorlopig echter wordt hennep vooralsnog gekweekt op kleinschalige boerderijen. Dit maakt het ook iets moeilijker en in verhouding veel duurder voor de betreffende boeren om te bewijzen dat hun producten recht hebben op bepaalde organische of fairtradelabels. Desalniettemin ziet de toekomst er voor hennep eerder rooskleurig uit!
Wol is een textielvezel dat typisch gemaakt is uit de vacht van een dier. Het meest gekende soort wol is datgene dat afkomstig is van een schaap. Tegenwoordig wordt schapenwol zelfs gewoon wol genoemd, zo alomtegenwoordig is het. Maar er bestaat net zo goed wol afkomstig van geiten (kajsmier en mohair bijvoorbeeld), alsook van alpaca’s, lama’s, yaks, buffels en zelfs runderen. Na het scheren van de vacht, ondergaat deze wol een reinigingsproces, waarna het gesponnen wordt tot garen. Nadien kan het nog op allerlei manieren nabehandeld en gekleurd worden, afhankelijk van het gewenste eindproduct. Het grootste deel van onze wol komt uit Australië, China, de VS en Nieuw-Zeeland.
Wat zijn de duurzaamheidsvoordelen van wol?
Wol is een natuurlijke vezel met eigenschappen die de meeste technische vezels nog steeds niet kunnen evenaren. Textiel dat geweven is uit wol blijft bijvoorbeeld elastisch. Bovendien beschikt het over fenomenale thermische eigenschappen en kan het je zowel koel als warm houden. Zelfs nat blijft het zijn thermische capaciteiten veel langer behouden dan katoen of gelijkaardige synthetische varianten. Het is zeer sterk en duurzaam en is van nature antibacterieel. Het zal dus niet zo vlug gaan stinken en heeft daardoor minder wasbeurten nodig. Samen met een goed onderhoud, kan het, afhankelijk van de dikte van het product, een zeer lange levensduur hebben. Geen wonder dat de onderste kledinglaag van vele buitensporters uit wol bestaat.
Daarenboven is wol een vezel die snel hernieuwbaar hernieuwbaar is bovendien (na het scheren groeit het dier immers opnieuw een dikkere vacht). Tenslotte is het recycleerbaar én wordt dit nu reeds op grote schaal gedaan.
Niet alleen is het recycleerbaar, maar afhankelijk van de eindafwerking, is het bovendien ook nog eens biodegradeerbaar! Het draagt dus absoluut niet bij aan een langdurige pollutie door microvezels. Het belangrijkste negatieve aspect dat hierbij vermeld kan worden is dat sommige boeren aan ‘mulesing’ doen. Dit is een (voor het schaap) zeer pijnlijke praktijk waarbij stukken huid/vlees uit het achterste van een levend schaap worden gesneden om te voorkomen dat er een bepaalde parasitaire infectie (myasis) zou kunnen ontstaan.

Dit wordt gedaan op de billen. Op de plaats waar littekenweefsel ontstaat, groeit immers geen nieuwe wol meer. Want het is net op die plaats waar urine en uitwerpselen in de vacht kunnen blijven hangen waardoor vliegen worden aangetrokken die myasis kunnen veroorzaken. Vooral in Australië vormt dit een groot en veelvoorkomend probleem.
Ook al zijn onze schapen door de eeuwen heen zodanig ‘gekweekt’ dat ze geschoren moéten worden, toch kan dit voor de dieren in kwestie best een stresserende gebeurtenis zijn. Als dit niet goed gebeurt kunnen er bovendien kleine (tijdelijke) wondjes ontstaan. Daartegenover staat dan weer wel dat de meeste van deze schapen hun hele leven lang buiten in de natuur kunnen rondlopen.
Maar daar schuilen dan ook ineens enkele addertjes onder het gras… De belangrijkste is de bijdrage aan klimaatopwarming door broeikasgassen. Schapen stoten immers methaan uit (CH4), een broeikasgas dat tot 28 keer meer bijdraagt aan global warming dan CO2.
Het landgebruik per kilogram wol is, vergeleken met andere vezels, redelijk groot. Als bovendien bomen gekapt moeten worden om plaats te maken voor schapenvelden, veroorzaakt dit een extra bijdrage aan de klimaatopwarming, bevordert het de verzilting van de bodem en zorgt het voor een kleinere biodiversiteit.
Kan deze negatieve impact verminderd worden?
Enkele recente studies hebben aangetoond dat er nog veel te winnen valt op vlak van landgebruik en klimaatimpact. Het efficiënt managen van graslanden aan de hand van ‘regeneratieve methodes’ en drainagemethodes, kan zelfs leiden tot een netto negatieve koolstof output, omdat er koolstof kan vastgehouden worden in planten. In vergelijking met andere vezels is het bij wol zeer belangrijk dat er externe audits en inspecties gebeuren, vooral in verband met het dierenwelzijn.
Bestaan hier certificaten of labels voor?
Het meest toonaangevende label dat er momenteel op de markt is, is het RWS label (Responsible Wool Standard). Het is een wereldwijde standaard die boeren, producenten… vrijwillig kunnen aangaan en handelt hoofdzakelijk over dierenwelzijn en een correct landgebruik.
Mulesing is sowieso verboden en verder wordt er op een heel holistische manier naar dierenwelzijn gekeken. Op vlak van landgebruik wordt er veel aandacht gegeven aan bodemgezondheid, biodiversiteit en van nature voorkomende plantengroei (geen exoten).
Verder zijn er serieuze restricties op vlak van pesticiden en meststoffen (de gronden worden immers afwisselend gebruikt om schapen op te houden en gewassen te kweken). Bovendien moet alle wol van dier tot kledingstuk traceerbaar zijn. Merken die aan de RWS voldoen, doen dus uitermate hun best en verdienen het om gekozen te worden.
Dons dat is/zijn de allerkleinste veertjes die te vinden zijn onder de dikkere veren bij watervogels, voornamelijk eenden en ganzen. Deze zorgen voor een optimale isolatie, zowel bij deze dieren als nadien in kledij en materiaal voor de mens. Het wordt hoofdzakelijk gewonnen als een bijproduct uit de vleesverwerkende industrie (of dat zou toch de bedoeling moeten zijn). China staat in voor zo’n 75% van de wereldwijde donsproductie.
Wat zijn de duurzaamheidsvoordelen van dons?
Dons is alomtegenwoordig in de outdoorindustrie en daar zijn goede redenen voor. De hoge isolerende kracht in verhouding tot het lichte gewicht en het compacte pakvolume zijn tot op de dag van vandaag nog steeds ongeëvenaard. Het is bovendien 100% natuurlijk ‘hernieuwbaar’, recycleerbaar en volledig biodegradeerbaar. Bovendien, als je er goed zorg voor draagt, zal dons zijn zeer goede thermische eigenschappen over een zeer lange periode volhouden. Veel langer dan gelijk welk ander materiaal. Afhankelijk van waar het dons vandaan komt (meer daarover straks) heeft dons een veel lagere milieu-impact dan gelijk welke andere synthetische isolatievariant.
Wat is de impact van dons op de omgeving en het dierenwelzijn?
Zoals met het kweken van alle andere dieren, is de grootste directe impact er eentje op de waterhuishouding en de directe natuurlijke omgeving. Als er bovendien bomen of struiken gekapt moeten worden om plaats te maken voor pluimvee, verkleint dat de lokale biodiversiteit. Bovendien staat de vleesverwerkende industrie altijd in voor extra energie- en waterverbruik. Maar zoals reeds eerder aangehaald, wordt dons vooral gewonnen als bijproduct uit de vleesverwerkende industrie en is het dus eerder een soort ‘afval’ dat alsnog gebruikt wordt. De milieu-impact die dons wel rechtstreeks met zich meebrengt komt van het energiegebruik bij de verwerkingsfabriek en de detergenten die gebruikt worden om dons te reinigen. Het grootste issue bij dons is echter het aspect dierenwelzijn. China heeft op dat vlak sowieso geen al te beste reputatie (om over mensenrechten nog maar te zwijgen). Zo bestaat er zoiets als ‘live plucking’, waarbij eenden en ganzen levend geplukt worden. Het dons en de veren groeien immers terug, waardoor één dier meerdere keren per levenspanne dons kan voorzien. Het spreekt voor zich dat deze methode voor de dieren niet alleen pijnlijk, maar ook uitermate stresserend is. Het allerbelangrijkste is ervoor te zorgen dat het dons afkomstig is van dieren die een zo goed mogelijke levensstandaard hebben gehad en die vooral niet levend geplukt zijn geweest. De outdoorindustrie is hier zeer vooruitstrevend in en bijna alle grote outdoormerken staan er garant voor dat levend plukken bij hen niet gebeurt. Daarom is hun dons ook zo duur en wordt het jaar na jaar duurder.

Helaas heeft dons ook zijn weg gevonden in de mode-industrie en je mag er zeker van zijn dat er een goede reden voor is waarom je in een ‘modewinkel’ (in tegenstelling tot een outdoorwinkel) zoveel minder geld betaalt voor een donsjas. Behalve de kwalitatieve eigenschappen die vaak verschillend zijn, is de bron waarvan het dons afkomstig vaak dubieus. ‘If it’s too good to be true… it probably ain’t true.’
Gelukkig bestaan er enkele goede labels waarvan RDS waarschijnlijk het bekendste is. The Responsible Down Standard is een certificaat dat enkel uitgereikt kan worden door onafhankelijke en externe bureaus. Dons kan enkel RDS-gecertifieerd worden als het doorheen de hele keten traceerbaar is. Vanaf de geboorte van het dier tot aan de dood, wordt er gekeken naar dierenwelzijn en mag er sowieso geen gedwongen voeding of levend plukken aan te pas komen.
Een ander (bij ons minder bekend) label is de GTDS, de Global Traceable Down Standard. Ze doen tegenwoordig in principe exact hetzelfde, maar heeft minder deelnemende merken en is daardoor minder bekend.
Dons is zowel technisch als vanuit duurzaamheidsstandpunt een absolute topper. Alleen is het als consument echt van belang dat je uitkijkt naar jassen met een RDS of GTDS label.
