8 minute read

Pakistan, land van superlatieven

PAKISTAN,

LAND VAN SUPERLATIEVEN

Advertisement

Met 207 miljoen inwoners en een oppervlakte die 26 maal die van België dekt, lijkt het me niet evident een realistisch beeld te geven over geheel Pakistan. Onze drie bezoeken aan dit Stan-land waren steeds in het noordelijke deel, Gilgit-Baltistan, het stukje Pakistan waar de Karakoram het verlengde vormt van de Himalaya. Baltistan… land met de “bijna” langste gletscher ter wereld (Siachen Glaciar, 74km), land van de “bijna” hoogste berg (K2, 8611m), het land van de Karakoram Highway, land van de Ciapattis…

Onze ervaring met dit ongerepte brokje natuur startte in 2013 toen we een Belgische expeditie op poten zetten om zowel Gasherbrum 2 (8035m) als Gasherbrum 1 (8069m) te beklimmen. Een tweede kennismaking was er in winter 2020 voor een autonome trek over de Biafo Glaciar en in 2021 sloegen we nogmaals onze tenten op aan de voet van Broad Peak (8051m). Hieronder het relaas, onze bevindingen en oprechte feedback over een fantastische regio met imagoproblemen.

Het verschil kan niet groter zijn: Islamabad is een gestructureerde stad uit de Engelse koloniale periode in 1958, groeiend en in volle ontwikkeling naar een Westerse grootstad. Het is soms een mix van piepkleine gammele taxiauto’s op grote rechte lanen met vijf rijstroken tussen torenhoge buildings vol met winkels waar je de typisch Pakistaanse kledij (broek is een Shalwars en de kameez een lang shirt of tuniek) kan ruilen voor een Armani pak. In deze grootstad tref je modern geklede vrouwen aan (geen hoofddoek, wel een jeansbroek en mooi opgemaakt gezicht) die verjaardagfeestjes organiseren op the roof-top van een chique restaurant. De buitenwijken bestaan uit villa’s met een strakke betonbouw die niks meer tonen van de lokale cultuur maar in diezelfde straten gaan jonge mannen met lange baarden en traditionele kledij samen naar de moskee. Het contrast kan niet groter zijn. Wil je meer ontdekken over de historiek, dan zal je buiten de stad moeten rijden om de restanten van o.a. het Rawat en het Rohtas fort te bezichtigen of restanten te bezoeken van andere culturen die het land rijk was, of is, want Pakistan gaat er prat op andere culturen te respecteren. Dit kan je ook terugvinden op hun vlag: het groen en het wit symboliseren de toewijding van Pakistan aan de islam, de islamitische wereld en de rechten van religieuze minderheden. De halve maan symboliseert vooruitgang; de ster staat voor licht en kennis.

Je kan nog heel oude Boeddhistische stupa’s, kloosters en muurschilderingen terugvinden maar Boeddhabeelden werden jammer genoeg vernietigd. De tweelingstad Rawalpindi is gekend voor zijn Boeddhistische cultuur waarbij Taxila valt onder de bescherming van UNESCO Werelderfgoed. Wil je iets dichterbij bezoeken, dan is er nog de Faisal Mosque, het Pakistan Monument of je kan heerlijk wandelen in Margalla Hills.

Verlaat je de stad om vervolgens met een binnenvlucht door te reizen naar het chaotische en stofferige Skardu, hart van Baltistan waaruit alle expedities starten, dan treed je in een andere wereld binnen. Skardu ligt in de Skardu-vallei, waar de rivier de Shigar in de rivier de Indus uitmondt.

De stad ligt op een hoogte van bijna 2500 meter en is omgeven door hooggebergte van waaruit de meeste trekkings en expedities vertrekken. Hier kom je amper vrouwen tegen (laat staan modern gekleed), uitgezonderd de enkele toeristen die meestal in de zomerperiode naar hier komen. Er zijn buiten een hotel of twee, geen moderne gebouwen te vinden en de felgekleurde vrachtwagens toeteren luid wanneer een voetganger of geiten de straat oversteken. Je zal ook geen vrouwen aantreffen in de horeca, winkels of openbare diensten. De zeldzame vrouwen die je ziet zijn altijd gesluierd en draaien onmiddellijk het hoofd weg wanneer je hun te lang aankijkt of een fotoapparaat bovenhaalt. Enkel een vluchtige speelse lach kan je vastleggen van meisjes die giechelend het straat over lopen. Het leven verloopt dus schijnbaar heel gescheiden, onderwijs is niet gemengd en de gebedsruimten zijn altijd gescheiden. Het is dus wennen om zoveel mannen te zien in traditionele kledij met Pakolhoed, soms hand in hand rondwandelend, maar overal krijg je wel een vriendelijke glimlach of een uitnodigend gebaar om een babbeltje te slaan. Enkel de “jeugd” trekt een afgebleekte gescheurde jeansbroek aan met sneakers en coole zonnebril. Maar vergis je niet, Pakistanen zijn een enorm gastvrij volk, je wordt overal mee ten huize gevraagd. Ook in België werden we al viermaal uitgenodigd op de Pakistaanse Ambassade te Brussel en mochten we al evenveel ambassadeurs begroeten. Tijdens zo een uitnodiging wordt er ook steeds eten aangeboden en dat smaakt ons keer op keer. Meestal is het licht tot medio pikant met verschillende keuzes in vlees (geen varkensvlees uiteraard), met lekkere sausjes, heerlijk brood en afkoelende yoghurt.

Niet ver van Skardu liggen de grote gletsjers, trekkings en 8000'ers binnen handbereik… op de kaart althans. Nog een luttele 80 km scheiden dit stadje van het laatste bergdorpje Askole, maar de jeeprit hiernaartoe neemt een volledige dag in beslag. Onverharde wegen, de rivier oversteken, eventuele (aarde)lawines… en ik dacht dat klimmen gevaarlijk was ;-). De authentieke Toyota Jeeps van de jaren 70 doen hier nog dienst als ultieme transportmiddel om het desolate en ruige landschap van de Karakoram te betreden, weliswaar met profielloze banden en boites die versleten zijn. Avontuur verzekerd zonder verzekering.

Askole is het laatste dorpje, eerder nederzetting, alvorens de Baltorotrekking aan te vangen richting K2 en haar kleine broertjes en zusjes (Broad Peak, Gasherbrum II en I). Het dorp doet je onmiddellijk denken aan Bokrijk met zijn lemen huisjes uit ver vervlogen tijden, maar dit is heden, vandaag, nu. Mensen wassen op straat in een klein stroompje, leven met een ganse familie onder 1 dak, samen met de dieren die hun warm houden. De inwoners leven van lokale kleinschalige landbouw en, uiteraard, van de expedities. Als man ben je gedoemd drager te worden. Met wat extra geld voor ezels kan je aan de slag als ezeldrijver en heel misschien, als je een woord Engels kan, word je hoofddrager, ‘sirdar’ of HAP (high altitude porter).

Als vrouw zijn de opties minder legio: de was, de plas, de kinderen. Askole heeft 1 school voor 6 dorpen, goed voor een 350-tal kinderen die lessen kunnen volgen tot hun 14 jaar. Er zijn maar 5 leerkrachten waarvan er 2 betaald worden door NGO’s. De schooldirecteur Ali Muhammad, geboren en getogen in Askole, keerde na zijn verdere studies in Skardu terug naar zijn dorp om zijn mededorpgenoten te kunnen voorzien van de nodige infrastructuur en dat doet hij met hart en ziel. De omstandigheden waarin de leerlingen les moeten volgen zijn verre van ideaal; banken en stoelen worden gedeeld, pennen en schriften zijn schaars en het didactisch materiaal is… dun gezaaid. Iedereen draagt een uniform maar wanneer we merken dat dit ook de “winter” kledij is en iedereen plastieken schoenen aka Crocs draagt, maakten we de belofte iets terug te doen voor deze gemeenschap, want tijdens onze winterexpeditie mochten we deze mensen beter leren kennen. In tegenstelling tot Nepalezen die altijd lijken te lachen en je toeroepen met “namaste”, zijn de Paki’s terughoudender tot je binnen hun aura komt… Ze werken hard voor hun gezin en proberen er alles aan te doen hun kinderen een betere toekomst te geven. De schooldirecteur is daar een goed voorbeeld van. Hij heeft er bewust voor gekozen maar 2 kinderen te hebben en niet 6 tot 10 zoals de armsten in Askole. Zo leven ze samen met broers, zussen, ouders en grootouders in een gebouw met een koertje waar ook de keuken zich bevindt en waar alle kamers op uitgeven. Per gezin heb je één kamer om in te leven, eten, slapen, gasten uitnodigen… Je wordt er stil van maar de warme glimlach van de huisvrouw geeft je niet de tijd om je “schuldig” te voelen. Haar ogen stralen en je voelt het respect tussen man en vrouw. Misschien lijkt hun buitenwereld hard maar binnen zo'n familie voel je heel veel liefde en zorg voor elkaar.

Trek je op pad voor een trekking, dan passeer je de dragers met 20 tot 30 kg op hun rug op plastic schoenen. Naast het materiaal voor de trekking of expeditie, dragen ze ook hun eigen voedsel. Schuifelend over de miljoenen stenen van de Baltoro Morene, over de Gondogoro La tot 5600m met sneeuw en ijs bedekt, waden ze zich met blote voeten door de gevaarlijke en ijskoude bergrivieren kolkend met smeltwater van de gletsjer… Ze verdienen ons diep respect. Als je ‘s avonds in je tent kruipt, dan trekken de Balti’s ‘s nachts onder hun rood plastic zeil die ze opspannen tussen wat stenen. Hieronder koken ze op wat hout een goor, vunzig, verschrikkelijk stinkend kookpotje dat hun hoofdmaaltijd is van de dag. Een avondje doorbrengen met de dragers onder hun zeiltje, met tranen in de ogen van de rook van het vuur, meezingend met onverstaanbare Urduwoorden en hier en daar in gebarentaal wat te weten komen van hun persoonlijk leven, het is de max! Plots lachen ook deze mensen hun kapotte en rotte tanden bloot.

De dragers hun inkomen floreert door het toenemende Pakistaans en buitenlands toerisme maar worden veelal vervangen door muilezels omdat deze dieren meer kunnen dragen en minder kosten. Ook de weg naar de Baltoro-gletsjer wordt verlengd (voorbij het dorp Askole), waardoor dragers 2 dagen extra moeten stappen en hier niet voor worden vergoed. Een goed geïnformeerde toerist kan misschien hier een bewuste keuze maken om toe te zien op de eerlijke verloning en werkverdeling zodat iedereen er “plezier” aan kan beleven.

Hoe je het ook bekijkt, de Karakoram ontdekken is een must want het is overweldigend en majestueus! Dit noordwestelijke deel van de Himalaya is ruiger, woester en steiler dan de oostelijke massieven in Nepal. Misschien is het omdat deze regio’s zo slecht bereikbaar zijn, in deze nog weinig gekende uithoek van de wereld, wat ze zo aantrekkelijk maakt. Zes stapdagen ben je verwijderd van de bewoonde wereld wanneer je op 5000 meter hoogte ‘s ochtends uit je tentje stapt en kippenvel krijgt wanneer je 'Mighty K2' in al zijn glorie kan bewonderen… Je moet het beleven om het te geloven. ZABARDAST!

This article is from: