
22 minute read
DOSSIER: Dat zal ze leren leren
from Klasse Magazine 022
by klasse.be


Advertisement





Dossier Leerstrategieën Dat zal ze leren leren!
Tekst Tinne Deboes & Seppe Goossens Illustraties Ilse Weisfelt Beeld Katoo Peeters
Leerstof écht laten plakken bij leerlingen, da’s goud waard. “Ons buikgevoel botst met wat wetenschap zegt over effectieve leerstrategieën”, stelt expert Kristel. Vier leraren verklappen hun succesrecept. En directeur Conny vertelt waarom ‘leren leren’ in elke les past.
01.
— Tim, zesde leerjaar (p. 16) 02.
— Li’s, tweede graad aso (p. 18)
03.
“Door veel te toetsen is iedereen mee”
04.
‘Hoe kan dat toch? Ik had nog zó geleerd voor die toets!’ of ‘Oor in, oor uit: ze weten al niet meer wat ik vorige week vertelde.’ Soms is leren vooral frustreren, voor leerlingen én leraren. “Nochtans weten we uit onderzoek met welke leerstrategieën je optimale leerwinst kan boeken, in de klas én thuis”, zegt expert Kristel Vanhoyweghen. “Als we die kennis op de klasvloer krijgen, maken we het leerproces voor iedereen een pak efficiënter.”
Kristel Vanhoyweghen: “Leraren beheersen hun stof tot in de puntjes. Maar waarom ze in de klas een oefenvorm inzetten en of leerlingen daarmee effectief leren, die inzichten zijn minder verbreid. Zo is het een goed idee om leerstof te spreiden in de tijd. Net voor de start van hoofdstuk drie een oefening maken die je bij het eerste hoofdstuk open liet? Je benut het spreidingseffect, een erg krachtig mechanisme om leerstof te onthouden. Die leerstrategie is in de klas waardevol als instructiestrategie. Leerlingen kunnen die thuis op hun beurt inzetten als studeerstrategie. Vier avonden een kwartier je Franse woordjes oefenen is veel efficiënter dan een uur blokken de dag voor de toets.”
Wie is Kristel Vanhoyweghen?
• onderzoeker aan het expertisecentrum voor Effectief Leren • meer dan twintig jaar ervaring als leraar wiskunde en lerarenopleider • co-auteur van ‘Wijze lessen. 12 bouwstenen voor effectieve didactiek’

“Andere strategieën die hun nut bewezen in de klas en thuis: schema’s maken om leerstof actief te verwerken, nieuwe kennis linken aan voorkennis, jezelf testen, woord en beeld combineren. Simpele ingrepen waarvan je misschien denkt: dat weten we al eeuwen, en dat pas ik ook toe.”
Inderdaad: leraren weten toch waar leren om draait?
Kristel Vanhoyweghen: “Niet altijd. Onze ervaringen – als leraar, maar net zo goed uit onze eigen schooltijd – botsen soms met wat wetenschap zegt. Zo geeft onderzoek aan dat we ons geheugen vaak overschatten en het nut van herhaling te snel onder de mat vegen. Komt daarbij dat ook ouders hun kinderen meegeven wat ze menen te weten. Markeren met fl uostift, opdreunen en eindeloos hardop herlezen? Goedbedoelde adviezen, maar zelden effi ciënt. Ze voelen als hard werken, maar dat betekent niet dat je brein op dat moment actief leert.”
“Leerstrategieën komen te weinig aan bod tijdens de les. Het loont als we ze expliciet benoemen, onze leerlingen vertellen waarom we het zo aanpakken. Zodat leerlingen beseffen: leren kost zweet. Het is heel menselijk dat ze overschrijven verkiezen boven dieper nadenken. Tenzij ze weten dat die strategie hun echt iets oplevert. Daar ligt jouw kans als leraar.”
Is dat niet gewoon deel van elk leerproces? Zelf op zoek gaan naar een studiemethode die voor jou werkt?
Kristel Vanhoyweghen: “Heel wat leerlingen rooien het lang zonder leerstrategieën. Maar ooit botst iedereen op zijn grens. In de lagere school, het secundair, sommigen pas in het hoger onderwijs. Problemen duiken vaak op als de leerstof complexer wordt en de gehelen groter. Sommigen breken zelf door dat plafond en ontwikkelen eigen strategieën, maar de overgrote meerderheid heeft minder succes. Laten we ze niet te lang in het duister tasten, terwijl de antwoorden binnen handbereik liggen? De meeste leerlingen hebben nood aan heldere uitleg, voorbeelden en feedback over leren.”
Een taak voor de zorgleraar of de studiebegeleiding?
Kristel Vanhoyweghen: “Uiteraard spelen die een rol. Maar het gaat veel verder dan een paar uurtjes om te leren plannen, tips om afl eiding te bannen en nachtrust te bewaken. Nuttige kennis, maar onvoldoende om de overstap te maken naar specifi eke leerstof. Dat je vlot woordenschat studeert, betekent niet dat je weet hoe je een chemische formule toepast. Anders gezegd: leren leren moet aan bod komen in elk vak, in elke les. En elke leraar moet weten hoe ons brein leert, hoe we onthouden.”
Moeten we daarvoor kostbare lestijd opofferen?
Kristel Vanhoyweghen: “Je opdracht stopt niet als je de leerstof kent en helder overbrengt. Je moet je leerlingen ook begeleiden bij de verwerking ervan. Kost dat tijd? Het vraagt zeker om een investering. Maar een les opnieuw moeten
geven omdat de leerstof veel te ver zit: dát is tijdverlies. Niemand moet zijn materiaal overboord kieperen en opnieuw beginnen. Wel de denkstap maken: ‘Hoe kunnen mijn leerlingen dit effi ciënt studeren?’ En je hoeft niet in je eentje op zoek: je collega’s staan net voor dezelfde uitdaging. Bovendien hebben we door corona nóg minder grip op het leerproces van onze leerlingen. Minder live lescontacten, en leerstof die vorig jaar ook niet optimaal bleef hangen. Meer dan ooit hebben we nood aan leerstrategieën met effect.“
De moeilijkste stap: hoe overhaal je je leerlingen om zelf met leerstrategieën aan de slag te gaan?
Kristel Vanhoyweghen: “Toon ze wat kan werken, en waarom. Als leerlingen merken dat ze minder tijd verliezen en meer bereiken, overtuig je ze wel. Motivatie groeit immers uit succeservaringen. Leg leerlingen ook uit waarom je voor een bepaalde strategie kiest en bouw variatie in. De ene leerling werkt graag met fl ashcards, de de andere waagt zich liever aan ‘test jezelf’-vragen met gesloten boek. Allebei oefenen ze hun geheugen om leerstof te herinneren, wat een prima strategie is.”
“Bied je leerlingen de juiste ondersteuning en bouw die voorzichtig af. Spreiding en herhaling zijn zó effi ciënt, maar uitstelgedrag is menselijk. En dus is het logisch dat leerlingen pas de dag voor de toets hun boek openslaan. Zorg voor de juiste triggers. ‘Vat tegen morgen de les samen in honderd woorden’ of ‘bedenk drie toetsvragen’: zo schieten je leerlingen sneller in actie voor die toets van volgende week en heb jij tijd om bij te sturen.”
“Tot slot: praat over leerstrategieën. Hoe bereidde jij de toets voor? Bij wie haalde dat wat uit, bij wie niet? Hoe komt dat, en wat kunnen we anders aanpakken? Zo merken je leerlingen dat jij niet enkel het doel weet staan, maar ook exact kan vertellen wat ze moeten doen om raak te schieten. Reken maar dat dat besef ook voor de verstandhouding in je klas een mooie zaak is.”

Wie is Tim Vervaet?
• leraar in het zesde leerjaar in
Don Boscoschool Sint-Niklaas • staat zes jaar voor de klas

Tim Vervaet: “‘Moeten we nu wéér de maal- en deeltafels oefenen, meester?” In het begin van het schooljaar krijg ik die vraag voortdurend. Ik leg het mijn zesdeklassers zo uit: als de maal- en deeltafels automatisch komen, creëer je meer plaats in je hoofd om andere dingen te leren. En ik vraag een beetje geduld, want het echte bewijs krijgen ze een paar weken later. Half oktober juichen we dat de tijd voor een tafeltoets bij iedereen gehalveerd is. Zo motiverend voor mijn mannen.”
“Vaak investeer je tijd die je later terugwint. Maar soms zie ik meteen kansen om meer leertijd te creëren. Mijn wiskundeles begint steeds met een goede instructie. De handleiding barst van de ‘leuke’ manieren om zelfontdekkend te leren. Maar ik geloof dat je beter meteen de juiste denkpatronen toont en aanleert. Tijdens al dat giswerk, ontstaat er verwarring voor leerlingen die het moeilijker hebben. Een korte maar duidelijke instructie verlengt dus de oefentijd. Perfect voor wie meer moeite heeft, de sterke kinderen kan ik nog meer uitdagen.”
01.
LEERSTRATEGIE: SPREID LEERSTOF INOEFENEN IN DE TIJD Kristel Vanhoyweghen: “Om te leren moet je eerst vergeten. Dat klinkt verwarrend, daarom laten we ons vaak misleiden. Meteen na een les kan elk kind je vertellen hoeveel zeven maal negen is. Maar dat garandeert niet dat je leerlingen ook volgende week nog zonder aarzelen ‘63’ antwoorden.” “Je langetermijngeheugen heeft een enorme opslagcapaciteit. Die informatie is vlot toegankelijk als je ze vaak genoeg ophaalt. Steeds opnieuw je weg zoekt naar dezelfde kennis. Dan worden die smalle paadjes in je brein brede snelwegen. Bij een eenvoudig vraagstuk komt je werkgeheugen in de pro“De huistaak over die wiskundeles volgt niet meteen maar “De huistaak over die wiskundeles volgt niet meteen maar pas op het einde van de week. Ik wil dat mijn zesdes de leerstof lichtjes vergeten. Wanneer ze die kennis enkele dagen later weer moeten opdiepen, kost het meer moeite. Daar zit de leerwinst. Hun hersenen werken harder en de volgende keer zal het iets makkelijker zijn om die inzichten op te roepen. Zo zetten ze de leerstof stap per stap écht vast.”
“Tot drie jaar geleden hadden we een uur ‘leren leren’ in het lessenrooster. Niet effi ciënt, beseften we. Kinderen dagelijks gericht begeleiden werkt zoveel beter. We maakten een eigen agenda voor de derde graad, met extra ruimte voor een planning en tips om te studeren. Aanvankelijk help ik hen om studeermomenten slim te kiezen. Beter drie keer kort oefenen door de week dan één avond lang blokken voor een toets. En checken op welke dagen je meer vrije tijd hebt en welke toetsen je nog moeten oefenen. Na een tijdje plannen ze automatisch wanneer we een toets noteren. Als ze die gewoonte meenemen naar het secundair, ben ik een
fi ere leraar.” blemen als je hard moet nadenken over de vermenigvuldiging die je onderweg nodig hebt. Zit je voorkennis klaar, dan heb je meer ruimte om problemen te doorgronden. En klikt nieuwe kennis makkelijker vast.”
“Tim toont dat spreiden en herhalen je geen lestijd hoeft te kosten. Je leerlingen motiveren om ook thuis gespreid te oefenen, kost je eerst wel wat lestijd. Volgende week een toets woordenschat? Plan samen korte studeersessies in. Met steeds meer tijd ertussen – na één, na drie, na zes dagen – zodat je de kracht van vergeten benut. En met controlemomenten onderweg. Een korte quiz, of elkaar vijf minuutjes opvragen. Of bij afstandsonderwijs: oefenreeksen die je om de paar dagen online zwiert.”
Wie is Li’s Verheyden?
• leraar geschiedenis, cultuur- en gedragswetenschappen in de tweede en derde graad van Het College Vilvoorde • staat vijf jaar voor de klas Kristel Vanhoyweghen: “Een post-it met zeven kernwoorden oogt niet zo indrukwekkend als een cursus vol fluo of een volgepend notitieblok. Maar omdat leerlingen over die zeven woorden dieper nadenken, leren ze meer. Ze kopiëren niet hersenloos maar creëren een eigen bijproduct. Meer kans dat ze het écht begrijpen en stockeren in hun langetermijnLi’s Verheyden: “Ik geef les in cultuur- en gedragswetenschappen, twee vakken waarvoor ik niet ben opgeleid. Regelmatig onzekerheid over de inhoud dus: hoe zit die leerstof in elkaar, wat zijn hoofd- en bijzaken? Maar zo beleef ik ook het leerproces van mijn leerlingen. En besef ik wat ze nodig hebben om deze inhouden op te pikken.”

“Niet dat alles daardoor vanzelf gaat. Ik analyseerde antwoorden op toetsen en merkte dat mijn klassen moeite hebben om de essentie te vatten en structuur te zien. Dus begon ik vooral daarop te focussen. Nu heb ik een set van strategieën die écht werken voor mijn vakken. Mijn leerlingen maken vanzelf structuur-post-its aan het begin, midden of einde van een hoofdstuk. Ze vatten daarop het thema samen in zeven kernwoorden en blijven zo het grotere geheel zien.”
“Een oud-leerling mailde me: ‘Bedankt mevrouw, ik gebruik deze tip nog steeds aan de unief!’ Dat is mijn stiekeme droom: wie doorstroomt naar het hoger onderwijs, moet klaar zijn om die cursussen van vijfhonderd bladzijden te tackelen. Nu maak ik het kleiner: ik vertel waarom we iets doen en hoe ze dat gaat helpen bij het studeren voor het examen. En dat we zulke zaken moeten oefenen. Want ik geloof niet in één keer proberen en beslissen of een strategie voor jou werkt of niet. De Cornell-samenvatting vinden leerlingen eerst verschrikkelijk. Normaal ook, want ze oefent net op hun pijnpunten om structuur te zien in leerstof. Maar door ze stap per stap aan te brengen en regelmatig verplicht toe te passen, beseffen leerlingen dat ze de leerstof al voor een groot stuk kennen.”
“Of het altijd zo ernstig moet om effectief te zijn? Zeker niet. Bij de factoren van economische groei laat ik elke leerling synchroon mijn uitleg tekenen. Daarmee leggen ze de begrippen uit aan hun buur. Of ik laat ze de kernbegrippen van de les in een puzzeloefening gieten zoals bij De Slimste Mens ter Wereld. Door de kolonisatieperiode na te spelen met Lego of Playmobil wordt de afstandelijke taal uit historische bronnen bevattelijk. En ik doe een miniquiz met wisbordjes om snel een zicht te hebben op hun voorkennis
02.
LEERSTRATEGIE: VERWERK LEERSTOF ACTIEF
rond slavernijmythes.” geheugen. Dat doen we allemaal op dezelfde manier. Eerst selecteren we relevante info. Dan organiseren we die kennis en tot slot verankeren we ze stevig in ons geheugen.”
“Nog een interessant principe dat Li’s hanteert: dual coding. Als leerlingen de leerstof tekenen, ontvangt hun brein dezelfde kennis in woord en in beeld. Zo stijgt de kans dat ze nieuwe feiten duurzaam opslaan.”
Wie is Christophe Keyenberg?
• leraar sociale wetenschappen, pedagogische vaardigheden en wetgeving in Heilig Graf
Turnhout, derde graad bso en tso • staat acht jaar voor de klas Kristel Vanhoyweghen: “Christophe toetst non-stop. Niet om te evalueren, maar als leermoment. Bij elke vraag graven zijn leerlingen in hun geheugen. Kahoot, wisbordjes of ‘schrijf op wat je nog weet van de vorige les’, allemaal even doeltreffend kennis te spotten en juiste antwoorden te duiden.” Christophe Keyenberg: “Mijn bso-leerlingen willen met mensen werken. Voor theorie lopen ze minder snel warm, merk ik tijdens mijn lessen pedagogie. Bovendien bouwt de stof steeds op: in september breng ik begrippen aan die ze in mei nóg nodig hebben. En ik heb geen examen om af te dwingen dat ze die leerstof zelf opfrissen.”

“Hoe krijg ik iedereen mee? Ik toets voortdurend. Elke les start met vijf minuten voorkennis activeren. Ik stel een aantal vragen over voorbije lessen. Leerlingen beantwoorden die individueel of met de think-pair-share methode. Eerst zelf nadenken, dan je kennis samenleggen met je buur en tot slot delen met de hele klas. Na die vliegende start zijn ze echt sneller mee met de leerstof die volgt. Op het einde van elk hoofdstuk haal ik een ganzenbordspel boven. Met vragen over dat hoofdstuk én de hoofdstukken ervoor. Alle vragen door elkaar.”
“Een viertal jaar geleden polste ik bij collega’s: hoe pakken jullie dat aan, leren leren? De antwoorden waren vaag. Mijn collega’s zetten me met plezier op weg, maar ik bleef met een grote honger zitten: ‘Wat werkt nu echt?’ Ik las me in, paste inzichten toe in mijn les. Eerst dacht ik: help, al mijn lessen de vuilnisbak in. Bleek dat de basis altijd bruikbaar bleef, enkel de aanpak moest anders.”
“Je kan niet meteen met élke strategie aan de slag. Dus zette ik mijn tanden eerst in toetsing. Quizlet is dagelijkse kost in mijn lessen, zowel in de klas als op afstand. Ik haal energie uit online tools ontdekken, maar je kan even effectief toetsen zonder die toeters en bellen. Na vier jaar experimenteren durf ik wel zeggen dat ik dat in de vingers heb.”
“De moeilijkste stap: je leerlingen overtuigen om ook thuis kleine toetsmomenten in te bouwen en leerstof regelmatig te herhalen. Want vaak – enfi n, in het beste geval – hebben ze zelf met veel moeite al een strategie gevonden waarvan ze denken dat die werkt voor hen. Daarom leg ik heel concreet uit wat ik doe, en waarom. Mijn leerlingen voelen dat ze de stof beheersen en zien dat ik een plan heb. Goed voor mijn zelfvertrouwen,
03.
LEERSTRATEGIE: GEBRUIK TOETSING
voor retrieval practice. Voor jou is het een kans om hiaten in hun voor hun motivatie en voor onze samenwerking.” “Als je toetsing zo sterk met je aanpak verweeft, zijn leerlingen meer bij de les. Tegelijk slinkt hun angst voor echte toetsen en schenk je ze meer inzicht in hun leerproces. Thuis zetten leerlingen toetsing wel in na het leren – laten zich door mama of papa ‘opvragen’ – maar zelden tijdens het leren. Moedig ze aan om ook thuis sneller hun boek te sluiten. ‘Noteer wat je weet’, ‘vertel het aan de kat’. Die aanpak levert op termijn meer winst op dan dat ene hoofdstuk nóg eens lezen.”

Els Offermans: “‘Een wei, een tractor, koeien, melk, ijsjes ... een ijskar!’ Bij de start van een nieuw thema zoals ‘de boerderij’ maken we een mindmap. Zo ontdekken we samen waar hun interesses liggen en leg ik bloot wat ze al weten. Op de ideeën van je kleuters kan je eindeloos voortborduren.”

“Voor muzische vorming kleit elk kind een koe. Niet vanzelfsprekend voor kinderen van vijf jaar, want ik vraag ze om die koe uit één brok klei te maken. Geen gefoefel met oren aanplakken of een extra poot boetseren. Wel de opdracht om zo goed mogelijk de werkelijke vorm te benaderen, en dan creatief om te springen met de decoratie van de koe. Daarom starten we met modelvoorbeelden. Samen kijken we naar prenten van levensgrote koeien uit kleurrijk polyester. De hoorns, de hoeven, oren en de vorm van de romp: we benoemen de karakteristieken voor we aan de slag gaan.”
“Ik werk via een tussenstap met plasticine. Makkelijker te bewerken en je hoeft niet van één blok te vertrekken. In die fase laat ik de kleuters vrij om ook andere vormen dan een koe te creëren. Sommige kinderen werken meteen een eigen idee uit, andere vertonen kopieergedrag. Wie vastloopt, bezorg ik extra voorbeelden. Een afbeelding van een koe op de computer, of de koetjes uit onze boerderij van Playmobil. Net zoals ik zelf ook een ijsje bestel als we een oude bakfi ets omtoveren tot een ijskar. Hoe ik smaken kies, een
Wie is Els Offermans?
• leraar in de derde kleuterklas in
GBS ‘t Klavertje Bierbeek, Opvelp • staat dertig jaar voor de klas
potje en geen hoorntje vraag en gepast betaal: het model dat je aanreikt, inspireert ze bij hun spel. Soms aarzel ik. Die concrete voorbeelden helpen, maar misschien belemmeren ze ook hun verbeelding?”
“Als de kleien versie vorm krijgt, houden we een tussentijdse evaluatie. Voor een kind van vijf is het niet eenvoudig om los te komen van je eigen standpunt. Kritische feedback geven en aanvaarden is een groeiproces, maar ze leren er veel uit. Een hoorn te weinig, de romp te zwaar? Mijn kleuters ploeteren verder, denken bewuster na én komen tot een beter eindresultaat.”
“Voor de ene kleuter volstaan een modelvoorbeeld en een korte instructie. Andere hebben meer tussenstappen nodig. Die kies ik heel bewust. Ik laat prenten binnen handbereik slingeren. Of ik toon een handeling heel expliciet. En zodra ik merk dat een kind ook zónder tussenstappen kan, bouw ik die ondersteuning geleidelijk af.”

04.
LEERSTRATEGIE: GEBRUIK VOORBEELDEN EN BIED ONDERSTEUNING
Kristel Vanhoyweghen: “Els benut optimaal de kracht van voorbeelden. Ze toont met afgewerkte modellen hoe succes eruitziet, stelt bereikbare doelen voor haar leerlingen en dat motiveert. Met een feedbackronde leren ze ook hoe het niet moet.”
“Kleuters krijgen de kans om zelf op zoek te gaan met die tussenstap in plasticine. Dat is de kunst: elk kind precies de ondersteuning bieden die het nodig heeft. Met scaffolds, of steigers. Wie makkelijk leert, ontwikkelt snel eigen strategieën. Als je de ondersteuning bij die leerlingen niet tijdig afbouwt, breng je ze in de war. Denk aan procenten berekenen: sommige kinderen lossen elke oefening foutloos op maar lopen vast op de tussenstappen.”
“Vooral beginners – leerlingen voor wie de stof nieuw is – moet je meenemen in jouw redenering als expert. Een wiskundige vergelijking voordoen aan het bord of in een online video? Omdat je hun werkgeheugen niet belast met bewerkingen maken of problemen oplossen, kunnen leerlingen al hun aandacht richten op hoe jij de oefening oplost, en komen ze sneller tot een dieper begrip. Net dat hebben ze nodig als je de ondersteuning later wil afbouwen.”
“Met een vak ‘leren leren’ kom je er niet”
Van overvolle workshops ‘Leren leren’ naar effectieve leerstrategieën centraal in elke les: directeur Conny en haar team maakten de switch. Met wetenschappelijke inzichten in hun achterzak overtuigen ze ook leerlingen en ouders om vastgeroeste studeerideeën op te bergen.
Conny Witters: “Een paar jaar geleden viel het me op hoe slecht onze derdejaars de overstap naar de tweede graad verteerden: op het rapport met herfst en kerst regende het onvoldoendes. Op klassenraden kwamen vaak dezelfde verzuchtingen boven. ‘Ze hebben geen studiemethode’ of ‘ze kunnen geen grote gehelen verwerken’. Leraren zagen het als een weeffout bij sommige tieners. En in het belang van onze leerlingen mochten we de lat vooral niet laten zakken.”

VAN HET LEERATELIER NAAR DE KLAS “Kennis over leren leren zat geconcentreerd bij onze leercoaches. Als een leerling over zijn studiemethode struikelde, tilden we dat uit de klas. Maar de groep leerlingen die om studiebegeleiding vroeg, bleef groeien. Alsof het aanbod nóg meer vraag creëerde. En dus integreerden we ‘leren leren’ stap voor stap in onze klaswerking.”
“Leercoaches gaven tijdens de middagpauze al leerateliers rond plannen, structureren, examens voorbereiden. In een eerste fase integreerden we die sessies in de klaswerking van de derdejaars. We roosterden ze zo in dat elke leraar bij een sessie tijdens zijn les aanwezig was. ‘Ik heb al zo weinig uren’ en ‘Kan dat niet in een vak leren leren?’: niet iedereen onthaalde dat initiatief meteen op applaus.”
WETENSCHAP OP KOP “Veel collega’s zaten met vragen over de wetenschap rond leerstrategieën. Niet dat ze de bal vaak mis sloegen in de klas, maar de theoretische basis ontbrak. We betrokken onze leerlingen ook veel te weinig. ‘Voldoende herhalen, en niet pas de avond vóór je examen’: je kan het zo vaak zeggen als je wil, maar als je niet uitlegt waaróm last minute niet werkt, gelooft geen kat je nog. Leerlingen horen die waarschuwingen de hele tijd, en dus verliezen ze hun effect. Zeker niet als hun eigen ervaring – ‘Uw toets, mevrouw? Gisteren pas geleerd en toch çavakes’ – die onheilsboodschap tegenspreekt.”
“Daarom haalden we een wetenschapper naar school. Die vertelde op een pedagogische studiedag hoe onze hersenen functioneren en welke leerstrategieën het best op dat leerproces inspelen. Hij schonk ons de taal om dat onderwerp in de klas aan te kaarten. Hoe je de vergeetcurve ombuigt, wat scaffolding is en hoe het test-effect werkt. Hij was wel meteen duidelijk over dat vakje ‘leren leren’: nuttig om te starten, maar leerstrategieën verwerf je pas als je ze op specifi eke en complexe leerstof toepast.”
Wie is Conny Witters?
• pedagogisch directeur van de tweede graad in Sint-
Franciscuscollege Heusden-
Zolder (aso, bso en tso) • drie jaar ervaring als directeur • daarvóór aan het werk in de lerarenopleiding, cvo en privésector

WINST IN DE KLAS “Elke vakgroep kreeg vervolgens dezelfde vraag: ‘Hoe integreer je de leerstrategieën in je les?’ Vaak gehoorde reactie: ‘Dat doen wij al járen’. Op het eerste gezicht lijken die strategieën open deuren. Eens je er in de diepte over nadenkt, wordt het toch complexer. Hoe bereik jij elke les dat je leerlingen de leerstof meteen actief verwerken? Hoe spreid je nieuwe kennis, hoe laat je die op het juiste ritme terugkeren? Of hoe bouw je voor je vak een verticale leerlijn rond scaffolding?”
“De leraar gedragswetenschappen botste op leerlingen die de leerstof opdreunden, letterlijk overpenden maar nooit echt snapten. Dus integreerde ze Cornell-schema’s. Stap voor stap: eerst samen in de klas, dan als huistaak met feedback, tot leerlingen het spontaan deden. Dat kost tijd, maar zo begrijpen leerlingen wat ze leren én onthouden ze het langer.”
“De vakgroep wiskunde zette de grote middelen in om de voordelen van modelling en worked examples uit te spelen. Eerst een filmpje over de stelling van Pythagoras dat ieder op zijn tempo kon bekijken. Dan
een filmpje over hoe je die stelling leert. En video’s waarin de leraar luidop denkt en de oefening oplost, en die ondersteuning geleidelijk afbouwt. Respect voor de krachttoer en groei van mijn leraren. En de groeikansen die ze op hun beurt aan onze leerlingen schenken.”
MET LEERLINGEN ÉN OUDERS “Grote winst boek je pas als je leerlingen in leerstrategieën geloven. Elke leerling heeft een leerportfolio. Een tool voor zelfreflectie, en ook ouders krijgen huiswerk mee. We gaan – via leerlingcontacten en oudergesprekken – na of elke leerling een rustige plek heeft thuis, hoe(veel) hij studeert, hoe hij de verlokkingen van zijn smartphone weerstaat. Een goede aanzet voor het oudercontact bij de start van het schooljaar. Zo is elke partij van de driehoek leraar-leerling-ouder mee in het verhaal. Ook tijdens de lockdown trouwens. Sterker nog: individuele opdrachten gaven ons toen een nog betere kijk op ieders leerproces.”
“In elk vak, in elke klas hameren leraren op het belang van leerstrategieën, herhalen we dat ze op een efficiënte manier méér kunnen halen uit de tijd die ze boven hun boeken doorbrengen. Toen we drie jaar geleden van start gingen, dacht ik: op het einde van de tweede graad moet elke leerling hier buiten wandelen met de juiste leerhouding én een efficiënte studiemethode. Dat klopt niet, besef ik nu. Mensen blijven leren, en dus word je ook steeds beter in hoe je leert. Net daarom moet je er op tijd mee beginnen, kleine successen waarderen en er genoeg aandacht aan schenken. Als directeur breng ik die boodschap heel letterlijk en ga ik in elke klas langs. Al op 1 september, en dat vinden wij geen dag te vroeg.”