Kinderkrant Drechtsteden mei 2023

Page 1

Samen de Koningsspelen vieren

Wat doet de jeugdbrandweer?

Mijn vader is schadehersteller

EEN GASTLES OVER DE TWEEDE WERELDOORLOG

ZWIJNDRECHT – Groep 7b van SBO De Steenen Kamer volgde vlak voor de meivakantie een gastles van Frans Meijer. Jaden (10), Marlon (11), Isabella (10), Shirly (11), Kian (11) en Kristian (11) waren hierbij aanwezig en vertelden waarom deze meneer langskwam op hun school. Shirly: ‘Begin mei zijn de Dodenherdenking en Bevrijdingsdag.’ Kian: ‘Deze meneer is de halfbroer van Leo Meijer. Dat was een jongen uit Zwijndrecht. Hij was Jood en ging naar een concentratiekamp. Daarvandaan is hij naar Auschwitz gebracht en daar gedood. Ik vind het bijzonder dat deze meneer bij ons in de klas is.’

Kristian: ‘Hij wil door deze les laten zien wat zijn halfbroer heeft meegemaakt en hoe het in de Tweede Wereldoorlog ging.’ Shirly: ‘Het is belangrijk om te weten hoe de mensen toen leefden. Het was voor veel mensen niet fijn toen, vooral voor Joden niet.’ TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

‘De juf heeft in de klas het boek Groeten van Leo voorgelezen’, zegt Jaden. Dit boek gaat over de Zwijndrechtse Leo Meijer. ‘Leo is maar 9 jaar oud geworden’, vervolgt Jaden. ‘Ik kende het verhaal over Leo nog niet. Het is goed dat wij weten wat er met Leo is gebeurd’, zegt Isabella.

Beperkingen voor Joden

‘Joden mochten allerlei dingen niet meer doen in de oorlog. Ik vind het heel raar dat een groep

mensen dingen niet meer mochten. Joden mochten niet in de trein en de bus’, zegt Isabella. ‘Ze mochten ook niet naar het park, de bioscoop of het zwembad. Joden moesten een gele ster op hun jas dragen. Zo kon iedereen zien dat iemand Joods was’, vult Kian aan. ‘Adolf Hitler had de opdracht gegeven om alle Joden naar kampen te brengen’, zegt Kristian. Daarom zijn Leo en zijn vader en moeder ook naar een concentratiekamp gebracht.

Apotheek

‘De vader van Leo had een apotheek op het Veerplein in Zwijndrecht. De vader van Leo heeft de oorlog overleefd door te werken in het concentratiekamp. Na de oorlog ging hij weer naar zijn apotheek in Zwijndrecht. Hij trouwde met de mevrouw, die eerder bij hem in de apotheek werkte. En deze mevrouw is de moeder van de meneer van de gastles’, legt Kristian uit. Daarom is Leo de halfbroer van Frans Meijer.

Struikelstenen

‘De meneer heeft een struikelsteen bij zich. Dat is een steen die voor het huis ligt van Joden, die in de oorlog gedood zijn. Er zit een gouden plaatje op de steen. Daarop staan de naam van de persoon en waar en wanneer deze gestorven is’, vertelt Marlon. ‘Ook de geboortedatum staat erop. Ik heb zulke stenen weleens zien liggen, maar ik wist toen nog niet wat het was’, zegt Jaden. De struikelstenen van Leo en zijn moeder liggen voor de oude apotheek op het Veerplein in Zwijndrecht.

CONCENTRATIEKAMP: Een kamp waar mensen worden opgesloten.

MEI 2O23
4 6 8 11
Naar de middelbare school Groep 7b leert tijdens de gastles over het leven van de Zwijndrechtse Leo Meijer. Het boek over Leo Meijer, zijn portretfoto en een kopie van zijn struikelsteen.

Sarah vertelt op school dat ze een konijn heeft gekregen. ‘Waar slaapt het konijn?’, vraagt de juf. ‘Bij mijn vader en moeder’, antwoordt Sarah.

Juf: ‘Stinkt dat dan niet?’

Sarah: ‘Ja, maar daar moet het konijn dan maar aan wennen.’

Sarah (11)

Sietse zegt tegen Maartje: ‘Ik wou dat ik in de middeleeuwen leefde.’ Maartje vraagt: ‘Waarom dan?’ Sietse: ‘Dan had ik niet zo veel geschiedenisles!’

Fatima (11)

nn y en Jim m y

Wat een mooi vogelhuisje!

Yep. Zelf gemaakt.

s d s z r a a v e i o o

t u g w r e t s k e m s

t s i a a j e l e e s d

u e t l n t ij n e l p r

u e e u k s e r d ij e e

f m i w t r k r f s c z

i e k e n o a i h v h i

a e r a e b u a s o t u

a u a t o d w u i g e b

g w p v g o m e r e l n

z r e v l o h c s l a a

a v i n k r r e g i e r

Bouwtekening gemaakt, toen hout geregeld. Alles op maat gezaagd en Mooievastgetimmerd. kleurtjes erop en klaar!

Hoe noem je een koe in de ruimte?

Linda (12)

Waarom mogen koeien niet naar voetbalwedstrijden kijken?

Shania (9)

Omdat ze alleen maar 'boe' roepen.

Een koemeet.

Ilham (10)

Michiel van de Vijver

Aan alles gedacht.

Ai bijna alles.

Aangeboden door kinderboekhandel De Giraf in Dordrecht aalscholver buizerd duif eend ekster fuut gaai gans kauw kraai lijster meerkoet mees meeuw

ANTWOORD (1 WOORD):

REGELS: DE WOORDEN VIND JE HORIZONTAAL, VERTICAAL EN DIAGONAAL. JE MAG LETTERS MEERDERE KEREN GEBRUIKEN. ALS JE DE OVERGEBLEVEN LETTERS IN DE JUISTE VOLGORDE ZET, KRIJG JE HET ANTWOORD. MAIL DIT WOORD SAMEN MET JE VOORNAAM, LEEFTIJD EN HET TELEFOONNUMMER VAN JE OUDERS OF VERZOR- GERS (ZODAT WE CONTACT MET JE OP KUNNEN NEMEN ALS JE HEBT GEWONNEN) NAAR ANTWOORD@KINDERKRANTDRECHTSTEDEN.NL ALLEEN WINNAARS KRIJGEN BERICHT.

merel mus ooievaar parkiet reiger roodborstje specht uil vink waterhoen zwaan zwaluw ijsvogel

HET ANTWOORD VAN DE WOORDZOEKER IN DE VORIGE KINDERKRANT IS: OVERSTEKEN����� DE WINNAAR IS: FEMKE (10) GEFELICITEERD!

ZOEK

De nieuwe Kinderkrant Drechtsteden verschijnt donderdag 15 juni

Wat was was voordat was was was?

Schone kleding.

Deze Kinderkrant Drechtsteden wordt mede mogelijk gemaakt door:

Heb jij een leuke mop, een goed raadsel of een leuk idee voor een artikel? Mail deze met je voornaam en je leeftijd naar redactie@kinderkrantdrechtsteden.nl

COLOFON MEER INFORMATIE

EN CONTACT: www.kinderkrantdrechtsteden.nl

Kinderkrant Drechtsteden verschijnt in Alblasserdam, Dordrecht, Heerjansdam, Hendrik-Ido-Ambacht, Sliedrecht en Zwijndrecht. Oprichter en hoofdredacteur: Linda te Veldhuis

Eindredacteur: Mariska Buitendijk-Pijl Vormgever: Stan van Oss Op alle artikelen in Kinderkrant Drechtsteden berust copyright.

Volg de Kinderkrant op:

MEI 2O23 2 Prikbord
KINDERKRANT DRECHTSTEDEN JAARGANG 4 , EDITIE 5 : 13.200 KRANTEN

DEN HAAG – VVGZ-spelers Abby (10), Nina (12), Zoey (10), Nynthe (10), Anne (12) en Loïse (8) waren 21 april samen met andere clubgenoten bij de voetbalwedstrijd ADO Den Haag-PSV. Zij mochten daar met de spelers het veld op lopen. Abby: ‘Ik vind het bijzonder dat ik dit kan doen. Ik vind het ook spannend, omdat zoveel mensen dan naar je kijken.’ Zoey: ‘Je loopt hand in hand met de spelers het veld op.’ Nynthe: ‘Ik vind het heel speciaal om dit mee te maken.’ Nina: ‘Ik ook. En ik heb veel handtekeningen verzameld vandaag.’ TEKST: LINDA TE VELDHUIS FOTO’S: ED VOETÉE

‘Ik heb 2 voetbalgekke broers en voetbal al van jongs af aan met mijn broers. Ik voetbal al 3 jaar bij VVGZ. Sinds september 2022 speel ik in het eerste meidenteam van VVGZ. Dit team is erg gezellig en we zijn vriendinnen met elkaar’, vertelt Nynthe. ‘Ik voetbal sinds mijn 5e. Ik vind vooral het winnen leuk bij voetbal. En dat we vriendinnen zijn’, zegt Zoey. ‘Ik vind het leuk dat voetbal een teamsport is’, zegt Nina.

Naar een wedstrijd

het superleuk om naar een wedstrijd te gaan’, zegt Zoey. ‘Als ik naar een wedstrijd in een stadion kijk, wil ik soms zelf meedoen’, vertelt Abby.

Meelopen met een speler

‘Ik ben zelf keeper. Ik vind het heel leuk dat ik met PSV-keeper Daniëlle de Jong mee het veld op kon’, zegt Nina. ‘Ik liep met Louise van Oosten van ADO Den Haag. Ze vroeg me

verschillende dingen zoals waar ik speel en of ik het spannend vond’, vertelt Abby. ‘Ik liep met Kayra Nelemans van ADO Den Haag. We hebben dezelfde lengte’, zegt Nynthe. ‘Ik liep met de aanvoerder van PSV mee, Gwyneth Hendriks. Ik wil nog wel een keer met de spelers meelopen’, vertelt Anne. En dat willen alle meiden eigenlijk wel.

De wedstrijd gaat bijna beginnen.

‘Dit is de 1e keer dat ik naar een wedstrijd in een stadion ga kijken’, zegt Loïse. ‘Voor mij is het ook de 1e keer en ik vind het echt geweldig’, vertelt Nynthe. ‘Ik ben al eerder geweest, naar Feyenoord, ADO Den Haag en de Oranjeleeuwinnen. Ik vind

Nina doet aan jazzdance

DORDRECHT – Nina (11) danst sinds 5 jaar bij OKK Dordrecht. Nina: ‘Ik doe aan jazzdance. Dat is een soort dansen dat een beetje op ballet lijkt, maar de bewegingen zijn anders. Je armen zijn bijvoorbeeld meer geknikt dan gebogen. De muziek is ook anders en vaak sneller. Ik vind jazzdance leuk omdat ik het samen met een groep doe. En ik word gewoon blij van dansen.’

TEKST: LINDA TE VELDHUIS FOTO’S: ANITA KORPORAAL FOTOGRAFIE

‘Ik dans 3 keer in de week. Op woensdag dans ik 2 uur in de selectiegroep, op donderdag 1 uur bij de recreatiegroep en op vrijdag heb ik 2 uur les in de techniek van dansen’, zegt Nina.

In een groep dansen

‘Het voelt echt anders om in een groep te dansen dan alleen. Je voelt dat je een dans met elkaar doet. Je past je ook aan de ander aan, bijvoorbeeld door ook een stukje verder naar achter te gaan staan als degene voor jou dat doet. Je zorgt er samen voor dat een dans

er goed uitziet. Soms doe je stukjes in tweetallen. Dan voel je echt de connectie met de ander. Ik kijk de ander tijdens het dansen in de ogen en dan denk ik bijvoorbeeld wat zijn we lekker bezig of we hebben het naar ons zin’, vertelt Nina.

Techniek verbeteren

‘We oefenen bij techniek veel met evenwicht en pirouettes maken. Ik draai nu een halve pirouette. Dat hoort bij de categorie waarin ik zit: C. Ook trainen we onze conditie, kracht en lenigheid. We doen dat door bepaalde dansbewegingen te doen’, vertelt Nina.

Wedstrijddans oefenen

‘We doen mee aan danswedstrijden. In de les op woensdag oefenen we

onze wedstrijddans. We leren er steeds een stukje bij. En als we de dans helemaal kennen, gaan we de dans cleanen. Dat betekent zo goed mogelijk maken, het liefst perfect. We willen bijvoorbeeld laten zien dat we plezier hebben in het dansen en dat we energie uitstralen. Je spant dan alles in je lijf goed aan en danst met gestrekte armen, benen en tenen. Afgelopen april hebben we meegedaan aan de voorrondes van het NK Jazzdance. Ik vind het meedoen aan wedstrijden het allerleukst, maar ook heel spannend’, legt Nina uit.

Nina doet aan jazzdance. Nina (geel shirt) treedt op met haar groep tijdens de voorronde van het NK Jazzdance. Nina heeft de rol van Pinokkio. De meiden hebben de thuis- en uit-tenues van ADO Den Haag aan. De meiden komen met de spelers het veld op.
MEI 2O23
3
CONNECTIE: Verbinding.
Sport

DORDRECHT – Daniëlle (11), Eliana (11), Jordy (11) en Antonio (11) vierden de Koningsspelen samen met cliënten van dagcentrum Nova van Gemiva. Daniëlle: ‘Onze school De Repelaer ligt tegenover Nova. Nova is een opvang voor mensen met een beperking. Er zijn hier kinderen, maar ook oudere mensen. We komen vaker hier om bijvoorbeeld voor te lezen.’ Jordy: ‘Daardoor kennen we de mensen hier. We snappen daarom ook beter hoe het hier gaat en hoe mensen kunnen reageren.’ TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

De mensen bij Nova zijn van verschillende leeftijden en kunnen bijvoorbeeld niet praten of lopen. ‘We doen tijdens de Koningsspelen verschillende spelletjes met ze, zoals blikgooien of een race. De race kan lopend, maar ze kunnen ook in een kar geduwd of getrokken worden’, vertelt Eliana.

het leuk vinden, dan maakt mij dat ook blij. Sommigen grinniken en dan weet ik dat ze het leuk vinden’, zegt Antonio.

Soms een beetje lastig

Anderen blij maken

‘Ik vind het leuk om zo samen de Koningsspelen te vieren. Je maakt anderen blij en zorgt dat ze een leuke dag hebben’, vertelt Daniëlle.

‘Als ik merk dat de mensen hier

‘Het helpen is wel anders dan bijvoorbeeld op school helpen. De mensen hier kunnen bijvoorbeeld iets niet goed vasthouden. En je ziet niet altijd hoe ze het vinden. Ze kunnen dat soms niet zo goed duidelijk maken’, vertelt Eliana.

Samen de Koningsspelen vieren

Grote schommel

‘Jordy en ik helpen in de gymzaal. Hier is een soort schommelschip’, zegt Antonio. ‘Dat is een grote hangende mat, die met een afstandsbediening bewogen kan worden’, zegt Jordy. ‘Er is hier ook een soort parcours om overheen te lopen. En ik help cliënten met een bal in een laag basketbalnet te gooien. Ik houd dan bijvoorbeeld iemands handen vast en dan gooien we de bal samen in het net’, legt Antonio uit. ‘Of de cliënt ligt op een grote trampoline en dan springen we zachtjes naast de cliënt op de trampoline’, vertelt Jordy.

Een telegraaf maken

SLIEDRECHT – Jefta (9), Joep (8), Vere (11) en Naomi (9) waren in de meivakantie bij SOJS. Ze maakten tijdens een workshop een telegraaf. Jefta: ‘Dat is een morsecode-apparaat. Je kunt daarmee berichten versturen.’ Joep: ‘Ik heb eens in een vliegtuigmuseum morsecodes verzonden. Vandaag kan ik zelf een telegraaf maken en die thuis gebruiken om morsecodes te versturen.’ Vere: ‘Ik heb een keer in een escaperoom een morsecode ontcijferd.’ Naomi: ‘Ik vind het leuk om iets met techniek te doen. Op school doen we dat niet zo veel, dus daarom ben ik naar deze workshop gekomen.’ TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

‘Vroeger stuurden mensen berichten per brief. Maar die brieven waren lang onderweg’, zegt Joep. ‘Ze bedachten toen de telegraaf. Deze stuurt door een stroomkabel codes. Dit gaat heel snel en het kan over een lange afstand’, vertelt Jefta. ‘Volgens mij werden morsecodes vroeger tijdens oorlog gebruikt’, zegt Vere.

De telegraaf maken

te duwen’, zegt Naomi. ‘Ik heb nog nooit iets technisch gemaakt. Ik vind het leuk dat ik iets gemaakt heb wat ook werkt’, vertelt Jefta.

Morsecode versturen

Er is een speciaal alfabet voor morsecodes. ‘Er is een code per letter. Je kunt de code met de telegraaf zien en horen. Er gaat een lampje kort of lang branden en je hoort een kort of lang klikje. Je kunt dan opzoeken welke codes gestuurd zijn’, vertelt Jefta. ‘Mijn zusje

en ik sturen morsecodes naar elkaar via de bank. Staan op de bank is het lange signaal, zitten de korte. Codes versturen kan ook met kloppen. Een harde klop is de lange code en een zachte klop de korte. Je kunt zo een spelletje spelen, waarbij de ander moet raden wat je bedoelt. Nu kunnen we dat thuis ook met de telegraaf doen’, zegt Joep.

MORSECODES

Er is een speciaal alfabet voor het versturen van morsecodes. Zo weet de ander wat je bedoelt. Hieronder staat een aantal voorbeelden: K:

Je kunt

naar elkaar versturen door 2 telegrafen aan elkaar te koppelen.

De aanwezigen krijgen de materialen die nodig zijn om de telegraaf te maken. Ook hebben ze een werkboekje waarin staat hoe het in elkaar zetten gaat. ‘Ik vind het best lastig om te maken. Je moet goed kijken wat waar moet komen. De onderdelen zijn klein en gaan er niet gelijk goed in’, vertelt Joep. ‘Ja, het is priegelwerk. En het kost wel kracht om de onderdelen er in

MEI 2O23 Sociaal en Techniek 4
Daniëlle loopt een slalomrace met Dominic. Eliana gooit samen met Sasha met ballonnen. Antonio en Jordy schommelen op de grote mat. morsecodes Naomi en Vere zetten allebei een telegraaf in elkaar. Jefta en Joep testen hun telegraaf. Jefta plaats een onderdeel in de telegraaf.
. --
. –
-- . T: --
-- . –R:
. A:
N:

Werelderfgoed maken

ALBLASSERDAM – Anne-Wil (11), Joas (11), Anna (11), Marylène (11), Lisa (10), Diederick (9) en Emma (9) presenteerden 5 april op de Ds. Joannes Beukelmanschool tijdens de projectavond verschillende nagemaakte werelderfgoederen. Verspreid over alle lokalen kwamen de bezoekers langs diverse landen met allerlei gebouwen, die op de Unesco Werelderfgoedlijst staan. Lisa: ‘Mijn vader, moeder, tantes en ooms komen kijken naar wat wij allemaal gemaakt hebben.’ Marylène: ‘Ik vind het leuk om iedereen te laten zien wat we hebben gemaakt en om in de andere klassen te kijken wat daar gedaan is.’ Anne-Wil: ‘We hebben 3,5 week aan dit project gewerkt.’ TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

It a lië

‘Wij hebben in lokalen van groep 7 en 8 werelderfgoed uit Italië gemaakt. Ik heb het Colosseum gemaakt. Ik heb eerst thuis het frame gemaakt en op school het karton ertegenaan geniet’, zegt Joas. Het Colosseum was het grootste amfitheater uit het Romeinse Rijk. Dat is een soort stadion. Er konden 50.000 toeschouwers in. ‘Verder zijn in de lokalen de Sint-Pietersbasiliek, de toren van Pisa en Pompeï te vinden’, vertelt Joas. ‘En de trappen van Pilatus. Ik heb van karton een gondel uit Venetië gemaakt. Bezoekers kunnen voor 50 cent in deze boot op de foto. Het geld gaat naar een school in Schotland’, zegt Anne-Wil. ‘Ik heb met een groepje de SintPietersbasiliek gemaakt. We hebben veel karton, gaas en papier-maché gebruikt. Ik vond het maken leuk, maar aan het eind was het wel haasten om alles af te krijgen’, zegt Anna. ‘Wij hadden ook nog meer plannen. Maar het is allemaal eigenlijk ook mooi genoeg en je moet een keer stoppen met maken’, vertelt Joas.

Wat is Unesco werelderfgoed?

‘Werelderfgoed is een plek op de wereld, die heel belangrijk is. Het is een plek waar veel mensen willen komen kijken’, zegt Anne-Wil. ‘Het is ook een beschermde plek. De plek moet blijven bestaan. Vlakbij Alblasserdam is ook Unesco werelderfgoed, namelijk de molens van Kinderdijk’, vertelt Joas. Joas, Anne-Wil, Anna, Marylène, Lisa, Diederick en Emma zijn hier allemaal weleens geweest. ‘Er gaan veel toeristen naar werelderfgoederen’, vertelt Anna. ‘Wat Unesco betekent, weet ik eigenlijk niet. Ik weet wel dat werelderfgoed goed wordt onderhouden, zodat het blijft bestaan’, zegt Diederick. Unesco is een onderdeel van de Verenigde Naties en heeft als doel werelderfgoed te behouden voor toekomstige generaties.

Malawi en Zambia

‘In mijn klas is Malawi en Zambia te bezoeken. Mijn meester is een keer in Zambia geweest en kwam met het idee. We hebben de Victoria Watervallen gemaakt. Dit is 1 van de grootste watervallen ter wereld. We hebben ook het Malawimeer gemaakt. We hebben het Afrikaanse landschap nagemaakt met dieren, huisjes en bomen. We hebben ook een grote boot gemaakt en vissen voor het Malawimeer’, vertelt Marylène. ‘Ik heb geholpen bij het maken van de Victoria Watervallen. We hebben ze gemaakt met crêpepapier, normaal papier en een soort blauwe folie. Ontdekkingsreiziger David Livingstone heeft de naam voor deze watervallen bedacht’, zegt Lisa.

GENERATIE: Een groep mensen in een bepaalde leeftijdscategorie.

Frankrijk

Diederick en Emma hebben allebei in hun klas werelderfgoed uit Frankrijk gemaakt. ‘Wij hebben het Kasteel van Versailles, de Arc de Triomphe, Eiffeltoren en Notre Dame uit Parijs gemaakt’, zegt Diederick. ‘Ja, die hebben wij ook gemaakt met mijn klas. We hebben plaatjes bekeken en alles zo goed mogelijk na proberen te maken. Ik zou de Eiffeltoren graag een keer in het echt zien’, vertelt Emma. De Eiffeltoren werd geopend in 1889 en is 1 van de bekendste en meest bezochte plekken in Frankrijk. De Eiffeltoren is 317 meter hoog. ‘Ik vind het wel zonde dat alles wat we gemaakt hebben na de projectavond weer afgebroken wordt’, besluit Emma.

MEI 2O23 5 Kunst & Cultuur
Anne-Wil en Joas zijn bij het Colosseum. Emma is bij de Eiffeltoren. Marylène zit bij een Afrikaanse boot en krokodil. Anna is bij de Sint-Pietersbasiliek. Diederick is bij het Kasteel van Versailles. Lisa is bij de Victoria Watervallen.

NAAR DE MIDDELBARE SCHOOL

ZWIJNDRECHT – Olivia (12), Amber (12), Tess (13) en Asya (12) zitten in groep 8 en gaan na de zomervakantie naar de middelbare school. Hebben zij er zin in? Hoe gaan zij naar hun nieuwe school? Gaan ze de route oefenen? En hoe nemen ze hun spullen mee? TEKST: LINDA TE VELDHUIS FOTO’S: FROMM ME PICTURES

Amber gaat naar het Walburg College in Zwijndrecht. ‘Ik heb zin om naar de middelbare te gaan. Ik ga er op de fiets naartoe straks. Dat wordt wel een stuk langer fietsen dan nu. Ik fiets nu niet meer dan 3 minuten naar school. Straks doe ik er 15 tot 20 minuten over. Walburg College ligt naast winkelcentrum Walburg. Daar ben ik een paar keer naartoe gefietst, dus de route naar school ken ik al. Ik fiets vooral op fietspaden. Het drukste punt dat ik tegenkom is een rotonde. Ik weet nog niet of ik samen met iemand ga fietsen. Er gaan er meer uit mijn klas naar Walburg, maar niet naar dezelfde richting als ik. Ik hoop dat de spullen voor school gewoon in mijn rugtas passen, zodat ik die makkelijk kan meenemen’, vertelt Amber.

Amber gaat langer fietsen. Wat doet ze als ze een lekke band krijgt? ‘Ik heb nog nooit een lekke band gehad. Ik denk dat ik ga lopen als dat gebeurt. Ik heb een fietspomp op mijn fiets. Ik denk dat het handig is als ik een keer leer hoe ik een band moet plakken’, zegt Amber.

‘Ik ga straks van school vooral de juffen en meesters missen. En de kleuters, die vind ik altijd leuk. Wel gek, straks ben ik weer de jongste op school in plaats van de oudste’, vertelt Amber.

VRAAG OM AAN IEMAND TE STELLEN: Hoe ga jij naar de middelbare school?

Ga jij na de zomervakantie

naar de middelbare school?

O Ja.

O Nee.

Hoe ga je straks naar school?

O Lopend.

O Met de fiets.

O Met het openbaar vervoer.

O Anders, namelijk ....

Ga je de route oefenen?

O Ja.

O Nee.

Asya en Tess in Zwijndrecht. Ze zitten nu bij elkaar in de klas. ‘We hebben gevraagd of we daar bij elkaar in de klas komen’, zegt Asya. ‘We weten nog niet of dat gaat lukken’, vertelt Tess. ‘Ik heb een soort van zin om naar de middelbare te gaan. Ik weet nu waar ik zit en nog niet waar ik ga komen. Hoe is bijvoorbeeld de uitleg daar? We moeten daar meer zelf uit boeken doen dan nu’, zegt Asya. ‘Hoe wordt de klas? Zijn de anderen aardig, druk of juist rustig?’ zegt Tess. Asya en Tess hebben allebei PreGym op het DevelsteinCollege gedaan. ‘Dat waren 15 middagen waarop je alvast kon kennismaken met de school’, vertelt Tess.

‘Ik ga nu met de auto naar school, maar straks met de fiets. Alleen als het slecht weer is, word ik gebracht. Het is ongeveer 7 minuten fietsen’, zegt Asya. ‘Voor mij denk ik 10 minuten. Ik denk dat ik altijd op de fiets ga. Ik ga nu nog lopend naar school’, vertelt Tess. Asya en Tess willen samen gaan fietsen als ze bij elkaar in de klas komen. ‘Ik steek een kruispunt over en kan daarna Asya ophalen. Dit kruispunt is vaak druk. Ik moet daar dan wachten en goed kijken of ik kan oversteken. Ik kom ook een T-splitsing tegen. Ook daar moet ik goed kijken, want sommige mensen letten niet op en rijden gewoon door. Asya en Tess kennen de route al en gaan deze niet oefenen. Ze willen zich niet gaan haasten om op tijd op school te zijn. ‘Ik denk dat ik of veel te vroeg ben of veel te laat’, zegt Asya. ‘Ik denk dat ik steeds te vroeg zal zijn’, zegt Tess.

‘We hebben straks meer spullen mee te nemen. Ik heb een fiets met een mand voorop. Ik wil daar mijn tas in gaan doen’, zegt Tess. ‘Ik heb straks een nieuwe fiets, ook met een mand voorop. En ik heb nog een grotere tas nodig. Die ga ik in de vakantie in Turkije uitzoeken’, vertelt Asya.

DE VERKEERSQUIZ

1. WAAR MOET TESS ONDERWEG OPLETTEN?

A. Bij een druk kruispunt en een T-splitsing.

B. Bij een drukke rotonde en stoplichten.

C. Of ze bekenden tegenkomt.

2. GAAT AMBER DE ROUTE NAAR SCHOOL OEFENEN?

A. Nee, want ze heeft een lekke band.

B. Ja, want ze is nog nooit bij het Walburg College geweest.

C. Nee, want ze is een paar keer naar het winkelcentrum ernaast gefietst.

3. WAAR FIETST OLIVIA VOORAL OVER?

A. De weg.

B. Het fietspad.

C. De stoep.

Olivia gaat na de zomervakantie naar Loket Zwijndrecht. ‘Ik heb er wel zin in. Kinderen die ik ken zitten daar op school. En ik heb zin om te zien hoe het is om op de middelbare te zitten. Ik heb een paar daagjes meegedraaid daar en ik ging vanuit school weleens naar technieklessen daar’, vertelt Olivia. ‘Ik ga op de fiets straks. Ik ken de weg al, dus die hoef ik niet te oefenen. Ik gok dat het 7 minuten fietsen is. Ik fiets nu 10 minuten naar school. Ik fiets vooral over het fietspad. Ik kom straks minder rotondes tegen onderweg. En geen rotondes meer waar verkeer van 2 kanten kan komen. Ik heb werkelijk geen idee of ik met bekenden in de klas kom. Ik ben wel iemand die snel vrienden maakt, dus dan kom ik vanzelf wel iemand tegen om eventueel mee samen naar school te fietsen’, vertelt Olivia.

‘Er is bij Loket een hele grote fietsenstalling, die is een stuk groter dan nu op mijn school. Ik neem mijn spullen straks mee in een rugzak. Ik krijg nog wel een grotere en stevigere rugzak. Ik wil mijn rugzak in de mand op mijn fiets doen. Ik zal de mensen op mijn basisschool gaan missen en ook de feestdagen. Die worden altijd uitgebreid

Deze rubriek is mede mogelijk gemaakt door:

MEI 2O23 Verkeer 6
Antwoorden: 1. A 2. C 3. B

Gezondheid en Sociaal

Wat eet jij als ontbijt?

DORDRECHT – ‘Mensen zeggen dat het ontbijt de belangrijkste maaltijd per dag is. Je hebt namelijk eten nodig om je goed te concentreren op school’, zegt Jay (11). Hij vertelt samen met Mohammed (12), Lucas (11), Sheviënnely (9), Marley (9) en Janco (8) over wat zij eten als ontbijt.

TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

‘Natuurlijk ontbijt ik elke dag. Ik heb altijd honger in de ochtend. Ik eet meestal bruin brood met pasta. Ik eet 2 boterhammen dan. En ik neem er cornflakes met melk bij. Ik drink meestal melk bij mijn ontbijt. In het weekend ontbijt ik vaak minder, want dan moet ik het zelf klaarmaken.’

‘Als ik niet eet, krijg ik een vervelend gevoel in mijn buik en gaat mijn maag rommelen. Ik ontbijt elke dag met maïswafels. Ik eet er 3. Ik drink er thee bij. In het weekend ontbijt ik anders. Ik maak dan bijvoorbeeld wentelteefjes met mijn moeder.’

Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door:

‘Ik ontbijt elke dag samen met mijn broer, mijn moeder geeft dan vaak mijn broertje de fles. Ik eet meestal 1 bruine boterham met hagelslag. Ik drink er meestal melk bij. In het weekend ontbijt ik met hetzelfde, maar ik eet dan wel later. Ik kan buikpijn krijgen als ik honger heb.’

‘Ik sla het ontbijt soms over. Op een schooldag ontbijt ik soms met een zacht broodje gekookt ei. Ik drink heet water of melk. In het weekend ontbijt ik anders, ik heb dan meer tijd om te koken. Ik eet dan zachte, waterige rijst en soms noedels. Ik maak mijn ontbijt zelf.’

‘Ik eet bij mijn ontbijt meestal 2 bruine boterhammen met chocopasta. Ik drink daar meestal melk bij. In het weekend neem ik soms ontbijtgranen met melk, maar ik eet meestal ook gewoon brood dan.’

Ontbijt jij altijd?

O Ja, ik eet ...

O Nee, want …

Neem jij een gezond ontbijt?

O Ja, namelijk …

O Nee, want …

Tips voor een gezond ontbijt

De ontbijtjes in dit artikel bevatten veel suiker door het zoete broodbeleg. Het is niet goed voor je om veel suiker te eten. Je kunt er dik en duf van worden. Je begint je dag beter met een ontbijt vol keuzes uit de Schijf van Vijf. En met minder suiker. Wat kun je allemaal eten bij een gezond ontbijt?

- Bruin of volkorenbrood met halvarine of margarine uit een kuipje en gezond beleg, zoals 30+ kaas, gekookt of roergebakken ei of 100% pindakaas.

- Magere of halfvolle melk of yoghurt met volkoren ontbijtgranen, zoals havermout en muesli (havervlokken). Je kunt ook een muesli kiezen met gedroogd fruit of noten.

- Fruit, zoals plakjes banaan of appel voor op je brood, fruit door je yoghurt met muesli of gewoon los. Bron: Voedingscentrum

‘Ik heb in de ochtend meestal geen trek, dus ik ontbijt soms. Ik neem dan 2 eierkoeken of cornflakes met melk. Ik drink niets bij mijn ontbijt. Ontbijten is wel belangrijk, want dan heb je geen honger als je op school bezig bent. Het werken gaat dan beter. In het weekend eet ik meestal hetzelfde als doordeweeks.’

Inzamelen voor Stichting Leergeld

DORDRECHT – Floris (12), Laura (10), Noah (10) en Nahla (10) van de Beatrixschool kregen begin april een gastles over Stichting Leergeld Drechtsteden. Nahla: ‘We krijgen deze gastles vanwege onze sponsorloop tijdens de Koningsspelen.’ Noah: ‘We gaan dan rondjes lopen achter de gymzaal.’ Laura: ‘Ik vind dit een goed doel voor onze sponsorloop. Zo krijgen zij extra geld om mensen te helpen.’ De leerlingen van de Beatrixschool haalden met de sponsorloop samen € 7.058,- op voor Stichting Leergeld Drechtsteden.

Floris: ‘Stichting Leergeld geeft geld aan ouders, die daarmee een sport voor hun kinderen kunnen betalen. Het geld kan ook gebruikt worden voor zwemles. Ik vind het hartstikke goed dat deze stichting dit doet. De energieprijzen zijn voor sommige ouders te hoog. En als andere kinderen wel op sport zitten, kan het kwetsend zijn als iemand dat niet kan omdat er geen geld voor is thuis. Het is belangrijk om toch te kunnen sporten. Fijn dat er mensen zijn die andere mensen willen helpen.’

Noah: ‘Ik had voor deze gastles nog nooit van Stichting Leergeld gehoord. Dankzij Stichting Leergeld kan iemand die geen sport of laptop kan betalen toch sporten of een laptop kopen. Het is belangrijk voor school om toch een laptop te hebben. Ook sporten is belangrijk om gezond te blijven.’

Stichting Leergeld Drechtsteden

Stichting Leergeld Drechtsteden is er voor kinderen van 4 tot en met 17 jaar uit gezinnen met een laag inkomen in de 7 gemeenten in de Drechtsteden. De stichting biedt praktische hulp, zodat een kind kan sporten, een muziekinstrument kan bespelen of een laptop kan ontvangen. Denk je dat je zelf gebruik kunt maken van Stichting Leergeld Drechtsteden? Of wil je misschien helpen? Kijk voor meer informatie op www.leergelddrechtsteden.nl.

Laura: ‘Ik heb weleens Stichting Leergeld op een shirt van een tegenstander bij korfbal zien staan. Stichting Leergeld helpt mensen die niet meer rond kunnen komen met hun geld, omdat eten kopen en het huis warmhouden veel kost. Alles wordt steeds duurder. Mensen kunnen dan niet genoeg geld hebben voor dingen die ook belangrijk zijn, zoals sporten en leren zwemmen. Zij krijgen geld van Stichting Leergeld om kinderen te laten sporten of om een laptop te kopen.’

Nahla: ‘Wij gaan geld ophalen zodat kinderen die niet genoeg geld hebben ook ergens kunnen sporten. Sporten is belangrijk want het helpt om gezond te blijven. Ik vind het zielig als iemand niet kan sporten en zijn of haar vriendjes en vriendinnetjes wel. Door Stichting Leergeld kunnen zij dan toch meedoen.’

MEI 2O23 7
Janco
Mohammed
Sheviënnely Jay Lucas
TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS
Marley

Wat doet de Jeugdbrandweer?

en nummer 4 zorgen ervoor dat het water bij ons kan komen. Ik controleer deuren of er brand achter is. En ik kijk in ruimten of daar slachtoffers liggen.’

Evalueren

‘Na iedere oefening evalueren we hoe het is gegaan en wat er beter kan de volgende keer’, zegt Floris. ‘We leren hoe je als team met elkaar omgaat.

De pompbediende

ALBLASSERDAM – Lieke (12), Floris (14) en Niek (13) zitten bij de Jeugdbrandweer Alblasserdam. Floris: ‘We volgen hier een soort opleiding om bij de brandweer te komen.’ Lieke: ‘We oefenen iedere woensdagavond. Dat is meestal bij de brandweer, maar soms ook bij bedrijven. Ik vind vooral de actie die we hier hebben leuk.’ Niek: ‘We spelen ook wedstrijden tegen andere ploegen van de Jeugdbrandweer. Verder doen we leuke dingen met elkaar, zoals spuitvoetbal. Dan spuit je met water de bal weg.’

‘We leren hetzelfde als bij de brandweer alleen ons materiaal is kleiner. De slangen zijn bijvoorbeeld lichter, zodat we ze goed kunnen tillen’, zegt Floris. ‘Ik leer wat handig is als je later bij de brandweer gaat. Maar je leert ook wat je moet doen als je brand in je eigen huis hebt’, vertelt Lieke.

Waarom bij de Jeugdbrandweer?

‘Mijn vader is vrijwillige brandweer. Ik wil hem achterna en later ook bij de brandweer gaan. Ik vind het vooral leuk hoe je als groep samenwerkt.’, vertelt Floris. ‘Mijn vader zit ook bij de brandweer en ik hoorde veel interessante verhalen van hem. Ik wil nu later zelf ook bij de brandweer’, zegt Lieke. ‘Ik zag een keer reclame over de Jeugdbrandweer en mijn moeder zei dat ik daar wel wat kon leren. Ik wil nu later ook bij de brandweer. Je hebt hier actie en gezelligheid’, vertelt Niek.

De bevelvoerder

De manschappen in de ploeg hebben verschillende rollen. Floris is bevelvoerder: ‘Ik heb leiding over de ploeg en geef bevelen. Ik roep bijvoorbeeld: ‘Afleggen!’. Dat is de slang uitgooien om een gebouw in te gaan. Verder praat ik via de portofoon met de meldkamer en de pompbediende.’

Niek is pompbediende: ‘Ik zorg voor een veilige omgeving door een weg af te zetten met pionnen. En ik zorg dat er zo snel mogelijk water is om te blussen. Het water komt uit de brandkraan. Ook worden bijvoorbeeld in het brandende gebouw gevonden dieren bij mij gebracht. Ik blijf daarbij tot de opgeroepen dierenambulance komt. Ik praat via de portofoon met de bevelvoerder en meldkamer.’

Nummer 1

Lieke is nummer 1: ‘Ik werk direct samen met nummer 2. De bevelvoerder vertelt mij dat ik de omgeving moet verkennen om te kijken waar de brand is en of er slachtoffers zijn. Ik ben samen met nummer 2 de aanvalsploeg. Wij gaan de brand blussen. Nummer 3

En je leert bij de Jeugdbrandweer goed communiceren, zodat je van elkaar weet wat er bedoeld wordt. Ik zou trouwens wel met echt vuur willen oefenen. Dan doen we nog niet’, vertelt Lieke.

Wedstrijden

‘Bij een wedstrijd krijg je punten voor hoe je iets doet, bijvoorbeeld deuren controleren’, zegt Floris. ‘Of hoe snel je iets doet’, vult Niek aan. ‘We hebben meerdere wedstrijden per jaar, in de regio, maar ook landelijk. We gaan in juni naar de halve finale van de landelijke wedstrijd’, vertelt Niek. ‘Vorig jaar waren we de beste van Zuid-Holland’, zegt Lieke.

DUMMY: Een pop.

MEI 2O23 Sociaal 8
Floris bespreekt de oefening met de ploeg. Lieke, Floris en Niek zitten bij de Jeugdbrandweer.
TEKST
EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS
Floris praat door de portofoon. Lieke is aan het blussen. Niek let op een gewonde hond (dummy). Lieke controleert een kamer. Lieke verplaatst de slangen samen met nummer 2. Niek draait de brandkraan open. PORTOFOON: Een soort walkietalkie.

DORDRECHT – Tess (12), Thijs (11), Floor (10), Jonathan (10) en Mason (8) volgen iedere dinsdagmiddag een keuzeles op Christelijk Kindcentrum De Sterrekijker. Tijdens 1 van de lessen maken ze een stop-motionfilm. Thijs: ‘Een stop-motionfilm is een film van foto’s. Op die foto’s staan bewegingen. En als je die foto’s snel achter elkaar afspeelt, wordt het een filmpje. Ons filmpje gaat over de lente. Een groepje kinderen zit eerst binnen een spelletje te doen. Maar ze besluiten toch buiten te gaan spelen omdat het lente is.’

‘We zijn begonnen met het aan elkaar vragen wat we willen doen in het filmpje. Van de ideeën maken we

1 geheel’, zegt Tess. ‘Dat bedenken was best lastig. Iedereen ging maar wat doen en improviseren’, zegt

Mason. ‘Ik maak de foto’s. Daarbij let ik op dat de bewegingen per foto niet te groot zijn. Anders lijkt het niet op een filmpje. De stapjes in de film zijn dan te groot’, vertelt Thijs. ‘We maken het filmpje met een stop-motionapp op een tablet’, zegt Floor. ‘Het is de 1e keer dat ik een stop-motionfilm maak. Ik ben heel benieuwd het wordt’, zegt Tess.

Op de achtergrond letten ‘Je kunt overal wel een stopmotionfilmpje maken. Het kan met echte mensen maar ook als tekenfilm’, zegt Jonathan. ‘Ik heb al eerder een stop-motionfilmpje

IMPROVISEREN:

Ada is moslim

ZWIJNDRECHT – Ada (10) is moslim: ‘Mijn geloof heet islam. Bij de islam geloof je in 1 god en die god heet Allah.’ Allah betekent 1 in het Arabisch. Ada: ‘Mijn geloof heeft verschillende gebruiken. Als moslim bid je 5 keer per dag, we lezen de koran en we houden de ramadan en daarna het Suikerfeest.’ Een kind doet niet met alle gebruiken mee. Een puber gaat met steeds meer gebruiken meedoen. Volwassenen hebben de meeste gebruiken. TEKST EN

5 keer per dag bidden

‘Moslims bidden 5 keer per dag. Dat is op vaste momenten. De momenten worden bepaald door de stand van de zon. Je kunt een app gebruiken waarmee je een melding krijgt als het tijd is om te bidden’, vertelt Ada. Moslims bidden voor zichzelf. Een gebed gaat bijvoorbeeld over eten en gezond zijn. De koran heeft 13 gebeden, die je in een bepaalde volgorde doet. Voor het bidden verschonen moslims zich met water.

De koran

‘De koran is het heilige boek van de islam. Het heeft 30 hoofdstukken. Veel mensen kennen de koran uit hun hoofd. De koran is in het Arabisch, maar er zijn vertalingen van. Ik kan nog geen Arabisch lezen, maar wil dat wel leren’, zegt Ada.

De ramadan

‘De ramadan is ieder jaar. Wanneer het begint, ligt aan de stand van de maan. De ramadan is 30 dagen vasten tussen zonsopgang en zonsondergang. Vasten betekent niet eten en niet drinken. Je mag ook je tanden niet poetsen op deze momenten. Ik heb dit jaar voor het eerst een deel van de ramadan meegedaan’, vertelt Ada. Alleen gezonde mensen doen mee aan de ramadan.

gemaakt. Ik doe het thuis namelijk. Ik weet dat je bij het maken van de foto’s moet opletten dat er niemand in de achtergrond staat. Want die maakt dan misschien in het filmpje veel te grote bewegingen en verspringt dan in beeld’, vertelt Floor.

Filmpjes bekijken

‘Ons groepje werkt snel. We hadden het filmpje ruim op tijd af’, zegt Mason. ‘Aan het eind van de les worden de filmpjes van alle groepjes getoond. Ik ben benieuwd hoe ze allemaal geworden zijn’, zegt Floor.

De ramadan is er om jezelf te leren beheersen. Je kunt met honger bijvoorbeeld sneller boos worden. Je probeert dan toch om niet boos te worden. Ook wordt er tijdens ramadan door moslims geld aan arme mensen geschonken. ‘Iedere avond ga je op een bepaald moment weer eten. Het tijdstip staat op een kalender. Je kunt zelf goed op de tijd letten of een app gebruiken’, zegt Ada.

Het Suikerfeest

‘Na de ramadan is het Suikerfeest. Het vasten is dan voorbij. Het Suikerfeest duurt 3 dagen. Voor het Suikerfeest kleden we ons mooi aan. Mijn moeder heeft met henna bloemen op mijn handen getekend. Dit zijn versieringen met een soort make-up. Het zijn kruiden van een plant. Het is een poeder dat je mengt met water. Daarna gaan we eten met familie. We zijn dit jaar met familie bij mijn oma gaan ontbijten. Daarna zijn we naar de bioscoop gegaan. Ook zijn we bij mijn tante geweest’, vertelt Ada.

Op School en Sociaal 9 MEI 2O23
Een shot uit de stop-motionfilm.
TEKST EN FOTO: LINDA TE VELDHUIS
Tess, Thijs en Floor bekijken de opgenomen scène terug. Floor, Jonathan, Thijs, Tess en Mason bepalen waar ze de foto’s voor een volgende scène gaan maken.
doen zonder plan
Iets
FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS Ada wijst met haar vinger met henna erop Arabisch schrift aan. Ada in haar jurk voor het Suikerfeest.

De Vraag en Puzzel

Wat vind jij leuk aan de kermis?

HENDRIK-IDO-AMBACHT – Er was op verschillende plekken in de Drechtsteden kermis tijdens de meivakantie. Marijn (10), Amelie (7), Suze (9) en Rowena (10) waren op de kermis in Hendrik-Ido-Ambacht en vertelden wat zij leuk vinden aan naar de kermis gaan. TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

‘Ik vind de attracties op de kermis leuk, vooral zo’n bank die ronddraait. Het is jammer dat die deze keer niet op de kermis hier staat. De botsauto’s vind ik ook leuk. Je kunt daar lekker tegen elkaar aan beuken. Ook kun je lekkere hapjes eten, zoals churro’s. De grijpers vind ik ook leuk. Ik wilde graag een Pokémon, maar de grijper liet weer los. Ze werken vaak niet goed. De hoge glijbaan hier vind ik ook leuk. Ik zou wel vaker naar de kermis willen, maar het is wel prijzig daar.’

Marijn

‘Ik vind de botsauto’s het leukst. Je kunt daar lekker scheuren. Ik zat de laatste keer naast een vriendin daarin, daarvoor stuurde ik zelf. Het trampoline springen aan een elastiek is ook leuk. Daar kan ik hoog springen. De Cakewalk was ook leuk. Daar kun je doorheen lopen over allemaal bewegende trappen. Ik ga straks nog blik gooien. Ik vind het ook leuk dat je bekenden tegenkomt op de kermis.’

Amelie

‘Er zijn veel leuke dingen te doen en je kunt van alles winnen. Ik vind de trampoline leuk. En ook de Cakewalk, daar kan je op een lopende band snel heen en weer. Ik heb met eendjes vangen een knuffel gewonnen. Van een vriendje en mijn broer heb ik door hen gewonnen knuffels gekregen. Ik kom hier ook bekenden tegen. Ik vind het leuk om met hen bij te kletsen zo in de vakantie. Ik ga 1 keer naar de kermis, want het kost wel veel geld.’

Suze

‘Je kunt op de kermis veel activiteiten doen en prijzen winnen. Bij darten kun je bijvoorbeeld iets winnen. De trampoline vind ik ook leuk. Je zit aan een elastiek en zo kan ik backflips en salto’s doen. De grijpautomaten zijn ook leuk. Als je geluk hebt, kun je daar iets winnen. Het is mijn moeder 1 keer gelukt. Ik kom hier ook klasgenoten tegen. Ik ben nu al 3 keer naar de kermis geweest deze week.’

K i n d e r K r a n t

P U Z Z e L

Aan welk plein lag de apotheek van de vader van Leo?

PAGINA 1

Welke rol heeft Nina?

PAGINA 3

Waarmee kun je morsecodes versturen?

PAGINA 4

Wat wil Emma een keer in het echt zien?

PAGINA 5

De letters in de gele balk vormen het antwoord. Mail dit antwoord, samen met je voornaam, leeftijd en het telefoonnummer van je ouder(s) of verzorger(s), naar antwoord@kinderkrantdrechtsteden.nl

We verloten de prijs onder de goede inzendingen. Alleen de winnaar krijgt bericht.

in Zwijndrecht bij:

Het antwoord van de puzzel van april is: HOOIKOORTS De winnaar is FELICIA (8) GEFELICITEERD!

Wil je nog meer puzzelen? Kijk dan eens op PUZZELCORNER.NL voor meer leuke puzzels!

Waarmee haalde de Beatrixschool geld op voor Stichting Leergeld Drechtsteden?

PAGINA 7

Wanneer gaan Lieke, Floris en Niek naar de halve finale?

PAGINA 8

Waar zijn de versieringen op de hand van Ada mee gemaakt?

PAGINA 9

Waarin werkt een machinist mobiele kraan?

PAGINA 11

Wat heeft groep 6 van De Sterrekijker iedere dag?

PAGINA 12

Wat vind jij leuk aan de kermis?
Rowena
10 MEI 2O23

MIJN VADER IS: SCHADEHERSTELLER EN PLANNER

ZWIJNDRECHT – De vader van Mae (6) is schadehersteller bij Schadenet De Koning. Mae: ‘Mijn vader repareert auto’s. Van de auto’s zijn bijvoorbeeld de voor- of achterkant of de ramen kapot. Dit kan gekomen zijn door een botsing. Een botsing kan gebeuren omdat iemand op zijn telefoon zit tijdens het rijden. Of omdat iemand te hard rijdt.’ Kevin, de vader van Mae: ‘Klopt. Als je te hard rijdt, kan het langer duren voordat de auto stilstaat. En dan kun je op iemand anders rijden. Ik heb inmiddels heel veel auto’s gerepareerd. Ik ben nu planner. Dat betekent dat ik bekijk welke auto wanneer gerepareerd wordt en wie dat van het team met schadeherstellers doet. Ook zorg ik dat de juiste materialen er zijn.’ Mae: ‘Ik kom ongeveer 1 keer per maand op het werk van mijn vader. Ik ken hier al wat mensen.’ TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

met haar vader bij een auto die bespoten is met nieuwe lak.

‘Als iemand schade heeft, brengt hij of zij de auto bij onze garage. De persoon krijgt een vervangende auto mee, als dat nodig is. En daarna gaan wij met de kapotte auto aan de slag’, zegt Kevin.

Het repareren

Het is belangrijk dat auto’s gerepareerd worden, want anders kan iemand niet naar zijn werk gaan’, zegt Mae. ‘Een schadehersteller begint met het uitlezen van de computer van de auto. Zo kan hij of zij zien of er storingen zijn. Ook wordt opgeschreven wat kapot is. De plek van de schade wordt gedemonteerd en schoongemaakt. Een deuk kan soms uitgedeukt worden. De schadehersteller schuurt daarna het staal en spuit er nieuwe verf op. Na het repareren worden alle onderdelen weer op de juiste plek geplaatst. De schadehersteller controleert als laatste of alle storingen uit de computer verholpen zijn’, vertelt Kevin.

Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door:

Niet meer te repareren

Een auto kan vaak nog gerepareerd worden. ‘Zolang de kosten voor het repareren niet hoger zijn dan de waarde van de auto, kan dat vaak’, zegt Kevin. ‘Maar soms kan een auto echt niet meer gerepareerd worden, bijvoorbeeld als hij in brand heeft gestaan’, vertelt Mae.

Elke dag anders

‘Mijn vader werkte ook in de autoschade. Ik ging als kind weleens mee en dacht toen al dat ik dit later ook wilde gaan doen. Elke dag is anders op het werk, want iedere schade is anders. Ik vind het uitdagendste aan mijn werk om te zorgen dat de reparatie op tijd klaar is, zodat de klant zijn of haar auto weer op tijd terug heeft’, zegt Kevin.

DEMONTEREN: Uit elkaar halen.

Welke opleiding doe je voor deze baan?

‘Ik begon toen ik 16 jaar was na de middelbare school met werken bij een schadebedrijf. Ik wilde niet meer achter een bureau in de klas, maar met mijn handen werken. Eerst was ik dus schadehersteller. Ik heb toen allerlei opleidingen gevolgd om leiding te geven en dat doe ik nu sinds 6 jaar’, zegt Kevin. Er zijn verschillende opleidingen om met auto’s te werken na je middelbare school. Je kunt ze in de Drechtsteden volgen.

WAT DOET EEN... MACHINIST MOBIELE KRAAN?

SLIEDRECHT – Sommige beroepen zijn waarschijnlijk gelijk duidelijk voor je, bijvoorbeeld bakker of taxichauffeur. Maar er zijn ook heel veel beroepen waarvan je eigenlijk niet weet wat het werk inhoudt. Ayla (12), Tessa (11), Hayleigh (12) en Dylano (12) vertellen over het beroep machinist mobiele kraan. Wat denken zij dat die baan inhoudt? TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

‘Mobiel heeft volgens mij te maken met iets wat automatisch kan bewegen. Ik denk dat dit iemand op kantoor is die het rijden van de treinen regelt met de computer. Ik begrijp nu dat het een bestuurder is van een hijskraan. Ik kan niet tegen hoogtes en dan moet je helemaal omhoog klimmen om te gaan werken. Het lijkt me ook saai om de hele dag iets met je handen te besturen. Dit werk is dus niets voor mij.’

‘Mobiel heeft iets met een auto te maken. Ik denk dat dit iemand is die een rijdende hijskraan bestuurt. Ik heb die weleens gezien. Er zijn ook hijskranen met een lift. Dan hoef je niet naar boven te klimmen om te gaan werken. Ik heb hoogtevrees. Maar ik kan wel tegen lang stilzitten. Het besturen met de knoppen lijkt een beetje op gamen.’

‘Ik weet dat een machinist een trein bestuurt. Mobiel is een telefoon. Ik denk dat dit iemand is die in dat kleine karretje van een hijskraan zit en dan de hijskraan bestuurt. Mijn vaders collega’s werken met hijskranen. We hebben thuis modellen van hijskranen. Ik speelde daar vroeger mee. Ik heb een keer de rupsbanden van een hijskraan gevoeld. Die waren heel hard. Ik zou het werk geen probleem vinden als het bakje laag aan de kraan hangt.’

‘Bij mobiel moet ik denken aan een mobiel boven een kinderbedje. Een machinist is een soort bestuurder. Dus ik denk dat het een bestuurder van bijvoorbeeld een hijskraan is. Ik heb gehoord dat gevaarlijker werk vaak beter betaald wordt. Ik denk dat dit gevaarlijk werk is. Het is zo hoog, ik ben bang dat ik naar beneden val. Ik heb hoogtevrees. Als de plek om te zitten laag is, dan vind ik het werk wel leuk. Ik houd van technische snufjes.’

Wat is een machinist mobiele kraan?

Als hijskraanmachinist werk je zelfstandig op de hijskraan. Je kunt deze ook verplaatsen naar je werkplek. Weer of geen weer: jij werkt fijn vanuit je hijskraancabine. Je hebt een goed ruimtelijk inzicht. Ook kun je goed in een team werken met je collega’s en opdrachtgevers.

Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door:

Mae staat met haar vader voor een auto waarvan de bumper gerepareerd wordt. Mae staat Hayleigh
Dylano Ayla Tessa
MEI 2O23 Toekomst 11

DORDRECHT – Sarah (10), Amelie (9), Aaron (9) en Stan (9) zitten in groep 6 van IKC De Sterrekijker. Hun juf Mirjam laat hen vaak bewegend leren. Amelie: ‘Dat is anders leren. Je zit niet stil op je stoel in de klas, maar je beweegt tijdens de les.’ Sarah: ‘We doen deze lessen vaak lekker buiten in de frisse lucht. Ook als het regent. We doen bijvoorbeeld taal, spelling, woordenschat of rekenen.’ Aaron: ‘Ik vind het fijner om een les buiten te hebben door de frisse lucht.’ Stan: ‘Veel kinderen in de klas kunnen niet stil zitten. Onze juf ook niet. Dus deze lessen passen goed bij de klas én bij de juf.’ TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

De leerlingen hebben elke dag een buitenles. ‘Ik vind het een soort buitenspelen. We zijn spelend aan het leren’, vertelt Amelie. ‘We zijn zo een keertje extra buiten op een schooldag. Ik vind het jammer dat het niet meer is. Ik zou dat wel fijn vinden’, zegt Sarah.

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord en voorzetsel

Juf Mirjam legt in het lokaal de buitenles van deze keer uit: ‘Buiten liggen blaadjes onder houten blokjes. De blokjes zorgen ervoor dat de blaadjes niet wegwaaien. Er staan zinnen op de blaadjes. Schrijf op welke stoffelijke

bijvoeglijke naamwoorden en voorzetsels er in deze zinnen staan.’

Leerlingen helpen met het klaarleggen van de blaadjes en de blokjes. In tweetallen voeren ze daarna de opdracht uit.

Samen buiten bezig

‘Onze juf verzint deze lessen zelf. Soms mogen we meedenken hoe een les wordt. Andere klassen kunnen de lessen ook gebruiken. Maar onze klas heeft de meeste buitenlessen’, zegt Stan. ‘Ik zou het jammer vinden als ik straks in groep 7 minder buitenlessen zou hebben. Eigenlijk moeten alle juffen en meesters zulke lessen geven’, vertelt Aaron. ‘Ik vind het leuk dat we deze les buiten samen doen. Dan ben je niet alleen bezig. We doen de lessen meestal met onze eigen klas, maar soms ook met een andere klas erbij’, vertelt Sarah.

Hele jaar door

‘We hebben deze lessen het hele jaar door buiten. Alleen bij heel slecht weer zoals hagel, doen we de les in de klas. Maar dan is de les nog steeds met bewegen’, vertelt Stan. ‘We doen ook vaak een spelletje uit de beweegpot. Dan kunnen we tussendoor even lekker bewegen’, zegt Aaron.

Informatie aanmelden Zomerschool

DORDRECHT/ZWIJNDRECHT – Ook in de zomervakantie van 2023 is er in Dordrecht en Zwijndrecht Zomerschool. Dejan (11), Shaira (11), Selena (12), Diego (10) en Noa (8) zijn eerder naar Zomerschool geweest en vertellen over hun ervaringen. TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

Selena: ‘Je speelt hier meer met kinderen die je niet kent. Ik vind het leuk hier, je doet leuke dingen en je gaat je niet vervelen tijdens de vakantie. We doen rekenen, lezen, taal en spelling. Ik kan door Zomerschool straks op mijn eigen school na de vakantie ook makkelijker wennen. Na de Zomerschool van vorig jaar heb ik contact gehouden met iemand die ik daar heb leren kennen. Ze komt uit Oekraïne en ik spreek Engels met haar.’

Diego: ‘Het leukste aan Zomerschool vind ik het maken van nieuwe vrienden. Alles heeft eigenlijk wel met een vak te maken, maar wordt anders gegeven. Natuur op school doen we bijvoorbeeld in een boek en nu gaan we met een emmer buiten zoeken. We zijn meer buiten en daar word je creatiever van. We doen veel leuke dingen, bijvoorbeeld een watergevecht. Ik vind naar Zomerschool gaan goed voor je. Als je niet gaat, moet je op school weer wakker worden. Je zit beter in het ritme en je weet de sommen alweer als je gewone school begint.’

Shaira: ‘Zomerschool helpt je herinneren hoe je alles moet doen, bijvoorbeeld rekenen. Het is je hoofd opwarmen voor als je straks weer naar school gaat. Er komen kinderen van verschillende scholen. En ik leer er nieuwe dingen, dat vind ik leuk. Ik vind het niet erg dat ik nu een korte zomervakantie heb. Ik ben voor Zomerschool op vakantie geweest. En nu doe ik in het weekend leuke dingen. Ik ga op de fiets naar een bus, die bus brengt me naar de Zomerschool.’

In Dordrecht en Zwijndrecht is er in 2023 weer Zomerschool. Inschrijven voor Dordrecht kan tot 11 juni en inschrijven voor Zwijndrecht kan tot en met 15 mei. Kijk voor meer informatie en aanmelden op www.zomerschooldordrecht.nl en www.zomerschoolzwijndrecht.nl

Noa: ‘Ik vind het leuk om naar de Zomerschool te gaan. Ik hoef me zo niet te vervelen. Eerst werken we en vanaf 12 uur gaan we leuke dingen doen. Mijn moeder vertelde vorig jaar over zomerschool en mijn juf zei dat ik daar een leuke tijd zou hebben. Dit jaar wilde ik gelijk zelf gaan en volgend jaar wil ik weer. Zomerschool is leuk en gezellig. Je doet er dingen die je niet verwacht.’

Dejan: ‘Zomerschool is een soort opwarming voor na de vakantie. Je speelt langer buiten dan normaal. Mijn vrienden waren de laatste weken op vakantie, dus ik had niks te doen. En deze weken ging ik dus naar Zomerschool. Het is wel gewoon vroeg op elke dag. Ik kom op de fiets. Vroeger was zomerschool echt iets voor kinderen met bijvoorbeeld dyslexie. Nu mag je erheen als je wil, niet alleen als je extra lessen nodig hebt. Probeer Zomerschool eens!’

Stan schrijft een antwoord op. Sarah en Amelie lezen de opdracht. Aaron overlegt samen met zijn klasgenoot. Groep 6 heeft een buitenles.
MEI 2O23
12
Op School

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.