Kinderkrant Drechtsteden mei 2025

Page 1


Er liggen 2 onderbroeken in de wasmand. Zegt de ene onderbroek tegen de andere: ‘Ga je mee naar Ibiza?’

Zegt de andere onderbroek: ‘Nee, ik ben al bruin genoeg.’

Phileine (9)

Dagobert Duck wil een huis kopen en heeft gehoord dat het er spookt. Dus vraagt hij aan alle bewoners: ‘Klopt het dat het hier spookt?’ Een bewoner zegt: ‘Nee, ik woon hier al 500 jaar en ik heb er geen 1 gezien.’

Niek (11)

Er komt een man bij de dokter. Hij zegt tegen de dokter: ‘Als ik hier druk, doet het pijn en hier ook en daar ook.’ Dokter: ‘Ah, ik zie het al, uw vinger is gebroken!’

Jim m

Ik heb mijn spreekbeurt! Als ik thuis oefen, gaat het goed. Maar het idee dat ik straks voor de hele klas sta, geeft me de kriebels.

Aangeboden door kinderboekhandel De Giraf in Dordrecht

MAIL ONTLEDEN SCHOOL SMS

STRAATTAAL TEKST THUIS VERHAAL VERTALING WOORDEN WOORDSPEL

ANTWOORD (1 WOORD):

REGELS: DE WOORDEN VIND JE HORIZONTAAL, VERTICAAL EN DIAGONAAL. JE MAG LETTERS MEERDERE KEREN GEBRUIKEN. ALS JE

DE OVERGEBLEVEN LETTERS IN DE JUISTE VOLGORDE ZET, KRIJG JE

Wat is het toppunt van nieuwsgierigheid?

Nout (9)

Door een sleutelgat van een glazen deur kijken.

HET ANTWOORD. MAIL DIT WOORD SAMEN MET JE VOORNAAM, LEEFTIJD EN HET TELEFOONNUMMER VAN JE OUDERS OF VERZOR- GERS (ZODAT WE CONTACT MET JE OP KUNNEN NEMEN ALS JE HEBT GEWONNEN) NAAR ANTWOORD@KINDERKRANTDRECHTSTEDEN.NL

ALLEEN WINNAARS KRIJGEN BERICHT.

Michiel van de Vijver nn y en

Wacht! Ik heb een idee!

Mijn spreekbeurt gaat over voetbal

HET ANTWOORD VAN DE WOORDZOEKER IN DE VORIGE KINDERKRANT IS: NATUURGEBIEDEN DE WINNAAR IS: SALOME (8) GEFELICITEERD!

ZOEK

de bloemen in deze Kinderkrant.

Kun jij ze allemaal vinden? Vul hier het aantal in:

Welke salade moet je eten als je jeuk hebt?

Lynn (9)

Wat is het toppunt van snelheid?

Niels (10)

De nieuwe Kinderkrant Drechtsteden verschijnt donderdag 19 juni.

Een krabsalade.

Een slak die uit de bocht vliegt.

Deze Kinderkrant Drechtsteden wordt mede mogelijk gemaakt door:

<logo

<logo Alblasserdam>

Heb jij een leuke mop, een goed raadsel of een leuk idee voor een artikel? Mail deze met je voornaam en je leeftijd naar redactie@kinderkrantdrechtsteden.nl

COLOFON MEER INFORMATIE EN CONTACT: www.kinderkrantdrechtsteden.nl

Eindredacteur: Marielle Verwoerd Vormgever: Stan van Oss

Op alle artikelen in Kinderkrant Drechtsteden berust copyright.

Kinderkrant Drechtsteden verschijnt in Alblasserdam, Dordrecht, Heerjansdam, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht. Oprichter en hoofdredacteur: Linda te Veldhuis

Sport en Sociaal

Shanna en Siera doen aan hobbyhorsing

ZWIJNDRECHT – Hobbyhorsing is een sport die ruim 20 jaar geleden in Finland is ontstaan. De sport is in veel Europese landen populair geworden. Shanna (10): ‘Met een stokpaardje ga je springen, crossen, dressuur of Western rijden. Ook kun je naar het strand of naar het bos gaan om daar te rijden.’ Siera (11): ‘Met hobbyhorsing ben je veel buiten. Het is zo leuk, omdat je het overal kunt doen.’

‘Het begon 2 jaar geleden toen ik mijn 1e Crafty Pony kocht. Crafty Ponies zijn paardenknuffels. Toen ik een 2e paardenknuffel kocht, zag ik een leuk filmpje op YouTube over hobbyhorsing. Op marktplaats kocht ik mijn 1e hobbyhorse. Inmiddels heb ik er 5. Ik heb ze Snowy, Dusty, Mokka, Pepper en Nena genoemd’, vertelt Shanna. ‘Door mijn vriendinnetje Shanna ben ik vorig jaar begonnen met hobbyhorsing. Met Kerst kreeg ik mijn 1e eigen hobbyhorse. En voor mijn verjaardag kreeg ik mijn 2e paardje. Ik heb ze Sterre en Bella genoemd’, zegt Siera.

Trainen om hoog te kunnen springen ‘Voor het springen zet ik een parcours met hindernissen uit. De hindernissen koop ik online bij Shein. De hoogste hindernis die ik tot nu toe heb gesprongen is 80 cm. Ik ben al zeker

springt met haar

over de

30 keer gevallen. Meestal struikel ik over mijn eigen voeten’, zegt Shanna. ‘Ik vind springen best moeilijk. Daarom train ik veel. Omdat ik steeds hoger wil springen, doe ik de sprong eerst zonder hobbyhorse, want dan kan ik me goed op de sprong concentreren. Ik maak hindernissen van manden en kratjes. Die zet ik buiten neer en daarmee maak ik een parcours’, vertelt Siera.

Zelf accessoires maken ‘Voor mijn hobbyhorses maak ik halsters, hoofdstellen en dekentjes. De hoofdstellen maak ik van leer en de halsters van stof en ringetjes. Mijn hobbyhorses heb ik gekocht, maar het volgende paardje wil ik zelf maken. Omdat ik de enige in de

familie ben die kan naaien, zal ik hem zonder hulp maken’, vertelt Shanna.

Hobbyhorsing is een sport

‘Vriendinnen van ons vinden het leuk dat we aan hobbyhorsing doen. Het is een sport waarbij je veel rent en springt. Volwassenen doen ook aan deze sport, want je blijft fit’, legt Siera uit. ‘Ik heb me ingeschreven voor een wedstrijd hobbyhorsing. Ik doe voor het eerst mee’, zegt Shanna.

Shanna en Siera zijn bezig met het springparcours.

Wonen in een schippersinternaat

ZWIJNDRECHT – Nynthe (12) en Silvijn (7) wonen in een schippersinternaat. Silvijn: ‘Dat is een soort kinderopvang waar je ook slaapt. Het is voor kinderen tussen de 6 en 18 jaar van wie de vader en moeder op een schip varen. En dat schip is dan bijvoorbeeld in Duitsland. Ze kunnen hun kinderen dan niet naar school brengen.’ Nynthe: ‘Het schippersinternaat is een soort 2e thuis. Je blijft er van maandag tot vrijdag en wordt dan opgehaald om naar boord of naar je eigen huis te gaan.’ Nynthe en Silvijn zijn dus schipperskinderen. Ook zijn zij nicht en neef van elkaar. Hun internaat heet Julia en dat is gevestigd in Zwijndrecht. TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

Nynthe en Silvijn hebben eigenlijk 3 plekken waar ze wonen. Ze wonen in het schippersinternaat, in een huis met hun ouders en aan boord van het schip van hun ouders. ‘Elke week gaan we op maandag weer terug naar het internaat, omdat school dan weer begint’, zegt Nynthe. ‘In het weekend ga ik altijd naar papa en mama aan

het internaat.

boord van ons schip. Ik ben door de week soms thuis in plaats van op het internaat. Dit kan als papa en mama niet op ons schip aan het werk zijn en toch thuis zijn. Tijdens vakanties ben ik niet op het internaat’, vertelt Silvijn. Tijdens vakanties is het internaat namelijk dicht.

Verschillende groepen

‘Er zijn 5 groepen in het internaat’, zegt Silvijn. Een groep is een soort afdeling binnen het internaat. ‘Er zitten zo’n 12 kinderen van verschillende leeftijden in 1 groep. Broers en zussen zitten bij elkaar’, vertelt Nynthe. ‘De leiding van elke groep bestaat uit 5 mensen. De leiding slaapt ook op het internaat. Er is per groep een woonkamer, een keuken en een gang met allemaal kamers. Achteraan zijn 2 wc’s, 1 voor de jongens en 1 voor de meisjes’, legt Silvijn uit. ‘Ook heeft iedere groep 3 douches. De meeste kinderen hebben een eigen kamer. Soms delen bijvoorbeeld een broer en een zus een kamer’, vult Nynthe aan. Er zijn bij het internaat verschillende plekken om te spelen, zowel binnen als buiten.

Naar school, sporten en afspreken

Samen eten

‘Er is een kok die voor iedereen kookt. Hij verdeelt het eten op karren en de leiding van een groep haalt dan de kar met eten op. We eten altijd om 17 uur’, zegt Nynthe. Je mag 1 ding doorgeven, dat je echt niet lust. Daarvoor krijg je iets anders. ‘Ontbijten doen we ook met elkaar op de groep’, zegt Silvijn.

‘De meeste kinderen gaan naar school op De Toermalijn en een paar gaan naar De Steenen Kamer. Je mag vanaf groep 5 zelf naar school, daarvoor loopt de leiding van het internaat mee’, vertelt Nynthe. ‘Na school kun je gewoon afspreken om te spelen met andere kinderen’, zegt Silvijn. ‘En ook kun je naar sport of vrienden. Als je te jong bent om alleen te gaan, dan brengt de leiding je’, vult Nynthe aan.

TEKST: MANUELA
MARTIN FOTO’S: FROMM ME PICTURES
Shanna
hobbyhorse
hindernis.
Siera en Shanna showen hun hobbyhorses.
De hobbyhorses van Shanna en Siera.
Nynthe zit in haar kamer op het internaat.
Nynthe en Silvijn zitten op het klimrek voor het schippersinternaat Julia.
Silvijn zit in zijn kamer op

Techniek en Maritiem

Microbits programmeren

ZWIJNDRECHT – Tishaeniya (12), Donovan (12) en Olaf (11) zitten in groep 8 op OBS De Dolfijn (locatie Hart van Meerdervoort) en hebben samen met groep 3 met microbits gewerkt. Tishaeniya: ‘Microbits zijn computertjes, waar we bijvoorbeeld spelletjes op zetten, zoals steen-papier-schaar.’ Donovan: ‘Ik maak de code en leg aan de kinderen uit groep 3 uit hoe de code werkt.’ Olaf: ‘Wij en de kinderen uit groep 3 leren zo een beetje hoe programmeren gaat.’ TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

Iedere leerling uit groep 8 heeft 1 of 2 leerlingen uit groep 3 met wie we samenwerken. ‘Ik laat de kinderen zoveel mogelijk zelf doen. De 1e keer sloot ik de microbit aan en legde uit hoe. Daarna konden ze

het zelf. Het programmeren is ook niet zo moeilijk. Je maakt codes in de app van microbit.org’, vertelt Tishaeniya. ‘Ik vind programmeren erg leuk om te doen. Je moet er veel geduld voor hebben. Je moet veel codes of blokjes in een bepaalde volgorde zetten en opletten dat je geen fouten maakt. Ik heb thuis ook verschillende microbits’, zegt Donovan.

Uitleggen ‘Het is leuk dat wij dit aan groep 3 mogen uitleggen. Als je het eenmaal snapt, is het best makkelijk om de microbit te programmeren’, vindt Olaf. ‘Soms is het uitleggen wel lastig. Het ene kind is eerder betrokken dan een ander kind. En als iemand geen zin heeft, moet je steeds de aandacht vragen’, vertelt Donovan.

Steen-papier-schaar, muziek en rekenmachine

Steen-papier-schaar speel je door de microbit te schudden en dan stil te houden. Er gaan dan lampjes branden in de vorm van een steen, papier of schaar. ‘Bij mij vonden ze het muziek

Donovan helpt bij het plaatsen van de microbit als

Frituurvet vervoeren

ROTTERDAM – David (9) en Joy (12) konden medio april met de Vrienden van de Binnenvaart aan boord van een binnenvaarttanker kijken. David: ‘Dit schip heet Oranje Nassau V en het ligt nu in een haven in Rotterdam.’ Joy: ‘Dit schip heeft heel veel buizen en er zit frituurvet in.’ TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

Het schip ligt tijdens het bezoek van David en Joy in de Geulhaven in Rotterdam. ‘Het schip ligt te wachten om naar de Maasvlakte te varen’, zegt David. De Maasvlakte is een groot industriegebied in de Noordzee, dat bij Rotterdam hoort. ‘Het schip heeft 3 propellers achterop het schip en 1 propeller voorop het schip. Dit zijn een soort motoren, waardoor het schip vooruit en achteruit kan varen en ook gestuurd kan worden’, vertelt David.

Heel veel frituurvet ‘Dit schip vervoert oud frituurvet. Het schip heeft 14 tanks. Dat zijn plekken waar de lading in kan. Er kan in totaal 4,8 miljoen liter

Joy en David bekijken allerlei apparatuur in de stuurhut.

frituurvet in dit schip’, zegt David. ‘Ze recyclen dit frituurvet. Ze maken er biodiesel van. Ik wist niet dat dat kan’, vertelt Joy. Biodiesel is een brandstof, die bijvoorbeeld vrachtwagens gebruiken. ‘Het frituurvet moet warm gehouden worden, want anders wordt het te dik en kan het niet uit het schip gehaald worden’, gaat Joy verder.

Stuurhut en machinekamer

‘De stuurhut kan omhoog en omlaag met een knopje. Ik mocht daar van de kapitein op drukken. Ik heb ook de radar omlaag gedaan. De radar werkt met geluidsgolven en zo kun je bij mist en in het donker zien waar je moet varen zonder te botsen’, vertelt David. ‘Er zijn telefoons,

David en Joy staan naast de bovenkant van 1 van de propellers.

David en Joy kijken naar de vele leidingen aan boord.

waarmee je met andere schepen kunt communiceren. Je vertelt dan waar je bent en waar je heen gaat’, legt Joy uit. Voorop het schip nemen Joy en David een kijkje in de machinekamer. ‘We moeten hier oorkleppen op. De motoren staan aan en maken veel lawaai’, zegt Joy. ‘En we mogen voor onze veiligheid nergens aankomen, want de motoren zijn warm’, vult David aan.

Een gastles in de klas?

potje steen-papier-schaar.

programmeren het leukst. Ze vonden het alleen te zacht, maar ik kon de muziek niet harder zetten’, vertelt Olaf. ‘Je kunt ook een rekenmachine programmeren. Er passen 3 codes tegelijk op een microbit’, weet Donovan.

Stappenteller

‘We maken van de microbit ook een stappenteller. De microbit stop je dan in je schoen. Elke keer als de microbit beweegt, dan telt dat als stap. Je zet de stappenteller weer op 0 door op een knopje te drukken’, legt Tishaeniya uit. ‘Bij mij gingen ze rennen, maar de microbit viel dan uit de schoen. Ze vroegen me steeds om hem weer in hun schoen te doen’, zegt Olaf.

Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door:

De woning en sportkamer ‘Ik wist niet dat een schip zo’n luxe woonruimte heeft. Er is een hele grote bank en een grote tv. Iedereen heeft eigen slaapkamers met een groot bed. De keuken is ook heel groot’, zegt Joy. ‘En er is ook een soort sportkamer met allemaal sporttoestellen,’ vertelt David.

Wil jij meer weten over de binnenvaart, schepen en beroepen? Vraag dan of je juf of meester contact opneemt met Vrienden van de Binnenvaart via info@vriendenvandebinnenvaart.com. Zij kunnen een gastles geven.

De motoren maken veel lawaai, dus daarom dragen Joy en David gehoorbescherming.
Donovan test steen-papierschaar.
Olaf (midden) programmeert muziek op de microbits.
Tishaeniya (midden) kijkt naar een
stappenteller.

Gezondheid en Kunst & Cultuur

5

Helpen geld inzamelen v r onderzoek bloedvaten

DORDRECHT – Hermen (11), Jozua (10), Hugo (11), Joshua (11), Thijmen (10), Samuel (11) en Julian (11) zitten in de Johan Junior Brugklas en hebben een project over bloedvaten. Dit project is samen met het Erasmus Medisch Centrum uit Rotterdam. De leerlingen maken filmpjes en animaties om geld in te zamelen voor onderzoek naar bloedvaten. Hugo: ‘We maken filmpjes en animaties om uit te leggen wat een aneurysma is. We vragen daarbij of mensen geld willen doneren voor onderzoek naar medicijnen om een aneurysma te voorkomen.’

‘Een aneurysma kan in je aorta zitten. De aorta is de grote lichaamsslagader. Er kan een soort dikke bel in de aorta komen. Dat is dan een aneurysma’, legt Jozua uit. De aorta heeft 2 wanden. Vergelijk dit met een binnen- en een buitenband van een fiets. ‘De binnenwand van de aorta kan slap worden’, weet Joshua. ‘En die kan dan kapot gaan en zo ontstaat er een zwelling in het bloedvat. Dat is dus een aneurysma’, vertelt Thijmen. ‘Die zwelling is een soort ophoping van bloed. Daar kan het vat dan knappen’, zegt Jozua. ‘En dan stroomt het bloed eruit’, noemt Hugo. ‘Je hebt dan een hele erge inwendige bloeding’, vervolgt Jozua. ‘Je moet dan met spoed naar het ziekenhuis’, zegt Julian. ‘Want het kan dodelijk zijn’, zegt Thijmen. Een aneurysma komt vooral voor bij oudere mensen, omdat hun bloedvaten ook ouder zijn.

Onderzoek kan mensen helpen

‘Je kunt een buisje op de plek van het aneurysma plaatsen voordat de ader knapt’, zegt Hugo. ‘Maar dan moet je er wel vroeg bij zijn. Het aneurysma mag nog niet te groot zijn’, zegt Joshua. ‘Door geld in te

zamelen kan er onderzocht worden hoe een aneurysma eerder ontdekt kan worden’, vertelt Jozua. ‘En of er medicijnen zijn die helpen een aneurysma te voorkomen.

Boeken proeflezen

DORDRECHT – Joep (13), Morris (10) en Sid (12) zitten in Team Mus. Sid: ‘Daarin zitten kinderen, die boeken proeflezen.’ Deze boeken zijn van de auteur Kevin Hassing. Joep: ‘We lezen de 1e versie van het boek. Er staan dus nog fouten in.’ Sid: ‘Ook schrijven we recensies over het boek en die komen in het boek te staan. Een recensie is een beoordeling van het boek.’ Joep: ‘En promoot Team Mus de boeken tijdens de Kinderboekenweek.’ Morris: ‘En probeert te zorgen voor zoveel mogelijk stemmen voor de Kinderjury.’ TEKST: LINDA

‘Er zitten nu ongeveer 16 kinderen in Team Mus’, zegt Joep. ‘Ze komen uit heel Nederland’, gaat Morris verder. ‘Wij hebben een account op Instagram over kinderboeken. Kevin Hassing vroeg ons daar via een bericht of wij in Team Mus wilden’, vertelt Joep. ‘Ik ontmoette Kevin Hassing bij kinderboekhandel De Giraf. Ik heb toen gezegd ook in Team Mus te willen. Zo kun je boeken eerder lezen’, zegt Sid. ‘Wij lezen een boek ongeveer een jaar voordat het verschijnt’, vult Joep aan.

Waarop letten bij proeflezen?

‘Ik let er op of het boek niet te spannend is voor jonge kinderen. Want als je het te spannend vindt, wil je niet verder lezen. Ik let ook

In het proefboek staat dat het een geheim document is.

Ik vind het goed dat we met dit project mensen kunnen helpen’, zegt Samuel.

Filmpjes en animaties maken ‘Ik maak samen met Julian een Scratch-video. We laten daarin met een kat zien wat een aneurysma is’, vertelt Samuel. ‘Ik heb samen met Jozua en Hugo een filmpje gemaakt. Jozua legt met zo’n pop van het menselijk lichaam met losse organen uit wat een aneurysma is’, vertelt Jozua. ‘Ik heb samen met iemand een filmpje gemaakt met ballonnen gevuld met water. Ik leg met de ballonnen uit wat een aneurysma is’, legt Thijmen uit. ‘Ik heb in Canva en Scratch animaties gemaakt en leg zo met mijn eigen stem uit wat een aneurysma is’, vertelt Hermen.

Joep, Morris en Sid laten door hen gelezen proefboeken en de uiteindelijke boeken zien.

op of de taal begrijpelijk is. Dat er geen te moeilijke woorden in staan. En ook let ik erop of er niet opeens een personage bij is gekomen’, zegt Morris. ‘Ik zoek naar fouten in het boek. Een keer klopten aantallen met dieren en mensen niet. Dat heb ik toen naar de schrijver geappt. Ook geven we ideeën voor het boek’, vertelt Joep.

Van proefboek naar echt boek Het proefboek is zonder illustraties. ‘Dat is wel jammer, want de illustraties van de boeken over Mus en Kapitein Kwaadbaard zijn erg mooi’, vindt Morris. ‘We zien soms wel al de voorkant van het boek’, zegt Joep. ‘Na het lezen van het boek maken we de recensie’, zegt Sid. ‘Ik lees daarvoor de leuke stukken uit een boek opnieuw’, vertelt Joep. ‘De leden van Team

Mus krijgen bij de boekpresentatie een speciale rol en plek om te zitten’, vertelt Sid. ‘Als het boek verschenen is, ga ik het snel lezen en kijken wat er veranderd is. En of dat dan iets van mij was’, vertelt Morris enthousiast. ‘Want soms gaat er iets uit of eindigt een boek anders dan in het proefboek’, zegt Joep.

Samuel en Julian.
Jozua, Hugo en Joshua.
Hermen.
Thijmen.
Joep geeft zijn opmerkingen via Whatsapp door aan de schrijver.
Morris laat 1 van zijn recensies zien.

DE DODE HOEK ZIEN

HENDRIK-IDO-AMBACHT – Oliver (11), Justian (11), Jelmer (11), Boaz (10), Loïs (10) en Ellemijn (11) kregen een les over de dode hoek van grote voertuigen. Daarvoor was een gastspreker met een vrachtwagen naar de Stadhouder Willem III school gekomen, waar Oliver, Justian, Jelmer, Boaz, Loïs en Ellemijn op school zitten. Jelmer: ‘De dode hoek is een plek waar een bestuurder jou niet kan zien.’ Justian: ‘Als je in de dode hoek staat of rijdt, kan het fout gaan.’ De chauffeur kan dan bijvoorbeeld iemand aanrijden. Oliver: ‘We leren tijdens de les waar je moet staan of fietsen als je een vrachtwagen tegenkomt in het verkeer.’ TEKST EN FOTO'S: LINDA TE VELDHUIS

De les start in de klas met een presentatie en een filmpje over de dode hoek. Daarna gaan de leerlingen naar buiten om zelf de dode hoek te zien. Ze mogen daarvoor in de cabine van een vrachtwagen zitten. ‘Zo zagen we dat recht voor de vrachtwagen, precies recht achter de vrachtwagen en de plekken naast

de cabine dode hoeken zijn’, vertelt Ellemijn. ‘Ik had al eens van de dode hoek gehoord. Maar ik weet nu veel beter wat een dode hoek is en dat er veel dode hoeken zijn’, zegt Boaz. ‘Ik dacht dat er maar 1 dode hoek was’, zegt Loïs. ‘Ik ook en dat die alleen dichtbij de vrachtwagen was’, vult Justian aan.

In de cabine

‘Ik heb nog niet eerder in de cabine van een vrachtwagen gezeten. Het is me nu heel duidelijk waar de dode hoeken zijn’, vindt Oliver. ‘Een chauffeur ziet veel, maar ook veel niet. Dat zijn dus de dode hoeken’, zegt Justian. Een vrachtwagen heeft meerdere spiegels, maar de chauffeur ziet toch niet alles om zich heen.

Oogcontact maken

‘Als fietser heb je eigenlijk niet in de gaten, dat de chauffeur van een vrachtwagen jou niet ziet. Het is dus belangrijk om oogcontact te maken’, vertelt Ellemijn. ‘Want als je hem niet kan aankijken, dan ziet de chauffeur jou ook niet’, licht Oliver toe. ‘Sommige vrachtwagens hebben camera’s. Je kunt dan geen

VRAAG OM AAN IEMAND TE STELLEN: Heb je weleens in een dode hoek gezeten?

DE VERKEERSQUIZ

1. WAT IS GEEN DODE HOEK VAN EEN VRACHTWAGEN?

A. Ruim rechts achter.

B. Direct voor de cabine.

C. Schuin rechts van de cabine.

2. WAAROM MOET JE OOGCONTACT MET DE CHAUFFEUR MAKEN?

A. Zo kun je laten zien dat je met hem of haar wilt praten.

B. Zo weet hij of zij waar jij bent en jij weet dat hij of zij jou heeft gezien.

C. Zo kun je zien wat voor kleur ogen hij of zij heeft.

oogcontact maken en weet eigenlijk niet of de chauffeur je wel gezien heeft’, vertelt Jelmer.

In de dode hoek ‘Als je naast een vrachtwagen fietst, dan ziet de chauffeur jou niet. Een vrachtwagen snijdt door de lange lengte een bocht af. Je kunt als fietser dan geraakt worden door de vrachtwagen’, legt Justian uit. ‘Ik ben weleens zo afgesneden in een bocht. De vrachtwagen kwam heel dichtbij, ik denk dat het 10 centimeter scheelde’, vertelt Boaz. ‘Ik heb weleens gehad dat ik wachtte voor een stoplicht en dat er een vrachtwagen aankwam. Hij zag mij

niet, want ik kon geen oogcontact maken. Hij stopte uiteindelijk heel dichtbij mij’, zegt Ellemijn.

Ruim afstand houden

‘We weten nu dat je minimaal 3 meter afstand moet houden van een vrachtwagen. De veiligste plek is ruim en rechts achter een vrachtwagen’, zegt Boaz. ‘Niet alleen een vrachtwagen heeft dode hoeken, maar ook een trekker, vuilniswagen, bus en een auto met een lange aanhangwagen’, vertelt Ellemijn. ‘Zorg ervoor dat je fietst op een plek waar de chauffeur je kan zien’, zegt Loïs.

Deze rubriek is mede mogelijk gemaakt door:

Antwoorden:
Op deze plek ziet de chauffeur je helemaal niet. Ellemijn en Loïs moeten helemaal gaan staan om de jongens te zien.
Op deze plek kan de chauffeur maar een klein stukje van je zien.
Oliver, Justian, Jelmer, Boaz, Loïs en Ellemijn kregen een les over de dode hoek.
Ook hier kan de chauffeur je nauwelijks zien.
Hier kan de chauffeur je alleen zien via een speciale spiegel.
De jongens proberen de meiden via de spiegels te vinden.
Deze plek is veilig om achter een vrachtwagen te staan.

4 en 5 mei en Op School

Leren over de Tweede Wereldoorlog

ZWIJNDRECHT – Floris (10), Ilse (11), Lisa (12) en Kai (12) bezochten dit voorjaar met hun klasgenoten van Kindcentrum De Notenbalk de tentoonstelling 80 jaar Vrijheid in museum De Vergulde Swaen. Ook liepen zij de Stolpersteinewandeling. Ilse: ‘We waren in de klas bezig met een project over de Tweede Wereldoorlog en daarom zijn we hier.’ Floris: ‘Dit is een soort museum. In groepjes beantwoorden we vragen over de tentoonstelling. Ook gaan we naar buiten voor een soort speurtocht naar struikelstenen.’ Lisa: ‘Het is belangrijk om te weten wat er is gebeurd in de Tweede Wereldoorlog. Zeker nu. Er zijn zoveel oorlogen. Zoiets als de Tweede Wereldoorlog mag nooit meer gebeuren.’

TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

‘Zwijndrecht was tijdens de oorlog nog heel klein’, zegt Ilse. ‘Er was nog veel boerenland’, vult Lisa aan. ‘Vooral de foto’s van plekken waar ik weleens loop, vallen me op. Ik kijk nu wel anders naar die plekken, omdat ik nu weet wat daar in de oorlog is gebeurd’, vertelt Floris. ‘Ja, vooral op het Veerplein. Dat is ook de plek waar Sinterklaas altijd aankomt’, zegt Kai.

Lijst met namen ‘Er hangt in de tentoonstelling een lijst met namen van mensen, die

Lisa zoekt naar een antwoord bij de opdracht.

zijn vermoord. Er staan meer dan 50 namen op. Ik vind dat indrukwekkend. De namen zijn van Joodse mensen en ook van mensen die in het verzet zaten. Dat waren mensen die tegen de Duitsers waren. Mensen uit het verzet hebben bijvoorbeeld uit het gemeentehuis voedselbonnen van de Duitsers gestolen en die aan de inwoners gegeven’, vertelt Lisa.

Stolpersteine om te herdenken Stolpersteine worden ook struikelstenen genoemd. Het zijn een soort gedenkstenen. Ze liggen op veel plekken in meerdere landen in Europa. ‘Er liggen verschillende struikelstenen in Zwijndrecht. Deze stenen geven aan waar mensen woonden, die zijn afgevoerd in de Tweede Wereldoorlog’, vertelt Kai. ‘De stenen zijn vooral voor Joodse mensen. Deze mensen werden afgevoerd naar bijvoorbeeld Westerbork en daarna werden ze vermoord of slecht behandeld in kampen’, vertelt Lisa. ‘Ik wist niet dat struikelstenen bestaan. Ik had ze nog nooit eerder gezien. Ze zijn een beetje goudbruin. Erop staan de naam, geboortedatum, sterfdatum en de plaats waar de persoon vermoord is’, zegt Ilse.

Struikelstenen herdenken in de oorlog afgevoerde mensen. De stenen liggen voor de woonplek van deze mensen. Deze struikelstenen liggen op de Rotterdamseweg.

Ball nnen knappen met een robot

DORDRECHT – Wafa (13), Liano (11) en Olivier (11) van de Wantijschool doen op 4 juni 2025 mee aan de finale van Planet Robot X Defensie. Dit is een evenement waar leerlingen zelfgemaakte robots tegen elkaar laten strijden. Wafa: ‘De robots moeten 2 wielen hebben en de ballon van de ander poppen.’ Liano: ‘Ook mag de robot niet langer dan 50 centimeter en niet zwaarder dan 5 kilo zijn. Wij waren de winnaar van 4 scholen tijdens een wedstrijd in de bibliotheek in de stad.’ En daarom gaan Wafa, Liano en Olivier naar de finale in Soesterberg. Dat ligt in de provincie Utrecht. TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

‘In de klas werd gevraagd wie wilden meedoen aan deze robotwedstrijd. Je kon je vinger opsteken en wij drieën zijn als team gekozen’, zegt Wafa. ‘De wedstrijd duurde 3 schooldagen. De 1e 2 dagen bedachten, maakten en programmeerden we de robot. Op de 3e dag kon je de robot verbeteren en was de wedstrijd’, vertelt Liano. ‘De materialen van de robot waren daar aanwezig’, zegt Wafa. ‘Je kon hout, karton of piepschuim gebruiken’, zegt Olivier.

Rolverdeling

‘Ik heb een 1e schets van de robot gemaakt. Wafa heeft die daarna verbeterd’, vertelt Liano. ‘Ik ben de robot daarna gaan maken en daar hielp Liano bij. We konden een lijmpistool gebruiken, dat was fijn. We hebben gekozen voor lichte materialen, zodat de robot sneller kan rijden dan 1 van hout’, legt Wafa uit. ‘We konden spullen van de kringloop gebruiken. Zo hebben we een slijptol uit elkaar gehaald

en de schijf daarvan gebruikt’, zegt Liano. ‘Ik heb me bezig gehouden met het programmeren van de robot met microbit. We kregen daar uitleg over en konden een stappenplan volgen. Ik vond dit programmeren leuk om te doen. Het is lekker rustig’, gaat Olivier verder.

de tentoonstelling

Steen van Leo Meijer ‘Je kunt dus op de stenen zien hoe oud ze geworden zijn. Op het Veerplein ligt de struikelsteen van Leo Meijer’, zegt Floris. De vader van Leo was apotheker. Leo Meijer is 9 jaar oud wanneer hij samen met zijn moeder op 6 oktober 1944 in het vernietigingskamp in Auschwitz wordt vergast. Er is een boek over hem verschenen (De groeten van Leo) en zijn halfbroer geeft regelmatig gastlessen over wat er met Leo en zijn verder familie is gebeurd. Hij is ook in de klas van Kai, Ilse, Lisa en Floris geweest.

Heb jij weleens een struikelsteen op straat gezien?

❍ Ja, in ...

❍ Nee.

De wedstrijd in Dordrecht ‘Tijdens de wedstrijd moet je de ballon op de andere robots kapot maken’, zegt Wafa. ‘Er waren 3 rondes. Ik bestuurde de robot. Het leukst om te doen is het poppen van een ballon’, zegt Liano. ‘De 1e ronde was het spannendst. Maar we zagen al snel dat andere robots langzamer waren dan die van ons’, vertelt Olivier. ‘Wij hadden uiteindelijk 6 ballonnen kapotgeprikt en hadden dus 6 punten. Daarmee waren wij de

winnaar. Ik had niet gedacht dat we zo goed zouden zijn. Op YouTube kun je het filmpje van de wedstrijd terugkijken’, vertelt Liano.

De finale

Wafa, Liano en Olivier hebben zin in de finale op 4 juni 2025. ‘We weten nog niet hoeveel robots er dan mee doen’, zegt Wafa. ‘We gaan daar dezelfde robot gebruiken’, zegt Liano. ‘Hij is helemaal goed zo, dus we passen hem niet aan’, zegt Olivier.

Floris bekijkt
over de Tweede Wereldoorlog in Zwijndrecht.
Kai, Ilse, Lisa en Floris zijn in museum De Vergulde Swaen.
De robot van Wafa, Liano en Olivier.
Wafa, Liano en Olivier doen mee aan de finale van Planet Robot X Defensie.

Water als beste dorstlesser

ALBLASSERDAM – Iedereen heeft iedere dag vocht nodig. Water drinken is daarvoor de gezondste keuze. Benjamin (11), Rebekka (10), Elke (10) en Fiene (11) vertellen hoeveel water zij op een dag drinken en op welke momenten. Ook vertellen ze hoe je op andere manieren vocht kunt innemen als het buiten warm is.

‘Eigenlijk drink ik heel de dag door water. Ik denk dat ik 2 liter water per dag drink’, zegt Elke. ‘Ik drink thuis water bij het eten. Ik neem naar school water in een airup mee. Perzik is mijn favoriete smaak’, vertelt Fiene. ‘Ik heb ook een airup. Ik vind bosvruchten het lekkerst. Ik neem mijn airup mee naar school en als ik van thuis wegga. Ik drink vooral veel water na het voetballen’, vertelt Benjamin. ‘Ik drink in ieder geval thuis in de ochtend water’, zegt Rebekka.

Meer water bij warmte ‘Ik drink meer water als ik het warm heb. Maar ik neem dan niet te veel tegelijk. Ik krijg anders zo’n waterbuik. Ik drink dan eerst een beetje en neem pas later meer’, legt Benjamin uit. ‘Ik wil meestal na hard rennen wat drinken en neem dan water’, deelt Rebekka haar ervaring. ‘Ik wil altijd meer drinken na het verzorgen van paarden’, zegt Elke. ‘Ik heb dat na het buitenspelen vaak. En ook als het warm is wil ik meer drinken’, vertelt Fiene.

‘Ik drink elke dag 1 of 2 bekers water, in ieder geval 1 in de ochtend.’

Als kind heb je 1 tot 1,5 liter vocht per dag nodig. Hoeveel water drink jij per dag?

0,5 – 1 liter

1 – 1,5 liter

1,5 – 2 liter

Andere manieren om vocht in te nemen Als het warm is, heb je meer vocht nodig. Op warme dagen verlies je meer vocht door bijvoorbeeld zweten. Het is dan extra belangrijk om genoeg te drinken. Maar je kunt ook op andere manieren vocht binnenkrijgen. ‘Je kunt bijvoorbeeld een ijsje nemen’, zegt Rebekka. ‘Of een appel’, zegt Elke. ‘Je kunt melk uit een kokosnoot drinken’, noemt Benjamin. ‘Of gewone melk, zeker als die lekker koud is. Of neem komkommer’, zegt Fiene. ‘Je kunt ook peer eten, die is lekker sappig. Of neem watermeloen’, gaat Rebekka verder. ‘Ja, watermeloen helpt goed tegen de dorst’, vindt Elke.

'Water is eigenlijk het enige wat ik drink. We hebben geen frisdrank in huis.'

Zoek

Te weinig gedronken

Als je te weinig vocht in je lichaam hebt gekregen, dan kun je dat op verschillende manieren merken. Je urine kan bijvoorbeeld erg stinken. Dat komt omdat je minder vocht om te plassen hebt en er zitten daardoor meer afvalstoffen in je urine. ‘Ook kun je je niet zo lekker gaan voelen en een beetje hoofdpijn krijgen’, noemt Elke. ‘Of je krijgt een droge keel’, zegt Fiene. ‘Ik krijg wat buikpijn als ik te weinig heb gedronken’, zegt Rebekka.

‘Ik drink elke dag 5 bekers water, vooral na het voetballen.’

de 5 verschillen

Watertappunten op straat

Vorige maand vertelden Ala (10) en Dalia (9) in Kinderkrant Drechtsteden over de opening van een watertappunt bij de Stadsboerderij van Weizigt in Dordrecht. ‘Als je dorst krijgt, kun je bij zo’n punt een drinkfles vullen. Je drukt op de knop en het water komt eruit’, zegt Ala. Je hoeft dan bijvoorbeeld niet naar huis terug om te kunnen drinken. ‘Het water is gratis. Het is wel zo handig om je eigen fles mee te nemen’, vult Dalia aan. En wist je dat watertappunten ervoor zorgen dat er minder plastic flesjes op straat komen? Een buurt ziet er dan ook nog eens netter uit.

Inmiddels zijn er in Dordrecht al 30 watertappunten, waar je je eigen fles of bidon kunt vullen. Heb jij weleens een watertappunt gezien op straat?

❍ Ja, op deze plek: …

❍ Nee.

Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door:

Benjamin, Rebekka, Elke en Fiene drinken elke dag water.
‘Ik drink elke keer water bij het eten. Ook neem ik water mee naar school.’

Gezondheid en Geld 9

Blijer door buiten zijn

SLIEDRECHT – Je hebt vast weleens gehoord dat in de natuur zijn goed voor je is. Hoe merk je dat dan?

Saar (10), Fayenna (10) en Vera (9) vertellen wat zij zoal buiten doen en wat het buiten zijn met hen doet. TEKST EN FOTO’S:

Saar: ‘‘Ik vind het superleuk en lekker om buiten te zijn. Ik word er vrolijk van, zeker als de zon schijnt. Regen vind ik minder leuk, maar ook wel grappig. Van tv kijken word ik eigenlijk een soort chagrijnig. Als ik buiten ben geweest, voel ik me blij en dat voelt veel fijner. Als het mooi weer is, ben ik zo’n 3 of 4 uur buiten. Ik spring graag op de trampoline, ga met vriendinnen de hond uitlaten of klim in bomen. Ook help ik mijn vader in de tuin. In het bos ga ik heel veel wandelen. Ik neem dan bospaadjes met mijn nichtjes en neefjes. Als het regent ben ik maar een paar minuten buiten. Naar het strand gaan we met goed en slecht weer.’

Fayenna: ‘Ik vind het fijn om buiten in de frisse lucht te zijn. Je kunt daar lekker gek doen, want je hebt de ruimte. Ik ga dan hard rennen, gillen, springen en klimmen. Als ik heel lang tv kijk, word ik misselijk door de wisselende beelden. Tv kijken kan ook saai zijn en ik ga me dan vervelen. Ik ben elke dag zo’n 2 uur buiten. Ik ga graag voetballen, in bomen klimmen en hutten bouwen. Ook laat ik de hond uit. Als we wandelen in het bos, dan bouwen we een hut op een leeg stuk. We gaan dan in de hut zitten en maken een foto. Ik ga eigenlijk alleen met mooi weer naar het strand. Het geluid van regen vind ik rustgevend.’

Zakgeld krijgen

Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door:

Vera: ‘Ik houd van de natuur. Als ik in het bos ben, probeer ik altijd beestjes te zien. Als ik binnen ben, ben ik vaker chagrijnig, zeker als de tv uit moet. Ik heb dan geen zin om naar buiten te gaan. Maar als ik buiten ben, dan vind ik dat toch heel leuk. Ik vind het leuk om met vriendinnen buiten te spelen. Ook ga ik vaak skeeleren. Ik ben 2 uur buiten als het gewoon lekker weer is en 10 minuten als het regent. Ik vind het dan leuk om in plassen te stampen. Er is een bos vlakbij mijn opa en oma, daar gaan we dan een uur wandelen. Ook gaan we weleens naar het strand, vaak als het slecht weer is. Dan kijken we bij de duinen en springen in zee.’

Wist je dat …

… je meer zelfvertrouwen krijgt door vaak in de natuur bezig te zijn?

… de lucht in de natuur schoner is en dat beter is voor je?

… in de natuur zijn goed is voor je zintuigen?

… je in de natuur meer beweegt en dat gezond is voor je?

… er in de natuur andere geluiden zijn en je je daar rustig door kunt voelen?

SLIEDRECHT – Veel kinderen krijgen zakgeld. Zakgeld helpt je om met geld te leren omgaan. Je kunt zakgeld contant krijgen of het zakgeld wordt naar je rekening overgemaakt. En misschien heb je afspraken gemaakt over wat je met je zakgeld mag doen. Joël (13), Harold (12) en Anne Lynn (12) vertellen over hun ervaringen met zakgeld. Harold: ‘Door zakgeld leer je met geld omgaan. Je spaart, koopt dan iets en gaat weer sparen.’ Anne Lynn: ‘Het gevoel dat je voor iets spaart is leuk.’ Joël: ‘Sparen is goed, want dan kun je iets duurders kopen.’

Vooral sparen

‘Ik krijg iedere week € 2,00 zakgeld. Ik krijg dat contant. Ik heb ook een folderwijk. Daarvoor krijg ik 1 keer per maand het geld en dat wordt overgemaakt op mijn rekening. Ook vraag ik geld voor mijn verjaardag. Ik geef mijn geld vooral uit aan Lego, bijvoorbeeld een vrachtwagen met een dieplader. Ik spaar daar dan voor. Ik was volgens mij 8 jaar toen ik voor het eerst zakgeld kreeg’, vertelt Harold. ‘Ik krijg geen zakgeld. Ik heb het ook nog nooit gehad. Ik zou wel graag zakgeld willen

Krijgt zijn zakgeld contant.

krijgen, maar ik weet niet of dit van mijn ouders mag. Ik krijg wel spaargeld. En ik krijg soms geld voor mijn verjaardag. Ik zou graag sparen voor een nieuw spel voor mijn spelcomputer of voor Lego’, zegt Joël. ‘Ik krijg mijn zakgeld soms contant en soms op mijn rekening. Ik krijg € 1,20 per week. Het bedrag verschilt bij ons thuis per leeftijd. Toen ik 10 was, was het € 1,00 en toen ik 11 was € 1,10. Mijn broertje en zusje van 6 krijgen ieder € 0,60. Ik geef mijn zakgeld eigenlijk

Krijgt geen zakgeld.

niet uit. Ik doe het in mijn spaarpot en soms weet ik iets om voor te gaan sparen’, vertelt Anne Lynn.

Afspraken over geld uitgeven ‘Ik heb geen afspraken gemaakt over het uitgeven van mijn geld. Ik vind wel dat je geen rare dingen van je zakgeld moet kopen’, zegt Harold. ‘Ik heb ook geen afspraken. Maar denk wel eerst goed na voordat je iets wilt kopen. Ik heb een keer

Anne Lynn Krijgt haar zakgeld soms contant en soms op haar rekening.

Krijg jij zakgeld?

❍ Ja, namelijk …

❍ Nee, omdat …

Heb jij afspraken gemaakt over het uitgeven van je zakgeld?

❍ Ja, namelijk …

❍ Nee, want …

iets gekocht wat te moeilijk was en toen ik heb eigenlijk € 10,00 weggegooid’, vertelt Anne Lynn. ‘Ja, denk eerst rustig na of je iets echt wilt kopen’, tipt Joël.

TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS
Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door:

10 De Vraag en Puzzel

Ben jij weleens verhuisd?

HENDRIK-IDO-AMBACHT – In 2024 zijn in Nederland 1,71 miljoen mensen verhuisd. Dat zijn heel veel mensen. Ben jij weleens verhuisd? Je-Lanya (12), Yalisa (11), Nick (11), Jazz (10), Sven (8) en Sam (8) vertellen of zij weleens verhuisd zijn en wat zij van verhuizen vinden. TEKST

‘Ik ben 4 keer verhuisd. Ik woonde eerst in Appingedam, maar mijn oma woonde in Hendrik-IdoAmbacht en toen zijn we ook hier gaan wonen. Ook woonde ik een tijdje in Papendrecht. Ik vond het verhuizen niet leuk. Je moet wennen aan een nieuwe school en nieuwe vrienden maken. Ik heb mijn eigen kamer geverfd en ook de kleuren daarvoor uitgekozen. Dat vond ik leuk. Ga de buurt verkennen als je net verhuisd bent, dan kun je nieuwe vrienden maken.’

‘Ik woonde eerst in Vlaardingen. Daar was het in onze flat in de winter heel koud en ik had alleen een parkeerplaats om op te spelen. Ook heb ik nog een tijd bij oma gewoond, omdat ons nieuwe huis nog niet klaar was. Nu woon ik in een gewoon huis en is erachter een speeltuin. Het viel me mee hoe lang ik moest wennen aan het nieuwe huis.’

‘Ik woon altijd al op de plek waar ik nu woon. Verhuizen lijkt me niet fijn. Je moet dan wennen aan een nieuwe school en je moet nieuwe vrienden maken. Ook moet je veel sjouwen bij een verhuizing. Ik ben wel een keer naar een andere kamer in huis verhuisd. Ik dacht toen in het begin wel even: slaap ik nu hier? In mijn oude babykamer liggen nu kleren.’

‘Ik ben 4 keer verhuisd. Ik heb eerst in Rotterdam gewoond. Daarna ben ik hier gaan wonen. Ik vond verhuizen leuk, maar ook niet. Je laat je vriendinnen in de wijk achter en je moet in je nieuwe wijk nieuwe vriendinnen maken. Ik hoefde gelukkig niet van school te veranderen. Ik heb bij het verhuizen geholpen met inpakken en sjouwen. Ga op de laatste dag in je oude kamer zitten en herinner je wat je daar allemaal gedaan hebt.’

‘Ik ben 3 keer verhuisd. Eerst als baby en nadat er brand in ons huis was geweest. Mijn kamer was ook verbrand daardoor. Ik heb toen een tijd op andere plekken gewoond, want ons huis moest opgeknapt worden. Na 1 jaar ben ik weer in hetzelfde huis als eerst gaan wonen. Ik ben steeds op dezelfde school gebleven, toen ik ergens anders woonde. Maak je niet druk als je gaat verhuizen, want druk maken heeft toch geen zin.’

‘Ik woonde eerst in Zwijndrecht. Ik ben in groep 6 verhuisd en toen ook van school gewisseld. Ik woon nu in het huis van mijn overgrootoma. Ik heb in mijn eigen kamer het behang eraf getrokken en ik heb spullen in de auto getild. Ik vond het verhuizen meevallen. Ik was snel gewend na het verhuizen. Vraag aan je ouders of je kunt helpen bij het verhuizen.’

K i n d e r K r a n t

P

U Z Z e L

De letters in de gele balk vormen het antwoord. Mail dit antwoord, samen met je voornaam, leeftijd en het telefoonnummer van je ouder(s) of verzorger(s), naar antwoord@kinderkrantdrechtsteden.nl

We verloten de prijs onder de goede inzendingen. Alleen de winnaar krijgt bericht.

Waarin zijn de kuikens uitgekomen?

PAGINA 1

Wat is er gebroken in de mop van Ruth?

PAGINA 2

Waarop verdeelt de kok het eten?

PAGINA 3

Wat maken ze van het gebruikte frituurvet?

PAGINA 4

Waarin zitten Joep, Morris en Sid?

PAGINA 5

Waarover gaan de filmpjes en animaties?

PAGINA 5

Hoe worden Stolpersteine ook genoemd?

PAGINA 7

Hoe kun je je door de geluiden in de natuur voelen?

PAGINA 9

Hoe krijgt Harold zijn zakgeld?

PAGINA 9

Waarmee vrolijkt de moeder van Amy de couveuse op?

PAGINA 11

Wat adopteert een school voor 1 jaar?

PAGINA 12

Het antwoord van de puzzel van april is: DRAAIORGEL

Aangeboden door:

De winnaar is JUDITH (12). GEFELICITEERD!

Wil je nog meer puzzelen? Kijk dan eens op PUZZELCORNER.NL voor meer leuke puzzels!

Nick
Je-Lanya
Sven
Sam
Yalisa
Jazz

MIJN MOEDER

IS:

VERPLEEGKUNDIGE OP NEONATOLOGIE

DORDRECHT – De moeder van Amy (10) heet Bianca en zij is verpleegkundige op de afdeling Rhena - neonatologie in het Albert Schweitzerziekenhuis. Amy: ‘Mijn moeder zorgt daar voor te vroeg geboren baby’s. Die liggen in een couveuse.’ Bianca: ‘Dat is een soort warm, vochtig huisje. Het lijkt daarin op de baarmoeder. Een baby die voor een zwangerschap van 37 weken wordt geboren, is te vroeg. Ook zorg ik voor baby’s, die op tijd zijn geboren, maar ziek zijn. Het zijn eigenlijk allemaal kinderen, die na hun geboorte extra hulp nodig hebben.’ Amy: ‘Ook helpt mijn moeder ouders om voor hun baby te zorgen.’ Bianca: ‘Bijvoorbeeld hoe ze een schone luier kunnen omdoen of hoe ze hun baby met doeken in bad kunnen doen.’

TEKST: LINDA TE VELDHUIS FOTO’S: FROMM ME PICTURES

‘Mijn moeder verzorgt de baby’s op verschillende manieren. Sommige baby’s hebben bijvoorbeeld een slangetje in hun neus omdat ze niet

Bianca laat zien wat ze draagt wanneer ze een baby verzorgt.

goed drinken’, vertelt Amy. ‘Dat slangetje heet een sonde’, vult Bianca aan. Via de sonde krijgt de baby melk binnen. ‘Ook geeft mijn moeder kinderen soms een vaccinatie’, gaat Amy verder. ‘Ook houd ik alle apparatuur in de gaten, bijvoorbeeld als een baby zuurstof krijgt en of de baby het niet te warm heeft’, zegt Bianca.

Weinig prikkels

‘Er wordt soms een doek over de couveuse gelegd. Zo komt er geen licht bij de baby, net als in de buik’, zegt Amy. ‘Klopt. We proberen de baby’s zoveel mogelijk af te sluiten van prikkels, die ze in de buik niet zouden hebben. Dat is belangrijk om te voorkomen dat kinderen later veel last hebben van prikkels. Baby’s komen geleidelijk aan meer in het licht en krijgen ook steeds meer geluiden te horen’, legt Bianca uit.

Ouders begeleiden

‘Het mooiste aan mijn werk vind ik het begeleiden van de ouders. Zij kunnen onzeker zijn en ik geef ze vertrouwen om hun kind te leren kennen en te verzorgen. Sommige kinderen liggen hier maanden. Ik zie

WAT DOET EEN... CYBER SECURITY SPECIALIST?

HENDRIK-IDO-AMBACHT – Sommige beroepen zijn waarschijnlijk gelijk duidelijk voor je, bijvoorbeeld politieagent of docent. Maar er zijn ook heel veel beroepen waarvan je eigenlijk niet weet wat het werk inhoudt. Sophie (11), Arco (11) en Naomi (11) vertellen over het beroep cyber security specialist. Wat denken zij dat die baan inhoudt? En lijkt het hen leuk werk?

TEKST: LINDA TE VELDHUIS FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS EN MARKUS SPISKE

´Is dat een bewaker?

Security heeft namelijk te maken met bewaking. Is het misschien de bewaker van de koning? Dat het een soort lijfwacht is? Cyber heeft te maken met computers. Is het misschien de baas van een computercentrum? Ik ken niemand dit werk doet wat hierop lijkt. Het is ook niets voor mij. Ik wil niet achter een scherm zitten en typen. Ik wil later bij het leger om te vechten.’

‘Ik moet eerst denken aan iemand die pensioenen regelt. Maar misschien is het wel wat Sophie zegt en gaat die persoon overal als bewaker mee naar toe. Als het met computers te maken heeft, denk ik aan het maken van spellen of cookies. Mijn vader werkt altijd achter de computer en praat veel, maar hij doet niets met computers. Hij doet iets met pensioenen. Ik wil later werken als kinderarts in het ziekenhuis of in de kraamzorg.’

Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door:

de kinderen, maar ook de ouders dan groeien. En soms komen ouders en hun kind jaren later nog een keer langs. Ik kan dan zien hoe het met hun kind gaat’, vertelt Bianca.

Versieren en dagboek bijhouden ‘Mijn moeder vrolijkt de couveuse op met papieren vlaggetjes met de naam van het kindje’, vertelt Amy. ‘Ook houden we op de afdeling een dagboek over de baby bij. Hierin schrijven we wat er elke dag gebeurt. Ook voegen we foto’s toe van belangrijke momenten of mijlpalen. Het is fijn om dit te maken, want het is voor de ouders heel waardevol’, zegt Bianca.

NEONATOLOGIE:

Afdeling in het ziekenhuis waar pasgeboren baby’s liggen tot ze sterk genoeg zijn om naar huis te kunnen.

Welke opleiding doe je voor deze baan?

‘Voor deze baan doe je een opleiding verpleegkundige. Dat kan op verschillende niveaus in het mbo en op het hbo. Daarna doe je nog een speciale opleiding voor kinderverpleegkundige of verpleegkundige op de afdeling neonatologie’, vertelt Bianca. Deze opleidingen kun je na de middelbare school doen. ‘Mij lijkt dit heel leuk werk en ik vind baby’s leuk’, zegt Amy.

Wat denk jij dat een cyber security specialist is?

‘Ik denk dat het een soort accountant is. Als cyber met computers te maken heeft, dan moet ik denken aan programmeren of vanachter een bureau hackers zoeken. Een meester op onze school houdt zich bezig met de computers op onze school. En mijn broer lost bij ons thuis problemen met een computer, telefoon of iPad op. Dit beroep is niets voor mij. Ik houd niet van binnen zitten en op een stoel werken. Ik wil timmerman worden. Dat wil ik al vanaf mijn geboorte.’

De cyber security specialist

Een cyber security specialist is verantwoordelijk voor de digitale veiligheid van een organisatie. Deze persoon geeft advies over de beveiliging van huidige en nieuwe informatiesystemen. Hij of zij onderhoudt en beveiligt netwerken en systemen. Ook stelt deze specialist veiligheidsregels op voor gebruikers van de systemen om virussen of andere veiligheidsproblemen te voorkomen.

Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door:

Amy en Bianca staan naast een couveuse.
Naomi
Sophie
Arco

Leven tijdens de Tweede Wereldoorlog

SLIEDRECHT – Axel (9), Jackie (10), Sophie (10), Kate (9) en Yentl (9) van de Anne de Vriesschool bezochten begin april het Sliedrechts Museum. Axel: ‘We zijn hier om van alles te bekijken over de Tweede Wereldoorlog en 80 jaar vrijheid.’ Jackie: ‘Ik wist er nog niet zo veel over. En door dit bezoek heb ik veel geleerd. Het is belangrijk om dingen over de oorlog te weten.’ Kate: ‘Ja, we moeten weten wat er toen is gebeurd, want dat was heel fout. Ook is het goed om te weten wat de mensen in die tijd hebben gevoeld.’

TEKST:

De leerlingen krijgen een rondleiding en doen met hun klasgenoten een aantal opdrachten in het museum. Ze leren daarbij van alles over het leven tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Jurken

‘Toen ik binnenkwam, zag ik gelijk een jurk. Deze is van parachutestof gemaakt. Mensen wilden ook in de oorlog in een mooie jurk trouwen. Ze gebruikten daarvoor de stof van de parachutes waarmee mensen uit een vliegtuig waren gesprongen’, vertelt Sophie. ‘Er hangt ook een jurk van allemaal lapjes met teksten. Wij mochten ook allemaal een tekst op een lapje schrijven. Ik heb opgeschreven: Je bent wie je bent. Niemand houdt je tegen’, zegt Kate.

De liniecrossers

Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren er in deze regio liniecrossers actief. ‘Zij voeren in de nacht in kleine bootjes van bijvoorbeeld Sliedrecht naar gebied dat niet meer bezet was door de Duitsers. Ze gingen dan door de Biesbosch heen. Ze haalden in de bevrijde gebieden bijvoorbeeld eten op’, vertelt Sophie.

‘Ze gaven daarbij ook geheime codes door. Wij doen een opdracht met geheime codes. Je moet daarbij goed kijken en nadenken’, zegt Axel.

Persoonsbewijzen

De Duitsers verplichtten iedereen om een persoonsbewijs bij zich te dragen. Dit was een soort identiteitskaart. ‘Dat bewijs moest

je altijd bij je hebben’, zegt Axel. ‘Joden kregen een letter J op dit persoonsbewijs. Zij kregen dit niet omdat zij belangrijk waren, maar omdat ze lager stonden dan andere mensen. Dat vonden de Duitsers toen’, vertelt Sophie. ‘Ja, ze mochten minder doen’, zegt Jackie. ‘Ze mochten bijvoorbeeld niet naar het park’, gaat Sophie verder.

Voedselbonnen

De Duitsers maakten ook voedselbonnen. ‘Er zaten voedselbonnen in de kist, die we konden openen na het oplossen van de geheime code. Ik dacht eerst dat het een soort Duits geld was’, zegt Yentl. ‘Deze bonnen kon je inleveren om eten te krijgen’, noemt Axel. ‘Verzetshelden drukten stiekem voedselbonnen bij’, zegt Yentl. ‘Als de Duitsers daar achter kwamen, kreeg je straf’, zegt Sophie. ‘Je moest dan naar een concentratiekamp’, zegt Axel.

Stilstaan bij leven in vrijheid

PAPENDRECHT – Afgelopen april droegen de leerlingen van groep 8 van IKC Beatrix de adoptie van het oorlogsmonument over aan de leerlingen van groep 7 van OBS De Viermaster. Tijdens deze overdracht stonden de leerlingen samen met de burgemeester Margreet van Driel, kinderburgemeester Mees en wethouder Arjan Kosten stil bij het belang van leven in vrijheid. Caitlin (11) en Suze (11) van IKC Beatrix en Chris (10), Damian (11), Sterre (10) en Noémi (10) van OBS De Viermaster waren bij dit moment. TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

‘Het oorlogsmonument is om de Tweede Wereldoorlog te herdenken en om de mensen te bedanken, die tegen Hitler gevochten hebben’, vertelt Noémi. ‘Een school adopteert het oorlogsmonument voor 1 schooljaar. En een jaar later wordt het dan weer overgedragen aan een andere school’, zegt Sterre. ‘Het monument ziet er mooi uit’, vindt Damian. ‘Ik heb het monument hier al een paar keer eerder gezien’, zegt Chris.

in Papendrecht.

Voordragen

De leerlingen van IKC Beatrix hebben gedichtjes geschreven en lezen deze in een zaal voor. ‘We konden kiezen uit een aantal onderwerpen’, zegt Suze. ‘Bijvoorbeeld Anne Frank (die hadden wij gekozen), Joods zijn, Adolf Hitler, de bevrijding, de nazi’s, het begin van de oorlog en het leven na de oorlog’, somt Caitlin op. ‘Of over de concentratiekampen’, vult Suze aan. ‘Er zijn veel mensen hier vandaag’, vindt Chris. ‘Volgend jaar zullen wij dan ook weer zoiets doen’, zegt Noémi. ‘Of misschien doen we wel een toneelstuk. We gaan nog bedenken wat wij gaan doen’, zegt Damian.

Herdenken

Suze legt haar witte roos neer.

Steeds minder overlevenden Nederland is dit jaar 80 jaar geleden bevrijd. Er zijn steeds minder mensen, die dit hebben meegemaakt. Daarom is het belangrijk om hun verhalen te blijven vertellen. ‘Mijn vaders opa moest in een concentratiekamp werken. Hij heeft daar een groot ijzeren hek expres op zijn voet laten vallen. Hij kon daardoor naar het ziekenhuis en daarna is hij ondergedoken’, vertelt Noémi. ‘Hopelijk gebeurt zo’n oorlog nooit meer’, zegt Suze.

‘We herdenken hier de mensen die voor ons hebben gevochten’, zegt Sterre. ‘Ja, mensen hebben hun leven gegeven voor ons. Als dat niet was gebeurd, hadden we hier nu Duits gesproken’, vertelt Noémi. ‘We tonen hier respect voor de mensen die voor ons zijn doodgegaan’, zegt Caitlin. ‘We hebben hier daarom 2 minuten stilte gehouden. Ik vind dat indrukwekkend. Dan denk je even heel bewust aan wat er is gebeurd. Je staat er normaal niet zo bij stil’, vertelt Suze. ‘We hebben ook allemaal een witte roos op het monument neergelegd. Zo herdenken we de mensen, die voor ons land en voor andere landen hebben gevochten’, zegt Damian.

Caitlin, Suze, Chris, Damian, Sterre en Noémi staan voor het oorlogsmonument op de Algemene Begraafplaats
Kinderburgemeester Mees geeft een speech voor het leggen van de kransen.
Yentl, Sophie en Kate lossen de geheime code op.
Axel, Jackie, Sophie, Kate en Yentl bezoeken het Sliedrechts Museum.
De leerlingen bekijken de kaart met de vaarroutes van de liniecrossers.
Kate en Yentl laten voedselbonnen zien.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.