13 minute read
Teresa van Dongen
RENÉ GERRITSEN
Teresa van Dongen, Electric life.
winnaar Keep an Eye Design Talent Grant 2016
‘In 2016 won ik de Keep an Eye Grant. Een geweldige eer. Het was het begin van Electric Life, een lichtinstallatie die brandt op micro-organismen. Electric Life is al tentoongesteld in het Centre Pompidou Parijs en het Cooper Hewitt Museum, New York. De basis van dit project zijn zogeheten ‘elektro-actieve organismen’ die je vindt in de modderige bodems van rivieren en meren waar ze de boel schoonmaken. Tijdens hun stofwisseling scheiden ze continu elektronen uit, een bron van energie. De eerste versie die ik met deze technologie ontwikkelde, was Spark of Life, in 2016. Het is een levende lichtinstallatie die volledig werkt op de kracht van micro-organismen. Op vier vaten met bacteriële vloeistof en één onderhoudsbeurt per maand branden vier ledlampjes dag en nacht.
Met de Keep an Eye Grant kon ik dit project doorontwikkelen. Dat resulteerde in Electric Life. Samen met een elektrotechnicus heb ik de reactor verbeterd. We hebben het elektrisch circuit volledig aangepast waardoor de energie die de organismen afgeven optimaler gebruikt wordt. Je ziet duidelijk een verschil in lichtopbrengst. Ik heb het lichteffect nog meer kunnen vergroten met lichtvervormende en -versterkende materialen, zoals lenzen en diffusers. De toekomstige eigenaar zal het werk moeten voeden en koesteren, als een kamerplant. Veel werk is dat niet: een beetje kraanwater met wat extra voedingsstoffen en een theelepel azijn per week is voldoende. Ik hoop dat Electric Life aanzet tot een nieuwe manier van kijken naar energiegebruik. We zijn zo gewend om met één druk op de knop een eindeloze energievoorraad te hebben dat we er niet meer bij stilstaan dat al deze energie ergens vandaan moet komen.
Electric Life is geëxposeerd in het Centre Pompidou in de expositie ‘La Fabrique du Vivant’, in de expositie ‘Nature’ in het Cooper Hewitt Museum New York en in het Cube Design Museum Kerkrade.
WOUT VAN HECK
UITTIP
Friederike Darius, programming, artistic producer & talent development Metropole Orkest
Jazzkerk Aartswoud
Aartswoud, wie kent het niet? Of misschien: wie kent het wel? Drummer Joost Patocka en zijn vrouw, zangeres Francien van Tuinen, hebben tien jaar geleden met hun drie kinderen het drukke Amsterdam verlaten. Ze zochten de ruimte die nodig was om zich helemaal op hun muziek te kunnen focussen. Die vonden ze in het prachtige dorp Aartswoud, Noord-Holland. Bij aankomst op hun nieuwe stek lag er een grote stapel welkomstkaartjes op de deurmat. Het bleek tekenend voor de aard van de Aartswouder, die uitblinkt in hartelijkheid, openheid en gemeenschapszin.
Aartswoud heeft een mooie kerk en de twee musici informeerden al snel of ze de kerk als podium konden gebruiken om jazzconcerten te organiseren. Jazz was niet bepaald iets wat leefde in het dorp, sterker nog, veel inwoners hadden geen idee wat ze zich erbij moesten voorstellen. Maar met de gezonde dosis nieuwsgierigheid die de Aartswouder eigen is, had men desalniettemin wel oren naar het plan. Het eerste concert was meteen al raak. In de bomvolle kerk speelde het Benjamin Herman Trio de sterren van de hemel terwijl speciale gast Jules Deelder zijn gedichten de kerk in vuurde. Het volgende hoogtepunt was het optreden van jazzzangeres Rita Reys met het trio van bassist Ruud Jacobs.
Vanuit de hele regio en zelfs uit andere delen van het land kwam inmiddels het publiek. De sfeer in de kerk met kaarsen, muziek van topmusici en ontmoetingen met de artiesten na afloop van het concert in café De Stompe Toren: dit alles maakte de concerten tot een unieke gebeurtenis. De Jazzkerk was geboren. De afgelopen jaren zijn er prachtige concerten geweest. Kees van Kooten die als gast trombone speelde met The Ploctones, Nico Dijkshoorn die dichtte over Aartswoud terwijl Krupa & The Genes speelden. Mathilde Santing bracht de bezoekers in vervoering, Matthijs van Nieuwkerk en Wilfried de Jong vertelden over hun liefde voor jazz. En het Jazz Orchestra of the Concertgebouw verzorgde maar liefst drie keer een kerstconcert.
Inmiddels zijn er ook twee internationale festivals georganiseerd: jazzfestival Trommel, dat helemaal draait om drummers als bandleiders, en Stemmenfestival Voois, waarin de stem centraal staat.
Helaas moest half maart ook in de Jazzkerk de agenda leeg worden gemaakt, maar met een coronaprotocol werd er toch een aantal zomerconcerten georganiseerd. Zeker is dat de Jazzkerk blijft bestaan.
WOUT VAN HECK
Of zoals Jules Deelder schreef in zijn bekende ode aan de jazz: Jazz was, Jazz is, Jazz blijft.
www.jazzkerk.nl
De Young Designer Award is een van de belangrijkste prijzen voor jonge ontwerpers. Is het voor deze nieuwkomers lastig om hun plek te veroveren in het ontwerplandschap? ‘Het is nog nooit zo makkelijk en tegelijk nog nooit zo moeilijk geweest. Mijn generatie was nog heel erg houtje-touwtje. Gedreven door ons idee waren we in mindere mate bezig met de vraag waar een project kon landen. Nu zijn de studenten op de academie al heel professioneel. Ze weten zich te organiseren, werken samen, kunnen zichzelf serieus presenteren. Je ziet het bij de Young Designer Award. Waar vroeger alleen ontwerpers zich meldden die al een aantal jaar bezig waren, zijn dat nu ook designers die net afgestudeerd zijn. Tegelijk is het ook lastig. Het is in deze tijd zoeken naar een nieuwe relatie tussen de industrie en de ontwerpers. Het vak van ontwerper is steeds meer op immaterieel design gaan rusten; meer op het proces.’
Op welke plekken waar we nog niet aan gedacht hebben, zou je ontwerpers kunnen inzetten? ‘Waar niet? Ontwerpers zien de ruimtes die anderen over het hoofd zien. Het zou voor bedrijven en overheden vanzelfsprekender
DESIGN DESIGN
moeten worden een ontwerper er aan het begin van een proces bij te vragen. Niet pas aan het einde, als er alleen nog een kleur of vorm gekozen moet worden. Simone Post, winnares van de Keep an Eye Young Designer Award 2019, is een mooi voorbeeld. Ze is heel nieuwsgierig naar systemen in de industrie. Daar zoekt ze naar de meerwaarde van de restwaarde. Voor Adidas maakte ze kleden van oude sneakers. Voor Vlisco, een textielbedrijf dat kleurrijke stoffen produceert voor de markt in Afrika, maakt ze ook kleden van restmateriaal. Simone is echt een ontwerper van deze tijd, met een hybride praktijk. Ze heeft een eigen designstudio en is daarnaast initiator van het designlab Envisions waar designers samenwerken met elkaar en met de industrie.’
Recyclen is een tussenfase. We gaan toe naar een nieuwe levensloop van producten en grondstoffen.
Als je ziet wat voor ideeën en initiatieven jonge ontwerpers ontplooien, dan word je daar optimistisch van. Tegelijk groeit het aantal bedrijven dat gericht is op massaproductie sneller dan ooit. ‘We leven aan het einde van een tijdperk. Daar hoort conservatief gedrag bij, het willen vasthouden aan het oude. We zijn gewend geraakt aan een bepaalde mate van afleiding, dat zien we als een succesvol leven. Veel en ver reizen, steeds weer nieuwe spullen kopen. Tegelijk groeit het maatschappelijk besef dat we ons leven op een andere manier moeten inrichten. Dat hoeft echt niet ten koste van onze levensstandaard te gaan. Het besef alleen is niet voldoende. Er moet actief op gestuurd worden. Natuurlijk zal ik de eerste zijn die zegt dat we ontwerpers erbij moeten vragen om het systeem te veranderen.’
INTERVIEW SASKIA VAN STEIN, JURYLID DUTCH DESIGN AWARDS
Onderweg naar een nieuwe relatie tussen
Curator, schrijver en educator Saskia van Stein is hoofd van de Master The Critical Inquiry Lab aan de Design Academy Eindhoven en jurylid van de Dutch Design Awards. Volgens haar zijn ontwerpers als geen ander in staat om veranderingen in gang te zetten. ’Ik geloof er heilig in dat het uiteindelijk allemaal draait om zelfvertrouwen en een eigenzinnige nieuwsgierigheid.’
MONIEK WEGDAM Keep an Eye Young Designer Award winnaar 2018 Olivier van Herpt ontwikkelde ’s werelds grootste kleiprinter, waarmee hij fantastische vazen van klei maakt. Dave Hakkens, ook een awardwinnaar, bouwde zijn eigen machine die plastic afval kan recyclen tot iets nieuws en bruikbaars. De instructies heeft hij gedeeld, zodat iedereen ter wereld deze machine zelf kan maken. Zijn ontwerpers uitvinders geworden? ‘De kern van ontwerpen is experimenteren en onderzoek doen. Olivier van Herpt die zijn eigen 3D-printer van klei bouwt en daarbij zoekt naar de juiste verhoudingen van verharding, materiaal, pigment, kleur en structuur, is in feite niet anders dan Rembrandt die de juiste toon zoekt voor zijn palet. Dave Hakkens verzet zich tegen het systeem waarbij producten een korte levenscyclus hebben. Toen een onderdeeltje in zijn telefoon stuk ging, moest hij een nieuwe telefoon kopen. Zo ontstond het idee voor de modulaire telefoon waarbij je elk onderdeel van je toestel kunt vervangen, verwisselen en upgraden als er betere onderdelen beschikbaar komen.’
Een geweldige uitvinding uit 2003, maar helaas nog niet op de markt. ‘Het concept van Dave is gekocht door Google, maar ligt nog in de ijskast. De industrie is er nog niet klaar voor. Waarschijnlijk ontbreekt het verdienmodel. Je ziet hierbij dat het voor bedrijven soms nog niet lucratief is om veranderingen door te voeren. >
Olivier van Herpt ontwikkelde ’s werelds grootste kleiprinter, waarmee hij fantastische vazen van klei maakt.
Het conflict tussen de jonge generatie en de babyboomers kan zomaar toenemen.
Sinds een jaar of drie heeft de iPhone een recycleprogramma. Je stuurt je oude iPhone op en krijgt daar geld voor bij aankoop van een nieuwe. Dat had natuurlijk al veel langer beleid kunnen zijn. Zeker omdat de grondstoffen, zoals lithium, eindig zijn. Een ander Nederlands ontwerp, dat van de Fairphone, speelt hierop in.’
We proberen nu zoveel mogelijk te recyclen, maar moeten we niet naar een systeem waarbij er helemaal geen afval meer is? ‘Recyclen is een tussenfase, denk ik. Uiteindelijk moeten we naar een nieuwe levensloop van producten en grondstoffen. Ontwerper Christien Meindertsma, winnaar van de Young Talent Award, had haar oog laten vallen op vlas, een ijzersterk gewas met een rijke traditie in Nederland. Maar nu was het alleen nog verkrijgbaar in China. Ze besloot zelf weer vlas te verbouwen in Nederland. Het resultaat was de Flax Chair. Een ontwerper die vanaf nul een complete productielijn, van grondstof naar eindproduct, weet op te bouwen, dat is heel inspirerend. Bij het productieproces gaat bovendien geen vlasvezeltje verloren.’ Hoe komt het dat we het ene als bruikbaar materiaal zien en het andere als afval? ‘Ontwerpers leren ons daar anders naar kijken. Die producten van ‘afval’ hebben bovendien een heel nieuw en fris uiterlijk gekregen. Lange tijd hadden gerecyclede producten ook een recycle-esthetiek waarvan mensen dachten: leuk idee, maar ik ga er niet mee lopen. Maar laatst zag ik zelfs een prachtige vaas van mensenhaar.’
Kan verandering vanuit het systeem komen of moet er een breuk komen met het systeem? ‘Je merkt dat de generatie aan wie ik lesgeef haar leven anders wil vormgeven dan hoe onze samenleving nu is georganiseerd. Zoals Ninamouna, winnaar van de Keep an Eye Young Designer Award 2019, die met haar collectie over gender een maatschappelijk pijnpunt van inclusiviteit raakt. We gaan altijd uit van solidariteit tussen de generaties. Maar het idee ‘waarom moeten wij loyaal zijn aan een generatie die er een potje van heeft gemaakt’ groeit. De frictie tussen jonge mensen en babyboomers kon wel eens groter worden dan die nu is.’
Waarom is Nederland toch zo’n ontwerpland? ‘Nederland is voor een groot deel gemaakt. We zijn een bezig volkje, praktisch en efficiënt. Ondernemerschap zit in ons DNA. En we geloven in maakbaarheid. De entrepreneur staat bekend als iemand met een probleemoplossend vermogen. Maar, en ik zit nu even hardop te denken, we hebben óók een probleemveroorzakend vermogen. De ontwerper die ons een spiegel voorhoudt en laat zien waar we naartoe gaan als ontwikkelingen die in gang zijn gezet doorzetten. We durven zaken te bevragen en daar ligt de basis van een ontwerp(houding).’
Precious Plastic van Dave Hakkens stelt mensen van Zaltbommel tot Zanzibar in staat om hun eigen producten te maken en laat ze tegelijkertijd inzien dat afvalplastic geen wegwerpmateriaal is, maar een waardevolle grondstof.
Het Nederlandse ontwerpklimaat is heel internationaal. Veel studenten van de Design Academy Eindhoven komen uit het buitenland. Hoe ‘Dutch’ is Dutch Design nog? ‘Dat kun je je afvragen. Internationale studenten kwamen eerst vooral om de typische Dutch Design stijl te adopteren. Nu zie je dat er veel meer wordt ontworpen door de eigen culturele lens. Internationale studenten verbinden zich meer met hun eigen erfgoed, maar wel met een kritische ‘Nederlandse’ blik.’
De Young Designer Award is de enige prijs voor visie en ontwerphouding bij een beginnend oeuvre.
MATHIJS LABADI
Simone Post ontwikkelde een speciale productietechniek waarbij stof in banen wordt gestikt, terwijl de typische Vliscokwaliteit van de stof wel herkenbaar blijft. Zo bedacht Post niet alleen een nieuw recyclingproduct, maar verbeterde ze een bestaande productieketen.
Het valt op als iets goed en slim ontworpen is, wat zegt dat over de spullen waarmee we ons omringen? ‘Werkelijk alles om ons heen is vormgegeven. Dat vergeten we wel eens. Ik kom uit de architectuur en als ik kijk hoe er soms gebouwd is denk ik: gaan architecten na jaren wel eens terug naar een ontwerp om het te onderzoeken of het wel geworden is zoals ze voor ogen hadden? Ik weet ook zeker dat het bijdraagt aan ons welbevinden als de dingen om je heen goed ontworpen zijn. Een voorbeeld? In ziekenhuizen is vaak veel ruimte voor verbetering. Alleen al in de kleurstelling en bewegwijzering. Soms gaat het trouwens wel goed. Ik was laatst in een ziekenhuis waar ze een weelderige tuin hadden aangelegd met een soort Japanse pagode. Daar konden mensen midden in de natuur hun chemotherapie ondergaan. Dat was echt met zorg en schoonheid ontwikkeld.’ Waarmee kan een ontwerper de jury overtuigen? ‘Als enige categorie gaat de Young Designer Award niet om een individueel eindproduct. Niet het afstudeerproject staat centraal, maar de visie en ontwerphouding van de ontwerper in zijn of haar beginnende oeuvre en hoe een ontwerper de nieuwe manier van kijken naar het publiek weet te brengen.’
Wat moet je in huis hebben om het te maken? ‘Eigenzinnige nieuwsgierigheid, maar vooral ook vertrouwen in jezelf. Natuurlijk moeten wij als academie een intellectueel kader en een cultureel werkveld bieden. Maar ik geloof er heilig in dat het uiteindelijk allemaal draait om zelfvertrouwen. Zelfvertrouwen om je stem te vinden, relaties aan te gaan en het werkveld tegemoet te treden. Daar geven we op de academie tools voor.’