NieuwNatXIV

Page 1

Editie: Winter 2011

STOPPEN IN AALSMEER NieuwNAT

KATELIJN BERGHOEF STOPPEN: HANDLEIDING IN TIEN STAPPEN

14

FRITS ROZENBERG Stoppen PIERRE TUNING Twee zwanenzangen

nieuwnat.nl


STOPPEN IN AALSMEER Dit is het laatste nummer van NieuwNAT. We stoppen ermee! Dat kon u misschien al afleiden uit het thema, ‘Stoppen in Aalsmeer’. We zijn, in ons tweede leven, actief geweest sinds 21 maart 2009 en ronden nu precies drie jaargangen NieuwNAT af. We hebben 12 nummers gemaakt, één per seizoen. Dit na een eerste leven in de late jaren tachtig van de vorige eeuw, toen we twee nummers uitbrachten.

Eigen graf gegraven

We hebben NieuwNAT de laatste drie jaar gemaakt met dezelfde redactie als toen, zij het met versterking. De diehards van de redactie, afkomstig uit de eerste ronde van wat destijds ‘Nieuw Aalsmeers Tijdschrift’ heette, zijn Hélène Homan, Erik van Itterzon en Han Carpay. In de tweede ronde voegden eerst Ton Offerman en Ansje Weima zich bij hen en later sloot Yannick Duport aan. We hebben het gezessen al die tijd met ontzettend veel plezier gedaan en vinden dat we mooie nummers gemaakt hebben. Vóór Aalsmeer en dóór Aalsmeer, zoals onze opzet ook steeds is geweest.

Ten tweede heeft NieuwNAT zichzelf als internetmagazine uitgeschakeld. Toen we onze wens om op papier uit te komen verwezenlijkten, groeven we online ons eigen graf. Ook al wisten we dat toen nog niet. Het bezoek aan de website nam steeds verder af. De meeste bezoekers waren blij dat ze het blad in de winkel konden krijgen en kochten het grif. De meesten hielden het echter bij één keer. Ze kochten geen tweede nummer, maar keerden ook niet terug naar de website. Niet dat onze lezers niet enthousiast waren, integendeel. Louter lof was ons deel, twaalf nummers lang.

Een punt erachter dus. Was dat nodig? Ja.

Heilige vuur weg

Geld op Ten eerste is het geld op. Het is niet op te brengen voor een clubje vrijwilligers om een fatsoenlijk blad (kwaliteit is altijd ons uitgangspunt geweest) uit te brengen zonder verlies. Ik heb het nu over de edities die in druk zijn verschenen. Dat zijn er vier geweest, met als topper ‘Markante Aalsmeerders’, waarvan we ongeveer 750 exemplaren hebben verkocht. Ongelooflijk veel, voor een lokale uitgave die maar in een paar winkels verkrijgbaar is. Maar daarna ging het bergafwaarts met de verkoop. ‘Jong in Aalsmeer’ verkocht nauwelijks, zo’n 200 exemplaren.

» 2

‘Ik gun Aalsmeer…’ deed het, onverwacht voor ons, niet veel beter. Het vorige nummer ‘Aalsmeer en de Dood’ liep, on-Aalsmeers (Aalsmeer houdt niet zo van de dood, dachten we), weer iets beter. Maar er vloeide te weinig geld binnen. Dankzij de sponsors hebben we ons drie jaar lang nog aardig kunnen redden.

Laten we eerlijk zijn: wij hebben het óók laten liggen. We zijn te slordig omgesprongen met onze NieuwNAT-website. Aanvankelijk plaatsten we trouw wekelijks een column. Later verzandde dat, om precies te zijn sinds we in druk verschenen… Daar kwam bij – en dan ben ik beland bij de derde reden om te stoppen – dat het heilige vuur bij de redactie doofde. De oorzaak daarvan is aanwijsbaar: diverse redacteuren stortten zich op nieuwe studies of nieuw werk – bezigheden die niks met een leuk tijdschrift te maken hebben en… veel tijd kosten. Om kort te gaan, we hadden zoiets van: we zijn samen


begonnen, we houden ook samen op. Om er één hoogtepunt uit te lichten: de NieuwNAT-editie ‘Aalsmeer & Politiek’ van maart 2009, ter gelegenheid van de gemeenteraadsverkiezingen die maand. We omlijstten de verkiezingen onder meer met filmpjes over en met de deelnemende politieke partijen. Het was een soort totaaltheater dat we presenteerden. Ik wil niet zeggen dat half Aalsmeer de website toen wist te vinden, maar veel waren het er wel. Die filmpjes kunt u trouwens nog steeds op de site terugzien, net als de, gedenkwaardige en hilarische, themafilmpjes die Ton Offerman en Peter Maarsen maakten bij elk nieuw nummer.

IN DEZE EDITIE

Hartelijk bedankt Geen redactielid, maar wel vaste gast in de themanummers waren columnist Peter Maarsen en dorpsdichter Marcel Harting. Ze hoorden gewoon bij het meubilair. We konden op ze bouwen. Eén persoon is hier nog niet genoemd: Joran van Liempt, onze vormgever. Dat is de man die tekende voor een eigen ‘smoel’ van NieuwNAT. Een smoel waarin we ons thuis voelden. Joran is er vanaf het begin bij geweest, en altijd even enthousiast. We zijn hem zeer dankbaar. Natuurlijk zijn we ook de vele medewerkers aan de twaalf themanummers dankbaar. Diversen van hen deden zelfs vaker mee, en graag. Ze vroegen er zelf om. Daarnaast zijn we – we vermeldden ze hierboven al – onze gulle gevers heel veel dank verschuldigd. Zonder hen waren we niet eens van de grond gekomen.

Katelijn Berghoef

Handleiding ‘Stoppen’

6

Jan van Veen

Slot

10

Erik van Itterzon

De hoogste tijd

11

Frits Rozenberg

Stoppen

12

Hélène Homan

Stoppen?

14

Helma Persoon

Tegeltjeswijsheid

15

Joop Kok

Stoppen, het is zoals het is

16

Ansje Weima

Een overweging tot stoppen

20

Pierre Tuning

Twee zwanenzangen

24

Yannick Duport

De kunst van het niet doen

28

Han Carpay

Abschied

31

Piet Bon en Frans Göbel

8

Stoppen

22

Interview Leni Paul Column Peter Maarsen Gedichten Kees Tas

Als op een winternacht een reiziger 18

Marcel Harting

Ver stoppen Aalsmeer

27

Foto’s Mladen Cicek, Josine van Erp, Monic Persoon, Arjen Vos, Anke Zekveld

Moeilijkste thema En nu? We stoppen. Maar dat houdt niet in dat we niet nadenken over een derde leven van NieuwNAT. Maar… daar zeggen we niks over, op dit moment. Wat u wel mag weten is dat we de website www.nieuwnat.nl overeind houden. Daar kunt u oude themanummers, columns, filmpjes en lezersreacties vinden, tot in lengte van dagen. In dit nummer treft u onze persoonlijke laatste bijdragen aan. We hebben bovendien enkele trouwe auteurs uitgenodigd voor een slotbijdrage. Datzelfde hebben we gevraagd aan enkele fotografen. Wat bleek tot onze verrassing? ‘Stoppen’ is het moeilijkste thema geweest! » Han Carpay, Redactie NieuwNAT

COLOFON Redactie: Han Carpay, Yannick Duport, Hélène Homan, Erik van Itterzon, Ton Offerman, Ansje Weima Aan dit nummer werkten verder mee: Katelijn Berghoef, Mladen Cicek, Josine van Erp, Marcel Harting, Joop Kok, Peter Maarsen, Leni Paul, Helma Persoon, Monic Persoon, Frits Rozenberg, Pierre Tuning, Arjen Vos Vormgeving/webdesign: You’re On! (Joran van Liempt) Verschijningsdatum: 18 december 2011 E-mail: info@nieuwnat.nl Redactieadres: Kamperfoeliestraat 31, 1431RL Aalsmeer Telefoon: 06 55760915 (Han Carpay), 0297 329468 (Ton Offerman) Reageren? reactie@nieuwnat.nl Financiële steun? Niet meer nodig, we stoppen. NieuwNAT verscheen driemaandelijks; eerstvolgende nummer: datum onbekend. Overname van artikelen is toegestaan, met bronvermelding.

» 3


Foto: Arjen Vos

Foto: Arjen Vos

Âť 4


Foto: Mladen Cicek

Foto: Mladen Cicek

Âť 5


» Katelijn Berghoef

STOPPEN EEN AALSMEERDER TE ZIJN Een niet al te succesvolle handleiding in tien stappen

Waar je ook heen gaat, daar ben je (Jon Kabat Zinn) 1.

2.

» 6

Je wordt geboren in de Wilgenlaan. Je hebt de beschikking over een enorme tuin, met aan de achterkant een oude spoordijk met een uitgebrand spookhuis en aan de voorkant een doodlopende straat. Zolang je nog in bomen klimt, bladerenhutten bouwt en rolschaatst is dit het paradijs. Wanneer je in je tienerjaren komt, begin je het gevoel te krijgen dat Aalsmeer niet spannend genoeg is, en zeker niet groot genoeg. Als er visite is, belt de buurman om te zeggen dat het bezoek zijn licht heeft laten branden. Je vindt dat heus aardig, maar na de vijfde keer vooral ook benauwend. Iedereen weet alles van je. Als je twaalf bent, verlaat je Aalsmeer. Je stapt op je fiets, in wind en regen, en vertrekt. Je gaat de wijde wereld in. De wijde wereld heet in die dagen Scholengemeenschap Snellius en ligt net over de grens in Amstelveen. Iedere ochtend vertrek je opnieuw uit Aalsmeer, maar iedere middag fiets je natuurlijk gewoon weer naar huis, naar de Wilgenlaan. Je realiseert je dat je nog niet ver bent gekomen, maar je hebt het gevoel dat je in ieder geval het eerste stapje hebt gezet. Je hebt tenslotte nieuwe vriendinnen uit Uithoorn en Amstelveen. Amstelveen, dat is al halverwege Amsterdam!

3.

Als je achttien bent, heb je het ondertussen Spaans benauwd in Aalsmeer en vertrek je naar Parijs als au pair. Dit is wel een erg grote stap, dus je bent blij dat je vriendinnetje van de Machineweg ook al in Parijs zit, zodat je zo nodig op haar terug kan vallen. Het begint nu ergens op te lijken.

4.

Maar als je na een jaar Parijs in Amsterdam wilt gaan studeren, begin je toch weer gewoon vanuit je oude slaapkamertje in de Wilgenlaan. Je gaat terug naar start, maar ontvangt geen twintig gulden.

5.

Na je studie ga je wonen en vrijwilligerswerk doen in Tegucigalpa, de hoofdstad van Honduras. Nu ben je een werelddeel verwijderd van Aalsmeer. Er zit een hele oceaan tussen! Je raakt er meer en meer van overtuigd dat je nu echt goed bezig bent om van Aalsmeer los te komen. In de regenseizoenvakantie reis je met je huisgenoot door El Salvador en je komt uiteindelijk vies en bezweet aan in Guatemala. Na nog een dag reizen in een krakkemikkige bus sta je aan de rand van het Meer van Atitlán, omringd door vulkanen. Je raakt in gesprek met iemand die na een minuut of tien vraagt of je Brigitte van Etten uit de A.H. Blaauwstraat kent. Die ken je. Opnieuw is Aalsmeer dichterbij dan je denkt. En jij blijft dat meisje uit Aalsmeer.


6.

Vervolgens koop je een huis in Haarlem met je vriendje van dat moment. Je voelt je eindelijk volwassen. Maar als je de relatie verbreekt – al na een paar maanden in het nieuwe huis – beland je tot je grote schrik opnieuw in je oude slaapkamertje. Je begint je af te vragen of je er ooit in zal slagen definitief weg te komen uit Aalsmeer.

7.

Na een paar jaar in Amsterdam probeer je het nog eens. Je vraagt je af wat er verder af kan liggen van het gezapige Aalsmeer dan een ander werelddeel en je denkt dat je het misschien niet moet zoeken in de afstand, maar in de sociale omstandigheden. In een door oorlog kapotgeschoten dorpje in Kosovo merk je na een poos dat er toch wel charme kleeft aan een huis met een compleet dak. Je houding begint langzaam te veranderen, maar je kunt er nog niet precies je vinger op leggen.

8.

Pas wanneer je in Sierra Leone terecht bent gekomen, realiseer je je dat je doelstelling om uit Aalsmeer weg te komen nogal aanmatigend is. Je begrijpt dat een buurman die je opbelt wanneer de visite zijn autolicht heeft laten branden veruit te prefereren is boven een buurman die je, als het zo uitkomt, met een machete te lijf gaat.

9.

Je gaat terug naar Amsterdam, maar je bent blij dat je moeder en je zus nog precies wonen waar je zelf ooit bent geboren. Wanneer je er op bezoek komt, zie je een jonge versie van jezelf bomen klimmen, bladerenhutten bouwen en rolschaatsen. Je weet dat het Aalsmeerse stuk van jezelf een belangrijk deel van je is en voor het eerst ben je daar trots op.

10. Wanneer je een zoon krijgt, leer je hem kikkervisjes vangen in dezelfde sloot waar jij dat ook hebt gedaan. Je zoon krijgt er zijn eerste natte pak. Je kunt maar aan weinig mensen uitleggen hoe blij je daarmee bent. Je kunt ophouden met stoppen een Aalsmeerder te zijn. •

Foto: Arjen Vos

» 7


‘WIJ NOEMEN HET: BEGINNEN MET IETS ANDERS’ » Leni Paul Stoppen met je werkzaam leven. Voor Piet Bon (65) die samen met Frans Göbel (52) een huisartsenpraktijk heeft, is het binnen niet al te lange tijd zo ver. Over het stoppen met de bezuinigingen voor de huisartsen vragen we beiden hun mening. En ja, stoppen met leven, dat moeten we op een gegeven moment allemaal. Een gesprek met twee bevlogen Aalsmeerders. Piet Bon behoort tot de derde generatie huisartsen. Bon: “Eigenlijk de vierde, want overgrootvader E.J.F. Bon was zoals dat toen heette, chirurgijn. Mijn grootvader begon hier een praktijk, daarna mijn vader. Broer Arend en ik behoren dus tot de derde generatie in Aalsmeer. Over circa een jaar stop ik wellicht met de praktijk, inmiddels werk ik al minder. Mensen zeggen wel eens, vind je het niet fijn straks helemaal vrij te zijn, je hebt het toch wel gezien met al die zeikerds. Nee, ik voel me bevoorrecht, heb me altijd graag verdiept in mensen, er zit altijd iets interessants bij.” Zowel Göbel, ooit deel uitmakend van de Olympische roeiploeg en deelnemer aan Olympische Spelen in Los Angeles en Barcelona, als Bon, ook internationaal

» 8

Foto: Arjen Vos

roeiend, zijn erg sportief. Bon is daarnaast al 22 jaar arts bij Ajax. Dragen jullie die sportiviteit uit in jullie praktijk? “O, ja, wij zeggen altijd: bewegen. Wandelen, fietsen, sporten, als je ouder wordt ook niet stoppen met de dingen doen die je altijd deed.” Stoppen is het thema van dit nummer van NieuwNAT. “Het woord stoppen is niet goed. Wij noemen het niet stoppen, maar beginnen met iets anders.” Met liefde een vak bedrijven is verslavend. “Wij noemen het een bevredigend vak. En als je dan stopt met iets dat je graag doet, dan krijg je onthoudingsverschijnselen. Er moet iets voor in de plaats komen, wandelen, fietsen, hardlopen. Ook emotionele en culturele activiteiten kunnen nuttig zijn.” Göbel: “Je hebt als arts een goede opleiding, je hebt veel meegemaakt, veel mensen leren kennen, het is één grote leerschool. Niet alleen op medisch gebied, maar ook op menselijk, emotioneel gebied.” Bon: ”Het vak is education permanente. Je moet je diploma ook steeds vernieuwen. Mijn diploma is nog tot 2014 geldig.” Beiden geven aan dat er momenteel plannen zijn met de praktijk, er wordt omgezien naar een


andere locatie. Jammer, jullie zijn gevestigd op één van de mooiste plekken in Aalsmeer. Bon: “Ik speel in die verhuizing geen rol meer.” Göbel: “Het is hier te klein. Parkeren is moeilijk, ons via de trappen bereiken valt voor ouderen niet mee. En daarbij komt dat de praktijk is uitgebreid met meerdere disciplines, er is meer samenwerking. Toen ik hier 17 jaar geleden kwam, zeiden collega’s van elders: jeetje, wat een luxe, wat een oppervlakte. Maar nu geven overheid en verzekeraars aan dat er grote gezondheidscentra moeten komen.” Göbel: “Wij komen nog langs als het nodig is. We zijn laagdrempelig, willen de je-en-jou sfeer bewaren die er nu is. Men zegt hier nog, mijn dokter is Piet Bon, mijn dokter is Frans Göbel.” Het wordt dus in de toekomst volgens jullie beiden onpersoonlijker. Bon: “Zeker. Ik denk dat er over tien jaar geen huisartsen zullen zijn zoals wij. Er is al veel veranderd toen de nacht- en weekenddiensten werden afgeschaft en mensen nu soms naar de huisartsenpost in ziekenhuis Amstelland moeten gaan.” Göbel: “We zijn er nog steeds voor de patiënten, vaak van de wieg tot het graf.”

Stoppen met bezuinigingen De bezuinigingen van de overheid voor de huisartsenpraktijken noemen beiden een zeer slechte zaak. Woorden als ”ondoordacht, slecht, kostenverhogend” vallen. Evenals de andere Aalsmeerse collega’s waren beiden aanwezig op de ‘protestbijeenkomst’ van enkele maanden geleden in de RAI in Amsterdam. “Op huisartsenzorg moet je niet bezuinigen. Het zal alleen maar leiden tot minder zorg. Het probleem is dat er 130 miljoen moet worden bezuinigd. 97% van de zorg, 97% van de zieke mensen wordt beter gemaakt door de huisarts, tegen 3% van het budget van de hele gezondheidszorg. Wat je zal krijgen als op onze praktijken wordt bezuinigd, is minder service en duurdere behandelingen. Een wondje hechten kost bij ons 15 euro, in het ziekenhuis aanzienlijk meer en zo zijn er meerdere handelingen die in de huisartspraktijk kunnen worden gedaan. Het argument van het kabinet dat de huisarts steeds meer

geld gaat kosten is ook niet juist. Wij zijn steeds meer gaan doen, handelingen die we vroeger niet deden. Zoals vroeger kon je voor diabetes controleren niet bij de huisarts terecht. Er komen in onze praktijken meer medewerkers bij die diverse taken uitvoeren. Ook zorgverzekeraars vinden de plannen van de overheid niet goed.” We slaan wat door, zeggen zowel Bon als Göbel. “We moeten werken volgens protocollen, strikt aangegeven standaarden. Wij vinden, je moet zelf blijven kijken naar de patiënt, die je doorgaans al lang kent. En die patiënt is gebaat bij een vertrouwensrelatie met zijn arts.”

Stoppen met leven We zijn allemaal sterfelijk. Doorgaans speelt de huisarts een belangrijke rol in deze laatste fase van het leven... Bon: “Dood gaan we allemaal. Als huisarts doen we aan stervensbegeleiding en ieder individu is anders. De laatste levensfase heeft veel overeenkomsten, maar toch is het per geval heel uniek.” Göbel: “Dood kan voor sommigen op tijd komen, voor sommigen komt hij te vroeg, voor weer anderen te laat. Sommigen zijn klaar met leven en als huisarts kun je er erg bij betrokken zijn. Aan ons de taak ons best te doen het allemaal zo te laten verlopen zoals de mensen het willen.” Bon: “Sommige mensen groeien naar hun dood toe, accepteren het, enkelen niet.” Göbel: “Je kan niet alles oplossen. Men wil geen pijn, geen angst, geen benauwdheid. Ik beloof de patiënt altijd dat we ons best zullen doen.” Beiden zijn er niet voor dat de medische stand het leven van mensen in een uitzichtloze situatie coute que coute door middel van kostbare ingrepen en ingenieuze, nieuwe apparatuur tracht te verlengen, terwijl het vrijwel zeker is dat dit alles zonder resultaat zal zijn. Bon: “Je moet kunnen stoppen met zinloze dingen waarbij vaststaat dat het slechts om rekken gaat.” Zowel Bon als Göbel zijn van mening dat de mens het recht heeft zelf te bepalen hoe hij wil sterven. “Als mens kun je tegen euthanasie zijn, als arts beslist niet, zo is onze mening.” •

» 9


» Jan van Veen

SLOT

Het zal je misschien vreemd in de oren klinken, maar de eerste associatie die ik krijg bij dit thema is: MUIDERSLOT! En dat is de schuld van meester Wim van de zesde klas van de Jan Evertsenschool in Amsterdam. Uit een grote langwerpige houten kist haalde hij af en toe een geschiedenisplaat tevoorschijn en hing die aan het bord voor de klas. En dan ging hij vertellen en na een tijdje leek het of hij Floris de Vijfde zelf gekend had en getuige was geweest van de moordpartij nabij het Muiderslot. In mijn latere carrière als schoolmeester bleven die platen mijn favoriete keuze als het om een geschiedenisverhaal ging. Laatst nog moest ik een uurtje invallen voor een leerkracht, die even naar de huisarts moest. Geraakt door een bericht over een film die opgenomen is in 3D hing ik ‘De overwintering op Nova Zembla’ voor de klas en begon mijn verhaal over die barre tocht. Ik hoopte dat de kinderen net zo genoten van de vertelling als ik zelf deed. Gezien de opmerking van een meisje die middag was dat in ieder geval bij haar het geval: “Meester, ik heb het de hele ochtend nog nooit zo koud gehad!” Maar ik dwaal af. Slot moet ik nu even niet associëren met kasteel. Slot is het einde: spannend, saai, vrolijk, droevig... afgelopen... uit! Ik lees niet meer in NieuwNAT wat de andere Aalsmeerders vinden van allerlei zaken die in het dorp spelen. Het was een uitdaging om mijn mening te toetsen aan de mening van bekende Aalsmeerders. Ik moet het nu weer zelf uitzoeken. Of... bij een slot hoort immers ook een sleutel. En laat degene die de sleutel in zijn of haar bezit heeft, dat ding heel goed opbergen. Wellicht dat het op een keer weer eens tijd wordt de deur te openen voor het Nieuwste NAT, met als thema ‘De intocht’. Wat me dan weer doet denken aan de geschiedenisplaat ‘De intocht van de VOC-schepen voor Amsterdam’, maar dat leg ik tegen die tijd dan wel weer uit. •

» 10


» Van onze speciale verslaggever

DE HOOGSTE TIJD

Foto: Monic Persoon Nu het tijdschrift NieuwNAT na drie jaar heeft aangekondigd te stoppen, leek het onze speciale verslaggever hoog tijd om op zoek te gaan naar het redactielokaal. Enerzijds laat de redactie namelijk weten dat het tijdschrift financieel aan de rand van de afgrond staat, anderzijds doen verhalen de ronde dat de redactie in grote luxe haar werk heeft gedaan. Door een van de redactieleden op de fiets te volgen, hebben wij achterhaald waar de redactie zetelde. In een onopvallend pand, ergens op een industrieterrein. Volgens een bordje naast de deur zou hier een deurwaarderspraktijk zijn gevestigd, de waarheid blijkt anders te zijn. Heel anders. Eenmaal binnen worden we geconfronteerd met een enorme uitstalling aan audiovisuele apparatuur. Allemaal aangeschaft door Ton Offerman, die daarmee de filmpjes op de website van NieuwNAT maakte. Filmpjes die, zeg nou zelf, ook met een simpele camera gemaakt hadden kunnen worden. Maar hier staat alles waar je als filmmaker alleen maar van kunt dromen. Het gerucht gaat dat Offerman deze apparatuur ook gebruikt ten faveure van zijn eigen bedrijf. Een deur verder heeft Hélène Homan haar kantoor. In dat kantoor staat geeneens een computer, er worden hier dan ook geen teksten geschreven. Homan gebruikt dit kantoor uitsluitend om dvd’s te bekijken met daarop registraties van internationaal bejubelde toneelvoorstellingen. En dat terwijl ze altijd maar de indruk wekt met haar schouwburgbezoek diverse culturele instellingen overeind te houden. Weer een deur verder treffen we Ansje Weima aan. In haar domein wel degelijk een computer, maar ook deze wordt tijdens ons bezoek niet gebruikt om een sprankelende tekst te concipiëren. Weima is druk bezig haar lijst van bijzondere en bedreigde Aalsmeerse bomen bij te houden, een jarenlange obsessie van haar, zoals ons van diverse kanten is bevestigd. Weer een deur verder treffen we Yannick Duport aan, die zijn

kantoorruimte ook al oneigenlijk aan het gebruiken is. Hij blijkt hier te werken aan maar liefst zeven romans tegelijk! Voor elke roman heeft hij een apart bureau, de jongste redacteur heeft dan ook de grootste ruimte ingepikt. Daarnaast treffen we Han Carpay, zelfbenoemd eindredacteur van NieuwNAT. We treffen Carpay aan met een luchtbuks, schietend op lege conservenblikken. Hij heeft vanochtend, na een half uurtje werken, zijn site met nieuws over Aalsmeer bijgewerkt en brengt de dag nu verder schietend door. Achter in de gang blijkt nog een klein kantoortje, daar blijkt Erik van Itterzon te werken. Jawel, er is hier toch nog iemand aan het werk. Van Itterzon zit met een telefoon tussen oor en schouder geklemd, onderwijl ratelen zijn vingers over het toetsenbord. Desgevraagd laat hij weten bezig te zijn met de voorbereidingen voor een special over Boerenvreugd. Maar weet hij dan niet dat het tijdschrift gaat stoppen, dat de andere leden van de redactie er de brui aan geven? Nee, dat weet Van Itterzon inderdaad niet. En hij wil het niet geloven ook. Hij doet de verhalen die daar over gaan af als “vuile lasterpraatjes” en raadt ons aan af te reizen naar de Amsterdam Arena, dáár wordt het nieuws volgens hem op dit moment gemaakt. We laten hem in de waan, en verlaten stilletjes het pand. Ontnuchterd, dat wel. De redactie van NieuwNAT leek, nog maar een paar jaar geleden, een hecht collectief. Er werd hard gewerkt en zeker de eerste nummers van NieuwNAT waren alleraardigst en veelbelovend. Tot ook hier de hebzucht en gemakzucht, de luiheid en de eigendunk genadeloos toesloegen. Misschien jammer van dat Boerenvreugdnummer dat er nu niet gaat komen, maar verder is het hoog tijd dat NieuwNAT er mee stopt. •

» 11


» Frits Rozenberg

STOPPEN

Foto’s: Arjen Vos

Stoppen is ophouden of vanuit beweging tot stilstand komen. Kort na mijn 65e verjaardag stopte ik als ondernemer. Kortgeleden stopte ik met tennissen. Er is nu tijd voor nieuwe activiteiten zoals golfen. We hebben 340 wijnranken aangeplant om zelf wijn te kunnen maken in de nabije toekomst. Nu NAT stopt, kunnen redactie en schrijvers nieuwe activiteiten ontplooien, denk ik. Sla je een doodlopende weg in, dan moet je terug en een andere weg proberen. Willem Barendz probeerde over de Noord naar Japan te varen. Hij moest stoppen op Nova Zembla en in een sloep terug in het voorjaar. De VOC werd een stuk wijzer, Willem Barendz werd een held en schreef geschiedenis, maar het kostte hem wel zijn leven. Maar wat nu te doen met die NieuwNatters? De winter staat voor de deur, eerst maar overwinteren dan? Vinden we in de lente een gat in de markt? Gaan we met zijn allen een boek schrijven? Of ieder voor zich? Stoppen is niet mijn favoriete bezigheid en opgeven nog minder, maar vechten tegen de bierkaai is zinloos. Zestien kantjes met aantekeningen liggen op zolder te wachten op structurering tot een verhaal. Komt iemand me helpen? Beginnen is moeilijk, maar nu eerst het

» 12

verhaal over stoppen. Als eerste dacht ik aan de stoppen bij de elektriciteit, die stoppen de elektriciteitstoevoer bij overbelasting. Steek je de stekker in het stopcontact, dan krijg je juist 230 volt op je stroomdraad, trek je de stekker er weer uit, dan stopt de toevoer weer. Zo zijn er wel meer stoppen. In een boot bijvoorbeeld, daarmee kun je het water uit je boot laten lopen als hij niet in het water ligt. Niet vergeten hem er weer in te doen als je gaat varen. Vaten hebben een stop om het vat af te sluiten. Stopverf sluit de ramen af tegen inwateren. Stopverf? Het is helemaal geen verf. De bus stopt ook, in Engeland bij de busstop. Hij stopt maar even en gaat dan weer verder en stopt weer, enzovoorts, tot het eindpunt. Touringcars hebben een sanitaire stop, met die stop hef je hoge nood op. Maar dan moet de weg niet verstopt raken door een teveel aan voertuigen of ongelukken, want dan zou je willen dat er net als in de Sprinter plaszakken aan boord waren. Kinderen spelen verstoppertje, ze verstoppen zich en één moet ze allemaal opzoeken, heerlijk spelletje. Zit er een leiding of wat dan ook verstopt, dan gaan we ook zoeken en proberen de verstopping op te heffen, bij de gootsteen met een ontstopper. In militaire dienst moest ik mijn sokken stoppen met een


stopnaald en stopgaren. Je stopte dan als het ware het gat weg. Stoppen onze militairen in Kunduz hun sokken nog? Ze hebben er alle tijd voor, Jolanda Sap heeft net zo lang vredelievend gezeurd, zonder de gevolgen te overzien, dat onze jongens daar niet veel te doen hebben. Politieagenten in de dorpen vormen de frontlinie tegen de Taliban. Je moet ze dus eerst leren schieten. Kortzichtigheid in de politiek moet stoppen. Een gat in mijn pak is weleens onzichtbaar gestopt bij de kleermaker, kan dat nog bij de ‘Gouden Schaar’? Ik gok van wel. Bij het absolute minpunt stoppen zelfs de bewegingen van de elektronen rond de kern. Ik vraag me af of dan de aantrekkingskracht van de kern ook stil staat. Anders zouden de elektronen terugvallen in de kern toch? De neutrino’s zijn bijna niet te stoppen. Het CERN stuurt ze weleens dwars door de aarde naar Turijn, 700 km verder ongeveer, dacht ik. Een enkel neutrino’tje blijft dan steken in een groot blok lood. Ze hebben ze wel erg veel vaart gegeven, ze denken bij het CERN dat die neutrino’s sneller dan het licht (300.000 km per seconde) gegaan zijn. Ze vragen nu collega’s te hulp om te kijken waar de fout zit. Snelheidsmetingen naar neutrino’s afkomstig van ontploffende supernova’s, die honderden lichtjaren onderweg waren, wezen uit: neutrino’s gaan, net als fotonen, 300.000 km per seconde. Heeft het CERN aandacht nodig, of nieuwe gelden? Ze moeten stoppen met onzinnige experimenten, stoppen daarover te publiceren. Ook zij moeten mee bezuinigen. Wat meer toegepast onderzoek zou onze economie weer aan kunnen zwengelen, op termijn. Wat echt niet te stoppen is: het uitdijen van het heelal. Recent onderzoek heeft aangetoond dat de uitdijing, veroorzaakt door de oerknal, steeds sneller gaat. Hoe kan dat nou weer? Professor Hawkins denkt dat alles in het heelal in elementaire deeltjes uiteen zal vallen. Het heelal zal dan volledig uitdoven tot het absolute minpunt van -273 graden Kelvin. Echter, het uitdijen gaat door na dit uitdoven. De afstanden tussen de elementaire deeltjes zullen groter worden dan de afstanden tussen de sterren nu. Dat is pas leegte. Wat wel kan stoppen is de crisis in de Eurolanden. We zijn fout begonnen. Een monetaire unie gedijt slechts in een politieke unie. Dat is niet zo makkelijk, onze politici

denken niet Europees genoeg. Ze hebben geen visie zoals Helmut Kohl dat wel had. Wat niet is kan komen, maar het gekrakeel zal nog wel even duren. Zou Trichet zich er mee kunnen bemoeien? Zou het zover komen, wat ik hoop als Europeaan, dat we euro-obligaties uit kunnen gaan geven? De euromarkt is groter dan die van de VS, dus lenen we dan goedkoper dan de VS, dat is zelfs voordeliger dan wat Duitsland nu betaalt. Je krijgt euro-obligaties tot 60% van de waarde van je binnenlandse productie en daarboven wordt het dus link. We gaan verenigd stoppen met op de pof leven. Lekker stoppen met die overdreven consumptie, beter voor het milieu ook. Blijft er nog wat over voor ons nageslacht.

Met een politieke unie gaan we dan ook naar een Europees leger. Stoppen met die versplinterde militaire macht. Met minder geld een betere defensie en betrouwbare bondgenoten. We moeten de VS een beetje helpen, ze hebben ons uit twee Europese oorlogen bevrijd. We hebben dan weer een sterke NAVO. Turkije is een trouwe bondgenoot van de NAVO, met een groot sterk leger: toch maar toelaten tot de Eurozone? Als kind leer je spelenderwijs twee talen. Als alle Europese kinderen van jongs af aan Engels gaan leren, begrijpen we elkaar beter dan nu. Heel belangrijk, vooral ook in het leger. In Aalsmeer heet een tak van de Spaargarens de Stoppen, oftewel de Stoppies. Betovergrootmoeder Neel stopte er lustig op los, ik dacht zo in de jaren 1880-1890 en zo zorgde zij ongewild voor een bijnaam voor de hele familie. Stoppen, ik hou niet van stoppen, maar stop nu toch maar met dit verhaal over stoppen. •

» 13


» Hélène Homan

STOPPEN? Ik heb er een hekel aan als iets stopt. Zomeravonden moeten doorgaan, heerlijke maaltijden met vrienden zouden eindeloos moeten duren. Trouwens, vriendschappen mogen eigenlijk niet eindigen. Laatste paar jaren ben ik drie zeer dierbare vrienden verloren en dat is een groot gemis. Ik heb al tegen andere vrienden geroepen, ik kom langs met een contract dat je moet tekenen en waarin staat dat je nog een tijd blijft leven. Gelukkig riep een meteen ‘ik teken voor nog minimaal dertig jaar’. Nu ja, tegen die tijd zijn wij in de negentig en dat moet kunnen. Alhoewel we dan ook nog een aantal jaren het bejaardenhuis kunnen terroriseren. Maar ook heel praktisch, als huishoudelijke apparaten rare geluiden gaan maken, wat gaan stinken en na jaren intensief gebruik aan vervanging toe zijn, heb ik een heel slechte dag. Deels omdat je weet nu gaat het duur worden en deels omdat je moet wennen aan een nieuw apparaat. Weer allemaal knopjes waarvan ik denk ‘waar zou dat nu voor zijn’? Ik weet het, je kan de gebruiksaanwijzing lezen, maar ik ben meer van trial and error. En tegen de tijd dat ik het apparaat helemaal beheers, gaat het rare geluiden maken en een beetje stinken. Maar er zijn zaken waar ik nooit mee zal stoppen, tenminste niet uit vrije wil. Zo zal ik een groot deel van mijn vrije tijd blijven besteden aan lezen. Lezen is mijn grootste hobby, zeg maar verslaving. Vanaf het moment dat ik kon lezen ben ik er aan verslingerd en een ‘bijna alles lezer’. Natuurlijk wel voorkeuren zoals literatuur en poëzie, maar een goede thriller of science fiction lees ik ook even weg. En dan nog de kranten en tijdschriften, vooral de zaterdagedities van de kranten, kan je een

» 14

hele dag mee zoet zijn. Ik lees ook alle teksten die ik onderweg tegenkom en als ik tegenover iemand zit die een krant leest, lees ik de achterkant. Ik was al jong leesverslaafd, maar vroeger tijdens het eten mocht ik uiteraard geen boek meenemen aan tafel, maar dan draaide ik de pindakaaspot, de hagelslagdoos naar mij toe zodat ik tijdens het eten de etiketten kon lezen. Ik zal ook niet stoppen met theaterbezoek. Een aantal keren heb ik in NieuwNAT geschreven over voorstellingen en concerten die ik heb bijgewoond. Toneel, met name Shakespeare, is ook al een liefde van jaren. En voor een goed toneelstuk heb ik aardig wat over. Zo ben ik afgelopen zomer naar Londen geweest (en nu is Londen altijd een verschrikkelijk leuke stad om te bezoeken) om daar Richard III te zien in de regie van Sam Mendes met Kevin Spacey in de hoofdrol. Een voorstelling die in het mapje ‘onvergetelijk’ kan worden geplaatst. En dan nog de musea, nooit stoppen met deze te bezoeken. Altijd ga ik er naar toe met de verwachting iets geheel nieuws te zien of juist lievelingswerken nogmaals te bekijken. Absoluut favoriet museum is Kröller-Müller met de beeldentuin en het beeldenpark. En als ik toch in Londen ben het Tate Britain. Nu NieuwNAT minder tijd gaat vragen, krijg ik uiteraard meer tijd voor deze hobby’s. Een goede ruil? Tijd zal het leren. Maar NieuwNAT stopt niet echt, we nemen weer een pauze. De vorige pauze heeft ruim twintig jaar geduurd. Wellicht komen we terug en ik heb ik weer veel te schrijven over toneel, muziek en mooie exposities. •


» Helma Persoon

» 15


» Joop Kok

STOPPEN, HET IS ZOALS HET IS Stoppen, het is zoals het is, en ik ben blij om dat te kunnen ervaren. Mamma mia, vreselijke hoofdpijn en te beroerd om me te verroeren. Ik had de avond ervoor niet zoveel moeten drinken, ik had me ook niet zo druk moeten maken over mijn werk en het gedrag van mijn bazen. Wat moet ik doen?

Hij richt zich tot Marja: hij moet misschien wel naar Antwerpen. Lijkt mij fantastisch, ik wil weg, ver weg, weg de lucht in. Het wordt toch Utrecht, mevrouw. Met gierende sirenes draaien we de A2 op. Als ik even weg val, weer de bekende vragen. Niet één keer maar keer op keer dezelfde vragen. Ik word er gek van. Vragenlijstjes geleerd op de ambulanceschool. Ik wil dood.

Hopelijk komt buurvrouw Marja langs, ze had het gisteravond toegezegd. Ik had ineens last gekregen van een soort van migraineaanval en had bij haar een pil tegen hoofdpijn gehaald.

In het UMC word ik op een brancard de lift ingereden. Naast Marja komt een verpleegster staan: Valja. Wacht maar, zegt ze als ze ziet hoe Marja aan het stuntelen is om bij de liftknop te komen. Ik leg mijn boezem wel even op hem. Ze buigt voorover en drukt de liftknop in. Hoe oud is hij? Ooh, mijn leeftijd, hij ziet er nog goed uit.

Als ze na lang wachten binnenkomt en mij ziet liggen, schrikt ze. Dit is niet goed Joop, ik bel direct de dokter. Wanneer die arriveert en merkt hoeveel moeite ik heb met praten en om mijn kin op mijn borst te leggen, belt hij een ambulance. Als de brancardiers zien dat ze de draai in het gangetje niet kunnen nemen tillen ze mij door het raam naar buiten. Wat een onzin, die twee meter kan ik echt nog wel lopen, maar oké als dat de regels zijn, ze doen hun best maar.

Ik weet niet wat er met mij gebeurt, maar op dat moment wil ik er weer zijn. Eindelijk iemand die zonder vragenlijst werkt, eindelijk iemand van vlees en bloed. Ze komt aan mijn bed zitten, ik voel me vertrouwd, vertel haar dat het jammer is dat mijn broer er niet bij is, dan hadden we pas echt kunnen lachen. Ja, zegt ze, maar het is wel een serieuze zaak.

Marja gaat mee de ambulance in. De sirene loeit op volle kracht. Als ik even wegval, wordt er gelijk gereageerd: Hoe heet u? Wanneer bent u geboren? Waar woont u? Wat voor dag is het? Wie is de koningin van Nederland? Wie de kroonprins? Ik antwoord, val weer weg en hup weer dezelfde vragen. Nauwelijks bewust van waar ik ben, word ik in het AMC een buis ingeschoven, een MRI-scan. Ik krijg het benauwd, maar godzijdank ik val weg. Terug de wereld ingeschoven, heeft de dokter het over een subarachnoïdale bloeding. Hij gaat op zoek naar een ziekenhuis waar ik geopereerd kan worden. Alles bezet.

» 16

Foto’s: Anke Zekveld

Als ik tegen de chirurg zeg dat ik architect ben, antwoordt hij met : tja dat was mijn tweede studiekeuze. Wie ziet u als beste Zwitserse architect? Ik verdom het om Le Corbusier te zeggen, te voor de hand liggend: Peter Zumthor, antwoord ik. Hij: Le Corbusier. Hij vertelt me dat 30% van de mensen met mijn aandoening het ziekenhuis niet levend bereikt, dat 30% van de mensen de operatie niet overleeft en dat ik, mocht hij een millimeter fout zitten, niet meer kan lopen of praten. Dokter, belooft u mij dat u mij laat gaan wanneer beide gevallen zich voordoen? Hij geeft geen antwoord. Als Marja aan mijn bed komt zitten


pak ik haar hand, ik wil hem nooit meer los laten. Ik kan pas geopereerd worden wanneer de vakantiegangers de grens over zijn. Op de avond van de

zien er snel en carrièregericht uit. De chirurg drukt zich zeer formeel uit, geen spoor van medeleven. Henk laat niets merken, wat er ook gevraagd wordt.

EK-wedstrijd Nederland Frankrijk is het zover. Ver weg in mijn achterhoofd hoor ik Nederland meerdere malen scoren. In een euforische bui word ik naar de operatietafel gebracht. Het kan niet fout gaan. Als ik bijkom denk ik aan mijn voeten, bewegen ze nog? En mijn spraak werkt dat nog? Ik probeer het, alles werkt. Maar waar ben ik? Dit is niet de kamer waar ik thuis hoor! Shit, ik ben ontvoerd, men wil geld! Als een verpleegster komt vragen hoe het met me gaat, zeg ik dat er een zware straf staat op het ontvoeren van mensen. Ze wil het niet weten, ik zie het, niks meer zeggen, wie weet denkt ze anders dat ik gek ben. ‘s Nachts wordt er een feest gegeven, ik hoor het, wat een waardeloze muziek, kan iemand de stekker eruit trekken?

De volgende ochtend combineer ik tv-beelden tot een achtervolging. Ik val een bezoeker lastig met mijn waanbeelden. Hij probeert mij tot de werkelijkheid terug te brengen. Ik hou mijn mond, hij zit zeker ook in het complot. Een verpleegster komt aan mijn bed staan. Eentje die denkt dat wat zij leuk vindt ook anderen wel leuk zullen vinden. Zullen we gezellig de aan u toegestuurde kaarten ophangen, vraagt ze? Nee zuster, van gezelligheid heb ik genoeg last gehad. Een stagiaire met meer levenswijsheid spreekt mij op mijn gedrag aan: Dat had u gezien uw leeftijd toch wel anders op kunnen lossen? Aan de overzijde ligt Henk, net als ik aan zijn hoofd geopereerd en net als bij mij steekt er een drain uit zijn hoofd. Hij wordt via een sonde gevoed. Zijn hand is vastgebonden aan het ledikant om te voorkomen dat hij de drain uit zijn maag trekt. Henk krijgt bezoek van de chirurg. In zijn gevolg twee fraaie studentes. Ze

Die avond vraagt de dienstdoende verpleegster aan Henk hoe het met hem gaat. Ze is geduldig en heeft met hem te doen. Henk stoot voor mij niet herkenbare klanken uit. Zij schijnt hem te begrijpen, ze masseert zijn onderbenen. Als ze vraagt of hij nog meer wensen heeft maakt hij een knikkende beweging richting zijn vastgebonden hand. Je wilt dat ik je hand losmaak, vraagt ze? Onder één voorwaarde Henk, dat je de sonde op zijn plek laat. Hij knikt instemmend. De volgende ochtend kijk ik naar hem, de sonde zit er nog steeds. Door een bacteriologische aandoening krijg ik antistoffen toegediend, mijn smaak is weg en ik heb nauwelijks trek in eten. Als ik het ziekenhuis verlaat ben ik 15 kilo afgevallen.

Mijn broer komt mij samen met Marja halen, als we op de A2 rijden, kijk ik naar het gras en de bomen. Dat dat zo mooi kan zijn. Het weer is grauw, maar wat maakt dat uit? Het is er en ik mag het ervaren. Nadat ik enigszins ben aangesterkt ga ik weer aan het werk. Een collega heeft mijn taak overgenomen en mijn baas zegt dat dat beter voor mij is. Aangezien ik liever zelf bepaal wat beter voor mij is, is vanaf dat moment de relatie verziekt. Tijdens een functioneringsgesprek raak ik verdwaald in het omfloerste taalgebruik van mijn baas. Als gevolg van mijn operatie heb ik recht op psychische ondersteuning, ik vraag hulp. Wanneer de architectenbranche als eerste het slachtoffer wordt van de crisis en ik met vele collega’s op straat kom te staan, heb ik inmiddels geleerd om onoverkomelijke zaken te accepteren voor wat zij zijn. Het is zoals het is, en ik ben blij om dat te kunnen ervaren. •

» 17


ALS OP EEN WINTERNACHT EEN REIZIGER… Zijn doel allang voorbij Een reis die verworden is tot kaal verplaatsen Guur het hart, de wind huilt en giert langs lege plekken

Zelfs licht ontbreekt, een bleke maan misschien Gestold water glanst heel even Geen sneeuw, beslist geen sneeuw Alleen een schorre schreeuw van een onzichtbare trage vogel

De vraag verwaait vòòr hij is gesteld Er is geen hoop voor de reiziger die verdwaald in tijd en ruimte zal sterven in de koude adem van de winter

C. Tas, 02-01-01

» 18


Foto: Monic Persoon

Âť 19


» Ansje Weima

EEN OVERWEGING TOT STOPPEN Ik wilde dat ik eerder aan mijn bijdrage over stoppen was begonnen. Maar, helaas één van mijn slechte gewoontes, ik heb het schrijven weer tot het laatste moment uitgesteld. Hoe langer je nadenkt over dit thema, hoe voller je hoofd raakt met zaken die zouden moeten stoppen. Luister naar de radio, lees de kranten of kijk gewoon kritisch om je heen: er zou eindeloos met van alles en nog wat gestopt moeten worden. Je laat het allemaal langs je heen glijden, anders valt er niet te leven, maar als je er op gaat letten besef je dat de mensheid in een soort mallemolen ronddraait. Nee, wees niet bang, er volgt geen mopperig lijstje waarop ik alles wat ik verkeerd vind ga opsommen. Ik hou niet van mopperaars en ik weet inmiddels dat het niet zo makkelijk is om dingen te veranderen of stop te zetten. Laat ik eerst even teruggaan naar de redactievergadering waarin we besloten om te stoppen met NieuwNAT. Te weinig lezers, sponsors, geld en animo voor de website. Jammer, maar er is niet voldoende interesse en dan is het zinloos om er mee door te gaan. We bespraken het thema voor het laatste nummer, ‘Stoppen’, en er werd hartelijk gelachen om mijn persoonlijke insteek met stoppen op dat moment: “Als ik straks 65 word, ga ik stoppen met alle onbezoldigde klusjes die ik doe.” Zelf had ik mij nog niet gerealiseerd dat dit grappig is. Natuurlijk, veel mensen doen het andersom, die gaan juist vrijwilligerswerk doen als ze met pensioen zijn. Maar dat moet je je wel kunnen permitteren! Ik blijf werken om kaas op mijn Drees-boterham te kunnen leggen, maar wil toch ook een beetje met pensioen... dus het is misschien wel helemaal niet om te lachen, redactieleden! Ik ben langzaam. Ik heb tijd nodig. Veel tijd. Ik doe overal wel drie keer zo lang over als een ander en daarom wil ik met sommige dingen stoppen. Eigenlijk zou ik moeten zeggen: ik wil dingen veranderen, want wat is stoppen anders dan veranderen? Je kunt zelf veranderen en vervolgens besluiten om ergens mee te stoppen. Denk aan roken, te veel drinken, vaak ruzie maken, altijd te laat komen enzovoorts. Andersom geldt het ook, in de situatie om je heen stoppen dingen plotseling, buiten je wil om, waardoor je je leven wel moet veranderen. Ik denk dan aan zaken als ziekte, overlijden, ontslag, scheiding. Het valt me zelf op dat ik alleen voorbeelden geef van negatieve zaken. Je kunt natuurlijk ook de loterij

» 20

winnen of de liefde van je leven tegenkomen. Maar als het om verandering gaat die van binnen uit komt en leidt tot het stoppen met iets waarop je zelf invloed kunt uitoefenen, is dat vaak een eigenschap die je zelf als negatief beoordeelt. Anders hoef je er niet mee te stoppen, toch? Samengevat, stoppen volgt vanuit veranderen én verandering leidt tot stoppen. Klopt dat? Stoppen klinkt cru, het gebeurt plotseling, van het ene moment op het andere. In veranderen klinkt juist het verstrijken van tijd door, het is iets wat zich langzaamaan voltrekt tot op het moment dat je een keuze zult moeten maken. “Stop ik wel of stop ik niet?” En als dan het voornemen om te stoppen dáár is, dan blijkt dat nog weer verdraaid lastig uit te voeren, zo lastig zelfs dat het vaak niet lukt. Hoe vaak verval je niet weer in je oude gewoontes? Stoppen is een groot grijs gebied. Let wel, ik heb het hier niet over het concrete stoppen, als het stoplicht rood is meteen stoppen, anders gaat het fout. Aan de veranderingen die ons van buitenaf opgelegd worden moeten we ons aanpassen, we worden gedwongen om te stoppen met het leven zoals het was. De oude bijbelse Prediker verwoordde het mooi door te zeggen dat alles zijn tijd heeft: “(…) een tijd om te wenen, een tijd om te lachen, een tijd om te rouwklagen, een tijd om te dansen, een tijd om stenen weg te werpen, een tijd om stenen bijeen te rapen, (…).” Voor Prediker was alles door God gegeven, dat wat je overkwam lag niet in je eigen macht. De mens kon zich verheugen of verdrietig zijn over dat wat God hem gaf en voelde zich daarin ‘geborgen’. Peter Sloterdijk filosofeert in zijn recente werk Sferen over het feit dat de mensenwereld zich steeds aan moet passen aan een buitenwereld die volkomen losstaat van de mens zelf. Illusies waar de mens zich ooit in geborgen voelde, zijn in de loop der eeuwen ontrafeld door voortschrijdende kennis en bewustwording. Met zijn intellect heeft de mens het dak van zijn eigen huis gesloopt en nu moet hij zien te overleven in een zinloos, wezensvreemd en oncontroleerbaar woonoord. Als ik deze laatste woorden lees doemen de beelden en de sfeer op van Quintet, een post-apocalyptische sciencefiction film uit 1979 van Robert Altman. Het verhaal speelt zich af in de komende ijstijd en de personages moeten zien te overleven in een wetteloze maatschappij waar een mensenleven weinig


meer waard is. Hersenspinsels van een scenarist? Kan zijn, maar toch is het een verontrustend beeld en sluit het aan bij wat Peter Sloterdijk hierboven in woorden schetst. Sloterdijks mensenwereld is te vertalen naar het korte moment van één mensenleven. Hoeveel illusies spatten er tijdens één enkel leven niet uiteen, hoe vaak moet een mens zich niet aanpassen aan een nieuwe levenssituatie of zich conformeren aan de veranderende buitenwereld. Laatst hoorde ik Antoine Bodar vertellen over Paus Gregorius. Deze zag het leven als een pelgrimstocht, een onderweg zijn met alle ongemakken van dien. De levensreis zelf echter beschouwde hij als minder belangrijk, het ging om het einddoel, het moment waarop je ‘thuis’ zou komen en rust zou vinden in een goddelijke wereld. Ik realiseerde me dat veel mensen in de jaren vijftig nog met dit zelfde idee zijn opgevoed en opgegroeid.

Hoe hebben zij zich in de afgelopen decennia niet aan moeten passen aan de moderne idee waarin ons wordt voorgehouden dat het ‘nu‘ het allerbelangrijkst is. Leef bij de dag, geniet van het moment, constant gelukkig zijn is bijna een vereiste geworden. Het staat haaks op de oude manier van denken. In je jeugd wordt je gevormd, gedurende de rest van je leven is het een kwestie van veranderen en aanpassen, bewust of onbewust. Dat hoeft niet rigoureus te zijn, geleidelijk verandert je oude denken en vindt er vernieuwing plaats. Pas daarna kun je eventueel zeggen: “Ik ben gestopt”. Het was best leuk hoor, redactie, dat jullie zo om mijn idee van stoppen moesten lachen. Maar gezien bovenstaande blijkt het voor mij een serieuze zaak. Even pas op de plaats, vernieuwing een kans geven en overwegen hoe en waar de buitenwereld voor mij een zinvol woonoord kan zijn. •

Foto: Mladen Cicek

» 21


» Peter Maarsen

STOPPEN En dan is het ineens zover. Je krijgt een bericht dat te vergelijken is met het ultieme telefoontje van de dokter: ”Het is gebeurd, we kunnen er niets meer aan veranderen... het stopt.” Wat dan volgt is vertwijfeling. Het is niet eens de mededeling op zich. Het is niet dat je blij wordt van het feit dat je verlost wordt van een heleboel verantwoordelijkheden. Het is niet dat je opeens angstig voor een oneindige leegte komt te staan. Het gaat om de nabestaanden. Hoe leg je in godsnaam uit dat je er van het één op het andere moment niet meer bent? Inmiddels ben ik er door schade en schande achter gekomen dat ik extreem verslavingsgevoelig ben. Op alle vlakken. Hou mij een sigaret voor en ik rook vijftien jaar lang twee pakjes per dag. Geef mij een borrel, ik doe elke dag een fles. Doe mij één muntje voor de fruitautomaat, ik gooi mijn jaarsalaris erin. Verzin een nieuwe gadget op een smartphone, het toestel groeit vast in mijn hand. Stoppen is gewoon niet mijn ding, weet je wel. Dus de mededeling zoals hierboven beschreven komt bij mij nogal moeilijk binnen. Het is inmiddels alweer een kwartaal geleden dat de zin werd uitgesproken, ik kan het nog steeds niet geloven. Stoppen... ja... duuuhhhuuuhhh... Natuurlijk heb ik de hoge heren van de redactie gewaarschuwd dat die werkbezoeken aan onze buitenlandse lezers niet echt nodig waren. Dat die vijfgangendiners tijdens elke redactievergadering misschien vervangen zouden kunnen worden door een simpel broodje kaas. Dat onze sponsors niet per se elke keer op kosten van NieuwNAT naar dat ‘clubhuis’ hoefden, maar ook gewoon eens met die vermelding tevreden zouden moeten zijn. En ja, ik heb ook overwogen om van mijn schamele vergoeding van vijfduizend euro per column afstand te doen, maar dat zet uiteindelijk natuurlijk ook geen zoden aan de dijk. Dus is de enige conclusie dat het hier en nu stopt. Terwijl het net begon te voelen als een hartslag. Nooit meer het mailtje over het thema van het nieuwe nummer. Nooit meer het telefoontje met de vraag of mijn column nog komt. Nooit meer het mailtje met de mededeling dat mijn column nu toch écht moet komen. En nooit meer het telefoontje, mailtje en sms’je dat mijn column er al had moeten zijn. Nooit meer uren bomen over een filmpje, onderwerpen zeker weten en dan op het laatste moment weer weggooien. Nooit meer de aftrap in De Oude Veiling met steevast te weinig maar precies de goede mensen. Voordat ik sentimenteel word... ik moet nu écht stoppen...

» 22


Foto: Monic Persoon

Âť 23


» Pierre Tuning

TWEE ZWANENZANGEN

Foto: Arjen Vos

Ik ben twee keer gestopt als lid van de Aalsmeerse gemeenteraad. In 1976, na een periode van zes jaar, als eenmansfractie voor de samenwerkende partijen PPR en D66 (toen nog D’66), in 2010 na een periode van acht jaar, als lid van de fractie van PACT, een samenwerkingsverband van PvdA, D66 en GroenLinks. Bij beide gelegenheden hield ik een afscheidsspeech, de eerste in de vorm van mijn laatste Algemene Beschouwingen. Herbert Paulzen deed daar in de Aalsmeerder Courant uitgebreid verslag van. Het geeft een aardig tijdsbeeld om beide

» 24

teksten met elkaar te vergelijken. De eerste is van een 33-jarige die probeert vooral naar de toekomst te kijken, de tweede is van een 67-jarige die terugblikt. De voorspellingen uit 1976 zijn soms gelukkig wel, soms gelukkig niet – of maar gedeeltelijk – uitgekomen. De lezer moet zelf zijn oordeel maar vellen. Ook de visie op mijn terugblik van 2010 zal wel aan verandering onderhevig blijken, zoals alles in het leven. Met dank aan NieuwNAT voor de verleende plaatsruimte.


1. P. TUNING, PPR/D‘66

Aalsmeer over 10 jaar buitenwijk van Amsterdam

“Valt aan dit geschetste beeld van Aalsmeer als forensen-

“Het ziet er naar uit dat de gemeente Aalsmeer over een jaar of tien niet veel meer dan een buitenwijk van Amsterdam zal zijn. De kwekers, door de groeiende energiekosten in steeds grotere moeilijkheden geraakt, zullen zich genoodzaakt zien, hun bedrijf met woonhuis te verkopen aan diegenen die alleen nog maar belangstelling hebben voor het woonhuis. De nieuwe eigenaren zullen trachten de voormalige kwekerijbedrijven aan te wenden in de recreatieve sfeer: parkachtige tuinen, maneges, waterrecreatie. Dit proces, door de energiecrisis in een stroomversnelling gekomen, lijkt niet meer te stoppen.”

en voor iedereen toegankelijk.”

De Westeinderplas zal dan al helemaal vol zijn, denkt Tuning. “Reusachtige, log manoeuvrerende kruisers zullen elke doorvaart, elk uitzicht op een overgebleven stukje groen of water onmogelijk maken. De ronddobberende vakantiekastelen met daarbij de talloze kleinere boten geven alleen nog uitzicht op elkaar, van natuur is geen sprake meer.” “De woningbouw zal geheel zijn gestopt. Kalslagen is volgebouwd en zal een onontkoombaar aantal forensen hebben aangetrokken. Mede door de teruggang van de tuinbouw zal meer dan de helft van onze beroepsbevolking buiten Aalsmeer werkzaam zijn. Het bouwen voor ‘economisch gebondenen’ wordt een lachertje: de typische forensengemeente van over tien jaar zal geld moeten verdienen op Schiphol, op de industrieterreinen van het Noordzeekanaalgebied en in de administratieve bedrijven van Amstelveen en Amsterdam.” Verzuilingsgeest “Over tien jaar zijn de nieuwe schoolgebouwen al weer aan het leeglopen. Aan de verzuilingsgeest zal nog geen einde zijn gekomen; de aparte scholen zullen kleinere leerlingenaantallen krijgen en drie- of vierklassig worden. Aan fusies zal nog steeds niet worden gedacht, wel zal er nog steeds een strijd om de leerlingen plaatsvinden om die ene leerkracht meer nog voor een jaar te kunnen behouden. Ook schoolgrenzen zullen in zo’n systeem wel tot in de eeuwigheid blijven bestaan.”

gemeente, ja, als buitenwijk van Amsterdam te ontkomen? En willen we eraan ontkomen? Is er bezwaar tegen als

rijkelui voor een goede prijs kwekerijbedrijven kopen om er lusthoven van te maken?” vraagt Tuning zich af. “Misschien minder als ook vele anderen hiervan profijt

zouden hebben; wanneer er goed aangelegde recreatiegebieden gaan ontstaan zonder bordjes ‘verboden toegang’

“Zou het niet mogelijk zijn om de Westeinderplas voor schepen boven een bepaalde afmeting te verbieden,

opdat meer mensen meer ruimte zullen hebben? Naast een scherpe bewaking van de resterende natuur moeten voorzieningen worden aangelegd voor dagrecreatie, zodat

zo veel mogelijk mensen van het water kunnen genieten. Misschien is er door een slagvaardig aankoopbeleid nog iets te redden.’ Kalslagen

“Bij de voornemens om Kalslagen zo snel mogelijk af te

bouwen, dient men zich af te vragen hoeveel woningnood hiermee ook wordt geschapen. Misschien heeft het zin eens na te gaan hoe de woningbehoefte zich heeft ontwik-

keld en zal ontwikkelen i.v.m. de verwezenlijking van het plan-Hornmeer.”

“In verband met het toekomstperspectief van een toene-

mend forensisme is er een groot belang te hechten aan de plaats van Aalsmeer als distributiecentrum eerder dan als

productiecentrum van bloemisterijproducten. Met name de hier aanwezige knowhow op dit gebied lijkt velen tot in lengte van jaren een goede boterham te kunnen verschaffen.”

“Alles wat ons te doen staat, zal in overleg en in samenwer-

king met de bevolking tot stand moeten worden gebracht. Des te meer te betreuren is het dat B. en W. in de nota

‘Gemeentelijke voorlichting’ geen ingrijpende verbeteringen op dit gebied voorstellen, maar behoudens enkele kleine verbeteringen alles bij het oude willen laten. Wat

dit betreft geldt weer de wapenspreuk van de gemeente Aalsmeer, de meest conservatieve van Nederland: ‘Retine quod habes’ – behoud wat ge hebt. En daar moeten we dan maar tevreden over zijn.”

uit: Aalsmeerder Courant, woensdag 28 januari 1976

» 25


2.

AFSCHEID 10 MAART 2010 Pierre Tuning Ik ben van 1970 tot 1976 en van 2002 tot 2010 raadslid geweest. En nu het echt afgelopen is, betrap ik mezelf op een gevoel van opluchting. Vooral het laatste jaar was afzien. Het was het jaar waarin mijn vrouw overleed en mede daardoor ook het jaar dat ik veel te weinig energie in het raadswerk kon stoppen. Dat vind ik jammer. Ik had het graag anders gewild en ik bedank iedereen die al dan niet stilzwijgend begrip heeft getoond voor mijn situatie. Ik heb ook het idee dat ik hier in dit huis te veel heb meegemaakt. Ik ben nu 67 jaar, een leeftijd waarop het geheugen wat minder wordt. Maar toch schiet mij onwillekeurig veel te binnen. Veel wat hier behandeld wordt, is al eens de revue gepasseerd, vele woorden die hier gezegd worden, zijn al eens gezegd. Veel problemen die aandacht vragen, behoeven voor de zoveelste keer ‘een stevige aanpak’. Wie benieuwd is naar mijn ervaringen als raadslid in de jaren zeventig en in de 21ste eeuw, daarover heb ik een artikel geschreven in NieuwNAT van december 2009. Voor wie, evenals ik, het onprettig vindt om van het computerscherm te lezen, heb ik hier een uitgeprinte versie. Wat ook een déjà vu gevoel opriep was de juichende foto van AB in de Nieuwe Meerbode van vorige week. Hij deed mij sterk denken aan een net zo juichende foto in de krant van acht jaar geleden. Toen was het de AB’er Theo van Kempen die in overwinningsroes werd afgebeeld… Hoe dat is afgelopen, is misschien nog aan een enkeling bekend. Laat het in ieder geval een les zijn voor toekomstig wethouder Gert-Jan van der Hoeven (tussen haakjes: van harte gefeliciteerd), dat het niet meevalt het gemeentebeleid in een andere richting te sturen dan CDA en VVD hier al tientallen jaren hebben bepaald. PACT is daar, in elk geval naar het oordeel van de Aalsmeerse kiezers, onvoldoende in geslaagd. Wat we wel voor elkaar hebben gekregen, is voorkomen dat het Surfeiland wordt beheerst door een grand hotel met wooneenheden. En wat mij persoonlijk betreft: ik ben er nog steeds trots op dat mijn stem net de doorslag heeft gegeven wat betreft het open waterfront (het haventje) op het Praamplein. Voor de rest… mij schieten steeds weer de volgende dichtwoorden van Simon Carmiggelt te binnen: Het is precies geworden waar hij altijd tegen streed, Maar nu is ’t van hem; nu kan hij met pensioen. •

» 26


» Marcel Harting

VER STOPPEN AALSMEER Foto: Arjen Vos

Tussen Legmeer-, Schinkel-, Stommeer- en Ringvaartdijk In de schaduw van Amstelveen Onder de vleugels van Westwijk. Achter het lawaai van Schiphol, Bedolven onder geluid, Van Praamrace, Midsummer, Boeing, Alleen watertoren reikt er bovenuit. Op een bed van seringen en rozen, Overdekt met helder glas. Zal zij voldoende zijn geschermd? Zal zij blijven zoals het was? Hoe ver stop ik ons Aalsmeer, Opdat niemand haar vinden zal ooit? Ze blijft mooi zoals zij is geworden, Veranderen zal zij nooit. Maar niets blijft als het was, Opnieuw stopt een stukje Aalsmeer. Hierbij verschijnt editie “Stoppen In Aalsmeer”, voor de laatste keer. Graag wil ik de redactie van NieuwNAT bedanken voor de mooie uitgaven die zij hebben gemaakt. Het was een uitdaging om in te haken op de onderwerpen, al was ik vaak aan de late kant met mijn bijdragen. Een mooie verzameling edities. Bedankt allemaal!

» 27


» Yannick Duport

DE KUNST VAN HET NIET DOEN In wat nu een vorig leven lijkt, maar in feite maar twee jaar geleden is, was ik een verstokt roker. Zeven jaar lang ongeveer een pakje per dag gewoonlijk, anderhalf pakje per dag op vakantie en op Lowlands twee of drie pakjes per dag. Achteraf gezien is het een klein wonder dat ik niet sigaretvormig terugkeerde uit Biddinghuizen. Van mijn vijftiende tot mijn tweeëntwintigste levensjaar waren sigaretten de grote constante in mijn leven, tot ik stopte. Het plan was oorspronkelijk te stoppen voor het begin van nieuwe schooljaar in september. Er stond een nieuwe studie voor de deur, met nieuwe mensen, nieuwe vakken, nieuwe gebouwen, kortom: het perfecte excuus om een slechte gewoonte de deur uit te doen. Zo liep het niet, helaas. Tijdens de vakantie in augustus rookte ik nog stevig door en realiseerde ik me dat ik eigenlijk helemaal geen zin had om ermee te stoppen. Zo kwam het dat ik als roker arriveerde in Leiden, als roker mijn eerste kennismaking met mijn klas meemaakte en bij de eerste colleges met de troep nicotineverslaafden mee rende naar buiten in pauzes. Alles was anders, maar de grote constante was er nog steeds. Tot ik dus stopte. Ik stopte op maandagavond, omdat mijn pakje leeg was en ik geen reserve had gehaald. Met de nu in mijn hoofd legendarische woorden: “Nu heb ik er genoeg van,” geroepen richting het niet-bestaande pakje dat een moment eerder mijn humeur voor de rest van de avond had verpest. Dat was het: mijn pakje was leeg en ik was nijdig, dus ik stopte. Geen obscuur ritueel, geen weken opladen tot het zover was: pakje leeg, nijdig, gestopt. De briljante oplossing was een combinatie van een kinderachtige ‘ik-zal-jullie-leren-er-niet-te-zijn-alsik-jullie-nodig-heb’-mentaliteit jegens pakjes sigaretten en een koppigheid waar menig ezel jaloers op zou zijn. Voor mij was stoppen makkelijk, vooral omdat ik stiekem al een paar weken geen roker meer was. Ik rookte nog wel, maar dat was uit gewoonte, omdat roken nu eenmaal was wat ik deed als ik niets anders te doen had. Eenmaal daadwerkelijk gestopt kwam ik erachter dat ik bijzonder goed was in stoppen met roken, omdat het in essentie allemaal draait om het niet doen van iets. Dingen niet doen is een van mijn grootste talenten. Ik ben de Lionel

» 28

Messi van dingen niet doen, vraag maar na bij mijn leraren van de middelbare school en mijn moeder. Na een paar hachelijke momenten in de eerste week was het een eitje van de sigaretten af te blijven, al betrap ik mezelf nu nog steeds op nostalgische nicotinedromen als ik een wat rauwe keel heb en het buiten net gestormd heeft.

Onvolwassen Soms twijfel ik eraan of ik überhaupt wel kan zeggen dat ik gestopt ben met roken. In feite ben ik niet gestopt, maar opgehouden. Stoppen, daarbij hoort actief weerstand bieden, iets tegenhouden of zelfs tegenwerken. In mijn geval was ‘stoppen’ met roken niet veel ingewikkelder dan de brui geven aan iets waar ik in feite al genoeg van had. Het vreemde is dat zelfs de term ex-roker een houdbaarheidsdatum heeft van niet meer dan een paar maanden, en terecht. Stoppen met roken is in principe niet meer dan een week doorbijten en wat gewoontes afleren. Leuk is anders, maar bijzonder ingewikkeld is het niet. Mocht er een klein moment van zwakte zijn is een enkel trekje van een sigaret genoeg om de mystificatie van het rokersbestaan ongedaan te maken. Vergelijk dat met alcoholisme, waarbij het na gestopt te zijn onmogelijk is in het verdere leven nog een druppel te drinken zonder terug te slaan in de verslaving. Dan zijn rokers een stuk beter af. In bredere zin is stoppen iets waar ik slecht in ben. Koppigheid is weliswaar een specialiteit van het huis, maar discipline is wat er nodig is om op te houden met iets. Discipline, de doelgerichtere, bewust opgewekte neef van koppigheid, van de kant van de wilskrachtfamilie waar ik minder bekend mee ben. Deel van het probleem is ook dat ik in de meeste gevallen het voordeel van stoppen niet zie. Als iets leuk is, of in het ergste geval niet vervelend, waarom dan al die moeite investeren om ermee op te houden? Het vaak gegeven antwoord is dat stoppen moet, om te voorkomen dat de lol verdwijnt. De beste manier om ergens mee te stoppen is met de waardigheid intact en de climax vers in het achterhoofd er een punt achter zetten, dat is hoe verstandige volwassen mensen het doen. Ik vraag me toch altijd af of dat antwoord niet stiekem een hele omslachtige manier is om mij onvolwassen te noemen. •


Foto’s: Eline van Erp

» 29


Foto: Monic Persoon

Âť 30


» Han Carpay

ABSCHIED Zondagavond 27 januari 1976. Ik zit in De Duif, een Amsterdamse kerk waar vaak de heerlijkste barokconcerten plaatsvonden. Naast me mijn vader en twee vrienden uit de Hadleystraat. Coming man Ton Koopman, klavecinist en organist van origine, leidt Musica Antiqua Amsterdam. Een groep muzikanten die de traditionele klassiekemuziekwereld aan het opschudden is. Als slotstuk klinkt de 45ste symfonie van Joseph Haydn. Mozart, Haydn en Beethoven, dat is de wereld van mijn vader. We hebben het over de tweede helft van de achttiende eeuw. Dat is mij te modern. Voor mij houdt het op in 1764 bij het overlijden van de Franse componist JeanPhilippe Rameau. Intimiteit, fijnzinnigheid, emotie, klankschoonheid, indringendheid, ze gingen mee diens graf in. Mijn vader zag dat anders. Voor hem is het pas goed begonnen toen de eerste, harmonische noten uit de pennen van Mozart en Haydn vloeiden. Haydns 45ste heet de Abschiedssymfonie. Niet zonder reden natuurlijk. De musici hebben elk een brandende kaars bij zich staan, verder is het donker in de kerk. In het laatste deel verlaten ze een voor een zachtjes het podium, na eerst hun kaars gedoofd te hebben. Aan het eind blijft alleen de dirigent, die de laatste nootjes pingelt op het klavecimbel, over en is er totale duisternis. Het ‘Afscheid’ was destijds het sein dat de vakantie voor de muzikanten begon. Voor mijn vader is het afscheid minder prettig. Het is zijn laatste concert. Daags ervoor had hij zich niet goed gevoeld (ik zie zijn van pijn vertrokken gezicht voor me). Kort daarna wordt kanker geconstateerd,

op meerdere plaatsen in zijn lijf. Het is einde verhaal, ruim vier maanden later overlijdt hij, zestig jaar oud. Onze relatie is sinds zijn dood (hij is vorige maand 96 geworden) met de dag verbeterd. We vormen momenteel het ideale vader&zoon-koppel. Wat ons bond toen hij nog leefde? Niet zoveel. Ja, we lazen altijd alle kranten, uit de hele wereld. Die nam hij dagelijks mee van Schiphol, waar hij KLM-cabinepersoneel Engelse les gaf. Maar… we lazen zelden dezelfde artikelen, we deelden weinig. Altijd net even anders, wij tweetjes. Hij adoreerde de wulpse filmster Sophia Loren, ik was weg van pruillip Isabelle Adjani. Op sport keek hij neer, ik genoot van wielrennen, schaatsen en voetbal. Het enige wat ons – waarachtig en zonder voorbehoud – bond, was de Matthäuspassion van Johann Sebastian Bach (1685-1750. Barok!). In de Goede Week speurde mijn vader wereldwijd de radiozenders af naar zoveel mogelijk uitvoeringen van het ontroerendste muziekstuk aller tijden. Zodra een Matthäus, na drie tot vier uur, voorbij was, verzuchtte hij: “Begon het maar meteen weer van voren af aan.” Ik snapte dat. De tranen stroomden over zijn wangen wanneer het koor ‘Wahrlich, dieser ist Gottes Sohn gewesen’ aanhief (een fragment van misschien 30 seconden), als Jezus, aan het kruis hangend, net is overleden. Het waren niet de woorden die hem troffen, het was de muziek. Steeds opnieuw was de, intense, ontroering er. Na zijn dood – ik bedoel die van mijn vader! – stopte

» 31


pauze

ONZE SPONSORS

Hanneke Maarse Pianodocente

Âť 32


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.