NieuwNat IX

Page 1

Editie: najaar 2010

NieuwNAT Pierre Tuning Jazz,van neukmuziek tot mascara

09 | Aalsmeer & Muziek Paulien Walch

Het ultieme zingen

Marcel Harting

Een waterig concertje nieuwnat.nl


Aalsmeer & Muziek

In deze editie

Toen ik eind jaren zestig in het bestuur van ‘jeugdsoos’ Williwaw zat, trok ik op een zondagmiddag de stoute schoenen aan. Ik ging zelf maar eens ‘de goede popmuziek’ draaien, als heuse dj. Geen top-40-hits, geen meezingers, niks Nederlandstaligs en evenmin Alice Cooper. Wel Pink Floyd, Byrds, Flying Burrito Brothers, Jefferson Airplane (ik was verliefd op Grace Slick, die ik enkele jaren later later op het Holland Popfestival 1970 live zou zien), Crosby, Stills, Nash & Young. Vooral Neil Young natuurlijk, mijn grote held, al moest zijn mooiste werk nog verschijnen.

Hans de Vries, De manager Quinten Bunschoten, Steeds in de muziek, maar steeds anders Peter Prochazka, Soms komen ze onaangekondigd langs Paulien Walch, Bevrijding: het ultieme zingen Jop Kluis , Luisteren naar niet-door-heen-praat-muziek Ton Offerman, Luchtvaart-Muziek Kees van Oorde, Kan dat wel, leven zonder musiceren? Marcel Harting, Een waterig concertje Pierre Tuning, Jazz, van neukmuziek tot mascara Dirk Meijer, Hemelpop 1972 Peter Verschueren, Eton Crop: het moest vooral leuk blijven Marjan van Houwelingen, Zangzaad in Aalsmeer Kees Tas , En bref: Philip Glass

3 6 8 10 18 20 24 25 28 32 36 38 44

Interviews Leni Paul, Jan Leliveld Ansje Weima, Hans Millenaar Hélène Homan, Nico de Groot Robert Jan Koopman, Hanneke Maarse Jacqueline Kristelijn, Leen Mulder Han Carpay, Saskia Bruines & Nan Metselaar

4 12 16 22 34 40

Column Peter Maarsen, Dansen

26

Ik, roepende in de woestijn, geloof dat ik het een uur heb volgehouden. Toen was ieders aandacht allang weg en gingen we weer over tot de orde van de dag. De vertrouwde discjockey, de lekkere muziek. Met een serie pilsjes (gratis als bestuurslid; ik kocht het zelf in!) spoelde ik de nare bijsmaak makkelijk weg. In toptijden trok Williwaw, actief in het Parochiehuis, wekelijks een paar honderd bezoekers die vooral op live popgroepen afkwamen. George Baker, Ekseption, Unit Gloria, Cuby & the Blizzards (met Herman Brood op de piano van mijn vader!) en de nodige soul- en bluesbands. Ik voelde me een hele vent: ik mocht, als penningmeester, de band elke keer cash betalen – zo ging dat toen. Niets van dat alles in dit nummer! Wel veel muziek. Ach, lees zelf maar, u bent oud en wijs genoeg. De belangrijkste reden dat we dit nummer aan muziek in Aalsmeer wijden, is dat eind dit jaar de Stichting Muzikaalsmeer van zich laat horen met een standaardwerk over de lokale muziekgeschiedenis. Een fantastisch initiatief, vinden we. Met een eigen invalshoek becommentariëren wij de Aalsmeerse muziekwereld. Zoals dat onder kenners heet: een win-win-situatie. Even honderd procent aandacht voor het mooiste wat er is: muziek. Ikzelf houd het tegenwoordig op Franse barokmuziek. Na 1764, het jaar waarin Jean-Philippe Rameau overlijdt, is er helaas niks meer getoonzet dat door merg en been gaat. Bovendien is Williwaw ter ziele en Grace Slick nostalgie. En Neil Young? Die ploetert eeuwig voort. Hij zal u en mij overleven, altijd maar componerend en musicerend. In het volgende nummer storten we ons op ‘Markante Aalsmeerders’. We hebben een longlist opgesteld waarop alle lezers van dit blad staan. Wie de shortlist halen, merkt u tegen kerst. Wie weet bellen we u voordien op voor een interview of vragen we u om een bijdrage.

Foto’s Monic Persoon, thema Anke Zekveld, portretten geïnterviewden

COLOFON Redactie: Han Carpay, Hélène Homan, Erik van Itterzon, Ton Offerman, Ansje Weima Aan dit nummer werkten verder mee: Quinten Bunschoten, Marcel Harting, Marjan van Houwelingen, Robert Jan Koopman, Jacqueline Kristelijn, Peter Maarsen, Dirk Meijer, Leni Paul, Peter Prochazka, Kees van Oorde, Pierre Tuning, Peter Verschueren, Hans de Vries, Paulien Walch, Anke Zekveld (themafoto’s) Vormgeving/webdesign: You’re On! (Joran van Liempt) Verschijningsdatum: 21 september 2010 E-mail: info@nieuwnat.nl Redactieadres: Kamperfoeliestraat 31, 1431 RL Aalsmeer Telefoon: 06 55760915 (Han Carpay), 0297 329468 (Ton Offerman) Reageren? reactie@nieuwnat.nl Financiële steun? Rekeningnummer 7650738 t.n.v. Erik van Itterzon inz. St. de Droom o.v.v. ’steun NieuwNAT’. NieuwNAT verschijnt driemaandelijks; eerstvolgende nummer: 21 september 2010 Overname van artikelen is toegestaan, met bronvermelding.

»»

Han Carpay, Redactie NieuwNAT

»» 2


De manager Je bent jong, zo’n schoolverlater zonder startkwalificatie en dat in een tijd dat daar geen uitkering tegenover stond. Ook was het toen nog geen voldongen feit dat een voortijdige schoolverlater opgroeit voor galg en rad en per definitie al door de maatschappij is afgeschreven. Eigenlijk hoorde je er niet van. Het baarde geen enkel opzien. Je verliet school en ging aan het werk, met of zonder papiertje. Werk was nog gewoon zoals het heet, werk. Daar kwam je niet om je te ontplooien. Je kwam er niet om je te koesteren in het sociale vangnet, dat een baas die zijn zorgplicht serieus neemt, nu voor je dient te spannen. Je kreeg je geld omdat de baas aan je verdiende, niet omdat er nu eenmaal een keer een contract was getekend waar je tot het einde der dagen op kon teren. Kortom een andere, maar toch vergelijkbare tijd. Vijfenhalve dag bij de baas en na half zes en in het weekend vrij. En dan? Je verveelt je en zoekt je plek. Er waren een paar jongens, ‘Dick en Ik’, die leuke liedjes zongen, daar ging je eens naar kijken. Meer jongens verveelden zich en die kwamen ook. Voor je er erg in had stond er een halve band. Iedereen die iets kon wat de anderen leuk vonden, mocht meedoen. Leen had een gitaar met twaalf snaren, dat klonk lekker vol. Wil bracht de bas, Rob een autoharp, gitaar en vooral zichzelf. Maar Gerrit bracht het meest, een bongo, tamboerijn, twee lepels en een wasbord met een hand vol vingerhoedjes. Het werd steeds leuker, ik kwam er vaak en wou er ook wel heel graag bijhoren. Alleen, ik kon helemaal niets, speelde niets en mocht zeker van niemand zingen. Ik ging

wel regelmatig mee, maar voegde echt niets toe. Tot de redding kwam. Cors, die eerst de ‘Ik’ bij Dick was, moest in dienst en dat gaf perspectief. Cors speelde niet alleen gitaar, maar regelde ook de optredens. Zijn telefoonnummer stond op de kaartjes. En een telefoon, die hadden wij thuis ook. De band twijfelde zichtbaar, dat ik een telefoon kon opnemen was niet zo bijzonder. Dat ik ook de bestelwagen van mijn vader onbeperkt kon inbrengen was wel handig, maar was zo’n ding wel nodig? Ze wisten het niet echt. Besluiteloos sukkelden we een aantal weken voort en terwijl mijn open sollicitatie in de lucht hing, gingen de incidentele optredens gewoon door. Vijf jongens met wat instrumenten. Puur natuur. Naar buiten toe principieel tegen geluidsinstallaties omdat ze de zuiverheid geen geweld aan wilden doen. Maar met elektronica speelden ze in Folkclubs of daar waar ze werden gevraagd. Op een avond in De Waag in Haarlem liep ik er al zo dapper tussen dat het net leek of ik er echt bij hoorde en daar kwam mijn kans. Tien gulden was de afspraak. Voor tien gulden speelden ze hun hele repertoire. Ik haalde wat te drinken voor de rest en werd aan de bar voor de keus gesteld. “De afgesproken tien gulden voor het optreden, of gratis consumpties?” vroeg de uitbaatster. We hadden de keus. En ik had mijn baan. Het kostte een kwartier om de waardin te overtuigen dat het woordje “of” toch echt een “en” moest worden en daarmee bewees ik mijn waarde voor de band. Mijn telefoonnummer kwam op het Hobo String Band-briefpapier, Aalsmeers eerste manager was een feit. »» Hans de Vries

»» 3


Voor Jan Leliveld is zingen leukste wat er is

‘MUZIEK HEEFT ALTIJD MIJN LEVEN Hij maakte van zijn hobby zijn beroep en dat leidt tot een gelukkig bestaan, aldus Jan Leliveld. Zijn leven lang was hij bezig met muziek. Professioneel werd het pas toen hij enkele jaren geleden zijn bloemenexportbedrijf verkocht. Nu heeft hij een dagtaak aan het liedjes schrijven en uitvoeren. Een gesprek met een enthousiaste Aalsmeerder die zich het leven zonder muziek niet kan voorstellen.

laatste functie was bij koperscontacten.”

Een ruime woning aan de Uiterweg, met een prachtige vleugel in de woonkamer. Aan het eind van de tuin een klein café en dat is niet verwonderlijk, want Lelieveld werd 54 jaar geleden geboren in de bovenwoning van het dorpscafé in Nieuwveen. Een gezin van tien kinderen en Jan was de vijfde.

Maar de muziek bleef lonken. “Ook toen ik mijn exportbedrijf had, heb ik her en der opgetreden, het is nooit verdwenen. Ik heb, om zo te zeggen, de muziek nooit verloochend.”

“Daar is het zingen al begonnen,” aldus Leliveld. “In mijn vaders café, en dan mocht ik met de pet rondgaan, je kent dat wel. Aan een carrière in die richting werd toen echt nog niet gedacht. Een groot gezin, er moest worden aangepakt, vader stierf toen ik zestien was en ik ben al jong gaan werken op de bloemenveiling. Maar de muziek is er altijd wel bijgebleven. Op mijn 16e zat ik in een band. We speelden en zongen in parochiehuizen, feesttenten en kroegen. Toen de optredens met de band tot zo’n drie keer per week waren uitgegroeid, kon dat worden gecombineerd met het veilingwerk. Ik werkte namelijk op de VBA halve dagen. Ik heb daar diverse functies gehad, onder andere was ik veilingmeester en mijn

IJver en doorzettingsvermogen konden de jonge Leliveld niet worden ontzegd. In 1990 begon hij op diezelfde veiling een boeketterie, die al snel uitgroeide tot een succesvol bedrijf. “Grootwinkelbedrijven waren mijn klanten, met name in Europa. In totaal werkten er zo’n 700 mannen en vrouwen in mijn bedrijf.”

Maar twee jaar geleden heb je je succesvolle onderneming verkocht. “Ja, ik werd al diverse malen benaderd, maar toen ik twee jaar geleden een goed aanbod kreeg van het Italiaanse bedrijf Ciccolella heb ik besloten de boel te verkopen. Ik kreeg een goed gevoel bij die Italianen, de Ciccolella’s zijn ook kwekers, het is een familiebedrijf en ik ben zelf ook een echte familyman. Ik heb bijvoorbeeld met mijn broers en zusters een hechte band. Ik doe veel met mijn broers, ook op zakengebied.” Terug naar het moment waarop je de bloemen vaarwel zei en met een flink bedrag op zak je kon gaan wijden aan je hobby, het maken van muziek of beter gezegd, het schrijven van liedjes en het componeren van melodieën bij de teksten. »» 4


N BEPAALD’ “Ja, het is een ander leven. Wat de muziek betreft is het in een soort stroomversnelling gegaan. Ik kijk vaak terug op mijn leven, begonnen in het dorpscafé. Ik heb daar ook een cd over gemaakt, die heet ’Dit is mijn leven’. Het gaat over vriendschap, over mijn zoons. Die twee worden bezongen in mijn liedje ‘Kanjers’. Toen mijn vrouw en ik vijfentwintig jaar waren getrouwd heb ik op dat feest het aan mijn vrouw Ans gewijde lied ‘Mijn nummer één’ gezongen. Van tevoren had ik die cd aan alle gasten toegestuurd, dus die konden het allemaal meezingen. Ja, dat was een ontroerend moment.” You made it, zouden ze van je in de Verenigde Staten zeggen. Je bouwde, samen met Ans, een goede zaak op in de bloemen, verkocht die voor een goede prijs, je bent druk bezig op de vastgoedmarkt en je hebt nu een succesvolle carrière in de muziek. Gezien de geproduceerde teksten op je cd’s ben je ondanks je zakelijk fingerspitzengefühl ook een gevoelig mens die in je liedjes graag verwijst naar ontroerende momenten in een mensenleven en met name in jouw eigen leven. “Ja, de mensen horen ook graag die liedjes. Ik blijf bewust in mijn eigen taal zingen. En gevoelig, ja, ik hou van mensen.“ Leliveld zegt veel samen te werken met Arnold Muhren in Volendam. In diens studio worden de cd’s opgenomen. Jeroen Englebert vat Jans teksten samen en door

die samenwerking komen er steeds weer nieuwe cd’s van Jan Leliveld op de markt. Er zijn regelmatig TV-optredens. Zo is Leliveld vaak op zaterdag te horen en te zien in de Sterren.nl top-20, uitgezonden op Nederland 1, waren er optredens met Glennis Grace en Mandy Huydts, geen onbekenden voor wie is ingevoerd in de huidige lichte muziek. Grace was, evenals Leliveld, te gast in Life4You van Carlo en Irene en Huydts, klassiek geschoold aan het conservatorium, zong al meerdere malen de sterren van de TV-hemel in diverse programma’s. Onlangs gaf Leliveld op TV Noord-Holland de aftrap voor het op 24 oktober aanstaande te houden Hollandse Sterrengala. Je bent een idool, krijgt veel fanmail. Heb je zelf ooit idolen gehad? “Ja, ik bewonderde altijd Rob de Nijs, houd erg van Marco Borsato en van de huidige zangers vind ik Glennis Grace heel goed. Wat ik nastreef? Ik stijg nog steeds op de hitlijsten en dat geeft een goed gevoel. Ik hou het bewust bij het Nederlandse repertoire. En ik voel me een gelukkig mens omdat ik nu kan doen wat ik het leukste vind: zingen. En wat is geluk voor mij? Dat je je eigenwaarde houdt en tevreden bent.” »» Leni Paul

»» 5


Steeds in de muziek, maar steeds anders Leuke vraag: een stukje over jezelf en de muziek. Op een avond waarbij ik met een aantal vrienden en bekenden nadacht over mijn eigen toekomst zei Johannes Leertouwer dat ik nu eens op moest houden om mijzelf cellist te noemen. Ja dat klopt: ik ben niet meer professioneel actief. Wel is muziek een waarde voor mij en beschik ik dankzij mijn opleiding als musicus over een aantal goede vaardigheden. Als project- en interimmanager in het hoger onderwijs zorg ik er nu voor dat volgende generaties musici met meer gevoel voor de markt en hun omgeving worden opgeleid. Als import in Aalsmeer terechtgekomen als vriend van Erica de Ridder. Samen organiseerden wij huisconcerten bij Cees en Hanneke Tas. Steevast met nabeschouwing van Cees met pijp en kritisch-opbouwend commentaar. Het recente overlijden van Cees vormde een aanleiding om weer aan onze studietijd op het Sweelinck Conservatorium terug te denken. Ik was altijd bezig: naast mijn studie een strijkkwartet opzetten, concerten bij Hanneke en Cees organiseren, in diverse besturen zitten en moderne muziek spelen. Het onderhandelen heb ik geleerd dankzij een concert voor het Koninklijk Huis ter gelegenheid van een staatsbezoek van de Portugese president. We waren immers studenten en zouden toch wel voor niets komen spelen. Met veel plezier speel ik nu weer strijkkwartet. Samen met drie vrienden van het conservatorium. Allevier doen we nu iets anders, maar de liefde voor de muziek en het repertoire delen we. Tijdens die avonden komt het oude vuur weer terug. Dat heb ik ook gedaan tijdens eindeloze toernees van jeugdorkesten in diverse buitenlanden en zomerkampen met

muziek. Als 15-jarige samen met Frank van de Laar en een piepjonge Isabelle van Keulen boven jezelf uitstijgen omdat je samenspeelt met twee mensen die werkelijk alles van blad kunnen spelen. Mahler 5 op televisie, weer de rillingen op je rug tijdens het Adagietto: gespeeld voor de bewoners van een klein Italiaans boerendorpje waar wij te gast waren met het Nationaal Jeugdorkest. We hadden al een concert achter de rug die avond. Bij terugkomst wachtte ons een vorstelijk onthaal met een gigantisch buffet op het dorpsplein. Dan kun je niet achter blijven, dus we hebben toen het Adagietto gespeeld onder de sterrenhemel op het dorpsplein. Om nooit te vergeten. Muziek is een waarde voor mij. Je draagt het bij je, altijd weer ontroering. Spelen met het familie-orkest voor de 80e verjaardag van mijn moeder, met Kerstmis Mozartfluitkwartetten met Erica en mijn broer en schoonzus. Wel voor het eten, want met drank op gaat dat niet meer. Fijn om ook je eigen kinderen te horen spelen. Altijd muziek, maar steeds anders. Eerst een fanatieke jongeling. Begonnen met piano, maar daarmee kon je niet in het jeugdorkest. Dus toen maar cello, omdat daar plaats was. Psychologie en conservatorium tegelijk bleek een beetje veel als je ook nog student bent. Na het conservatorium eigenlijk vrij snel in het organiseren terecht gekomen. Conservatorium van Amsterdam, maar nu als werknemer, Codarts in Rotterdam en daarna directeur Conservatorium INHOLLAND. Nu help ik meerdere conservatoria om hun opleiding naar de 21e eeuw te brengen. Steeds in de muziek, maar steeds anders. »» Quinten Bunschoten

»» 6


foto: www.monic.nl »» 7


Soms komen ze onaangekondigd langs Tja, DE DIPPERS of is het D.I.P.? In ieder geval gaat dit artikel over De Illegale Peurders. Hebben die iets met muziek te maken dan? Jazeker, maar daarover later. Eerst iets over het ontstaan van de Dippers. Het zal zo rond 1986 geweest zijn toen, tijdens een peuravond (in die tijd OOK al illegaal), het idee ontstond om rond het thema PRAAM, een typisch Aalsmeers vervoermiddel voor de seringenkwekers, ‘iets’ te organiseren. De praam was vaak alleen nog te zien op de Historische Tuin of bij een enkele, sentimentele kweker. De praam waaruit wij peurden, was er ook een die ‘over de hand’ was bij seringenkweker A. Maarse, toevallig mijn schoonvader. Waarschijnlijk waren tijdens deze historische peuravond aan boord van deze praam: Hans van der Meer, Henk-Willem Spaargaren, Henk van Leeuwen, Cor Trommel en ondergetekende.

leren kennen als een begenadigd bespeler van de trekzak. Het betreffende toneelstuk bevatte namelijk een aantal intermezzi in muzikale sfeer en daarbij was accordeonmuziek blijkbaar onontbeerlijk. Maar goed, op voornoemde peuravond ontstond opeens, na de vaak gestelde vraag “is er nog nieuws”, een discussie over nieuwe activiteiten in Aalsmeer. Wij wilden iets doen om het wat ingeslapen dorp weer leven in te blazen. En tevens iets doen om mensen zich bewust te laten zijn van het Aalsmeerse verleden. Het thema Pramenrace was opeens geboren. Natuurlijk moest de praam door een Penta worden voortbewogen, want die Penta was lange tijd hét werkpaard van de Aalsmeerse kwekers geweest. En… wij hadden zelf een praam en een Penta, dat wel natuurlijk. En het idee van tijdens de race een krat bier leeg te moeten drinken, dat was jeugdige onbezonnenheid.

Dorp leven inblazen Wij kenden elkaar via het doopsgezinde circuit, maar ook waren er banden via toneelvereniging Opgang. Henk en ik hadden Cor daar tijdens een van de toneelstukken

Komisch nummer met zang Toen wij na 10 jaar ons kind hadden overgedragen aan S.P.I.E. konden wij eindelijk meevaren, want na de eerste race (met 3

»» 8


pramen) was dat er niet meer van gekomen. De organisatie, ook van de DIP-dank-je-welavond in februari, nam veel tijd in beslag. Toch lag in wezen hier het begin van de Dippers als uitvoerende muzikanten. Tijdens deze avonden verzorgden de Dippers altijd een komisch nummer met zang en soms ook met dans. Tijdens een van de peuravonden na ons laatste officiële optreden aangaande de Pramenrace, bedachten wij dat het toch wel erg leuk zou zijn om ons op een andere manier in te zetten voor de Aalsmeerse gemeenschap. Met zang (meestal liedjes over peuren), dans en annekedotes de mensen vermaken. Bijkomend voordeel, zo dachten wij, was ‘gratis eten en drinken’! En dat bleek en blijkt inderdaad het geval. Nog met enige regelmaat worden wij gevraagd om een feestje te komen ‘opleuken’. Soms ook komen wij onaangekondigd op een bijeenkomst om de zaken even te relativeren. Wij komen dan bij de mensen thuis of op hun feestje even onze oefenavond houden. En natuurlijk gaat daarbij wel eens het een en ander fout.

Buurtslootconcert De laatste tien jaar verzorgen wij in september op de woensdagavond voorafgaand aan de Pramenrace het Buurtslootconcert. Vanaf onze praam, soms vanuit de sloot, zingen wij liedjes als: Meisje ga je mee peuren, de Jordaanwals, Wij zijn vier eenzame Dippers etc. Bij dit optreden is de laatste jaren ook een flink aantal gastoptredens van plaatselijke coryfeeën te beluisteren. Vorig jaar was er bijvoorbeeld een tranentrekkend, zelfgeschreven nummer van de ‘Meubeltjes’ te beluisteren. Inmiddels is er ook een groepje opvolgers in opleiding, The YOUNG DIPPERS. Zij worden niet alleen getraind in het peuren, maar ook in optreden met zang en dans. En het duurt maar een uurtje. Ter afsluiting gaat altijd de pet rond. Als u zelf (niet) kan zingen of dansen… er is nog plek voor gastoptredens tijdens ons volgend Buurtslootconcert in september volgend jaar. »» Peter Prochazka (penningmeester D.I.P.)

»» 9


foto: www.monic.nl »» 10


Bevrijding: het ultieme zingen

In Aalsmeer wordt ontzaglijk veel gezongen, dat is bekend. Af en toe mag ik daar een bijdrage aan leveren en dat vind ik een groot voorrecht. Dirigeren, zingen in het kwartet Similia, solo zingen en soms zangles geven. Nou ja, zangles, het is meer samen uitvogelen wat voor mogelijkheden iemand heeft met zijn of haar stem (meestal haar!?) en er vooral heel veel plezier aan beleven, dan een les is in de letterlijke betekenis van het woord. Het is als met dirigeren: je kunt er voor kiezen om de maat te slaan, maar je kunt er ook een gezamenlijk project van maken, en kijken hoever je komt. De lat lekker hoog leggen, dus niet te gauw tevreden zijn, maar er altijd op letten dat stimuleren en aanmoedigen het wint van afkraken en afbreken. Hoe vaak ik vroeger, tijdens mijn muziekstudie, niet meemaakte dat er weer iemand jankend de zangles uitkwam nadat hij of zij was aangepakt door een docent. Ik begreep dat nooit. Je kunt namelijk niet zingen als je moet huilen… Als je professioneel zanger wilt zijn, moet je natuurlijk heel hard werken en soms mislukt er wel eens wat. Maar de drama’s die ik soms zag, vond ik nogal heftig. Misschien dat ik daarom de gedachte aanhang dat het nooit zover mag komen dat iemand bij mij, of dat nou in een koor is of één op één, huilend de deur uitgaat. Behalve

als het van ontroering is natuurlijk… Muziek maken kan ontroeren, en vaak heb ik ervaren dat zingen de diepste emoties kan losmaken, of dat knopen in je ziel ervoor zorgen dat je niet kan zingen, niet echt kan zingen. Echt zingen zorgt voor een totaal vrij, nee, nog beter gezegd, bevrijd gevoel, en dat hoor je dan ook. Bevrijden, zo staat in het woordenboek, betekent onder andere “verlossen van hetgeen dat hindert”. De keren dat ik dat tijdens het zingen met anderen of bij mezelf ervaar, geven een enorme voldoening. En dan heb ik het dus niet over mooi of lelijk. Dat is sowieso een heel persoonlijk iets, mooi of lelijk. Als een stem ‘goed zit’, als de bevrijding daar is, om het maar theatraal te zeggen, dan doet het me wat. Mooi en lelijk komen wat mij betreft daarna pas. Je kan het nog bijschaven, je klinkers beter gebruiken, en, als je samen zingt, bijvoorbeeld proberen om allemaal op dezelfde manier de woorden uit te spreken, maar ‘de bevrijding’ is minstens zo belangrijk. Dat kan mentale of geestelijke bevrijding zijn, of allebei, en dan gebeurt het soms. Dat je lichaam je stem wordt. Dat alles stroomt en open klinkt. Dat is pas zingen. »» Paulien Walch

»» 11


‘Overal schade en snijwonden, maar die gitaar, daar zat ik het meeste mee in’ Een zonnige zaterdagmiddag, samen met Anke, onze portretfotografe, op de fiets naar de Leimuiderdijk. Op het pontje kopen we een retourtje en even later worden we verwelkomd in een prachtige terrastuin door Hans Millenaar, gepassioneerd muzikant – hij zal zich enige uren blootstellen aan mijn vragen en aan het klikkend oog van de camera. Hans is opgegroeid aan de andere zijde van de dijk – in Oude Meer, daar waar de Fokker-fabrieken stonden – maar is zijn hele leven al gefocust op Aalsmeer. Op school naast Bloemenlust en later op het dorp bij meester Bierling, het eerste uitgaan naar de discotheek in de VVA-kantine en Café Jongkind, nu Joppe. Belangrijke bands, zoals Golden Earring, Dizzy Man’s Band, Sandy Coast en Q65 zag hij in de Oude Veiling waar hij “veel bivakkeerde”. In zijn geheugen staat ook het optreden gegrift van Herman Brood, in een grote tent tijdens Luilakpop.

Waar komt jouw grote liefde voor muziek vandaan? “Ik weet niet beter dan dat ik altijd naar muziek luisterde, ik heb altijd van muziek gehouden, ik was als klein jongetje al gefascineerd door muziek op de radio. Ik hoorde een keer een nummer van Focus, toen ik een jaar of tien was, de volgende dag ging ik gelijk naar de platenzaak. Mijn broer Cor had een elektrische gitaar, waar hij zelf bar weinig mee deed. Toen die gitaar in huis kwam kon ík daar niet van af blijven en zo heb ik mijzelf leren gitaarspelen. Ik ben ook wel eens naar de muziekschool gegaan, maar mijn leraar zei: ‘Je kunt beter maar doorgaan met waar je mee bezig bent. Speel maar lekker op je eigen manier. Ik moet je meer afleren van wat je jezelf fout hebt aangeleerd, dan dat ik je wat leren kan.’ Ik had het allemaal zelf uitgezocht, ik heb zo mijn eigen specifieke manier van spelen gecreëerd. Ja, en dan stond ik op mijn slaapkamer, ik kon toen nog niet echt gitaar spelen, maar dan ging ik platen draaien en oefende ik de ‘performance’ – ik ging meedoen, dat wilde ik graag – ik zag mezelf al op een podium staan, het was mijn droom om in een band te gaan spelen.” »» 12


Die droom is uitgekomen, na al jong een eerste optreden in ‘De Lente’ met de Osier City Band volgden nog vele andere bands waar Hans Millenaar deel van uitmaakte: Bad Habit, Ava Gardner, Waarom Daarom, Aja, Als Je Maar Van De Straat Band. Met de Rietveld Band en de Hucksters is Hans nog steeds actief. Nooit de wens gekoesterd om professioneel muzikant te worden? “Jazeker wel en als ik het over zou kunnen doen – ik heb nu best een leuke baan, hoor – dan zou ik toch proberen muzikant te worden. Maar je moet keuzes maken als je een gezinnetje hebt… Ik heb twee kinderen en dan sta je al gauw voor het blok, je kiest dan toch voor een baan met vaste inkomsten en wordt muziek je hobby. Het muziekgebeuren is altijd ’s avonds en ’s nachts, je kunt geen normaal leven leiden. Overdag lig je te slapen, met een gezin is dat niet handig. Toen ik met de Hucksters begon hadden we veel optredens en daar ging ik gewoon voor – het gezin vond ik ook wel belangrijk, maar ik had een doel. Niet geweldig voor het thuisfront als je zondagochtend om vier

uur thuis komt en dan een gat in de dag slaapt… dat trekt een zware wissel, tja, dat heb je dus met een passie. Toen was ik nog wel veel fanatieker, zo veel mogelijk spelen, spelen, spelen… Zo is het nu niet meer, ik zie het nu als een geweldige hobby. Ik heb te veel andere verantwoordelijkheden, op maandagochtend met half dichte ogen en een dranklucht om je heen op je werk verschijnen, nee, dat gaat niet meer. Maar de passie voor de muziek blijft, dat wordt niet minder.”

‘Als iemand helemaal gaat voor zijn idealen, dat vind ik geweldig’ Hier komt de disharmonie van het leven om de hoek kijken. Als je iets heel erg graag wilt, moet je zoveel veren laten dat je eigenlijk in allebei de situaties ongelukkig bent… “Dat klopt, ik zat toevallig vanmiddag nog over Bruce Springsteen te lezen, die man heeft keuzes gemaakt, die is echt heel duidelijk gegaan voor zijn passie. Als iemand echt helemaal gaat voor zijn idealen, van jongs af aan, ja, dat vind ik geweldig. Maar dat doet niets af aan wat ik nu allemaal »» 13


heb – dat is óók geweldig en mijn kinderen zou ik nooit willen missen, maar het blijft toch wel zo van: stél nou dat je… dat blijft toch van een soort romantiek, tja …” Denk je nog wel eens dat dat nu nog zou kunnen gebeuren? “Neeee, nee, ik heb er nu vrede mee dat we lekker spelen nog, wanneer het uitkomt, wanneer het kan. Ik zie muziek maken nu echt als iets van vrienden, samen, als een ontzettend leuke hobby waarbij de sociale aspecten er omheen heel belangrijk zijn.” En dan, vrolijk lachend: “Ja, maar kijk, áls er morgen iemand op de stoep staat met een band die draait als een tierelier en hij wil mij er per se bij hebben – dan ga ik toch achter mijn oren krabben – nee – dan wordt het toch lastig – ik zeg heus niet gelijk ‘nee’ hoor!”

Als ik vraag naar muzikanten en bands waar Hans door geïnspireerd is, vertelt hij dat zijn interesses in de loop der jaren wel verschoven zijn. Eerst was het Alice Cooper, daarna liet hij zich meer leiden door rockbands als Deep Purple en Uriah Heep. Nog weer later werd Neil Young een grote inspirator en nu is het vooral Bruce Springsteen. Hans: “Ik heb een brede muzikale interesse, zoals Pink Floyd, dat zit in een andere hoek maar dat vind ik prachtig. Elke muzikant die écht muziek maakt, die pure muziek maakt vind ik interessant, of dat nu metallica,

Barbara Streisand of klassieke muziek is. Jonge bands die ik om die reden interessant vind zijn Kings Of Leon en de Foo Fighters.” Als je de bands van de jonge generatie hoort, denk je dan wel eens ‘nou, dit of dat zou ik ze nog wel eens willen leren’. Heb je die neiging? “Nou nee, niet zo zeer – ik luister altijd naar muziek die puur is, die echt is – en daarom hou ik dan ook van bands die de passie hebben om echte muziek te maken. Dus als ik kritiek heb, dan is het omdat het muziek is die met computers in elkaar is gezet. Ook die gruwelprogramma’s zoals Idols, die hebben niets te maken met goed kunnen zingen of musiceren – de muzikant wordt een soort product – het gaat om de kijkcijfers, om de knikkers en dat druipt er vanaf, daar heb ik dus een hekel aan. Een bandje dat op eigen kracht heel ver komt, dat vind ik mooi.”

‘Ik oefende de performance, ik zag mezelf al op een podium staan’ Jij groeide op in de tijd van de zogenoemde generatiekloof. Hoe stonden je ouders tegenover je muzikale activiteiten? “Mijn ouders deden niet moeilijk, maar ze hadden niets met popmuziek. Ze vonden de locaties maar niks en kwamen dan ook niet kijken. Mijn moeder hield van nette kleding, dus optreden in een afgeknipte spijkerbroek zag ze niet zitten en dan die plaat van Alice Cooper, véél te heftig. Mijn ouders hebben

»» 14


me nooit echt obstakels in de weg gelegd, maar ze hebben me ook niet gestimuleerd van joh, ga je dromen achterna en ga met je gitaren op pad…nee, zo ging dat niet. Nu weet je dat je als muzikant ook je geld kunt verdienen, er zijn allerlei voorzieningen voor muzikanten. Maar toen was popmuziek nog een soort rebellie – je kon je toen niet voorstellen dat daar een carrière in zou kunnen zitten – dat was een ander soort mensen die dat deed, daar kwam je niet bij.” Je speelt veel met de Hucksters – heb je die zelf opgericht? “Ja, in 1993. Het begon als duo, met twee gitaren. We speelden veel in Joppe, maar ook op feestjes, bij Coq Scheltens bijvoorbeeld. In die zeventien jaar zijn de muzikanten vaak gewisseld, ik ben zelf de enige die vanaf het begin deel uitmaakt van de band, maar de

stijl en de sfeer zijn gelijk gebleven, dat is de basis. We repeteren elke maandagavond, de leukste optredens in Aalsmeer hebben we gehad tijdens de bandjesavonden. Eén van die keren hadden we het podium op het Raadhuisplein helemaal in het rond gebouwd, konden de mensen er helemaal omheen lopen, dat was een groot succes. Wij spelen veel covers, dus ik ben veel bezig met het uitzoeken van muziek. Ik doe alles op gehoor, ik luister naar wat er gebeurt. Bij mij werkt het niet om dat direct van internet af te halen, ik hoor in wat voor akkoordenschema het zit en dat pak ik op.”

Oh, je hebt dus een direct gehoor. “Ja, anders kan ik het niet, ik kan geen noten lezen... Ik kan er helemaal niets mee!” Wat zou er met jou gebeuren als je niet meer zou kunnen of mogen spelen? “Ik denk dat dat toch wel een heel droevig moment zou zijn. Een goed voorbeeld van jaren geleden, ik was op een kas aan het werk en toen ben ik daar doorheen gelazerd, ik heb toen mijn schouder gebroken. Eén van de eerste dingen die ik dacht – want de arts zei eerst dat het verbrijzeld was – het is klaar met gitaar spelen. Overal schade en snijwonden, maar die gitaar, daar zat ik het meeste over in. Dat is wel tekenend voor me… nee, als ik niet meer zou kunnen spelen, het zou een donkere dag zijn als ik dat zou horen.” Dus je gaat nog even door? “Ik hoop dat ik over tien jaar toch nog

wel lekker bezig ben, zo’n band als de Hucksters vraagt veel energie, maar gewoon met een paar vrienden muziek maken, dat kun je volhouden tot je tachtigste. Nee – in het bejaardentehuis ga ik niet achter dat schaaltje appelmoes zitten – ik zal weer een eigen weg moeten zoeken, maar ik zal altijd muziek blijven maken.” Lang praten we nog over muziek, als we terug fietsen heeft ons retourtje geen waarde, het pontje vaart niet meer. Geen probleem, er zijn vele wegen die naar Aalsmeer leiden. »» Ansje Weima

»» 15


Een droom uitgekomen Een zonnige zomermiddag, een prachtige tuin. Het decor van mijn gesprek met Nico de Groot over zijn concerten in de Oud-Katholieke kerk. We beginnen met herinneringen op te halen aan de beginjaren van KCA (Stichting Kunst en Cultuur Aalsmeer). We hebben beiden bij het oprichten in het dagelijks bestuur gezeten en waren coördinator van een werkgroep, Nico klassieke muziek en ik podiumkunsten/ literatuur. Van de gemeente kregen we een zak met geld en de opdracht een aantal activiteiten te ondernemen, er werd daarbij gedacht aan vier of vijf activiteiten per jaar. Wel, dat hebben we dubbel en dwars waargemaakt. Nico, jij gaf meteen tijdens de eerste vergadering aan dat je graag concerten/kamermuziek wilde organiseren in de Oud-Katholieke kerk. Was dat al een droom van je? Ja, ik wilde dat al heel lang. Had al een keer eerder een poging gewaagd, samen met Wim Root, maar dat kon niet doorgaan. Het mocht toen wel in de Burgerzaal, maar dat vonden wij geen goed idee. Te groot, niet de mooie akoestiek die het kerkje wel bezit. Verder is het kerkje, door de opstelling van stoelen en banken, ook geschikt voor een kleiner publiek. En KCA bood de mogelijkheid om het wel in de kerk te organiseren. Maar waarom kamermuziek? Omdat ik hier een liefhebber van ben, alhoewel mijn smaak heel breed is. Maar het gebouw leent zich niet voor grote orkesten of koren. Verder was het doel van KCA het Aalsmeerse publiek een breed pakket aan te bieden en dat op professionele basis.

- Het KCA-bestuur is vervolgens op een middag met Nico de kerk gaan bekijken en een van de bestuursleden barstte in gezang uit om de akoestiek uit te proberen. Deze bleek fantastisch te zijn en een concertgelegenheid in Aalsmeer was geboren. De eerste jaren deed jij bijna alles in je eentje, het programma samenstellen, de muzikanten ontvangen, de sponsoring regelen, de contacten met de kerk onderhouden en wat al niet meer. Is dat nu nog zo? Nee, er is nu een werkgroep van zes mensen. Maar ook vroeger werd ik al gesteund door een groepje mensen en een aantal zit nu nog in de werkgroep. Ik zit nu niet meer in het bestuur van KCA, een lid van de werkgroep neemt deel aan de vergaderingen. Ik bereid wel het programma voor en na overleg met de werkgroep benader ik de musici. Ook onderhoud ik het contact met de kerk. Sponsoring is er helaas niet meer, de gelden komen nu uit de kaartverkoop en KCA draagt bij als dit nodig is. We zijn nu 15 jaar en 111 concerten verder. Aan welk concert heb je speciale herinneringen? Het koor Vocoza heeft tweemaal bij ons opgetreden en vooral de eerste keer vond ik het heel speciaal omdat de dirigent Ira Spaulding heel inspirerend was. Hij was in staat om, op een prettige manier, het koor tot grote prestaties te brengen. De tweede keer was er andere dirigent, het koor was toen ook nog zonder meer goed, maar het speciale ontbrak. - Nico haalt de mappen met de programma’s erbij en samen bladeren wij ze door. We merken op dat een aantal van de musici toentertijd al beroemd was, anderen waren nog jong en zijn later bekend geworden. Grote namen komen langs: Rian de Waal, Storioni Trio, Abbie de Quant, Paolo Giacometti, Trio Stoppelenburg (die het Bloemenduet van Delibes net naast »» 16


de kerk zongen zodat het publiek het door de open ramen kon horen), Calefax Rietkwartet, de mooie meneren van La Passione die vooral het vrouwelijk deel van het publiek aanspraken. Ook het oranjebitterconcert met de Bernhard Reinkeband; ik herinner mij dat deze band zo hard (en goed) speelde dat de ramen rinkelden en Nico toch wel ongerust begon te kijken. Bij de optredenden ook een aantal Aalsmeerse namen. Zijn er nog steeds Aalsmeerse bijdragen? Dit seizoen niet, maar voor volgend seizoen zou het een overweging kunnen zijn. En is er ook ruimte voor hedendaagse muziek, dan denk ik aan Satie, Philip Glass, Steve Reich? Het zal wel anders zijn dan het huidige programma, maar het kan natuulijk wel. Een pianist zou heel goed dit moderne werk kunnen spelen. Wat is het programma voor dit seizoen? Heel divers, het Klaviertrio Amsterdam komt optreden (op 10 oktober), verder is er onder meer een pianorecital, een strijkkwartet en, heel bijzonder, een concert met twee harpen. En natuurlijk het kinderconcert, dat dit jaar in de Oude Veiling plaatsvindt. Dat denk ik ook en ik kan mij erop verheugen de Metamorphosen van Glass te horen in de prachtige akoestiek van de kerk. Heb je na 15 jaar concerten organiseren nog wensen? Niet op muzikaal gebied, want ik ben tevreden met het programma voor dit jaar en de programma’s van de afgelopen jaren. Maar meer publiek zou welkom zijn en ja, zo langzamerhand staat een opvolger toch wel op de verlanglijst. Ik ben nu 77 en zou graag een jonger iemand in gaan werken zodat alles wat we hebben opgebouwd kan worden gewaarborgd. Voor mij is er een droom uitgekomen en wellicht kan het ook zo zijn voor een andere muziekliefhebber. »» Hélène Homan Het programma van de zeven concerten »

»» 17


Luisteren naar nietdoor-heenpraat-muziek Aalsmeer heeft zonder twijfel een rijke muzikale historie. En nog altijd zijn er veel inwoners van onze gemeente met muziek bezig. Niet alleen in bandjes of bands maar ook in de klassieke muziek zijn veel professionals en amateurs actief. En wat dacht u van al die muziekverenigingen en koren? Daarnaast kan het niet anders dan dat er veel mensen alleen in hun eigen omgeving musiceren en nooit de openbaarheid met hun talenten opzoeken. Wat mij altijd opvalt, en dat is wat al deze enthousiaste beoefenaars verbindt, is de bevlogenheid. De gedrevenheid. Binnen de popmuziek vallen natuurlijk de bandjes en bands het meeste op. Een lange rij van klinkende namen die in Aalsmeer en omstreken wereldberoemd waren of zijn siert onze lokale geschiedenis. Dansmuziek, mee-zing-muziek, rockmuziek en door-heen-praat-muziek. In al dat geweld dreigen we één persoon over het hoofd te zien: Saskia Veenswijk.

Saskia is een jongedame die waarschijnlijk ingedeeld moet worden bij de singer/ songwriters. Dit vergt wellicht enige uitleg. Een singer/songwriter is iemand die zijn of haar eigen muziek en teksten schrijft. Hij of zij brengt deze composities zelf, al dan niet begeleid door andere muzikanten, ten gehore. Singer/songwriter is dus niet zozeer een muzikale stroming, maar meer een aanduiding voor de wijze waarop iemand werkt. Wat de meeste singer/songwriters met elkaar gemeen hebben, is dat zij begaafde musici zijn en dat hun muziek een boodschap bevat. Het zijn dan ook bijna altijd luisterliedjes. Oftewel niet-door-heen-praat-muziek. Daarbij spelen zij zelf meestal piano of gitaar. In het geval van Saskia is het gitaar. En dat is maar goed ook. Zelden heb ik zo’n gedrevenheid bij een Aalsmeerse muzikant gezien als bij Saskia. Naast haar eigen optredens speelt zij ook altijd op ieder benefietconcert, open podium of jamsessie in de wijde omgeving. Dan is een gitaar praktisch:

»» 18


met een piano moet je zoveel sjouwen. Saskia laat geen gelegenheid voorbij gaan om op te treden, contact te zoeken met haar publiek of haar emoties muzikaal met de mensen te delen. Daarmee heeft zij inmiddels niet alleen een eigen publiek veroverd, maar ook het respect van andere muzikanten uit ‘de scene’ afgedwongen. Er zullen dan ook nog maar weinig muzikanten zijn die niet ooit ergens iets samen met Saskia hebben gedaan. Een mooie illustratie van haar gedrevenheid wordt gevormd door een tweetal optredens van haar in het gemeentehuis. Allebei dit jaar. Nog niet zo lang geleden heeft Saskia tijdens de herdenkingsbijeenkomst voor Coq Scheltens voor een overvolle burgerzaal een speciaal voor de gelegenheid geschreven lied ten gehore gebracht. Toen werd er ademloos geluisterd. Een paar maanden daarvoor stond zij, als muzikaal intermezzo, in diezelfde zaal de pauzes tijdens het lijsttrekkersdebat te vullen. Toen luisterde er niemand. Ik heb haar

bij die gelegenheid gevraagd of het niet frustrerend was om te spelen terwijl er niemand luistert. “Ach,” zei zij toen, “spelen is spelen.” Saskia haar muzikale keuzes zijn niet altijd de mijne, maar ik ben dan ook heel eenkennig als het om muziek gaat. Toch ben ik via de weg van respect naar bewondering haar bijzonder gaan waarderen. Dat komt misschien ook omdat het luisterliedjes zijn. Ik ben naar haar gaan luisteren. Inmiddels wonen we met zo’n 30.000 mensen in Aalsmeer. Bij optredens van Saskia zie ik veelal dezelfde mensen. Dat betekent dat het overgrote deel van u nog nooit naar haar is wezen luisteren. Dat zou u eens moeten doen. Misschien vindt u het ook wel de moeite waard. »» Jop Kluis »» Foto: Alexander van der Meer

»» 19


Luchtvaart-Muziek ( door Commissie Alders ) (Luchtvaart-Muziek door Commissie Alders )

Fortissimo: vvvvvvvvvvlieeeeeeeeeeeeeeeeetuiiiiiiiiiiiiiiiiigggggggggggggg

sssssss

ssstart

Mezzo Piano:

aaaaa

CommmmmisssssssssssssssssssieAaaaaaaaaaaaaaaaaa

aa

lders

Pianissimo: GeluuuuuuuidsBesssssssssspaaaaaaaaarendeMaat

reeeeeeee

eegelen

Lento, largo:

sssssss

sstilllllllllllllllllllllllllllllereGlijvvvvvvvvvvvvvvluchtlandinnnnnnnnnnngen

Lento moderato: FictiiiiiiiiiiiiiiieveHandhhhhhhhhhhhhhhhhhhaviiiiiiings

puuuuuuuu

uunten

Decrescendo: Be

trrrrrrrr

rrrouwbaaaaaaaaaaaaareMeeeeetsyssssssssssssssssssssstemen

Piano: Afffffffffffffffffffffffffffwijkinnnnnnnnngsssssssssssssssss

reeeeeeee

eegels

Presto:

aaaaa

Vvvvvvvvvvvvvvvvvvvvvvvvvvvvrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrijstaaaaaa

aat

Molto allegro: Ge

lllllllll

llluidsssssssssssssssssssssssssssssssssssssssssssNiiiiiii

iiiiiveau

Andante:

rrrrrrrrr

Adviiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiessssssssssssssssssss

raaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaapport

Forte:

vvvvvvvvvv

vvliegbewwwwwwwweeeeeeeeeeegggggggggggggggingen

Crescendo:

Grrrrrrrrrr

rroeiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiien

Andantino:

uuuuuuuuu

ViiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiirtueleMeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeetp

unten

Fortissimo:

aaaaa

Maaaaaa

aa

nouvrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrreerRuimmmmmmmmte

Poco allegro: Tot

aaaaaaaaa

aaleGeluidsssshoooooo

oe

oooo

veelheid

Adagio: Vliegggggtuiiii

iii

iiiii

ggggggggggggggggggggggggggLand

iiiiiiiiii

iiiiiinggggg

Finale:

sssssssssss

ssss

Ssssssssssssssssss

sssssssssssssssstationair

Da Capo

Ton Offerman

»» 20


foto: www.monic.nl »» 21


Hanneke Maarse, de vrouw achter… ‘De vrouw achter ...’, die woorden hebben nu niet direct een geëmancipeerde bijklank. Ze doen denken aan de gedienstige huisvrouw die in de schaduw van haar man leeft, de sokken stopt, de boodschappen doet en ’s avonds luistert naar de verhalen van haar man over de belangrijke zaken waarmee hij zich bezighoudt. Ze roepen bij mij het beeld op van de gesluierde vrouw die twee passen achter haar man over straat gaat. Hoe zie jij dat? Voel jij je ‘de vrouw achter...’ of ‘de vrouw van...’? Eerlijk gezegd voel ik mij vooral Hanneke Maarse. Soms is het in een relatie wel makkelijk om je achter je partner te verschuilen. Zeggen “ik sta achter je” heeft dan iets dubbels. Je laat je partner de kastanjes uit het vuur halen. Ik denk dat jij en ik dat allebei wel eens doen, maar over het algemeen heb ik het gevoel dat wij vooral naast elkaar staan en dat voelt goed. Bijna overal is tegenwoordig muziek te horen. In huiskamers en in auto’s staat vaak de radio op een muziekzender en in restaurants, winkels en in winkelstraten hoor je vaak ook muziek. Jij zet thuis vrijwel nooit de radio aan of een cd’tje op, hoe zit dat? Hou jij niet van muziek om je heen? Muziek is voor mij nooit iets op de achtergrond; ik ga er naar luisteren. Als ik een dag lesgegeven heb, ben ik een beetje uitgeluisterd. Ik heb dan vooral behoefte aan

stilte om mij heen. Bovendien beïnvloedt muziek heel sterk mijn stemming. Als ik in een winkel kom waar muziek met een snelle dreunende bas hard aanstaat, kan ik niet meer rustig rondkijken, het voelt opgejaagd en ik ben dan meestal snel weer de zaak uit. In Aalsmeer wordt muziekles aangeboden door zowel de muziekschool als door zelfstandige docenten. De muziekschool wordt geloof ik door de gemeente gesubsidieerd, maar is toch meestal duurder dan de zelfstandige docenten, die geen subsidie ontvangen. Wat vind jij daar van, vind jij het goed dat de gemeente zich bemoeit met het muziekonderwijs? Ik weet niet of de muziekschool nog steeds gesubsidieerd wordt door de gemeente, maar in het verleden was dat in elk geval wel zo. Ik vind het maar raar dat alleen aan de muziekschool subsidie gegeven werd of wordt. Ik ben al jarenlang een bevoegd docent, ben lid van de officiële beroepsorganisaties en mijn leerlingen kunnen deelnemen aan landelijk erkende examens. Bovendien werk ik goedkoper dan de muziekschool. Ik heb het idee dat de subsidie aan de muziekschool vooral de overhead daar bekostigt, of bekostigde. Aan de andere kant vind ik het wel erg belangrijk dat kinderen op school goed muziekonderwijs krijgen en de kans krijgen om een instrument te leren bespelen,

»» 22


ook als zij het thuis niet breed hebben. Dat de gemeente, of het rijk, zich bemoeien met muziekonderwijs vind ik dus wel goed. Er zou wat mij betreft zelfs wel een schepje bovenop mogen, want de algemene muzikale vorming van kinderen die ik op les krijg is vaak niet zo geweldig. Je merkt ook dat er op veel scholen weinig meer gezongen wordt. Ik ben ook geen goede zanger en ik heb ook nooit geleerd om een instrument te bespelen. Ik heb het idee dat ik amuzikaal ben. Denk je dat ik toch een instrument zou kunnen leren bespelen? Is er hoop voor amuzikale mensen? Volgens mij bestaan er geen amuzikale mensen, de ene mens heeft meer aanleg dan de ander. Ik heb in mijn lespraktijk gemerkt dat motivatie en doorzettingsvermogen belangrijke factoren zijn om verder te komen. Denk je dat ik ook nog een instrument zou kunnen leren bespelen? En wat raad je mij dan aan, piano? Nou, het zal je meer moeite kosten op jouw leeftijd dan wanneer je jong was begonnen. Kies alsjeblieft geen piano, dat hoor ik al genoeg. Bovendien ben ik bang dat ik me ermee ga bemoeien. Als ik er even over nadenk, vind ik het eigenlijk moeilijk om me jou met een instrument voor te stellen. Misschien past zingen wel het best bij je.

Verder heb je, doordat je een zelfstandige praktijk hebt, geen directe collega’s met wie je over je werk kunt praten, en ik heb dus ook geen verstand van muziek. Vind je dat niet jammer? Ik ben lid van de vereniging van pianoleraren (de EPTA) en zit in een werkgroep die pianoexamens organiseert. Dat vind ik erg leuk, vooral omdat ik daardoor in contact kom met andere pianoleraren. Je vraag suggereert dat ik met jou niet over mijn werk kan praten omdat jij er geen verstand van hebt. Dat vind ik veel te negatief. Je bent vaak een klankbord en bij de voorbereiding van leerlingenuitvoeringen werken we veel samen. Je helpt mij nu met een programma met als thema ‘the Beatles’. Dat vind ik heel leuk. Als je kijkt naar het Aalsmeerse muziekleven, zijn er dan nog dingen die je mist? Het is natuurlijk niet eerlijk om Aalsmeer te vergelijken met een grote stad zoals Amsterdam. Er gebeurt eigenlijk best veel op cultureel gebied. Wat ik een leuk initiatief vind is de Kunstroute en dat één keer per jaar of zo Aalsmeerse beeldende kunstenaars exposeren in het Oude Raadhuis. Zoiets mis ik een beetje voor de Aalsmeerse beroepsmusici. Ik zou het leuk vinden om te komen luisteren naar Aalsmeerse collega-musici. »» Robert Jan Koopman

»» 23


Kan dat wel, leven zonder musiceren? De laatste 55 jaar heb ik eigenlijk heel wat afgespeeld. Volgens overlevering kreeg ik voor m’n vijfde verjaardag al mijn allereerste muziekinstrument, een door mijn handige vader zelf ontworpen en van Meccano gemaakte stoomfluit. Een wonder van vernuft waarop ik mijn aangeboren muzikaliteit jarenlang heb kunnen botvieren. Helaas kwam de obligate wekelijkse samenzang van juf en kinderen, begeleid door de krassende viool van het schoolhoofd, mijn muzikale ambities in de loop van de lagereschooltijd niet onverdeeld ten goede. Pas omstreeks de overgang naar de middelbare school kreeg mijn muzikale carrière een nieuwe impuls. Via ‘Ome Henk’, tubaspeler van het toenmalige Aalsmeers Fanfarekorps (voorloper van ons huidige Flora) werd er een heuse (ventiel)trombone thuisbezorgd. Elke zaterdagmiddag zeulde ik het kwalitatief inferieure instrument als 11-jarig nogal ondermaats jochie achterop de fiets naar zijn huis om daar onderwezen te worden in de kunst van het muziekmaken. Nu was Henk een voor Aalsmeerse begrippen begenadigd muzikant die bijvoorbeeld de hoornconcerten van Mozart prachtig kon spelen, maar als docent aanmerkelijk minder getalenteerd. Toen ik na een tijdje, verspreid over een octaaf, hele en halve noten kon spelen vond hij het welletjes: ik kon volgens hem wel gaan meespelen bij het jeugdorkest van de vereniging; de basis voor mijn muzikale educatie was immers gelegd! Het heeft latere meer professionele leermeesters en mijzelf nog behoorlijk wat moeite gekost om allerlei ingeslopen en ingesleten verkeerde technieken (ademhaling,

embouchure, buiknoten) er weer een beetje uit te krijgen. Maar de liefde voor muziek en trombonespelen had zich kennelijk definitief in mij geworteld. Sindsdien heb ik eigenlijk nooit serieus overwogen met spelen te stoppen. Integendeel, naast mijn eerste schoolbandje, de plaatselijke fanfare en harmonieën, de koperensembles in de kerk, ons familiale huisorkest in volledige sinterklaasbezetting en een kortstondig popavontuurtje in de ‘Madeliefjes’ is vanaf de tachtiger jaren ook het grotere symfonische werk in beeld gekomen. Het is echt schitterend om als simpele amateurtrombonist met een orkest in complete bezetting de negende van Dvorak te mogen spelen in een echte concertzaal. Was muziek maken tot dan toe misschien nog een doodgewone hobby, iets waar je af en toe veel aardigheid in hebt, sindsdien is het steeds meer op een soort levensvervulling gaan lijken, waar werk, gezin, vrienden, sociale verplichtingen en andere vrijetijdsbesteding stelselmatig voor moeten wijken. Kosten noch moeite worden gespaard, er moet zowat elk decennium een nieuwe trombone komen, een supergrote auto natuurlijk om collega-muzikanten met enorme instrumentenkoffers van hot naar her te kunnen transporteren, avonden- en weekenden lang intensief gerepeteerd, dreigende ontwrichting van het huwelijk getrotseerd (Ben je alleen? Ja, Kees moest weer ’s toeteren). Vorig jaar september heb ik mijn werk in het onderwijs beëindigd; mijn gehoor is relatief onbeschadigd, mijn gebit is nog heel, ik ben net 64 geworden, wat dunkt u, wat let me? »» Kees van Oorde

»» 24


Een waterig concertje Drijvend op mijn favoriete poeltje, Ergens in de klankkast van Aalsmeer Oost, Gooi ik een akkoordje met wat watervogels, Neurie een refreintje met wat kroos. Om mij heen ontstaat een heus orkest, Qua klankervaring superieur. Met akoestiek, niet te evenaren, Bij melodie in e-mineur. GAK GAK GAK en wat schorre kelen, Vormen gans en zwaan een blaasorkest. Met gezoem als zware snaren, De kneuen doen ook hun best. Tijd voor een interruptie met lage tonen, Als een zoveelste Boeing het luchtruim splijt. Een basvolume alles overstemmend, Turbulente wervel over water glijdt. Het ritme van een zomers buitje, Dat op het vlakke meertje spat. Een solo van meerkoet met ruzie, Stampend, dansend, expressie zat. In de verte het carillon van Kramer, Dagelijks op elk uur heel. Kerkklokken van het Anker op zondag, Nemen ook in het orkest hun deel. Liefhebbers die dit Aalsmeers concert Ook graag eens willen ervaren: Ik nodig U allen uit, Een zondagje met mij mee te varen. »» Marcel Harting, dorpsdichter

»» 25


Dansen Wij waren ska, mijn vrienden en ik. Jasje, smal dasje, buttons en witte gympen. Dansen als robots, wandelen zonder vooruit te gaan. Madness, The Selecter, The Specials, The Beat en Bad Manners waren onze helden. Later kwamen daar de Nederlandse ska en reggae klanken, de Nederpop, van Doe Maar bij. En die zagen wij in het Parochiehuis, met nog enkele tientallen anderen, ver voordat de Beatles-achtige taferelen rond de band van Ernst Jansz losbraken. Aalsmeer was groot in grote namen in die tijd, soms ook voorspellend goed. Op Luilakpop en in De Oude Veiling stonden serieus goede bands en artiesten of niet veel later bleken ze serieus goede bands en artiesten te zijn geworden. Nu moet je voor een festival met popnamen de gemeentegrenzen voorbij. Al wil ik aan de Feestweek-kwaliteiten van Nick en Simon, Wolter Kroes, Frans Duijts, Jaap en De Klught natuurlijk niks afdoen. En we hebben nog altijd Gerard Joling en Bonnie St. Claire bij ons wonen. Deze zomer lag ik in een bootje voor het surfeiland om mijn zoon een stukje Summer Dance Party mee te geven. DJ’s brulden om de haverklap ‘Put your fokkin’ hands in the air’ en ‘Aalsmeer laat je horen’… Met de beste wil van de wereld kon ik maar niet bedenken waar ik mijn fokkin’ hands had gelaten en ook wist ik niet wat ik op de meest onsamenhangende klanken dan nog wel zou moeten laten horen. Die jeugd van tegenwoordig, je moet wel pillen gebruiken om daarvan te genieten was mijn ‘ouwe lullen’-conclusie. Tot Mysteryland, inderdaad over de gemeentegrenzen. Daar draaide de crème de la crème van de housebeats. Vier uur lang heeft papa zijn benen geen seconde stil kunnen houden bij DJ Tiësto. Zonder pillen, wel met een paar bacootjes. Tiësto zei niets, Tiësto riep niets, Tiësto liet de muziek het werk doen. Zijn optreden was fascinerend, inspirerend en erotiserend; het leek wel ska. En die jeugd van tegenwoordig leek net de jeugd van vroeger. Dansen, dansen, dansen… die paar gasten, van de vijfenvijftigduizend bezoekers, die ‘out’ zijn gegaan van overmatig gebruik van drank en pillen, zijn de gasten die vroeger onderuit gingen van overmatig gebruik van drank en joints. Het komt wel goed met de jeugd van tegenwoordig. In of buiten Aalsmeer... »» Peter Maarsen

»» 26


foto: www.monic.nl »» 27


Jazz: van neukmuziek tot mascara

De jazz-zangeres Norah Jones wilde niet dat haar concert werd uitgezonden. De NPS maakte tv-opnamen op het North Sea Jazz Festival 2010 en het was de bedoeling om het optreden van deze zangeres – die ook buiten jazzkringen populair schijnt te zijn – uitgebreid te laten zien. Maar Miss Jones gaf geen toestemming. Niet omdat zij door een hevige verkoudheid of een ander malheur niet bij stem was. Niet omdat haar band er een potje van maakte of dat de microfoon stuk was. Nee, zij wilde niet op de Nederlandse tv verschijnen omdat haar mascara was uitgelopen! Zo ver is het dus gekomen. ‘Have You Met Miss Jones?’ Als je dat vergelijkt met hoe de jazzmuziek (‘neukmuziek’) honderd jaar geleden begon, in de kroegen en bordelen van New Orleans, dan is er heel wat gebeurd. De trompettist Louis Armstrong (19011971), die als de eigenlijke stichter van

de jazz kan worden beschouwd, geeft daarvan een typerende beschrijving: ‘Het Brick House was een van de moeilijkste zalen waar ik ooit gespeeld heb... Mensen raakten dronken en vochten als kettingzagen. Flessen kwamen vaak over het podium gevlogen en er werd ook een hoop geschoten en gestoken. Maar op de een of andere manier deerde al die rotzooi me niet. Ik was al lang blij dat ik een plek had om op mijn hoorn te blazen.’ Daar is de Oude Veiling niets bij! Ik heb daar de fantastische zangeres Deborah J. Carter zien optreden, terwijl het publiek met de rug naar haar toe met elkaar stond te schreeuwen en ik heb de toenmalige eigenaar ooit aan een andere jazzband horen vragen of die wat zachter wilde spelen, ‘omdat de mensen elkaar niet kunnen verstaan’… Ik heb muzikanten en vocalisten gezien die zich in het zweet staan te werken, tot het spuug uit hun instrument loopt en de tranen uit hun ogen springen – handdoek

»» 28


bij de hand. Van wie de enige zorg is, het maximale uit hun instrument, stem en samenspel te halen; ze zijn ‘al lang blij om een plek’ te hebben om hun eigen muziek te maken. Dat bestaat nog steeds.

Zang Voor de huidige generatie betekent muziek voornamelijk: zang. Een muziekinstrument is er voornamelijk om zang te begeleiden. Dat is dan voornamelijk: de gitaar – soms een piano. Ik heb op de informatiezender Radio 1, tussen het gesproken woord door, nog nooit een instrumentaal muzieknummer gehoord. (Uitzondering: het programma ‘Vroege vogels’, dat op zondagmorgen klassieke muziek draait.) De saxofonist Yuri Honing heeft ooit beweerd dat instrumentale muziek op Radio 1 en 2 ‘verboden’ is. Het moet wel waar zijn. Persoonlijk hou ik er niet zo van, ‘als door de muziek heen wordt gezongen’.

Popmuziek Waarom heeft de jazz het ‘verloren’ van de popmuziek? De eerder genoemde Louis Armstrong heeft eens gezegd: ’speel nooit de tweede keer op dezelfde manier.’ Kom daar maar eens om bij het grote publiek, dat op festivals en in stadions samendromt om hun popgroep hetzelfde door hen grijsgedraaide liedje te horen zingen – maar dan met slecht geluid en voor exorbitante entreeprijzen. Mensen luisteren kennelijk het liefst naar wat ze door en door kennen. Dat is vaak de muziek die ze rond hun twintigste levensjaar hebben leren waarderen. En ze willen kunnen meezingen. Dat valt niet mee als er ‘nooit de tweede keer op dezelfde manier’ wordt gespeeld en gezongen! Een andere muzikant zei: ‘Naar jazz moet je luisteren alsof je het zelf speelt.’ Dat vereist enige kennis van de muziekinstrumenten, van hun technische mogelijkheden en van hun ontwikkeling in de jazzgeschiedenis.

»» 29


Geschiedenis De jazzgeschiedenis is de geschiedenis van de Verenigde Staten in de afgelopen eeuw. Begonnen in de ‘zwarte’ achterbuurten van New Orleans (La Nouvelle Orléans), smeltkroes van Franse (Cajun!), creoolse, Ierse en Britse cultuur, gebruik makend van vooral Duitse (fanfare)instrumenten. Sterk beïnvloed door de spirituals en de country blues van de nog maar twee generaties geleden vrijgelaten slavenbevolking in het omringende platteland. Dan vooral verder ontwikkeld, vooral in de noordelijke ‘immigratiestad’ Chicago, met zijn sterk groeiende (vlees)industrie. In de ‘roaring twenties’ begint het geld te rollen. Uitgaansgelegenheden komen als paddenstoelen uit de grond en muzikanten krijgen de gelegenheid zich individueel als solist te manifesteren. De eerste jazzplaten worden gemaakt – aanvankelijk nog om bladmuziek

te promoten, maar later van steeds meer waarde om improvisaties te verspreiden en zo de jazzcultuur te verspreiden. Na de Wall Street-crisis kunnen in de jaren dertig de bigbands ontstaan omdat een muzikant maar weinig kost. Geld komt vooral uit de zakken van de maffia die goud verdient aan de drooglegging met de illegale drankstokerijen, gokpaleizen en danslokalen. Tijdens en na de Tweede Wereldoorlog raakt de maatschappij op drift. Geniaal en nerveus is de muziek die zich vooral experimenteel ontwikkelt rond de 52nd Street in New York. In de jaren vijftig hebben de muzikanten zich steeds beter geschoold. Ze zijn navenant zelfbewuster en het verzet tegen de rassenscheiding groeit. In de praktijk is er steeds minder onderscheid tussen blanke en zwarte jazzmusici. Begin jaren zestig bereikt de

»» 30


Koude Oorlog zijn hoogtepunt (Cuba-crisis). De langspeelplaat stelt de muzikanten in staat hun gevoelens van chaos en onzekerheid te uiten, onder meer in de Free Jazz. Sinds de jaren tachtig is de mondialisering van de jazz een feit. Muzikanten gebruiken uit de jazz, de klassieke en de wereldmuziek wat in hun kraam te pas komt: een situatie die voortduurt tot op de huidige dag.

Avontuur Jazz lijkt voor de oppervlakkige, nietsvermoedende luisteraar dus niet gemakkelijk. Maar met enig geduld en enige aandacht, door je erin te verdiepen, is er letterlijk een wereld te winnen. Hij bestaat nog steeds, de muziek die ‘nooit een tweede keer op dezelfde manier’ wordt gespeeld. Tijdens elk concert bestaat een spanning hoe het zich allemaal zal afwikkelen.

Je ziet het samenspel hechter worden, de muzikanten die steeds geconcentreerder worden, steeds meer durven en die elkaar opzwepen tot muzikale hoogten die ze zelf voor onmogelijk hadden gehouden. Een jazzconcert is een stuk jazzgeschiedenis op zich. Maandelijks is er zo’n concert in Cultureel Café Bacchus aan de Gerberastraat. Het gaat er heel anders aan toe dan in het Brick House in New Orleans. Want steeds weer klinkt er muziek die je je leven niet hebt gehoord – en zoals je die je leven lang geen tweede keer zal horen. Dat avontuur (‘luisteren alsof je het zelf speelt’) is steeds weer een unieke belevenis. Verwacht geen Norah Jones in Bacchus. Misschien is het juist een goede typering van jazzmuziek: uitgelopen mascara. »» Pierre Tuning

»» 31


Hemelpop 1972 Boerenvreugd, het bij oudere jongeren bekende jeugdcentrum, waar ondergetekende destijds in dienst was. De programmering binnen het centrum verliep via werkgroepen. Uiteraard was er ook een werkgroep muziek, waar afspraken werden gemaakt met de popgroepen die in Boerenvreugd optraden. Omdat ik de contracten regelde met de bands had ik regelmatig overleg met verschillende managers. In die periode werden overal in land popfestivals georganiseerd, Aalsmeer kon op dat punt niet achterblijven. Als tegenhanger voor Pinkpop werd gekozen voor de naam Hemelpop. Met in het achterhoofd dat Hemelpop een jaarlijks terugkerend festival zou kunnen worden, werd de eerste Hemelpop op Hemelvaartsdag 11 mei 1972 georganiseerd. Maar eerst naar burgemeester Brouwer, met de vraag of er voor een muziekfeestje buiten de boerderij een vergunning nodig was. Als het een bescheiden feestje zou zijn, leek hem dat niet nodig. Wij waren van mening dat het festival bescheiden van opzet was, een vergunning leek ons dan ook niet nodig. Later kwam er natuurlijk toch gedonder, want de burgemeester had gelezen dat ‘Release’ was uitgenodigd, een organisatie die zich bezighield met de opvang van mensen als er iets misging met het gebruik van verdovende middelen. De burgemeester liet weten dat hij voornemens was het festival daarom alsnog te verbieden. Wij betoogden, in een reactie in een plaatselijke krant, dat we ook de EHBO hadden uitgenodigd. Niet om ongelukken te stimuleren, maar

voor het geval er iets mis mocht gaan. Alsnog mocht het festival doorgaan.

Gratis toegankelijk Er werd voor gekozen om het festival gratis toegankelijk te maken, niet uit idealisme maar uit puur praktische overwegingen. Zo zouden de bezoekers meer geld overhouden om op het terrein uit te geven en het scheelde hekken, kaartjescontrole en bewaking. Een gratis festival had louter voordelen voor de organisatie. De leverancier van dranken aan Boerenvreugd was bereid tot een redelijke korting en de plaatselijke bakker leverde tegen kostprijs. Om bekendheid aan het festival te geven werd een schitterend affiche gemaakt, naar een ontwerp van Hans den Hollander. Die poster werd in één nacht door verschillende plakgroepen door heel Nederland opgehangen. Vanuit telefooncellen was er regelmatig contact met Boerenvreugd, zo had men daar overzicht welke groep waar aan het werk was. In mijn herinnering is er tijdens deze plaknacht, waarbij toch heel wat mensen betrokken waren, niemand door de politie opgepakt. Wel schijnt er een plakker (Gerrit?) halfnaakt door Staphorst te hebben gelopen.

Drieduizend bezoekers De dagen voor 11 mei werd het podium opgebouwd. Dit was pas in de vroege ochtend van Hemelvaartsdag klaar en na een nachtrust van 2 uur was het merendeel van de bouwers weer op het terrein om de kramen te bemannen. Het podium was zo opgebouwd dat er een groep kon »» 32


optreden en dat de groep die daarna kwam, de gelegenheid had om hun spullen op het podium te zetten. Zo konden we zonder tijdverlies van groep naar groep. Al om 10 uur ’s ochtends was het terrein vol, er waren toen ruim drieduizend bezoekers. Het festival verliep gesmeerd. Ik heb van het festival zelf maar weinig kunnen genieten, ik heb het de hele dag druk gehad met de bevoorrading van de kramen en het afromen van de kassa’s. Hoofdattractie van Hemelpop was de Amerikaanse band Djingo. Zij zouden als slotact optreden, maar natuurlijk liep de programmering toch enigszins uit, toen Djingo kon beginnen was het al donker. Er werd dan ook besloten dat zij in Boerenvreugd zouden optreden. Om 22.30 uur kwam de hoofdinspecteur van politie ons centrum binnen en stelde hoogstpersoonlijk de geluidsinstallatie buiten werking. Het was wel mooi geweest, vond hij.

Positief saldo De opbrengst van de verschillende verkoopactiviteiten was voldoende om de leveranciers, het drukwerk en de popgroepen te betalen. Uiteindelijk was er zelfs een positief saldo van ongeveer 100 gulden. Maar – en dat was het belangrijkste – voor veel mensen was het een leuke dag geweest. Voor mij was het in ieder geval een bijzondere ervaring en de bevestiging dat je, als je met een ploeg gemotiveerde mensen bent, heel veel voor elkaar kunt krijgen. »» Dick Meijer

»» 33


Leven van Leen Mulder draa In het leven van Leen Mulder draait alles om muziek, zowel zakelijk als privé. In het dagelijks leven runt hij de muziekwinkel in de Schoolstraat en privé speelt hij in de Rietveldband viool, mandoline en mondharmonica. En als ergens in de buurt een bandje speelt, kan de klok er op gelijk gezet worden dat Leen Mulder in de zaal is. Zijn eerste baan was die van muzikant bij de Hobo String Band. Door zijn technische opleiding was Leen bij de band ook dé man van het geluid. Later heeft hij zelfs van geluidstechniek zijn werk gemaakt door een pa-bedrijf te beginnen. Door het hele land en aan heel veel bands verhuurde hij zijn geluidsapparatuur en nam hij zelf achter de mengtafel in de zaal plaats als geluidsman.

Pistool op hoofd Een periode waar hij met heel veel plezier op terugkijkt. “We hebben ook zo veel beleefd en meegemaakt,” barst hij los. “Ook vervelende en best enge dingen, zoals een keer een pistool op mijn hoofd omdat een dame een ‘hells angel’ uitschold en hij dacht dat ik haar vriend was. En vechtpartijen in de zaal. Ik hield ook altijd het deksel van de mengtafel in mijn buurt en daar heb ik diverse malen profijt van gehad.” Echter, de leuke dingen overtreffen de nare ervaringen. Herinneringen komen bovendrijven en leveren een keur aan bandnamen en verhalen op. Zo heeft Leen met zijn bedrijf Stage Music Service het geluid gedaan voor Los Lobos en de Miami Sound Machine van Gloria Estefan. “Ze waren toen nog niet zo beroemd als nu, maar toch.” Ook voor BZN, Arie Ribbens, Anita Meijer, Lee Towers – hij

vond het leuk een naamgenoot tegen te komen –, Grand and Forsyth, en vele anderen heeft Leen achter de mengtafel gestaan.

Eerste geluidsklus Zijn allereerste geluidsklus was in het Patronaat in Haarlem. “Matje, de tourmanager van bandboekingskantoor Europop, vroeg of ik het geluid wilde doen. Het was het begin van een lange samenwerking. Via Europop kreeg ik tours van met name Engelse en Amerikaanse bands. En niet alleen in Nederland, ook in België, onder andere met Queen Ida. Wat hebben we toen gelachen. De violist ging alle soorten Belgisch bier uitproberen, hij was aan het einde van de avond ladderzat. Hij had zich opgesloten in de kamer van Queen Ida, de bruidssuite nog wel, en was op het balkon gaan liggen. Een gordijn gebruikte hij als deken. Er stonden de volgende dag heel veel mensen voor het hotel omhoog te kijken.” Hij gaat vlot verder: “We hebben ook heel vaak het geluid gedaan voor reggae bandjes. Geweldige mensen, lekker relaxt. Steevast ging het jointje rond. We gaven het snel door. Ik hield het gewoon bij een sigaartje.”

Hans en Candy Dulfer Ook had Leen enkele jongerencentra in Nederland waarvoor hij altijd het geluid deed. Onder meer in De Gigant in Apeldoorn. “We moesten een keer het geluid doen voor saxofonist Hans Dulfer en zijn band. Ik vroeg of hij wilde soundchecken. Zegt ie: Mijn sound is al gecheckt, check maar je eigen sound.” In De Gigant maakte zijn dochter Candy haar debuut. De inmiddels wereldberoemde saxofoniste maakte als jeugdige haar opwachting voor de microfoons van Stage Music Service. Leen: “Ze werd begeleid door haar moeder. Haar moeder kwam het hele optreden naast me staan en als Candy ging spelen moest het »» 34


aait om muziek

geluid harder of er moest meer galm op. Ze was altijd erg veeleisend.” Stage Music Service is ook vele jaren vast geluidsbedrijf geweest voor onder meer Claw Boys Claw en Flavium.

Altijd zelf blijven spelen Naast het geluid verzorgen voor anderen, is Leen ook altijd blijven spelen. Sommige jaren wat minder actief, maar andere jaren, zeg maar, dubbel zoveel. Tijdens de tour van Queen Ida bijvoorbeeld werd de geluidsman door haar steevast voor een nummer naar het podium geroepen. “Our soundengineer plays also the violin. A big hand voor Lane.” Een jaar heeft Leen getourd met Circus Custers van Jozef Custers en Herman Erbé. “Ik speelde viool en deed in de zaal een soort duel met gitarist Ben Brouwers. Heel leuk om te doen. Wat een tijd was dat trouwens. Met de huidige directeur van Sony op toetsen, Daan Banaan noemde we hem, hij ruziede altijd met de zangeres. Zij woonde in Amsterdam en zei na een woordenwisseling

een keer tegen hem: ‘Ik laat je wel een keer Amsterdam zien, de grachten.’ En als we gingen chinezen moest je niet in de buurt van Herman gaan zitten. Hij pikte van ieders bord wel wat eten. Geweldige en leuke tijd.” Voor zijn apparatuur huurde Leen een deel van de huidige ruimte in de Schoolstraat 7. Toen de winkel in tweedehands spulletjes ‘de Grabbelton’ stopte, werd hem ook hun ruimte te huur aangeboden. Dat was het begin van de muziekwinkel, alweer 17 jaar geleden. Op een gegeven moment waren het pa-bedrijf en de winkel nagenoeg niet meer te combineren. Gekozen werd uiteindelijk voor de winkel. “Maar ik verhuur nog steeds apparatuur en m’n herinneringen aan het reizen door Nederland met de vrachtwagen en alle belevenissen met bands neemt niemand mij meer af.” »» Jacqueline Kristelijn

»» 35


Eton Crop: het moest vooral leuk blijven Hoe een Kudelstaarter (Elo-rating 1869) zonder enige muzikaliteit in zijn botten en nog minder ritme, het schopte tot de indie-poppodia van Europa en er even gemakkelijk weer afstapte...

de eerste keer dat ik the Undertones hoorde met ‘Teenage Kicks’, nu nog mijn all time favoriete plaat. Gelukkig waren we in goed gezelschap, want ook Peel vond dit de beste plaat ooit gemaakt, getuige zijn grafsteen: ‘Teenage dreams so hard to beat’. Dat wilden we ook!

Toen NieuwNAT mij vroeg in hun Aalsmeer & Muziek-themanummer een toelichting te geven op hoe het in hemelsnaam mogelijk was dat een Kudelstaarter serieus genomen kon worden in de indie-popmuziek van begin jaren 80, was dat een kans voor open doel: dat was inderdaad niet mogelijk! In die tijd werd namelijk niets serieus genomen, dat was voorbehouden aan bands als Yes, Led Zeppelin, Genesis en al wat zich nog meer verloor in minutenlange solo’s en saaiheid. Zij namen zichzelf al serieus genoeg.

Met een oude lampenstandaard als microfoonstandaard achterop de fiets ging deze zanger naar de repetities, die hoofdzakelijk bestonden uit het doornemen van de nieuwe nummers van de Engelse punkbandjes, een uurtje rammen en daarna bier drinken (Bavaria, want weinig geld). Omdat sommige bandleden in het bestuur van het Uithoornse jongerencentrum Shiva zaten, werd daar, tegen de zin van een deel van het publiek (“Nee, niet zij weer...”), voldoende ervaring opgedaan om het eens verderop te gaan proberen.

Deze Kudelstaarter heeft zich echter wel enorm vermaakt de jaren dat hij met zijn maten in Eton Crop speelde. We toerden half Europa door, dronken aanzienlijk meer dan goed voor een mens is, maakten ondertussen ook een handvol elpees en Peelsessions voor de Britse radiozender BBC, hadden veel minder seks dan ons beloofd was, maar serieus genomen zijn we nooit. Daarnaast hebben we gelukkig onszelf ook nooit serieus genomen.

Naar BBC luisteren Als middelbare scholieren begonnen we rond de jaren 1977-78 regelmatig naar de BBC te luisteren waar John Peel elke avond door de week van 22.00 tot 24.00 uur de nieuwe muziek draaide. Ik herinner me tot op de dag van vandaag

Ondertussen was ik doorgeschoven van zang naar orgel, maar ook dat was niet zo’n succes. In de studio werden de orgelpartijen steevast door de gitarist gespeeld, want studiotijd was duur en ik ritme-onvast. Ons motto was echter dat iedereen bleef staan; als namelijk de slechtste zou worden gewipt, werd iemand anders de slechtste en dat schoot niet op. Live bleef ik spelen, maar mijn voornaamste bijdrage bleef het schrijven van teksten.

John Peel’s Roadshow Onze liedjes hadden toch een zekere originaliteit en werden dan ook regelmatig gedraaid op de BBC in John Peel’s Roadshow, waarop een uitnodiging volgde om in de BBC-studio’s een Peelsession op te nemen. Hiervoor ontvingen we 200 pond de man, dus het was

»» 36


en zaak met de maximaal toegestane 8 man te komen opdraven. Dat werd geregeld door wat studenten op te trommelen en ze voor 3 tientjes een refreintje mee te laten blèren, wat helaas in de mix sneuvelde. En 8 x 200 – 30 is toch een hoop pints meer dan 5 x 200. Het was sappelen en het bleef sappelen. Ondanks het feit dat we behoorlijk wat gedraaid werden in Engeland en daar het overgrote deel van onze platen verkochten, sloeg het in Nederland niet echt aan. Een enkel optreden voor de radio – VPRO en KRO liepen voorop in die dagen – dat was het wel zo’n beetje. Optreden deden we echter wel aan de lopende band en eerlijkheidshalve moet ik toegeven dat ik daar een beetje op afknapte.

Hoop gedoe Waar een echte muziekliefhebber er zijn hele ziel en zaligheid in gelegd zou hebben, optreden voor een (half)volle zaal, zag ik het meer als een hele hoop gedoe: vrijdagmiddag met de bus naar Amsterdam, uren in een busje, uren wachten voor een uurtje spelen, weer de bus in en de dag erna hetzelfde. Pas zondagavond reed ik weer door de Fortbocht en dat alles voor twee uurtjes spelen in Kut-op-Krabbedijke. Dat moet toch het verschil zijn tussen iemand die leeft voor de muziek en iemand die er toevallig in gerold is. Wat mij betreft moest het vooral leuk blijven. Wat heel leuk bleef, waren de toerneetjes door het buitenland, vele keren naar good old Britain, kraakpanden in Berlijn en playbacken in Hongarije voor 5000 man. Met name Polen was een ervaring op zich. We hebben daar een keer of tien

gespeeld toen Polen nog echt Oostblok was, met alle vreemde gewoontes van dien.

Geld opmaken Onze Poolse begeleider zorgde erg goed voor ons en voor zichzelf en bestelde onmiddellijk bij aankomst in elke gelegenheid zo’n 100 bier, want “over een kwartier kan het op zijn”. Vervolgens bestelde hij er 500, want zijn vrienden en vriendinnen in de zaal hadden ook dorst. Gelukkig was alles in zlotys, dus het geld kon letterlijk niet op. We moesten het geld echter wel proberen op te krijgen, want exporteren was er niet bij. Dus werd de terugreis aanvaard met enkele tientallen encyclopedieën, keukenventilatoren en allerlei handige Poolse zaken waarvan we dachten dat die in Nederland grif aftrek zouden vinden. Op die manier zouden we onszelf sponsoren. Je begrijpt het al, er moest altijd geld bij... het boeide niemand! Rond 1986 was voor mij de gein eraf: ik stortte me volledig op Kudelstaarts trots ‘’t Kalende Pionnetje’, een mens moet prioriteiten stellen. Mijn Eton Crop-maten bleven doorspelen en hebben later als EC Groove Society zelfs in Nederland nog enig succes geboekt, we moeten er nog om lachen. Ik beveel in navolging van het door ons in die tijd gehanteerde do-it-yourself-principe de lezer van harte aan een deel van onze liedjes te downloaden. Het kost niks en er zitten echt enkele leuke deuntjes bij. »» Peter Verschueren

Muziek van Eton Crop, gratis en voor niks» Peelsessies met Eton Crop » Biografie van de band » »» 37


Zangzaad in Aalsmeer Bindingkoor Aalsmeer is vele koren rijk, dus vind er maar eens een! Dan wordt het shoppen op muziekgebied. Concerten afgaan, welk repertoire, hoe klinkt het en op welke avond wordt er geoefend. Zo heb ik ongeveer vijftien jaar geleden gekozen voor het Bindingkoor. Toen Con Amore de Korendag in Aalsmeer mocht organiseren, deed het Bindingkoor daar ook aan mee. Het werd toen nog buiten gehouden en na afloop ben ik op het bankje aangeschoven waar ene Piet Hein en Maria samen wat zaten te zingen. Een derde stem erbij is dan door mij zo gemaakt. “Goh, Davanti zou wat voor jou zijn,” zei Piet Hein toen…

En Davanti En inmiddels zing ik alweer zeven jaar bij Davanti (én in het Bindingkoor, want ik ben slecht in keuzes maken). Sinds 5 juni mogen we ons het beste vrouwenkoor klassiek van Nederland 2010 noemen, en we zullen op 27 november meedoen voor de finale voor het beste koor van Nederland 2010.

En het Balkan Ensemble Twee jaar geleden was het Balkan Ensemble (voorheen Orkest) Amstelland op zoek naar een zangeres. Via mijn buurvrouw bij Davanti: “Goh, dat is echt wat voor Marjan”… werd ik gevraagd en goed bevonden. Na de repetitie van het Bindingkoor ga ik een halve kilometer verderop nog een half

uurtje zingen. Vooral de optredens voor de bejaarden zijn dankbaar werk en mooi om te mogen doen. Ik kan alleen nog niet aan de term zangeres wennen. Gelukkig zingt Lineke vaak een tweede stem mee.

En dan nog: Duo Coma Cor Filius ken ik uit de trekheesterwereld en hij zingt graag Iers net als ik, dus die combinatie was gauw gemaakt. Hij zingt ook al bij twee koren. Sinds de Akoestische Avond 2009 in Bacchus bleek ons eenmalige optreden een jaar later niet zo eenmalig te zijn geweest. We hebben al een paar keer samen opgetreden met ons repertoire van drie nummers. Onlangs hebben we het met een vierde lied uitgebreid en het vijfde is in de maak. Toen we werden gevraagd voor het Buurtslootconcert hebben we nog gauw een naam moeten zoeken: Duo Coma. Cor had nog een eigen tekst gemaakt op Fiddler’s Green: de Jeneverslootsong, maar het Comazuipen willen wij op deze manier niet promoten… Zo komt dus van het een het ander en juist in een dorp als Aalsmeer, waar iedereen bijna iedereen kent, zijn de lijnen kort en direct en dit geeft mij een gevoel van verbondenheid met de mensen die ons dorp tot meer dan een plaats om te werken en te slapen maken. Muziek geeft rust, ontspanning en raakt mensen in hun hart, hetgeen mij persoonlijk erg aanspreekt. »» Marjan van Houwelingen

»» 38


foto: www.monic.nl »» 39


De Hint wil stimulerende en inspirerende voortrekker zijn

‘MET MUZIEK WORDT ALLES BETER’

“Hoe kun je kinderen stimuleren om muziek te maken? Een moeder vertelde me op een keer hoe ze dat met haar zoon van acht deed. ‘Pak je gitaar ’s en ga lekker beneden zitten spelen. Dat vind ik leuk als ik aan het strijken ben,’ zei ze. Zo had ze meer trucjes om haar kind te laten spelen, vanuit het gevoel dat het zijn moeder of vader een plezier doet.” Dat zegt gitaarleraar Nan Metselaar van Kunstencentrum De Hint. Ouders hebben trouwens een goedgevulde trukendoos nodig, want muziek maken is niet niks. Het is niet alleen allemachtig leuk, het is ook verdraaid pittig. “Het is een proces. Je moet het eindeloos doen. Op een gegeven moment wordt het een manier van leven. Muziek hoort er dan bij.” De meeste muziekleerlingen vinden toonladders droge kost, weet Metselaar. Hij spreekt uit ervaring, want in 1979 begon hij in Aalsmeer met gitaarles op de toenmalige muziekschool. Toonladders spelen moet je van meet af aan omtoveren tot muziek maken.

Hij doceert: “Je moet leerlingen iets leren wat ze meteen kunnen gebruiken. Toonladders zijn maar een sjabloon, het is de fundering van het huis. Je ziet ze niet meer als het huis af is. Je moet op een speelse manier muziek voor je leerlingen interessant maken. Je houdt ze vast als je inspirerend voor ze bent.”

Kunst van het stimuleren De “kunst van het stimuleren” noemt hij zelf deze basiseigenschap van de goede muziekleraar. Je moet het maar kunnen! “Een collega van me, saxofoondocent Leon van Mil, zegt het zo: ‘Leerlingen begeleid je om ze uit hun dips te halen.’ Iedereen krijgt dips en dan heb je iemand nodig die je begrijpt, je er overheen helpt en zegt: maak je geen zorgen, alles komt goed. Zelf probeer ik voor kinderen een soort grote broer te zijn, aan wie ze van alles kwijt kunnen.” In Aalsmeer volgen jaarlijks 200 tot 250 mensen muziekcursussen bij De Hint. Het gros zit op de basisschool of middelbare school. De jongsten zijn 8, 9 jaar, maar er zijn ook ‘oudjes’. Zo kreeg Leon van Mil een man van over de zestig op saxofoonles die nog nooit een instrument had aangeraakt.

»» 40


Hij kreeg een tienstrippenkaart van zijn vrouw cadeau en daarvoor moest hij maar eens saxofoon gaan spelen. Metselaar: “Hij is in een andere wereld terechtgekomen. Het is een fanatiekeling, die nu alweer bijna tien jaar saxofoon speelt.” Een instrument leren bespelen, zangles, les in je eentje, met zijn tweeën, in groepjes, het kan bij De Hint. Muziek is er in vele soorten en maten. Gitaar is, zoals overal, het populairst. Saxofoon, panfluit, piano, keyboard, drums, er is animo voor. Zangleerlingen zijn nog op de vingers van één hand te tellen, koper is wat ingezakt. “Als iemand graag klavecimbelles wil, krijgt hij klavecimbelles. Plus een goede klavecimbeldocent,” belooft Saskia Bruines, sinds de zomer van 2009 directeur van De Hint. Behalve muziek heeft het kunstencentrum dans en theater in zijn pakket. Het opereert niet alleen in Aalsmeer (in de voormalige Columbiaschool aan de 1ste J.C. Mensinglaan), maar ook in Uithoorn en de Ronde Venen. De Hint draait op gemeentesubsidie (grotendeels huisvestingssubsidie) en lesinkomsten (die het docentensalaris bijna dekken) en voor speciale

projecten doet het een beroep op sponsors en fondsen. “Kunst is belangrijk,” stelt Bruines vast. “Voor je persoonlijke ontwikkeling, voor de gemeenschapszin, maar ook voor het voorzieningenaanbod in de gemeente.”

Enorm palet aan muziekactiviteiten De Hint heeft geen monopolie op muziekles in Aalsmeer. Er zijn de nodige particuliere docenten die privéles geven, terwijl ook in de nabije regio het muziekaanbod divers is. Voor wie muzikaal wat wil en kan, valt er ook buiten de lessen om veel te beleven. “Het palet aan muzikale activiteiten in de gemeente is enorm, er zijn veel koren, veel bandjes, je hebt de traditionele harmonieorkesten en fanfares. Maar denk bijvoorbeeld ook aan Sursum Corda en Flora met hun opleidingsorkesten voor jongeren,” zegt Bruines. Veel activiteiten, veel deelnemers, maar er is een keerzijde, vindt ze. Het hangt een beetje als los zand aan elkaar. “Er zou veel meer samenhang en ‘weten van elkaar’ moeten zijn. Wij hebben de expertise en kundigheid in huis. Er is méér mogelijk! Op scholen kan méér aan muziekonderwijs gedaan worden. Met elkaar kun je kijken hoe je kinderen muzikaal kunt laten opgroeien.

»» 41


We moeten niet in de concurrentiehouding schieten, maar waar mogelijk samen nieuwe jeugd enthousiast maken voor muziek.”

Steeds alert zijn Intussen gaat De Hint vrolijk met de snel veranderende tijden mee. “Als muziekaanbieder moet je in elk geval steeds alert zijn wat je doet,” zegt de directeur. Metselaar komt met een voorbeeld: “Leerlingen kijken uren per dag naar muziekfilmpjes op YouTube. Dan zien ze die band of die gitarist en zeggen ze: dat wil ik ook. Dat faciliteren wij!” Niet dat dat betekent dat je alleen maar braaf doet wat de klant ‘leuk’ vindt. Veel lol is prima, maar wat diepgang op zijn tijd mag volgens Bruines ook. Graag zelfs. “Vaak kun je het ook iets anders inkleden, dan komen ze wel.” Zo organiseert De Hint jaarlijks een muziekfeest waar het de groepen 4 en 5 van de basischolen uitnodigt mee te doen aan gevarieerde workshops. “De reacties van kinderen, ouders en docenten zijn altijd enthousiast.” Aan de weg timmeren doet De Hint ook door met ensembles aan de Kunstroute mee te

doen en op de winkeliersverenigingsdag in Kudelstaart demonstraties te geven. Of zulke acties nieuwe klanten opleveren? “Het is moeilijk te zeggen of ze rechtstreeks daardoor komen. Maar belangrijker is dat men weet wie we zijn en wat we doen. Dat kán beter. Ik zit hier nu een jaar en wil daaraan werken. Maar goede marketing en promotie kosten ook geld,” antwoordt Bruines. “We stellen onszelf ten doel om een kwalitatief goed product te leveren dat de actieve en passieve kunstbeleving stimuleert,” gaat ze door. “We zijn ervoor om mensen op inspirerende wijze muziek, dans en theater te leren.” Dat is de kern, beaamt de gitaardocent: “Puur léren.” Bruines: “We zijn een opleidingsinstituut. De meerwaarde die we als school hebben, is dat we een breed scala aan cursussen en activiteiten hebben, die we ook in Aalsmeer verder willen ontwikkelen, én goede docenten.” Dit net begonnen cursusjaar wil de directeur ook met nieuwe initiatieven laten zien dat De

»» 42


Hint een prachtclub is om je bij aan te sluiten en om bij te horen. Het kunstencentrum introduceert proeflessen om mensen te kunnen laten uitproberen of muziekles wat voor ze is. “In plaats van direct voor een jaar te moeten inschrijven kan je nu ook vier lessen nemen en daarna definitief beslissen of je doorgaat. Dat kan, als dat roostertechnisch lukt, op elk moment in het jaar.” Daarnaast is een musicalklas in ontwikkeling. Daar is vraag naar, merkt ze. “Eerst krijgen leerlingen les in zang, toneel en dans en vervolgens werken ze aan een musical. We hopen in januari te kunnen starten.” Verder zijn er ideeën voor de doelgroep ouderen. Nog relatief nieuw is de cursus leren componeren. Bovendien wil ze ouders nauwer bij De Hint gaan betrekken. Dat vindt Bruines “belangrijk”. Ze hoopt binnenkort een maandelijkse digitale nieuwsbrief te laten uitgaan. Verder zinspeelt ze erop nog dit najaar een avond te beleggen waarop docenten, ouders en andere geïnteresseerden van gedachten kunnen

wisselen over hoe je je kind het best kunt begeleiden en stimuleren bij de muziekles. “Als je een instrument goed wilt leren bespelen, gaat dat niet vanzelf,” zegt de directeur. “Sommige leerlingen vinden het heerlijk om te oefenen, andere moeten echt aan het studeren worden gezet. Ouders zijn daarbij belangrijk. Je merkt dat het voor sommige van hen best moeilijk is.” Dat komt mede, verzucht ze welhaast, doordat er tegenwoordig ook zóveel voor kinderen te doen is. Muziek is slechts één van de speeltjes. Wat Bruines en Metselaar betreft mag muziek direct in de lespakket op de basisschool. Het leren van de kneepjes van het vak – zingen, een instrument bespelen – zal echter altijd iets voor buiten schooltijd blijven. Graag véél muziek, willen ze maar zeggen. De gitaardocent: “ Muziek bevordert je concentratie, je motorische ontwikkeling en het stimuleert je linker- en rechterhersenhelft. Met muziek wordt alles beter.” »» Han Carpay

»» 43


En bref: Philip Glass r i w l r i w l r i w l r i w l r i w l r i w l r i w l r i w l r i w l - t s - r i w l r i w l r i w l r i w l - t s - t s……. . e t - e t - e t - e t - e t - e t - e t - e t - e t - e t - e t s - e t s - e t s - e t s - t s - t s - t s - t s - s - s - s - s -…… s - s - s - s - s - s - s — s - s - s - s - s - s - s - s - s - - - - - - - s - s - s - s - s - s - s - s s - s s - s s -……… ra-ra-ra-ra-ra-ra-ra-ra-ra-ra-ra-ra-ra-ra-ra-ra - r a - a - a - a - a - a -…. . e r a - e r a - e r a - e r a - e r a - e r a - e r a - e r a - e r - e r - e r - e r - e r - r - r - r - r - r - r - r -……. . w i r l w i r l w i r l w i r l w i r l w i r l w i r l w i r l w i r l w i r l w i r l w i r l w i r l w i r l - i r l - i r l - l - l -…… . . e t - e t - e t - e t - e t - e t - e t - e t - e t - e t - c e - c e - c e - c e - c e - c e - c e - e - e - e - e -……… t e - t e - t e - t e - t e - t e - t e - t e - t e - t e - t e - t e - t e - t e - t e - t e - t e - t e - t e t e - t e t e -……. w ir l w ir l w ir l w ir l w ir lwir lwir lwir lwir lwir lwir lwir l w ir l w ir l w ir l - ir l - ir l….. a re t - a re t - a re t - a re t - a re t - a re t - a re t - a re t - a re t e - a re t e - a re t e -……… e c t e - e c t e - e c t e - e c t e - e c t e - e c t e - e c t e - e c t e - e c t e - e c t e - e c t e -……. e t - e t - e t - e t - e t - e t - e t s - e t s - e t s - e t s - e t s - e t se - e t se - e t se - e t se -…… worlworlworlworlworlworlworlworlworlworl-ts-ts-t-s-ts-ts-t t e r a - t e r a - t e r a - t e r a - t e r a - t e r a - t e r a - t e r a - t e r a - t e r a - t e r a - r a - r a -……. . c e t- c e t- c e t- c e t- c e t- c e t- c e t - ce t - ce t - ce t - t e - t e - t e - t - t - t - t - t - t -….. t e r- t e r- t e r-t e r-t e r-t e r-t e r-t e r-t e r - t e r - t e r - t e r - t e r - t e r a - t e r a - t e r a -…… e t - e t - e t - e t - e t - e t - c e t - c e t - c e t - c e t - c e t - e r a - e r a - e r a - r a - r a - a - a - a ……… »» Kees Tas sr, Saux 31-08-2007

Dit is het eerste nummer van NieuwNat zonder brief aan Amélie. Kees Tas is op 11 juni in zijn woonplaats Saux overleden. In Aalsmeer zat Kees in allerlei besturen en standsorganisaties, al heb ik van dat laatste geen idee wat het zou kunnen zijn. Kees en ik kwamen elkaar tegen in KCA. Hij speelde een belangrijke rol in het totstandkomen van de voorstellingen van “De Berg” in de kassen van Joop en Ria van Leeuwen. Op een van die avonden was het bar slecht weer. Ik herinner mij hoe Kees, gehuld in regenpak, de auto’s naar hun parkeerplekken dirigeerde. Dat was Kees, wars van poeha, altijd bereid dat te doen wat nodig was. Toen we Kees benaderden om mee te werken aan NieuwNat heeft hij ook niet lang geaarzeld. Hij vond het een leuk initiatief en wilde best voor ieder nummer een brief schrijven. We moesten maar kijken, als het niet goed genoeg was, dan hoorde hij het wel. Minder bekend is dat Kees ook dichter was. Zijn bekendheid als dichter zal met het plaatsen van dit gedicht in NieuwNat niet heel veel groter worden. Het is geen gedicht om uit je hoofd te leren, of om uit te citeren (“Tussen droom en daad”). Ga er maar voor zitten. Zoek maar naar muziek van Philip Glass. Lees het hardop. Doe je best. »» Erik van Itterzon

»» 44


21 December 2010:

MARKANTE AALSMEERDERS

Onze sponsors:

Hanneke Maarse Pianodocente

»» 45


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.