


Zijne Majesteit Koning WillemAlexander en Hare Majesteit
Koningin Máxima. Foto: door Anton Corbijn, RVD
His Majesty King Willem-Alexander and Her Majesty Queen Máxima.
Uitgever
Publisher
Jetvertising i.s.m. De HandelsCourant E info@handelscourant.com
Redactie
Editorial office
De HandelsCourant
Vertaling
Translation Transferendi
Opmaak Design
Wim Rossen
Drukwerk Press-work
Damen Drukkers
Verschijning
Issued
PAPERBACKEDITIE 2025
Geraadpleegde bronnen
Consulted sources afd. communicatie Koninklijk Huis, Centraal Bureau voor de Statistiek, Centraal Plan Bureau, Dienst Koninklijk Huis, Canon van Nederland, Nationaal Archief, Hoge Raad van Adel, Erfgoedhuis ZuidHolland, Brabantserfgoed, Met Koninklijke Allure 20.
Copyright De HandelsCourant b.v. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder uitdrukkelijke voorafgaande schriftelijke toestemming van De HandelsCourant.
Ondanks de zorg en aandacht die de redactie aan de samenstelling van dit boek heeft besteed, kan het voorkomen dat de informatie die in dit boek wordt gepubliceerd, onvolledig en/of onjuist is. Er kunnen geen rechten worden ontleend aan de informatie in dit boek.
Copyright
De HandelsCourant bv. Nothing from this publication may be reproduced, stored in an automated database and /or made public, in any form or in any way, be it electronic, mechanical, by photocopying, recording or any other way, without express prior written permission from De HandelsCourant. Despite the care and attention that the editors have devoted to the compilation of this book, the information published in this book may be incomplete and /or incorrect. No rights can be derived from the information in this book.
Speciale editie:
Hofleveranciers in de Lage Landen
Special edition: Purveyors to the Royal Household in the Netherlands
Zijne Majesteit Koning Willem- Alexander heeft het prerogatief ondernemingen en beroepsorganisaties te onderscheiden. Dit symboliseert het respect, het vertrouwen en de waardering van de Koning voor deze organisaties. Los van enige zakelijke relatie met betreffende organisaties.
De Koning kan het Recht tot het voeren van het Koninklijk wapen met de toevoeging ‘Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier’ toekennen aan ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf.
De richtlijnen en bepalingen op grond waarvan Zijne Majesteit kan besluiten om het predicaat te verlenen, zijn bijzonder stringent. We hebben het hier dan ook over een uiterst exclusieve groep gerechtigden, beperkt in aantal, maar groots in prestaties.
In dit boek wordt de ontwikkeling van het predicaat Hofleverancier uitgebreid beschreven. We belichten de rol van de leden van het Koninklijk Huis ten aanzien van ons bedrijfsleven. Gecompleteerd door presentaties van predicaat houders, welke verschillende belangen van onze economie vertegenwoordigen. Familietrots, doorzettingsvermogen, aanpassing aan zich wijzigende omstandigheden, innovatie en duurzaamheid vormen de ingrediënten die eraan hebben bijgedragen dat betreffende organisaties het predicaat mogen voeren.
Onze dank gaat uit naar de vele organisaties die als klankbord hebben gefungeerd voor onze redactie en onze dank gaat uit naar de enthousiaste Hofleveranciers die deze uitgave mede mogelijk gemaakt hebben.
His Majesty King Willem-Alexander has the prerogative of distinguishing companies and professional organizations. This symbolizes the King’s respect, trust and appreciation for these organizations. Regardless of any business relationship with these organizations.
The King can grant the right to Bear the Royal Coat of Arms with the addition ‘By Royal Order Purveyor to the Royal Household’ to companies in the small and medium-sized business sector. The guidelines and regulations under which His Majesty may decide to confer the designation are particularly stringent. We are therefore talking about an extremely exclusive group of predicate holders, limited in number, but great in performance.
In this book the development of the predicate Purveyor to the Royal Household is discussed in detail. We highlight the role of the members of the Royal House regarding our business community. Completed by presentations from predicate holders, representing our economy. Family pride, perseverance, adaptation to changing circumstances, innovation and sustainability are the ingredients that have contributed to the designation.
Our thanks go to the many organizations that have acted as a sounding board for our editorial staff and our thanks go to the enthusiastic Purveyors to the Royal Household that made this publication possible.
3 Colofon
5 Proloog
9 Van wandel naar handel
19 Het stoomtijdperk
29 Productielijnen, petrochemie en massaproductie
35 Tweede Wereldoorlog en Koude Oorlog aanjagers van digitale revolutie
41 De huidige Nederlandse maakindustrie verandert
43 Detailhandel en horeca
51 Het eervolle predicaat Hofleverancier
69 Voorwaarden en aanvraag van het predicaat Hofleverancier
75 De toegevoegde waarde van het familiebedrijf
79 Het Koninklijk wapen
87 Koninklijke Erepenning en Huisorden
91 Predicaat Koninklijk
93 De Nederlandse vlag
97 De economie in historisch perspectief
113 Erevoorzitter, beschermheer, beschermvrouwe en erelid
125 Werkbezoeken door leden van het Koninklijk Huis
151 Opmerkelijke berichten over Hofleveranciers
164 Overzicht Hofleveranciers naar statutaire vestigingsplaats
200 Opmerkelijke berichten over Hofleveranciers
209 Paleizen
Industriële revolutie en het maken en verhandelen van producten
The Industrial Revolution and the manufacture and commerce of goods
Tot ruim in de 18e eeuw bestond de economie voornamelijk uit de opbrengsten van thuisnijverheid en landbouw. Productieprocessen waren nog niet gemechaniseerd en productie geschiedde vanuit huis in opdracht van een ondernemer. De eerste industriële revolutie omvat de overgang van kleinschalige ambachtelijke werkplaatsen naar fabrieken en industrie gebieden. Mechanisatie wordt gerealiseerd door middel van waterkracht en stoomkracht. Het is de oorsprong van productietechnologie in de Lage Landen.
Engeland gaat voorop en de wereld verandert drastisch
De industriële revolutie begint in Engeland in de textielproductie met de eerste spin- en weefmachines. In 1780. Spinmachines worden aangedreven door een waterrad of een stoommachine. Begin 19e eeuw voltrekt een vergelijkbaar proces zich in België en de VS. Met name vanwege de beschikbaarheid van textiel, ijzererts en steenkool. Met de komst van fabrieken worden wonen en werken gescheiden. Zelfstandigheid wordt vervangen door loonarbeid. Stoommachines blazen zwarte rookwolken de lucht in. Afvalwater wordt direct in het oppervlaktewater geloosd. De industrialisatie is een behoorlijke aanslag op het milieu en de leefomgeving.
Het platteland loopt leeg doordat de werk-
Until well into the 18th century, the economy relied primarily on earnings from cottage industries and agriculture. Manufacturing processes were still manual, conducted at home based on orders from entrepreneurs. The first Industrial Revolution marked the shift from small-scale craft workshops to factories and industrial zones. Mechanisation, pioneered using water and steam power, laid the foundation for manufacturing technology in the Low Countries.
Britain takes the lead as the world undergoes dramatic change.
The Industrial Revolution commences in England with advancements in textile production, marked by the introduction of spinning and weaving machines around 1780. These machines were powered by water wheels or steam engines. Similar developments follow in Belgium and the United States in the early 19th century, driven largely by abundant supplies of textiles, iron ore, and coal. The advent of factories brought about a significant shift in which living and working spaces were separated. Self-employment gives way to wage labour, accompanied by steam engines emitting dense clouds of smoke into the atmosphere. Wastewater is directly discharged into surface waters, making industrialisation a considerable challenge to environmental and living conditions.
At the lathe in 1635, illustration by Jan Georg van Vliet.
Technisch aannemer Breedveld & Schröder is graag uw partner als het gaat om aanleg en onderhoud van elektrotechnische installaties. Of het nu kracht, licht, telematica, beveiliging of meet- en regeltechniek betreft: we bieden vindingrijke oplossingen met oog voor detail. Een team van specialisten staat u bij, met een heldere kijk op uw specifieke wensen.
De geschiedenis van het bedrijf voert terug naar 1896 toen de heren Breedveld en Schröder met de installatie van een deurbel startten. Maar door de jaren heen is er veel veranderd. We zijn met de tijd meegegaan, waarbij innovatie altijd voorop heeft gestaan. Dit heeft bijgedragen aan de groei naar een gedegen organisatie met landelijke dekking, die breed inzetbaar is op het werkterrein van de elektrotechniek.
Breedveld & Schröder richt zich primair op de aanleg en het onderhoud van elektrotechnische, regeltechnische, brandveiligheids- en beveiligingsinstallaties in de utiliteitsbouw.
Met onze dienstverlening richten we ons primair op de zakelijke utiliteitsbouwmarkt. Zoals (semi) overheden, beheerders van monumentale gebouwen, banken, vastgoedpartijen, ziekenhuizen, zorginstellingen en onderwijsinstellingen.
Missie
Met onze specialistische kennis dragen we bij aan duurzame, slimme en veilige gebouwen. Onze missie draait om de klant en de medewerker. We focussen op hoogwaardige dienstverlening en innovatieve ontwikkelingen die inspelen op de behoeften en wensen van de klant.
Al meer dan een eeuw delen wij onze kennis met onze klanten.
• We gaan daarbij voor duurzame relaties met onze klanten
• We passen bestaande en nieuwe technologie integraal toe
• We gaan voor topkwaliteit
• We zijn onafhankelijk en zelfstandig
Katernstraat 11, 1321 NC Almere
T +31(0)36 535 07 56
E info@breed.nl
I www.breed.nl
Brabantse wever, geschilderd door Vincent van Gogh in 1884, Cultuur Archief.
Weaver from Brabant, painted by Vincent van Gogh in 1884, Cultureel Archief.
Vincent van Gogh schilderde veel plattelandstaferelen. Waaronder de thuiswever in Brabant. Het doek werd geschilderd in 1884. In Maastricht was de industrialisatie inmiddels aan de gang. Het weven gebeurde in Nuenen nog steeds vanuit huis. Vincent van Gogh had een passie voor ambachtschap en hij legde dit graag vast met rake penseelstreken.
gelegenheid zich steeds meer in steden concentreert. Werken in een fabriekssysteem bestaat in deze periode uit eenvoudige taken. Tegen lage lonen. Arbeiders wonen in dichtbevolkte arbeiderswijken, in kleine huisjes. Vaak slecht onderhouden en vaak zonder noemenswaardige sanitaire voorzieningen. Om in onderhoud te kunnen voorzien werken vrouwen en kinderen ook in de fabriek. Kinderen dragen zo bij aan het gezinsinkomen. Tegen het einde van de 19e eeuw begint de mentaliteit rond kinderarbeid te veranderen. De Leerplichtwet van 1900 maakt uiteindelijk een einde aan kinderarbeid. Arbeiders verenigen zich in vakbonden. De werkomstandigheden worden beter en de beloning gaat omhoog. Onderwijl worden vrouwen meer en meer vrijgesteld van arbeid. Men vindt nieuwe ijzerproductieprocessen- en nieuwe chemische productieprocessen uit. Na een kleine eeuw ziet de wereld er anders uit. Grootschalige industriegebieden, verstedelijking en een enorme hoeveelheid nieuwe werktuigen hebben hun intrede gedaan.
Tredmolen in 1828, Nationaal Archief. Tredmill in 1828, Nationaal Archief.
Vincent van Gogh depicted numerous rural scenes, including “The Weaver’s Cottage in Brabant,” painted in 1884. By then, industrialisation was gaining momentum in Maastricht, though weaving continued to be carried out at home in Nuenen. Van Gogh, deeply interested in craftsmanship, captured it with bold brushstrokes.
Rural areas are depopulating as employment becomes increasingly concentrated in cities. Working in the factory system during this period involved performing simple tasks for low wages. Workers reside in densely populated working-class neighbourhoods, inhabiting small, often poorly maintained houses with inadequate sanitation. To make ends meet, women and children also laboured in factories, with children contributing to the family income. Towards the late 19th century, attitudes towards child labour began to shift, culminating in the Compulsory Education Act of 1900, which effectively abolished child labour. Workers organise into trade unions, leading to improvements in working conditions and increased wages. Meanwhile, women are increasingly exempted from labour. New processes for iron production and chemicals are pioneered, transforming the world within just under a century. The landscape was reshaped by large-scale industrial zones, urbanisation, and a plethora of innovative tools.
Arbeiderswoningen in Longton, Engeland, gebouwd in 1850. CC0. Workers’ houses in Longton, England, built in 1850. CC0.
In de Zuidelijke Nederlanden (het huidige België) worden de contouren van een maakindustrie rond 1820 zichtbaar. In de Zuidelijke Nederlanden ontstaan de eerste industrie gebieden. Waterkracht geeft de aanzet maar de stoommachine speelt een cruciale rol vanwege de veel betere geschiktheid om machines aan te drijven. Stoommachines draaien op steenkool. De Zuidelijke Nederlanden beschikken daar via mijnbouw in ruime mate over. Het noorden is aangewezen op dure inkoop van steenkool en concentreert zich daardoor nog steeds op handel en landbouw. De industrie groeit gestaag in de Zuidelijke Nederlanden. In 1830 komt het zuiden in gewapende opstand tegen koning Willem I der Nederlanden. Er heerste grote onvrede over het bewind van Willem I. De koning hanteert
From around 1820, the Southern Netherlands (modern-day Belgium) began to show signs of a burgeoning manufacturing industry. This period saw the emergence of the region’s initial industrial areas, initially driven by hydropower but later greatly accelerated by the adoption of steam engines, which proved more efficient in powering machinery and ran on coal. Access to coal was abundant in the Southern Netherlands through local mining efforts, contrasting sharply with the North’s reliance on costly imported coal, thus maintaining a focus on trade and agriculture.
Industrialisation progressed steadily in the Southern Netherlands. In 1830, the region revolted against King William I of the Netherlands in armed conflict, expressing deep dis-
Arbeiders aan het werk op een scheepswerf in 1914, Nationaal Archief. Workers at work at a shipyard in 1914, Nationaal Archief.
een autocratische regeerwijze, waarbij vooral zijn politiek met betrekking tot taal en godsdienst weerstand oproept. Bovendien ziet men belastinggeld verdwijnen naar het noorden. Deze Belgische Opstand leidt uiteindelijk tot een onafhankelijk België. In korte tijd ontwikkelt België zich tot een van de meest geïndustrialiseerde landen ter wereld. In het kielzog van België ontwikkelt Maastricht zich in Nederland tot eerste industriestad, nadat de Belgen hun blokkade van Maastricht in 1833 beëindigen. In Limburg kan men steenkool delven en bovendien profiteert men van de aanwezige kennis in nabij gelegen, goed ontwikkelde, Belgische industriegebieden.
Willem I uit 1831, naar Jan Willem Pieneman.
Portrait of King
William I, 1831, by Jan Willem Pieneman.
De leefomstandigheden in de arbeiderswijken van Maastricht zij in de jaren die volgen extreem slecht. De kindersterfte is hoog, mede door gebrek aan hygiëne. Na 1850 wordt het beter door aanleg van riolering, waterleiding en bestrating. In heel Nederland worden spoor- en vaarwegen drastisch verbeterd. Hierdoor komt steenkool landelijk tegen veel lagere prijzen beschikbaar. Waarna de industriële revolutie zich in Nederland per 1860 geleidelijk voltrekt.
Stoominstallaties hebben de industrialisering in gang gezet. Stoom biedt ongekend krachtige aandrijfmogelijkheden. Nadeel is dat een stoommachine veel ruimte nodig heeft. Daardoor blijft toepassing van stoominstallaties beperkt tot grootschalige mijnbouw, grote bedrijven in de maakindustrie, stoomtreinen en stoomschepen. De uitvinding van de gasmotor, een verbrandingsmotor, biedt kleinschaliger aandrijfmogelijkheden. Hierdoor worden ook kleine bedrijven in staat gesteld te mechaniseren. In dezelfde periode wordt de inductiemotor uitgevonden, een elektromotor. De elektromotor zet elektrische energie om in een mechanische beweging. Dat biedt tal van nieuwe mogelijkheden om apparaten aan te drijven. De tweede industriële revolutie is begonnen.
satisfaction with his autocratic rule, particularly his policies regarding language and religion. Moreover, there was resentment over the perceived diversion of tax revenue to the northern regions. This Belgian Revolt ultimately led to the establishment of an independent Belgium, which rapidly developed into one of the world’s most industrialised nations. Following Belgium’s lead, Maastricht emerged as the Netherlands’ first industrial city after the Belgians lifted their blockade in 1833. Located in Limburg, Maastricht benefited from local coal deposits and the technological expertise flowing from nearby well-established Belgian industrial centres.
In the following years, living conditions in Maastricht’s working-class districts were exceedingly harsh. High infant mortality rates were exacerbated by poor hygiene practices. However, improvements began to materialise after 1850 with the introduction of sewers, water pipelines, and paved roads. Across the Netherlands, extensive enhancements to railways and water transport significantly lowered the cost of coal nationwide. This laid the groundwork for the gradual onset of the Industrial Revolution in the Netherlands by 1860.
Industrialisation was catalysed by steam engines, offering unprecedented power for driving machinery. However, their large spatial requirements limited their initial application to large-scale mining, major manufacturing firms, steam trains, and steamships. The invention of the gas engine, a combustion-based engine, provided smaller-scale propulsion options, enabling mechanisation in small businesses. Concurrently, the induction motor, an electric innovation, transformed electrical energy into mechanical motion, unlocking a multitude of new applications. This marked the onset of the second Industrial Revolution.
De geschiedenis van Steenhouwerij J.H. Smits & Zonen BV begint in 1848. Waarbij natuursteen op de traditionele, ambachtelijke wijze, met veel handgereedschap en spierkracht werd bewerkt en verwerkt. De beginperiode van het familiebedrijf bestond voornamelijk uit het vervaardigen van beeldhouwwerken en kerkelijke kunst. Daarnaast het vervaardigen van grafzerken, kruizen en natuursteen bouwwerken.
Machinale bewerking en vakmanschap Rond 1930 werden de eerste machines in gebruik genomen. Vanaf omstreeks 1950 kwamen de zaagbladen met industriediamant waarmee de bewerking van harde natuursteen soorten makkelijker is geworden. Momenteel beschikt men over een zeer modern machinepark dat garant staat voor exclusief maatwerk van optimale kwaliteit.
Steenhouwerij Smits streeft ernaar haar machinepark “up-to-date” te houden. Hoewel men de nieuwste ontwikkelingen op de voet volgt,
heeft men nog altijd vaklieden in dienst die het oude ambacht tot in de puntjes beheersen. Daarom kunnen ze aan elke vraag op het gebied van natuursteen voldoen. Van een klein, uniek stuk maatwerk tot vloeren en wanden van honderden vierkante meters.
De huidige klantenkring telt vele professionele opdrachtgevers waaronder keukenbedrijven, interieurbouwers, meubelmakers, (binnenhuis)architecten, ontwerpers en bouwbedrijven. Ook particulieren kunnen uitstekend terecht. De producten worden gebruikt bij nieuwbouw en renovatie van villa’s, woonhuizen, horeca en andere commerciële instellingen.
Bouwen aan de toekomst ‘Het bewerken van natuursteen houdt de mens al eeuwenlang bezig. Wij van Steenhouwerij J.H. Smits & Zonen B.V. doen daar al een tijdje aan mee. We zijn, met onze 175 jaar ervaring, meebewogen met alle ontwikkelingen in de markt én hebben tevens het prachtige ambacht behouden. We zijn er trots op nog steeds mensen in huis te hebben die het klassieke handwerk beheersen. In samenwerking met veel gerenommeerde interieur- en keukenontwerpers, architecten en aannemers blijven we innoveren en bouwen we samen aan de toekomst.’
The story of Steenhouwerij J.H. Smits & Zonen B.V. began in 1848, when natural stone was crafted and processed using traditional methods, relying heavily on hand tools and physical strength. In its early years, the family business focused primarily on creating sculptures, church art, tombstones, crosses, and natural stone structures.
Machining and Craftsmanship
Around 1930, the first machines were introduced. By the 1950s, the adoption of saw blades with industrial diamonds made it easier to process even the hardest types of natural stone. Today, we operate with state-of-the-art machinery that guarantees bespoke work of the highest quality.
At Steenhouwerij Smits, we continually invest in keeping our equipment up to date. While we embrace the latest technological developments, we also retain a team of craftsmen who have mastered the traditional art of stonemasonry. This unique combination enables us to meet any request, from small, intricate custom pieces to largescale projects covering hundreds of square metres.
Our diverse clientele includes professional partners such as kitchen companies, interior designers, cabinet makers, (interior) architects, designers, and construction firms. We are also proud to serve private individuals. Our products are widely used in the construction and renovation of villas, private homes, restaurants, and commercial properties.
Building the Future
‘Working with natural stone has fascinated humanity for centuries - and for 175 years, it has been our passion at Steenhouwerij J.H. Smits & Zonen B.V. Over the years, we have embraced the evolution of the industry while preserving the beauty of our craftsmanship. We are proud to still have artisans who have mastered the traditional techniques. In collaboration with many renowned interior and kitchen designers, architects, and contractors, we continue to innovate and build the future together.’
Steenhouwerij J.H. Smits & Zonen B.V. Beerseweg 4a 5431 LC Cuijk
T +31(0)485 312 786
E info@steenhouwerijsmits.nl
I www.steenhouwerijsmits.nl
De stoommachine heeft een enorme invloed gehad op de bedrijvigheid en op de samenleving als geheel. In 1712 introduceert Thomas Newcomen de stoommachine, deze “vuurmachine” wordt in Britse mijnen gebruikt om water weg te pompen. De machine is weinig efficient en kent alleen een op- en neergaande beweging. Als James Watt de opdracht krijgt om een reparatie uit te voeren aan een dergelijke stoommachine slaat hij aan het denken. Hij ziet de potentie voor industriële toepassingen. Dat leidt in 1768 tot een sterk verbeterde, meer efficiënte stoommachine met condensor en vliegwiel. Geschikt voor mijnbouw maar ook voor het aandrijven van werktuigen. Het stoomtijdperk is daar.
Het stoomtijdperk omvat de periode waarin de stoommachine van James Watt, met condensor en vliegwiel, de belangrijkste aandrijving is voor industrie en vervoer
The advent of the steam engine brought about profound changes in both business and society. In 1712, Thomas Newcomen introduced the initial steam engine, known as the “fire engine,” which was primarily used in British mines to pump out water. This early machine was inefficient, operating with a simple up-and-down motion. However, it was James Watt’s improvements that revolutionised industrial applications. When tasked with repairing a Newcomen engine, Watt recognised its potential and in 1768 introduced a significantly enhanced version. This new steam engine, equipped with a condenser and flywheel, proved effective not only for mining but also for powering various implements, marking the onset of the steam era.
The Steam Age spanned from the late 18th century, with James Watt’s advanced steam engine becoming a pivotal force in driving industry and transportation via waterways
Werkende replica van de “vuurmachine” die Thomas Newcomen in 1712 heeft gebouwd om water weg te pompen in Britse mijnen, foto CC0.
Working replica of the “fire machine” built by Thomas Newcomen in 1712 to pump out water from British mines, photo CC0.
Grote draaibank in het fabriekscomplex van de Nederlandsch-Indische Industrie ca. 1910, te Soerabaja. Fotocollectie Tropenmuseum. Large lathe in the factory complex of the Dutch Indian Industry ca. 1910, in Surabaya. Photo collection Tropenmuseum.
Gemaal Cruquius voorzijde, beeldbank.rws.nl Rijkswaterstaat/FIBO. Cruquius pumping station, imagebank.rws.nl Rijkswaterstaat/FIBO.
over water en spoor. Het begin wordt gemarkeerd door brede toepassing van de stoommachine eind 18e eeuw en eindigt als de verbrandingsmotor en de elektromotor intrede doen aan het einde van de 19e eeuw. De stoommachine blijft desondanks tot in de 20e eeuw een rol spelen.
Nederland werd relatief laat deelgenoot van de industriële revolutie. Maar de grootste stoommachine ooit ter wereld is Nederlands!
Door eeuwenlange turfwinning was het Haarlemmermeer ontstaan. Het Haarlemmermeer zorgde regelmatig voor overlast en gevaar vanwege overstromingen. Bovendien kon koning Willem I een vooruitstrevend en groots project wel gebruiken na gezichtsverlies vanwege de Belgische onafhankelijkheid. In 1837 besluit Willem I tot de drooglegging van het Haarlemmermeer.
Ingenieurs hebben becijferd dat er 3 enorme stoomgemalen of zo’n 160 windmolens nodig zouden zijn om de drooglegging te realiseren. De koning koos voor stoomtechniek ten faveu-
and railways, until the late 19th century when the internal combustion engine and electric motor emerged. Despite these innovations, steam engines continued to play a significant role well into the 20th century.
The Netherlands entered the industrial revolution relatively late, but it achieved a notable distinction with the construction of the world’s largest steam engine! Centuries of peat extraction had led to the formation of the Haarlemmermeer, which frequently caused inconvenience and posed threats due to flooding. Furthermore, following the setback of Belgian independence, King William I sought a bold and ambitious project to bolster his reputation. In 1837, he embarked on the ambitious task of reclaiming the Haarlemmermeer. Engineers estimated that achieving this would require either three massive steam pumping stations or around 160 windmills. Opting for technological advancement, the king chose steam power over wind. One of the notable results was the construction of Pump-
Bankwerkerij in 1912, Nationaal Archief.
Bank work in 1912, Nationaal Archief.
Spotprent op de oprichting van de Amsterdamsche Kanaal Maatschappij. Neptunus probeert vanuit de Noordzee Mercurius in Amsterdam de hand te reiken. Plaat verschenen bij het weekblad De Nederlandsche Spectator op 17 december 1864, illustratie Johan Michaël Schmidt.
Cartoon on the founding of the Amsterdam Canal Company. Neptune tries to reach out to Mercury in Amsterdam from the North Sea. Cartoon published in the weekly De Nederlandsche Spectator on 17 December 1864, illustration Johan Michaël Schmidt.
Bouw complex van de eerste twee Oranjesluizen in het IJ omstreeks 1868, Nationaal Archief.
Construction of the complex of the first two Oranjesluizen in the IJriver around 1868, Nationaal Archief.
Veevoederfabriek in 1917, n.v. Vereenigde Fotobureaux.
Cattle feed factory in 1917, n.v. Vereenigde Fotobureaux.
re van windmolens. Gemaal De Cruquius is 1 van de 3 stoomgemalen, met daarin de grootste stoommachine ter wereld.
Gemaal De Cruquius behoort tot de Top 100 Nederlandse Rijksmonumenten, is in 1933 een van de eerste monumenten van bedrijf en techniek ter wereld en is opgenomen in de Europese Route voor Industrieel Erfgoed. In 1991 wees de American Society of Mechanical Engineers het Cruquius stoomgemaal aan als 33e International Historic Mechanical Engineering Landmark.
Koning Willem III geeft in 1865 opdracht tot de aanleg van het Noordzeekanaal tussen Amsterdam en de Noordzee bij IJmuiden. Stoomgraafmachines worden ingezet voor het grove werk. De rest, en dat was een mega klus, wordt gedaan met schep en kruiwagen. Om de waterstanden te kunnen beheersen zijn sluizen nodig. Aan de oostkant van Amsterdam staat het IJ nog in open verbinding met de Zuideerzee. Met de aanleg van de Oranjesluizen is men voortaan in staat het waterpeil
ing Station De Cruquius, one of the three steam pumping stations, housing the largest steam engine in the world at that time.
The De Cruquius Pumping Station, now among the Top 100 Dutch National Monuments and an esteemed site on the European Route for Industrial Heritage, has received international recognition. In 1991, it was designated as the 33rd International Historic Mechanical Engineering Landmark by the American Society of Mechanical Engineers.
In 1865, King William III commissioned the construction of the North Sea Canal between Amsterdam and Ijmuiden to provide direct access to the North Sea. Steam excavators were employed for initial excavation, while the bulk of the monumental task was completed using shovels and wheelbarrows. The canal required locks to manage water levels. Prior to the construction of the Oranjesluizen, the IJ on Amsterdam’s east side remained directly connected to the Zuiderzee. These locks enabled controlled water regulation from IJmuiden to the Zuiderzee. Over the course of 1865 to
Feestelijke opening van het Noordzeekanaal, 1 november 1876. Stoomschepen varen door de met vlaggen versierde sluizen. Op de achtergrond staan de bezoekers voor een feesttent. Festive opening of the North Sea Canal, 1 November 1876. Steamships sail through the locks decorated with flags. In the background, visitors stand in front of a marquee.
te reguleren van IJmuiden tot aan de Zuiderzee. Tussen 1865 en 1928 worden er 4 sluizen gebouwd. Waaronder de Noordersluis, destijds de grootste sluis ter wereld. In OnzeTaal lezen we over dit gebied en haar historie het volgende: Met Holland op z’n smalst wordt gedoeld op de slechte eigenschappen van ‘Hollanders’. Meestal is het een spottende uitroep, die duidt op de bekrompenheid, kleinzieligheid of zuinigheid van Nederlanders. De uitdrukking is ontstaan door de gedachte aan het stuk land tussen de Noordzee en het IJ in Noord-Holland. Dat werd ‘Holland op zijn smalst’ genoemd, omdat Noord-Holland daar letterlijk op z’n smalst was; zo’n 7 km breed. Holland op z’n smalst is volgens het Groot Uitdrukkingenwoordenboek van Van Dale (2006) waarschijnlijk de aanduiding voor een bekrompen houding geworden door een artikel van jonkheer Victor de Stuers dat in 1873 in De Gids verscheen. De titel was: ‘Holland op zijn smalst’. De Stuers had in het artikel onder andere kritiek op de verwaarlozing en de uitverkoop van het nationaal kunstbezit door de Nederlandse overheid.
1928, four locks were constructed, including the Noordersluis, then the largest lock in the world.
In OnzeTaal, we find the following reflection on this region and its history: ‘Holland at its narrowest’ is a phrase that traditionally reflects on the less admirable traits of the Dutch people. Often used derisively, it points to perceptions of narrow-mindedness, pettiness, or frugality among the Dutch. The expression originates from the geographical feature of the narrow strip of land between the North Sea and the IJ in North Holland. This area was literally the narrowest part of North Holland, measuring approximately 7 kilometers in width. Over time, ‘Holland at its narrowest’ also came to symbolise a metaphorical designation for a narrow-minded attitude, as suggested by Van Dale’s Groot Uitdrukkingenwoordenboek (2006). This interpretation gained traction from an article penned by jonkheer Victor de Stuers, published in De Gids in 1873 under the title ‘Holland at its narrowest’. In this piece, De Stuers critiqued various issues, including the perceived neglect and mismanagement of national art assets by the Dutch government.
Bouw Middensluis bij IJmuiden in 1894, Nationaal Archief. Construction of the Middensluis at IJmuiden in 1894, Nationaal Archief.
In 1924 begon de familie
Verschoor haar reis in de regio Hardinxveld-Giessendam met het eerste groepsvervoer. De gebroeders Bastiaan Jan en Jan Rokus Verschoor namen destijds de busdienst tussen Gorinchem, Hardinxveld en Giessendam over van de heer Van Holten. De familie, van oudsher een schippersfamilie, besloot in dat jaar aan wal te komen en startte het nu welbekende Verschoor Reizen onder de naam Gebroeders Verschoor B.V.
In eerste instantie begonnen de broers met een dienst tussen Giessendam en Gorinchem. De dienst werd de ‘Heen en Weer’ genoemd. In 1964 werd het bedrijf overgenomen door de gebroeders Jan en Adriaan Verschoor, gevolgd door Basjan en Marjandel Verschoor in 1988. Begin 2024 is het stuur in handen genomen door de vierde generatie: Chris en Chinouk. Inmiddels is er ook al een vijfde generatie, Lówen en Louá, die het bedrijf hopelijk in de toekomst ook weer voortzetten.
‘Ons familiebedrijf heeft de missie om veilige, comfortabele en duurzame reisoplossingen aan te bieden voor zowel privé- als zakelijke klanten. Wij geloven in het belang van persoonlijk contact en streven ernaar om voor iedere reis een op maat gemaakte ervaring te leveren, waarbij we de wensen en behoeften van onze klanten centraal stellen. Zoals we het altijd zeggen: “Uw reis, onze zorg.”
Verschoor Reizen wil dé toonaangevende keuze blijven voor groepsreizen, zowel in Nederland als daarbuiten. We onderscheiden ons door het aanbieden van innovatieve reisconcepten, het inzetten van milieuvriendelijke voertuigen en de focus op duurzaamheid behouden. We streven ernaar om een betrouwbare partner te zijn, waarbij onze vertrouwde familiaire waarden, zoals kwaliteit, service en een persoonlijke benadering, de basis blijven van alles wat we doen.’
Betrouwbare partner voor groepsreizen
Momenteel organiseert de onderneming een breed scala aan reizen, waaronder groepsvervoer, dagtochten, schoolreizen, bedrijfsuitjes en incentives. Men kijkt vol ambitie naar de toekomst, met plannen voor de nieuwbouw van een bedrijfspand en daarmee de uitbreiding van het touringcarbedrijf. Met een rijke geschiedenis, een toekomstgerichte visie en de voortdurende betrokkenheid van de familie Verschoor, blijft het bedrijf een betrouwbare partner voor al uw groepsreizen.
Verschoor Reizen: Your journey, our care
In 1924, the Verschoor family began their journey in the HardinxveldGiessendam region with their first group transport service. That year, brothers Bastiaan Jan and Jan Rokus Verschoor took over the bus route between Gorinchem, Hardinxveld, and Giessendam from Mr. Van Holten. Coming from a long tradition as a family of barge operators, they decided to come ashore and founded what is now known as Verschoor Reizen, under the name Gebroeders Verschoor B.V.
The brothers initially launched a service between Giessendam and Gorinchem, called the Heen en Weer (“Back and Forth”). In 1964, the company passed to the next generation, brothers Jan and Adriaan Verschoor. In 1988, Basjan and Marjandel Verschoor took the helm. In early 2024, the fourth generation—Chris and Chinouk— took over the reins. Meanwhile, the fifth generation—Lówen and Louá—is already on the horizon, with hopes they will carry on the family tradition.
‘As a family business, our mission is to offer safe, comfortable, and sustainable travel solutions for both private and corporate clients. We value personal contact and are committed to delivering tailormade experiences for every journey, always prioritising the needs and wishes of our customers. As we like to say, ‘Your journey, our priority.’’ Verschoor Reizen strives to remain the leading choice for group travel, both within the Netherlands and internationally. We stand out with innovative travel concepts, environmentally friendly vehicles, and a strong commitment to sustainability. Throughout our growth, we remain grounded in our family values: quality, service, and a personal approach, forming the foundation of everything we do.
Today, Verschoor Reizen organises a wide variety of trips, including group transport, day tours, school trips, company outings, and incentives. With ambitious plans for the future, including building new facilities to expand our coach fleet, the Verschoor family remains deeply committed to providing exceptional group travel experiences. With a proud history, a clear vision for the future, and the continued dedication of the Verschoor family, we remain your trusted partner for all your group travel needs.
Gebr. Verschoor B.V. Schrank 1
3371 KJ Hardinxveld-Giessendam
T +31(0)184 612 714
E info@verschoor-reizen.nl
I verschoor-reizen.nl
De eerste industriële revolutie kenmerkt zich door stoomtechniek en brede toepassing daarvan in vooral de mijnbouw en de textielindustrie. Toepassing van stoommachines is aanvankelijk beperkt door de grote omvang van deze machines. Stoomtechniek is op dat moment met name geschikt voor grote fabrikanten, mijnbouw en gemalen. Tijdens de eerste industriële revolutie werd ook de hoogoven uitgevonden. Waarmee ijzererts gesmolten kan worden. Het verkregen ijzer is zeer hard en bros vanwege het hoge gehalte aan koolstof. Tegen het einde van de 19e eeuw is men in staat om ijzer te zuiveren tijdens het productieproces. Het koolstofgehalte halveert waarmee hoogwaardig staal vervaardigd wordt dat zeer geschikt is om te bewerken. Metallurgie is volop in ontwikkeling. Er worden massaal spoorwegen aangelegd en de maritieme technologie komt in een stroomversnelling, het gebruik van chemicaliën neemt sterk toe. Door de industrialisatie groeit de behoefte aan energie. Steenkool is daarbij de belangrijkste
Dolph Kessler ging, als secretaris, tussen 1906 en 1908 mee op wereldreis met de directeur van de Koninklijke Olie, Henri Deterding. Deze reis bracht hen in Nederlands-Indië, Japan, China en de Verenigde Staten. Op de foto zien we dat het reisgezelschap de olievelden in California bezoekt. Het staat stil bij oliepijpleidingen en destillatoren op een raffinaderij, in het midden Henri Deterding, foto gemaakt door Dolph Kessler. Dolph Kessler, as secretary, went on a world tour with Henri Deterding, the director of Royal Oil, between 1906 and 1908. This journey took them to the Dutch East Indies, Japan, China and the United States. The photo shows the tour group visiting the oil fields in California. It pauses at oil pipelines and distillers at a refinery, in the middle is Henri Deterding, photo by Dolph Kessler.
The First Industrial Revolution was characterised by the widespread application of steam technology, particularly in mining and textiles. Initially, the large size of steam engines limited their use, making them suitable primarily for large manufacturers, mining operations, and pumping stations. During this period, the blast furnace was invented, enabling the smelting of iron ore. The resulting iron was very hard and brittle due to its high carbon content. By the end of the 19th century, advancements in production processes had allowed for the purification of iron, having its carbon content and producing high-quality steel suitable for machining. Metallurgy developed rapidly, leading to the mass construction of railways and significant advances in maritime technology, alongside a dramatic increase in the use of chemicals. With industrialisation, the demand for energy grew, with coal initially serving as the primary energy source. This changed when it was discovered that various fuels and valuable by-products could be extracted
Bankwerkerij in 1898, Nationaal Archief.
Bank work in 1898, Nationaal Archief.
Gloeilampenfabriek Philips Eindhoven, fotoarchief Elsevier.
Philips Eindhoven light bulb factory, Elsevier photo archive.
Stork-Hesselman dieselmotor voor riemaandrijving van aardappelmeelfabriek Oostermoer te Gasselternijveen, fotoarchief Stork.
Stork-Hesselman diesel engine for belt drive of potato flour factory Oostermoer in Gasselternijveen, photo archive Stork.
Gasmotor in bedrijf in 1926. CC0 Gas engine in operation in 1926. CC0.
energiebron. Totdat men ontdekt dat verschillende brandstoffen en interessante bijproducten uit aardolie onttrokken kunnen worden. Aan het eind van de 19e eeuw is er een grote vraag naar aardolie.
De uitvinding van de gasmotor en bougie biedt nieuwe aandrijf mogelijkheden. Deze tweetakt verbrandingsmotor is veel compacter uit te voeren dan een stoommachine. Dat maakt o.a. toepassing in kleinschalige werkplaatsen mogelijk. Tegelijkertijd worden allerlei uitvindingen gedaan rond het gebruik van elektriciteit. De ontwikkeling van het elektriciteitsnetwerk maakt dat elektriciteit toegankelijk wordt. In fabrieken komen productielijnen. De wisselstroommotor is een nieuwe krachtbron die geschikt is voor vele toepassingen. De gloeilamp wordt uitgevonden. Stoomtechniek wordt onderwijl door ontwikkeld. De uitvinding van de flash boiler, waarmee snel stoomdruk gegenereerd wordt, maakte dat ook stoomkracht beschikbaar komt voor kleinschaliger toepassingen. De automobiel wordt uitgevonden. Met flash boiler stoommotor. Er ko-
Gerard Philips richt in 1891 een gloeilampenfabriek op in Eindhoven. De start is moeizaam maar nadat Anton Philips de commercie gaat regelen groeit het bedrijf spectaculair. In 1914 behoort Philips tot de grootste gloeilampenfabrikanten in de wereld.
F. Philips, n.v. Vereenigde Fotobureaux. Anton F. Philips, n.v. Vereenigde Fotobureaux.
from petroleum, which became highly sought after by the late 19th century.
The inventions of the gas engine and spark plug introduced new propulsion possibilities. This two-stroke internal combustion engine was much more compact than a steam engine, enabling its use in small-scale workshops. Concurrently, numerous inventions related to electricity emerged. The development of the electrical grid made electricity widely accessible, leading to the appearance of production lines in factories. The AC motor, a new power source suitable for various applications, and the invention of the light bulb further revolutionised the industry. Meanwhile, steam technology continued to evolve. The invention of the flash boiler, which quickly generated steam pressure, made steam power available for smaller-scale applications. The automobile was invented, initially powered by flash boiler steam engines. Electric-powered cars also emerged; however, the discovery of petrol led several inventors to develop petrol-powered automobiles inde-
In 1891, Gerard Philips founded an incandescent lamp factory in Eindhoven. Although the start was challenging, the company grew spectacularly under the commercial leadership of Anton Philips. By 1914, Philips had become one of the world’s largest manufacturers of light bulbs.
Tweeling stoommachine Stijfselfabriek De Bijenkorf in Koog aan de Zaan, fotoarchief Stork. Twin steam engine starch factory De Bijenkorf in Koog aan de Zaan, photo archive Stork.
Spyker 60HP race auto uit 1903, public domain.
Spyker 60HP race car from 1903, public domain.
Eind negentiende eeuw was de Van Houten Cacaofabriek te Weesp al een internationaal begrip, foto Nationaal Archief. At the end of the nineteenth century, the Van Houten cocoa factory in Weesp was already an international household name, photo by Nationaal Archief.
men auto’s met elektrische aandrijving. Na de ontdekking van benzine komen meerdere uitvinders onafhankelijk van elkaar met automobielen welke aangedreven worden door verbrandingsmotoren op benzine. Binnen een tijdsbestek van enkele jaren ontstaan honderden autoproducenten. Er worden zowel stoomauto’s als elektrische auto’s als benzineauto’s gebouwd. Productie en onderhoud van stoomauto’s is echter ingewikkeld en duur. Elektrische auto’s hebben dan nog een beperkte topsnelheid en een kleine actieradius. Aan het eind van de tweede industriële revolutie hebben bijna alle nieuw geproduceerde auto’s een benzinemotor.
De tweede industriële revolutie wordt ook wel als technologische revolutie aangeduid. In deze periode worden uitvindingen gedaan met grote invloed op de samenleving. Zoals de gloeilamp, auto’s, radio, fotografie en film. Gebruik van de eerder uitgevonden elektrische telegraaf en de uitvinding van de telefoon verkort communicatielijnen spectaculair en assemblagelijnen maken massaproductie mogelijk. De periode eindigt in 1914 met het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.
De broers Hendrik-Jan en Jacobus Spijker richten in 1880 een rijtuigenfabriek op. De bouw en verkoop van koetsen verliep zeer voorspoedig. Het bedrijf leverde in 1898 de Gouden Koets aan het Koninklijk Huis. De eerste Spyker automobiel was de Voiturette uit 1900. In 1903 produceerde het bedrijf de opzienbarende Spyker 60HP. Deze auto had als wereldprimeur een zescilinder onder de motorkap. Het was tevens de eerste permanent vierwiel aangedreven auto ter wereld. Het was ook de eerste auto ooit die werd uitgevoerd met remmen op alle vier de wielen. De Spyker 60HP bereikte een topsnelheid van 110 kilometer per uur. Destijds was dat ongekend snel.
pendently. Within a few years, hundreds of car manufacturers emerged, producing steam, electric, and petrol cars. However, the production and maintenance of steam cars were complicated and expensive, while electric cars had limited top speed and range. By the end of the second industrial revolution, nearly all new cars were powered by petrol engines.
The second industrial revolution, also known as the technological revolution, was marked by inventions with profound societal impact, such as the light bulb, cars, radio, photography, and film. The previously invented electric telegraph and the new telephone dramatically shortened communication lines, and assembly lines enabled mass production. This period concluded with the outbreak of World War I in 1914.
In 1880, brothers Hendrik-Jan and Jacobus Spijker established a carriage factory, achieving great success. In 1898, the company delivered the Golden Coach to the Royal Family. The first Spyker automobile, the 1900 Voiturette, was followed by the sensational Spyker 60HP in 1903. This car featured several world firsts: a six-cylinder engine, permanent four-wheel drive, and brakes on all four wheels, reaching an unprecedented top speed of 110 kilometres per hour.
Direct na de Tweede Wereldoorlog volgt een periode waarin productie en communicatie van analoge technologie naar digitale technologie overgaan. Deze periode wordt aangeduid als de digitale revolutie.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt in Engeland, in het diepste geheim, de Colossus geproduceerd. De eerste elektronische computer. De Colossus wordt via een paneel geprogrammeerd, bevat fotosensors om ponsbanden te lezen en heeft elektronenbuizen om gegevens op te slaan.
Deze machine wordt door de Britten gebruikt om gecodeerde Duitse berichten te ontcijferen en is daarmee van groot belang voor het verloop van de oorlog. In 1946 verschijnt de tweede elektronische computer, de ENIAC. De ENIAC stelt het Amerikaanse leger in staat om snel de baan van projectielen te berekenen. De Colossus is zo groot als een flinke boekenkast, de ENIAC vult met zijn 19.000 elektronenbuizen een volledig klaslokaal. In 1947 wordt de transistor uitgevonden. Belangrijk voor de door ontwikkeling van de digitale computer omdat daarmee elektronen-
Immediately following World War II, there was a significant shift from analogue to digital technology, marking the onset of the digital revolution.
During World War II, Britain produced the Colossus, the world’s first electronic computer, under deep secrecy. Programmed via a panel, the Colossus utilised photosensors to read punched tapes and electron tubes to store data. It played a crucial role in deciphering coded German messages, significantly impacting the war’s course. In 1946, the United States introduced the second electronic computer, ENIAC, which enabled the military to quickly calculate projectile trajectories. Whereas the Colossus was the size of a large bookcase, the ENIAC, with its 19,000 electron tubes, occupied an entire classroom. The invention of the transis-
Spitfire fabriek tijdens de Tweede Wereldoorlog. Foto: Birmingham Museums Trust op Unsplash. Spitfire factory during World War II. Photo: Birmingham Museums Trust on Unsplash.
Prins Bernhard bezoekt vakbeurs TechniShow editie 1955. CC0. Prince Bernhard visiting trade fair TechniShow edition 1955. CC0.
Machine wordt gesmeerd bij rijwielfabriek Gazelle te Dieren in 1946. CC0. Machine being lubricated at the Gazelle bicycle factory in Dieren in 1946. CC0.
buizen vervangen kunnen worden door de vele malen kleinere transistors. Later worden de transistors geïntegreerd in een geïntegreerde schakeling, de microprocessor. Tot aan begin jaren 80 zijn computers opgebouwd als mainframes. Mainframes zijn centrale computers met grote verwerkingscapaciteit. Denk aan toepassingen voor bevolkingsonderzoek, statistieken, betalingsverkeer enzovoort.
Het internet is bedacht in 1957, na de lancering van de Spoetnik in de toenmalige Sovjet-Unie. Het nieuws over de lancering slaat in als een bom. Met name in de VS. Men verkeert in de veronderstelling dat de Sovjet-Unie een technologisch inferieure dictatuur is. Terwijl in de VS wordt gewerkt aan een raketsysteem om satellieten in een baan om de aarde te brengen, kaapt de Sovjet-Unie deze primeur voor de neus van de VS weg. Voor de VS het startsein om nog intensiever te werken aan het ruimtevaartprogramma, rakettechnologie en nieuwe communicatiemiddelen. Het Amerikaanse Ministerie van Defensie zoekt daarbij naar communicatiemiddelen die wereldwijd inzetbaar zullen zijn in plaats van telefonie en post. Inmiddels informeren, communiceren, spelen en produceren we met behulp van online middelen.
Ook veel apparaten zoals wasmachines, auto’s, camera’s bevatten inmiddels een computer om allerlei zaken te regelen. De industrie globaliseert door de nieuwe communicatiemogelijkheden in hoog tempo. Schaalvoordelen ontstaan doordat zowel de productieals logistieke keten wereldwijd gecoordineerd kunnen worden. Keerzijde is de onderlinge afhankelijkheid, zoals recent is gebleken tijdens o.a. de COVID19 pandemie en de oorlog in Oekraïne.
tor in 1947 was a pivotal advancement, enabling the replacement of bulky electron tubes with much smaller transistors. This innovation paved the way for the development of the integrated circuit, or microprocessor. Until the early 1980s, computers were primarily configured as mainframes, which are central computers with substantial processing capacities used for applications such as population research, statistics, and financial transactions.
The concept of the internet was conceived in 1957, following the launch of Sputnik by the Soviet Union. News of the launch caused a significant shock, particularly in the United States, where many had believed the Soviet Union to be a technologically inferior dictatorship. While the US was developing a rocket system to place satellites into orbit, the Soviet Union succeeded first, surprising the world. For the United States, this event marked a turning point, prompting intensified efforts in its Space program, rocket technology, and new communications equipment. Consequently, the US Department of Defence sought globally deployable communication methods beyond traditional telephony and mail. Today, we inform, communicate, play, and produce through online means. Today, many appliances, including washing machines, cars, and cameras, incorporate computers to control various functions. Industry is rapidly globalising due to new communication possibilities. Economies of scale have emerged as production and logistics chains can now be coordinated globally. However, this interdependence has its drawbacks, as recently evidenced by the COVID-19 pandemic and the war in Ukraine, among other events.
Grote dieselmotor in aanbouw omstreeks 1950, fotoarchief Stork. Large diesel engine under construction around 1950, photo archive Stork.
Frans Muller Benelux, opgericht in 1853 in Groningen als een lokale schoenmakerij, is uitgegroeid tot een internationale distributeur van toonaangevende merken en private labels in schoenverzorging, inlegzolen en accessoires. Sinds de formele registratie in 1897 heeft het bedrijf zich gepositioneerd als marktleider met een klantenbestand van ongeveer 4.000 retailers, schoenenmerken en winkelketens in de Benelux en daarbuiten.
Het bedrijf is een betrouwbare partner voor zowel grote merken als kleinere retailers in de schoenenbranche. De langdurige partnerships met gerenommeerde merken zoals Collonil, Pedag en Nico, maar ook nieuwe merken als de duurzame Shoesustain, dragen bij aan het succes van Frans Muller Benelux. Een B2B-bedrijf waarvan verschillende hoogwaardige producten bekend zijn bij de consument. Zoals de Collonil Carbon Pro waterafstotende spray en de Viva inlegzolen van Pedag.
Het logistiek centrum in Groningen beschikt over een ruime voorraad en de onderneming loopt voorop als het gaat om digitale klantverbindingen. Waardoor bestellingen snel en efficiënt worden verwerkt en uitgeleverd. Dankzij de hoge mate van flexibiliteit worden veel bestellingen nog dezelfde dag
verzonden. Met het hoofdkantoor in Groningen en de showrooms in de modecentra van Nieuwegein en Brussel zijn de lijnen met de retailers kort. Frans Muller Benelux kan snel en persoonlijk inspelen op hun behoeften. Daarnaast biedt het bedrijf marketingondersteuning, workshops en een online academy om het kennisniveau van winkelpersoneel over schoenen en verzorging te verbeteren.
Duurzaamheid
Lange termijn denken is een belangrijk onderdeel van de bedrijfscultuur. Het bedrijf blijft financieel gezond en stabiel, met oog voor toekomstige generaties. Het hecht veel waarde aan maatschappelijke verantwoordelijkheid en is al jaren partner van MVO Nederland. Duurzaamheid zit in het DNA
van Frans Muller Benelux al lang voor dit woord was uitgevonden. Want de verschillende schoenverzorgingsproducten zorgen dat schoenen langer mooi blijven en langer meegaan. Bovendien is de bedrijfsvoering energieneutraal en werkt men continu aan het verduurzamen van zowel interne processen als de internationale productieketen en samen met klanten. Met de productlijn Shoesustain wordt de CO2-uitstoot verminderd door de producten in eigen land te produceren met biologisch afbreekbare en vegan ingrediënten en verpakkingen. De Jutlepel is een schoenlepel van 100% gerecycled plastic verzameld van de stranden van Terschelling.
Erkenning
In 2019 ontving het bedrijf de “Gouden Schoen” als beste leverancier in de branche. De ultieme erkenning kwam op 12 april 2024, toen Frans Muller Benelux het predicaat Hofleverancier kreeg uit handen van Commissaris van de Koning René Paas, ter gelegenheid van het 170-jarig jubileum. Dit markeert de bekroning van generaties hard werken en innovatie, altijd met een vooruitstrevende blik gericht op de toekomst.
Founded in 1853 in Groningen as a local shoe repair shop, Frans Muller Benelux has evolved into an international distributor of top brands and private labels in shoe care, insoles, and accessories. Since its official registration in 1897, the company has become a market leader, serving around 4,000 retailers, shoe brands, and chain stores across the Benelux and beyond.
Today, Frans Muller Benelux is a trusted partner for both global brands and independent retailers within the footwear industry. Long-standing collaborations with renowned names such as Collonil, Pedag, and Nico, alongside emerging sustainable brands like Shoesustain, form the backbone of its success. Though a B2B supplier, many of its premium products— such as Collonil’s Carbon Pro water-repellent spray and Pedag’s Viva insoles—are household names among consumers.
With a well-stocked logistics center in Groningen, the company is at the forefront of digital innovation in customer connectivity. Orders are processed swiftly, with most shipped the same day, thanks to high levels of operational flexibility. From its headquarters in Groningen and showrooms in the fashion hubs of Nieuwegein and Brussels, Frans Muller Benelux maintains close communication lines , ensuring fast and personalised service. In addition to distribution, the company supports retailers with marketing tools, training workshops, and an online academy to improve shop staff’s knowledge about shoes and shoe care.
Long-term thinking is deeply embedded in the culture of Frans Muller Benelux. The company remains financially stable and futureoriented, with a strong commitment to the generations to come. As a long-standing partner of CSR Netherlands, it places high value on social responsibility and sustainable business practices. Sustainability has been part of the company’s DNA long before it became a mainstream concept. Its extensive range of shoe care products helps extend the life of footwear—keeping shoes looking their best and reducing waste. The company’s operations are energyneutral, and it continuously works to enhance the sustainability of both its internal processes and global supply chain, in collaboration with its customers. The Shoesustain product line exemplifies this commitment, reducing CO� emissions by manufacturing locally with biodegradable, vegan ingredients and eco-friendly packaging. Another innovation is the Jutlepel, a shoehorn made entirely from 100% recycled plastic collected from the beaches of Terschelling.
In 2019, Frans Muller Benelux was awarded the Golden Shoe for being the industry’s top supplier. The highest honor came on 12 April 2024, when the company received the prestigious title of Purveyor to the Royal Household, presented by Queen’s Commissioner René Paas in celebration of its 170th anniversary. This royal distinction crowns generations of dedication, craftsmanship, and forwardthinking innovation.
Frans Muller Benelux B.V. Rouaanstraat 29 9723 CC Groningen T +31 (0)50 313 99 00 E info@fransmuller.nl I www.fransmuller.nl
Het type activiteit waarmee Nederland verdient aan wereldwijde productieketens verschuift geleidelijk. Werknemers in Nederland verdienen aan goederen die zowel in Nederland als in het buitenland worden gemaakt, maar steeds meer met diensten (zoals consultancy) en steeds minder aan productieactiviteiten (zoals assemblage). Dit blijkt uit het onderzoek ‘Het belang van Nederlandse diensten in wereldwijde waardeketens van de maakindustrie’ dat het Centraal Planbureau op 13 februari 2024 heeft gepubliceerd.
Het onderzoek laat in de periode 2000-2018 een verschuiving zien van productieactiviteiten naar andere activiteiten, met name professionele diensten zoals consultancy, marketing en juridisch advies. Ook in de maakindustrie wordt het merendeel verdiend door dienstenactiviteiten: ongeveer 66% van het inkomen uit deze diensten, terwijl maar 34% uit het daadwerkelijk maken van producten komt. Rond de eeuwwisseling was die verhouding nog respectievelijk 56% en 44%.
Buiten de maakindustrie dragen ook andere bedrijfstakken bij aan het inkomen dat verdiend wordt via wereldwijde productieketens voor goederen en ook hier spelen dienstenactiviteiten een grote rol. De trend van ‘verdienstelijking’ is ook in andere ontwikkelde economieën zichtbaar, maar in Nederland sterker dan in andere landen. Nederland is kampioen in professionele diensten.
The Netherlands’ role in global manufacturing chains is gradually shifting from traditional manufacturing activities like assembly to an increased reliance on services such as consultancy. This shift is highlighted in ‘The Importance of Dutch Services in Global Manufacturing Value Chains’, a study published by the Netherlands Bureau for Economic Policy Analysis on 13 February 2024.
The study reveals a marked transition from 2000 to 2018, with diminishing contributions from manufacturing activities and growing prominence of professional services like consultancy, marketing, and legal advice. Even within manufacturing, the majority of income now comes from service-related activities, constituting approximately 66%, while only 34% is derived from physical production. Contrastingly, at the turn of the century, these figures stood at 56% and 44% respectively.
This trend extends beyond manufacturing, encompassing other sectors that significantly contribute to earnings from global production chains. Here too, service-oriented activities play a pivotal role. This trend towards service-oriented activities is especially pronounced in the Netherlands compared to other developed economies, underscoring its leadership in professional services.
From a broader perspective, this study suggests that Dutch industrial policy needs re-evaluation to encom-
Dit onderzoek laat zien dat het Nederlandse industriebeleid vanuit een breder perspectief moet worden bekeken. Niet alleen de productie in de maakindustrie is belangrijk, maar ook de diensten die ermee samenhangen, binnen en buiten de maakindustrie. Het succes van industriebeleid zou niet alleen moeten worden afgemeten aan export- en groeicijfers van bepaalde bedrijfstakken, maar ook aan hoe goed Nederland is in diensten die productieprocessen overal ter wereld ondersteunen.
pass not only manufacturing outputs but also the critical services that support these processes. Evaluating the success of industrial policy should therefore consider not only export volumes and industry growth rates, but also the Netherlands’ proficiency in services crucial to global manufacturing.
Onder detailhandel vallen bedrijven die fysieke goederen voor persoonlijk gebruik aan de consument leveren. Zoals kledingwinkels, bakkerijen, juweliers, schoenenwinkels, supermarkten, bouwmarkten, meubelwinkel … enzovoort. De horeca bestaat uit hotels, restaurants, pensions, café’s, cafetaria’s, snackbars, dancings, theehuizen … enzovoort. CBS maakt statistieken over een groot aantal maatschappelijke onderwerpen en de uitkomsten daarvan zijn openbaar. Daartoe verzamelt het CBS gegevens van personen en bedrijven. Deze verzamelde gegevens worden verwerkt tot statistieken. Onderstaand geeft CBS de ontwikkelingen weer binnen de detailhandel en horeca over de laatste vijf jaar.
Het jaar 2020 is een breekpunt in de ontwikkeling van de detailhandel. De consumptie door huishoudens groeit tot 2020 vijf jaar achtereen. Totdat daar in 2020 abrupt een einde aan komt door de coronacrisis. Deze crisis leidt tot een forse daling van de totale consumptie. Daarnaast leidt deze crisis tot een verandering in wat er werd geconsumeerd en tot een verandering in hoe huishoudens goederen en diensten aanschaffen.
Retail trade encompasses businesses that supply physical goods for personal use to consumers, including clothing shops, bakeries, jewellers, shoe shops, supermarkets, DIY stores, and furniture shops. The hospitality industry includes hotels, restaurants, guesthouses, cafes, cafeterias, snack bars, dance halls, and teahouses.
CBS produces statistics on a wide range of social topics, and the results are made publicly available. Data is collected from individuals and companies, which is then processed into statistics. Below, CBS shows developments within the retail and hospitality sectors over the last five years.
The year 2020 marked a significant turning point in retail development. Household consumption had been growing for five consecutive years until 2020, when the COVID-19 crisis caused an abrupt decline in total consumption. The crisis also changed what was consumed and how households purchased goods and services.
Consumption of services fell sharply during the pandemic but has exceeded 2019 levels from 2022 onwards. Before COVID-19, service consumption was seasonally low-
De consumptie van diensten daalt sterk in de coronaperiode, maar ligt vanaf 2022 weer boven het niveau van 2019. Voor corona was de consumptie van diensten in de herfst en winter structureel lager. Dit seizoenpatroon is na de coronacrisis nog niet teruggekeerd.
Op het niveau van de bestedingscategorieën bestaan verschillen in de snelheid waarmee de consumptie herstelt.
De consumptie van horecadiensten ligt bijvoorbeeld in 2022 weer boven het niveau van 2019, terwijl de consumptie van toerisme-, recreatie- en cultuurdiensten daar nog onder blijft.
Direct na de coronacrisis is de consumptie van sommige producten sterk beïnvloed door de stijgende prijzen. De consumptie van voedingsmiddelen groeit tot en met 2021, maar na 2021 krimp deze naar een lager niveau dan in 2019. Dat is grotendeels een gevolg van de prijsstijgingen. Hetzelfde gaat op voor de consumptie van energie, waarvan de daling van het verbruik niet op weegt tegen de stijging van de prijzen. Huishoudens geven daardoor wel meer geld uit aan voedingsmiddelen en energie dan in 2019.
De diverse lockdowns en beperkingen vanwege de coronacrisis zorgen ervoor dat de omzet van webwinkels in 2020 en 2021 harder stijgt dan daarvoor. De versnelling van de
Bron en afbeelding: CBS.
Source and image: CBS.
er in autumn and winter, a pattern that has yet to return post-pandemic.
Recovery rates varied across spending categories. For instance, hospitality services consumption surpassed 2019 levels by 2022, while tourism, leisure, and cultural services remained below.
Rising prices, immediately after the pandemic, strongly affected consumption of some products. Food consumption grew until 2021, then shrank to below 2019 levels, primarily due to price increases. The same trend applied to energy consumption, where decreased consumption did not offset rising prices, leading households to spend more on food and energy than in 2019.
Lockdowns and restrictions during the pandemic accelerated online retail sales in 2020 and 2021; however, this growth did not continue post-pandemic. In several industries, internet sales have actually declined.
Despite disruptions, households tend to return to stable consumption patterns, leading to a near-complete return to pre-pandemic levels. Back to the old normal, in other words.
As of 1 January 2024, the Netherlands has over 83,000 physical shops, an increase of 1,100 from 2023, breaking a decade-long downward trend. The number of DIY shops
groei in de coronajaren zet daarna niet door. In meerdere branches daalden de internetverkopen zelfs. Met het gegeven dat huishoudens stabiele consumptiepatronen waarderen en daarnaar handelen is verklaard waarom consumptie na elke trendbreuk toch grotendeels op het oude niveau of groeipatroon terugkeert. Terug naar het oude normaal dus.
Op 1 januari 2024 telt Nederland ruim 83 duizend fysieke winkels. Dat zijn er elfhonderd meer dan in 2023. Hiermee wordt de dalende trend van het afgelopen decennium onderbroken. Het aantal doe-het-zelfwinkels stijgt het meest, het aantal tuincentra, bloemen- en dierenwinkels daalt in die periode het sterkst. Dit blijkt uit voorlopige cijfers van het CBS. Aan het begin van 2024 zijn er weer bijna evenveel fysieke winkels als begin 2022. Net als in voorgaande jaren is het aantal webwinkels gestegen. Er zijn op 1 januari 2024 ruim 95 duizend webwinkels in Nederland.
Kledingwinkels zijn koploper
In de winkelstraten komen kledingwinkels het meest voor, goed voor ruim 16 procent van alle winkels op 1 januari 2024. Dit aandeel is gelijk gebleven. Er zijn nu ruim 13 duizend kledingwinkels in Nederland. Het aantal supermarkten (6,7 duizend) is boven het aantal winkels in overige huishoudartikelen (6,4 duizend) uitgestegen.
Waar in 2021 het aantal boekenwinkels nog het hardst
increased the most, while garden centres, flower shops, and pet shops saw the largest decreases. Preliminary CBS figures indicate that by early 2024, the number of physical shops was almost as high as in early 2022. Meanwhile, the number of online shops continued to rise, with over 95,000 online shops in the Netherlands as of 1 January 2024.
On high streets, clothing shops are the most common, making up over 16% of all shops as of 1 January 2024. This percentage has remained steady, with over 13,000 clothing shops nationwide. The number of supermarkets (6,700) has risen above the number of shops selling other household goods (6,400).
While the number of bookstores declined the most in 2021, they saw the highest relative increase (12.9%) in 2023. There were nearly 660 bookstores as of 1 January 2024. In absolute terms, DIY shops increased the most over the same period. Conversely, shops selling white and brown goods and audio and video recordings saw the greatest relative declines since 2022. In absolute numbers, flower shops, pet shops, and garden centres decreased the most.
In two-thirds of municipalities, there was an increase in
daalt zijn boekhandels in 2023 relatief het sterkst in aantal toegenomen (12,9 procent). Er zijn bijna 660 boekenwinkels op 1 januari 2024. Absoluut gezien stijgt in dezelfde periode het aantal winkels in doe-het-zelfartikelen het meest. Winkels in wit- en bruingoed en audio- en video-opnamen verdwijnen relatief het meest sinds 2022. In absolute aantallen daalt het aantal bloemenwinkels, dierenwinkels en tuincentra het sterkst.
Twee derde van gemeenten ziet aantal winkels stijgen
In twee derde van de gemeenten nam het aantal winkels toe. In de gemeente Oostzaan steeg het aantal winkels relatief het sterkst, met 20 procent ten opzichte van 1 januari 2023. Een van de sterkste dalers is buurgemeente Wormerland. In zestien van de twintig qua inwoneraantal grootste gemeenten groeit het aantal winkels. De grootste stijger is de gemeente Haarlemmermeer. In de gemeenten Apeldoorn, Eindhoven, Haarlem en Arnhem daalt het aanbod, maar deze afname is relatief klein. In alle provincies is het aantal inwoners per 1 januari 2024 toegenomen ten opzichte van een jaar eerder. Het aantal fysieke winkels stijgt onderwijl niet overal even hard mee. In Zeeland, waar de toename van het inwonertal het kleinst is, stijgt het aantal winkels per hoofd het hardst. In Utrecht, Friesland en Noord-Brabant is sprake van een lichte daling in het aantal te bezoeken winkels per inwoner.
Horeca
De toegevoegde waarde van de bedrijfstak horeca komt in 2022 voor het eerst uit op een hoger niveau dan voor de coronapandemie. In 2020 daalde de toegevoegde waarde nog met 40 procent. Het is in dat jaar de zwaarst getroffen bedrijfstak. Gedurende 2021 groeit de horeca een klein betje. In de periode voor de coronacrisis liep de ontwikkeling van de horeca redelijk gelijk op met die van de Nederlandse economie. De economie krimpt in 2020, maar deze krimp is dan veel minder sterk dan in de horeca. De Nederlandse economie is in 2021 al op een hoger niveau dan voor de coronapandemie, de horeca bereikt dat punt in 2022. De omzet in de horeca groeit in het eerste kwartaal van 2024 met 8,1 procent ten opzichte van het eerste kwartaal van 2023. De omzet van logiesverstrekking is 8,3 procent hoger, de omzet van eet- en drinkgelegenheden is 8 procent hoger. Het eerste kwartaal van 2024 is het twaalfde kwartaal op rij waarin de horeca meer omzet dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder.
the number of shops. The municipality of Oostzaan experienced the highest relative increase at 20% compared to 1 January 2023, while neighbouring Wormerland saw one of the largest decreases. Among the 20 largest municipalities by population, 16 saw an increase in the number of shops, with Haarlemmermeer experiencing the largest growth. However, the number of shops slightly decreased in Apeldoorn, Eindhoven, Haarlem, and Arnhem.
All provinces saw population increases as of 1 January 2024 compared to a year earlier, but the number of physical shops did not increase at the same rate everywhere. Zeeland, which had the smallest population growth, saw the fastest increase in the number of shops per capita.
Utrecht, Friesland, and North Brabant saw slight decreases in the number of shops per inhabitant.
The added value of the hospitality industry reached a higher level in 2022 than before the pandemic, despite a 40% drop in 2020, making it the hardest-hit industry that year. The sector saw slight growth in 2021. Before the pandemic, the hospitality industry’s development paralleled that of the Dutch economy. The economy contracted in 2020 but to a lesser extent than the hospitality industry. The Dutch economy recovered to pre-pandemic levels in 2021, while the hospitality industry reached that point in 2022.
In the first quarter of 2024, the turnover of the hospitality industry grew by 8.1% compared to the same period in 2023. Turnover for lodging establishments increased by 8.3%, and for eating and drinking establishments by 8%. The first quarter of 2024 marked the twelfth consecutive quarter of year-on-year turnover growth for the hospitality industry.
In oktober 1922 werd ‘Ingenieursbureau v/h J.M.C Van Borselen en Co’ door de heren Louis Levie Bendien en Johannes Mari Charles van Borselen opgericht. Als verhandelaar van technische handelsartikelen, specifiek voor de mijnbouw. Waaronder dieselmotoren, mijnlampen en grondschrapers.
Van mijnbouwartikelen naar filters en separatoren
In 1953 werden de eerste filters verhandeld, voor de waterbehandeling. Van Borselen Filters heeft in de jaren die volgden o.a. een flinke bijdrage geleverd aan de energiehuishouding van Suriname. Het bedrijf was betrokken bij het afdammen van een rivier waardoor een groot
meer ontstond, waarvan het water gebruikt werd voor de opwekking van elektriciteit. Scheepsladingen vol materiaal zijn door Van Borselen Filters verzonden. Ook een deel van het personeel werd door Van Borselen Filters geselecteerd.
In de jaren 70 werd volledig overgegaan van de verhandeling in mijnbouwartikelen naar de verhandeling van filters, aanverwante artikelen en specialisatie in separatoren. In de jaren 80 werd het assortiment van filters en separatoren verder uitgebouwd. Het trotse familiebedrijf Van Borselen Filters is uitgegroeid tot specialist in vloeistoffiltratie en -separatie. Daarbij voert men ook producten onder eigen merknaam en is er een eigen testlab.
De rijke ervaring en diepgaande kennis stelt de onderneming in staat om altijd het ideale filtersysteem te creëren dat naadloos aansluit op de specifieke processen van de klantenkring.
Het bedrijf is tweemaal herrezen uit haar as. Op 3 maart 1945 werd Ingenieursbureau v/h J.M.C Van Borselen en Co verwoest door het bombardement op het Bezuidenhout en Korte Voorhout te Den Haag. In 2008 sloeg brand in een nabijgelegen pand over naar Van Borselen Filters, waarbij het pand volledig werd verwoest.
Enthousiasme, kwaliteit en gezelligheid
‘Met een team vol enthousiaste specialisten zijn wij niet alleen gedreven door kwaliteit, maar ook door gezelligheid. We geloven dat een goede sfeer op de werkvloer bijdraagt aan het leveren van de beste oplossingen voor onze klanten. In de afgelopen jaren zijn we ook uitgegroeid tot een snelgroeiend bedrijf en zijn we trots dat we de titel van hofleverancier mogen dragen. Dit getuigt van ons streven naar de tevredenheid van onze klanten.’
In October 1922, Ingenieursbureau v/h J.M.C. Van Borselen en Co was founded by Louis Levie Bendien and Johannes Mari Charles van Borselen. Originally, the company traded technical supplies specifically for the mining industry, including diesel engines, mining lamps, and earth scrapers.
From Mining Equipment to Filtration and Separation Solutions
In 1953, Van Borselen Filters expanded its offerings by trading its first water treatment filters. In the years that followed, the company played a key role in Suriname’s energy development, contributing to the damming of a river to create a large lake for hydroelectric power generation. Van Borselen Filters was responsible for shipping entire consignments of materials and even selecting personnel for the project.
During the 1970s, the company shifted its focus entirely from mining supplies to filters, related products, and specialist separators. The 1980s saw further expansion of its range. Today, Van Borselen Filters is a proud family business, specialising in liquid filtration and separation. The company not only supplies a wide range of leading filtration products but also offers solutions under its own brand name and operates its own testing laboratory. Thanks to its extensive experience and deep technical expertise, Van
Borselen Filters consistently delivers tailor-made filtration systems that seamlessly integrate with the processes of its clients.
The company has shown remarkable resilience, having risen twice from devastating setbacks. On 3 March 1945, Ingenieursbureau v/h J.M.C. Van Borselen en Co was destroyed during the bombings of Bezuidenhout and Korte Voorhout in The Hague. In 2008, a fire in a neighbouring building spread to Van Borselen Filters, completely destroying its premises.
Driven by Enthusiasm, Quality and Camaraderie
‘Our team of passionate specialists is driven not only by a commitment to quality but also by a strong sense of camaraderie. We believe a positive and friendly working environment is key to finding the best solutions for our customers. In recent years, we have grown rapidly, and we are proud to have been awarded the title of ‘Purveyor to the Royal Household’ — a true testament to our dedication to customer satisfaction.’
Van Borselen Filters B.V.
Argonstraat 66 2718 SN Zoetermeer
T +31(0)79 203 49 13
E info@vanborselen.nl
I www.vanborselen.nl
Bouwen zit in ons bloed. Al vier generaties lang realiseren wij mooie projecten, waardoor we bouwers zijn in hart en nieren. Onze liefde voor het vak weerspiegelt zich in de kwaliteit van ons werk. Als bekroond bouwbedrijf streven we altijd naar een resultaat met een gouden randje.
Naast nieuwbouw en verbouw zijn wij ook gespecialiseerd in het restaureren van monumenten. Monumenten vragen om zorgvuldig onderhoud; een likje verf is vaak niet genoeg. Hiervoor heb je de expertise van ervaren restauratieprofessionals nodig. Als gecertificeerd Erkend Restauratiebedrijf voor Monumenten voeren wij onze werkzaamheden uit volgens alle geldende richtlijnen in de monumentenzorg. Dankzij onze eigen materieel en professionele timmerwerkplaats kunnen we de kwaliteit van onze restauraties écht waarborgen.
In Zuidwest Nederland zijn we uitgegroeid tot een gerenommeerd bouwbedrijf. Een kroon op ons werk is het predicaat Hofleverancier, dat we met trots dragen. Met ruim 130 jaar ervaring zijn we vertrouwd en bekend met bouwen. Hoewel de wereld om ons heen verandert, blijft binnen Boogert één ding gelijk: de liefde voor goed en degelijk bouwen.
Dat geldt voor de nieuwbouw van een villa of kerk en het verbouwen van een ziekenhuis, maar ook voor de restauratie van een monument.
Met een vast team van eigen, goed opgeleide medewerkers en jongeren die het vak graag leren, werkt iedereen met zijn eigen specialisme, zoals nieuwbouw, onderhoud en restauratie. Bouwen kun je immers niet alleen, dat doe je samen. Of het nu gaat om het herstel van een monumentaal kozijn, het
plaatsen van een dakkapel of de realisatie van een compleet woonzorgcomplex, samen kunnen we vrijwel iedere opdracht aan. We zijn niet te bescheiden voor grote projecten en niet te groot voor bescheiden projecten.
Maar dat gaat niet zonder onze vakmannen; zij vormen de basis. We gaan altijd voor bekroonde kwaliteit, want vakmanschap staat hoog in het vaandel. We hebben liefde voor het vak en zijn trots op ons werk.
Bij Bouwbedrijf Boogert staan we klaar om samen met onze opdrachtgevers verder te bouwen aan een duurzame toekomst!
Manteling 8
4307 CJ Oosterland
T +31(0)111 641 596
E info@bouwbedrijfboogert.nl
I www.bouwbedrijfboogert.nl
Het Koninklijk Huis en het bedrijfsleven
Voor mensen en organisaties die een belangrijke rol vervullen of hebben vervuld in de samenleving of voor het Koninklijk Huis kent ons land een aantal Koninklijke onderscheidingen. De Koning kan het Recht tot het voeren van het Koninklijk wapen met de toevoeging ‘Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier’ toekennen aan ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf. Het predicaat Hofleverancier wordt daarbij toegekend aan bedrijven die een vooraanstaande plaats innemen in hun regio en belangrijk zijn in hun eigen branche. De bedrijven moeten minimaal honderd jaar bestaan. De bestuurders van het bedrijf moeten van onbesproken gedrag zijn. Evenals de onderneming zelf. Ook moet de ontstaansgeschiedenis van het bedrijf duidelijk zijn. In de regel betreft het familiebedrijven. Volgens het CBS telt Nederland meer dan 2 miljoen bedrijven. Waarvan zo’n 285.000 familiebedrijven. Op dit moment mogen ruim 700 bedrijven zich Hofleverancier noemen. Het predicaat Hofleverancier is dus zeer bijzonder.
In recognition of individuals and organisations that play or have played a significant role in society or for the Royal Household, the Netherlands offers several Royal awards. Among these, the King can grant the right to Bear the Royal Coat of Arms with the addition ‘By Royal Order Purveyor to the Royal Household’ to companies in the small and medium-sized business sector.
The designation of Purveyor to the Royal Household is awarded to companies that are prominent in their region and significant within their industry. To qualify, companies must have been in existence for at least 100 years, and both the directors and the company itself must exhibit impeccable conduct. The history and genesis of the company must also be well-documented, and typically, these are family-run businesses. According to the CBS, the Netherlands has over 2 million companies, of which approximately 285,000 are family businesses. Currently, over 700 companies hold the prestigious title of purveyor to the royal household, making the designation ‘Purveyor to the Royal Household’ exceptionally special.
Het predicaat Hofleverancier vindt oorsprong bij Napoleon
Napoleon speelt een hoofdrol in de Europese geschiedenis. Zo ook in Nederland. De Franse veldtocht in de Nederlanden vindt plaats van november 1792 tot juni 1795 als strijdtoneel gedurende de Eerste Coalitieoorlog. De Eerste Coalitie, met Oostenrijk (inclusief de Zuidelijke Nederlanden), de Verenigde Provinciën (Noordelijke Nederlanden), Pruisen, Groot-Brittannië, Hannover en Hessen-Kassel, probeert de macht van het revolutionaire Frankrijk te beperken.
Aan Franse zijde vechten Nederlandse patriotten. Die er met hulp van Franse troepen in 1795 in slagen om de regering van de oude Republiek De Verenigde Provinciën in de Noordelijke Nederlanden ten val te brengen, waarna de Bataafse Republiek wordt opgericht. De Zuidelijke Nederlanden (België) worden ingelijfd bij Frankrijk. In 1799 pleegt Napoleon een militaire staatsgreep in Frankrijk. In 1804 kroont Napoleon zichzelf tot keizer. In 1806 heerst hij over bijna heel Europa. Tot 1806 blijft de Bataafse Republiek formeel onafhankelijk van Frankrijk, waarbij wel steeds meer sturing vanuit Frankrijk wordt gegeven.
De slag bij Jemappes 6 november 1792. The battle of Jemappes 6 November 1792.
Napoleon plays a leading role in European history, including in the Netherlands. The French campaign in the Netherlands took place from November 1792 to June 1795, during the First Coalition War. The First Coalition, comprising Austria (including the Southern Netherlands), the United Provinces (Northern Netherlands), Prussia, Britain, Hanover, and Hesse-Kassel, aimed to curb the power of Revolutionary France.
On the French side, Dutch patriots fought alongside French troops. With their assistance, these patriots succeeded in overthrowing the government of the old Republic of the United Provinces in the Northern Netherlands in 1795, leading to the establishment of the Batavian Republic. Meanwhile, the Southern Netherlands (Belgium) was incorporated into France. In 1799, Napoleon staged a military coup in France and crowned himself Emperor in 1804. By 1806, he ruled almost all of Europe. The Batavian Republic remained formally independent of France until 1806, although with increasing steering from France.
De titel ‘Koopman des Konings’ is de voorloper
In 1806 benoemt Napoleon zijn broer Lodewijk Napoleon tot koning van Holland. Voor het eerst is Nederland een koninkrijk. Lodewijk Napoleon neemt zijn koningschap serieus en zet zich in voor de Hollandse zaak. Hij probeert Nederlands te leren, toont medeleven bij rampen en tracht wetenschap en kunsten te bevorderen. Hij laat o.a. de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen en het Rijksmuseum oprichten. Amsterdam wordt hoofdstad van Nederland. Hij betrekt het stadhuis op de Dam als paleis. Ook het bedrijfsleven kan op zijn sympathie rekenen. Lodewijk Napoleon introduceert de titel ‘Koopman des Konings’ als blijk van hoge waardering voor bedrijven die goederen en diensten leverden aan het hof. De kiem voor het latere predicaat Hofleverancier is daarmee gelegd.
Doordat Lodewijk Napoleon zijn eigen koers vaart, waarbij hij de belangen van Holland vooropstelt, komt hij in conflict met Napoleon. In 1810 zet Napoleon zijn broer af en lijft hij Nederland in bij het Franse Keizerrijk. De modernisering van het bestuur en de rechtspraak in de door Napoleon bezette gebieden hebben enorme invloed op het dagelijks leven. Toen en nu. De keizer introduceert de burgerlijke stand, waarvoor iedereen een vaste achternaam moet kiezen en moet gebruiken. Hij introduceert in zijn gebieden, waaronder Nederland, het metrische stelsel met de meter, de liter en de kilo. In continentaal Europa wordt sinds Napoleon overal rechts gereden. Het Franse burgerlijk recht, genaamd Code Napoleon, wordt overal ingevoerd. Burgers kun-
In 1806, Napoleon appointed his brother Louis Napoleon as King of Holland, marking the first time the Netherlands became a kingdom. Louis Napoleon took his kingship seriously, dedicating himself to the Dutch cause. He endeavoured to learn Dutch, showed compassion during disasters, and sought to promote science and the arts. Among his initiatives were the founding of the Royal Dutch Academy of Sciences and the commissioning of the Rijksmuseum. Amsterdam was established as the capital of the Netherlands, and he transformed the town hall on Dam Square into a royal palace. Louis Napoleon’s sympathy extended to the business community as well. He introduced the title ‘Merchant of the King’ as a mark of high esteem for businesses that supplied goods and services to the court. This gesture laid the foundation for the later designation of Purveyor to the Royal Household.
Because Louis Napoleon set his own course, prioritising Holland’s interests, he came into conflict with Napoleon. In 1810, Napoleon deposed his brother and annexed the Netherlands to the French Empire. The modernisation of administration and justice in the territories occupied by Napoleon had a profound impact on daily life, both then and now. The emperor introduced the civil registry, requiring everyone to choose and use a fixed surname. He implemented the metric system, standardising measurements with the metre, litre, and kilogram. Since Napoleon’s era, driving on the right-hand side has been the norm across continental Europe. French civil law, known as the Code Napoléon, was introduced across
Lodewijk Napoleon Bonaparte (1778-1846), koning van Holland (18061810). Schilderij van C.H. Hodges. Foto: Rijksmuseum.
Louis Napoleon Bonaparte (1778-1846), King of Holland (1806-1810). Painting by C.H. Hodges. Photo: Rijksmuseum.
nen vanaf dan huwen en scheiden zonder inmenging van een religieuze instelling. De maatschappelijke standen worden afgeschaft en daarmee ook de voorrechten en privileges van de geestelijkheid en de aristocratie. Deze grote juridische hervorming wordt vastgelegd in het nieuwe wetboek. Waarmee lokaal recht tot het verleden behoort. Nederland is voortaan een rechtsstaat waarin de rechtspraak openbaar is waarbij alle onderdanen voor de wet gelijk zijn.
Frankrijk trekt steeds meer macht naar zich toe. De invoering van de dienstplicht roept steeds meer weerstand op. Vooral doordat de vraag naar soldaten welhaast oneindig is vanwege de voortdurende oorlogen die Napoleon voert. Waarbij vele Nederlandse jonge mannen sterven in dienst van de keizer. De veldtocht van Napoleon naar Rusland in 1812 is het keerpunt. Napoleon wordt verslagen door een coalitieleger van Pruisen, Oostenrijk, Zweden en Rusland. In 1814 valt dit coalitieleger Frankrijk binnen. Napoleon delft het onderspit en wordt verbannen naar het eiland Elba. Nederland is weer onafhankelijk. De zoon van de voormalige stadhouder Willem V, Willem Frederik, wordt gekroond tot koning Willem I. In februari 1815 keert Napoleon terug naar Frankrijk en grijpt hij kortstondig, opnieuw de macht. Op 18 juni 1815 wordt hij definitief verslagen. Op het slagveld bij het Zuid-Nederlandse plaatsje Waterloo. Na de val van Napoleon behoudt men graag de napoleontische hervormingen. Zo blijft naast diverse moderniseringen o.a. de Code Napoleon bestaan.
the empire, including the Netherlands. This reform allowed citizens to marry and divorce without interference from religious institutions. Social classes were abolished, along with the privileges of the clergy and aristocracy. These major legal reforms were enshrined in the new law code, rendering local laws obsolete. Henceforth, the Netherlands became a constitutional state with public justice, where all citizens were equal before the law.
France was consolidating more power, but the introduction of conscription led to mounting resistance. This was particularly due to the nearly infinite demand for soldiers driven by Napoleon’s incessant wars, resulting in the deaths of many young Dutch men in service to the emperor. The turning point came with Napoleon’s campaign to Russia in 1812, leading to his defeat by a coalition army comprising Prussia, Austria, Sweden, and Russia. In 1814, this coalition invaded France, and Napoleon was forced to surrender, leading to his exile on the island of Elba. The Netherlands regained its independence, and William Frederick, the son of the former stadholder William V, was crowned King William I. Napoleon’s return to power in February 1815 proved short-lived. On 18 June 1815, he suffered his final defeat on the battlefield near the southern Dutch town of Waterloo. Despite Napoleon’s fall, many retained his reforms, including the enduring influence of the Code Napoléon alongside various modernisations.
When Napoleon was defeated in 1813, the Netherlands regained its independence. The son of the last stadholder, Wil-
Als Napoleon in 1813 verslagen is herwint Nederland zijn onafhankelijkheid. De zoon van de laatste stadhouder, Willem Frederik, keert terug uit ballingschap en wordt aangewezen om het koningschap van Nederland op zich te nemen. Hij accepteert de kroon wordt in 1814 in de Nieuwe Kerk in Amsterdam uitgeroepen tot soeverein vorst: koning Willem I.
In 1815 bepaalde het Congres van Wenen dat de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden weer verenigd zouden worden. Zo ontstaat een Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Een middelgroot Europees land met diverse koloniale bezittingen.
liam Frederick, returned from exile and was appointed to assume the kingship of the Netherlands. He accepted the crown and was proclaimed sovereign in 1814 in the Nieuwe Kerk in Amsterdam as King William I.
In 1815, the Congress of Vienna decided that the Northern and Southern Netherlands should be reunited to form the United Kingdom of the Netherlands. This created a medium-sized European country with several colonial possessions.
King’ to ‘Purveyor to the Royal Household’
In 1815, King William I introduced the title ‘Purveyor to the
Plein 1813 in Den Haag, monument voor Nederlandse Onafhankelijkheid. Stadszijde met standbeeld van koning Willem I.
Monument to Dutch Independence. The city side features a statue of King William I.
Slag bij Waterloo. Schilderij van J.W. Pieneman. De centrale figuur, te paard, is de hertog van Wellington, bevelhebber van het Engels-Nederlandse leger. Op een brancard, links op de voorgrond, ligt prins Willem, de toekomstige koning Willem II. Een kogel had hem in zijn linkerschouder getroffen. Foto: Rijksmuseum. The painting by J.W. Pieneman features the central figure, the Duke of Wellington, on horseback, who was the commander of the Anglo-Dutch army. In the left foreground, on a stretcher, lies Prince William, the future King William II, who was struck in the left shoulder by a bullet. Photo: Rijksmuseum.
Rijksregalia. Scepter gebruikt bij de inhuldigingen sinds koning Willem II, vervaardigd door de hofleverancier Meyer in Den Haag 1840. Foto: RVD. Regalia of the Realm: Sceptre used at inaugurations since King William II, manufactured by the Purveyor to the Royal Household Meyer in The Hague in 1840.
Photo: RVD.
Koning-koopman: van ‘Koopman des Konings’ naar ’Hofleverancier’
In 1815 voert koning Willem I het predicaat Hofleverancier in. Naast koning Willem I kunnen andere leden van het Koninklijk Huis het predicaat Hofleverancier verlenen, met toevoeging van hun eigen naam. Veelal wordt daarbij het wapenschild dat betreffend lid van het Koninklijk huis voert door de predicaathouder gebruikt. Na het predicaat Koninklijk (1806) is het predicaat Hofleverancier de oudste Koninklijke onderscheiding voor rechtspersonen, zoals ondernemingen, instellingen en verenigingen, die ons land kent.
Koning Willem I wordt veelal ‘koning-koopman’ genoemd. Dat komt doordat hij zich gedurende zijn bewind blijft inspannen om de economie van het land te stimuleren. Daarbij investeert hij zelf ook en vergaart hij miljoenen. In het Zuiden, het huidige België, vindt al vroeg de industriële revolutie plaats. De koning besluit dat dit gebied zich daarom moet focussen op de productie van goederen. In het Noorden bestaat de bedrijvigheid vooral uit handel. Koning Willem I besluit dat men zich moet toeleggen op het wereldwijd verhandelen en distribueren van producten. Zeevaart speelt de hoofdrol. Koloniën moeten kostbare handelswaar, zoals specerijen, opleveren. Binnen Nederland wordt infrastructuur aangelegd. Belangrijk voor intern goederenvervoer en daarmee een
Royal Household’. Beyond King William I, other members of the Royal House could also grant the title ‘Purveyor to the Royal Household’, accompanied by their own names. Often, the coat of arms of the relevant Royal Household member is used by the title holder. After the Royal designation (1806), ‘Purveyor to the Royal Household’ is the oldest royal decoration for legal entities such as companies, institutions, and associations in the Netherlands. King William I is often referred to as the ‘merchant king’. This nickname stems from his efforts to stimulate the country’s economy throughout his reign. He invested heavily himself and amassed millions. In the South, present-day Belgium, the Industrial Revolution occurred early, prompting the king to focus this area on the production of goods. In the North, activities primarily consisted of trade. King William I encouraged people to concentrate on trading and distributing products worldwide, with seafaring playing a leading role. Colonies were expected to produce valuable commodities, such as spices. Infrastructure within the Netherlands was also developed, significantly boosting internal goods transport and the economy.
Unrest brewed in the South, with significant dissatisfaction concerning King William I’s reign. Catholics opposed his interference in the training of priests, viewing it as in-
belangrijke stimulans voor de economie.
België onafhankelijk
In het Zuiden rommelt het. Er heerst veel onvrede over het bewind van koning Willem I. De katholieken willen niet dat hij zich, als protestant, bemoeit met de priesteropleiding. De liberale bovenlaag gruwt van zijn, volgens hen, veel te autoritaire stijl van leidinggeven. De pers voelt zich beknot in journalistieke vrijheden. Dat Willem I eist dat in het hele land Nederlands wordt gesproken helpt bepaald niet. Voor veel Belgen is Frans de voertaal.
De Zuidelijke Nederlanden komen in opstand en scheiden zich in 1830 af. Willem I reageert en stuurt er een leger op af. Zonder resultaat. De koning handhaaft dit leger echter nog negen jaar. Een duur besluit wat er ook voor zorgt dat de populariteit van de koning in het Noorden terugloopt. In 1839 erkent Nederland het nieuwe Koninkrijk België. Het jaar erop doet Willem I afstand van de troon ten gunste van zijn zoon Willem II. De rust keert terug in het Koninkrijk der Nederlanden.
Willem II en Willem III
Willem II is van 1840 tot 1849 Koning der Nederlanden, Groothertog van Luxemburg. Koning Willem II regeert tot zijn overlijden op 17 maart 1849. Willem II bemoeit zich weinig met het bedrijfsleven en investeert vooral in de renovatie van zijn paleizen en de groei van zijn persoonlijke kunstverzameling. Hij wordt opgevolgd door zijn oudste zoon, Willem III. Koning Willem III is van 1849 tot zijn dood Koning der Nederlanden en Groother-
appropriate for a Protestant king. The liberal upper classes resented what they perceived as his overly authoritarian leadership style. The press felt their journalistic freedoms were being curtailed. Moreover, William I’s insistence that Dutch be spoken throughout the country aggravated tensions, as French was the predominant language for many Belgians.
In 1830, the Southern Netherlands revolted and seceded. William I responded by sending an army, but to no avail. Nonetheless, he maintained this army for another nine years, a costly decision that further eroded his popularity in the North. In 1839, the Netherlands recognised the new Kingdom of Belgium. The following year, William I abdicated the throne in favour of his son, William II. Peace was restored to the Kingdom of the Netherlands.
William II reigned as King of the Netherlands and Grand Duke of Luxembourg from 1840 to 1849. His reign lasted until his demise on 17 March 1849. King William II was less involved in state affairs, focusing primarily on renovating his palaces and expanding his personal art collection. He was succeeded by his eldest son, William III. King William III reigned from 1849 until his death and also held the title of Grand Duke of Luxembourg. One of his notable achievements was putting the finances of the royal household in order.
When King William III died in 1890, his only daughter, Wilhelmina, was still too young to rule. Luxembourg, which had been linked to the Netherlands as
Portret van Willem I (1772-1843), koning der Nederlanden. Staande, ten voeten uit, in gala-uniform van generaal. Over de rechterschouder het lint van het Grootkruis van de Militaire Willemsorde. Portrait of William I (1772-1843), King of the Netherlands: Standing, fulllength, in general’s gala uniform. Over his right shoulder, he wears the ribbon of the Grand Cross of the Military Order of William.
Koningin-moeder Emma. Queen Mother Emma.
Koningin Wilhelmina tussen de ondernemers bij de Jaarbeurs in Utrecht, 1948.
In 1948, Queen Wilhelmina was seen among entrepreneurs at the Jaarbeurs in Utrecht.
tog van Luxemburg. Hij brengt de financiën van het Koninklijk Huis op orde.
Als Koning Willem III in 1890 sterft, is zijn enige dochter Wilhelmina nog te jong om te regeren. Luxemburg is als Groothertogdom in een personele unie verbonden met Nederland. In 1890 komt een eind aan de personele unie omdat Wilhelmina als vrouw sowieso haar vader niet mag opvolgen. Het hoofd van de andere tak van het Huis Nassau wordt Groothertog van Luxemburg. Onze monarchie staat er bij het volk en in de politiek niet goed op. Koningin Emma neemt als regentes het bewind voor haar dochter waar. Totdat Wilhelmina na haar achttiende verjaardag in 1898 de kroon overneemt. Koningin Emma bereidt haar dochter in die jaren voor op het vervullen van het Koningschap. Emma start een charmeoffensief. Ze brengt het Koninklijk Huis terug naar de burgers en ze onderhoudt veel contact met het bedrijfsleven. Daarbij oogst Emma waardering omdat zij direct, zonder tussenkomst van adviseurs, communiceert met ondernemers in alle takken van de handel en industrie.
Wilhelmina
Koningin Wilhelmina regeert gedurende een periode van vijftig jaar. Het is een onstuimige tijd. Als staatshoofd maakt zij twee wereldoorlogen mee. Alsmede de dekolonisatie van Indonesië. Wilhelmina staat in deze periode op zeer goede voet bij alle grote ondernemingen in ons land. De man van Koningin Wilhelmina, prins Hendrik, zet de door Emma ingezette lijn voort en is dus ook zeer betrokken bij - en actief voor - het Nederlandse bedrijfsleven.
a Grand Duchy in a personal union, saw this union end in 1890 because Wilhelmina, as a woman, was not permitted to succeed her father as Grand Duke. Consequently, the head of another branch of the House of Nassau became the Grand Duke of Luxembourg. At this time, the Dutch monarchy was not held in high esteem, either by the public or in political circles. Queen Emma stepped in as regent for her daughter, Wilhelmina, until Wilhelmina came of age and assumed the throne after her eighteenth birthday in 1898. During her regency, Queen Emma diligently prepared her daughter for her future role as queen. Emma also launched a charm offensive. She worked to bring the Royal House closer to the citizens and maintained extensive contact with the business community. Emma earned widespread appreciation for her direct communication with entrepreneurs across various industries, bypassing the need for advisors.
Queen Wilhelmina reigned for a remarkable 50 years, a period marked by significant turbulence. As head of state, she navigated through two world wars and oversaw the decolonisation of Indonesia. Throughout her reign, Wilhelmina maintained cordial relations with major corporations in our country. Prince Hendrik, her husband, carried forward Emma’s legacy and played a pivotal role in Dutch business life.
In September 1948, Juliana ascended to the throne following her mother’s reign. Juliana dedicated herself extensively to social causes over many years. In 1964, she was awarded an honorary doctorate from the University of Groningen in recognition of her contributions. Her hus-
Procession and parade at the Coronation Festivities that were held from August 31 to September 6, 1898, at the Nieuwe Leuvebrug in Rotterdam. Photo: Rotterdam City Archives, CC0.
In september 1948 volgt Juliana haar moeder op als koningin. Juliana zet zich gedurende vele jaren enorm in op maatschappelijk terrein. In 1964 ontvangt zij daarvoor een eredoctoraat aan de Rijksuniversiteit Groningen. Haar echtgenoot, prins Bernard, is zeer actief met economische- en defensiezaken. Tot eind 1976 is hij goodwill-ambassadeur van het Nederlandse bedrijfsleven in het buitenland. Daarnaast heeft hij commissariaten bij Fokker, Koninklijke Hoogovens, Koninklijke Jaarbeurs en KLM. Ook is hij beschermheer van De Industrieele Club. In 1976 wordt in een onderzoek van de Amerikaanse senaat naar mogelijke omkopingspraktijken bij vliegtuigbouwer Lockheed bekend dat prins Bernard smeergeld ontvangen zou hebben. Hoewel nooit daadwerkelijk is vastgesteld dat hij het geld daadwerkelijk ontvangen heeft, wordt Bernhard gevraagd zijn functies in de Nederlandse krijgsmacht neer te leggen. Daarnaast moet hij afscheid nemen van alle functies die hij in het bedrijfsleven bekleedt. In een na zijn dood gepubliceerd
band, Prince Bernard, played a proactive role in economic and defence affairs. Until the end of 1976, he served as a goodwill ambassador for Dutch business internationally and held supervisory roles at Fokker, Koninklijke Hoogovens, Koninklijke Jaarbeurs, and KLM. He also served as patron of The Industrial Club. In 1976, an investigation by the US Senate into alleged bribery practices at Lockheed revealed claims that Prince Bernard had received bribes. Although it was never definitively proven that he accepted the money, Bernard was requested to resign from his positions in the Dutch armed forces and relinquish his corporate roles. In an interview published posthumously, Bernard acknowledged that accepting the money had been a significant mistake.
In 1980, Juliana abdicated and Beatrix succeeded her as queen. As an ambassador of entrepreneurial Holland abroad, Queen Beatrix proved immensely valuable to the business community. During state visits, Beatrix actively
Koningin Juliana is op de tentoonstelling ‘Luxemburg onder Oranje-Nassau 1815-1890’ in het Gemeentemuseum te Den Haag.
Links een portret van koning Willem III, daarnaast een borstbeeld van prins Hendrik.
Queen Juliana is depicted in a photograph from the exhibition ‘Luxembourg under Orange-Nassau 1815-1890’ at the Gemeentemuseum in The Hague. The image shows her standing beside a portrait of King William III, alongside a bust of Prince Hendrik.
interview geeft Bernard toe dat het een grote fout van hem is geweest om het geld aan te nemen.
In 1980 treedt Juliana af en volgt Beatrix haar op. Koningin Beatrix is als ambassadeur van ondernemend Nederland in het buitenland van grote waarde geweest voor het bedrijfsleven. Tijdens staatsbezoeken laat Beatrix ruimte voor bedrijven om in haar kielzog mee te reizen. In het buitenland kweekt de vorstin goodwill door haar aanwezigheid. Dat schept kansen voor de deelnemende bedrijven. Perfectionisme en inzet kenmerken Beatrix. Tijdens haar koningschap brengt ze 54 staatsbezoeken. Haar man, prins Claus, legt zich toe op ontwikkelingssamenwerking. Daarnaast wordt hij commissaris bij De Nederlandsche Bank en Koninklijke PTT.
Hofleverancier
Kort na haar aantreden laat Beatrix het Nederlandse hof
facilitated opportunities for accompanying companies. Her presence abroad fostered goodwill and opened opportunities for participating firms. Beatrix is known for her perfectionism and unwavering dedication. Throughout her reign, she undertook 54 state visits. Her husband, Prince Claus, dedicated himself to development cooperation initiatives. He also served as a commissioner of De Nederlandsche Bank and Koninklijke PTT.
Shortly after ascending to the throne, Beatrix initiated a reorganisation of the Dutch court. In 1987, she issued a royal decree that revised the granting of the designation “Purveyor to the Royal Household,” a prerogative of the monarch. A new coat of arms, featuring a modern interpretation of the Royal coat of arms, was also introduced. Exclusive to the head of state, the predicate allows companies the honour of displaying the Royal coat of arms alongside the title “By Royal Order purveyor to the Royal House-
1986, Koningin Beatrix bekijkt een Hollandse Kropper tijdens de jubileumtentoonstelling van de Koninklijke Nederlandse Vereniging Avicultura.
In 1986, Queen Beatrix was captured admiring a Dutch Pouter during the jubilee exhibition of the Royal Dutch Avicultural Society.
reorganiseren. De toekenning van het predicaat Hofleverancier is een prerogatief van de Koning en is in 1987 opnieuw geregeld per Koninklijke Beschikking. Er is een nieuw wapenschild ontworpen met een moderne versie van het Koninklijk wapen. Alleen het staatshoofd kan het recht tot het voeren van het predicaat Hofleverancier verlenen. Het predicaat geeft bedrijven het recht om het Koninklijk wapen te voeren met daarbij de toevoeging ‘Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier’. Toekenning van het recht het predicaat te voeren staat los van het gegeven of de betreffende onderneming leverancier is van het Koninklijk Huis, danwel een andere relatie heeft met het Koninklijk Huis.
Alle bedrijven met het predicaat Hofleverancier moeten zich sindsdien richten tot de koning om het predicaat te laten verlengen. Het predicaat wordt nu voor 25 jaar toegekend, waarna de gerechtigde aan de koning bestendiging kan vragen. Een (voorafgaand) verzoek om bestendiging is ook nodig, wanneer het eigendom of de feitelijke structuur van de gerechtigde veranderen. Bijvoorbeeld door verkoop van de onderneming. Toekenning vindt in de regel plaats ter gelegenheid van een bijzonder jubileum, zoals een 100, 125 of 150-jarig bestaan of bij een zeer bijzondere gebeurtenis in het bedrijf. Aan verenigingen, stichtingen, instellingen of sportverenigingen op regionaal of lokaal niveau kan de koning een Koninklijke Erepenning verlenen. Daarnaast kan de koning aan verenigingen of instellingen een medaille als ereprijs toekennen. De onderscheidingen voor personen zijn onderverdeeld in ridderorden (lintjes) en huisorden.
Willem-Alexander, de koning van handel
Al tijdens zijn periode als kroonprins houdt Willem-Alexander zich o.a. bezig met het Nederlandse bedrijfsleven. Willem-Alexander wordt op 30 april 2013 Koning der Nederlanden. Koning Willem-Alexander en koningin Máxima zetten hun staatsbezoeken vooral in voor de economische belangen van Nederland. Zowel binnen als buiten Europa.
Onder Willem-Alexander heeft het staatsbezoek een prominente functie als handelsmissie. Daar waar Koningin Beatrix ruimte liet aan het bedrijfsleven wil koning Willem-Alexander met zijn staatsbezoeken primair de
hold.” This distinction is conferred irrespective of whether the company serves as a purveyor to the Royal Household or maintains any other form of relationship with it. All companies holding the designation Purveyor to the Royal Household must now seek renewal from the king. The designation is initially awarded for 25 years, after which the holder can request its continuation. A prior request for continuation is required if there are changes in ownership or the actual structure of the holder, such as through a sale of the company. Typically, the designation is renewed during significant anniversaries like the 100th, 125th, or 150th year, or during special events in the company’s history. For regional or local associations, foundations, institutions, or sports clubs, the King may bestow a Royal Medal of Honour. Associations or institutions can also receive a medal as an honorary distinction. Individual honours are conferred through knight’s orders (ribbons) and house orders.
Even during his time as crown prince, Willem-Alexander was actively involved in Dutch business affairs. He ascended to the throne as King of the Netherlands on 30 April 2013. Since then, King Willem-Alexander and Queen Máxima have prioritised the economic interests of the Netherlands during their state visits, both within Europe and globally.
Under Willem-Alexander’s reign, state visits have taken on a significant role as trade missions. While Queen Beatrix allowed space for business engagements, King Willem-Alexander focuses on supporting Dutch economic initiatives through his state visits.
Within the Netherlands, both Willem-Alexander and Máxima undertake numerous working visits, demonstrating a strong commitment to engaging with the business community. See later in this issue for more information.
The Netherlands boasts over 700 suppliers to the royal household, with some being affiliated with the Purveyors to the Royal Household Foundation. This foundation was established independently of the Royal House. Membership in the Purveyors to the Royal Household Foun-
Het Koninklijk Paar poseert in de tuin van Paleis Huis ten Bosch tijdens een van de jaarlijkse fotosessies in juni 2024. Foto: RVD, Patrick van Katwijk.
The Royal Couple poses in the garden of Huis ten Bosch Palace during one of the annual photo sessions in June 2024. Photo: RVD, Patrick van Katwijk.
Nederlandse economische missies ondersteunen.
Binnen Nederland houden zowel Willem-Alexander als Máxima veel werkbezoeken, waarbij het bedrijfsleven volop aandacht krijgt. Zie ook verderop in deze uitgave.
Nederland heeft ruim 700 hofleveranciers. Een deel daarvan is aangesloten bij de Stichting Hofleveranciers. De oprichting van deze stichting is niet geïnitieerd door het Koninklijk Huis.
Aansluiting bij Stichting Hofleveranciers gebeurt op vrijwillige basis. Iedereen die de titel ‘Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier’ mag voeren kan deelnemen aan Stichting Hofleveranciers in Nederland. Ook andere geïnteresseerde organisaties en particulieren kunnen deelname aanvragen. De stichting bestaat uit 3 bestuursleden en maakt gebruik van enkele adviseurs. De bestuursleden zijn in het dagelijks leven niet verbonden aan een onderneming die is onderscheiden met het predicaat Hofleverancier. Het voornaamste doel van de stichting is de onderscheiding een bredere bekendheid en inhoud geven. Stichting Hofleveranciers beheert en onderhoudt een collectie oude wapenborden, oorkondes en predicaten, zowel afgegeven in Nederland als door buitenlandse vorstenhuizen.
Bedrijven die ’Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier’ zijn, mogen dit aan de buitenwereld kenbaar maken door het voeren van het Koninklijk wapen, voorzien van de tekst ‘Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier’. Dit kan ondermeer door middel van een wapenschild dat aan de wand of buitengevel wordt gemonteerd. Dit wapenschild is uitsluitend bij Sillen & Co te verkrijgen. Sillen & Co is sinds 1918 gevestigd in Swalmen en is inmiddels 106 jaar expert in het gieten van brons, koper en metaal. Het bedrijf is ook gemachtigd om het Belgische wapenschild te vervaardigen. In 2008 heeft Sillen & Co het gieten van de wapenschilden van Bosman & Florack overgenomen.
dation is voluntary. Those entitled to bear the title ‘By Royal Appointment Purveyor to the Royal Household’ can join in the Netherlands. Other interested organizations and individuals may also apply for participation. The foundation is governed by three board members and supported by several advisors. In their daily lives, the board members are not affiliated with companies holding the ‘Purveyor to the Royal Household’ designation.
The foundation’s primary goal is to enhance both the recognition and the significance of the award. Purveyors to the Royal Household Foundation manages and preserves a collection of historic coats of arms, charters, and designations issued both in the Netherlands and by foreign royal houses.
Companies that are ‘By Royal Appointment Purveyor to the Royal Household’ may make this known to the outside world by displaying the royal coat of arms, with the text ‘By Royal Appointment Purveyor to the Royal Household’. One way of doing this is by means of a coat of arms mounted on the wall or exterior wall. This coat of arms is available exclusively from Sillen & Co.
Sillen & Co has been based in Swalmen since 1918 and has been an expert in casting bronze, copper, and metal for 106 years. The company is also authorised to manufacture the Belgian coat of arms. In 2008, Sillen & Co took over casting the coats of arms of Bosman & Florack.
CC BY-SA 4.0 NoraFile.
Passie en plezier in het vak: dat is de rode draad door de geschiedenis van Bakkerij Kok. Al generaties lang giert het bakkersbloed door de aderen van de familie. De geschiedenis die we op deze pagina delen geeft een beeld van de ontwikkeling van de bakkerij door de decennia heen, de uitdagingen waar de bakkers voor hebben gestaan en de anekdotes die het waard zijn te delen.
Een schets van een bijzonder familiebedrijf
We starten in 1892. In dat jaar opent Bart Kok een bakkerij in de Voorstraat in Bergambacht. Zoon Johannes Hendrikus (roepnaam Henk) Kok, heeft niet alleen liefde voor het bakkersvak, maar ook voor Anna van den Berg. Ze delen een voorgeschiedenis: ook Anna is afkomstig uit een bakkersfamilie. Henk en Anna trouwen in 1922 en besluiten samen een bakkerij op te zetten in het mooie Schoonhoven: Bakkerij Kok.
Aan de Haven
De winkel met bakkerij bevindt zich aan de Haven 3, maar al gauw wordt dit pand te klein. Niet gek: in korte tijd krijgen Henk en Anna vijf kinderen. In 1929 verhuist het gezin met de onderneming naar een pand verderop, aan de Haven 57. Dat brengt een uitdaging met zich mee. Anno 2022 is Haven 57 een prachtig, groot pand – dat is in 1929 anders. Waar nu aan de havenkant de winkel is, bevindt zich bijna 100 jaar geleden de woonkamer van de voormalig bewoner. Er moet verbouwd worden. In de tuin achter de woning wordt de bakkerij gerealiseerd. En er komt woonruimte voor het gezin, dat in de loop van de jaren uitgroeit naar twaalf kinderen. Er is een jongenskamer en een meidenkamer - en tussen de bakkerij en de winkel vind je de slaapkamer van ‘pa en moe’: Henk en Anna.
De jaren ’30 en ’40 typeren zich als crisistijd. Er moet hard gewerkt worden voor weinig geld. Anna staat in de winkel en maakt lange dagen: de bakkerij is in die jaren ook in de avonden geopend. Oudste zonen Bart, Henk, Piet en Adriaan hebben al snel hun vaste taken in het bedrijf en zodra ‘de jonkies’ van het gezin in staat zijn mee te helpen, gebeurt dat. In de bakkerij, in de winkel of in de huishouding. Ondanks het harde werken is de sfeer in het gezin gemoedelijk en gezellig. Als het maar even kan, wordt er kattenkwaad uitgehaald.
Tijd voor Morris
Een sprong in de tijd. In 1963 staan drie zoons aan het roer van de bakkerij. Henk, Piet en Adriaan hebben de zaak overgenomen van Henk en Anna. Zoon Bart blijft aan de zijlijn betrokken: hij is verantwoordelijk voor de boekhouding. Volgens de zoons wordt het tijd voor een Morris, de eerste (bedrijfs)auto. Alles wordt netjes bijgehouden en het gereden aantal kilometers aan het einde van de maand verrekend. Meten is weten: ook toen al.
Bakkerij Kok
Haven 57 2871 CL Schoonhoven
T +31(0)182 382 496
E bakkerij.kok@gmail.com
I www.bakkerij-kok.nl
Luisterend oor
Ondanks het plezier van de auto zijn er de nodige kopzorgen. Drie gezinnen onderhouden van één bakkerij: het is krap. Te krap. In 1970 stopt broer Piet. Henk en Adriaan besluiten tot de aankoop van een tweede winkel in Lekkerkerk zodat ook daar brood verkocht kan worden. Bovendien saneren alle bakkers in de Zilverstad het bezorggebied en dat scheelt tijd… Als bakker bezorg je het brood, maar bied je ook een luisterend oor aan een klant met geldzorgen of hang je ‘even’ een gordijn op bij iemand.
Nieuwe generatie aan het roer
Het warme praatje: niet alleen bij de bezorging, ook in de bakkerij is altijd een luisterend oor. Dat proeven ook de kinderen van Henk en Adriaan. Henk trouwt met Adrie en krijgt vier kinderen: Anke, Ineke, Henriët en Jan-Hendrik. Het gezin van Adriaan en zijn vrouw
Clarie telt drie kinderen: Anita, Jeanette en Ard-Jan. Ook voor deze zeven kinderen staat het familiebedrijf in hun jeugd centraal. Het bakkersritme met een vroege start van de dag, de typerende geuren en áltijd ambachtelijk brood op voorraad. En natuurlijk allemaal meewerken in de drukke december maand met Sinterklaas (pepernoten, marsepein, speculaas), Kerst (stollen, amandelkransen, chocolade) en Oudejaarsdag (oliebollen en appelbeignets).
Jong geleerd
Jan-Hendrik heeft passie om in de voetsporen van zijn vader te treden. Hij volgt de bakkersopleiding en is op 16-jarige leeftijd al volop in het bedrijf aanwezig als bakker.
In 1985 rond hij de bakkersopleiding af en gaat hij volledig in de bakkerij werken, waar hij voornamelijk brood maakt. Elke nacht opnieuw: 1.30 tot 12.00 uur. Henk zet een stap terug in het bedrijf, vanwege gezondheidsproblemen. Jan-Hendrik en Adriaan werken nog tien jaar
samen. Adriaan is met name het gezicht van de bakkerij: hij is aanwezig in de winkel en maakt graag een praatje. Dat doet hij ook graag tijdens de bezorging. Ook is hij de man achter de administratie. Langzaam maar zeker draagt hij het roer over aan Jan-Hendrik. Wanneer Adriaan en Henk besluiten om van hun pensioen te gaan genieten, nemen Jan-Hendrik en zijn vrouw Sonja, in 1995 - op jonge leeftijd - de bakkerij over. Gelukkig blijven veel familieleden betrokken bij de bakkerij. Broers, zussen, hun kinderen en ook Coen en Daan, de zoons van Jan-Hendrik en Sonja.
Dertig jaar na deze overname wordt ‘100 jaar bakkerij Kok in Schoonhoven’ gevierd.
Dat het ambacht door de generaties heen doorgegeven is, mag zeker bijzonder genoemd worden. Het was niet mogelijk zonder klanten die het ambacht waarderen en – net als de generaties voor ons - houden van de unieke geur en smaak van zelfgebakken brood.
‘Ons jubileum is een feestje voor de hele stad. Vier je het mee?’
Specialiteiten
Eigenlijk kun je van elk van onze producten zeggen dat het ‘typisch Kok’ is. Toch zijn er een paar wel heel authentieke en eigen recepten.
Fonteynkoeck
De naam van de koek is te herleiden uit de 17e eeuw, toen bakker Koster zijn bakkerij had in de Fonteynsteeg. Hier kwam de heerlijke koek tot stand en vandaag de dag wordt de koek nog steeds volgens oud recept gebakken. De heerlijke koek is bij bakkerij Kok, op enkele meters afstand van de Fonteynsteeg, verkrijgbaar.
Jan Hagel
Veel mensen kennen deze koek als een klein koekje met anijssuiker erop. Onze Jan Hagel is echter andere koek! Het is een harde, luchtige koek met anijssmaak. De koek wordt in de Krimpener- en Alblasserwaard wel ‘sterk-Jan Hagel’ genoemd. Als in de lente het vee uit de stal naar buiten werd gebracht, moest de stal schoon gemaakt worden. Na dit zware karwei was er koffie met een stuk Jan Hagel voor de boerenknechten.
Zilverknar
Een stad als Schoonhoven heeft toch wel een ‘eigen’ broodje nodig, vonden wij. We bedachten de Zilverknar: een donker meergranen soort waarvan we zelf de ingrediënten samenstelden. De Zilverknar is rijk aan zaden en wordt in een vloerblik gebakken en gedecoreerd met boekweitgrutten. hiermee krijgt het broodje een afwerking die richting zilver gaat.
Nadat de Koning besluit om aan een bedrijf het Recht tot het voeren van het predicaat Hofleverancier toe te kennen, wordt de onderneming verzocht zich te verbinden aan de ‘Bepalingen betreffende het Predicaat Hofleverancier’.
In deze bepalingen staat dat de gerechtigde alles zal nalaten wat zijn reputatie zal schaden. Het Koninklijk Wapen moet worden gevoerd op de voorgeschreven wijze. Naar buiten toe mag alleen het daartoe ontworpen, specifieke wapen worden gebruikt. Hofleveranciers oude-stijl mogen echter wel hun oude schild met het Koninklijk Wapen binnenshuis blijven tonen als zij dat willen. Schending van de bepalingen kan leiden tot verlies van het predicaat. Bij faillissement of surseance van betaling vervalt het predicaat. Wanneer er wijzigingen plaatsvinden in het bezit of in de aard van de onderneming vervalt ook het recht tot het voeren van het predicaat. Het Recht kan sowieso te allen tijde worden ingetrokken. Het Recht wordt doorgaans toegekend voor een periode van ten hoogste 25 jaar. Na deze periode kan de gerechtigde, via de Burgemeester in de vestigingsplaats, aan de Koning verlenging vragen. Waarna opnieuw een toetsing plaatsvindt.
Het verkrijgen van het predicaat Hofleverancier is bepaald geen ‘walk in the park’. De aanvraagprocedure duurt doorgaans minimaal een jaar. Het predicaat kan worden aangevraagd via de Burgemeester in de vestigingsplaats of via de Gouverneur of Rijksvertegenwoordiger. De Burgemeester, Gouverneur of Rijksvertegenwoordiger bestu-
Upon the King’s decision to grant a company the Right to hold the Designation of Purveyor to the Royal Household, the company must adhere to the ‘Provisions concerning the Designation of Purveyor to the Royal Household’. These provisions stipulate that the entitled party must avoid any actions that could damage its reputation. The Royal Coat of Arms must be displayed as prescribed, using only the specific coat of arms designed for this purpose. However, traditional purveyors to the court may continue to display their old shield with the Royal Coat of Arms indoors if they wish.
Violation of these provisions may result in the loss of the designation. In cases of bankruptcy or suspension of payments, the predicate will automatically lapse. Changes in ownership or the nature of the business also cause the right to display the predicate to lapse. The Right can be withdrawn at any time. Typically, the Right is granted for a maximum period of 25 years. After this period, the entitled party can request an extension through the Mayor of their place of residence, which involves another review process.
Obtaining the designation of Purveyor to the Royal Household is a rigorous process. The application process usually takes at least a year. The predicate can be applied for through the Mayor of the place of residence or through the Governor or Kingdom Representative. The Mayor, Governor, or State Representative examines the application and ensures that sufficient supporting data is provided. This data is kept confidential. Records from the Judicial In-
deert de aanvraag en verifieert of er voldoende gegevens ter ondersteuning van de aanvraag zijn aangeleverd. Deze gegevens worden niet openbaar gemaakt. De registers van de Justitiële Informatiedienst worden opgevraagd en geraadpleegd. Hierna volgt, tezamen met de aanvraag, een advies aan de Commissaris van de Koning. De Commissaris van de Koning wint daarna zelf ook nog informatie in bij diverse instellingen welke relevant zijn voor de beoordeling. Denk daarbij aan overheidsinstellingen en ministeries. Hierna volgt zijn advies, waarop de koning een besluit neemt. De Commissaris van de Koning, Gouverneur of Rijksvertegenwoordiger bericht de aanvrager over de beslissing van de koning. Bij toekenning reikt de Commissaris van de Koning, Gouverneur of Rijksvertegenwoordiger gewoonlijk de oorkonde uit die bij het predicaat hoort.
Onderbouwing van de aanvraag
Voor het verkrijgen van het Predicaat Hofleverancier komen in principe alleen ondernemingen in aanmerking die gerekend kunnen worden tot het midden- en kleinbedrijf. Betreffende ondernemingen hebben dus minder dan 250 werknemers in dienst. Hun omzet moet minder dan 40 miljoen euro of hun jaarbalans minder dan 27 miljoen euro bedragen. In de eigen bedrijfstak moet de onderneming ten minste in de regio van de vestiging een vooraanstaande plaats innemen. De bedrijfsvoering dient onberispelijk te zijn. De onderneming, en ook de directie, moet te goeder naam en faam bekend staan en van onbesproken gedrag zijn. Een onderneming moet ten minste honderd jaar bestaan en het predicaat wordt slechts ter gelegenheid van een bijzonder jubileum (100- of 125-jarig bestaan en verder bij een veelvoud van 25 jaar) verleend. Een aanvraag zal voorzien moeten zijn van een degelijk bewijs van de oprichtingsdatum. Bij voorkeur is dit een direct bewijs, zoals een eerste inschrijving in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. Bij voldoende historische onderbouwing kan een indirect bewijs volstaan. Zoals jubileumadvertenties, krantenartikelen, of een vermelding in belastingregisters.
Naast bovenstaande bedrijfseigenschappen moet de aanvraag zijn voorzien van een overzicht met financiële kerncijfers. Op basis van onderstaande gegevens, over een
formation Service are requested and consulted, followed by a recommendation to the King’s Commissioner. The King’s Commissioner then gathers information from various relevant institutions, including government agencies and ministries. Based on this, the King’s Commissioner provides advice, upon which the King makes a decision. The King’s decision is communicated to the applicant by the King’s Commissioner, Governor, or Kingdom Representative. Upon approval, the certificate accompanying the predicate is usually presented by the King’s Commissioner, Governor, or Kingdom Representative.
Only small and medium-sized enterprises (SMEs) are eligible for the designation of Purveyor to the Royal Household. Eligible companies must have fewer than 250 employees, a turnover of less than EUR 40 million, or an annual balance sheet of less than EUR 27 million. The company must be prominent in its region and have operations beyond reproach. Both the company and its management must be of good repute and irreproachable conduct. A company must have existed for at least 100 years, and the predicate is awarded only on the occasion of a significant anniversary (100, 125 years, and further multiples of 25 years). An application must include solid proof of the company’s foundation date, preferably direct evidence such as the first registration in the Chamber of Commerce trade register. If sufficient historical evidence is available, indirect evidence, such as anniversary advertisements, newspaper articles, or entries in tax registers, may suffice.
In addition to the above business characteristics, the application must include a summary of key financial figures over the last five years, including:
• Net turnover
• Result from ordinary activities after tax
• Extraordinary result after tax
• Result after tax
• Investments
• Net cash flow
• Working capital
• Cash and cash equivalents
• Equity capital
• Loan capital
periode van de laatste vijf jaar.
• netto omzet
• resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belastingen
• buitengewoon resultaat na belastingen
• resultaat na belastingen
• investeringen
• netto-kasstroom
• werkkapitaal
• liquide middelen
• eigen vermogen
• vreemd vermogen
In aanvulling op de kerncijfers wordt een beschrijving verwacht van de financiële positie, gerelateerd aan de ontwikkelingen in de laatste vijf jaar, de huidige bedrijfsvoering en het verwachte toekomstperspectief. Het bestuur van de onderneming geeft hiermee de financiële reputatie en stabiliteit van de organisatie aan. De inhoud van deze beschrijving is vormvrij, maar de gedane uitspraken en gebruikte argumenten moeten voldoende zijn onderbouwd om een weloverwogen oordeel te kunnen vellen. Het financiële deel van de aanvraag dient te worden gecompleteerd met een rapportage van een openbare accountant over de financiële kerngegevens en de beschrijving van de financiële positie. De Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) heeft hiervoor een accountantsprotocol ontwikkeld in samenspraak met de Dienst Koninklijk Huis.
Ondernemingen die deel uitmaken van een concern dat reeds het predicaat Koninklijk voert, of waaraan vroeger het Recht tot het voeren van het Koninklijk Wapen met de toevoeging ‘Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier’ (oudtijds met de titel Hofleverancier) is verleend, kunnen in beginsel niet in aanmerking komen voor verlening van het Recht. Bedrijven die zich niet als een bedrijf uit het Koninkrijk der Nederlanden manifesteren, zoals vestigingen van buitenlandse multinationals, komen niet voor een predicaat in aanmerking. Ongeacht de duur van hun vestiging in het Koninkrijk. Ook nuts- en dienstverlenende instanties, zoals overheidsinstellingen, ziekenhuizen, verzorgingstehuizen, financiële instellingen, opleidingsinstituten, uitvaartondernemingen, advocaten en notarissen komen niet in aanmerking voor verlening van het Recht.
Additionally, a description of the company’s financial position is required, reflecting developments over the past five years, current operations, and future prospects, is required. This description should demonstrate the company’s financial reputation and stability. Though free in form, the statements and arguments must be sufficiently substantiated to enable a considered judgement. The financial section of the application must also include a report from a public accountant on the key financial data and description of the financial position . The Royal Netherlands Institute of Chartered Accountants (NBA) has developed an accountant protocol for this purpose in consultation with the Royal Household Service.
Companies that are part of a group already holding the designation Royal, or to which the Right to bear the Royal Coat of Arms with the addition ‘By Royal Order Purveyor to the Court’ (formerly with the title Purveyor to the Court) has been granted in the past, are generally not eligible for the granting of the Right. Companies that do not present themselves as businesses from the Kingdom of the Netherlands, such as branches of foreign multinationals, are not eligible for a predicate, regardless of the length of their establishment in the Kingdom. Utility and service organisations, such as government institutions, hospitals, nursing homes, financial institutions, educational institutions, funeral homes, lawyers, and notaries, are also not eligible for the granting of the Right.
‘We zijn hofleverancier maar de klant blijft altijd koning!’
De lange geschiedenis van Greving & Greving Opticiens begint in Assen. Geert Greving opent er in 1911 een winkel in goud, zilver, uurwerken en brillen. Als hij in 1927 overlijdt, zet zijn echtgenote de zaak voort. Hun zoon Dirk Hiddes Greving raakt geboeid door brillen en volgt de vakopleiding in Amsterdam. In 1945 neemt hij het bedrijf van zijn moeder over en bouwt het uit tot een speciaalzaak in optiek. Tot die tijd worden brillen vooral geleverd in zaken die optiek combineerden met goud- en zilver objecten, drogisterijartikelen, camera’s
Eind jaren 60 treden zijn zonen George en Ton toe tot het bedrijf. George opent samen met zijn vader een filiaal in Hoogeveen; de handelsnaam wordt dan Greving & Greving. Nadat deze zaak is overgedragen aan George, openen Ton en zijn vader het filiaal in Emmen. Ook deze zaak wordt aan de zoon overgedragen.
Zo’n 10 jaar later richten George en Ton de Optiek Organisatie Greving (OOG) Nederland BV op. Het is aanvankelijk een facilitair bedrijf voor de drie vestigingen, maar al snel start de uitbouw naar veertien filialen in Noord-Nederland. Inmiddels hebben Serge (1972) de zoon van Ton, en Rick (1972), de zoon van George, de optiekopleidingen gevolgd en treden toe tot de directie van de onderneming. Neef Bas Polling (1975), zoon van Nel Polling-Greving gaat de vestiging in Assen leiden. De organisatie laat in 2010 een schitterend gebouw langs de A28 bouwen waarin het kantoor en logistiek centrum wordt gevestigd en vanwaaruit de verdere groei kan worden gerealiseerd.
Greving & Greving is een bedrijf dat streeft naar perfectie in alle onderdelen van de marketing: de vestigingsplaats, de inrichting van de winkels, collecties, de gevarieerde prijsstelling , de kwaliteit van medewerkers en oogzorg via opticiens en optometristen. In al deze aspecten willen ze excelleren en succes hebben.
Voor de toekomst wordt gekeken naar wat op het pad komt. Alleen goede en weldoordachte ideeën hebben een kans van slagen. Er wordt goed nagedacht voordat eventuele volgende stappen worden gezet.
Wat de toekomst ook moge brengen en hoe groot het bedrijf ook zal worden, in basis zal het altijd klein blijven. En dat houdt in: zeer persoonlijk en servicegericht naar de klanten toe. De klant is koning, en zo behandelen we hem ook. Dat staat voor Greving & Greving als een huis. Dit maakt ook dat ze zich prima staande houden tussen de concurrentie.
Voor het familiebedrijf telt het zwaarst dat er een bijdrage wordt geleverd aan de continuïteit van de onderneming. Continuïteit staat bij alles wat wordt gedaan voorop. Gelukkig hebben daarom al 5 junioren van de vijfde generatie zich aan de deur van het optiekbedrijf gemeld.
greving@greving.nl www.greving.nl
Opgericht door Gerrit van Ekris in 1912 begon hij als o.a. reparateur en verkoop van rijwielen, motoren, landbouwwerktuigen, tractoren en later natuurlijk automobielen.
De tweede generatie Cees en Jan van Ekris brachten het bedrijf naar een hoger niveau. Van Chevrolet naar uiteindelijk het Opel dealerschap ontpopte Van Ekris zich in de weide omgeving als een zeer gewaardeerde dealer.
De derde generatie van de familie, bestaande uit Gert, Harry en Ruud van Ekris, die reeds vanaf 1974 officieel Toyota-dealer zijn. Zij zorgden voor de uitbreiding die noodzakelijk was om te groeien; in 1984 kwam de vestiging in Mijdrecht erbij, en in 1998 werd de kleine basis in Breukelen verruild voor een moderne showroom met volop ruimte in Maarssen. In 2012 werden wij, na 100 jaar, door onze toenmalige koningin Beatrix officieel benoemd tot hofleverancier en mochten wij het predicaat Hofleverancier ontvangen.
Deze titel, verleend aan bedrijven met een uitstekende reputatie en een bestaansgeschiedenis van minimaal honderd jaar, is een bekroning van het jarenlange vakmanschap en de sterke klantgerichtheid van het bedrijf. ‘Hofleverancierschap is de kroon op ons werk,’ zegt Calle van Ekris, die samen met zijn neven Ferry, Dennis en Stefan de huidige vierde generatie vormt.
Van Ekris heeft zich in vier generaties ontwikkeld tot een toonaangevende Toyota-dealer in het Groene Hart, met vestigingen in Mijdrecht, Maarssen, Alphen aan den Rijn en Woerden.
Vier generaties kwaliteit, klantgerichtheid en ondernemerschap Familiebedrijf Van Ekris viert een bijzonder jaar waarin het als hofleverancier niet alleen een waardige vertegenwoordiger van Nederlandse bedrijfswaarden blijft, maar ook het 50 jarige Toyota dealerschap waarbij wij ook de prestigieuze “Ichiban Best Retailer in Town Award 2024” in ontvangst mochten nemen.
Bekroonde klantgerichtheid uit zich in de “Beste Toyota Dealer van Nederland!”
Dit jaar werd Van Ekris door Toyota bekroond als beste dealer van Nederland met de Ichiban Award, een onderscheiding die klanttevredenheid en team inzet erkennen. “Onze mensen maken het verschil,” aldus vestigingscoördinator Stefan van de Bilt. Het team zet zich dagelijks in om de verwachtingen van klanten te overtreffen, een inspanning die de kern vormt van het succes van Van Ekris.
Cultuur van betrouwbaarheid en groei
Met het hofleverancierschap en de Ichiban Award heeft Van Ekris zich gevestigd als een levend cultureel erfgoed in de Nederlandse autowereld. De inzet voor klanttevredenheid en maatschappelijke betrokkenheid heeft geleid tot een sterke band met de lokale gemeenschap. De vierde generatie kiest bewust voor het behoud van de vertrouwde familiewaarden en focust zich op persoonlijke aandacht voor de werknemers, want het creëren van een positieve werkcultuur leidt tot betere prestaties en resulteert uiteindelijk in een hoge mate van klanttevredenheid.
Vooruitkijken met respect voor het verleden
De veranderingen in de automarkt ziet de vierde generatie als uitdagingen die zij met vertrouwen aangaan. Met de recente uitbreiding in Woerden en een stevige focus op klantbeleving en duurzaamheid zijn zij klaar voor de toekomst. Waar veel autobedrijven zich richten op grootschalige uitbreiding, blijft Van Ekris trouw aan hun familiaire karakter in het Groene Hart en aan de hechte band met hun klanten, die vaak al generaties lang trouw zijn.
Van Ekris bewijst dat kwaliteit, klantgerichtheid en maatschappelijk betrokkenheid een familiebedrijf succesvol maken – gisteren, vandaag en in de toekomst.
Van Ekris Autobedrijven
• Alphen aan den Rijn
• Mijdrecht
• Maarssen
• Woerden
T +31(0)348 436 060
I www.vanekris.nl
In Nederland zijn ruim 285.000 familiebedrijven actief. Dit zijn bedrijven die in eigendom zijn - en bestuurd worden door – familieleden uit een familie. Gezamenlijk zijn ze verantwoordelijk voor ruim 49% van de werkgelegenheid en bijna 53% van het Bruto Nationaal Product. Het familiebedrijf is daarmee de ruggengraat van de Nederlandse economie.
Familiebedrijven per sector
Familiebedrijven komen in Nederland in alle sectoren voor. Koplopers zijn de landbouw, bosbouw en visserij. Ook in de horeca, de autohandel en -reparatie en de detailhandel komen familiebedrijven relatief vaak voor. Gevolgd door industrie en vervoer en opslag. Familiebedrijven komen relatief gezien minder voor in de sectoren informatie en communicatie en specialistische zakelijke diensten.
In the Netherlands, over 285,000 family businesses are owned and managed by members of a single family. Together, they account for more than 49% of total employment and nearly 53% of the Gross National Product, making them integral to the Dutch economy.
Family businesses span across various sectors in the Netherlands. Predominantly, they thrive in agriculture, forestry, and fisheries, while also making significant contributions to hospitality, automotive trade and repair, and retail sectors. They are also present in industries including manufacturing, transportation, and storage. However, family businesses are comparatively less prevalent in sectors like information and communication and specialised business services.
Bij het grote publiek zijn producenten van consumptiegoederen de bekende familiebedrijven. In 2003 vierde Canisius het 100-jarig bestaan, en werd de fabrikant van deze Limburgse lekkernij door Koningin Beatrix benoemd tot hofleverancier. Eind 2020 is het bedrijf door stroopfabrikant Frumarco overgenomen. De familiebedrijven waaruit Frumarco ontstaan is maakten allemaal hun eigen merk stroop. Sicof maakte Sicof stroop, Timson maakte Timson stroop en Guillaume Henquet maakte Henquet stroop. Al deze merken maakt Frumarco nog steeds. Foto: door Megumi Nachev op Unsplash. Among these, consumer goods producers stand out as notable family businesses. For instance, In 2003, Canisius, a Limburg-based delicacy manufacturer, celebrated its centenary and was appointed as a purveyor to the royal household by Queen Beatrix. In a recent development, Canisius was acquired by syrup manufacturer Frumarco at the end of 2020. Frumarco itself emerged from a lineage of family firms, each renowned for producing its own brand of syrup: Sicof, Timson, and Henquet. These brands continue to thrive under the Frumarco umbrella today. Photo: from Megumi Nachev on Unsplash.
Familiebedrijven onderscheiden zich van andere bedrijven doordat de onderlinge verhoudingen anders zijn dan bij het gemiddelde bedrijf. Er is immers sprake van een familieband. Dat heeft gevolgen voor de bedrijfsvoering. Binnen familiebedrijven vinden we over het algemeen meer aandacht voor het perspectief op lange termijn. Het management is meer honkvast en extra betrokken. De familie heeft in veel gevallen voordeel van sterke roots in de regio. Vaak is er een mooie binding tussen familie en personeel en wordt er relatief snel beslist.
Er zijn ook specifieke uitdagingen voor familiebedrijven. Hoe vind je de juiste balans tussen familiebelang en commercieel belang? De bestuurders van het bedrijf hebben nu eenmaal ook een familierelatie. Conflicten op de werkvloer kunnen gemakkelijk leiden tot conflicten in de privesfeer. En vice-versa. Daarnaast wordt er uiteraard naar gestreefd om bedrijfsopvolging binnen de familie te houden. Daar liggen uitdagingen. Zoals verwachtingen dat een bepaald familielid het bedrijf uiteindelijk overneemt, waarbij in de loop der tijd blijkt dat hij of zij niet over de juiste ambitie of kwaliteiten beschikt.
En wat als jaloezie de kop opsteekt binnen de familie?
Ook de kwaliteit van bestuur is minder vanzelfsprekend dan wanneer men extern een bestuurder aantrekt op basis van geschiktheid.
Het neusje van de zalm
Toch slaat de balans over het algemeen flink door naar de positieve kant. Aangewakkerd door de grote hoeveelheid aanwezige kennis. Ter zake doende kennis wordt van generatie op generatie overgedragen. Dat is een zeer waardevol concept. Onder het mom jong geleerd is oud gedaan, werken familieleden vaak van jongs af aan binnen het bedrijf. Of men doet elders en gericht ervaring en inspiratie op om later klaar te zijn voor bedrijfsopvolging binnen het familiebedrijf. De wil om succes te vervolgen en uit te bouwen doet de rest. Familiebedrijven presteren vaak erg goed. Uit cijfers van het CBS blijkt dat familiebedrijven een relatief belangrijke rol spelen in onze economie. Het neusje van de zalm wordt daarbij gevormd door de familiebedrijven die het predicaat Hofleverancier mogen dragen.
Family businesses distinguish themselves from other enterprises primarily through their unique dynamics rooted in familial relationships. This inherent closeness significantly influences their operational strategies. Typically, family businesses exhibit a stronger emphasis on long-term perspectives, guided by a sense of honour and deeper involvement in management. Many benefit from deep-rooted ties in their local communities, fostering strong bonds between family members and staff, facilitating prompt decision-making.
However, family businesses also face specific challenges. Balancing familial interests with commercial imperatives poses a constant dilemma, especially when family members serve as company directors. Workplace conflicts can easily spill over into personal relationships, and vice versa. Moreover, ensuring successful business succession within the family presents its own set of hurdles. Expectations that a particular family member will eventually assume leadership may not align with their actual ambitions or abilities over time. Internal rivalries and jealousies further complicate matters. Unlike the hiring of external directors based solely on qualifications, the governance in family businesses often lacks clear guidelines.
The Cream of the Crop
Nonetheless, the scales generally tip strongly towards the positive. This is driven by the wealth of accumulated knowledge, which is carefully passed down through generations—a highly valuable tradition. Many family members start working within the company from a young age, embodying the adage that early learning leads to lifelong mastery. Alternatively, some seek external experiences deliberately, preparing themselves for future roles in the family business. The determination to sustain and build upon success further enhances their performance. According to CBS figures, family businesses play a significant role in our economy. Among them, those bestowed with the distinction of Purveyor to the Royal Household stand out as exemplars of excellence.
Het meest beroemde familiebedrijf en tevens Hofleverancier is ongetwijfeld bierbrouwer Heineken. Het verhaal van Heineken begint in de winter van 1864. Wanneer Gerard Adriaan Heineken op slechts 22-jarige leeftijd brouwerij de Hooiberg in Amsterdam overneemt. Gerard start als een van de eerste brouwers in Nederland met het brouwen van kwalitatieve pilsener. Waar de meeste Nederlandse brouwers vooral gespecialiseerd zijn in licht bier, donker bier en bruin bier. Binnen 10 jaar opent hij zijn tweede brouwerij, in Rotterdam. Gerard ontwikkelt zijn beroemde A-gist voor Heineken pils. Premium pilsener waarmee hij in 1889 de Grand Prix te Parijs wint. Tot op de dag van vandaag wordt deze mijlpaal afgebeeld op het etiket. Hierna verovert Gerard met zijn relatief kleine brouwerijbedrijf een groeiend deel van de wereldwijde biermarkt. Heineken is het eerste geïmporteerde biertje in de VS na het opheffen van de Drooglegging in 1933. Generaties volgen elkaar op, waarbij het bedrijf explosief groeit. De huidige bestuurder, Charlene de Carvalho-Heineken, geeft in lijn met haar vader en voorganger Freddy Heineken, continuïteit en evolutie de hoogste prioriteit. Met gerichte overnames en investeringen in nieuwe ondernemingen, categorieën en markten. Het bedrijf is inmiddels actief in meer dan 190 landen en bezit 300 biermerken. Met een totaal biervolume van meer dan 257 miljoen hectoliter behoort Heineken tot de grootste brouwerijen ter wereld.
Heineken bier. Foto: door p53112000 op Pixabay. Heineken beer. Photo: from p53112000 on Pixabay.
One of the most renowned family businesses and a Royal Warrant holder is undoubtedly Heineken. The Heineken saga began in the winter of 1864, when Gerard Adriaan Heineken, at just 22 years old, acquired Brewery de Hooiberg in Amsterdam. He quickly distinguished himself by brewing quality pilsner, a pioneering move in the Netherlands, where most brewers focused on light, dark, and brown beers. Within a decade, he expanded with a second brewery in Rotterdam. Gerard developed his iconic A-yeast for Heineken lager, which clinched the Grand Prix at the Paris Exhibition of 1889—an achievement still commemorated on its label today. Subsequently, Heineken surged to capture a significant share of the global beer market despite its modest beginnings. It became the first imported beer in the US after the repeal of Prohibition in 1933.
Generations have passed, witnessing explosive growth within the company. Charlene de Carvalho-Heineken, the current director, continues the legacy set by her father and predecessor, Freddy Heineken, placing utmost importance on continuity and evolution. Through strategic acquisitions and investments in new businesses, categories, and global markets, the company has expanded its presence to over 190 countries and owns 300 beer brands. Producing more than 257 million hectolitres of beer annually, Heineken stands as one of the world’s largest breweries.
Vakmanschap en ambacht zijn de rode draad bij Bossenbroek. Het vakmanschap zie je terug in de kennis van de confectie, het passend kunnen maken van de kleding in het eigen naaiatelier en het persoonlijke en klantgerichte advies van onze stylisten. “Onze stylisten kijken goed naar het lichaam van de klant. Dat is het uitgangspunt bij onze adviezen. Daarin zijn we eerlijk en oprecht. Uiteindelijk willen we onze klant met een tevreden gevoel de deur uit laten gaan.”
Vakmanschap zit al sinds 1923 in het DNA, wat begonnen is als zelfstandig kleermaker op een zolderkamertje is uitgegroeid tot twee succesvolle modezaken. Hendrik Bossenbroek is de grondlegger van dit familiebedrijf. Door de jaren zijn meerdere generaties aan het roer geweest en heeft iedereen zijn eigen stempel gezet op het bedrijf.
Anno 2024 werken Henk en Jannet Bossenbroek samen met EvertJan en Hetty van Elten verder aan Bossenbroek Man & Woman. Ze denken steeds vooruit en blijven opzoek naar onderscheidende en duurzame merken, zodat ze samen de wereld een stukje mooier kunnen maken.
BOSSENBROEK
Bij Bossenbroek Man zijn kostuums en colberts altijd belangrijk geweest. Ook in tijden dat deze niet in de mode waren. Bossenbroek heeft bewust gekozen om toch kostuums aan te blijven bieden, zowel voor trouwerijen, feesten, rouw, als zakelijk gebruik. Bossenbroek Man heeft ook een groot aanbod merken op het gebied van vrijetijdskleding.
BOSSENBROEK WOMAN
Bossenbroek Woman is een multibrandstore met een tal van modieuze en onderscheidende merken. Alle merken onder één dak, ideaal! Je kunt er slagen voor een trendy outfit, zakelijke garderobe of de perfecte look voor het feest. Ze denken graag met je mee om tot mooie en verrassende outfits door te combineren met merken. Dat is hun kracht. Met een eigen kleermakerij voor Bossenbroek Man & Woman kunnen ze de juiste pasvorm voor je op- en afmeten.
Bossenbroek Man
Kerkstraat 21
3781 GA Voorthuizen
T +31(0)342 471 378
E info@bossenbroekman.nl
I www.bossenbroekman.nl
Bossenbroek Woman
Hoofdstraat 175
3781 AE Voorthuizen
T +31(0)342 - 472 426
E info@bossenbroekwoman.nl
I www.bossenbroekwoman.nl
Met het wapen van het Koninkrijk der Nederlanden danwel het Koninklijk wapen respectievelijk het wapen van de Koning der Nederlanden bedoelt men hetzelfde. De term Koninklijk wapen wordt de laatste jaren het meeste gebruikt. Het geblokte schild met een leeuw, zwaard en pijlen is het heraldisch symbool van de Koning(in) en het land. De Koning der Nederlanden heeft het recht het Koninklijk wapen te voeren. In 1815 is het wapen ontworpen en vastgesteld. De beschrijving van huidige versie is vastgelegd door Koningin Wilhelmina per Koninklijk Besluit in 1907. De schildhoudende leeuwen zijn voortaan in goud, zonder kroon en werden vanaf 1907 ‘en profil’ afgebeeld in plaats van frontaal. Het Koninklijk wapen is opnieuw vastgelegd door Koningin Juliana in 1980. Het volledige Koninklijk wapen wordt exclusief gebruikt als symbool voor de Ko-
Koninklijk wapen 1815 – 1907, Hoge Raad van Adel. Royal Coat of Arms 1815-1907, High Council of Nobility.
The coat of arms of the Kingdom of the Netherlands, often referred to as the Royal Coat of Arms, denotes the same emblem. In recent years, the term “Royal Coat of Arms” has become more prevalent. The chequered shield featuring a lion, sword, and arrows is the heraldic symbol of the King and the country. The King of the Netherlands holds the exclusive right to bear the Royal Coat of Arms.
Designed and established in 1815, the Coat of Arms was later updated by Queen Wilhelmina through a Royal Decree in 1907. This decree specified that the shielded lions were to be depicted in gold, without a crown, and shown ‘en profil’ (in profile) rather than frontally. The Royal Coat of Arms was further redefined by Queen Juliana in 1980. The full Royal Coat of Arms is reserved exclusively for the King. Additionally, the King may grant companies the right to use the Royal Coat of Arms with the designation “By Roy-
Koninklijk wapen, RVD. Royal Coat of Arms, RVD.
Nederlands paspoort met op de voorzijde het Rijkswapen, door Bauke Bakkema CC BY-SA 4.0.
Dutch passport featuring the National Coat of Arms on the front, by Bauke Bakkema CC BY-SA 4.0.
ning zelf. Daarnaast kan de Koning ondernemingen het Koninklijk wapen met de toevoeging ‘Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier’ toekennen.
De officiële beschrijving van het wapen is als volgt. Schild: in azuur, bezaaid met staande blokjes van goud, een klimmende rechtsgewende leeuw van goud, gekroond met eene kroon van drie bladen en twee parelpunten van hetzelfde, getongd en genageld van keel, in den rechtervoorklauw opgeheven houdende in schuinlinkschen stand een ontbloot Romeinsch zwaard van zilver, met gevest van goud, en in den linker een bundel van zeven pijlen van zilver, met punten van goud, de punten omhoog, en de pijlen te zamen gebonden met een lint van goud.”
Als schildhouders twee leeuwen van goud, getongd en genageld van keel. Wapenspreuk ‘Je Maintiendrai’ in Latijnse letters van goud op een lint van azuur dat onder het wapenschild bevestigd is. Het wapen, voorzien van zijn uitwendige versierselen, het kan worden geplaatst op een mantel van purper, geboord van goud, gevoerd met hermelijn, opgebonden met koorden eindigende in kwasten, beide van goud, en gedekt door een baldakijn van purper, geboord van goud en dragende de Koninklijke kroon. De wapenspreuk ‘Je Maintiendrai’ (Ik zal hand-
Wapen voor het Predicaat Hofleverancier, RVD
Coat of Arms for the Designation Purveyor to the Royal Household, RVD.
al Order, Purveyor to the Royal Household.”
The official description of the coat of arms is as follows: Shield: In azure, studded with standing cubes of gold, a climbing right-armed lion of gold, crowned with a crown of three blades and two pearl points of the same, tongued and nailed in red, with the right front claw holding a silver Roman sword with a gold hilt, and the left claw holding a bundle of seven silver arrows with gold points, tied together with a gold ribbon.
As shield bearers, two golden lions, tongued and nailed in red. Motto: “Je Maintiendrai” in gold Latin letters on a ribbon of azure fastened below the coat of arms. The coat of arms, adorned with its external ornaments, may be placed on a mantle of purple, embroidered in gold, lined with ermine, tied up with gold cords ending in tassels, and covered by a purple canopy embroidered in gold and bearing the royal crown. The motto “Je Maintiendrai” (I will uphold) has been the motto of the House of Orange-Nassau since Stadtholder William I and was adopted by King William I in the Royal Coat of Arms in 1815.
The Royal Coat of Arms, without the crest and mantle, forms the National coat of arms. The National coat of
Klein Rijkswapen op de halve gulden, door astropiet CC BY-SA 4.0.
Small National coat of arms on the half guilder, by astropiet CC BY-SA 4.0.
haven). Is sinds stadhouder Willem I de wapenspreuk van het Huis Oranje-Nassau. Koning Willem I nam de spreuk in 1815 over in het Koninklijk wapen.
Het Koninklijk wapen zonder wapenmantel en wapentent vormen het Rijkswapen. Het Rijkswapen wordt gebruikt door de regering, ministeries, rijksoverheid en overheidsinstellingen. Bijvoorbeeld op ons paspoort.
Het huidige Rijkswapen is nu uniform maar bestond vanaf de jaren zeventig tot aan 2007 uit allerlei varianten. Varianten die waren ontstaan nadat de Nederlandse rijksoverheid na de Tweede Wereldoorlog werd opgedeeld in ministeries. Deze ministeries gebruikten op hun eigen briefpapier diverse varianten van het Rijkswapen. Vanaf de jaren zeventig loopt het min of meer uit de hand doordat de ministeries zich allemaal een duidelijk eigen identiteit willen aanmeten om zich daarmee te kunnen onderscheiden van elkaar. Per ministerie ontstaat een huisstijl die ook vertaald wordt in een eigen variant van het Rijkswapen.
Het kabinet Balkenende IV grijpt in 2007 in en maakt een einde aan de wildgroei. Er komt een huisstijl voor de hele rijksoverheid. Het oorspronkelijke Rijkswapen maakt een gestileerde rentree in het ontwerp van het Rijkslogo. Alle organisaties die rechtstreeks onder minis-
arms is used by the government, ministries, central government, and government agencies, appearing on official documents such as passports.
The current National Coat of Arms is now uniform. However, from the 1970s until 2007, it consisted of various versions. These variations emerged after the Dutch national government was divided into ministries following World War II. Each ministry used its own version of the national coat of arms on their letterheads. From the 1970s onwards, this practice escalated as ministries sought to establish distinct identities. Each ministry developed its own house style, resulting in multiple variants of the national coat of arms.
The Balkenende IV cabinet intervened in 2007 to put an end to the proliferation of variations. A single house style was established for the entire national government. The original national coat of arms was reintroduced in a stylised form in the design of the national logo. From 2008 onwards, all organisations directly under ministerial responsibility adopted the national logo and the corresponding house style.
The Small National Coat of Arms is used for placement in limited spaces and consists only of the shield with the
Officiële documenten van de Rijksoverheid zijn tegenwoordig te herkennen aan het Rijkslogo, CC0. Official documents of the central government can now be recognised by the National logo, CC0.
teriële verantwoordelijkheid vallen dragen per 2008 het Rijkslogo en de bijbehorende huisstijl.
Klein Rijkswapen en Rijkslogo
Het Klein Rijkswapen werd gebruikt voor plaatsing in beperkte ruimte en bestaat alleen uit het schild met de Koninklijke Kroon. De schildhouders ontbreken. Voorheen werd het geplaatst op ons muntgeld en diverse postzegels. In 2008 werd het Rijkslogo geïntroduceerd, waarop het gestileerde Rijkswapen is weergegeven. Officiële documenten van de Rijksoverheid zijn tegenwoordig te herkennen aan eenzelfde vormgeving en gebruik van het Rijkslogo.
Het gebruik van elementen uit het Koninklijk wapen of Rijkswapen is niet toegestaan omdat dit de suggestie kan wekken dat iemand namens, of met toestemming van, de Koning of de Nederlandse staat handelt. Afbeelding van bijvoorbeeld een schild of een leeuw gelijkend op het schild of de leeuwen uit het Rijkswapen is verboden.
De leeuw op het wapenschild draagt een zwaard en een bundel van zeven pijlen. De leeuw is afkomstig uit het wapen van het Huis Nassau, het zwaard en de pijlenbundel van de Statenleeuw. De pijlen staan symbool voor de zeven provinciën. De pijlen symboliseren ook samenwerking: de afzonderlijke pijlen zijn kwetsbaar, maar samen vormen ze een grote kracht. De Statenleeuw stond
Het wapen van Prinses Beatrix. Coat of Arms of Princess Beatrix.
Royal Crown, without the shield bearers. Previously, it appeared on coins and various stamps. In 2008, the National Coat of Arms was reintroduced in a stylised form as the National Logo. Official documents of the central government now feature a uniform design and the National Logo, ensuring consistency.
The use of elements from the Royal Coat of Arms or the National Coat of Arms is strictly prohibited as it may falsely suggest that an individual or entity is acting on behalf of, or with the permission of, the King or the Dutch state. Depiction of, for example, a shield or lion similar to the shield or lions from the National coat of arms is prohibited.
The lion depicted on the coat of arms holds a sword and a bundle of seven arrows. The lion is derived from the coat of arms of the House of Nassau, while the sword and arrows originate from the Staten Lion. The seven arrows symbolise the unity of the seven provinces, illustrating that while each arrow is fragile alone, together they represent formidable strength. During the period of the Republic of the United Netherlands, the Staten Lion featured prominently on the coat of arms of the States General. The inclusion of the crown and mantle underscores the royal dignity associated with the House of Orange-Nassau.
The King of the Netherlands displays the Royal Coat of
op het wapen van de Staten-Generaal in de periode van de Republiek der Verenigde Nederlanden. De kroon en de mantel benadrukken de Koninklijke waardigheid van het Huis Oranje-Nassau.
Wapens van leden van het Koninklijk Huis
De Koning der Nederlanden voert het Koninklijk wapen. Na troonsafstand voert hij het wapen dat hij eerder als troonopvolger voerde. De overige leden van het Koninklijk Huis aan wie bij geboorte een prinselijke titel is verleend bezitten een persoonlijk wapen.
Leden van het Koninklijk Huis die bij huwelijk een persoonlijke titel is verleend kunnen ook een persoonlijk wapen bezitten. De wapens van de leden van het Koninklijk Huis zijn volgens een bepaalde standaard opgebouwd. Waarbij in het eerste en vierde kwartier het Rijkswapen wordt afgebeeld terwijl in het tweede en derde kwartier de jachthoorn van het Huis van Oranje is opgenomen. In het hartschild wordt dan het eigen oorspronkelijke familiewapen geplaatst of het familiewapen van de aangetrouwde vader of moeder. Tot 2003 werd het wapenschild van een Prins gedekt met een helm en het wapenschild van een Prinses werd gedekt met een Koningskroon. Tegenwoordig worden alle wapenschilden gedekt met de Koningskroon.
Prinses Beatrix en haar zussen
Het wapen van Prinses Beatrix en haar zussen bevat in het eerste en vierde kwartier het Rijkswapen en in het tweede en derde kwartier de jachthoorn van het Huis Oranje. In het hartschild staat het familiewapen van het Huis Lippe, de roos.
Koningin Máxima
Het wapen van Koningin Máxima bevat in het eerste en vierde kwartier het Rijkswapen en in het tweede en derde kwartier de jachthoorn van het Huis Oranje. In het hartschild staat het familiewapen Zorreguieta, een burcht met deur en drie kantelen. Als getrouwde vrouw voert zij het wapen in ovale schildvorm.
Arms. Following abdication, he adopts the coat of arms he previously used as heir to the throne. Other members of the Royal House, born with princely titles, possess their own personal coat of arms.
Members of the Royal House who acquire a personal title through marriage may also have their own coat of arms. These coats of arms adhere to a specific standard: the first and fourth quarters feature the Kingdom coat of arms, while the second and third quarters incorporate the hunting horn of the House of Orange. The central shield typically displays the original family coat of arms or that of the father or mother by marriage. Until 2003, a Prince’s coat of arms was adorned with a helmet, while a Princess’s coat of arms was adorned with a King’s crown. Presently, all coats of arms are adorned with the King’s Crown.
The coat of arms of Princess Beatrix and her sisters features the Kingdom coat of arms in the first and fourth quarters, and the hunting horn of the House of Orange in the second and third quarters. The central shield bears the coat of arms of the House of Lippe, depicting a rose.
Queen Máxima’s coat of arms displays the Kingdom coat of arms in the first and fourth quarters, and the hunting horn of the House of Orange in the second and third quarters. The central shield features the Zorreguieta family coat of arms, which includes a castle with a door and three battlements. As a married woman, her coat of arms is depicted in oval shield form.
Het wapen van koningin Máxima, RVD. Coat of Arms of Queen Máxima, RVD.
Bakkerij Koenen wordt opgericht in 1869 aan de Klapstraat in Westervoort. Inmiddels is het familiebedrijf al meer dan 155 jaar specialist in brood van topkwaliteit, ovenverse snacks en het lekkerste gebak. Ambachtelijk en met liefde gebakken.
Naast een goede kwaliteit, zijn het meegaan met de tijd en het luisteren naar de klant essentieel. “Een klant koopt bij een winnaar, niet bij een verliezer” is de familieslogan. En het werkt. Inmiddels heeft Bakkerij Koenen naast haar productielocaties voor Brood en Banket, elf winkels in Westervoort, Duiven, Didam, Arnhem, Huissen, Nijmegen en Eerbeek.
Daarnaast levert de bakkerij ook aan diverse collega bakkerswinkels, hotels, bedrijfscateraars, supermarkten, en zorginstellingen. Hiervoor werkt zij ook samen met Top Bakkers, een organisatie van ambachtelijke bakkerijen door heel Nederland.
Doorontwikkeling
In 1992 nemen de broers Ton en Paul, als vijfde generatie het bedrijf over en treedt het toe tot het Echte Bakkersgilde. In 2002 besloot de familie Koenen te stoppen met het zelf produceren van banket en gaat daartoe een samenwerking met Banketbakkerij Jansen de Koning uit Arnhem aan.
De focus kon zo gelegd worden op het door-ontwikkelen van de productie in brood en speciaalbrood
Oprichting familiebedrijf Bakkerij Koenen aan de Klapstraat in Westervoort.
Broers Ton en Paul (5e generatie) nemen het bedrijf over.
Toetreding tot het selecte gezelschap van het Echte Bakkersgilde.
zoals bijvoorbeeld Desem- en Speltbroden. Om door te kunnen groeien verhuist de ambachtelijke bakkerij naar haar huidige locatie Het Vergun in Westervoort. Inmiddels staat ook de zesde generatie Koenen klaar om het stokje over te nemen.
Met het 150-jarig jubileum ontving Bakkerij Koenen het Predicaat Hofleverancier, waarna het complete bedrijf een nieuwe uitstraling kreeg als Bakkerij Koenen. In 2022 nam de familie Koenen de bakkerij Kampioensbakker Paul Berntsen te Didam over.
Daarnaast worden er winkels omgetoverd tot Ambachtelijke Bakkerscafés. Je vindt ze in Westervoort, Arnhem (Steenstraat, Amsterdamseweg en Kronenburg), Huissen en Eerbeek. Daar worden elke dag de lekkerste vers belegde broodjes, gebakjes, hartige- en zoete snacks geserveerd met kwaliteit koffie van Koffiebranderij in Peeze uit Arnhem, thee of fris. Ook verzorgen zij vanuit deze locaties diverse bedrijfslunches.
Laat je verleiden
‘Laat je lekker verleiden door de geur van ovenvers brood en banket in één van onze 11 winkels of bestel je favoriete producten eenvoudig en snel via onze webshop. Kun je morgen al genieten!’
Kijk op onze website voor een winkel bij jou in de buurt.
150-jarig bestaan met inmiddels een moderne bakkerij op het Vergun in Westervoort.
Ontvangst Predicaat Hofleverancier: nu ook koninklijk lekker brood!
Bakkerij Koenen
Het Vergun 22
6931 KD Westervoort
T +31(0)26 311 82 54
E info@bakkerijkoenen.nl
I www.bakkerijkoenen.nl
Bakker Paul
Kerkstraat 36
6941 AH Didam
T +31(0)316 221 452
E klantenservice@brood-shop.nl
I www.brood-shop.nl
De 6e generatie wordt klaargestoomd om de bakkerij over te nemen
De Koninklijke Erepenning is een ereteken dat kan worden verleend aan verenigingen, stichtingen of instellingen. Het symboliseert het respect en de waardering die de koning heeft voor bijzondere verdiensten van de ontvanger.
De Koninklijke Erepenning is ingesteld bij Koninklijke Beschikking van Z.M. de Koning zelf en hij beslist ook zelf over de toekenning. Alleen de koning kan de Erepenning toekennen, welke strikt op naam van de ontvangende instantie is. De begiftigde vereniging heeft het recht op briefpapier of gedrukte stukken van de onderscheiding in woord en/of beeld melding te maken.
De aanvraag van de Koninklijke Erepenning loopt via de burgemeester in de vestigingsplaats of via Gouverneur of Rijksvertegenwoordiger. De burgemeester, Gouverneur of Rijksvertegenwoordiger bekijkt of de gewenste gegevens ter ondersteuning van de aanvraag zijn bijge-
The Royal Medal of Honour is a prestigious award bestowed upon associations, foundations, or institutions. It symbolises the King’s respect and appreciation for the special merits of the recipient.
The Royal Medal of Honour is established by Royal Decree of H.M. the King, who also personally decides on its award. Only the King can confer the Medal, which is strictly in the name of the recipient organisation. The honoured association has the right to mention the award in words and/or images on their stationery or printed documents.
Applications for the Royal Medal of Honour are submitted through the mayor of the locality where the organisation is based, or via the Governor or Kingdom Representative. The mayor, Governor, or Kingdom Representative ensures that all necessary supporting documents are included, consulting the records of the Judicial Documentation Service as part of this process. The application, along with the
Erepenning van koningin Wilhelmina, in 1893 toegekend aan P.R. van Motman voor zijn inzending van koffie aan de Tentoonstelling van Landbouw, Veeteelt en Nijverheid in Batavia in 1893. CC0.
Queen Wilhelmina Medal of Honour, awarded in 1893 to P.R. van Motman for his submission of coffee to the Exhibition of Agriculture, Livestock and Industry in Batavia in 1893. CC0.
voegd. De registers van de Justitiële Documentatiedienst worden hiervoor geraadpleegd. De aanvraag wordt, voorzien van het advies van de burgemeester, aangeboden aan de Commissaris van de Koning in de betreffende provincie om door te sturen naar de koning. De Gouverneur of Rijksvertegenwoordiger stuurt zijn aanvraag rechtstreeks naar de koning. Te gelegener tijd bericht de Commissaris van de Koning, de Gouverneur of de Rijksvertegenwoordiger de aanvrager over de beslissing van de koning.
Huisorden
Huisorden zijn ingesteld bij Koninklijke Beschikking van Z.M. de Koning zelf en hij beslist ook zelf over de toekenning. Er bestaan twee Huisorden: de Huisorde van Oranje en de Huisorde van den Gouden Leeuw van Nassau. Een Huisorde is een orde die de Koning kan toekennen aan personen die zich voor het Koningshuis verdienstelijk hebben gemaakt. Er is geen handtekening van een minister nodig onder het besluit tot het verlenen van een Huisorde.
De Huisorde van Oranje wordt verleend aan Nederlanders en buitenlanders die zich verdienstelijk hebben gemaakt voor de Koning of voor het Koninklijk Huis. Koningin Wilhelmina stelde in 1905 de Huisorde van Oranje in. In 1969 werden de statuten door Konining Juliana gewijzigd. De Huisorde kent vier graden: Grootkruis, Groot Erekruis, Erekruis en Ridderkruis.
De Huisorde van den Gouden Leeuw van Nassau is in 1858 ingesteld door Koning Willem III en is een geza-
H.M Koningin Beatrix en Prins Bernhard reiken aan ir. F.J. Philips, presidentdirecteur Philips de eremedaille van Huisorde van Oranje aan. Foto: door Rob Mieremet Nationaal Archief. CC0.
H.M. Queen Beatrix and Prince Bernhard present Ir. F.J. Philips, president-director of Philips, with the Medal of Honour of the Order of the House of Orange. Photo: Rob Mieremet, National Archives, CC0.
mayor’s recommendation, is then forwarded to the Commissioner of the King in the relevant province, who submits it to the King. The Governor or Kingdom Representative sends their application directly to the King. In due course, the Commissioner of the King, the Governor, or the Kingdom Representative will inform the applicant of the King’s decision.
House Orders are established by Royal Decree of H.M. the King, who also personally decides on the awards. There are two House Orders: the Order of the House of Orange and the Order of the Golden Lion of the House of Nassau. These Orders are conferred by the King on individuals who have rendered meritorious service to the Royal Household. No ministerial signature is required for the decree granting a House Order.
The Order of the House of Orange is awarded to Dutch nationals and foreigners who have rendered distinguished service to the King, or the Royal Household. Queen Wilhelmina instituted the Order of the House of Orange in 1905, and its statutes were amended by Queen Juliana in 1969. The House Order has four degrees: Grand Cross, Grand Cross of Honour, Cross of Honour, and Knight’s Cross.
The Order of the Golden Lion of the House of Nassau was instituted in 1858 by King William III and is a joint order of the King and the Grand Duke of Luxembourg. They can jointly or separately award decorations in this order. The House Order has one class, Knight, and symbolises unity
Koning Willem-Alexander reikt de Eremedaille voor Voortvarendheid en Vernuft van de Huisorde van Oranje uit aan Richard Krajicek. De eremedaille is verleend aan de heer Krajicek voor zijn decennialange maatschappelijke inzet onder meer via de Krajicek Foundation. Foto: ANP.
King Willem-Alexander presents the Medal of Honour for Diligence and Ingenuity of the Order of the of House of Orange to Richard Krajicek. The medal was awarded to Mr Krajicek for his decades of social commitment, including his work through the Krajicek Foundation. Photo: ANP.
menlijke Orde van de Koning en de Groothertog van Luxemburg. Zij kunnen zowel samen als apart iemand een onderscheiding verlenen in deze orde. Deze Huisorde kent een klasse, zijnde Ridder, en is een symbool van eenheid en verbondenheid tussen de beide takken van het Huis Nassau. De Huisorde viel in 1890 uit het Nederlandse decoratiestelsel. Dit werd in 1905 hersteld door Koningin Wilhelmina en Groothertog Adolf. De Prinsen, zoons en broers van de hoofden van beide takken zijn vanaf hun geboorte Ridder. In 1984 is vastgelegd dat prinsessen, dochters van de hoofden van beide takken, ook de klasse van Ridder krijgen als zij meerderjarig worden. Daarnaast komen vorsten en prinsen uit andere vorstenhuizen in aanmerking. Binnen Nederland kan de onderscheiding worden verstrekt aan mensen die de titel Excellentie voeren. Dit is alleen mogelijk indien zij een bijzondere internationale reputatie hebben verworven. Mensen die de titel Excellentie voeren zijn bijvoorbeeld ambassadeurs, aartsbisschoppen, ministers van Staat, ministers, luitenant-generaals en bekleders van hoge ambten aan het Hof. In tegenstelling tot haar voorgangers voerde Koningin Beatrix een selectiever verleningsbeleid, waardoor het ontvangen van de Huisorde een bijzonder waardevolle betekenis kreeg. De statuten werden voor het laatst herzien in 2018.
Huisorde van Oranje, Groot Erekruis. Foto: RVD. Order of the House of Orange, Grand Cross of Honour. Photo: RVD.
and connection between the two branches of the House of Nassau. Although it was removed from the Dutch decoration system in 1890, it was restored in 1905 by Queen Wilhelmina and Grand Duke Adolf.
Princes, sons, and brothers of the heads of both branches of the House of Nassau are Knights from birth. In 1984, it was established that princesses, daughters of the heads of both branches, are also granted the class of Knight upon reaching adulthood. Additionally, sovereigns and princes from other royal houses are eligible for this honour. Within the Netherlands, the decoration can be awarded to individuals who hold the title of Excellency, provided they have achieved a special international reputation. Those entitled to the title Excellency include ambassadors, archbishops, ministers of state, ministers, lieutenant generals, and holders of high offices at the Court.
Unlike her predecessors, Queen Beatrix pursued a selective conferral policy, enhancing the value of receiving the Order of the House. The statutes were last revised in 2018.
Holland Bulb Market B.V. is a subsidiary of Holland Flora Markt. Our sister companies include Holland Bolroy Markt (cultivation and breeding of tulips), Holland Blumen Markt nursery (cultivation and breeding of hyacinths and alliums), Iris Nova (cultivation and breeding of irises), Park Amaryllis (cultivation and breeding of hippeastrums), and Flora Joy (a chain of flower shops in Austria).
Holland Bulb Market B.V. Kapellaan 130 1851PE Heiloo
T +31(0)72-5051253
E info@hollandbulbmarket.nl I www.hollandbulbmarket.nl
Het predicaat Koninklijk is een onderscheiding die kan worden verleend aan verenigingen, stichtingen, instellingen of grote ondernemingen. Het predicaat Koninklijk is ingesteld door Koning Lodewijk Napoleon in 1806 en daarmee de oudste Koninklijke onderscheiding van ons land. Sinds de terugkeer van de Oranjes, waarbij Willem I op 16 maart 1815 Koning van Nederland werd, is het predicaat Koninklijk gehandhaafd. Om in aanmerking te komen moet een organisatie over een uitstekende reputatie beschikken, een vooraanstaande plaats innemen in het eigen vakgebied en minimaal honderd jaar bestaan. Het predicaat Koninklijk symboliseert het respect, de waardering en het vertrouwen van de Koning tegenover de ontvanger. Het staat los van het feit of de betreffende organisatie al dan niet enige relatie heeft met het Koninklijk Huis. De verlening, bestendiging en heroverweging van het predicaat Koninklijk is in 1988 (opnieuw) geregeld in twee Koninklijke Beschikkingen. En geschiedt conform opgenomen voorwaarden en procedures. Alleen de Koning kan het predicaat toekennen. Een verzoek om bestendiging is ook nodig, wanneer het eigendom van de gerechtigde verandert. De gerechtigde organisatie mag het predicaat Koninklijk toevoegen aan de naam en mag de Koninklijke Kroon in het logo opnemen.
In tegenstelling tot het predicaat Hofleverancier kunnen ook verenigingen en organisaties in aanmerking komen voor het voeren van het predicaat Koninklijk.
Associations, foundations, institutions or large companies at national level may be granted the designation ‘Royal’. The designation Royal was established by King Louis Napoleon in 1806, making it the oldest Royal distinction in our country. Since the return of the House of Orange, when William I became King of the Netherlands on March 16, 1815, the designation Royal has been maintained. To be eligible, an organization must have an excellent reputation, occupy a leading position in its own field and have existed for at least a hundred years.
The designation Royal symbolizes the respect, appreciation and trust of the King towards the recipient. It is independent of whether the organization in question has any relationship with the Royal Household.
The granting, continuation and reconsideration of the designation Royal was (again) regulated in 1988 in two Royal Decrees. And this is done in accordance with the stated conditions and procedures. Only the King can grant the designation. A request for perpetuation is also necessary when the titleholder’s ownership changes. The entitled organization may add the designation Royal to the name and may include the Royal Crown in the logo.
In contrast to the ‘Purveyor to the Royal Household’ designation, associations and organizations can also qualify for the Royal designation.
Beschuitblik van bakkerij Paul C. Kaise, Hofleverancier, met voorstelling van landschap met ploegende boer, op de voorgrond korenaren en -bloemen. 1925. Foto: Museum Rotterdam, CC BY-SA 3.0. Biscuit Tin from bakery Paul C. Kaise, Purveyor to the Royal Household, depicting landscape with ploughing farmer, corn ears and flowers in the foreground. 1925. Photo: Museum Rotterdam, CC BY-SA 3.0.
De Nederlandse driekleur kent een lange historie. Welke zijn oorsprong vindt tijdens de Tachtigjarige Oorlog, in het jaar 1572. In 1937 werd de Nederlandse vlag door koningin Wilhelmina bij Koninklijk Besluit vastgesteld. Hierin zijn de drie kleuren van de vlag omschreven: rood (helder vermiljoen), helderwit en kobaltblauw. Na de Tweede Wereldoorlog zijn de kenmerken van de Nederlandse vlag op precieze wijze bij wet vastgelegd. Zoals de kleuren en de drie horizontale banen, die onderling altijd even hoog zijn. De afmetingen van
The Dutch tricolour has a long history. It originated during the Eighty Years’ War, in the year 1572. In 1937, the Dutch flag was adopted by Queen Wilhelmina by Royal Decree. This defined the three colours of the flag: red (bright vermillion), bright white and cobalt blue. After World War II, the characteristics of the Dutch flag were laid down precisely by law, such as the colours and the three horizontal stripes, which are always the same height between them. The dimensions of the flag are free but usually the flag has a ratio of two units high and then three units wide.
Het vertrek van het Spaanse garnizoen uit Den Bosch na de overgave aan Frederik Hendrik (Prins van Oranje) in 1629. Met de prinsenvlag in top. Geschilderd door Charles Rochussen. CC0. The departure of the Spanish garrison from Den Bosch after its surrender to Frederick Henry (Prince of Orange) in 1629, with the prince’s flag flying. Painted by Charles Rochussen. CC0.
De nationale vlag voor de marine van de Bataafse Republiek, in gebruik genomen op 1 maart 1796. Nederlandse vlag met linksboven een allegorisch embleem waarin de Nederlandse Maagd en de Nederlandse Leeuw samen een speer met de vrijheidshoed vasthouden. CC0. The national flag for the navy of the Batavian Republic, commissioned on 1 March 1796, features a Dutch flag with top left allegorical emblem in the top left, depicting the Dutch Virgin and the Dutch Lion jointly holding a spear topped with the liberty cap. CC0.
de vlag zijn vrij maar gewoonlijk heeft de vlag een verhouding van twee eenheden hoog en dan drie eenheden breed.
In tegenstelling tot wat veel mensen denken zijn er in Nederland geen wettelijke regels voor het gebruik van de Nederlandse vlag. Dus iedereen mag op alle dagen van het jaar de vlag uithangen. Er bestaat wel een vlaginstructie voor het vlaggen vanaf Rijksgebouwen.
Op Koningsdag en de verjaardagen van de Prinses van Oranje, Koningin Máxima en Prinses Beatrix wordt de vlag uitgestoken met oranje wimpel. Bij alle andere gelegenheden hangt de vlag zonder oranje wimpel uit.
Voor het uithangen van de vlag bestaat een protocol. Een gehesen vlag mag niet de grond raken of het verkeer hinderen. Als de vlag ’s nachts blijft hangen, is het goed gebruik de vlag te verlichten.
Contrary to popular belief, there are no legal rules on the use of the Dutch flag in the Netherlands. So anyone can fly the flag on any day of the year. However, there are flag regulations for flagging from government buildings.
On King’s Day and the birthdays of the Princess of Orange, Queen Máxima and Princess Beatrix, the flag is raised with an orange banner. On all other occasions, the flag is raised without the orange banner. There is a protocol for hanging out the flag. A raised flag may not touch the ground or obstruct traffic. If the flag is left hanging at night, it is good practice to light the flag.
The first mention of the Dutch flag dates back to 1572, but with orange instead of red. The white and blue came from the livery colours of the Principality of Orange. In 1579,
Van oranje naar rood
De eerste vermelding van de Nederlandse vlag dateert uit 1572. Maar met oranje in de plaats van rood. Het wit en blauw waren afkomstig van de livreikleuren van het Prinsdom Orange. In 1579 werd deze prinsenvlag, ‘oranje-blanje-bleu’, de officiële vlag. Rond de 17e eeuw werd het oranje geleidelijk vervangen door rood. Al voor de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) werden rood-wit-blauwe vlaggen gebruikt in Nederland. De zogenaamde Hollandsche vlag. Deze vlag werd in 1652 de officiële vlag. Aangenomen wordt dat de Hollandsche vlag door de jaren heen veel respect had verworven op de wereldzeeën. Parallel gaat het verhaal dat men oranje op zee minder goed zichtbaar vond dan rood. Daar zit wat in omdat rood feller is dan oranje en daarmee is rood beter te onderscheiden van de lucht, golven en zeilen.
Kort na de Franse bezetting eind 18e eeuw werd de rood-wit-blauwe vlag gehandhaafd, maar werd de rode baan verfraaid met de afbeelding van een Nederlandse maagd met aan haar voeten een leeuw, in de ene hand een schild met de Romeinse fasces, in de andere een lans bekroond met de vrijheidshoed. Koning Lodewijk Napoleon (1806-1810) herstelde de oude driekleur en schafte de afbeelding van de maagd in 1807 af.
Na de inlijving van Nederland bij Frankrijk in 1810 werd de nationale vlag vervangen door de Keizerlijke Franse vlag. In 1813 werd Nederland weer onafhankelijk en kwamen de Oranjes terug. De kleuren van de vlag werden niet officieel vastgesteld, zodat het rood-wit-blauw en het oranje-wit-blauw beide uitgestoken konden worden. Het rood-wit-blauw genoot wel de voorkeur en werd op overheidsgebouwen uitgehangen. Onderwijl ontstond het gebruik om op hoogtijdagen van het Koninklijk Huis de oranje wimpel te hijsen. Wereldwijd zijn er relatief veel landen die de kleuren rood-wit-blauw gebruiken in de vlag. De verklaring daarvoor is dat deze kleuren vroeger symbool stonden voor wat destijds als natuurlijke opbouw van de bevolking werd gezien. Rood stond voor het volk, wit voor de kerk en blauw voor de adel.
this princely flag, ‘orange-blanc-blue’, became the official flag. Around the 17th century, orange was gradually replaced by red. Even before the Eighty Years’ War (15681648), red-white-blue flags were used in the Netherlands. The so-called Hollandsche vlag (Holland flag). This flag became the official flag in 1652. It is believed that the Holland flag had gained significant respect on the world’s seas over the years. A parallel story suggests that orange was considered less visible at sea than red. There is some truth in that, because red is brighter than orange and thus more distinguishable from the sky, waves and sails.
Shortly after the French occupation in the late 18th century, the red-white-and-blue flag was maintained, but the red stripe was embellished with the image of a Dutch maiden with a lion at her feet, in one hand a shield with the Roman fasces, in the other a lance crowned with the liberty hat. King Louis Napoleon (1806-1810) restored the old tricolour and abolished the image of the maiden in 1807.
Following the annexation of the Netherlands to France in 1810, the national flag was replaced by the Imperial French flag. In 1813, the Netherlands regained its independence, and the Orange family returned. The colours of the flag were not officially determined, allowing both the red-white-blue and the orange-white-blue to be displayed. However, the red-white-blue was preferred and hung out on government buildings. Meanwhile, it became customary to raise the orange banner on the Royal
Worldwide, a significant number of countries use the colours red, white, and blue in their flags. The explanation for this is that these colours used to symbolise what was seen as the natural composition of the population at the time. Red stood for the people, white for the church and blue for the nobility.
De Nederlandse vlag. Foto: door Marjon Besteman op Pixabay.
The Dutch flag. Photo: by Marjon Besteman on Pixabay.
Wat in 1921 begon als bescheiden bouwbedrijf is gegroeid naar een onderneming van formaat. De overgrootvader van de huidige directeur Nico Haase stond aan de basis van het bedrijf dat momenteel zo’n veertig medewerkers telt en gespecialiseerd is in projectontwikkeling, utiliteits- en woningbouw. Innovatie, inspelen op nieuwe ontwikkelingen, denken in kansen en waardering voor de medewerkers, vormen de ingrediënten van het succes. Roelofs & Haase is een gevestigde naam in de regio en ver daarbuiten.
Stevig fundament
Door in verschillende segmenten actief te zijn, waaronder klantgerichte bouw, villabouw, conceptuele bouw en projectontwikkeling, is het bedrijf in staat gebleken om ook zeer moeilijke perioden te doorstaan. Denk aan de Tweede Wereldoorlog, verschillende economische crises en de coronapandemie. Het bedrijf heeft in de loop der jaren ook meerdere bedrijven overgenomen en is erin geslaagd om de kosten te beheersen. Een stevig fundament!
Renovatie en nieuwbouw
‘Bij de renovatie van historische panden behouden we met behulp van de allernieuwste technieken het oorspronkelijke karakter van deze panden. Met traditionele bouwmethodes realiseren wij bij nieuwbouwprojecten moderne panden met een krachtige uitstraling.’
Verduurzaming
‘Verduurzaming van de gebouwde omgeving is een gezamenlijke opgave van opdrachtgevers, voorschrijvende bouw en uitvoerende bouw. Men staat daarbij voor nieuwe uitdagingen en oplossingen. Wij nemen onze verantwoordelijkheid. Door gebruik te
maken van elektrische bouwmachines en het optimaliseren van de logistieke processen minimaliseren wij de stikstofuitstoot. Door het gebruik van duurzame materialen, het investeren in energie-efficiënte constructiemethoden en het toepassen van groene bouwmethoden reduceren wij de CO2 uitstoot.
De ervaring van meer dan 100 jaar bouwen en ontwikkelen is het fundament voor de toekomst. Die toekomst zien wij vol vertrouwen tegemoet. Net zoals wij geleerd hebben van de vorige generatie zullen wij ook de kennis en ervaring weer overdragen aan de volgende generatie. Zodat wij ook in de komende decennia de kwaliteit van zowel woningbouw- als utiliteitsbouwprojecten kunnen blijven garanderen. Neem gerust contact met ons op voor vragen, opmerkingen of samenwerking. We staan klaar om u te helpen.’
Nijverdalseweg 149 7461 AG Rijssen T +31(0)548 537 373 E info@roelofs-en-haase.nl I roelofs-en-haase.nl
De economische ontwikkeling van Nederland sinds 1500 vertoont pieken en dalen. Het gaat hier om de economische groei in termen van het bbp per inwoner. Het bbp per inwoner is een maatstaf van nettoproductie (toegevoegde waarde) en is een ruwe indicator voor gemiddelde materiële welvaart.
Hoe ziet Nederland er in 2050 uit? Waarmee we verdienen we ons geld, hoe groot is de bevolking en is het gelukt onze economie te verduurzamen? Om straks iets over die toekomst te kunnen zeggen, kijkt het Centraal Planbureau ook naar het verleden. De onderstaande samenvatting van het rapport ‘De Nederlandse economie in historisch perspectief’ van Centraal Planbureau, helpt begrijpen waarom Nederland is zoals het is.
De materiële welvaart per inwoner neemt per jaar gemiddeld maar beperkt toe tussen 1500 en 1800, versnelt in de loop van de negentiende eeuw als gevolg van de industriële revolutie en versnelt na de Tweede Wereldoorlog nog verder. De Nederlandse economie had voor de negentiende eeuw een Malthusiaans tintje. Een Malthusiaanse economie is een economie waarin een groot deel van de technologische vooruitgang en economische groei wordt opgeslokt door bevolkingsgroei. In Nederland was de bevolkingsgroei in die periode sterker dan de stijging van de materiële welvaart per inwoner. Vanaf de industriële revolutie, en nog nadrukkelijker vanaf 1950, sloeg dit beeld om. De stijging van de materiële welvaart per hoofd accelereerde aanzienlijk en overtrof de nog altijd aanhoudende bevolkingsgroei met bijna een factor drie.
The economic development of the Netherlands since 1500 has experienced significant peaks and troughs, reflected in GDP per capita. This measure of GDP per capita represents net production (value added) and serves as a rough indicator of average material prosperity. What will the Netherlands look like in 2050? How will we earn our money, what will the population size be, and will we have succeeded in making our economy sustainable? To make informed predictions about the future, the Netherlands Bureau for Economic Policy Analysis examines the past. The summary below of the report ‘The Dutch Economy in Historical Perspective’ by the Netherlands Bureau for Economic Policy Analysis helps understand the historical factors that have shaped the current Dutch economy.
Material prosperity per inhabitant increased only slightly on average between 1500 and 1800, but it accelerated during the nineteenth century due to the Industrial Revolution and even more so after World War II. Before the nineteenth century, the Dutch economy had a Malthusian character, where much of the technological progress and economic growth was offset by population growth. In the Netherlands during this period, population growth outpaced the increase in material wealth per capita. However, starting with the Industrial Revolution and more markedly from 1950 onwards, this trend reversed. The rise in material prosperity per capita accelerated significantly, surpassing the ongoing population growth by almost a factor of three.
Tussen 1500 en 1800 fluctueert de economische groei per inwoner nog sterk, zowel van jaar op jaar als in verschillende perioden. De economische en sociale onzekerheid was daarom groot. De opbrengsten van landbouw en handel fluctueerden sterk door vele verschillende factoren, zoals oorlog, religieuze conflicten, overstromingen, grote temperatuurschommelingen (Kleine IJstijd) en ziektes als de pest, cholera, pokken en lepra. Tussen 1500 en 1600 verdubbelde de materiële welvaart. Daarna werd bijna twee eeuwen lang dat niveau niet meer gehaald. Een belangrijke reden voor deze daling vanaf 1650 was dat Frankrijk en Engeland sterk protectionistische maatregelen namen en oorlog gingen voeren met Nederland. Rond 1800 was de materiële welvaart gemiddeld ongeveer gelijk aan die in 1600. Tussen 1500 en 1800 is de gemiddelde materiële welvaart langzaam toegenomen. Ondanks de verdub-
Between 1500 and 1800, per capita economic growth fluctuated widely, both from year to year and across different periods, leading to high economic and social uncertainty. Returns from agriculture and trade varied greatly due to numerous factors, including wars, religious conflicts, floods, significant temperature fluctuations during the Little Ice Age, and diseases such as plague, cholera, smallpox, and leprosy. From 1500 to 1600, material prosperity doubled. However, it did not reach this level again for almost two centuries. A major reason for this decline from 1650 onwards was the strong protectionist measures and wars initiated by France and England against the Netherlands. By 1800, material prosperity averaged about the same as in 1600. Throughout 1500 and 1800, average material prosperity increased slowly. Despite the doubling of prosperity compared to 1500, the vast majority of the Dutch population still lived in high poverty by 1800.
beling ten opzichte van 1500, leefde ook in 1800 veruit het grootste deel van de Nederlandse bevolking nog in grote armoede.
Tussen 1800 en 1950 was de economische groei per inwoner gematigd positief, uitgezonderd de periode rond de Tweede Wereldoorlog. Per saldo is de gemiddelde materiële welvaart in deze anderhalve eeuw meer dan verdubbeld. Vooral vanaf 1900 is die gegroeid. Door een combinatie van factoren zoals industrialisatie en technologische vooruitgang, aanleg van wegen en spoor en invoering en uitbreiding van de leerplicht. Het consumptiepatroon van huishoudens veranderde ook. Het voedselpakket werd gevarieerder. Bestond het menu rond 1870 vooral uit aardappelen, roggebrood, vet en azijn, daarna consumeerden mensen steeds meer suiker, vlees en wit brood. Het aandeel van voeding in de consumptie van huishoudens daalde van 70% naar 40% in 1950. Meer geld kon worden besteed aan betere kleding en huisvesting; de overheid investeerde ook massaal in sociale huisvesting met wc, waterleiding en aansluiting op het gas- en elektriciteitsnet.
De materiële welvaart groeit sinds 1950 met een factor vijf en de bevolking verdubbelt. Een belangrijke rol in deze groeiversnelling spelen steeds snellere technologische vooruitgang en toenemende investeringen in menselijk kapitaal om daarmee om te gaan, waardoor het geboortecijfer gaat dalen, de bevolkingsgroei afneemt en de welvaart per hoofd kan toenemen. Dit leidde tot een tienmaal zo grote economie in slechts zeventig jaar. Gelet op de al relatief hoge bevolkingsdichtheid geven deze bevolkingsgroei en economische groei steeds meer spanningen bij het gebruik van ruimte. In vergelijking met 1500 is de gemiddelde materiële welvaart in Nederland nu twintigmaal zo groot en de bevolking vertienvoudigd. De sterke stijging in gemiddelde materiele welvaart is op verschillende manieren terug te zien. Huishoudens besteden tegenwoordig een kleiner deel van hun inkomen aan voeding: van 40% in 1950 naar 10% in 2020. Mensen wonen veelal in grotere en betere woningen, met douche of bad. Ze kunnen nieuwe producten van massaconsumptie kopen als een stofzuiger,
Between 1800 and 1950, per capita economic growth was moderately positive, except for the period surrounding World War II. Over this century and a half, average material prosperity more than doubled, with significant growth particularly from 1900 onwards. This was due to a combination of factors including industrialisation, technological progress, the construction of roads and railways, and the introduction and expansion of compulsory education. Household consumption patterns also changed during this period. The food basket became more varied. Around 1870, the typical diet consisted mainly of potatoes, rye bread, fat, and vinegar. However, people gradually began to consume more sugar, meat, and white bread. The share of food in household consumption fell from 70% to 40% by 1950, allowing more money to be spent on better clothing and housing. The government also invested heavily in social housing, providing amenities such as toilets, water supply, and connections to the gas and electricity grids.
Material prosperity in the Netherlands has increased fivefold since 1950, while the population has doubled. This growth acceleration is largely due to rapid technological advancements and increased investment in human capital, leading to a falling birth rate, slowing population growth, and rising per capita wealth. This combination resulted in a tenfold economic expansion in just 70 years. Given the already high population density, this growth has created increasing tensions regarding space usage. Compared to 1500, average material prosperity in the Netherlands is now twenty times higher, and the population has increased tenfold. This sharp rise in prosperity is evident in several ways. Households today spend a smaller proportion of their income on food, dropping from 40% in 1950 to 10% in 2020. People tend to live in larger and better homes, equipped with amenities like showers and baths. They can afford new mass consumption products such as vacuum cleaners, televisions, telephones, bicycles, cars, and computers. For the first time, there is also disposable income for holidays and leisure activities. The rise of social security has significantly reduced widespread poverty.
However, average labour productivity growth in the business sector has shown a downward trend over the past 50
televisie, telefoon, fiets, auto en computer, en voor het eerst is er geld voor uitgaven aan vakantie en vrije tijd. Mede door de opkomst van de sociale zekerheid is de armoede niet meer massaal aanwezig.
De gemiddelde arbeidsproductiviteitsgroei voor de bedrijvensector als geheel laat de afgelopen vijftig jaar een dalende trend zien. Tegelijkertijd vond een grote toename van de beroepsbevolking plaats en nam de werkgelegenheid in vele afzonderlijke jaren daardoor sterk toe.
Diensten, industrie en landbouw
Al rond 1500 heeft meer dan de helft van de economische activiteiten betrekking op diensten, nu is dat opgelopen tot 80%. Rond 1300 had ruim de helft van de economische activiteit in Holland nog betrekking op landbouw. Terwijl in Italië en in Vlaanderen steden in opkomst kwamen, was Holland nog een vooral op landbouw gerichte economie. In de twee daaropvolgende eeuwen begonnen ook steden in Holland en de Hanzesteden daarbuiten zich te ontwikkelen, kwam meer onderlinge handel tot stand en daalde het aandeel landbouw in Holland naar 30% rond 1500 en naar 10% aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog. Deze diensten waren vooral handelsdiensten en de daarmee samenhangende vervoersdiensten en financiële activiteiten. Rond 1500 was de handel van Amsterdam en de Hanzesteden geconcentreerd op de Oostzee. Daarna werd de handel steeds meer op de wereldzeeën georiënteerd en gebaseerd op verovering en exploitatie van kolonien. Door handel, ontdekkingsreizen en kolonisatie werd kennisgemaakt met veel producten uit andere delen van de wereld, zoals de aardappel, de tulp, porselein, buskruit, peper, koffie, thee, nootmuskaat en kruidnagels. Amsterdam werd een wereldhaven en het centrum van de internationale kapitaalmarkt. De periode van midden zestiende tot halverwege de negentiende eeuw laat een opmerkelijk stabiele sectorstructuur zien. Midden negentiende eeuw zakte het aandeel industrie terug toen Nederland en België uit elkaar gingen. Met name Wallonië was op dat moment al veel meer geïndustrialiseerd.
Vanaf 1850 verschuift de sectorstructuur geleidelijk en na 1950 drastisch, aanvankelijk richting industrie, maar daarna richting diensten. Pas midden negentiende eeuw kreeg de industrialisatie ook in Nederland vorm.
years. Despite this, the labour force has grown substantially, and employment has increased sharply in many years.
As early as 1500, more than half of the economic activity in the Netherlands was related to services; today, this figure has risen to 80%. In contrast, around 1300, more than half of economic activity in Holland was still related to agriculture. While cities were emerging in Italy and Flanders, Holland remained predominantly an agricultural economy. Over the next two centuries, urban development in Holland and the Hanseatic cities led to increased mutual trade, reducing the agricultural share to 30% by 1500 and to 10% by the start of the Eighty Years’ War. These early services were primarily trade-related, including transport and financial activities. Around 1500, Amsterdam and the Hanseatic cities concentrated their trade on the Baltic Sea. However, trade soon expanded to the world’s oceans, driven by conquest and the exploitation of colonies. This era of exploration and colonisation introduced many products to the Netherlands, such as the potato, tulip, porcelain, gunpowder, pepper, coffee, tea, nutmeg, and cloves. Amsterdam became a global port and the center of the international capital market.
From the mid-sixteenth to the mid-nineteenth century, the sectoral structure remained remarkably stable. However, in the mid-nineteenth century, the share of industry declined as the Netherlands and Belgium separated, with Wallonia in particular being much more industrialised by then.
From 1850 onwards, the sectoral structure of the Dutch economy shifted gradually, and then drastically after 1950, initially towards industry and subsequently towards services. Industrialisation began to take shape in the Netherlands in the mid-nineteenth century, allowing the country to catch up with its neighbours. The share of industry doubled over a century, rising from 20% to 40%, primarily at the expense of agriculture. After 1950, the service sector experienced significant growth. The industry’s share peaked around 1960, followed by a major restructuring period. The textile industry relocated to low-wage countries, followed by ship and aircraft construction, car manufacturing, and consumer electronics. The decline in the manufacturing share has continued to this day, reducing to 20% by 2020, and this trend shows no signs of stop-
Nederland begon toen een inhaalslag ten opzichte van de omliggende landen. Het aandeel industrie verdubbelde in honderd jaar van 20% naar 40%, ten koste van de landbouw. Na 1950 kwam de dienstensector sterk opzetten. Het industrieaandeel bereikte rond 1960 zijn top en kwam toen in een periode van grote herstructureringen. De textielindustrie verdween naar lagelonenlanden, later gevolgd door onder andere scheeps- en vliegtuigbouw, auto-industrie en consumentenelektronica. De daling van het industrieaandeel zet zich tot op heden voort, in 2020 naar 20%, en lijkt nog niet ten einde. Het landbouwaandeel in de productie in 2020 bedroeg minder dan 3%. Het dienstenaandeel was in 2020 opgelopen tot bijna 80%.
In absolute aantallen werken er in 2020 minder mensen in de landbouw dan in 1800, terwijl de bevolking bijna tien keer zo groot is. Rond 1800 bevond nog bijna de helft van de werkgelegenheid zich in de landbouw en de andere helft was min of meer gelijk verdeeld over industrie en diensten. In de negentiende eeuw steeg het aantal landarbeiders aanvankelijk nog wel, maar rond de eeuwwisseling kon de productie met steeds minder mensen toe. Het vrijkomende arbeidspotentieel kwam toen beschikbaar voor andere sectoren. Een derde van de mensen werkte rond 1900 nog in de landbouw en de andere twee derde waren gelijk verdeeld over industrie en diensten.
Tegenwoordig werkt bijna 80% van de werkenden in de
Diensten. Foto: door StartupStockPhotos op Pixabay.
Services. Photo: from StartupStockPhotos on Pixabay.
ping. By 2020, the agricultural share of manufacturing had dropped to less than 3%, while the services share had risen to almost 80%.
In absolute terms, fewer people worked in agriculture in 2020 than in 1800, despite the population being nearly ten times larger. Around 1800, nearly half of employment was in agriculture, with the other half roughly equally divided between industry and services. In the nineteenth century, the number of agricultural workers initially increased, but by the turn of the century, agricultural production required fewer and fewer people. The surplus labour force became available to other sectors. By 1900, one-third of people still worked in agriculture, with the remaining two-thirds equally divided between industry and services.
Today, nearly 80% of the employed workforce in the Netherlands works in the service sector, less than 20% in industry, and only 2% in agriculture. The Netherlands has thus become a service economy in terms of employment. Industry, once the primary source of jobs in the first half of the last century, has gradually relinquished this role. The absolute number of industrial jobs peaked in 1960 and then slightly declined as many jobs moved abroad due to fierce international competition. The agricultural employment share has marginalised due to economies of scale requiring fewer workers.
From 1950 to the mid-1990s, commercial services were the main job engine in the country. Employment grew substantially in traditional industries such as trade and finan-
dienstensector, minder dan 20% in de industrie en 2% in de landbouw. Nederland is nu dus ook in banen een diensteneconomie. De industrie, in de eerste helft van de vorige eeuw nog de grootste banenmotor, heeft die rol geleidelijk verloren. In 1960 bereikte het absolute aantal industriële banen zijn top en daalde daarna licht. Veel industriële banen verdwenen naar het buitenland door scherpe internationale concurrentie. Het werkgelegenheidsaandeel van de landbouw marginaliseerde, doordat door schaalvergroting steeds minder handen in die sector nodig waren. Commerciële dienstverlening was de belangrijkste banenmotor in ons land van 1950 tot midden jaren negentig. Niet alleen in traditionele bedrijfstakken als handel en financiële dienstverlening, maar ook in de gestaag opkomende zakelijke dienstverlening, zoals via uitzendbureaus en bij adviesbureaus, groeide de werkgelegenheid fors. Sindsdien is onder invloed van toenemende automatisering de groei in de eerste twee bedrijfstakken aanzienlijk teruggelopen. Flexibilisering op de arbeidsmarkt en uitbesteding van niet-kerntaken binnen ondernemingen dragen ertoe bij dat het aantal banen in de zakelijke dienstverlening nog altijd fors toeneemt. Sinds de eeuwwisseling vindt de grootste werkgelegenheidsgroei plaats in de kwartaire sector. Zo is het aantal voltijdbanen in de gezondheidszorg tussen 1995 en 2020 verdubbeld.
Import en export als percentage van het bbp schommelt rond de 50% tussen 1950 en 2020, waarbij doorvoer niet wordt meegerekend. Dat beeld spoort met een economie die op basis van het aantal inwoners bescheiden is, maar in een welvarende en goed bereikbare regio ligt. De binnenlandse afzetmarkt is beperkt en er zijn grotere afzetmarkten nabij. In de eerste helft van de negentiende eeuw lagen de import- en export-percentages aanzienlijk lager. Tussen 1870 en 1913 liepen de percentages snel op, tot ruim 60%. Deze periode werd gekenmerkt door versnelde nationale en internationale economische integratie, mede dankzij omvangrijke infrastructuuropbouw, zoals spoorwegen en kanalen, en liberalisering van de internationale handel. De laatste decennia overstijgt de export de import en is sprake van een overschot op de lopende rekening van de betalings-
Industrie. Foto: door WikiImages op Pixabay. Industry. Photo: from WikiImages on Pixabay.
cial services, as well as in the steadily emerging business services, including employment agencies and consultancy firms. However, since then, growth in traditional industries has slowed significantly due to increased automation. Labour market flexibilisation and the outsourcing of non-core tasks within companies have contributed to the continued strong growth of jobs in business services. Since the turn of the century, the most significant employment growth has occurred in the quaternary sector. For instance, the number of full-time jobs in healthcare doubled between 1995 and 2020.
balans. In het verleden zijn er echter ook langere periodes met een tekort op de lopende rekening geweest. Met de eenwording van de Europese markt neemt het belang van wederuitvoer sterk toe: goederen die bestemd zijn voor gebruik of verbruik buiten Nederland. Steeds meer invoer en uitvoer van buiten de EU naar de gemeenschappelijke Europese markt verloopt via de Nederlandse (lucht)havens. Met name in het begin van de jaren zeventig en begin jaren negentig met het Verdrag van Maastricht kreeg deze wederuitvoer een verdere impuls. In 2020 bestond inmiddels meer dan 30% van onze internationale handelsstromen uit wederuitvoer tussen andere EU landen en de rest van de wereld. Het overgrote deel van de Nederlandse internationale handel in goederen vindt plaats met andere Europese landen. Van onze invoer is ongeveer twee derde daarvandaan afkomstig. Duitsland is veruit onze grootste handelspartner, op afstand gevolgd door België en daar weer achter het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. Voor en vooral vlak na de Tweede Wereldoorlog kwam een aanzienlijk deel van onze invoer (circa 30%) uit de Verenigde Staten, maar in de decennia daarna nam het belang van deze regio steeds verder af, terwijl dat van Azië toenam. Traditioneel kwam ongeveer 10% van onze invoer uit Azië, voor de onafhankelijkheid vooral uit het toenmalige Nederlands-Indië. Door de opkomst van China begin jaren negentig is het aandeel uit Azië opgelopen naar boven de 20%. Van onze uitvoer heeft circa 80% andere Europese landen als bestemming en gaat rond de 10% naar de Verenigde Staten en 10% naar Azië. De handel met Afrika en Oceanië is slechts enkele procenten. Een steeds groter aandeel van onze internationale handel in goederen bestaat uit industriële producten en halffabricaten. Door fragmentatie van productie zijn er steeds langere handels(waarde)ketens ontstaan. Zo wordt tegenwoordig bijvoorbeeld een smartphone ontworpen in de Verenigde Staten, geproduceerd in China, geassembleerd in Vietnam en verkocht in Nederland, waarbij allerlei onderdelen ook nog geproduceerd worden in weer andere landen. Bedrijven hebben baat bij complexe internationale waardeketens vanwege lagere kosten en meer toegang tot afzetmarkten, kennis en innovatie. Maar er zijn ook risico’s verbonden aan lange en complexe waardeketens. Dit bleek ten tijde van de corona-pandemie en in 2021 toen een groot containerschip
Imports and exports as a percentage of GDP hovered around 50% between 1950 and 2020, excluding transit traffic. This aligns with the Netherlands’ modest population size and its location in a prosperous and easily accessible region. With its limited domestic market, the Netherlands relies on nearby larger markets. In the first half of the nineteenth century, import and export rates were significantly lower. However, between 1870 and 1913, these rates rose rapidly, reaching over 60%. This period was marked by accelerated national and international economic integration, supported by extensive infrastructure construction such as railways and canals, and the liberalisation of international trade. In recent decades, exports have exceeded imports, resulting in a surplus on the current account of the balance of payments. Historically, however, there have also been extended periods of current account deficits. With the unification of the European market, the importance of re-exports—goods destined for use or consumption outside the Netherlands—increased sharply. More and more imports and exports from outside the EU to the common European market pass through Dutch (air) ports. Re-exports received significant boosts in the early 1970s and again in the early 1990s with the Maastricht Treaty. By 2020, more than 30% of the Netherlands’ international trade flows consisted of re-exports between other EU countries and the rest of the world.
The vast majority of Dutch international trade in goods occurs with other European countries. Approximately twothirds of our imports come from Europe, with Germany being by far our largest trading partner, followed by Belgium, and then the UK and France. Before and particularly just after World War II, a significant share of our imports (around 30%) came from the United States. However, in the subsequent decades, the importance of the US declined while that of Asia increased. Traditionally, about 10% of our imports came from Asia, mainly from the then Dutch East Indies before its independence. With the rise of China in the early 1990s, Asia’s share increased to over 20%. Regarding exports, around 80% are destined for other European countries, with about 10% going to the United States and another 10% to Asia. Trade with Africa and Oceania accounts for only a few percent.
An increasing share of our international trade in goods compromises industrial products and semi-finished goods.
het Suezkanaal blokkeerde; het kan ook zichtbaar worden bij het huidige conflict tussen de Verenigde Staten en China. De opkomst van China na het lidmaatschap van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) heeft hier een extra impuls aan gegeven. Nederland is zeer geïntegreerd in deze handelsketens. De samenstelling van onze internationale dienstenhandel verandert de afgelopen zeventig jaar aanzienlijk. Rond 1950 bestond de dienstenuitvoer nog voor meer dan de helft uit transport en telecommunicatiediensten en voor maar 10% uit zakelijke dienstverlening. In 2003 was het aandeel transport, reisverkeer en telecommunicatie in de internationale dienstenhandelsstroom gedaald naar 40% en het aandeel van de zakelijke dienstverlening opgelopen naar 30%. Na 2003 daalde het transportaandeel verder en tegenwoordig bestaat een steeds groter aandeel uit opbrengsten uit royalty’s en licentierechten. Een groot deel van de dienstenhandel wordt gevormd door handel binnen internationale ondernemingen.
Materiële welvaart
Holland heeft tussen 1500 en 1800 de hoogste materiële welvaart en Nederland behoort ook tegenwoordig tot de welvarendste landen ter wereld. Internationale vergelijking van bbp per inwoner geeft inzicht in de positie van Nederland in de afgelopen vijf eeuwen wat betreft nettoproductie en gemiddelde materiële welvaart. Een
Landbouw. Foto: door Freddy op Pixabay.
Agriculture. Photo: from Freddy on Pixabay.
The fragmentation of production has led to increasingly complex trade (value) chains. For example, a smartphone might be designed in the United States, manufactured in China, assembled in Vietnam, and sold in the Netherlands, with various parts produced in yet other countries. Companies benefit from these complex international value chains due to lower costs and greater access to markets, knowledge, and innovation. However, there are risks associated with long and complex value chains, as demonstrated by the disruptions during the COVID-19 pandemic and the 2021 Suez Canal blockage. The current conflict between the United States and China also poses potential risks. The rise of China following its accession to the World Trade Organisation (WTO) has further integrated the Netherlands into these trade chains.
The composition of our international services trade is changing significantly over the past 70 years. Around 1950, service exports still consisted of more than half from transport and telecommunication services and only 10% from business services. By 2003, the share of transport, travel and telecommunications in the international services trade flow had fallen to 40 per cent, and the share of business services had risen to 30 per cent. After 2003, the transport share declined further and today an increasing share consists of royalty and licence fee revenues. A large part of services trade is made up of trade within international companies.
dergelijke internationale vergelijking voor een periode van vijf eeuwen is ook een goed uitgangspunt om de oorzaken van economische groei in Nederland en grote verschillen met andere landen te duiden. Hier is veel onderzoek naar gedaan.
Holland neemt de koppositie van België over als het land met de hoogste materiële welvaart rond 1500. De al goed ontwikkelde Hollandse economie kreeg een extra impuls door de Spaanse bezetting van Antwerpen in 1585. Door die bezetting vluchtte de helft van de bevolking, waaronder veel rijke protestantse en joodse kooplieden, naar steden als Middelburg, Leiden en Amsterdam. In 1500 was Holland 25% rijker dan Engeland en twee keer zo rijk als China.
Het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staren worden door de industriële revolutie vanaf 1820 de rijkste landen. In Nederland vond de industriële revolutie pas vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw plaats, circa honderd jaar later dan in Engeland en zo’n vijftig jaar later dan in België. De industriële revolutie leidde tot een grote verandering in de economische structuur en arbeidsomstandigheden: het aandeel van de landbouw nam af en dat van de industrie toe. Huisarbeid werd vervangen door fabrieksarbeid. In tegenstelling tot wat sommigen voorspelden, leidde de industriële revolutie niet tot massale werkloosheid.
In 1950 zijn de Verenigde Staten het rijkste land in termen van bbp per inwoner en dat is tegenwoordig nog steeds zo. China was in 1950 een factor tien minder rijk dan Nederland. Vanaf 1970 groeide de Chinese materiele welvaart sterk, maar nog steeds aanzienlijk minder dan die in de VS, Nederland en Engeland. In internationaal opzicht behoort Nederland tegenwoordig nog steeds tot de welvarendste landen. In termen van bbp per hoofd staat Nederland op de twaalfde plaats. Nederland heeft een kleine oppervlakte, maar is door de hoge bevolkingsdichtheid en hoge productiviteit toch een grote economie: de zevende economie van Europa en wereldwijd bij de grootste twintig.
De rol van Nederland in de wereldeconomie is stabiel sinds 1800 als we de overzeese gebiedsdelen en koloniën buiten beschouwing laten. China en de Verenigde Staten hebben de rollen op wereldniveau omgedraaid.
Holland enjoyed the highest material prosperity between 1500 and 1800, and today, the Netherlands remains among the world’s wealthiest nations. Comparing GDP per capita internationally provides valuable insights into the Netherlands’ position in terms of net production and average material prosperity over the past five centuries. Such a long-term comparison also serves as a foundation for understanding the drivers of economic growth in the Netherlands and significant differences with other countries, topics that have been extensively researched.
Around 1500, Holland surpassed Belgium to become the country with the highest material prosperity. The already thriving Dutch economy received a significant boost from the Spanish occupation of Antwerp in 1585. This occupation prompted half of Antwerp’s population, including many affluent Protestant and Jewish merchants, to flee to cities like Middelburg, Leiden, and Amsterdam. By 1500, Holland was 25% wealthier than England and twice as affluent as China.
The United Kingdom and the United States emerged as the wealthiest nations following the Industrial Revolution, starting around 1820. In contrast, the industrial revolution in the Netherlands occurred much later, starting in the second half of the nineteenth century, approximately 100 years after England and about 50 years after Belgium. This transformative period brought significant changes to the economic structure and working conditions: the agricultural sector shrank while industrial output expanded. Domestic labour gave way to factory employment, yet contrary to some predictions, the industrial revolution did not lead to widespread unemployment.
By 1950, the United States held the top spot as the wealthiest nation in terms of GDP per capita—a position it maintains to this day. In 1950, China’s GDP per capita was a tenth of that of the Netherlands. Since 1970, China has experienced robust economic growth, though still significantly behind the US, the Netherlands, and the UK in terms of material prosperity. Today, the Netherlands consistently ranks among the world’s wealthiest nations, holding the twelfth position in terms of GDP per capita. Despite its small size, the Netherlands boasts high population density and productivity, contributing to its status as the seventh largest economy in Europe and one of the top 20 globally.
Twee eeuwen geleden waren de Verenigde Staten nog zeer dunbevolkt en woonde bijna 40% van de wereldbevolking in China. De VS waren echter al wel relatief welvarend; daarom was het aandeel in de wereldeconomie wat groter dan het aandeel in de wereldbevolking. Bij China was dit precies andersom: de inwoners vormden 40% van de wereldbevolking maar waren minder dan gemiddeld welvarend, wat resulteerde in een aandeel van 30% van de wereldeconomie (bbp). Midden jaren vijftig waren de rollen omgedraaid: de economie van de VS besloeg door immigratie en productiviteitstijging bijna een derde van de wereldeconomie, terwijl die van China kromp tot minder dan 10%. Inmiddels is de situatie weer veranderd: zowel de VS als China nemen circa 15% van de wereldeconomie voor hun rekening en het belang van landen als India, Japan en Indonesië is sterk toegenomen.
Winkelstraat in Nederland. Foto: door Niek Verlaan op Pixabay.
Shopping street in the Netherlands. Photo: from Niek Verlaan on Pixabay.
The Netherlands’ role in the world economy has remained stable since 1800 when excluding its overseas territories and colonies. Meanwhile, China and the United States have seen significant shifts in their global roles. Two centuries ago, the United States was sparsely populated, yet relatively prosperous, which gave it a larger share of the global economy compared to its population size. In contrast, despite China accounting for 40% of the world’s population, its lower per capita wealth resulted in a smaller share of the global economy (GDP). By the mid-1950s, these roles had reversed: with the US economy, driven by immigration and productivity gains, accounting for nearly a third of the global economy, while China’s share dwindled to less than 10%. Today, the situation has changed once more: both the US and China now each contribute approximately 15% each to the world economy. Moreover, the economic importance of countries such as India, Japan, and Indonesia has notably increased in recent years.
P.W. Akkerman is een toonaangevende speler in de wereld van schrijfwaren en een geliefde bestemming voor vulpenliefhebbers. In december viert de Haagse vulpenspeciaalzaak P.W. Akkerman haar 114-jarig bestaan. In de loop der tijd is de zaak uitgegroeid tot een begrip, zowel in de vulpenwereld als in De Passage van Den Haag. Ondanks vele alternatieven blijft de vulpen voor velen een onmisbaar schrijfinstrument. P.W. Akkerman staat bekend om zijn hoogwaardige schrijfgerei en uitstekende service. De geschiedenis van P.W. Akkerman begint in 1910, toen oprichter Pieter Willem Akkerman senior zich als zelfstandig ondernemer vestigde in de Haagse Passage, die toen 25 jaar bestond. Hij reisde naar beurzen in Amerika, Engeland, Duitsland en Frankrijk om de beste vulpennen te importeren, waaronder merken als Waterman, Sheaffer, Montblanc en Pelikan. Vulpennen waren destijds dagelijkse gebruiksartikelen, die bij intensief gebruik gerepareerd moesten worden. Akkerman’s personeel, aanvankelijk stempeldrukkers, werden daarom opgeleid tot vulpenreparateurs.
Hierdoor kreeg P.W. Akkerman toen de bijnaam “De vulpendokter”. Op 15 augustus 1955 overleed oprichter P.W. Akkerman senior op 69-jarige leeftijd. Zijn visie en inzet waren cruciaal voor het succes van de zaak. In 1970 werd onder leiding van zijn kleinzoon Arthur Akkerman, na stages in Parijs, Duitsland en Londen, naast de vulpenzaak ook een hobbyzaak geopend onder de naam Akkerman Creatief Centrum. Arthur trad in 1968 op 22-jarige leeftijd toe tot het bedrijf. Eind 1985 nam Pieter Willem Akkerman junior na 50 jaar afscheid van de zaak, wat samenviel met het 75-jarig bestaan en het 100-jarig bestaan van de Passage. Op 9 november 2010 ontving P.W. Akkerman de oorkonde “Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier” uit handen van de commissaris van de Koningin in Zuid-Holland, Jan Franssen. Dit predicaat, toegekend door Hare Majesteit de Koningin, is een bijzondere eer en een prachtig visitekaartje voor het bedrijf. Inmiddels is de nieuwe generatie aangetreden, met dochter Megan aan het roer.
In deze moderne tijd heeft P.W. Akkerman zijn aanbod uitgebreid met exclusieve merken en een eigen inktlijn, terwijl het ook een sterke online aanwezigheid heeft ontwikkeld. Deze inktlijn staat bekend om de hoge kwaliteit en wordt gewaardeerd door vulpenliefhebbers wereldwijd. De inkt is verkrijgbaar in een breed scala aan kleuren, elk met een eigen unieke naam en nummer. De flessen zijn ontworpen met een ingenieus vulsysteem dat het vullen van pennen vergemakkelijkt, zelfs als de inkt bijna op is. Deze inktlijn draagt bij aan de reputatie van P.W. Akkerman als leverancier van hoogwaardige schrijfwaren en accessoires. De winkel blijft een iconische plek voor schrijfliefhebbers, zowel lokaal als internationaal, dankzij hun combinatie van traditie, kwaliteit en innovatie.
Bezoek de winkel in Den Haag of ontdek hun aanbod online om een stukje geschiedenis en vakmanschap in handen te krijgen.
P.W. Akkerman is leading in the world of writing instruments and a popular destination for fountain pen enthusiasts. In December, the fountain pen specialist P.W. Akkerman’s from The Hague will celebrate its 114th anniversary. Over time, the store has grown into a household name, both in the world of fountain pens and in De Passage in The Hague. Despite many alternatives, the fountain pen remains an indispensable writing instrument for many. P.W. Akkerman is known for its high-quality writing instruments and excellent service. The history of P.W. Akkerman started in 1910, when founder Pieter Willem Akkerman senior established himself as an independent entrepreneur in the De Passage in The Hague, which had existed for 25 years at the time. He travelled to fairs in America, England, Germany and France to import the best fountain pens, including brands such as Waterman, Sheaffer, Montblanc and Pelikan. At the time, fountain pens were everyday items that had to be repaired during intensive use. Akkerman’s staff, initially stamp printers, were therefore trained as fountain pen repairers.
This gave P.W. Akkerman was then nicknamed “The Fountain pen Doctor”. Founder P.W. Akkerman senior died, at the age of 69, on August 15, 1955. His vision and commitment were crucial for the success of the company. In 1970, under the leadership of his grandson Arthur Akkerman, after internships in Paris, Germany and London, a hobby shop was opened in addition to the fountain pen store under the name Akkerman Creative Centrum. Arthur joined the company in 1968 at the age of 22. At the end of 1985, Pieter Willem Akkerman junior left the company after 50 years, which coincided with the 75th anniversary and the 100th anniversary of De Passage. On November 9, 2010, P.W. Akkerman received the certificate “By Royal Decree Purveyor to the Court” from the Queen’s Commissioner in South Holland, Jan Franssen. This designation, awarded by Her Majesty the Queen, is a special honour and a wonderful representation for the company. The new generation has now taken office, with daughter Megan at the helm.
In these modern times, P.W. Akkerman has expanded its offering with exclusive brands and its own ink line, while also developing a strong online presence. This ink line is known for its high quality and is appreciated by fountain pen enthusiasts worldwide. The ink is available in a wide range of colours, each with its own unique name and number. The bottles are designed with an ingenious filling system that makes filling pens easier, even when the ink is running low. This ink line contributes to the reputation of P.W. Akkerman as a supplier of high-quality writing instruments and accessories. The store remains an iconic spot for writing enthusiasts, both local and international, thanks to their combination of tradition, quality and innovation.
Visit the store in The Hague or discover their range online to get your hands on a piece of history and craftsmanship.
P.W. Akkerman B.V. Vulpenspeciaalzaak
T +31(0)70 346 22 64
E info@vulpennen.nl
Duineveld Transport is een in 1889 opgericht familiebedrijf uit Velserbroek, net onder de rook van Amsterdam, Haarlem en de IJmond. De kracht van ons bedrijf is een distributienetwerk op heel Nederland en België. Voor een vaste groep grote industriële bedrijven is Duineveld de logistieke partner; bedrijven die kiezen voor betrouwbare dienstverlening. Doordat er met eigen netwerk, mensen en materieel gewerkt wordt, kunnen wij het hoge niveau van onze service garanderen. Andere speerpunten van het bedrijf zijn: logistieke dienstverlening; opslag en warehousing - inmiddels vanuit diverse warehouses.
Het verhaal van Duineveld Transport begint in 1889 met een handkar en paard-en-wagen.
Jacob Duineveld doet vanuit Santpoort goede zaken met bodediensten en ‘vrachtrijderij’.
In de jaren ’20 maakt zijn zoon Gerrit Duineveld de overstap naar bestelwagens. In 1926 is de ‘Eerste Rechtstreeksche Dienst’ tussen Haarlem en Amsterdam een feit. Na de Tweede Wereldoorlog komen zonen Jacob, Mees, Arie en Gerard in het bedrijf. Tweemaal per dag rijden de chauffeurs een besteldienst op Driehuis; Santpoort; Bloemendaal; Overveen; Haarlem en Amsterdam.
EEN BLOEIEND TRANSPORTBEDRIJF
In de tweede helft van de twintigste eeuw groeit Duineveld Transport uit tot een bloeiend transportbedrijf. Eerst komt de IJmond erbij - en niet lang daarna gaat men over tot nationaal vervoer. Later wordt de dienstverlening uitgebreid met op- en overslag, en zijn de eerste internationale ritten een feit.
In 1989 opent Duineveld een nieuwe vestiging in Velserbroek, én wordt het honderdjarig jubileum gevierd. De 21e eeuw brengt een nieuwe generatie aan het roer: Gerard, Marcel en Dennis breiden de logistieke dienstverlening verder uit en in 2014 ontvangt het familiebedrijf ter ere van het 125-jarig jubileum het predicaat Hofleverancier.
Bij Duineveld Transport geloven we dat kwaliteit en service zichzelf bewijzen; daarom willen wij ons juist hierin blijven onderscheiden. Duineveld is sterk in de volgende sectoren: ADR-transport; bouwtransport; BRC/food-opslag en -transport; volumetransport en specialist op België, de komende jaren willen wij deze specialiteiten verder ontwikkelen. Ook zien wij mogelijkheden op het vlak van Europees transport en lucht- en zeevracht. Tot slot zien wij in het bedrijf een belangrijke rol weggelegd voor ICT; en bovenal hoe ondanks het gebruik hiervan, toch ook de mens centraal kan blijven staan. Wij hopen samen met u te werken aan - en deel uit te maken van deze toekomst.
Duineveld Transport BV
T +31(0)23 537 82 03
E info@duineveldtransport.nl
I www.duineveldtransport.nl
De leden van het Koninklijk Huis zijn via werk- en staatsbezoeken nauw betrokken bij het bedrijfsleven. Zij trachten daarmee een positieve bijdrage te leveren. Maar men doet meer.
Koning Willem-Alexander is beschermheer van de Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel (De Maatschappij). De Maatschappij is de broedplaats van initiatieven voor het algemeen belang en bestaat uit een netwerk van onafhankelijke denkers en doeners. Waarbij maatschappelijke vraagstukken worden aangepakt.
In 1777 verspreidden de directeuren van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen met toestemming van Zijne Doorluchtige Hoogheid Prins Willem V, protector der Maatschappij en gemachtigd door de algemene vergadering van 21 mei 1777, hun plan meerdere bevordering van den Koophandel, Land- en Akkerbouw, Visscherijen enz. in ons Vaderland en de Volksplantingen van deezen staat.
De relatie tussen het Koninklijk Huis en de Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel bestaat dus al sinds de oprichting van De Maatschappij in 1777. Er wordt kort na oprichting een economische tak toegevoegd waar de prins actief aan deelneemt. De grote belangstelling van het Koninklijk Huis voor De Maatschappij is altijd intact gebleven. In 1931 wordt koningin Juliana beschermvrouwe van De Maatschappij. In 1947 gevolgd door prins Berhard, als beschermheer. Juliana
Members of the Royal House are closely involved in the business community through work and state visits, aiming to make a positive contribution. Some go beyond these efforts.
King Willem-Alexander is the patron of the Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel (De Maatschappij). De Maatschappij, founded in 1777, is a hub for initiatives for the common good, comprising a network of independent thinkers and doers addressing social issues. In 1777, with the permission of His Serene Highness Prince William V, protector of De Maatschappij, and authorised by the general assembly of 21 May 1777, the directors of the Holland Society of Sciences disseminated their plan for the multiple promotion of commerce, agriculture, arable farming, fisheries, etc., in our Fatherland and the colonies of this state.
The relationship between the Royal House and the Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel has existed since De Maatschappij was founded in 1777. Shortly after its establishment, an economic branch was added, with the active participation of the prince. The Royal House’s strong interest in De Maatschappij has always remained. In 1931, Queen Juliana became the patroness of De Maatschappij, followed in 1947 by Prince Bernhard as the patron. Queen Juliana attended the annual meetings in 1933 and 1962, while Prince Bernhard made appearances in 1937, 1951, 1953, 1964, and 1970.
In 1966, Prince Claus familiarised himself with the tasks
BOODSCHAP VAN DE MAATSCHAPPIJ
Maatschappelijke problemen zijn van alle tijden. Mensen die zich inzetten om die problemen op te lossen gelukkig ook. Zo ook in 1777, het jaar waarin De Maatschappij werd opgericht. Voluit: De Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel. Een community avant la lettre met maar één doel: het bevorderen van de welvaart en het welzijn van Nederland.
Daarmee is De Maatschappij al bijna 2,5 eeuw dé broedplaats van initiatieven voor het algemeen belang. Een landelijk netwerk van onafhankelijke denkers en doeners met goede ideeën die in onze samenleving graag iets voor een ander doen. Omdat goed kunnen meedraaien in onze maatschappij voor velen verre van vanzelfsprekend is.
Nyenrode, de Jaarbeurs, Teleac, de Club van Rome, het Kinderwetje, het Koninklijke Instituut voor de Tropen (KIT): het zijn stuk voor stuk maatschappelijk relevante projecten met landelijke impact die ooit lokaal begonnen zijn als een goed idee. Initiatieven waar leden van De Maatschappij bij betrokken zijn geweest en die voor ons belangrijke voorbeelden zijn. Of je nu student bent of oudgediende, een oprichter, wethouder, docent of CEO. Bij De Maatschappij ben je op de eerste plaats ambassadeur van de maatschappij. Al dan niet vanuit de 3 O’s: Ondernemers, Onderwijs en Overheid. De gouden driehoek die we koesteren. Omdat je elkaar vanuit die verbondenheid hard nodig hebt om vernieuwend te kunnen zijn. We zetten ons de komende jaren in voor een duurzame samenleving met aandacht voor de impact die technologische ontwikkelingen hebben. Heel graag doen we dit met zoveel mogelijk mensen die hierin het verschil willen en kunnen maken. Je aansluiten kan individueel maar ook als organisatie met al je medewerkers samen. Wees welkom!
Social problems have persisted throughout history. Fortunately, individuals committed to addressing these issues have also been a constant presence. This was also true in 1777, the year of De Maatschappij’s establishment. Its full name: De Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel. A pioneer community with a singular goal: advancing the prosperity and welfare of the Netherlands.
For nearly 2.5 centuries, De Maatschappij has served as a hub for initiatives aimed at the common good. It constitutes a national network of independent thinkers and activists with innovative ideas, dedicated to benefiting our society. Participation in our society is far from guaranteed for many, making these efforts crucial.
Nyenrode, the Jaarbeurs, Teleac, the Club of Rome, the Kinderwetje, and the Royal Tropical Institute (KIT) are all examples of socially impactful projects that originated locally as commendable ideas. These initiatives, in which members of De Maatschappij have played pivotal roles, serve as significant precedents for us today.
Whether you’re a student, veteran, founder, alderman, teacher, or CEO, at The Society, you are first and foremost an ambassador for society. Whether you’re from the 3Os or not—Entrepreneurs, Education, and Government—the golden triangle we hold dear. Mutual innovation thrives through this connection. Because innovation thrives on the mutual support found in such connections. In the coming years, we are committed to fostering a sustainable society, mindful of the impact of technological advancements. We eagerly invite all who are willing and able to make a difference. You can join as an individual or as an organisation with all your employees. You are warmly welcomed!
is aanwezig op de jaarvergaderingen van 1933 en 1962. Bernard geeft acte de presence in 1937, 1951, 1953, 1964 en 1970.
Prins Claus oriënteert zich in 1966 over taak en werkzaamheden van De Maatschappij door een vergadering van het hoofdbestuur bij te wonen. Koningin Beatrix geeft in 1980 aan graag beschermvrouw te worden van de Maatschappij. Het verzoek wordt enthousiast ingewilligd. Na de troonsopvolging in 2013 neemt koning Willem-Alexander ook het stokje bij De Maatschappij over. Willem-Alexander is sindsdien beschermheer van De Maatschappij.
Koningin Máxima is erevoorzitter van de Koning Willem I Stichting. Deze stichting is verantwoordelijk voor het toekennen van de koning Willem I Prijs.
De Koning Willem I Prijs is de meest prestigieuze bekroning voor moedig, veerkrachtig en duurzaam ondernemerschap. Tweejaarlijks wordt er een prijs uitgereikt in de categorie Grootbedrijf, MKB en een Plaquette voor ondernemingen die uitblinken in duurzaam ondernemerschap. De prijs wordt veelal ‘de Oscar voor het Nederlandse bedrijfsleven’ genoemd. Vanaf de oprichting benadrukt de stichting daarbij het belang van (veer) krachtig ondernemerschap.
Winnaar in de categorie MKB 2024 is Lagemaat Sloopwerken uit Heerde. Lagemaat Sloopwerken is een traditioneel sloopbedrijf dat zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld tot koploper in het circulair demonteren van gebouwen. In de transitie van een lineaire naar een circulaire bouw economie worden gebouwen aan het eind van hun levensduur niet meer gereduceerd tot grondstof (bouwsloop afval), maar worden gebouwonderdelen gedolven om te worden gebruikt als onderdelen voor nieuwbouw. Hiervoor wordt het bestaande gebouw met digitale tools volledig in 3D gemodelleerd.
De vakjury is zeer onder de indruk van het gedreven geloof om de traditionele sloopsector duurzaam te veranderen, de goede bedrijfsresultaten en de wil om voorloper te zijn en te blijven. Bovendien werkt Lagemaat uitdrukkelijk met arbeidskrachten met een achterstand tot de arbeidsmarkt en zoekt het bedrijf de samenwerking in breder maatschappelijk opzicht. Met overheid, universiteiten en overige stakeholders. Voor Lagemaat is dit
Uitreiking van de Koning Willem I prijs door prins Bernhard aan J.A. Koning van glasfabriek Gembo uit Winschoten. 18 juni 1958. CC0.
Presentation of the Koning Willem I Prize by Prince Bernhard to J.A. Koning of glass factory Gembo in Winschoten, 18th June 1958. CC0.
and activities of De Maatschappij by attending a main board meeting. In 1980, Queen Beatrix expressed her desire to become the patroness of De Maatschappij, a request that was enthusiastically granted. Following his accession to the throne in 2013, King Willem-Alexander took over the role. Since then, Willem-Alexander has served as the patron of De Maatschappij.
Queen Máxima serves as the honorary president of the Koning Willem I Foundation. This foundation is responsible for bestowing the Koning Willem I Prize.
The Koning Willem I Prize is the most prestigious award recognising courageous, resilient, and sustainable entrepreneurship. Biennially, awards are presented in categories such as Large Companies, SMEs, and a Plaque for outstanding sustainable entrepreneurship. Often referred to as ‘the Oscar for Dutch business’, since its inception, the foundation has underscored the significance of resilient entrepreneurship.
een enorme eer en een prachtige erkenning voor haar bijdrage aan de transitie naar een circulaire economie.
Koningin Máxima is lid van het Nederlands Comite voor Ondernemerschap. Het Comite adviseert om de (semi) publieke dienstverlening aan het midden- en kleinbedrijf te versterken. De grote transities op het terrein van verduurzaming, digitalisering en arbeidsmarkt maken dat het niet alleen belangrijk maar ook urgent is om vooral het “brede” mkb beter te ondersteunen met informatie en advies. Volgens het Comite moet de (semi)publieke dienstverlening meer dienstbaar worden aan de behoeften van ondernemers.
Het Comite zet zich in voor duurzame groei van het mkb en formuleerde daartoe concrete maatregelen voor herstel en groei van het mkb. Het Comite is in 2007 opgericht door het ministerie van EZK. Leden zijn, naast voorzitter Jacques van den Broek, Koningin Máxima, Barbara Baarsma, Meiny Prins en Diederik Laman Trip. Het Comite publiceert sinds 2016 jaarlijks een Staat van het mkb en bracht adviezen uit over mogelijkheden voor herstel en groei van het mkb tijdens en na de coronacrisis. Het Comite ondersteunt initiatieven als Qredits, Stichting MKB-Financiering, NLgroeit en O2LAB.
Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Beatrix was 33 jaar Koningin der Nederlanden, van 1980 tot 2013. Prinses Beatrix bekleedt diverse erefuncties als beschermvrouwe en erelid van een groot aantal organisaties. Waaronder beschermvrouwe van de Bond van Nederlandse Architecten (BNA). BNA komt voort uit de in 1842 opgerichte architecten vakvereniging De Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst. In 1842 wordt de Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst opgericht. Het initiatief tot oprichting van de Maatschappij komt van de bouwkundige en publicist Johannes van Straaten (1781-1858). Vanaf 1915 staat het lidmaatschap alleen nog open voor particuliere en ambtelijke architecten. De naam verandert in ‘Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst, Vakvereeniging van Nederlandsche Architecten’. Nadat de maatschappij in 1919 fuseert met de in 1908 opgerichte Bond van Ne-
In the SME category for 2024, Lagemaat Sloopwerken from Heerde emerged as the winner. Lagemaat Sloopwerken, traditionally a demolition company, has evolved into a leader in the circular dismantling of buildings over the past few years. In the shift from a linear to a circular construction economy, buildings are no longer reduced to raw materials (construction demolition waste) at the end of their lifecycle. Instead, building components are carefully extracted for reuse in new construction projects. To achieve this, the existing structures are fully digitised in 3D using advanced digital tools.
The expert jury has been particularly impressed by Lagemaat’s dedicated commitment to transforming the traditional demolition sector sustainably, their strong operational performance, and their determination to lead the way in their field. Additionally, Lagemaat actively employs individuals facing disadvantages in the labour market and collaborates extensively on broader social initiatives with government bodies, universities, and other stakeholders. For Lagemaat, receiving this accolade represents a significant honour and recognition of its substantial contribution to advancing the circular economy.
Queen Máxima serves on the Dutch Committee for Entrepreneurship, which advises on strengthening (semi)public services for small and medium-sized enterprises (SMEs). Given the significant transitions in sustainability, digitalisation, and the labour market, there is a pressing need to provide enhanced support and guidance, particularly to a wide spectrum of SMEs. The Committee stresses the importance of making (semi)public services more responsive to the specific needs of entrepreneurs.
The Committee is dedicated to fostering sustainable growth among SMEs and has developed specific measures to promote their recovery and expansion. Established in 2007 by the Ministry of Economic Affairs, the Committee is chaired by Jacques van den Broek and includes members such as Queen Máxima, Barbara Baarsma, Meiny Prins, and Diederik Laman Trip. Since 2016, the Committee has published an annual State of SMEs report and has provided recommendations on strategies for SME recovery and growth during and after the COVID-19 pandemic. The Committee actively supports initiatives like Qredits, Stichting MKB-Financiering, NLgroeit, and O2LAB.
Tentoonstelling “Een miljoen woningen”, in 1962, van de BNA in het Bouwcentrum te Rotterdam. Minister mr. J. van Aartsen en echtgenote tijdens de rondleiding. CC0.
Exhibition “One Million Houses”, in 1962, of the BNA at the Bouwcentrum in Rotterdam. Minister Mr J. van Aartsen and his wife during the tour. CC0.
derlandse Architecten luidt de officiële naam Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten BNA.
Koninklijke Schippersvereniging Schuttevaer
Koninklijke Schippersvereniging Schuttevaer behartigt al ruim 175 jaar de belangen van de beroepsbinnenvaart van Nederland. Prinses Beatrix is beschermvrouwe van deze vereniging. De in 1849 opgerichte vereniging dankt zijn naam aan Willem Jan Schuttevaer. Een Zwolse koopman en oud schipper die indertijd opkomt voor de belangen van de Sluziger binnenschippers, tijdens een langdurig conflict over een hoge tolheffing.
De aanleiding daarvan is de verbreding en verdieping van het Zwolse Diep, in opdracht van het gemeentebestuur van Zwolle. Deze aanpassingen komen vooral ten goede aan eigenaren van de grotere schepen. Tolbetaling wordt afgedwongen via een tolketting die een vrije doorvaart onmogelijk maakt. Hetgeen tot strijd leidt. De kleinere binnenschepen hebben een zeer beperkte diepgang. Aanpassing van de vaarweg is voor hen overbodig. Binnenschippers verzetten zich daarom fel tegen de tolheffing, omdat deze een flink deel van het inkomen opsnoept. De strijd heeft uiteindelijk succes. In 1875 werd het Zwolse Diep aan het rijk overgedragen, waarna de tolketting wordt verwijderd.
In 1938 krijgt de Vereniging Schuttevaer het predicaat Koninklijke. De vereniging is de belangrijkste belangenbehartiger voor de binnenvaartsector.
LTO Noord is de toekomstgerichte ondernemersvereniging voor boeren en tuinders in de negen noordelijke provincies. Prinses Beatrix is beschermvrouwe van LTO Noord. Door boeren en tuinders te helpen met ondernemerschap, innovatie en duurzaamheid, neemt de vereniging hen mee naar de toekomst. Dat doet men in de vorm van projecten en door beleidsbeïnvloeding. ZLTO ondersteunt in de zuidelijke provincies ondernemers in de groene ruimte bij het realiseren van een duurzame positie in de markt en maatschappij.
Her Royal Highness Princess Beatrix reigned as the Queen of the Netherlands for 33 years, from 1980 to 2013. She holds numerous honorary positions as patroness and honorary member of various organisations, including the Association of Dutch Architects (BNA). The BNA traces its origins to the architects’ trade association, De Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst, established in 1842. The initiative to establish the Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst came from the architect and publicist Johannes van Straaten (1781-1858). Since 1915, membership has been open only to private and official architects. The organisation was renamed ‘Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst, Vakvereniging van Nederlandse Architecten’. Following its merger in 1919 with the Union of Dutch Architects, founded in 1908, the association adopted the official title Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten BNA (Royal Society for the Advancement of Architecture, Union of Dutch Architects BNA)
The Royal Skippers’ Association Schuttevaer has been advocating for the interests of professional inland navigation in the Netherlands for over 175 years. Princess Beatrix serves as its patroness. Founded in 1849, the association takes its name from Willem Jan Schuttevaer, a merchant from Zwolle and former skipper who championed the cause of inland shippers from Sluziger during a prolonged dispute over steep tolls.
The conflict arose from the widening and deepening of the Zwolse Diep, a project commissioned by the Zwolle city council, which primarily benefited owners of larger vessels. Toll enforcement through a toll chain obstructed free passage, sparking considerable discord. Smaller barges, with their shallow draught, found the waterway modifications unnecessary and vehemently opposed the tolls, which significantly reduced their earnings. Ultimately, the struggle proved successful, leading to the transfer of the Zwolse Diep to state ownership in 1875, after which the toll chain was removed.
In 1938, the Schuttevaer Association was granted the Royal designation. Today, it remains the foremost advocate for the inland shipping industry.
Prinses Beatrix verrichtte haar eerste officiële daad in 1949, met de onthulling van een plaquette met “het nieuwe wapen van onze Kroonprinses, die is aangebracht in de Beatrix-hal van de Jaarbeurs te Utrecht.” CC0.
In 1949, Princess Beatrix performed her first official act by unveiling a plaque displaying “the new coat of arms of our Crown Princess”, affixed in the Beatrix Hall of the Jaarbeurs in Utrecht.” CC0.
LTO Nederland is het samenwerkingsverband van LTO Noord, ZLTO (Zuid-Nederland minus Limburg) en LLTB (Limburg) en is de ondernemersorganisatie voor Nederlandse boeren en tuinders. LTO Nederland behartigt de belangen van 35.000 leden door te werken aan een gunstig ondernemersklimaat voor agrariërs in Nederland en Europa.
Brood- en Banketbakkers
Ondernemers Vereniging
Prinses Beatrix is beschermvrouwe Nederlandse Brooden Banketbakkers Ondernemers Vereniging (NVOB). De NBOV staat klaar voor alle ambachtelijke bakkers in Nederland. NVOB sluit cao’s, geeft leden advies op maat en beantwoordt hun vragen over personeel en bedrijfsvoering. En via een uitvoerige lobby zorgt men ervoor dat de stem van de ambachtelijke bakkers wordt gehoord.
Jaarlijks ontvangt Prinses Beatrix van de NBOV een Moederdagtaart. Het aanbieden van de Moederdagtaart is een jaarlijks terugkerende traditie. Prinses Beatrix ontvangt de taart als dank omdat zij beschermvrouwe van de NBOV is en krijgt deze namens alle ambachtelijke bakkers.
Jaarbeurs Utrecht heeft met meer dan 60 congreszalen, 30 vergaderruimtes en 10 hallen altijd een passende plek voor evenementen. Prinses Beatrix is beschermvrouwe van Vereniging Koninklijke Nederlandse Jaarbeurs. In 1917 vindt de Eerste Nederlandsche Jaarbeurs te Utrecht plaats. Koningin-moeder Emma bezoekt de Eerste Jaarbeurs. De beurs is geopend door Wethouder van Zijst van de gemeente Utrecht. De Wethouder sprak bij die gelegenheid de hoop uit dat de Jaarbeurs een succes zou worden, en dat die gesteund door succes een blijvend karakter zou mogen krijgen. Van Zijst’s hoop is meer dan uitgekomen. In 1921 legt Prinses Juliana, in aanwezigheid van Koningin Wilhelmina, de eerste steen voor de bouw van het eerste Jaarbeursgebouw als vaste locatie. Op 8 september 1931 wordt het predicaat Koninklijk verleend, hetgeen in 1963 opnieuw bekrachtigd wordt. Tussentijds opent Prins Bernhard in 1953 De Bernhardhal. Dit is de eer-
LTO Noord serves as the forward-looking business association representing farmers and horticulturists across the nine northern provinces. Princess Beatrix acts as the patroness of LTO Noord. Through initiatives focused on entrepreneurship, innovation, and sustainability, the association guides its members towards a future-oriented approach, both through practical projects and policy advocacy. Meanwhile, ZLTO supports entrepreneurs in the agricultural sector in the southern provinces, aiming to establish a sustainable position within the market and society.
LTO Nederland unites LTO Noord, ZLTO (South Netherlands excluding Limburg), and LLTB (Limburg) as the umbrella organisation for Dutch farmers and horticulturists. Representing 35,000 members, LTO Nederland actively shapes a conducive business environment for farmers across the Netherlands and Europe.
Princess Beatrix serves as the patroness of the Dutch Bread and Pastry Bakers’ Entrepreneurs Association (NBOV). The NBOV represents artisanal bakers throughout the Netherlands, advocating for their interests by negotiating collective agreements, providing tailored advice to members on personnel and business operations, and actively lobbying to ensure the voice of artisanal bakers is heard.
Each year, Princess Beatrix receives a Mother’s Day cake from the NBOV as a token of appreciation for her patronage and on behalf of all artisanal bakers.
Jaarbeurs Utrecht boasts over 60 conference rooms, 30 meeting rooms, and 10 halls, making it a premier venue for events of all kinds. Princess Beatrix serves as the patroness of the Royal Dutch Jaarbeurs Association. The inaugural Dutch Jaarbeurs took place in Utrecht in 1917, with Queen Mother Emma attending as a guest. Alderman van Zijst of the municipality of Utrecht inaugurated the fair, expressing hope for its success and establishment as a permanent institution—a hope that was more than fulfilled.
In 1921, Princess Juliana, in the presence of Queen Wilhelmina, laid the foundation stone for the first permanent Jaarbeurs building. The predicate “Royal” was granted on
ste hal op het Croeselaanterrein. Prinses Beatrix opent in 1970, samen met Prins Claus, officieel het Beatrixgebouw. In 1998 gaat het Beatrix Theater open. Jaarbeurs laat de exploitatie van het theater aanvankelijk aan Joop van den Ende Theaterproducties.
Jaarbeurs is binnen het bedrijfsleven vooral bekend vanwege de verschillende grote vakbeurzen die daar georganiseerd worden. Zoals Bouwbeurs, VSK, TechniShow, Retailbeurs en Logistica.
8th September 1931, reaffirmed in 1963. Prince Bernhard inaugurated the Bernhardhal in 1953, the first hall on the Croeselaant site. Princess Beatrix and Prince Claus officially opened the Beatrix Building in 1970. In 1998, the Beatrix Theatre opened under the management of Joop van den Ende Theaterproducties.
Jaarbeurs is renowned in the business community for hosting major trade fairs such as Bouwbeurs, VSK, TechniShow, Retailbeurs, and Logistica.
Prinses Beatrix en Prins Claus openen in 1971 de Nationaal Landbouwmanifestatie “Flevohof” in Flevopolder. CC0. Princess Beatrix and Prince Claus opening the National Agricultural Show “Flevohof” in Flevopolder, 1971. CC0.
Big enough to Compete and Small enough to Care
De Op den Velde Groep is een ultramoderne technische handelsonderneming en groothandel die bestaat uit twee divisies: Industrie en Staal. De divisie Industrie is totaalleverancier voor machinefabrieken en de procesindustrie. De divisie Staal is gespecialiseerd in de levering van stalen profielen, buizen, non-ferro producten en alle aanverwante artikelen.
Op den Velde Groep is al ruim een eeuw diepgeworteld in de Zaanstreek. Het bedrijf is op 22 juli 1921 opgericht door Jan op den Velde mede met hulp van de familie Verkade, die Jan honderd gulden leende als startkapitaal. Verkade is tot op de dag van vandaag een hechte relatie van Op den Velde. Jan begon aanvankelijk met het produceren van drijfriemen en verhandelen van olieproducten. Ondanks de crisisjaren wist Jan het bedrijf op kleine schaal uit te bouwen. Tijdens de oorlogsjaren lag het bedrijf stil en een deel van de familie ging in het verzet. Gelukkig zag Op den Velde sr. toch kans de onderneming na de oorlog voort te zetten. Hij werd daarbij geholpen door één van zijn vijf zonen, Jan jr. In 1958 kwam ook zijn kleinzoon Hans het bedrijf versterken. Mede
als gevolg van de introductie van de oliekachel en CV als warmtebron voor woningen en fabrieken, brak een periode van enorme groei aan. Op den Velde werd totaalleverancier voor de industrie en verlegde zijn werkterrein van de Zaanse regio naar heel Nederland.
INDUSTRIE EN STAAL
De onderneming heeft door de jaren heen haar assortiment voortdurend uitgebreid en aangepast aan de vraag uit de markt. Hierdoor is een enorm breed totaalpakket aan industrieproducten ontstaan. Daarnaast nam ook de vraag naar stalen buizen en profielen fors toe.
Om aan deze groeiende vraag te voldoen, werd in 1991 besloten hier de eigen divisie Staal voor op te richten. Vanaf de jaren ’90 richt Op den Velde zich op de huidige twee divisies: Industrie en Staal.
TOTAALLEVERANCIER VOOR DE INDUSTRIE
Inmiddels heeft de vierde generatie het stokje overgenomen en blijft de continuïteit van de familieonderneming gewaarborgd. Waarbij Op den Velde zich ontpopt van drijfriemenfabrikant en oliehandel tot technische totaalleverancier voor de industrie. Ondanks de enorme groei, onderscheidt het bedrijf zich nog steeds door de persoonlijke aandacht voor de klant.
T +31(0)75 6531410 E wout@opdenvelde.nl I www.opdenvelde.nl
MEMBER OF:
www.one-mrosupply.com
Koning Willem-Alexander, Koningin Máxima en Prinses Beatrix besteden veel tijd aan het doen van werkbezoeken binnen Nederland. Tijdens zo’n bezoek hebben de leden van het Koninklijk Huis aandacht voor specifieke onderwerpen in de samenleving of aan onderwerpen die hun speciale aandacht hebben. Het bedrijfsleven krijgt daarbij veel aandacht.
De leden van het Koninklijk Huis worden geïnformeerd over de werkzaamheden binnen de organisatie die ze bezoeken, waardoor ze een goed beeld van de praktijk krijgen. Per werkbezoek worden zij vaak vergezeld door de minister of staatssecretaris die verantwoordelijk is voor het betreffende onderwerp.
Werkbezoeken worden doorgaans van tevoren niet aangekondigd. Hierdoor blijft de toeloop van pers en publiek beperkt, zodat de leden van het Koninklijk Huis de ruimte hebben om in informele sfeer met de betrokkenen te praten. Een werkbezoek duurt meestal 1,5 tot 2 uur.
King Willem-Alexander, Queen Máxima, and Princess Beatrix spend significant time on working visits within the Netherlands. These visits focus on specific societal topics or subjects of particular interest to the members of the Royal House, especially the business community.
During these visits, the members of the Royal House are thoroughly briefed on the activities within the organisations they visit, gaining a comprehensive understanding of practical operations. They are often accompanied by the minister or state secretary responsible for the relevant subject, ensuring that the visits are well-informed and focused.
To maintain a discreet environment that facilitates open discussions, working visits are generally not announced in advance. This approach minimises the influx of press and public, allowing members of the Royal House to engage with participants in a more informal and relaxed setting. Typically, a working visit lasts between 1.5 to 2 hours.
Koningin Máxima tijdens een werkbezoek aan Emmen in 2015. Foto: door Richard Broekhuijzen, CC BY-SA 4.0.
Queen Máxima during a working visit to Emmen in 2015. Photo: Richard Broekhuijzen, CC BY-SA 4.0.
Koning Willem-Alexander heeft op 7 juni jl. de hoofdvestiging van Aalberts hydronic flow control in Almere officieel geopend. Vanuit deze locatie verspreidt Aalberts wereldwijd installatie-oplossingen, die de energietransitie faciliteren. Het complex van 34.000 m2 omvat een van de duurzaamste kantoorgebouwen ter wereld. Tijdens zijn bezoek kreeg de koning een rondleiding en voerde hij gesprekken met genodigden. Daarna verrichtte hij de officiële opening.
De directie van Aalberts hydronic flow control voelt zich vereerd door het koninklijk bezoek. Dat bezoek onderstreept de hoge ambities van het bedrijf op het gebied van innovatie en duurzaamheid. Zowel het energieneutrale hoofdkantoor als de producten en systemen die men hier ontwikkelt en produceert, zijn bijzonder duurzaam. “Duurzaamheid is een van onze kernwaarden”, aldus CEO Maarten van de Veen. “Ons commitment blijkt onder andere uit het BREEAM ‘Outstanding’ certificaat dat we voor het hoofdkantoor behaalden. Het gebouw draait volledig op duurzame energie, mede dankzij ruim 6.000 zonnepanelen.”
Voor Aalberts hydronic flow control was het koninklijk bezoek het wachten op de officiële opening, die door de coronapandemie was vertraagd, zeker waard. Al in 2021 nam het bedrijf met de twee hoofdmerken Flamco en Comap haar intrek in het nieuwe hoofdkantoor. De ver-
King Willem-Alexander has officially opened Aalberts hydronic flow control’s headquarters in Almere on June 7. From this facility, Aalberts hydronic flow control engineers, produces and distributes its energy efficient technologies worldwide. The large 34,000 m2 complex comprises one of the most sustainable office and production facilities in the world. The king has conducted the opening ceremony after a tour of the production facility.
The management of Aalberts hydronic flow control is honoured, as the royal visit is a testament to their high ambitions in terms of innovation and sustainability. Both the energy-neutral head office and the products and systems Aalberts hydronic flow control develops and produces here are particularly sustainable. “Sustainability is one of our core values,” says CEO Maarten van de Veen. “That commitment is shown, among other things, by the BREEAM ‘Outstanding’ certificate we achieved for the head office. It runs entirely on renewable energy, partly thanks to more than 6,000 solar panels.”
For Aalberts hydronic flow control, the royal visit was well worth the wait for the official opening, which had been delayed due to the covid pandemic. Back in 2021, Aalberts hydronic flow control moved into its new headquarters with its two main brands Flamco and Comap. The move enabled a substantial expansion and bundling of its business activities. That process is now complete, as the com-
huizing maakte een forse uitbreiding en bundeling van bedrijfsactiviteiten mogelijk. Dit proces is nu voltooid; onlangs nam het bedrijf haar nieuwste productielijn voor expansievaten van 8-150 liter in gebruik.
Tijdens de rondleiding bezocht de koning ook de nieuwe, grotendeels geautomatiseerde productiehal. Hij was erg onder de indruk van het bedrijf en het nieuwe, energieneutrale bedrijf. “Het gebouw is waanzinnig om te zien”, zei de koning. “Het is erg belangrijk voor de energietransitie om op een duurzame manier expansievaten te produceren.” De openingsceremonie werd verricht door de koning, vergezeld door Stephane Simonetta (CEO Aalberts N.V.) en Maarten van de Veen (CEO Aalberts hydronic flow control).
Het gebouwencomplex op bedrijventerrein Stichtsekant omvat uitgebreide faciliteiten voor productie, logistiek en kantoren. Ook is er een afdeling R&D, een hightech opleidingscentrum en een showroom. Deze multifunctionele opzet maakt Aalberts hydronic flow control toekomstbestendig, zodat het bedrijf ontwikkelingen als de energietransitie, die in volle gang is, kan faciliteren. Door klimaatverandering is er een stijgende behoefte aan allerlei installatietechnische oplossingen om CO2-uitstoot te reduceren of hittestress te beperken. Aalberts hydronic flow control speelt hierin een belangrijke rol met producten voor warmtepompsystemen, waterstofinstallaties en watergedragen koelsystemen.
Foto’s: Aalberts n.v.
Photo’s: Aalberts n.v.
pany recently commissioned its latest production line (for 8-150 litre expansion vessels).
In his tour, the king also visited the new, largely automated production hall. He was very impressed by the company and the new energy neutral building. “The building is amazing to see,” the king responded, “It is very important for the energy transition to produce expansion vessels in a sustainable way.” The ribbon cutting ceremony was performed by the King himself, alongside Stéphane Simonetta (CEO Aalberts N.V.) and Maarten van de Veen (CEO Aalberts hydronic flow control).
The building complex on the Stichtsekant industrial estate includes extensive facilities for production, logistics and offices. There is also an R&D department, a high-tech training centre and a showroom. This multifunctional set-up makes Aalberts hydronic flow control future-proof to facilitate developments such as the energy transition, which is in full swing. Partly due to climate change, there is an increasing need for all kinds of installation-technical solutions, for example to reduce CO2 emissions or limit heat stress. Aalberts hydronic flow control meets this need too, with products for heat pump systems, hydrogen installations and waterborne cooling systems, among others.
Hare Majesteit Koningin Máxima was in maart 2024 aanwezig bij de Nationale Conferentie Circulaire Economie in De Vasim in Nijmegen. De conferentie wordt jaarlijks georganiseerd door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Dit jaar met als thema “Van goed begin naar booming business; circulair als de nieuwe standaard”.
Koningin Máxima was aanwezig bij het plenaire gedeelte van de conferentie en hield een toespraak over het belang van de overgang van een lineaire naar een circulaire economie. ‘Circulair’ betekent dat producten langer worden gebruikt en dat de grondstoffen, in tegenstelling tot ‘lineair’, worden hergebruikt voor de productie van nieuwe producten. In een panelgesprek spraken experts over de toegang tot financiering, een van de grote belemmeringen in de transitie naar een circulaire economie. Staatssecretaris Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat reikte vervolgens de Circular Awards en Circular Heroes uit. De prijzen zijn bedoeld voor bedrijven, organisaties en personen die een grote bijdrage leveren aan de circulaire transitie door hun innovatie, hun vernieuwende aanpak of de impact die ze maken. Na afloop van het zaalprogramma sprak Koningin Máxima met panelleden, awardwinnaars en genomineerden.
De Nationale Conferentie Circulaire Economie is een jaarlijks terugkerend evenement om de voortgang in de circulaire economie zichtbaar te maken. Het is ook bedoeld om uitdagingen te agenderen, te bespreken en
Her Majesty Queen Máxima attended the National Circular Economy Conference at De Vasim in Nijmegen in March 2024. This annual event, organised by the Ministry of Infrastructure and Water Management, focused this year on the theme “From a promising start to a thriving business: circular as the new norm”.
Queen Máxima participated in the conference’s plenary session and delivered a speech highlighting the significance of shifting from a linear to a circular economy. The circular approach emphasises prolonging product lifecycles and reusing raw materials to create new products, in contrast to the traditional linear model. During a panel discussion, experts addressed challenges such as access to finance, a critical hurdle in advancing towards a circular economy. State Secretary Heijnen of Infrastructure and Water Management also presented the Circular Awards and recognised Circular Heroes—honouring individuals, organisations, and companies making significant strides in circular innovation and impact. Following the formal programme, Queen Máxima engaged in discussions with panellists, award recipients, and nominees.
The National Circular Economy Conference serves as a platform to showcase advancements in circular practices, tackle challenges, and collaboratively seek solutions to them. It draws professionals from diverse sectors, including municipalities, provinces, government
Koningin Máxima is aanwezig bij de Nationale Conferentie Circulaire Economie. Foto: door Martijn Beekman. Queen Máxima attends the National Circular Economy Conference. Photo: Martijn Beekman.
gezamenlijk te zoeken naar oplossingen. De conferentie richt zich op iedereen die zich beroepsmatig bezighoudt met de circulaire economie. Bijvoorbeeld mensen die werkzaam zijn bij gemeenten, provincies en de rijksoverheid, maar ook bij bedrijven, maatschappelijke organisaties, onderwijsinstellingen, banken en onderzoeksinstellingen.
bodies, businesses, civil society organisations, educational institutions, banks, and research institutes.
Hare Majesteit Koningin Máxima heeft op 26 juni 2024 een werkbezoek gebracht aan Friesland. Hier liet ze zich bijpraten over de innovatieve samenwerkingen en initiatieven binnen de circulaire economie in Fryslân. De leden van Vereniging Circulair Friesland (VCF) werken keihard aan een ambitieuze transitieagenda op weg naar een circulaire economie.
Tijdens haar bezoek ontmoette de Koningin diverse leden van Vereniging Circulair Friesland. Deze bestaat uit 170 leden, waaronder 100 MKB-bedrijven en alle Friese overheden en kennis- en onderwijsinstellingen. De leden van de vereniging werken samen aan de uitvoering van de circulaire transitie in de regio. De ambitie is om in 2025 een van de koplopers in Europa te zijn. De kracht van de aanpak van Circulair Friesland is dat juist op regionale schaal organisaties en sleutelpersonen elkaar kennen en willen samenwerken aan de circulaire transitie en tegelijk voor impact zorgen. De Friese aanpak is schaalbaar naar andere regio’s in Nederland en Europa. Jelmer Algra, algemeen directeur provincie Fryslân over het bezoek: ‘We zijn enorm trots dat Koningin Maxima ons een bezoek heeft gebracht. Dit heeft zijn uitstraling op de hele Vereniging en provincie, voor nu en zeker ook in 2025. Dat wordt ons jubileumjaar waarin we laten zien dat we als Fryslân koploper zijn op het gebied van circulaire economie.’
Her Majesty Queen Máxima paid a working visit to Friesland on 26 June 2024, where she was updated on the innovative collaborations and initiatives within the circular economy in the region. The members of Vereniging Circulair Friesland (VCF) are diligently working on an ambitious transition agenda towards a circular economy.
During her visit, the Queen met several members of Vereniging Circulair Friesland, which comprises 170 members, including 100 SMEs, all Frisian authorities, and various knowledge and educational institutions. These members collaborate to implement the circular transition in the region, aiming to be one of the frontrunners in Europe by 2025. The strength of Circular Friesland’s approach lies in the regional scale, where organisations and key individuals know each other and are eager to work together on the circular transition, creating significant impact. This Frisian approach is scalable to other regions in the Netherlands and Europe.
Jelmer Algra, General Director of the Province of Fryslân, on the Visit: “We are immensely proud that Queen Máxima paid us a visit. This has a significant impact on the entire Association and province, both now and certainly in 2025. That will be our anniversary year when we will demonstrate that Fryslân is a frontrunner in the field of the circular economy.”
De bezoeken
Koningin Máxima bezocht in Heerenveen Ecopark de Wierde van Omrin. Hier halen nascheidingsinstallaties voor huishoudelijk restafval en kunststoffen hoge recyclingspercentages en speelt Omrin een cruciale rol in het hergebruik van regionale grondstoffen in Fryslân. Zo stoken per 1 januari 2025 alle Friese overheden, via de eigen energieleverancier OVEF, op groengas dat door Omrin is geproduceerd uit afval. Ook gemeenten Súdwest-Fryslân, Smallingerland, Leeuwarden waren aanwezig bij Omrin, samen met de bedrijven Van der Wiel en OPNIEUW!, om uitleg te geven over de projecten Circulaire Bedrijventerreinen en Circulaire Inkoop Friese Overheden, in kader van de focus op hergebruik van grondstoffen in Fryslân.
De Koningin kreeg bij het NTCP een inkijk in het verbeteren van het recyclen van kunststoffen. NTCP is gestart in de regio Fryslân en is als onafhankelijke R&D-organisatie uitgegroeid tot internationaal erkend kenniscentrum. Dit Friese testcentrum werkt nauw samen met de hele verpakkingsketen wereldwijd en richt zich op het reduceren van plastic afval. De resultaten van hun onderzoek zijn direct toepasbaar op in de praktijk, zowel nationaal als internationaal.
Bij Nedcam werd Koningin Máxima geïnformeerd over het circulaire transitieproces van een aansprekend maakbedrijf in de kunststofsector. Nedcam richt zich op de productie van circulaire kunststof mallen voor on-
Queen Máxima visited Omrin’s Ecopark De Wierde in Heerenveen. This facility features post-separation plants for household residual waste and plastics, achieving high recycling rates. Omrin plays a crucial role in the reuse of regional raw materials in Fryslân. By 1 January 2025, all Frisian authorities, through their own energy supplier OVEF, will use green gas produced by Omrin from waste. Representatives from the municipalities of Súdwest-Fryslân, Smallingerland, and Leeuwarden were present at Omrin, along with the companies Van der Wiel and OPNIEUW!, to discuss the Circular Business Parks and Circular Procurement Friese Overheden projects, highlighting Fryslân’s commitment to recycling raw materials.
At the NTCP, the Queen gained insights into improving plastic recycling. NTCP, which started in the Fryslân region, has grown into an internationally recognised knowledge centre as an independent R&D organisation. This Frisian test centre collaborates closely with the entire global packaging chain and focuses on reducing plastic waste. The results of their research are directly applicable in practice, both nationally and internationally.
At Nedcam, Queen Máxima was informed about the circular transition process at a leading manufacturing company in the plastics sector. Nedcam specialises in producing circular plastic moulds for industries such as yacht building, wind energy, and construction. The Municipality of Heerenveen was present to explain the crucial collaboration
der andere de jachtbouw, de windsector en de bouw. Gemeente Heerenveen was aanwezig om de belangrijke samenwerking tussen Nedcam en overheden en kennisinstellingen in Noord-Nederland toe te lichten. Tijdens de rondleiding werd de nieuwe XXL 3D-printer gedemonstreerd, die bijdraagt aan de circulaire transitie door het 3D-printen van grote mallen. Het bezoek aan Miedema Bouwmaterialen in Leeuwarden legde de focus op de ontwikkeling van een sterk economisch circulair bouwcluster in Fryslân. Binnen het programma Fryslân Bouwt Circulair wordt samengewerkt in de hele bouwketen om circulaire bouwoplossingen te ontwikkelen en toe te passen. Het belang van biobased materialen en circulair opdrachtgeverschap werd hierbij benadrukt. Op deze locatie waren ook andere leden als provincie Fryslân, gemeente Leeuwarden, woningcorporatie Elkien, Bouwgroep Dijkstra Draisma, Achterbosch Architecten, Jorritsma Bouw, GreenInclusive en Caparis aanwezig. Tegelijk werd met het programma SPARK the Movement de verbinding met het Friese onderwijs gemaakt omdat dit ook een van pijlers van Fryslân Bouwt Circulair is. Firda, Van Hall Larenstein en Friso Bouwgroep namen dit deel voor hun rekening.
Toekomstvisie en viering 10-jarig jubileum
Het bezoek van Koningin Máxima onderstreept de leidende rol van Fryslân in de transitie naar een circulaire economie. De regio deelt haar kennis en ervaring nationaal, en met andere Europese regio’s. In 2025 viert Vereniging Circulair Friesland haar tienjarig jubileum. Een mijlpaal waarin de successen en innovatieve oplossingen van de Friese aanpak centraal staan.
between Nedcam, governmental bodies, and knowledge institutions in the Northern Netherlands. During the tour, the new XXL 3D printer was demonstrated, showcasing its contribution to the circular transition by 3D printing large moulds.
The visit to Miedema Bouwmaterialen in Leeuwarden highlighted the development of a robust, economically circular construction cluster in Fryslân. As part of the Fryslân Bouwt Circulair programme, the entire construction chain collaborates to develop and implement circular building solutions. The importance of biobased materials and circular commissioning was emphasised. Representatives from the Province of Fryslân, Municipality of Leeuwarden, housing corporation Elkien, Bouwgroep Dijkstra Draisma, Achterbosch Architecten, Jorritsma Bouw, GreenInclusive, and Caparis were present. Additionally, the SPARK the Movement programme connected with Frisian education, a key pillar of Fryslân Bouwt Circulair, with Firda, Van Hall Larenstein, and Friso Bouwgroep participating in this segment.
Queen Máxima’s visit underscores Fryslân’s leading role in the transition to a circular economy. The region shares its knowledge and experience both nationally and with other European regions. In 2025, Vereniging Circulair Friesland will celebrate its ten-year anniversary, a milestone that will showcase the successes and innovative solutions of the Frisian approach.
Koning Willem-Alexander bezoekt bedrijven in Flevoland en Friesland die zich bezighouden met de energietransitie. Het bezoek past in het kader van eerdere bezoeken die de Koning heeft gebracht in het kader van de energietransitie. Zijne Majesteit de Koning bezocht in juni dit jaar bedrijven in Flevoland en Friesland die zich bezighouden met de energietransitie.
Het bezoek startte bij GIGA Storage in Lelystad waar in grote batterijen zonne- en windenergie worden opgeslagen. De Koning kreeg een rondleiding over het terrein en een toelichting op het opslagproces. Daarna ging hij naar Smart Grid Flevoland, een bedrijf dat energieproducenten bij elkaar brengt en faciliteert in duurzame opwekinstallaties, energieopslag en energietoepassingen.
Daar ging hij met verschillende bedrijven in gesprek over de oplossingen die zij hebben bedacht voor de netcongestie. Smart Grid Flevoland is een bedrijfsonderdeel van Equans Nederland.
Vervolgens sprak Koning Willem-Alexander met voedselproducenten Marfo en McCain. Zij vertellden als grootgebruikers van energie over hun ervaringen met netcongestie en welke invloed dat heeft op hun verduurzamingsproces. Het bezoek in Lelystad werd afgesloten met een gesprek met mkb-ondernemers uit de Noordoostpolder die zich hebben verenigd in het collectief Stream Energy om in de toekomst energie efficiënt te gebruiken en de druk op bestaande energienetten te verminderen.
Provincie Flevoland is samen met de provincies Utrecht en Gelderland prioriteitsgebied voor het landelijke vraagstuk van netcongestie.
King Willem-Alexander is visiting companies in Flevoland and Friesland that are involved in the energy transition, continuing his series of visits focused on this critical area. In June this year, His Majesty visited enterprises in Flevoland and Friesland actively engaged in advancing energy transition initiatives.
The visit commenced at GIGA Storage in Lelystad, where solar and wind energy are stored using large-scale battery systems. The King was given a comprehensive tour of the facility and an explanation of the energy storage process. He then proceeded to Smart Grid Flevoland, a division of Equans Netherlands, which co-ordinates sustainable energy generation, storage solutions, and energy applications. Here, he engaged with various companies addressing issues related to grid congestion. Smart Grid Flevoland operates as a division of Equans Netherlands.
Later, King Willem-Alexander met with food producers Marfo and McCain, both significant energy consumers, to discuss their experiences with grid congestion and their efforts towards sustainability. The visit concluded in Lelystad with a dialogue involving small and medium-sized enterprise (SME) entrepreneurs from the Noordoostpolder region, who are collaborating under the Stream Energy collective to enhance energy efficiency and alleviate pressure on existing energy grids.
Flevoland, alongside Utrecht and Gelderland provinces, is a focal area for addressing national grid congestion challenges.
Bloembollenbedrijf Jan de Wit en Zonen B.V. uit Enkhuizen is sinds 1922 met trots een familiebedrijf en levert al vier generaties lang bloembollen van topkwaliteit aan haar klanten. Oprichter Jan de Wit begon klein met de teelt van aardappelen en andere groenten, maar na een paar jaar besloot hij ook tulpenbollen te gaan telen. De tulpenteelt werd een succes en bloembollen werden al snel de focus van het bedrijf. In 1951 werden de eerste bloembollen geëxporteerd en momenteel worden de bollen verstuurd naar meer dan 40 landen.
volledig gedigitaliseerd. Er wordt gebruikgemaakt van de nieuwste en meest duurzame koeltechnieken en energie wordt opgewekt door middel van zonnepanelen. Verder is het bedrijf gespecialiseerd in de preparatie van tulpenbollen. In moderne koelcellen worden de bollen op een specifieke temperatuur behandeld, waardoor de bloeidatum van de tulpen exact kan worden gepland naar de wensen van de klant.
bekijken en bewonderen. Bollen van verzonden partijen worden geplant in eigen proefkassen en proeftuin, zodat de resultaten kunnen worden vergeleken en de kennis kan worden verbeterd.
In de loop der jaren is het bedrijf uitgegroeid tot een van de marktleiders in de Nederlandse bloembollenindustrie. Tot aan 2023 teelde het bedrijf ook haar eigen bloembollen, maar nu richt het zich volledig op de export. Het bedrijf is gericht op de Business-to-Business (B2B) verkoop en levert voornamelijk tulpen- en leliebollen, en daarnaast gewassen zoals hyacint, narcis, krokus, iris, amaryllis en muscari. Het proces tussen de aankomst van de bollen en de verzending is
De focus van het bedrijf ligt niet alleen op het product, maar ook op service, betrouwbaarheid, flexibiliteit en communicatie. Het bedrijf richt zich op lange-termijnrelaties met haar klanten, leveranciers en medewerkers en er wordt elke dag gestreefd naar het hoogste serviceniveau.
Bloemen worden op verschillende beurzen en evenementen tentoongesteld, zoals het Tulip Trade Event en Keukenhof. Op deze manier kunnen klanten het eindproduct van de bloembollen
In 2022 vierde het bedrijf haar 100-jarig bestaan en werd het tijdens haar jubileumfeest vereerd met de titel ‘Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier’. Daarnaast bracht het bedrijf haar eigen boek ‘100 jaar - De jongens van Jan de Wit. Over koopmannen met een kwekershart’ wat de geschiedenis van het bedrijf en bloembollen in het algemeen beschrijft, aangevuld met verhalen van medewerkers, klanten en leveranciers. De komende jaren gaat het bedrijf verder op de reeds lang geleden ingeslagen weg: het bieden van kwaliteit en service, gesteund door promotionele activiteiten in binnen- en buitenland.
The fellows of Jan de
Flower bulb company Jan de Wit en Zonen B.V. from Enkhuizen has proudly been a family business since 1922 and has been supplying top quality flower bulbs to its customers for four generations. Founder Jan de Wit started small by growing potatoes and other vegetables, but after a few years he also decided to grow tulip bulbs. The tulip cultivation became a success and flower bulbs quickly became the focus of the company. The first flower bulbs were exported in 1951 and the bulbs are currently sent to more than 40 countries.
Over the years, the company has grown into one of the market leaders in the Dutch flower bulb industry. Until 2023, the company also grew its own flower bulbs, but now it focuses entirely on export. The company focuses on Business-to-Business (B2B) sales and mainly supplies tulip and lily bulbs, as well as crops such as hyacinth, narcissus, crocus, iris, amaryllis and muscari. The process between the arrival of the bulbs and shipping is fully digitalized. The latest and most sustainable cooling techniques
are used and energy is generated using solar panels. The company is also specialized in the preparation of tulip bulbs. In modern cooling rooms, the bulbs are treated at a specific temperature, so that the flowering date of the tulips can be planned exactly according to the customer’s wishes.
The company’s focus is not only on the product, but also on service, reliability, flexibility and communication. The company focuses on long-term relationships with its customers, suppliers and employees and strives for the highest level of service every day.
Flowers are exhibited at various fairs and events, such as the Tulip Trade Event and Keukenhof. This way, customers can view and admire the end product of the flower bulbs. Bulbs from shipped batches are planted in our own test greenhouses and experimental garden, so that the results can be compared and knowledge can be improved.
In 2022, the company celebrated its 100th anniversary and was honored with the title ‘By Appointment to the Court of the Netherlands’ during its anniversary celebration. In addition, the company published its own book ‘100 years - The fellows of Jan de Wit. About merchants with a grower’s heart’, which describes the history of the company and flower bulbs in general, supplemented with stories from employees, customers and suppliers. In the coming years, the company will continue on the path it has long taken: offering quality and service, supported by promotional activities at home and abroad. www.jandewitenzonen.com
Zijne Majesteit de Koning bracht in januari 2024 samen met toenmalig minister Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat een werkbezoek aan de maritieme maakindustrie in Hendrik-Ido-Ambacht en Hardinxveld-Giessendam. Het bezoek stond in het teken van innovatie, verduurzaming en schaarste aan geschikt personeel.
Na een introductie over de regio Drechtsteden ontvingen de Koning en de minister een rondleiding bij Koedood Marine Group dat onder andere is gespecialiseerd in scheepsmotoren en verduurzaming van schepen met hybride of elektrische aandrijving. Vervolgens bezochten zij gezamenlijk Holland Shipyards Group voor een rondleiding en een gesprek met sectorvertegenwoordigers. Op deze scheepswerf worden onder meer elektrisch- en waterstofaangedreven schepen zoals veerponten gebouwd en technologieën als 3D-printen benut.
De sector en het Rijk hebben begin 2024 maatregelen aangekondigd ter bescherming tegen hoogwater, versnelling van de energietransitie en het waarborgen van economische- en militaire veiligheid. In 2024 en 2025 investeren ze samen zestig miljoen euro extra in innovatieve scheepsbouw.
De Nederlandse maritieme sector bestaat uit verschillende onderdelen zoals de havens, zee- en binnenvaart, scheepsbouw, offshore, waterbouw en maritieme dienstverlening. De maritieme sector kende in 2022 een totale toegevoegde waarde van 72 miljard euro en bood werk aan 575.490 mensen. De maritieme sector gene-
In January 2024, His Majesty the King undertook a working visit to the maritime manufacturing industry in Hendrik-Ido-Ambacht and Hardinxveld-Giessendam, accompanied by then Minister Adriaansens of Economic Affairs and Climate. The visit focused on innovation, sustainability, and addressing the shortage of skilled personnel.
The King and the minister began with an introduction to the Drechtsteden region before going on a guided tour of Koedood Marine Group. This company specialises in marine engines and advancements in ship sustainability, particularly in hybrid and electric propulsion technologies. Subsequently, they visited Holland Shipyards Group, engaged in discussions with industry leaders and exploring facilities where electric and hydrogen-powered ships, including ferries, are constructed using cutting-edge technologies like 3D printing.
In early 2024, the sector and government announced joint measures for flood protection, accelerating the energy transition, and ensuring economic and military security. In 2024 and 2025, they will collaborate to invest an additional € 60 million euros in innovative shipbuilding initiatives.
The Dutch maritime sector encompasses various elements such as ports, maritime and inland navigation, shipbuilding, offshore activities, hydraulic engineering, and maritime services. In 2022, the sector contributed €72 billion to the economy and employed 575,490 individuals, representing approximately 7% of the country’s GDP and 6% of its total employment.
These working visits, often conducted with a minister or
Koning Willem-Alexander en voormalig minister Adriaansens bezoeken Holland Shipyards Group, een scheepswerf waar onder meer elektrisch- en waterstofaangedreven schepen worden gebouwd. Foto: ANP.
King Willem-Alexander and former Minister Adriaansens visit Holland Shipyards Group, a shipyard where, among other things, electric and hydrogen-powered ships are built. Photo: ANP.
reert circa 7% van het bruto binnenlands product en 6% van de werkgelegenheid in Nederland. De Koning brengt met regelmaat werkbezoeken samen met een minister of staatssecretaris. Tijdens deze bezoeken krijgt de Koning aan de hand van concrete voorbeelden te zien welke effecten het beleid van de bewindspersoon heeft in de praktijk.
state secretary, provide King Willem-Alexander with firsthand insights into the practical impacts of governmental policies, illustrated through concrete examples.
‘Mind the Gap’ Paves the Way for Inclusive Finance
Hoe maken we financiering aan het MKB diverser en inclusiever? Heeft AI bepaalde voorkeuren, waarom hebben vrouwen minder toegang tot financiering en wanneer is er sprake van de ‘dark shadow’ bij het nemen van een beslissing?
How can we foster greater diversity and inclusivity in SME finance? Do AI algorithms exhibit biases? Why do women face barriers in accessing finance, and what factors contribute to the “dark shadow” in decision-making processes?
Belangrijke vragen en begrippen die koningin Máxima en 200 MKB financiers en adviseurs 3 juni door een keur aan sprekers gepresenteerd kregen tijdens het MKB Financieringscongres Mind the Gap 2024. Na het welkomstwoord door SMF voorzitter Ronald Kleverlaan sprak koningin Máxima als lid van het Nederlands Comite van Ondernemerschap de volle zaal als eerste toe en benadrukte het belang van toegang van financiering aan
Key questions and concepts were presented by various speakers to Queen Máxima and 200 SME financiers and advisers on 3 June at the SME Financing Congress ‘Mind the Gap 2024’. After the welcome address by SMF chairman Ronald Kleverlaan, Queen Máxima, a member of the Netherlands Committee of Entrepreneurship, addressed the audience. She emphasised the critical importance of ensuring access to finance for all entrepreneurs. Queen
UPDATE NATIONAAL CONVENANT
MKB-FINANCIERING
Na de toespraak van de koningin kwam speciaal gezant en voormalig oud-staatsecretaris van Financiën Menno Snel met een update van het nationaal convenant mkb-financiering. Ook de wereld van AI (Artificial Intelligence) kwam voor het voetlicht. Een ontwikkeling die sinds 1986 aan de gang is, maar nu voor het grote publiek een grote opmars maakt en ook in de financieringswereld breed wordt toegepast. Daarbij werd duidelijk dat de uitkomsten van AI niet altijd intelligent zijn, verrassende uitkomsten biedt, gevoed moeten worden met de juiste data én dat AI niet meer weg te denken is. De tweede helft van het congres werd besteed aan vier initiatieven die elk op hun eigen manier en bepaalde doelgroep de zaal inspireerden met hun inclusieve missie, visie, inzichten en werkwijze.
After the Queen’s speech, special envoy and former State Secretary of Finance Menno Snel updated attendees on the national covenant for SME financing. He also highlighted the advancements in Artificial Intelligence (AI), a field that has been evolving since 1986 and is now gaining widespread application in finance and beyond. It was clear that AI outcomes can be unpredictable and require accurate data input, yet their influence is increasingly pervasive. The latter part of the conference showcased four initiatives, each aimed at specific groups, captivating the audience with their inclusive mission, visionary insights, and innovative approaches.
alle ondernemers. Ze gaf een voorbeeld over Oomen Verhuizers in Katwijk dat voor een innovatieve investering moeilijk financiering kon krijgen. Tot slot rondde koning Máxima haar toespraak af met de oproep dat alle spelers in het MKB ecosysteem actief en misschien zelfs een beetje activistischer moeten worden om de groeien innovatiekracht van het Nederlandse MKB te bevorderen.
Ronald Kleverlaan, voorzitter Stichting MKB Financiering (SMF): Elk jaar is het MKB Financieringscongres een goed moment om iedereen weer te zien, te spreken en te inspireren. Dit jaar met het thema inclusie en diversiteit, we zijn trots op de bijdrage van koningin Máxima en alle andere sprekers. Met het jaarlijkse MKB financieringscongres levert de stichting een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van het financieringslandschap voor het MKB in Nederland.
Máxima highlighted the case of Oomen Verhuizers in Katwijk, illustrating its challenges in securing funding for an innovative investment. In conclusion, Queen Máxima urged all stakeholders in the SME ecosystem to take proactive steps, even advocating for a more activist approach, to foster the growth and innovation potential of Dutch SMEs.
Ronald Kleverlaan, Chairman of the MKB Financing Foundation (SMF), remarked, “Every year, the MKB Financing Congress provides a valuable opportunity to reconnect, exchange ideas, and inspire everyone anew. This year, focusing on inclusion and diversity, we are especially proud of the contributions from Queen Máxima and all our speakers. Through our annual SME finance conference, the foundation plays a pivotal role in shaping the financing landscape for SMEs in the Netherlands.
Tijd om te netwerken tijdens het congres, op Landgoed De Horst. Foto: Stichting MKB Financiering. Time to network during the conference, at Landgoed De Horst. Photo: MKB Financing Foundation.
TOESPRAAK VAN KONINGIN MÁXIMA BIJ
HET JAARCONGRES VAN STICHTING MKB FINANCIERING, DRIEBERGEN
“Dames en heren, Wat een plezier om u vanmiddag te ontmoeten op dit jaarcongres van Stichting MKB Financiering. Een geweldige kans om met elkaar te spreken over een vraag die ons allemaal bezighoudt: hoe kunnen we samen de financiering van het MKB beter en inclusiever maken? Ik ga vaak naar ondernemers in het MKB toe om hun verhaal te horen. Zoals in november vorig jaar. Ik was toen als lid van het Nederlands Comité voor Ondernemerschap te gast bij Oomen Verhuizers in Katwijk. Oomen is een jong verhuis- en opslagbedrijf, tien jaar geleden opgericht. En het groeit snel. Dat succes is te danken aan innovatie: het bedrijf heeft een volledig geautomatiseerd opslagsysteem ontwikkeld. Als je bij je spullen wilt, kun je thuis inloggen en een robot opdracht geven om je eigen container voor je klaar te zetten. Dat bespaart allemaal zoveel tijd en is zo handig! ‘Kost dat niet veel stroom?’, denkt u misschien. Ook daaraan is gedacht. Het dak ligt vol met zonnepanelen. De zonne-energie wordt opgeslagen en gebruikt voor de robotkraan én voor het opladen van de elektrische verhuiswagens.
Ambitieuze ondernemers met een duidelijke visie. Ze willen het beste voor de klant zonder schade voor milieu en klimaat. Dit alles kan natuurlijk niet zonder investeringen. En dat was niet gemakkelijk. Eén van de eigenaren vertelde dat het voor hem niet eenvoudig was om nieuwe financiering te krijgen, terwijl hij juist graag wilde innoveren en groeien.
We weten allemaal hoe belangrijk bedrijven zoals Oomen zijn. MKB-bedrijven zijn goed voor bijna drie kwart van de werkgelegenheid en twee derde van de toegevoegde waarde. We hebben het MKB héél hard nodig in het totale ecoysteem van onze economie. Maar dan moet het MKB wel mogelijkheden krijgen en kansen grijpen. En dat gebeurt nog onvoldoende. De situatie is uitdagend, om een aantal redenen. Ten eerste: er is bijna overal een groot tekort aan mensen. En dat wordt alleen maar erger de komende jaren. Investeren in arbeidsbesparende technologie is brood-
SPEECH BY QUEEN MÁXIMA AT THE ANNUAL SMES FINANCING CONFERENCE,
“Ladies and gentlemen,
It is a pleasure to be here this afternoon at the annual conference of Stichting MKB Financiering. This gathering provides a valuable opportunity for us to discuss a pressing question: how can we collectively improve SME financing and make it more inclusive?
I often visit SME entrepreneurs to listen to their stories, such as my visit last November to Oomen Verhuizers in Katwijk, as a member of the Dutch Committee for Entrepreneurship.
Oomen is a young moving and storage company, established just ten years ago, and it has been experiencing rapid growth. This success is attributed to its innovative approach: the company has developed a fully automated storage system. Imagine being able to log in from home and instruct a robot to prepare your personal container for access—it’s both efficient and convenient!
You might wonder about the energy consumption involved. That aspect has also been carefully considered. The roof of its facility is adorned with solar panels, which store solar energy used to power the robotic crane and charge the electric moving vans.
Ambitious entrepreneurs with a clear vision aspire to deliver the best for their customers while safeguarding the environment and climate. However, none of this is possible without adequate investment. One of the owners candidly shared his challenges in securing new financing, despite their eagerness to innovate and expand.
We recognise the vital role played by companies such as Oomen Verhuizers. SMEs contribute to nearly three-quarters of employment and two-thirds of value added, underscoring their crucial position within our economy. However, for SMEs to thrive, opportunities must be afforded to them and they must actively seize them. Unfortunately, this isn’t happening enough. The current landscape presents multiple challenges. Firstly, there is a widespread shortage of skilled labour, a trend projected to worsen in the years ahead. Invest-
nodig! Ten tweede: de noodzaak om te verduurzamen wordt steeds sterker. En dat vraagt om investeringen. Niet alleen in energiebesparing, maar ook in circulair produceren. Ten derde: de bedrijven met de sterkste productiviteitsgroei zijn de bedrijven die het meest inzetten op digitalisering. Wie niet investeert in digitalisering, verliest op den duur terrein en loopt het risico na een aantal jaren ‘out of business’ te zijn. Het Nederlands Comité voor Ondernemerschap vraagt al jaren aandacht voor de stagnatie van de productiviteitsgroei van het MKB. We moeten hier blijvend iets aan doen! Ten vierde: het gaat niet goed genoeg met de financiering van ons MKB. Al die noodzakelijke investeringen in digitalisering, arbeidsbesparende maatregelen en verduurzaming, moeten gefinancierd worden. Bureau Oliver Wyman heeft vorig jaar onderzocht hoe Nederland het doet in vergelijking met de landen om ons heen, waaronder België, Frankrijk en Duitsland. De kans dat een financieringsaanvraag in Nederland wordt afgewezen door de bank is volgens Oliver Wyman 60 procent hoger dan in vergelijkbare landen.
Nederlandse MKB’ers verliezen sneller de moed en lenen minder gemakkelijk dan hun collega’s over de grens. De conclusie is dat Nederlandse MKB-bedrijven hun groeipotentieel minder benutten doordat de financiering hapert. Het is dus heel waardevol dat u vandaag naar Driebergen bent gekomen om samen na te denken over oplossingen en vooral over concrete acties. Daarbij kunnen we voortbouwen op positieve ontwikkelingen. Want die zijn er gelukkig ook.
Ik denk aan de opmars van non-bancaire financiering. Die groeide vorig jaar van 4 miljard naar ruim 5 miljard euro. Nederland heeft inmiddels het beste ecosysteem van Europa voor crowdfunding, een van de vormen van non-bancaire financiering. Het is goed dat ondernemers door de opkomst van non-bancaire financiering meer keuzemogelijkheden krijgen. Ik hoop dat dit op de lange termijn bijdraagt aan meer betaalbare en duurzame financieringsmogelijkheden. Overigens valt wel op dat slechts 18 procent van alle non-bancaire financieringen aan vrouwelijke ondernemers wordt verstrekt. Daar valt nog een wereld te winnen. Goed dat u hier later in de middag over doorspreekt.
ment in labour-saving technologies is urgently required to address this issue. Secondly, the imperative for sustainability is escalating, necessitating investments not only in energy efficiency but also in circular production methods. Thirdly, firms achieving the highest productivity growth are those investing significantly in digitalisation. Those failing to embrace digital transformation risk falling behind and facing obsolescence in a few short years. For years, the Netherlands Committee for Entrepreneurship has highlighted the stagnant growth in SME productivity, urging sustained efforts to address this issue. Fourthly, SME financing in the Netherlands remains suboptimal. Essential investments in digitalisation, labour-saving technologies, and sustainability initiatives require robust financial backing. A study by Bureau Oliver Wyman last year revealed that the likelihood of a financing request being declined by banks in the Netherlands is 60% higher compared to similar countries like Belgium, France, and Germany.
Dutch SMEs face more reluctance and encounter greater difficulty in securing loans compared to their counterparts across the border. This hampers their ability to fully exploit their growth potential. Therefore, it is highly valuable that you have convened here in Driebergen today to collectively brainstorm solutions and, most importantly, to take concrete actions. By doing so, we can leverage positive developments, of which there are fortunately some.
I am particularly encouraged by the expansion of non-banking finance. Last year, it increased from 4 billion to over 5 billion euros. The Netherlands now boasts the most robust crowdfunding ecosystem in Europe, a significant form of non-banking finance. It’s promising that the rise of non-bank financing is providing entrepreneurs with more diverse funding options. In the long term, I hope this trend will contribute to more accessible and sustainable financing opportunities. However, it’s worth noting that only 18 per cent of all non-bank financing currently supports women entrepreneurs. There is considerable potential for improvement in this area. It will be beneficial to discuss this further later in the afternoon.
Een goede ontwikkeling is het nationaal convenant MKB-financiering dat vorig jaar tot stand kwam. Dat legt een basis onder verdere verbeteringen. Fijn dat de heer Snel zich hier als speciale gezant voor inzet! Het is goed nieuws dat de verschillende partijen zich samen verantwoordelijk voelen om de MKB-financiering te verbeteren. Daarvoor is wel nodig dat alle ondertekenaars de daad bij het woord voegen en volhouden. In het convenant staat de ambitie om toe te werken naar meer data-gedreven financiering. Dat is heel belangrijk. Financiering van innovatie vraagt ook om innovatie van financiering. Als financiers beter toegang hebben tot ondernemersdata, dan verloopt de aanvraag soepeler, met veel minder rompslomp voor de ondernemer. Even belangrijk is het verder professionaliseren van het financieringsadvies. Vroeger had iedere ondernemer een eigen vertrouwd aanspreekpunt bij de lokale bank. Ondernemers weten nu vaak de weg niet goed te vinden in het steeds rijkere, maar ook complexere financieringslandschap. We zien dat bedrijven met een financieringsbehoefte steeds minder vaak ook echt een aanvraag doen.
En dus heeft iedereen een steentje bij te dragen: financiers – bancair én non-bancair – maar ook ondernemers zelf, hun verenigingen en netwerken, en private en publieke dienstverleners. In het ecosysteem van MKB-financiering moeten alle spelers actief zijn. En misschien zelfs een beetje activistischer worden. En, zie elkaar alstublieft niet alleen als concurrenten, maar werk samen en verwijs ondernemers zo nodig door. Er is nu een financieringshub in de maak; een stimulans voor de doorverwijzing van afgewezen financieringsaanvragen. Laten we samen zorgen voor goed werkende schakels, zodat het geheel meer is dan de som der delen.
Uw aller werk is van groot belang en de urgentie is hoog. Het gaat om de innovatiekracht van ons MKB en daarmee om de toekomst van ons allemaal. Goede, passende en proactieve financiering is cruciaal en u kunt dat samen mogelijk maken. Ik wens u daarbij heel veel succes!”
A positive development is the national SME financing covenant established last year, laying a solid foundation for ongoing improvements. It’s commendable that Mr Snel is dedicated to this as special envoy. It’s encouraging that all parties involved feel a collective responsibility to enhance SME financing. However, it’s crucial that all signatories follow through on their commitments and persevere. The covenant sets out ambitions to move towards more data-driven financing, which is pivotal. Innovating financing requires innovative approaches to financial data. Improved access to entrepreneurial data for financiers can streamline applications, reducing hassles for entrepreneurs. Equally essential is the continued professionalisation of financing advice. In the past, each entrepreneur had a trusted contact at their local bank. Nowadays, navigating the increasingly diverse yet complex financing landscape is more challenging. As a result, businesses seeking financing are increasingly hesitant to proceed with their applications. And so, everyone has a role to play: financiers - both banks and non-banks - as well as entrepreneurs themselves, their associations, networks, and private and public service providers. In the SME finance ecosystem, it’s crucial for all stakeholders to be actively engaged. Perhaps, they should even adopt a more proactive stance.
It is important not to view each other solely as competitors but to collaborate and refer entrepreneurs as necessary. A funding hub is currently being established, encouraging the referral of rejected funding applications. Let’s work together to ensure robust connections so that the whole becomes greater than the sum of its parts.
Your collective efforts are essential, and the need is urgent. At stake is the innovative potential of our SMEs and, consequently, the future for all of us. Effective, suitable, and proactive financing is paramount, and together, you have the power to achieve this. I wish you every success in your endeavours!”
Mensen staan zelden stil bij de power van papier. En dat terwijl het toch werkelijk overal aanwezig is in ons alledaagse leven. Een velletje toiletpapier, het schrijfblok op een bureau, de kartonnen dozen waarin online bestellingen worden thuisbezorgd; paper works!
Onze expertise ligt in de laatste categorie: verpakkingspapier. De kans is groot dat je afgelopen week iets in handen hebt gehad dat zijn oorsprong vindt bij ons agentuur: het papiertje om de bos bloemen, de papieren draagtas bij een winkel, het zakje waar het brood in wordt verpakt, de kartonnen doos, ons werk is iedere dag zichtbaar zonder dat we het zien.
Sinds 1922 vertegenwoordigen we diverse internationale papieren kartonfabrieken die elkaar uitstekend aanvullen qua soorten, karakteristieken en toepassingen van papier.
Door de jaren heen hebben we tijdens onze samenwerking zoveel kennis opgedaan dat de fabrieken geen geheimen voor ons hebben. Dat is een voordeel wanneer we onze klanten adviseren; we weten precies waar we moeten zijn op basis van hun specifieke wensen.
Wanneer het antwoord niet direct voorhanden ligt gaan we op zoek naar alternatieven. In de loop der jaren hebben we tientallen internationale fabrieken van binnen gezien en een bijzonder groot netwerk opgebouwd, zowel binnen als buiten Europa. De beste oplossing vinden we altijd, ook out of the box!
Niermans & Co bv
T +31(0)251 659 018
E info@niermans.nl
I www.niermans.nl
People rarely think about the power of paper. And yet it is truly everywhere in our everyday lives. A sheet of toilet paper, the writing pad on a desk, the cardboard boxes in which online orders are delivered to your home; paper works!
Our expertise lies in the latter category: packaging paper. There is a good chance that you have held something in your hands last week that originated at our agency: the paper around the bouquet of flowers, the paper carrier bag at a store, the bag in which the bread is packed, the cardboard box, our work is visible every day without us seeing it.
Since 1922, we have represented various international paper and board mills that complement each other excellently in terms of types, characteristics and applications of paper.
Over the years we have acquired so much knowledge during our collaboration that the mills have no secrets for us. That is an advantage when we advise our customers; we know exactly where to go based on their specific wishes.
If the answer is not immediately available, we look for alternatives. Over the years we have seen the inside of dozens of international mills and built up a very large network, both within and outside Europe. We always find the best solution, even out of the box!
Koning Willem-Alexander heeft windpark Hollandse Kust Zuid in het najaar van 2023 officieel ingehuldigd en vierde de voltooiing van het tot nu toe grootste offshore windpark van Vattenfall samen met bestuurders van Vattenfall, BASF en Allianz. Op het strand van IJmuiden was voor de gelegenheid een levensgrote menselijke turbine opgesteld. De verwachte productie uit Hollandse Kust Zuid zal overeenkomen met het stroomverbruik van 1,5 miljoen huishoudens. Hollandse Kust Zuid ligt in de Noordzee, zo’n 18 tot 36 kilometer uit de Nederlandse kust tussen Scheveningen en Zandvoort. De 139 turbines hebben een totale capaciteit van 1,5 GW. Hollandse Kust Zuid behoort daarmee tot de grootste offshore windparken ter wereld. Hollandse Kust Zuid is eigendom van Vattenfall, BASF en Allianz. Het windpark is naar verwachting in 2024 volledig operationeel en wordt vanuit de haven van IJmuiden onderhouden.
Biodiversiteit essentieel
Bij de bouw van Hollandse Kust zijn verschillende innovatieve technieken toegepast. Zo werd tijdens het heien een dubbel bellenscherm gebruikt om onderwatergeluid te dempen en de impact voor bruinvissen te beperken. Extra grote watertoevoergaten in de fundaties bieden beschutting voor het zeeleven in de turbines, wat de eerste keer is dat de turbine zelf wordt gebruikt voor natuurinclusief ontwerp van een windpark. Keien en rotsen van verschillende groottes werden gebruikt bij de aanleg van de ‘scour protection’. Op verschillende plaat-
King Willem-Alexander officially inaugurated wind farm
Hollandse Kust Zuid, celebrating the completion of Vattenfall’s largest offshore windfarm to date with board members of Vattenfall, BASF and Allianz. To mark the occasion, a life-sized human turbine was created on the beach of IJmuiden. The fossil free electricity generated from Hollandse Kust Zuid is expected to equal the consumption of 1.5 million households.
Hollandse Kust Zuid is located in the North Sea, 18-36 kilometers off the Dutch coast between the towns of Scheveningen and Zandvoort. The 139 turbines have a total capacity of 1.5 GW. Hollandse Kust Zuid is owned by Vattenfall, BASF and Allianz. The wind farm is expected to be fully operational in 2024 and will be serviced out of the port of IJmuiden.
Several innovative techniques were used during the construction of Hollandse Kust, like a double bubble screen to dampen underwater noise during pile driving to limit the impact for harbor porpoises. Enlarged water replenishment holes in the foundations offer shelter for marine life inside the turbines, the first time the structure of a turbine itself is included in nature inclusive wind farm design. Boulders and rocks of varying sizes were used during the construction of scour protection. At several scour protection sites artificial rock reefs were added to make them more attractive to a wider number of fish, crabs and crustaceans.
Van links naar rechts: Helene Biström (Senior Vice President, Head of Business Area Wind Vattenfall), Martijn Hagens (CEO Vattenfall Netherlands), koning Willem-Alexander, Martin Brudermüller (Chairman of the Board of Executive Directors van BASF) en Oliver Bäte (CEO Allianz). Foto: door Jorrit Lousberg/Light at Work Photography.
From left to right: Helene Biström (Senior Vice President, Head of Business Area Wind Vattenfall), Martijn Hagens (CEO Vattenfall Netherlands), His Majesty King Willem-Alexander, Martin Brudermüller (Chairman of the Board of Executive Directors of BASF) and Oliver Bäte (CEO Allianz). Photo: Jorrit Lousberg/ Light at Work Photography
sen werden kunstmatige rotsriffen toegevoegd om het gebied aantrekkelijker te maken voor een groter aantal vissen, krabben en schaaldieren.
Circulariteit met recyclebare turbinebladen
Drie turbines zijn uitgerust met recent ontwikkelde recyclebare turbinebladen. De hars die wordt gebruikt om bladen aan elkaar te ‘lijmen’ zal gemakkelijker op te lossen zijn als de turbines aan het einde van hun levensduur worden afgebroken. Daardoor wordt het eenvoudiger om de bladen uit elkaar te halen en de verschillende elementen opnieuw te gebruiken.
Hollandse Kust Zuid vormt een sleutelproject voor de ambitieuze doelen die de Nederlandse overheid heeft gesteld om klimaatverandering tegen te gaan en Nederland te voorzien van duurzame energie voor de volgende generatie. In 2018 werd Hollandse Kust Zuid aangekondigd als eerste subsidievrije windpark ter wereld. Het windpark is naar verwachting in 2024 volledig operationeel en wordt onderhouden vanuit de haven van Ijmuiden.
Twee offshore substations, zogenaamde ‘stopcontacten op zee’, verbinden Hollandse Kust Zuid met het Nederlandse net. Deze netaansluitingen zijn ontwikkeld door de Nederlandse TSO TenneT, die ze ook exploiteert. Als onderdeel van het Nederlandse offshore windbeleid worden netaansluitingen publiek gefinancierd, wat zorgt voor standaardisatie en daarmee gepaard gaande kostenbesparingen. Het geeft windparkontwikkelaars zekerheid dat ze hun ontwerpen later niet hoeven aan te passen.
Three turbines are fitted with recently developed recyclable blades. The resin used to ‘glue’ blades together will be easier to dissolve after the working life of the turbines, making it easier to disseminate the blades and reuse the different elements.
Hollandse Kust Zuid is a key project in the ambitious goals that Dutch government has set to combat climate change and to provide the Netherlands with renewable energy for the next generation. In 2018, Hollandse Kust Zuid was awarded as the first subsidy-free wind farm in the world.
Two offshore substations connect Hollandse Kust Zuid to the Dutch grid. These grid connections have been developed and will be operated by the Dutch TSO TenneT. As part of the Dutch offshore wind policy grid connections are publicly funded, which ensures standardisation and subsequent cost savings. It gives wind farm developers certainty that they will not have to adjust their designs later.
Prinses Beatrix bezoekt de molen ‘Eendracht Maakt Macht’ die dit jaar 125 jaar bestaat. Foto: door Jo Adriaens.
Princess Beatrix visits the mill ‘Eendracht Maakt Macht,’ which celebrates its 125th anniversary this year. Photo by Jo Adriaens.
Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Beatrix der Nederlanden bezocht de molen ‘Eendracht Maakt Macht’ in Meterik, een dorp in gemeente Horst aan de Maas. De molen bestaat in 2024 125 jaar. Het jubileum werd gevierd tijdens het molenweekend.
De Prinses kreeg tijdens haar bezoek een toelichting op de geschiedenis van de molen. Het beheer is in handen van de stichting Molen Eendracht maakt Macht. Dankzij de vele vrijwilligers is de molen een ontmoetingsplaats voor het dorp en worden er rondleidingen gegeven. De Prinses nam deel aan een rondleiding en sprak met een aantal vrijwilligers. De molen is nog steeds in bedrijf en maalt graan tot meel. Het meel is niet meer geschikt voor consumptie zoals vroeger het geval was, maar wordt nu gebruikt als grondstof voor veevoer. Over het maalproces en het onderhoud werd Prinses Beatrix voorzien van uitleg door de molenaars. Ook nam de Prinses een kijkje In het ‘Bakhuuske’ waar regelmatig brood gebakken wordt. Het ‘Bakhuuske’ is gebouwd in 2017 met grotendeels oude materialen. Daar sprak de Prinses met de bakkers die brood bakken in een hout gestookte oven.
Prinses Beatrix is beschermvrouwe van De Hollandsche Molen, de vereniging die zich inzet voor het behoud van windmolens en watermolens in Nederland.
Her Royal Highness Princess Beatrix of the Netherlands visited the mill ‘Eendracht Maakt Macht’ in Meterik, a village in the municipality of Horst aan de Maas, in celebration of its 125th anniversary in 2024. The anniversary festivities were held during the mill weekend. During her visit, the Princess was given a detailed explanation of the mill’s history. The Molen Eendracht Maakt Macht Foundation manages the mill, which, thanks to its many volunteers, serves as a communal meeting place and offers tours. Princess Beatrix participated in a tour and conversed with several volunteers.
The mill remains operational, grinding grain into flour. Although the flour is no longer fit for human consumption, it is now used as a raw material for cattle feed. Princess Beatrix received explanations from the millers about the milling process and the maintenance of the mill.
The Princess also visited ‘The Bakhuuske,’ where bread is regularly baked. The ‘Bakhuuske,’ was constructed in 2017 primarily using reclaimed materials. There, the Princess conversed with the bakers who use the oven to bake bread.
Princess Beatrix is the patron of the Hollandsche Molen, an association dedicated to preserving wind and water mills in the Netherlands.
Carelshaven staat gelijk aan meer dan 250 jaar gastvrijheid. Niet voor niets werd Alco van Berkel door Jeunes Restaurateurs Nederland uitgeroepen tot gastheer van het jaar 2021. Tien jaar geleden namen Alco en Evelyn van Berkel het hotel van de familie Kluvers over, die het daarvoor zes generaties lang exploiteerde.
Carelshaven is gelegen in het idyllische stadje Delden. Een stad met een rijke historie. Die zie je onder anderen terug in de vele monumentale gebouwen, smalle straatjes en illustere stadspoorten. Daarnaast is Delden, door de centrale ligging in Twente, de ideale uitvalsbasis voor wandel- en fietstochten.
Bij Carelshaven draait het allemaal om ‘beleving in eenvoud’. Het belangrijkste is dat u als gast zich thuis voelt en wordt verrast door een unieke belevenis. Verwacht bij Carelshaven geen wellness met verschillende soorten treatment,
maar krijg een behandeling van Twentse gastvrijheid. Geniet van de heerlijkste gerechten en combineer deze met een (met zorg samengesteld) uniek wijnarrangement. Slaap op de meest comfortabele matrassen, onder heerlijk beddengoed. Word wakker door fluitende vogels in een bijzondere hotelkamer met uitzicht op de Twentse weilanden en wandel over het eeuwen oude Landgoed Twickel. Een ervaring bij Carelshaven is er één om niet meer te vergeten, want bij Carelshaven maken we nieuwe herinneringen.
U komt als gast
U verblijft als koning
U vertrekt als vriend
U komt terug als familie
Carelshaven. De voormalige schippersherberg die oorlogen en recessies doorstond. In elk geval moet u het eens bezocht hebben. De bijzondere en rijke historie van landgoed Twickel -waar het prachtige hotel en restaurant staatis er overal voelbaar. Alsof je in een levend schilderij stapt.
T +31(0)74 376 13 05
E info@carelshaven.nl
I www.carelshaven.nl
Eind 2023 maakt Nederland kennis met de crompouce-hype. De veroorzaker? Dat is Hofleverancier Bakkerij van Maanen, die al meer dan 100 jaar Zuid-Holland voorziet van heerlijke croissantjes en tompoucen. En dan dus ook crompoucen. Ze zijn niet aan te slepen! Een crompouce is een plezierige samenkomst van croissant met tompouce. Als de crompoucen in heel het land de deur uit vliegen geeft de Utrechtse bakker Ulrika Menig te kennen van de crompouce in 2020 een geregistreerde merknaam en productmodel te hebben gemaakt. Daardoor mag een willekeurige patissier de naam crompouce niet zomaar gebruiken. Vervolgens melden zich bakkerijen die zeggen een soortgelijk product al sinds ver voor 2020 te verkopen. De crompouce is in verschillende winkels hernoemd naar tompoucecroissant of varianten daarop. De uitvinder heeft geen octrooi op het product, maar wel op de merknaam crompouce. Volgens de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland is een octrooi niet mogelijk, omdat het geen technische vernieuwing betreft. Enfin: de opgedirkte croissant is wel een megahit. Naar verluid is de crompouce in 2020 samengesteld door Bammetje Bakery uit Utrecht. Nadat de crompouce via Bakker van Maanen uit Katwijk in 2023 een rage is geworden op TikTok beginnen bakkers en supermarkten in heel Nederland het product te verkopen. Op TikTok staan een slordige 70 miljoen hashtags met de lekkernij in de hoofdrol. In de provincie Zeeland wordt overigens al vele jaren de roze flap gebakken. De crompouce lijkt sterk op de roze flap. Deze flap wordt echter gemaakt van bladerdeeg in plaats van croissantdeeg en heeft een driehoekige vorm
By the end of 2023, the Netherlands will be swept up in the crompouce craze. Leading the charge is Purveyor to the Royal Household Bakkerij van Maanen, a staple in South Holland renowned for its delectable croissants and tompouces for over a century. Now, they’ve introduced the unstoppable crompouce!
A crompouce is a delightful fusion of croissant and tompouce. As these treats fly off shelves nationwide, Utrecht baker Ulrika Menig proudly announced in 2020 that she had trademarked and registered the crompouce. Consequently, other bakeries cannot simply use the name without permission. Some bakeries, which claim they’ve been offering similar products long before 2020, have renamed their version tompouce croissant or similar variations. While the inventor holds the brand name, a patent isn’t feasible as it’s not a technical innovation, according to the Netherlands Enterprise Agency. Nonetheless, this dressed-up croissant has become a mega-hit!
The crompouce reportedly originated in 2020 at Bammetje Bakery in Utrecht. After a TikTok frenzy ignited by Katwijk-based Bakker van Maanen in 2023, bakeries and supermarkets across the Netherlands began selling the product. The delicacy boasts some 70 million TikTok hashtags. Interestingly, the province of Zeeland has long been known for its own variation, the pink flap, which resembles the crompouce but is crafted from puff pastry and sports a triangular shape.
Remarkable reports about Purveyors to the Royal Household
Ambachtelijke snoepproducent Holland
Foodz neemt Vero Sweet Presents over
Artisanal candy producer Holland
Foodz acquires Vero Sweet Presents
Holland Foodz, de grootste producent van oud-Hollands snoepgoed, heeft afgelopen voorjaar het failliete Vero Sweet Presents overgenomen. Beide familiebedrijven kennen een lange geschiedenis en hebben grote klanten als HEMA, Bijenkorf, AH, Jumbo, Kruidvat, Xenos of De Efteling. Met de overname wordt opnieuw voorkomen dat Nederlands erfgoed in de snoepbranche verloren gaat. Vero Sweet Presents in Waalwijk is al 77 jaar oud en levert zogeheten snoepgeschenken. Bijvoorbeeld harten met bonbons, speelgoed met snoep, Hollandse molentjes met
Holland Foodz, renowned for its artisanal Dutch confectionery, has stepped in to acquire Vero Sweet Presents following its bankruptcy this past spring. Both companies, steeped in family history, serve major clients like HEMA, Bijenkorf, AH, Jumbo, Kruidvat, Xenos, and De Efteling. This acquisition once again safeguards Dutch confectionery heritage from being lost.
Established 77 years ago in Waalwijk, Vero Sweet Presents specialises in candy gifts, including chocolates in heart shapes, candy-filled toys, Dutch mill-shaped confections,
snoepgoed of kleine kauwgombalautomaten. Rond speciale feestdagen als Kerstmis, Valentijnsdag, Halloween, Sinterklaas, Vader- en Moederdag of Pasen levert het bijzondere verpakkingen zoals een Paasmandje. Aan pretparken levert het op maat gemaakte cadeauverpakkingen en bij evenementen zoals de avondvierdaagse de speciale medailles van snoep. Toen het bedrijf problemen kreeg met de voorfinanciering van zijn producten, moest het medio februari faillissement aanvragen. Vero is het grootste bedrijf in Nederland wat zijn cadeauverpakkingen zelf ontwerpt en produceert.
Snoepfabriek Holland Foodz in Oosterhout bestaat sinds 1894 en kreeg bij zijn 125-jarige bestaan het Predicaat Hofleverancier. Het bedrijf begon ooit als suikerwerkfabriek Piet Aarden en nam deze eeuw diverse bedrijven over die geen opvolging hadden of noodlijdend waren. Na het faillissement van branchegenoot Rens Joosen Suikerwerken in 2011 nam het de productie van oud-Hollands snoepgoed als de Oosterhoutse Kaneelstok (sinds 1894 gemaakt) en Willem Stuve Nougat (sinds 1870 gemaakt) over. Daarmee werd een stukje Hollands erfgoed gered. Holland Foodz is het grootste Nederlandse bedrijf wat snoepgoed op ambachtelijke wijze produceert in een eigen fabriek. Het levert zijn producten aan Nederlandse en Belgische kermissen, pretparken, supermarkten, warenhuizen en snoepwinkels, maar ook aan Duitse warenhuizen en andere Europese klanten. Voor de fabriek in Oosterhout staan reuzenlolly’s in een snoeptuin en een dertig meter hoge kaneelstok als suikersilo.
De activiteiten, het assortiment en de producten van Vero sluiten goed aan op die van Holland Foodz, dat de overname als een mooie kans zag. Die werd gefinancierd uit eigen middelen. Door de overname is Holland Foodz nu, naast marktleider in oud-Hollands- en kermissnoep, ook marktleider in geschenkartikelen. “Wij bewaken de traditie van Nederlands zoet erfgoed en zetten die voort”, zegt directeur Roel Reijnen van Holland Foodz. “Alles wat historie en legacy heeft past goed binnen ons bedrijf. Bovendien heeft Vero dezelfde passie van een familiebedrijf als wij.”
Holland Foodz nam alle vaste werknemers van Vero over. Wel verhuisde het bedrijf van Waalwijk naar Oosterhout, waar de productie zit. Holland Foodz nam ook de samenwerking met de sociale werkplaats van Vero over. Die houdt in dat tientallen mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt het snoepgoed inpakken.
and small gum ball machines. They also supply customised packaging for holidays such as Christmas, Valentine’s Day, Halloween, Sinterklaas, Father’s and Mother’s Day, and Easter. Their offerings extend to personalised gift packaging for amusement parks and candy medals for events like the evening four-day walk. Facing financial challenges in pre-financing its products, Vero Sweet Presents was forced to declare bankruptcy in mid-February. Notably, it is the largest Dutch company designing and producing its own gift packaging.
Meanwhile, Holland Foodz, operating since 1894 in Oosterhout, earned the distinction of Purveyor of the Royal Household on its 125th anniversary. Originally known as the Piet Aarden confectionery factory, it has preserved Dutch confectionery traditions by acquiring struggling companies without successors. Following the 2011 bankruptcy of Rens Joosen Suikerwerken, Holland Foodz took over the production of heritage sweets such as the Oosterhoutse Kaneelstok (since 1894) and Willem Stuvé Nougat (since 1870). This saved a piece of Dutch heritage. Holland Foodz is the largest Dutch company producing confectionery by traditional methods in its own factory. It supplies its products to Dutch and Belgian fairs, amusement parks, supermarkets, department stores and sweet shops, as well as German department stores and other European customers. Giant lollipops adorn its candy garden, while a 30-metre-high cinnamon stick serves as a sugar silo outside its Oosterhout factory.
Vero’s activities, range, and products complement those of Holland Foodz, which viewed the acquisition as a valuable opportunity. The transaction was funded from its own resources. Following the acquisition, Holland Foodz now leads not only in traditional Dutch and fairground sweets but also in gift items. “We uphold the tradition of Dutch sweet heritage and carry it forward,” says Roel Reijnen, director of Holland Foodz. “Anything with a history and legacy aligns perfectly with our company ethos. Furthermore, Vero shares the same passion for being a family business as we do.”
Holland Foodz has absorbed all permanent employees from Vero and relocated operations from Waalwijk to Oosterhout, integrating their collaboration with Vero’s sheltered workshop, which supports dozens of individuals with disabilities in candy packing roles.
P. de Bruijn Wijnkopers Anno 1772 bv bestaat in 2022 250 jaar. Het bedrijf is de oudste zelfstandige wijnkoperij in Nederland. Met het toekennen van de Zilveren Erepenning geeft de gemeente Nijmegen erkenning aan een uniek familiebedrijf met een lange historie in de stad.
P. de Bruijn Wijnkopers gaat sinds 1772 al 7 generaties over van vader op zoon. De directie wordt nu gevoerd door Eric de Bruijn, samen met echtgenote Marianne de Bruijn. De wijnkoperij is sinds 1880 in Nijmegen gevestigd, eerst aan de Waal en sinds 1924 in het huidige, speciaal voor dit doel gebouwde pand met kelders aan de Bijleveldsingel.
De Bruijn is gespecialiseerd in import van Franse kwaliteitswijnen. Het assortiment is sinds een aantal jaar met wijnen uit andere Europese landen uitgebreid. De wijnkoperij levert aan zowel particulieren als aan de gastronomie in heel Nederland.
In 1952 ontving de wijnkoperij het predicaat Hofleverancier, dat nog steeds van kracht is. In 2009 kreeg Eric de Bruijn een Franse onderscheiding, de Merite Agricole, vanwege zijn inzet voor de Franse wijn. Het bedrijf heeft een goede reputatie en draagt sinds 2015 het keurmerk KVNW Register Wijnhandelaar. De Bruijn is naar aanleiding van het 250-jarig bestaan ook eerste erelid van de KVNW (Koninklijke Vereeniging Nederlandse Wijnhandelaren).
In 2022, P. de Bruijn Wijnkopers Anno 1772 bv will mark its 250th anniversary. As the oldest independent wine shop in the Netherlands, the company has been recognised with the Silver Medal of Honour by the municipality of Nijmegen, acknowledging a unique family business with deep roots in the city.
Since 1772, P. de Bruijn Wijnkopers has been passed down through seven generations from father to son. Currently managed by Eric de Bruijn and his wife Marianne de Bruijn, the wine shop has been based in Nijmegen since 1880, initially along the river Waal and since 1924 in its purpose-built premises with cellars on the Bijleveldsingel.
De Bruijn specialises in importing high-quality French wines, with recent years seeing an expansion to include wines from other European countries. The shop serves both private customers and the gastronomy sector across the Netherlands.
In 1952, the wine shop was granted the Purveyor to the Royal Household designation, a distinction it still holds. Eric de Bruijn received the French award Mérite Agricole in 2009 for his dedication to French wines. Holding the KVNW Register Wine Dealer seal since 2015, the company enjoys a strong reputation. On the occasion of its 250th anniversary, De Bruijn Wijnkopers was named the first honorary member of the KVNW (Koninklijke Vereeniging Nederlandse Wijnhandelaren).
Burgemeester Bruls: “Dat een familiebedrijf zo lang van vader op zoon wordt voortgezet, en het overgrote deel daarvan in Nijmegen, is uniek. De Bruijn Wijnkopers is een bijzondere, en ook zeer gewaardeerde, onderneming in onze stad”.
De Zilveren Erepenning van de gemeente Nijmegen wordt toegekend als blijk van waardering en erkentelijkheid aan diegenen die zich tegenover de gemeente of gemeenschap algemeen erkende bijzondere verdiensten hebben verworven. Bij de penning horen een oorkonde en een Gouden Waalbrugspeld als draaginsigne.
Mayor Bruls commented, “The continuity of a family business through so many generations, primarily in Nijmegen, is truly exceptional. De Bruijn Wijnkopers is a cherished and esteemed enterprise in our city.”
The Silver Medal of Honour from the Municipality of Nijmegen is awarded in recognition of outstanding contributions to the municipality or community. Accompanied by a certificate and a Golden Waal Bridge Pin, it symbolises appreciation and gratitude.
Een van die felbegeerde tompoucen bemachtigen bij Hofleverancier Lindeboom in Zwolle! Daar staan de mensen graag voor in de rij. Van Koningsdag tot en met Bevrijdingsdag. Zomaar even afhalen is er niet bij. Je moet namelijk vooraf bestellen. Maar dan heb je ook wat volgens een meneer die gelijk om 9 uur aanschuift in de rij, met een bestelnummer in de hand.
“Ze zijn de beste, en dat vieren we elk jaar opnieuw, het wordt een traditie. Jaar in, jaar uit sta ik hier”, vertelt de liefhebber van de koninklijke tompoucen. Extra vroeg ervoor opgestaan had hij niet: “Ik was sowieso met licht wakker om kwart voor zeven, dus het viel mee”.
Bij de patisserie waren ze er wel vroeg uit. “Een tompouce heeft heel lang werk nodig. Het bladerdeeg moet allemaal vers gebakken worden.”, vertelt Marleen Degens, eigenaresse van de patisserie. ” We zijn gisteren heel lang doorgegaan om voorbereidingen te treffen. En vanochtend om drie uur zijn we gestart.” Hoeveel tompoucen er gebakken zijn weet Marleen niet. ”Nou, ik ben het wel een beetje kwijt. We zijn over de vijfduizend heen gegaan. “
RTV focus Zwolle over Lindeboom. Foto: door Amin CC-BY-SA.
RTV focus Zwolle across Lindeboom. Photo: Amin CC-BY-SA.
We lost count!
Securing one of those highly sought-after tompouces from Purveyor of the Royal Household Lindeboom in Zwolle is no easy feat! It’s a tradition that draws eager queues from King’s Day to Liberation Day. Simply walking in to grab one is not an option; advance ordering is a must. But then you’re in for a treat, as attested by a gentleman who joins the queue promptly at 9 o’clock, order number in hand.
“They’re the best and celebrating with them each year has become a tradition. I’ve been coming here year after year,” shares a dedicated tompouce enthusiast. He hadn’t risen exceptionally early for it: “I was up with the first light at quarter to seven anyway, so it wasn’t too bad.”
For the patisserie, preparation starts early. “A tompouce requires meticulous effort. Each puff pastry layer must be freshly baked,” explains Marleen Degens, owner of the patisserie. “We spent a long time preparing yesterday, and today we started at three o’clock in the morning.” When asked about the quantity baked, Marleen admits, “I lost count a bit. We made over five thousand.”
Welkom in de wondere wereld van de bril waar u ogen tekortkomt om te zien hoe een middeleeuws hulpmiddel uitgroeide tot een hedendaags modeartikel. Kom kijken in het Greving optiek museum! In de loop der jaren heeft Greving & Greving met hulp van collega’s, leveranciers en fabrikanten een unieke collectie bijeengebracht. Met alles wat erbij komt kijken om een bril te maken. Een belangrijk deel van deze verzameling is uit het depot gehaald en op museale wijze ingericht op de tweede etage van de winkel van Greving & Greving aan de Gedempte Singel in Assen.
Daar gaat het uiteraard over glas, oogmetingen, bijzondere technieken, ontwerpers en fabrikanten. De door de eeuwen heen uitgevonden typen worden in verschillende varianten tentoongesteld: geklonken bril, schaarbril, lorgnet, slaap- en orenbril, neusklem, vingerknijper, pince-nez, glasbril enzovoorts.
Maar deze vaste expositie toont vooral de ontwikkeling van de brilmode tussen de vijftiger en de negentiger jaren van de vorige eeuw. De tijd waarin koninklijke hoogheden en andere staatshoofden, film- en popsterren, sportlieden en andere belangrijke personen zich steeds nadrukkelijker lieten zien met meer dan gemiddeld opvallende brillen. De bril werd een gewild modeartikel waarmee zich gaandeweg bijvoorbeeld ook beeldend kunstenaars, couturiers en parfumontwikkelaars gingen bemoeien. Armani, Cartier, Dior, Karl Lagerfeld…zelfs sigarenkoning Davidoff deed een opvallende duit in het zakje.
Step into the fascinating realm of eyewear, where the evolution from a medieval tool to a contemporary fashion statement unfolds before your eyes. Come explore the Greving Optics Museum!
Over the years, Greving & Greving has curated a distinctive collection with contributions from colleagues, suppliers, and manufacturers, encompassing all facets of eyewear craftsmanship. A significant portion of this collection has been meticulously arranged on the museum-like second floor of Greving & Greving’s shop on Gedempte Singel in Assen.
Here, the focus is on lenses, eye measurements, special techniques, designers, and manufacturers. Centuries-old eyewear inventions are displayed in various forms: riveted glasses, scissor glasses, lorgnettes, sleeping and ear glasses, nose clips, finger pinches, pince-nez, monocles, and more However, the highlight of this permanent exhibition is showcasing the evolution of eyewear fashion from the 1950s to the 1990s. This was the era when royalty, heads of state, film stars, pop icons, athletes, and other prominent figures made a distinct statement with their eyewear choices. Spectacles evolved into coveted fashion accessories, drawing the attention of visual artists, fashion designers, and even perfumers. Icons like Armani, Cartier, Dior, Karl Lagerfeld, and even cigar tycoon Davidoff left their mark on this evolving fashion landscape.
Foto: door Bud Helisson op Unsplash.
Photo: Bud Helisson on Unsplash.
Bakkerij Putter uit Uitgeest is de winnaar van de IJmond Duurzaam Award 2023. De bakkerij in Uitgeest bestaat al sinds 1855 en draait nog steeds volop. Echter, met het bakken van brood houdt het verhaal niet op. Bakker Willem Putter ontwerpt en bouwt zijn eigen energie-installaties om daarmee de bakkerij te voorzien van energie, om zijn woonhuis te verwarmen en om zijn gloednieuwe elektrische bus op te laden. Een sterk staaltje van duurzaam ondernemen. De bakkerij die alle restwarmte gebruikt nam het op tegen een groeninfra bedrijf dat openbare ruimtes zo groen mogelijk maakt en een timmerfabriek die vrijwel elke centimeter hout gebruikt.
Voorzitter van Omgevingsdienst IJmond, Brigitte van den Berg, reikte de prijs uit aan Willem Putter. Hij is de tiende winnaar van de IJmond Duurzaam Award. De jury die de winnaar koos bestond uit wethouders Duurzaamheid van de IJmondgemeenten, de winnaar van 2022 en de directeur van Omgevingsdienst IJmond.
Jury: “Winnaar is eigenwijs en laat zien dat je in een historisch beroep kunt verduurzamen. De jury was onder de indruk van alle drie de bedrijven. Maar Bakkerij Putter stak er bovenuit.” De jury was geïnspireerd door het enthousiasme en de daadkracht die Willem Putter inzet om zijn bedrijf steeds verder te verduurzamen. Hij maakt, doet en bedenkt vrijwel alles zelf. Omdat installatiebedrijven nog niet bekend zijn met de verduurzaming die hij teweeg wil brengen, gaat hij zelf aan de slag. Jury: “Bakkerij Putter lijkt wel een technische onderneming. Álles wordt aangepakt en verduurzaamd. En hij wil dat ook delen met anderen, zoals het delen van de restwarmte die hij over heeft met andere woningen.”
Bakery Putter from Uitgeest has won the IJmond Sustainable Award 2023. Established in 1855, the bakery has thrived for over a century. However, their achievements go beyond baking bread. Baker Willem Putter designs and builds his own energy systems to power the bakery, heat his home, and charge his brand-new electric van—a remarkable example of sustainable entrepreneurship. The bakery, which utilises all residual heat, competed against a green infrastructure company that maximises greenery in public spaces and a carpentry factory that uses virtually every centimetre of wood.
The award was presented by Brigitte van den Berg, Chairperson of Omgevingsdienst IJmond. Willem Putter is the tenth recipient of the IJmond Sustainable Award. The jury included aldermen for Sustainability from the IJmond municipalities, the 2022 winner, and the director of Omgevingsdienst IJmond.
The jury commented, “The winner is innovative and demonstrates that sustainability is achievable in a historic profession. All three companies impressed us, but Bakery Putter stood out.” They were inspired by Willem Putter’s enthusiasm and dedication to making his business more sustainable. As installation companies are unfamiliar with the level of sustainability he aims to achieve, Willem takes on the work himself. The jury noted, “Bakery Putter resembles a technical enterprise. Everything is addressed and made sustainable. He even shares surplus residual heat with other homes.”
Willem Putter is always seeking sustainable innovations. “Just as you wouldn’t throw away food, why waste energy?”
Willem Putter zoekt telkens naar duurzame innovaties. “Eten gooi je ook niet weg, waarom zou je energie weggooien?” Hij heeft zijn koelingen zo geïsoleerd dat ze zo weinig mogelijk elektriciteit verbruiken. En hij voorzag zijn ovens van betere isolatie en van een warmte terugwin systeem. Ook maakt Willem gebruikt van warmte-koude opslag onder de bakkerij. Op die manier kan hij alle restwarmte gebruiken voor de bakkerij en zijn woning. Zo gaat de warmte bijvoorbeeld ook naar de rijskast, die daar anders erg veel aardgas voor nodig heeft. In de winkel doet hij hetzelfde.
Dankzij alle genomen maatregelen, waaronder ook ledverlichting en isolatie van het dak, loopt Bakkerij Putter voor op de verplichte energiebesparende maatregelen voor de branche. Met zijn zonnepanelen hoopt hij in de toekomst elektrisch te kunnen bakken, de juiste ovens zijn er al. “Maar als ik om 04.00 uur begin, is de zon er nog niet.”
Omgevingsdienst IJmond voert namens 14 gemeenten en de provincie Noord-Holland milieutaken en duurzaamheidprojecten uit. Om duurzame bedrijven te erkennen in hun harde werk, is in 2013 de IJmond Duurzaam Award in het leven geroepen.
He has insulated his refrigerators to minimise electricity usage and has fitted his ovens with better insulation and a heat recovery system. Willem also uses thermal storage under the bakery, allowing him to use all the residual heat for both the bakery and his home. This residual heat also supplies the proving cabinet, reducing natural gas consumption, and it serves the shop.
Thanks to measures like LED lighting and roof insulation, Bakery Putter exceeds the industry’s mandatory energy-saving requirements. With solar panels, Willem aims to bake using electric ovens in the future, although he notes, “When I start at 4 a.m., the sun isn’t up yet.”
Omgevingsdienst IJmond undertakes environmental and sustainability projects on behalf of 14 municipalities and the province of North Holland. To acknowledge the efforts of sustainable companies, the IJmond Sustainable Award was established in 2013.
Hofleverancier Widenhorn heeft op de eerste TechniShow na de coronacrisis de TechniShow Innovatie Award gewonnen in de categorie Digitale Fabriek met de Afraapmodule. Doordat deze kan worden geïntegreerd met CADCAM, Calculatie & Shopfloor software én ERP, wordt het mogelijk om te allen tijde de locatie en status van een product te zien, zonder de fabriek in te hoeven lopen. Zo wordt veel tijd van medewerkers bespaard, omdat informatie op ieder moment beschikbaar is. Er hoeft niet meer gezocht naar producten, locaties of papieren.
TechniShow is de grootste vakbeurs over industriële productietechnologie in de Benelux. Deze vakbeurs is inmiddels vele decennia hét tweejaarlijkse platform voor de maakindustrie. Het evenement vindt plaats in de Koninklijke Jaarbeurs.
Sinds de start van de beurs in 1951 is Widenhorn een trouwe exposant van de TechniShow. In de eerste tientallen jaren was er natuurlijk nog geen internet en was de beurs hét platform voor het tonen van ontwikkelingen op het gebied van metaalbewerking. In die tijd stond de stand van Widenhorn vol met gereedschappen en machines. Na meer dan 70 jaar heeft het internet een deel van de informatievoorziening overgenomen, maar is een beurs misschien wel belangrijker dan ooit. De coronacrisis heeft ook vakbeurs TechniShow flink dwars gezeten. De TechniShow staat inmiddels weer garant voor de lancering van vele innovaties. Bij Widenhorn specifiek gericht op software, onderdelen, gereedschappen en desktopmachines voor plaatbewerking.
Purveyor to the Royal Household Widenhorn has won the TechniShow Innovation Award in the Digital Factory category at the first TechniShow following the coronavirus crisis. Their award-winning innovation, the scraping module, integrates seamlessly with CADCAM, Calculation & Shopfloor software, as well as ERP systems. This integration allows the location and status of a product to be tracked in real-time, eliminating the need to physically inspect the factory. This functionality significantly reduces the time employees spend searching for products, locations, or paperwork, as information is readily accessible at all times.
TechniShow is the largest trade fair for industrial production technology in the Benelux region. This biennial event has served as a premier platform for the manufacturing industry for several decades. It takes place at the Royal Dutch Jaarbeurs.
Since the inception of the trade fair in 1951, Widenhorn has been a loyal exhibitor at TechniShow. In its early decades, before the advent of the internet, the fair was the primary platform for showcasing developments in metalworking. Back then, Widenhorn’s stand was filled with tools and machines. Despite the internet now providing much of the information supply, trade fairs are arguably more important than ever, especially in the wake of disruptions caused by the corona crisis. Today, TechniShow continues to be a key venue for launching innovations, with Widenhorn focusing specifically on software, components, tools, and desktop machines for sheet metal working.
Prins Bernhard brengt een bezoek aan de TechniShow editie 1955, op het Jaarbeursterrein in Utrecht. CC0. In 1955, Prince Bernhard visited the TechniShow edition at the Jaarbeursterrein in Utrecht. CC0.
De jury merkte op dat de AfraapTool van Widenhorn een oplossing is, die de onmiskenbare voordelen van digitalisering bereikbaar maakt voor het kleinere MKB. Juist dat is een van de voornaamste doelen van de landelijke Smart Industry campagne: niet alleen de voorlopers moeten de kansen van automatisering en digitalisering omarmen, ook het kleinere MKB moet hierin mee kunnen komen.
The jury praised Widenhorn’s AfraapTool for making the substantial benefits of digitisation accessible to smaller SMEs. This aligns perfectly with the primary objective of the national Smart Industry campaign: to ensure that not only the leading companies but also smaller SMEs can embrace and benefit from automation and digitalisation.
Widenhorn presenteert op de TechniShow een unieke afraapmodule, die de logistiek rondom de lasersnijmachine verbetert. Want die logistiek is volgens directeur Anco Euser van Widenhorn de echte uitdaging in een plaatbewerkingsbedrijf. “Door meer kW’s, automatiseringen en geautomatiseerde plaatmagazijnen kunnen lasersnijmachines steeds meer producten produceren in minder tijd. Maar dan zijn de gesneden onderdelen nog steeds niet gereed voor levering of voor de volgende bewerking. En hoe is te allen tijde de locatie en status van een product te zien, zonder de fabriek in te hoeven lopen?”
Terugkoppelen hoeveel is afgeraapt
Deze uitdaging lost de Widenhorn Afraapmodule op, welke is geïntegreerd met de PROfirst CADCAM, Calculatie & Shopfloor software en met ieder willekeurig ERP systeem. “Onze oplossingen lieten al real-time aan ERP zien welke producten van een order genest of gesneden waren”, legt Euser uit. “Nu wordt ook teruggekoppeld hoeveel er afgeraapt zijn.”
De medewerkers die de nesting uitrapen, krijgen deze op een groot scherm te zien en met kleuren zien ze duidelijk welke onderdelen erin zitten. Daarbij zien ze direct bij welke order deze horen en kunnen ze een beschikbare locatie in de expeditie kiezen waar ze de producten weg leggen. Deze locaties zijn grafisch beschikbaar. Als in een nieuwe nesting producten van diezelfde order terugkomen, dan is de locatie uiteraard bekend. De locatie wordt realtime doorgegeven aan het ERP systeem. Zo is voor iedereen in het bedrijf de locatie en status van een order bekend. Als de order compleet is, wordt de locatie groen en kan de expeditie de order gaan verzenden.
“Op deze manier is alles logistiek inzichtelijk rondom iedere snijmachine, zonder dat er ook maar een papiertje aan te pas komt”, aldus Euser. “Als er afkeur is kan dit gelijk geregistreerd worden en komt dit onderdeel automatisch in de orderpoule terecht om opnieuw te snijden. Daarnaast kan de afraapmedewerker direct labels printen van de producten in de nesting en de producten stickeren.”
De AfraapTool zorgt voor organisatorische rust. Overal in een productiebedrijf is bekend wat de status is van een order, zelfs als deze bestaat uit vele verschillende onder-
Widenhorn is showcasing a unique cut-off module at TechniShow, designed to enhance logistics around laser cutting machines. According to Widenhorn director Anco Euser, logistics is the real challenge in a sheet metal working company. “With more kilowatts, automation, and automated plate warehouses, laser cutting machines can produce more products in less time. However, the cut parts are not immediately ready for delivery or the next operation. How can the location and status of a product be tracked at all times without physically inspecting the factory?”
This challenge is addressed by the Widenhorn Unrapping module, integrated with the PROfirst CADCAM, Calculation & Shopfloor software, and any ERP system. “Our solutions already allowed ERP systems to see in real time which products from an order were nested or cut,” explains Euser. “Now, it also feeds back how many parts have been processed.”
Employees overseeing the nesting process view this information on a large screen, using colours to clearly indicate which parts are included. They can immediately see which order the parts belong to and select an available location in the dispatch area to store the products. These locations are displayed graphically, and if products from the same order reappear in a new nesting, their location is already known. The location is communicated to the ERP system in real-time, ensuring that everyone in the company is aware of the status and location of an order. When the order is complete, the location turns green, signalling the shipping department to proceed with dispatching the order.
“In this way, everything around each cutting machine is logistically transparent without a single piece of paper,” says Euser. “If there is a rejection, it can be registered immediately, and the part automatically re-enters the order pool for re-cutting. Additionally, the worker can directly print labels for the products in the nesting and apply stickers to them.”
The AfraapTool creates organisational peace of mind by ensuring that the status of an order is known throughout the production company, even if it consists of many different parts and materials. Euser explains, “A lot of employ-
delen van verschillende materialen. Euser: “Er wordt veel tijd van medewerkers bespaard, omdat informatie op ieder moment beschikbaar is. Er hoeft niet meer gezocht naar producten, locaties of papieren. En omdat alles papierloos is, wordt enorm bespaard op papier. Duurzaamheid wordt steeds belangrijker. Door de integratie met ERP, het voorkomen van fouten, onnodig zoeken naar product en kwijtraken van producten kunnen tienduizenden euro’s per jaar worden bespaard.”
De afraapmodule draagt volgens Anco Euser bij aan slimmer en sneller ondernemen, ofwel aan Smart Industry. Widenhorn is hiermee dan ook winnaar van de TechniShow Innovation Award in de categorie Digitale Fabriek. “Door de integratie met CADCAM, Shopfloor en ERP is alle informatie real-time beschikbaar. Van de status van een product of een (deel van de) order (te nesten, genest, gesneden, afgeraapt, gereed voor vervolgbewerking, gereed voor verzending) tot de juiste locatie staat alles direct en duidelijk op het scherm. Voor iedereen beschikbaar en direct te gebruiken zonder enige cursus.”
ee time is saved because information is available at any time. There is no more searching for products, locations, or papers. Furthermore, since everything is paperless, significant savings are made on paper. Sustainability is becoming increasingly important. By integrating with ERP, preventing errors, avoiding unnecessary product searches, and reducing lost products, tens of thousands of euros can be saved annually.”
According to Anco Euser, the takeaway module contributes to smarter and faster business operations, embodying the principles of Smart Industry. Consequently, Widenhorn has won the TechniShow Innovation Award in the Digital Factory category. “Thanks to the integration with CADCAM, Shopfloor, and ERP, all information is available in real-time. From the status of a product or part of an order—whether it’s nesting, nested, cut, skimmed, ready for follow-up processing, or ready for dispatch—to its precise location, everything is directly and clearly displayed on the screen. This information is available to everyone and can be used immediately without any training.”
De Koning kan het Recht tot het voeren van het Koninklijk wapen met de toevoeging ‘Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier’ toekennen aan middelgrote- en kleine ondernemingen. Het predicaat kan slechts worden toegekend aan bedrijven die een vooraanstaande plaats innemen in hun regio en langer dan 100 jaar bestaan. De bestuurders van het bedrijf moeten van onbesproken gedrag zijn evenals de onderneming zelf. Ook moet de ontstaansgeschiedenis van het bedrijf duidelijk zijn. Foto: door Martijn Beekman, RVD.
The King can grant the right to Bear the Royal Coat of Arms with the addition ‘By Royal Order, Purveyor to the Royal Household’ to companies in the small and medium-sized business sector. The designation of Purveyor to the Royal Household is awarded to companies that are prominent in their region and significant within their industry. To qualify, companies must have been in existence for at least 100 years, and both the directors and the company itself must exhibit impeccable conduct. The history and genesis of the company must also be well-documented. Photo: by Martijn Beekman, RVD.
Overzicht Hofleveranciers naar statutaire vestigingsplaats, conform meest recente publicatie Koninklijk Huis (geraadpleegd op 12 december 2024).
Overview of Purveyors to the Royal Household by registered office, in accordance with the most recent Royal House publication (accessed December 12, 2024).
Naam organisatie of vereniging
Name of organization or association
Statutaire vestigingsplaats
Statutory place of business
Robijns B.V. Aalsmeer
De Carpentier-Mooren Groep B.V. Aalsmeer
Slagerij Michel Gleis Aalten
Hoopman Machines B.V. Aalten
Borstelfabriek M.J.J. Lurvink B.V. Aalten
Van Brug Bakkerijen Aarle-Rixtel
Beun-De Ronde B.V. Abcoude
Broederij Elshuis Albergen B.V. Albergen
Drukkerij Verloop B.V. Alblasserdam
Uitgeverij Kluitman Alkmaar B.V. Alkmaar
Waardijk Schoenen B.V. Alkmaar
Schildersbedrijf J. Schipper en Zoon Alkmaar
Köster Alkmaar Alkmaar
Van Til Interieur B.V. Alkmaar
Installatiebedrijf A.J. Coppens en Zoon B.V. Alkmaar
Overdie Metals B.V. Alkmaar
Mulder Schoenen Alkmaar B.V. Alkmaar
Kuperus Almelo B.V. Almelo
Foto Studio Smit B.V. Almelo
Tuin-Technisch Centrum Eshuis B.V. Almelo
Loodgieters- en Installatiebedrijf Van Kooten B.V. Almelo
Plate en van Heusde B.V. Almere
Gerla Products B.V. Alphen
Bakkerij Visser B.V. Alphen aan den Rijn
Van Keeken’s Schoenhandel B.V. Alphen aan den Rijn
Keurslagerij Muilwijk B.V. Ameide
Uniformpettenfabriek Hassing B.V. Amersfoort
Quino Damen Bloembinders Amersfoort
Geurtsen B.V. Amersfoort
W.Th. Pot en Zoons B.V. Amersfoort
Koudijs B.V. Amstelveen
Co van der Horst B.V. Amstelveen
Niermans & Co. Papieragenturen B.V. Amsterdam
Intercodam B.V. Amsterdam
Hotel Die Port van Cleve B.V. Amsterdam
E. & A. Scheer B.V. Amsterdam
Nederlandse Optische Industrie E.N.O.T. Amsterdam
Banketbakkerij Boonstra kent een rijke geschiedenis die teruggaat tot 1784, toen de onderneming werd opgericht door Engbert Jan van der Meulen, zoon van een molenaar. Wat begon als een kleine dorpsbakkerij groeide onder opeenvolgende generaties Van der Meulen uit tot een gerenommeerde luxe banketbakkerij, bekend in de wijde omgeving. Door de jaren heen heeft het bedrijf vele transformaties doorgemaakt, waarbij ambacht en kwaliteit altijd centraal zijn blijven staan.
Na de Tweede Wereldoorlog kwam, vanwege personeelstekort, schoonzoon Roel Oostra in de zaak. Samen met zijn vrouw Corrie nam hij in 1952 het bedrijf over. Toen Roel echter de kans kreeg directeur te worden bij schouwburg De Lawei, droeg hij de bakkerij over aan chefpatissier Markus Boonstra. Markus en zijn vrouw Jannie namen het bedrijf uiteindelijk volledig over en verhuisden het naar de huidige locatie aan de Zuiderbuurt 38. Hiermee verdween ook de familienaam Van der Meulen uit het straatbeeld en werd de naam Banketbakkerij Boonstra geïntroduceerd.
Beleving
In 1997 namen Erik en Marianne Hofstede de banketbakkerij over en werd het bedrijf grondig gemoderniseerd. Daardoor wisten ze zich al in 1998 te certificeren voor HACCP. En werd in 2002 de winkel uitgebreid met een tearoom, waarmee werd ingespeeld op de groeiende vraag naar beleving.
Sinds juli 2024 staat de banketbakkerij onder leiding van Hanna Kamminga, die al jarenlang actief is binnen het bedrijf. Deze overname staat symbool voor de continuïteit van ambacht en kwaliteit waar Banketbakkerij Boonstra al eeuwenlang voor staat.
Een bijzondere erkenning is het predicaat Hofleverancier, dat al in 1904 voor het eerst werd verleend. Bij elke bedrijfswissel – ook onder de familie Boonstra en later de familie Hofstede – moest dit predicaat opnieuw worden bestendigd. Steeds opnieuw werd het
toegekend, ook aan de huidige eigenaresse Hanna Kamminga, waardoor het koninklijke wapenschild vandaag de dag nog altijd op de gevel prijkt.
Banketbakkerij Boonstra onderscheidt zich door vakmanschap, pure ingrediënten van de beste kwaliteit en passie voor het bakkersambacht. Alles wordt in eigen huis met veel liefde en aandacht bereid, zodat ze garant kunnen staan voor topkwaliteit – een traditie die inmiddels al meer dan twee eeuwen standhoudt.
Banketbakkerij Boonstra Zuiderbuurt 38 9203CX Drachten
T +31(0)512 512 266
E mail@boonstrabanket.nl
I www.boonstrabanket.nl
Naam organisatie of vereniging
Name of organization or association
Statutaire vestigingsplaats
Statutory place of business
Hotel Café-Restaurant “De Roode Leeuw” Amsterdam
Broodbakker Simon Meijssen B.V. Amsterdam
Eekels Pompen B.V. Amsterdam
Firma H.L. Granaat Amsterdam
De Mof Amsterdam
Helmstadt B.V. Amsterdam
Thee- en Koffiehandel v/h Wijs & Zonen Amsterdam
Breedveld & Schröder B.V. Amsterdam
Premsela & Hamburger Amsterdam
Heineken N.V. Amsterdam
Bakkerij Slatman Ane
Dekker Woninginrichting en Meubelen B.V. Apeldoorn
Constructie- en Lasbedrijf Besaris B.V. Apeldoorn
Autoverhuur Bultman B.V. Apeldoorn
Oxener Sinds 1905 B.V. Apeldoorn
Bakkerij Van der Wal Jolink Apeldoorn
Rethmeier/Bally Exclusieve Schoenen Apeldoorn
W. Mulderij Apeldoorn
Van Essen Schoenen Apeldoorn
Hotel “De Keizerskroon” B.V. Apeldoorn
Cup Arcen Arcen
Melis Internationaal Transport B.V. Arnhem
Bakkerij Hilvers B.V. Arnhem
Verhoeven Vastgoed Verbeteraars B.V. Arnhem
Champion Biljarts B.V. Arnhem
The Music House Scharrenberg Arnhem
Holsboer Optometrie B.V. Arnhem
Slagerij Evers Arnhem
Robbers en van den Hoogen B.V. Arnhem
Carrosseriefabriek Veth Arnhem B.V. Arnhem
W.H. Zeeman’s Goud, Zilver en Juwelenhandel B.V. Arnhem
Greving Optiek B.V. Assen
Boomkwekerijen Henri Fleuren B.V. Baarlo
Drukkerij Bakker Baarn
Café-Restaurant de Lage Vuursche Baarn
Het Geschenkenhuis Balk
Den Otter Verhuizingen B.V. Barendrecht
Romeyn Mode Barneveld
Broekhuis Mode B.V. Barneveld
Van de Fliert Groothandel Barneveld
Colorstore B.V. Barneveld
Van der Woerd’s Schoenenmagazijn Barneveld
Hazeleger Kaas B.V. Barneveld
Bakkerij van Disseldorp B.V. Bavel
Bij Sellink Juwelier draait het al meer dan een eeuw om glans, vakmanschap en familiegevoel.
Dit familiebedrijf werd in 1918 opgericht door Gerhard Frederik Sellink, die het vak leerde van zijn broer in Nijmegen. In datzelfde jaar opende hij zijn eigen juwelierszaak, en sindsdien is Sellink een begrip als het gaat om sieraden en horloges van hoge kwaliteit.
Fast forward naar nu: in 2018 kreeg het bedrijf het predicaat Hofleverancier - een kroon op het werk van goudsmid Ton en zijn (groot)ouders.
Zijn dochters Sandra, Ciska en Marjon, namen het stokje over en staan nu als vierde generatie aan het roer. Met een frisse blik, maar met dezelfde liefde voor het ambacht.
Voor elke stijl een sieraad
Van sprankelend nieuw tot prachtig antiek – bij Sellink vind je een unieke mix van sieraden met een verhaal. Denk aan antieke erfstukken, vintage trouwringen, een modern gouden collier of een horloge met karakter. Of misschien heb je zelf nog iets in de lade liggen dat een tweede leven verdient?
Onze goudsmeden kijken graag met je mee of opknappen of omsmelten een mooiere (en duurzamere) keuze is.
En als je echt iets persoonlijks wilt?
Laat dan een unieke ring ontwerpen van gerecycled goud, met een zelfgekozen edelsteen. Deze ringen dragen de naam AFA, als eerbetoon aan vader Anton Frederik Abbink – een subtiel detail met een groots gebaar.
Ambacht & aandacht
Bij Sellink combineren we traditioneel vakmanschap met een moderne kijk op stijl. Elk sieraad wordt zorgvuldig gekozen, en reparaties? Die voeren onze goudsmeden we wekelijks met liefde voor je uit. Marjon verwoordt het mooi: “Onze vader leerde ons de liefde voor goudsmeden, klokken –en horloges, maar ook voor mensen.”
Zien we je snel?
Laat je verrassen in onze winkel vol glans en inspiratie. Of je nu zoekt naar een uniek sieraad of gewoon even wilt rondkijken – je bent altijd welkom aan de Meddosestraat 53 in Winterswijk.
Sellink juwelier Meddosestraat 53 7101CT Winterswijk
T +31(0)543 512 195 E info@sellinkjuwelier.nl
I www.sellinkjuwelier.nl
Naam organisatie of vereniging
Name of organization or association
Brood- en Banketbakkerij P.A.S. Martens
Statutaire vestigingsplaats
Statutory place of business
Beek L.
Slagerij Wilbrink Beekbergen
Coöperatieve Zuivelonderneming CONO Beemster
Banketbakkerij Mekking B.V. Bennekom
De Nooij Beheer B.V. Bennekom
Jacob Hooy & Co. B.V. Bergen N.H.
C. Bruijs-van Dijk Bergen op Zoom
Lindhout Schildersbedrijf B.V. Bergen op Zoom
Hotel-Café-Restaurant “De Draak” B.V. Bergen op Zoom
Aannemersbedrijf Batenburg B.V. Bergschenhoek
Ghielen Touringcarbedrijf B.V. Beringe
Treurniet Mengvoeders B.V. Berkel en Rodenrijs
Eureka Billard Berlicum B.V. Berlicum
Gebr. Janssen B.V. Beugen
Visser Elektrotechniek B.V. Beverwijk
Installatiebureau Rutgers B.V. Blokker
Van Dam Brillen B.V. Bodegraven
Bos Kaasgereedschappen B.V. Bodegraven
Van den Oudenrijn B.V. Bodegraven
Visser Transport Bolsward B.V. Bolsward Brandsma Bolsward B.V. Bolsward
Aalbers B.V. Borger-Odoorn
Schutrups Schoenen B.V. Borger-Odoorn
AMZ Touringcars Borssele
Felix en Dykhuis B.V. Boskoop
Jan Spek Rozen B.V. Boskoop
Sneeboer Manufacturing B.V. Bovenkarspel
Bloembollen Kwekerij Jan de Wit en Zonen B.V. Bovenkarspel
Tauber Oppervlakte Techniek Bovenkarspel
Blokland Cold Stores Cuijk B.V. Boxmeer
Jan Berkvens B.V. Boxmeer
Huize Joosen B.V. Breda
P.J. van Aalst exclusieve tapijten B.V. Breda
A. van ‘t Hoff Breukelen
Otto’s Computers en Kantoorinrichting B.V. Broek op Langedijk
Budelse Brouwerij B.V. Budel
P. Baas Expeditie B.V. Bunschoten
Juwelier Jos Geerling Bussum
Tack’s Schilders en Afwerkingsbedrijf B.V. Cadzand
Metaalwarenfabriek Den Haan Rotterdam B.V. Capelle aan den IJssel
A.C. Borst Bouw B.V. Castricum
Weda & Zn Castricum
Decoration B.V. Clinge
Fruitteeltbedrijf Theo en Martine Vernooij Cothen
Pietersen Elektriciteit B.V. is een middelgroot elektrotechnisch installatiebedrijf. Zij is sinds de oprichting in 1917 gevestigd in Vlaardingen en sinds 1 maart 2021 in Heijplaat (Rt).
Pietersen Elektriciteit B.V. beweegt zich met name in de industriële sector. Met het thema ‘Alles in de hand’ ondersteunen wij onze relaties met een viertal vakgebieden: Installatietechniek, Safety, Technische dienst en Keuring & inspecties. Deze vier pijlers
werken nauw met elkaar samen, zodat vakkundig, efficiënt en snel het gewenste resultaat behaald wordt. Door ons voortdurend te ontwikkelen op technisch en organisatorisch gebied zijn wij een vooruitstrevend bedrijf in de professionele industriële markt. Sinds 28 augustus 2017 mogen wij met trots het Koninklijke wapen en de titel ‘Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier’ voeren.
Pietersen Elektriciteit B.V. is gespecialiseerd in inspectie, realisatie en onderhoud van elektrotechnische installaties, zowel in gebouwen als in de industrie. Sinds 1917 geloven we bij Pietersen in het leveren van hoogwaardige diensten die perfect aansluiten op uw specifieke behoeften. Neem contact met ons op om te ontdekken hoe wij u kunnen ondersteunen en uw verwachtingen kunnen overtreffen op het gebied van installatie, keuring & inspectie, technische dienst en veiligheid.
Directiekade 18, 3089 JA, Rotterdam
T +31(0)10 434 32 66
E pe@pietersen.nl
I www.pietersen.nl
Naam organisatie of vereniging
Name of organization or association
Statutaire vestigingsplaats
Statutory place of business
J.H. Smits & Zonen B.V. Cuijk
Slagerij Burggraaf Culemborg
Banketbakkerij Verhallen B.V. Culemborg
Café-Restaurant Zaal Kappers Dalfsen
Landbouw Mechanisatie Bedrijf van Trier B.V. De Heen
Restaurant Leenders B.V. De Kwakel
De Ruiter Innovations B.V. De Kwakel
Brood- en Banketbakkerij Jan Westerbos De Kwakel
Grondboorbedrijf Haitjema B.V. Dedemsvaart
Banketbakkerij Dorgelo Dedemsvaart
Landgoed Hotel & Restaurant Carelshaven B.V. Delden
J. van Eijk en Zoon Delft
J.F. Kloeg Delft
A.H. van Renssen en Zoonen Delft
Romijn IJzerwaren & Gereedschappen B.V. Delft
A.J. Prins Kantoorvakhandel Delft
Banketbakkerij Firma Jullens Delfzijl
Hotel Café Restaurant Boer Goossens Den Dungen
Coöperatieve Aankoopvereniging ‘Den Ham’ Den Ham
Bakkerij Jansen
Banketbakkerij Thé Café Bos
Versbakkerij Dunselman
Buijtendijk B.V.
Den Ham
Den Helder
Den Helder
Den Helder
Govers B.V. Den Helder
IJssalon W. Laan
Mensink Schoenen B.V.
Den Helder
Denekamp
Slagerij Bouwmans B.V. Deurne
Houtverwerkingsindustrie A.J. Fransen B.V. Deurne
Schaap Deventer B.V.
Deventer
Senzora B.V. Deventer
Klein Beernink B.V. Deventer
De Echte Warme Bakker Wessels Deventer
PHB Deventer B.V. Deventer
Ten Kate B.V. Deventer
Ros Schoen- en Voetspecialist Didam
Aannemers- en Timmerbedrijf Th. Bolder B.V. Didam
Gilsing Mode Didam B.V. Didam
H.J. van der Veen & Zn. B.V. Dieren
Restaurant De Watermolen Singraven B.V. Dinkelland
Geurts Conservenfabriek B.V. Dodewaard
Van Dam Bedrijven Beheer B.V. Doetinchem
Café-Zalen-Restaurant Het Onland B.V. Doetinchem
Tomesen Pluimveehouderij B.V. Doetinchem
Fortuin Dockum B.V. Dokkum
Kiest u voor Tempel Optometrie & Audiologie, dan kiest u voor kwaliteit en service van een echte opticien en audicien. Deze “ouderwetse” klantgerichte mentaliteit koestert het bedrijf al sinds de oprichting in 1923. Daarnaast is men voortdurend op zoek naar de beste producten en de nieuwste technologieën zodat u de zorg geboden kan worden die uw ogen en oren verdienen.
‘Oogzorg? Wij beschikken over de meest parate vakkennis en de modernste apparatuur!’ Pure eerstelijns oogzorg staat naast het mode aspect hoog in het vaandel. De optometristen beschikken daarom over de meest parate vakkennis, de modernste apparatuur en er bestaat een uitstekende samenwerking met de huis- en oogartsen in de regio.
‘Oorzorg? Tempel Optometrie & Audiologie biedt al meer dan 40 jaar oorzorg!’
Tempel Optometrie & Audiologie biedt naast ruim 100 jaar oogzorg ook al meer dan 40 jaar oorzorg. De gecertificeerde Triage audiciens beschikken over de meest parate vakkennis, modernste apparatuur en er is een uitstekende samenwerking met de KNO-artsen in de regio. De onderneming is onafhankelijk en richt zich niet op de massa, maar op het individu. Hierdoor kunt u hoge kwaliteit en service verwachten en dat tegen een marktconforme prijs, ongeacht waar u verzekerd bent.
‘Online brillen passen? Kies uit ruim 900 merkmonturen. Met één muisklik is de bril gepast.’
Voor de mooiste monturen en het beste klantgerichte advies, bent u bij Tempel Optometrie & Audiologie aan het juiste adres. De brede collectie brillen heeft een reikwijdte van trendy tot klassiek, van budget- tot A-merken. Deze wordt aandachtig samengesteld met het oog op een goede prijskwaliteitverhouding. Daarbij wordt de oogmode op de voet gevolgd en kun je er uitstekend terecht voor sportbrillen op sterkte.
Contactlenzen en zonnebrillen Tempel Optometrie & Audiologie is een echte specialist op het gebied van contactlenzen. ‘In onze optiekzaak kunnen we alle soorten lenzen perfect aanmeten. Omdat lenzen medische producten zijn, is het natuurlijk het allerbest om eerst naar de winkel te komen voor een persoonlijk advies. Heeft u daarvoor echter geen tijd en zijn uw lenzen wel aan vervanging
toe, dan bieden we u met onze webshop de mogelijkheid om online kwaliteitslenzen te kopen.
Wat uw budget ook is, bij ons vindt u de hipste zonnebrillen en het beste klantgerichte advies. Naast onze trendy collectie verkopen wij uiteraard ook een tijdloze/klassieke collectie.
Bent u nieuwsgierig geworden naar onze winkel, collectie, onderzoeken of heeft u andere vragen? Het team van Tempel Optometrie & Audiologie in helpt u graag! In de omgeving Ermelo, Harderwijk, Putten, Elspeet, Uddel, Vierhouten, Hierden en Garderen zijn wij dé opticien waar u terecht kunt voor al uw vragen.’
Tempel Optometrie & Audiologie
Stationsstraat 141-26
3851 NE Ermelo
T +31(0)0341 552 090
E info@tempeloogenoor.nl
I www.tempeloogenoor.nl
Naam organisatie of vereniging
Name of organization or association
Statutaire vestigingsplaats
Statutory place of business
Drukkerij Douma Dokkum Dokkum
B.V. Wegenbouw v/h Gebrs. Elzinga Dokkum
A.W. van der Gang B.V. Dokkum
Avedko B.V. Dordrecht
Banketbakkerij-Chocolaterie Boonstra Drachten
Sterk B.V. Drachten
J.M. van Delft & Zn. B.V.
Drunen
Van Delft Groep B.V. Drunen
Kuypers Schildersbedrijf Druten B.V. Druten
Dolfing Druten B.V. Druten
DRU Verwarming B.V. Duiven
Loodgieters- en Leidekkersbedrijf van Wely B.V. Duiven
Autobedrijf Frans Vos Duiven
Drukkerij Van der Eems B.V. Easterein
Gestam Kaasexport B.V.
Edam-Volendam
Van Diepen - Van den Hurk Eersel
Loodgieters- en Installatiebedrijf Wesselingh B.V.
Egmond aan Zee
Autobedrijf Grooters Eibergen
Drukkerij Heinen Eibergen/Helios Kalenders Eibergen
Slagerij Pinckaers Eijsden B.V. Eijsden
CoxGeelen B.V. Eijsden
Prijt Holding B.V. Eindhoven
Lotec B.V. Eindhoven
Peels Eindhoven
Gebr. Van den Eijnden Eindhoven B.V. Eindhoven
Caspar de Haan Schildersbedrijf B.V. Eindhoven
Drukkerij Vrijdag B.V. Eindhoven
Lebesque B.V. Eindhoven
Tweewielers Gebr. Van Gestel Eindhoven
Van Stokkum Seatings B.V. Elshout
Jan van Peer Koken, Tafelen, Cadeaus Emmen
Stofberg en Zn. B.V. Enkhuizen
Farwick Tuinaanleg B.V. Enschede
Carel Lurvink B.V. Enschede
Drukkerij te Sligte B.V. Enschede
Sanders’ IJzergieterij & Machinefabriek B.V. Enschede
Lingerie Hullegie pe
V.O.F. Bakkerij Franssen Epen
Fa. G.C. Baggerman Erichem
Leene schoenen & tassen Ermelo
Recreatiecentrum De Paalberg B.V. Ermelo
Tempel Optiek B.V. Ermelo
Fransen Gerrits B.V. Erp
Slagerij Van Caulil
Etten-Leur
Al meer dan een eeuw een begrip in Epen Traditie, ambacht en innovatie sinds 1922 – met trots Hofleverancier
Bakkerij Franssen kent een rijke geschiedenis die begon in 1922, toen Pierre Hubert Franssen in een klein bakhuisje in Epen zijn eerste broden bakte. Samen met zijn broer Guillaume leverde hij zijn waar aan huis. Eerst te voet, later met paard en wagen. De bakkerij groeide uit tot een vertrouwd gezicht in het dorp, waar ambacht en familietraditie centraal stonden.
Bloeiend familiebedrijf
In 1963 namen zonen Etienne en Pierre het stokje over en moderniseerden het bedrijf. Wat begon als een lokale dorpsbakkerij, groeide onder hun leiding en dankzij het toenemende toerisme uit tot een bloeiend familiebedrijf. In 1998 kwam de derde generatie aan het roer: Jos en Miranda Hoogervorst-Franssen.
Vandaag de dag wordt er met dezelfde passie en liefde voor het vak gewerkt als honderd jaar geleden. Limburgse speciaalvlaaien, ambachtelijke vloerbroden en Naked Cake-taarten behoren tot de specialiteiten. Daarnaast staat Jos bekend om zijn creativiteit: voor horecaklanten ontwikkelt hij unieke broden en broodjes op maat. Geen klant krijgt hetzelfde — altijd iets ambachtelijks en speciaals.
Traditie en vernieuwing
De kracht van Bakkerij Franssen zit in de combinatie van traditie en vernieuwing. Het assortiment wordt voortdurend uitgebreid met nieuwe producten, zonder concessies te doen aan kwaliteit. Er wordt geïnvesteerd in moderne machines die het ambacht ondersteunen en de constante hoge standaard
garanderen. Of het nu gaat om een familierecept of een innovatieve creatie: bij Bakkerij Franssen proef je vakmanschap.
In 2022 werd het bedrijf bekroond met het predicaat Hofleverancier — een kroon op meer dan een eeuw bakkerspassie.
Bakkerij Franssen
Wilhelminastraat 63A 6285 AT Epen
E bestellingen@bakkerijfranssen.nl I www.bakkerijfranssen.nl
Facebook: @bakkerijfranssenepen
Instagram: @bakkerijfranssen
Naam organisatie of vereniging
Name of organization or association
Statutaire vestigingsplaats
Statutory place of business
Slagerij Emile Terpstra Franeker
Siesling’s Luxe Bakkerij Franeker
Bakkerij Reedijk Geervliet
Van den Haak B.V. Geldermalsen
Van Stratum Techniek B.V. Geldrop
H.S. Wijn en Zoon Gemert
Johan van den Acker Textielfabriek B.V. Gemert
Bloemisterij Jeroen van der Putten Gemert
IJzerhandel Willemsen Gemert B.V. Gemert
Woninginrichter Gemert Gemert
Blumer Installatie en Electro Gendringen
Gebrs. Fuite B.V.
Aannemingsbedrijf K.K. Heutink B.V.
Heutink Bouwgroep B.V.
Genemuiden
Genemuiden
Genemuiden
Slagerij Aarnoutse Gennep
Den Boer Linnen en Lingerie Gennep
Fabery de Jonge Juweliers Goes
Schoenservice Hillebrand Goes
Bos Men Shop B.V. Goes
De Vlijt Linnen B.V. Goes
J. Knieriem B.V. Goes
Rinsma fashion & trends B.V. Gorredijk D.G. van Vreumingen Gouda
Banketbakkerij van Dijk Gouda
De Coöperatieve Handelsvereniging “De Producent” Gouda
Timmerfabriek Gebroeders Bos B.V. Goudriaan
VOPO Pompen- en machinefabriek B.V. Graft-De Rijp
Copijn Groenekan B.V. Groenekan
George In der Maur Groenekan
Wissink’s Bakkerij en Lunchroom B.V. Groenlo
Frans Muller Benelux B.V. Groningen
Reprocentrum De Jong Groningen B.V. Groningen
Kruit & Kramer B.V. Groningen
Bakkerij Crebas Groningen
De Marne’s Fabrieken B.V. Groningen
Tiktak/Segafredo Zanetti Nederland B.V. Groningen
Hooghoudt B.V. Groningen
Banketbakkerij Nora B.V. Gronsveld
Noordendorp Transport B.V. Haaksbergen
K.H. Schermerhorn (v/h A. Presburg & Zn.) Haarlem
ABI B.V. Haarlem
Handelmaatschappij v/h W.J. Stoelman Haarlem
Möhringer Liften B.V. Haarlem
Hilarius Haarlem Holland B.V. Haarlem
De historie van vier generaties
Bolder in de ‘houtkrullen’ begint als Dorus Bolder op 12 februari 1912 start als “boerentimmerman” in een schuurtje. De schuur was 5 bij 7 meter groot en moest gedeeld worden met een geit die een plekje in de hoek had. Dorus maakte er op ambachtelijke wijze houten kruiwagens, karren en platte wagens. Later kocht hij een zaagmachine en ging hij ook kozijnen, deuren en ramen maken. Dorus stond bekend als een goede en hardwerkende timmerman die secuur te werk ging.
Zoon Henk Bolder nam in 1953 het bedrijf over en bouwde een veel grotere werkplaats in Loil. Na ervaring opgedaan te hebben bij verschillende aannemersbedrijven kwam de zoon van Henk, Theo Bolder, in 1978 terug naar het familiebedrijf wat hij in 1989 overnam. In 2002 verhuisde de timmerwerkplaats naar de rand van Didam. Daar was ruimte voor de modernste machines en kon de spuiterij worden ingericht volgens de geldende milieueisen. Raimond Bolder, de zoon van Theo Bolder, werkte tot midden 2024 in het bedrijf en was daarmee de vierde generatie Bolder.
In januari 2016 heeft Pim de Bree Timmerfabriek Bolder overgenomen. Het streven is om voorop te blijven lopen en daardoor in staat zijn om producten van een constante hoge kwaliteit te maken met een korte levertijd.
Bij Pim staat flexibiliteit en daardoor het inspelen op speciale eisen en wensen hoog in het vaandel. Het pand in Didam werd te klein voor de ambities van Pim. Het bedrijf is daar in 5 jaar tijd van 3 man naar 8 man gegroeid. In 2020 heeft Bolder een gloednieuw pand gebouwd op het A18 Bedrijvenpark in Wehl en haar intrek genomen. Sindsdien is het bedrijf naar 12 man uitgebreid en is de omzet meer dan verdubbeld. “Duurzaamheid
vinden we enorm belangrijk en vergt een waardevolle uitdaging in ons productieproces. We produceren onze producten dan ook van FSCgecertificeerd hout, circulaire en bio-based materialen. Daarnaast hergebruiken we veel restmateriaal door onder andere hout te vingerlassen. Verder ligt het hele dak vol met zonnepanelen en beschikken we over een geavanceerd afzuigsysteem in de spuiterij die warmte terug de fabriek inbrengt.”
Bij Timmerfabriek Bolder maakt men alles wat van hout is, voor grote klanten, maar juist ook voor de ZZP’er die binnen een dag een nieuw kozijn nodig heeft. Naast de standaardproducten zoals ramen, deuren en kozijnen, produceert men veel speciaal timmerwerk zoals balustrades, renovatie van 19e-eeuws timmerwerk en hekwerken. De onderneming beschikt over een hightech-, deels computergestuurd machinepark en is het een heel moderne timmerfabriek. Met échte vakmannen die de hoge kwaliteit waarborgen.
Dát is Timmerfabriek Bolder B.V.
T +31(0)316 224 600
E info@timmerfabriekbolder.nl I timmerfabriekbolder.nl
Naam organisatie of vereniging
Name of organization or association
Statutaire vestigingsplaats
Statutory place of business
Jan Monnikendam B.V. Haarlem Ridder-support B.V. Haarlem Algemene Boekhandel en Antiquariaat H. de Vries Haarlem Wijnkoperij H.F.A. Okhuysen B.V. Haarlem MEVOS B.V. h/o A.J. van der Pigge Haarlem Het Gezondheidshuis Mathot B.V. Haarlem Firma L. Faber en Zoon Haarlem Hotel, Café, Restaurant Prinsen Haarlo C. Bernaards’ Internationaal Transportbedrijf B.V. Halsteren
Van der Straaten Aannemingsgroep B.V. Hansweert Firma Jac. Verschuren-Pechtold B.V. Haps Brunink Machinefabriek B.V. Hardenberg De Ouderwetse Bakkerij Harderwijk Wuestman B.V. Harderwijk Gebr. Verschoor B.V. Hardinxveld-Giessendam Coöperatie Boomker.nl U.A. Haren B.J. van der Pol Holding B.V. Harlingen Bakkerij Carl Siegert sinds 1891 B.V. Harmelen Bakker Meijer C.V. Heemskerk
Wasserij van Houten B.V. Heemstede Heems sinds 1822 B.V. Heemstede Landgoed Groenendaal B.V. Heemstede Vaessen B.V. Heerlen
Van Engelen & Evers B.V. te Heeze Heeze Holland Bulb Market B.V. Heiloo Fakkert Diervoeders B.V. Heino Ueberbach Schildersbedrijf B.V. Helden
Aannemersbedrijf De Bruijne B.V. Hellevoetsluis Handelsonderneming van Felix Clercx B.V. Helmond
Van Oorschot Schoenen B.V. Helmond Van Schijndel Transport B.V. Helvoirt Beheermij. Hem Zaden B.V. Hem Ten Eekelder Schoenen B.V. Hengelo Ov. Tuindorphotel ‘t Lansink B.V. Hengelo Ov. Assink & Schipholt B.V. Hengelo Ov. Machinefabriek Heerbaart B.V. Hengelo Ov. Olde Kalter Hengelo Holding B.V. Hengelo Ov.
Bakkerij Nollen B.V. Hengevelde Krakelingen Bakkerij A. v. Voorden Heukelum Bakkerij van Voorden Heukelum Schoen- en Sporthandel Smits B.V. Heusden
Verschueren Orgelbouw B.V. Heythuysen Hillegomsche Houthandel Hillegom J.G. van Dooren B.V. Hillegom
In 1879 begon Louis Foijer op 23-jarige leeftijd met het verkopen van confectiekleding. Hij was een van de eersten die confectiekleding lieten maken, voor die tijd werden alle kleren op maat gemaakt. Het goedkopere segment deed het goed in Maastricht en met intrede van Dhr. Daniël Frank in 1882, volgde de echte groeispurt.
In 1918 moesten er zelfs 43 kostuums gemaakt worden voor de Duitse Kroonprins Wilhelm, zoon van Keizer Wilhelm II. Louis Foijer overlijdt in 1928 en de zaak ging helemaal over op Daan Frank die in 1933 plotseling komt te overlijden aan een longontsteking. Er is snel een shopkeeper nodig, die vond men in Pierre Fischer die al na een half jaar bedrijfsleider wordt.
Tijdens het 60-jarig jubileum, in ‘39 werkten er meer dan 30 man in de zaak verdeeld over drie panden. “In de oorlogsjaren krijgt ook Maison Louis een bord met daarop de tekst ‘Juden Geschäft’ maar het heeft nooit op de gevel gehangen”, vertelt Wim Fischer die tegelijk met Paul Colson in 1966 in de zaak komt en in 1974 de zaak van zijn vader overneemt met zijn broer Gerard.
Vanaf 1985 verkeert het bedrijf in financiële nood en gaat men zich richten op het luxere marktsegment. In 1989 wordt Maison Louis Hofleverancier. Als Wim Fischer midden jaren 90 tegen zijn pensioen loopt staan zijn kinderen niet te trappelen de zaak over te nemen. In 2007 neemt Paul Colson samen met zijn zoon Richard daarom de zaak over van de familie Fisher. In die tijd moest het pand aan de Grote Staat verbouwd worden. Deze verbouwing loopt enorme vertraging op waardoor men in 2011 besluit een net opgeleverde winkel in de Stokstraat te betrekken. De Stokstraat, een plek waar meer ruimte
is voor authentiekere winkels, bleek toen een goede keuze. In 2015 neemt Richard Colson Maison Louis over van zijn vader, die toen 50 jaar in dienst was. In 2024 werd een nieuwe locatie gerealiseerd in de Havenstraat 8-12.
Ontwikkeling
Nu, na diverse verhuizingen, is de winkel hier nog steeds gevestigd. Maison Louis staat vandaag de dag nog steeds als een huis. Het streven is er altijd om met veranderingen mee te gaan of ze zelfs voor te zijn. Als ambassadeur van het Italiaanse modemerk Paul and Shark bijvoorbeeld, is er een nieuw winkelconcept gerealiseerd dat alleen nog maar bestaat in steden als Milaan en Florence. Klanten uit de hele Euregio weten de nieuwe locatie gemakkelijk te bereiken. Ze “verhuizen” simpelweg met Maison Louis mee.
Maison Louis BV
Havenstraat 8-12
6211GJ Maastricht
T +31(0)433 213 000
E customerservice@maisonlouis.nl I www.maisonlouis.nl
Naam organisatie of vereniging
Name of organization or association
Jac. van Gool B.V.
Statutaire vestigingsplaats
Statutory place of business
Hilvarenbeek
Slagerij Nieuwendijk Hilversum
Corn. Van Dijk B.V. Hilversum
Buitenweg-Groep B.V. Hilversum
Oud Hindelooper Kunst v/h A. Roosje Anno 1894
Hindeloopen
Tuk Kraanverhuur B.V. Hoeksche Waard
Bouwbedrijf B. Jannink B.V.
Hoge Hexel
Bakkerij Gorthuis Hoofddorp
K.K.S. Beheer B.V.
Hoogersmilde
!Pet B.V. Hoogeveen
Zaadhandel Van der Wal B.V. Hoogeveen
Aannemersbedrijf Lamein B.V. Hoogezand P. Aker Zaden en Bloembollen B.V. Hoogkarspel
Poeliersbedrijf Thaam Dam B.V. Hoogwoud
Jan Reek Graniet B.V. Hoorn
Schermer Wijnkopers Hoorn
Ruttenberg Optiek B.V. Hoorn
Stumpel Boekhandel-Kantoorinstallaties B.V. Hoorn
Corda Banket B.V. Hoorn
Bert Ooms Verhuizingen B.V. Hoorn
Firma Vermeulen & Zoon Horn
Machinefabriek J.M. van den Munckhof B.V. Horst aan de Maas
Visser Kaashandel B.V. Huizen
Veerman Juweliers en Diamantairs B.V. Huizen
Coffee Fresh Westhoff B.V. Hummelo
Hotel De Gouden Karper Hummelo en Keppel
Siebrand B.V. IJsselmuiden
Repair Service Boer IJsselstein
Elzinga B.V. Jirnsum
Spanninga Metaal B.V. Joure
Zalsman Kampen B.V. Kampen
R. van der Weerd Landbouwmachines Kampen B.V. Kampen
De Groot Diervoeders B.V. Kampen
Grimbergen Installaties B.V. Katwijk
Bakkerij van Maanen Katwijk
Liften- en Machinefabriek Lakeman B.V. Katwijk
Banket en Brood Haasnoot B.V. Katwijk
H.J. Bischoff Kerkrade
J. Joordens’ Zaadhandel B.V. Kessel
Bakkerij Ten Napel C.V. Klazienaveen
De Schrijver B.V. Kloosterzande
Kraan- en Transportbedrijf Joh. Schol B.V. Koog aan de Zaan
Van Kooten Kootwijkerbroek B.V. Kootwijkerbroek
Casteleijn Brood B.V. Krimpen aan den IJssel
Bakkerij Voordijk is een begrip in Oud-Beijerland, de Hoeksche Waard en ver daarbuiten. Een familiebedrijf met passie voor het bakkersvak. De oorsprong van Bakkerij Voordijk ligt op de Zuid-Hollandse eilanden. Al sinds 1793 is de familie Voordijk werkzaam in de bakkerijsector.
Bakkerij Voordijk voert een breed assortiment met de nadruk op service en kwaliteit. Die keus voor kwaliteit en service werd al aan het einde van de 19e eeuw gemaakt door de overgrootvader Goris Voordijk, die aan de wieg stond van de vestiging in Oud-Beijerland. De liefde voor het bakkersvak wordt al meer dan 230 jaar van vader op zoon doorgegeven.
Trouw je werk doen
Als zevende generatie van de bakkersfamilie Voordijk runt Kees samen met zijn vrouw Corine sinds 1998 bakkerij Voordijk. ‘Trouw je werk doen’ is de les die zijn vader hem leerde en die hij nog iedere dag toepast. Als kinderen van Kees en Corine Voordijk legden Gerlé, Leonie en Hans in 2014 de eerste steen voor de huidige bakkerswinkel. Inmiddels zijn ze als jongste en achtste generatie Voordijk alledrie actief in de winkel en bakkerij.
De vier sterren van Voordijk
Wie Voordijk zegt, zegt tompoucen en bolussen. Maar ook eierkoeken. En niet te vergeten: oliebollen. Alle producten worden met passie gebakken, maar we kunnen er niet omheen: dit zijn de vier sterren van Voordijk.
De Tompouce Speciaal is favoriet bij heel veel klanten door het krakend verse korstdeeg, een dikke laag room en ook slagroom, afgetopt met een mooie laag glazuur. De oorsprong van de familie Voordijk ligt op Goeree, vlakbij Zeeland. Niet verwonderlijk dus dat de échte Zeeuwse bolus een van de specialiteiten is. Een goede eierkoek is smaakvol en groot vinden ze bij Voordijk. Iedere dag vers gebakken. Heerlijk als ontbijt of tussendoor.
Generaties lang worden er oliebollen gebakken bij Voordijk. Zelfs al rond 1900. In de laatste maanden van ieder jaar worden de oliebollen volop verkocht, met dank aan het ongeëvenaarde familierecept. Lange rijen klanten voor de winkels maken het bakken tot een feest.
Omzien naar je naasten, Kees en Corine zien het beiden als opdracht. Graag helpen zij mensen die dat nodig hebben. Daarnaast zetten zij zich in voor school en kerk. Kees heeft zich jarenlang ingezet voor de diaconie van de Hervormde Gemeente in Oud-Beijerland en mag sinds 2022 als voorzitter van het college van kerkrentmeester zijn werk doen. Daarnaast is hij betrokken bij het bestuur van de plaatselijke school. Corine is al 35 jaar actief voor de zondagsschool als leidinggevende en bestuurder.
De zesde, zevende en achtste generatie zijn dagelijks nog te vinden in de bakkerij. Met de passie van vroeger en de kwaliteit van vandaag.
Bakkerij Voordijk Molendijk 44 3262 AK Oud-Beijerland
T +31(0)186 612 592
E bestelling@bakkervoordijk.nl
I www.bakkervoordijk.nl
Naam organisatie of vereniging
Name of organization or association
Statutaire vestigingsplaats
Statutory place of business
Zaanlandia Bekkers Blik B.V. Krommenie
Adriaan Goede B.V. Landsmeer
Autobedrijf Van der Wal & Zonen Langerak
Schilders- en Glaszettersbedrijf Van der Wal Laren Gld.
Hofstee Schoenen B.V. Laren N.H.
Zandleven Coatings B.V. Leeuwarden
Boomsma Distilleerderij/Wijnkoperij B.V. Leeuwarden
Drogisterij Boerhaave Leiden
Drukkerij De Bink B.V. Leiden
Drogisterij De Vijzel, P.J. Bik Leiden
W.P. Hartwijk & Zonen B.V. Leiden
Van Berge Henegouwen Leiden
Elektrotechnisch bureau Langezaal & Inniger B.V. Leiden
Van Kan Leidschendam
Schuijt Interieurverzorging Leidschendam B.V. Leidschendam
Poppers Senco Nederland Lelystad
Pajuk Optiek B.V. Leusden
Rijwielhandel Dusseldorp Lichtenvoorde
B.F. Lefering Lichtenvoorde
Zeiler Lichtenvoorde
Brink & Campman B.V. Lichtenvoorde
Van Rulo Liempde
Doornebal Interieurs B.V. Lienden
Jos Martens & Zoon B.V. Lieshout
P. van de Mortel (M.C.M.) B.V. Liessel
Winters Liessel B.V. Liessel
Patisserie Chocolaterie Vermeer C.V. Lisse
Bakkerij Ten Broeke B.V. Lochem
Nijha B.V. Lochem
Kreunen Bouw Lochem B.V. Lochem
Brood- en Banketbakkerij Mur Loosdrecht
H. van Veldhuizen B.V. Lunteren
Café Floor Lunteren
De Orchideeënhoeve B.V. Luttelgeest V. Heeswijk Luyksgestel
Automobielbedrijf Van Ekris Maarssen B.V. Maarssen
Aannemingsmaatschappij Hofman-Maasdijk B.V. Maasdijk
Schildersbedrijf W. van der Burgh B.V. Maasland
Wasserij Smeele B.V. Maassluis
Bakkerij De Lekkerbek B.V. Maastricht
Salon Craft Maastricht
Slagerij Willems sinds 1890 Maastricht
Schefman Schilders B.V. Maastricht
Soons Rolluiken-Zonwering B.V. Maastricht
Gouweloos Techniek houdt zich al sinds 1920 bezig met het oplossen van (elektro)technische vraagstukken voor de utiliteit.
Dit doen we met een Rotterdamse mentaliteit en aanpak - niet lullen maar poetsen - maar ook met oog voor onze mensen. Naast het uitvoeren van elektrotechnische werkzaamheden, zijn we ook regelmatig als hoofdaannemer verantwoordelijk voor de uitvoering van complete technische projecten.
Gouweloos Techniek wil met elektrotechniek waarde creëren en toevoegen. Wij adviseren, ontwerpen, installeren, onderhouden en beheren elektrotechnische installaties voor de utiliteit: de overheid, het bedrijfsleven en het onderwijs. Dit doen we stipt en 24 uur per dag, volgens beproefde, gegarandeerde en duurzame technieken.
ONZE VISIE
Techniek zit in onze wortels. We zijn professioneel, komen afspraken na en voeren werkzaamheden uit met respect voor klanten en hun omgeving. Zo bouwen we aan langdurige relaties. Bij Gouweloos regelen we zaken op eigen wijze: direct, efficiënt, betrokken en in samenwerking met klanten, medewerkers en partners. Dat maakt ons onderscheidend en daar halen we energie uit. Deze energie gebruiken we om onze klanten te verrassen, hun verwachtingen te overtreffen en zelf te blijven leren en verbeteren.
T +31(0)10 461 25 25 E info@gouweloos.nl I www.gouweloos.nl
Naam organisatie of vereniging
Name of organization or association
Statutaire vestigingsplaats
Statutory place of business
Hotel Beaumont B.V. Maastricht
Maison Blanche Dael/J. Erkamp en H. Berghof Maastricht
Frissen Pieters Bloemsalon Maastricht
Bams Slijterijen Maastricht
G. Thiessen Wijnkopers Sedert 1740 B.V. Maastricht
Maison Louis B.V. Maastricht
Metalen Ramenfabriek Van Iersel B.V. Made
Hoeksema Kapper Makkum
Rinia Fietsen Makkum
Drukkerij Maenen B.V. Meerssen
Drentse Bouwmaterialenhandel ‘Concordia’ B.V. Meppel
Kluin Speciaal Optiek Meppel
Herenmode Piet Koopmans Meppel
Installatiebedrijf Dekker B.V. Middenbeemster
Van Kessel Olie B.V. Milheeze
De Vet Mill Holding B.V. Mill
Schoenfabriek wed. J.P. van Bommel B.V. Moergestel
Rutges B.V. Montfoort
Herberg Restaurant ‘t Zwaantje B.V. Mook
Slijterij Frans Muthert Musselkanaal
Verfzaak Muller Musselkanaal
Van Alphen Schoenen C.V. Naaldwijk
P.G.M. van Leeuwen B.V. Naaldwijk
Hofland Flowering Plants B.V. Naaldwijk
Reith Power B.V. Neede
Lindeboom Bierbrouwerij B.V. Neer Jacco van Zoonen Keurslagerij Nieuwe Niedorp
Modehuis Tunteler B.V. Nieuwe Pekela Verweij Houttechniek B.V. Nieuwerbrug De Klerk Binnenbouw B.V. Nieuwerkerk aan den IJssel T. Boer en Zonen B.V. Nieuwerkerk aan den IJssel Walter Verhoeven Loodg. en Leidekkersbedrijf B.V. Nieuwkuijk A. Hoogeveen en Zonen Nieuw-Lekkerland
Frans Poorter Slaapcomfort Nijkerk Drukkerij van de Ridder B.V. Nijkerk P. de Bruijn, Wijnkopers Anno 1772 B.V. Nijmegen Th. Thoonen Nijmegen B.V. Nijmegen
Offsetdrukkerij Van der Weerd B.V. Nijmegen Banketbakkerij-Chocolaterie G.J. Looijenga B.V. Nijmegen
Holland Food Service Vers-Panklaar B.V. Nijmegen
Broekhuyzen Horecaservice B.V. Noordwijk
Gebr. Van der Putten B.V. Noordwijk Huize van Wely. Sinds 1922 Noordwijk
Jac. Uittenbogaard & Zonen B.V. Noordwijkerhout
‘Jazeker, dat hebben wij’ Sinds 1796
De lange historie van Drogisterij van der Gaag is in 1796 begonnen met de verkoop van granen en zaden. Al snel kwamen hier ook kruiden en specerijen bij, waarvan het bedrijf vandaag de dag binnen het assortiment nog meer dan 250 verschillende soorten voert. Mensen zeggen vaak; ‘beetje een rare vraag, maar heeft u dit nog’? Bij Drogisterij van der Gaag is het antwoord veelal ‘jazeker, dat hebben wij’!
Een toonbeeld in de Haagsche binnenstad
In de loop der jaren is Drogisterij van der Gaag een toonbeeld geworden in de Haagsche binnenstad. Als mensen echt advies nodig hebben, weet men de winkel te vinden omdat het winkelpersoneel goed geschoold is en meegaat met het tempus. Zij het voedingssupplementen, fytotherapeutische geneesmiddelen, scheerartikelen of cosmetica, Drogisterij van der Gaag staat voor u klaar en is er voor uw gezonde ondersteuning.
Nostalgische ervaring ‘Drogisterij van der Gaag of ook wel in de volksmond “de Gaper” is trotse leverancier van het Hof. Met trots kunnen wij zeggen, dat we op weg zijn naar een driedubbele status. Een enorme eer! Ons assortiment bestaat uit vooraanstaande merken waaronder hele ouderwetse producten die u niet meer overal kunt kopen.
Wanneer klanten de winkel binnenlopen begint de nostalgische ervaring, je ruikt een mix van oud Hollandsche drop, etherische oliën, kruiden en klassieke zepen. Dit in combinatie met ons karakteristieke interieur neemt menig mens mee terug in de sfeer van vervlogen tijden, alsof de tijd even stil heeft gestaan.
Door de eeuwen heen heeft kennis, discretie en persoonlijke aandacht voor de klant ons gekenmerkt binnen de Drogisterij Branche. Drogisterij van der Gaag biedt een breed en up to date assortiment aan met een sterk accent op onder andere geneesmiddelen, voedingssupplementen, kruiden, etherische oliën & chemicaliën. Kwaliteit en passend advies staan hoog in het vaandel.’
Drogisterij van der Gaag Dagelijkse Groenmarkt 27 2513AL Den Haag
T +31(0)70 346 24 13
E info@drogisterijvandergaag.nl
I www.drogisterijvandergaag.nl
Naam organisatie of vereniging
Name of organization or association
Statutaire vestigingsplaats
Statutory place of business
E.J. Hogervorst & Zonen B.V. Noordwijkerhout
Bouwbedrijf E.S. van Venrooij B.V. Nootdorp
Kattenberg Verhuizingen B.V. Nunspeet
Woonservice Winkel Karssen Nunspeet
Kamp Schoenen Nunspeet
Slagerij Jean Custers Nuth
Van der Luyt Transport B.V. Oegstgeest
Padox Beheer B.V. Oegstgeest
Bakkerij Schuld Oldebroek
Modehuis Vaessen Oldebroek
Hotel Het Landhuis Oldenzaal
Takman Ommen
Eierhandel R. van Zetten Ommeren
P. Driesen Oosteind B.V. Oosteind
Bakkerij De Jong Oosterhout
Jamin Winkelbedrijf B.V. Oosterhout
Holland Foodz B.V. Oosterhout
Bouwbedrijf Boogert B.V. Oostzaan
Groothuis Schilderwerken en Kitmontage B.V. Ootmarsum
Slagerij Biesma Opeinde
Hendriks Bouwbedrijf Oss B.V. Oss
Café Bellevue Oss
Josina Bloemen Oss
Acket Drukkerij-Kartonnage B.V. Oss
Bakkerij Voordijk B.V. Oud-Beijerland
Steenfabriek Strating B.V. Oude Pekela
Keurslagerij Buijzen Oudenbosch
Bakkerij Out
Ouderkerk aan de Amstel
M. van Loon Oude-Tonge
Carrosserie Akkermans B.V. Oud-Gastel
Bouw- en Schildersbedrijf P. Rijnierse & Zoon B.V. Overveen
Steenfabriek Engels Helden B.V. Panningen
Jan Reijnen B.V. Panningen
Bakkerij Broekmans B.V. Panningen
Bouman-Potter B.V. Poortvliet
Koopman Optiek B.V. Purmerend
JB. Sanders en Zn. Purmerend
Groenhart Group B.V. Purmerend
Mazurel Installatietechniek B.V. Purmerend
Bakkerij Wiercx B.V. Raamsdonksveer
W. Kok - Spaarndam B.V. Raamsdonksveer
Installatiebedrijf Schellens B.V. Reusel
Cunera Vloerbedekking, Woningtextiel en Meubelen B.V. Rhenen ‘t Paviljoen Hotel Rhenen B.V. Rhenen
Co van der Horst, sinds 1905 een familiebedrijf, heeft zich ontwikkeld tot een van de meest toonaangevende namen in de Nederlandse interieurwereld. Wat begon met een bescheiden marskramer in huishoudtextiel, is vandaag uitgegroeid tot een onderneming met een showroom van 10.000 m² in Amstelveen en een assortiment van meer dan 200 exclusieve designmerken. In 2025 viert Co van der Horst haar 120-jarig bestaan en staat de vierde generatie, Stephan en Edwin van der Horst, met dezelfde toewijding aan het roer.
Van Marskramer tot Hofleverancier In 1905 begon overgrootvader Co van der Horst met het verkopen van huishoudtextiel, van deur tot deur, in wat destijds Nieuwer-Amstel heette. Zijn passie voor ondernemen legde de basis voor een bedrijf dat zijn naam zou vestigen in de Nederlandse interieurbranche. In de jaren ‘40 breidde de onderneming uit naar een fysieke winkel in Amstelveen, geleid door zijn zoon Jacobus en diens broers. Vanaf dat moment was Co van der Horst niet meer weg te denken uit het interieurvak, met meubels, bedden en tapijten als nieuwe toevoegingen aan het assortiment.
In 1972 verhuisde de winkel naar de huidige locatie, ontworpen door oom en architect Rob van der Horst, waarna het bedrijf bleef groeien. Ter ere van het 100-jarig jubileum in 2005 werd Co van der Horst onderscheiden met het predicaat Hofleverancier. In 2023 was het bedrijf Amstelveens Ondernemer van het jaar en runner-up in de Ondernemersverkiezing Noord-Holland.
Innovatie en Vernieuwing: De Kern van het Succes
Vandaag de dag is Co van der Horst meer dan alleen een interieurwinkel. Het is een designbestemming, waar klanten een totaalbeleving krijgen.
Co van der Horst met zoon en opvolger, Jacobus van der Horst
Persoonlijk interieuradvies staat centraal, waarbij elk project, groot of klein, met zorg en aandacht wordt aangepakt. Het bedrijf biedt een breed assortiment aan meubels, verlichting, accessoires en luxe interieurtextiel. De unieke Home Couture-afdeling is een eerbetoon aan hun roots in textiel.
Naast de particuliere markt bedient Co van der Horst ook zelfstandige interieurarchitecten via Co Contract. Deze dienstverlening, die in de afgelopen 15 jaar sterk is gegroeid, zorgt ervoor dat architecten zich kunnen richten op hun creatieve werk, terwijl Co van der Horst zorgt voor inkoop, procesbegeleiding en installatie. Workshops, masterclasses en internationale trips via de Co Academy helpen bovendien om vakkennis te ontwikkelen en te delen.
Toekomstplannen
Met een nieuwe, duurzame en inspirerende showroom in ontwikkeling, ontworpen door een wereldwijd gerenommeerd architectenbureau, blijft Co van der Horst zich voortdurend
aanpassen aan de veranderende wensen van hun klanten. Innovatie staat centraal, zoals blijkt uit hun monobrand stores in Amsterdam en hun turn-key projecten, waarin elk detail zorgvuldig wordt uitgevoerd.
Co van der Horst
Binderij 2 1185 ZJ Amstelveen
T +31(0)20 641 25 05
E info@vanderhorst.nl
I www.covanderhorst.com
Naam organisatie of vereniging
Name of organization or association
Statutaire vestigingsplaats
Statutory place of business
WIA Educational B.V. Rhoon
Widenhorn B.V. Rhoon
Groshart Elektrotechniek B.V. Rhoon
Aardoom Hoveniers Ridderkerk
Van Hessen B.V. Ridderkerk
Kin Machinebouw Rijen B.V. Rijen
Bloemenkwekerij H. & B.R. van den Bosch B.V. Rijnsburg
Vianen Handelskwekerij B.V. Rijnsburg
Schildersbedrijf Anton van der Heijden Rijsbergen
Echte Bakker J. Douenburg Rijsbergen
Bakkerij Meinders B.V. Rijssen
De Bonth van Hulten B.V. Rijssen
Brinks Transport Rijssen B.V. Rijssen
Roelofs en Haase Holding B.V. Rijssen
Van Doorn Dakspecialist Zuidwest Nederland B.V. Rilland
Bakkerij Manintveld B.V. Rockanje
Vink Installatie Groep B.V. Roelofarendsveen
Timmermans Kantoren B.V. Roermond
Wijnhandel Jean Berger B.V. Roermond
Hotel Central/Restaurant Sistermans B.V. Roosendaal
Drankenhandel van Dorst B.V. Roosendaal
Konfektiefabriek en Groothandel in Textiel v/h P.J. van den Broek Rotterdam
Polak & Co. Import-Export B.V. Rotterdam
De Jong Holding Group B.V. Rotterdam
Wijnkoperij Platenburg B.V. Rotterdam
W.G. van der Zanden B.V. Rotterdam
Gouweloos Elektrotechniek B.V. Rotterdam
Gebroeders Ouwendijk B.V. otterdam
B. Tol & Zn. Rotterdam
Oosterboekhandel J. Amesz Rotterdam
Las en Installatiebedrijf C.L. van Slobbe B.V. Rotterdam
Banketbakkerij B.J. Carlier Rotterdam
Woninginrichting G. Metz & Zonen B.V. Rotterdam
Coöperatieve Zuivelfabriek ‘Rouveen’ U.A. Rouveen
Eijgenhuijsen Precisievervoer B.V. Ruurlo
Duineveld Transport B.V. Santpoort
Wesseling Transport B.V. Sassenheim
M. Bakker en Zonen B.V. Sassenheim
Van der Heijden Bouwbedrijf B.V. Schaijk
Keurslagerij Van Kraaij B.V. Schaijk
Bijlsma Wijnimport Scharnegoutum
Jac. P. Vrolijk Scheveningen
Aannemingsbedrijf Van den Tempel B.V. Schiedam
Juwelier C. Verkade Schiedam
In 1891 begint Jacobus Sanders een loodgietersbedrijf. Het is de start van een familiebedrijf dat in 2026 135 jaar bestaat. Inmiddels staat Alexander Sanders als vijfde generatie aan het roer.
Met de hand en de vuurpot
In de beginperiode is loodgieterswerk nog volledig handwerk. Met een vuurpot op straat, ging je als loodgieter met een koperen bout en houten handvat het dak op om zinken en looien goten te repareren. Ook deden vroeger begrafenisondernemers een beroep op Sanders Loodgieters. Omdat een zinken bak gemaakt moest worden die vervolgens in een kist ging om zo stoffelijke overschotten te kunnen vervoeren per vliegtuig.
Kachels
Kolenkachels werden populair rond het begin van de 19e eeuw en tot ca. 1960 werden kolenkachels veel gebruikt. Hierna werden kolenkachels op grote schaal vervangen door oliekachels en later door gaskachels en centrale verwarming. Dat leverde veel werk op.
Mooi werk in historische binnenstad Sanders Loodgieters heeft in de binnenstad van Purmerend verschillende werkzaamheden mogen verrichten. Zo is het historische pand van theater De Purmaryn voorzien van handgemaakte zinken
vergaarbakken. En de bloembakken bij het oorlogsmonument van het oude stadhuis zijn door Sanders van bladkoper gemaakt.
Nu en in de toekomst: deskundigheid, kwaliteit en service ‘Wij zijn actief op de particuliere markt, ondersteunen de technische dienst in zorginstellingen en kinderopvang en we komen bij de mensen thuis voor installatie. Wij hebben ook een winkel bij het bedrijf. In de winkel verkopen wij o.a. kranen, sanitair, cv-ketels, airco’s, warmtepompen en verdere aansluit- en loodgieters
materialen.’ -vertelt Alexander Sanders- ‘Wij groeien- en innoveren mee in de nieuwe technieken zoals de warmtepompen en werkzaamheden rond de energie transitie. In de toekomst willen wij verder met dezelfde deskundigheid, kwaliteit en service. Van opdracht tot en met oplevering. Daarbij maken we gebruik van de vergaarde kennis van de afgelopen jaren. Onze kracht is dat wij proberen voor elke klant een oplossing te bedenken of aan benodigde producten te komen. Wij blijven klein zodat de klant weet met wie men te maken heeft. Daarbij kunnen we onze service optimaal houden want onze service is onze kracht.’
Loodgieters en Speciaalzaak Sanders Nieuwstraat 31-33 1441 CK Purmerend T +31(0)299 423 908
E info@sandersloodgieters.nl
I www.sandersloodgieters.nl
Naam organisatie of vereniging
Name of organization or association
Statutaire vestigingsplaats
Statutory place of business
Van Swaay Schyndel B.V. Schijndel
Bakkerij Van Doorn B.V. Schijndel Hout-Brox B.V. Schijndel
Ton Tausch Optiek B.V. Schijndel
Meens Bierbrouwerij B.V. Schinnen
Stroopfabriek Canisius-Henssen B.V. Schinnen Bakkerij Extra Schinnen
Bender - Delft B.V. Schipluiden
Bakkerij Goethals Schoondijke
Rikkoert Juweliersbedrijven “In ‘t Silverhuys” B.V. Schoonhoven
J. Gelderblom en Zn. Schoonhoven
Kok’s Bakkerij Schoonhoven
Zandstra Schilderwerken B.V. Sellingen
Verhaag Afbouwsystemen-Parketvloeren-Aannemersbedrijf B.V. Sevenum Schilders- en Afwerkingsbedrijf Zuiderent ‘s-Gravendeel
Buis Lichtreclame B.V. ‘s-Gravenhage
Koek & Reinders Schilderwerken B.V. ‘s-Gravenhage
De Bataaf ‘s-Gravenhage
Slagerij Dungelmann B.V. ‘s-Gravenhage
Steltman Juwelier B.V. ‘s-Gravenhage
Backers en Zoon B.V. ‘s-Gravenhage
Verffabriek H. de Vos & Zonen B.V. ‘s-Gravenhage
P.W. Akkerman B.V. ‘s-Gravenhage
A. Gaemers Chronometrie ‘s-Gravenhage
Eduard Pelger B.V. ‘s-Gravenhage
Moesman’s Antieke-, Oude- en Nieuwe-Stijl Meubelmakerij B.V. ‘s-Gravenhage
J. Hoogeveen & Co. B.V. ‘s-Gravenhage Jac. den Dulk & Zonen B.V. ‘s-Gravenhage
Postzegelhandel G. Keiser & Zoon B.V. ‘s-Gravenhage
Maat- en Orthopedisch Schoenatelier Linneweever B.V. ‘s-Gravenhage
Drogisterij G.J.R. van der Gaag en Zoon ‘s-Gravenhage
Van Stockum, Belinfante & Coebergh B.V. ‘s-Gravenhage
Alpina - van Houweninge & IJsselstijn B.V. ‘s-Gravenhage
André Kerstens B.V. ‘s-Gravenhage
Hofstede Optiek ‘s-Gravenhage
Dijkman de Echte Bakker ‘s-Heerenberg
Van den Bouwhuijsen Bouwbedrijf B.V. ‘s-Hertogenbosch
Hofstede Medical B.V. ‘s-Hertogenbosch
Aannemersbedrijf M.P. Drijvers B.V. ‘s-Hertogenbosch
Goldsteen Metal Manufacturing & Design B.V. ‘s-Hertogenbosch
Wijnhandel Verlinden B.V. ‘s-Hertogenbosch
Geuze Transport B.V. Sint Annaland (Tholen)
Hoekstra Drukkerij en Uitgeverij Sint Annaparochie
Lont B.V. Sint Annaparochie
In 1896 neemt Piet Manintveld de bakkerij annex kruidenierswarenwinkel over van de familie Schrevers, gevestigd hoek Molendijk/Middeldijk te Rockanje. Bakkerij Manintveld is gestart. Piet exploiteerde ook een vlasserijbedrijf in de naast gelegen grote vlasschuur. Zijn zoon Bram deed voor de bakkerij van jongs af aan na schooltijd de bezorging in de buurt. Met behulp van een bok met karretje.
Piet overleed in 1909 toen Bram 11 jaar was. In de jaren die volgden kwamen er meerdere bezorgwijken. De dag begon met broodbakken en daarna werd er met paard en wagen bezorgd. Lange dagen hard werken. In die tijd waren de gezinnen in Nederland groot. De broden van 16 ons werden op de vloer van de oven gebakken en ongesneden verkocht. Ongesneden want broodsnijmachines bestonden nog niet.
In 1925 is Bram getrouwd en krijgt het echtpaar 2 kinderen. Zoon Piet en dochter Maartje. Het bedrijf wordt flink verbouwd waarna men de bakkerij met winkel voortzet. In de bakkerij werd alleen brood en beschuit gebakken. Bram wilde ook graag koekjes, banket en gebak maken en ging daarvoor in zijn vrije tijd in de leer bij een banketbakker. In de zomer werd het woonhuis verhuurd aan gasten en woonde het gezin in een schuurtje. Zo kwam er extra geld in het laatje.
Ambacht, groei en kwaliteit Het bedrijf is langzamerhand gegroeid. Na het behalen van zijn HBS-diploma is zoon Piet naar de bakkerijschool in Wageningen gegaan, haalde in 1 jaar tijd zijn diploma voor zowel brood als banket en kwam als derde generatie in het familiebedrijf. In 1957 trouwde Piet met Atie. Samen kregen zij zoon Ap en dochter Marlene.
De bakkerij is in 1959 verbouwd, waarbij een aparte brood- en banket afdeling zijn ontstaan. De banket afdeling werd aanzienlijk uitgebreid met een groeiend assortiment. Waarbij kwaliteit voorop stond. Piet was niet snel tevreden: het product moest echt goed zijn. Voor het eerst werden er brood- en banketbakkers aangenomen.
In 1977 volgde weer een verbouwing waarbij het bedrijf werd gemoderniseerd. Zoon Ap kwam als vierde generatie in de bakkerij werken. Voor Ap een logische stap: hij wist al op zijn 17de dat hij bakker wilde worden. In 1988 trouwde Ap met Ethleen. Zij kregen zoon Phil en dochter Natalie.
De modernisering van de bakkerij ging door. Ap was geïnteresseerd in het rem-rijs systeem. Een nieuwe techniek in de bakkerij. In 1997 kwamen er 2 remrijskasten. Door deze techniek
was het brood 1 uur eerder klaar met instandhouding van de kwaliteit. Vanaf 2013 is het bedrijf verduurzaamd met aanschaf van een nieuwe oven, ledverlichting waar mogelijk en plaatsing van 51 zonnepanelen in 2020.
Inmiddels draait dochter Natalie als vijfde generatie al jaren mee in het familiebedrijf. De onderneming is in Rockanje en wijde omgeving een begrip. Vanwege de rijke historie. Maar ook omdat men doorgaat met vernieuwen, met een knipoog naar het verleden, waarbij het ambacht blijft!
Bakkerij Manintveld
Molendijk 1
3235 XE Rockanje
T +31(0)181 401 319
E info@bakkerijmanintveld.nl
Naam organisatie of vereniging
Name of organization or association
Statutaire vestigingsplaats
Statutory place of business
Specialiteitenbakkerij Beerse B.V. Sint Pancras
Cooijmans Keurslagerij Sint-Michielsgestel Smeets loopcomfort B.V. Sittard
Van Aubel-Coenen Slapen B.V. Sittard-Geleen
Vink Diesel B.V. Sliedrecht
Foto Van der Kloet B.V. Sliedrecht
J. van Mourik Schoen- en Lederhandel Sliedrecht B.V. Sliedrecht
Glas- en Verfgroothandel J.L. van Es B.V. Sliedrecht
Leenhouts’ Aannemings-Bedrijf B.V. Sluis
Van de Bilt Zaden en Vlas B.V. Sluiskil
Aannemersbedrijf Gebr. Blomberg Smilde
Firma B. Henr. Lampe Sneek van Hengstum B.V. Soest
Joh. Mets B.V. Soest
De Lau Mode B.V. Someren
Visser Meubelen B.V. Sommelsdijk
Wijnkoperij A. van Eesteren B.V. Sommelsdijk
Van der Ent Holding B.V. Spijkenisse
Nieuwenhuizen Sprang-Capelle B.V. Sprang-Capelle
Luijtgaarden Handelsonderneming B.V. Standdaarbuiten
Slagerij Brolsma Stiens
Broekens B.V. Stiens
Reedijk Wonen B.V. Strijen
Timmerfabriek Doedens B.V. ‘t Zand
Van Westen Mannenmode B.V. Terneuzen
J. Oostendorp Tiel
Kapsalon Van Zwam Tiel
Van Luijn Natuursteen B.V. Tiel
Blijdesteijn Mode B.V. Tiel
Brood- en Banketbakkerij G, van Ooijen Tiel
Vliegenthart B.V. Tiel
Van Rijswijk Tweewielers Tilburg
Algemene Brandstoffen Compagnie Tilburg B.V. Tilburg
Van Lieshout’s Bakkerijen B.V. Tilburg
Bierens Machinefabrieken B.V. Tilburg
Dion Ketelaars Installatietechniek Tilburg
Harrie Brocken B.V. Tilburg
Hoefnagels Groep B.V. Tilburg
Ant. de Jong B.V. Tilburg
Bressers Metaal B.V. Tilburg
Vollenhoven Olie B.V. Tilburg
Panhuijsen Verpakkingen B.V. Tilburg
Expeditie- en Transportbedrijf F. Claassen B.V. Tilburg
TextielLab (voorheen Tapisserie en Damastweverij Tilburg) Tilburg
Familiebedrijf Takman IJzerwaren dankt zijn bestaan aan opa Egbert, geboren op Witharen, en Roelofje Linde, afkomstig van Ommerschans. Na hun trouwen gingen zij in Ommen wonen. Op 15 februari 1918 schreef Egbert Takman zich bij de KvK in als aannemer en vestigde zich in een zelfgebouwd winkelpand aan het Bouweind dat nu Dr. A.C. van Raaltestraat heet. Zijn vrouw Roelofje beheerde de winkel.
In 1960 nam zoon Jan de winkel samen met zijn vrouw Nelly over, en sinds 1992 zwaait zoon Rudi samen met zijn vrouw Heidi de scepter. Per 2021 zit middelste zoon Alwin in de zaak en per januari 2025 is de jongste zoon Marnix ook toegetreden.
Kwaliteit en kennis
Takman IJzerwaren is een veelzijdige, gerenommeerde speciaalzaak die naast ijzerwaren en gereedschappen ook een uitgebreid assortiment tuinmachines aanbiedt van o.a. Stihl, Husqvarna en Makita.
Met vestigingen in Ommen en Zwolle en een webshop bedient Takman zowel vakmensen als particulieren die op zoek zijn naar kwaliteit en deskundig advies. Een groot deel van de producten is uit voorraad leverbaar. Een aantal producten is zeer specialistisch en worden daarom snel en efficiënt op bestelling geleverd. Ook voor niet standaardoplossingen denkt men graag met u mee.
Takman IJzerwaren www.takman.nl
Dr. A.C. van Raaltestraat 26 7731 GP Ommen info@takman.nl
Campherbeeklaan 1 8024 BR Zwolle zwolle@takman.nl
Naam organisatie of vereniging
Name of organization or association
Statutaire vestigingsplaats
Statutory place of business
Lenferink & Zoon Tubbergen
Brood & Banket Bakkerij Chocolaterie Koopmans Tubbergen
Brasserie-Restaurant Korderijnk “sinds 1916” B.V. Twello
Van Oort Interieurs B.V. Uden
Oogenlust Uden
J.C. van de Voort Houthandel en Zagerij B.V. Udenhout
De Rustende Jager B.V. Udenhout
Bakkerij Putter Uitgeest
Van Hilten alles voor kantoor Uithoorn
Aalders Schoenmode Ulft
Scheepswerf Balk Urk B.V. Urk
Visafslag Urk B.V. Urk
De Bruijn Haarmode Utrecht
Fa. Jos van Dijck Utrecht
Elbertse & Van Vulpen Orgelmakers B.V. Utrecht
Broekman De Rode Winkel Holding B.V. Utrecht
Slagerij Rodenburg Utrecht
Machinefabriek Hamminga B.V. Utrecht
Huize Molenaar B.V. Utrecht
Van Wageningen en De Lange Utrecht
Mobach Pottenbakkers B.V. Utrecht
Jos ten Berg’s Handelmaatschappij B.V. Utrecht
Bakkerij Hoekx Valkenswaard
Rijnders Optiek Valkenswaard
Technisch Installatiebedrijf Tibo-Veen B.V. Veen
Oldenburger¦Fritom B.V. Veendam
Buddingh Natuursteen Veenendaal B.V. Veenendaal
B.V. Boekhandel Jac. van Hardeveld Veenendaal
Gebroeders Van Veldhuizen Transport B.V. Veenendaal
Weijman Vastgoedonderhoud B.V. Veenendaal
Expeditie Gebr. Van Eck B.V. Veenendaal
Schildersbedrijf J. van Dijk en Zonen B.V. Veenendaal
Rijkers Naaimachines B.V. Veghel
Bouwbedrijf J.H. van Boxmeer B.V. Veghel
Ton Paulus Veerbedrijf Velden B.V. Velden
Vroling B.V. Venhuizen
Nellissen Juwelen Venlo
Van Enckevort Groothandel B.V. Venlo
Foto Kino Linders C.V. enlo
Banketbakkerij-Chocolaterie Lamers Venlo
Wed. Aug. Boermans Venlo
Juwelier Henri Camps Venray
Creemers B.V. Vierlingsbeek
Verbeeten Levensmiddelen B.V. Vierlingsbeek
“The future belongs to those who prepare for it today”
In 1898 was het zo ver: de oprichting van Farwick Bloemisterij & Boomkwekerij door Joseph Farwick. In het centrum van Enschede begint hij zijn bloemisterijwinkel. Maar daar blijft het niet bij. Rond 1900 krijgt hij van de familie Van Heek de opdracht om bomen te leveren voor de realisatie van het Volkspark. Want eén ding was toen ook al belangrijk: het vergroenen van de omgeving. Waarom? Een groene buitenruimte is gezond, dat wist men 125 jaar geleden al.
Tegen het eind van de jaren dertig wordt het bedrijf overgenomen door de zoon van Joseph, Benno. Hij is een kweker in hart en nieren. De kwekerij gaat een nieuwe fase in waarbij Benno zelf vaak in de kas te vinden is. De focus wordt verlegd naar het kweken van planten en het aanleggen van tuinen. Want die nieuwe planten, moeten wel ergens tot hun recht komen. De naam verandert daarom ook naar Farwick Tuinaanleg. Benno is een echte bezige bij. Naast zijn passie voor kweken is hij ook veel bezig met bestuurswerk.
In 1971 wordt het stokje overgedragen. Deze keer aan Bert Farwick. Ook hij verlegt de focus van het bedrijf en volgt zijn passie: het ontwerpen van tuinen. Bert is een echte creatieveling. Achter de tekentafel is hij in zijn element. Het ontwerpen en het daadwerkelijk realiseren van tuinen is vanaf nu het belangrijkste onderdeel van Farwick. Het harde werk van Bert wordt al snel beloond. Er is namelijk een groei in omzet én omvang en daarom gaat Farwick verhuizen. Weg uit de binnenstad, naar een A-bedrijfslocatie op een prachtige plek aan de Auke Vleerstraat.
Han, zoon van Bert, neemt in 2010 het roer over. De voorgangers van Han waren allemaal deskundig op hun eigen vakgebied. En ook Han gebruikt zijn eigen creatieve en innovatieve oplossingen. Ingegeven door actuele thema’s als klimaatadaptatie en verduurzaming, heeft hij het bedrijf verder gespecialiseerd in het duurzaam vergroenen van de buitenruimte en gebouwen in het stedelijk gebied. En zet dus voort waar zijn overgrootvader al mee begonnen was!
Samen met veertig enthousiaste vakmannen werkt Farwick aan het ontwerpen, aanleggen en onderhouden van terreinen en groenvoorzieningen, particuliere tuinen, daktuinen, groene gevels, natuurbaden en speelplaatsen.
Want groen draagt voor een belangrijk deel bij aan de kwaliteit van onze leefomgeving. Net als 125 jaar geleden, maar toch ook heel anders en helemaal van deze tijd.
Met Farwick groeit er iets moois!
Auke Vleerstraat 180 7547 PH Enschede T +31(0)53 428 33 11 E info@farwick.nl I www.farwick.nl
Naam organisatie of vereniging
Name of organization or association
Statutaire vestigingsplaats
Statutory place of business
Lutz Fashion Vinkeveen
H. van Toor Jzn. Distilleerderij B.V. Vlaardingen
Pietersen Elektriciteit B.V. Vlaardingen
Boelen Metaalbewerking B.V. Vlijmen
Slagerij Gillissen C.V. Vlissingen
Esvo Campingsport B.V. Volendam
Gebr. Jonk B.V. Volendam
Bakker Klink Voorburg
Hotel Café Restaurant Boerhaave Voorhout
Bossenbroek Man & Woman Voorthuizen
Gunnewick ‘De Vier Winden’ Vragender
Bramer Deelnemingen en Vastgoed B.V. Vriezenveen
Schoenfabriek H. Greve B.V. Waalwijk
Slagerij Van Roessel B.V. Waalwijk
Maiburg Jhzn B.V. Waalwijk
Vimpex International Footwear B.V. Waalwijk
Schildersbedrijf De Jongh B.V. Waardenburg
Bakkerij Beemsterboer B.V. Waarland
Van der Linde B.V. Waddinxveen
Banketbakkerij-Partyservice Van den Berg Waddinxveen
Albers Alligator Projecten B.V. Wageningen
Maassen Bakkerij B.V. Wanroij G. Sevenhuysen Warmenhuizen
Schildersbedrijf Winnubst B.V. Wassenaar
Meesterbakker Roodenrijs Wateringen
BAB-VIOS Touringcars B.V. Wateringen
Adriaens Molenbouw Weert B.V. Weert
Jos Poell Verkoopmaatschappij B.V. Weert
Wijnhandel Léon Colaris B.V. Weert
Verkoelen Dakspecialisten Weert B.V. Weert
Bakels Senior N.V. Weesp
Technisch Bureau van Ad.A. Klein B.V. Weesp Bakkerij Swart Wervershoof
Zalencentrum Wieleman Westervoort B.V. Westervoort
Warme Bakker Koenen B.V. Westervoort
Slaapkamerspeciaalzaak Koops B.V. Wezep De Kleijn Digital Printing B.V. Wijchen
D. van der Pol & Zonen B.V. Wijk en Aalburg Wieringa’s Knappertjes- en Koekfabriek B.V. Wildervank Hekkers & van ‘t Spijker Wilp
A.A. Fa. City Flower Kloosterhuis Winschoten
A.T.M. Janssen Fruitteelt en Snoeibedrijf Winssen Koffiebranderij J.W. Hesselink en Zn. B.V. Winterswijk Slijkhuis Interieur Design B.V. Winterswijk
Vol passie, zoals het bedoeld is
Bakkerij Swart start in 1910 op het moment dat overgrootvader Piet Swart de bakkerij overneemt van zijn werkgever. Piet zet het bedrijf vol met passie en liefde voor het vak voort. Zoon Antoon volgde hem op, en loodste de bakkerij door de zware oorlogstijd heen. Antoon gaf het stokje op zijn beurt door aan zijn zoons Cees en Koos.
Na een lange tijd samen in de bakkerij te hebben gewerkt, besloot Cees de bakkerij over te doen op zijn zoon Ton. Cees kon het niet laten om toch de hele dag lekker in de bakkerij samen met zijn zoon bezig te zijn en was hier dan ook bijna elke dag alsnog te vinden. Koos bleef tot omstreeks 2000 werkzaam in de bakkerij.
Topproducten
Nog altijd maken Ton, zijn vrouw Edith en het enthousiaste team medewerkers elke dag weer topproducten die met blijdschap verkocht worden! In de meer dan 100 jaar dat deze familie bakkerij bestaat zijn er zoveel mooie momenten geweest dat het te veel is om allemaal op te nemen in dit verhaal.
De basis is dat het team elke dag weer met passie voor de klant klaar staat. De bakkerij heeft talrijke prijzen, oorkondes en mooie beoordelingen aaneengeregen.
Met als kers op de taart het predicaat Hofleverancier in 2010.
Bakkerij Swart is er trots op deel uit te maken van het Echte Bakkersgilde. Dit betekent dat zij voldoen aan alle strenge eisen die het Gilde stelt op gebied van kwaliteit en voedselveiligheid. Het ruime assortiment bestaat uit broden, bolletjes, hartige snacks, croissants, stokbroden, partybroden, gevulde broden, zoetigheden, cakes, koek en banket. Te koop in de winkel aan de Dorpsstraat 6 in Wervershoof en in de eigen webshop!
Bakkerij Swart
Dorpsstraat 6 1693 AG Wervershoof T +31(0)228 581 363 E bakkerswart@gmail.com I www.echtebakkerswart.nl
Naam organisatie of vereniging
Name of organization or association
Statutaire vestigingsplaats
Statutory place of business
Timmermans en Mulder Winterswijk
Sellink Juwelier Winterswijk
Oonk Speciaalzaak Winterswijk
Hochrath Interieur Winterswijk
Schilderscombinatie Loos Wognum
Het Boekhuis Workum
Piet de Wit Tweewielers B.V. Wormer
Floris Wormer Beheer B.V. Wormerland
K.M. Druijff B.V. Woudenberg
Aannemersbedrijf Legemaat & Van Elst B.V. Woudenberg
Café-Zalen Donkenhof Wouw
Bakker Risseeuw Zaamslag
Juwelier Van Zijp B.V. Zaandam
Pfann Schoenen Zaandam
Dekker Watersport B.V. Zaanstad
Op den Velde Groep B.V. Zaanstad
Bouwbedrijf J.P. Leguijt B.V. Zaanstad
Ned. Metaalwarenfabriek M.J. Gerritsen (Sola-Fabriek) B.V. Zeist
Kwekerij Abbing B.V. Zeist
Quality of Life B.V. Zeist
Jacques Stinkens Orgelpijpenmakers B.V. Zeist
De Hoop Mengvoeders B.V. Zelhem
Bakkerij Godschalk Zevenaar
Van Borselen Filters B.V. Zoetermeer
Maatschap J.C.M. van Veen en C.J.C.M. van Veen-Berg
Zoeterwoude
Drukkerij Vorsselmans B.V. Zundert
Coöperatieve Land- en Tuinbouwver. Zundert en omstreken U.A. Zundert
A. Garsen “De Pelikaan” Zutphen
Veldhuis Zonwering Rolluiken B.V. Zwaag
Kroon Vleeswarenfabriek Zwaagwesteinde B.V. Zwaagwesteinde De Koning Vlees B.V. Zwijndrecht
Waanders Uitgevers B.V. Zwolle
Patisserie & Chocolaterie Lindeboom Zwolle
O. de Leeuw B.V. Zwolle
J.C. Olland B.V. te Zwolle Zwolle
Wegrestaurant de Lichtmis Zwolle
Blocks B.V. Zwolle
Oomens Lederhandel Zwolle
Oldenhof Kookkado B.V. Zwolle
Meer dan honderd jaar geleden zat aan de Utrechtseweg in Amersfoort al een bloemenwinkel. En die winkel van toen zit er nog steeds, daarbij is er sinds 1922 wel ongelooflijk veel veranderd. Trends kwamen en gingen, er kwamen tal van bloemen en plantensoorten bij, cadeauartikelen kregen een plek in de schappen. Wat er in al die jaren niet is veranderd, is de passie voor de natuur. Passie voor de vele kleuren en soorten in bloemen en planten. En vooral de passie om zoveel mogelijk mensen ervan te laten genieten.
Hoe het begon
Quino Bloembinders werd opgericht op 25 november 1922 door Cornelis Donath als een Fruit- en Delicatessenzaak met snijbloemen. In de advertenties in de krant is al snel terug te zien dat het een bloemenwinkel betreft. De winkel werd later omgedoopt tot ‘Myosotis’ en bleef bijna 48 jaar (!) onder zijn leiding, tot 1 oktober 1969.
De naam Quino Damen
Op 1 oktober 1969 werd Quino Damen eigenaar van de bloemenwinkel, die hij later hernoemde tot Bloembinderij Quino Damen. Quino en Maria Damen waren een begrip in de jaren dat zij de winkel runden. Hiermee is de basis gelegd van een grote naamsbekendheid in de omgeving van Amersfoort van deze bloemenwinkel. Na 25 jaar verkocht hij de zaak aan Ton Jonker, die de winkel succesvol door de bankencrisis loodste. Op 70-jarige leeftijd verkocht Ton de zaak aan Lauritz Prins.
Vierde eigenaar Lauritz Prins
Vanaf 1 maart 2017 is Lauritz Prins eigenaar van de bloemenwinkel, waarvan de naam iets gemoderniseerd wordt; Quino Damen Bloembinders, kortweg Quino Bloembinders. Omdat de naam Quino sinds 1969 een begrip is in Amersfoort, is besloten deze niet te wijzigen. In 2017 wordt de winkel grootschalig verbouwd en weet Lauritz een nieuwe en moderne twist aan de winkel te geven.
Boeket voor Koningin Maxima
Koning Willem-Alexander en Koningin Máxima brachten op 24 oktober 2017 een streekbezoek aan het Eemland in de provincie Utrecht. Quino Bloembinders werd vanuit de gemeente Amersfoort gevraagd om het boeket te maken voor de Koningin. Een prachtige opdracht welke Lauritz in zijn eerste jaar als ondernemer mocht uitvoeren. Later die dag (en ook op Koningsdag) was dit nog een nieuws-item, want bij het bezoek aan de Paardenkamp in Soest probeerde een oud-politiepaard een hap van het boeket te nemen van de Koningin!
Prijs ‘Bloemist van het jaar’ 2019 Tevens wordt Quino Bloembinders onder leiding van Lauritz Prins in 2019 door de brancheorganisatie VBW uitgeroepen tot Start-Up van het jaar 2019 (omdat hij op dat moment de winkel nog niet langer dan 5 jaar heeft wordt deze prijs speciaal in het leven geroepen omdat de vakjury onder de indruk is van de voortgang). Een mooie prijs als beloning van het harde werken.
Groen ondernemen, zeker in een bloemenwinkel
Quino Bloembinders is gecertificeerd voor de Barometer Duurzame Bloemist met de zilveren status. Met dit onafhankelijke keurmerk toont het bedrijf aan dat het assortiment bloemen en planten en de bedrijfsvoering duurzaam zijn. Aangesloten bloemisten bij FloraNL hebben de collectieve afspraak om zich aantoonbaar duurzaam te certificeren.
Daarbij gaat het er niet alleen maar om dat de bloemen en planten milieuvriendelijk zijn gekweekt. Het gaat ook over bijvoorbeeld het energieverbruik, of de schoonmaakmiddelen in de winkel.
Vooruitblik
Lauritz vertelt met trots “Bij een 100-jarig bestaan gaat het vooral om historie, maar liever kijken we vooruit. Want één ding beloven wij u: er komt nog veel meer moois van Quino!”
Quino Bloembinders
Utrechtseweg 74 3818 EN Amersfoort
T +31(0)33 461 61 62
E info@quinodamen.nl
I www.quinodamen-bloemen.nl
Als ondernemer kijkt u wellicht naar de kansen en beschikbaarheid van duurzame brandstoffen voor wegverkeer zoals hernieuwbare brandstoffen, LNG, elektrisch rijden en waterstof voor uw bedrijf. Tegelijkertijd kunt u niet zomaar uw hele wagenpark van vandaag op morgen vervangen door aangepaste voertuigen.
Daarom lanceert Hofleverancier Van Kessel Olie een nieuw tankconcept genaamd Greenpoint. Op logistieke knooppunten in heel Nederland bouwen wij clean energy hubs met duurzame alternatieven zoals HVO hernieuwbare diesel, TRAXX diesel, LNG, CNG, waterstof en elektrisch oplaadpunten. Wij adviseren u graag vrijblijvend over de duurzame brandstof die het best bij uw ambities en (huidige) wagenpark past.
Greenpoint Fuels investeert in en bouwt moderne tankstations nabij logistieke hotspots. Per locatie wordt – in overleg met lokale overheden en het bedrijfsleven – de
As a business owner, you may be exploring the opportunities and availability of sustainable road transport fuels, such as renewable fuels, LNG, electricity, and hydrogen, for your business. However, it’s important to recognise that replacing your entire fleet with adapted vehicles cannot be done overnight.
That is why By Appointment to the Royal Household Van Kessel Olie is introducing a new refuelling concept called Greenpoint. Across logistics hubs throughout the Netherlands, we are developing clean energy hubs offering sustainable alternatives such as HVO renewable diesel, TRAXX diesel, LNG, CNG, hydrogen, and electric charging points. We are pleased to offer you impartial advice on the most suitable sustainable fuel options for your ambitions and your current fleet.
Greenpoint Fuels invests in and develops modern filling stations strategically located near logistics hotspots. For
ideale productmix van duurzame (bv. LNG, CNG, waterstof, EV, enz.) en fossiele brandstoffen (diesel en benzine) bepaald.
In het Gelderse Ede is recent een nieuwe Greenpoint locatie in gebruik genomen. Op het eerste gezicht ziet het eruit als een traditioneel tankstation. In werkelijkheid wordt Greenpoint Ede een echte ‘Clean Energy Hub’, oftewel een tank- en laadlocatie waar verschillende duurzame brandstoffen beschikbaar zijn.
Deze gloednieuwe locatie ligt vlak bij het knooppunt van de A30 met de A12 en bestaat uit 4 onderdelen; een Greenpoint tankgedeelte voor bestelauto’s en trucks (met onder meer HVO hernieuwbare diesel en TRAXX premium diesel), een BP tankstation voor auto’s, een shop/horeca gedeelte van Tanq+ en snelladers voor elektrische auto’s. Op korte termijn volgt uitbreiding met een waterstof tankstation.
Wat maakt deze locatie nu zo ‘clean’? Allereerst zijn er pompen voor auto’s en voor trucks met HVO hernieuwbare diesel aanwezig. HVO diesel is de ideale brandstof om bestaande dieselauto’s te verduurzamen. Deze dieselsoort wordt niet uit aardolie, maar wel uit hernieuwbare grondstoffen zoals afgewerkte plantaardige oliën geproduceerd. Hiermee is het mogelijk om de CO2 uitstoot van het huidige dieselwagenpark in een klap met 90% te reduceren. Bij Greenpoint Ede wordt zowel HVO100 als HVO20 aangeboden.
each site, we determine the ideal mix of sustainable fuels (such as LNG, CNG, hydrogen, and EV charging) alongside fossil fuels (diesel and petrol), in consultation with local authorities and the business community.
A new Greenpoint site was recently opened in Ede, in the province of Gelderland. At first glance, it may appear to be a traditional petrol station, but in reality, Greenpoint Ede will serve as a true ‘Clean Energy Hub’—a refuelling and charging location offering a variety of sustainable fuels. This brand-new location is situated near the junction of the A30 and A12 motorways and consists of four key areas: a Greenpoint refuelling station for vans and trucks (offering HVO renewable diesel and TRAXX premium diesel), a BP refuelling station for cars, a Tanq+ shop and hospitality area, and fast chargers for electric vehicles. Additionally, a hydrogen refuelling station will be added shortly.
So, what makes this location so ‘clean’? Firstly, there are pumps for both cars and trucks offering HVO renewable diesel. HVO diesel is an ideal fuel for making existing diesel vehicles more sustainable. Unlike conventional diesel, it is not produced from petroleum, but from renewable resources, such as used vegetable oils. This allows for a significant reduction in CO2 emissions, with the current diesel vehicle fleet able to cut emissions by up to 90% almost immediately. At Greenpoint Ede, both HVO100 and HVO20 are available.
De ligging van Greenpoint Ede vlak langs twee snelwegen leent zich ook uitstekend voor snelladers voor elektrische voertuigen. Voor autorijders die onderweg even willen bijladen, zijn twee 150kW snelladers met Combo CCS en Chademo stekkers aanwezig. Dankzij het hoge vermogen van de laadpalen kan een doorsnee elektrische auto binnen 30 minuten weer voor 80% bijladen. Wachtende bestuurders kunnen terecht in de moderne Tanq+ shop met een uitgebreide bakery met verse broodje en snacks.
Daarnaast wordt er gewerkt aan een waterstof tankpunt op deze nieuwe locatie. De provincie Gelderland is groot voorstander van waterstof en is in gesprek met verschillende bedrijven uit de regio die graag waterstof willen inzetten in verkeer en industrie. De vergunningsprocedure voor de bouw van een waterstoftankstation is inmiddels opgestart.
Koning opent productiestation groene waterstof
In aanwezigheid van Koning Willem-Alexander vierden de initiatiefnemers van Hysolar op 4 oktober de geslaagde afronding van een project van ruim vijf jaar. Aannemingsbedrijf Jos Scholman, tankstation exploitant Van Kessel Olie/Greenpoint en innovatieversneller Allied Waters, kijken terug op een bijzondere periode waarin ze in nauwe samenwerking hard hebben gewerkt aan de realisatie van hun visie: de productie in eigen beheer van emissievrije groene waterstof. Na afloop van het inhoudelijke programma opende de koning het productiestation, waarop een feestelijke borrel volgde. In het bijzijn van tweehonderd gasten en gezeten in een kraanwagen op waterstof onthulde Koning Willem-Alexander het nieuwe productiestation. Hiermee is in de gemeente Nieuwegein de productie van groene waterstof officieel van start gegaan.
Na het openingsmoment nam de koning deel aan verschillende tafelgesprekken met vertegenwoordigers van diverse bedrijven, kennisinstellingen en organisaties. Tijdens de gesprekken werd ingegaan op de rol van wa-
Greenpoint Ede’s location, conveniently situated near two motorways, is also ideal for fast electric vehicle charging. The site features two 150kW fast chargers equipped with Combo CCS and Chademo plugs, providing a quick and efficient option for drivers looking to recharge during their journey. Thanks to the high power of these chargers, a typical electric car can achieve an 80% charge in just 30 minutes. While waiting, drivers can relax in the modern Tanq+ shop, which offers a wide selection of freshly baked sandwiches and snacks.
Preparation is also underway for a hydrogen refuelling point at this new location. The province of Gelderland is a strong advocate for hydrogen and is currently in discussions with several regional companies interested in using hydrogen for both transport and industry. The permit process for constructing the hydrogen refuelling station has already started.
On 4 October, in the presence of King Willem-Alexander, the initiators of Hysolar celebrated the successful completion of a project that had been underway for over five years. The construction company Jos Scholman, filling station operator Van Kessel Olie/Greenpoint, and innovation accelerator Allied Waters reflected on a remarkable period of collaboration that culminated in the realisation of their shared vision: the in-house production of emission-free
terstof als duurzame energiedrager en toekomstige toepassingen. De aanwezigen benadrukten dat kennisoverdracht een cruciale rol speelt bij de verdere ontwikkeling van de waterstoftechnologie. Vertegenwoordigers van opleidingsinstituut Innovam en het Openbaar Lyceum Zeist presenteerden hun initiatieven op dit gebied. Tijdens het inhoudelijke programma deelden verschillende experts hun visie op de huidige en toekomstige toepassingen van groene waterstof. KWR-directeur Mariëlle van der Zouwen trad op als gespreksleider. Emeritus-hoogleraar Ad van Wijk sprak in zijn keynote over het ontstaan en de ontwikkeling van het Hysolar-project.
Van Wijk haalde daarbij toekomstdenker Jules Verne aan, die in 1874 voorspelde dat waterstof een belangrijke energiebron zou kunnen worden. “Vandaag, 150 jaar later, realiseren we deze toekomstvisie met de opening van een elektrolyser waarmee groene waterstof wordt geproduceerd uit water,” aldus Van Wijk.
Geloof in de potentie van waterstof Ook initiatiefnemers van Hysolar kwamen aan het woord. Robert Scholman benadrukte dat zijn familiebedrijf gelooft in de potentie van waterstof als groene energiedrager. “Waterstof stelt ons in staat onze voertuigen en machines duurzaam en emissievrij in te zetten, zonder extra belasting van het elektriciteitsnet.” Joan van Kessel voegde toe: “Groene waterstof is, naast elektriciteit, de enige manier om emissievrij te rijden en energie op te wekken. We willen een strategisch netwerk van waterstoftankstations uitbouwen en daarmee de productie en distributie van groene waterstof in Nederland stimuleren.”
Foto’s: door Van Kessel Olie/Greenpoint
green hydrogen. Following the substantive programme, the King officially opened the production station, with festive drinks marking the occasion.
In front of 200 guests and seated in a hydrogen-powered crane truck, King Willem-Alexander unveiled the new production station, officially launching the production of green hydrogen in the municipality of Nieuwegein.
Following the opening, King Willem-Alexander participated in several roundtable discussions with representatives from various companies, knowledge institutes, and organisations. These discussions focused on the role of hydrogen as a sustainable energy carrier and its potential future applications. The attendees emphasised that knowledge transfer is essential for the continued development of hydrogen technology. Representatives from training institute Innovam and Openbaar Lyceum Zeist presented their initiatives in this area.
During the substantive programme, a number of experts shared their insights on the current and future applications of green hydrogen. The session was moderated by KWR director Mariëlle van der Zouwen. In his keynote address, Emeritus Professor Ad van Wijk spoke about the origins and development of the Hysolar project. Van Wijk referenced visionary Jules Verne, who predicted in 1874 that hydrogen could become a key energy source. “Today, 150 years later, we are making this vision a reality with the opening of an electrolyser that produces green hydrogen from water,” said Van Wijk.
The initiators of Hysolar also shared their perspectives. Robert Scholman highlighted that his family business firmly believes in the potential of hydrogen as a green energy carrier. “Hydrogen allows us to operate our vehicles and machinery sustainably and emission-free, without putting any additional strain on the electricity grid,” he stated. Joan van Kessel added, “Green hydrogen, alongside electricity, is the only viable solution for driving emission-free and generating energy. We aim to build a strategic network of hydrogen refuelling stations, thus boosting the production and distribution of green hydrogen throughout the Netherlands.”
Photos: by Van Kessel Olie/Greenpoint
Productie van onze industrie bijna 20 keer hoger dan 100 jaar geleden
Industrial Output Almost 20 Times Higher Than 100 Years Ago
We hebben in het artikel over de Nederlandse economie beschreven waarom Nederland qua economie is zoals het is. In dit artikel leggen we de focus op de productie aan de hand van recente cijfers van het CBS. De productie van de industrie was in 2023 bijna 20 keer hoger dan honderd jaar geleden. Dat komt neer op een gemiddeld groeipercentage van 3 procent per jaar. In de afgelopen honderd jaar is de samenstelling van de industrie sterk veranderd. In het kader van zijn 125-jarig bestaan besteedt het CBS dit jaar extra aandacht aan historische ontwikkelingen.
De CBS-statistieken over de productie van de industrie gaan terug tot 1922. In de jaren twintig en dertig waren vooral industrieën zoals textiel, scheepsbouw en voedselverwerking belangrijk in Nederland. Na de Tweede Wereldoorlog was de wederopbouw een belangrijke factor voor een sterke groei van de industrie. In 1974 was de productie van de industrie meer dan vier keer hoger dan in 1949. De oliecrises in de jaren zeventig zorgden voor stijgende kosten en een stagnerende productie. Vanaf de jaren tachtig werden een aantal industrieën verplaatst naar landen met lagere loonkosten. Hierdoor begon de industrie steeds meer te focussen op hoogwaardige productie en technieken en trok de groei weer aan. Sinds de eeuwwisseling is de industrie blijven groeien, ondanks de impact van de financiële crisis en de coronapandemie.
In our exploration of the Dutch economy, we explored the factors shaping the Netherlands’ economic landscape. Here, we shift focus to the remarkable growth in industrial production, as highlighted by recent figures from CBS (Statistics Netherlands).
In 2023, manufacturing output in the Netherlands was nearly 20 times higher than it was a century ago. This equates to an average annual growth rate of 3%. Over the past 100 years, the composition of industry has changed significantly. As part of its 125th anniversary this year, CBS is paying extra attention to historical developments.
CBS data on manufacturing output, which dates back to 1922, illustrates a century of transformation in Dutch industry. During the 1920s and 1930s, key sectors such as textiles, shipbuilding, and food processing were pivotal to the economy. Post-World War II reconstruction fuelled rapid industrial growth, with output in 1974 exceeding 1949 levels by more than four times. However, the oil crises of the 1970s brought rising costs and stagnation. From the 1980s, as certain industries relocated to countries with lower labour costs, Dutch manufacturing shifted its focus towards high-end production and advanced techniques, reigniting growth. Despite challenges from the financial crisis and the COVID-19 pandemic, the sector has continued its steady expansion into the 21st century.
Textiel, kleding en leer piekt in jaren zestig
De Nederlandse textiel-, kleding- en lederindustrie kende vanaf de jaren vijftig een bloeiperiode met een sterke groei van de productie. De productie van de kledingindustrie bereikte in 1964 een piek en was toen in tien jaar tijd verdubbeld. Deze industrieën waren vooral gecentreerd in enkele gebieden zoals Tilburg, Waalwijk en Enschede. Vanaf halverwege de jaren zestig begon de productie te krimpen als gevolg van toenemende concurrentie uit landen met lagere loonkosten. In 2023 was de productie van de kleding- en lederindustrie meer dan gehalveerd ten opzichte van de piek in de jaren zestig. De productie van de textielindustrie is in diezelfde periode met een kwart gekrompen.
Tabaksindustrie nagenoeg verdwenen
Vanaf de jaren vijftig kende de tabaksindustrie in Nederland een sterk groeiende productie voor zowel de binnenlandse markt als voor de export. Vanaf de jaren zeventig nam de bewustwording over de gezondheidsrisico’s van roken toe. Dit leidde tot strengere regelgeving, campagnes om de consumptie te verminderen, en hogere accijnzen. Hierdoor kromp de productie van de tabaksindustrie sterk in de jaren daarna. Tegenwoordig
The Dutch textile, clothing, and leather industries experienced a period of rapid growth from the 1950s, with production in the clothing industry peaking in 1964, doubling over the previous decade. These industries were mainly located in areas such as Tilburg, Waalwijk, and Enschede. However, from the mid-1960s onwards, production began to decline due to growing competition from countries with lower labour costs. By 2023, production in the clothing and leather industries had fallen to less than half of their 1960s peak, while the textile industry saw a reduction of a quarter over the same period.
The Dutch tobacco industry witnessed rapid growth from the 1950s, driven by rising demand both domestically and for exports. However, from the 1970s onwards, increasing awareness of the health risks associated with smoking led to stricter regulations, public campaigns to reduce consumption, and higher excise duties. These factors caused a dramatic decline in production in the following decades. Today, the tobacco industry’s output is 97 per cent lower than its peak in 1973.
ligt de productie van deze industrie 97 procent lager dan tijdens de piek in 1973.
Machine-industrie nieuwe motor Nederlandse industrie
Sinds 1990 is de productie van de machine-industrie meer dan vervijfvoudigd. Daarmee is deze een stuk harder gegroeid dan de industrie als geheel, die in dezelfde periode met 81 procent is gegroeid. Aanvankelijk draaide de sector vooral om standaard productiemachines, maar inmiddels is deze steeds meer gespecialiseerd in geavanceerde machines voor sectoren als de halfgeleiderindustrie en medische technologie. Vooral tussen 2016 en 2023 is de machine-industrie sterk gegroeid, meer dan een verdrievoudiging van de productie.
Minder mensen werkzaam in de industrie
Honderd jaar geleden werkte 28 procent van de werkzame beroepsbevolking in de industrie. In de jaren na de Tweede Wereldoorlog groeide dat door tot een piek in 1960, toen een derde van de werkzame beroepsbevolking actief was in de industrie. In de decennia daarna daalde het aandeel steeds verder. In 2023 was iets meer dan 8 procent van de werkzame beroepsbevolking actief in de industrie. Ook in absolute aantallen lag het aantal industriële banen in 2023 lager dan tijdens de piek van 1960. De groei van arbeidsproductiviteit heeft ervoor gezorgd dat de productie van de industrie in deze periode is blijven groeien.
Bron en grafieken: door CBS
Since 1990, the Dutch machinery industry has grown more than fivefold, far outpacing the broader industrial sector, which expanded by 81 per cent over the same period. Once focused primarily on standard production machines, the sector has shifted towards advanced machinery for high-tech industries such as semiconductors and medical technology. Growth has been particularly strong between 2016 and 2023, with production increasing more than threefold during this period.
A century ago, 28 per cent of the workforce in the Netherlands was employed in industry. This share rose after World War II, peaking in 1960 when one-third of the labour force worked in manufacturing. However, in the following decades, the proportion steadily declined, and by 2023, only just over 8 per cent of the workforce was engaged in the sector. In absolute terms, the number of industrial jobs in 2023 was also lower than at the 1960 peak. Despite this, labour productivity growth ensured that manufacturing output continued to grow steadily over the years.
Source and charts: CBS
Het Koninklijk Paleis Amsterdam is het officiële ontvangstpaleis van Zijne Majesteit de Koning. Het wordt actief gebruikt bij staatsbezoeken, prijsuitreikingen en andere koninklijke ontvangsten. De Koning stelt het Paleis voor het grootste deel van het jaar open voor publiek, om het een levendige functie voor de hoofdstad te laten vervullen.
Jaarlijks wordt er voor diverse leeftijden een en ander georganiseerd. Zo ontvangen alle bezoekers in 2024 het
The Royal Palace Amsterdam is the official reception palace of His Majesty the King. It is regularly used for state visits, award ceremonies, and other royal receptions. For most of the year, the King opens the Palace to the public, ensuring it remains a vibrant part of the capital. There are annual events catering to various age groups. In 2024, all visitors will receive the public booklet Traces of Slavery along with a free multimedia tour. For children, there is a special interactive audio tour featuring Prince
Foto: door Koninklijk Paleis Amsterdam, Benning & Gladkova. Mozeszaal, voormalig Vroedschapskamer.
Photo by Royal Palace Amsterdam, Benning & Gladkova. Moses Hall, former Vroedschapskamer
publieksboekje Sporen van Slavernij en een gratis multimediatour. Voor kinderen is er een speciale interactieve audiotour, met Prins Louis als gids voor de jongsten (5-8 jaar) of een spannende zoektocht naar de gestolen vredestak voor de avontuurlijke leeftijdsgroep (9-12 jaar). Daarnaast is er een ruim aanbod aan themarondleidingen voor alle leeftijdsgroepen.
Het Koninklijk Paleis Amsterdam heeft in 2023 een recordaantal van 303.859 bezoekers ontvangen. Het Paleis was 229 dagen open, waarmee het gemiddeld hoogste aantal bezoekers ooit werd verwelkomd. Deze cijfers overtreffen de gemiddelde bezoekersaantallen van het precoronajaar 2019.
In 2023 bezochten 52.852 kinderen en jongeren tot 18 jaar het Koninklijk Paleis met gratis toegang. Daarvan kwamen 10.966 leerlingen in klassikaal verband. Onderwijsgroepen wisten het Paleis in 2023 goed te vinden, er werden 432 onderwijsrondleidingen gegeven. Daarnaast groeide het aantal bezoekers met een stadspas of museumkaart.
Voor scholen heeft het Koninklijk Paleis een uitgebreid aanbod van lesprogramma’s en interactieve rondleidingen. Onze gidsen dagen leerlingen met prikkelende doordenkvragen en creatieve kijkopdrachten uit om betekenis te geven aan beelden, schilderijen en ruimtes. Door heden en verleden te verbinden dragen interactie-
Louis as the guide for the youngest visitors (ages 5–8), while adventurous children (ages 9–12) can embark on an exciting quest to recover the stolen peace branch. Additionally, a wide range of themed tours is available for all age groups.
The Royal Palace Amsterdam welcomed a record 303,859 visitors in 2023. The Palace was open for 229 days, drawing the highest average number of visitors on record. These figures surpass the visitor numbers of the pre-pandemic year, 2019.
In 2023, 52,852 children and young people under the age of 18 visited the Royal Palace with free admission. Of these, 10,966 pupils came with their classes. Educational groups were well-represented, with 432 educational tours held throughout the year. Additionally, the number of visitors using a city pass or museum card also saw an increase.
The Royal Palace offers a comprehensive range of educational programmes and interactive tours for schools. Our guides encourage students to explore images, paintings, and spaces through thought-provoking questions and creative assignments. By connecting the past with the present, these interactive guided tours help foster a sense of identity, citizenship, and cultural and historical awareness.
ve rondleidingen bij aan de vorming van identiteit, burgerschap en cultuurhistorisch besef.
Tentoonstelling
In de zomermaanden kunnen bezoekers van het Paleis genieten van een bijzondere tentoonstelling. Onder de titel ‘Hoog, Kijk omhoog’ komen de verhalen van het dak tot leven. Hoogtepunt van de tentoonstelling dit jaar, is de gerestaureerde 17e-eeuwse windvaan, in de vorm van een koggeschip, een unieke kans om deze van dichtbij te bewonderen.
Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst
In het najaar is de tentoonstelling van de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst te zien. De jaarlijks terugkerende presentatie van het beste werk van jonge schilders in Nederland.
Symposia
In het Koninklijk Paleis Amsterdam wordt sinds 1979 jaarlijks een tweetal symposia georganiseerd waarbij de Koning gastheer is. Vooraanstaande sprekers uit de hele wereld bieden tijdens deze bijeenkomsten een bijzondere visie op uiteenlopende maatschappelijke vraagstukken en actuele thema’s. De bijeenkomsten worden georganiseerd door de Stichting Koninklijk Paleis Amsterdam.
In het Koninklijk Paleis Amsterdam vond in november 2024 het Paleissymposium plaats met het thema ‘Biologisch design door artificiële intelligentie’. Zijne Majesteit de Koning en Hare Majesteit Koningin Máxima waren gastheer en gastvrouw. Ook Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Beatrix was aanwezig.
Tijdens de bijeenkomst kwamen drie gastsprekers aan het woord over de mogelijkheden die artificiële intelligentie (AI) biedt voor een duurzame toekomst in de chemie en in de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen. Max Welling, hoogleraar machine learning aan de Universiteit van Amsterdam, sprak onder andere over de mogelijkheden van AI om nieuwe materialen te ontwerpen voor het afvangen van CO2-uitstoot.
Gerard van Westen, hoogleraar artificiële intelligentie en pharmaceutische chemie aan de Universiteit Leiden, ging in op de rol van AI bij de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen. Annelien Bredenoord, voorzitter van
During the summer months, visitors to the Palace can enjoy a special exhibition. Titled ‘Hoog, Kijk Omhoog’ (High, Look Up), the stories of the roof come to life. A highlight of this year’s exhibition is the restored 17th-century weather vane, shaped like a cog ship, offering a unique opportunity to admire it up close.
In the autumn, the Royal Prize for Free Painting exhibition will be held, showcasing the best works by young painters in the Netherlands. This annual event highlights exceptional talent in the field of contemporary painting.
Since 1979, two annual symposia have been held under the patronage of the King at the Royal Palace Amsterdam. During these events, prominent speakers from
het College van Bestuur van de Erasmus Universiteit Rotterdam en hoogleraar ethiek van biomedische innovatie, sloot de lezingen af met een column waarin ze reflecteerde op de ethische aspecten van het thema. De bijeenkomst werd voorgezeten door Marcel Levi, voorzitter Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en lid van de Paleiscommissie, en door Vinod Subramaniam, voorzitter College van Bestuur van de Universiteit Twente en lid van de Paleiscommissie.
De Burgerzaal is ontworpen als het hart van het Stadhuis van Amsterdam. De enorme ruimte, 34 meter lang en 25 meter hoog, was voor alle burgers van Amsterdam vrij toegankelijk. De architect Jacob van Campen ontwierp deze grote zaal als ontmoetingsplaats, een verlengstuk van de drukke Dam buiten en de haven daarachter. De Burgerzaal modelleerde hij naar het voorbeeld van Romeinse publieke ontmoetingsplekken, het forum en de basilica. De Burgerzaal gaf toegang tot de kantoren van het stadsbestuur en de rechterlijke macht, die langs de galerijen en op de hogere verdiepingen lagen. Hier kwamen burgers heen om hun zaken te regelen, te vergaderen, hun handelswaar te verzekeren, te trouwen en om ruzies uit te vechten. De Burgerzaal zelf, met de omliggende galerijen, was vooral bedoeld om indruk te maken.
around the world provide unique insights on various social issues and contemporary topics. The symposia are organised by the Amsterdam Royal Palace Foundation. In November 2024, the Royal Palace Amsterdam hosted the Palace Symposium, centred around the theme “Biological Design by Artificial Intelligence.” His Majesty the King and Her Majesty Queen Máxima graciously hosted the event, with Her Royal Highness Princess Beatrix also in attendance.
During the meeting, three guest speakers discussed the opportunities that artificial intelligence (AI) offers for a sustainable future in chemistry and the development of new medicines. Max Welling, professor of machine learning at the University of Amsterdam, highlighted the potential of AI in designing new materials to capture CO2 emissions, among other topics.
Gerard van Westen, professor of artificial intelligence and pharmaceutical chemistry at Leiden University, explored the role of AI in the development of new drugs. Annelien Bredenoord, chair of the Executive Board of Erasmus University Rotterdam and professor of ethics of biomedical innovation, concluded the lectures with a column reflecting on the ethical aspects of the topic.
The meeting was chaired by Marcel Levi, chairman of the Netherlands Organisation for Scientific Research (NWO) and member of the Palace Committee, alongside Vinod Subramaniam, chairman of the Executive Board of the University of Twente and member of the Palace Committee.
The Civic Hall was designed as the heart of Amsterdam’s City Hall. Spanning 34 metres in length and 25 metres in height, this vast space was open to all citizens of Amsterdam. Architect Jacob van Campen designed the hall as a meeting place, connecting the busy Dam Square outside with the harbour behind it. He modelled the Civic Hall after Roman public meeting places, such as the forum and basilica. The hall provided access to the offices of the city administration and judiciary, located along the galleries and on the upper floors. Here, citizens came to conduct various affairs—whether settling disputes, holding meetings, insuring goods, or even marrying. The Civic Hall, with its grand design and surrounding galleries, was intended primarily to impress.
De koning gebruikt Paleis Noordeinde in Den Haag als werkpaleis. De werkvertrekken van zowel onze koning als onze koningin zijn hier gevestigd. De meeste medewerkers van de Dienst van het Koninklijk Huis hebben hun werkplek op Paleis Noordeinde. Paleis Noordeinde is gelegen aan het Noordeinde. Het Noordeinde is een winkelstraat met prachtige jugendstilpanden waarin karakteristieke modeboetiekjes, galeries, antiek- en kunstzaken en horecagelegenheden
Noordeinde Palace in The Hague serves as the working palace of the King. The Noordeinde Palace serves as the working residence for the King and Queen, as well as the primary workplace for most staff of the Office of the Royal Household.
Noordeinde Palace is located at Noordeinde, a charming shopping street with beautiful Art Nouveau buildings housing unique fashion boutiques, galleries, antique and art shops and catering establishments. The Palace Gardens
gevestigd zijn. Verscholen tussen Paleis Noordeinde, de Koninklijke Stallen en het Koninklijk Archief ligt de Paleistuin. Als koning Willem-Alexander in het land is, hangt de vlag uit op het paleis. Paleis Noordeinde is eigendom van de staat en bij wet aan de koning ter beschikking gesteld.
Jaarlijks vinden er vele ontvangsten en audiënties plaats op Paleis Noordeinde. Ook ontvangt de koning er buitenlandse ambassadeurs voor de overhandiging van hun geloofsbrieven. Paleis Noordeinde in dan het decor van een kleine koninklijke ceremonie. Koning Willem-Alexander ontvangt hen daarbij kort na hun aankomst in Nederland. Een nieuwe ambassadeur arriveert aan de kant van de Paleistuin per koets begeleid door ruiters van de Bereden Marechaussee.
Bij het paleis staan dan de erewacht en militaire kapel opgesteld. Na een eresaluut van vier tromroffels wordt het volkslied uit het land van de ambassadeur ten gehore gebracht, gevolgd door een inspectie van de erewacht. In het paleis ontvangt de koning de nieuwe ambassadeur. Het publiek kan de aankomst van de koets, het spelen van het volkslied en de inspectie van de erewacht gadeslaan.
Op Prinsjesdag vertrekt de Koninklijke stoet van het pa-
are tucked away behind Noordeinde Palace, the Royal Stables and the Royal Archives. When King Willem-Alexander is in the Netherlands, the royal flag is flown above the palace. Noordeinde Palace is owned by the state and granted to the king by law.
Each year, Noordeinde Palace hosts numerous receptions and formal audiences. It is also where the King welcomes foreign ambassadors who present their credentials in a royal ceremony shortly after arriving in the Netherlands. The new ambassador arrives by carriage via the Palace Garden, accompanied by riders of the Royal Mounted Constabulary.
The Honour Guard and the Royal Military Band assemble at the palace. After a salute of four drum rolls, the ambassador’s national anthem is performed, followed by an inspection of the Guard of Honour. The King then formally receives the ambassador inside the palace. The public is welcome to witness the ceremonial arrival of the carriage, anthem performance, and inspection by the Guard of Honour.
On Prince’s Day, the Royal Procession departs from the palace. Following the king’s delivery of the Speech from the Throne, the Royal Family traditionally appears for the “balcony scene” to greet the public.
Noordeinde 66, door Rudolphous CCA-SA 3.0 Noordeinde 66, by Rudolphous CCA-SA 3.0
leis. Na het uitspreken van de Troonrede vindt op het balkon de zogenoemde balkonscène plaats.
Belangrijke gebeurtenissen koninklijke familie
Paleis Noordeinde is het middelpunt geweest van belangrijke gebeurtenissen in het leven van de koninklijke familie. Prinses Juliana en prins Bernhard en prins Constantijn en prinses Laurentien trouwden vanuit dit paleis. Het is de geboorteplek van Wilhelmina en Juliana. Na hun overlijden lagen hier koningin Juliana (2004) en de prinsen Hendrik (1934), Claus (2002) en Bernhard (2004) opgebaard. Zowel koning Willem III, zijn tweede echtgenote koningin-moeder Emma als koningin Wilhelmina hebben op Paleis Noordeinde gewoond.
Openstelling in de zomer
Het paleis is normaal gesproken niet toegankelijk voor publiek maar tijdens de zomer wordt het Paleis Noordeinde en de aangrenzende Koninklijke Stallen een aantal weken opengesteld voor publiek. De beperkte ruimte en het dagelijks gebruik van het gebouw als ontvangstruimte en kantoor maken dat het niet geschikt is om doorlopend bezoekers te ontvangen. De openstelling in de zomer is voor het publiek dus een bijzondere kans om dit unieke gebouw te bezoeken.
Bezoekers van Paleis Noordeinde krijgen het zogeheten Corps de Logis te zien, dit zijn de vertrekken die de koning gebruikt voor ontvangsten. Zij zien onder andere de Balkonkamer, waar nieuwe ambassadeurs hun geloofsbrieven aan de koning overhandigen, de Puttikamer, waar het koninklijk paar wekelijks vergadert met hun adviseurs en de Grote Balzaal waar jaarlijks o.a. de Appeltjes van Oranje worden uitgereikt. Via een multimedia tour zien bezoekers van het paleis niet alleen de werkvertrekken, maar ervaren zij ook de geschiedenis ervan. De tour bevat een welkomstwoord van Koning Willem-Alexander en verhalen van medewerkers van de Dienst van het Koninklijk Huis over hun werk in het paleis. In de Koninklijke Stallen zijn de paarden en koetsen te zien, waaronder de Glazen Koets en de Gouden Koets en de opstelling voor de geloofsbrieven. Ook zijn verschillende auto’s te zien. Via informatiepanelen en video worden de bezoekers geïnformeerd over tradities, historie en het huidige gebruik van alle voertuigen.
Noordeinde Palace has been at the heart of significant events in the lives of the Royal Family. It was the venue for the weddings of Princess Juliana and Prince Bernhard, as well as Prince Constantijn and Princess Laurentien. It is also the birthplace of Queen Wilhelmina and Queen Juliana. Following their passing, Queen Juliana (2004) and Princes Hendrik (1934), Claus (2002), and Bernhard (2004) lay in state here. King Willem III, his second wife Queen Emma, and Queen Wilhelmina all lived at Noordeinde Palace.
Although Noordeinde Palace is typically closed to the public, it opens its doors for a limited time each summer, along with the adjacent Royal Stables. The limited space and daily use of the building as a reception area and office make it unsuitable for year-round visits. The summer opening is therefore a special opportunity for the public to visit this unique building.
Visitors to Noordeinde Palace can explore the Corps de Logis, the rooms used by the King for receptions. Among other highlights, they will see the Balcony Room, where new ambassadors present their credentials to the King, the Putti Room, where the royal couple meets weekly with their advisors; and the Grand Ballroom, where the Appeltjes van Oranje are awarded each year. A multimedia tour enhances the experience, allowing visitors to explore these working quarters while discovering their rich history. The tour features a welcome message from King Willem-Alexander, along with firsthand accounts from members of the Office of the Royal Household staff about their roles in the palace. In the Royal Stables, visitors can view the horses and carriages, including the Glass Carriage and the Golden Carriage, alongside the ceremonial setup for presenting credentials. A variety of cars are also on display, accompanied by informational panels and videos that detail the history, traditions, and current uses of these vehicles.
In Int Nortende (meaning in the North End), at the time located on the outskirts of The Hague, Willem Goudt had a medieval homestead converted into a residence in 1533. The building was named Het Oude Hof. The building’s history has been closely intertwined with the House of Orange
Geschiedenis van Paleis Noordeinde Int Nortende, destijds gelegen aan de rand van Den Haag, liet Willem Goudt in 1533 een middeleeuwse hofstede verbouwen tot een woonhuis. Het gebouw kreeg de naam Het Oude Hof. De geschiedenis van het gebouw is sinds 1591 onlosmakelijk verbonden met de Oranjes en Het Oude Hof heeft zich ontwikkeld tot het Paleis Noordeinde zoals wij dat nu kennen. In 1591 huurden de Staten van Holland het huis voor Louise de Coligny, de weduwe van Willem van Oranje, en haar kinderen. In 1609 gaven de Staten het als geschenk aan Frederik Hendrik en zijn moeder. In opdracht van Frederik Hendrik vond, in 1640, een grote verbouwing plaats. Tot de Franse overheersing diende het paleis als residentie van de stadhouders. Na de terugkeer van koning Willem I in 1813 werd een begin gemaakt met een grote verbouwing en uitbreiding aan de achterzijde van het paleis. Vanaf 1814 is het paleis gebruikt door koning Willem I, koning Willem III, koningin-regentes Emma en koningin Wilhelmina. In mei 1948 werd het middengedeelte van het paleis door brand verwoest. In datzelfde jaar werd Juliana gekroond tot koningin. Zij koos ervoor Paleis Soestdijk te gebruiken als officiële residentie. Een deel van de hofhouding behield haar werkruimtes in Paleis Noordeinde. Tussen 1952 en 1976 was in de noordelijke vleugel van het paleis het Institute of Social Studies gevestigd. Na een grondige restauratie nam koningin Beatrix het paleis 1984 weer intensief in gebruik als werkpaleis. Koning Willem-Alexander gebruikt het sinds zijn inhuldiging in 2013 ook als werkpaleis.
Noordeinde 66
Links van Paleis Noordeinde bevindt zich het voormalige woonhuis van koning Willem- Alexander. Willem-Alexander betrok dit huis in 1995 en bleef er wonen tot aan zijn huwelijk met Máxima Zorreguieta in 2002. De woning dateert uit 1757 en is gebouwd op de fundamenten van een oud gebouw uit de 16e eeuw. Op de begane grond bevinden zich de ontvangstruimtes, de privevertrekken bevinden zich op de eerste en tweede verdieping. De woning is voorzien van een groot dakterras. Het huis is ook vanuit Paleis Noordeinde toegankelijk. Tegenwoordig dient Noordeinde 66 als tweede woning voor prinses Beatrix, voor als zij in Den Haag is.
since 1591. Het Oude Hof developed into the Noordeinde Palace as we know it today. In 1591, the States of Holland rented the residence to Louise de Coligny, the widow of Willem van Oranje, and her children. In 1609, the States gave it as a gift to Frederik Hendrik and his mother. By order of Frederik Hendrik, a major renovation took place in 1640.
Until French rule, the palace served as the residence of the stadholders. After the return of King Willem I in 1813, the palace underwent major renovation and expansion at the rear. From 1814 onward, the palace was used by King Willem I, King Willem III, Queen Regent Emma and Queen Wilhelmina. In May 1948, a fire destroyed the central section of the palace. In the same year, Juliana was crowned queen. She chose to use Soestdijk Palace as her official residence. Part of the Royal Household staff continued to use Noordeinde Palace for work. Between 1952 and 1976, the northern wing of the palace housed the Institute of Social Studies. After a major restoration, Queen Beatrix resumed intensive use of the palace as a working palace in 1984. Since his inauguration in 2013, King Willem-Alexander has continued this tradition.
To the left of Noordeinde Palace is the former residence of King Willem-Alexander. Willem-Alexander moved into this residence in 1995 and continued to live there until his marriage to Máxima Zorreguieta in 2002. The residence dates from 1757 and was built on the foundations of an old building from the 16th century.
The residence features reception rooms on the ground floor, private living quarters on the first and second floors, and a large rooftop terrace. The residence is also accessible from Noordeinde Palace. Today, Noordeinde 66 functions as a secondary residence for Princess Beatrix during her visits to The Hague.
In 1645 is de bouw van Paleis Huis ten Bosch gestart als zomerresidentie voor stadhouder Prins Frederik Hendrik en zijn vrouw Prinses Amalia. Onder de Franse overheersing wordt het huis in 1795 nationaal bezit en vanaf de kroning van Willem I hebben verschillende leden van het koninklijk huis vanaf 1815 regelmatig hier gewoond.
Gedurende de Tweede Wereldoorlog is het paleis ernstig beschadigd. Het paleis was ingesloten door de Atlantikwal, een verdedigingslinie langs de kust. Het raakte beschadigd, maar wist aan verwoesting te ontkomen. Muren, zolderingen en vloeren waren echter dusdanig beschadigd door kogels, granaat- en bomscherven dat het gebouw na de bevrijding onbewoonbaar verklaard werd. In de jaren daarna is het paleis volledig gerenoveerd. Verdeeld over verschillende fases is de renovatie van het complete gebouw drastisch aangepakt, waardoor het nu voldoet aan de eisen van de eenentwintigste eeuw.
De vestibule bovenaan de bordestrap is opnieuw geschilderd. Met zijn warme kleuren is deze ruimte nu ook in sfeer het hart van het Paleis geworden. De koning gebruikte de vestibule in 2019 voor de opname van zijn Kersttoespraak. Blikvanger in de vestibule is het grote lichtsculptuur Fragile Future III van Lonneke Gordijn en Ralph Nauta van Studio Drift. Waar traditioneel een kroonluchter zou hangen, ziet men nu een zwerm pluizige, lichtgevende bolletjes. Het werk bestaat uit driedimensionale bronzen elektrische circuits waar lichtgevende paardenbloemen aan zijn verbonden. Echte paardenbloemzaden, die met de hand geplukt werden, zijn zaadje voor zaadje vastgelijmd aan de LED-verlichting. Technologie en natuur smelten samen in dit kunstwerk.
In 1645, construction began on Huis ten Bosch Palace as a summer residence for Stadtholder Prince Frederik Hendrik and his wife, Princess Amalia. Under French rule, the palace was designated state property in 1795. Since 1815, following the coronation of King Willem I, the palace has regularly served as a residence for members of the Dutch royal family.
During the Second World War, Huis ten Bosch suffered severe damage. Encircled by the Atlantic Wall, a German coastal defence line, the palace was struck by bullets, grenades, and bomb fragments, leaving its walls, ceilings, and floors heavily damaged. Although it escaped complete destruction, it was declared uninhabitable after the liberation of the Netherlands. In the years that followed, the palace underwent an extensive restoration over several phases. It underwent meticulous renovations to meet the standards of the 21st century
The grand vestibule, located at the top of the main staircase, was repainted during the renovations. The warm colours now create a welcoming ambiance, making the vestibule the heart of the palace. In 2019, King Willem-Alexander used the vestibule as the setting for his Christmas address. A notable feature of the room is the stunning light sculpture Fragile Future III by Lonneke Gordijn and Ralph Nauta of Studio Drift. Replacing a traditional chandelier, the artwork consists of a swarm of illuminated fluffy spheres. The piece features three-dimensional bronze electrical circuits adorned with illuminated dandelions. Each dandelion is crafted from real seeds, which were hand-picked and meticulously attached to LED lights. The installation blends technology with nature.
Crowning the palace is its 28-metre-high dome, which shelters the Oranjezaal (Orange Hall), renowned for its
Als een kroon op het paleis steekt de 28 meter hoge koepel boven het gebouw uit. Onder de koepel bevindt zich de Oranjezaal met zijn monumentale schilderstukken uit de zeventiende eeuw. Het is een culturele schatkamer. Toen tijdens de restauratie houtrot in de koepel werd aangetroffen, was dan ook duidelijk dat er iets moest gebeuren. De oorzaak van het probleem was ook hier vocht.
monumental 17th-century paintings. This room is a cultural treasure trove. During recent restorations, wood rot was discovered in the dome’s structure, requiring immediate attention. The issue stemmed from moisture intrusion.
Until the 1950s, the palace was unheated in winter, allowing the temperature of the building to adapt naturally to external conditions. However, moisture issues arose after polyurethane (PUR) insulation was introduced. In the
Foto: Vooraanzicht Huis ten Bosch in de periode 1734-1768, CC)
Photo: A front view of Huis ten Bosch between 1734-1768, CC0.
Tot de jaren vijftig van de vorige eeuw werd het Paleis in de winter niet verwarmd en kon de temperatuur in de constructie ‘meebewegen’ met het buitenklimaat. De vochtproblemen zijn pas begonnen door het aan-
most recent restoration, the dome was given a thorough overhaul. Approximately four centimetres of new insulation material were added to the exterior. The wooden roof structure was cleaned, the problematic PUR layer
brengen van polyurethaan (PUR) als isolatiemateriaal. Bij de meest recente restauratie werd gekozen voor een grondige aanpak. Aan de buitenkant ‘verdikte’ men de koepel met ongeveer vier centimeter isolatiemateriaal. De houten kapconstructie werd schoongemaakt,
Foto: Huis ten Bosch na de uitbreiding met twee vleugels in de periode 1734-1737, geschilderd door Jan ten Compe in 1737, CC0.
Photo: Huis ten Bosch after the expansion with two wings in 17341737, painted by Jan ten Compe in 1737, CC0.
removed, and damaged wood repaired. A protective film was applied to the wooden structure, followed by a new layer of insulation and improved lead roof cladding for better ventilation. In winter, the Oranjezaal is maintained at a gradual, steady temperature of 14°C, minimising condensation and protecting the valuable paintings from damage.
From 1981 to 2014, Huis ten Bosch was the official residence of Queen Beatrix. In 2014, she relocated to Drakensteyn Castle in Lage Vuursche, leaving the palace vacant for several years as it underwent its third major renovation, managed by the Dutch Government Property Agency. Since January 2019, King Willem-Alexander, Queen Máxima, and their three daughters have made Huis ten Bosch their home.
Originally conceived as a modest country house, Huis ten Bosch was transformed by Princess Amalia after the death of her husband, Prince Frederik Hendrik. She transformed the house into a commemorative structure dedicated to his memory. The interiors of the Oranjezaal feature a unique and intricate iconographic programme,
de PUR-laag verwijderd en rotte delen werden gerepareerd. De restaurateurs brachten folie aan op het houten dak. Daaroverheen kwam een nieuwe laag isolatiemateriaal en nieuwe loden dakbedekking die veel beter ventileert. In de winter gaat de verwarming in de Oranjezaal geleidelijk omlaag naar een temperatuur van 14 graden. Zo hebben vocht en condens geen vrij spel meer, kan houtrot grotendeels worden voorkomen en blijven de waardevolle schilderingen optimaal beschermd.
Van 1981 tot 2014 was Huis ten Bosch het woonpaleis van koningin Beatrix. In 2014 verhuisde prinses Beatrix
blending architecture with paintings produced through close collaboration among several renowned artists. The interplay of light and space in the Oranjezaal makes it one of the most remarkable examples of Baroque artistry.
Today, Huis ten Bosch primarily serves as the official residence of the King and his family. One wing of the palace functions as a guesthouse and is used for diplomatic and ceremonial purposes, including audiences and receptions. The representational rooms, with the Oranjezaal at their core, are located in the main building. The royal family resides in the Wassenaar Wing, while the The
naar Kasteel Drakensteyn in Lage Vuursche. Het paleis is enkele jaren niet in gebruik geweest vanwege een derde renovatie, door het Rijksvastgoedbedrijf. Sinds januari 2019 wonen koning Willem-Alexander, koningin Máxima en hun drie dochters in Paleis Huis ten Bosch.
In oorsprong als buitenhuis gedacht object, dat na de dood van Frederik Hendrik door zijn weduwe Amalia werd ‘omgesmeed’ ter zijner herinnering tot commemoratief bouwwerk. Het met deze gedachten samenhangend iconografische programma van de interieurschilderingen is uniek in Nederland: architectuur en interieurschilderkunst vormen onderdelen van een opdracht die in nauwe samenwerking tussen diverse kunstenaars werd uitgevoerd. Samen met de licht- en ruimtewerking van de Oranjezaal bevat dit paleis een grootse toepassing van barokke elementen.
De voornaamste huidige functie van het paleis is woonverblijf van de koning en zijn gezin. Een vleugel van het paleis is ingericht als gastenverblijf en geschikt voor representatieve doeleinden, zo wordt het onder meer gebruikt voor audiënties en ontvangsten. In het hoofdgebouw van het paleis zijn de representatieve ruimtes, waarvan de Oranjezaal het middelpunt vormt. Het gezin van de koning woont in de Wassenaarse vleugel. De Haagse vleugel wordt onder andere gebruikt als gastenverblijf. Nederlandse Olympische medaillewinnaars worden traditiegetrouw met het staatshoofd gepresenteerd op de trap van het Paleis Huis ten Bosch. De bordesscène op de trap van Paleis Huis ten Bosch is sinds 1971 het sluitstuk van de ceremoniële activiteiten rond het aantreden van ieder nieuw kabinet. Hierbij wordt steevast een staatsieportret gemaakt van de koning en de nieuwe ministers. Bij het maken van de bordesfoto staat het staatshoofd in het midden en stellen de minister-president en de (eerste) vicepremier zich respectievelijk rechts en links van de koning(in) op. Paleis Huis ten Bosch is eigendom van de staat en bij wet aan de Koning ter beschikking gesteld. Het paleis is gevestigd in het Haagse Bos in Den Haag en is niet toegankelijk voor publiek.
Hague Wing serves as accommodation for official guests. Traditionally, Olympic medallists from the Netherlands are presented to the monarch on the palace steps. Since 1971, the ceremonial scene on the steps of Huis ten Bosch has marked the conclusion of formal activities surrounding the inauguration of each new cabinet. A formal portrait is taken of the King and the new ministers on this occasion. In the photo, the head of state stands in the centre, flanked by the Prime Minister on the right and the (first) Deputy Prime Minister on the left.
Huis ten Bosch Palace is state property and made available to the King by law. Located in the Haagse Bos (The Hague Forest) in The Hague, the palace is not open to the public.
Zijne Majesteit Koning Willem- Alexander heeft het prerogatief ondernemingen en beroepsorganisaties te onderscheiden. Dit symboliseert het respect, het vertrouwen en de waardering van de Koning voor deze organisaties. De Koning kan het Recht tot het voeren van het Koninklijk wapen met de toevoeging ‘Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier’ toekennen aan ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf. De richtlijnen en bepalingen op grond waarvan Zijne Majesteit kan besluiten om het predicaat te verlenen, zijn bijzonder stringent. We hebben het hier dan ook over een uiterst exclusieve groep gerechtigden, beperkt in aantal, maar groots in prestaties. In dit boek wordt de ontwikkeling van het predicaat Hofleverancier uitgebreid beschreven. We belichten de rol van de leden van het Koninklijk Huis ten aanzien van ons bedrijfsleven. Gecompleteerd door presentaties van predicaat houders, welke verschillende belangen van onze economie vertegenwoordigen.
His Majesty King Willem-Alexander has the prerogative of distinguishing companies and professional organizations. This symbolizes the King’s respect, trust and appreciation for these organizations. The King can grant the right to Bear the Royal Coat of Arms with the addition ‘By Royal Order Purveyor to the Royal Household’ to companies in the small and medium-sized business sector. The guidelines and regulations under which His Majesty may decide to confer the designation are particularly stringent. We are therefore talking about an extremely exclusive group of predicate holders, limited in number, but great in performance. In this book the development of the predicate Purveyor to the Royal Household is discussed in detail. We highlight the role of the members of the Royal House regarding our business community. Completed by presentations from predicate holders, representing our economy.