De heg terug
Het Bewaarde Land
Modder!

De heg terug
Het Bewaarde Land
Modder!
Koel in de zomer, warm in de winter - TONZON Raamisolatie
Ramen zijn vaak de zwakke plek in de isolatie van woningen en gebouwen. Ze laten in de zomer veel zonnewarmte binnen en in de winter veel warmte naar buiten, wat leidt tot hogere energiekosten. TONZON biedt diverse oplossingen met een dubbele functie: zonwering in de zomer en warmte-isolatie in de winter.
Voordelen van TONZON Raamisolatie:
- Efficiënte isolatie: Houdt de warmte binnen in de winter en de hitte buiten in de zomer.
- Energiebesparing: Bespar tot wel 30% op uw energiekosten.
- Verbeterd comfort: Geen koude tocht in de winter en een koelere woning in de zomer.
- Eenvoudige installatie: Zelf te installeren in een handomdraai.
- Milieuvriendelijk: Verminder uw CO2-uitstoot en draag bij aan een duurzame toekomst.
Lagere energiekosten en een warm huis?
TONZON heeft zich gespecialiseerd in het verbeteren van de warmte-isolatie van ramen. Het bedrijf biedt verschillende oplossingen, waaronder Zilvertape voor rolluiken, Zonwerende Isolatiefolie voor rolgordijnen en Lamellenfolie voor bestaande lamellen. Meer informatie op www.tonzon.nl
“Na de installatie van TONZON raamisolatie merkte ik direct een verschil. In de zomer blijft mijn huis heerlijk koel, terwijl het buiten heet is. Ook in de winter geen koude tocht meer langs de ramen ”, zegt Marjan
TONZON zorgt al 44 jaar voor de warmste vloer met de hoogste besparing. De beste keuze voor het milieu en jezelf.
Met TONZON Vloerisolatie bespaar je effectief energie en creëer je een aangenamere temperatuur in huis. Deze vloerisolatie is gebaseerd op andere natuurkundige principes en isoleert effectiever dan andere vloerisolaties. Door de Thermoskussens wordt de vloer sneller warm en houdt de vloer de warmte langer vast. De vloer wordt zelfs warmer dan de luchtlaag vlak boven de vloer. Met het vierkamer Thermoskussen bereik je zelfs een Rc > 7 m²K/W. Bij niet geïsoleerde vloeren met vloerverwarming kan de besparing oplopen tot 18 m³ gas/m².
TONZON biedt ook een dubbele aanpak: naast de vloerisolatie wordt in combinatie met de Thermoskussens een stevig zeil op de bodem van de kruipruimte gelegd. Deze Bodemfolie stopt de verdamping van vocht uit de kruipruimtebodem. Dit betekent minder vocht in de woning en een optimale werking van de Thermoskussens. Daarnaast zullen leidingen en ophangbeugels veel langer meegaan.
Nu Profiteren: €200,00 Euro Zomerkorting op Vloerisolatie! kijk voor meer informatie op www.tonzon.nl.
‘Kokerjuffers vind ik een van de leukste groepen organismen in het water. Als je met je schepnet door het water bent gegaan en die in een bak hebt geleegd, denk je eerst dat er niks in zit, maar na 20 secondes begint er ineens van alles te bewegen. De aanwezigheid van kokerjuffers geeft aan dat de waterkwaliteit goed is. Er komen in Nederland meer dan honderd soorten voor, in stromend water zeker, maar ook in tuinvijvers of sloten. De larve maakt een coconnetje van materialen uit zijn omgeving: kleine steentjes of takjes. Die plakt hij aan zijn lijf. Iedere soort heeft zijn eigen materiaal. De larven moeten hun huisje geregeld groter maken. Op een dag kruipt er een vlinderachtig beestje uit dat coconnetje: een schietmot.’
Michiel Wilhelm, IVN Zuidwest-Veluwezoom, aquatisch ecoloog bij TAUW en kernteam van waterdiertjes.nl
Wil je Mens en Natuur liever digitaal ontvangen of je lidmaatschap opzeggen?
Stuur een mail naar info@ivn.nl
Mens en Natuur
Uitgave van IVN
75ste jaargang – nummer 2 ZOMER 2024
Postbus 20123
1000 HC Amsterdam
E-mail: mensennatuur@ivn.nl www.ivn.nl/mensennatuur
@IVNNatuureducatie
@IVNNatuureducatie
Redactie
Kirsten Dorrestijn (coördinatie en eindredactie), Monika Grooteman, Stefan Hoepermans, Franciska Maarse, Marleen Poppen, Teuni Verploegh (hoofdredactie en eindredactie), Latifa Vonk.
Het Bewaarde Land
20 De heg terug
Boost voor de biodiversiteit
Medewerkers aan dit nummer
Joris den Blaauwen, Rob Buiter, Josine Claasen, Marjolein van der Gaag, Eva Jansen, Rick Mellink, Gitta Pardoel, Paul Q de Vries.
Sommige soorten insecten werken samen met specifieke planten. Het is hun waardplant (waarop ze voortplanten) of hun draagplant (waarvan ze eten).
Coverfoto Joris den Blaauwen
Niet alleen honingbijen bestuiven planten, ook wilde bijen waaronder de hommel, zweefvliegen, vlinders en kevers helpen daaraan mee tijdens het verzamelen van stuifmeel en nectar. Hommels zijn zelfs veel betere bestuivers dan honingbijen!
Ontwerp en vormgeving WonderWorks, Haarlem
Onder wilde bijen heb je generalisten en specialisten. Aan de namen van specialisten, zoals heggenrankbij, kattenstaartbij en slangenkruidbij, kun je aflezen waar ze op vliegen.
Druk
Senefelder – Misset, Doetinchem
Advertenties
Allround Media Services, Haarlem (023) 524 53 36 - amedia@xs4all.nl
Bijen vervoeren stuifmeel soms aan hun buik en soms met hun poten. Behangersbijen hebben een ‘buikschuier’: lange, dichte beharing onderop hun achterlijf waar ze het stuifmeel verzamelen.
IVN is een van de goede doelen van de Nationale Postcode Loterij. www.postcodeloterij.nl
Veel hommelsoorten hebben op hun achterpoten een ‘stuifmeelkorfje’ waar ze het stuifmeel in verzamelen: een kale plek omgeven met stijve haren.
De roltong van een vlinder is bijna net zo lang als het lichaam. Hij gebruikt hem als een rietje om nectar uit bloemen te drinken.
Mens en Natuur wordt gedrukt op FSC-gecertificeerd papier, gemaakt van houtpulp.
De waardplant van
Klokjesbijen verzamelen stuifmeel en nectar bij allerlei soorten klokjesbloemen, zoals campanula. Vroege koninginnen zijn erg afhankelijk van voorjaarsbloeiers zoals krokussen en klein hoefblad.
Linde Slikboer
Het is veilig hier op de brandnetel Ik eet graag alle soorten kool
Mmmm, lekker! Ik eet het liefst bloemblaadjes van de braam
8 Opmerkelijk
Galante vogels
6 In het zonnetje
Toekomstbos op de campus
14 Veldnieuws
Nieuws van en voor IVN’ers
18 Scharrelkids
Modder! Vies worden mag…
26 Gespot
Boeken, docu’s, sites, apps, design en meer!
34 Natuurvraag
Wespen en limonade
Weet je nog hoe het voelt, op blote voeten door de modder lopen? Bij mij is dat gevoel weer helemaal terug. Want de campings zijn dit jaar natter dan nat, en dat zorgt voor veel modder. Hopelijk is er 28 juni nog wat van over, dan is het ModderDag – de Nederlandse versie van Interna tional Mud Day. Een dag met als doel om kinderen dichter bij elkaar en dichter bij de Aarde te brengen. Hoe je dat doet, lees je op pagina 18. Al betwijfel ik of het nodig is, want wij mensen lijken een aangeboren talent te hebben om ons oneindig met modder te vermaken.
Teuni Verploegh, hoofdredacteur
Bezieling en fascinatie zijn voor mij onlosmakelijk verbonden met het groene metier. Linde Slikboer is daar een mooi voorbeeld van. Geheel op eigen kracht maakte ze de overstap naar de insectenkunde. Dat kan toch alleen maar als je tot in het diepst van je vezels gefascineerd bent door de natuur? Het zijn de contacten als deze die mijn werk zo interessant maken! Journalist Rob Buiter schreef het Interview, pagina 28.
Ik hou van het zingen van de merel in de avond, de geur van kamperfoelie en de smaak van wilde aardbeien. Ik ben een kunstenaar met pas sie voor planten, tekenen, schilderen en schrijven. Om iets méér te doen voor natuurorganisaties zet ik mijn talenten graag voor ze in.
Gitta Pardoel maakte de illustraties voor Het Grote Verhaal, pagina 20
Sommige bijen vervoeren stuifmeel met hun…?
a. Buikschuier
b. Stuifmeelkorfje
c. Korreltasje
Kijk voor het antwoord op pagina 32.
Sinds een jaar of drie pronkt er een Tiny Forest op het terrein van Radboudumc en Radboud Universiteit. Op een strook van zo’n 100 vierkante meter groeien uitsluitend inheemse bomen en struiken. Het bosje op de campus is een voorbeeld van de ruim 80 doe-het-zelf Tiny Forests in Gelderland, ontstaan met hulp van IVN.
‘Iedereen zegt altijd: “Goh, jullie hebben een mooie groene campus.” En dat is ook
wel zo’, vertelt Guido van Gemert, milieukundig adviseur voor het ziekenhuis en de universiteit. ‘Ik besefte dat heel Nederland groen is, maar niet biodivers.’
Na een lezing over insectensterfte door collega en hoogleraar Hans de Kroon besloot Guido meer te willen doen voor biodiversiteit.
In het begin keken Guido en zijn collega’s vooral wat ze allemaal moesten doen: wat te zaaien of planten. Toen
hij in aanraking kwam met Tiny Forest groeide het besef dat het eigenlijk vooral heel veel niet doen betekent. ‘Als je stukken met rust laat, dan komt het vanzelf. Dat geldt voor een Tiny Forest, maar ook voor bermen en grasveldjes.’
Het Tiny Forest is aangeplant tijdens een bijeenkomst met medewerkers, vrijwilligers en een basisschoolklas. “Het toekomstbos” heet het nu. Tijdens de bodemdierendagen tellen ze bodemdie-
ren op de campus. ‘Gewoon een uurtje in de pauze. Mensen vinden het leuk om ertussenuit te gaan. Wie wil, mag mee. We tellen op drie plekken: in het Tiny Forest, maar ook op het intensief en extensief gemaaide grasveld daarnaast. Dan merk je dus: je ziet écht meer bodemdieren in het Tiny Forest. Dat is waar je het voor doet!’
Samen met een groep studenten heeft Guido eens geprobeerd om insecten te
determineren, in het lab van de universiteit. Met een boekje erbij, focus op de details. ‘Het determineren lukte mij niet, maar ik vond het wel heel mooi. Het was voor het eerst dat ik er heel serieus aandacht aan besteedde. Hoe dat allemaal functioneert, dat is onvoorstelbaar.’ Guido wil, met hulp van ecologen, meer zicht krijgen op het effect van het Tiny Forest op de bodem. Wanneer is de bodem gezond? ‘En ik wil ook iets
Bodemdieren tellen tijdens de Bodemdierendagen. Guido van Gemert tweede van links.
doen met de verwondering voor die beestjes. Ik weet nog niet zo goed hoe, maar ik wil mensen meekrijgen. Bij een oorwurm dacht ik altijd, dat is een eng, vies beest. Maar nu vind ik ‘m echt prachtig!’
Guido is enthousiast over het toekomstbos. ‘Ik zou er wel wat meer op ons terrein willen hebben. Waarom niet! Ik heb ook in mijn eigen tuin een Tuiny Forest geplant.’
Het gaat niet goed met de wilde bijen, dat is bekend. Maar het gaat nog slechter met een andere bestuiver: de zweefvlieg. Het uitsterftempo van bijen is min of meer constant. Zweefvliegen daarentegen nemen de laatste 30 jaar steeds sneller af. Het gaat vooral slecht met soorten waarvan de larven leven van planten en bladluizen. Onderzoekers zien een verband met de grootschalige introductie van pesticiden rond de jaren 90.
Bron: Nature Today
Hommels kunnen een week onder water overleven. Daar kwamen onderzoekers bij toeval achter. Door een lekkage in een Canadees laboratorium kwamen hommelkoninginnen tijdens hun winterslaap onder water terecht. Dat overleefden ze. Na het ongeluk onderzochten de wetenschappers dit verder: 90 procent van de hommels die een week onder water doorbrengt leeft nog na 8 weken. Een van de verklaringen is dat insecten hun ademopening (spiraculum) afsluiten tijdens hun winterslaap. Daardoor kan er geen water naar binnen komen. Het is nog onduidelijk of andere bijensoorten ook onder water kunnen overleven. Bron: Scientias.nl
Zingende vogels of kwakende kikkers in een lied: de natuur kan nu net als muzikanten royalty’s krijgen. Muzikanten die natuur gebruiken in hun muziek kunnen die in de app Spotify opgeven als mede-artiest. Een deel van het geld dat ze verdienen met het nummer gaat dan naar goede doelen die zich met natuurbescherming bezighouden. De initiatiefnemers willen zo 40 miljoen dollar ophalen voor natuurbehoud. Je kan zelf bijdragen door via Spotify nummers op te zoeken en te luisteren van de artiest ‘Nature’. Bron: NOS.nl
Vogels gebruiken gebaren om hun partner voorrang te geven, dat blijkt uit Japans onderzoek. Als twee koolmezen voor een nestkastje zitten, dan geeft een van de twee met fladderende vleugels aan dat de ander eerst naar binnen mag. Vrouwtjes gebaren vaker dan mannetjes dat hun partner voor mag gaan. De onderzoekers benadrukken dat het niet om willekeurig gefladder gaat. De vogels maken het gebaar alleen als hun partner aanwezig is en de partner reageert daarop door als eerste de nestkast in te gaan. Bron: Scientias.nl
Steeds meer wilde planten verdwijnen uit Nederland. Het gaat om planten die voor hun bestuiving afhankelijk zijn van insecten. Tussen 1930 en 2017 namen die met een zesde af. Doordat het aantal bestuivers afneemt, worden er minder bloemen bestoven. Die kunnen daardoor geen zaad vormen en zich niet uitzaaien. Dat is zorgwekkend, zeggen onderzoekers. Want het kan leiden tot een vicieuze cirkel: als er minder wilde planten zijn, is er ook minder voedsel voor bijen, die dan weer verder in aantal afnemen. Bron: NOS.nl
Reeën leven al lang niet meer alleen in bossen en duinen. Je komt ze ook steeds vaker tegen in stadsparken. In juli en augustus heb je een grotere kans om een ree tegen te komen, als het paarseizoen in volle gang. De normaal zo schuwe dieren zijn dan wat minder voorzichtig.
De reegeiten zijn maar een paar dagen per jaar bronstig. Ze maken dan een fluitend geluidje om bokken aan te trekken. Na de bevruchting groeit het embryo niet meteen uit tot een reekalf. Het gaat in ‘kiemrust’ en begint pas in december met groeien. In mei/juni worden de reekalveren geboren, één tot drie per reegeit. De moeder verstopt ze apart van elkaar in het hoge gras en komt een paar keer per dag langs om ze te zogen. Dat is een periode waarin de reekalfjes heel kwetsbaar zijn. Ze hebben wel een slim beschermingsmechanisme: de kalfjes ruiken de eerste tijd nog niet naar ree, daardoor kunnen roofdieren ze minder makkelijk vinden. Toch gebeurt het weleens dat ze gegrepen worden door loslopende honden. Zie je een jonge ree liggen in het gras? Raak die dan niet aan, de moeder is zeker in de buurt. Reeën zijn echte snoeperds, ze eten van alles wat: blaadjes van braam, framboos en klimop, boomknoppen, jonge takken, paddenstoelen en eikels. Ze kunnen 6 of 7 jaar worden. Volwassen reeën wegen zo’n 15 tot 30 kilo en zijn ze ongeveer 95 tot 140 cm groot. Zowel de mannetjes als de vrouwtjes hebben een witte plek op hun kont, de ‘spiegel’. Bij vrouwtjes heeft die de vorm van een hart, bij mannetjes de vorm van een boon. Als er gevaar dreigt zetten ze hun haren overeind waardoor de spiegel groter lijkt, zo waarschuwen ze elkaar. De dieren leven in principe solitair. Maar in de winter zoeken ze elkaar op: zo’n groep reeën heet een sprong.
Welk dier verdient volgens jou een ode? Laat het ons weten en wij gaan op zoek naar de interessantste feiten over dit dier. Mail naar mensennatuur@ivn.nl
Groep 5 van basisschool De Duinsprong kan niet wachten om op avontuur te gaan in Nationaal Park Loonse en Drunense Duinen. Het is dag twee van het driedaagse programma Het Bewaarde Land waarin kinderen worden ondergedompeld in de natuur. Even geen schermen, maar beleving en verwondering.
TEKST MARJOLEIN VAN DER GAAG FOTO’S JOSINE CLAASEN
Met een licht gespannen blik op zijn gezicht luistert de jongen naar de instructie. Het enige wat hij moet doen, is het touw volgen tot hij aan het eind de juf hoort klappen. De blinddoek wordt vastgemaakt en het avontuur gaat beginnen. Met twee handen aan het touw schuifelt hij stapje voor stapje vooruit. De eerste paar meters door het gras zijn gemakkelijk, het gaat alleen wat omhoog. Daar is de eerste boom, waaraan het touw is bevestigd. Voorzichtig betast hij de ruwe stam van de eik. Het touw leidt hem iets naar rechts. Terwijl zijn voet tegen een grote tak op de grond stoot, slaat een andere tak vol bladeren in zijn gezicht. De jongen aarzelt even, houdt één hand aan het touw en duwt met de andere de bladeren weg. Met zijn rechterhand beschermend voor zijn gezicht vervolgt hij gestaag zijn route. Uiteindelijk klinkt er geklap. De blinddoek mag af. Een grote grijns komt tevoorschijn. Hij heeft het maar mooi geflikt.
IVN-projectleider Marion de Cocq, al jaren betrokken bij Het Bewaarde Land, observeert de leerlingen met een glimlach. Uit ervaring weet ze dat veel kinderen op dag 1 van het natuurbelevingsprogramma wat onrustig en luidruchtig zijn, en ‘vies’ van zand en krioelende beestjes. ‘Maar de natuur doet echt iets met kinderen. Langzaam komen ze tot rust en dan ontstaat ook die verwondering’, vertelt De Cocq enthousiast. ‘Vaak ga ik gewoon even zitten en wat graaien in de grond. Dan komen kinderen al snel kijken wat ik aan het doen ben, zien ze beestjes lopen en dan komen ook de vragen. Ik geef ze vaak een loeppotje om alles eens goed te kunnen bekijken.’
Het Bewaarde Land – ‘wij bewaren het land voor toekomstige generaties’ – bestaat inmiddels ruim dertig jaar. De Cocq: ‘Destijds meende een rijke geldschieter dat kinderen nog veel te weinig in aanraking kwamen met de natuur en dat daar iets aan gedaan moest worden. Zo is het programma ontstaan. Maar helaas is die afstand tot de natuur in de huidige tijd alleen maar groter geworden.’
Voetballen met dennenappels
‘Ik kom hier echt nooit.’ Driftig schudt Panda – alle kinderen zijn in Het Bewaarde Land een zelfgekozen dier
en spreken elkaar hiermee aan – zijn hoofd. ‘Thuis ben ik vaak aan het gamen en met mijn ouders ga ik weleens naar Monkey Town, maar we doen nooit iets in de natuur.’ Dat geldt ook voor zijn klasgenootje Panter, die vooral graag aan het voetballen is. ‘Maar ik vind het hier wel leuk en het ruikt ook zo lekker’, zegt Panter, terwijl hij de zoveelste dennenappel oppakt en hiermee op de stuifzandvlakte een heuse omhaal maakt. Hij grijnst: ‘Kijk, je kunt hier ook prima voetballen.’
Het groepje van Panda en Panter is samen met vijf andere klasgenootjes op pad met vrijwilliger Beer. Allereerst gaan ze op zoek naar sporen van dieren. ‘Dat kan van alles zijn,’ legt Beer uit. ‘Aangevreten planten, sporen van dieren die dieren eten, zoals een braakbal, of gewoon poep natuurlijk.’
Dat laatste wordt als eerst gevonden, vlakbij de ongekend grote plas water die door de extreme regenval op de kale
vlakte is verschenen. ‘Volgens mij is dit eendenpoep’, roept Panter enthousiast. Eekhoorn is ondertussen druk op zoek naar aangevreten planten, maar dat lijkt lastiger. Totdat Beer hem wijst op iets waar zijn soortgenoten uitgebreid aan hebben geknabbeld: de dennenappels, waarmee Panter net nog aan het voetballen was.
Sluipen als een vos
Ook al zijn ze midden in de rustgevende natuur met het heerlijke geluid van fluitende vogels om zich heen, rustig is het groepje nog lang niet. Vooral Olifant heeft moeite om zijn ‘natuurstem’ (lees: fluisterstem) te gebruiken en zich te concentreren. De Cocq, die een kijkje komt nemen bij het groepje, weet wel iets om ze rustig te krijgen. ‘Hoe goed kunnen jullie sluipen?’
Ze gaat voorop. Vlinder, die haar naam eer aandoet, volgt stilletjes, maar Olifant komt in eerste instantie stampend achter
haar aan. Als de projectleidster – die in Het Bewaarde Land luistert naar de naam Hinde – een pluche konijn tevoorschijn haalt, worden de kinderen wel stil. ‘In de natuur is het belangrijk om goed te kunnen sluipen, maar ook om goed te kunnen horen’, houdt Hinde de kinderen voor. ‘Moederkonijn moet heel goed kunnen luisteren of er geen vos aankomt die haar babykonijntje komt pakken.’ Ze wijst naar Panter. ‘Kom maar hier. Jij bent moederkonijn en de rest speelt allemaal voor vos.’ De kinderen knikken. Panter wordt geblinddoekt en mag in het gras gaan zitten met het pluche konijn voor zich. De rest verspreidt zich en komt langzaam dichterbij. Zo muisstil zijn de kinderen vandaag nog niet eerder geweest.
Het is bijna lunchtijd en de verschillende groepjes komen tevoorschijn. Een paar leerlingen komen bij het kruidenlaantje
Het Bewaarde Land is onderdeel van de Natuurrijke School. IVN ziet de natuur als het beste klaslokaal voor kinderen. Waar ze leren ín en van de natuur. Een natuurrijke schoolomgeving is een plek waar álle kinderen zich gezond kunnen ontwikkelen en kennis en vaardigheden opdoen om bij te dragen aan een planeet die bruist van het leven. ivn.nl/natuurrijke-school
vandaan, waar ze onder andere hondsdraf, weegbree en kleefkruid hebben geplukt voor de soep, die later op de dag wordt opgediend. ‘Ik heb geleerd hoe ik brandnetels kan plukken zonder mezelf te prikken’, vertelt een van de meisjes met een grote glimlach. ‘En als het toch fout gaat, dan kan ik de weegbree over de jeukende plek heen wrijven.’
Juf Teddy de Bruin kijkt trots naar haar leerlingen. ‘Het is heel leuk om ze te observeren en te zien groeien. Als school zijn we heel blij met dit programma. Ieder jaar proberen we ons zo snel mogelijk in te schrijven, anders zijn we te laat. De kinderen zijn er heel enthousiast over en hebben er vaak ook al over gehoord van broertjes of zusjes, die al zijn geweest.’
Het natuurbelevingsprogramma Het Bewaarde Land beschikt over vijf locaties in Brabant (Udenhout, Tilburg, Boxtel, Hilvarenbeek en Rosmalen) en twee in Zuid-Holland (Wassenaar en Den Haag).
Natuurbeleving staat voorop, maar het programma claimt meer voordelen te hebben. Doordat leerlingen in kleine groepjes samenwerken, ontstaat er meer verdraagzaamheid, ook wanneer ze weer op het schoolplein zijn. En niet onbelangrijk: het respect voor de natuur en de omgeving neemt toe.
Vrijwilligers nodig
Als het aan projectleider Marion de Cocq ligt, zijn er voldoende redenen om Het Bewaarde Land uit te breiden naar meer Nationale Parken in Nederland. ‘Dat was in eerste instantie ook de bedoeling van IVN, toen het programma acht jaar geleden werd overgenomen. Maar om dit te bereiken, hebben we nog heel veel vrijwilligers nodig. We zijn met verschillende lokale afdelingen in overleg om te kijken of zij het kunnen oppakken. Wat mij betreft zou dat geweldig zijn. In de natuur komen de kinderen echt tot bloei.’ hetbewaardeland.nl
De afdelingen IVN Grave, De Groene Overlaat en De Maasvallei hebben op 26 mei in natuurgebied De Vilt (onderdeel van De Maasheggen Unesco Biosphere gebied) samen een grootschalige Biodiversiteitsdag georganiseerd. ‘In de Maasheggen doen veel IVN’ers al langer onderzoek op een paar vierkante meter door alle bodemdiertjes en waterdiertjes in kaart te
brengen’, vertelt IVN’er Cecilia van Dongen. ‘Daar wilden we publiek bij betrekken. Want de core business van IVN is immers om mensen kennis te laten maken met de natuur.’
De Biodiversiteitsdag was een groot succes. Er kwamen 250 mensen langs waaronder veel kinderen. Op zeven telstations langs een wandelroute van 3
Op zaterdag 16 maart is Bea Peeters verrast met een landelijk erelidmaatschap. Een welverdiende bekroning voor haar 45 jaar lange toewijding aan IVN. Ze heeft een belangrijke rol gespeeld in het bestuur en als ondersteuner van vrijwilligers, maar ook in het vormgeven van het IVN Cursushuis en de Natuurgidsenopleiding.
Voor Bea draait alles om het samenbrengen van mensen en zich samen met anderen inzetten voor de natuur en duurzaamheid. ‘Mijn reis naar de IVN-studiedag verliep door uitval van treinen met wat tegenslagen, maar ik wist via een andere route het kantoor in Amsterdam te bereiken. Rick Hoeksema (voorzitter IVN Cursushuis) vroeg mij in de lunchpauze naar voren te komen, ik was net in gesprek met een medelid van het IVN Cursushuis. Toen ik na een herhaald verzoek naar voren ging, was ik heel verbaasd. Ik had geen idee dat ik zou worden verrast met dit eerbetoon. Ik ben er echt blij mee, ook met de welgemeende felicitaties van mijn collega IVN’ers, het mooie lentebloemstuk en de Oorkonde met de IVN waterlelie.’
Bea’s boodschap aan IVN’ers is even krachtig als eenvoudig: ‘Volg je hart, doe wat je leuk vindt en waar je in gelooft.’
In het midden de wethouder Antoinette Maas van gemeente Land van Cuijk.
kilometer stonden IVN’ers met loeppotjes, schepnetjes en zoekkaarten. Het publiek leerde over korstmossen, vogels, insecten en planten en heeft meegedaan met echt onderzoek. Er werden 170 soorten geteld. De samenwerking tussen de drie IVN-afdelingen verliep gesmeerd. Cecilia: ‘Voor herhaling vatbaar dus, zo’n biodiversiteitsdag!’
Hoera! Vol trots verwelkomen wij de afgestudeerde IVN Natuurgidsen. We wensen jullie veel succes en plezier met gidsen toe.
Tijdens een geweldig weekend bij De Kleine Aarde in Boxtel ontvingen de nieuwe natuurgidsen van Nationaal Landschap Het Groene Woud hun diploma, een samenwerking tussen zes IVN-afdelingen.
Bij IVN-afdeling Hengelo e.o. rondden 16 leden de Landschapsgidsenopleiding af.
Op vrijdag 26 april werd Toon Brummelhuis verrast met een Koninklijke onderscheiding (lid van Oranje Nassau), voor zijn verrichte vrijwilligerswerk. Toon was meer dan 17 jaar voorzitter bij IVN Oldenzaal-Losser. Tegenwoordig is hij Landschapsbeheerder. Overigens is dit slechts een greep uit het vele vrijwilligerswerk dat hij heeft verricht. Een welverdiende onderscheiding voor Toon. Van harte gefeliciteerd!
Gert en Gerrie zwaaien af als natuurgidsen
Gert (79) en Gerrie (76) Verrijdt, de eerste lichting IVN Schoolgidsen van Nederland, namen na 33 jaar afscheid. Vanwege hun gezondheid lukt het gidsen voor IVN Maas & Niers helaas niet meer. Gerrie schreef nog mee aan het doorlopende programma Hubrecht de Specht. ‘Kinderen gingen ieder jaar een keer mee. Hierdoor zag je ze echt groeien. Waar ze het ene jaar nog griezelden van diertjes, lieten ze een jaar later een duizendpoot over hun hand lopen’, vertelt ze trots. Of kinderen in al die jaren veranderd zijn? ‘Ze zijn wel mondiger geworden’, vindt Gerrie. ‘En je merkt dat ze minder buiten spelen en vaak niet vies willen worden. Maar daarom is het juist zo belangrijk dat we met ze naar buiten gaan’, vult Gert aan. Dat buiten zijn gezond is weet Gerrie maar al te goed. Ze kan niet ver meer lopen , 800 meter maximaal. Maar die meters maakt ze het liefst in bos. Met de rollator. ‘Want niet alleen voor kinderen is buiten zijn belangrijk. Voor iedereen is het goed om in de natuur te zijn. Buiten zijn maakt je gezonder.’
Vierhouten 22-24 juli
Overasselt 22-26 juli
Oudega 22-26 juli
Amerongen 15-19 juli
Oosterbeek
Vierhouten 22-24 juli
29 juli - 2 augustus
Assen
Overasselt 22-26 juli
29 juli - 2 augustus
Leusden 5-9 augustus
Oudega 22-26 juli
Oosterbeek
Nunspeet 5-9 augustus
29 juli - 2 augustus
Assen
Leusden 12-16 augustus
29 juli - 2 augustus
Leusden
Velp 12-16 augustus
5-9 augustus
IJmuiden 19-23
Nunspeet 5-9 augustus
Leusden 12-16 augustus
Velp 12-16 augustus
IJmuiden 19-23 augustus
2
IJssel:
Leeftijd: 16 t/m 30 jaar
Tienerkamp (locatie volgt)
6 t/m 10 augustus
Leeftijd: 12 t/m 15 jaar
Noordoostpolder
16 t/m 23 augustus (onder voorbehoud)
Leeftijd: 16 t/m 30 jaar
23 internationale studenten van het Leiden University College zijn een bijzondere weg ingeslagen: ze combineren filosofie en geschiedenis met natuurverbinding en gidsvaardigheden. Gedurende vier maanden worden ze ondergedompeld in een stoomcursus tot Natuurambassadeur. Ze delen hun verworven kennis door middelbare scholieren op natuurexcursie mee te nemen. Wandelend en fietsend verkennen de studenten Den Haag, loepen en zoekkaarten in de hand. Voor studente Belize is dit een verfrissende aanvulling op binnen studeren. ’ Ik wil me graag verbonden voelen met de natuur en mijn handen vies maken. Door deze cursus krijg ik die kans’, deelt ze enthousiast. De natuurgidsen van IVN Leidse Regio, Marian Kathmann, Sanne
Natuurontdekkers
IJssel: Arnhem tot Kampen 25 t/m 31 juli
Leeftijd: 16 t/m 30 jaar
Tienerkamp (locatie volgt) 6 t/m 10 augustus
Leeftijd: 12 t/m 15 jaar
WoesteLand en Natuurontdekkers
IJssel: Arnhem tot Kampen 25 t/m 31 juli
Noordoostpolder 16 t/m 23 augustus (onder voorbehoud) Leeftijd: 16 t/m 30 jaar
Leeftijd: 16 t/m 30 jaar
Tienerkamp (locatie volgt) 6 t/m 10 augustus
Leeftijd: 12 t/m 15 jaar
Noordoostpolder 16 t/m 23 augustus (onder voorbehoud) Leeftijd: 16 t/m 30 jaar
Deze zomer nemen de IVN Natuurontdekkers kinderen van 7-12 jaar oud mee op avontuurlijke kampen. Begeleider Anouck Fietje vertelt hoe ze de aangeboren interesse van kinderen voor hun omgeving aanwakkeren: ‘Samen verkennen we de bossen, zoeken we naar wilde dieren, bouwen we kampvuren en meer!’ WoesteLand neemt jongeren van 12-30 jaar mee op kamp. Alve Sluiman ging vorig jaar mee als deelnemer en is nu begeleider bij WoesteLand: ‘Mijn favoriete WoesteLand-herinneringen zijn de goede gesprekken bij het kampvuur.’
Bekijk natuurontdekkers.nl en woesteland.nl voor meer informatie over de zomerkampen en voor begeleidersvacatures.
van Gammeren en Ant Brandenburg, hebben het praktijkprogramma bedacht en begeleiden de studenten. ‘Deze leeftijdsgroep bereiken we normaal wat minder goed vanuit IVN’, zegt Marian. ‘Ik vind het heel interessant om te zien hoe ze denken. Ze zijn enorm geïnteresseerd en er is veel interactie.’ Wat hen het meest is bijgebleven van de eerste les? Ant: ‘Dat studenten moesten wennen om met “echte natuur” bezig te zijn, maar dat ze aangeven daar wel veel behoefte aan te hebben. Ze missen het echt.’
Dit initiatief, mogelijk gemaakt door Provincie Zuid-Holland en het Actieprogramma Maatschappelijke Diensttijd (MDT), geeft aan hoe een handvol studenten de wereld om hen heen kan veranderen door simpelweg de natuur in te stappen.
Met een spiegeltje bekijken studenten verschillende boomkronen
Een kijkje in de keuken van IVN-afdelingen. In deze editie: hoe kun je jongeren betrekken bij je afdeling?
Veel jongeren willen iets doen voor de natuur, maar weten niet waar ze terecht kunnen met hun groene ambities. Elly Gies van IVN Rijk van Nijmegen startte binnen de afdeling een jongerenprojectgroep.
‘Jarenlang hebben we “vinden en binden” als toverwoord gebruikt voor leden’, vertelt Elly. ‘Maar dit past niet bij jongeren. Zij willen zich niet langdurig binden, maar op projectbasis betrokken zijn.’
De jongeren die deel hebben uitgemaakt van de projectgroep bij IVN Rijk van Nijmegen zijn veel gewisseld. ‘Een bepaalde structuur moet er wel inzitten. We zorgen dat we in ieder geval één of twee kernleden hebben, die zich verantwoordelijk voelen dat de projectgroep handen en voeten blijft houden’, vertelt Elly.
Natuur-introductie voor studenten
Daarbij is het ook het soort project van belang. Klimaat en duurzaamheid zijn bijvoorbeeld thema’s die jongeren erg aanspreken. Ze zoeken hierin naar concrete mogelijkheden: hoe kan ik bijdragen aan een groene en duurzame wereld? ‘Met de IVN Natuurgidsenopleiding hebben we samen met nieuwe gidsen gekeken hoe we jongeren bij onze afdeling kunnen be-
trekken. Daar zijn leuke ideeën uit voortgekomen, zoals een Natuur-introductie voor nieuwe studenten in samenwerking met groene opleidingen. Zo leren nieuwe studenten na de gebruikelijke introductie niet alleen de opleiding en de stad kennen, maar ook de natuur in Nijmegen.’
Elly gaat graag in gesprek met jongeren en studenten. Bij studentenflats en introductieweken deelde ze flyers uit met tips voor een duurzamer studentenleven, een lijstje met duurzame cafés en plekken in de natuur om te wandelen en te ontspannen. ‘Allemaal laagdrempelige acties, waarbij je inspeelt op de interesse voor duurzaamheid bij jongeren. Als ze dat interessant vinden, en zien welke mogelijkheden er binnen de afdeling zijn, dan kunnen ze zelf met ons in contact komen via de QR-code op de flyer.’
Jongeren hebben vaak een andere werkwijze dan je misschien gewend bent. Zo is notuleren en Excelsheets bijhouden niet vanzelfsprekend. Elly: ‘Voor mij is het belangrijk om open te staan voor een nieuwe aanpak. Ik wil graag actueel blijven. Als het over nieuwe dingen gaat, hang ik aan hun lippen!’
Ontwikkel projectmatig aanbod
Geef vrijheid en autonomie
Speel in op actuele, maatschappelijke thema’s waar jongeren voor in actie kunnen komen
Sta open voor elkaar en vraag naar de behoeftes en wensen van jongeren Haak aan op activiteiten van andere (natuur) organisaties waar jongeren te vinden zijn
Vasthouden aan je eigen werkwijze
Focussen op lidmaatschap en langetermijnbetrokkenheid
Helemaal loslaten zonder vaste ondersteuning
Alleen vaste werkgroepactiviteiten aanbieden
We horen het onszelf allemaal weleens zeggen ‘niet vies worden’ of ‘denk om je nieuwe kleren’ of ‘die vlekken gaan er niet meer uit’. Er is bij veel volwassenen, en als gevolg daarvan ook bij kinderen, vaak wel een drempel om vies te worden. Zeker als het gaat om spelen in de modder. Dat is pas echt vies worden! Maar als kinderen die drempel eenmaal over zijn, ontstaan vaak de mooiste spelmomenten. Ze worden uitgedaagd om hun eigen fantasie te gebruiken en zoeken onbewust vaak hun grenzen op.
Ik heb recht op vuil worden
Buiten spelen is goed voor kinderen: ze worden er socialer van, ontwikkelen ander spelgedrag, worden motorisch sterker. Spelen in de natuur zorgt bovendien voor uitdaging en vooral verwondering. En dat geldt dus ook voor spelen in en met modder. Miriam Bogermans gaat nog een stapje verder in haar boek ‘Natuurninja in het bos’ en stelt: Ik heb recht op vuil worden. In haar boek staan 10 grondrechten voor kinderen en bij elk grondrecht hoort een wandeling. Zo ook bij dit recht op vuil worden: ‘Stop met braaf zijn. Voel de roep om vuil te worden om je oren suizen en ga naar buiten voor modderavonturen! Ja, deze Moddermonster-wandeling is vreselijk en maakt kinderen vies en smerig. Maar modder was je af. En deze herinnering zul je nooit meer vergeten.’
Hoe heet je?
‘Abigail Rozendal’
Hoe oud ben je?
‘3 jaar’ (2 toen de foto gemaakt werd)
Wat heb je gevonden? ’Een naaktslak’
Waar heb je hem gevonden? ‘Tijdens het wildkamperen in Zweden’
Wat is er bijzonder aan?
‘Ik ben niet bang om een slak op te pakken, ze zijn lekker glibberig. Als een slak op de weg kruipt zet ik hem in de bosjes anders wordt hij geplet en gaat hij dood. Ik praat ook vaak met de slak, dan zeg ik: ‘slakje, waar ga je naar toe?’
Heeft jouw (klein)kind al struinend iets moois gevonden in de natuur en wil het daarmee in Mens en Natuur? Maak een foto van je kind met zijn of haar vondst en stuur het naar mensennatuur@ivn.nl
Nog meer tips voor wilde, vrije en wonderbaarlijke bos wandeling met kinderen? Bestel het boek Natuurninja in het bos via clavisbooks.com
Een hele dag in het teken van modder
Als IVN stimuleren we buiten zijn in de natuur natuurlijk het hele jaar door. Maar een keer per jaar moeten kinderen echt vies worden: tijdens Modderdag. Vrij spelen met de elementen water en zand staan dan centraal. Kinderen krijgen de ruimte om modder te maken, ontdekken en beleven. We roepen scholen, kinderopvang en ouders op om weer vaker de natuur in te gaan en gewoon lekker vies te worden. En de teugels af en toe een beetje te laten vieren. Dan zul je zien dat je met zoiets simpels als modder een hele belevingswereld kunt creëren.
MiniModder Vakantieboek
Om je op weg te helpen met modderen, hebben we het MiniModder Vakantieboek gemaakt. Hierin staan allemaal moddertips: van het bakken van ModderTaarten tot het bouwen van een heuse ModderKeuken en van ModderPainten tot het bakken van heerlijke zandkoekjes. Dus wil je in de zomer lekker doormodderen? Vraag dit gratis boekje aan via ivn.nl/modderdag
Uitgespeeld met modder? Maak er zaadbommen van! Zo versier je niet alleen je tuin of park met mooie bloemen, maar geef je de wilde bijen ook iets te snac ken. Bijen kunnen jouw hulp gebruiken van het vroege voorjaar tot de late herfst.
Dit heb je nodig:
l twee handen potgrond/modder (niet te nat) l twee handen kleipoeder (bentoniet, bijvoorbeeld te koop bij een tuincentrum)
l een klein handje (biologisch) bloemenzaad van één of tweejarige wilde planten l emmer of bak l lege eierdoos l water
Zo maak je het:
1Doe de potgrond, het kleipoeder en de zaadjes in een bak en meng alles goed door elkaar.
2 Voeg steeds kleine beetjes water toe, net zolang tot je een kneedbare bol hebt. Kijk uit dat je niet teveel water toevoegt, dan wordt het mengsel te nat en kun je er geen bolletjes van maken!
3
Draai van het mengsel kleine bolletjes met je handen, ongeveer zo groot als een pingpongbal.
4
Stop de zaadbommetjes in de eierdoos, zodat je ze makkelijk kunt meenemen. Laat de zaadbommen een nachtje drogen.
5
Neem de doos mee naar een plek die wel wat opfleuring kan gebruiken. Gooi de zaadbommetjes op een kaal stukje grond. Doe dit alleen niet in een natuurgebied. Maar bijvoorbeeld in je tuin of in je buurt!
De waarde van de heg wordt steeds meer erkend. Niet alleen om biodiversiteit te stimuleren, maar ook om een grotendeels verdwenen cultuurlandschap te reconstrueren.
Behoud en herstel van biodiversiteit in Nederland zijn vaak complexe kwesties. Maar niet alles is een project van de grote schaal en de lange adem. Soms kun je natuurherstel al stimuleren met iets simpels als het planten van een heg.
‘Een heg is het meest efficiënte landschapselement als je de natuur een handje wilt helpen. En wij Nederlanders houden natuurlijk van efficiënt.’ Dat zegt Jantine Schinkelshoek, landschapsarchitect en oprichter van Hoopheggen, een organisatie die op tal van plekken in Nederland heggen aanplant. Wat maakt een heg zo geschikt? ‘Heggen vormen een lint en verbinden daardoor per definitie het groen aan elkaar. Een heg biedt voedsel in de vorm van bladeren, bessen en bloesems, en daarnaast beschut-
ting, nestgelegenheid en schaduw aan allerlei soorten. Heggen zijn niet alleen goed voor biodiversiteit, maar ook om de waterberging te verbeteren, fijnstof tegen te houden, wind te keren, CO2 op te vangen, en om een groene omgeving te creëren waar mensen zich prettig in voelen.’
Wat verstaan we nu exact onder ‘heg’? ‘We nemen het ruim’, zegt Schinkelshoek. ‘Het kunnen houtwallen zijn, of singels, of heggen met overstaanders, dat zijn vrijstaande bomen. Je hebt knip- of scheerheggen, die jaarlijks worden gesnoeid, en struweelhagen die eens per vijf jaar worden gesnoeid. Die kunnen tot enorme joekels uitgroeien. Er zijn voederheggen, waar het vee van kan eten en dat daarmee een gevarieerder dieet heeft. Heel veel bomen en struiken kun-
nen tot heg gevormd worden, het hangt er maar net van af hoe je ze beheert.’
Hoewel het Schinkelshoek vooral gaat om de biodiversiteit, wil ze met Hoopheggen ook het oude cultuurlandschap herstellen. Want Nederland was ooit een uitgesproken heggenland.
Knus landschap
Volgens schattingen van de Vereniging Nederlands Cultuurlandschap kende ons land honderd jaar geleden meer dan 200.000 strekkende kilometer heg. ‘Met name in Oost- en Zuid-Nederland werden heggen geplant of in stand gehouden als veekering, of om percelen van elkaar te scheiden’, vertelt Schinkelshoek. ‘In WestNederland werden daar vooral slootjes voor gegraven, maar mensen hadden natuurlijk ook hout nodig en daar wer-
Een haag verbindt ook mensen
den bijvoorbeeld elzenhagen voor geplant.’
Van die heggen is nu nog slechts zo’n 30 procent over. ‘Heggen verdwenen door schaalvergroting in de landbouw en ruilverkaveling. Door de afname van gebruik van hout in het huishouden werden er ook steeds minder aangeplant. In de jaren 80 was er ook nog een plantenziekte, bacterievuur, en om die uit te bannen werden heel veel heggen gerooid.’ In steden speelt iets anders dan op het platteland; er zijn best veel tuinen met heggen, maar omdat steden steeds meer ‘verstenen’ neemt ook daar het aandeel groen af. Schinkelshoek benadrukt dat het landschap in de 19e eeuw geen ‘ongerepte natuur’ was. Het was cultuurlandschap. ‘Maar het was geweldig goed voor de biodiversiteit. Rond 1850 was die op zijn hoogst.
Eén lange heg tussen Simpelveld en Valkenburg. Dat is de gedachte achter de Langste Haag van Limburg, een ludiek idee dat voortkomt uit het project Natuurkracht, dat de waterberging in het Geul- en Gulpdal in Zuid-Limburg wil verbeteren. In Natuurkracht werkt IVN samen met onder meer Limburgs Landschap, ARK Rewilding Nederland, Natuurmonumenten en WWF. ‘De gedachte is dat je de natuur als bondgenoot kunt inzetten’, zegt Alies Westerveen, projectleider bij IVN. ‘En niet alleen tegen wateroverlast, maar ook om biodiversiteit te bevorderen. Bijvoorbeeld in de vorm van een heg. Vorig jaar zijn we begonnen en samen met vrijwilligers is inmiddels meer dan een kilometer aangeplant.’ De haag bestaat voornamelijk uit soorten als meidoorn, haagbeuk, egelantier en hondsroos. ‘Eén lange, ononderbroken haag kan het natuurlijk niet worden, het gaat vooral om het idee en dat we mensen stimuleren te planten. Mensen vinden het vooral leuk dat ze zélf iets kunnen bijdragen, door te planten of grond ter beschikking te stellen. We hebben vrijwilligers van alle leeftijden, we serveren koffie met vlaai, en je ziet allerlei contacten ontstaan. Je kunt wel stellen dat de haag niet alleen het groen, maar ook de mensen verbindt.’
Zelf aan de slag met een heg planten in je eigen tuin? IVN heeft naast een Tuiny Forest, Tuiny Poel en Tuiny Bloeipakket ook een Tuiny Haag beschikbaar. Dat is een kant-en-klaar pakket met elf inheemse haagplanten zoals de Gelderse roos, meidoorn, haagbeuk en gele kornoelje, en een organische bodemverbeteraar. Je kunt er een haag mee aanleggen tot 2,5 meter lang en 1 meter breed. Hoe dichter je de soorten op elkaar plant, hoe sneller de haag groeit – binnen twee jaar staat er een imposante haag. Een handleiding en toegang tot de e-learning Tuiny Haag van de IVN Natuuracademie krijg je erbij. ivn.nl/tuiny-haag
Sindsdien zijn veel plant- en diersoorten stukje bij beetje achteruitgegaan.’ Maar we zijn nog meer kwijtgeraakt. ‘Heggen maken het landschap knus. Als je nu op de snelweg rijdt, ziet alles er hetzelfde uit, of je nu in Groningen of Brabant bent. Weilanden en de blokkendozen van datacenters. Ik zou het zo fijn vinden als we weer een streekeigen landschap krijgen, waarin je kunt oriënteren op de landschapselementen. Dat je aan het landschap kunt zien waar je bent.’
Heggies en plantbazen Schinkelshoek is realistisch genoeg om te weten dat je dat oude, knusse cultuurlandschap niet meer helemaal
terugkrijgt, maar ze wil met Hoopheggen wel helpen het biodiversiteitsverlies om te buigen. ‘We werken vooral met boeren, bedrijven op bijvoorbeeld industrieterreinen, en mensen die een groot stuk grond hebben in het buitengebied. Mensen melden zich bij ons aan, we bespreken de wensen, en ik maak een tekening. Vervolgens komen we langs met een groep vrijwilligers en een vrachtwagen vol planten en gaan we aan het werk. De kosten bedragen 5 euro per strekkende meter, waarbij partijen die het kunnen betalen daar meestal wat bovenop doen.’
De teams van vrijwilligers, ook wel ‘heggies’ genoemd, worden aangestuurd door ‘plantbazen’, die een op-
bescherming Nederland heeft laten opstellen door Sovon Vogelonderzoek, blijkt dat vogels die gebruik maken van heggen en struiken steeds minder vaak voorkomen. Het gaat dan om soorten als huismus, merel, winterkoning, staartmees en groenling. Heggen worden steeds vaker vervangen door schuttingen, of uit de openbare ruimte verwijderd om onderhoudskosten te besparen. Dat speelt vermoedelijk een rol in die afname. Via mijnvogeltuin.nl kun je adviezen krijgen hoe je je tuin aantrekkelijker kunt maken voor vogels – per postcodegebied, dus toegespitsts op lokale soorten. Je kunt zelfs een ‘tuinvogelconsulent’ vragen om je tuin te evalueren en advies op maat te geven.
leiding hebben gekregen van Hoopheggen waarbij onder meer ecologische kennis belangrijk is. ‘Het belangrijkst is dat degene die de heggen afneemt er een leuke dag van maakt voor de vrijwilligers, met koffie en
Van de ooit 200.000 kilometer heg is nu nog 30% over
een goede lunch. De vrijwilligers zijn gewoon mensen die een ochtend over hebben omdat ze een keer niet naar het voetbal hoeven te rijden. Ze geven hun kostbaarste bezit, namelijk hun tijd, dus die sociale factor vinden we belangrijk.’
Hoopheggen werkt uitsluitend met lokale flora. Meidoorn, wegdoorn, veldesdoorn en rozen zijn veel gebruikte planten. ‘We gebruiken altijd verschillende soorten, waarbij we het essentieel vinden dat ze passen bij de lokale bodem en ecosystemen. In WestNederland is de wilg passend, in de duinen denken we aan rozen en liguster. Op de brikgronden in Limburg werken we met haagbeuk en gele kornoelje, in de IJsselvallei in het oosten van het land vooral met rode kornoelje en lijsterbessen.’
Heggenmus
De associatie tussen heggen en dierenleven in, onder of op de heg, is zo sterk dat je die soms zelfs in dierennamen terugziet: denk aan heggenmus, heggenrankbij of sleedoornpage. Hoopheggen werkt samen met ecologen om na het planten de effecten op de biodiversiteit te monitoren. Landschapsecoloog Tim Asbreuk is een van hen: ‘Vogels die in heggen voedsel en nestgelegenheid vinden, zijn onder meer de geelgors, steenuil, kneu, pestvogel, patrijs en ringmus, en uiteraard de bekende tuinsoorten zoals heggenmus, winterkoning, roodborst en merel.’
Kleine zoogdieren zoals hermelijn, egel en verschillende muizensoorten vinden schuilplaatsen in heggen en houtwallen en gebruiken ze als verbindingswegen. Ook insecten profiteren. Asbreuk:
‘Tijdens inventarisaties vorig jaar bleek dat de heggen naast algemene soorten ook sneller dan verwacht specialistische insectensoorten aantrekken, zoals de rozenmosgalwesp en de gladde rozenerwtengal wesp. Deze specialisten zitten alleen op specifieke inheemse soorten, dus de waarde voor de biodiversiteit is al na een paar jaar meetbaar. Het is een klein wonder dat deze insecten de heg in zo’n korte tijd weten te vinden.’
Dominosteentje
Hoopheggen is pas een paar jaar bezig, maar maakt een stormachtige groei door. ‘We werken nu met 2.500 vrijwilligers op ongeveer 75 plantlocaties en hebben al 50 kilometer aan heg aangelegd’, zegt Jantine Schinkelshoek. Er wordt samengewerkt met onder meer IVN, Stich ting Heg & Landschap en de Vereniging Nederlands Cultuurlandschap, die een ‘Deltaplan’ voor het Neder landse agrarische landschap heeft opgesteld. ‘Binnenkort lanceren we ook een website Streektuinen, waarmee we ons richten op mensen met een kleine tuin of zelfs alleen maar een balkon. Al die plek ken zijn in te zetten voor een wijdvertakte, groenblauwe dooradering van het land schap.’
De heg behaagt – ecologisch, economisch
In zijn boek Heg. Een behaaglijk landschap voor mens en natuur benadrukt landschapsonderzoeker Kenneth Rijsdijk naast de ecologische ook de economische voordelen van heggen. Heggen leveren namelijk talloze ecosysteemdiensten, waaronder het tegengaan van wind- en watererosie, het beschermen van gewassen tegen bodemparasieten en insectenvraat en mogelijk zelfs het tegengaan van de verspreiding van dierziekten zoals Q-koorts. Daarnaast trekken de Maasheggen bij Boxmeer (door UNESCO aangewezen als biosfeergebied), de Ooijpolder bij Nijmegen en de Tuunwallen op Texel veel toeristen. Hang je een prijskaartje aan al die economische voordelen, dan kom je volgens Rijsdijk op jaarlijks minstens 250 miljoen euro per 100.000 strekkende kilometer heg. En dan zijn er nog culturele voordelen. Een heggenlandschap straalt ‘traditie en ambachtelijkheid uit’, stelt Rijsdijk, en hij noemt onder meer het heggenvlechten dat per streek verschilt en elke heg een eigen uiterlijk geeft. Al met al is een heggenlandschap volgens
Schinkelshoek wil primair mensen inspireren om heg gen te planten, maar hoopt dat ze ook een ‘dominosteen tje kan laten vallen’ naar een andere omgang met de na tuur. ‘Misschien dat mensen beginnen met een heg, dan aandacht krijgen voor het dierenleven daaromheen, en vervolgens in de supermarkt ook een keer het vlees te laten liggen. Zulke effecten zouden toch het allermooist zijn.’
Heb je ooit geluisterd naar de ‘bloedsomloop’ van een boom? In het voorjaar en de zomer bruist de sapstroom vol voedingsstoffen door de aderen van de bomen. Met een stethoscoop kun je dit zachte geruis horen, een teken dat de boom levend en gezond is.
Het Bodemdokter-pakket, inclusief stethoscoop, een handige zoekkaart voor het herkennen van bomen aan hun bladeren en een uitvouwbaar loepje, biedt een boeiende inkijk in de wereld van bomen.
Quote: ‘Wat mooi, ik word er helemaal rustig van.’
Voor alle leeftijden een fascinerende ervaring die de band met de natuur versterkt.
Bestel het Bomen dokter-pakket voor € 24,95 via winkel.ivn.nl
De leukste natuurbeleving–en educatiematerialen vind je in de IVN webwinkel.
Als IVN-lid krijg je altijd 10% korting in de IVN webwinkel. Gebruik de kortingscode IVN-LID-1202 en klik op toepassen!
In deze aflevering van BinnensteBuiten maakt Theo Hattink, bioloog en IVN Natuurgids, een voorjaarswandeling over de Laarsenberg en de Grebbeberg in Rhenen. Theo staat stil bij het ontwakende leven in het bos en waarom de natuur in gaan zo goed is voor je geluk en gezondheid. Kijk de aflevering terug via binnenstebuiten.kro.ncrv.nl en verken de IVN-route Grebberg zelf met de IVN Natuur app (beschikbaar in de App store en Google Playstore).
Voor indrukwekkende wildfoto’s hoef je niet naar Zuid-Afrika en buitenzijn is iets voor iedereen! Frisse Blik toont acht inspirerende voorbeelden van hoe jongvolwassenen natuurbeleving hebben geïntegreerd in een druk bestaan om zo rust te vinden. Van plantmedicatie tot natuurfotografie en queer walks tot voedselbossen. Te beluisteren via Spotify.
Kijk vaker omhoog met de Vogelspotcast! Ga wekelijks op vogelsafari met wereldrecordhouder vogels spotten Arjan Dwarshuis en zijn jeugdvriend Gisbert van Baalen, die nog geen kraai van een ekster kan onderscheiden. Samen ontdekken ze de meest uiteenlopende vogelsoorten, aangevuld met veel beginnersvragen en mooie anekdotes. Van de meest spannende natuurgebieden tot het park waar je dagelijks doorheen wandelt. Luister de Vogelspotcast op Spotify.
De siropen van Roze Bunker worden alleen gebrouwen als deze iets toevoegen aan een toekomstbestendig voedselsysteem. In de fles van Foraged Tonic vind je de mooiste kruiden, gewoon uit ons lokale landschap. Voor de suikervrije Skinny Verbena speelt de verbana de hoofdrol. In de velden heet ze insecten welkom en in je glas is ze vol geur, kleur en smaak. Verkrijgbaar in diverse smaken vanaf € 8,50 via rozebunker.nl
Jeannette Parramore was een vertrouwde stem in het radioprogramma Vroege Vogels. De extreme situaties (donker, koud, eng, verdwaald) waarin zij als verslaggever soms terechtkwam, werden de bron voor haar humorvolle en sprankelende verhalen. Vanzelfsprekend spelen de natuur én de verwondering daarover de hoofdrol en vertelt ze hoe een radioprogramma als Vroege Vogels gemaakt wordt. Jeannette Parramore | Noordboek | ISBN 9789464710861 | € 22,90
Wetenschapper Agnes van den Berg neemt je mee in haar zoektocht naar een diepere verbinding met de natuur. Want ‘de tijd is rijp voor een meer nuchtere benadering, met wetenschappelijke ondersteuning, van de spirituele waarde van natuur.’ Het boek is geschreven voor iedereen die zichzelf niet direct als bomenknuffelaar ziet, maar wel op een meer betekenisvolle manier met natuur bezig wil zijn. Agnes van den Berg | Vonk | ISBN 9789062245628 | € 19,90
We mogen drie exemplaren van ‘Dichter bij de natuur’ cadeau doen. Doe mee met de winactie via ivn.nl/winactiedichter-bij-de-natuur
Duiker en onderwatercameraman Peter van Rodijnen neem je in deze bijzondere docufilm een kijkje in de onderwaterwereld. Zo dichtbij, maar tegelijk zo onbekend: de Noordzee, het grootste natuurgebied van ons land! Vanaf 12 september in de bioscoop. dewildenoordzeefilm.nl
Deze tip komt van IVN’er Wemke van der Weij. Heb jij iets Gespot wat je graag terugziet in deze rubriek? Deel je tip via ivn.nl/gespot-tips
In de duinen vind je veel bijzondere en zeldzame planten en dieren. Op zaterdag 29 juni kan je mee op pad met echte duinkenners tijdens gratis excursies en activiteiten langs de Nederlandse kust. Bewonder het uitzicht vanaf de droge duintoppen en verken de bloemrijke duinvalleitjes. Bekijk de excursies op duinbehoud.nl/dagvandeduinen
Tijdens een Expeditie BlueCity in Rotterdam ruik, proef en zie je hoe de circulaire economie handen en voeten krijgt. Tijdens de rondleiding neem je een kijkje in het eerste circulair verbouwde biolab ter wereld en ontmoet je circulaire ondernemers, zoals modeontwerpster Ilse Kremer. Probeer haar biologisch afbreekbare verf op basis van schimmels uit tijdens de workshop tie-dye textiel verven op 10 juli. Bekijk de agenda voor alle expedities : bluecity.nl/agenda
Welke vlinders komen het meest voor? Voor in je agenda: maak in het weekend van 2 tot 4 augustus een rondje door je tuin en noteer gedurende 15 minuten alle vlinders die je spot. De vlinderkaart helpt je op weg met het herkennen van de verschillende soorten. Kies een zonnig moment, want dan heb je de beste kans om veel vlinders te zien. tuintelling.nl
Linde Slikboer schoolde zich zelfstandig om tot bijenexpert. Nadat ze een in Nederland uitgestorven gewaande bij ontdekte, werd ze direct aangenomen als insectenonderzoeker bij EIS Kenniscentrum Insecten.
TEKST ROB BUITER FOTOGRAFIE JORIS DEN BLAAUWEN
Bij het woord ‘bijen’ denken de meeste mensen nog steeds automatisch aan die miljoenen en nog eens miljoenen honingbijen van de vele imkers in ons land. Dat er behalve die ene bijensoort ook nog een slordige 360 andere soorten wilde bijen in ons land voorkomen, is minder bekend. Aan deze groep insecten heeft expert Linde Slikboer van EIS Kenniscentrum Insecten haar hart verpand.
Hoe ben jij zo bij de bijen gekomen?
‘Dat lag eigenlijk helemaal niet zo
Favoriete natuurgebied
‘De slaperdijk bij Rhoon. Het is bizar hoeveel bijen, inclusief bedreigde soorten daar in het voorjaar op afkomen. Daar kan bijna geen Natura 2000-gebied tegenop!’
Favoriete seizoen
‘Als de temperaturen in de lente hoog genoeg worden, komen de bijen massaal tot leven. Dat is voor iedereen, maar zeker voor een bijenliefhebber de mooiste tijd.’
Favoriete dier
‘Uit 360 bijensoorten is het natuurlijk lastig kiezen, maar kegelbijen hebben wel een streepje voor. Met hun puntige kont leggen deze “koekoeksbijen” hun eitjes heel diep in het nest van bladsnijders.’
Wat doe jij voor de natuur?
‘Ik heb mijn tuin opgeofferd voor de natuur. Zelf kan ik bijna nergens meer zitten, maar ik heb des te meer plek voor wilde bijen.’
Wat moet elk kind voor z’n tiende gedaan hebben?
‘Voed de nieuwsgierigheid van kinderen! Laat ze alles vastpakken, laat ze vies worden en laat ze vooral niet bang worden van “enge beestjes”!’
voor de hand. Na mijn studie sociale wetenschappen was een carrière in een psychologische richting veel logischer geweest. Omdat ik als klein meisje al continu met mijn neus in het gras zat, op zoek naar sprinkhanen, vlinders en andere insecten, heb ik nog even gedacht aan een baan als ‘groene coach’ ofzo. Maar uiteindelijk heb ik toch helemaal mijn hart gevolgd. Met eerst een eenvoudige insectengids en later alle denkbare literatuur die ik maar kon vinden over insecten, heb ik mijzelf omgeschoold tot insectenkenner.’
En zo werd je met één oog koningin in het land der blinden?
‘Ja, het scheelt natuurlijk wel dat ik mij interesseerde voor een diergroep waar niet al tienduizenden liefhebbers van rondlopen, zoals bij de vogelaars. Ik begon met een klein, simpel loepje. Alleen wanneer de zon goed scheen, kon ik daarmee nét wat essentiële kenmerken zien om ook de kleinste bijtjes op naam te brengen. Bij insecten moet je soms op de allerkleinste details letten om een soort correct te determineren. Inmiddels heb ik gelukkig een microscoop, waarmee dat een stuk beter gaat.’
Wat heeft een wilde bij dat, zeg, een vogel niet heeft?
‘Als je voor het eerst zo’n klein beestje onder een microscoop hebt bekeken, gaat er echt een wereld voor je open. Maar zelfs met zo’n simpel loeppotje ontdek je al een geheime wereld die voor bijna iedereen verborgen is. Ze zijn vaak zó klein, maar tegelijk zó uniek. Daar wil je gewoon meer van weten.’
Je hebt vervolgens razendsnel naam gemaakt in de wereld van de insectenkenners, de ‘entomologen’… ‘Haha, ja! In die begindagen heb ik onder andere een kraagbloedbij gevonden, in de gemeente Albrandswaard, waar ik toen een eigen onderzoekje had opgezet. De moderator op waarneming.nl geloofde mijn melding in eerste instantie niet, omdat het om een in Nederland uitgestorven soort ging. Maar navraag bij de beste insectenkenners van Naturalis bewees dat het toch écht om deze verdwenen soort ging. Toen ik daarop een baan aangeboden kreeg bij EIS, het kenniscentrum insecten, was ik natuurlijk helemaal de koning te rijk.’
Hoe ziet jouw dagelijks leven eruit, nu je
van je hobby je beroep hebt gemaakt?
‘Vooral in het voorjaar en de zomer ben ik heel veel buiten, om tellingen te doen in opdracht van overheden of natuurbeheerders. In de winter zit je dan wat meer achter de computer om rapporten uit te werken, maar voor je het weet breekt alweer het veldseizoen aan. Behalve inventarisaties doen we ook steeds meer aan educatie; mensen bewust maken van het belang van insecten en biodiversiteit.’
Is dat inventariseren geen ontzettend deprimerende bezigheid, als je ziet dat heel veel insecten achteruitgaan?
‘Je wordt natuurlijk wel steeds met je neus op de problemen gedrukt. Hét grote knelpunt voor de meeste insecten is ons intensieve landgebruik. Dat gaat onder andere om steeds meer bebouwing, maar vooral ook om de landbouw. Bebouwing snoept veel grond van de natuur af, maar de negatieve effecten van landbouw strekken zich ook uit tot buiten de agrarische gebieden. Stikstof, bestrijdingsmiddelen, verdroging, het zijn allemaal effecten van landbouw die ook in de natuur eromheen worden gevoeld. Om écht iets te betekenen voor de insecten en de rest van de biodiversiteit, zullen we de landbouw over een andere boeg moeten gooien.’
Dat is nogal een opgave, zeker in het huidige politieke klimaat. Waar begin je in hemelsnaam?
‘Het is niet makkelijk, inderdaad, maar toch zijn er her en der wel kleine lichtpuntjes en goede handvatten te vinden om je aan vast te klampen. Op de zogeheten slaperdijken bijvoorbeeld. In ons land heb je veel dijken die gelden als primaire waterkering. Die moeten natuurlijk heel strak worden beheerd, om ons land veilig te houden. Maar daarnaast zijn er ook nog veel slaperdijken die hun primaire waterkerende functie allang kwijt zijn. Uit ons onderzoek blijkt dat die dijken uitgelezen kansen bieden voor insecten. Het zijn per definitie droge stukken land die vaak ook nog eens zonnige hellingen hebben waar veel insecten van houden. Wanneer je die slaperdijken
niet rigoureus met een maaimachine beheert, maar laat begrazen door vee, dan krijg je vrijwel vanzelf een landschap dat perfect is voor heel veel insecten. Er ontstaan veepaadjes en kuilen met kale stukjes, waar insecten kunnen opwarmen, of nestelen, er ontstaat structuur door molshopen of planten die niet worden begraasd… Op sommige stukken extensief beheerde dijken vonden we echt tienduizenden nesten van wilde bijen.’
Over Linde Slikboer
Linde Slikboer (1994) studeerde Liberal Arts & Sciences en specialiseerde zich daarbinnen in de sociale wetenschappen. Maar haar liefde voor de natuur kriebelde toch net iets feller dan het vooruitzicht van een carrière in de psychologie. Helemaal op eigen kracht schoolde zij zich om tot insectendeskundige. Toen zij in 2017, tijdens een eigen onderzoek in de buurt van haar woonplaats, ook nog een voor Nederland uitgestorven gewaande bijensoort ontdekte, was in het jaar daarop een baan bij hét kenniscentrum voor insecten, EIS, haar deel.
Vijf tips van Linde Slikboer voor een insectenrijke tuin
1Insecten houden van bloemen en planten
‘Bij bijtjes denk je misschien alleen aan bloemetjes, maar insecten hebben ook bladeren en stengels en de rest van de plant nodig. En dan het liefst inheems en in ieder geval onbespoten. Koop dus biologisch als je nieuwe plantjes in de tuin zet!’
2
Geef insecten structuur
‘Insecten vinden hun partner, hun weg en hun voedsel via structuur in een tuin. Een boom, struiken, open plekken, afwisselend hoge en lage begroeiing, de wilde bijen zullen je er dankbaar voor zijn.’
3 Zon op de bodem
‘Kale stukjes zijn heerlijk, niet alleen voor bijen die in de grond nestelen. Met de zon op de kale bodem kunnen deze koudbloedige beestjes lekker opwarmen.’
4
‘Rommelhoekjes’
Kunnen particulieren ook nog iets doen, als het om biodiversiteitsbehoud gaat? ‘Zeker wel! Tel alle Nederlandse tuintjes bij elkaar op en je hebt al enkele tienduizenden hectaren potentiële natuur. Dat wordt geschat op meer dan vijf keer het oppervlak van de Oostvaardersplassen. Daar ligt dus ook een grote kans voor insecten. Van al die tuinen is nog steeds een enorm deel betegeld, dus dat is al een eerste belangrijke stap die mensen kunnen zetten: haal die tegels uit je tuin!’ l
‘Rommel bestaat niet! Een stapel dode takken of wat compost is voor veel insecten juist een must. Het biedt schuilplaatsen, nestgelegenheid en structuur.’
5
Je tuin ís al ‘winterklaar’
‘Misschien wel het hardnekkigste misverstand: je hoeft je tuin niet winterklaar te maken in de herfst; dat is ‘ie vanzelf al. Zodra je dode takken of bloemstengels wegknipt, haal je daarmee ook overwinteringsplaatsen voor insecten weg. Bespaar je dus die moeite!’
Sommige soorten insecten werken samen met specifieke planten. Het is hun waardplant (waarop ze voortplanten) of hun draagplant (waarvan ze eten).
Niet alleen honingbijen bestuiven planten, ook wilde bijen waaronder de hommel, zweefvliegen, vlinders en kevers helpen daaraan mee tijdens het verzamelen van stuifmeel en nectar. Hommels zijn zelfs veel betere bestuivers dan honingbijen!
Onder wilde bijen heb je generalisten en specialisten. Aan de namen van specialisten, zoals heggenrankbij, kattenstaartbij en slangenkruidbij, kun je aflezen waar ze op vliegen.
Veel hommelsoorten hebben op hun achterpoten een ‘stuifmeelkorfje’ waar ze het stuifmeel in verzamelen: een kale plek omgeven met stijve haren.
Klokjesbijen verzamelen stuifmeel en nectar bij allerlei soorten klokjesbloemen, zoals campanula. Vroege koninginnen zijn erg afhankelijk van voorjaarsbloeiers zoals krokussen en klein hoefblad.
Bijen vervoeren stuifmeel soms aan hun buik en soms met hun poten. Behangersbijen hebben een ‘buikschuier’: lange, dichte beharing onderop hun achterlijf waar ze het stuifmeel verzamelen.
Illustraties: EvaOntwerp
De roltong van een vlinder is bijna net zo lang als het lichaam. Hij gebruikt hem als een rietje om nectar uit bloemen te drinken.
Het is veilig hier op de brandnetel
De waardplant van de citroenvlinder is de vuilboom (ook wel: sporkehout). Het vrouwtje zet eitjes af op de jonge, nog dichtgevouwen blaadjes, zodat de rupsjes direct de malse blaadjes kunnen eten.
De rups van de kleine vos eet brandnetelbladeren. Het brandnetelgif beschermt hem tegen roofdieren.
Ik eet graag alle soorten kool
Mmmm, lekker!
Ik eet het liefst bloemblaadjes van de braam
In de zomer zie je op terrasjes met veel zoete drankjes vaak wespen. Waarom komen ze eigenlijk af op die zoetigheid? Is het omdat ze de geur verwarren met nectar? Sjoerd Luiten, IVN Leidse regio
Nectar is simpel gezegd suikerwater, wespen hebben het nodig om hun ‘motor’ te laten draaien. Aan het eind van het wespenseizoen, zo rond eind juli, begin augustus, raken de nesten langzamerhand wat in verval. De oude koningin is al dood, of haar macht over het volk is tanende. Sommige werksters gaan dan minder gedisciplineerd te werk, ze flierefluiten. Er zijn dan ook veel minder bloemen die nectar bieden, dus ze gaan elders suikerwater halen. En laten nou net onze limonade en frisdranken bomvol suiker zitten...
Jan Smit, EIS Kenniscentrum Insecten
Natuur is goed voor onze gezondheid, zowel fysiek als mentaal. Extra belangrijk dus om natuur in te zetten voor de geestelijke gezondheidszorg. De extra bijdrage van de Postcode Loterij biedt IVN de mogelijkheid om met ‘Te Gek Groen’ grotendeels onbenutte GGZ-terreinen om te toveren tot bloeiende, gezonde hotspots voor cliënten, medewerkers en buurtbewoners. Hierdoor creëren zij nieuwe mogelijkheden voor herstel van natuur en mentale gezondheid in Nederland.
Dankzij de deelnemers van de Postcode Loterij kunnen wij IVN Natuureducatie en 175 andere organisaties ondersteunen. Samen met deze organisaties werken we aan een rechtvaardige, groene en gezonde wereld. Sinds de oprichting van de Postcode Loterij in 1989 hebben we al € 8 miljard aan goede doelen kunnen schenken.
Samen voor een betere wereld: postcodeloterij.nl
Dankzij u.
Zelf op pad, met de tips van een IVN’er in je broekzak? In de nieuwe IVN Natuur app vind je meer dan 400 unieke routes, samengesteld door IVN’ers. Zomerse tochten door prachtige natuurgebieden, themawandelingen, ommetjes in de buurt. Overzichtelijk en gebruiksvriendelijk. Ontdek je de natuur liever met een échte natuurgids? Ook de activiteiten van IVN-afdelingen vind je terug in de app!