
Bomen herkennen
Sporen zoeken
Nikki Dekker
schreef Graafdier
Bomen herkennen
Sporen zoeken
Nikki Dekker
schreef Graafdier
Lagere energiekosten en een warm huis?
TONZON zorgt al 44 jaar voor de warmste vloer met de hoogste besparing. De beste keuze voor het milieu en jezelf.
Met TONZON Vloerisolatie bespaar je effectief energie en creëer je een aangenamere temperatuur in huis. Deze vloerisolatie is gebaseerd op andere natuurkundige principes en isoleert effectiever dan andere vloerisolaties. Door de Thermoskussens wordt de vloer sneller warm en houdt de vloer de warmte langer vast. De vloer wordt zelfs warmer dan de luchtlaag vlak boven de vloer. Met het vierkamer Thermoskussen bereik je zelfs een Rc > 7 m2K/W. Bij niet geïsoleerde vloeren met vloerverwarming kan de besparing oplopen tot 18 m3 gas/m2.
TONZON biedt ook een dubbele aanpak: naast de vloerisolatie wordt in combinatie met de Thermoskussens een stevig zeil op de bodem van de kruipruimte gelegd. Deze Bodemfolie stopt de verdamping van vocht uit de kruipruimtebodem. Dit betekent minder vocht in de woning en een optimale werking van de Thermoskussens. Daarnaast zullen leidingen en ophangbeugels veel langer meegaan.
Afname warmtestroom richting kruipruimte met TONZON Thermoskussens
Bouwjaar woning Bouwbesluit R-waarde afname met 3 kamers afname met 4 kamers voor 19830,4592%94%
1983 - 19931,380%84%
1993 - 20132,568%73%
2013 - 20213,5 61% 66% vanaf 2021 3,7 60%65%
Meer informatie over vloerisolatie?
Scan de QR-code
Toekomstbestendig isoleren met minimaal Rc=5,0 m2K/W
Het is verstandig om bij vloerisolatie te streven naar een hogere isolatiewaarde dan de minimale eis voor subsidie. Milieu Centraal raadt voor vloerverwarming een R-waarde van ten minste 5,0 m2K/W aan. Goede isolatie is essentieel, ook zonder vloerverwarming. Met een betere isolatiewaarde gaat er minder warmte verloren, voelt de vloer warmer aan en bespaar je meer energie.Investeren in vloerisolatie loont, kies voor een isolatiewaarde van minimaal Rc=5,0 m2K/W en wees klaar voor de toekomst.
‘Ik word altijd vrolijk van roodborstjes, vooral van hun mooie, oranje borstje. Het leuke is dat ze het hele jaar te zien en te horen zijn. Maar dat zijn niet allemaal dezelfde. In het voorjaar en de zomer zijn het roodborstjes die hier broeden. De helft daarvan trekt weg in het najaar, naar Frankrijk en Spanje. Tegelijkertijd komen er vanuit Scandinavië roodborstjes deze kant op. Uit elk stukje groen waar ik langsloop word ik toegezongen. Zo bakenen ze hun territorium af. De Scandinavische roodborstjes lijken nog dominanter dan de Nederlandse: ze jagen veel andere vogels weg. En ze zijn minder schuw: ik kan ze tot 3 meter benaderen, terwijl de roodborstjes in het voorjaar tot 4 of 5 meter blijven zitten.’
Marcel van Rooijen, Natuurgids en Natuurgidsenopleider IVN Den Haag
Wil je Mens en Natuur liever digitaal ontvangen of je lidmaatschap opzeggen?
Stuur een mail naar info@ivn.nl
Mens en Natuur
Uitgave van IVN
75ste jaargang – nummer 4 WINTER 2024
Postbus 20123
1000 HC Amsterdam
E-mail: mensennatuur@ivn.nl www.ivn.nl/mensennatuur
@IVNNatuureducatie
@IVNNatuureducatie
Redactie
Kirsten Dorrestijn (coördinatie en eindredactie), Zoë Frijlink, Monika Grooteman, Stefan Hoepermans, Franciska Maarse, Teuni Verploegh (hoofdredactie en eindredactie), Latifa Vonk.
Prenten, uitwerpselen en knaagsporen
20 Klimaatverandering
Verschuivingen in de winterse natuur
Medewerkers aan dit nummer
seizoen om bomen te leren herkennen. de hand van knoppen, bollen, structuren of schors.
Rob Buiter, Laura Cnossen, Eva Jansen, Mathilde Lawalata, Gitta Pardoel, Paul Q de Vries.
Coverfoto Bram Wickel
Eén of twee bollen aan een steeltje.
Ontwerp en vormgeving WonderWorks, Haarlem
Drie of vier bollen met heel fijne stekeltjes aan een steeltje.
Druk
Senefelder – Misset, Doetinchem
Advertenties
Allround Media Services, Haarlem (023) 524 53 36 - amedia@xs4all.nl
Vleugeltje
Enorme, donkerbruine peulen van zo’n 25 cm lang.
Aan de langwerpige vleugel hangt een steeltje met bolletjes.
IVN is een van de goede doelen van de Nationale Postcode Loterij. www.postcodeloterij.nl
De Amerikaanse eik heeft minder diep ingesneden bladeren dan de moeraseik. Er zitten dun uitlopende punten aan het blad.
het van
Mens en Natuur wordt gedrukt op FSC-gecertificeerd papier, gemaakt van houtpulp.
Illustraties: EvaOntwerp
28 Literair talent graaft in de
Nikki Dekker schreef Graafdier
Lange, slanke knoppen en zijknoppen.
worstvormige structuren aan het eind van takjes.
Kleverige eindknoppen.
lichtbruin.
De bollen lijken op miniatuur-dennenappels.
Stekelige bolletjes met vier opengeklapte kleppen.
32 Bomen herkennen
Juíst in de winter
De bladeren hebben regelmatige tanden langs de rand.
blad met een toegespitste top.
8 Opmerkelijk
Ode aan de ransuil
6 In het zonnetje
Een groen dak leeft!
14 Veldnieuws
Nieuws van en voor IVN’ers
18 Scharrelkids
De schemering in
26 Gespot
Boeken, docu’s, sites, apps, podcasts en meer!
34 Natuurvraag
Tweede leven voor de kerstboom
‘De lievelingsdieren van zoon Otto (4) zijn ‘grotebekdieren’. Krokodil, nijlpaard, Groenlandse walvis, dat kaliber. In de herfstvakantie naar de Veluwe vond ’ie een goed idee, mits we wel zwijnen zouden zien. Eenmaal daar zagen we vier dagen volop pootafdrukken en andere zwijnensporen. Al die sporen toverden onze wandelingen om in ware zwijnenspeurtochten. Het lijkt me dan ook fantastisch om eens mee te speuren met IVN’er Jeroen, professioneel spoorzoeker, en zo de verhalen achter diersporen te ontdekken. Hoe zo’n excursie eraan toegaat, lees je vanaf pagina 10. En hoe het afliep met Otto en de zwijnen? Er vond geen ontmoeting plaats, dus maakte hij een zwijn van Lego. Ook goed.’
Teuni Verploegh, hoofdredacteur Mens en Natuur
‘’s Avonds maak ik graag een wandelingetje door de buurt. Nog even een frisse neus halen na een dag op kantoor. Daarna slaap ik als een roosje. Voor kinderen blijkt ’s avonds naar buiten gaan ook gezond, onderzocht ik voor dit nummer. In de rubriek Scharrelkids (p.18) geeft IVN’er Marijke Hollander tips om bij het vallen van de avond nog even de natuur op te zoeken met je kroost. En ze vertelt wat je allemaal tegen kunt komen als je al je zintuigen gebruikt.’
Zoë Frijlink, redacteur Scharrelkids
‘Na de laatste serieuze vorstperiode in Amsterdam in februari 2021 zag ik meteen een stuk minder ijsvogels. Zij kunnen geen visjes vangen in bevroren water. Inmiddels flitsen ze weer veel vaker voorbij – gelukkig, want het zijn mijn favoriete vogels. Maar na het interview met Arnold van Vliet begrijp ik zijn ‘nare bijsmaak’ hierover. Want nu zie ik met de toename van ijsvogels ook de hand van klimaatverandering in onze kwakkelwinters.’
Paul Q de Vries schreef Het Grote Verhaal (p.20)
IVN’er Eline van Dam heeft een stukje natuur op haar eigen dak in Hoorn. Toen zij en haar vriend in 2021 hun huis kochten, besloten ze hun dakterras niet te laten zoals het was, ze kozen voor een groen dak.
‘De eerste lente dat we daar zaten, voelden we de intense hitte van het zwarte dak’, herinnert Eline zich. ‘We wisten: dit moet anders.’ Het idee voor een groen dak zat nog in hun gedachten, door wat
ze een jaar eerder in IJsland hadden gezien: huizen met groene mosdaken. Niet alleen mooi, maar ook praktisch door de isolerende werking tegen kou en warmte. Ze bestelden die zomer nog hun groene dak via Het Groene Loket en met hulp van familie rolden ze de matten vol vetplantjes en kruiden uit op hun dakterras.
Al snel begon het dak tot leven te komen. ‘Het is heel dynamisch’, vertelt Eline.
‘Het gaat echt mee met de seizoenen. Door het jaar heen verandert het dak van kleur. Van frisgroen in het voorjaar tot oranjebruin of zelfs koraalrood in een hete zomer. Inmiddels groeien er ook gele bloemetjes en kleine eikenboompjes. Ik vind het leuk dat het zo kleurrijk is.’ Het dak is zorgvuldig ingericht. Zo heeft Eline boomschijven neergelegd als pad om op te lopen. Ze komt er graag: ‘Gewoon lekker om te zonnen of te lezen.
Je ziet vlinders vliegen en hoort bijen zoemen. Het voelt echt alsof je in een wild weiland zit. Laatst zat er een roodborstje op het dak. Dat zijn van die momenten dat je denkt: wow, mijn dak leeft!’
Naast de dieren die het aantrekt, heeft haar groene dak ook een merkbaar effect op de warmte. ‘We voelen echt dat het huis koeler blijft in de zomer’, legt Eline uit. ‘En als mensen op een warme
dag bij ons binnenkomen, zeggen ze vaak dat ze het lekker koel vinden.’ Wat begon met een bankje op een warm rubberen dak, groeide uit tot een groen dak vol leven – een beslissing die niet alleen haar huis, maar ook de omringende natuur heeft verrijkt. Eline raadt het anderen sterk aan om een groen dak te realiseren: ‘Ga er gewoon voor, je krijgt er zoveel voor terug!’
Samen met Het Groene Loket wil IVN onbenutte daken omtoveren tot groene daktuinen. Een Tuiny Dak is een groendak aanlegset op maat, inclusief deskundig advies en een educatiepakket om het compleet te maken. Zo maken we een groen dak gemakkelijk! Meer weten? Ga naar ivn.nl/tuiny-dak
Een Ginkgo biloba in Leiden is uitgeroepen tot boom van het jaar 2024. De boom werd in 1785 geplant en heeft sindsdien een prominente plek in de Leidse Hortus. De Ginkgo is de laatste overlevende van een boomsoort die in de tijd van de dinosauriërs wereldwijd voorkwam. Een levend fossiel dus. De Leidse boom is bovendien de op een na oudste van Europa. In 1935 is er een vrouwelijke tak op de mannelijke boom geplaatst, sindsdien maakt hij ook vruchten aan. De Ginkgo is nu de Nederlandse inzending voor de verkiezing ‘Europese Tree of the Year 2025’, die in februari plaatsvindt.
Bron: SBNL Natuurfonds
Maar liefst 137 soorten pesticiden zijn aangetroffen in Nederlandse en Belgische slaapkamers bij een onderzoek van Velt, de Vereniging voor Ecologisch Leven en Tuinieren. Gemiddeld gaat het om 21 pesticiden per slaapkamer, met een uitschieter van 52 soorten. Volgens de onderzoekers is 70 procent van de gevonden pesticiden afkomstig uit de landbouw. De andere pesticiden komen van producten die mensen in huis hebben, zoals antimuggenspray (DEET), een vlooienband en bespoten bloemen.
Bron: Velt
Voor het eerst is het volledige brein van een fruitvlieg in kaart gebracht door wetenschappers. Het piepkleine brein, ter grootte van een zandkorrel, werd in 7.000 plakjes gesneden en onder de microscoop gelegd. Daarna werden de foto’s geanalyseerd met kunstmatige intelligentie. Het resultaat is een 3D-model waarin alle hersencellen en verbindingen te zien zijn. Het zenuwstelsel van een fruitvlieg is vergelijkbaar met dat van de mens en het model kan daardoor helpen om hersenaandoeningen beter te begrijpen.
Bron: de Volkskrant
Ken je de springstaart al? Dat is een beestje van maar een paar millimeter die je tussen afgevallen bladeren kunt vinden. Ze verplaatsen zich door te springen, vandaar hun naam. Ze lanceren zich met een staartachtig extra ledemaat. Daarmee springen ze honderd keer sneller dan de tijd die het kost om te knipperen met je ogen. En tijdens zo’n sprong draaien ze wel 368 keer per seconde, blijkt uit recent onderzoek. Dat zijn meer rotaties dan een motor uit de Formule 1 maakt.
Bron: Scientias.nl
Veelvoorkomende planten- en vogelsoorten in Nederland zijn bij jongeren minder bekend dan bij ouderen. Dat blijkt uit een onderzoek van Natuurmonumenten. De 55-plussers scoorden het best, gevolgd door mensen van 35 tot 55 jaar. Mensen onder de 35 jaar scoorden het minst goed. Een kwart van de jongeren herkende een margriet en een korenbloem, tegenover driekwart van de 55-plussers. Ook de vink en de merel worden veel minder vaak herkend door jongeren. ‘Een zorgelijke trend in een tijd dat we als samenleving juist veel meer moeten doen om de natuur te laten leven’, aldus Natuurmonumenten.
Bron: Natuurmonumenten
Een hele boom vol ransuilen: in de winter heb je kans om dat tegen de komen. Ransuilen zoeken elkaar in de winter op en slapen dan overdag in een boom. Zo’n ‘roestplaats’ kan in een natuurgebied of park zijn. Maar je vindt de rustende uilen ook steeds vaker in woonwijken. Waarschijnlijk omdat ze in woonwijken minder last hebben van roofvogels, zoals haviken. Als je zoveel uilen bij elkaar ziet, dan zou je kunnen denken dat het goed gaat met de ransuil. Maar dat is helaas niet zo. Ze staan op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels als ‘kwetsbaar’. Al tientallen jaren neemt hun aantal af, vooral in gebieden met intensieve landbouw. Op die plekken kunnen ze steeds slechter voedsel vinden, zoals de veldmuizen die ze graag eten. Ransuilen zijn slanke bruine vogels die je kunt herkennen aan de pluimpjes op hun kop. Dat zijn trouwens niet hun oren, maar veren waarmee ze hun stemming uitdrukken, bijvoorbeeld alert, opwinding of juist rust. Ook spelen ze waarschijnlijk een rol bij de balts. De naam ransuil is waarschijnlijk afgeleid van ‘ranse’, een oud woord voor een muts die in plooien langs het hoofd hing. Tijdens het paarseizoen zijn ransuilen monogaam. Maar voor een volgend seizoen zoeken ze een nieuwe partner. De roestbomen zijn een prima datingplek om een eventuele nieuwe partner te vinden. Vanaf eind maart begint het nieuwe seizoen. Ransuilen leggen dan ongeveer 4 tot 6 eieren. Ze bouwen zelf geen nest maar maken gebruik van oude nesten van kraaien, eksters of roofvogels.
Ransuilen rusten overdag zodat ze ’s nachts kunnen jagen. Het is daarom belangrijk dat ze niet verstoord worden. Zie je een slapende uil met dichte oogjes?
Geniet dan op afstand. Maar zie je dat de uil zijn ogen open heeft en dat zijn pluimpjes omhoog staan? Dan is het dier alert op gevaar. Loop dan door en laat het diertje rustig slapen.
Bron: Vogelbescherming
Tijdens excursies laten dieren zich niet altijd zien, maar hun sporen zijn vaak wel nog zichtbaar . IVN’er Jeroen Kloppenburg is professioneel spoorzoeker en weet als geen ander sporen te ontleden. Aan de hand van de pootafdrukken en uitwerpselen komt tot leven wat zich eerder op een zandpad heeft afgespeeld.
TEKST KIRSTEN DORRESTIJN BEELD WEYLIN TRACKING
Midden-Veluwe. Op het zandpad voor ons is een explosie aan sporen te zien: één van een auto, ontelbare voetstappen en pootafdrukken van honden. Links en rechts een dicht bos van naald- en loofbomen. We stoppen naast een omgewoeld stukje gras naast het zandpad. Onmiskenbaar het werk van een zwijn, weet spoorzoeker Jeroen Kloppenburg (52). Het is al van een tijdje geleden, ziet hij in een oogopslag. Hoe hij dat weet? Alleen al door de geur. Hij trekt het gras een stukje verder, waardoor er mul, donker zand tevoorschijn komt. ‘Ruik hier maar eens aan, dat ruikt heel anders dan oud zand. Door al de kleine beestjes die windjes laten’, vult Jeroen lachend aan. Inderdaad ruik ik direct een verse grondlucht als ik mijn neus erboven houd. Met stevige wandelschoenen aan, donkere outdoorkleding en een hoedje op zijn hoofd, loopt Jeroen vrolijk verder. Slechts een paar stappen later wijst hij op een ‘vrij vers’ reeënspoor dat dwars over het zandpad loopt.
IVN’er Jeroen Kloppenburg heeft zijn werk gemaakt van ‘spoorzoeken’, zoals hij zijn baan noemt. Hij was coördinator van de Dassenwerkgroep van IVN Deventer en geeft soms les bij de IVN
Natuurgidsenopleiding. Met zijn bedrijf Weylin Tracking geeft hij daarnaast cursussen in allerlei vormen en maten, die bijna altijd volgeboekt zijn. Hij leert geinteresseerden over prenten, gangen (de ‘loopjes’ van dieren), veren, braakballen, uitwerpselen en bewustzijn (de invloed van je eigen aanwezigheid op dieren). Jeroen biedt sinds een paar jaar ook een cursus over wolvensporen. Die was direct populair. Hij merkt een toenemende belangstelling voor al zijn cursussen, ook van bijvoorbeeld boswachters die zo meer informatie over hun gebied willen achterhalen.
Spoorzoeken in het leger
Al pratende lopen we over het zandpad. ‘Ik zie intussen vanalles’, zegt Jeroen doelend op de kriskras sporen waar we overheen stappen. Hij buigt zich over een afdruk van een wild zwijn en wijst met zijn vinger hoe het spoor loopt. In het zand staan twee halve ovaaltjes tegen elkaar gedrukt, met een diepe punt aan de voorkant. ‘Hier heb je de voorhoeven en daar de achterhoeven’, wijst hij. ‘Zie je dat het een vrij evenwichtige, zigzaggende pas is? Het was een wild zwijn in
stap.’ Na een korte stilte als we verder lopen voegt hij eraan toe: ‘En hij was niet alleen zo te zien.’
Jeroen groeide op in Deventer en was als jongetje veel te vinden in de IJsselvallei tussen de grutto’s, kemphanen en patrijzen. Het spoorzoeken ontdekte hij tijdens zijn diensttijd. ‘Ik was verkenner,’ vertelt hij ‘en “Mantracking” was een onderdeel van het programma om te kijken of er
bijvoorbeeld niets onder de weg was gelegd.’ Dat vond Jeroen leuk, maar hij maakte pas echt kennis met diersporen tijdens de IVN Natuurgidsencursus in 2008. ‘Daar ga ik me verder in verdiepen, wist ik toen direct.’ Voordat hij in 2016 professioneel spoorzoeker werd, werkte Jeroen in een varkensslachterij, en maakte hij animaties voor audiovisuele producties.
l De ochtend is het beste tijdstip: dan zijn de sporen vaak vers en bovendien staat de zon lager, waardoor de schaduwen het langst zijn;
l Met sneeuw is het zelfs voor onervaren spoorzoekers makkelijk om sporen te vinden;
l Let op afgeknaagde takken langs het pad (reeën zijn dol op bramen). In prikkeldraad kun je soms haren vinden;
l Ga op je knieën en bestudeer pootafdrukken aandachtig. Hoe staan de nageltjes ten opzichte van het voetkussentje? Bij uitwerpselen kun je kijken of er haren en pitten in zitten;
l Neem een veldgids over sporen mee of teken de pootafdrukken na;
l Maak veel spoorzoek-uren!
Diverse IVN-afdelingen organiseren diersporen-excursies, -lezingen en -cursussen. IVN Oost-Veluwezoom heeft zelfs een werkgroep Diersporen.
Rennende reeën
We zijn iets verder gelopen en Jeroen ziet een spoor van een rennende ree. Hij buigt zich over de hoefafdruk. ‘Dit is de voorvoet’, zegt hij, ‘die is groter dan de achtervoet.’ Zoogdieren hebben over het algemeen meer gewicht op hun voorpoten dan op hun achterpoten, legt Jeroen uit. ‘Hun kop is vaak groot door hun hersenen, hun gewei of – zoals bij de wolf – een grote borst. Maar bij zoogdieren die veel gegeten worden, zoals konijnen en hazen zijn de billen juist groot. Zij hebben daarom grotere achterpoten.’
‘Ik zie hier een hazenspoor’, zegt Jeroen iets verderop. In het zand is een subtiel afdrukje van vier kussentjes met nageltjes te zien. Het ontbrekende middenvoetkussentje is kenmerkend voor de hazenafdruk. ‘Hier zie je twee achterpoten naast elkaar’, wijst hij. ‘Hazen doen dit’, laat hij zien, terwijl hij op zijn hurken gaat zitten en zijn handen vlak na elkaar voor zich op de grond zet. Vervolgens springt hij zijn ‘achterpoten’ in één beweging voor zijn ‘voorpoten’ –precies zoals een haas het doet.
Jeroen leerde het sporen identificeren door mee te gaan met een specialist waar hij bevriend mee raakte, en door een cursus te volgen. Ook leerde hij veel door camera’s te plaatsen bij wissels (loop-
weggetjes van dieren) en vervolgens de sporen te onderzoeken.
Bij het woord ‘diersporen’ denken mensen vaak eerst aan prenten (pootafdrukken), maar ook uitwerpselen, vraatsporen, holen, nesten en prooiresten zijn sporen. Jeroen vindt het het leukst om inzicht te krijgen in diergedrag door de verschillende aanwijzingen aan elkaar te knopen. Van de steenmarters bij de uiterwaarden bij zijn woonplaats Deventer wist hij bijvoorbeeld op een gegeven moment precies hun looproutes. ‘Ik zag hoe ze van het gebied gebruikmaakten, langs het water.’
Wolvenplas
Voor ons openbaart zich een open landschap met brede zandpaden en open stukken, afgewisseld met begroeide heuvels en eilanden van dennenbomen. We sjouwen door het zand en naderen
een brede kruising van paden. ‘Dit is er wel een’, zegt Jeroen blij, terwijl hij zich vooroverbuigt. Voor hem ligt een lange sliert ontlasting in het zand. ‘Ik zie hier al zwijnenharen uitsteken.’ Het is een echte wolvendrol, vol met stugge, zwarte haren. Jeroen was een van de eersten die de pionierende wolf ging volgen die zich in 2018 op de Veluwe vestigde. Hij kende de wolvenprent al van een reis naar Duitsland. In Nederland volgde hij de sporen zo intensief, dat hij precies wist hoe de wolven hun territorium gebruikten. Vanachter een boom lukte het hem om mooie foto’s te maken. Ook wist hij als één van de eersten dat er wolvenwelpjes op komst waren. ‘Het had gesneeuwd en ik zag het spoor van een wolvin – de grootte en de vorm herkende ik inmiddels uit duizenden. Maar daarnaast ontdekte ik prenten van een veel grotere wolf, een mannetje. Ook vond ik in de sneeuw urine van de wolvin, met bloed erin – ze was blijkbaar ontvankelijk, loops.’
Bij een volgend kruispunt ligt nog een ‘mooie’ wolvendrol. Volgens Jeroen is hij vrij vers, er zit immers nog slijm in. Niet ver ernaast ziet de kenner een pootafdruk van een wolf, die opvalt door zijn grootte en compacte druppelvorm. Hij is anders dan die van een hond, want bij dat laatste dier staan de tenen verder uit elkaar. We volgen het spoor even. ‘Je ziet hoe keurig hij loopt’, zegt Jeroen. Soms volgt Jeroen een spoor van bijvoorbeeld een ree of een das een lange tijd. ‘Zien doe ik een dier vrijwel nooit, maar je kunt hun aanwezigheid en activiteiten terugzien in hun sporen.’
Ook spoorzoeken met Jeroen? Kijk op weylintracking.nl
Al meer dan 20 jaar komt de jeugdgroep van IVN Grave bijeen om te leren over natuur, dieren en milieu. Dit jaar hebben zij het project ‘SpeelRaam’ afgerond, waarmee ze hun stempel hebben gedrukt op een groener en duurzamer Grave. In 2018 startte het Waterschap plannen om de Graafsche Raam bij het Brabantse Grave ecologischer in te richten, waarbij een schapenweide bij het gemaal werd omgevormd tot een verbindingszone tussen de Maasdijk en het nabijgelegen bos. Arno van Zwam van het Waterschap en Wil van Hout, jeugdleider bij IVN Grave, bedachten dat het leuk zou zijn om kinderen hierbij te betrekken, wat leidde tot het idee om samen met hen een ontwerp voor de schapenweide te maken.
De kinderen gingen aan de slag met het inrichten van de weide, waarbij
ze rekening hielden met de behoeften van dieren die veilige routes nodig hebben. Hun ideeën omvatten bloemen- en kruidenzones voor vlinders en bijen, insectenhotels, nestkastjes, vruchtdragende struiken en een poel voor amfibieën. Al deze ideeën werden verzameld en gepresenteerd aan het Waterschap, wat leidde tot de naam ‘SpeelRaam’ voor het project. De voorstellen werden met enthousiasme ontvangen, en de jeugdgroep kreeg zelfs de Groenblauwe Handdruk, een aanmoedigingsprijs voor groene initiatieven.
Van plannen naar actie
De kinderen van de jeugdgroep hebben nestkastjes en insectenhotels getimmerd, en zaadbolletjes gemaakt voor de bloemenweide. In april 2024 werd de SpeelRaam geopend, waaraan, in de loop der jaren, bijna 40 kinderen hebben meegewerkt.
Acht jaar geleden startten Katja Sienknecht en Jan Hinloopen van IVN Amsterdam de buurttuin ‘Egelenburg’ in het Gijsbrecht van Aemstelpark. ‘De tuin is na al deze jaren volledig tot wasdom gekomen’, vertelt Jan enthousiast. ‘Er is een overvloed aan frambozen, bramen, Japanse wijnbessen, zwarte bessen, witte bessen en meer om te plukken. Ook onze grote kruidenbult, knoflook en rabarber doen het geweldig.’ In de tuin vliegt en kruipt een ongelofelijke rijkdom aan insecten. ‘Een student vond zelfs een dwergcicade tussen de bladeren van de zwarte bes. Dat is een zeldzaam beestje; het was de derde die waargenomen was in Nederland!’
Het hele jaar door komen de buurtbewoners langs om een handje mee te oogsten. Kinderen mogen extra plukken. ‘We willen niet alleen een tuin om naar te kijken, maar ook om te ruiken, voelen en proeven. Een tuin waar ouders tegen de kinderen kunnen zeggen: je mag alles in je mond stoppen, als het vies is, spuug je het maar weer uit. Want zo leer je.’
Lijkt zo’n ecologisch beheerde tuin jou ook wel wat? Jan geeft drie tips:
1 Omhein je tuin met haag en hek
De omheining van de buurttuin is een ‘mooi wild gebeuren’ met zeven verschillende
soorten planten, waaronder de sleedoorn, meidoorn en krentenhaag. Bij de haag staan hekken van tammekastanjehout, om de honden buiten te houden. ‘Kastanjehout is een duurzame keuze: je hoeft het niet te schilderen en het verrot niet.’
‘Om de onkruidbestrijding zo makkelijk en effectief mogelijk te maken, hebben we ervoor gekozen om Franse boomschors, afkomstig van de Franse pijnboom, te gebruiken als bodembedekker. Daar zitten harsen in die de groei van onkruid voorkomen.’
Wil jij buren, dorps- of stadsgenoten adviseren over het natuurvriendelijk maken van hun tuin? Als Tuinranger bied je praktische handvatten, geef je advies op maat en ondersteun je bij het aantrekken van specifieke diersoorten. Je wordt klaargestoomd met een opleiding van twee maanden, gegeven door echte natuur- en tuinkenners van IVN. Er hebben zich al 16 gemeenten gemeld die Tuinrangerteams willen vormen. Bekijk of jij aan kan sluiten bij het Tuinrangerteam in jouw gemeente via tuinrangers.nl
toe aan je tuin
Vaak wordt gebruikgemaakt van houtsnippers om de paden te bedekken. In de buurttuin doen ze daar niet aan mee. ‘Houtsnippers vergaan snel en geven een enorme voedselrijkdom die je op sommige plekken in je tuin niet wil hebben. Daarbij is het voor rollators en scootmobielen totaal onbegaanbaar.’ Wat je dan wel kan gebruiken? Een baggerproduct uit de vaargeulen van de Waddenzee: zeekleischelpen. ‘Je loopt de schelpen fijn, waardoor er een betonachtige structuur ontstaat. Bovendien helpt het zout om onkruid tegen te gaan’, legt Jan uit.
De straatverlichting en buitenlichten van het openluchttheater Engbergen bleven op 29 oktober uit. De sterrenkijker werd opgesteld, de route door het bos uitgestippeld en de toverdrank pruttelde boven het vuur. Deze toverdrank zou de deelnemers helpen om beter te kunnen zien, horen, ruiken en voelen in het donker. En dat was maar goed ook, want zaklampen mochten niet gebruikt worden. Het was een bijzondere Nacht van de Nacht bij IVN De Oude IJsselstreek, waarbij Saturnus met zijn ringen en manen te zien waren door de sterrenkijker en komeet C/2023 A3 op de foto is vastgelegd. Via de warmtebeeldcamera vingen deelnemers nog een glimp op van het ‘wild’: een haas die gemoedelijk in het veld zat te knabbelen.
Dit jaar werd IVN Delft getrakteerd op een aantal bijzondere jubilarissen, waaronder Johan Molenbroek, die al 50 jaar lid is. Tijdens de Midzomerledendag werd Johan in het zonnetje gezet en nam hij een persoonlijk getuigschrift van IVN-directeurbestuurder Jan Dijstelbloem in ontvangst.
Heeft jouw afdeling of een IVN-lid een jubileum bereikt? Gefeliciteerd! Maak gebruik van de Jubileum-toolkit op Ons IVN om het jubileumjaar een feestelijk tintje te geven via ons.ivn.nl/voor-leden/ huisstijl-handleiding-materialen.
De deur van de gereedschapsberging is nog open. Die van de batbunker dicht vóór de winter.
Directeur Karel Schoenaker feliciteert projectcoördinator Tjalling James onder toeziend oog van IVN voorzitter Anton Nieuwenhuis.
Op 18 oktober werden de nieuwe vleermuisbunker en de daarnaast gelegen gereedschapsberging in het Streekbos bij Enkhuizen officieel geopend. Deze werden mede dankzij inzet van IVN WestFriesland gerealiseerd. Wethouder Harry Nederpelt heeft de deur symbolisch gesloten en markeerde daarmee de creatie van een veilige winterplek voor de vleermuizen in de regio.
Wethouder Harry Nederpelt overhandigt de sleutels aan IVN’er Astrid Bijster.
Een kijkje in de keuken bij IVN-afdelingen. Deze keer: op pad met de natuurgroep Odense Doorwerth, voor mensen met beginnende dementie en hun naasten.
Een halfjaar geleden nam IVN’er Charley Erkens van IVN Zuidwest Veluwezoom het initiatief voor de Natuurgroep, in samenwerking met het Odensehuis Doorwerth. Het Odensehuis is een ontmoetingsplek voor ouderen met geheugenverlies en hun naasten. Eens per maand trekt de groep de natuur in, begeleid door vrijwilligers van het Odensehuis en IVN’ers Paul Barends, Riek Harteveld, Lies van Leeuwen en Mary de Jong. Zo geven zij ‘groene’ mensen, waaronder oud-IVN’ers, de kans om te blijven genieten van de natuur.
Geprikkeld door natuurkennis
‘Vaak zijn activiteiten voor mensen met dementie sterk gericht op beleving. Onze
Veel ouderen komen niet of heel beperkt buiten. Wil je inspiratie over hoe je met ouderen de natuur kan beleven? Volg dan de (gratis) online training van FLOWER. In de FLOWERtoolkit vind je 6 leermodules en 50 voorbeeldactiviteiten om het welzijn, de gezondheid en sociale inclusie van ouderen te verbeteren. Geschikt voor zorgmedewerkers, vrijwilligers, mantelzorgers, familie en vrienden. FLOWER is een samenwerking tussen IVN en Europese partners. De training is beschikbaar in 5 talen, waaronder Nederlands. training.flowerproject.eu
groep bestaat uit mensen die al lang natuurliefhebber zijn. Daarom hebben wij ervoor gekozen om ons ook te richten op natuurkennis, vanuit het idee dat ook deze groep graag geprikkeld wordt om iets nieuws te leren’, vertelt Mary. En dat blijkt goed aan te slaan. ‘De deelnemers zijn enthousiast over wat natuurexperts vertellen over een bepaald thema, ook al vergeten ze het misschien weer. De kennis over plant- en diersoorten roept vaak herkenning en herinneringen op: “Oh ja, dat is de Gelderse roos, de mispel, een kweepeer”, horen we dan.’
Vrijheid om te doen
Iets wat Mary niet had verwacht is dat mensen aangaven dat ze eindelijk weer ‘dingen mochten doen’, bijvoorbeeld met de rollator door het gras. ‘Ze worden vaak met goede bedoelingen afgeremd door hun omgeving. Ik trapte daar zelf ook in: toen ik hoorde dat de groep over een steil zandpad had gelopen, terwijl er een verhard pad dichtbij was, had ik mijn zorgen. Maar de andere begeleiders wezen erop dat het juist goed was dat we van de gebaande paden af gingen. Het is tenslotte een excursie in de natuur.’
Gelijkwaardigheid
Een belangrijk uitgangspunt van het Odensehuis en daarmee ook voor de Natuurgroep is dat er geen hulpverlenercliëntrelatie is. ‘Als IVN’er ben je er om samen een leuke dag te hebben, net zoals je dat doet met andere groepen. Het
Werk samen met een zorginstelling of ontmoetingsplek
Maak duidelijke afspraken over de rolverdeling; de verantwoordelijkheid ligt bij de zorgorganisatie
Kies een vast moment met zoveel mogelijk vaste vrijwilligers en deelnemers
Vraag experts om over een thema te komen vertellen
Natuurkennis volledig weglaten
Enkel de verharde paden nemen (letterlijk en figuurlijk)
Verwachten dat iedereen altijd komt
Vrijwilligers het volledige programma laten draaien
De rol van zorgverlener aannemen en ongevraagd te hulp schieten
Ga uit van een gelijkwaardige relatie, als natuurgids en natuurliefhebber plezier, de natuur en de mogelijkheden staan voorop, niet de beperkingen van de dementie.’ Het werken met mensen met dementie is heel verschillend, maar soms hebben we de neiging om iets te veel ongevraagd te helpen, vindt Mary. ‘Pak niet automatisch een arm vast. We hebben te maken met volwassen mensen, die prima kunnen aangeven wat ze wel of niet willen.’
Wil jij ook aan de slag met deze doelgroep? Mary raadt het van harte aan. ‘Ook als je het een beetje spannend vindt. Neem het initiatief en zoek contact met een passende organisatie.’ Zorg ervoor dat je niet alleen IVN’ers betrekt, maar ook de vrijwilligers van de organisatie waarmee je samenwerkt. ‘Zij kennen de mensen goed, weten waar hun behoeften liggen en dragen de verantwoordelijkheid voor hen.’
Tijdens de herfst- en wintermaanden, wanneer de schemering zich al vóór kinderbedtijd aandient, kun je kinderen laten genieten van dit magische moment. Ga op schemeravontuur. IVN’er Marijke geeft tips.
Bij IVN Leidse regio organiseert
Marijke Hollander een paar keer in het jaar een schemerwandeling rondom Wassenaar. De wandeling loopt door de bossen, duinen en over het strand. ‘In de schemering maak je heel anders gebruik van al je zintuigen’, vertelt Marijke. ‘Hoe langer je in de schemer bent, hoe meer je ogen wennen en hoe meer je kunt zien. Je oren staan op scherp en je voelt de temperatuur steeds verder zakken.’
Dieren en sterren spotten ‘Vooral als je stil bent, zul je ook dieren kunnen spotten’, gaat Marijke verder. ‘Een stiltebeleving is daarom een leuk idee. Dat lukt prima als je de kinderen een opdracht geeft. Bijvoorbeeld om te focussen op wat ze allemaal horen, ruiken of voelen. Ineens vliegen er dan gakkende ganzen over. Of hoor je het
Naam: Joris Bredewold Leeftijd: 7 jaar
Wat heb je gevonden? ‘Takjes, mos, dennenappels voor in ons zelfgemaakte insectenhotel’
Wat is er bijzonder aan? ‘We hopen dat de bijen en andere insecten een fijn thuis krijgen in onze buurttuin. Zij helpen ons weer in de moestuin en bij de bloemetjes!’
Heeft jouw (klein)kind al struinend iets moois gevonden in de natuur en wil het daarmee in Mens en Natuur? Maak een foto van je kind met zijn of haar vondst en stuur het naar mensennatuur@ivn.nl
typische geluid van een pad. Door de geluiden te volgen naar een plas of vijver kun je erachter komen dat het om een rugstreeppad gaat. Als je gelukt hebt, zie je ook glimwormpjes in het bos, maar die zie je alleen als het echt donker is.’
Marijke neemt vaak heet water mee en gaat dan op zoek naar dennennaalden en munt. ‘Hiervan kun je een heerlijk kopje thee maken tijdens het stiltemoment,’ legt Marijke uit. ‘Dan gaan we met z’n allen even zitten om naar de sterren te kijken.’
Betere nachtrust
Door nog even naar buiten te gaan als het schemert of net donker is, krijgen kinderen de kans om voor het slapengaan tot rust te komen. Dat is goed voor de nachtrust. ‘De meeste kinderen worden vanzelf stil zodra het donker wordt’, zegt Marijke. ‘En de ouders ook!’
Je eigen schemeravontuur
Het donker kan wat spannend zijn, maar door samen naar buiten te gaan, leert je kind op een veilige manier om te gaan met het onbekende. Stippel je route van tevoren uit en zoek uit waar je wel en niet mag komen in het donker. In veel natuurgebieden worden bezoekers namelijk geweerd na zonsondergang. Gelukkig kun je in het park om de hoek ook genoeg beleven.
Probeer zo weinig mogelijk licht mee te nemen. Marijke: ‘Een zaklamp is wel slim om bij je te hebben voor noodgevallen, maar houd die zo veel mogelijk uit. Dan zie je het meest.’
Schemeractiviteiten bij IVN Wil je ook eens mee met Marijke? Houd dan de agenda van IVN Leidse regio in de gaten. De wandeling is ge schikt vanaf 8 jaar. Of kijk bij je lokale IVN-afdeling of er iets georganiseerd wordt wat erop lijkt! Je vindt alle activiteiten op ivn.nl/natuuractiviteiten
Welke dieren zie of hoor jij allemaal tijdens de schemerwandeling? Let goed op en streep ze af op dit lijstje. Let op: sommige dieren zie je nu minder vanwege de winterslaap.
Winters worden warmer en korter en verliezen hun functie als rustmoment. Onderzoek toont aan dat er een grote mismatch in de timing van de natuur ontstaat.
TEKST PAUL Q DE VRIES ILLUSTRATIES GITTA PARDOEL
Waar denk je aan bij dieren in de winter? Misschien aan kramsvogels en koperwieken die naar Nederland komen. Een hermelijn met een witte vacht zodat hij in de sneeuw niet opvalt. Roodborst en winterkoning die de laatste bessen eten van de lijsterbes en hulst. De bomen zijn kaal, egels en vleermuizen slapen tot de dagen weer langer worden, de natuur is in diepe rust.
Dit Kerstkaart-tafereel is allang niet accuraat meer. Door klimaatverandering kennen we vooral nog kwakkelwinters, en eigenlijk is die benaming ook al niet passend. Onze winters zijn extreem geworden: niet vanwege sneeuw en ijs, maar omdat ze steeds warmer zijn en korter duren. En dat heeft enorme impact op de natuur.
‘De temperatuur in de winter was in het tijdvak 1991-2020 gemiddeld 3,9 graden Celsius’, zegt bioloog Arnold van Vliet.
‘Vijftig jaar geleden was dat nog 2,0 graden. De winters zijn dus bijna 2 keer zo warm geworden. De laatste winter, van 2023 naar 2024, was het zelfs gemiddeld 6,3 graden in Nederland. We hebben geen echte winters meer. We zijn tegenwoordig al blij als we twee dagen kunnen schaatsen.’
Van Vliet is werkzaam aan Wageningen University & Research, waar hij zich met name bezighoudt met citizen sciencenetwerken. Hij is initiatiefnemer van Nature Today, dat nieuwsberichten brengt over actuele gebeurtenissen in de natuur. Een onderdeel daarvan is de Natuurkalender, een waarnemingsnetwerk waarbinnen vrijwilligers kunnen doorgeven wanneer ze bijvoorbeeld de eerste gierzwaluwen, wespen of ringslangen zien, of wanneer bepaalde bomen en planten in bloei staan of hun blad verliezen. Het bestuderen van cycli en jaarlijks terugkerende natuurverschijnselen, zoals bijvoorbeeld ook bloei en bladval, wordt fenologie genoemd. En door al die gegevens te vergelijken kun je zien welke verschuivingen over de jaren plaatsvinden. Van Vliet: ‘De timing van de natuur is de beste indicator van klimaatverandering.’
Te vroeg wakker
De hogere temperaturen maken dat de winter zijn functie verliest als rustmoment voor de natuur. ‘Het basisenergieverbruik van overwinterende insecten is nu veel hoger dan vroeger’, zegt Van Vliet. ‘Dat is een puur fysiologisch
In januari krijgen we al meldingen van vlinders
verschijnsel, waardoor insecten meer energie verliezen en kwetsbaarder worden voor ziekten of schimmels. Ze worden verzwakt wakker, vaak ook te vroeg. Het is geen zeldzaamheid meer dat we in januari al meldingen krijgen van vlinders.’
Het is funest voor de populaties van insecten. ‘Al sinds de jaren 90 loopt de populatie dagvlinders in Nederland sterk terug. In Duitsland nam de biomassa aan insecten in dezelfde periode met 70 procent af. De hogere wintertemperatuur lijkt hierin de verklarende variabele.’ Bij padden speelt hetzelfde probleem: door hogere temperaturen verbruiken ze meer energie tijdens de winterslaap. Ook zij worden verzwakt of te vroeg wakker. ‘Uit recent onderzoek van RAVON blijkt dat de populatie van de gewone pad sinds 2008 met 60 procent is gedaald.’ Die zogenaamde ‘vroege activering’ speelt ook de egel en de vleermuis parten. ‘Als ze zo vroeg ontwaken, is er vaak nog helemaal geen voedsel voor ze beschikbaar. Dit zijn sluipende effecten die we vaak helemaal niet goed in de gaten hebben.’ Een korte winter betekent vaak ook een vroeg voorjaar. ‘Sinds de Natuurkalender van start ging hebben we nog nooit zo’n vroeg voorjaar gehad als dit jaar. Bloei en bladvorming van planten en bomen kwamen een maand eerder op gang vergeleken met wat vijftig jaar geleden normaal was. Die effecten zagen we bij de witte paardenkastanje, vlier, beuk en zomereik. Als het dan toch ineens nog een paar nachten gaat vriezen, is het risico van vorstschade enorm.’
Een natuurverschijnsel dat afgelopen zomer iedereen leek bezig te houden, was de enorme hoeveelheid naaktslakken. Moestuinen werden leeg gevreten, hoe moet je ze bestrij-
den; de media kregen er geen genoeg van. Van Vliet: ‘Het leek dit jaar wel alsof we 17 miljoen naaktslakkenexperts in Nederland hebben. Maar zonder gekheid: de naaktslakken profiteerden van een warm jaar, met veel neerslag, terwijl de populaties van hun natuurlijke vijanden afnemen. Het zijn precies dit soort trends die we proberen in kaart te brengen.’
In de herfst zien we tenslotte dat veel planten langer doorgroeien. Het groeiseizoen begint dus niet alleen eerder, het gaat ook langer door – soms zelfs tot diep in de winter. ‘Stichting FLORON organiseert de zogenaamde Eindejaarsplantenjacht, met tellingen tussen Kerst en oud en nieuw. Er worden tegenwoordig honderd soorten geteld die dan nog in bloei staan. Maar de insecten die zulke planten bestuiven zijn er in dat jaargetijde niet meer. Er is een grote mismatch in de timing van de natuur aan het ontstaan.’
Die mismatch is op allerlei gebieden zichtbaar. Bijvoorbeeld in de beschikbaarheid van voedsel. De eieren van koolmezen komen in de regel uit in de periode dat er veel rupsen beschikbaar zijn voor de kuikens. Maar als de lente eerder begint, is de rupsenpiek al voorbij tegen de tijd dat er hongerige koolmezen in het nest zitten. Ook zie je dat bepaalde vogelsoorten later of helemaal niet meer trekken en zien we een verschuivende paar- en broedtijd van veel soorten. De effecten spelen niet alleen in tijd, maar ook in ruimte. Want ook het verspreidingsgebied van soorten is aan het veranderen. De steltkluut, voorheen een typisch Zuid-Europese soort, broedt steeds vaker in Nederland. De wilde zwaan daarentegen zien we steeds minder. Ze nemen vaak niet meer de moeite om af te zakken naar hun overwintergebied als het toch niet meer zo
Naast Natuurkalender.nl en Muggenradar.nl zijn er nog meer sites waarop natuurliefhebbers hun waarnemingen kunnen doorvoeren om wetenschappers te helpen de gevolgen van klimaatverandering in kaart te brengen. En ook hier is meteen duidelijk wat het belang voor mensen zelf is. Want het gaat om teken die de ziekte van Lyme kunnen verspreiden (Tekenradar.nl) en de ‘plaagdruk’ van de eikenprocessierups (Processierups.nu). Met de GrowApp, een ander initiatief van Nature Today, kun je van foto’s gemaakt op je telefoon een timelapse maken om seizoensveranderingen vast te leggen. Dit levert ook weer data op waar fenologen en andere onderzoekers hun voordeel mee doen.
‘De winter verliest zijn functie als rustmoment voor de natuur’
koud wordt. Van Vliet: ‘Er is een massale volksverhuizing aan de gang in de natuur, grof gezegd van het zuiden naar het noordoosten.’
Maar dan botst de natuur op de mensenwereld: soorten hebben nauwelijks nog de ruimte om uit te wijken of te migreren. ‘Geschikt leefgebied vinden is al problematisch, helemaal als ook de klimaatzones nog verschuiven. De natuur stond al geweldig onder druk, en klimaatverandering schudt het allemaal nog eens extra op ook.’
Van Vliet wijst ook op de interacties tussen klimaatverandering en andere problemen, zoals de stikstofcrisis. ‘Een overvloed aan stikstof zorgt ervoor dat bomen minder diep wortelen en meer blad aanmaken. Dat betekent dat ze minder goed water kunnen opnemen en gemakkelijker water laten verdampen. Precies wat je niet nodig hebt in een hete, droge zomer.’
Het nieuwe normaal
De effecten van klimaatverandering pakken per soort verschillend uit. Koudeminnende soorten zoals de kemphaan, spotvogel, velduil en het veenbesblauwtje verdwijnen uit Nederland. Maar de ijsvogel, zilverreiger en bijeneter nemen juist in aantal toe. Toch wil Van Vliet niet spreken over ‘winners en losers’ van klimaatverandering. ‘Vaak zijn het verschuivingen. Een dier dat nieuw leefgebied vindt in Nederland, raakt dat in Zuid-Europa misschien wel kwijt. Ik vind het ook leuk om ijsvogels te zien, maar als ik ze hier heel vaak ga waarnemen, vind ik dat toch ingewikkeld. Want het is een teken van een zorgelijke ontwikkeling, die in heel korte tijd plaatsvindt. De toename van ijsvogels geeft dan toch een nare bijsmaak.’
Klimaatverandering zal de natuur zoals we die gewend zijn in Nederland ingrijpend veranderen. Wat betekent dat voor natuurorganisaties die opkomen voor natuurbehoud en biodiversiteit? ‘Veel natuurorganisaties focussen nog steeds op natuurdoeltypen die gebaseerd zijn op het verleden. Het zit heel diep in de werkwijze van natuurbeschermers om alleen naar het verleden te kijken. Maar het beleid, en de doelstellingen, zijn nu niet klimaatbestendig.’
Een bijkomend probleem is volgens Van
Vliet dat mensen een slecht geheugen hebben voor wat ‘normaal’ is in de natuur. ‘De meeste mensen zien totaal niet wat er aan het veranderen is en hoe snel dat gaat. We vergelijken onze waarnemingen telkens met de situatie van een paar jaar geleden, maar dat is niet de juiste referentie. Je moet verder terug in de tijd en naar de historische context kijken om de omvang van het probleem te zien. Dan zie je pas wat we zijn kwijtgeraakt en hoe de natuur verandert. Dat noemen we het ‘shifting baseline syndroom’: we baseren de norm op de soorten, populaties en toestand die we nu zien, maar dat is al een stuk minder dan hoe het vroeger was.’
Volgens Van Vliet is er in ons natuurbeleid, in de landschapsinrichting en in de soortenbescherming, een ‘nieuw verhaal’ nodig. ‘Daarin moeten klimaateffecten worden meegenomen: welke gebieden zijn kwetsbaar, welke soorten kunnen hier nog leven, hoe zit het met onze waterhuishouding. En vooral ook: wat is de impact op ons mensen? Wat boeit het dat het sneeuwklokje steeds eerder te zien is, kan een scepticus zeggen. Maar we moeten ons goed realiseren dat klimaatverandering en de effecten daarvan op de natuur óók ons raken.’
Tijgermug
De effecten van klimaatverandering op de Nederlandse natuur zijn niet alleen op het land, maar ook in het water merkbaar. Zo wordt het water van de Noordzee steeds warmer. Volgens Stichting De Noordzee gaat de opwarming van de Noordzee zelfs sneller dan die van de oceanen. Het levert dezelfde mismatch op als op het land: als de jonge vis uitkomt is er mogelijk nog niet genoeg algenbloei geweest, waardoor er weer onvoldoende zoöplankton is om te eten. En ook hier zien we verschuivingen in het verspreidingsgebied van soorten: kabeljauw en schelvis trekken naar het noorden, uit het zuiden zoeken inktvis, zeebaars en mul vaker de Noordzee op. Over de gevolgen van klimaatverandering op de zuurgraad, het zout- en zuurstofgehalte van het water en de zeestromingen hebben we het dan nog niet eens gehad.
van het veranderende klimaat. De Muggenradar is zo’n methode. Op basis van de waarnemingen is te voorspellen waar en wanneer overlast door muggen zal optreden en kunnen we een betere inschatting maken van de kans op ziekteoverdracht.’
Onze gezondheid is een goed voorbeeld. Neem de tijgermug, een van de soorten waar we door klimaatverandering aan zullen moeten wennen. ‘Hij is al in 50 gemeenten gesignaleerd. Het is van oorsprong een Aziatische soort, een van de meest invasieve exoten die we kennen. Als die zich hier breed weet te vestigen, kunnen we in de zomer niet meer ontspannen in de tuin zitten. Je wordt de hele dag door gestoken. Ze kunnen daarbij ook nog eens dengue, chikungunya en zikakoorts verspreiden. Mensen weten niet waar ze vandaan komen en geven de natuur de schuld, maar het ligt echt aan ons: de klimaatverandering die we hebben veroorzaakt.’
Muggenoverlast kan worden gemonitord via de waarnemingen op Muggenradar.nl, een ander citizen science-project binnen Nature Today. ‘Met zulke projecten willen we de samenleving helpen methoden en technieken te ontwikkelen om zich aan te passen aan de gevolgen
Hoewel veel effecten van klimaatverandering in ieder geval op de voorzienbare termijn onomkeerbaar lijken, betekent dat volgens Van Vliet niet dat we bij de pakken neer moeten zitten. ‘Juist de urgentie en de impact van dit probleem motiveren mij in het werk dat ik doe. Er zijn ook veel kansen. We hebben de kennis en de capaciteit om heel snel zaken te kunnen omgooien. In Wageningen werk ik vlakbij de Binnenveldse Hooilanden. Geweldig om te zien hoe verstandig beleid en samenwerking tussen inwoners, boeren, terreinbeherende organisaties en overheid daar in een paar jaar tijd een geweldig natuurgebied van heeft kunnen maken. Bloeiend grasland, vol met orchideeën, vogels en reeën. Dat we zoiets zo snel voor elkaar kunnen krijgen, daar haal ik mijn hoop uit.’ l
Mooyland maakt cider van oude fruitrassen om hoogstamboomgaarden te behouden. Oude boomgaarden zijn een hotspot voor biodiversiteit en vormen een thuis voor vele vogels, dieren en planten. Met elk glas cider draag jij bij aan het behoud van de boomgaarden. Proef of word appeldonateur via mooyland.nl
Het boek ‘Hoe het groeide’ van Nobelprijswinnaar Knut Hamsun, uit 1917 (!), is opnieuw uit het Noors vertaald en IVN’er Brenda Bosma vond het schitterend: ‘Hamsun beschrijft weergaloos de liefde voor de aarde, de seizoenen en de duidelijke plaats van de mens daarbinnen. Hij beklaagde zich met het boek dat een kalm en ijverig leven in de natuur aan het verdwijnen was. Niet helemaal meer van deze tijd, maar er valt genoeg te herkennen, zoals de intriges en roddels binnen het dorpje, soms schrijnend en soms hilarisch. Ik vond ‘t een echte pageturner, en er waren nogal wat pagina’s.’ Oevers | ISBN 9789493290112 | €28,50
Hoe leg je aan een kind van acht jaar uit dat zijn wereld ingrijpend verandert als klimaatverandering doorzet? In deze podcastserie gaan Carice van Houten en Sieger Sloot samen met wisselende bekende Nederlanders op zoek naar antwoorden op urgente klimaatvragen. Te beluisteren op Spotify en andere podcastplatforms.
De relatie tussen mens en natuur verkeert in een crisis. Zeg maar gerust een relatie-crisis. Dus wat is logischer dan relatietherapie? In deze film gaan vier personen, ieder met een compleet andere relatie met de natuur, in gesprek met relatietherapeut Dirk de Wachter. Lukt het ons mensen, met de klimaatverandering die boven ons hoofd hangt, deze relatiecrisis te overwinnen? Want scheiden is geen optie. Te bekijken op npo.nl (aflevering 7 van De Boeddhistische Blik)
Drie keer per dag kiezen we met ons eten in wat voor wereld we willen leven. Fork Ranger biedt met hun boek, seizoens kalender en app een kompas voor bewuste voedselkeuzes. Krijg inzicht over de impact van voedsel met heldere visuals en ga direct aan de slag met lekkere recepten. Bekijk de producten op forkranger.nl en download de Fork Ranger app gratis in de App Store of Google Play.
Maak kans op een Fork Ranger set, bestaande uit de seizoenskalender en het boek. Doe mee aan de winactie op ivn.nl/fork-ranger
‘Doe-nietslandbouw’
Natural Farming creëert met zo min mogelijk moeite een overvloed aan voedsel, simpelweg door te vertrouwen op de natuurlijke processen. Dat betekent niet ploegen, niet bemesten, niet wieden, niet snoeien en geen chemicaliën gebruiken. Dit handboek biedt je sleutels om de aarde te dienen en overvloed te creëren. Kutluhan Özdemir | Natural farming en de kunst van het nietsdoen | ISBN 978 94 93394 08 7 | €25,99
Winactie
Ontmoet de meest bijzondere paddenstoelen, van de koninklijke vliegenzwam tot het fluweelzachte eekhoorntjesbrood. Door het hele boek reizen een slak en een piepklein spinnetje met je mee. Met korte rijmpjes en schitterende waterverfillustraties voor de jonge natuurliefhebber. Anne-Lieke Faber | Lemniscaat ISBN 9789047716358 | €11,99
Wil jij één van de drie exemplaren winnen? Ga naar ivn.nl/paddenstoelenvriendjes
Wat is jouw meest dierbare natuurherinnering, die ene ervaring die je hart heeft geraakt en jouw drijfveer is geworden om je in te zetten voor de natuur? Dat is het verhaal dat er écht toe doet. Sandra Ball en Job van den Assem delen theorie en praktische tips om jouw verhaal te vinden en in te zetten voor verandering. Bestel het boek voor €15,- via lowlanderproject.nl
In welke streek ligt jouw tuin? En hoe verwelkom jij de plant- en diersoorten die van nature in die streek voorkomen? Streektuinen.nl helpt je op weg met uitleg over 25 ecologische streken en hun bodemtypes. Ontdek hoe jij van jouw tuin een klein natuurgebied kan maken. Meld je tuin aan en doe inspiratie op bij andere streektuinen.
Word jij ook blij van bloemen? Fleur je huis op (zelfs in de winter!) met de (droog)boeketten van Slow Flower bloemisten. Zij staan voor seizoensgebonden, lokaal geteelde en natuurvriendelijke bloemen. Bekijk welke telers, bloemisten en ateliers bij jou in de buurt zijn op slowflowers.nl of bestel direct via wilderful.nl
Meer weten over de wereldwijde slow flowerbeweging? Lees het boek ‘Slow Flowers’ van Katja Staring. Terra | ISBN 9789089899569 | €34,99
Schrijver en radiomaker Nikki Dekker graaft in Graafdierin de bodem van De Groote Peel: in de natuur, in de geschiedenis en in zichzelf. Ondertussen geeft ze haar lezers ook wat oefeningen mee waarmee je zelf ook dichter bij de kern kan komen. ‘Ik ben blij dat ik nu de veenmol ken.’
TEKST ROB BUITER FOTOGRAFIE LAURA CNOSSEN
Je kunt beter naar spinnen turen dan e-mails beantwoorden
Favoriete natuurgebied
‘Dat is toch een onmogelijke vraag als je nog niet alle natuurgebieden hebt gezien?!
Zonder rijbewijs kan ik in ieder geval wel zeggen dat de NS-wandeling van Driebergen naar Maarn de leukste is die ik ken. Vooral bij zonsopkomst of ondergang, met het rode licht op de gevallen dennennaalden.’
Met wie gaat je daar het liefst naartoe?
‘Met mijn vriend. Niet alleen omdat hij veel meer weet van de planten en bomen dan ik, maar vooral omdat het met hem geen probleem is om samen in stilte te lopen.’
Favoriete dier
‘Ook zo’n onmogelijke vraag. Maar toch ga ik voor de bultrug, al was het maar omdat die misschien ooit weer regelmatig terugkomt in de Noordzee.’
Wat is je bijzonderste natuurervaring?
‘In Canada kampeerden we ooit aan de oevers van de Johnstone Strait, bij Vancouver Island. Daar hoorden we ’s nachts de walvissen ademhalen. We zagen niets in het pikkedonker, maar dat geluid…’
Wat moet elk kind voor z’n tiende gedaan hebben?
‘Geef elk kind de ruimte en de mogelijkheid om eigen aanknopingspunten te vinden. De stap van liefde voor dino’s naar vogels is een makkelijke, maar zelfs een kind dat van het vangen van Pokémon houdt, kun je uiteindelijk met een klein beetje creativiteit bij de natuur betrekken.’
Of ze misschien een week of twee in De Grote Peel wilde bivakkeren?’ De uitnodiging van het schrijversplatform Tilt en het Brabants Cultuurfonds kwam voor Nikki Dekker precies op het goede moment. Haar mailbox puilde uit met onbeantwoorde mails en haar hoofd liep over. Twee weken ‘off grid’ in een haar nog onbekend natuurgebied kwamen dus als geroepen. De ‘voorwaarde’ was dat ze tijdens haar verblijf een essay zou schrijven rond het thema ‘de bodem’, voor bij de tentoonstelling The Soils – De Aarde, in het Van Abbemuseum in Eindhoven.
Hoe is De Grote Peel bevallen? ‘Heel erg goed. Ik kwam in een totaal andere wereld terecht; ik had me niet eerder beziggehouden met wat zich ondergronds bevindt. Ik voelde me eerder aangetrokken tot het blauw van de zeeën en oceanen dan tot het zwart, groen en bruin van de bodem. Ik moest ook echt een drempel over om insecten en andere kriebelbeestjes leuk te gaan vinden. Maar goed, Aglaia Bouma, op dit moment waarschijnlijk één van de bekendste insectenonderzoekers van ons land, begon haar liefde voor alles met zes of acht pootjes ook vanuit een enorme angst voor spinnen, dus dat moest ik ook kunnen!’
Je bent – als ik het oneerbiedig mag uitdrukken – vrij naïef de natuur ingestapt. Niet als bioloog, maar als schrijver met een achtergrond in de literatuurwetenschappen. Helpt dat?
‘In zekere zin wel ja. Het is natuurlijk geweldig om precies te weten waar je naar kijkt, maar daardoor ontstaat er ook een afstand tussen de kenner en de gemiddelde lezer. Als mijn vriend, die Bos- en Natuurbeheer studeert, over de natuur begint en het binnen twee zinnen heeft over ‘vaatplanten’, of ander jargon, dan onderbreek ik hem ook meestal. Als je een brede groep mensen voor de natuur wilt interesseren, helpt het om er zelf niet te veel vanaf te weten. Op mijn eerste dag in De Peel twijfelde ik zelfs nog over wat een berk was en wat niet. Maar als je dan verder gaat graven, in mijn geval vrij letterlijk, gaat er echt een wereld voor je open.’
Wat leer je dan, tijdens zo’n retraite in De Peel?
‘Door mijn letterlijke en figuurlijke tijdreis in de bodem ben ik met mijn neus op heel veel feiten gedrukt. Ik ben dingen in een groter perspectief gaan zien. Ik werd daarbij geholpen door het boek Natuuramnesie, van Marc Argeloo, dat ik had meegenomen. Dat liet mij zien dat je de natuur kent uit jouw tijd, maar niet weet wat er allemaal verloren is gegaan. Ik wist niet beter of voor walvissen moet je naar een ver buitenland. Wist ik veel dat die tweehonderd jaar terug ook in grote aantallen in onze Noordzee zwommen. De bultruggen die nu heel af en toe weer onze kant op komen, die hóren hier gewoon, maar zijn ooit verdwenen door de jacht, vervuiling en overbevissing. Ook in De Peel is zo vreselijk veel natuur verdwenen, of beter gezegd: opgebrand als turf in de kachels. Mijn vriend heeft als terugkerend levensmotto “Het is wat
Over Nikki Dekker
Nikki Dekker (Amersfoort, 1989) studeerde Literatuur aan de Universiteit van Amsterdam en Creatief Schrijven aan de Kingston Universiteit in Londen. Zij debuteerde in 2022 met de roman Diepdiepblauw (De Bezige Bij). Zowel Trouw als de Volkskrant riepen haar daarop uit tot literair talent van 2023. Behalve schrijver is ze ook radiomaker; ze heeft documentaires en podcasts voor de NTR en de VPRO gemaakt. Daarnaast is Nikki op onregelmatige basis columnist voor Vroege Vogels.
het is.” Ik zet daar regelmatig tegenover: “Het zou niet zo moeten zijn.” Misschien komt dat ook door de vraag waar ik mijn uit-de-hand-gelopen-essay Graafdier mee begin: waarom besta ik?’
Aan de andere kant lijk je je ook af te zetten tegen al te moralistische taal. Als
het in jouw boek gaat over de ecologische voetafdruk, begin jij over ‘gezeik over milieunormen’?!
‘Dat is waar, maar dat is zeker niet omdat ik vind dat je roekeloos met de natuur of het milieu om kunt gaan. Het is eerder dat ik wil erkennen dat zulke woorden een negatieve bijklank hebben gekregen,
een soort vervelend vingerwijzen, waar je bijna niet meer aan ontkomt. Die term ‘ecologische voetafdruk’ is ooit bedacht door oliebedrijf BP, wist je dat? Dat vind ik dus een vreselijk cynische manier van green washing, van de schuld van jouw schadelijke werk afschuiven op de consument. Maar dat neemt niet weg dat je
Oefening uit Graafdier
Als een mens een van z’n zintuigen verliest, schijnt de rest scherper te worden. Nou neemt dat proces in de regel maanden of jaren in beslag, maar de schrok van een plotseling wezenlijk andere werkelijkheid kan ook al veel bewerkstelligen.
1 Zet een slaapmasker op, knoop een theedoek of een sjaal om. Blinddoek jezelf. Ogen doen er niet meer toe. Van nu af aan ga je voelen, horen, ruiken en proeven.
2 Kom dichterbij de aarde. Stop met lopen. Ga kruipen, of beter nog, liggen. Tijger over de grond, met je gezicht naar beneden gekeerd.
3 Voel de structuur van de bodem: plakt of kleeft het, is het korzelig of zacht? Bestaat ze uit grind of zand, klei of leem? Is het droog, is het nat? Huizen er andere beestjes in?
natuurlijk wel degelijk verantwoordelijk bent voor alle troep die je gedurende je leven achterlaat en veroorzaakt.’
Wat nam je uiteindelijk definitief mee uit de Peel naar huis?
‘In letterlijke zin? Een steen die volgens de geoloog die ik ernaar vroeg wel 300 miljoen jaar oud bleek te zijn. Zo diep ben ik uiteindelijk gekomen met mijn graafwerk. En dan was dat nog maar een heel klein stukje in het schilletje om de appel van onze aardbol.
In figuurlijke zin neem ik mee dat het veel nuttiger en fijner kan zijn om een hele dag naar een spin te turen, dan een hele dag mails te beantwoorden. We moeten volgens mij af van het idee dat alles alleen maar moet groeien. Als je houdt van hardlopen, dan kun je toch ook niet onbeperkt alleen maar harder en harder en harder? Er zit een grens aan jou en aan je omgeving.
En de veenmol, de dichobunidae (uitgestorven zoogdier_red), en al die andere soorten en verhalen die ik dankzij m’n boek op het spoor ben gekomen. Ik ben blij dat ik ze nu ken!’ l
De winter is een uitstekend seizoen om bomen te leren herkennen. Ze zijn op naam te brengen aan de hand van knoppen, bollen, propellers, worstvormige structuren of schors.
Eén of twee bollen aan een steeltje.
Gevlekte stam met bruine, groene en gele tinten.
Slierten in groepjes aan eind van takjes.
De uitsteeksels van de bladeren zijn afgerond.
Vleugeltje
Drie of vier bollen met heel fijne stekeltjes aan een steeltje.
De kenmerken uit deze illustratie zijn afkomstig uit het boek van Dirk Slagter. ‘Ontdek Winterkenmerken van bomen, struiken, bamboes, houtige klimplanten en houtige kruipplanten.’ Pictures Publishers.
Enorme, donkerbruine peulen van zo’n 25 cm lang.
De Amerikaanse eik heeft minder diep ingesneden bladeren dan de moeraseik. Er zitten dun uitlopende punten aan het blad.
Aan de langwerpige vleugel hangt een steeltje met bolletjes.
Illustraties: EvaOntwerp
Witte schors
Bruine, worstvormige structuren aan het eind van takjes.
Kleverige eindknoppen. Lange, slanke knoppen en zijknoppen.
Opgeklapte bollen met scherpe stekels. De binnenkant van de bol is fluweelachtig lichtbruin.
Stekelige bolletjes met vier opengeklapte kleppen.
De bollen lijken op miniatuur-dennenappels. De bladeren hebben regelmatige tanden langs de rand.
Ovaal blad met een toegespitste top.
Vorig jaar heb ik bewust een kerstboom mét kluit gekocht zodat ik deze daarna in de tuin kon planten. Ondanks de goede verzorging terwijl hij binnen stond te shinen, ging hij na het terugplanten al gauw dood. Hoe zorg je ervoor dat je eigen kerstboom de verhuizing overleeft?
Ester Bullens, IVN Amsterdam
Jouw boom heeft de grootste kans op overleven als je kiest voor een kleine boom die in een grote pot is gekweekt. Zorg er tijdens de weken in huis voor dat de kluit iedere dag goed vochtig is. Ziet de boom er na de feestdagen nog goed uit, dan heeft het zin de kerstboom buiten te planten.
Laat de boom voor het planten acclimatiseren in een koele ruimte (binnen). Plant de boom niet te diep (wortels vlak onder de grond). En gebruik bij het planten veel water (2 emmers in de kuil vooraf). Geef de boom daarna regelmatig water, ook in de wintermaanden. Natuurlijk is het huren of adopteren van een kerstboom ook een optie. Of denk eens aan een losse kersttak of versier een mooie kamerplant.
Sanne Janssen, voorlichtingsorganisatie
Milieu Centraal
Deze jonge natuurliefhebber ervaart hoe heerlijk buitenspelen kan zijn. IVN Natuureducatie werkt aan een (be)leefwereld waarin contact tussen kind en natuur vanzelfsprekend is. IVN brengt de natuur dichtbij, en faciliteert pedagogisch medewerkers, leerkrachten en ouders met opleidingen en lesmaterialen. Zo werkt IVN aan een duurzame, groene en gezonde samenleving.
Dankzij onze deelnemers kregen 176 goede doelen dit jaar een bijdrage. Samen met deze organisaties werken we aan een rechtvaardige, groene en gezonde wereld. IVN Natuureducatie ontving de afgelopen vijf jaar een totale bijdrage van € 10,5 miljoen. Sinds de oprichting van de Postcode Loterij in 1989 hebben we al € 8 miljard aan goede doelen kunnen schenken. Samen voor een betere wereld: postcodeloterij.nl
U een kans, zij een kans.
We vergeten het soms een beetje. Maar natuur, dat zijn wij. Het is de basis van alles wat leeft. De natuur staat onder druk en de afstand tussen mens en natuur is nog nooit zo groot geweest. IVN laat kinderen en volwassenen beleven hoe leuk, gezond én belangrijk natuur is. Zo brengen we de natuur weer dichtbij. Want hoe meer je ervan houdt, hoe beter je ervoor gaat zorgen
Help je mee? Met jouw donatie steun je landelijke IVN-projecten en activiteiten die volwassenen en kinderen in contact brengen met de natuur. Scan de QR-code voor meer informatie.