Het optimale complot

Page 1

HET OPTIMALE COMPLOT



Antoine Parisis & RenĂŠ De Witte

HET OPTIMALE

COMPLOT Hoe de broers Parisis en hun klanten gerold werden

Van Halewyck


© 2016, Antoine Parisis, René De Witte en Van Halewyck Van Halewyck maakt deel uit van Pelckmans uitgevers nv (www.pelckmansuitgevers.be, Brasschaatsteenweg 308, 2920 Kalmthout, België) Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geauto­ matiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, op welke wijze ook, zonder de uitdrukkelijke vooraf­gaande en schriftelijke toestemming van de uitgever, behalve in geval van wettelijke uitzondering. Informatie over kopieerrechten en de wetgeving met betrekking tot de reproductie vindt u op www.reprobel.be. All rights reserved. No part of this book may be reproduced, stored or made public by any means whatsoever, whether electronic or mechanical, without prior permission in writing from the publisher. Omslagontwerp & beeld zijflap: Niko Bruggemans Omslagbeeld: Shutterstock Zetwerk: www.intertext.be d/2016/7104/76 isbn 978 94 6131 556 4 nur 740/339 vanhalewyck.be

vanhalewyck vanhalewyck van_halewyck


INHOUD

Woord vooraf door Antoine Parisis 7 Waar gingen de tientallen miljoenen euro’s van de Parisisklanten naartoe? 13 De cast 23 De weg naar het succes 27 Van Zßrich tot Dallas 51 From hero to zero 67 Alles in puin 77 Onroerend beleggen in de VS 91 Het proces 115 De geest van Bob Gillier 135 Puzzelstukken leggen 161 Een zeer gepikeerde Piqueur 183 De apotheose 197 Nabeschouwing door Francis Parisis 209 Nabeschouwing door Vincent Parisis 213



7

WOORD VOORAF door Antoine Parisis

Te biecht bij de duivel

H

et was op maandag 9 maart 2009, vier dagen voor de rechtbank van koophandel in Gent de faillissementen van het vroegere zakenkantoor Parisis van mijn broer Etienne en mezelf, een aantal andere bedrijven en ons persoonlijke fail­ lissement definitief zou afsluiten. Ik liep al jaren met een knoop in de maag dat mensen mij afschilderden als een oplichter, een bedrieger, een fraudeur. Was ik immers niet tot vijf jaar effectief veroordeeld? En was het imperium dat mijn broer en ik hadden uitgebouwd op de fundamenten die onze ouders hadden gelegd, niet als een kaartenhuisje in elkaar gevallen? Dat was in 1986. We hadden problemen, meer bepaald in de Verenigde Staten, waar een paar honderd van onze Vlaamse klanten hadden belegd in vastgoedprojecten, allemaal villawijken. Wat niemand had kunnen voorspellen, was het uitbreken van de oliecrisis en het feit dat de vastgoedprijzen in de VS zouden kelderen. Maar het waren tijdelijke problemen die we wel zouden uit­ zweten. Dat is wat wij dachten, maar wij kregen de tijd niet. Onze bedrijven gingen failliet, Etienne en ik werden aangehou­ den en nadien ook nog eens zwaar veroordeeld. Ik heb mij daar


8

HET OPTIMALE COMPLOT

nooit mee kunnen verzoenen omdat ik gestraft werd voor feiten die ik niet had gepleegd. Nogal wat lezers zullen nu den­ ken dat alle veroordeelden dat wel beweren, maar daarom net dit boek: om het echte en volledige verhaal te vertellen en te reconstrueren wat er volgens mij is gebeurd. Het boek doet het later uit de doeken, maar nu al moet ik ver­ tellen dat wij niet de enige investeerder waren in de Ameri­ kaanse projecten. Het geld van onze klanten ging via onze vennootschap Dalfo naar de VS. Eenzelfde deel kwam van de vennootschap BGDI van de ondertussen overleden Belg Bob Gillier. Ook hij deed een beroep op Vlaams geld van de zoge­ naamde Belgian dentist, de wat meer bemiddelde burger. Het zoeken van beleggers deed hij voornamelijk via vier van zijn medewerkers. Een van hen was Jeroen Piqueur, een man die enkele faillissementen achter de rug had toen hij later een ongeziene comeback maakte met wat later Optima werd. Op­ tima, de financiële planner die mensen met een vermogen bijstaat bij het beheer van hun centen. Het zat me al jaren dwars dat de drie curatoren van ons za­ kenkantoor en van Dalfo lieten uitschijnen dat het vastgoed ‘lucht’ was. Dat was het zeker niet. Het had heel lang geduurd, maar van onze gewezen Amerikaanse zakenpartner Mike McAlister kreeg ik op een dag een overzicht van de projecten, met daarbij telkens de waarde. En dat was een heel ander verhaal dan wat de curatoren graag ophingen. Maar wat was er dan met het vastgoed gebeurd? En hoe kwam het dat de curatoren geen dollarcent hadden gerecupereerd en daarmee de particuliere beleggers helemaal in de kou hadden laten staan? Het vastgoed kon toch niet in rook zijn opgegaan? Het was geen fata morgana. Ik ging dus niet akkoord met de af­ sluiting van het faillissement, want er was volgens mij nog (veel) geld te vinden. Als dat zou gebeuren, was meteen bewe­ zen dat ik geen sjoemelaar was geweest en ik de mensen niets had wijsgemaakt.


Woord vooraf

9

Een kennis wees mij erop dat Jeroen Piqueur mij misschien wijzer kon maken. Ik kon een afspraak maken met hem. Mijn zoon Vincent zou me vergezellen. Piqueur wou er absoluut zijn juridische rechterhand bij, Jan De Paepe, advocaat en een van de topmensen bij Optima. Het gesprek begon nogal vriendelijk, maar werd meteen grimmig toen Vincent en ik de Ameri­ kaanse projecten te berde brachten. Dat zinde Piqueur duide­ lijk niet. We vertrokken zonder wijzer te zijn geworden. Meteen nadien dienden Piqueur en De Paepe een strafklacht in tegen ons. Ze beweerden dat wij hen hadden gechanteerd. We zouden geld gevraagd hebben in ruil voor het niet-publiceren van een boek waarin ik Piqueur aan de schandpaal zou nagelen. Die aantijging was absurd. Ik was net naar Piqueur gestapt in de hoop wat klaarheid te hebben in de duisternis. Ik wou inder­ daad een boek uitbrengen, maar was overigens nog maar pas beginnen te schrijven. En vooral, ik had op dat moment nog niet de vermoedens die ik ondertussen heb. Maar dat komt later. De klacht bleef overigens zonder gevolg en Piqueur dien­ ­de een vergoeding te betalen. Terecht. Ik zat nu echt met het ge­­voel dat wij bij de duivel te biecht waren gegaan. Piqueur moest meer weten. Dat wist ik nu wel zeker. Ik zou mijn zoek­ tocht nu echt hervatten. En dat boek moest er absoluut komen. Na mijn brandmerking en veroor­deling was dat een must. In de eerste plaats zou ik het werk van de curatoren aan de kaak stellen. Meteen na hun aanstelling lieten ze ons zaken­ kantoor en aanverwante bedrijven failliet verklaren. Het per­ soneel werd ontslagen. Ze hadden niet eens de moeite gedaan te onderzoeken of een doorstart van de activiteiten mogelijk was. De druppel die bij mij de emmer helemaal deed overlopen, was een dwangbevel van december 2014 van de dienst Directe Belastingen, die achterstallige belastingen van 1982 tot en met 1986 opeiste. De rekening was niet van de poes: bijna 307.000 euro. Ik was woest, want het betekende niet meer of minder dan dat de curatoren mijn fiscale schulden nooit hadden op­


10

HET OPTIMALE COMPLOT

genomen in het passief van de faillissementen. Die zaak had al lang geregeld moeten zijn. Ik werd nog meer gedreven tot het brengen van mijn verhaal, toen ik onverwacht vanuit de VS een brief kreeg van D. ­Michael McAlister, de Amerikaan die in Texas de vastgoedprojecten ter plaatse opvolgde. Zijn rol wordt later in detail beschreven. De brief deed deugd. Ik geef hem hierna integraal en in het Engels weer.

Dear Antoine, After so many years have passed, I am sure you are excited to tell your story of the incidents that occurred in the late 1980’s that ultimately caused the Parisis Family, as we knew it then, to fundamentally disintegrate. But, to your credit, you have shown the courage and determination that was always an admirable trait of ‘a Parisis’. Therefore, you and your immediate family have grown and stayed together in spite of the unfair treatment you received from the authorities. As was stated in my letter to you in 1994, in my belief and understanding, the investments made by the Parisis Family were substantially wise investments that would have matured to result in significant profits had the authorities thoroughly investigated these assets and created a plan to survive the financial recession of the late 1980’s. As delineated in the chart in my letter, the assets had substantial value at that time – estimated at approximately $10,000,000. Unfortunately, I have no knowledge of what investigation was conducted in America concerning these assets. Even though I provided documentation to the FBI showing the status of the properties at that time, I do not know anything relating the disposition of that information. With the effort you have devoted over these many years


Woord vooraf

11

to gather the information to demonstrate the real truth of what happened to the Parisis Family and its investors, I am certain that readers will be moved to an understanding of the ‘REAL TRUTH’. All the Best from your Texas Friend! D. Michael McAlister Dit boek wil een inzicht verschaffen in de krachten en de be­ langen die in onze zaak hebben gespeeld. Zo kan de lezer zelf zijn oordeel vellen. Laat dit boek een waarschuwing zijn voor alle rechtsonderhorigen. Justitie is niet noodzakelijk gelijk aan gerechtigheid. Vrouwe Justitia is allesbehalve blind. Afgunst, macht, geld en relaties kunnen wel degelijk een rol spelen. In mijn geval leek het eerder op het doelgericht creëren van een valse perceptie om daarna ‘recht’ te doen op maat van die per­ ceptie, en niet op grond van de feiten. Als kleine man uit een Gentse volkswijk van het Rabot die de euvele moed heeft gehad om de middelmatigheid te proberen overstijgen, maar die zo naïef was te denken dat hij de gestelde machten zomaar kon trotseren en daarvoor een zware prijs heeft betaald, hoop ik hiertoe mijn kleine steentje te kunnen bijdragen. De negatieve perceptie die gecreëerd werd in de media vond ik zwaar overdreven en achteraf gezien schaamteloos en de journalistiek onwaardig. Het was alsof er een batterij van PRspecialisten ons wilde afschilderen als oplichters die op heel korte termijn rijk geworden waren en het geld van de klanten door een extravagante levensstijl gretig verbrasten. Ten eerste had ik het geld van klanten niet nodig om een rijk leven te heb­­ben, want we hadden een stevige basis meegekregen van mijn familie. Mijn ouders hadden overigens een van de groot­ ste kasbonportefeuilles van het land en dat alleen al was ge­ noeg om zogezegd te kunnen leven van de intrest van de intrest. Ten tweede stonden we ondanks ons luxueuze leven stevig


12

HET OPTIMALE COMPLOT

met de voetjes op de grond. Ik liet mij niet rondrijden in een Rolls, paradeerde niet aan de Côte d’Azur met een luxejacht en vloog vooral niet met een privéjet van het ene feestje naar het andere. Naast het zakenkantoor hadden wij succesvolle ne­­venactiviteiten opgebouwd in verzekeringen, de reis- en de diamantsector en waren wij de eerste en exclusieve verdelers van merken zoals Ralph Lauren, Hublot en Versace. In minder dan 48 uur tijd waren wij en onze klanten alles kwijt en werden we zo maar even meer dan dertig maanden in hechtenis geno­ men. Tijd genoeg voor anderen om listige plannetjes te bedisse­ len en het vermogen te doen verdwijnen in de duisternis. Maar ik zie licht aan het einde van de tunnel. Tot slot draag ik dit boek op aan mijn vrouw Rose en mijn kin­­ deren Francis en Vincent, die onafgebroken aan onze zijde heb­­ ben gestaan en ons steeds door dik en dun hebben gesteund. Mijn familie is mijn alles, ze dreef en drijft mijn leven, deed en doet mij volhouden. Ik wens niemand toe wat mij is over­komen, maar ik wens iedereen wel een familie toe zoals de mijne. Uit de grond van mijn hart hoop ik op gerechtigheid voor me­ zelf en mijn klanten.


13

WAAR GINGEN DE TIENTALLEN MILJOENEN EURO’S VAN DE PARISISKLANTEN NAARTOE? Het ontstaan van dit boek door René De Witte

W

aarom ruim twintig jaar nadat het schandaal rond Za­ kenkantoor Parisis losbrak, nog een boek daarover van de hand van een van de twee broers Parisis, Antoine? De zaak werd destijds in de media bestempeld als het grootste naoor­ logse fraudeschandaal van België. Maar dat was toen. Onder­ tussen hebben we een hele rist andere financiële en/of fiscale schandalen gehad die in omvang niet moesten onderdoen voor de zaak-Parisis. Om er maar een paar te noemen: Assubel, Super Club, Lernout & Hauspie, Fortis, Citibank, Dexia en Spaar Select. Wie lag dus nog wakker van Parisis en een boek daar­ over? Niemand, zo dacht ik toen uitgever André Van Halewyck me vroeg om het manuscript van Antoi­ne Parisis te bekijken, eventueel bijkomende research te doen en het boek samen met Parisis te bewerken. Gaandeweg ontdekte ik het verborgen verhaal achter de zaak-Parisis en ging het mij dagen waarom het boek meer dan ooit brandend actueel zou kunnen worden. Ziehier, waarom. ***


14

HET OPTIMALE COMPLOT

September 1986 was het toen het Gentse werd opgeschrikt door het fraudeschandaal rond Zakenkantoor Parisis. De broers Etienne en Antoine Parisis werden opgepakt en zouden maan­ den in voorlopige hechtenis worden gehouden. Ze werden later veroordeeld tot respectievelijk vijf en elf jaar effectieve gevangenisstraf. Vlak na hun aanhouding werden het zaken­ kantoor en een aantal verwante vennootschappen failliet ver­ klaard. Honderden klanten die via Parisis hadden belegd in vast­goedprojecten in Texas zagen hun spaargeld op die manier in rook opgaan. De curatoren zouden nooit een dollarcent van dat vastgoed kunnen verzilveren. ‘Omdat het weinig meer was dan luchtkastelen’, zou een van de curatoren zich tijdens het strafproces laten ontvallen. Pech voor de beleggers. Ze hadden zich laten oplichten. Einde verhaal. *** Tot hier in grote lijnen wat sommigen zich vandaag misschien nog van de fraudezaak zullen herinneren. Destijds vulden de kranten er nochtans volledige bladzijden mee. Met de defini­ tieve veroordeling van de broers leek het doek definitief te zijn gevallen over het verhaal. Niets meer dus in de pers. De zaak was nochtans nog lang niet afgelopen. Er was immers nog al­ tijd de afwikkeling van het faillissement en dat was op zich ook een straf verhaal. Het zou op enkele maanden na 22 jaar duren voor het op 13 maart 2009 definitief werd afgesloten. Dat werd wel hoog tijd, want het faillissementsdossier had jaren en jaren vooral veel stof liggen vergaren. Over de defini­ tieve afsluiting echter geen letter in de media. Ook niets over het feit dat Antoine Parisis op de zitting voor de rechtbank van koophandel in Gent een poging ondernam om de afsluiting op de valreep te verijdelen. Hij werd de mond ge­snoerd. Boeken dicht. Wie er zich al lang geen moer meer van aantrok, was Etienne. Die had in 1991 zijn kat gestuurd naar het hof van


WAAR GINGEN DE TIENTALLEN MILJOENEN EURO’S NAARTOE?

15

beroep en werd bij verstek veroordeeld. Hij was naar Panama gevlucht en bleef zo uit de greep van het gerecht. Na twintig jaar was zijn straf verjaard en zo kan hij sinds 2011 België weer binnen als een vrij man. *** 13 maart 2009 was voor Antoine Parisis de eerste gelegenheid die hij in vele jaren kreeg om naar buiten te komen met de informatie waarover hij beschikte. En dat was niet niets. Het was altijd blijven knagen dat hij en zijn broer waren afgeschil­ derd als vulgaire oplichters. Want een oplichter is iemand die op het moment dat iemand hem geld toevertrouwt al de inten­ tie heeft om het achterover te drukken. Oplichting veronder­ stelt voorbedachte rade. En dat was zeker niet het geval toen Etienne en Antoine in het begin van de jaren tachtig een nieuw en aanlokkelijk beleggingsproduct ver­koch­ten: vastgoed. Na zijn vrijlating reisde Antoine naar Texas, waar het vastgoed zich bevond, en kon hij er zich met zijn eigen ogen van verge­ wissen dat de projecten helemaal niet de luchtspiegelingen waren die de curatoren ervan hadden gemaakt. Ze waren zichtbaar, tastbaar en vaak grotendeels gerealiseerd. Hier was allicht veel geld verdiend. Maar waar was dan het aan­deel in de winst naartoe dat naar de klanten van Parisis had moeten gaan? De curatoren hadden dus duidelijk hun werk niet goed gedaan, vond Antoine. Misschien viel er met zijn informatie in de VS toch nog iets uit de brand te slepen. Antoine wilde op de zitting van het hof van beroep een brief voorlezen, maar hij kreeg het woord niet. En interesse in de brief zelf was er ook al niet. Case closed. Maar die brief zou wel een boek worden, want hij zette zich aan het schrijven. Het manuscript dat begin 2012 bij uitgever André Van Halewyck belandde, was best vlot en onderhoudend geschreven, en was zeker niet oninteressant. Het was ontluis­ terend over justitie, over zijn advocaten en niet in het minst


16

HET OPTIMALE COMPLOT

over de curatoren. Maar het bleven uiteindelijk toch maar oude koeien uit de sloot. Maar toen, naar het einde toe, werd het spannend. Antoine Parisis beschreef een bijzondere ontmoe­ ting uit begin 2009. *** Tijdens het proces-Parisis had men het uiteraard uitgebreid over de onroerende beleggingen in de Verenigde Staten, maar nooit ging men door op de zakenpartner van Parisis. Dat kwam onder meer omdat het rapport van de gerechtelijke expert door enkele onbegrijpelijke stommiteiten van de onderzoeksrechter uit de debatten werd geweerd. De expert had dus niet kunnen uitleggen dat de vastgoedprojecten in Texas doorgaans geza­ menlijke projecten waren van Zakenkantoor Parisis en de vast­goedgroep Building Ground Developments International Ltd. (BGDI) van de Belgische zakenman Bob Gillier, die de laat­ ste jaren van zijn leven in het Texaanse Dallas woonde. Na jaren van dolle euforie in het Texaanse vastgoed breekt rond 1985 de crisis uit. In september 1986 vliegen de broers Pa­­ri­sis in de gevangenis. In maart 1987 overlijdt Bob Gillier. Antoine en Etienne zitten op dat moment in voorlopige hech­ tenis. Antoine weet eigenlijk niets van wat zich op dat ogenblik afspeelt in de afwikkeling van het faillissement. Nog minder heeft hij enig idee van wat in de verre Verenigde Staten gebeurt met de vastgoedprojecten waarin is geïnvesteerd. Wanneer zijn voorhechtenis eindelijk wordt opgeheven, houdt hij er zich ook niet actief mee bezig. Hij heeft andere katjes te geselen dan zich met het faillissementsdossier bezig te houden. Het gaat om overleven en het leven van zijn gezin opnieuw op de sporen krijgen. Maar het blijft knagen dat hij wordt afgeschil­ derd als een notoir oplichter. Nog erger is wat allemaal op zijn proces wordt beweerd. Een van de curatoren is doodleuk komen vertellen dat er in de VS


WAAR GINGEN DE TIENTALLEN MILJOENEN EURO’S NAARTOE?

17

niets te recupereren viel. De vastgoedprojecten zouden weinig meer zijn dan gebakken lucht, zeg maar financiële fata mor­ gana’s. Zijn veroordeling is dan ook niet mals. Nadat hij onder voorwaarden de gevangenis mag verlaten, gaat Antoine in Texas zelf kijken wat er met de projecten is gebeurd. Hij gelooft zijn ogen niet wanneer hij ziet wat voor moois uit de grond is gerezen. Maar wat is er dan met het geld van de klanten van het zakenkantoor gebeurd? Hij heeft er het gissen naar. Zijn speurtocht loopt dood. Maar dan krijgt hij onverwachte hulp. Die hulp komt van de Amerikaan Mike McAlister, de man die in opdracht van BDGI van Bob Gillier en Dalfo van de ge­ broeders Parisis in de VS de zaken regelde. McAlister was zelf ook als investeerder betrokken in de projecten. Hij bezorgt Antoine een overzicht van de waarderingen van de vastgoed­ projecten op het ogenblik dat hij en Etienne in september 1986 werden opgepakt. Het is op dat moment volop crisis in het Texaanse vastgoed, de waarde van de projecten is fors gedaald, maar toch gaat het om bergen geld. McAlister wil die waarde­ ring overmaken aan Antoine, maar wanneer Antoine vraagt wat er dan met de projecten is gebeurd en waar de winst naartoe is gegaan, klapt McAlister dicht. ‘Ik ben zelf opgelicht’, zegt hij. Hij heeft wel een idee van wat er is gebeurd, maar exact weet hij het niet. McAlister beweert dat hij werd uitge­ rangeerd. Het document met de waarderingen is voor Antoine het ul­ tieme bewijs dat het geld van zijn voormalige klanten wel degelijk werd geïnvesteerd en dat noch hij, noch zijn broer centen achterover heeft gedrukt. Het helpt hem echter niet vooruit in zijn speurtocht naar het geld. Maar dan gebeurt opnieuw iets onverwachts. Nu wordt Antoine gecontacteerd door een notaris, Yves Tytgat, en een zakenman, Bernard Dar­ denne. Die zijn in opdracht van de klanten van Bob Gillier/BGDI in de Verenigde Staten op zoek gegaan naar de geldstromen. Antoine weet niet wat hij hoort.


18

HET OPTIMALE COMPLOT

Simpel uitgelegd, komt het erop neer dat vier voormalige zakenpartners van Bob Gillier na diens dood een structuur hebben opgezet om de problemen met de Amerikaanse inves­ teringen op te lossen. Antoine verneemt hoe de vier partners via hun bedrijf Ascona naar de klanten van Gillier zijn gestapt met het voorstel om hun winstbewijzen in de vastgoedprojec­ ten om te zetten in de Canadese vennootschap Europrime die genoteerd staat op de beurs van Vancouver. Het is voor de klanten van Gillier buigen of barsten. Als ze willen hopen op winst, kunnen ze maar beter omruilen. Dat zullen de meesten dan ook doen, maar helaas voor hen zal Europrime failliet gaan, net als Ascona trouwens. Notaris Tytgat en zakenman Dardenne zijn in hun zoektocht verloren gelopen in een kluwen van buitenlandse geldstromen. Of Antoine hen misschien vooruit kan helpen? Ze hebben ontdekt dat de meeste projecten waarin de klanten van Gillier hadden belegd, gemengde investeringen waren met Dalfo. Hebben ook de klanten van Dalfo het voorstel gekregen om hun winstbewijzen om te ruilen in aandelen van Europrime? Antoine weet nergens van. Hij hoort het donderen in Keulen. *** Het manuscript wordt almaar interessanter wanneer Antoine Parisis vertelt over een bijzondere ontmoeting in maart 2009. Die maand staat de definitieve afsluiting van het faillissement van het zakenkantoor – en verwante bedrijven – op de agenda. Eigenlijk is de zitting voor de rechtbank van koophandel be­ doeld om te beslissen over de mogelijke verschoning van de zaakvoerders Antoine en Etienne Parisis. Een verschoning maakt het verschil uit tussen een frauduleus en een nietfrauduleus faillissement. Het is voor Antoine van het grootste belang dat hij kan aantonen dat hem zelf geen schuld treft. Maar hij is niet klaar met zijn zoektocht. Als iemand hem meer kan vertellen over wat er is gebeurd, dan zijn dat allicht de vier


WAAR GINGEN DE TIENTALLEN MILJOENEN EURO’S NAARTOE?

19

voormalige zakenpartners van Bob Gillier en dus de mannen achter Ascona en achter Europrime. Dat laatste weet Antoine inmiddels uit een spraakmakend dossier dat hij heeft gelezen in De Financieel-Economische Tijd. Als iemand hem wijzer kan maken en hem kan helpen om zich te verdedigen voor de rechtbank, dan zijn het wel de expartners van Gillier en ex-zaakvoerders van Ascona. Een van die vier ex-partners kent hij, weliswaar niet persoonlijk, maar hun kinderen kennen elkaar wel. Hij is bovendien gemakkelijk te vinden. Het gaat immers om Jeroen Piqueur, alom bekend als het boegbeeld van Optima, een financial planner die in wel­ stellende kringen furore heeft gemaakt als beleggingsadviseur. Er wordt een afspraak geregeld, bij Optima. Jeroen Piqueur heeft er het juridische brein van Optima Jan De Paepe bij geroepen. Het is misschien slechts toeval, maar De Paepe was in een vorig leven curator en werkte op het kantoor van meester Jozef Mertens, een van de drie curatoren in de zaak-Parisis. In zijn manuscript beschrijft Antoine hoe het gesprek een vriendelijke start kent, maar vrij snel grimmiger wordt wan­ neer Texas ter sprake komt. Het bezoek wordt een maat voor niets. Antoine heeft niets bijgeleerd, behalve dan dat het on­ derwerp Texas beter niet meer aangeroerd kan worden. Dat zullen Antoine en zijn zoon Vincent, die hem vergezelde, zeer snel ondervinden. Ze zijn amper terug of ze krijgen het bezoek van een deurwaarder. Kort nadien volgt er zelfs een strafklacht van Piqueur en De Paepe tegen hen wegens poging tot afper­ sing. Antoine zou ermee gedreigd hebben een boek te publice­ ren waarin van naaldje tot draadje de betrokkenheid van Jeroen Piqueur in het Amerikaanse vastgoedverhaal uit de doeken zou worden gedaan. Nog sterker: Antoine zou Piqueur één dag de tijd hebben gegeven om met ‘een serieus voorstel’ op de proppen te komen.


20

HET OPTIMALE COMPLOT

Wanneer ik het manuscript onder ogen krijg, geloof ik niets van een zogenaamde poging tot afpersing. De tekst heeft An­ toine blijkbaar afgesloten in september 2009, zes maanden na zijn ontmoeting met Piqueur. Hij was toen helemaal niet klaar met een boek, en overigens ging het om een eerste, ruwe ver­ sie waar nog veel werk aan was, al was het maar omdat er nog tal van nieuwe elementen naar boven zouden komen. Er zal overigens een onderzoeksrechter worden aangesteld om de klacht van Jeroen Piqueur en De Paepe te onderzoeken, maar die krijgen lik op stuk. Antoine en Vincent gaan vrijuit. Er was geen chantage. *** Ik leer Antoine Parisis en zijn vrouw Rose kennen als char­ mante mensen. Ze vertellen over het moeilijke leven tijdens en na Antoines gevangenschap en over het slechte gevoel dat is blijven knagen over zijn veroordeling. Het boek heeft hij geschreven om de vroegere klanten uit te leggen dat hij en zijn broer het beste voorhadden met de onroerende beleggingen, maar dat ze door hun langdurige voorlopige hechtenis gewoon­ weg niet wisten wat er gebeurde in Texas. Zijn boek is een harde aanklacht aan het adres van de curatoren. Als de klanten alles kwijt zijn, dan is dat hun schuld. En misschien is het wel niet te laat om hen daar alsnog aansprakelijk voor te stellen. *** Ik heb heel wat vragen. En suggesties. Parisis bezorgt me de documenten die hij in zijn bezit heeft. Ik worstel me door het gerechtelijke expertiseverslag, lees besluiten, grasduin in de media, spreek met een paar mensen en ik trek naar de recht­ bank van koophandel om het faillissementsdossier in te kijken. Ik val van de ene verbazing in de andere. Met Jeroen Piqueur zal ik geen contact zoeken. Dat heeft Antoine Parisis gedaan


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.