Dutch - The Book of Prophet Isaiah

Page 1


Jesaja

HOOFDSTUK1

1HetvisioenvanJesaja,dezoonvanAmoz,dathijzag overJudaenJeruzalem,indedagenvanUzzia,Jotham, AchazenHizkia,koningenvanJuda

2Hoor,gijhemelen,enneemterore,gijaarde,wantde HEEREheeftgesproken:Ikhebkinderenopgevoeden grootgebracht,maarzijzijntegenMijinopstandgekomen 3Eenrundkentzijneigenaar,eneenezeldekribvanzijn heer;maarIsraëlweethetniet,mijnvolkleternietop

4Ach,zondigvolk,eenvolkbeladenmetongerechtigheid, eennageslachtvanboosdoeners,kinderendieverderf zaaien!ZijhebbendeHEEREverlaten,zijhebbende HeiligevanIsraëltottoornverwekt,zijzijn achteruitgegaan.

5Waaromzoudtgijunogmeerlatenslaan?Gijzultsteeds meerinopstandkomen;heelhethoofdisziekenheelhet hartiszwak.

6Vandevoetzoolaftotaandeschedelisernietsgezonds aan;erzijnalleenwonden,striemenenetterendewonden; zezijnnietgesloten,nietverbonden,nietmetbalsem behandeld

7Uwlandisverwoest,uwstedenzijnverbrand;vreemden verslindenuwlandvooruwogen,enhetiseenwoestenij, alsofhetdoorvreemdenverwoestis

8EndedochtervanSionisovergeblevenalseenhutineen wijngaard,alseenhutineenkomkommertuin,alseen belegerdestad

9AlsdeHEEREvandehemelsemachtenonsnieteenzeer kleinoverblijfselhadovergelaten,zoudenwijalsSodom zijngeweestenzoudenwijalsGomorrazijngeweest 10HoorthetwoordvandeHEERE,leidersvanSodom; luistertnaardewetvanonzeGod,inwonersvanGomorra.

11WaartoedienenMijuwtalrijkeslachtoffers?spreektde HEERE:Ikbenverzadigdvandebrandoffersvanrammen envanhetvetvandemestvee;enIkhebgeenbehagenin hetbloedvanstieren,vanlammerenofvanbokken 12Wanneerukomtomvoormijteverschijnen,wieheeft ditvanugeëist,ommijnvoorhoventebetreden?

13Brenggeennuttelozeoffergavenmeer;wierookisMij eengruwel;denieuwemanenendesabbatten,het bijeenroepenvansamenkomsten,kanIknietwegnemen; hetisonrecht,ja,deplechtigesamenkomst

14Uwnieuwemanenenuwfeestdagenverafschuwik, mijnziel;zijzijnmijeenlast,ikbenvermoeiddoorzete verdragen

15Enalstrektuuwhandenuit,IkzalMijnogenvooru verbergen;zelfsalbidtuveel,Ikzalnietluisteren;uw handenzijnvolbloed

16Wasu,reinigu,doeuwbozedadenuitmijnogenweg; houdopkwaadtedoen;

17Leerhetgoedetedoen;zoekrecht,helpdeverdrukten, richtrechtoverwezen,pleitvoordeweduwen.

18Komtdanenlaatonssamenrichten,zegtdeHEERE Alwarenuwzondenalsscharlaken,zijzullenwitworden alssneeuw;alwarenzijroodalskarmozijn,zijzullen wordenalswittewol

19Alsugewilligbentenluistert,zultuhetgoedevanhet landeten.

20Maaralsuweigertenopstandigbent,zultudoorhet zwaardverslondenworden,wantdemondvandeHEERE heefthetgesproken.

21Hoeisdetrouwestadeenhoergeworden!Zijwasvol vanrecht,gerechtigheidwoondeer,maarnuzijner moordenaars.

22Uwzilverisschuimgeworden,uwwijnvermengdmet water

23Uwvorstenzijnweerspannigenengezellenvandieven; zijzijnallenbemindgeschenkenenjagenbeloningenna; overwezendoenzijgeenrecht,enderechtszaakvande weduwenkomthunniettendeel.

24DaaromzegtdeHEERE,deHEEREvande legermachten,deMachtigevanIsraël:IkzalMijbevrijden vanmijntegenstandersenIkzalMijrechtdoenopmijn vijanden

25Ikzalmijnhandtegenukerenenuwschuimzuiver uitzuiverenenaluwtinwegnemen.

26Ikzaluwrechtersweeralsinhetbeginbrengen,enuw raadsherenalsinhetbeginDaarnazultugenoemdworden: Stadvandegerechtigheid,stadvandetrouw.

27Sionzaldoorrechtverlostworden,enhaarbekeerlingen doorgerechtigheid.

28Deondergangvanovertredersenzondaarszaltezamen zijn,enwiedeHEEREverlaten,zullenverdelgdworden

29Wantzijzullenbeschaamdwordenoverdeeikenbomen dieuhebtbegeerd,enuzultbeschaamdwordenoverde tuinendieuhebtuitgekozen

30Wantgijzultzijnalseeneik,waarvanhetbladverwelkt, enalseentuin,diegeenwaterheeft

31Enhetsterkezalzijnalshout,enzijnschepperalseen vonk;enzijzullensamenbranden,enniemandzalze doven

HOOFDSTUK2

1HetwoorddatJesaja,dezoonvanAmoz,zagoverJuda enJeruzalem.

2Enhetzalinhetlaatstederdagengeschiedendatdeberg vanhethuisvandeHEEREvastzalstaanalsdehoogste vandebergen,endathijverhevenzalwordenbovende heuvels,endatalleheidenvolkenernaartoezullenstromen 3Envelevolkenzullenheengaanenzeggen:Komt,laten wijopgaannaardebergvandeHEERE,naarhethuisvan deGodvanJakob;danzalHijonslerenaangaandeZijn wegen,enzullenwijZijnpadenbewandelenWantuit SionzaldewetuitgaanenhetwoordvandeHEEREuit Jeruzalem

4Hijzaloordelentussendeheidenvolkenenveelvolken vonnissen.Zijzullenhunzwaardenomsmedentot ploegscharenenhunsperentotsnoeimessenGeenvolkzal tegeneenandervolkhetzwaardopheffen,enzijzullende oorlognietmeerleren.

5HuisvanJakob,komenlatenwijwandeleninhetlicht vandeHEERE

6Daaromhebtuuwvolk,hethuisvanJakob,verlaten.Zij komenuithetoostenenzijnwaarzeggers,netalsde Filistijnen,diezichvermakenbijdekinderenvan vreemden.

7Ookishunlandvolzilverengoud,enerisgeeneinde aanhunschatten;ookishunlandvolpaarden,enerisgeen eindeaanhunstrijdwagens.

8Ookishunlandvolafgoden;zijaanbiddenhetwerkvan huneigenhanden,dathuneigenvingersgemaakthebben. 9Endegemenemanbuigtzich,endeaanzienlijkeman vernedertzichzelf;vergeefhundaaromniet.

10Gaderotsinenverberguinhetstof,uitontzagvoorde HEEREentererevanZijnmajesteit

11Detrotseblikkenvandemensenzullenvernederd worden,endehoogmoedvandemannenzalneergebogen worden,maardeHEEREalleenzalopdiedagverheven worden

12WantdedagvandeHEEREvandelegermachtenzal komenoveriederdiehoogmoedigenhovaardigis,enover iederdiezichverheft;enhijzalvernederdworden.

13EnopallecedersvandeLibanon,diehoogenverheven zijn,enopalleeikenvanBasan, 14Enopallehogebergenenopalleverhevenheuvels, 15Enopelkehogetorenenopelkeversterktemuur, 16EnopalleschepenvanTarsisenopallemooie schilderijen.

17Deverhevenheidvandemensenzalworden neergebogen,endehoogmoedvandemensenzalworden vernederd;maardeHEEREalleenzalopdiedagverhoogd worden

18Endeafgodenzalhijgeheelenalvernietigen

19Enzijzullenindeholenvanderotsengaan,inde grottenvandeaarde,uitvreesvoordeHEEREenterere vanZijnmajesteit,wanneerHijopstaatomdeaarde vreselijktedoenschudden.

20Opdiedagzaldemenszijnzilverenengouden afgodsbeelden,diehijvoorzichzelfgemaaktheeftomte aanbidden,voordemuizenendevleermuizenwerpen;

21Omindeklovenvanderotsentegaan,enindetoppen vanderotsen,uitvreesvoordeHEEREentererevanZijn majesteit,wanneerHijopstaatomdeaardetedoenbeven. 22Houduafvandemens,wiensademinzijnneusgatenis, wantwaarishijtetellen?

HOOFDSTUK3

1Wantzie,deHEERE,deHEEREvandelegermachten, neemtuitJeruzalemenuitJudawegdesteunendestaf,de helesteunvanbroodendehelesteunvanwater, 2Deheldendekrijgsman,derechterendeprofeet,de verstandigeendeoude,

3Dehoofdmanovervijftig,deaanzienlijke,deraadsman, debekwameambachtsmanendewelsprekendespreker.

4EnkinderenzalIkhuntotvorstengeven,ende zuigelingenzullenoverhenheersen.

5Enhetvolkzalonderdruktworden,deeendoordeander, endeanderdoorzijnnaaste;hetkindzalzichhoogmoedig gedragentegenoverdeoudere,endeverachtelijke tegenoverdeaanzienlijke.

6Wanneeriemandzijnbroeder,uithethuisvanzijnvader, vastgrijptenzegt:Jijhebteenkleed,weesjijdeleiderover ons,enlaatdezeverwoestingonderjouwhandzijn,

7Opdiedagzalhijzwerenenzeggen:Ikzalgeen heelmeesterzijn,wantinmijnhuisisgeenbroodengeen kledingMaakmijniettotheerseroverhetvolk

8WantJeruzalemisverwoestenJudaisgevallen,omdat huntaalenhundadentegendeHEEREzijn,omdeogen vanzijnheerlijkheidtetergen

9Hungelaatsuitdrukkinggetuigttegenhen,enzij verkondigenhunzondezoalsSodom,zijverbergendieniet. Weehunziel,wantzijhebbenkwaadaanzichzelf vergolden.

10Zegtegenderechtvaardigedathethemwelzalgaan, wanthijzaldevruchtvanzijndadeneten

11Weedegoddeloze!Hetzalhemslechtvergaan,want hetloonvanzijnhandenzalhemgegevenworden.

12Watmijnvolkbetreft,kinderenzijnhunonderdrukkers, envrouwenoverheersenhenOmijnvolk,zijdieuleiden, brengenuopeendwaalspoorenverwoestendewegdieu bewandelt

13DeHEEREstaatopomteoordelen,enHijstaatopom devolkenterichten

14DeHEEREzalinhetgerichttredenmetdeoudstenvan Zijnvolkenhunvorsten,omdatudewijngaardhebt opgegetenendebuitvandearmeninuwhuizenhebt achtergelaten

15Watdoenjullietoch,datjulliemijnvolkvermorzelen endearmenvermorzelen?spreektdeHeereHEEREvan dehemelsemachten

16EndeHEEREzegt:OmdatdedochtersvanSion verwaandzijnenmetuitgestrektehalsenlonkendeogen rondlopen,enmetronddraaiendestappenlopenenmeteen rinkelendgeluidaanhaarvoetenlatenhoren, 17DaaromzaldeHEEREdeschedelvandedochtersvan Sionschurftigmaken,endeHEEREzalhaarschaamte ontbloten.

18OpdiedagzaldeHEEREdeprachtvanhunrinkelende sieradenaanhunvoeten,hunkappenenhunrondebanden alsdemaanwegnemen, 19Dekettingen,dearmbandenendesjaals, 20Dehoofddeksels,debeenversieringen,dehoofdbanden, deplatenendeoorringen, 21Deringenenneusringen, 22Deveranderlijkekledingstukken,demantels,de hoofddoekenendespelden, 23Deglazen,hetfijnlinnen,dekappenendesluiers 24Enhetzalgeschieden,datinplaatsvanzoetegeur, stankzalzijn,eninplaatsvaneengordel,eenscheur,enin plaatsvanmooihaar,kaalheid,eninplaatsvaneengordel, eenomgordingvaneenzak,enbrandinplaatsvan schoonheid.

25Uwmannenzullenvallendoorhetzwaard,enuw heldenindeoorlog

26Haarpoortenzullenklagenentreuren;enzijzal, verwoest,opdeaardezitten

HOOFDSTUK4

1Enopdiedagzullenzevenvrouwenéénmanvastgrijpen enzeggen:Onseigenbroodzullenwijetenenonzeeigen klerenzullenwijdragen;laatonsdanalleennaaruwnaam genoemdworden,omonzesmaadwegtenemen 2OpdiedagzaldetelgvandeHEEREschoonenheerlijk zijn,endevruchtvandeaardezalvoortreffelijken aantrekkelijkzijnvoordeontkomenenvanIsraël.

3Enhetzalgeschieden,datalwieinSionovergeblevenis, enalwieinJeruzalemoverblijft,heiliggenoemdzal worden,alwieonderdelevendeninJeruzalem opgeschrevenis

4WanneerdeHEEREhetvuilderdochtersvanSionzal hebbenafgewassen,enhetbloedvanJeruzalemdaaruitzal hebbenuitgewist,doordegeestvangerichtendoorde geestvanvuur.

5EndeHEEREzaloverhetgehelegebiedvandeberg Sionenoverdesamenkomstendiedaargehoudenworden, desdaagseenwolkenrookscheppen,endesnachtseen schijnselvanvlammendvuur.Wantoveralwatheerlijkis, zaleenbeschermingzijn

6Enerzaleententzijntoteenschaduwdesdaagstegende hitte,entoteentoevluchtsoord,eneentoevluchtsoord tegenstortbuienregen

HOOFDSTUK5

1Nuwilikvoormijngeliefdeeenliedzingenovermijn geliefde,overzijnwijngaardMijngeliefdeheefteen wijngaardopeenvruchtbareheuvel

2Hijomheindehet,haaldedesteneneruitenbeplanttehet metdebestewijnstokkenHijbouwdeeentoreninhet middenervanengroeferookeenwijnpersinToenhij verwachttedathetperceeldruivenzouvoortbrengen, brachthetwildedruivenvoort

3Ennu,inwonersvanJeruzalemenmannenvanJuda, oordeeltochtussenmijenmijnwijngaard.

4Wathadernogmeeraanmijnwijngaardgedaankunnen worden,watikernietaangedaanheb?Waarombrachtik, toenikverwachttedathijdruivenzouvoortbrengen, slechtedruivenvoort?

5Ganuheen,ikzalubekendmakenwatikmetmijn wijngaardzaldoen.Ikzalzijnhegweghalen,zodathij afgevretenwordt;ikzalzijnmuurafbreken,zodathij vertraptwordt

6Ikzalhetverwoesten;hetzalnietgesnoeid,noch omgehaktworden,maarerzullendoornenendistels opschietenIkzaldewolkengebieden,datzijergeenregen oplatenregenen.

7WantdewijngaardvandeHEEREvandelegermachten ishethuisvanIsraël,endemannenvanJudazijnZijn begeerlijkeplant;Hijverwachtterecht,maarzie,erwas verdrukking;gerechtigheid,maarzie,erwasgeschreeuw 8Weehundiehetenehuisnahetandereverzamelen,die deeneakkernadeanderebewerken,totdatergeenplaats meeroverblijft,zodatzijeenzaaminhetmiddenvande aardeachterblijven!

9DeHEEREvandehemelsemachtenheeftinmijnoren gesproken:Voorwaar,veelhuizenzullenverwoestworden, degroteendemooie,zonderinwoners.

10Eenwijngaardvantienakkerszaléénbathopbrengen, enhetzaadvaneenhomerzaleenefaopleveren 11Weehun,die'smorgensvroegopstaanomsterkedrank tedrinken,endiedaarmeedoorgaantotdeavond,totdatde wijnhenverhit!

12Ookdeharp,deviool,detrommel,defluitendewijn zijnophunfeesten,maarzijlettennietophetwerkvande HEERE,enlettennietophetwerkvanZijnhanden

13Daaromismijnvolkingevangenschapgegaan,omdat hetgeenkennisheeftZijnaanzienlijkenzijnuitgehongerd enzijnmenigteisvandorstverdroogd

14Daaromheeftdehelzichwijdopengezetenhaarmond zondermaatgeopend;enhunheerlijkheid,enhunmenigte, enhunpracht,endiezichverheugt,zullendaarinafdalen

15Endegeringezalvernederdworden,endesterkezal vernederdworden,endeogenvandehovaardigenzullen vernederdworden

16MaardeHEEREvandelegermachtenzalverhoogd wordeninhetrecht,endeheiligeGodzalgeheiligd wordeningerechtigheid

17Danzullendelammerenophuneigenmanierweiden, endewoesteplaatsenvandevettedierenzullenvreemden eten

18Weehun,diedeongerechtigheidmetkoordenvan ijdelheidmeeslepen,endezondealsmeteentrekkoord 19Diezeggen:LaatHijhaastmakenenZijnwerk bespoedigen,zodatwijhetkunnenzien.Laathetplanvan deHeiligevanIsraëldichtbijkomenenwijhetkunnen weten

20Weehun,diehetkwadegoednoemen,enhetgoede kwaad;dieduisternisvoorstellenalslicht,enlichtals duisternis;diebittervoorstellenalszoet,enzoetalsbitter 21Weehundiewijszijninhuneigenogenenverstandig inhuneigenogen!

22Weehun,diesterkzijninhetdrinkenvanwijn,endie sterkzijninhetmengenvansterkedrank.

23Diedegoddelozerechtvaardigenomereenbeloning voortekrijgen,endiedegerechtigheidvande rechtvaardigevanhemwegnemen.

24Daarom,zoalshetvuurdestoppelsverteertendevlam hetkafverteert,zozalhunwortelalsverrottingzijnenhun bloesemalsstofopgaan,omdatzijdewetvandeHEERE vandelegermachtenhebbenverworpenenhetwoordvan deHeiligevanIsraëlhebbenveracht

25DaaromisdetoornvandeHEEREontbrandtegenZijn volk,enHijheeftZijnhandtegenhenuitgestrektenhen geslagen;debergenbeefdenenhunlijkenwerdenmidden opdestratenuiteengereten.OndanksditalleskeertZijn toornzichnietaf,maarnogsteedsisZijnhanduitgestrekt 26EnHijzaleenbanieropheffenvoordeheidenvolken vanverre,enHijzalhunaankondigenvanheteindeder aarde;enzie,zijzullensnelensnelkomen

27Niemandonderhenzalmoewordenofstruikelen; niemandzalsluimerenofslapen;degordelvanhun lendenenzalnietlosgemaaktworden,nochderiemvan hunschoenenzalgebrokenworden

28Hunpijlenzijnscherp,enalhunbogengespannen;de hoevenvanhunpaardenzijnalsvuursteen,enhunraderen alseenwervelwind

29Hungebrulzalzijnalsdatvaneenleeuw,zijzullen brullenalsjongeleeuwen;ja,zijzullenbrullen,enzij zullendeprooigrijpenenveiligwegvoeren,zonderdat iemandhenzalredden

30Enopdiedagzullenzijtegenhenbrullenzoalshet gebuldervandezeeEnalsiemandnaardeaardekijkt,zie, duisternisendroefheid,enhetlichtisverduisterdaanzijn hemel

HOOFDSTUK6

1InhetsterfjaarvankoningUzziazagikdeHeerzittenop eenhogeenverheventroon,enzijnzomenvuldende tempel

2SerafsstondenbovenHem.Iederhadzesvleugels:met tweebedektehijzijngezicht,mettweebedektehijzijn voetenenmettweekonhijvliegen

3Endeeenrieptotdeanderenzeide:Heilig,heilig,heilig isdeHEEREvandelegermachten,heeldeaardeisvolvan zijnheerlijkheid

4Endedorpelpostenbewogenvanhetgeluidvanderoep, enhethuiswerdgevuldmetrook.

5Toenzeiik:Weemij,ikgatenonder,wantikbeneen manmetonreinelippenenwoontemiddenvaneenvolk metonreinelippen.MijnogenhebbendeKoning,de HEEREvandelegermachten,gezien

6Toenvloogéénvandeserafsnaarmijtoe,meteen gloeiendekoolinzijnhand,diehijmeteentangvanhet altaargenomenhad

7EnHijlegdehetopmijnmondenzeide:Zie,dezeheeft uwlippenaangeraakt;enuwongerechtigheidisgeweken enuwzondeisverzoend

8OokhoordeikdestemvandeHeer,diezei:Wiezalik sturen?Enwiezalvooronsgaan?Toenzeiik:Hierbenik, zendmij

9EnHijzeide:Gaheen,zegtotditvolk:Hoorgoed,maar verstaniet;enziegoed,maarmerknietop

10Maakhethartvanditvolkvet,maakhunorenzwaaren sluithunogen,opdatzijnietmetdeogenzienenmetde orenhorenenmethethartverstaan,opdatzijzichbekeren engenezenworden

11Toenvroegik:Hoelangnog,Heer?Enhijantwoordde: Totdatdestedenverwoestzijn,zodatergeeninwoners meerzijn,dehuizenonbewoond,enhetlandgeheel verlatenis,

12DeHEEREheeftdemensenverweggevoerd,enerzal eengroteverlatenheidzijninhetmiddenvanhetland

13Maarerzalnogeentiendedeelinzijn,enhetzal wederkerenenafgegetenworden,zoalseenteelaardeboom eneeneik,waarvanhetzaadinhenis,wanneerzijhun bladerenafwerpen;zozalhetheiligezaadhunvruchtzijn.

HOOFDSTUK7

1IndedagenvanAchaz,dezoonvanJotham,dezoonvan Uzzia,dekoningvanJuda,trokkenRezin,dekoningvan Syrië,enPekah,dezoonvanRemalia,dekoningvanIsraël, opnaarJeruzalemomeroorlogtegentevoerenMaarzij kondendestadnietsterkgenoegmaken

2ToenwerdaanhethuisvanDavidbericht:Syriëiseen bondgenootvanEfraïmEnzijnhart,enhethartvanzijn volk,werdbewogenzoalsdebomeninhetbosbewogen wordendoordewind.

3ToenzeideHEEREtegenJesaja:Gatochuit,Achaz tegemoet,jijenjezoonSchear-Jasub,aanheteindevande waterleidingvandebovenstevijver,opdewegvanhet vollersveld

4Enzegtothem:Weesopuwhoedeenweesstil;vrees nietenweesnietbangvoordetweestaartenvandeze rokendefakkels,voordebrandendetoornvanRezintegen SyriëenvandezoonvanRemalia

5OmdatSyrië,EfraïmendezoonvanRemaliaeenkwaad plantegenuhebbenberaamdengezegdhebben:

6LatenwijoptrekkentegenJuda,hetinhetnauwbrengen, ervooronszelfeenbresinslaaneneenkoninginhet middenervanaanstellen,dezoonvanTabeal

7ZozegtdeHeereHEERE:Hetzalnietstandhouden, nochzalhetgeschieden

8WanthethoofdvanSyriëisDamascus,enhethoofdvan DamascusisRezin;enbinnenvijfenzestigjaarzalEfraïm vernietigdworden,zodathetgeenvolkmeerzalzijn

9EnhethoofdvanEfraïmisSamaria,enhethoofdvan SamariaisdezoonvanRemalia.Alsunietgelooft,zultu zekernietstandhouden

10VerdersprakdeHEEREopnieuwtotAchaz,zeggende: 11VraagvandeHEERE,uwGod,omeenteken;vraaghet indediepteofindehoogtedaarboven

12MaarAchazzei:IkzalnietvragenenikzaldeHEERE nietopdeproefstellen

13EnHijzeide:Luistertoch,huisvanDavid!Hetiste gering,datgijdemensenvermoeit,maarzoudtgijook mijnGodvermoeien?

14DaaromzaldeHeerZelfueentekengeven:Zie,een maagdzalzwangerwordeneneenzoonbaren,enzijzal HemdenaamImmanuelgeven

15Boterenhoningzalhijeten,opdathijhetkwadeweette verwerpenenhetgoedetekiezen.

16Wantvoordathetkindhetkwadezalkunnenverwerpen enhetgoedezalkunnenkiezen,zalhetlanddatjij verafschuwt,doorzijntweekoningenverlatenworden.

17DeHEEREzaloveru,overuwvolkenoveruwsvaders huisdagenbrengendienietgekomenzijnsindsdedagdat EfraïmzichvanJudaaftrok,namelijkoverdekoningvan Assyrië

18OpdiedagzalhetgebeurendatdeHEEREzalsissen tegendevliegdiezichaanheteindevanderivierenvan Egyptebevindt,entegendebijdiezichinhetlandvan Assyriëbevindt

19Enzijzullenkomenenallenneerliggenindeverlaten dalen,indeholenvanderotsen,opalledoorneneninalle struiken

20OpdiezelfdedagzaldeHEEREmeteenscheermes,dat gehuurdisdoorhenaandeoverzijdevanderivier,doorde koningvanAssyrië,hethoofdhaarenhethaarvande voetenafscheren;ookdebaardzalhetwegnemen.

21Enhetzaltediendagegeschieden,datiemandeen jongekoeentweeschapenzalverzorgen;

22Enhetzalgeschieden,datvanwegedeovervloedvan melk,diezijgeven,hijboterzaleten;wantboterenhoning zaliedereten,dieinhetlandovergeblevenis

23Enhetzaltediendagegeschieden,datelkeplaats,waar duizendwijnstokkenwaren,voorduizendzilverlingen, voordoornenendistelenzalzijn

24Menzaldaarheenkomenmetpijlenenmetbogen,want heelhetlandzaltotdoornenendistelsworden

25Enopalleheuvelsdiemetdehouweelworden omgegraven,zalgeenvreesvoordoornenendistelen komen;maarhetzaldienenvoorhetuitzendenvanossen envoorhetvertredenvankleinvee

HOOFDSTUK8

1VerderzeideHEEREtotmij:Neemeengroterolen schrijfdaarinmeteenmannenpenoverMahershalal Chasbaz.

2Eniknambetrouwbaregetuigenomoptetekenen:de priesterUriaenZacharia,dezoonvanJeberechja

3Toengingiknaardeprofetes,enzijwerdzwangeren baardeeenzoonToenzeideHEEREtegenmij:Noem hemMahershalalChasbaz

4Wantvoordathetkindzalkunnenroepen:Mijnvaderen mijnmoeder,zullenderijkdommenvanDamascusende buitvanSamariavoordekoningvanAssyriëworden weggevoerd.

5DeHEEREsprakookopnieuwtotmijenzei:

6OmdatditvolkdezachtewaterenvanSiloahweigerten zichverheugtoverRezinendezoonvanRemalia, 7Nudan,zie,deHEERElaathetwatervanderivierover henopstijgen,krachtigentalrijk,namelijkdekoningvan Assyriëmetalzijnheerlijkheid;Hijzaloveralzijn beddingenkomenenbuitenalzijnoeversgaan

8HijzaldoorJudaheentrekken,hijzalhetoverspoelenen erdoorheentrekken,hijzaltotaandehalsreiken;enzijn uitgestrektevleugelszullendebreedtevanuwlandvullen, oImmanuel

9Verenigu,ovolken,engijzultverbrijzeldworden. Luister,allendieinverrelandenzijn!Omgordtu,engij zultverbrijzeldwordenOmgordtu,engijzultverbrijzeld worden.

10Beraadslaagtsamen,maarhetzalmislukken;spreekt eenwoord,maarhetzalnietbestaan,wantGodismetons

11WantdeHEEREheeftmetsterkehandtotmij gesprokenenmijgeboden,datiknietopdewegvandit volkzouwandelen,zeggende:

12Zegniet:Eenverbond,totallentotwieditvolkzegt: EenverbondWeesnietbevreesdvoorhunvreesenwees nietbevreesd

13HeiligdeHEEREvandelegermachten;laatHijuw vrezezijnenlaatHijuwschrikzijn

14Enhijzaltoteenheiligdomzijn,maartoteensteendes aanstootsentoteenrotsderergernisvoordebeidehuizen vanIsraël,toteenstrikentoteenvalstrikvoordeinwoners vanJeruzalem

15Envelenvanhenzullenstruikelen,vallen,verbrijzeld worden,verstriktrakenengevangenworden

16Bindhetgetuigenistoe,verzegeldewetondermijn leerlingen.

17IkzalwachtenopdeHEERE,DieZijnaangezichtvoor hethuisvanJakobverbergt,enikzalHemzoeken 18Zie,ikendekinderendiedeHEEREmijgegevenheeft, dienentottekenenenwondereninIsraël,afkomstigvande HEEREvandelegermachten,DieopdebergSionwoont 19Enwanneermentotuzalzeggen:Zoekt dodenbezweerdersenwaarzeggers,diepiepenen mompelen,moeteenvolkdannietzijnGodzoeken,de levendenendedoden?

20Terugnaardewetenhetgetuigenis!Alszijniet overeenkomstigditwoordspreken,zalervoorhengeen dageraadzijn

21Enzijzullenerdoorheentrekken,terneergeslagenen hongerigEnhetzalgebeuren,alszijhongerhebben,dat zijzichzullenergerenenhunkoningenhunGodzullen vervloeken,enhunblikzalomhooggerichtzijn

22Enzijzullennaardeaardekijken,enzie,benauwdheid enduisternis,eendonkereduisternisvanbenauwdheid,en zijzulleninduisternisverdrevenworden

HOOFDSTUK9

1Maardeduisterniszalnietzogrootzijnalsinhaar ellende,toenhijeersthetlandvanZebulonenhetlandvan Naftalilichtteisterde,enlaterhaarnogzwaarderteisterde

aandewegnaardezee,aandeoverzijdevandeJordaan,in Galileaderheidenvolken.

2Hetvolkdatinduisterniswandelt,zieteengrootlicht; overhendiewoneninhetlandvandeschaduwdesdoods, schijnteenlicht.

3Gijhebthetvolktalrijkgemaakt,maardevreugdeniet vermeerderdZijverheugenzichvooruwaangezicht,zoals menzichverheugtbijdeoogst,zoalsmenzichverheugt wanneermendebuitverdeelt

4WantGijhebthetjukvanzijnlastverbroken,endestok opzijnschouder,destokvanzijnonderdrukker,zoalsten dagevanMidian

5Wantelkestrijdvandestrijdergaatgepaardmet lawaaieriggedruis,endeklederenzijninbloedgewenteld; maarditzalbranden,voedselvoorhetvuur

6WanteenKindisonsgeboren,eenZoonisonsgegeven, endeheerschappijisopZijnschouderEnmenzalHem noemenWonderbaar,Raadgever,SterkeGod,Eeuwige Vader,Vredevorst.

7Aandeuitbreidingvanzijnheerschappijenaandevrede zalgeeneindekomenopdetroonvanDavidenoverzijn koninkrijk,omhettegrondvestenenhettebevestigenmet rechtengerechtigheid,vannuaantotineeuwigheidDe ijvervandeHEEREvandelegermachtenzalditdoen

8DeHEEREzondeenwoordinJakob,enhetkwamneer opIsraël

9Enheelhetvolkzalhetweten,zelfsEfraïmende inwonersvanSamaria,dieinhoogmoeden grootmoedigheidvanhartzeggen:

10Debakstenenzijngevallen,maarwijzullenzeopnieuw bouwenmetgehouwenstenen.Deplatanenzijnomgehakt, maarwijzullenercedersvoorindeplaatszetten

11DaaromzaldeHEEREdetegenstandersvanRezin tegenhemopzettenenzijnvijandenverenigen;

12DeSyriërsvooraanendeFilistijnenachteraan,enzij zullenIsraëlmetopenmondverslindenOndanksditalles keertzijntoornzichnietaf,maarzijnhandisnogsteeds uitgestrekt

13WanthetvolkbekeertzichniettotHemDiehetslaat, endeHEEREvandelegermachtenzoekenzijniet.

14DaaromzaldeHEEREopééndaguitIsraëlkopen staart,takenrietafsnijden

15Deoudsteendeaanzienlijke,dieishethoofd;ende profeetdieleugensonderwijst,dieisdestaart

16Wantdeleidersvanditvolkbrengenhenopeen dwaalspoor,enwiezichdoorhenlatenleiden,wordente grondegericht

17DaaromzaldeHEEREgeenvreugdehebbenoverhun jongemannen,enzalHijgeenmedelijdenhebbenmethun wezenenweduwen,wantzijzijnallenhuichelaarsen boosdoeners,enelkemondspreektdwaasheidBijditalles keertZijntoornzichnietaf,maarnogsteedsisZijnhand uitgestrekt

18Wantdegoddeloosheidbrandtalseenvuur,verteertde doornenendistelen,steektdestruikenvanhetwoudaan, enzijgaanopinrookop

19DoordetoornvandeHEEREvandelegermachten wordthetlandzwartgeblakerd,endemensenwordenals voedselvoorhetvuur;niemandzalzijnbroedersparen

20Enmenzalnaarrechtsgrijpen,enmenzalhongerlijden; enmenzalnaarlinkseten,enmenzalnietverzadigd worden;eeniederzalhetvleesvanzijneigenarmeten

21ManassevanEfraïm,enEfraïmvanManasse,enzij zullensamentegenJudazijn.Ondanksditalleskeertzijn toornzichnietaf,maarzijnhandisnogsteedsuitgestrekt

HOOFDSTUK10

1Weehun,dieonrechtvaardigeverordeningen uitvaardigen,endiedezwarevoorschriftenopschrijven, diezijvoorgeschrevenhebben;

2Omdearmenvanhetrechtaftekeren,enomde ellendigenvanmijnvolkhunrechtteontnemen,omde weduwentothunbuittemakenenomdewezenteberoven!

3Enwatzultudoenopdedagvanhetbezoek,inde verwoestingdievanverrezalkomen?Naarwiezultu vluchtenomhulp?Enwaarzultuuwglorielaten?

4Zondermijzullenzebuigenvoordegevangenen,enze zullenvallenvoordegesneuveldenOmditalleskeertzijn toornzichnietaf,maarzijnhandisnogsteedsuitgestrekt

5OAssyriër,deroedevanmijntoorn,enmijngramschap iseenstokinhunhand

6Ikzalhemsturentegeneenhuichelachtigvolk,entegen hetvolkwaaropmijntoornrust,zalIkhembevelenom buitterovenenroofteroven,enomhentevertrappenals slijkopstraat

7Dochhetiszijnbedoelingniet,enzijnhartdenkterniet zoover;maarhetisinzijnhartomnietweinigevolkente verdelgenenuitteroeien

8Wanthijzegt:Zijnmijnvorstennietallenkoningen?

9IsKalnonietzoalsKarkemis?IsHamathnietzoals Arpad?IsSamarianietzoalsDamascus?

10Zoalsmijnhanddekoninkrijkenderafgodenheeft gevonden,wiergesnedenbeeldendievanJeruzalemen Samariaovertroffen,

11Zalikniet,zoalsikmetSamariaenzijnafgodengedaan heb,ookmetJeruzalemenzijnafgodendoen?

12Daaromzalhetgebeuren,wanneerdeHEEREalZijn werkopdebergSioneninJeruzalemvoltooidzalhebben, datIkdevruchtvanhetgrootmoedigehartvandekoning vanAssyriëendeglorievanzijntrotseblikzalbezoeken

13Wanthijzegt:Doordekrachtvanmijnhandhebikhet gedaan,endoormijnwijsheid,wantikbenverstandig;ik hebdegrenzenvanhetvolkverplaatstenhunschatten geroofd,endeinwonershebikverslagenalseendapper man

14Enmijnhandvondderijkdommenvanhetvolkalseen nest;enzoalsmendeovergebleveneierenverzamelt,heb ikdeheleaardeverzameld;enerwasniemanddiede vleugelbewoog,ofdesnavelopende,ofpiepte.

15Zaldebijlzichberoementegenhemdieermeehakt? Zaldezaagzichverheffentegenhemdiehaarschudt? Zoalsdestokzichverhefttegenhendiehemopheffen, zoalsdestafzichverheftalsofhijgeenhoutis.

16DaaromzaldeHEERE,deHEEREvande legermachten,magerteonderzijnvettemensenzenden;en onderzijnmajesteitzalHijeenbranddoenbrandenalseen vuur

17EnhetlichtvanIsraëlzalzijntoteenvuur,enzijn Heiligetoteenvlam;hetzalbrandenenzijndoornenen zijndistelenverterenopééndag;

18Hijzaldeprachtvanzijnwoudenvanzijnvruchtbare akkervernietigen,zowelzielalslichaam;enzijzullenzijn alswanneereenvaandeldragermoewordt

19Endeoverigebomenvanzijnwoudzullenweinigzijn, zodateenkindzekanopschrijven.

20Enhetzaltediendagegeschieden,dathetoverblijfsel vanIsraëlendeontkomenenvanhethuisvanJakob,zich nietmeerzullenverlatenopHem,diehensloeg,maarzij zulleninwaarheidsteunenopdeHEERE,deHeiligevan Israël

21Hetoverblijfsel,hetoverblijfselvanJakob,zalzich bekerentotdesterkeGod

22WantalwasuwvolkIsraëlalshetzandaandezee,toch zaleenoverblijfselvanhenterugkeren;devastbesloten verdelgingzaloverstromenmetgerechtigheid

23WantdeHEERE,deHEEREvandelegermachten,zal eenvastgesteldeverwoestingteweegbrengeninhetmidden vanhetgeheleland

24Daarom,zozegtdeHeereHEEREderheerscharen: WeesnietbevreesdvoorAssyrië,mijnvolk,datopSion woontHijzalumetdestokslaanenHijzalZijnstaftegen uopheffen,zoalsinEgypte.

25Wantnogeenheelkortetijdendegramschapzal ophouden,enmijntoornzalhenvernietigen

26EndeHEEREvandelegermachtenzaloverhemeen geselaanrichten,zoalsdeslachtingvanMidianbijderots Oreb;enzoalsZijnstafbovendezeewas,zozalHijhem opheffen,naardewijzevanEgypte.

27Enhetzaltediendagegeschieden,datzijnlastvanuw schouderzalwordenweggenomen,enzijnjukvanuwnek; enhetjukzaltenietgedaanwordenvanwegedezalving.

28HijisteAjathgekomen,hijisnaarMigrongetrokken; inMichmasheefthijzijnwagensopgeslagen

29Zijzijndegrensovergestoken;zijhebbenonderdak gevondeninGeba;Ramaisbevreesd;GibeavanSaulis gevlucht

30Verhefuwstem,dochtervanGallim!Laathemhoren totinLaïs,armeAnathoth

31Madmenawordtverwoest;deinwonersvanGebim vluchtenmassaal.

32HijzaldiedagnoginNobblijven;hijzalzijnhand uitstekentegendebergvandedochtervanSion,deheuvel vanJeruzalem.

33Zie,deHEERE,deHEEREvandelegermachten,zalde takkenmetverschrikkingafkappen;wiehoogvangestalte zijn,zullenwordenafgehouwen,enwiehoogmoedigzijn, zullenvernederdworden

34Hijzalhetstruikgewasvanhetwoudmetijzer omhakken,endeLibanonzaldooreenmachtigevallen.

HOOFDSTUK11

1ErzaleenrijsjeopschietenuitdestronkvanIsaï,eneen telguitzijnwortelszalvruchtdragen

2EnophemzaldeGeestvandeHEERErusten,deGeest vanwijsheidenverstand,deGeestvanraadensterkte,de GeestvankennisenvandevrezedesHEEREN;

3Enhijzalhemsnelvaninzichtmakenindevrezedes HEEREN,enhijzalnietoordelennaarwatzijnogenzien, enhijzalnietterechtwijzennaarwatzijnorenhoren.

4MaarHijzaldearmeningerechtigheidrichtenende ootmoedigendeslandsmetbillijkheidbestraffenMetde roedevanZijnmondzalHijdeaardeslaanenmetdeadem vanZijnlippenzalHijdegoddelozendoden

5Engerechtigheidzaldegordelvanzijnlendenenzijn,en trouwdegordelvanzijnheupen.

6Ookzaldewolfbijhetlamverkeren,endeluipaardzal zichbijhetbokjeneerleggen;enhetkalf,dejongeleeuw enhetmestveezullenbijelkaarzijn,eneenkleinejongen zalzehoeden

7Koeenberenzullensamenweiden,hunjongenzullen samenneerliggen,eneenleeuwzalstroetenalseenrund.

8Eneenzuigelingzalspelenbijhetholvaneenadder,en eengespeendkindzalzijnhanduitstekennaarhetholvan eenbasilisk

9Menzalgeenkwaaddoennochverderfstichtenopheel mijnheiligeberg,wantdeaardezalvolzijnvandekennis vandeHEERE,zoalshetwaterdebodemvandezee bedekt

10EntediendagezaldewortelvanIsaïbestaan,Diezal staantoteenbaniervoordevolken;deheidenenzullen Hemzoeken,enZijnrustplaatszalheerlijkzijn

11Enhetzaltediendagegeschieden,datdeHEEREten tweedenmaleZijnhandzalaanwendenomhetoverblijfsel vanZijnvolk,datovergeblevenzalzijnuitAssyrië,uit Egypte,uitPathros,uitCusj,uitElam,uitSinear,uit Hamatenuitdeeilandenderzee,teverwerven

12Hijzaleenbanieroprichtenvoordeheidenvolken,en HijzaldeverdrevenenvanIsraëlverzamelenende verstrooidenvanJudabijeenvergaderenvandeviereinden deraarde

13DanzaldeafgunstvanEfraïmverdwijnen,ende tegenstandersvanJudazullenuitgeroeidwordenEfraïm zalJudanietbenijden,enJudazalEfraïmnietbenauwen 14MaarzijzullendeFilistijnenopdeschoudersnemen naarhetwesten,tezamenzullenzijheninhetoosten plunderen;aanEdomenMoabzullenzijdehandslaan,en deAmmonietenzullenhungehoorzamen.

15DeHEEREzaldezeearmvanEgyptevolledig verwoestenMetZijnsterkewindzalHijZijnhandoverde rivierheffen.Hijzalhaarinzevenstromenslaanende mensenerdroogvoetsdoorheenlatengaan

16Enerzaleengebaandewegzijnvoorhetoverblijfsel vanzijnvolk,datovergeblevenisuitAssyrië,zoalshet voorIsraëlgebeurdistendagedathetuithetlandEgypte optrok

HOOFDSTUK12

1EntediendagezultGijzeggen:HEERE,ikzalUloven; hoewelGijtoornigopmijgeweestzijt,isUwtoorn afgewendentroostGijmij.

2Zie,Godismijnheil;ikzalvertrouwenennietvrezen, wantdeHEEREHEEREismijnsterkteenmijnpsalm;Hij ismijtotheilgeweest

3Daaromzultumetvreugdewaterscheppenuitde bronnenvanhetheil

4Enopdiedagzultuzeggen:LooftdeHEERE,roeptZijn Naamaan,maaktZijndadenbekendonderdevolken, vermeldtdatZijnNaamverhevenis

5ZingvoordeHEERE,wantHijheeftgrotedingen gedaan;ditisbekendopdeheleaarde

6Juichenroep,inwonervanSion,wantgrootisdeHeilige vanIsraëlinuwmidden.

HOOFDSTUK13

1DelastvanBabel,dieJesaja,dezoonvanAmoz,gezien heeft.

2Hefteenbanieropnaardehogeberg,verhefuwstemtot hen,schudthendehand,opdatzijdepoortenvandeedelen binnengaan

3Ikhebmijngeheiligdenbevolen,enookmijnheldenheb ikgeroepentotmijntoorn,hendiezichverheugeninmijn hoogheid

4Hetgedruisvaneenmenigteopdebergen,alsvaneen grootvolk;hetgedruisvandekoninkrijkenvandevolken diezichverzameldhebben.DeHEEREvandehemelse machtenmonsterthetlegervoordestrijd

5Zijkomenuiteenverland,vanheteindevandehemel, deHEERE,metdewapensvanZijngramschap,omde heleaardeteverwoesten

6Huilt,wantdedagvandeHEEREisnabij;hijzalkomen alseenverwoestingvandeAlmachtige.

7Daaromzullenallehandenslapwordenenhethartvan allemensenzalsmelten

8Enzijzullenverschriktzijn,weeënensmartenzullenhen aangrijpen,zijzullenpijnlijdenalseenbarendevrouw;zij zullenzichoverelkaarverbazen,hungezichtenzullen vlammenzijn.

9Zie,dedagvandeHEEREkomt,meedogenloos,met verbolgenheidenbrandendetoorn,omhetlandtoteen woestenijtemakenenzijnzondaarseruitteverdelgen.

10Wantdesterrenaandehemelendesterrenbeelden ervanzullenhunlichtnietlatenschijnen;dezonzal verduisterdwordenwanneerhijopkomt,endemaanzal haarlichtnietlatenschijnen

11Ikzaldewereldbezoekenvanwegehetkwaad,ende goddelozenvanwegehunongerechtigheid.Ikzaldetrots vandehoogmoedigendoenophouden,endehoogmoed vandegewelddadigenzalIkvernederen

12Ikzaldemenskostbaardermakendanhetfijnstegoud, daneenmandaneenstaafgoudvanOfir

13DaaromzalIkdehemeldoenbevenendeaardezalvan haarplaatsbeven,doordeverbolgenheidvandeHEERE vandelegermachten,opdedagvanZijnbrandendetoorn 14Hetzalzijnalseenverjaagdehindeenalseenschaap, datniemandwegneemt.Zijzullenzichiedertotzijnvolk wendenenzijzullenvluchten,iedernaarzijneigenland

15Iederdiegevondenwordt,zaldoorstokenworden,en iederdiezichbijhenaansluit,zaldoorhetzwaardvallen. 16Ookhunkinderenzullenvoorhunogenverpletterd worden,hunhuizenzullengeplunderdenhunvrouwen geschondenworden

17Zie,IkgadeMedentegenhenophitsen,diehetzilver nietzullenaanmerken,enwathetgoudbetreft,daarin zullenzijgeenbehagenscheppen.

18Ookzullenhunbogendejongelingenverpletteren,en zijzullengeenmedelijdenhebbenmetdevruchtvande schoot,enhunoogzalgeenkinderensparen

19EnBabel,deluistervandekoninkrijken,deprachtvan deChaldeeën,zalzijnzoalstoenGodSodomenGomorra omverwierp

20Hetzalnooitmeerbewoondworden,nochzalhet bewoondwordenvangeneratieopgeneratie;deArabieren zullendaarhuntentennietopslaan,endeherderszullen daarhunkooinietbouwen

21Maardewildedierenvandewoestijnzullendaar neerliggen,enhunhuizenzullenvolzijnmettreurige dieren;enuilenzullendaarwonen,ensaterszullendaar dansen.

22Endewildedierenvandeeilandenzullenschreeuwen inhunverwoestehuizen,endedrakeninhunmooie paleizen;enhaartijdisnabijomtekomen,enhaardagen zullennietverlengdworden.

HOOFDSTUK14

1WantdeHEEREzalZichoverJakobontfermenennog zalHijIsraëlverkiezenenheninhunlanddoenwonen; danzullendevreemdelingenzichbijhenaansluitenenzij zullenzichaanhethuisvanJakobhechten

2Enhetvolkzalhennemenenhennaarhunplaats brengen,enhethuisvanIsraëlzalheninbezitnemenin hetlandvandeHEERE,totknechtenentotslavinnenEn zijzullendegevangenenvanhendiezijgevangen gehoudenhebben,gevangennemen,enzijzullenheersen overhunverdrukkers

3Enhetzalgeschiedentendage,datdeHEEREurustzal gevenvanuwsmart,envanuwvrees,envandeharde dienstbaarheid,dieutotdienstwas,

4Datgijditspreekwoordzultaanheffentegendekoning vanBabel,enzeggen:Hoeisdeverdrukkeropgehouden! Degoudenstadisopgehouden!

5DeHEEREheeftdestokdergoddelozengebroken,ende scepterderheersers

6Hijdiedemensenintoornmeteenvoortdurendeslag sloeg,diedeheidenvolkenintoornregeerde,werd vervolgd,enniemandhieldstand

7Deheleaardeisinrustenstilte;zebarstenuitingejuich

8ZelfsdesparrenbomenendecedersvandeLibanon verheugenzichoveruenzeggen:Sindsuneerligt,iser geenhouthakkertegenonsopgekomen

9Dehelbenedenisinberoeringoveru,omuteontmoeten bijuwkomst;zijwektdedodenvooruop,allemachten deraarde;zijdoetallekoningendervolkenvanhuntronen opstaan.

10Zijzullenallensprekenentotuzeggen:Bentuookzo zwakgewordenalswij?Bentunetalsonsgeworden?

11Uwprachtistengravenedergeworpen,enhetgeluid uwerluiten;wormenzijnonderuuitgespreid,enwormen bedekkenu

12Hoebenjeuitdehemelgevallen,morgenster,zoonvan dedageraad!Hoebenjeteraardegeveld,jijdiedevolken hebtverzwakt!

13Wantgijhebtinuwhartgezegd:Ikzalopstijgenten hemel,bovendesterrenGodszalikmijntroonverheffen; ikzalzetelenopdebergdersamenkomst,aande noordzijde.

14Ikzalopstijgenbovendehoogtenderwolken,ikzalmij gelijkstellenaandeAllerhoogste

15Tochzuljeindehelwordenneergeworpen,aanderand vandekuil

16Wieuzien,zullenuaandachtigaanschouwenen opmerken,enzeggen:Isditdeman,diedeaardedeed beven,diekoninkrijkendeedschudden?

17Diedewereldtoteenwoestijnmaakteenhaarsteden verwoestte,endiehethuisvanzijngevangenenniet opende?

18Allekoningenvandevolken,zijallen,liggenin majesteit,iederinzijneigenhuis.

19Maarjijbentuitjegrafweggeworpenalseen afschuwelijketakkentak,alsdeklerenvangesneuvelden diemeteenzwaardzijndoorstokenendieindestenenvan dekuilzijnneergedaald;alseenkadaverdatmetvoeten wordtvertreden

20Gijzultnietmethenbegravenworden,omdatgijuw landverwoestenuwvolkgedoodhebt;hetzaadder boosdoenerszalvooreeuwignietbekendworden 21Laateenslachtingvoorzijnkinderenplaatsvindenom deongerechtigheidvanhunvaderen,zodatzijnietopstaan enhetlandnietinbezitnemenendeaardenietmetsteden vullen

22WantIkzaltegenhenopstaan,spreektdeHEEREvan delegermachten,enIkzaluitBabeluitroeiendenaamen hetoverblijfsel,dezoonendeneef,spreektdeHEERE 23Ikzalhetmakentoteenbezitvoorderoerdomp,tot waterpoelen,enIkzalhetwegvagenmetdebezemvande verwoesting,spreektdeHEEREvandelegermachten

24DeHEEREvandelegermachtenheeftgezworenen gezegd:ZoalsIkgedachtheb,zozalhetgebeuren,enzoals Ikbeslotenheb,zozalhetgebeuren

25IkzalAssyriëverbrekeninMijnlandenopMijnbergen zalIkhetvertreden.Danzalzijnjukvanhenwijkenen zijnlastvanhunschoudersglijden

26Ditishetvoornemendatoverdeheleaardeisgemaakt, enditisdehanddieisuitgestrektoverallevolken.

27WantdeHEEREvandelegermachtenheefthet besloten,enwiezalhetverbreken?Zijnhandisuitgestrekt, enwiezalhetafwenden?

28InhetjaardatkoningAchazstierf,werddezelast opgelegd

29Verheuguniet,gijgeheelPalestina,omdatderoedevan hemdieusloeg,verbrokenisWantuitdewortelvande slangzaleenbasiliskvoortkomen,enzijnvruchtzaleen vurigevliegendeslangzijn.

30Deeerstgeborenenvandearmenzullenweiden,ende ellendigezalveiligneerliggenMaarIkzaluwworteldoor hongerdoden,enuwoverblijfselzalhijdoden.

31Huil,opoort!schreeuw,ostad!Gij,heelPalestina,zijt vergaanWantuithetnoordenzalrookopstijgen,en niemandzalopzijnvastgesteldetijdalleenzijn.

32Watzalmendandebodenvanhetvolkantwoorden?

DatdeHEERESiongegrondvestheeftendatdearmenvan Zijnvolkdaaropzullenschuilen.

HOOFDSTUK15

1DelastvanMoabWant'snachtswordtArvanMoab verwoestentotzwijgengebracht;want'snachtswordtKir vanMoabverwoestentotzwijgengebracht;

2HijisopgegaannaarBajithenDibon,dehoogten,omte wenenMoabzalhuilenoverNeboenoverMedebaOpal hunhoofdenzalkaalheidkomenenallebaardenzullen wordenafgesneden

3Ophunstratenzullenzijzichmetzakkenomgorden;op dedakenvanhunhuizenenophunstratenzaliedereen huilenenluidkeelswenen

4OokHesbonenElealezullenschreeuwen,hunstemzal totJahaztoegehoordwordenDaaromzullende

gewapendesoldatenvanMoabschreeuwen;zijnlevenzal hemzwaarvallen.

5MijnhartschreeuwtoverMoab;zijnvluchtelingen vluchtennaarZoar,eendriejarigekoe.Langsdewegvan Luhithtrekkenzeerwenendop,langsdewegvan Horonaïmheffenzeeengeschreeuwvanverderfaan 6WantdewaterenvanNimrimzullenwoestworden;het hooiisverdord,hetgrasisverwelkt,erisgeengroenmeer.

7Daaromzullenzijalwatzijinovervloedhebben verkregenenwatzijhebbenopgeslagen,wegbrengennaar debeekmetdewilgen

8WanthetgeschreeuwgaatrondindegrenzenvanMoab; zijngehuiltotEglaïmenzijngehuiltotBeërelim.

9WantdewaterenvanDimonzullenvolbloedzijn,want IkzalnogmeeroverDimonbrengen:leeuwenoverde ontkomenenvanMoabenoverhetoverblijfselvanhetland.

HOOFDSTUK16

1Zendhetlamnaardeheerservanhetland,vanSelaaf, naardewoestijn,naardebergvandedochtervanSion

2Wanthetzalgeschieden,datdedochtersvanMoabaan deoverwaadbareplaatsenvandeArnonzullenzijn,gelijk eenzwervendevogel,dieuitzijnnestverdrevenis

3Beraadslaag,voerhetrechtuit,maakuwschaduwalsde nachtopdemiddag,verbergdeverdrevenen,verraadniet wiedwaalt

4Laatmijnverdrevenenbijuwonen,Moab!Weesvoor heneenschuilplaatsvoorhetaangezichtvandeplunderaar, wantdeafperseristeneinde,deplunderaarhoudtop,de verdrukkerswordenuithetlandverdelgd.

5Eningoedertierenheidzaldetroonbevestigdworden,en Hijzaldaaropzitteninwaarheid,indetentvanDavid, terwijlHijoordeelt,enrechtzoekt,engerechtigheid versnelt

6WijhebbengehoordvandetrotsvanMoab,dathijzeer trotsis,vanzijnhoogmoed,vanzijntrotsenzijn gramschapMaarzijnleugenszullennietzozijn

7DaaromzalMoabhuilenomMoab,zijzullenallen huilen;omdefundamentenvanKir-Haresethzultgij treuren;voorwaar,zijzijngetroffen

8WantdeveldenvanHesbonzijnkwijnend,ende wijnstokvanSibma;devorstenderheidenenhebbenzijn voorsteplantenverwoest;zijzijntotJazerdoorgedrongen, zijhebbendoordewoestijngezworven;zijnrankenzijn uitgespreid,zijzijnoverdezeegegaan.

9DaaromzalIkmethetgeweentreurenoverJazer,de wijnstokvanSibma;metmijntranenzalIkubevochtigen, HesbonenEleale,omdathetgejuichoveruw zomervruchtenenoveruwmislukteoogstis

10Deblijdschapendevreugdewordenuithetvruchtbare veldweggenomen.Indewijngaardenwordtnietmeer gejuichtengejuichtDetrederstredendewijnnietmeerin hunperskuipenIkhebhungejuichoverdewijnoogstdoen ophouden

11Daaromzullenmijningewandenklinkenalseenharp voorMoab,enmijnbinnenstealseenharpvoorKir-Hares.

12WanneerhetblijktdatMoabvermoeidisopdehoogte, zalhijnaarzijnheiligdomgaanomtebidden,maarhijzal nietsterkgenoegzijn.

13DitishetwoorddatdeHEEREvandietijdafover Moabgesprokenheeft

14MaarnuheeftdeHEEREgesprokenengezegd:Binnen driejaar,alsdejarenvaneendagloner,zaldeheerlijkheid vanMoabverachtworden,bijheeldiegrotemenigte,en hetoverblijfselzalzeerkleinenzwakzijn.

HOOFDSTUK17

1DelastvanDamascus.Zie,Damascusisgeenstadmeer enzaleenpuinhoopworden

2DestedenvanAroërzijnverlaten;zezullenvoorde kuddenzijn,dieerneerliggen,enniemandzalze opschrikken

3OokzaldevestingvanEfraïmverdwijnen,hetkoninkrijk vanDamascusenhetoverblijfselvanSyrië;zijzullenzijn alsdeheerlijkheidvandekinderenIsraëls,spreektde HEEREvandelegermachten.

4Enhetzaltediendagegeschieden,datdeheerlijkheid vanJakobvermagerdzalworden,enhetvetvanzijnvlees zalvermageren.

5Enhetzalzijnzoalswanneerdemaaierhetkoren bijeenbrengtendearenmetzijnarmmaait;hetzalzijn zoalshijdiearenbijeenbrengtinhetdalvanRefaïm.

6Maarerzullennognalezingenoverblijven,zoalsbijhet schuddenvaneenolijfboom:tweeofdriebessenaandetop vandebovenstetakenvierofvijfaandebuitenste vruchttakken,spreektdeHEERE,deGodvanIsraël

7OpdiedagzaldemenszijnblikrichtenopzijnMaker, enzijnogenzullengerichtzijnopdeHeiligevanIsraël.

8Enhijmagnietkijkennaardealtaren,hetwerkvanzijn handen,enhijmaggeenachtslaanopwatzijnvingers gemaakthebben,nochopdeheiligebossen,nochopde godenbeelden

9Opdiedagzullenzijnversterktestedenzijnalseen verlatentak,eenuitlopervaneenboom,diezijvoorde Israëlietenhebbenachtergelaten;erzaleenverwoesting zijn

10OmdatudeGodvanuwheilvergetenbentenniethebt gedachtaandeRotsvanuwsterkte,daarommoetu begeerlijkeplantenplantenenzemetvreemdetakken vastzetten.

11Overdagzultuuwplantagelatenopschieten,eninde morgenzultuuwzaadlatenbloeien;maardeoogstzaleen hoopzijn,opeendagvanrouwenvantreurigedroefheid.

12Weedemenigtevanvelevolken,dieeengedruismaken alshetgedruisvandezee,enderuisendenatiën,dieeen gedruismakenalshetgedruisvangeweldigewateren!

13Devolkenzullenrazenalsgeweldigewateren,maar Godzalzebedwingen,zodatzeverwegvluchten.Ze wordenweggejaagdalskafvandebergen,alsietsdatdoor dewindwordtvoortgedreven,alsietsdatdooreen wervelwindwordtvoortgedreven

14Enzie,bijhetvallenvandeavondiseronheil,envóór demorgenishijernietmeerDitishetdeelvanhendie onsberoven,enhetlotvanhendieonsberoven

HOOFDSTUK18

1Weehetlandmetzijnvleugels,dataandeoverkantvan derivierenvanEthiopiëligt

2Diegezantenoverdezeezendt,inrietenvatenoverde wateren,omtezeggen:Gaatheen,gijsnelleboden,naar eenverstrooidengeteisterdvolk,naareenvolkdat

schrikwekkendisvanhetbeginafaan;eenvolkdat uitgemergeldenvertraptis,welkslandderivierenhebben verwoest!

3Alleinwonersvandewereldenbewonersvandeaarde, ziet,wanneerHijeenbanieropdebergenopheft,en wanneerHijopdebazuinblaast,hoort

4WantdeHEEREheefttotmijgezegd:Ikzalrusten,enIk zalhetinmijnwoningbeschouwenalseenhelderehitte overhetgewasenalseendauwwolkindehittevande oogst

5Wantvóórdeoogst,wanneerdeknoppenvolgroeidzijn endebloesemsvandezuredruifrijpzijn,zalhijdetakken meteensnoeischaarafsnijdenenderankenwegnemenen afsnijden

6Zijzullentezamenwordenovergelatenaanhetgevogelte indebergenenaanhetgedierteopdeaarde.Hetgevogelte zalophendezomerdoorbrengen,enalhetgedierteopde aardezalophenoverwinteren

7IndietijdzalaandeHEEREvandelegermachtenhet geschenkwordengebrachtvaneenverstrooidengeteisterd volk,vaneenvolkdatschrikwekkendisgeweestvanafhet begintotnutoe;eenafgemetenenvertraptvolk,welks landdoorrivierenverwoestis,naardeplaatsvandeNaam vandeHEEREvandelegermachten,debergSion

HOOFDSTUK19

1DelastvanEgypte.Zie,deHEERErijdtopeensnelle wolkenkomtinEgypte;deafgodenvanEgyptezullen voorZijnaangezichtbeven,enhethartvanEgyptezalin hetmiddenervansmelten.

2IkzaldeEgyptenarentegendeEgyptenarenopzetten;zij zullenoorlogvoeren,deeentegendeander,deandertegen zijnnaaste,stadtegenstad,enkoninkrijktegenkoninkrijk.

3DanzaldegeestvanEgypteinzijnmiddenvergaan,en Ikzalzijnraadtenietdoen;zijzullendeafgodenzoeken,de bezweerders,dedodenbezweerdersendewaarzeggers.

4IkzaldeEgyptenarenovergevenindehandvaneen wredeheer,eneenwredekoningzaloverhenheersen, spreektdeHEERE,deHEEREvandelegermachten.

5Danzalhetwateruitdezeeverdwijnen,enderivierzal verdorrenenopdrogen

6Zijzullenderivierenverafwenden,debekendiede beschuttingvormen,zullenledigwordenenopdrogen;het rietendevazenzullenverdorren

7Hetrietdatbijdebekenligt,bijdemondingvande beken,enalleswatbijdebekengezaaidis,zalverdorren, weggevaagdwordenenernietmeerzijn.

8Ookdevisserszullentreuren,enallendiehunhengelsin debekenuitwerpen,zullenrouwbedrijven,enzijdiehun nettenoverhetwateruitspreiden,zullenkwijnen

9Ookzijdiemetfijnvlaswerkenendienettenweven, zullenbeschaamdworden

10Alwatsluizenenvisvijversmaakt,zalinzijnbouwsels verbrokenworden

11DevorstenvanZoanzijnwerkelijkdwaas,deraadvan dewijzeraadgeversvanFaraoisonzinniggeworden.Hoe kuntutegenFaraozeggen:Ikbendezoonvanwijzen,de zoonvanoudekoningen?

12Waarzijnzij?Waarzijnuwwijzen?Latenzijhetutoch vertellen,enlatenzijwetenwatdeHEEREvande legermachtenmetEgyptevanplanis

13DevorstenvanZoanzijndwaasgeworden,devorsten vanNofhebbenzichlatenmisleiden;ookhebbenzij Egypteverleid,zelfsdesteunpilarenvanzijnstammen 14DeHEEREheefteenbozegeestinhetmiddendaarvan gebracht;zijhebbenEgypteinalzijndadendoendwalen, zoalseendronkaardronddwaaltinzijnuitbraaksel 15OokzalervoorEgyptegeenwerkzijn,datdekopofde staart,detakofhetriet,magdoen.

16TediendagezalEgyptealsvrouwenzijn,enhetzal bevreesdenbevreesdzijnvanwegedebevingvandehand vandeHEEREvandelegermachten,dieHijoverhenzal schudden

17HetlandvanJudazalvoorEgypteeenschrikzijn;ieder diedaarvandenkt,zalinzichzelfbevreesdworden vanwegederaadvandeHEEREvandelegermachten,die Hijdaaroverbeslotenheeft.

18TediendagezullenerinhetlandEgyptevijfstedenzijn diedetaalvanKanaänsprekenenbijdeHEEREvande legermachtenzweren;éénervanzalgenoemdworden:Stad vanverderf

19OpdiedagzalermiddeninhetlandEgypteeenaltaar voordeHEEREstaan,enaandegrenservaneen gedenktekenvoordeHEERE

20Enhetzalzijntoteentekenentoteengetuigenisvoor deHEEREvandelegermachteninhetlandvanEgypte, wanneerzijtotdeHEEREzullenroepenvanwegede verdrukkers,enHijzalhuneenVerlosserzenden,een machtige,diehenzalbevrijden.

21DanzaldeHEEREaanEgyptebekendworden,ende EgyptenarenzullenopdiedagdeHEERElerenkennen,en zijzullenslachtofferengraanofferbrengen;ja,zijzullen deHEEREeengeloftedoenendiehouden

22EndeHEEREzalEgypteslaan;Hijzalhetslaanen genezen,enzijzullenzichtotdeHEEREbekeren,enHij zalZichdoorhenlatenverbiddenenhengenezen

23TediendagezalereengebaandewegzijnvanEgypte naarAssyrië.DeAssyriërszulleninEgyptekomenende EgyptenareninAssyriëDeEgyptenarenzullensamenmet deAssyriërsdienen

24OpdiedagzalIsraëldederdezijn,samenmetEgypte enAssyrië,eenzegeninhetmiddenvanhetland

25DiedeHEEREvandelegermachtenzalzegenendoorte zeggen:GezegendzijEgypte,mijnvolk,enAssyrië,het werkvanmijnhanden,enIsraël,mijnerfdeel

HOOFDSTUK20

1InhetjaardatTartaninAsdodaankwam,nadatSargon, dekoningvanAssyrië,hemhadgezonden,entegenAsdod streedendestadinnam,

2TegelijkertijdsprakdeHEEREdoordedienstvanJesaja, dezoonvanAmoz,enzei:Gaheen,maakhetrouwkleed vanuwlendenenlosentrekuwschoenenvanuwvoeten Enhijdeeddit,terwijlhijnaaktenbarrevoetsliep 3EndeHEEREzeide:ZoalsmijnknechtJesajadriejaar naaktenbarrevoetsheeftrondgelopen,toteentekenen wonderoverEgypteenoverEthiopië, 4ZozaldekoningvanAssyriëdeEgyptenarenals gevangenenwegvoeren,endeEthiopiërsalsgevangenen, jongenoud,naaktenbarrevoets,ja,metontblotebillen,tot schandevanEgypte

5EnzijzullenbevreesdenbeschaamdzijnoverEthiopië, hunverwachting,enoverEgypte,huneer.

6Endebewonersvanditeilandzullentediendagezeggen: Zie,zulkeenverwachtinghebbenwij,waarheenwij vluchtenomhulp,teneindeverlosttewordenvande koningvanAssyrië!Enhoezullenwijontkomen?

HOOFDSTUK21

1DelastvandewoestijnvandezeeZoalswervelwinden inhetzuidenvoorbijtrekken,zokomthetuitdewoestijn, uiteenverschrikkelijkland

2Eentreurigvisioenismijbekendgemaakt;deverrader handeltverraderlijkendeplunderaarplundertTrekop, Elam;beleger,Medië;alhetgezuchtdaarvanhebikdoen ophouden.

3Daaromzijnmijnlendenenvervuldvanpijn,weeën grepenmijaanalsdeweeënvaneenvrouwdie barensweeënheeft;ikbengekweldtoenikhethoorde,ik benontsteldtoenikhetzag

4Mijnharthijgde,vreesverschriktemij;denachtvanmijn welbehagenheeftHijvoormijveranderdinvrees.

5Dekdetafel,houddewachtindewachttoren,eet,drink; staop,gijvorsten,enzalfhetschild

6WantaldusheeftdeHEEREtotmijgezegd:Gaheen,stel eenwachteraan,laathijverkondigenwathijziet

7Enhijzageenwagenmeteenpaarruiters,eenwagen metezelseneenwagenmetkamelen;enhijluisterde aandachtigenzeeraandachtig

8Enhijriep:Eenleeuw!Mijnheer,overdagstaik voortdurendopdewachttorenen'snachtszitikopwacht.

9Enzie,daarkomteenstrijdwagenmeteenpaarruiters aanEnhijantwoorddeenzei:Babelisgevallen,gevallen! Enalhaargodenbeeldenheefthijopdegrondverbrijzeld.

10Mijndorswerkenhetkorenopmijndorsvloer!watik vandeHEEREvandelegermachten,deGodvanIsraël, gehoordheb,hebikuverkondigd.

11DelastvanDumaHijroeptmijtoeuitSeïr:Wachter, watiservandenacht?Wachter,watiservandenacht?

12Dewachterzei:Demorgenkomt,enookdenacht; indiengijliedenvragenwilt,vraagdan;keerterug,kom 13DelastoverArabiëInhetwoudvanArabiëzultu overnachten,oreisgezelschappenvanDedanim.

14DebewonersvanhetlandTemabrachtendedorstige waterenenhieldendevluchtelingmethunbroodtegen

15Wantzijvluchttenvoordezwaarden,voorhet getrokkenzwaard,voordegespannenboogenvoorde verschrikkelijkheidvandeoorlog.

16WantzoheeftdeHEEREtotmijgezegd:Binneneen jaar,naardejarenvaneendagloner,zalaldeheerlijkheid vanKedarvergaan

17Enhetoverblijfselvanhetgetalderboogschutters,de heldenderKedarieten,zalverminderdworden,wantde HEERE,deGodvanIsraël,heefthetgesproken

HOOFDSTUK22

1DelastvanhetdalvanhetvisioenWatscheeltunu,dat ugeheelenaltotopdedakenbentgeklommen?

2Gij,dievolvanberoeringzijt,gijstadvanopwinding,gij vrolijkestad;uwgesneuveldenzijnnietdoorhetzwaard gedood,nochgestorvenindestrijd

3Aluwvorstenzijntezamengevlucht,zijzijndoorde boogschuttersgebonden;allendieinugevondenworden, zijntezamengebonden,dievanverregevluchtzijn

4Daaromzeiik:Kijkvanmijweg,ikzalbitterwenen,doe geenmoeiteommijtetroosten,vanwegedeberovingvan dedochtervanmijnvolk

5Wanthetiseendagvanbenauwdheid,vanvertredingen vanverwarringvoordeHeereHEEREderheerscharen,in hetdalvanhetvisioen,vanhetafbrekenvandemurenen vanhetschreeuwentegendebergen

6Elamdroegdepijlkoker,samenmetdestrijdwagensen deruiters,enKirhaaldehetschildtevoorschijn

7Enhetzalgeschieden,datuwbestedalenvolzullenzijn metstrijdwagens,enderuiterszullenzichinslagorde opstellenbijdepoort

8EnhijontdektedebedekkingvanJuda,engijhebtopdie dagdewapenrustingvanhethuisdeswoudsbekeken

9OokhebtudescheurenindestadvanDavidgezien,hoe talrijkzewaren;enuhebthetwatervandeonderstevijver verzameld

10EngijhebtdehuizenvanJeruzalemgeteld,ende huizenhebtgijafgebrokenomdemuurteversterken.

11Ookhebtueengreppelgemaakttussendetweemuren voorhetwatervandeoudevijver,maaruhebtgeenacht geslagenopHemdiehemgemaaktheeft,enuhebtgeen ontzaggehadvoorHemdiehemlanggeledengemaakt heeft

12EntediendageriepdeHeere,deHEEREder heerscharen,optotgeween,entotrouw,entotkaalheid,en tothetomgordenmetzakken

13Enzie,erisvreugdeenblijdschap;erwordenrunderen geslachtenschapengeslacht,erwordtvleesgegetenen wijngedronkenLaatonsetenendrinken,wantmorgen zullenwijsterven.

14Enhetwerdaanmijnorengeopenbaarddoorde HEEREvandelegermachten:Voorzeker,deze ongerechtigheidzalvanunietverzoendworden,totdatgij sterft,spreektdeHeere,HEEREvandelegermachten

15ZozegtdeHeereHEEREderheerscharen:Gaheen,ga naardezeschatbewaarder,naarSebna,dieoverhetpaleis gaat,enzeg:

16Wathebtuhier?Enwiehebtuhier,datuhiereengraf hebtuitgehouwen,zoalshijdiezichzelfeengrafheeft uitgehouwenindehoogte,endiezicheenwoninginde rotsheeftuitgehouwen?

17Zie,deHEEREzaluingrotegevangenschap wegvoerenenuzekerbedekken

18Hijzalumetgeweldomkerenenalseenbalineen uitgestrektlandsmijtenDaarzultusterven,endaarzullen destrijdwagensvanuwglorieeenschandezijnvoorhet huisvanuwheer

19Ikzaluvanuwplaatsverdrijven,enuituwtoestandzal Hijuneerhalen

20Enhetzaltediendagegeschieden,datIkMijndienaar Eljakim,dezoonvanHilkia,roepenzal

21IkzalhemuwgewaadaandoenenuzalIkmetuw gordelsterken.UwheerschappijzalIkinzijnhandleggen. HijzaleenvaderzijnvoordeinwonersvanJeruzalemen voorhethuisvanJuda

22EnIkzaldesleutelvanhethuisvanDavidopzijn schouderleggen;alshijopent,zalniemandsluiten;alshij sluit,zalniemandopenen

23Ikzalhemvastnagelenalseenspijkeropeenstevige plaats,enhijzaltoteenglorieuzetroonvoorhethuisvan zijnvaderzijn

24Enmenzalaanhemdeheleheerlijkheidvanhethuis vanzijnvaderhangen,denakomelingenendeopbrengst, alhetkleinevaatwerk,vandebekerstotaanalhet vaatwerkvandekruiken

25Opdiedag,spreektdeHEEREvandelegermachten,zal despijker,dieopdevasteplaatsvastgenageldwas, weggenomenworden,afgehouwenwordenenvallen;ende lastdieeraanrustte,zalafgesnedenworden,wantde HEEREheefthetgesproken

HOOFDSTUK23

1DelastvanTyrus!Huil,schepenvanTarsis!Hetis verwoest,erisgeenhuismeer,erisgeeningangmeer VanuithetlandvanKittimishethungeopenbaard

2Weesstil,inwonersvanheteiland,udiedoorde koopliedenvanSidon,dieoverdezeevaren,vanvoedselis voorzien

3EnaandegrotewaterenishetzaadvanSihor,deoogst vanderivier,haarinkomsten;enzijiseenmarktvoor heidenvolken

4Weesbeschaamd,Sidon!wantdezee,dekrachtvande zee,heeftgesproken:Ikbennietinbarensnoodenbaar geenkinderen,ikvoedgeenjongemannenopenbreng geenmeisjesgroot.

5ZoalshetgeruchtoverEgypte,zozullenzijookhevig bedroefdwordenoverhetgeruchtoverTyrus

6TrekovernaarTarsis;huil,bewonersvanheteiland.

7Isdituwvrolijkestad,diezooudisalsinlangvervlogen tijden?Haareigenvoetenzullenhaarverwegvoerenomer tevertoeven.

8WieheeftditplanbedachttegenTyrus,dekroonstad, waarvandekoopliedenvorstenzijnendehandelaarsde aanzienlijkenderaarde?

9DeHEEREvandehemelsemachtenheefthetzo besloten:omdetrotsvanalleeertebezoedelenenomalle aanzienlijkemensenopaardeteverachten.

10Trekdooruwlandalseenrivier,dochtervanTarsis;er isgeenkrachtmeer

11Hijstrektezijnhanduitoverdezee,hijdeed koninkrijkenbeven;deHEEREgafbevelaande handelsstadomhaarvestingenteverwoesten

12Enhijzeide:Gijzultunietlangerverheugen,verdrukte maagd,dochtervanSidon!Staop,trekovernaarKittim; ookdaarzultgijgeenrusthebben.

13Zie,hetlandderChaldeeën;ditvolkbestondniet,totdat deAssyriërhetvoorhen,dieindewoestijnwonen, gegrondvesthad;zijrichttenertorensop,zijverhievener paleizen,maarhijverwoesttehet.

14Huil,schepenvanTarsis!Uwkrachtisverwoest

15Enhetzaltediendagegeschieden,datTyruszeventig jaarvergetenzalworden,overeenkomstigdedagenvanéén koning;naverloopvanzeventigjaarzalTyruszingenals eenhoer.

16Neemeenharpengadoordestad,jijvergetenhoer; zingzoeteliederen,zingveelliederen,zodatmenaanje denkt.

17Enhetzalgeschiedennaafloopvanzeventigjaar,dat deHEERETyrusbezoekenzal,enzijzalzichtothaarloon

wendenenhoererijbedrijvenmetallekoninkrijkender aardeopdeaardbodem.

18Haarkoopwaarenhaarloonzullenheiligzijnvoorde HEERE;zemogennietwordenopgeslagenofbewaard, wanthaarkoopwaarzalzijnvoorhendievoorhet aangezichtvandeHEEREwonen,omvoldoendeteetenen voorduurzamekleding

HOOFDSTUK24

1Zie,deHEEREontledigtenverwoestdeaarde,keert haaronderstebovenenverstrooithaarbewoners

2Enzoalshetmethetvolkis,zozalhetookmetde priestergaan;zoalshetmetdeslaafis,zozalhetookmet zijnheerzijn;zoalshetmetdeslavinis,zozalhetookmet haarmeesteresgaan;zoalshetmetdekoperis,zozalhet ookmetdeverkopergaan;zoalshetmetdeuitleneris,zo zalhetookmetdegenezijndieaanhemrentegeeft

3Hetlandzalvolkomenontvolktengeheelverwoest worden,wantdeHEEREheeftditwoordgesproken

4Deaardetreurtenverwelkt,dewereldkwijntwegen verwelkt,dehoogmoedigenderaardekwijnenweg.

5Wantdeaardeisverontreinigddoorhaarbewoners, omdatzijdewettenhebbenovertreden,debepalingen hebbenveranderdenheteeuwigeverbondhebben verbroken

6Daaromverslindtdevloekdeaarde,enhaarbewoners wordenverwoest;daaromwordendebewonersvande aardeverbrand,enerblijvenweinigmensenover

7Dejongewijntreurt,dewijnstokverkommert,alle vrolijkenzuchten.

8Hetgejuichvandetrompettenhoudtop,hetgeluidvan dejuichendezangershoudtop,devreugdevandeharp houdtop.

9Menzalgeenwijndrinkenmetgezang;desterkedrank zalbitterzijnvoorhendiehemdrinken

10Destadvanverwarringisverwoest;elkhuisis afgesloten,zodatniemandermeerbinnenkan

11Erklinktgejammeromwijnopstraat;allevreugdeis verduisterd,devrolijkheidvanhetlandisverdwenen.

12Indestadisverwoestingovergebleven,endepoortis verwoest

13Wanneerhetzozalgaaninhetmiddenvanhetland onderdemensen,zalhetzijnalshetschuddenvaneen olijfboomenalsdenalezingvandruivennadewijnoogst 14Zijverheffenhunstem,zijzingenvoordemajesteitvan deHEERE,zijroepenluidkeelsvanafdezee

15VerheerlijkdaaromdeHEEREinhetvuur,deNaam vandeHEERE,deGodvanIsraël,opdeeilandenderzee 16Vanheteindederaardehebbenwijliederengehoord, eeraanderechtvaardigenMaarikzei:Mijnmagerheid, mijnmagerheid,weemij!Deverradershebbenverraderlijk gehandeld;ja,deverradershebbenzeerverraderlijk gehandeld

17Vrees,kuilenvalstrikzijnoveru,inwonerderaarde 18Enhetzalgeschieden,datwievluchtvoorhetgedruis vandevrees,indekuilzalvallen;enwieuithetmidden vandekuilopklimt,zalindestrikgevangenwordenWant devenstersvanbovenstaanopenendefundamentender aardewankelen.

19Deaardeisgeheelenalverwoest,deaardeisgeheel verbrokkeld,deaardeisgeheelbewogen

20Deaardewaggeltalseendronkaard,enwordtheenen weergeslingerdalseenhut,enhaarovertredingdrukt zwaarophaar;zijvaltenstaatnietmeerop

21Enhetzaltediendagegeschieden,datdeHEERE bezoekingzalbrengenaanhetlegerderhoogten,dieinde hoogtezijn,enaandekoningenderaardeopdeaarde

22Enzijzullenbijeengebrachtworden,zoalsmen gevangenenineenkuilbijeenbrengt,enzijzulleninde gevangenisopgeslotenworden,ennaveledagenzullenzij bezochtworden

23Danzaldemaanschaamroodwordenendezon beschaamd,wanneerdeHEEREvandelegermachten KoningzalzijnopdebergSioneninJeruzalem,envoor hetaangezichtvanZijnoudstenmetmajesteit

HOOFDSTUK25

1HEERE,GijzijtmijnGod,Uzalikverhogen,uwNaam loven,omdatGijwonderenhebtgedaan;uwraadsbesluiten vanoudsherzijntrouwenwaarheid

2WantGijhebtdestadtoteenpuinhoopgemaakt,de versterktestadtoteenruïne,eenpaleisvanvreemdentot ietswatgeenstadmeeris;hetzalnooitmeerherbouwd worden

3DaaromzaleensterkvolkUeren,eenstadvan gewelddadigevolkenzalUvrezen

4WantGijzijteensterktegeweestvoordearme,een sterktevoordeellendigeinzijnbenauwdheid,een toevluchtindestorm,eenschaduwtegendehitte,wanneer dewoedevandegewelddadigenisalseenstormtegeneen muur.

5Gijzulthetgedruisvanvreemdennederleggen,zoalsde hitteineendorreplaats;ja,dehittemetdeschaduwvan eenwolk;detakderschrikwekkendenwordtvernederd.

6EndeHEEREvandelegermachtenzalopdezebergvoor allevolkeneenfeestmaalaanrichtenvanvettespijzen,een feestmaalvanbelegenwijnen,vanmergrijke,vettespijzen, vangezuiverde,belegenwijnen

7EnHijzalopdezebergdebedekkingvernietigen,die overallevolkengespannenis,endebedekking,dieover allenatiëngespreidligt

8Hijzaldedoodverslindenenoverwinnen;deHeere HEEREzaldetranenvanalleaangezichtenafwissen;de smaadvanZijnvolkzalHijvandegeheleaardewegnemen, wantdeHEEREheefthetgesproken

9Enmenzaltediendagezeggen:Zie,DezeisonzeGod, wijhebbenHemverwacht,enHijzalonsverlossenDeze isdeHEERE,wijhebbenHemverwacht,wijzullenons verheugenenverblijdenindeverlossingdieHijonsgeeft

10WantdehandvandeHEEREzalopdezebergrusten, enMoabzaldoorHemvertredenworden,zoalsstrowordt vertredenvoordemesthoop.

11EnHijzalZijnhandeninhetmiddenvanhen uitstrekken,zoalseenzwemmerZijnhandenuitstrektomte zwemmen;enHijzalhuntrotsneerhalen,tezamenmetde buitvanhunhanden

12Endesterkevesting,dehogevestinguwermuren,zal hijneerhalen,verpulverenenmetdegrondgelijkmaken, totinhetstof

HOOFDSTUK26

1Tediendagezalditliedgezongenwordeninhetlandvan Juda:Wijhebbeneensterkestad;Godzalheilbrengentot murenenbolwerken.

2Doetdepoortenopen,opdathetrechtvaardigevolk binnenga,datdewaarheidinachtneemt

3GijbewaartinvolkomenvredewiezijnzinnenopUzet, omdathijopUvertrouwt

4VertrouwopdeHEEREvooreeuwig,wantindeHEERE, deHEERE,iseeneeuwigesterkte

5WantdeinwonersvandehoogtevernedertHij;dehoge stadvernedertHij;Hijvernederthaartotteraarde,Hij vernederthaartotinhetstof

6Devoetzalhetvertreden,devoetenvandeellendige,en destappenvandebehoeftige.

7Dewegvanderechtvaardigeisoprechtheid;Gij,de meestoprechte,weegthetpadderrechtvaardigen

8Ja,opdewegvanuwoordelen,HEERE,hebbenwijopu gewacht;hetverlangenvanonzezielgaatuitnaaruwnaam ennaaruwgedachtenis

9MetmijnzielverlangiknaarUindenacht;ja,metmijn geestinmijnbinnenstezoekikUindevroegemorgen Wantwanneeruwoordelenopdeaardezijn,zullende bewonersvandewereldgerechtigheidleren.

10Alwordtdegoddelozegenadebewezen,hijzalgeen gerechtigheidleren;inhetlandvanoprechtheidzalhij onrechtplegen,hijzaldemajesteitvandeHEEREniet aanschouwen

11HEERE,alsUwhandopgehevenis,zullenzijhetniet zien;maarzijzullenhetzienenbeschaamdworden vanwegehunafgunstopdevolken;ja,hetvuurvanUw vijandenzalhenverslinden

12HEERE,Gijzultvooronsvredebewerken,wantGij hebtookalonzewerkeninonsgewerkt

13HEERE,onzeGod,anderendanGijhebbenoverons geheerst,maaralleendoorUzullenwijuwNaam gedenken

14Zijzijndood,zijzullennietleven;zijzijngestorven,zij zullennietopstaan.DaaromhebtGijhenbezochten vernietigd,enhunnagedachtenisgeheelverdelgd

15Gijhebthetvolkdoentoenemen,HEERE,Gijhebthet volkdoentoenemen;Gijzijtverheerlijkt;Gijhebthetver latengaan,totaanalleeindenderaarde

16HEERE,innoodhebbenzijUbezocht,zijhebbeneen gebeduitgestort,toenUwtuchtigingoverhenkwam.

17Zoalseenzwangerevrouw,diehetmomentvanbaren nadert,dieinbarensnoodverkeertenschreeuwtinhaar weeën,zowarenwijvooruwogen,HEERE

18Wijzijnzwangergeweest,wijhebbensmartgeleden, wijhebbenalshetwarewindgebaard;wijhebbengeen verlossingopaardebewerkt,endebewonersvandewereld zijnnietgevallen

19Uwdodenzullenleven,samenmetmijndodelichaam zullenzijopstaanOntwaakenzing,udieinhetstofwoont, wantuwdauwisalsdedauwvanhetgras,endeaardezal dedodenuitwerpen.

20Kom,mijnvolk,gauwkamersbinnenensluituw deurenachteruVerberguvooreenkleinogenblik,totdat degramschapvoorbijis.

21Wantzie,deHEEREgaatuitZijnplaatsomde ongerechtigheidvandebewonersvandeaardetebezoeken;

deaardezalhaarbloedaanhetlichtbrengen,enzalhaar gesneuveldennietmeerbedekken.

HOOFDSTUK27

1OpdiedagzaldeHEEREmetZijnpijnlijk,grooten sterkzwaarddeLeviathan,descherpeslang,straffen,ende Leviathan,dekrommeslang;enHijzaldedraak,dieinde zeeis,doden

2Zingvoorhaaropdiedag:Eenwijngaardvolrodewijn

3Ik,deHEERE,benhetdiehetbewaakt;elkogenblikzal Ikhetbevochtigen;opdatniemandhetkwaaddoet,zalIk hetbewaken,nachtendag.

4Woedeisnietinmij:wiezouindestrijddoornenen distelstegenmijopzetten?Ikzouerdwarsdoorheengaan, ikzouzesamenverbranden.

5Oflaathijmijnsterktegrijpen,enhijzalvredemetmij sluiten,enhijzalvredemetmijsluiten

6HijzaldegenendieuitJakobvoortkomen,worteldoen schieten;Israëlzalbloeienenuitbottenendeaardemet vruchtvullen

7HeeftHijhemgeslagen,zoalsHijdegenengeslagenheeft diehemgeslagenhebben?OfisHijgedood,zoalsde slachtingonderdegenendiedoorhemgedoodzijn?

8Hoehetookzij,wanneerhetopschiet,gijzultermede twisten;Hijdoetzijngurewindbedarenopdedagvande oostenwind

9HierdoorzaldeongerechtigheidvanJakobverzoend worden,enditisdegehelevruchtdiezijnzondewegneemt: alshijallestenenvanhetaltaarmaaktalsgebroken kalkstenen,zullendegewijdepalenendegodennietmeer overeindblijvenstaan

10Maardeversterktestadzaleenwoestenijworden,ende woonplaatsverlaten,verlatenalseenwildernis.Daarzal hetkalfweiden,daarzalhetneerliggenenzijntakken verteren

11Wanneerdetakkenervanverdordzijn,zullenze afgebrokenwordenDankomendevrouwenenstekenze inbrand,wanthetiseenvolkzonderverstandDaaromzal hunMakerzichnietoverhenontfermen,enhun Formeerderzalhungeengenadebewijzen

12Enhetzaltediendagegeschieden,datdeHEEREzal uitrukkenvandebeddingvanderiviertotaandebeekvan Egypte,engijzultéénvooréénverzameldworden,o kinderenIsraëls

13Enhetzaltediendagegeschieden,dateropdegrote bazuingeblazenzalworden,enzij,dieverlorenwarenin hetlandvanAssyriëendeverdreveneninhetlandvan Egypte,zullenkomenenzijzullenzichvoordeHEERE neerbuigenopdeheiligebergteJeruzalem

HOOFDSTUK28

1Weedekroonvandehoogmoed,dedronkaardsvan Efraïm,wierluisterisalseenverwelkendebloem,dierust ophethoofdvandevettedalenvanhendieovermandzijn doorwijn!

2Zie,deHEEREheefteensterkeensterke,diealseen hagelstormeneenverwoestendestorm,alseen overstromendevloedvangeweldigewateren,metdehand teraardezalwerpen

3Dekroonvandetrots,dedronkaardsvanEfraïm,zalmet voetenvertredenworden.

4Endeheerlijkeschoonheiddieophethoofdvandevette valleiis,zalzijnalseenverwelkendebloem,enalseen snellevruchtvóórdezomer;diehij,dieernaarkijkt,ziet, enopeetterwijlhijhaarnoginzijnhandheeft 5TediendagezaldeHEEREderheerscharenzijntoteen kroonderheerlijkheidentoteensierlijkediadeemvoorhet overblijfselvanZijnvolk,

6EntoteenGeestdesoordeelsvoorhemdietengerichtzit, entotsterktevoorhendiedestrijdnaardepoortvoeren 7Maarookdwaaldenzijafvandewijn,envandesterke drankraaktenzijhetspoorbijster.Depriesterendeprofeet dwaaldenafvandesterkedrank,zijwerdenverslonden doordewijn,envandesterkedrankraaktenzijhetspoor bijster.Zijdwaaldenbijhetzienvanvisioenen,zij struikeldenbijhetrichten

8Wantalletafelszijnvoluitbraakselenvuil,zodatergeen plekmeerschoonis.

9Aanwiezalhijkennisbijbrengenenaanwiezalhijde leerdoenverstaan?Aanhendievandemelkgespeenden vandeborstafgehaaldzijn.

10Wanthetisgebodopgebod,gebodopgebod,regelop regel,regelopregel,hiereenbeetje,daareenbeetje

11Wantmetbelachelijkelippen,ineenvreemdetaal,zal hijtotditvolkspreken

12TotwieHijzeide:Ditisderust,geeftdevermoeiderust enditisdeverkwikking;maarzijwildennietluisteren.

13MaarhetwoordvandeHEEREwastothen:gebodop gebod,gebodopgebod,regelopregel,regelopregel,hier eenweinig,daareenweinig;opdatzijzoudengaanen achterovervallen,enverbrokenworden,enverstrikt,en gevangen

14Daarom,hoorhetwoordvandeHEERE,gijspotters, dieoverditvolkheerstdatinJeruzalemis

15Omdatugezegdhebt:Wijhebbeneenverbondmetde doodgesloten,enmethetdodenrijkzijnwijheteens; wanneerdeoverstromendegeselvoorbijgaat,zalhijons niettreffenWantwijhebbendeleugentotonzetoevlucht gemaaktenonderdeleugenhebbenwijonsverborgen.

16Daarom,zozegtdeHeereHEERE:Zie,IkleginSion eensteentengrondslag,eenbeproefdesteen,eenkostbare hoeksteen,eenvastegrondslag;wiegelooft,zalniet haasten

17Ikzalhetrechtmeteenmeetlintvergelijken,de gerechtigheidmeteenpaslood.Hagelzaldeschuilplaats vandeleugenwegvagen,waterenzullendeschuilplaats overspoelen.

18Uwverbondmetdedoodzalverbrokenworden,enuw verdragmetdehelzalnietstandhoudenWanneerde overstromendegeselvoorbijis,zultuerdoorvertrapt worden.

19Vandentijdaf,dathetuitgaat,zalhetugrijpen;want morgenaanmorgenzalhetvoorbijgaan,desdaagsendes nachts;enhetzaleennarigheidzijnalleenalomhet geruchtteverstaan

20Wanthetbediskorterdandatiemandzicheropkan uitstrekken,enhetdekkleedissmallerdandathijzicherin kanwikkelen

21WantdeHEEREzalopstaan,zoalsopdebergPerazim; Hijzalverbolgenworden,zoalsinhetdalvanGibeon,om

Zijnwerktedoen,Zijnwonderlijkwerk;HijzalZijndaad verrichten,Zijnwonderlijkedaad.

22Weesdaaromgeenspotters,opdatuwbandenniette sterkworden.WantIkhebvandeHeere,deHEEREvan delegermachten,gehoorddatereenuitroeiingkomt,die beslotenisoverdegeheleaarde

23Luisterenhoornaarmijnstem;luisterenhoornaarwat ikzeg.

24Ploegtdeploegerdeheledagomtezaaien?Openthij degrondenbreekthijdekluitenopen?

25WanneerHijhetoppervlakdaarvangladgemaaktheeft, zalHijdannietdewikkenuitwerpen,dekomijnstrooien, devoornaamstetarweendegerstenhetrietindeplaats strooien?

26WantzijnGodonderwijstheminverstandigheiden onderwijsthem.

27Wantmendorstdewikkennietmeteendorsslede,en mendraaithetwagenwielnietrondopdekomijn;men slaatdewikkenuitmeteenstafendekomijnmeteenstok.

28Hetbroodkorenwordtgekneusd,wanthijzalhetniet dorsen,hijzalhetnietbrekenmethetwielvanzijnwagen enhetnietkneuzenmetzijnruiters.

29OokditkomtvoortuitdeHEEREvandehemelse machten,Diewonderbaarisvanraadenvoortreffelijkvan daden.

HOOFDSTUK29

1WeeAriël,Ariël,destadwaarDavidwoonde!Laatieder jaaropnieuwoffersslachten

2TochzalIkAriëlbenauwen,enerzalkommerensmart zijn;enhetzalMijvergaanzoalsmetAriël

3Ikzalrondomueenlegerkampopzetten,ubelegerenmet eenlegertorenenvestingentegenuopwerpen.

4Engijzultneergehaaldworden,engijzultuitdeaarde spreken,enuwspraakzalgedemptzijnuithetstof,enuw stemzalzijnalsvaniemanddieeendodenbezweerderuit deaarderoept,enuwspraakzalgefluisterdwordenuithet stof

5Ookzaldemenigtevanuwvreemdelingenzijnalsfijn stof,endemenigtevandeschrikbewindsliedenalskafdat vervliegt;ja,hetzalplotselinggebeuren

6DeHEEREvandelegermachtenzalubezoekenmet donder,aardbevingengrootgedreun,metstorm,onweeren verterendevuurvlammen

7EndemenigtevanaldevolkendietegenAriëlstrijden, aldegenendietegenhaarstrijdenenhaarwapenrusting,en diehaarbenauwen,zalzijnalseendroom,een nachtgezicht

8Hetzalzijnzoalswanneereenhongerigedroomt,enzie, hijeet,maarhijontwaakt,enzijnzielisleeg;ofzoals wanneereendorstigedroomt,enzie,hijdrinkt,maarhij ontwaakt,enzie,hijismat,enzijnzielishongerigZozal demenigtevanalleheidenvolkenzijn,dietegendeberg Sionstrijden

9Blijftstaanenverwondertu,schreeuwtenroept:zijzijn dronken,maarnietvanwijn;zijwaggelen,maarnietvan sterkedrank

10WantdeHEEREheefteengeestvandiepeslaapoveru uitgestortenuwogengesloten;deprofetenenuwvorsten, dezienersheeftHijbedekt

11Enhetvisioenvanditallesisvoorugewordenalsde woordenvaneenverzegeldboek,datmenaaneengeleerde overhandigtenzegt:Leesdittoch!Enhijzegt:Datkanik niet,wanthetisverzegeld.

12Enhetboekwordtgegevenaanhemdienietgeleerd heeft,metdewoorden:Leestochdit!Enhijzei:Ikbenniet geleerd

13DaaromzegtdeHEERE:OmdatditvolkMijmetzijn mondnadertenMijmetzijnlippeneert,maarzijnhartver vanMijhoudt,enhunvreesvoorMijeenaangeleerd gebodvanmensenis,

14Daarom,zie,Ikgaeenwonderlijkwerkdoenonderdit volk,eenwonderlijkwerkeneenwonder;wantdewijsheid vanhunwijzenzalvergaan,enhetinzichtvanhun verstandigenzalverborgenworden

15WeehundiehunraaddiepvoordeHEEREverbergen, wierwerkenindeduisterniszijn,endiezeggen:Wieziet ons?Wiekentons?

16Uwomkeringvandedingenzalalsleemvaneen pottenbakkerbeschouwdwordenZalimmershetwerkvan zijnmakerzeggen:Hijheeftmijnietgemaakt?Ofzalhet gemaaktezeggen:Hijheeftgeenverstandgehad?

17Ishetnietnogeenheelkortetijd,endeLibanonzalin eenvruchtbaarveldveranderdworden,enhetvruchtbare veldzalalseenwoudbeschouwdworden?

18Enopdiedagzullendedovenhorendewoordenvan hetBoek,endeogenvandeblindenzullenzien,vanuitde donkerheidenuitdeduisternis.

19Ookzullendezachtmoedigensteedsmeervreugde hebbenindeHEERE,endearmenonderdemensenzullen zichverheugenindeHeiligevanIsraël.

20Wantdevreselijkewordttenietgedaan,endespotter wordtverteerd,enallendieopongerechtigheidloeren, wordenafgesneden.

21Dieomeenwoordeenmenstotschuldigemaken,en eenvalstrikspannenvoorwieindepoortterechtwijst,en derechtvaardigeterzijdebrengenomeennietsnut.

22Daarom,zozegtdeHEERE,DieAbrahamverlostheeft, overhethuisvanJakob:Jakobzalnunietmeerbeschaamd worden,enzijngezichtzalnunietmeerbleekworden.

23Maarwanneerhijzijnkinderenziet,hetwerkvanmijn handen,inzijnmidden,danzullenzijmijnnaamheiligen enzijzullendeHeiligevanJakobheiligenenzijzullen ontzaghebbenvoordeGodvanIsraël 24Ookzijdievangeestdwaalden,zullentotinzicht komen,enzijdiemorden,zulleneenleerleren.

HOOFDSTUK30

1Weedeopstandigekinderen,spreektdeHEERE,dieraad houden,maarnietuitMij,endiezichbedekkenmeteen bedekking,maarnietuitMijnGeest,omzondeopzondete stapelen

2DienaarEgyptewillenafdalen,zonderuitMijnmondte vragen,omzichtesterkenindemachtvanFaraoente vertrouwenindeschaduwvanEgypte 3DaaromzaldekrachtvanFaraouwschandezijn,enhet vertrouwenindeschaduwvanEgypteuwverwarring 4ZijnvorstenwareninZoan,enzijngezantenkwamen naarHanes.

5Zijwerdenallenbeschaamdovereenvolkdathungeen voordeelkonverschaffen,dathungeenhulpengeen voordeelkonverschaffen,maareenschandeeneensmaad

6DelastvandewildedierenvanhetZuiden:naarhetland vanbenauwdheidenangst,waardejongeendeoudeleeuw, deadderendevurigevliegendeslangvandaankomen;zij zullenhunrijkdommendragenopdeschoudersvanjonge ezelsenhunschattenopdetrossenvankamelen,naareen volkdathungeenvoordeelzalverschaffen

7WantdeEgyptenarenhelpentevergeefsenzonder resultaatDaaromroepikhetuit:Hunkrachtisstiltezitten 8Ganuheen,schrijfhetvoorhunogenopeentafelen noteerhetineenboek,zodathetbewaardblijftvoorde toekomst,vooreeuwigenaltijd

9Ditiseenopstandigvolk,eenvolkvanleugenachtige kinderen,eenvolkdatnietwilluisterennaardewetvande HEERE

10Dietotdezienerszeggen:Zieniet;entotdeprofeten: Profeteeronsnietwatrechtvaardigis;spreektotonswat aangenaamis;profeteerbedriegerijen

11Gauitdeweg,wijkafvanhetpad,laatdeHeiligevan Israëlvooronsophouden.

12Daarom,zozegtdeHeiligevanIsraël:Omdatudit woordverachtenvertrouwtoponderdrukkingen verkeerdheidendaaropsteunt,

13Daaromzaldezeongerechtigheidvooruzijnalseen bresdieopinstortenstaat,eenbresineenhogemuur,die plotselingbreekt,opeenogenblik.

14Enhijzalhetbreken,zoalsmeneenpottenbakkersvat breekt,datinstukkenisgebroken;hijzalnietsparen,zodat erbijhetbarstenervangeenscherfgevondenzalworden omvuuruitdehaardtehalen,ofomwateruitdeputte halen

15WantzozegtdeHeereHEERE,deHeiligeIsraëls:Door bekeringenrustzultubehoudenworden,instilheiden vertrouwenzaluwsterktezijn;maaruhebtnietgewild

16Maargijzeidet:Neen,wantwijzullenoppaarden vluchten;daaromzultgijvluchtenEn:Wijzullenopde snellenrijden;daaromzullenuwvervolgerssnelzijn 17Voorhetdreigenvanéénzullenerduizendvluchten, voorhetdreigenvanvijfzultuvluchten,totdatuoverblijft alseenbakenopeenbergtopenalseenbanieropeen heuvel.

18DaaromzaldeHEEREwachten,opdatHijugenadigzij, endaaromzalHijZichverheffen,omZichoverute ontfermen,wantdeHEEREiseenGodvanrecht;welzalig zijnallendieopHemwachten 19WanthetvolkzalopSionwonen,inJeruzalem;gijzult nietmeerwenen;Hijzaluzekergenadigzijnophetluide uwergeroep;wanneerHijhethoort,zalHijuantwoorden 20EnalgafdeHEEREubroodderbenauwdheidenwater derverdrukking,tochzullenuwleraarsnietmeerinhet verborgeneverdwijnen,maaruwogenzullenuwleraars zien

21Enuworenzulleneenwoordachteruhoren,datzegt: Ditisdeweg,wandeltdaarop,wanneergijunaarrechtsof wanneergijunaarlinkswendt.

22Ookzultgijhetvoorhangselvanuwgesnedenzilveren beeldenenhetsieraadvanuwgegotengoudenbeelden verontreinigen;gijzultzewegwerpenalseen menstruatiedoek;gijzultertegenzeggen:Gaweg

23DanzalHijregengevenvooruwzaad,zodatuhetland bezaait,enbroodvandeopbrengstvandeaarde,zodathet vetenvoedzaamzalzijnTediendagezaluwveegrazen opuitgestrekteweiden.

24Evenzozullenderunderenendeezelinnendiehetland omploegen,reinvoereten,datmetdespadeenmetdewan isgewanned

25Enerzullenopelkehogebergenopelkehogeheuvel rivierenenwaterbekenzijn,opdedagvandegrote slachting,wanneerdetorensvallen

26Hetlichtvandemaanzalzijnalshetlichtvandezon, enhetlichtvandezonzalzevenvoudigzijn,alshetlicht vanzevendagen,opdedagdatdeHEEREdebreukvan Zijnvolkverbindtendewondvanhunwondegeneest

27Zie,deNaamvandeHEEREkomtvanverre,enZijn toornbrandt,enZijnlastiszwaar;Zijnlippenzijnvol gramschap,enZijntongisalseenverterendvuur

28Enzijnademzalalseenoverstromendebeektotinde nekreiken,omdeheidenvolkenteziftenmetdezeefvan ijdelheid;enerzaleenteugelzijnindekakenvande volken,diehendoetdwalen

29Erzaleenliedzijnalsindenacht,wanneermeneen heiligeplechtigheidhoudt,eneenvreugdevanhartals wanneermenonderfluitspeldebergvandeHEERE betreedt,totdeMachtigevanIsraël.

30EndeHEEREzalZijnheerlijkestemlatenhorenende bliksemvanZijnarmlatenzien,metdeverbolgenheidvan Zijntoorn,metdevlamvaneenverterendvuur,met verstrooiing,metstormenmethagelstenen

31WantdoordestemvandeHEEREzaldeAssyriër verslagenworden,diemetdestoksloeg.

32Enoveralwaardegegrondvestestafkomt,diede HEEREophemlegt,zullenertamboerijnenenharpenzijn; enindestrijdderwanordezalHijermeestrijden.

33WantTofetisvanoudsherverordend,ja,voorde koningishetbereid;Hijheefthetdiepengrootgemaakt; destapelervanisvuurenveelhout;deademvande HEERE,alseenstroomvanzwavel,doethetontbranden

HOOFDSTUK31

1WeehundienaarEgyptegaanomhulp,dieoppaarden vertrouwenenopstrijdwagensvertrouwen,omdatzetalrijk zijn,enopruiters,omdatzezeermachtigzijn,maardie hunbliknietrichtenopdeHeiligevanIsraëlendeHEERE nietzoeken.

2Maarookhijiswijs,enhijbrengthetkwaadenneemt zijnwoordennietterug.Hijzalopstaantegenhethuisvan deboosdoenersentegendehulpvanhendieonrecht stichten

3DeEgyptenarennuzijnmensenengeenGod,enhun paardenzijnvleesengeengeest.WanneerdeHEEREzijn handuitstrekt,zalzoweldehelperalsdegeholpenetenval komen,enzijallenzullentezamenbezwijken

4WantzoheeftdeHEEREtotmijgesproken:Zoalseen leeuweneenjongeleeuwbrullentegenzijnprooi,wanneer eenmenigteherderstegenhemwordtgeroepen,zalHijniet vrezenvoorhungeroep,enzalHijzichniet verootmoedigenvoorhungedruis;zozaldeHEEREvan delegermachtennederdalenomtestrijdenoverdeberg Sionenzijnheuvel

5Zoalsvogelsvliegen,zozaldeHEEREvandehemelse machtenJeruzalembeschermen;enHijzalhetredden,en alsHijvoorbijtrekt,zalHijhetbewaren

6BekeerutotHem,vanWiedeIsraëlietenzichdiep hebbenafgewend.

7Wantopdiedagzaleeniederzijnzilverenengouden afgodenweggooien,dieuweigenhandenvoorugemaakt hebbenalseenzonde.

8DanzaldeAssyriërvallendoorhetzwaard,datnietvan eenheldis;enhetzwaard,datnietvaneenzwakkemanis, zalhemverslinden;maarhijzalvoorhetzwaardvluchten, enzijnjongemannenzullenverslagenworden

9Hijzalvanvreesnaarzijnvestingtrekken,enzijn vorstenzullenvrezenvoorhetvaandel,spreektdeHEERE, WiensvuurinSionisenZijnoveninJeruzalem

HOOFDSTUK32

1Zie,eenkoningzalregereningerechtigheid,envorsten zullenheersennaarhetrecht

2Eneenmenszalzijnalseenschuilplaatstegendewind, eneentoevluchtsoordtegendestorm;alswaterstromenin eendorrestreek,alsdeschaduwvaneenmachtigerotsin eendorstigland

3Endeogenvanhendiezien,zullennietverduisterd worden,endeorenvanhendiehoren,zullenluisteren

4Ookhethartvandeonbezonnenenzalkennisverstaan, endetongvandestamelaarszalgereedzijnomopenhartig tespreken

5Eenverachtelijkpersoonzalnietlangervrijgevig genoemdworden,eneenlomperikzalnietlangervrijgevig genoemdworden

6Wantdeverachtelijkezalschandespreken,enzijnhart zalonrechtbedrijven,omhuichelarijtebedrijvenen ongerechtigheidtesprekentegendeHEERE,omdeziel vandehongerigeleegtemakenendedorstigetelaten drinken.

7Ookdewerktuigenvandelomperikzijnslecht:hij bedenktgemeneplannenomdearmenmetleugenachtige woordentevernietigen,zelfswanneerdebehoeftigehet goedespreekt

8Maardemilddadigebedenktmilddadigedingen,endoor milddadigedingenzalhijstaan.

9Staop,gijzorgelozevrouwen,luisternaarmijnstem,gij zorgelozedochters,neemterorewatikzeg

10Veledagenenjarenzultgijverschriktzijn,gij zorgelozevrouwen,wantdewijnoogstzaluitblijven,de inzamelingzalnietkomen.

11Beef,gijzorgelozevrouwen;weesonrustig,gij zorgelozen;kleeduuitenmaakunaakt,enomgordtuw lendenenmeteenrouwkleed

12Zijzullenrouwbedrijvenoverdetepels,overde kostelijkeakkers,overdevruchtbarewijnstokken

13Overhetlandvanmijnvolkzullendoornenendistelen opschieten,ja,overallehuizenvanvreugdeindevrolijke stad

14Wantdepaleizenzullenverlatenworden,demenigte vandestadzalachtergelatenworden,devestingwerkenen torenszullenvooreeuwigholenzijn,eenvreugdevoor wildeezels,eenweidevoorkudden;

15TotdatdeGeestvanbovenoveronswordtuitgestorten dewoestijneenvruchtbaarveldwordtenhetvruchtbare veldeenwoudwordt

16Danzalhetrechtindewoestijnwonen,ende gerechtigheidverblijftophetvruchtbareveld.

17Endevruchtvandegerechtigheidzalvredezijn,ende uitwerkingvandegerechtigheid:rustenveiligheidtotin eeuwigheid.

18Enmijnvolkzalwonenineenwoningdesvredes,in veiligewoningeneninplaatsenvanstillerust;

19Wanneerhethageltophetwoud,zodatdestadineen dalwordtvernederd

20Zaligzijtgij,dieaanallewaterenzaait,diedepotenvan rundenezeldaarheenuitstuurt

HOOFDSTUK33

1Weeu,dieplundert,engijzijtnietgeplunderd;endie trouwelooshandelt,enzijniettrouweloosjegensu handelen!Wanneergijophoudtmetplunderen,zultgij geplunderdworden;enwanneergijophoudtmet trouwelooshandelen,zullenzijutrouwelooshandelen.

2HEERE,weesonsgenadig,wijhebbenopUgehoopt; weesGijhunarmelkemorgen,ookonzeheilintijdenvan benauwdheid.

3Doorhetgeluidvanhettumultvluchttehetvolk;door Uwverheffingwerdendevolkenverstrooid

4Enuwbuitzalverzameldworden,zoalseensprinkhaan zeverzamelt;zoalseensprinkhaanzeheenenweerrent, zalhijeroplosrennen

5DeHEEREisverheven,wantHijwoontindehoogte; HijheeftSionvervuldmetrechtengerechtigheid

6Wijsheidenkenniszullendestabiliteitvanuwtijdenzijn, endesterktevanuwverlossing.DevrezedesHereniszijn schat

7Zie,hunheldenschreeuwenvanbuiten;devredestichters wenenbitter.

8Dewegenzijnverwoest,dereizigerkomttotstilstand; hijheefthetverbondverbroken,destedenheefthijveracht, opniemandachthijgegeven.

9Deaardetreurtenkwijnt;deLibanonisbeschaamden omgehakt;Saronisalseenwoestijn;BasanenKarmel verliezenhunvruchten.

10NuzalIkopstaan,spreektdeHEERE,nuzalIk verhoogdworden,nuzalIkMijverheffen

11Gijzultkafbaren,gijzultstoppelsvoortbrengen;uw ademzalalsvuuruverteren

12Enhetvolkzalzijnalsafgebrandekalk;alsafgehouwen doornenzullenzijinhetvuurverbrandworden

13Hoort,gijdieverafzijt,watIkgedaanheb,engijdie dichtbijzijt,erkenmijnmacht

14DezondaarsinSionzijnbang,angstheeftde huichelaarsovervallenWievanonszalwonenbijhet verterendevuur?Wievanonszalwonenbijdeeeuwige gloed?

15Wieingerechtigheidwandeltenoprechtspreekt;wie winst,diedoorverdrukkingwordtverkregen,veracht;wie zijnhandenschudt,alshijgeensteekpenningenaanneemt; wiezijnorentoestopt,zodathijniethoortvanbloed,en zijnogensluit,zodathijnietzietwatkwaadis;

16Hijzalophogehoogtewonen;zijnvestingzalhet wapenvanderotsenzijn;broodzalhemgegevenworden, zijnwaterzalzekerzijn

17Uwogenzullendekoninginzijnschoonheid aanschouwen;zijzullenhetverrelandaanschouwen.

18UwhartzaloverangstnadenkenWaarisdeschrijver? Waarisdeontvanger?Waarishijdiedetorenstelde?

19Gijzultgeenwreedvolkzien,eenvolkmeteendiepere taaldangijkuntverstaan,meteenstamelendetong,diegij nietkuntverstaan

20ZienaarSion,destadonzerfestiviteiten;uwogen zullenzien:Jeruzalem,eenveiligewoonplaats,eententdie nietafgebrokenzalworden;geenvanhaarpalenzalooit weggenomenworden,engeenvanhaartouwenzal verbrokenworden

21Maardaar,waardeHEERE,deHEEREderheerlijkheid, vooronszalzijn,eenplaatsvanbrederivierenenbeken; daarzalgeenroeibootvaren,engeensierlijkschipzaler varen.

22WantdeHEERisonzeRechter,deHEERisonze Wetgever,deHEERisonzeKoning;Hijzalonsredden

23Uwtouwenhangenlos,zijhebbendemastnietstevig kunnenverstevigen,zijhebbenhetzeilnietkunnenstrijken Danwordtdebuitvaneengrotebuitverdeeld;de kreupelennemendebuit.

24Endeinwonerzalnietzeggen:Ikbenziek;hetvolkdat daarinwoont,zalvergevingvanongerechtigheidkrijgen

HOOFDSTUK34

1Komtnaderbij,gijheidenvolken,omteluisteren;en luistert,gijnatiën!Laatdeaardeluisterenenalwatdaarop is,dewereldenalwatdaaruitvoortkomt

2WantdegramschapvandeHEERErustopallevolken, enZijngrimmigheidopalhunlegerscharen;Hijheefthen metdebangeslagen,Hijheefthenterslachting overgegeven.

3Hungesneuveldenzullenweggevaagdworden,hunlijken zullenstinkenendebergenzullenwegsmeltenvanhun bloed.

4Alhetlegervandehemelzalvergaan,endehemelzal wordenopgeroldalseenboekrol,enalzijnlegerzal neervallen,zoalseenbladafvaltvandewijnstok,enzoals eenvallendevijgvandevijgenboom

5Wantmijnzwaardzalindehemelwordenneergelaten; zie,hetzalnederdalenoverEdomenoverhetvolkdatik gevloektheb,tenoordeel

6HetzwaardvandeHEEREisvolbloed,hetisvetvanvet, vanhetbloedvanlammerenenbokken,vanhetvetvande nierenvanrammenWantdeHEERErichteenslachtoffer aaninBosraeneengroteslachtinginhetlandEdom

7Ookdeeenhoornszullenmethenafkomen,endestieren metdestieren;enhunlandzaldoorweektwordenvan bloed,enhunstofzalvetwordenvanvet

8WanthetisdedagvandewraakvandeHEERE,hetjaar vandevergeldingvoorderechtszaakvanSion

9Enzijnrivierenzulleninpekveranderdworden,enzijn stofinzwavel,enzijnlandzalbrandendpekworden

10Hetzalnietgeblustworden,nochnacht,nochdag;zijn rookzalopstijgenineeuwigheid;vangeneratieop generatiezalhetwoestliggen;niemandzalerdoorheen trekken,ineeuwigheid

11Maardeaalscholverenderoerdompzullenhetinbezit nemen;ookdeuilenderaafzullenerwonen;enhijzaler hetlintvandewanordeoverspannen,destenenvande ledigheid.

12Menzalhaaredelentothetkoninkrijkroepen,maarer zalergeenzijn,enalhaarvorstenzullennietszijn 13Doornenzulleninhaarpaleizenopschieten,brandnetels enbraamstruikeninhaarvestingplaatsen.Hetzaleen woonplaatsvoordrakenzijneneenverblijfplaatsvoor uilen

14Ookdewildedierenvandewoestijnzullendewilde dierenvanheteilandontmoeten,endesaterzalnaarzijn soortgenootroepen;ookdebosuilzaldaarrustenenvoor zichzelfeenrustplaatsvinden

15Daarzaldegroteuilhaarnestmaken,enhetleggen,het broedenenhetinzijnschaduwbijeenbrengen;ookzullen daardegierenzichverzamelen,elkmethaarmannetje

16ZoekhetboekvandeHEEREopenlees:Erzalergeen éénontbreken,niemandzalhaarmetgezelmissen,want mijnmondheefthetgebodenenmijngeestheeftze verzameld

17Hijheefthetlotvoorhengeworpenenzijnhandheeft hethundoorhetmeetlintverdeeld;zijzullenheteeuwig bezitten,vangeslachttotgeslachtzullenzijerinwonen

HOOFDSTUK35

1Dewoestijnendeeenzameplaatsenzullenzichoverhen verheugen,dewilderniszalzichverheugenenbloeienals eenroos

2Hetzalweligbloeienenzichverheugenmetgejuichen gezangDeheerlijkheidvandeLibanonzalhemgegeven worden,deprachtvandeKarmelenvanSaron;zijzullen deheerlijkheidvandeHEEREendeprachtvanonzeGod aanschouwen

3Versterkdeslappehandenenverstevigdeknikkende knieën.

4Zegtegenhendieangstigvanhartzijn:Weessterken weesnietbangZie,uwGodkomtmetwraak,ja,Godmet vergelding;Hijzalkomenenuverlossen.

5Danzullendeogenvandeblindengeopendworden,en deorenvandedovenzullenontslotenworden

6Danzaldekreupelespringenalseenhert,endetongvan destommezaljuichenWantindewoestijnzullenwateren ontspringen,enbekenindewildernis

7Enhetdorrelandzaltoteenpoelworden,enhetdorstige landtotwaterbronnen;opdewoonplaatsenvandedraken, waarzijgelegerdwaren,zalgraszijnmetrietenbiezen.

8Daarzaleengebaandewegzijn,diedeheiligeweg genoemdzalwordenGeenonreinezaldaaropkomen, maarhijzalvoorhenzijn,diereizenmaken,ookalzijnze dwaas,endienietdwalen.

9Daarzalgeenleeuwzijn,engeenverscheurenddierzal daaropkomen;hetzaldaarnietgevondenworden,maarde verlostenzullendaaropwandelen

10EndevrijgekochtendesHEERENzullenwederkerenen inSionkomenmetgejuich;eeuwigeblijdschapzalophun hoofdzijn;blijdschapenvreugdezullenzijverkrijgen, maarverdrietenzuchtenzullenwegvlieden

1InhetveertiendejaarvankoningHizkiatrokSanherib, dekoningvanAssyrië,optegenalleversterktestedenvan Judaennamzein.

2DekoningvanAssyriëstuurdeRabsakevanuitLachis naarJeruzalem,meteengrootleger,naarkoningHizkia Hijsteldezichopbijdewaterleidingvandebovenste vijver,aandewegnaarhetVollersveld

3ToenkwamenEljakim,dezoonvanHilkia,de hofmeester,naarhemtoe,samenmetSebna,deschrijver, enJoah,dezoonvanAsaf,dekanselier

4ToenzeideRabsaketothen:ZegtochtegenHizkia:Dit zegtdegrotekoning,dekoningvanAssyrië:Watisdit voorvertrouwen,waaropgijvertrouwt?

5Ikzeg,zegtgij(maarhetzijnijdelewoorden):Ikheb raadenkrachtvoordestrijd;opwievertrouwtgijnu,dat gijtegenmijinopstandkomt?

6Zie,gijvertrouwtopdestafvandezegebrokenrietstok, opEgypte;alsiemanddaaropleunt,zaldieinzijnhand schietenenhemdoorborenZovergaathetdefarao,de koningvanEgypte,allendieophemvertrouwen.

7Maaralsutotmijzegt:WijvertrouwenopdeHEERE, onzeGod–isHijhetniet,wienshoogtenenaltarenHizkia heeftweggenomenentotJudaenJeruzalemheeftgezegd: Voorditaltaarmoetuzichneerbuigen?

8Geefdaaromnueenonderpandaanmijnheer,dekoning vanAssyrië,enikzalutweeduizendpaardengeven,alsu erruitersvoorkuntleveren

9Hoewiltudanhetaangezichtvaneenleidervande minstedienarenvanmijnheerafwendenenuwvertrouwen opEgyptestellenvoorstrijdwagensenruiters?

10EnzaliknuzonderdeHEEREoptrekkentegenditland omhetteverwoesten?DeHEEREheefttegenmijgezegd: Trekoptegenditlandenverwoesthet

11ToenzeidenEljakim,SebnaenJoachtotdeprofeet Rabsake:SpreektochtotuwdienareninhetSyrisch,want wijverstaanhetEnspreekniettotonsinhetJoods,ten aanhorenvanhetvolkdatopdemuuris

12MaardeRabsakezei:Heeftmijnheermijnaaruwheer ennaarugestuurdomdezewoordentespreken?Heefthij mijnietnaardemannengestuurddieopdemuurzitten, zodatzijhuneigenuitwerpselenkunnenetenenhuneigen urinekunnendrinken,netalsu?

13ToenstonddeRabsakeopenriepmetluidesteminde taalvandeJoden:Luisternaardewoordenvandegrote koning,dekoningvanAssyrië

14Zozegtdekoning:LaatHizkiaunietbedriegen,want hijzalunietkunnenredden

15LaatHizkiauerniettoebrengenopdeHEEREte vertrouwen,doortezeggen:DeHEEREzalonszeker redden;dezestadzalnietindehandvandekoningvan Assyriëvallen

16LuisternietnaarHizkia,wantzozegtdekoningvan Assyrië:Doeeenverbondmetmijdooreengeschenk,en komnaarbuitennaarmijtoe,eneetiedervanzijnwijnstok eniedervanzijnvijgenboom,endrinkiedervanhetwater uitzijneigenput,wantdeHEEREheeftuvervloekt

17TotdatIkkomenjulliemeeneemnaareenlanddat gelijkisaanjullieland,eenlandvankorenenwijn,een landvanbroodenwijngaarden

18PasopdatHizkiaunietoverhaaltenzegt:DeHEERzal onsredden!Heefteenvandegodenvandevolkenzijn landooituitdehandvandekoningvanAssyriëgered?

19WaarzijndegodenvanHamathenArfad?Waarzijnde godenvanSefarvaïm?HebbenzijSamariauitmijnhand gered?

20Wiezijnzijonderaldegodenvandezelanden,diehun landuitmijnhandhebbengered,datdeHEEREJeruzalem uitmijnhandzouredden?

21Maarzijzwegenenantwoorddenhemnietmeteen woord,wanthetbevelvandekoningluidde:Antwoord hemniet

22ToenkwamenEljakim,dezoonvanHilkia,hethoofd vandehofhouding,metSebna,deschrijver,enJoah,de zoonvanAsaf,dekanselier,naarHizkia,metgescheurde kleren,enbrachtenhemdewoordenvandeRabsakeover.

HOOFDSTUK37

1ToenkoningHizkiadithoorde,scheurdehijzijnklederen, bedektezichmeteenrouwgewaadengingnaarhethuis vandeHEERE.

2ToenzondhijdehofmeesterEljakim,deschrijverSebna endeoudstenvandepriesters,gekleedinrouwgewaden, naardeprofeetJesaja,dezoonvanAmoz.

3EnzijzeidentotHem:ZozegtHizkia:Dezedagiseen dagvanbenauwdheid,vansmaadenvangodslastering, wantdekinderenzijnophetpuntvanbarengekomen,en erisgeenkrachtomtebaren

4HetkanzijndatdeHEERE,uwGod,zalluisterennaar dewoordenvanRabsake,diedekoningvanAssyrië,zijn heer,heeftgestuurdomdelevendeGodtesmaden,endat HijdewoordendiedeHEERE,uwGod,heeftgehoord,zal bestraffen.Biddaaromvoorhetoverblijfseldatis overgebleven

5ToenkwamendedienarenvankoningHizkiabijJesaja 6EnJesajazeidetothen:Aldusmoetgijtotuwheer zeggen:ZozegtdeHEERE:Weesnietbevreesdvoorde woordendiegijgehoordhebt,waarmeededienarenvande koningvanAssyriëMijgelasterdhebben.

7Zie,Ikzendeenvloedgolfoverhem,zodathijeen geruchthoortennaarzijnlandterugkeert;enIkzalhem doorhetzwaardinzijnlanddoenvallen.

8ToendeRabsaketerugkwam,trofhijdekoningvan AssyriëaaninoorlogmetLibna,omdathijhadgehoord datLibnauitLachiswasvertrokken.

9ToenhijoverTirhaka,dekoningvanEthiopië,hoorde zeggen:"Hijisuitgetrokkenomoorlogmetutevoeren." Toenhijdathoorde,zondhijbodennaarHizkiametde boodschap:

10AldusmoetutotHizkia,dekoningvanJuda,spreken: LaatuwGod,opWieuvertrouwt,unietbedriegendoorte zeggen:Jeruzalemzalnietindehandvandekoningvan Assyriëwordengegeven

11Zie,uhebtgehoordwatdekoningenvanAssyriëaan allelandenhebbengedaan,doorzevolledigteverwoesten Zouudangeredworden?

12Hebbendegodenvandevolkenhengereddiemijn vaderenverwoesthebben,zoalsGozan,Haran,Rezefende kinderenvanEdendieinTelassarwaren?

13WaarzijndekoningvanHamath,dekoningvanArfad endekoningvandestadSefarvaïm,HenaenIva?

14ToenHizkiadebriefuitdehandvandebodenontving enhemlas,ginghijnaarhethuisvandeHEEREen spreiddedebriefvoorhetaangezichtvandeHEEREuit

15ToenbadHizkiatotdeHEEREenzei: 16HEEREvandelegermachten,GodvanIsraël,Die tussendecherubswoont,GijzijtdeGod,Gijalleen,over allekoninkrijkenderaarde;Gijhebtdehemelendeaarde gemaakt.

17Neig,HEERE,Uwoorenhoor;open,HEERE,Uw ogenenzie;enhooraldewoordenvanSanherib,dieHij gezondenheeftomdelevendeGodtesmaden

18Voorwaar,HEERE,dekoningenvanAssyriëhebben allevolkenenhunlandenverwoest, 19Enzijhebbenhungodeninhetvuurgeworpen,wanthet warengeengoden,maarhetwerkvanmensenhanden,hout ensteen.Daaromhebbenzijhenverwoest.

20Nudan,HEERE,onzeGod,verlosonsuitzijnhand, zodatallekoninkrijkenderaardeweten,datGijdeHEERE zijt,Gijalleen.

21ToenzondJesaja,dezoonvanAmoz,eenboodschap naarHizkiaomtezeggen:ZozegtdeHEERE,deGodvan Israël:OmdatutotMijgebedenhebttegenSanherib,de koningvanAssyrië, 22DitishetwoorddatdeHEEREoverHemgesproken heeft:Dejonkvrouw,dedochtervanSion,verachtuen bespotu;dedochtervanJeruzalemschudthethoofdachter u 23Wiehebtgijverguisdengelasterd,tegenwiehebtgijde stemverhevenenuwogenomhooggeheven?Tegende HeiligevanIsraël

24DooruwdienarenhebtudeHEEREgesmaad,en gezegd:Doordemenigtevanmijnstrijdwagensbenik opgerukttotdehoogtevandebergen,totaandehellingen vandeLibanon;ikzalzijnhogecedersenzijnedelste dennenbomenomhakken;ikzaldehoogtevanzijngebied enhetwoudvanzijnKarmelbinnengaan 25Ikhebgegravenenwatergedronken;enmetmijn voetzolenhebikallerivierenvandebelegerdeplaatsen drooggelegd

26Hebtunietvanoudshergehoord,hoeIkhetgedaanheb, envanvroegertijden,datIkhetgevormdheb?NuhebIk hetlatengebeuren,datudeversterktestedeninpuinhopen zultveranderen.

27Daaromwarenhuninwonersmachteloos,zijwerden verslageneninverwarringgebrachtZijwarenalshetgras ophetveld,alshetgroenekruid,alshetgrasopdedaken, enalshetkorendatverdordisvoordathetopkomt 28Maarikweetwaaruverblijft,enuwuitgangenuw ingang,enuwwoedetegenmij

29OmdatuwwoedetegenMijenuwwoedetotinmijn orenzijnopgestegen,daaromzalIkMijnhaakinuwneus slaanenMijntoomaanuwlippen,enIkzaludoen terugkerenoverdewegwaarlangsugekomenbent

30Enditzalutoteentekenzijn:ditjaarzultuetenwat vanzelfopkomt,enhettweedejaarwatdaaruitopkomtEn inhetderdejaarzultuzaaienenoogsten,enwijngaarden plantenendevruchtdaarvaneten.

31Enhetoverblijfsel,datvanhethuisvanJudaontkomen is,zalopnieuwwortelschietennaarbeneden,envrucht dragennaarboven.

32WantuitJeruzalemzaleenoverblijfseluitgaan, namelijkdievandebergSionontkomen;deijvervande HEEREvandelegermachtenzalditdoen

33Daarom,zozegtdeHEEREoverdekoningvanAssyrië: Hijzaldezestadnietbinnenkomen,ergeenpijlinschieten, ermetgeenschildtegenaankomenenergeenwaltegen opwerpen

34Langsdewegwaarlangshijgekomenis,zalhij terugkeren;maardezestadzalhijnietbinnenkomen, spreektdeHEERE

35WantIkzaldezestadbeschermenenhaarverlossen, omwillevanMijzelfenvanDavid,mijndienaar

36ToentrokdeEngelvandeHEEREtenstrijdeen dooddeinhetlegervandeAssyriërs honderdvijfentachtigduizendmanToenzijdevolgende morgenvroegopstonden,zie,hetwarenallemaaldode lichamen

37ToenbrakSanherib,dekoningvanAssyrië,op,gingop reisenkeerdeterugenbleefinNinevewonen.

38Enhetgebeurde,terwijlhijinhethuisvanzijngod Nisrochaanbad,datAdrammelechenzijnzonenSarezer hemmethetzwaarddoodden,zodatzijontkwamennaar hetlandArmeniëEnzijnzoonEsarhaddonwerdkoningin zijnplaats

HOOFDSTUK38

1IndiedagenwasHizkiadoodziek.Toenkwamdeprofeet Jesaja,dezoonvanAmoz,naarhemtoeenzeitegenhem: ZozegtdeHEERE:Regeluwhuis,wantuzultstervenen nietleven.

2ToenkeerdeHizkiazijngezichtnaardemuurenbadtot deHEERE:

3Enhijzei:Gedenktoch,HEERE,hoeikvoorUw aangezichtinwaarheidenmeteenvolkomenhart gewandeldhebengedaanhebwatgoedisinUwogen ToenweendeHizkiahevig.

4ToenkwamhetwoordvandeHEEREtotJesaja, zeggende:

5GaenzegtotHizkia:ZozegtdeHEERE,deGodvanuw vaderDavid:Ikhebuwgebedgehoord,Ikhebuwtranen gezien;zie,Ikzalvijftienjaaraanuwdagentoevoegen 6Ikzaluendezestaduitdehandvandekoningvan Assyriëreddenendezestadbeschermen

7EnditzalvoorueentekenzijnvandeHEERE,datde HEEREditwoord,datHijgesprokenheeft,doenzal; 8Zie,Ikzaldeschaduwvandegraden,dieinde zonnewijzervanAchazisondergegaan,tiengraden terugbrengenZokeerdedezontiengradenterug,met welkegradenhijwasondergegaan

9HetschriftvanHizkia,dekoningvanJuda,toenhijziek wasgeweestenvanzijnziektewasgenezen:

10Toenmijndagenwerdenafgesneden,dachtik:ikga naardepoortenvanhetgrafHetoverblijfselvanmijn jarenwordtmijontnomen

11Ikzei:IkzaldeHEERE,deHEERE,nietmeerzienin hetlandvandelevenden;ikzalgeenmensmeer aanschouwenmetdebewonersvandewereld

12Mijnouderdomisgeweken,enisvanmijweggenomen alsdetentvaneenherder;alseenweverhebikmijnleven afgesneden;doorslopendeziektezalHijmijafsnijden;van dagtotnachtzultGijeeneindeaanmijmaken

13Totaandemorgenhebikerovernagedacht:alseen leeuwzalhijalmijnbeenderenverbrijzelen.Vandedagtot denachtzultueeneindeaanmijmaken

14Alseenkraanvogeleneenzwaluwkwetterdeik;ik klaagdealseenduif;mijnogenwerdenzwartvan verlangenHEER,ikwordverdrukt;neemhetopvoormij 15Watzalikzeggen?Hijheefttotmijgesprokenenhet Zelfgedaan;almijnjarenzalikzachtjesheengaan,inde bitterheidvanmijnziel

16HEERE,doordezedingenleeftdemenseninditalles ishetlevenvanmijngeest;zultGijmijreddenenmijdoen leven

17Zie,omwillevandevredehadikgrotebitterheid,maar GijhebtinUwliefdemijnzielverlostuitdeputvanhet verderf,omdatGijalmijnzondenachterUwrughebt geworpen.

18WanthetgrafkanUnietloven,endedoodkanUniet prijzen;dieindegroeveneerdalen,kunnennietopUw waarheidhopen.

19Delevende,delevende,diezalUloven,zoalsikheden doe;devaderzalaandekinderenuwwaarheid verkondigen.

20DeHEERstondklaarommijtereddenDaaromzullen wijmijnliederenzingenbijdemuziekinstrumenten,alde dagenvanonsleven,inhethuisvandeHEER.

21Jesajahadimmersgezegd:Laatmeneenvijgenbos nemenenalspleisteropdezweerleggen,danzalhij genezen.

22OokHizkiahadgezegd:Watishettekendatiknaarhet huisvandeHEEREzalopgaan?

HOOFDSTUK39

1IndietijdstuurdeMerodach-Baladan,dezoonvan Baladan,dekoningvanBabel,brieveneneengeschenk naarHizkiaHizkiahadnamelijkgehoorddatHizkiaziek wasgeweestengenezenwas.

2EnHizkiaverblijddezichoverhenenliethunhethuis metzijnkostbaarhedenzien:hetzilver,hetgoud,de specerijen,dekostbarezalf,zijnhelewapenkamerenalles watzichinzijnschatkamersbevondErwasnietsinzijn huiseninheelzijngebieddatHizkiahunnietlietzien

3ToenkwamdeprofeetJesajanaarkoningHizkiaen vroeghem:Wathebbendezemannengezegd?Enwaarzijn zebijuvandaangekomen?Hizkiaantwoordde:Zezijnuit eenverlandnaarmijtoegekomen,uitBabel.

4Toenvroeghij:Wathebbenzeinuwhuisgezien?Hizkia antwoordde:Alleswatinmijnhuisis,hebbenzegezien;er isnietsondermijnschattendatikhunnietheblatenzien

5ToenzeiJesajategenHizkia:Luisternaarhetwoordvan deHEEREvandelegermachten

6Zie,dedagenkomen,datalwatinuwhuisis,enwatuw vaderentotopdezedagalsvoorraadhebbenopgeborgen, naarBabelzalwordenweggevoerd;erzalnietsoverblijven, spreektdeHEERE

7Envandezonendieuverwekt,zullenzijwegnemen;zij zullenalshovelingeninhetpaleisvandekoningvanBabel dienen

8ToenzeiHizkiategenJesaja:HetwoordvandeHEERE datugesprokenhebt,isgoed.Bovendienzeihij:Wanter zalvredeenwaarheidzijninmijndagen

HOOFDSTUK40

1Troost,troostmijnvolk,zegtuwGod

2SpreekttroostendtotJeruzalemenroephaartoedathaar strijdvervuldis,dathaarongerechtigheidverzoendis, omdatzijvandehandvandeHEEREhetdubbele ontvangenheeftvooralhaarzonden

3Eenstemroeptindewoestijn:Bereiddewegvande HEERE,maakindewilderniseenrechtewegvooronze God

4Elkdalzalverhoogdworden,enelkebergenheuvelzal verlaagdworden;dekrommeplaatsenzullenrechtgemaakt worden,endeoneffenplaatsenvlak.

5EndeheerlijkheidvandeHEEREzalgeopenbaard worden,enallevleestezamenzalhetzien,wantdemond vandeHEEREheefthetgesproken.

6Destemzei:Roep!Enhijzei:Watzalikroepen?Alle vleesisgras,enalzijnschoonheidisalseenbloemophet veld.

7Hetgrasverdort,debloemvaltaf,alsdeGeestvande HEEREeroverblaastVoorwaar,hetvolkisgras

8Hetgrasverdort,debloemvaltaf,maarhetwoordvan onzeGodhoudteeuwigstand

9Beklimdehogeberg,vreugdebodeSion;vreugdebode Jeruzalem,verhefuwstemmetkracht;verhefze,weesniet bang;zegtotdestedenvanJuda:Zie,uwGod!

10Zie,deHeereHEEREkomtmetsterkehand,enZijn armzalvoorHemheersen;zie,ZijnloonisbijHemen ZijnwerkgaatvoorHemuit

11Alseenherderzalhijzijnkuddeweiden;inzijnarmen zalhijdelammerenvergadereneninzijnschootdragen;de zogendezalhijzachtjesleiden

12Wieheeftdewaterenindeholtevanzijnhandgemeten, wieheeftdehemelmeteenspangemeten,wieheefthet stofderaardeineenmaatgevat,wieheeftdebergenineen weegschaalgewogenendeheuvelsineenweegschaal?

13WieheeftdeGeestvandeHEEREbestuurd,ofwie heeftHemalsZijnraadsmanonderwezen?

14MetwieheeftHijoverlegd,wieheeftHemonderricht enonderwezeninhetpaddesrechts,wieheeftHemkennis bijgebrachtenhemdewegdesinzichtsgetoond?

15Ziet,devolkenzijngeachtalseendruppelaaneen emmer,enalseenstofjeaandeweegschaal;ziet,de eilandenwordendoorHemopgetildalseenstofje

16EndeLibanonisnietvoldoendeomteverbranden,en hetveeervanisnietvoldoendevooreenbrandoffer.

17AllevolkenzijnvoorHemalsniets,enzijwordendoor Hembeschouwdalsminderdanniets,alsijdelheid.

18MetwiezultuGodvergelijken,ofwelkegelijkeniszult uopHemvergelijken?

19Dewerkmansmelteengesnedenbeeld,endegoudsmid overtrekthetmetgoudengieterzilverenkettingenvan.

20Wiezoarmisdathijgeenoffergaveheeft,kiesteen boomuitdienietzalrotten;hijzoektvoorzichzelfeen bekwamewerkeromeengesnedenbeeldtemaken,datniet zalwordenverplaatst

21Weetuhetdanniet?Heeftuhetdannietgehoord?Is hetunietvanhetbeginafverteld?Hebbenjulliehetdan nietbegrepen,vanafdegrondleggingvandeaarde?

22Hijishet,diezitbovenhetrondderaarde,enhaar bewonerszijnalssprinkhanen;Hijspreidtdehemeluitals eendoekenspanthemuitalseententomintewonen

23Diedevorstentenietdoet;derechtersderaardemaakt Hijtotijdelheid.

24Zijzullennietgeplantworden,zijzullennietgezaaid worden,hunjongescheutenzullengeenwortelschietenin deaarde;enHijzaleropblazen,zodatzijverdorren,ende stormwindzalhenwegnemenalsstoppels

25Metwiewiltumijdanvergelijken,ofzouikgelijkzijn? zegtdeHeilige.

26Heftuwogenopnaaromhoogenziet:Wieheeftdeze dingengeschapen?HijDiehetheerervaningetaluitleidt; Hijroeptzeallebijnamedoordegrootheidvanzijnsterkte, omdatHijgeweldigisinkracht;erzalernietéén ontbreken.

27Waaromzegtgij,Jakob,enspreektgij,Israël:Mijnweg isvoordeHEEREverborgen,enmijnrechtgaataanmijn Godvoorbij?

28Weetuhetdanniet?Hebtuhetdannietgehoord?De eeuwigeGodisdeHEERE,Scheppervandeeindender aarde.Hijwordtnochmoede,nochmat;zijnverstandis niettedoorgronden

29Hijgeeftdemoedekrachtendemachtelozevermeerdert Hijsterkte.

30Zelfsdejongelingenzullenbezwijkenenvermoeid worden,endejongelingenzullenvolkomenvallen

31MaarwieopdeHEEREwachten,puttennieuwekracht; zijzullenhunvleugelsuitslaanalsarenden;zijzullenlopen, maarnietmoedeworden;zijzullenwandelen,maarniet matworden.

HOOFDSTUK41

1Weesstilvoormij,eilanden!Laatdevolkenhunkracht vernieuwenLaatzenaderenensprekenLatenwesamen tenoordeelnaderen.

2Wieheeftderechtvaardigeuithetoostenopgewekt,hem opdebeengeroepen,heidenvolkenvoorzijnaangezicht overgeleverdenhemoverkoningendoenregeren?Hij heefthenovergegevenalsstofaanzijnzwaardenals voortgedrevenstoppelsaanzijnboog

3Hijachtervolgdehenenkwamveiligoverdewegdiehij metzijnvoetennietgegaanwas

4Wieheefthetbewerktentotstandgebracht,diede generatiesroeptvandenbeginneaf?Ik,deHEERE,de EersteenmetdeLaatsten;Ikbenhet

5Deeilandenzagenhetenwerdenbang;deeindender aardewerdenbang,kwamendichterbijenkwamen.

6Zijhielpeniederhunnaaste,eniederzeitotzijnbroeder: Houdgoedemoed.

7Toenbemoedigdedetimmermandegoudsmidendegene diemetdehamergladmaaktedegenedieophetaambeeld sloeg,doortezeggen:Hetisklaaromgeslepenteworden Enhijbevestigdehetmetspijkers,zodathetnietzou verschuiven

8Maarjij,Israël,bentmijndienaar,Jakob,dieikheb verkozen,hetnageslachtvanAbraham,mijnvriend 9Jij,dieIkvanheteindederaardegenomenheb,enuitde voornaamstenderaardegeroepenheb,entotjougezegd heb:JijbentMijndienaar;Ikhebjouverkozen,enIkheb jenietverstoten

10Weesnietbevreesd,wantIkbenmetu;weesniet verschrikt,wantIkbenuwGodIksterku,ookhelpIku,

ookondersteunIkumetMijnrechterhand,die gerechtigheiddoet.

11Zie,allendietegenuinwoedeontstokenwaren,zullen beschaamdenteschandeworden;zijzullenalsniets worden,enwiemetutwisten,zullenomkomen.

12Gijzulthenzoeken,maargijzulthennietvinden,die metutwistten;zijdietegenustrijden,zullenalsnietszijn, alseennutteloosvoorwerp.

13WantIk,deHEERE,uwGod,grijpuwrechterhandvast enzegtotu:Weesnietbang,Ikzaluhelpen

14Weesnietbang,wormvanJakobenmannenvanIsraël Ikzaluhelpen,spreektdeHEERE,uwVerlosser,de HeiligevanIsraël.

15Zie,Ikzalueennieuw,scherpdorswerktuigmettanden maken;uzultdebergendorsenenzevermalen,ende heuvelszultumakenalskaf.

16Gijzultzewannen,endewindzalzewegvoeren,ende stormzalzeverstrooien;maargijzultjuicheninde HEEREenuberoemenindeHeiligeIsraëls.

17Wanneerdeellendigeendearmewaterzoeken,maarer isgeen,wanneerhuntongversmachtvandorst,zalIk,de HEERE,henhoren,Ik,deGodvanIsraël,zalhenniet verlaten

18Ikzalopdehoogtenrivierenopeneneninhetmidden vandedalenbronnen;Ikzaldewoestijntoteenwaterpoel makenenhetdorrelandtotwaterbronnen

19Ikzalindewoestijndeceder,desitaboom,demirteen deoliehoudendeboomplanten;dezilverspar,depijnboom endebuxuszalIkindewildernistezamenzetten

20opdatzijhetzien,weten,oplettenentezamenverstaan, dathetdehandvandeHEEREisdieditgedaanheeften datdeHeiligevanIsraëlhetgeschapenheeft

21Voeruwrechtszaakaan,spreektdeHEERE;kommet overtuigendeargumenten,zegtdeKoningvanJakob.

22Latenzijdienaarvorenbrengenenonsverkondigen watergebeurenzalLatenzijdevroegeredingen verkondigen,watzezijn,zodatwijzekunnenopmerkenen huneindekunnenkennen;oflatenzijonsdetoekomstige dingenverkondigen

23Maakdedingenbekenddiehiernakomenzullen,opdat wijwetendatugodenbentDoegoedofdoekwaad,opdat wijontsteldwordenenhetsamenaanschouwen

24Zie,gijzijtniets,enuwwerkisniets;eengruwelisHij, dieuverkiest

25Ikhebiemandverwektuithetnoorden,enhijzalkomen; vanwaardezonopgaatzalhijmijnnaamaanroepen;enhij zalkomenovervorstenalsoverleem,enzoalseen pottenbakkerleemtreedt.

26Wieheefthetvandenbeginneverkondigd,opdatwij hetzoudenweten?Envóórdentijd,opdatwijzouden zeggen:Hijisrechtvaardig?Ja,erisniemanddiehet aantoont,ja,erisniemanddiehetverkondigt,ja,eris niemanddieuwwoordenhoort

27DeeerstezaltotSionzeggen:Zie,ziehen!EnIkzal aanJeruzalemeenboodschappervangoednieuwsgeven 28Wantikzag,enerwasniemandonderhen,enerwas geenraadgever,die,toenikhenvroeg,eenwoordkon antwoorden

29Zie,zijzijnallenijdelheid,hunwerkenzijnniets;hun gegotenbeeldenzijnwindenverwarring.

1Zie,mijnknecht,dieIkondersteun,mijnuitverkorene,in wieMijnzieleenwelbehagenheeft.IkhebMijnGeestop hemgelegd;hijzaloverdeheidenenhetrechtbrengen.

2Hijzalnietschreeuwen,nochzijnstemverheffen,noch opdestraatzijnstemlatenhoren

3HetgeknakterietzalHijnietbreken,endewalmende vlaswiekzalHijnietuitblussen;Hijzalhetrechtdoen horenindewaarheid

4Hijzalnietfalenennietontmoedigdworden,totdatHij hetrechtopaardeheeftgevestigd;endeeilandenzullenop zijnwetwachten.

5ZozegtGod,deHEERE,Diedehemelgeschapenen hemuitgespannenheeft,Diedeaardeuitspreidtmetwat daaruitvoortkomt,Diedeademgeeftaandemensendieop haarzijnengeestaanhendiedaaropwandelen:

6Ik,deHEERE,hebugeroepeningerechtigheid,Ikzal uwhandvasthoudenenubehoeden,enIkzalustellentot eenverbondvoorhetvolk,toteenlichtvoordeheidenen, 7Omdeogenvanblindenteopenen,omdegevangenen uitdegevangenisteleiden,enhendieinduisterniszitten uitdegevangenis

8IkbendeHEERE,datismijnnaam;enmijneerzalIk aangeenandergeven,nochmijnlofaandegesneden beelden

9Zie,devroegeredingenzijngeschied,ennieuwedingen maakIkubekend;voordatzijuitspruiten,maakIkzeu bekend

10ZingvoordeHEEREeennieuwlied,zijnlofvanhet eindederaarde,udienaardezeevaartenalwatdaarinis, deeilandenenhaarbewoners

11Laatdewoestijnenhaarstedenhunstemverheffen,de dorpendieKedarbewoont;laatderotsbewonersjuichen, laathenjuichenvanafdetoppenvandebergen

12LatenzijdeHEEREeergevenenZijnlofopde eilandenverkondigen.

13DeHEEREzaluittrekkenalseenheld;alseen krijgsmanzalHijdenaijveraanwakkeren;Hijzal schreeuwen,ja,brullen;HijzalZijnvijandenoverweldigen.

14Langhebikgezwegen,ikhebmijstilgehoudenen ingehouden;nuschreeuwikhetuitalseen barensweeënvrouw,ikwiltegronderichtenenverslinden.

15Ikzaldebergenendeheuvelsverwoestenenalhet gewasdateropgroeit,zalIkdoenverdorrenVande rivierenzalIkeilandenmakenendepoelenzalIklaten opdrogen

16EnIkzaldeblindenleidenopeenwegdiezijniet kenden;Ikzalhenleidenoppadendiezijnietkenden;Ik zaldeduisternisvoorhentotlichtmakenendekromme dingenrechtDezedingenzalIkhundoenenIkzalhen nietverlaten.

17Zijzullenachteruitgaanenzeerbeschaamdworden,die opgesnedenbeeldenvertrouwenentotgegotenbeelden zeggen:Julliezijnonzegoden

18Luister,doven!Enkijk,blinden,opdatukuntzien

19Wieiserblind,andersdanmijndienaar?Ofdoof,zoals mijnboodschapper,dieIkgezondenheb?Wieiserblind, zoalsdevolmaakte,enblind,zoalsdedienaarvande HEERE?

20Veelzietmen,maarmenleternietop;enmenopentde oren,maarmenhoortniet

21DeHEEREheeftwelbehageninzijngerechtigheid;Hij zaldewetgrootmakenenhaarheerlijkmaken.

22Maarditiseenberoofdengeplunderdvolk;zijallen zijngevangeninholen,enzijzijnverborgenin gevangenhuizen;zijzijntoteenroofgeworden,en niemandredthen;toteenbuitgeworden,enniemandzegt: Geefterug

23Wieonderuzalhiernaarluisteren?Wiezalluisterenen luisterenindetoekomst?

24WieheeftJakobovergeleverdalsbuitenIsraëlaande rovers?WashetnietdeHEERE,tegenWiewijgezondigd hebben?ZijwandeldennietinZijnwegenenwarenniet gehoorzaamaanZijnwet.

25DaaromheeftHijoverhemuitgestortdegrimmigheid vanzijntoornendekrachtvandestrijd;hetheefthem rondominbrandgestoken,maarhijheefthetnietgemerkt; hetheefthemverbrand,maarhijheefthetnietterharte genomen

HOOFDSTUK43

1Maarnu,zozegtdeHEERE,UwSchepper,oJakob,en UwFormeerder,oIsraël:Weesnietbevreesd,wantIkheb uverlost,Ikhebubijuwnaamgeroepen;ubentvanMij 2Wanneerudoorhetwatergaat,zalIkmetuzijn;endoor derivieren,zijzullenunietoverspoelen;wanneerudoor hetvuurgaat,zultunietverbranden,endevlamzaluniet aansteken.

3WantIkbendeHEERE,uwGod,deHeiligevanIsraël, uwRedderIkhebEgyptealslosprijsvoorugegeven, EthiopiëenSebavooru.

4Omdatjekostbaarwasinmijnogen,wasjeeervol,enik hadjeliefDaaromzalikmensenvoorjegeven,eenvolk voorjeleven.

5Weesnietbevreesd,wantIkbenmetu;Ikzaluw nageslachtuithetoostenbrengenenuuithetwesten vergaderen;

6Ikzaltothetnoordenzeggen:Geef,entothetzuiden: Houdnietterug;brengmijnzonenvanverreenmijn dochtersvanheteindederaarde;

7Iedereendienaarmijnnaamgenoemdis,hebIktotmijn eergeschapen,Ikhebhemgeformeerd,ja,Ikhebhem gemaakt.

8Laatdeblinden,dieogenhebben,endedoven,dieoren hebben,naarbuitenkomen

9Latenallevolkenbijeenkomenenlatendevolkenzich verzamelenWievanhenkanditverkondigenenonsde vroegeregebeurtenissenbekendmaken?Latenzijhun getuigennaarvorenbrengen,zodatzijgerechtvaardigd worden,oflatenzijhorenenzeggen:Hetisdewaarheid 10JulliezijnMijngetuigen,spreektdeHEERE,enMijn knecht,dieIkverkozenheb,opdatjulliehetwetenenMij geloven,enbegrijpendatIkdezelfdebenVóórMijiser geenGodgeformeerdennaMijzalergeenzijn 11Ik,IkbendeHEERE,enbuitenMijisergeenVerlosser 12Ikhebhetverkondigd,enIkhebverlost,enIkhebhet doenhoren,toenergeenvreemdegodonderuwas; daarombentuMijngetuigen,spreektdeHEERE,datIk Godben

13Ja,eerdedagerwas,benIkhet,enerisniemand,die uitMijnhandkanreddenIkzalhetwerken,enwiezalhet laten?

14ZozegtdeHEERE,uwVerlosser,deHeiligevanIsraël: OmuwentwilhebIkbodennaarBabelgezondenenalhun aanzienlijkenendeChaldeeën,wiergeschreeuwopde schepentehorenis,hebIkdoenneerkomen.

15IkbendeHEER,uwHeilige,deScheppervanIsraël, uwKoning 16ZozegtdeHEERE,Dieeenwegmaaktindezeeeneen padindemachtigewateren:

17Diewagenenpaard,legerenkrachtvoortbrengt;zij zullentezamenneerliggen,zijzullennietopstaan;zij zullenverstommen,zijzullenwordengeblustalssleepgoed 18Denknietaandedingenvanvroeger,enletnietopde dingenvanouds.

19Zie,Ikmaakietsnieuws,nuzalhetuitspruiten;zultu hetnietweten?Ikmaakeenwegindewoestijn,rivierenin dewildernis.

20DedierenvanhetveldzullenMijeren,dedrakenende uilen,omdatIkwatergeefindewoestijnenriviereninde wildernis,omMijnvolk,Mijnuitverkorenen,tedrinkente geven

21DitvolkhebIkMijgeformeerd;zijzullenMijnlof verkondigen.

22MaargijhebtMijnietaangeroepen,Jakob,maargijzijt Mijmoegeworden,Israël

23JehebtMijhetkleinveevanjebrandoffersnietgebracht, jehebtMijnietgeëerdmetjeslachtoffersIkhebjeniet meteenofferlatendienen,ikhebjenietvermoeidmet wierook.

24GijhebtMijgeenzoethoutvoorgeldgekocht,enGij hebtMijnietverzadigdmethetvetvanuwoffers;maarGij hebtMijlatendienenmetuwzonden,GijhebtMij vermoeidmetuwongerechtigheden

25Ik,Ikbenhet,dieuwovertredingenuitdelgomwillevan MijzelfenaanuwzondendenkIkniet.

26Herinnermijeraan,latenwijsamenpleitenVerkondig U,opdatUgerechtvaardigdwordt

27Uwvoorvaderheeftgezondigd,enuwleraarszijntegen Mijinovertredinggeweest

28DaaromhebIkdevorstenvanhetheiligdomontheiligd, enIkhebJakobovergegevenaandevloek,enIsraëlaan smaad

HOOFDSTUK44

1Maarluisternu,Jakob,mijndienaar,enIsraël,datIk verkorenheb:

2ZozegtdeHEERE,UwMakerenUwFormeerdervan demoederschootaf,Dieuhelpenzal:Weesnietbevreesd, Jakob,Mijndienaar,enu,Jesurun,dieIkverkorenheb

3WantIkzalwatergietenopdedorstigenenstromenop hetdroge;IkzalMijnGeestopuwzaadgietenenMijn zegenopuwnakomelingen.

4Zijzullenopschietenalstussenhetgras,alswilgenaan dewaterstromen

5Deeenzalzeggen:IkbenvandeHEER,eneenanderzal zichzelfdenaamJakobgeven,enweereenanderzalmet zijnhandschrijven:‘IkbenvandeHEER’enzichzelf toenoemenmetdenaamIsraël

6ZozegtdeHEERE,deKoningvanIsraël,zijnVerlosser, deHEEREvandelegermachten:IkbendeEersteenIkben deLaatste,enbuitenMijisergeenGod

7Enwiezal,zoalsIk,hetaanroepen,hetMijverkondigen enhetinordebrengen,aangezienIkhetoudevolkheb aangesteld?Endedingendiekomengaanenzullenkomen, latenzijhunverkondigen.

8Weesnietbevreesdenweesnietbang.HebIkhetuniet vantoenafaanverteldenverkondigd?Ubentzelfsmijn getuigenIsereenGodbuitenMij?Ja,erisgeenGod;Ik kenergeen.

9Diebeeldenmaken,zijnvoorhenallenijdelheid,enhun lustenbatenhennietZijzijnhuneigengetuigen,zijzien nietenwetenniet,zodatzijbeschaamdworden

10Wieheefteengodgemaakt,ofeengesnedenbeeld gegoten,dattotnietsdient?

11Ziet,alzijnmedearbeiderszullenbeschaamdworden; endewerklieden,zijzijnmannen;laathenallen samenkomen,laathenopstaan;tochzullenzijvrezen,en zijzullentezamenbeschaamdworden

12Desmidmetdetangwerktindegloeiendekolen,hij vormthetmethamersenbewerkthetmetdekrachtvan zijnarmen;ja,hijheefthongerenzijnkrachtbegeefthet, hijdrinktgeenwaterenraaktuitgeput

13Detimmermanlegtzijnmeetlatklaar;hijtekenthemaf meteenmeetlint;hijmaakthemvastmetschavenenhij tekenthemafmeteenpasser;hijmaakthemnaardevorm vaneenmens,naardeschoonheidvaneenmens;zodathij inhethuiskanblijven

14Hijkaptcedersom,neemtcipreseneikenverstevigtze tussendebomenvanhetwoud;hijplanteenes,ende regenlaatdiegroeien

15Danzalhetvoordemenszijnomtebranden,wanthij neemtervanenwarmtzicheraan;ja,hijsteekthetaanen bakterbroodmee;ja,hijmaaktereengodvanenaanbidt het;hijmaaktereengesnedenbeeldvanenbuigtzich ervoorneer.

16Eendeeldaarvanverbrandthijinhetvuur,meteendeel daarvaneethijvlees,hijbraadthetgebraadenwordt verzadigd;ja,hijwarmtzichenzegt:Ha,ikbenwarm geworden,ikhebhetvuurgezien

17Envanhetoverblijfselmaakthijeengod,eengesneden beeld.Hijvaltervoorneer,buigtzichervoorneer,bidttot hetbeeldenzegt:Redmij,wantUbentmijnGod

18Zijwetenhetnietenverstaanhetniet,wanthetheeft hunogengesloten,zodatzijnietzien,enhunharten,zodat zijnietverstaan

19Enniemandbedenkthetinzijnhart,erisgeenkennisof verstand,dathijkanzeggen:Eendeelervanhebikinhet vuurverbrand,ja,ikhebookbroodgebakkenopdekolen ervan,ikhebvleesgeroosterdenhetgegeten.Zouikdan hetoverblijfselervantoteengruwelmaken?Zouik neervallenaandestamvaneenboom?

20Hijvoedtzichmetas,eenbedrogenhartheefthem terzijdegekeerd,zodathijzijnzielnietkanredden,noch zeggen:Isernieteenleugeninmijnrechterhand?

21Gedenkdezedingen,JakobenIsraël,wantubentMijn knechtIkhebugevormd,ubentMijnknechtIsraël,uzult doorMijnietvergetenworden

22Ikhebuwovertredingenuitgedelgdalseennevel,enuw zondenalseenwolk;keerterugtotMij,wantIkhebu verlost

23Juich,gijhemelen,wantdeHEEREheefthetgedaan! Juich,gijonderstedelenderaarde!Breekuitingejuich,gij

bergen,gijwoudenenallebomendaarin!WantdeHEERE heeftJakobverlostenZichinIsraëlverheerlijkt.

24ZozegtdeHEERE,uwVerlosser,dieuvande moederschootafgeformeerdheeft:IkbendeHEERE,die allesmaakt,diealleendehemeluitspant,diealleende aardeuitbreidt

25Diedetekenenvandeleugenaarstenietdoet,en waarzeggerswaanzinnigmaakt,diedewijzenterugbrengt enhunkennisdwaasmaakt;

26DiehetwoordvanZijnknechtbevestigtenderaadvan Zijnbodentenuitvoerbrengt,dietotJeruzalemzegt:Gij zultbewoondworden,entotdestedenvanJuda:Gijzult herbouwdworden,enIkzalhaarvervallenplaatsen wederoprichten

27Dietotdedieptezegt:Worddroog,danzalIkuw rivierenopdrogen.

28DievanCyruszegt:Hijismijnherder,enzalalmijn welbehagenvolbrengen;entotJeruzalemzegthij:Gijzult herbouwdworden,entotdetempel:Uwfundamentzal gelegdworden

HOOFDSTUK45

1ZozegtdeHEEREtotZijngezalfde,totKores,wiens rechterhandIkvasthoudomheidenvolkenvoorzijn aangezichtteonderwerpenIkzaldelendenenvande koningenlosmakenomvoorzijnaangezichtdebeide poortenteopenen,zodatdepoortennietgeslotenworden.

2Ikzalvooruwaangezichtuitgaanendekronkelige wegenrechtmaken;dekoperenpoortenzalIkverbrijzelen endeijzerengrendelszalIkvaneenslaan.

3Ikzalugevendeschattendieindeduisternisliggen,en derijkdommendieindeverborgenplaatsenverborgenzijn, zodatuweetdatIk,deHEERE,dieubijuwnaamroep,de GodvanIsraëlben

4OmwillevanJakob,mijndienaar,envanIsraël,mijn uitverkorene,hebIkubijuwnaamgeroepen;Ikhebueen bijnaamgegeven,hoeweluMijnietkende

5IkbendeHEERE,enerisniemandanders,behalveMij isergeenGod.Ikhebuomgord,hoeweluMijnietkende.

6Zodatzijweten,vanwaardezonopkomttotwaarhij ondergaat,daterbuitenMijniemandisIkbendeHEER, enerisniemandanders.

7Ikformeerhetlichtenschepdeduisternis;Ikmaakde vredeenschephetkwaad;Ik,deHEERE,doeditalles 8Laat,ohemelen,vanbovenneerdalen,enlaathet uitspanselgerechtigheiduitstorten;laatdeaardezich openenenheilvoortbrengen,enlaattegelijkgerechtigheid opschietenIk,deHEERE,hebhetgeschapen

9WeehemdiemetzijnMakertwist!Laatdepotscherf twistenmetdeschervenvandeaardeZalhetleemtotzijn vormgeverzeggen:Watmaaktu?Ofuwwerk:Hijheeft geenhanden?

10Weehemdietotzijnvaderzegt:Wathebtuverwekt?of totdevrouw:Wathebtugebaard?

11ZozegtdeHEERE,deHeiligevanIsraël,zijn Formeerder:VraagMijnaardetoekomstigedingen, aangaandeMijnzonenenhetwerkvanMijnhanden, gebiedMij

12Ikbenhetdiedeaardegemaakthebendemensdaarop geschapen;Ikhebdehemeluitgespannenmetmijnhanden, enaanalzijnlegerhebIkbevelgegeven

13Ikhebhemingerechtigheidverwekt,enalzijnwegen zalIkrechtmaken;hijzalmijnstadbouwenenmijn gevangenenloslaten,nietvoorprijsofbeloning,spreektde HEEREvandelegermachten.

14ZozegtdeHEERE:DearbeidvanEgypteendehandel vanEthiopiëenvandeSabeeërs,mannenvanlengte, zullennaaruoverkomenenzullendeuwezijn;zijzullenu achtervolgen;inketenenzullenzijoverkomenenzichvoor uneerwerpen,zijzullentotusmekenenzeggen:Zie,God isinu,enerisniemandanders,erisgeenGod 15Waarlijk,GijzijteenGodDieZichverborgenhoudt, GodvanIsraël,deRedder

16Zijzullenbeschaamdenookteschandeworden,allen; tezamenzullenzijteschandeworden,demakersvan afgoden

17MaarIsraëlzalindeHEEREgeredworden,meteen eeuwigeverlossing;julliezullennietbeschaamdofte schandeworden,vaneeuwigheidtoteeuwigheid 18WantzozegtdeHEERE,Diedehemelgeschapenheeft, DieGodis,Diedeaardegeformeerdenhaargemaaktheeft, Diehaargegrondvestheeft;Hijheefthaarnietgeschapen opdatzijnietbewoonbaarzouzijn,maarHijheefthaar geformeerdopdatzijbewoondzouworden:Ikbende HEERE,enerisniemandanders

19Ikhebnietinhetverborgengesproken,ineenduistere plaatsderaarde;IkhebtothetnageslachtvanJakobniet gezegd:ZoekMijtevergeefs;Ik,deHEERE,spreek gerechtigheid,Ikverkondigdedingendierechtvaardigzijn.

20Verzameluenkom,komallentezamen,udievande heidenvolkenontkomenbentZijhebbengeenkennis,udie hethoutvanuwgesnedenbeeldomhooghoudtentoteen godbidtdienietreddenkan

21Vertelhethenenlaathenerbijkomen,ja,latenzij samenberaadslagen.Wieheeftditvanoudsverkondigd? Wieheefthetvantoenafverteld?BenIkhetniet,de HEERE?ErisgeenandereGoddanIk,eenrechtvaardig GodeneenHeiland,erisniemandbehalveIk.

22WendutotMijenlaaturedden,alleeindenderaarde, wantIkbenGodenniemandanders

23IkhebbijMijzelfgezworen:UitMijnmondiseen woordvangerechtigheiduitgegaanenhetzalniet terugkeren,datvoorMijelkekniezichzalbuigen,elke tongzalzweren.

24Voorwaar,zalmenvanMijzeggen,indeHEEREis gerechtigheidensterkte;totHemzullenzijkomen,maar allendietegenHemtoornigzijn,zullenbeschaamdworden. 25IndeHEEREzalheelhetnageslachtvanIsraël gerechtvaardigdwordenenzichberoemen.

HOOFDSTUK46

1Belboogzichneer,Neboboogzichneer;hunafgoden rusttenopdedierenenophetvee;uwwagenswarenzwaar beladen,zijwareneenlastvoordevermoeidedieren 2Zijbuigen,zijbuigengezamenlijk;zijkondendelastniet dragen,maarzijgingenzelfingevangenschap 3Luisternaarmij,huisvanJakobenalhetoverblijfselvan hethuisvanIsraël,diedoormijvandebuikafgedragen worden,dievandebaarmoederafgedragenworden 4ZelfstotuwouderdomtoezalIkdezelfdezijn,entotuw grijzeharenzalIkudragen;Ikhebgemaakt,enIkzal dragen,Ikzaludragen,enIkzaluredden

5MetwiewiltuMijvergelijkenengelijkstellen,aanwie Mijdoengelijken,datwijgelijkzoudenzijn?

6Zijscheppengouduitdebeurs,wegenhetzilveropde weegschaalenhureneengoudsmid,dieereengodvan maakt.Zijvallenneerenaanbiddenhem.

7Zijdragenhemopdeschouders,zijdragenhem,en zettenhemopzijnplaats,enhijstaat;hijzalnietvanzijn plaatswijken;ja,menroepttothem,maarhijkanniet antwoorden,nochhemuitzijnbenauwdheidredden

8HoudditingedachtenentoonuzelfalsmensenHouddit opnieuwvoorogen,overtreders

9Denkaandevroegeredingenvanouds:IkbenGod,ener isniemandanders.IkbenGod,enerisniemandzoalsIk.

10Dieheteindeverkondigtvandenbeginneaf,envan oudsdedingen,dienognietgeschiedzijn;Diezegt:Mijn raadzalbestaan,enIkzalalMijnwelbehagendoen.

11Ikroepeenroofvogeluithetoosten,eenmandiemijn raaduitvoertuiteenverlandIkhebhetgesproken,Ikzal hetookdoengebeuren.Ikhebhetbesloten,Ikzalhetook doen

12Luisternaarmij,julliedievervandegerechtigheidzijn, 13Ikbrengmijngerechtigheidnabij,zijisnietverwegen mijnheilzalnietuitblijvenIkzalheilinSionbrengen, voorIsraël,mijneer

HOOFDSTUK47

1Komnaarbenedenengazitteninhetstof,jonkvrouw, dochtervanBabel,gazittenopdegrond:erisgeentroon, dochtervandeChaldeeën,wantmenzalunietlangerteer envertederendnoemen.

2Neemdemolenstenenenmaalmeel;ontblootuw haarlokken,ontblootuwbeen,ontblootuwdij,trekoverde rivieren.

3Uwnaaktheidzalontblootworden,ja,uwschandezal gezienwordenIkzalwraaknemenenunietalseenmens ontmoeten.

4OnzeVerlosserisHEERvandehemelsemachten,de HeiligevanIsraël

5Zitstilengadeduisternisin,dochtervandeChaldeeën, wantmenzaljenietmeernoemen:Koninginvan koninkrijken

6Ikwastoornigopmijnvolk,ikhebmijnerfdeel verontreinigdenheninuwhandgegevenGijhebthun geenbarmhartigheidbewezen;opdeoudstenhebtGijuw jukzeerzwaargelegd.

7Engijhebtgezegd:Ikzaleenvrouwezijntotin eeuwigheid.Daaromhebtgijdezedingennietinuwhart genomenenaanheteindeervannietgedacht

8Daarom,hoortochdit,gijdiezichaanlustenovergeeft, diezorgeloosleeft,dieinuwhartzegt:Ikbenhet,en niemandandersdanik;ikzalnietalseenweduwezitten, enhetverliesvankinderenzaliknietkennen

9Maardezebeidedingenzullenuineenogenblikopéén dagoverkomen:verliesvankinderenenweduwschapZe zullenuophunbesttreffen,vanwegedeveelheidvanuw toverijenendegrotesterktevanuwbezweringen.

10Wantjehebtvertrouwdopjeboosheid;jehebtgezegd: NiemandzietmijJewijsheidenjekennishebbenje verdorven;enjehebtinjehartgezegd:Ikbenhet,en niemandandersdanik

11Daaromzalhetkwaaduoverkomen,waarvanuniet weet,vanwaarhetkomt;enonheilzalutreffen,datuniet kuntuitstellen;enplotselingzalverwoestinguoverkomen, dieunietzultkennen.

12Houdnustandmetuwbezweringenenmetdevele toverijendieuvanjongsafaanbedrevenhebtAlsdatzo is,zultuervoordeeluitkunnenhalen,alsdatzois,zultu overwinnen.

13Jebentvermoeiddoordeveelheidvanjeraadgevingen Latennudeastrologen,desterrenkijkers,demaandelijkse voorspellersopstaanenjereddenvandezedingendieje zullenoverkomen

14Zie,zijzullenzijnalsstoppels,hetvuurzalhen verbranden,zijzullenzichnietonttrekkenaandemacht vandevlam;erzalgeenkoolzijnomzichbijtewarmen, geenvuuromerbijtezitten.

15Zozalhetuvergaan,metwieuvanjongsafaanhebt gearbeid,uwhandelaren:zijzulleniedernaarzijnstreek dwalen,enniemandzaluredden.

HOOFDSTUK48

1Hoortdit,huisvanJakob,gijdiemetdenaamIsraël genoemdwordt,dieuitdewaterenvanJudavoortgekomen zijt,diezweertbijdeNaamvandeHEEREendeGodvan Israëlgedenkt,maarnietinwaarheidennietin gerechtigheid

2Wantzijnoemenzichnaardeheiligestad,ensteunenop deGodvanIsraël;HEEREvandelegermachteniszijn Naam

3Ikhebdevroegeredingenvandenbeginneafverkondigd, enzijzijnuitMijnmondvoortgekomen,enIkhebze verkondigd;Ikhebzeplotselinggedaan,enzijzijn geschied.

4Wantikwist,datgijkoppigzijt,enuwnekeenijzeren peesenuwvoorhoofdkoper;

5Ikhebhetuvandenbeginneafverkondigd,vóórhet geschiedde,hebIkhetutekennengegeven;opdatgijniet zoudtzeggen:Mijnafgodheeftdatgedaan,enmijn gesnedenbeeld,enmijngegotenbeeld,heeftdatgeboden. 6Jehebthetgehoord,jehebthetallemaalgezien,enje wilthettochnietverkondigen?VannuafaanhebIkje nieuwedingenverkondigd,dingendieverborgenwaren,en jewistzeniet

7Zijzijnnugeschapen,ennietvanafhetbegin,vóórde dagdatuhenniethoorde.Opdatunietzoukunnenzeggen: Zie,Ikhebhengekend

8Ja,jehebtnietgehoord,ja,jehebtnietgeweten,ja,van dietijdafdatjeoornietgeopendwerdWantIkwistdatje zeertrouwelooszouhandelen,enjewerdeenovertreder genoemdvandemoederschootaf

9Ommijnsnaamswilzalikmijntoornuitstellen,en omwillevanmijnlofzalikmijvanuonthouden,zodatiku nietzaluitroeien

10Zie,Ikhebugelouterd,maarnietmetzilver;Ikhebu uitverkorenindesmeltovenvanellende

11OmMijnentwil,ja,omMijnentwil,zalIkhetdoen;hoe zouMijnNaamimmersontheiligdworden?EnIkzalMijn eeraangeenandergeven

12LuisternaarMij,JakobenIsraël,mijngeroepenen;Ik bendeEerste,enIkbendeLaatste

13Mijnhandheeftdeaardegegrondvest,enMijn rechterhandheeftdehemelomspannen;alsIkhenroep, staanzijtezamenop

14Verzameluallenenluister:wievanhenheeftdeze dingenverkondigd?DeHEEREheeftHemliefgehad;Hij zalZijnwelbehagendoenaanBabel,enZijnarmzalzijn overdeChaldeeën

15Ik,Ikhebgesproken,ja,Ikhebhemgeroepen,Ikheb hemgebracht,enhijzalzijnwegvoorspoedigmaken

16KomtnadertotMij,hoortdit:Vandenbeginneafheb Iknietinhetverborgengesproken;vandentijdafdathet geschiedwas,benIkdaar;ennuheeftdeHeereHEERE Mijgezonden,enZijnGeest.

17ZozegtdeHEERE,uwVerlosser,deHeiligeIsraëls:Ik bendeHEERE,uwGod,Dieuleertwatnuttigis,Dieu leidtopdewegdieumoetgaan.

18Och,datgijnaarmijngebodenhadtgeluisterd!Danzou uwvredezijngeweestalseenrivierenuwgerechtigheid alsdegolvenderzee.

19Uwnageslachtzouzijngeweestalshetzand,enhet zaadvanuwingewandenalszijnkiezelstenen;zijnnaam zouvoormijnaangezichtnietuitgeroeidofuitgewistzijn. 20GaatweguitBabel,vluchtvoordeChaldeeën, verkondigditmetgejuich,verkondighet,verkondighettot aanheteindevandeaarde.Zeg:DeHEEREheeftZijn knechtJakobverlost

21Enzijhaddengeendorst,toenHijhendoorde woestijnenleidde;Hijlietvoorhenwateruitderots vloeien;Hijspleetderots,enhetwatergutsteeruit 22Degoddelozenhebbengeenvrede,spreektdeHEERE HOOFDSTUK49

1Luisternaarmij,eilanden,enluister,volkenvanverre. DeHEEREheeftmijgeroepenvandemoederschootaf, vandeschootvanmijnmoederafheeftHijmijnNaam genoemd.

2Hijheeftmijnmondgemaaktalseenscherpzwaard;in deschaduwvanzijnhandheefthijmijverborgen,hijheeft mijgemaakttoteengepolijstepijl;inzijnpijlkokerheeft hijmijverborgen;

3Enhijzeitegenmij:Jijbentmijnknecht,Israël,inwieIk verheerlijktzalworden.

4Toenzeiik:Tevergeefshebikmijafgemat,voornietsen tevergeefshebikmijnkrachtverbruiktMaarmijnrechtis bijdeHEEREenmijndaadbijmijnGod.

5Ennu,zegtdeHEERE,DieMijvandemoederschootaf geformeerdheefttotZijnknecht,omJakobtotHemweder tebrengen:AlwordtIsraëlnietbijeengebracht,tochzalIk verheerlijktzijnindeogenvandeHEERE,enmijnGod zalMijnSterktezijn

6EnHijzeide:Hetistegering,datGijMijtoteenknecht zoudtzijn,omdestammenvanJakobopterichtenende behoudenenvanIsraëlwedertebrengen;daaromzalIkU stellentoteenlichtderheidenen,opdatGijMijnheilzoudt zijntotaanheteindederaarde

7ZozegtdeHEERE,deVerlosservanIsraël,enzijn Heilige,totdeverachte,totdedoorhetvolkverafschuwde, totdedienaarvanheersers:Koningenzullenhetzienen opstaan,ookvorstenzullenzichneerbuigen,omwillevan deHEERE,degetrouwe,endeHeiligevanIsraël,enHij zaluverkiezen

8ZozegtdeHEERE:IneentijdvanwelbehagenhebIku verhoord,enopeendagvanheilhebIkugeholpen;Ikzal ubewarenenustellentoteenverbondvoordevolken,om deaardetegrondvesten,omdeverwoesteerfenissenin bezittegeven.

9Omtotdegevangenentezeggen:Ganaarbuiten;tothen dieindeduisterniszijn:KomtevoorschijnZijzullenopde wegenweidenenopallehoogtenzullenzijweiden.

10Zijzullengeenhongerofdorstlijden,nochhittenoch zonzullenhentreffen,wantHijdieZichoverhenontfermt, zalhenleiden,naardewaterbronnenzalHijhenvoeren 11Ikzalalmijnbergentoteenwegmaken,enmijn heerwegenzullenverhoogdworden.

12Zie,dezenkomenvanverre;enzie,dezenuithet noordenenuithetwesten;endezenuithetlandSinim 13Juich,gijhemelen!enverheugu,gijaarde!enbreekuit ingejuich,gijbergen!WantdeHEEREheeftZijnvolk getroostenZichoverZijnellendigengenadig

14MaarSionzegt:DeHEEREheeftmijverlaten,enmijn HEEREheeftmijvergeten

15Kaneenvrouwhaarzuigelingvergeten,datzijzichniet zouontfermenoverhetkindvanhaarschoot?Alzouden zijhetvergeten,Ikzalunietvergeten

16Zie,IkhebuinMijnhandpalmengegrift;uwmuren zijnbestendigvoorMij.

17Uwkinderenzullenzichhaasten;uwverderversenuw verwoesterszullenvanuweggaan

18Kijkeensomuheenenzie,aldezenverzamelenzichen komentotuZowaarIkleef,spreektdeHEERE,uzultu methenallenkledenalsmeteensieraad,enzeuombinden, zoalseenbruiddatdoet.

19Wantuwpuinhopenenuwverlatenplaatsen,hetland vanuwverwoesting,zullennualtesmalzijnvanwegede inwoners,enzijdieuverslonden,zullenverwegzijn.

20Endekinderendiejekrijgt,nadatjedeandereverloren hebt,zullenopnieuwinjeorenzeggen:Deplaatsiste nauwvoormij;maakmijplaats,zodatikkanwonen.

21Danzultuinuwhartzeggen:Wieheeftmijdezen verwekt?Ikhebimmersmijnkinderenverlorenenben eenzaam,eengevangeneenheenenweergereisd.Enwie heeftdezenopgevoed?Zie,ikbenalleenovergebleven Waarwarendezen?

22ZozegtdeHeereHEERE:Zie,IkhefMijnhandoptot deheidenvolkenenIkrichtMijnbanieropvoordevolken; zijzullenuwzoneninhunarmenbrengenenuwdochters ophunschoudersdragen.

23Koningenzullenuwvoedstervaderszijn,enhun koninginnenuwvoedstermoeders;zijzullenzichvooru neerbuigenmethetaangezichtteraarde,enzijzullenhet stofvanuwvoetenlikken,enuzultwetendatIkde HEEREben,wantzijzullennietbeschaamdworden,die opMijwachten.

24Zoudebuitaaneenmachtigeontnomenworden,ende rechtmatigegevangenebevrijdworden?

25MaarzozegtdeHEERE:Zelfsdegevangenenvande machtigenzullenweggenomenworden,endebuitvande geweldenaarszalontkomenworden;wantIkzalmethem diemetutwist,twisten,enuwkinderenzalIkverlossen 26Ikzaluwonderdrukkersspijzigenmethuneigenvlees, enzijzullendronkenwordenvanhuneigenbloed,alsvan zoetewijn,enallevleeszalwetendatIk,deHEERE,uw HeilandenuwVerlosserben,deMachtigevanJakob

1ZozegtdeHEERE:Waarisdescheidingsbriefvanuw moeder,dieIkhebweggezonden?OfaanwievanMijn schuldeisershebIkuverkocht?Zie,omuw ongerechtighedenhebtuzichverkocht,enomuw overtredingenisuwmoederweggezonden

2Waaromwaserniemandtoenikkwam?Waserniemand dieantwoorddetoenikriep?Ismijnhanddanhelemaalte kort,zodatzenietzoukunnenverlossen?Hebikgeen machtomtebevrijden?Zie,opmijndreiginglegikdezee droog,maakikderivierentoteenwoestijn;hunvisstinkt, wanterisgeenwatermeer,zestervenvandedorst.

3Ikbekleeddehemelmetzwartheidenmaakeen rouwkleedtothunbedekking

4DeHeereHEEREheeftmijeentongdergeleerden gegeven,opdatiktotdenvermoeideneenwoordophet juisteogenblikzouspreken;Hijwektelkemorgenop,Hij wektmijnoor,omtehorengelijkdegeleerden.

5DeHeereHEEREheeftmijnoorgeopend,enikbenniet weerspanniggeweest,nochhebikmijafgekeerd

6Ikgafmijnrugaanhendiesloegen,enmijnwangenaan hendiemijdebaarduitrukten;mijngezichtverborgikniet voorsmaadenspeeksel

7WantdeHeereHEEREzalmijhelpen;daaromzalikniet beschaamdworden;daaromhebikmijngelaatgemaaktals eenkei,enikweet,datiknietbeschaamdzalworden

8Hijisdichtbij,diemijrechtvaardigt;wiezalmetmij twisten?LatenwijtezamenoptredenWieismijn tegenstander?Laathijtotmijnaderen

9Zie,deHeereHEEREzalmijhelpen;wiezalmij veroordelen?Zie,zijzullenalleverslijtenalseenkleed,de motzalzeopvreten

10WieonderuvreestdeHEERE,wieluistertnaardestem vanZijndienaar,wiewandeltindeduisternisenheeftgeen licht?LaathijvertrouwenopdeNaamvandeHEEREen steunenopzijnGod.

11Ziet,allendieeenvuuraansteken,dieuomgordtmet vonken;wandeltinhetlichtvanuwvuurenindevonken dieuhebtaangestoken.Ditzaluvanmijnhandtoekomen; indroefheidzultuneerliggen

HOOFDSTUK51

1Luisternaarmij,udiedegerechtigheidnajaagt,udiede HEEREzoekt.Kijknaarderotswaaruitubent uitgehouwen,ennaardeholtevandekuilwaaruitubent gegraven.

2ZieopAbraham,uwvader,enopSara,dieugebaard heeft;wantIkhebhemalleengeroepen,enIkhebhem gezegend,enIkhebhemtalrijkergemaakt

3WantdeHEEREzalSiontroosten,Hijzaltroostenal haarpuinhopen;HijzalhaarwoestijnmakenalsEden,en haarwildernisalsdehofvandeHEERE;blijdschapen vreugdezullenergevondenworden,dankzeggingen gejuich

4Luisternaarmij,mijnvolk,luisternaarmij,mijnnatie, wanteenwetzalvanmijuitgaan,enikzalmijnrechttot rustlatenkomentoteenlichtvoordevolken

5Mijngerechtigheidisnabij,mijnheiltreedttevoorschijn, mijnarmenzullendevolkenrichten;deeilandenzullenop Mijwachten,enopmijnarmzullenzijvertrouwen

6Slauwogenopnaardehemelenaanschouwdeaarde beneden,wantdehemelzalverdwijnenalsrook,ende aardezalverslijtenalseenkleed,endiedaaropwonen, zullenevenzosterven.Maarmijnheilzalvooreeuwig durenenmijngerechtigheidzalniettenietgedaanworden.

7Luisternaarmij,udiedegerechtigheidkent,udiehet volkbentdatmijnwetinzijnhartheeftWeesnietbang voordesmaadvanmensenenweesnietbevreesdvoorhun beschimpingen

8Wantdemotzalzeopvretenalseenkleed,endeworm zalzeopvretenalswol,maarmijngerechtigheidzalvoor eeuwigdurenenmijnheilvangeslachttotgeslacht

9Ontwaak,ontwaak,trekuwkrachtaan,armvande HEERE;ontwaak,zoalsindedagenvanweleer,inde generatiesvanoudsBentUhetnietdieRahabhebt gekweldendedraakhebtverwond?

10BentUhetniet,diedezeehebtopgedroogd,dewateren vandegrotediepte,diededieptenvandezeehebtgemaakt toteenwegwaaroverdeverlostenkunnenoversteken?

11DaaromzullendevrijgekochtendesHEEREN wederkerenenmetgejuichnaarSionkomen,eneeuwige blijdschapzalophunhoofdzijn,blijdschapenblijdschap zullenzijverkrijgen,maarverdrietenrouwzullen wegvluchten

12Ik,Ikbenhet,dieutroost.Wiebentu,datubevreesd bentvooreensterfelijkmens,vooreenmensenkind,datals graswordtweggeworpen?

13EnvergeetgijdeHEERE,uwMaker,Diedehemel uitspandeendefundamentenderaardelegde;enzijt bestendig,elkedag,bevreesdgeweestvoorde grimmigheidvandeverdrukker,dieophetpuntstondte verwoesten?Waarisdandegrimmigheidvande verdrukker?

14Deballinghaastzichomlosgelatenteworden,zodathij nietindekuilsterftenzijnbroodnietopraakt

15MaarIkbendeHEERE,uwGod,diedezeespleet, waarvandegolvenbruisten;HEEREvandehemelse machteniszijnNaam

16IklegMijnwoordeninuwmondenbedekuonderde schaduwMijnerhand;Ikzaldehemelplantenendeaarde grondvestenentotSionzeggen:GijzijtMijnvolk 17Ontwaak,ontwaak,staop,Jeruzalem,uhebtuitdehand vandeHEEREdebekervanZijngramschapgedronken;u hebtdedroesemvandebekerderverschrikkinggedronken enuitgeperst

18Erisniemanddiehaarleidtonderaldezonendiezij heeftgebaard,enerisniemanddiehaarbijdehandneemt vanaldezonendiezijheeftgrootgebracht.

19Dezetweedingenzijnuoverkomen,wiezaluverdriet doen?Verwoestingenondergang,hongerenhetzwaard DoorwiezalIkutroosten?

20Uwzonenzijnuitgeput,zijliggenaanhetbeginvanalle straten,alseenwildestierineennet;zijzijnvolvande grimmigheidvandeHEERE,vandesmaadvanuwGod 21Daarom,hoortochdit,gijellendigeendronkene,maar nietvanwijn:

22ZozegtuwHeer,deHEERE,uwGod,diede rechtszaakvanZijnvolkvoert:Zie,Ikneemdebekervan deverschrikkinguituwhand,dedroesemvandebekervan Mijngramschap;uzultdienietmeerdrinken.

23MaarIkzalhetgevenindehandvanhendieu verdrukken,dietotuwzielhebbengezegd:Buiguneder,

opdatwijeroverheengaan!Engijhebtuwlichaam gemaaktalsdeaardeenalsdestraatvoorhendie eroverheengingen

HOOFDSTUK52

1Ontwaak,ontwaak,bekleedumetuwsterkte,Sion, bekleedumetuwpronkgewaden,Jeruzalem,heiligestad, wantvoortaanzalergeenonbesnedeneofonreinemeerin ukomen

2Schudhetstofvanuaf;staopengazitten,Jeruzalem! Maakulosvandebandenvanuwnek,gijgevangen dochtervanSion.

3WantzozegtdeHEERE:Gijhebtuzelfvoorniets verkocht,engijzultzondergeldvrijgekochtworden

4WantzozegtdeHeereHEERE:VroegertrokMijnvolk naarEgypteomdaaralsvreemdelingteverblijven,ende Assyriërsonderdruktenhenzonderreden

5Nudan,wathebIkhier,spreektdeHEERE,datMijn volkomnietisweggevoerd?Hunoverheersersmakenhen aanhethuilen,spreektdeHEERE,enMijnNaamwordt voortdurend,elkedag,gelasterd.

6DaaromzalmijnvolkmijnnaamkennenDaaromzullen zijtediendagewetendatIkhetbendiespreektZie,Ikben het.

7Hoelieflijkzijnopdebergendevoetenvanhem,die goednieuwsbrengt,dievredeverkondigt,diegoednieuws brengtvanhetgoede,dieheilverkondigt,dietotSionzegt: UwGodregeert!

8Uwwachterszullendestemverheffen,eensgezindzullen zijzingen,wantzijzullenooginoogstaan,wanneerde HEERESionterugbrengt

9Breekuitingejuich,zingsamen,verwoesteplaatsenvan Jeruzalem!WantdeHEEREheeftZijnvolkgetroost,Hij heeftJeruzalemverlost

10DeHEEREheeftzijnheiligearmontblootvoordeogen vanallevolken,enalleeindenderaardezullende verlossingvanonzeGodzien

11Gaatweg,gaatweg,gaatwegvandaar,raakthet onreinenietaan;gaatweguithaarmidden,weestrein,gij diedevoorwerpendesHEERENdraagt

12Wantgijzultnietoverhaastuittrekken,ennietopde vluchtgaan,wantdeHEEREzalvooruwaangezichtgaan, endeGodvanIsraëlzaluwachterhoedezijn

13Zie,mijnknechtzalverstandighandelen,hijzal verhoogdenverhevenworden,ja,hijzalzeerhoogworden. 14Velenwarenontzetoveru;zijngezichtwaszo misvormd,meerdanvanenigmens,enzijngedaantezo verdorvenalsdievananderemensen

15Zozalhijvelevolkenbesprenkelen;dekoningenzullen hunmondoverhemsluiten,wantwathunnietverteldwas, zullenzijzien,enwatzijnietgehoordhadden,zullenzij opmerken

HOOFDSTUK53

1Wieheeftonzepredikinggeloofd?Enaanwieisdearm vandeHEEREgeopenbaard?

2Wanthijzalvoorzijnaangezichtopschietenalseentere plant,alseenworteluiteendorreaarde;hijheeftgeen gedaanteofschoonheid,enalswijhemzien,isergeen schoonheid,datwijhemzoudenbegeren

3Hijwasveracht,deonwaardigsteonderdemensen,een manvansmarten,vertrouwdmetziekte.Wijverborgenals hetwareonsgezichtvoorhemHijwasverachtenwij hebbenhemnietgeacht.

4Voorwaar,onzeziektenheeftHijopZichgenomen,en onzesmartenheeftHijgedragen;nochtanshieldenwij Hemvooreengeplaagde,doorGodgeslagenenverdrukt

5MaarHijwerdomonzeovertredingenverwond,omonze ongerechtighedenverbrijzeld;destrafdieonsdevrede aanbrengt,wasopHem,endoorZijnstriemeniservoor onsgenezinggekomen

6Wijdwaaldenallenalsschapen,wijkeerdenonsieder naarzijneigenweg.MaardeHEEREheeftde ongerechtigheidvanonsallenopHemdoenneerkomen

7Hijwerdmishandeld,enhijwerdverdrukt,entochdeed hijzijnmondnietopen.Alseenlamdatterslachtinggeleid wordt,enalseenschaapdatstomisvoorzijnscheerders, zodeedhijzijnmondnietopen

8Hijwerduitdegevangenisenuithetgericht weggenomen,enwiezalZijnafkomstverhalen?Hijwerd afgesnedenuithetlandderlevenden,omdeovertreding vanmijnvolkwerdhijgeslagen.

9EnHijwerdbijdegoddelozenbegraven,eninZijndood werdHijbijderijkenbegraven,omdatHijgeenonrecht gedaanheeftenergeenbedroginZijnmondwas.

10MaarhetbehaagdedeHEEREhemteverbrijzelen;Hij maaktehemziekAlsGijhemtenzondeoffergesteldzult hebben,zalhijnakomelingenzien,zalhijzijndagen verlengenenhetwelbehagendesHEERENzaldoorZijn handvoorspoedigzijn

11Omdearbeidvanzijnzielzalhijhetzienenverzadigd worden;doorzijnkenniszalmijnKnecht,de Rechtvaardige,velenrechtvaardigen,wanthijzalhun ongerechtighedendragen.

12DaaromzalIkHemeendeelgevenvanvelen,enmet machtigenzalHijdebuitdelen,omdatHijZijnzielheeft uitgestortindedood,enHijisonderdeovertredersgeteld, enHijheeftdezondevanvelengedragenenvoorde overtredersgebeden

HOOFDSTUK54

1Zing,onvruchtbare,dienietgebaardhebt!Breekuitin gezangenroepluidkeels,udienietgebaardhebt;wantde kinderenvandeverlatenezijntalrijkerdandekinderenvan degetrouwdevrouw,spreektdeHEERE.

2Vergrootdeplaatsvanuwtent,enlaatdegordijnenvan uwwoningenuitstrekken;spaarniet,verlenguwtouwenen versteviguwpalen;

3Wantgijzultuitbrekennaarrechtsennaarlinks,enuw nageslachtzaldeheideneninbezitnemenendeverwoeste stedenbewoondmaken.

4Weesnietbang,wantjezultnietbeschaamdworden Wordnietteschandegemaakt,wantjezultnietteschande wordenJezultdeschandevanjejeugdvergetenenaande smaadvanjeweduwschapzuljenietmeerdenken

5WantuwMakerisuwBruidegom;HEEREvande hemelsemachtenisZijnNaam;enuwVerlosser,de HeiligevanIsraël;GodvandeheleaardezalmenHem noemen.

6Wantalseenverlatenvrouw,bedroefdvangeest,heeft deHEEREugeroepen,alseenvrouwvanjeugdigeleeftijd, toenuverstotenwerd,spreektuwGod

7VooreenkleinogenblikhebIkuverlaten,maarmet grotebarmhartigheidzalIkubijeenbrengen.

8IneenkleinetoornhebIkMijnaangezichtvooru verborgen,maarmeteeuwigegoedertierenheidzalIkMij overuontfermen,spreektdeHEERE,uwVerlosser.

9WantditisMijalshetwatervanNoach;wantzoalsIk gezworenheb,dathetwatervanNoachnietmeeroverde aardezoukomen,zohebIkgezworen,datIknietmeer toornigopuzalzijnenunietzalbestraffen

10Wantbergenzullenwijkenenheuvelenwankelen,maar Mijngoedertierenheidzalvanunietwijkenenhetverbond Mijnsvredeszalnietwankelen,spreektdeHEERE,Uw Ontfermer.

11Oellendige,doorstormheenenweergeslingerden ongetroost,zie,Ikzaluwstenenmetmooiekleuren bekledenenuwfundamentenmetsaffieren.

12Ikzaluwvenstersvanagatenmaken,uwpoortenvan karbonkels,enaluwlandpalenvankostbarestenen 13EnaluwkinderenzullendoordeHEEREgeleerd worden,endevredeuwerkinderenzalgrootzijn

14Ingerechtigheidzultubevestigdworden;uzultverre zijnvanverdrukking,wantuzultnietvrezen;envan verschrikking,wantdiezaltotunietnaderen

15Zie,zijzullenzichzekerverzamelen,maarnietdoor Mij;alwiezichtegenuverzamelt,zalomwillevanuten valkomen

16Zie,Ikhebdesmidgeschapen,diedekoleninhetvuur aanblaastendieeenwerktuigvoorzijnwerktevoorschijn haalt;endeverderverhebIkgeschapen,dievernielt 17Geenenkelwapendattegenugesmeedwordt,zal succeshebben;enelketongdiezichinhetgerichttegenu keert,zultuveroordelenDitisheterfdeelvandedienaren vandeHEERE,enhungerechtigheidisvanMij,spreektde HEERE.

HOOFDSTUK55

1Ho,allegijdorstigen,komttotdewateren,engij,die geengeldhebt,komt,koopteneet;ja,komt,kooptwijnen melkzondergeldenzonderprijs.

2Waaromgeeftugelduitvoorwatgeenbroodis,enuw arbeidvoorwatnietverzadigt?Luisteraandachtignaarmij eneethetgoede,enlaatuwzielzichverlustigenin overvloed

3NeiguwoorenkomtotMij,hoor,enuwzielzalleven; enIkzalmetueeneeuwigverbondsluiten,namelijkde zekereweldadenvanDavid

4Zie,Ikhebhemaangesteldalsgetuigevoorhetvolk,als leiderenbevelhebbervoorhetvolk.

5Zie,gijzulteenvolkroependatgijnietkent,ende volkendieunietgekendhebben,zullennaarutoesnellen, omwillevandeHEERE,uwGod,enomwillevande HeiligeIsraëls,omdatHijuverheerlijktheeft

6ZoekdeHEERE,terwijlHijtevindenis;roepHemaan, terwijlHijnabijis

7Laatdegoddelozezijnwegverlaten,ende onrechtvaardigemanzijngedachten;enlaathijzich bekerentotdeHEERE,danzalHijZichoverhem

ontfermen,entotonzeGod,wantHijzalveelvuldig vergeven.

8Wantmijngedachtenzijnnietuwgedachten,enuw wegenzijnnietmijnwegen,spreektdeHEERE.

9Wantzoalsdehemelhogerisdandeaarde,zozijnmijn wegenhogerdanuwwegenenmijngedachtendanuw gedachten

10Wantzoalsderegenofsneeuwvandehemelneerdaalt endaarheennietterugkeert,maardeaardedrenktenhaar doetvoortbrengenenopschieten,zodatzijzaadgeeftaan dezaaierenbroodaandeeter,

11Zozalhetwoordzijndatuitmijnmonduitgaat:hetzal nietvruchteloostotmijterugkeren,maarhetzaldoenwat mijbehaagt,enhetzalvoorspoedigzijnindezaakwaartoe ikhetzend

12Wantmetgejuichzultgijuittrekkeneninvredezultgij voortgeleidworden;debergenendeheuvelszullenvoor uwaangezichtuitbarsteningejuich,enallebomendes veldszullenindehandenklappen.

13Vooreendoornstruikzaleencypresopschieten,voor eendistelzaleenmirteopschieten;maarhetzaldeHEERE toteennaamzijn,toteeneeuwigteken,datnietuitgeroeid zalworden

HOOFDSTUK56

1ZozegtdeHEERE:Onderhoudhetrechtendoe gerechtigheid,wantMijnheilisnabijomtekomenenMijn gerechtigheidomgeopenbaardteworden

2Welzaligdemensdieditdoet,enhetmensenkinddat zichdaaraanhoudt,diedesabbatinachtneemt,zodathij dienietontheiligt,endiezijnhandervoorbehoedtkwaad tedoen

3EndevreemdelingdiezichbijdeHEEREheeft aangesloten,magnietzeggen:DeHEEREheeftmijgeheel vanZijnvolkafgezonderdEndekamerlingmagniet zeggen:Zie,ikbeneendorreboom.

4WantzozegtdeHEEREoverdeontmandendieMijn sabbattenhouden,enverkiezenwatMijbehaagt,en vasthoudenaanMijnverbond:

5Ikzalhuninmijnhuisenbinnenmijnmureneenplaats eneennaamgeven,beterdandievanzonenendochters; eeneeuwigenaamzalIkhungeven,eennaamdieniet uitgewistzalworden

6OokdevreemdelingendiezichbijdeHEEREvoegen, omHemtedienenendeNaamvandeHEEREliefte hebben,omHemtotdienarentezijn,alwiedesabbatin achtneemt,zodathijdienietontheiligt,endiezichhoudt aanMijnverbond,

7IkzalhenbrengennaarmijnheiligebergenIkzalhen verheugeninmijnhuisvangebedHunbrandoffersen slachtofferszullenwelgevalligzijnopmijnaltaar.Want mijnhuiszaleenhuisvangebedwordengenoemdvoor allevolken

8DeHeereHEERE,DiedeverdrevenenvanIsraël vergadert,zegt:IkzalnoganderentotHemvergaderen, buitenhendiealtotHemvergaderdzijn.

9Alledierenvanhetveld,komomteeten,ja,alledieren inhetwoud

10Wieoverhenwaken,zijnblind,zijwetenhetniet,zij zijnstommehonden,dienietkunnenblaffen;zijslapen, liggenneerenhebbendeslaaplief

11Ja,hetzijnvraatzuchtigehonden,dienooitverzadigd raken,enhetzijnherdersdiegeeninzichthebben.Ze kijkenallemaalnaarhuneigenweg,iedernaarzijneigen gewin,vanuitzijneigenstreek.

12Kom,zeggenzij,ikzalwijnhalenenonslavenaan sterkedrank;endedagvanmorgenzalzijnalsdeze,ja, nogveelovervloediger

HOOFDSTUK57

1Derechtvaardigegaatverloren,enniemandneemthetter harteEndegoedertierenwordenweggenomen,zonderdat iemanderachtopslaatdatderechtvaardigewordt weggenomenvanwegehetonheildatkomengaat

2Hijzalinvredeingaan:zijzullenrustenophun legerstede,iederwandelendinzijnoprechtheid.

3Maarkomtochdichterbij,julliezonenvantovenares, nageslachtvanoverspelersenhoeren

4Tegenwiespelenjulliejeuit?Tegenwiemakenjulliede mondwijdenhalenjulliedetonguit?Zijnjullieniet kinderenvandeovertreding,eenzaadvanleugen, 5Steektudeafgodenaanonderelkegroeneboom?Slacht udekinderenafindedalenonderderotskloven?

6Tussendegladdestenenvandebeekisuwdeel;zij,zij zijnuwdeel;aanhenhebtueenplengofferuitgegoten,een spijsoffergeofferdZouikdaardoortroostvinden?

7Opeenhogeenverhevenberghebtgijuwlegerstede neergelegd;ookzijtgijdaarheengegaanomofferste brengen

8Ookachterdedeurenendepostenhebtgijuw gedenktekengevestigd;wantgijhebtuaaneenanderdan mijonthuldenzijtopgeklommen;gijhebtuwbedruim gemaakteneenverbondmethengesloten;gijhebthunbed liefgehad,waargijhetzag.

9Engijzijtmetolietotdekoninggegaan,enhebtuw welriekendeparfumsvermenigvuldigd,enhebtuwboden verweggezonden,enhebtuzelfvernederdtotindehel.

10Gijzijtvermoeiddoordegrootheiduwerweg,entoch hebtgijnietgezegd:Erisgeenhoop;gijhebthetlevenin uwhandgevonden;daaromzijtgijnietbedroefd.

11Envoorwiebentubanggeweest,datugelogenhebten nietaanMijgedachthebtenhetnietterhartegenomen hebt?HebIknietvanoudshergezwegen,enuvreestMij niet?

12Ikzaluwgerechtigheidenuwwerkenbekendmaken, wantzijzullenunietbaten.

13Wanneergijschreeuwt,latenuwtroepenuredden,maar dewindzalhenallenwegvoeren,ijdelheidzalhen wegnemen;maarwieopMijvertrouwt,zaldeaarde bezittenenmijnheiligebergbeërven

14Enhijzalzeggen:Werptop,werptop,bereidtdeweg, neemtdestruikelsteenwegvandewegvanmijnvolk.

15WantzozegtdeHogeenVerhevene,Dieinde eeuwigheidwoontenWiensNaamheiligis:Ikwooninde hogeeninhetheilige,enbijdeverbrijzeldeennederige vangeest,omdegeestdernederigentedoenherleven,en omhethartderverbrijzeldentedoenherleven.

16WantIkzalnieteeuwigtwisten,enIkzalnieteeuwig toornigzijn;wantdegeestzouvoorMijnaangezicht bezwijken,endezielen,dieIkgemaaktheb.

17OmdeongerechtigheidvanzijngierigheidwerdIk toornigensloeghem;IkverborgMijintoorn,zodathij verkeerdwandeldeopdewegvanzijnhart

18Ikhebzijnwegengezienenzalhemgenezen,ookzalIk hemleidenenhemweervertroostinggeven,enook degenendietreuren

19Ikschepdevruchtderlippen:vrede,vredevoorhemdie verreisenvoorhemdienabijis,spreektdeHEERE;enIk zalhemgenezen

20Maardegoddelozenzijnalsdezee,dieopgezweept wordtenniettotrustkankomenHaarwaterenwerpen slijkenmodderop

21Erisgeenvrede,zegtmijnGod,voordegoddelozen.

HOOFDSTUK58

1Roepluidkeels,houdnietin,verhefuwstemalseen bazuin,enmaakMijnvolkhunovertredingbekendenhet huisvanJakobhunzonden.

2TochzoekenzijMijelkedagenhebbenzijeen welgevallenaandekennisvanMijnwegen,alseenvolk datgerechtigheidbeoefentendeverordeningvanzijnGod nietverlaatZijvragenMijdebepalingenvanhetrechten vindenerbehageninomtotGodtenaderen

3Waaromvastenwij,zeggenzij,engijziethetniet?

Waaromhebbenwijonsgekweld,engijneemtgeenkennis?

Zie,opuwvastendagvindtgijwelbehageneneistgijaluw arbeidop.

4Zie,uvasttottwistentwist,enommetdevuistvan goddeloosheidteslaan;umagnietvastenzoalsuvandaag doet,omuwstemindehoogtetelatenhoren.

5IsdithetvastendatIkhebverkozen?Eendagwaarop eenmenszichverootmoedigt?Moethijzijnhoofdbuigen alseenbiezenriet,enzichinzakenasspreiden?Zultudit eenvastennoemen,eendagdiedeHEEREwelgevalligis?

6IsditniethetvastendatIkverkies:datudeboeienvan degoddeloosheidlosmaakt,datudelastenvanhetjuk ontbindt,datudeverdruktenvrijlaatendatuelkjukbreekt?

7Ishetnietdatuuwbrooddeeltmetdehongerigeende ellendigeontheemdeninuwhuisbrengt?Datu,alsueen naakteziet,hembedektendatuzichnietverbergtvooruw eigenvlees?

8Danzaluwlichtdoorbrekenalsdedageraad,enuw herstelzalsnelopbloeienUwgerechtigheidzalvooruuit gaanendeheerlijkheidvandeHEEREzaluwachterhoede zijn.

9Alsudanroept,zaldeHEEREantwoorden;alsuroept, zalHijzeggen:HierbenIk.Alsuhetjukuituwmidden wegneemt,hetuitstekenvandevingerenhetsprekenvan onwaarheid,

10Enalsudehongerigeuwzielschenktendeverdrukte zielverzadigt,danzaluwlichtindeduisternisopgaan,en uwduisterniszalzijnalsdemiddag

11EndeHEEREzaluvoortdurendleiden,Hijzaluwziel indorrestrekenverzadigenenuwbeenderenkrachtig maken;uzultzijnalseenbesproeidetuinenalseenbron, waarvanhetwaternooitontbreekt.

12Enzijdieuituvoortkomen,zullendeoudepuinhopen herbouwen;gijzultdefundamentenherstellen,van generatieopgeneratie,engijzultgenoemdworden: Herstellervanbressen,Vernieuwervanpadenomopte wonen

13Wanneeruuwvoetvandesabbatafhoudt,ermee ophoudtuweigenzakentedoenopmijnheiligedag,enu desabbateenverlustigingnoemt,deheiligedagvande HEERE,diegeëerdmoetworden,enudiedageertdoor nietuweigenwegentevolgen,nietuweigenzakente zoekenengeeneigenwoordentespreken, 14DanzultuvreugdevindenindeHEERE,enIkzalu doenrijdenopdehoogtenvandeaardeenIkzaluvoeden metheterfelijkbezitvanuwvaderJakob,wantdemond vandeHEEREheefthetgesproken

HOOFDSTUK59

1Zie,dehandvandeHEEREisniettekortdatzenietzou kunnenverlossen,enzijnoorisniettezwaardathetniet zoukunnenhoren.

2Maaruwongerechtighedenzijnhetdiescheiding brengentussenuenuwGod,enuwzondendoenZijn aangezichtvooruverborgenzijn,zodatHijuniethoort.

3Wantuwhandenzijnmetbloedbezoedeld,enuwvingers metongerechtigheid;uwlippensprekenleugens,uwtong preveltonrecht.

4Niemandroeptomrecht,niemandpleitnaarwaarheid;zij vertrouwenopijdelheidensprekenleugens;zijbedenken onheilenbarenonrecht.

5Zijbroedendeeierenvandebasiliskuitenwevenhet webvaneenspin;wievanhuneiereneet,zalsterven,en alshijvermorzeldwordt,zalhijeenadderworden.

6Hunwebbenzullengeenkledingstukkenworden,enzij zullenzichnietbedekkenmethunwerkenHunwerken zijnwerkenvanongerechtigheid,endedaadvangeweldis inhunhanden

7Hunvoetensnellennaarhetkwaad,enzijhaastenzich omonschuldigbloedtevergieten;hungedachtenzijn gedachtenvanonrecht,verwoestingenondergangzijnop hunpaden

8Dewegdesvredeskennenzijniet,enerisgeenrechtop hunwegen;zijhebbenhunpadenkronkeliggemaakt;ieder diezebewandelt,zalgeenvredekennen

9Daaromishetoordeelvervanonsenbereiktde gerechtigheidonsnietWijwachtenophetlicht,maarzie, erisduisternis;oplicht,maarwijwandeleninduisternis

10Wijtastenlangsdemuuralsblinden,wijtastenals ogenlozen;wijstruikelenopdemiddagalsindenacht;wij zijninwoesteplaatsenalsdoden

11Wijbrullenallenalsberen,enrouwenalsduiven.Wij verwachtenhetrecht,maarhetiserniet;wijverwachten hetheil,maarhetisvervanons.

12WantonzeovertredingenzijntalrijkvoorU,enonze zondengetuigentegenonsOnzeovertredingenzijnbijons, enonzeongerechtighedenkennenwij,

13DoorovertredenenliegentegendeHEERE,doorzich aftekerenvanonzeGod,dooronderdrukkingen afvalligheidtespreken,doorleugenachtigewoordente bedenkenenuithetharttespreken

14Hetrechtwordtteruggewendendegerechtigheidblijft vanverrestaan.Wantdewaarheidstruikeltophetpleinen hetrechtvindtgeeningang

15Ja,dewaarheidontbreekt,enwiezichafkeertvanhet kwaad,wordtzichzelftotprooi.EndeHEEREzaghet,en hetwaskwaadinzijnogen,datergeenrechtwas

16Enhijzagdaterniemandwas,enhijverwonderdezich eroverdaterniemandwasdievoorhempleitte.Daarom brachtzijnarmhemheilenzijngerechtigheid ondersteundehem.

17WantHijhaddegerechtigheidaangetrokkenalseen borstpantser,endehelmdesheilswasopZijnhoofd;de klederenderwraakhadHijaangetrokkentotZijnkleding, endeijverwasalseenmantel.

18Naarhundadenzalhijvergelden:gramschapaanzijn tegenstanders,vergeldingaanzijnvijanden;aande eilandenzalhijvergelden

19ZozullenzijdeNaamvandeHEEREvrezenvanuithet westen,enZijnheerlijkheidvanuitdeopgangvandezon. Wanneerdevijandalseenvloedgolfbinnenkomt,zalde GeestvandeHEEREeenbaniertegenhemopheffen 20EndeVerlosserzaltotSionkomen,enwelvoorhendie zichbekerenvandeovertredinginJakob,spreektde HEERE

21WatMijaangaat,ditisMijnverbondmethen,spreekt deHEERE:MijnGeest,dieopuis,enMijnwoorden,die Ikinuwmondgelegdheb,zullennietwijkenuituwmond, nochuitdemondvanuwnageslacht,nochuitdemondvan hetnageslachtvanuwnageslacht,spreektdeHEERE,van nuaanentotineeuwigheid

HOOFDSTUK60

1Staop,wordverlicht,wantuwlichtkomt,ende heerlijkheidvandeHEEREgaatoveruop

2Wantzie,deduisterniszaldeaardebedekkenen donkerheiddevolken;maaroveruzaldeHEEREopgaan enZijnheerlijkheidzaloverugezienworden

3Enheidenenzullennaaruwlichtkomen,enkoningen naardeglansvanuwopgang.

4Kijkeensgoedomuheenenziehoezijallen bijeenkomenennaarutoekomenUwzonenzullenvan verrekomenenuwdochterszullenaanuwzijdegezoogd worden

5Danzultuhetzienendestroomzalovervloeien,enuw hartzalvrezenenzichverruimen,wantdeovervloedvan dezeezalzichtotuwenden,demachtenvandeheidenen zullentotukomen

6Eenmenigtekamelenzalubedekken,dedromedarissen vanMidianenEfa;zijallenzullenuitSebakomen;zij zullengoudenwierookbrengenendegrotedadenvande HEEREverkondigen.

7AllekuddenvanKedarzullenbijuverzameldworden, enderammenvanNebajotzullenudienen;zijzullen welgevalligopmijnaltaarkomen,enIkzalhethuisvan mijnglorieverheerlijken

8Wiezijndezen,diealseenwolkenalsduivennaarhun venstersvliegen?

9DeeilandenzullenopMijwachten,endeschepenvan TarsiszullenheteerstopMijwachten,omuwzonenvan verretebrengen,hunzilverenhungoudmetzichmee, voordeNaamvandeHEERE,uwGod,envoordeHeilige vanIsraël,omdatHijuverheerlijktheeft.

10Vreemdelingenzullenuwmurenherbouwen,enhun koningenzullenudienenWantinmijntoornhebIku geslagen,maarinmijnwelbehagenhebIkmijoveru ontfermd

11Daaromzullenuwpoortenvoortdurendopenstaan,dag ennachtzullenzijnietgeslotenworden,opdatmende legersderheidenentotukanbrengen,enopdathun koningengebrachtkunnenworden.

12WanthetvolkenhetkoninkrijkdatUnietzaldienen, zullenvergaan;ja,dievolkenzullenvolkomenverwoest worden

13DeheerlijkheidvandeLibanonzaltotukomen:despar, depijnboomendebuxus,tezamen,omdeplaatsvanmijn heiligdomluisterbijtezetten;enIkzaldeplaatsvanmijn voetenheerlijkmaken

14Ookzullendezonenvandegenendieuverdrukten,zich buigendtotukomen,enallendieuverachthebben,zullen zichaanuwvoetzolenbuigen,enzijzullenunoemen:Stad vandeHEERE,SionvandeHeiligevanIsraël

15Terwijluverlatenengehaatwas,enniemanddooru heenging,zalIkumakentoteeneeuwigeheerlijkheid,een vreugdevoorvelegeneraties

16Ookzultudemelkvanheidenenzuigenendeborstvan koningenzuigen,enuzultwetendatIk,deHEERE,uw HeilandenuwVerlosserben,deMachtigevanJakob

17VoorkoperzalIkgoudbrengen,envoorijzerzalIk zilverbrengen,voorhoutkoper,envoorstenenijzerOok zalIkuwopzienersvredeschenken,enuwafpersers gerechtigheid.

18Vangeweldzalinuwlandgeensprakemeerzijn,van verwoestingnochvanverderfinuwgebiedMaaruzultuw murenHeilnoemenenuwpoortenLof.

19Dezonzalunietmeertotlichtzijnoverdag,endemaan zalunietmeertoteenglansverlichten;maardeHEERE zalutoteeneeuwiglichtzijn,enuwGodtotuw heerlijkheid

20Uwzonzalnietmeerondergaanenuwmaanzalniet meerwijken,wantdeHEEREzaluweeuwiglichtzijn,en dedagenvanuwrouwzullenvoorbijzijn 21Enuwvolkzalgeheelrechtvaardigzijn;zijzullenhet landvooreeuwigbezitten,detelgdieikgeplantheb,het werkvanmijnhanden,opdatikverheerlijktword

22Eenkleinezaltotduizendworden,eneengeringetot eenmachtigvolk.Ik,deHEERE,zalhetopzijntijd bespoedigen

HOOFDSTUK61

1DeGeestvandeHeereHEEREisopMij,omdatde HEEREMijgezalfdheeftomeenblijdeboodschapte brengenaandezachtmoedigen;HijheeftMijgezondenom teverbindendegebrokenenvanhart,omaande gevangenenvrijlatinguitteroepenenaandegebondenen openingvandegevangenis;

2omuitteroepenhetjaarvanhetwelbehagenvande HEEREendedagvandewraakvanonzeGod;omallen dietreurentetroosten,

3OmaanhendietreureninSiontegeven,dathungegeven wordtsieraadinplaatsvanas,vreugdeolieinplaatsvan rouw,eenlofgewaadinplaatsvaneenbedruktegeest; opdatzijgenoemdwordenbomendergerechtigheid,een plantingdesHEEREN,omHemteverheerlijken

4Zijzullendeoudeverwoesteplaatsenherbouwen,de vroegereverwoestingenoprichtenendeverwoestesteden, diedoorvelegeneratiesverwoestwaren,herstellen

5Vreemdelingenzullenklaarstaanomuwkuddente weiden,endezonenvandevreemdelingzullenuw akkerliedenenuwwijngaardenierszijn

6MaarjulliezullenpriestersvandeHEEREgenoemd worden,menzaljulliedienarenvanonzeGodnoemen. Julliezullenderijkdommenvandeheidenenetenenop hunheerlijkheidzullenjulliejeberoemen

7Omuwschandezultuhetdubbelekrijgen,enomuw schaamtezullenzijzichverheugenoverhundeel;daarom zullenzijinhunlandhetdubbelebezitten;eeuwige vreugdezalhuntendeelvallen

8WantIk,deHEERE,hebhetrechtlief,enIkhaatroof tenbehoevevanhetbrandoffer.Ikzalhundadenintrouw leideneneeneeuwigverbondmethensluiten

9Enhunnageslachtzalbekendzijnonderdeheidenenen hunnakomelingenonderdevolken.Allendiehenzien, zullenerkennendatzijhetnageslachtzijndatdeHEERE gezegendheeft

10IkzalmijzeerverheugenindeHEERE,mijnzielzal juicheninmijnGod,wantHijheeftmijbekleedmetde klederenvanhetheil,metdemantelvandegerechtigheid heeftHijmijomhuld,zoalseenbruidegomzichmethaar sieradentooit,enzoalseenbruidzichmethaarsieraden tooit

11Wantzoalsdeaardehaargewassenvoortbrengt,en zoalseentuinhetgezaaidelaatopkomen,zozaldeHeere HEEREgerechtigheidenlofdoenopkomenvoordeogen vanallevolken.

HOOFDSTUK62

1OmSionswilzalIknietzwijgen,enomJeruzalemswil zalIknietrusten,totdathaargerechtigheidopgaatalseen lichtenhaarheilalseenbrandendefakkel.

2Endeheidenvolkenzullenuwgerechtigheidzien,enalle koningenuwheerlijkheid;enuzultmeteennieuwenaam genoemdworden,diedemondvandeHEEREzalnoemen.

3Ookzultueensierlijkekroonzijnindehandvande HEERE,eneenkoninklijkehoedindehandvanuwGod 4Gijzultnietmeergenoemdworden:Verlatene,enuw landzalnietmeergenoemdworden:Woestenij;maargij zultgenoemdworden:Hephzibah,enuwland:Beulah, wantdeHEEREheeftwelgevallenaanu,enuwlandzal getrouwdworden

5Wantzoalseenjongemanmeteenmaagdtrouwt,zo zullenuwzonenmetutrouwen;enzoalsdebruidegom zichverheugtoverdebruid,zozaluwGodzichoveru verheugen.

6Ikhebwachtersopuwmurengeplaatst,Jeruzalem,die dagennachtnietzullenzwijgenUdiedeHEEREgedenkt, zwijgniet

7Engeefhemgeenrust,totdathijJeruzalemgegrondvest heeftentoteenlofopaardegesteldheeft

8DeHEEREheeftgezworenbijZijnrechterhandenbijde armvanZijnsterkte:Voorzeker,Ikzaluwkorennietmeer alsspijzeaanuwvijandengeven;endezonenvande vreemdelingzullenuwwijnnietmeerdrinken,waarvooru zichhebtingespannen

9Maarzijdiehetverzameldhebben,zullenhetetenende HEEREloven,enzijdiehetbijeengebrachthebben,zullen hetdrinkenindevoorhovenvanmijnheiligheid

10Gaatdoor,gaatdoordepoorten;bereidtdewegvoor hetvolk;werpt,werptdegebaandepadenop;ruimtde stenenop;hefteenbanieropvoorhetvolk

11Zie,deHEEREheefthetverkondigdtotaande voleindingvandewereld:ZegtotdedochtervanSion:Zie, uwheilkomt;zie,ZijnloonisbijHemenZijnwerkgaat voorHemuit

12Enmenzalhennoemen:hetheiligevolk,deverlosten desHEEREN;engijzultgenoemdworden:degezochte, destaddienietverlatenis

HOOFDSTUK63

1WieishetdiedaaruitEdomkomt,metgeverfde klederenuitBosra?Diedaarzomajestueusisinzijn gewaad,dievoorttrektindegrootheidvanzijnkracht?Ik, dieingerechtigheidspreek,machtigomteverlossen

2Waaromzijtgijroodinuwkleding,enzijnuwklerenals dievaniemanddieinhetreinevandewijntreedt?

3Ikhebdewijnpersalleengetreden,envanhetvolkwas niemandbijMijWantIkzalhenvertredeninMijntoorn, enIkzalhenvertrappeninMijngrimmigheid,enhun bloedzalopMijnklederengesprenkeldworden,enIkzal alMijngewadenbezoedelen

4Wantdedagvanwraakisinmijnhart,enhetjaarvan mijnverlossingisgekomen

5Enikkeektoe,enerwasniemanddiehielp;enik verwonderdemij,daterniemandwas,diemij ondersteundeDaarombrachtmijnarmmijheil,enmijn grimmigheidhieldmijstaande

6Ikzaldevolkenvertredeninmijntoorn,eninmijn grimmigheidzalikhendronkenmaken,enhunmachtzal Ikteraardedoennederdalen

7IkzaldegoedertierenhedenvandeHEEREgedenken,de lofzangenvandeHEERE,overeenkomstigalleswatde HEEREaanonsgedaanheeft,endegrotegoedheiddieHij aanhethuisvanIsraëlbewezenheeft,overeenkomstigZijn barmhartighedenenovereenkomstigdeveelheidvanZijn goedertierenheden

8WantHijzei:Zie,zijzijnmijnvolk,kinderendieniet liegen;daaromwasHijhunHeiland

9InalhunbenauwdheidwasHijbenauwd,endeEngel zijnsaangezichtsheefthengered;inzijnliefdeeninzijn mededogenheefthijhenverlost,enhijheefthen opgetrokkenengedragenaldedagenvanouds

10Maarzijwerdenweerspannigenergerdenzichaanzijn heiligeGeest;daaromveranderdehijineenvijanden streedtegenhen.

11Toendachthijaandedagenvanouds,aanMozesen zijnvolk,enhijzei:Waarishijdiehenuitdezeeheeft geleid,metdeherdervanzijnkudde?Waarishijdiezijn heiligeGeestinhemheeftgegeven?

12DiehenaanderechterhandvanMozesleidde,metzijn glorieuzearm,enhetwatervoorhenheenspleet,om ZichzelfeeneeuwigeNaamtemaken?

13Diehendoordediepteleidde,alseenpaardinde woestijn,zodatzijnietstruikelden?

14Zoalseendierafdaaltinhetdal,zogafdeGeestvande HEEREhetrust;zohebtookúuwvolkgeleid,omUzelf eenglorierijkenaamtemaken.

15Kijkneeruitdehemel,enaanschouwdewoningvan uwheiligheidenvanuwglorie:waarzijnuwijverenuw

kracht,hetgeluidvanuwingewandenenvanuw barmhartighedenjegensmij?Zijnzeingehouden?

16GijzijtvoorzekeronzeVader,hoewelAbrahamonsniet kentenIsraëlonsnietkent.Gij,HEERE,zijtonzeVader, onzeVerlosser;UwNaamisvaneeuwigheid.

17HEER,waaromhebtGijonsvanUwwegendoen afdwalenenonshartverharddoorvreesvoorUw aangezicht?KeerterugomwillevanUwdienaren,de stammenvanUwerfdeel

18Hetvolkvanuwheiligheidheefthetslechtsvooreen kortetijdinbezitgenomen;onzetegenstandershebbenuw heiligdomvertreden

19WijzijnvanU,Gijhebtnooitoverhengeheerst,niet naarUwNaamzijnzijgenoemd

HOOFDSTUK64

1Och,datGijdehemelenscheurde,datGijnederdaaldet, datdebergenvoorUwaangezichtzoudenwankelen, 2Zoalseensmeltvuurbrandt,zoalshetvuurhetwaterdoet koken,omuwnaamaanuwtegenstandersbekendte maken,zodatdevolkenvooruwaangezichtzullenbeven!

3ToenGijvreselijkedingendeed,diewijnietverwachtten, kwamGijnaarbeneden,debergenstorttenneervoorUw aangezicht.

4Wantvanoudsherheeftmennietgehoord,nochmethet oorvernomen,nochheefthetooggezien,oGod,buitenU, watHijheeftbereidvoorhemdieopHemwacht.

5Gijontmoethem,diezichverheugtengerechtigheiddoet, dieopuwwegenaanudenkenZie,Gijzijttoornig,omdat wijgezondigdhebben;inheniservoortzetting,enwij zullengeredworden

6Maarwijzijnallenalseenonreine,enalonze gerechtighedenzijnalseenbezoedeldkleed;wijvallen allenafalseenblad,enonzeongerechtighedenhebbenons weggevoerdalsdewind

7EnerisniemanddieUwNaamaanroept,diezich opmaaktomUaantegrijpen,omdatGijUwaangezicht vooronsverborgenhebtenonshebtverdelgd,omonze ongerechtigheden.

8Maarnu,HEERE,GijzijtonzeVader;wijzijndeklei, enGijzijtonzePottenbakker,enwijallenzijnhetwerk vanUwhand.

9Weesnietaltezeertoornig,HEERE,engedenkde ongerechtigheidnietvooreeuwigZietoch,zie,wijzijn allenUwvolk.

10Uwheiligestedenzijneenwoestijn,Sioniseen woestijn,Jeruzalemeenverwoesting.

11Onsheiligenschoonhuis,waaronzevaderenUprezen, ismetvuurverbrand,enalonzekostbaredingenzijn verwoest

12ZultUzichomdezedingeninhouden,HEERE?ZultU stilblijvenenonszeerhardtreffen?

HOOFDSTUK65

1IkwordgezochtdoorhendienietnaarMijvragen;Ik wordgevondendoorhendieMijnietzochtenIkheb gezegd:ZieMij,zieMij,toteenvolkdatnietnaarMijn Naamisgenoemd.

2DeheledaghebIkmijnhandenuitgestrektnaareen opstandigvolk,datwandeltopeenwegdienietgoedis, naarzijneigenoverleggingen

3EenvolkdatMijvoortdurendinMijnaangezichttot toornverwekt;datoffersbrengtintuinenenwierook brandtopaltarenvanbaksteen;

4Dietussendegravenblijvenenbijdegedenktekens overnachten,dievarkensvleeseteneninhunvatenishet sapvanafschuwelijkedingen;

5Diezeggen:Blijfopuzelf,komnietbijmijindebuurt, wantikbenheiligerdanuDezenzijnalsrookinmijnneus, eenvuurdatdeheledagbrandt

6Zie,hetisvóórMijgeschreven:Ikzalnietzwijgen,maar Ikzalvergelden,ja,vergeldinginhunschoot,

7Uwongerechtighedenendeongerechtighedenvanuw vaderentezamen,spreektdeHEERE,diereukwerk gebrandhebbenopdebergenenMijgesmaadhebbenop deheuvels;daaromzalIkhunvroegeredadeninhun schootwegen.

8ZozegtdeHEERE:Zoalsmendejongewijnineen druiventrosvindtenzegt:Vernietighemniet,wanteris zegeninhem,zozalIkomMijndienarendoen,zodatIk hennietallenverdelg

9IkzaluitJakobeennageslachtvoortbrengen,enuitJuda eenerfgenaamvanmijnbergen;mijnuitverkorenenzullen hetervenenmijndienarenzullendaarwonen

10EnSaronzaleenkuddeschapenworden,enhetdalvan Achoreenrustplaatsvoorrunderen,voormijnvolkdatMij heeftgezocht

11MaarjulliezijnhetdiedeHEEREverlaten,diemijn heiligebergvergeten,dievoordiemenigteeentafel gereedmakenenvoordiemenigtehetplengoffer klaarmaken

12DaaromzalIkuvoorhetzwaardtellen,engijzultu allenterslachtingbuigen,omdatgijnietgeantwoordhebt, toenIkriep,ennietgeluisterdhebt,toenIksprak,maar gedaanhebtwatkwaadwasinMijnogen,engekozenhebt watMijnietbehaagde

13Daarom,zozegtdeHeereHEERE:Zie,Mijnknechten zulleneten,maargijzulthongerlijden;zie,Mijnknechten zullendrinken,maargijzultdorstlijden;zie,Mijn knechtenzullenzichverheugen,maargijzultbeschaamd worden.

14Zie,mijndienarenzullenjuichenvanvreugdedes harten,maargijzultschreeuwenvanverdrietdeshartenen zultjammerenvankwellingdesgeestes.

15Engijzultuwnaamtoteenvloekachterlatenvoormijn uitverkorenen,wantdeHeereHEEREzaludodenenZijn dienarenbijeenanderenaamroepen

16Wiezichzelfzegentopaarde,zalzichzelfzegeneninde GodvandewaarheidEnwiezweertopaarde,zalzweren bijdeGodvandewaarheid,omdatdevroegere benauwdhedenzijnvergetenenomdatzeverborgenzijn voormijnogen

17Wantzie,Ikschepeennieuwehemeleneennieuwe aarde;aandevorigedingenzalnietmeergedachtworden enzezullennietmeerinhethartkomen.

18MaarweesblijenverheuguvooreeuwiginwatIk schep,wantzie,IkschepJeruzalemtotvreugdeenhaar bevolkingtotblijdschap.

19IkzalMijverheugenoverJeruzalemenvrolijkzijnover mijnvolk;erzalgeenstemvangeweenmeerinhaar gehoordworden,nocheenstemvangeschreeuw

20Daarzalgeenzuigelingmeerzijndiemaareenpaar dagenleeft,enookgeenoudemandiezijndagennietzal volmakenWanteenjongemanzalstervenalshijhonderd jaaroudis,maareenzondaardiehonderdjaaroudis,zal vervloektworden.

21Zijzullenhuizenbouwenenbewonen,enwijngaarden plantenendevruchtervaneten

22Zijzullennietbouwen,zodateenanderhetbewoont;zij zullennietplanten,zodateenanderheteetWantdedagen vanmijnvolkzijnalsdedagenvaneenboom,enmijn uitverkorenenzullenlanggenietenvanhetwerkvanhun handen

23Zijzullenniettevergeefsarbeiden,nochverwekkentot onheil,wantzijzijnhetzaadvandegezegendendes HEEREN,enhunnakomelingenmethen

24Enhetzalgeschieden,voordatzijroepen,zalIk antwoorden,enterwijlzijnogspreken,zalIkhoren 25Eenwolfeneenlamzullensamenweiden,eenleeuw zalstroetenalseenrund,enstofzaldespijzevandeslang zijnZijzullengeenkwaaddoennochverderfstichtenop heelmijnheiligeberg,spreektdeHEERE

HOOFDSTUK66

1ZozegtdeHEERE:DehemelisMijntroonendeaarde eenvoetbankvoorMij;waarishethuisdatgijMijbouwt, enwaarisdeplaatsvanMijnrust?

2WantaldezedingenheeftMijnhandgemaakt,enaldeze dingenzijnergeweest,spreektdeHEERE;maaropzulken zalIkzien,opdearmeenverslagenvangeest,endievoor Mijnwoordbeeft.

3Wieeenosslacht,isalsofhijeenmensdoodt;wieeen lamoffert,isalsofhijeenhonddenekafsnijdt;wieeen offerbrengt,isalsofhijvarkensbloedoffert;wiewierook brandt,isalsofhijeenafgodzegentJa,zehebbenhun eigenwegengekozenenhunzielverlustigtzichinhun gruwelen.

4DaaromzalIkhundwalingenkiezenenhunangstenover henbrengen,wanttoenIkriep,heeftniemandgeantwoord, toenIksprak,hebbenzijnietgeluisterd,maarzijhebben gedaanwatkwaadwasinMijnogenenhebbengekozen voorwatMijnietbehaagde

5HoorthetwoordvandeHEERE,udievoorZijnwoord beeft!Uwbroedersdieuhaten,dieuomMijnsNaamswil verstoten,zeggen:LaatdeHEEREverheerlijktworden! MaarHijzalverschijnentotuwvreugde,enzijzullen beschaamdworden

6Eenstemvangedruisuitdestad,eenstemuitdetempel, eenstemvandeHEERE,diezijnvijandenvergeldt.

7Voordatzijbarensweeënhad,hadzijalgebaard,en voordathaarpijnkwam,hadzijeenmannelijkkindter wereldgebracht

8Wieheeftooitzoietsgehoord?Wieheeftooitzoiets gezien?Zoudeaardeopééndagietsvoortbrengen?Ofzou eenvolkopééndaggeborenworden?WantzodraSion weeënhad,brachtzijhaarkinderenterwereld

9ZouIkbarenennietdoenbaren?spreektdeHEERE.Zou Ikbarenendebaarmoedertoesluiten?spreektuwGod

10VerheugumetJeruzalemenverheuguoverhaar,allen diehaarliefhebben;verheugumethaar,allendieoverhaar treuren

11opdatgijmoogtzuigenenverzadigdwordenvande borstenharervertroostingen,opdatgijmoogtmelkenenu verheugenindeovervloedharerheerlijkheid

12WantzozegtdeHEERE:Zie,Ikzaldevredeoverhaar uitstrekkenalseenrivier,endeheerlijkheidderheidenen alseenoverstromendebeek;danzultgijzuigen,ophaar zijdengedragenwordenenophaarknieëngekoesterd worden

13Zoalsiemanddiedoorzijnmoedergetroostwordt,zo zalIkutroosten;enuzultinJeruzalemgetroostworden.

14Alsudatziet,zaluwhartzichverheugenenuw beenderenzullenbloeienalshetkruidDanzaldehandvan deHEEREaanzijndienarenbekendwordenenzijn vijandenzullenverbolgenzijn

15Wantzie,deHEEREzalkomenmetvuur,enZijn wagenszullenkomenalseenwervelwind;omZijntoornin grimmigheidtelatenblijken,enZijndreigingin vuurvlammen

16WantmetvuurenmetzijnzwaardzaldeHEEREinhet gerichttredenmetallevlees;endedoordeHEERE gesneuveldenzullentalrijkzijn

17Diezichzelfheiligenenzichzelfreinigenindehoven, achterdeeneboominhetmidden,diezwijnenvlees, gruwelenmuizeneten,zullentezamenverteerdworden, spreektdeHEERE.

18WantIkweethunwerkenenhungedachtenHetzal komen,datIkalleheidenvolkenentalenbijeenzalbrengen, enzijzullenkomenenmijnheerlijkheidzien.

19EnIkzaleentekenonderhenzettenendegenenuithen dieontkomen,zalIkzendennaardeheidenvolken,naar Tarsis,PulenLud,deboogschutters,naarTubalenJavan, naardeverreeilanden,diedeboodschapvanMijniet hebbengehoordenMijnheerlijkheidniethebbengezien EnzijzullenMijnheerlijkheidonderdeheidenvolken verkondigen

20Enzijzullenaluwbroedersuitalleheidenvolkenals eenofferaandeHEEREbrengen,oppaarden,enop wagens,enopdraagstoelen,enopmuildieren,enopsnelle ossen,naarMijnheiligeberg,naarJeruzalem,spreektde HEERE,zoalsdekinderenIsraëlshetofferineenreinvat brengeninhethuisvandeHEERE

21OokzalIkuithenpriestersenLevietennemen,spreekt deHEERE.

22Wantzoalsdenieuwehemelendenieuweaarde,dieIk makenzal,voorMijnaangezichtzullenblijvenbestaan, spreektdeHEERE,zozullenookuwnageslachtenuw naamblijvenbestaan

23Enhetzalgeschieden,datvannieuwemaantotnieuwe maanenvansabbattotsabbat,allevleeszalkomenom zichvoorMijnaangezichtneertebuigen,spreektde HEERE

24Enzijzullenuitgaanendelijkenzienvandemannen dietegenMijinovertredingzijngeweest,wanthunworm zalnietstervenenhunvuurzalnietwordenuitgeblust;en zijzulleneenafschuwzijnvoorallevlees

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.