Nummers
HOOFDSTUK1
1EndeHEEREspraktotMozesindewoestijnvanSinaï, indetentdersamenkomst,opdeeerstedagvandetweede maand,inhettweedejaarnadatzijuithetlandEgypte getrokkenwaren,zeggende:
2Neemhetaantalopvandegehelevergaderingvande Israëlieten,ingedeeldnaarhungeslachten,naarhun families,methetaantalnamenvanallemannennaarhun hoofden;
3IedereendieweerbaariseninIsraëltenstrijdekan trekken,vantwintigjaarenouder,moetusamenmet Aärontellen,ingedeeldnaarhunlegers 4Enerzalbijueenmanzijnuitelkestam,iederhoofdvan hethuisvanzijnvaderen.
5Ditzijndenamenvandemannendiebijuzullenstaan: vandestamRuben:Elizur,dezoonvanSedeur 6VanSimeon:Selumiël,dezoonvanZurisaddai. 7VanJuda;Nahesson,dezoonvanAmminadab 8VanIssaschar:Nethaneel,dezoonvanZuar 9VanZebulon;Eliab,dezoonvanHelon.
10VandekinderenvanJozef:vanEfraïm:Elisama,de zoonvanAmmihud;vanManasse:Gamaliël,dezoonvan Pedazur.
11VanBenjamin;Abidan,dezoonvanGideoni 12VanDan;Achiëzer,dezoonvanAmmisaddai 13VanAser;Pagiel,dezoonvanOcran. 14VanGad;Eliasaf,dezoonvanDeuël 15VanNaftali;Ahira,dezoonvanEnan 16Ditwarendeberoemdhedenvandegemeenschap,de leidersvandestammenvanhunvaderen,dehoofdenvan duizendeninIsraël.
17ToennamenMozesenAärondezemannen,diebijhun namengenoemdzijn:
18Enzijriependegehelegemeentebijeenopdeeerstedag vandetweedemaand,enzijschrevenhun geslachtsregistersop,ingedeeldnaarhungeslachten,naar hunfamilies,overeenkomstighetaantalnamen,van twintigjaaroudendaarboven,naarhunhoofden 19ZoalsdeHEERMozeshadopgedragen,teldehijhenin dewoestijnvanSinaï.
20EndezonenvanRuben,deoudstezoonvanIsraël,naar hunafstamming,naarhungeslachten,naarhethuisvan hunvaderen,overeenkomstighetaantalnamen,naarhun hoofden,allemannelijkepersonenvantwintigjaaren daarboven,allendieweerbaarwarenomtenstrijdete trekken;
21Hetaantalvanhendatgeteldwerd,vandestamRuben, bedroegzesenveertigduizendvijfhonderd 22VandezonenvanSimeon,naarhunafstamming,naar hunfamiliesennaarhunfamilies,hungetelden, overeenkomstighetaantalnamen,naarhunhoofden,alle mannelijkepersonenvantwintigjaarenouder,allendie weerbaarwarenomtenstrijdetetrekken; 23Hetaantalvanhendatgeteldwerd,vandestamSimeon, bedroegnegenenvijftigduizenddriehonderd.
24VandenakomelingenvanGad,naarhun afstammelingen,naarhungeslachten,naarhethuisvanhun vaderen,overeenkomstighetaantalnamen,vantwintigjaar
oudendaarboven,allendieweerbaarwarenomtenstrijde tetrekken;
25Hetaantalvanhendatgeteldwerd,vandestamGad, bedroegvijfenveertigduizendzeshonderdvijftig
26VandekinderenvanJuda,naarhunafstammelingen, naarhunfamiliesennaarhunfamilies,overeenkomstighet aantalnamen,vantwintigjaaroudendaarboven,allendie weerbaarwarenomtenstrijdetetrekken;
27Hetaantalvanhendatgeteldwerd,vandestamJuda, bedroegzeventigduizendzeshonderd
28VandezonenvanIssaschar,naarhunafstammelingen, naarhungeslachten,naarhethuisvanhunvaderen, overeenkomstighetaantalnamen,vantwintigjaarouden daarboven,allendieweerbaarwarenomtenstrijdete trekken;
29Hetaantalvanhendatgeteldwerd,vandestam Issaschar,bedroegvierenvijftigduizendvierhonderd
30VandezonenvanZebulon,naarhunafstammelingen, naarhunfamiliesennaarhunfamilies,overeenkomstighet aantalnamen,vantwintigjaaroudendaarboven,allendie weerbaarwarenomtenstrijdetetrekken;
31Hetaantalvanhendatgeteldwerd,vandestam Zebulon,bedroegzevenenvijftigduizendvierhonderd.
32VandezonenvanJozef,namelijkvandezonenvan Efraïm,naarhunafstamming,naarhunfamilies,naarhet huisvanhunvaderen,overeenkomstighetaantalnamen, vantwintigjaaroudendaarboven,allendieweerbaar warenomtenstrijdetetrekken;
33Hetaantalvanhendatgeteldwerd,vandestamEfraïm, bedroegveertigduizendvijfhonderd
34VandezonenvanManasse,naarhunafstammelingen, naarhunfamiliesennaarhunfamilies,overeenkomstighet aantalnamen,vantwintigjaaroudendaarboven,allendie weerbaarwarenomtenstrijdetetrekken;
35Hetaantalvanhendatgeteldwerd,vandestam Manasse,bedroegtweeëndertigduizendtweehonderd.
36VandeBenjaminieten,naarhunafstamming,naarhun familiesennaarhunfamilies,overeenkomstighetaantal namen,vantwintigjaaroudendaarboven,allendie weerbaarwarenomtenstrijdetetrekken;
37Hetaantalvanhendatgeteldwerd,vandestam Benjamin,bedroegvijfendertigduizendvierhonderd
38VandezonenvanDan,naarhunafstammelingen,naar hunfamiliesennaarhunfamilies,overeenkomstighet aantalnamen,vantwintigjaaroudendaarboven,allendie weerbaarwarenomtenstrijdetetrekken;
39Hetaantalvanhendatgeteldwerd,vandestamDan, bedroegtweeënzeventigduizendzevenhonderd
40VandezonenvanAser,naarhunafstammelingen,naar hunfamiliesennaarhunfamilies,overeenkomstighet aantalnamen,vantwintigjaaroudendaarboven,allendie weerbaarwarenomtenstrijdetetrekken;
41Hetaantalvanhendatgeteldwerd,vandestamAser, bedroegeenenveertigduizendvijfhonderd
42VandenakomelingenvanNaftali,naarhungeslachten, ingedeeldnaardefamiliesvanhunvaderen, overeenkomstighetaantalnamen,vantwintigjaarouden daarboven,allendieweerbaarwarenomtenstrijdete trekken;
43Hungetelden,vandestamNaftali,bedroegen drieënvijftigduizendvierhonderd
44DitzijndegeteldendieMozesenAärontelden,samen metdeleidersvanIsraël.Hetwarenertwaalf;ieder behoordetotdefamiliesvanzijnvaderen
45ZowarenerallendieonderdeIsraëlietengeteldwerden, naarhunfamilies,vantwintigjaaroudendaarboven,allen dieinstaatwarenomtenstrijdetetrekkeninIsraël; 46Hettotaalaantalgeteldenbedroegzeshonderdduizend drieduizendvijfhonderdvijftig.
47MaardeLevietenwerdennietonderhengeteld,naarde stamvanhunvaderen
48WantdeHEEREhadtotMozesgesproken,zeggende: 49AlleendestamLevimaguniettellen,enhunaantal onderdeIsraëlietennietoptekenen.
50MaaruzultdeLevietenaanstellenoverdetabernakel dergetuigenisenoveralhetbijbehorendegereienover alleswatdaarbijhoort.Zijzullendetabernakelenalhet bijbehorendegereidragen,enzijzullendaarvoordienst doenenzichrondomdetabernakellegeren
51Wanneerdetabernakelwordtneergezet,moetende LevietenhemafbrekenEnwanneerdetabernakelwordt opgericht,moetendeLevietenhemweeropzettenEn iederevreemdelingdienadert,moetgedoodworden.
52DeIsraëlietenmoetenhuntentenopslaan,iederbijzijn eigenlegerplaatseniederbijzijneigenvaandel,verdeeld overhunlegers.
53MaardeLevietenmoetenzichlegerenrondomdetent dergetuigenis,opdatergeentoornoverdevergaderingvan deIsraëlietenkomt.EndeLevietenmoetendedienstaan detentdergetuigeniswaarnemen
54DeIsraëlietendedenalleswatdeHEERaanMozes gebodenhad.
HOOFDSTUK2
1EndeHEEREspraktotMozesentotAäron,zeggende:
2IederderIsraëlietenmoetzichlegerenbijzijneigen banier,onderhetvaandelvanhethuisvanzijnvader;ver wegrondomdetentdersamenkomstmoetenzijzich legeren
3Aandeoostzijde,waardezonopgaat,moetenzijzich legerenonderhetvaandelvanhetlegervanJuda,ingedeeld naarhunlegersNahesson,dezoonvanAmminadab,zalde leiderzijnvandeJudaieten.
4Enzijnleger,endegenendievanhengeteldwaren, warenzeventigveertienduizendzeshonderd 5EndestamIssascharzalzichnaasthemlegeren;en Nethaneël,dezoonvanZuar,zalhethoofdzijnvande nakomelingenvanIssaschar.
6Enzijnleger,endegenendiedaarvangeteldwaren, warenvierenvijftigduizendvierhonderd
7DandestamZebulonEliab,dezoonvanHelon,wasde leidervandeZebulonieten.
8Enzijnleger,endegenendiedaarvangeteldwaren, warenzevenenvijftigduizendvierhonderd
9AllendieinhetlegervanJudageteldwaren,waren honderdduizendtachtigduizendzesduizendvierhonderd, naarhunlegers.Dezenzullenheteerstoptrekken.
10AandezuidkantzaldebaniervanhetlegervanRuben zijn,ingedeeldnaarhunlegersDeleidervande RubenietenwasElizur,dezoonvanSedeur.
11Enzijnleger,endegenendiedaarvangeteldwaren, warenzesenveertigduizendvijfhonderd
12DestamSimeonzalzichbijhemlegerenDeleidervan denakomelingenvanSimeonzalSelumiëlzijn,dezoon vanZurisaddai
13Enzijnleger,endegenendievanhengeteldwaren, warennegenenvijftigduizenddriehonderd.
14DandestamGadDeleidervandenakomelingenvan GadwasEljasaf,dezoonvanRehuël
15Enzijnleger,endegenendievanhengeteldwaren, warenvijfenveertigduizendzeshonderdvijftig
16AllendieinhetlegervanRubengeteldwaren,waren honderdduizendeneenenvijftigduizendenvierhonderden vijftig,naarhunlegersEnzijzullenindetweederij optrekken.
17Danzaldetentvanontmoetingopbreken,methetleger vandeLevieteninhetmiddenvanhetleger;zoalszijzich gelegerdhebben,zozullenzijopbreken,iederopzijn plaats,volgenszijnvaandels
18AandewestzijdezaldebaniervanhetlegervanEfraïm zijn,ingedeeldnaarhunlegers.Deleidervandezonenvan EfraïmzalElisamazijn,dezoonvanAmmihud
19Enzijnleger,endegenendievanhengeteldwaren, warenveertigduizendvijfhonderd.
20AanzijnzijdezaldestamManassestaan;endeleider vandezonenvanManassezalGamaliëlzijn,dezoonvan Pedazur.
21Enzijnleger,endegenendievanhengeteldwaren, warentweeëndertigduizendtweehonderd
22DandestamBenjamin.DeleidervandeBenjaminieten wasAbidan,dezoonvanGideoni
23Enzijnleger,endegenendievanhengeteldwaren, warenvijfendertigduizendvierhonderd.
24AllendiegeteldwarenvanhetlegervanEfraïm,waren honderdduizendenachtduizendenhonderd,naarhun legers.Enzijzullenoptrekkenindederderang.
25HetvaandelvanhetlegervanDanzalaandenoordzijde liggen,ingedeeldnaarhunlegersDeleidervande Danietenzalzijn:Ahiëzer,dezoonvanAmmisaddai.
26Enzijnleger,endegenendievanhengeteldwaren, warentweeënzeventigduizendzevenhonderd
27DestamAserzalzichbijhemlegeren.Deleidervande nakomelingenvanAserzalPagielzijn,dezoonvanOcran
28Enzijnleger,endegenendievanhengeteldwaren, wareneenenveertigduizendvijfhonderd.
29DestamNaftali,endeleidervandenakomelingenvan NaftaliwasAhira,dezoonvanEnan
30Enzijnleger,endegenendievanhengeteldwaren, warendrieënvijftigduizendvierhonderd
31AllendieinhetlegervanDangeteldwaren,waren honderdduizendzevenenvijftigduizendzeshonderdZij zullenhetachterstedeelnemenmethunbanieren
32DitzijndegenendiegeteldwerdenonderdeIsraëlieten, naarhunfamilies:hettotaalaantalgeteldenvande legerplaatsen,ingedeeldnaarhunlegers,bedroeg zeshonderdduizenddrieduizendvijfhonderdvijftig
33MaardeLevietenwerdennietonderdeIsraëlieten geteld,zoalsdeHEEREaanMozeshadgeboden
34DeIsraëlietendedenalleswatdeHEERMozesgeboden hadZelegerdenzichlangshunvaandelsentrokkenop, iedernaarzijnfamilie,volgensdefamiliesvanzijn voorouders.
1DitzijndenakomelingenvanAäronenMozes,tentijde datdeHEEREmetMozessprakopdebergSinaï.
2DitzijndenamenvandezonenvanAäron:Nadab,de eerstgeborene,enAbihu,EleazarenItamar
3DitzijndenamenvandezonenvanAäron,depriesters diegezalfdwerdenendiehijaansteldeomhetpriesterambt tevervullen
4NadabenAbihustiervenvoorhetaangezichtvande HEERE,toenzijvreemdvuurvoorhetaangezichtvande HEEREofferdenindewoestijnvanSinaïZijhaddengeen kinderengekregen.EleazarenItamarvervuldenhet priesterambtvoordeogenvanhunvaderAäron
5EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:
6LaatdestamLevinaderenenbrenghenvoorhet aangezichtvandepriesterAäron,zodatzijhemkunnen dienen
7Enzijzullenzijntaakvervullen,endetaakvandegehele vergadering,voordetentvansamenkomst,omdedienst vandetabernakelteverrichten
8Zijzullenalhetgereedschapvandetentdersamenkomst bewakenendetaakopzichnemenvandeIsraëlietenom dedienstvandetentteverrichten
9EngijzultdeLevietenaanAäronenzijnzonengeven; zijwordenhemgeheelgegevenuitdekinderenIsraëls
10EngijzultAäronenzijnzonenaanstellen,enzijzullen hetpriesterambtwaarnemen;endevreemdeling,diete dichtbijkomt,zalgedoodworden
11EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:
12EnIk,zie,IkhebdeLevietenuithetmiddenvande Israëlietengenomeninplaatsvanalleeerstgeborenen,die debaarmoederopenenonderdeIsraëlieten;daaromzullen deLevietenMijneigendomzijn;
13WantalleeerstgeborenenzijnvanMijOpdedagdatIk alleeerstgeboreneninEgyptesloeg,hebIkMijalle eerstgeboreneninIsraël,vanmenstotdier,geheiligd.Zij zullenvanMijzijnIkbendeHEERE
14EndeHEEREspraktotMozesindewoestijnvanSinaï, zeggende:
15TeldezonenvanLevivolgenshunfamiliesen geslachtenAllemannelijkepersonen,vanéénmaandoud enouder,moetutellen.
16EnMozesteldehenovereenkomstighetbevelvande HEERE,zoalsHemgebodenwas
17EnditwarendezonenvanLevimethunnamen:Gerson, KehathenMerari
18DitzijndenamenvandezonenvanGerson,ingedeeld naarhungeslachten:LibnienSimeï
19DezonenvanKehat,ingedeeldnaarhungeslachten: Amram,Jizehar,HebronenUzziël
20EndezonenvanMerari,naarhungeslachten:Mahlien MusiDitzijndegeslachtenderLevieten,naarhethuis hunnervaderen
21VanGersonwashetgeslachtvandeLibnietenenhet geslachtvandeSimieten;ditzijndegeslachtenvande Gersonieten.
22Hetaantalvanhendatgeteldwerd,berekendnaarhet aantalmannelijkepersonenvanéénmaandoudenouder, bedroegzevenduizendvijfhonderd.
23DegeslachtenvandeGersonietenmoetenzichachterde tabernakel,inderichtingvanhetwesten,legeren
24DeleidervanhetgeslachtderGersonietenwasEljasaf, dezoonvanLaël.
25EndetaakvandezonenvanGersonindetentder samenkomstzalzijndetabernakel,endetent,haardeksel, enhetvoorhangselaandedeurvandetentdersamenkomst, 26Endegordijnenvandevoorhof,enhetvoorhangsel voordedeurvandevoorhof,datbijdetabernakelenbij hetaltaarrondomis,endetouwendaarvanvooralzijn dienst
27EnvanKehatwashetgeslachtvandeAmramieten,het geslachtvandeJizharieten,hetgeslachtvande HebronietenenhetgeslachtvandeUzziëlieten;ditzijnde geslachtenvandeKehatieten.
28Hetaantalmannelijkepersonenvanéénmaandouden ouderbedroegachtduizendzeshonderdZijwaren verantwoordelijkvoordedienstinhetheiligdom.
29DefamiliesvandenakomelingenvanKehatmoeten hunkampopslaanaandezuidzijdevandetabernakel
30Enhethoofdvanhethuisdervaderlijkegeslachtender KehatietenwasElisafan,dezoonvanUzziël
31Enhuntaakzalzijndeark,detafel,dekandelaar,de altarenendevoorwerpenvanhetheiligdom,waarmedezij dienstdoen,enhetophangenenaldedienstdaarvan
32Eleazar,dezoonvandepriesterAäron,washethoofd vandeleidersvandeLevietenenhadhettoezichtophen diededienstinhetheiligdomverrichtten
33VanMerariwashetgeslachtvandeMachlietenenhet geslachtvandeMusieten;ditzijndegeslachtenvanMerari.
34Enhetaantalvanhendatgeteldwerd,overeenkomstig hetaantalmannelijkepersonenvanéénmaandouden daarboven,bedroegzesduizendtweehonderd.
35Enhethoofdvanhethuisvandevaderlijkegeslachten vanMerariwasZuriël,dezoonvanAbihaïl;zijzullenzich legerenaandezijdevandetabernakel,aandenoordkant.
36Enonderdehoedeenhettoezichtvandezonenvan Merarizullendeplankenvandetabernakel,degrendels daarvan,depilarendaarvan,devoetstukkendaarvan,enal hetgereedschapdaarvan,enalleswatdaaraandient,zijn 37Endepilarenvandevoorhofrondom,methun voetstukken,methunpennenenhuntouwen.
38Maardegenendiezichvóórdetabernakelaande oostkantlegeren,vóórdetabernakelvandeontmoetingaan deoostkant,zijnMozesenAäronenzijnzonen.Zijzullen detaakvanhetheiligdomwaarnemen,ondertoezichtvan deIsraëlietenIederevreemdelingdietedichtbijkomt,zal gedoodworden.
39AllegeteldenvandeLevieten,dieMozesenAäronop bevelvandeHEEREtelden,ingedeeldnaarhungeslachten, allemannelijkepersonenvanéénmaandoudenouder, warentweeëntwintigduizend
40ToenzeideHEEREtegenMozes:Telallemannelijke eerstgeborenenvandeIsraëlieten,vanéénmaandouden daarboven,enneemhetaantalnamenvanhenop
41EngijzultvoorMij(IkbendeHEERE)deLevieten nemeninplaatsvanalleeerstgeborenenonderdekinderen Israëls;enhetveevandeLevieteninplaatsvanalle eerstgeborenenonderhetveevandekinderenIsraëls.
42Mozestelde,zoalsdeHEEREhemgebodenhad,alle eerstgeborenenonderdeIsraëlieten
43Enallemannelijkeeerstgeborenenvaneenmaandoud endaarboven,vanhendiegeteldwerden,naarhetaantal
namen, waren tweeëntwintigduizend tweehonderddrieënzestigdertien.
44EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:
45NeemdeLevieteninplaatsvanalleeerstgeborenen onderdeIsraëlieten,enhetveevandeLevieteninplaats vanhunvee;danzullendeLevietenMijtoebehoren:Ikben deHEERE
46Envoorhendievrijgekochtmoestenwordenvande tweehonderddrieënzestigeerstgeborenenvandekinderen Israëls,diemeerzijndandeLevieten:
47Umoetvijfsjekelperpersoonnemen,naardesjekel vanhetheiligdomDesjekelistwintiggera
48Enhetgeldwaarmeehetonevenaantalvanhenmoet wordenlosgekocht,moetuaanAäronenzijnzonengeven
49ToennamMozeshetlosgeldvanhendiemeerwaren danzijdiedoordeLevietenwarenlosgekocht.
50VandeeerstgeborenenonderdeIsraëlietennamhijhet geld:duizenddriehonderdvijfenzestigsikkels,naarde sikkelvanhetheiligdom.
51EnMozesgafhetgeldvandelosgekochtenaanAäron enzijnzonen,overeenkomstighetwoordvandeHEERE, zoalsdeHEEREMozesgebodenhad.
HOOFDSTUK4
1EndeHEEREspraktotMozesentotAäron,zeggende:
2NeemhetaantalopvandezonenvanKehatuithet middenvandezonenvanLevi,ingedeeldnaarhun geslachtenennaardehuizenvanhunvaderen,
3Vandertigjaarenoudertotvijftigjaaroud:allendiehet legerbinnengaanomhetwerkindetentvanontmoetingte doen
4DitisdedienstvandeKehatietenindetentvan ontmoeting,tenaanzienvandeallerheiligstedingen:
5Wanneerhetlegerzichopbreekt,zullenAäronenzijn zonenkomenenhetvoorhangselafbrekenendearkder getuigenisermeebedekken.
6Enhijzaldaarovereenkleedvandassenvellenleggen,en daaroverheeneengeheelblauwkleedspreiden,enhijzal dedraagbomendaarvaninsteken.
7Enoverdetafelmetdetoonbrodenzullenzijeenblauw kleedspreidenendaaropdeschotels,delepels,dekommen endedekselsleggenomallestebedekken;enhet voortdurendebroodzaldaaropliggen
8Danzullenzijdaarovereenscharlakenroodkleed uitspreiden,enhetmeteenbedekkingvandassenvellen bedekken,endedraagbomendaaraanvastmaken
9Enzijzulleneenhemelsblauwkleednemenende kandelaarvanhetlichtbedekken,enzijnlampen,enzijn tangen,enzijnsnuitschalen,enalzijnolievaten,waarmede zijhembedienen
10Enzijzullenhetmetalzijnvoorwerpenineendekkleed vandassenvellenleggenenhetopeendraagstokleggen
11Enoverhetgoudenaltaarzullenzijeenblauwkleed spreiden,enhetbedekkenmeteenbedekkingvan dassenvellen,enzijzullendedraagbomenervanbevestigen
12Enzijzullenaldedienstwerktuigennemen,waarmede zijinhetheiligdomdienstverrichten,enzeineenblauw kleedleggen,enzebedekkenmeteendekkleedvan dassenvellen,enzeopeendraagstokleggen.
13Enzijzullendeasvanhetaltaarwegnemeneneen purperenkleeddaaroveruitspreiden
14Enzijzullendaaropalhetbijbehorendegereileggen, waarmeezijhetdienen,dewierookvaten,devleeshaken, descheppenendebekkens,alhettoebehorenvanhetaltaar; enzijzullendaarovereenbedekkingvandassenvellen spreidenenaandedraagbomenervanvastmaken.
15EnwanneerAäronenzijnzonenhetheiligdombedekt hebben,enaldevoorwerpenvanhetheiligdom,zoalshet legerzalopzetten,daarnazullendezonenvanKehath komenomhettedragen;maarzijzullengeenheiligding aanraken,opdatzijnietstervenDezedingenzijndelast vandezonenvanKehathindetentdersamenkomst 16EntothetambtvanEleazar,dezoonvandepriester Aäron,behoordendeolievoorhetlicht,hetwelriekende reukwerk,hetdagelijksspijsoffer,dezalfolieenhet toezichtopdegeheletabernakelenopalleswatdaarinis, inhetheiligdomenopdebijbehorendevoorwerpen.
17EndeHEEREspraktotMozesentotAäron,zeggende: 18DestamdergeslachtenderKehatietenmoogtgijnietuit hetmiddenderLevietenuitroeien.
19Maardoehunaldus,opdatzijlevenennietsterven, wanneerzijtotdeallerheiligstedingennaderen:Aäronen zijnzonenzullennaarbinnengaanenheniedervoorzijn eigendienstenzijneigenlastaanstellen
20Maaralsdeheiligedingenbedektzijn,mogenzijniet naarbinnengaanomtekijken,andersstervenzij.
21EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:
22NeemookhetaantalopvandezonenvanGerson, ingedeeldnaarhunfamiliesengeslachten.
23Vandertigjaarenoudertotvijftigjaarmoetuhentellen; allendiebinnenkomenomdedienstteverrichten,omhet werkindetentvanontmoetingtedoen.
24DitisdetaakvandegeslachtenderGersonieten,omte dienenenomlastentedragen:
25Enzijzullendegordijnenvandetabernakeldragen,en detentvandesamenkomst,zijndekkleed,enhetdekkleed vandassenvellen,daterbovenopis,enhetvoorhangsel voordedeurvandetentvandesamenkomst,
26Endebehangselsvanhetvoorhof,enhetbehangsel voordedeurvandepoortvanhetvoorhof,datbijde tabernakelenbijhetaltaarrondomis,methuntouwen,en alhetgereedschapvoorhundienst,enalleswatdaarvoor gemaaktis:zozullenzijdienen
27OpaanwijzingvanAäronenzijnzonenzaldegehele dienstvandeGersonieten,inalhunlasteneninalhun dienst,wordenverricht;engijzulthunhettoezichtopal hunlastenopdragen.
28DitisdedienstvandegeslachtenderGersonieteninde tentdersamenkomst;huntaakstaatonderleidingvan Ithamar,dezoonvandepriesterAäron
29WatdezonenvanMeraribetreft,umoethentellennaar hungeslachten,naardehuizenvanhunvaderen;
30Vandertigjaarenoudertotvijftigjaarmoetuhentellen, iederdiededienstbinnengaatomhetwerkindetentvan ontmoetingtedoen
31Enditisdelastvanhunlast,overeenkomstigalhun dienstindetentdersamenkomst:deplankenvande tabernakel,endegrendelsdaarvan,endepilarendaarvan, endevoetstukkendaarvan,
32Endepilarenvandevoorhofrondom,methun voetstukken,hunpennenenhuntouwen,metalhungerei enmetalhundienst;engijzultdegereivanhetlastbevel datzijdragen,bijnametellen
33DitisdedienstvandegeslachtenvandeMerarieten, overeenkomstighungeheledienstaandetentvan ontmoeting,onderleidingvanItamar,dezoonvande priesterAäron.
34EnMozesenAäronendeoverstenvandegemeenschap teldendezonenvandeKehatieten,naarhungeslachtenen naarhethuisvanhunvaderen,
35Iedereenvandertigjaarenouder,totvijftigjaar,diede dienstverrichtvoorhetwerkindetentvanontmoeting
36Enhetaantalvanhendatvolgenshungeslachtenwerd geteld,bedroegtweeduizendzevenhonderdvijftig
37Ditwarendegeteldenvandegeslachtenvande Kehatieten,allendiedienstdedenindetentvan ontmoeting,dieMozesenAärontelden,overeenkomstig hetbevelvandeHEERE,doordedienstvanMozes
38EnzijdiegeteldwarenvandezonenvanGerson,naar hungeslachtenennaarhethuisvanhunvaderen, 39Iedereenvandertigjaarenouder,totvijftigjaaroud,die dedienstvoorhetwerkindetentvanontmoetingingaat, 40Hetaantalvanhendatgeteldwerd,ingedeeldnaarhun familiesenfamilies,bedroegtweeduizendzeshonderd dertig.
41Ditzijndegeteldenvandegeslachtenvandezonenvan Gerson,vanallendiedienstdedenindetentvan ontmoeting,dieMozesenAärontelden,overeenkomstig hetbevelvandeHEERE
42Enzijdiegeteldwarenvandegeslachtenderzonenvan Merari,ingedeeldnaarhungeslachten,naarhethuis hunnervaderen,
43Iedereenvandertigjaarenouder,totvijftigjaaroud,die dedienstvoorhetwerkindetentvanontmoetingingaat, 44Hetaantalvanhendatvolgenshungeslachtenwerd geteld,bedroegdrieduizendtweehonderd
45Ditzijndegeteldenvandegeslachtenvandezonenvan Merari,dieMozesenAäronteldenovereenkomstighet bevelvandeHEERE,doordehandvanMozes
46AldegenendieonderdeLevietengeteldwaren,die MozesenAäronendehoofdenvanIsraëltelden,naarhun geslachtenennaarhethuisvanhunvaderen,
47Vandertigjaaroudendaarboventotvijftigjaaroud, iederdiekwamomdedienstvandebedieningendedienst vandelastindetentvandeontmoetingtedoen,
48Hetaantalvanhendatgeteldwerd,bedroeg achtduizendvijfhonderdtachtig
49OvereenkomstighetbevelvandeHEEREwerdenzij doorMozesgeteld,iedernaarzijntaakennaarzijnlast. Alduswerdenzijdoorhemgeteld,zoalsdeHEEREMozes gebodenhad.
HOOFDSTUK5
1EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:
2GeefdeIsraëlietenhetbevelomiederemelaatse,ieder dieeenvloeiingheefteniederdiedooreendode verontreinigdis,uithetlegerkampteverwijderen
3Zowelmannenalsvrouwenzultubuitenhetlegerkamp plaatsen,opdatzijhunlegerkampen,inhetmidden waarvanIkwoon,nietverontreinigen
4DeIsraëlietendedenditenstuurdenhenbuitenhet legerkamp.ZoalsdeHEEREtotMozesgesprokenhad,zo dedendeIsraëlieten
5EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:
6SpreektotdeIsraëlieten:Wanneereenmanofeenvrouw eenzondebegaatdiedoormensenbegaanwordt,en daardooreenovertredingtegendeHEEREbegaat,endie persoonschuldigwordt,
7Danzullenzijhunzondebelijden,diezijgedaanhebben, enHijzalzijnovertredingvergeldenmethetvollebedrag daarvan,endaarnogeenvijfdedeelaantoevoegen,enhet gevenaanhemtegenwiehijovertredingbegaanheeft.
8Maarindiendemangeenbloedverwantheeftdiehemde overtredingkanvergelden,danmoetdeovertredingaande HEERE,aandepriester,vergoldenworden;behalveaande ramvandeverzoening,waarmeevoorhemverzoening gedaanwordt.
9EnalhetoffervanaldeheiligedingenvandeIsraëlieten, datzijaandepriesterbrengen,zalvoorhemzijn
10Eniedersheiligegavenzullenvoorhemzijn;alwat iemandaandepriestergeeft,zalvoorhemzijn
11EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:
12SpreektotdeIsraëlietenenzegtegenhen:Alsdevrouw vaneenmanafwijkteneenovertredingtegenhembegaat, 13Eneenmanheeftgemeenschapmethaargehad,enhet zalvoordeogenvanhaarmanverborgenzijnengeheim gehoudenworden,enzijzalverontreinigdzijn,enerzal geengetuigetegenhaarzijn,enzijzalnietopdiemanier betraptworden;
14Endegeestvanjaloezieoverhemkomt,enhijjaloersis opzijnvrouw,enzijonreinis;ofindiendegeestvan jaloezieoverhemkomt,enhijjaloersisopzijnvrouw,en zijnietonreinis;
15Danmoetdemanzijnvrouwnaardepriesterbrengen, enhijmoethaareenoffergavebrengen,eentiendeefa gerstemeelHijmagergeenolieopgietenenergeen wierookopdoen,wanthetiseenoffervanjaloezie,een gedenkoffer,datdeongerechtigheidinherinneringbrengt.
16Endepriesterzalhaardoennaderenenhaarvoorhet aangezichtvandeHEEREplaatsen
17Endepriesterzalheiligwaterineenaardenvatnemen; envanhetstofdatopdevloervandetabernakelligt,zalde priesternemenenhetinhetwaterdoen
18Endepriesterzaldevrouwvoorhetaangezichtvande HEEREstellen,enhethoofdvandevrouwlosmaken,en hetgedenkoffer,hetjaloezieoffer,ophaarhandenleggen Endepriesterzalhetbitterewater,datdevloek veroorzaakt,inzijnhandhebben
19Endepriesterzalhaarmeteeneedopdragenentotde vrouwzeggen:Indiengeenmanmetugeslapenheeft,en indiengijnietmeteenanderinplaatsvanuwmanonrein gewordenzijt,zultgijvrijzijnvanditbitterewater,datde vloekveroorzaakt
20Maarindiengijafgewekenzijttoteenanderinplaats vanuwman,enindiengijverontreinigdzijt,eneenman heeftgemeenschapmetu,naastuwman,
21Danzaldepriesterdevrouweeneedvanvervloeking opleggen,endepriesterzaltotdevrouwzeggen:De HEEREzalutoteenvloekeneeneedmakenonderuw volk,wanneerdeHEEREuwheupzaldoenverrottenen uwbuikzaldoenopzwellen;
22Enditwater,datdevloekveroorzaakt,zalinuw ingewandenkomen,hetzaluwbuikdoenopzwellenenuw dijdoenrotten.Endevrouwzalzeggen:Amen,amen.
23Endepriesterzaldezevervloekingenineenboek schrijven,enhijzalzemethetbitterewateruitwissen
24Enhijzaldevrouwhetbitterewater,datdevloek veroorzaakt,latendrinken;enhetwater,datdevloek veroorzaakt,zalinhaarkomenenbitterworden
25Danzaldepriesterhetoffervandejaloezieuitdehand vandevrouwnemen,hetoffervoorhetaangezichtvande HEEREheenenweerbewegenenhetophetaltaarofferen
26Endepriesterzaleenhandvolvanhetoffernemen,het gedenktekendaarvan,endatophetaltaarinrooklaten opgaanDaarnazalhijdevrouwhetwaterlatendrinken
27Enwanneerhijhaardatwatertedrinkenheeftgegeven, danzalhetgebeuren,wanneerzijonreinisenontrouwis geweestaanhaarman,dathetwaterdatdevloek veroorzaakt,inhaarzalkomenenbitterzalworden,en haarbuikzalopzwellenenhaardijzalverrotten;ende vrouwzaleenvloekzijnonderhaarvolk
28Enindiendevrouwnietverontreinigdis,maarrein,dan zalzijvrijzijnenzaadontvangen
29Ditisdewetvandeafgunst:eenvrouwwijktafvan haarmannaareenanderenwordtdaardooronrein.
30Ofwanneereengeestvanjaloezieoverhemkomtenhij jaloerswordtopzijnvrouw,enhijdevrouwvoorhet aangezichtvandeHEEREbrengt,endepriesterheeldeze wetaanhaarvoltrekt
31Danzaldemanonschuldigzijnaandeongerechtigheid, endezevrouwzalhaarongerechtigheiddragen.
HOOFDSTUK6
1EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:
2SpreektotdeIsraëlietenenzegtegenhen:Wanneereen manofeenvrouwzichafzondertomeengelofteafte leggenvooreenNazireeër,omzichaftezonderenvoorde HEERE,
3Hijzalzichonthoudenvanwijnensterkedrank,enhij zalgeenazijnvanwijnofazijnvansterkedrankdrinken, enhijzalgeenenkelelikeurvandruivendrinken,engeen natteofgedroogdedruiveneten.
4Zolanghijafgezonderdis,maghijnietsetenvanwatvan dewijnstokafkomstigis,vandekorrelstotaandedop
5Zolangdegeloftevanzijnafzonderingduurt,magerop zijnhoofdgeenscheermeskomenTotdatdedagenvoorbij zijnwaarinhijzichvoordeHEEREheeftafgezonderd,zal hijheiligzijnendelokkenvanzijnhoofdhaarlatengroeien.
6AldedagendathijzichvoordeHEEREafzondert,zal hijtotgeenenkellijkkomen
7Hijmagzichnietverontreinigenvoorzijnvaderofvoor zijnmoeder,voorzijnbroerofvoorzijnzuster,wanneerzij gestorvenzijn,wantdeheiligingvanzijnGodisopzijn hoofd
8Aldedagendathijafgezonderdis,ishijheiligvoorde HEERE
9Enwanneeriemandplotselingsterftdoorhem,enhijhet hoofdvanzijnwijdingonreingemaaktheeft,danmoethij zijnhoofdscherenopdedagvanzijnreiniging;opde zevendedagmoethijhetscheren
10Enopdeachtstedagmoethijtweetortelduivenoftwee jongeduivennaardepriesterbrengen,bijdeingangvande tentvanontmoeting
11Endepriesterzaldeenealszondofferendeandereals brandofferopdragenenverzoeningvoorhemdoen,omdat hijdooreendodegezondigdheeftEnhijzalzijnhoofdop diezelfdedagheiligen
12HijzaldedagenvanzijnafzonderingaandeHEERE wijdeneneeneenjariglamalsschuldofferbrengen.Maar dedagenvantevorenzullenverlorengaan,omdatzijn afzonderingonreinwas.
13EnditisdewetvoordeNazireeër,wanneerdedagen vanzijnafzonderingvervuldzijn:hijzalgebrachtworden naardeingangvandetentdersamenkomst
14EnhijzalzijnofferaandeHEEREbrengen:éénlam vaneenjaaroud,zondergebrek,tenbrandoffer,enéén ooilamvaneenjaaroud,zondergebrek,tenzondoffer,en éénramzondergebrek,tendankoffer
15Eneenmandmetongezuurdebroden,koekenvan meelbloem,metoliegemengd,enongezuurdeplakken brood,metoliebestreken,methetbijbehorendegraanoffer endebijbehorendeplengoffers
16EndepriesterzalzevoorhetaangezichtvandeHEERE brengen,enzijnzondofferenzijnbrandofferofferen 17EnhijzalderamalsdankofferaandeHEEREofferen, samenmetdekorfmetongezuurdebroden;ookzijn graanofferenzijnplengofferzaldepriesterofferen
18EndeNazireeërzalhethoofdvanzijnafzondering scheren,bijdeingangvandetentdersamenkomst,enhij zalhethaarvanhethoofdvanzijnafzonderingnemenen inhetvuurleggen,datonderhetdankofferis 19Endepriesterzaldenatteschoudervanderamnemen, enéénongezuurdekoekuitdemand,enéénongezuurde plattekoek,enzalzeopdehandenvandeNazireeër leggen,nadathethaarvanzijnafscheidingisafgeschoren. 20Endepriesterzalzealsbeweegoffervoorhet aangezichtvandeHEEREheenenweerbewegenDitis heiligvoordepriester,metdebeweegborstende hefschouderEndaarnamagdeNazireeërdewijndrinken 21DitisdewetvoordeNazireeërdieeengelofteheeft gedaan,envoorzijnofferaandeHEEREvoorzijn afzondering,naastwatzijnhandzalverkrijgen; overeenkomstigdegeloftediehijheeftgedaan,zomoethij handelenovereenkomstigdewetvanzijnafzondering.
22EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:
23SpreektotAäronentotzijnzonenenzeg:Opdeze wijzezultudekinderenIsraëlszegenendoortothente zeggen:
24DeHEEREzegeneuenbehoedeu
25DeHEEREdoeZijnaangezichtoverulichtenenziju genadig
26DeHEEREverheffeZijnaangezichtoveruengeveu vrede.
27ZijzullenmijnnaamopdeIsraëlietenleggen,enIkzal henzegenen.
HOOFDSTUK7
1EnhetgebeurdeopdedagdatMozesdetabernakelhad opgericht,endiehadgezalfdengeheiligd,metalzijngerei, zowelhetaltaaralsalzijngerei,endathijzehadgezalfd engeheiligd,
2DevorstenvanIsraël,dehoofdenvanhunvaderlijke huizen,devorstenvandestammen,dieoverhenstonden diegeteldwerden,brachtenhetvolgendeoffer: 3Zijbrachtenhunoffergavevoorhetaangezichtvande HEERE:zesoverdektewagensentwaalfrunderen;een wagenvoortweevandevorsten,envooriedereenrund;en zijbrachtenzevoordetabernakel
4EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:
5Neemhetvanhenaf,zodatzijdedienstvandetentder samenkomstkunnenverrichtenEnumoethetaande Levietengeven,iederovereenkomstigzijndienst.
6ToennamMozesdewagensenderunderenengafzeaan deLevieten
7Tweewagensenvierossengafhijaandezonenvan Gerson,overeenkomstighundienst.
8Envierwagensenachtossengafhijaande nakomelingenvanMerari,overeenkomstighundienst onderleidingvanIthamar,dezoonvandepriesterAäron
9MaaraandezonenvanKehatgafhijniets,wantdedienst voorhetheiligdomwashuneigentaakendiemoestenzij ophunschoudersdragen
10Endevorstenbrachtenhunoffergavenvoorde inwijdingvanhetaltaaropdedagdathetgezalfdwerd; zelfsdevorstenbrachtenhunoffergavenvóórhetaltaar
11ToenzeideHEEREtegenMozes:Elkevorstzalzijn offerbrengenopzijneigendag,alsinwijdingvanhetaltaar.
12Enhijdiezijnofferopdeeerstedagbracht,was Nahesson,dezoonvanAmminadab,uitdestamJuda
13Enzijnoffergavebestonduitéénzilverenschaal, waarvanhetgewichthonderddertigsjekelwas,enéén zilverenschaalvanzeventigsjekel,naardesjekelvanhet heiligdom;beidewarengevuldmetfijnmeel,metolie gemengd,vooreengraanoffer
14Eenlepelvantiensjekelgoud,volreukwerk:
15Eénjongestier,éénram,éénlamvanéénjaaroud,als brandoffer
16Eéngeitenbokjealszondoffer:
17Envooreendankoffer:tweerunderen,vijframmen,vijf bokken,vijfeenjarigelammerenDitwashetoffervan Nahesson,dezoonvanAmminadab
18OpdetweededagofferdeNethaneël,dezoonvanZuar, devorstvanIssaschar:
19Hijofferdealszijnoffergaveéénzilverenschaal, waarvanhetgewichthonderddertigsjekelwas,enéén zilverenschaalvanzeventigsjekel,naardesjekelvanhet heiligdom;beidegevuldmetfijnmeel,metoliegemengd, alsgraanoffer.
20Eénlepelgoudvantiensjekel,volwierook: 21Eénjongestier,éénram,éénlamvanéénjaaroud,als brandoffer.
22Eéngeitenbokjealszondoffer:
23Enalsdankoffer:tweerunderen,vijframmen,vijf bokkenenvijfeenjarigelammeren.Ditwashetoffervan Nethaneël,dezoonvanZuar
24OpdederdedagofferdeEliab,dezoonvanHelon,de overstevandekinderenvanZebulon:
25Zijnoffergavebestonduitéénzilverenschaal,waarvan hetgewichthonderddertigsjekelwas,enéénzilveren schaalvanzeventigsjekel,naardesjekelvanhetheiligdom; beidegevuldmetfijnmeel,metoliegemengd,vooreen graanoffer
26Eengoudenlepelvantiensjekel,volreukwerk:
27Eénjongestier,éénram,éénlamvanéénjaaroud,als brandoffer.
28Eéngeitenbokjealszondoffer:
29Envooreendankoffer:tweerunderen,vijframmen,vijf bokkenenvijfeenjarigelammeren.Ditwashetoffervan Eliab,dezoonvanHelon
30OpdevierdedagofferdeElizur,dezoonvanSedeür,de overstevandeRubenieten:
31Zijnoffergavebestonduitéénzilverenschaal,die honderddertigsjekelwoog,enéénzilverenschaal,die zeventigsjekelwoog,naardesjekelvanhetheiligdom. Beidewarengevuldmetfijnmeel,metoliegemengd,als graanoffer
32Eengoudenlepelvantiensjekel,volreukwerk:
33Eénjongestier,éénram,éénlamvanéénjaaroud,als brandoffer
34Eéngeitenbokjealszondoffer:
35Envooreendankoffer:tweerunderen,vijframmen,vijf bokken,vijfeenjarigelammeren.Ditwashetoffervan Elisur,dezoonvanSedeur
36OpdevijfdedagofferdeSelumiël,dezoonvan Zurisaddai,deoverstevandezonenvanSimeon:
37Zijnoffergavebestonduitéénzilverenschaal,waarvan hetgewichthonderddertigsjekelwas,enéénzilveren schaalvanzeventigsjekel,naardesjekelvanhetheiligdom; beidegevuldmetfijnmeel,metoliegemengd,vooreen graanoffer
38Eengoudenlepelvantiensjekel,volreukwerk:
39Eénjongestier,éénram,éénlamvanéénjaaroud,als brandoffer
40Eéngeitenbokjealszondoffer:
41Enalsdankoffer:tweerunderen,vijframmen,vijf bokkenenvijfeenjarigelammerenDitwashetoffervan Selumiël,dezoonvanZurisaddai.
42OpdezesdedagofferdeEljasaf,dezoonvanDeuel,de overstevandezonenvanGad:
43Zijnoffergavebestonduiteenzilverenschaal,die honderddertigsjekelwoog,eneenzilverenschaalvan zeventigsjekel,naardesjekelvanhetheiligdomBeide warengevuldmetfijnmeel,metoliegemengd,vooreen graanoffer
44Eengoudenlepelvantiensjekel,volreukwerk:
45Eénjongestier,éénram,éénlamvanéénjaaroud,als brandoffer
46Eéngeitenbokjealszondoffer:
47Enalsdankoffer:tweerunderen,vijframmen,vijf bokkenenvijfeenjarigelammerenDitwashetoffervan Eljasaf,dezoonvanDeuel
48OpdezevendedagofferdeElisama,dezoonvan Ammihud,devorstvandekinderenvanEfraïm:
49Zijnoffergavebestonduitéénzilverenschaal,waarvan hetgewichthonderddertigsjekelwas,enéénzilveren schaalvanzeventigsjekel,naardesjekelvanhetheiligdom; beidegevuldmetfijnmeel,metoliegemengd,vooreen graanoffer
50Eengoudenlepelvantiensjekel,volreukwerk:
51Eénjongestier,éénram,éénlamvanéénjaaroud,als brandoffer.
52Eéngeitenbokjealszondoffer:
53Envooreendankoffer:tweerunderen,vijframmen,vijf bokkenenvijfeenjarigelammerenDitwashetoffervan Elisama,dezoonvanAmmihud
54OpdeachtstedagofferdeGamaliël,dezoonvan Pedasur,deoverstevandezonenvanManasse:
55Zijnoffergavebestonduitéénzilverenschaal,die honderddertigsjekelwoog,enéénzilverenschaal,die zeventigsjekelwoog,naardesjekelvanhetheiligdom
Beidewarengevuldmetfijnmeel,metoliegemengd,als graanoffer.
56Eengoudenlepelvantiensjekel,volreukwerk:
57Eénjongestier,éénram,éénlamvanéénjaaroud,als brandoffer.
58Eéngeitenbokjealszondoffer:
59Envooreendankoffer:tweerunderen,vijframmen,vijf bokken,vijfeenjarigelammeren.Ditwashetoffervan Gamaliël,dezoonvanPedasur
60OpdenegendedagofferdeAbidan,dezoonvan Gideoni,deoverstevandekinderenvanBenjamin:
61Zijnoffergavebestonduitéénzilverenschaal,waarvan hetgewichthonderddertigsjekelwas,enéénzilveren schaalvanzeventigsjekel,naardesjekelvanhetheiligdom; beidegevuldmetfijnmeel,metoliegemengd,vooreen graanoffer.
62Eengoudenlepelvantiensjekel,volwierook:
63Eénjongestier,éénram,éénlamvanéénjaaroud,als brandoffer.
64Eéngeitenbokjealszondoffer:
65Envooreendankoffer:tweerunderen,vijframmen,vijf bokken,vijfeenjarigelammeren.Ditwashetoffervan Abidan,dezoonvanGideoni
66OpdetiendedagofferdeAhiëzer,dezoonvan Ammisaddai,deoverstevandezonenvanDan:
67Zijnoffergavebestonduitéénzilverenschaal,waarvan hetgewichthonderddertigsjekelwas,enéénzilveren schaalvanzeventigsjekel,naardesjekelvanhetheiligdom; beidegevuldmetfijnmeel,metoliegemengd,vooreen graanoffer
68Eengoudenlepelvantiensjekel,volwierook:
69Eénjongestier,éénram,éénlamvanéénjaaroud,als brandoffer
70Eéngeitenbokjealszondoffer:
71Enalsdankoffer:tweerunderen,vijframmen,vijf bokkenenvijfeenjarigelammerenDitwashetoffervan Achiëzer,dezoonvanAmmisaddai.
72OpdeelfdedagofferdePagiel,dezoonvanOcran,de overstevandezonenvanAser:
73Zijnoffergavebestonduitéénzilverenschaal,waarvan hetgewichthonderddertigsjekelwas,enéénzilveren schaalvanzeventigsjekel,naardesjekelvanhetheiligdom; beidegevuldmetfijnmeel,metoliegemengd,vooreen graanoffer
74Eengoudenlepelvantiensjekel,volreukwerk:
75Eénjongestier,éénram,éénlamvanéénjaaroud,als brandoffer
76Eéngeitenbokjealszondoffer:
77Enalsdankoffer:tweerunderen,vijframmen,vijf bokkenenvijfeenjarigelammerenDitwashetoffervan Pagiel,dezoonvanOcran
78OpdetwaalfdedagofferdeAhira,dezoonvanEnan,de vorstvandekinderenvanNaftali:
79Zijnoffergavebestonduitéénzilverenschaal,waarvan hetgewichthonderddertigsjekelwas,enéénzilveren schaalvanzeventigsjekel,naardesjekelvanhetheiligdom; beidegevuldmetfijnmeel,metoliegemengd,vooreen graanoffer
80Eengoudenlepelvantiensjekel,volwierook:
81Eénjongestier,éénram,ééneenjariglam,als brandoffer
82Eéngeitenbokjealszondoffer:
83Enalsdankoffer:tweerunderen,vijframmen,vijf bokkenenvijfeenjarigelammeren.Ditwashetoffervan Ahira,dezoonvanEnan
84Ditwasdeinwijdingvanhetaltaar,opdedagdathet doordevorstenvanIsraëlwerdgezalfd:twaalfzilveren schotels,twaalfzilverenschalenentwaalfgoudenlepels
85Elkzilverenschaaltjewooghonderddertigsjekel,elke schaalzeventig;aldezilverenvoorwerpenwogen tweeduizendvierhonderdsjekel,naardesjekelvanhet heiligdom
86Erwarentwaalfgoudenlepels,volreukwerk,enze wogenelktiensjekel,volgensdesjekelvanhetheiligdom Alhetgoudvandelepelswashonderdtwintigsjekel.
87Alderunderenvoorhetbrandofferwarentwaalfjonge stieren,derammentwaalf,delammerenvanéénjaar twaalf,methetbijbehorendegraanoffer;endegeitenbokjes voorhetzondoffertwaalf
88Enalleossenvoorhetoffervandedankofferswaren vierentwintigvarren,derammenzestig,debokkenzestig, delammerenvanheteerstejaarzestigDitwasde inwijdingvanhetaltaar,nadathetgezalfdwas
89ToenMozesdetentvanontmoetingwasbinnengegaan ommetHemtespreken,hoordehijiemandtothem sprekenvanafhetverzoendekseldatopdearkvande getuigenislag,tussendetweecherubs.EnHijspraktot hem
HOOFDSTUK8
1EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:
2SpreektotAäronenzegtegenhem:Wanneerude lampenaansteekt,moetendezevenlampenlicht verspreidentegenoverdekandelaar
3EnAärondeeddit:hijstakdelampenervanaan tegenoverdekandelaar,zoalsdeHEEREMozesgeboden had
4Enditwerkvandekandelaarwasvangedrevengoud, zoweldeschachtalsdeversieringenwarengedrevenwerk; overeenkomstighetvoorbeelddatdeHEEREaanMozes hadgetoond,zomaaktehijdekandelaar.
5EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:
6NeemdeLevietenuithetmiddenvandeIsraëlietenen reinighen.
7Enaldusmoetgijhundoen,omhentereinigen:sprenkel reinigingswaterophen,enzijmoetenheelhunvlees scheren,enhunklerenwassen,enzozichreinigen.
8Danmoetenzijeenjongestiernemenmethet bijbehorendegraanoffer,fijnmeelgemengdmetolie.En eenanderejongestiermoetjijnemenalszondoffer
9EngijzultdeLevietenvoordetentdersamenkomst brengen,engijzultdegehelevergaderingderkinderen Israëlsbijeenroepen.
10EngijzultdeLevietenvoorhetaangezichtdes HEERENbrengen,endekinderenIsraëlszullenhun handenaandeLevietenleggen
11EnAäronzaldeLevietenvoorhetaangezichtvande HEEREaanbiedenalseenoffergavevoordeIsraëlieten, zodatzijdedienstvandeHEEREkunnenuitvoeren
12EndeLevietenzullenhunhandenopdekoppenvande stierenleggen,engijzultdeenealszondofferendeandere alsbrandofferaandeHEEREofferen,omverzoeningte doenvoordeLevieten
13EngijzultdeLevietenvoorhetaangezichtvanAäron enzijnzonenstellen,enhenalseenoffergaveaande HEEREaanbieden
14ZomoetudeLevietenuithetmiddenvandeIsraëlieten afzonderen;deLevietenzullendanvanmijzijn.
15DaarnazullendeLevietenbinnengaanomdedienstte verrichtenindetentvanontmoetingUmoethendan reinigenenhenalsoffergaveaanbieden.
16WantzijzijnMijgeheelgegevenuitdekinderenvan Israël;inplaatsvanhendieallebaarmoedersopenen,in plaatsvandeeerstgeborenenvanallekinderenvanIsraël, hebIkhentotMijgenomen
17WantalleeerstgeborenenvandeIsraëlieten,vanmens totdier,zijnMijtoebehoorendOpdedagdatIkalle eerstgeboreneninhetlandEgyptesloeg,hebIkhenvoor Mijzelfgeheiligd.
18IkhebdeLevietenuitgekozenalsalleeerstgeborenen onderdeIsraëlieten
19EnIkhebdeLevietenalseengeschenkaanAäronen zijnzonengegevenuithetmiddenvandeIsraëlieten,om dedienstvandeIsraëlietenteverrichtenindetentvan ontmoetingenomverzoeningtedoenvoordeIsraëlieten, zodatergeenplaagonderdeIsraëlietenzalzijn,wanneer zijhetheiligdomnaderen
20EnMozes,Aäronendegehelevergaderingvande IsraëlietendedenaandeLevieten,overeenkomstigalles watdeHEEREMozesaangaandedeLevietengebodenhad; alzodedendeIsraëlietenaanhen.
21ToenreinigdendeLevietenzichenwastenhunkleren Aäronofferdezealsoffervoorhetaangezichtvande HEERE.ZodeedAäronverzoeningvoorhen,omhente reinigen
22DaarnagingendeLevietennaarbinnenomhundienstte verrichtenindetentvanontmoeting,voorhetaangezicht vanAäronenzijnzonenZoalsdeHEEREMozesgeboden hadaangaandedeLevieten,zodedenzijmethen
23EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:
24Ditishet,watdeLevietentoebehoort:vanvijfentwintig jaarenoudermogenzijnaarbinnenomdiensttedoenbij detentdersamenkomst.
25Envanafdeleeftijdvanvijftigjaarzullenzijophouden methetdienendaarvan,enzijzullennietmeerdienen
26Maarzijzullenmethunbroedersdienenindetentder samenkomst,omdediensttehouden,enzijzullengeen dienstdoenAlduszultgijdeLevietendoenaangaandehun dienst.
HOOFDSTUK9
1EndeHEEREspraktotMozesindewoestijnvanSinaï, indeeerstemaandvanhettweedejaarnadatzijuithetland Egyptegetrokkenwaren,zeggende:
2OokdeIsraëlietenmoetenhetPaschavierenopde daarvoorvastgesteldetijd
3Opdeveertiendedagvandezemaand,indeavond,moet uhetvierenopdedaarvoorvastgesteldetijd;umoethet houdenvolgensallevoorschriftenenceremoniesdie daarbijhoren
4ToenzeiMozestotdeIsraëlietendatzijhetPascha moestenhouden.
5EnzijvierdenhetPaschaopdeveertiendedagvande eerstemaand,indeavondschemering,indewoestijnvan
Sinaï;overeenkomstigalleswatdeHEEREaanMozes gebodenhad,zodedendeIsraëlieten.
6Enerwarenenigemannen,dieonreinwarendoorhetlijk vaneenmens,zodatzijopdiedaghetPaschanietkonden vieren.DaaromkwamenzijopdiedagvoorMozesenvoor Aäron
7ToenzeidendiemannentotHem:Wijzijnverontreinigd doorhetlijkvaneenmens;waaromblijvenwijachter,dat wijgeenoffervandeHEEREkunnenbrengenopde vastgesteldetijdonderdekinderenIsraëls?
8ToenzeiMozestegenhen:Blijfstaan,danzalikhoren watdeHEEREoverugebiedenzal
9EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:
10SpreektotdeIsraëlietenenzeg:Wanneeriemandvanu ofvanuwnakomelingenonreinwordtdoorhetlichaam vaneendode,ofopeenverrereisis,moethijtochhet PaschavoordeHEEREhouden
11Opdeveertiendedagvandetweedemaand,inde avondschemering,moetenzijhetvierenenhetmet ongezuurdebrodenenbitterekruideneten
12Zijmogenernietsvanoverlatentotdevolgende morgen,engeenenkelbeenervanbreken;overeenkomstig allevoorschriftenvanhetPaschamoetenzijhethouden
13Maardemandiereinis,ennietopreisis,endiehet Paschanietviert,diezaluithetmiddenvanzijnvolk uitgeroeidwordenOmdathijhetoffervandeHEEREniet opdedaarvoorvastgesteldetijdgebrachtheeft,zaldieman zijnzondedragen.
14WanneereenvreemdelingbijuvertoeftenhetPascha voordeHEEREhoudt,moethijhetdoenvolgensde voorschriftenendewijzevanhetPascha.Ergeldtvooru éénverordening,zowelvoordevreemdelingalsvoorde ingeboreneinhetland
15Enopdedagdatdetabernakelwerdopgericht,bedekte dewolkdetabernakel,detentvandegetuigenisEntegen deavondwaserietsalsvuuropdetabernakel,totde morgentoe.
16Zowashetaltijd:overdagbedektedewolkhet,en's nachtswaserietsalsvuur
17Wanneerdewolkzichvandetabernakelhad opgestegen,brakendeIsraëlietenverderopOpdeplaats waardewolkbleef,sloegendeIsraëlietenhuntentenop 18OpbevelvandeHEEREbrakendeIsraëlietenopenop bevelvandeHEERElegerdenzijzichZolangdewolk bovendetabernakelbleef,blevenzijinhuntenten
19Entoendewolkveledagenlangbovendetabernakel bleef,hieldendeIsraëlietenzichaandedienstvande HEEREenbrakennietop.
20Enhetgebeurde,toendewolkeenpaardagenopde tabernakelrustte,overeenkomstighetbevelvandeHEERE, datzijinhuntentenbleven,enovereenkomstighetbevel vandeHEEREtrokkenzijverder.
21Enhetgebeurde,wanneerdewolkdaarbleefvande avondtotdemorgen,endewolkindemorgenwerd opgeheven,danbrakenzijop;hetzijdesdaags,hetzijdes nachts,datdewolkwerdopgeheven,zobrakenzijop
22Ofhetnutweedagen,eenmaandofeenjaarwasdatde wolkopdetabernakelbleef;toenzijdaaropbleven,bleven deIsraëlieteninhuntentenenbrakennietop;maartoenzij opgehevenwaren,brakenzijop.
23OpbevelvandeHEEREblevenzijindetenten,enop bevelvandeHEEREtrokkenzijop;zijhieldenzichaande
dienstvandeHEERE,opbevelvandeHEERE,doorde dienstvanMozes.
HOOFDSTUK10
1EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:
2Maakvooruzelftweezilverentrompetten;uitéénstuk moetuzemaken,zodatuzekuntgebruikenbijhet bijeenroepenvandevergaderingenbijhetopbrekenvande legerplaatsen
3Wanneermendaarmeeblaast,moetdegehelegemeente zichbijuverzamelenbijdeingangvandetentvan ontmoeting.
4Enindienzijslechtsopééntrompetblazen,danzullende vorsten,diedehoofdenzijnvandeduizendenvanIsraël, zichtotuverzamelen.
5Wanneeruhetalarmsignaallaathoren,moetendelegers dieaandeoostkantliggen,oprukken
6Wanneeruvoordetweedekeerhetalarmlaatblazen, moetendelegerplaatsendieaandezuidkantliggen, opbrekenZijmoetenhetalarmlatenblazenvoorhuntocht
7Maarwanneerdegemeentebijeenkomt,magublazen, maarumaggeenalarmslaan
8EndezonenvanAäron,depriesters,zullenopde trompettenblazen;zijzullenvoorueeneeuwigeinzetting zijn,vooraluwgeneratiesdoor
9Wanneeruinuwlandoorlogvoerttegendevijanddieu onderdrukt,moetuopdetrompettenblazen.Danzultu voorhetaangezichtvandeHEERE,uwGod,herinnerd wordenenvanuwvijandenverlostworden
10Ookopuwvreugdedagen,opuwfeestdagenenopuw nieuwemaandenmoetuopdetrompettenblazenoveruw brandoffersenoveruwdankoffersZemoetenvoorueen gedachteniszijnvoorhetaangezichtvanuwGod.Ikbende HEERE,uwGod
11Enhetgebeurdeopdetwintigstedagvandetweede maand,inhettweedejaar,datdewolkopsteegvanboven detentdergetuigenis
12ToentrokkendeIsraëlietenweguitdewoestijnvan Sinaï,endewolkbleefrustenindewoestijnvanParan.
13Zijreisdeneerstovereenkomstighetbevelvande HEERE,gegevendoorMozes
14HetvaandelvanhetlegervandeJudaietenwasheteerst opgesteld,ingedeeldnaarhunlegersAanhethoofdvan datlegerstondNahesson,dezoonvanAmminadab 15Aanhethoofdvanhetlegervandestamvande IssascharietenstondNethaneël,dezoonvanZuar 16Aanhethoofdvanhetlegervandestamder ZebulonietenstondEliab,dezoonvanHelon 17ToenwerddetabernakelafgebrokenDezonenvan GersonendezonenvanMeraritrokkenopendroegende tabernakel.
18EnhetvaandelvanhetlegervanRubenbrakop, ingedeeldnaarhunlegers;enoverzijnlegerstondElizur, dezoonvanSedeür
19Aanhethoofdvanhetlegervandestamder SimeonietenstondSelumiël,dezoonvanZurisaddai.
20AanhethoofdvanhetlegervandestamderGadieten stondEljasaf,dezoonvanDeuel
21ToentrokkendeKehatietenop,diehetheiligdom droegen,endeanderenrichttendetabernakelop,terwijlzij tegenhenaankwamen
22EnhetvaandelvanhetlegerderkinderenvanEfraïm brakop,ingedeeldnaarhunlegerscharen;enaanhethoofd vanzijnlegerstondElisama,dezoonvanAmmihud
23Aanhethoofdvanhetlegervandestamvande kinderenvanManassestondGamaliël,dezoonvan Pedasur
24Aanhethoofdvanhetlegervandestamvande BenjaminietenstondAbidan,dezoonvanGideoni.
25EnhetvaandelvanhetlegerderDanietenbrakop;het wasdeachterhoedevanaldelegers,naarhunlegersOver zijnlegerstondAchiëzer,dezoonvanAmmisaddai
26Aanhethoofdvanhetlegervandestamvande kinderenvanAserstondPagiël,dezoonvanOcran.
27Aanhethoofdvanhetlegervandestamvande NaftaliietenstondAchira,dezoonvanEnan
28ZoverliependetochtenvandeIsraëlieten,ingedeeld naarhunlegers,toenzijoptrokken
29ToenzeiMozestegenHobab,dezoonvanReguël,de MidianietenMozes'schoonvader:Wijzijnopwegnaarde plaatswaarvandeHEEREgezegdheeft:Ikzalzeugeven Gametonsmeeenwijzullenuweldoen,wantdeHEERE heeftgoedgesprokenoverIsraël.
30Maarhijzeitegenhem:Ikganiet,maarikganaarmijn landennaarmijnfamilie
31Enhijzeide:Laatonstochnietindesteek,wantgij weet,hoewijonsindewoestijnmoetenlegeren,engij zoudtvooronseenplaatskunnenzijnvoorogen
32Enhetzalgebeuren,indiengijmetonsgaat,ja,hetzal gebeuren,datalhetgoededatdeHEEREaanonsdoet,wij aanuzullendoen
33ZijvertrokkenvandebergdesHeren,driedagreizen verEndearkvanhetverbonddesHerengingvoorhenuit, opdedriedagreizenver,omvoorheneenrustplaatste zoeken.
34EndewolkvandeHEEREwasoverdagbovenhen,als zijuithetlegerkampgingen
35Enhetgeschiedde,alsdearkopsteeg,datMozeszeide: Staop,HEERE,enlatenUwvijandenverstrooidworden, enlatendieUhaten,voorUwaangezichtvluchten
36Entoenhetstilwas,zeihij:Keerterug,HEERE,naar develeduizendenvanIsraël
HOOFDSTUK11
1Toenhetvolkklaagde,wasdatkwaadindeogenvande HEERE.ToendeHEEREhethoorde,ontstakZijntoorn, zodathetvuurvandeHEEREonderhenontbranddeen henverteerdediezichaanderandvanhetlegerbevonden.
2ToenriephetvolktotMozesEnalsMozestotde HEEREbad,doofdehetvuur
3EnhijnoemdedieplaatsTabera,omdathetvuurvande HEEREonderhenbrandde.
4Toenwerddegemengdemenigtediezichonderhen bevond,vervuldvanbegeerteOokdeIsraëlietenbegonnen opnieuwtewenenenzeiden:Wiezalonsvleesteeten geven?
5WijdenkenaandevisdiewijinEgypteomnietaten,aan dekomkommers,demeloenen,deprei,deuienende knoflook
6Maarnuisonzezieluitgedroogd,erishelemaalniets meertezien,behalveditmanna
7Enhetmannawasalskorianderzaad,enzijnkleurwas alsdekleurvanbalsem.
8Toenginghetvolkrond,verzameldehet,maaldehetop demolensofstamptehetfijnindevijzel,baktehetinde pannenenmaakteerkoekenvan.Desmaakervanwasals desmaakvanverseolie
9Entoendedauw'snachtsophetlegerkampviel,vielook hetmannaerop.
10ToenMozeshetvolkhoordehuilen,inallefamilies, iederbijdeingangvanzijntent,ontbranddedetoornvan deHEEREzeerOokMozeswaserkwaadover
11ToenzeiMozestegendeHEERE:WaaromhebtUUw dienaarzoslechtbehandeld,enwaaromhebikgeen genadegevondeninUwogen,datUdelastvanheeldit volkopmijlegt?
12Hebikdithelevolkontvangen?Hebikhetverwekt?
ZoudtGijtotmijzeggen:Draaghetinuwschoot,zoalseen voedstervadereenzuigelingdraagt,naarhetlanddatGij hunvaderenonderedebeloofdhebt?
13Waarzouikvleesvandaanmoetenhalenomaanaldit volktegeven?WantzijwenentotMijenzeggen:Geefons vlees,zodatwijkunneneten.
14Ikkanaldezemensennietalleendragen,wanthetiste zwaarvoormij
15EnalsUzometmijhandelt,doodmijdantochmeteen, alsikgenadeinUwogenhebgevonden;enlaatmijmijn ellendenietzien
16ToenzeideHEEREtegenMozes:Verzamelzeventig mannenuitdeoudstenvanIsraël,vanwiejeweetdatzede oudstenvanhetvolkzijnenhunopzieners,enbrengze naardetentvanontmoeting,enzijzullendaarbijjestaan.
17DanzalIknederdalenendaarmetusprekenIkzaleen deelvandegeestdieopuis,wegnemenenophenleggen Danzullenzijdelastvanhetvolkmetudragen,zodatu dienietalleenhoefttedragen
18Enzegtothetvolk:Heiligutegenmorgen,danzultu vleeseten;wantuhebtvoordeorenvandeHEERE gehuild,zeggende:Wiezalonsvleesteetengeven?Want hetwasonswelinEgypte;daaromzaldeHEEREuvlees geven,enuzulteten.
19Gijzultnietetenopééndag,nochoptweedagen,noch opvijfdagen,nochoptiendagen,nochoptwintigdagen; 20Maarweleenvollemaand,totdathetuituwneusgaten komtenuereenafschuwvankrijgtOmdatudeHEERE, Dieinuwmiddenis,hebtverachtenvoorZijnaangezicht hebtgehuildenhebtgezegd:WaaromzijnwijuitEgypte getrokken?
21ToenzeiMozes:Hetvolk,inwiensmiddenikben, bestaatuitzeshonderdduizendmanvoetvolkEnuhebt gezegd:Ikzalhunvleesgeven,zodatzijeenhelemaand kunneneten
22Zoudenerdanvoorhenvoldoendeschapenenrunderen geslachtworden?Zoudenallevissenuitdezeevoorhen verzameldworden?
23ToenzeideHEEREtegenMozes:Zoudehandvande HEEREtekortzijngeworden?Nuzuljezienofmijn woordaanjouzalgebeurenofniet.
24ToengingMozesnaarbuitenenverteldehetvolkde woordenvandeHEEREHijverzameldedezeventig oudstenvanhetvolkensteldehenoprondomde tabernakel
25ToendaaldedeHEEREneerindewolkenspraktot Hem,enHijnameendeelvandeGeestdieopHemwas, engafdataandezeventigouderlingenEnhetgebeurde, toendeGeestophenrustte,datzijprofeteerden,enzij hieldennietop.
26Maarerbleventweemanneninhetlegerover;denaam vandeeenwasEldad,endenaamvandeanderMedadEn deGeestrustteophen.Zijbehoordentothendie opgeschrevenwaren,maarwarennietnaardetentgegaan Zijprofeteerdeninhetleger
27ToenliepereenjongemannaarMozestoeenvertelde hemdatEldadenMedadinhetlegerkampprofeteerden
28ToenantwoorddeJozua,dezoonvanNun,dedienaar vanMozes,eenvanzijnknechten,enzei:MijnheerMozes, verbiedhethun
29ToenzeiMozestegenhem:Benjejaloersopmij?Och, datallemensenvandeHEERprofetenwaren,endatde HEERzijnGeestophenzouleggen!
30ToenlietMozesheminhetlegerkampkomen,hijende oudstenvanIsraël
31ToenstakervandezijdevandeHEEREeenwindop, dieuitdezeekwartelsaanvoerdeenzebijhetlegerkamp lietneerkomen,eendagreisveraandezekanteneen dagreisveraandeanderekant,rondomhetlegerkamp,en eenhoogtevantweeelbovendeoppervlaktevandeaarde.
32Hetvolkstonddieheledag,diehelenachtendehele volgendedagopenverzameldedekwartelsWiedeminste verzamelde,verzameldetienhomer.Enzijspreiddenze allemaalvoorzichzelfuitrondomhetleger
33Terwijlhetvleesnogtussenhuntandenzat,voordathet gekauwdwerd,ontbranddedetoornvandeHEEREtegen hetvolk,endeHEEREsloeghetvolkmeteenzeerzware slag
34EnhijnoemdedieplaatsKibroth-Hattaäva,omdatmen daardemensenbegroefdienaarhemverlangden
35EnhetvolkreisdevanKibrothhattaavanaarHazeroth; enverblijfteinHazeroth.
HOOFDSTUK12
1MirjamenAäronsprakenMozesaanvanwegede Ethiopischevrouwmetwiehijgetrouwdwas,wanthijhad eenEthiopischevrouwgetrouwd.
2Enzijzeiden:HeeftdeHEEREsomsalleendoorMozes gesproken?HeeftHijooknietdooronsgesproken?Ende HEEREhoordehet.
3(Mozeswaseenzeerzachtmoedigman,meerdanalle mensenopdeaardbodem.)
4EndeHEEREsprakaanstondstotMozes,entotAäron, entotMirjam:Gaatuit,gijdrieën,naardetentder samenkomstEnzijdrieëngingenuit
5ToendaaldedeHEEREneerindewolkkolom,ginginde ingangvandetabernakelstaanenriepAäronenMirjam, enzijgingenbeidennaarbuiten
6Enhijzeide:HoorttochmijnwoordenIndienonderu eenprofeetis,zalIk,deHEERE,Mijaanhemineen visioenbekendmakenenineendroomtothemspreken.
7ZoishetnietmetmijndienaarMozes,dietrouwisin heelmijnhuis
8Ikzalmethemvanmondtotmondspreken,maarwelin hetopenbaar,ennietinduisterewoorden;enhijzalde
gelijkenisvandeHEEREaanschouwenWaaromzijtgij dannietbevreesdomtegenMijndienaarMozestespreken?
9ToenontstakdetoornvandeHEEREtegenhen,enHij gingheen.
10Toengingdewolkwegvandetabernakel,enzie, Mirjamwerdmelaats,witalssneeuwEnAäronkeeknaar Mirjam,enzie,zijwasmelaats
11ToenzeiAärontegenMozes:Ach,mijnheer,reken tochnietoponsdezondewaarmeewijzodwaashebben gehandeldenwaarmeewijgezondigdhebben
12Laathaarnietzijnalseendode,vanwiehetvleesalhalf verteerdis,wanneerzijuitdemoederschootkomt
13ToenriepMozestotdeHEEREenzei:Geneeshaar toch,oGod!
14ToenzeideHEEREtegenMozes:Alshaarvaderhaar inhetgezichthadgespuugd,zouzijdannietzevendagen teschandestaan?Laathaardanzevendagenbuitenhet legerkampwordengesloten,enlaathaardaarnaweer wordenopgenomen.
15EnMirjamwerdzevendagenbuitenhetlegergehouden Enhetvolkvertrokniet,totdatMirjamweerteruggebracht werd.
16DaarnabrakhetvolkopuitHazerothenlegerdezichin dewoestijnParan
HOOFDSTUK13
1EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:
2Zendmannenuit,diehetlandKanaän,datIkaande Israëlietengeef,verkennenUitelkestamvanhunvaderen zultueenmanzenden,dieelkeenleideronderhenzijn.
3OpbevelvandeHEEREzondMozeshenuitdewoestijn ParanAldiemannenwarendehoofdenvandeIsraëlieten
4Ditzijnhunnamen:vandestamRubenwasSammua,de zoonvanZakkur
5VandestamSimeon:Safat,dezoonvanHori
6VandestamJuda:Kaleb,dezoonvanJefunne.
7VandestamIssaschar:Jigal,dezoonvanJozef 8VandestamEfraïm:Hosea,dezoonvanNun
9VandestamBenjamin:Palti,dezoonvanRaphu.
10UitdestamZebulonwasGaddiel,dezoonvanSodi 11VandestamJozef,vandestamManasse,Gaddi,de zoonvanSusi.
12VandestamDan:Ammiël,dezoonvanGemalli 13UitdestamAser:Sethur,dezoonvanMichaël 14VandestamNaftali:Nachbi,dezoonvanWofsi.
15VandestamGad:Guël,dezoonvanMachi 16DitzijndenamenvandemannendieMozesuitzondom hetlandteverspiedenEnMozesnoemdeHosea,dezoon vanNun,Jehosua
17ToenzondMozeshenuitomhetlandKanaänte verspieden,enhijzeitegenhen:Gahierheen,zuidwaarts, enbeklimhetgebergte
18Enziehetland,hoehetis,enhetvolkdaterinwoont, hetzijsterk,hetzijzwak,hetzijtalrijk;
19Enwathetlandiswaarinzijwonen,hetzijgoed,hetzij slecht,eninwelkestedenzijwonen,hetzijintenten,hetzij investingen;
20Enwathetlandis,ofhetvetisofmager,oferhoutinis ofniet.Enweesgoedsmoeds,enbrengvandevruchtdes landsNuwashetdetijdvandeeersterijpedruiven
21Zijtrokkenopenverkendenhetland,vandewoestijn ZintotRehob,totaanHamath.
22Enzijtrokkenopnaarhetzuidenenkwamenbij Hebron,waarAhiman,SesaienTalmai,dezonenvanEnak, woonden.(HebronwaszevenjaarvóórZoaninEgypte gebouwd)
23ToenzijbijdebeekEskolkwamen,snedenzijdaareen rankafmetééntrosdruiven.Zijdroegendiemetzijn tweeënaaneendraagstokOokbrachtenzijeenaantal granaatappelsenvijgenmee
24DieplaatswerddebeekEskolgenoemd,vanwegede druiventrosdiedeIsraëlietendaarafsneden
25Ennaveertigdagenkeerdenzijterugvanhetverkennen vanhetland
26ZijgingenopwegenkwamenbijMozes,bijAäronen bijdehelevergaderingvandeIsraëlietenindewoestijn Paran,bijKadesZijbrachtenhunendehelevergadering verslaguitenlietenhundevruchtenvanhetlandzien
27Enzijberichttenhethemenzeiden:Wijzijninhetland gekomenwaarheenGijonsgezondenhebt,enzie,het vloeitovervanmelkenhoning;enditisdevruchtervan
28Tochishetvolkdatinhetlandwoontsterk,ende stedenzijnommuurdenzeergrootOokhebbenwijdaar dekinderenvanEnakgezien
29InhetlandvanhetzuidenwonendeAmalekieten,inhet berglandwonendeHethieten,deJebusietenende Amorieten,enaandezeeenaandeoevervandeJordaan wonendeKanaänieten.
30ToenhieldKalebhetvolkvoorMozesstilenzei:Laten wemeteenoptrekkenenhetinbezitnemen,wantwe zullenhetzekerkunnenoverwinnen.
31Maardemannendiemethemmeegegaanwaren,zeiden: Wijkunnenniettegendatvolkoptrekken,wantzijzijn sterkerdanwij.
32Enzijbrachteneenkwaadgeruchtoverhetlanddatzij verkendhadden,onderdeIsraëlieten,zeggende:Hetland, datwijdoorgetrokkenzijnomhetteverkennen,iseenland, datzijninwonersverslindt;enaldemensen,diewijdaar gezienhebben,warenmannenvangrotelengte
33Endaarzagenwijdereuzen,dezonenvanEnak,dietot dereuzenbehorenWijwareninonzeeigenogenals sprinkhanen,enzowarenwijookinhunogen
HOOFDSTUK14
1Endegehelevergaderingverhiefhaarstemen schreeuwde;enhetvolkweendedienacht
2ToenmordenalleIsraëlietentegenMozesenAäron,en dehelevergaderingzeitegenhen:Warenwijmaarin Egyptegestorven!Warenwijmaarindezewoestijn gestorven!
3WaaromheeftdeHEEREonsinditlandgebracht,om doorhetzwaardtevallen,zodatonzevrouwenenkinderen tenprooizoudenvallen?Zouhetnietbetervooronszijn, datwijnaarEgypteterugkeerden?
4Toenzeidenzetegenelkaar:Latenweeenleider aanstellenennaarEgypteterugkeren.
5ToenwierpenMozesenAäronzichophungezichtvoor deogenvandehelegemeenschapvandegemeenschapvan deIsraëlieten.
6EnJozua,dezoonvanNun,enKaleb,dezoonvan Jefunne,dietotdegenenbehoordendiehetlandverkend hadden,scheurdenhunkleren
7Enzijsprakentotdegehelevergaderingderkinderen Israëls,zeggende:Hetland,waarwijdoorgetrokkenzijn omhetteverkennen,iseenbuitengewoongoedland
8AlsdeHEEREwelgevallenaanonsheeft,zalHijonsin ditlandbrengenenhetonsgeven,eenlanddatovervloeit vanmelkenhoning
9Alleen,weestnietopstandigtegendeHEERE,envreest debevolkingvanhetlandniet,wantzijzijnonstotvoedsel; hunschaduwisvanhengeweken,endeHEEREismetons; vreesthenniet.
10Maardegehelevergaderingliethenmetstenenstenigen EndeheerlijkheiddesHEERENverscheenindetentder samenkomst,voorhetaangezichtvanallekinderenIsraëls.
11ToenzeideHEEREtegenMozes:Hoelangzalditvolk Mijnogtergen?EnhoelangzalhetdurenvoordatzijMij geloven,ondanksalletekenendieIkonderhenhebgedaan?
12IkzalhenmetdepestslaanenhenontervenIkzaljou toteengroterenmachtigervolkmakendanzij
13ToenzeiMozestegendeHEERE:Danzullende Egyptenarenhethoren,wantUhebtditvolkdoorUw krachtuithunmiddenlatenoptrekken
14Enzijzullenhetaandeinwonersvanditlandvertellen, wantzijhebbengehoord,datGij,HEERE,inhetmidden vanditvolkzijt,datGij,HEERE,gezienzijtvan aangezichttotaangezicht,endatUwwolkbovenhenstaat, endatGijvoorhenuitgaat,desdaagsineenwolkkolom, endesnachtsineenvuurkolom
15Alsunudithelevolkalséénmandoodt,danzullende volkendievanuwgeruchtgehoordhebben,zeggen:
16OmdatdeHEEREnietbijmachtewasditvolkinhet landtebrengendatHijhunonderedebeloofdhad,daarom heeftHijhenindewoestijngedood
17Ennu,iksmeeku,laatdemachtvanmijnHeergroot zijn,zoalsugesprokenhebt,zeggende:
18DeHEEREislankmoedigengrootvanbarmhartigheid, Dieongerechtigheidenovertredingvergeeft,maarde schuldigezekernietonschuldighoudt;Hijbezoektde ongerechtigheidvandevaderenaandekinderen,totinhet derdeenvierdegeslacht
19Vergeeftochdeongerechtigheidvanditvolk, overeenkomstigdegrootheidvanUwgoedertierenheid,en zoalsUditvolkvergevenhebt,vanEgypteaftotnutoe
20EndeHEEREzeide:Ikhebvergevenovereenkomstig uwwoord
21MaarzowaaralsIkleef,deheleaardezalvervuld wordenvandeheerlijkheidvandeHEERE
22Wantaldiemannen,dieMijnheerlijkheidenMijn wonderen,dieIkgedaanhebinEgypteenindewoestijn, gezienhebben,enMijnualtienmaalopdeproefgesteld hebben,ennietnaarMijnstemgeluisterdhebben, 23ZijzullenhetlanddatIkhunvaderenonderedebeloofd heb,zekernietzien,enniemandvanhendieMijgetergd hebben,zalhetzien
24MaaromdatMijndienaarKalebeenanderegeestin zichhadenMijvolkomengevolgdheeft,zalIkhem brengeninhetlandwaarhijheengegaanis,enzijn nageslachtzalhetinbezitnemen.
25DeAmalekietenendeKanaänietenwoondeninhetdal Morgenzalikjullieomkerenenjullienaardewoestijn brengen,langsdewegnaardeSchelfzee
26EndeHEEREspraktotMozesentotAäron,zeggende: 27HoelangzalIkdezebozevergaderingnogverdragen, dietegenMijmurmureert?Ikhebhetgemurmelvande kinderenIsraëlsgehoord,datzijtegenMijmurmureren
28Zegtothen:ZowaarIkleef,spreektdeHEERE,zoalsu inMijnorengesprokenhebt,zozalIkudoen
29Uwlijkenzullenindezewoestijnvallen;enaluw getelden,vantwintigjaaroudendaarboven,dietegenMij gemorreldhebben,
30Gijzultstellignietinhetlandkomen,waarvanIk gezworenhebudaarintedoenwonen,behalveKaleb,de zoonvanJefunne,enJozua,dezoonvanNun
31Maaruwkleinekinderen,vanwieuzeidatzeeenprooi zoudenworden,diezalikbinnenbrengenDanzullenze hetlandlerenkennendatuverachthebt
32Maarwatubetreft,uwlijken,diezullenindeze woestijnvallen
33Enuwkinderenzullenveertigjaarindewoestijn ronddwalenenuwhoererijdragen,totdatuwlijkeninde woestijnzijnverwoest
34Naarhetaantaldagendatuhetlandhebtverkend, veertigdagen,elkedageenjaarlang,zultuuw ongerechtighedendragen,veertigjaarlang,enuzultweten datikmijnbelofteniethebnagekomen
35Ik,deHEERE,hebgezegd:DitzalIkzekerdoenmet heeldezebozevergadering,dietegenMijsamengespannen isIndezewoestijnzullenzijverdelgdwordenendaar zullenzijsterven.
36Endemannen,dieMozeshaduitgezondenomhetland teverkennen,keerdenterugenbrachtendegehele vergaderingtotmorrentegenhem,doorlasterlijketaalover hetlandteuiten,
37Ookdemannendiehetslechtegeruchtoverhetland haddenlatenuitgaan,stiervendoordeplaag,voorhet aangezichtvandeHEERE
38MaarJozua,dezoonvanNun,enKaleb,dezoonvan Jefunne,dietotdemannenbehoordendiehetlandverkend hadden,bleveninleven
39ToensprakMozesdezewoordentotalleIsraëlieten,en hetvolkrouwdehevig.
40Toenstondenzijdesmorgensvroegop,bestegende bergtopenzeiden:Zie,wijzijnhierengaanopnaarde plaatsdiedeHEEREgesprokenheeft,wantwijhebben gezondigd
41ToenzeiMozes:Waaromovertreedtunuhetgebodvan deHEERE?Hetzalnietgelukken
42Ganietop,wantdeHEEREisnietinuwmidden Anderswordtudooruwvijandenverslagen
43WantdeAmalekietenendeKanaänietenzijndaarvóór u,enuzultdoorhetzwaardvallenOmdatuzichvande HEEREhebtafgekeerd,zaldeHEEREnietmetuzijn
44ZijdurfdenechterdebergtoptebeklimmenDearkvan hetverbondvandeHEEREenMozesverlietenhet legerkampechterniet.
45ToenkwamendeAmalekietenendeKanaänieten,die opdieheuvelwoonden,enversloegenhenenbrachtenhen inverwarring,totaanHormatoe.
1EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:
2SpreektotdeIsraëlietenenzegtegenhen:Wanneeruin hetlandvanuwwoonplaatskomt,datIkugeef,
3EngijzultdenHEEREeenvuurofferbrengen,een brandoffer,ofeenslachtoffer,ternakomingvaneengelofte, ofalseenvrijwilligoffer,ofopuwplechtigefeesten,om denHEEREeenaangenamenreuktemaken,vanhet rundvee,ofvanhetkleinvee
4DanzaldegenediezijnofferaandeHEEREoffert,een graanofferbrengenvaneentiendedeelmeel,gemengdmet eenvierdedeelvaneenhinolie.
5Eneenvierdedeelvaneenhinwijnalsplengofferzultu bereidenbijhetbrandofferofslachtoffer,vooréénlam
6Ofvooreenrammoetualsspijsoffertweetiendenvan hetmeelbereiden,gemengdmeteenderdehinolie
7Enalsplengofferzultgijeenderdedeelvaneenhinwijn offeren,alseenaangenamegeurvoordeHEERE.
8Wanneerueenstierbereidtalsbrandoffer,alsslachtoffer ternakomingvaneengelofte,ofalsdankofferaande HEERE,
9Danmoethijbijdestiereengraanofferbrengenvandrie tiendenmeel,gemengdmeteenhalvehinolie
10Engijzultalsplengoffereenhalvehinwijnaanbieden, alsvuuroffer,toteenaangenamegeurvoordeHEERE
11Zomoetmendoenmetéénstier,éénram,éénlamof éénbokje.
12Naarhetaantaldatugereedmaakt,moetumetieder overeenkomstigzijnaantalhandelen
13Allegeborenenvanhetlandmoetendezedingenop dezewijzedoen,dooreenvuuroffertebrengen,een aangenamegeurvoordeHEERE
14Wanneereenvreemdelingbijuvertoeft,ofiemanddie onderuisinuwgeslachten,enhijbrengteenvuuroffer, eenaangenamegeurvoordeHEERE,danmoethijdoen zoalsudoet.
15Eénzelfdeverordeningzalgeldenvooru,degemeente, enookvoordevreemdelingdiebijuvertoeft,eeneeuwige verordeningvooraluwgeneraties;zoalsubent,zozalde vreemdelingzijnvoorhetaangezichtvandeHEERE
16Vooruenvoordevreemdelingdiebijuvertoeft,geldt éénwetenééngedrag.
17EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:
18SpreektotdeIsraëlietenenzegtegenhen:Wanneeruin hetlandkomtwaarheenIkubreng,
19Wanneerudanvanhetbroodvanhetlandeet,moetu eenheffingaandeHEEREofferen.
20Vanheteerstedeelvanuwdeegmoetueenkoekals hefofferaanbiedenUmoethetopdezelfdemanierheffen alshethefoffervandedorsvloer
21VandeeerstelingenvanuwdeegmoetudeHEEREeen hefoffergeven,vangeneratieopgeneratie
22Enindiengijgedwaaldhebtenaldezegeboden,diede HEEREtotMozesgesprokenheeft,nietinachtgenomen hebt,
23AlleswatdeHEEREudoordedienstvanMozes gebodenheeft,vanafdedagdatdeHEEREMozes gebodenheeft,envannuafaanonderuwgeslachten,
24Enindieneruitonwetendheid,zondermedewetenvan degemeente,ietsgedaanis,danzaldegehelegemeente éénjongestieralsbrandofferaanbieden,toteenaangename
geurvoordeHEERE,methetbijbehorendegraanofferen hetbijbehorendeplengoffer,overeenkomstigdewijze,en ééngeitenbokalszondoffer
25Endepriesterzalverzoeningdoenvoordegehele vergaderingvandekinderenIsraëls,enhetzalhun vergevenworden;wanthetisonwetendheid;enzijzullen hunofferbrengen,eenvuurofferaandeHEERE,enhun zondoffervoorhetaangezichtvandeHEERE,vanwege hunonwetendheid
26Enhetzalvergevenwordenaandegehelevergadering vandekinderenIsraëls,enaandevreemdelingdieinhun middenvertoeft,omdatheelhetvolkinonwetendheidwas
27Enindieniemanduitonwetendheidzondigt,danmoet hijeengeitvannoggeenjaaroudalszondofferbrengen
28Endepriesterzalverzoeningdoenvoordezieldieuit onwetendheidzondigt,wanneerhijuitonwetendheid zondigtvoorhetaangezichtvandeHEERE,om verzoeningvoorhemtedoen;enhetzalhemvergeven worden.
29Ergeldtéénwetvoorhemdieuitonwetendheidzondigt, zowelvoordeinboorlingenonderdeIsraëlietenalsvoorde vreemdelingendieonderhenverblijven.
30Maarwieditopeenmisdadigemanierdoet,hetzijeen geborenIsraëliet,hetzijeenvreemdeling,diesmaadtde HEERE;endiemenszaluithetmiddenvanZijnvolk wordenuitgeroeid
31OmdathijhetwoordvandeHEEREverachtenZijn gebodovertredenheeft,zaldiezielgeheeluitgeroeid worden;zijnongerechtigheidzalophemzijn
32TerwijldeIsraëlietenindewoestijnwaren,troffenzij eenmanaandieopdesabbathoutsprokkelde.
33Enzijdiehembezigvondenmethetsprokkelenvan hout,brachtenhemnaarMozesenAäronennaardehele gemeenschap.
34Enzezettenheminbewaring,omdaternietbekendwas watermethemzougebeuren
35ToenzeideHEEREtegenMozes:Diemanmoetzeker gedoodwordenDehelegemeenschapmoethembuitenhet legerkampstenigen
36Toenbrachtdehelegemeenschaphembuitenhet legerkampenstenigdehem,zodathijstierf,zoalsde HEEREMozesgebodenhad
37EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:
38SpreektotdeIsraëlietenenzegtothendatzijkwasten moetenmakenaandezoomvanhunklederen,van generatieopgeneratie,endatzijaandekwastenvande zoomeenlintvanhemelsblauwmoetenbevestigen
39Enhetzalutoteenkwastjezijn,opdatgijhet aanschouwtengedenktaldegebodendesHEEREN,endie doet,enopdatgijnietuweigenhartenuweigenogen zoekt,waargijhoererijmeepleegt
40opdatualmijngebodengedenktendoet,enheiligbent vooruwGod
41IkbendeHEERE,uwGod,dieuuithetlandEgypte geleidhebomutoteenGodtezijnIkbendeHEERE,uw God
HOOFDSTUK16
1Korach,dezoonvanJizhar,dezoonvanKehat,dezoon vanLevi,enDathanenAbiram,dezonenvanEliab,enOn,
Nummers dezoonvanPeleth,dezonenvanRuben,namenmannen mee:
2ZijstondenopvoorMozes,metenigenvandeIsraëlieten, tweehonderdvijftigoverstenvandevergadering,dieinde vergaderingberoemdwaren,mannenvannaam.
3ToenverzameldenzijzichtegenMozesenAäronen zeidentothen:Hetisteveelvooru,wantdegehele vergaderingisheilig,iedervanhen,endeHEEREisin hunmiddenWaaromverheftuzichdanbovende vergaderingdesHEEREN?
4ToenMozesdathoorde,wierphijzichopzijngezicht
5EnhijspraktotKorachentotzijngehelevergadering, zeggende:MorgenzaldeHEEREtekennengeven,wie vanHemzijn,enwieheiligis,enHijzaldietotZichdoen naderen;zelfshem,dieHijverkorenheeft,zalHijtotZich doennaderen.
6Doedit:Neemdevuurpannen,Korachenheelzijn gezelschap;
7Doeermorgenvuurinenlegerreukwerkopvoorhet aangezichtvandeHEEREDanzaldemandiedeHEERE zaluitkiezen,heiligzijnJullienementeveelopjullie, zonenvanLevi.
8ToenzeiMozestegenKorach:Luistertoch,zonenvan Levi!
9Ishetuteweinig,datdeGodvanIsraëluheeft afgezonderdvandevergaderingvanIsraël,omutotZichte latennaderen,omdedienstvandetabernakelvande HEEREteverrichtenenvoorhetaangezichtvande vergaderingtestaanomhentedienen?
10EnHijheeftutotZichgebracht,enaluwbroeders,de zonenvanLevi,metu.Streeftookgijnaarhet priesterschap?
11DaarombentusamengekomentegendeHEERE,samen metheeluwaanhang.EnwatisAäron,datutegenhem mort?
12ToenzondMozesbodenomDathanenAbiram,de zonenvanEliab,teroepen.Zijzeiden:Wijzullenniet optrekken
13Isheteenkleinigheiddatuonshebtlatenoptrekkenuit eenlanddatovervloeitvanmelkenhoning,omonstelaten stervenindewoestijn,endatuuzelfniettotabsolute heerseroveronshebtgemaakt?
14Gijhebtonsnietgebrachtineenland,datovervloeit vanmelkenhoning,enonsgeenakkersenwijngaardenin bezitgegevenWiltGijdeogenvandezemannenuitslaan? Wijkomenniet.
15ToenwerdMozeszeertoornigenzeidetotdeHEERE: Zietochnietophunoffer;ikhebnietéénezelvanhen genomen,ennietéénvanhenkwaadgedaan
16ToenzeiMozestegenKorach:Weesmorgenvoorhet aangezichtvandeHEERE,jij,zijenAäron,metheelje gezelschap.
17Neemdaniederzijnwierookvat,doeerwierookinen brengvoorhetaangezichtvandeHEEREiederzijn wierookvat,tweehonderdvijftigwierookvaten;ookuen Aäron,iederzijnwierookvat
18Toennamenzijiederhunwierookvat,dedenervuurin enlegdenerreukwerkopZijgingenbijdeingangvande tentvanontmoetingstaan,samenmetMozesenAäron
19ToenverzameldeKorachdegehelevergaderingtegen henbijdeingangvandetentdersamenkomst;ende
heerlijkheiddesHEERENverscheenaandegehele vergadering.
20EndeHEEREspraktotMozesentotAäron,zeggende: 21Scheiduafvandezegemeenschap,danzalIkhenin éénogenblikvernietigen.
22Toenwierpenzijzichmethetaangezichtteraardeen zeiden:OGod,Godvandegeestenvanallevlees,alséén menszondigt,zultUdantoornigwordenopdegehele vergadering?
23EndeHEEREspraktotMozes,zeggende: 24Spreektotdevergaderingenzeg:Gawegvandetent vanKorach,DathanenAbiram
25ToenstondMozesopengingnaarDathanenAbiram, endeoudstenvanIsraëlvolgdenhem
26Enhijspraktotdevergadering,zeggende:Gaattoch wegvandetentenvandezegoddelozemannen,enraakt nietsaanvanwatvanhenis,opdatgijnietvergaatinal hunzonden
27Toengingenzijvanallekantenwegvandetentvan Korach,DathanenAbiramDathanenAbiramkwamen naarbuitenenblevenbijdeingangvanhuntentenstaan, methunvrouwen,hunzonenenhunkleinekinderen.
28ToenzeiMozes:HieraanzultuwetendatdeHEERE mijgezondenheeftomaldezedadentedoen,wantikheb zenietuiteigenwilgedaan.
29Alsdezemannensterven,zoalsallemensensterven,en alszijbezochtwordenzoalsallemensenbezochtworden, danheeftdeHEEREmijnietgezonden.
30MaarwanneerdeHEEREietsnieuwsmaakt,ende aardehaarmondopenspertenhenopslokt,metalleswat erbijhoort,enzijlevendindekuilzinken,danzultu begrijpendatdezemannendeHEEREhebbengetergd 31Enhetgebeurde,toenHijaldezewoordenuitgesproken had,datdegrondonderhenspleet.
32Toenopendedeaardehaarmondenverzwolghen,met hunhuizen,enmetallemensendiebijKorachhoorden,en metalhunbezittingen.
33Zijenallendiebijhenhoorden,daaldenlevendinde kuilaf,endeaardeslootzichbovenhen,enzijstiervenuit hetmiddenvandevergadering.
34EnheelIsraëldatrondomhenwoonde,vluchtteophun geroep,wantzijzeiden:Deaardezalookonsniet verzwelgen.
35ToenkwamereenvuurvandeHEERE,datde tweehonderdvijftigmannenverteerdediereukoffers brachten.
36EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:
37ZegtegenEleazar,dezoonvandepriesterAäron,dat hijdevuurpannenuithetvuurmoethalenenhetvuurdaar moetwegstrooien,wantzezijnheilig
38Devuurpannenvandezezondaarstegenhuneigenziel, latenzijtotbredeplatenmaken,toteenbedekkingvanhet altaar,wantzijhebbenzevoorhetaangezichtvande HEEREgeofferd;daaromzijnzegeheiligd;enzezullen eentekenzijnvoordekinderenIsraëls
39ToennamdepriesterEleazardekoperenwierookvaten, waarmeedeverbrandenoffershaddengebracht,enhij maakteerbredeplatenvan,alsbedekkingvanhetaltaar
40DitzaleenherinneringzijnvoordeIsraëlieten,opdat geenvreemdeling,dienietuithetgeslachtvanAäronis, naderbijkomtomreukwerkteofferenvoorhetaangezicht vandeHEEREOpdathijnietvergaatalsKorachenzijn
Nummers gevolg,zoalsdeHEEREhemdoordedienstvanMozes gezegdhad.
41Maardevolgendedagbegondehelevergaderingvande IsraëlietentegenMozesenAärontemorrenentezeggen: JulliehebbenhetvolkvandeHEEREgedood.
42Enhetgebeurde,toendevergaderingzichverzameld hadtegenMozesenAäron,enzijhunblikrichttenopde tentdersamenkomst;enzie,dewolkbedektehaar,ende heerlijkheiddesHEERENverscheen
43ToenkwamenMozesenAäronvoordetentvan ontmoeting
44EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:
45Staopuithetmiddendezergemeente,opdatIkhenin eenogenblikvertereEnzijvielenophunaangezichten
46ToenzeiMozestegenAäron:Neemeenwierookvat, doeervuurvanhetaltaarinenlegerreukwerkop.Gadan snelnaardegemeenschapendoeverzoeningvoorhen, wanteristoornvandeHEEREuitgegaan,deplaagis begonnen.
47ToennamAäron,zoalsMozesgebodenhad,ensnelde naarhetmiddenvandevergaderingEnzie,deplaagwas onderhetvolkbegonnen.Hijlegdeerreukwerkopendeed verzoeningvoorhetvolk
48EnHijstondtussendedodenendelevenden,ende plaaghieldop.
49Hetaantalmensendataandeplaagstierf,bedroeg veertienduizendzevenhonderd,afgezienvanhendieom hetlichaamvanKorachgestorvenwaren.
50ToenkeerdeAäronterugnaarMozes,naardeingang vandetentvanontmoeting,endeplaaghieldop
HOOFDSTUK17
1EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:
2SpreektotdeIsraëlietenenneemvaniedervanheneen staf,overeenkomstighetgeslachtvanhunvaderen,vanal hunvorsten,overeenkomstighetgeslachtvanhunvaderen, twaalfstavenSchrijfiedersnaamopzijnstaf
3EngijzultdenaamvanAäronopdestafvanLevi schrijven;wantéénstafzalvoorhethoofdvanhethuis hunnervaderenzijn
4Engijzultzeneerleggenindetentdersamenkomst,vóór degetuigenis,waarIkmetuzalsamenkomen.
5Enhetzalgeschieden,datdestafvandeman,dieIk verkies,zalbloeien;enIkzalhetgemorvandekinderen Israëls,waarmeezijtegenumorren,doenophouden,zodat zijMijnietmeerhoren
6ToensprakMozestotdeIsraëlieten,enhunleidersgaven hemiederéénstaf,vooriedereleideréén,overeenkomstig hunfamilies,twaalfstavenDestafvanAäronwasonder hunstaven
7ToenlegdeMozesdestavenvoorhetaangezichtvande HEEREop,indetentdergetuigenis
8Enhetgeschieddedevolgendedag,toenMozesinde tentdergetuigenisging,enzie,destafvanAäron,voorhet huisvanLevi,bloeide;hijdroegbloesems,bloeideen leverdeamandelenop.
9ToenbrachtMozesaldestavenvanvoorhetaangezicht desHEERENnaarbuiten,naaraldeIsraëlietenToenzij hetzagen,namenzijiederzijnstaf.
10ToenzeideHEEREtegenMozes:Brengdestafvan Aäronweervóórdegetuigenis,omdietebewarenalseen
tekenvoordeopstandelingenDanzultuhungemor helemaalvanMijwegnemen,zodatzijnietsterven.
11MozesdeedwatdeHEERhemgebodenhadHijdeed het.
12ToenzeidendeIsraëlietentotMozes:Zie,wijsterven, wijvergaan,wijvergaanallen
13Eenieder,diedetentdesHerennadert,zalsterven; zoudenwijdantendodeopgeschrevenworden?
HOOFDSTUK18
1ToenzeideHEEREtegenAäron:Jijenjezonenenhet huisvanjevadermetjouzullendeongerechtigheidvanhet heiligdomdragen;enjijenjezonenmetjouzullende ongerechtigheidvanjepriesterschapdragen
2Enneemookuwbroedersmee,dieuitdestamLevi,de stamvanuwvader,opdatzijzichbijuvoegenenudienen; maaruenuwzonenmetuzullenvoordetentder samenkomstdienen.
3Enzijzullenuwtaakvervullen,endetaakvandegehele tentZijmogenechternietnaderentotdevoorwerpenvan hetheiligdomenvanhetaltaar,opdatzijnietsterven,noch gij
4Zijzullenzichbijuvoegenendewachthoudenoverde tentdersamenkomst,overheeldedienstvandetent.Er maggeenvreemdebijuindebuurtkomen
5Engijzultdedienstvoorhetheiligdomenvoorhetaltaar inachtnemen,opdatergeentoornmeerzijoverde kinderenIsraëls
6Enzie,Ikhebuwbroeders,deLevieten,uithetmidden vandeIsraëlietengenomen;aanuzijnzijgegevenalseen gavevoordeHEERE,omdedienstteverrichtenaande tentdersamenkomst
7Daarommoetu,samenmetuwzonen,hetpriesterambt vervullenvooralleswatmethetaltaarenbinnenhet voorhangseltemakenheeftUmoetdepriesterdienst verrichten.Ikhebuhetpriesterambttoevertrouwdalseen gaveIederevreemdelingdienadert,moetgedoodworden 8ToenzeideHEEREtotAäron:Zie,Ikhebookaanude zorgtoevertrouwdvoorMijnhefoffers,aldeheiligegaven vandeIsraëlietenAanuhebIkzegegeventerwillevan dezalving,enaanuwzonen,toteeneeuwigeverordening 9Ditzaleenvandeallerheiligstedingenvooruzijn,die voorhetvuurbewaardmoetenworden:alhunoffergaven, alhungraanoffers,alhunzondoffersenalhunschuldoffers, diezijMijbrengen,zullenallerheiligstzijnvooruenuw zonen
10Indeallerheiligsteplaatszultuheteten;alwie mannelijkis,zalheteten;hetzalvooruheiligzijn
11Enditisvooru:hethefoffervanhungave,metalde beweegoffersvandekinderenIsraëlsIkhebzeaanuen aanuwzonenenaanuwdochtersmetugegeven,alseen eeuwigeinzetting;iederdieinuwhuisreinis,zalervan eten
12Alhetbestevandeolie,enalhetbestevandewijn,en vandetarwe,deeerstelingendaarvan,diezijaande HEEREofferen,diezalIkugeven.
13Enalwatheteerstrijpisinhetland,watzijaande HEEREbrengen,zalvooruzijn;alwieinuwhuisreinis, zaldaarvaneten.
14AlhetheiligeinIsraëlzalvooruzijn
15Alwatdemoederschootopentinalhetvlees,endatzij totdeHEEREbrengen,hetzijvanmensen,hetzijvan dieren,zalvooruzijn;maardeeerstgeborenevandemens zultgijzekervrijkopen,enookdeeerstgeborenevan onreinedierenzultgijvrijkopen.
16Endeschapenvaneenmaandouddiegelostmoeten worden,moetulossenvolgensuwschatting,vooreen bedragvanvijfsjekel,naardesjekelvanhetheiligdom,die twintiggerais
17Maarheteerstgeborenkindvaneenrund,ofhet eerstgeborenkindvaneenschaap,ofheteerstgeborenkind vaneengeit,magunietvrijkopen;zijzijnheiligHun bloedmoetuophetaltaarsprenkelenenhunvetmoetuals eenvuurofferinrooklatenopgaan,toteenaangenamegeur voordeHEERE
18Enhetvleesdaarvanzalvooruzijn,zoalsdeborsten derechterschoudervooruzijn
19Aldehefoffersvandeheiligedingen,diedeIsraëlieten aandeHEEREbrengen,hebIkaanuenaanuwzonenen uwdochtersmetugegeven,alseeneeuwigeinzetting;het iseeneeuwigzoutverbondvoorhetaangezichtvande HEERE,vooruenuwnageslachtmetu.
20ToenzeideHEEREtegenAäron:Uzultgeenerfelijk bezithebbeninhunland,enuzultgeendeelhebbeninhun midden.Ikbenuwdeelenuwerfelijkbezitinhetmidden vandeIsraëlieten
21Enzie,IkhebaandeLevietenalletiendeninIsraëlals erfelijkbezitgegeven,voordedienstdiezijverrichten, namelijkdedienstaandetentdersamenkomst
22DeIsraëlietenmogenvoortaannietmeerindenabijheid vandetentvanontmoetingkomen,anderszoudenzij zondeoplopenensterven
23DeLevietenzullendedienstverrichtenindetentder samenkomst,enzijzullenhunongerechtigheiddragen.Het zaleeneeuwigeverordeningzijn,vooraluwgeneraties door,datzijonderdeIsraëlietengeenerfelijkbezitzullen hebben.
24MaardetiendenvandeIsraëlieten,diezijalsheffing aandeHEEREbrengen,geefIkaandeLevietenalserfelijk bezit.DaaromhebIktegenhengezegd:Onderde Israëlietenzullenzijgeenerfelijkbezithebben
25EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:
26SpreekdustotdeLevietenenzegtothen:Wanneeru vandeIsraëlietendetiendenontvangtdieIkuvanhenals uwerfelijkbezithebgegeven,danmoetudaarvaneen heffingvoordeHEEREbrengen,eentiendedeelvande tienden
27Enditzalvoorualshefoffergelden,alsofhethetkoren vandedorsvloerwasendevolheidvandewijnpers
28Alduszultookgijvanaluwtienden,diegijvande Israëlietenontvangt,eenheffingaandeHEEREbrengen; engijzultdaarvandeheffingvandeHEEREaande priesterAärongeven
29VanaluwgavenzultuelkehefoffervoordeHEERE offeren,vanalhetbestedaarvan,zelfshetgeheiligdedeel daarvan
30Daarommoetutegenhenzeggen:Wanneeruhetbeste ervaneruithebtgehaald,zalhetvoordeLevietengerekend wordenalsdeopbrengstvandedorsvloerenalsde opbrengstvandewijnpers.
31Engijzulthetoveraleten,gijenuwhuisgenoten,want hetisuwloonvooruwdienstindetentdersamenkomst
32Engijzultgeenzondedragen,wanneergijhetbeste daarvanwegneemt;engijzultdeheiligedingenvande kinderenIsraëlsnietontheiligen,opdatgijnietsterft
HOOFDSTUK19
1EndeHEEREspraktotMozesentotAäron,zeggende: 2DitisdewetsbepalingdiedeHEEREgebodenheeft: SpreektotdeIsraëlieten,datzijueenrode,gavekoe brengen,waaraangeengebrekisenwaaropnognooiteen jukgekomenis
3EngijzulthaaraandepriesterEleazargeven,opdathij haarbuitenhetlegerkampbrenge,enmenzalhaarvoor zijnaangezichtslachten
4EndepriesterEleazarzalmetzijnvingereendeelvan haarbloednemenendaarvanzevenmaalvlakvoordetent vanontmoetingsprenkelen
5Enmenzaldejongekoevoorzijnogenverbranden;haar huid,haarvleesenhaarbloed,methaarmest,zalmen verbranden
6Endepriesterzalcederhout,hysopenscharlakennemen endatmiddenopdebrandendekoewerpen.
7Danmoetdepriesterzijnklerenwassenenzijnlichaam inwaterbadenDaarnamoethijinhetkampterugkomen Depriesterisonreintotdeavond.
8Endegenediehaarverbrandheeft,moetzijnklerenin waterwassenenzijnlichaaminwaterbadenHijisonrein totdeavond.
9Eenreinmanmoetdeasvandejongekoeverzamelenen buitenhetlegerkampopeenreineplaatsbewarenDieas moetbewaardwordenvoordevergaderingvande Israëlieten,alsreinigingswaterHetiseenreinigingvoorde zonde
10Enhijdiedeasvandejongekoeverzamelt,zalzijn klerenwassenenisonreintotdeavond;enhetzalvoorde Israëlietenenvoordevreemdelingdieinhunmidden vertoeft,eeneeuwigeinzettingzijn.
11Wiehetlijkvaneenmensaanraakt,iszevendagen onrein
12Opdederdedagmoethijzichdaarmeereinigen,enop dezevendedagzalhijreinzijnMaaralshijzichopde derdedagnietreinigt,danzalhijopdezevendedagniet reinzijn.
13Iedereendiehetlijkvaneengestorvenmensaanraakten zichnietreinigt,verontreinigtdetentvandeHEEREDie persoonzaluitIsraëlwordenuitgeroeid.Omdathet reinigingswaternietophemisgesprenkeld,ishijonrein Zijnonreinheidblijftnogophem.
14Ditisdewetwanneereenmanineententsterft:allen diedetentbinnengaanenallendiezichindetentbevinden, zijnzevendagenonrein
15Enelkopenvat,waaraangeendekselvastzit,isonrein.
16Eniederdieinhetopenveldeendoorhetzwaard gedoodpersoon,eenlijk,eenbotvaneenmensofeengraf aanraakt,iszevendagenonrein
17Envooreenonreinepersoonzullenzijvandeasvande verbrandekoevandereinigingvoordezondenemen,ener zalstromendwaterineenvataanwordentoegevoegd
18Eneenreinpersoonzalhysopnemen,endieinhet waterdopen,enhetopdetentsprenkelen,enopalde voorwerpen,enopdepersonendiedaarwaren,enophem
Nummers dieeenbeen,eenverslagene,eendodeofeengrafheeft aangeraakt.
19Endereinemoetopdeonreinepersoonsprenkelenop dederdedagenopdezevendedag;enopdezevendedag moethijzichreinigen,zijnklerenwassenenzichinwater baden,entegendeavondzalhijreinzijn
20Maardemandieonreinisenzichnietreinigt,diezaluit hetmiddenvandevergaderinguitgeroeidworden,omdat hijhetheiligdomvandeHEEREverontreinigdheeft;het reinigingswaterisnietophemgesprenkeld;hijisonrein
21Enhetzalvoorheneeneeuwigeverordeningzijn:wie hetreinigingswatersprenkelt,moetzijnklerenwassen; maarwiehetreinigingswateraanraakt,isonreintotde avond
22Enalleswateenonreinepersoonaanraakt,zalonrein zijn;endezieldiehetaanraakt,zalonreinzijntotdeavond.
HOOFDSTUK20
1ToenkwamendeIsraëlieten,dehelegemeenschap,inde woestijnvanZin,indeeerstemaandHetvolkbleefin Kadeswonen.DaarstierfMirjamenwerddaarbegraven.
2EnerwasgeenwatervoordegemeenschapDaarom verzameldenzijzichtegenMozesenAäron
3ToensprakhetvolkmetMozesenzei:Och,datwijtoch gestorvenwaren,terwijlonzebroedersvoorhetaangezicht desHEERENgestorvenzijn!
4WaaromhebtudegemeentevandeHEEREnaardeze woestijngebracht,zodatwijenonsveedaarsterven?
5WaaromhebtuonsuitEgyptelatentrekkenenonsnaar dezeslechteplaatsgebracht?Erishiergeenzaad,geen vijgen,geenwijnstokkenengeengranaatappelen,eneris geenwateromtedrinken
6ToengingenMozesenAäronvandegemeentenaarde ingangvandetentvanontmoetingenzijwierpenzichop hungezicht,endeheerlijkheidvandeHEEREverscheen hun.
7EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:
8Neemdestafenverzameldegemeente,uenuwbroer Aäron.Spreekvoorhunogentotderots,danzaldezezijn watergevenEnuzulthunwateruitderotstevoorschijn brengenZozultudegemeenteenhunveetedrinken geven.
9ToennamMozesdestafvanvoorhetaangezichtvande HEERE,zoalsHijhemgebodenhad
10ToenriepenMozesenAärondegemeenschapbijeenbij derots,enhijzeitegenhen:Luistertoch,jullieopstandige mensen!Moetenwijvoorjulliewateruitdezerotshalen?
11ToenhiefMozeszijnhandopensloegmetzijnstaf tweemaalopderotsErstroomdeveelwateruit,zodatde gemeenschapenookhunveekondendrinken
12EndeHEEREzeidetotMozesenAäron:OmdatgijMij nietgeloofdhebt,omMijteheiligenvoordeogender Israëlieten,daaromzultgijdezevergaderingnietinhet landbrengen,datIkhungegevenheb
13DitishetwatervanMeriba,wantdeIsraëlietenhadden metdeHEEREgetwistenHijwerdinhengeheiligd.
14ToenzondMozesbodenuitKadesnaardekoningvan Edom:ZozegtuwbroederIsraël:Uweetvanaldemoeite dieonsisoverkomen.
15HoeonzevaderennaarEgyptezijnafgereisd,enwij hebbenlangetijdinEgyptegewoond;endeEgyptenaren hebbenonsenonzevaderenbenauwd
16ToenwijtotdeHEEREriepen,hoordeHijonzestemen zondeenengelenleiddeonsuitEgypte.Enzie,wijzijnte Kades,destadaanhetuiterstevanuwgebied
17LaatonstochdooruwlandtrekkenWijzullenniet doorveldenofwijngaardentrekkenenhetwateruitde bronnennietdrinkenWijzullendehoofdwegvande koningnemen,wijzullennietnaarrechtsofnaarlinks afwijken,totdatwijuwgebiedgepasseerdzijn
18ToenzeiEdomtegenhem:Ganietlangsmijheen, anderskomikmethetzwaardopuaf.
19ToenzeidendeIsraëlietentegenhem:Wijwillenover dehoofdweggaanAlsikenmijnveevanuwwater drinken,zalikervoorbetalen.Ikwilalleen,zonderiets anderstedoen,tevoetverdergaan
20Enhijzeide:GijzultnietdoortrekkenEnEdomtrokuit tegenhem,metveelvolkenmeteensterkehand.
21DaaromweigerdeEdomIsraëldoorgangteverlenen doorzijngebied,endaaromkeerdeIsraëlzichvanhemaf 22ToenbrakendeIsraëlieten,dehelegemeenschap,op vanKadesenkwamenbijdebergHor
23EndeHEEREspraktotMozesenAäronopdebergHor, aandekustvanhetlandEdom,zeggende:
24Aäronzaltotzijnvoorgeslachtverzameldworden,want hijzalhetlanddatIkaandeIsraëlietengegevenheb,niet binnengaan,omdatubijhetwatervanMeribategenMijn woordinopstandgekomenbent
25NeemAäronenzijnzoonEleazarenlaathenopdeberg Horopgaan.
26TrekAäronzijnklerenuitentrekzeaanEleazar,zijn zoonDanzalAärontotzijnvoorgeslachtverzameld wordenendaarsterven.
27MozesdeedzoalsdeHEEREgebodenhadVoorde ogenvanheeldegemeenschapbestegenzijdebergHor 28ToentrokMozesAäronzijnklerenuitendeedzezijn zoonEleazaraanZostierfAärondaaropdetopvande bergToenMozesenEleazarvandebergafdaalden, 29ToendehelegemeenschapzagdatAärongestorvenwas, rouwdenzijdertigdagenomAäron,ookhethelehuisvan Israël
HOOFDSTUK21
1ToendekoningvanKanaän,Arad,dieinhetzuiden woonde,hoordedatIsraëlviadewegvandeverspieders gekomenwas,streedhijtegenIsraëlennameenaantalvan hengevangen
2ToendeedIsraëleengelofteaandeHEEREenzei:AlsU ditvolkwerkelijkinmijnhandoverlevert,danzalikhun stedengeheelverwoesten.
3ToenluisterdedeHEEREnaardestemvanIsraëlengaf deKanaänietenover,zodatzijhenenhunstedenmetde bansloegenDaaromnoemdeHijdieplaatsHorma 4EnzijtrokkenvandebergHor,inderichtingvande Schelfzee,omomhetlandvanEdomheentetrekken.En hetvolkraaktezeerontmoedigdoverdeweg
5ToensprakhetvolktegenGodentegenMozes:Waarom hebtuonsuitEgyptegeleid,omonsindewoestijntelaten sterven?Erisgeenbroodenookgeenwater,enwijhebben eenafkeervanditdunnebrood
6ToenzonddeHEEREvurigeslangenonderhetvolk,die hetvolkbeten,zodaterveelIsraëlietenstierven.
7ToenkwamhetvolktotMozesenzeide:Wijhebben gezondigd,wantwijhebbentegendenHEEREentegenu gesproken;bidtotdenHEERE,datHijdeslangenvanons wegneemtEnMozesbadvoorhetvolk
8ToenzeideHEEREtegenMozes:Maakeenvurigeslang enzetdieopeenstaak.Danzaliedereendiegebetenis,in levenblijvenalshijdaarnaarkijkt
9ToenmaakteMozeseenkoperenslangenbevestigdedie opeenstaakEnalseenslangiemandgebetenhad,enhij zagdekoperenslang,danbleefdemensinleven
10ToenbrakendeIsraëlietenopenlegerdenzichinOboth.
11ZijbrakenopvanObothenlegerdenzichteIjeabarim, indewoestijndievóórMoabligt,tegenoverdeopgangder zon.
12Vandaarbrakenzijopenlegerdenzichinhetdalvan Zared
13Vandaarbrakenzijopenlegerdenzichaandeoverkant vandeArnon,dieindewoestijnligt,dieuithetgebiedvan deAmorietenkomtDeArnonisdegrensvanMoab, tussenMoabendeAmorieten.
14Daaromwordterinhetboekvandeoorlogenvande HEEREgezegd:WatHijgedaanheeftaandeSchelfzeeen aandebekenvandeArnon,
15EnaandebeekdieafdaaltnaardewoonplaatsvanAr, endieligtaandegrensvanMoab
16VandaargingenzijnaarBeër,debronwaarvande HEEREtotMozesgesprokenhad:Roephetvolkbijeen, danzalIkhunwaterteetengeven
17ToenzongIsraëlditlied:Springop,obron,zingervoor.
18Devorstengroevendeput,deedelenvanhetvolk groevenhem,opaanwijzingvandewetgever,methun staven.EnuitdewoestijngingenzijnaarMattana: 19EnvanMattananaarNahaliël,envanNahaliëlnaar Bamoth
20EnvanBamothinhetdal,datinhetlandvanMoabligt, totaandetopvandePisga,dieuitzietopdeJosafat 21ToenzondIsraëlbodennaarSihon,dekoningvande Amorieten,omtezeggen:
22LaatmijdooruwlandtrekkenWijzullennietafslaan naardeakkersofnaardewijngaarden,enwijzullenhet wateruitdeputnietdrinken.Wijzullendekoninklijke wegvolgen,totdatwijvoorbijuwgebiedzijn
23SihonwildeIsraëlnietdoorzijngebiedlatentrekken DaaromverzameldeSihonalzijnmanschappenentrokten strijde,Israëltegemoet,dewoestijninHijkwambijJahaz enstreedtegenIsraël.
24EnIsraëlversloeghemmetdescherptevanhetzwaard ennamzijnlandinbezit,vandeArnontotaandeJabbok, totaandeAmmonieten;wanthetgebiedvande Ammonietenwasversterkt.
25EnIsraëlnamaldiestedenin,enIsraëlgingwonenin aldestedenderAmorieten,inHesboneninalhaardorpen
26WantHesbonwasdehoofdstadvanSihon,dekoning vandeAmorieten,dietegendevorigekoningvanMoab hadgestredenenalzijnlanduitdienshandhadveroverd, totaandeArnontoe
27Daaromzeggenzij,diespreukenspreken:Komnaar Hesbon,laatdestadvanSihonherbouwden gereedgemaaktworden
28WanteriseenvuuruitgegaanuitHesbon,eenvlamuit destadvanSihon;hetheeftArvanMoabverteerd,ende heersersoverdehoogtenvanArnon
29Weeu,Moab!Ubenttenondergegaan,volkvan Kamos!Hijheeftzijnontkomenzonenenzijndochtersin gevangenschapgegevenaanSihon,dekoningvande Amorieten
30Wijhebbenophengeschoten;Hesbonisverwoesttot aanDibontoe,enWijhebbenhenverwoesttotaanNofa toe,dattotaanMedebareikt
31ZobleefIsraëlinhetlandvandeAmorietenwonen
32ToenstuurdeMozesbodenomJaäzerteverkennenZij namendedorpenervaninenverdrevendeAmorietendie daarwoonden
33Toenkeerdenzijzichomentrokkenopinderichting vanBasan.EnOg,dekoningvanBasan,trokuit,hen tegemoet,hijenheelzijnvolk,naardeslagbijEdreï
34ToenzeideHEEREtegenMozes:Weesnietbangvoor hem,wantIkhebheminjouwhandgegeven,metalzijn volkenzijnlandJemoetmethemdoenzoalsjemetSihon, dekoningvandeAmorieten,dieinHesbonwoonde, gedaanhebt.
35Toendooddenzijhem,zijnzonenenheelzijnvolk, totdaterniemandmeervanheminlevenwasZijnamen zijnlandinbezit.
HOOFDSTUK22
1ToenbrakendeIsraëlietenopenlegerdenzichinde vlaktenvanMoab,aandezezijdevandeJordaan,ter hoogtevanJericho.
2ToenBalak,dezoonvanZippor,zagwatIsraëlde Amorietenhadaangedaan,
3EnMoabwerdzeerbevreesdvoorhetvolk,wanthetwas talrijk;enMoabraakteinhetnauwvanwegedekinderen Israëls
4EnMoabzeidetotdeoudstenvanMidian:Nuzaldeze vergaderingalwatrondomonsis,aflikken,gelijkdeoshet grasdesveldsafliktEnBalak,dezoonvanZippor,wasin dietijdkoningderMoabieten.
5DaaromzondhijbodennaarBileam,dezoonvanBeor, inPetor,dataanderivierligtinhetlandvanzijn volksgenoten,omhemteroepenentezeggen:Zie,daaris eenvolkuitEgyptegetrokken;zie,zijbedekkende oppervlaktevandeaardeenzijverblijventegenoverMij 6Komdantoch,vervloekmijditvolk,wanthetismijte machtigMisschienzalikhetoverwinnenenhenverslaan enuithetlandverdrijven.Wantikweet:wiegijzegent,is gezegend,maarwiegijvervloekt,isvervloekt
7ToengingendeoudstenvanMoabendeoudstenvan Midianweg,metdewaarzeggerijinhunhandZijkwamen bijBileamenverteldenhemdewoordenvanBalak.
8Enhijzeidetothen:Blijftvannachthier,enikzalhetu opnieuwberichten,zoalsdeHEEREtotmijsprekenzal EndevorstenvanMoabblevenbijBileam
9ToenkwamGodtotBileamenzei:Wiezijnditvoor mannenbiju?
10ToenzeiBileamtegenGod:Balak,dezoonvanZippor, dekoningvanMoab,heefttotmijgezondenomtezeggen: 11Zie,daariseenvolkuitEgyptegekomen,datde oppervlaktevandeaardebedekt;komnu,vervloekMijhen; misschienzalIkhenkunnenoverwinnenenverdrijven
12ToenzeiGodtegenBileam:Ganietmethenmee, vervloekhetvolkniet,wanthetisgezegend.
13ToenstondBileamdesmorgensopenzeitegende vorstenvanBalak:Ganaaruwland,wantdeHEERE weigertmijtoestemmingtegevenommetumeetegaan.
14ToenstondendevorstenvanMoabop,gingennaar Balakenzeiden:Bileamweigertmetonsmeetegaan 15EnBalakzondopnieuwvorsten,talrijkeren aanzienlijkerdanzij
16ToenkwamenzijbijBileamenzeidentothem:Zozegt Balak,dezoonvanZippor:Laattochnietsuervan weerhoudentotmijtekomen
17Wantikzalutotzeergroteeerverheffen,enikzaldoen watumijookzegtKomdantoch,vervloekmijditvolk
18ToenantwoorddeBileamenzeidetotdedienarenvan Balak:AlgafBalakmijzijnhuisvolzilverengoud,ikzou hetbevelvandeHEERE,mijnGod,nietkunnen overtredendoormeerofmindertedoen
19Nudan,blijftochookvannachthier,zodatikweetwat deHEEREnogmeertotmijzalzeggen
20ToenkwamGodindenachttotBileamenzeidetothem: Indiendemannenkomenomuteroepen,staopengamet henmee;maarhetwoord,datIktotusprekenzal,zultgij doen
21ToenstondBileamdesmorgensop,zadeldezijnezelen gingmetdevorstenvanMoabmee
22EndetoornGodsontstak,omdathijheenging;ende EngeldesHEERENstondopdenwegalseentegenstander tegenhemEnhijreedopzijnezelin,enzijntweeknechten warenmethem
23ToendeezelindeEngelvandeHEEREopdewegzag staan,metgetrokkenzwaardindehand,weekdeezelin vandewegafenginghetveldinToensloegBileamde ezelinomhaarnaardewegteleiden.
24MaardeEngelvandeHEEREstondophetpadvande wijngaardenAanbeidekantenwaseenmuur
25ToendeezelindeEngelvandeHEEREzag,duwdezij zichtegendemuurenkneusdeBileamsvoettegendemuur, zodathijhaarnogmaalssloeg
26ToengingdeEngelvandeHEEREverderenbleef staanopeenplaatsdienauwwas,zodatergeen mogelijkheidwasomnaarrechtsofnaarlinksuittewijken
27ToendeezelindeEngelvandeHEEREzag,vielzij onderBileamToenontstakBileaminwoedeensloegde ezelinmeteenstok
28ToenopendedeHEEREdemuilvandeezelin,enzij zeidetotBileam:WathebIkugedaan,datgijmijnu driemaalgeslagenhebt?
29ToenzeiBileamtegendeezelin:Omdatjemijbespot hebt!Hadikmaareenzwaardinmijnhand,anderszouik jenudoden
30ToenzeidedeezelintotBileam:Beniknietuwezelin, waaropgijgeredenhebt,vanafdatikdeuwewastotop dezedagtoe?Hebikuooitalzogedaan?Enhijzeide: Neen
31ToenopendedeHEEREdeogenvanBileam,enhijzag deEngelvandeHEEREopdewegstaan,metgetrokken zwaardinzijnhandDaaromboogBileamzijnhoofden wierpzichmetzijngezichtteraarde
32EndeEngeldesHerenzeidetothem:Waaromhebtgij uwezelinnudriemaalgeslagen?Zie,Ikbenuitgegaanom uteweerstaan,omdatuwwegvoorMijverkeerdis
33Toenzagdeezelinmijenkeerdezichdriemaalvanmij af.Alszijzichnietvanmijhadafgekeerd,hadikuzeker gedoodenhaarinhetlevengelaten
34ToenzeiBileamtegendeEngelvandeHEERE:Ikheb gezondigd,wantikwistnietdatUopdewegtegenovermij stondNudan,alshetkwaadisinUwogen,zalikwel terugkeren
35EndeEngeldesHEERENzeidetotBileam:Gametde mannen;maarspreekalleenhetwoord,datIktotuspreken zalAlzogingBileammetdevorstenvanBalak
36ToenBalakhoordedatBileaminaantochtwas,ginghij hemtegemoetnaareenstadinMoab,dieaandeArnonligt, aanhetuitersteeindevandelandstreek.
37ToenzeiBalaktegenBileam:Hebiknietdringendnaar utoegestuurdomuteroepen?Waarombentunietnaarmij toegekomen?Zouikudannietinerekunnenbrengen?
38ToenzeiBileamtegenBalak:Zie,ikbenbijugekomen Zouiknunogietskunnenzeggen?HetwoorddatGodin mijnmondlegt,datzalikspreken.
39BileamgingmetBalakmeeenzijkwamenteKirjatHuzot
40Balakofferderunderenenschapenenzondzenaar Bileamennaardevorstendiebijhemwaren
41Enhetgebeurdedevolgendedag,datBalakBileam namenhemopdehoogtenvanBaälbracht,opdathij vandaarhetuiterstedeelvanhetvolkzouzien
HOOFDSTUK23
1ToenzeiBileamtegenBalak:Bouwhierzevenaltaren voormijenmaakhierzevenrunderenenzevenrammen voormijgereed
2BalakdeedzoalsBileamgezegdhadBalakenBileam offerdenopelkaltaareenstiereneenram.
3EnBileamzeidetotBalak:Blijfbijuwbrandofferstaan, enikzalheengaan;misschienzaldeHEEREmijtegemoet komen;enalwatHijmijtekennenzalgeven,zaliku zeggenEnhijgingnaareenhoogte
4ToenontmoetteGodBileamenHijzeitegenhem:Ikheb zevenaltarenopgerichtenopelkaltaareenstiereneen ramgeofferd
5ToenlegdedeHEEREeenwoordindemondvan Bileamenzei:KeerterugnaarBalakenspreekaldus.
6Toenkeerdehijnaarhemterug,enzie,hijstondbijzijn brandoffer,hijenallevorstenvanMoab
7Toenhaaldehijzijnspreukaanenzei:Balak,dekoning vanMoab,heeftmijuitAramgehaald,uithetgebergtein hetoosten,engezegd:Kom,vervloekmijJakob,enkom, daagIsraëluit
8Hoezouikvervloeken,dieGodnietvervloektheeft? Hoezouiktarten,diedeHEEREnietgetartheeft?
9Wantvandetopderrotsenzieikhem,envandeheuvels aanschouwikhemZie,hetvolkzalalleenwonen,enzal nietonderdeheidenvolkengerekendworden
10WiekanhetstofvanJakobtellen,enhetgetalvanhet vierdedeelvanIsraël?Laatmijstervendedoodvande rechtvaardige,enlaatmijneindezijnalshetzijne!
11ToenzeideBalaktotBileam:Wathebtgijmijgedaan? Ikhebugenomenommijnvijandentevervloeken,enzie, gijhebthenallengezegend.
12Enhijantwoorddeenzeide:Moetiknietoplettente sprekenwatdeHEEREinmijnmondgelegdheeft?
13EnBalakzeidetothem:Gatochmetmijmeenaareen andereplaats,vanwaargijhenkuntzien.Gijzultslechts hetuiterstedeelervanzien,maarnietalles;envervloekmij henvandaar.
14HijbrachthemnaarhetveldZofim,opdetopvande Pisga,enbouwdezevenaltarenOpelkaltaarofferdehij eenstiereneenram
15EnhijzeidetotBalak:Blijfhierbijuwbrandofferstaan, terwijlikdaardeHEEREontmoet
16ToenkwamdeHEEREBileamtegen,legdehemeen woordindemondenzei:GanogeenkeernaarBalaken zegdit
17Entoenhijbijhemkwam,zie,daarstondhijbijzijn brandoffer,endevorstenvanMoabmethemEnBalak zeidetothem:WatheeftdeHEEREgesproken?
18EnHijhiefzijngelijkenisaanenzeide:Staop,Balak, enluister;luisternaarmij,gijzoonvanZippor!
19Godisgeenmens,datHijliegenzou,nocheen mensenkind,dathetHemberouwenzou.ZouHijiets zeggen,enhetnietdoen?OfzouHijietsspreken,enhet nietgoedmaken?
20Zie,Ikhebbevelontvangenomtezegenen;enHijheeft gezegend,enIkkanhetnietongedaanmaken
21HijheeftgeenonrechtinJakobgezien,engeenverderf inIsraël;deHEERE,zijnGod,ismethem,enhetgejuich vaneenkoningisonderhen
22GodleiddehenuitEgypte;Hijhaddekrachtvaneen eenhoorn.
23ErisgeenbezweringtegenJakob,engeenwaarzeggerij tegenIsraëlIndezetijdzalvanJakobenvanIsraëlgezegd worden:WatheeftGodgedaan?
24Zie,hetvolkzalopstaanalseengroteleeuw,enhijzal zichverheffenalseenjongeleeuw;hijzalnietneerliggen, totdathijvanderoofgegetenenhetbloedvandegedoden gedronkenheeft
25ToenzeiBalaktegenBileam:Vervloekheninhet geheelnietenzegenheninhetgeheelniet.
26MaarBileamantwoorddeenzeidetotBalak:Hebiku nietverteld,zeggende:AlhetgeendeHEEREspreekt,dat ikdoenmoet?
27ToenzeiBalaktegenBileam:Komtoch,ikzaljenaar eenandereplaatsbrengenMisschienzalhetGodbehagen datjemijdaarvervloekt.
28ToenbrachtBalakBileamnaardetopvandePeor,die uitkijktoverdewoestijn
29ToenzeiBileamtegenBalak:Bouwhierzevenaltaren voormijenmaakhierzevenstierenenzevenrammenvoor mijgereed.
30BalakdeedzoalsBileamgezegdhadenofferdeopelk altaareenstiereneenram
HOOFDSTUK24
1ToenBileamzagdathetdeHEERbehaagdeIsraëlte zegenen,ginghijniet,zoalsdeanderekeren,opzoeknaar bezweringen,maarrichttezijnblikopdewoestijn
2ToenBileamzijnogenopsloeg,zaghijIsraëlinzijn tentenverblijven,ingedeeldnaarhunstammenToen kwamdeGeestvanGodoverhem
3Enhijhiefzijngelijkenisopenzeide:Bileam,dezoon vanBeor,heeftgezegd,endemanwiensogenopenzijn, heeftgezegd:
4HijdiedewoordenvanGodhoorde,diehetgezichtvan deAlmachtigezag,eninvervoeringraakte,maarzijnogen openhad,heeftgezegd:
5Hoegoedzijnuwtenten,oJakob,enuwtenten,oIsraël!
6Zijstrekkenzichuitalsdalen,alstuinenaandeoevers vaneenrivier,alsdealoëbomendiedeHEEREgeplant heeft,enalscederbomenaanhetwater
7Hijzalhetwateruitzijnemmersgieten,enzijn nageslachtzalinvelewaterenzijn,enzijnkoningzal hogerzijndanAgag,enzijnkoninkrijkzalverhoogd worden
8GodheefthemuitEgyptegeleidHijiszosterkalseen eenhoorn.Hijzaldevolkendiezijnvijandenzijn,verteren, hunbottenverbrijzelenenmetzijnpijlendoorboren
9Hijlagneder,hijlegdezichnederalseenleeuw,enals eengroteleeuw;wiezalhemopwekken?Gezegendishij dieuzegent,envervloektishijdieuvervloekt
10ToenontstakBalakinwoedetegenBileam,enhijsloeg zijnhandentegenelkaar.ToenzeiBalaktegenBileam:Ik hebjegeroepenommijnvijandentevervloeken,enzie,jij hebtzenualdriekeergezegend
11Daarom,vluchtnunaaruwplaats.Ikhadgedachtueen groteeertebezorgen,maarzie,deHEEREheeftuvandie eerafgehouden
12EnBileamzeidetotBalak:Hebikookniettotuw bodengesproken,diegijtotmijgezondenhebt,zeggende: 13AlsBalakmijzijnhuisvolzilverengoudzougeven, zouiknietbuitenhetbevelvandeHEEREkunnentreden, nochgoednochkwaaddoende,naarmijneigenzinMaar watdeHEEREzegt,datzouikspreken?
14Ennu,zie,IkganaarMijnvolk;komdan,enIkzalu bekendmakenwatditvolkuwvolkindelaatstedagenzal doen
15Enhijhiefzijngelijkenisaanenzeide:Bileam,dezoon vanBeor,heeftgezegd,endemanwiensogenopenzijn, heeftgezegd:
16HijdiedewoordenvanGodhoordeendekennisvande Allerhoogstekende,diehetgezichtvandeAlmachtigezag, eninvervoeringraakte,maarzijnogenopenhad,heeft gezegd:
17Ikzalhemzien,maarnietnu;ikzalhemaanschouwen, maarnietvannabijErzaleensteruitJakobopkomen,en eenscepterzaluitIsraëlopkomen,diedehoekenvan MoabzalslaanenallezonenvanSetzalverdelgen
18EnEdomzaleenbezitzijn,enSeïrzaleenbezitzijn voorzijnvijanden;enIsraëlzalheldhaftighandelen.
19UitJakobzaliemandvoortkomendieheerschappijzal voeren,enhijzaldegenedievandestadoverblijft, verdelgen
20ToenhijAmalekzag,haaldehijzijngelijkenisaanen zei:Amalekwasdeeersteonderdevolken,maarzijneinde zalzijndathijvooreeuwigtegrondegaat.
21ToenkeekhijdeKenietenaan,hieldzijngelijkenisaan enzei:Sterkisuwwoning,engijmaaktuwnestinderots 22MaardeKenietzalverwoestworden,totdatAssurjou alsgevangenezalwegvoeren
23EnHijhiefzijngelijkenisopenzeide:Wee,wiezal leven,alsGodditdoet?
24ErzullenschepenkomenvanhetgebiedvanKittim,die AssurenHeberzullentreffen,enookzijzullenvoor eeuwigtegrondegaan
25ToenstondBileamop,gingheenenkeerdeterugnaar zijnplaats,enookBalakgingheen.
HOOFDSTUK25
1ToenIsraëlinSittimbleefwonen,begonhetvolk hoererijtebedrijvenmetdedochtersvanMoab
2Zijnodigdenhetvolkuitvoordeoffersvanhungoden, enhetvolkatenboogzichvoorhungodenneer
3ToenIsraëlzichbijBaäl-Peorvoegde,ontbranddede toornvandeHEEREtegenIsraël
4ToenzeideHEEREtegenMozes:Neemallehoofden vanhetvolkenhangzeopvoorhetaangezichtvande HEERE,indezonDanzaldebrandendetoornvande HEEREzichvanIsraëlafwenden
5ToenzeiMozestegenderechtersvanIsraël:‘Doodt iedervanuzijnmannen,diebijBaäl-Peorzijnaangesloten 6Enzie,eenvandeIsraëlietenkwamenbrachteen Midianitischevrouwnaarzijnbroeders,voordeogenvan Mozesenvoordeogenvanheeldevergaderingvande Israëlieten,dieweendenvoordeingangvandetentvan ontmoeting.
7ToenPinehas,dezoonvanEleazar,dezoonvande priesterAäron,datzag,stondhijopuitdevergadering, nameenspeerinzijnhandenrendeweg.
8EnhijgingdemanvanIsraëlnaindetent,enstakhen beidendoor,demanvanIsraël,endevrouwdoorhaarbuik AlduswerddeplaagvandekinderenvanIsraël weggenomen
9Enhetaantalmensendataandepeststierf,was vierentwintigduizend.
10EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:
11Pinehas,dezoonvanEleazar,dezoonvandepriester Aäron,heeftMijntoornvandeIsraëlietenafgewend, terwijlhijvoorMijinhunmiddenijverde,zodatIkde IsraëlietenniethebverdelgdinMijnnaijver
12Zegdaarom:Zie,IkgeefhemMijnverbonddesvredes.
13Enhijenzijnnageslachtzullenhetverbondvaneen eeuwigpriesterschaphebben,omdathijvoorzijnGodheeft geijverdenverzoeningheeftgedaanvoordekinderen Israëls
14DenaamvandeIsraëlietdiegedoodwerd,diesamen metdeMidianitischevrouwgedoodwerd,wasZimri,de zoonvanSalu,eenvorstvaneenbelangrijkgeslachtonder deSimeonieten
15DenaamvandeMidianitischevrouwdiegedoodwerd, wasKozbiZijwasdedochtervanZurZijwashethoofd vaneenvolkenvaneenhoofdfamilieinMidian.
16EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:
17BrengdeMidianieteninverlegenheidenverslahen
18Wantzijhebbenugekweldmethunlisten,waarmeezij uhebbenbedrogenindezaakvanPeorenindezaakvan Kozbi,dedochtervaneenvorstvanMidian,hunzuster, dieopdedagvandeplaagomPeorswilwerdgedood
HOOFDSTUK26
1Enhetgeschieddenadeplaag,datdeHEEREtotMozes entotEleazar,dezoonvandepriesterAäron,sprak, zeggende:
2Neemhetaantalopvandegehelegemeenschapvande Israëlieten,vantwintigjaarenouder,uitallefamilies,allen dieweerbaarzijnominIsraëltenstrijdetetrekken
3EnMozesendepriesterEleazarsprakenmetheninde vlaktenvanMoab,aandeJordaan,bijJericho,enzeiden: 4Neemhetaantalpersonenopvantwintigjaarenouder, zoalsdeHEEREMozesendeIsraëlietengebodenhad,die uithetlandEgyptewarenweggetrokken.
5Ruben,deoudstezoonvanIsraël:dezonenvanRuben: Hanoch,vanwiehetgeslachtderHanochietenafstamt;van Pallu,hetgeslachtderPalluieten;
6VanHezronhetgeslachtvandeHezronieten;vanKarmi hetgeslachtvandeKarmieten.
7DitzijndegeslachtenderRubenieten:hungetelden warendrieënveertigduizendzevenhonderddertig 8EndezonenvanPallu:Eliab.
9EndezonenvanEliab:Nemuel,enDathan,enAbiram DitzijndieDathanenAbiram,dieberoemdwareninde vergadering,dietegenMozesentegenAäronstredeninhet gezelschapvanKorach,toenzijtegendeHEEREstreden 10Toenopendedeaardehaarmondenverzwolghen,met inbegripvanKorach.Toenstierfookdiebende.Hetvuur verteerdetweehonderdvijftigmannen,enzijwerdentoteen teken
11MaardekinderenvanKorachstiervenniet.
12DezonenvanSimeon,naarhungeslachten:vanNemuël hetgeslachtderNemuëlieten;vanJaminhetgeslachtder Jaminieten;vanJachinhetgeslachtderJachinieten;
13VanZerachhetgeslachtvandeZarhieten;vanSaulhet geslachtvandeSaulieten
14DitzijndegeslachtenvandeSimeonieten: tweeëntwintigduizendtweehonderd
15DezonenvanGad,naarhungeslachten:vanZefonhet geslachtderZefonieten;vanHaggihetgeslachtder Haggieten;vanSunihetgeslachtderSunieten; 16VanOznihetgeslachtderOznieten;vanErihet geslachtderErieten;
17VanArodhetgeslachtvandeArodieten;vanArelihet geslachtvandeArelieten
18DitwarendegeslachtenvandenakomelingenvanGad, naarhungetelden:veertigduizendvijfhonderd
19DezonenvanJudawarenErenOnanErenOnan stierveninhetlandKanaän.
20DezonenvanJuda,ingedeeldnaarhungeslachten, waren:vanSelahetgeslachtvandeSelanieten;vanPerez hetgeslachtvandeFarzieten;vanZerahhetgeslachtvan deZarhieten
21DezonenvanPerezwaren:vanHezronhetgeslachtvan deHezronieten;vanHamulhetgeslachtvandeHamulieten
22DitwarendegeslachtenvanJuda,naarhungetelden: zeventigduizendvijfhonderd
23VandezonenvanIssaschar,naarhungeslachten:van TolahetgeslachtvandeTolaieten;vanPuahetgeslacht vandePunieten;
24VanJasubhetgeslachtvandeJasubieten;vanSimron hetgeslachtvandeSimronieten
25DitwarendegeslachtenvanIssachar,naarhungetelden: vierenzeventigduizenddriehonderd
26VandezonenvanZebulon,ingedeeldnaarhun geslachten:vanSeredhetgeslachtvandeSardieten;van ElonhetgeslachtvandeElonieten;vanJahleëlhetgeslacht vandeJahleëlieten
27DitwarendegeslachtenvandeZebulonieten,ingedeeld naarhungetelden:zeventigduizendvijfhonderd.
28DezonenvanJozef,ingedeeldnaarhunfamilies,waren ManasseenEfraïm.
29VandezonenvanManasse:vanMachirhetgeslacht vandeMachirieten;MachirverwekteGilead;vanGilead komthetgeslachtvandeGileadieten
30DitzijndezonenvanGilead:vanJeëzerhetgeslacht vandeJeëzerieten;vanHelekhetgeslachtvande Helekieten;
31EnvanAsriëlhetgeslachtderAsriëlieten;envan SichemhetgeslachtderSichemieten;
32EnvanSemidahetgeslachtderSemidaïeten;envan HeferhetgeslachtderHeferieten
33EnZelafchad,dezoonvanChefer,hadgeenzonen, maardochters.DenamenvandedochtersvanZelafchad waren:Machla,Noa,Hogla,MilkaenTirza
34DitwarendegeslachtenvanManasse,enhungetelden: tweeënvijftigduizendzevenhonderd.
35DitzijndezonenvanEfraïm,ingedeeldnaarhun geslachten:vanSutelahhetgeslachtvandeSutalhieten; vanBecherhetgeslachtvandeBachrieten;vanTahanhet geslachtvandeTahanieten
36EnditzijndezonenvanSutela:vanEranhetgeslacht vandeEranieten.
37DitzijndegeslachtenderzonenvanEfraïm,naarhun getelden,tweeëndertigduizendenvijfhonderdDitzijnde zonenvanJozef,naarhungeslachten.
38DezonenvanBenjamin,ingedeeldnaarhungeslachten: vanBelahetgeslachtderBelaieten;vanAsbelhetgeslacht derAsbelieten;vanAhiramhetgeslachtderAhiramieten; 39VanSufamhetgeslachtvandeSufamieten;vanHufam hetgeslachtvandeHufamieten
40DezonenvanBelawarenArdenNaäman.VanArdwas hetgeslachtvandeArdieten,envanNaämanwashet geslachtvandeNaämieten
41DitzijndezonenvanBenjamin,ingedeeldnaarhun geslachtenHungeteldenwarenvijfenveertigduizend zeshonderd
42DitzijndezonenvanDan,naarhungeslachten:van SuhamhetgeslachtvandeSuhamietenDitzijnde geslachtenvanDan,naarhungeslachten
43HetaantalgeslachtenvandeSuhamieten,geteldin totaal,bedroegvierenzeventigduizendvierhonderd 44VandezonenvanAser,ingedeeldnaarhungeslachten: vanJimnahetgeslachtvandeJimnieten;vanJesuihet geslachtvandeJezuïeten;vanBeriahetgeslachtvande Beriieten.
45VandezonenvanBeria:vanHeberhetgeslachtvande Heberieten;vanMalchiëlhetgeslachtvandeMalchiëlieten
46EndenaamvandedochtervanAserwasSara
47DitwarendegeslachtenvandezonenvanAser,naar hungetelden:drieënvijftigduizendvierhonderd
48VandezonenvanNaftali,naarhungeslachten:van JahzeëlhetgeslachtvandeJahzeëlieten;vanGunihet geslachtvandeGunieten;
49VanJezerhetgeslachtvandeJezrieten;vanSillemhet geslachtvandeSillemieten
50DitwarendegeslachtenvanNaftali,ingedeeldnaarhun geslachten.Hungeteldenwarenvijfenveertigduizend vierhonderd
51DitwarendegeteldenvandeIsraëlieten: zeshonderdduizendduizendzevenhonderddertig.
52EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:
53Onderhenzalhetlandalserfelijkbezitworden verdeeld,overeenkomstighetaantalnamen.
54Aanvelenzultgijeengrotererfdeelgeven,enaan weinigeneenkleinererfdeel;aaniederzalzijnerfdeel gegevenworden,overeenkomstighetaantaldatdoorhem geteldwerd
55Maarhetlandwordtdoorhetlotverdeeld,naarde namenvandestammenvanhunvooroudersZijzullenhet inbezitkrijgen
56Hetbezitervanzalverdeeldwordentussenvelenen weinigen,overeenkomstighetlot
57EnditzijndegenendiegeteldwerdenvandeLevieten, ingedeeldnaarhungeslachten:vanGersonhetgeslachtvan deGersonieten;vanKehathhetgeslachtvande Kehathieten;vanMerarihetgeslachtvandeMerarieten
58DitzijndegeslachtenderLevieten:hetgeslachtder Libnieten,hetgeslachtderHebronieten,hetgeslachtder Machlieten,hetgeslachtderMusieten,hetgeslachtder Korathieten.EnKehatgewonAmram.
59EndenaamvanAmramsvrouwwasJochebed,de dochtervanLevi,diehaarmoederaanLeviinEgypte gebaardhad;enzijbaardeaanAmramAäronenMozes,en Mirjam,hunzuster
60EnaanAäronwerdengeborenNadab,Abihu,Eleazar enItamar.
61EnNadabenAbihustierven,toenzijvreemdvuurvoor hetaangezichtvandeHEEREofferden
62Hungeteldenbedroegendrieëntwintigduizendmannen, vanéénmaandoudendaarbovenZijwerdennietgeteld bijdeIsraëlieten,omdathunonderdeIsraëlietengeen erfelijkbezitwasgegeven.
63DitzijndegenendiedoorMozesendepriesterEleazar werdengeteldZijteldendeIsraëlietenindevlaktenvan Moab,aandeJordaan,vlakbijJericho.
64MaaronderhenwaserniemandvanhendieMozesen depriesterAäronteldentoenzijdeIsraëlietenteldeninde woestijnvanSinaï.
65WantdeHEEREhadvanhengezegd:Zijzullen zekerlijkstervenindewoestijnEnerbleefgeenmanvan henover,behalveKaleb,dezoonvanJefunne,enJozua,de zoonvanNun
HOOFDSTUK27
1ToenkwamendedochtersvanZelafchad,dezoonvan Chefer,dezoonvanGilead,dezoonvanMachir,dezoon vanManasse,uitdegeslachtenvanManasse,dezoonvan Jozef;enditzijndenamenvanzijndochters:Machla,Noa, Hogla,MilkaenTirza.
2ZijstondenvoorMozes,voordepriesterEleazar,voorde vorstenenvoordehelevergaderingbijdeingangvande tentvanontmoetingenzeiden:
3Onzevaderstierfindewoestijn,enhijbehoordeniettot degroepdiezichtegendeHEEREhadverzameld,samen metKorachHijstierfinzijneigenzondeenhadgeen zonen
4Waaromzoudenaamvanonzevaderuithetmiddenvan zijnfamiliewordenweggenomen,omdathijgeenzoon
heeft?Geefonsdaneenbezittingonderdebroedersvan onzevader.
5ToenbrachtMozeshunzaakvoordeHEERE 6EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:
7DedochtersvanZelafchadhebbengelijk:umoethuneen erfelijkbezitgeven,temiddenvandebroersvanhunvader Ookmoetuheterfelijkbezitvanhunvaderaanhendoen overgaan.
8EngijzulttotdekinderenIsraëlsspreken,zeggende: Wanneereenmansterft,engeenzoonheeft,zozultgijzijn erfdeelopzijndochterdoenovergaan
9Enindienhijgeendochterheeft,danzultgijzijnerfenis aanzijnbroersgeven.
10Enindienhijgeenbroersheeft,danzultgijzijnerfenis aandebroersvanzijnvadergeven
11Enindienzijnvadergeenbroersheeft,danzultgijzijn erfdeelaanzijnbloedverwantgeven,diehetdichtstbijhem isvanzijnfamilie,enhijzalhetinbezitnemen;enhetzal voordekinderenIsraëlseeninzettingzijnterbeoordeling, zoalsdeHEEREaanMozesgebodenheeft
12ToenzeideHEEREtegenMozes:Beklimditgebergte AbarimenbekijkhetlanddatIkaandeIsraëlietengeef.
13Wanneerudatgezienhebt,zultutotuwvoorgeslacht vergaderdworden,zoalsookuwbroerAäronvergaderd werd.
14WantubentindewoestijnvanZininopstandgekomen tegenmijngebod,toendevergaderingmetelkaartwistte enMijvoorhunogenaanhetwaterheiligde.Datishet watervanMeribabijKades,indewoestijnvanZin 15ToensprakMozestotdeHEEREenzei:
16LaatdeHEERE,deGodvandegeestenvanallevlees, eenmanoverdegemeenteaanstellen,
17Dievoorhenuitkangaan,endievoorheninkangaan, diehenuitkanleidenendieheninkanbrengen,opdatde gemeentevandeHEEREnietwordealsschapen,diegeen herderhebben
18ToenzeideHEEREtegenMozes:NeemJozua,dezoon vanNun,eenmaninwiedegeestis,enlegjehandophem 19EnstelhemvooraandepriesterEleazarenaande gehelegemeente,engeefhemvoorhunogeneenbevel.
20Engijzulthemeendeelvanuweergeven,opdatde gehelevergaderingderkinderenIsraëlsgehoorzaamzij 21EnhijzalvoorhetaangezichtvandepriesterEleazar staan,dievoorhemraadzalvragennaaraanleidingvande uitspraakvandeUrimvoorhetaangezichtvandeHEERE; opzijnwoordzullenzijuitgaanenopzijnwoordzullenzij terugkomen,zowelhijalsalleIsraëlietenmethem,ja,de gehelevergadering.
22EnMozesdeedzoalsdeHEEREhemgebodenhadHij namJozuaensteldehemvooraandepriesterEleazaren aandegehelevergadering
23Enhijlegdezijnhandenophemengafhemeenbevel, zoalsdeHEEREdoordedienstvanMozesgebodenhad
HOOFDSTUK28
1EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:
2GebieddeIsraëlietenenzegtothen:Mijnoffergaveen hetbroodvanmijnvuuroffers,toteenaangenamegeur voorMij,moetuonderhoudenenMijopdejuistetijd offeren
3Engijzulttothenzeggen:Ditishetvuuroffer,datgij denHEEREzultbrengen:tweeeenjarigelammeren, zondergebrek,elkedag,toteenvoortdurendbrandoffer 4Hetenelammoetu'smorgensofferen,enhetanderelam moetu'savondsofferen;
5Eneentiendedeelvaneenefameelalsgraanoffer, gemengdmeteenvierdedeelvaneenhingestotenolie
6Hetiseenvoortdurendbrandoffer,datopdebergSinaï alseenaangenamegeurwerdingesteld,eenvuuroffervoor deHEERE
7Enhetdrankofferdaarvanzaleenvierdedeelvaneenhin zijnvoorelklam;opdeheiligeplaatszultudesterkewijn voordeHEEREalseendrankofferlatenuitgieten.
8Enhetanderelamzultgijindeavondbereiden;alshet morgenofferenalshetbijbehorendeplengofferzultgijhet bereiden,eenvuuroffer,toteenliefelijkereukvoorde HEERE
9Enopdesabbatdagtweeeenjarigelammerenzonder gebrek,entweetiendenmeelvooreenspijsoffer,gemengd metolie,enhetdrankofferdaarvan
10Ditishetbrandoffervoorelkesabbat,naasthet voortdurendebrandofferenhetbijbehorendeplengoffer.
11Enopdeeerstedagenvanuwmaandenzultueen brandofferaandeHEEREbrengen:tweejongestierenen éénram,zevenlammerenvanéénjaar,zondereniggebrek;
12Endrietiendenmeelvooreenspijsoffer,gemengdmet olie,vooréénjongestier;entweetiendenmeelvooreen spijsoffer,gemengdmetolie,vooréénram;
13Eneentiendedeelmeelbloem,metoliegemengd,als spijsoffervooréénlam;alsbrandoffervaneenliefelijke geur,eenvuuroffervoordeHEERE.
14Endebijbehorendedrankofferszullenzijn:eenhalve hinwijnbijeenjongestier,eenderdedeelvaneenhinbij eenrameneenvierdedeelvaneenhinbijeenlam.Ditis hetbrandoffervanelkemaand,gedurendedemaandenvan hetjaar
15EnééngeitenbokjezalalszondofferaandeHEERE geofferdworden,naasthetgedurigbrandofferenhet daarbijbehorendeplengoffer
16Enopdeveertiendedagvandeeerstemaandishet PaschavoordeHEERE
17Enopdevijftiendedagvandezemaandishetfeest; zevendagenlangmagerongezuurdbroodgegetenworden.
18Opdeeerstedagmoetereenheiligesamenkomstzijn Umagdangeenenkeleslaafsearbeidverrichten
19Maargijzulteenvuurofferbrengenalsbrandofferaan deHEERE:tweejongestieren,éénramenzeveneenjarige lammeren;zijzullenvooruonberispelijkzijn.
20Enhetbijbehorendespijsofferzalbestaanuit meelbloem,gemengdmetolieDrietiendenzultgijvoor eenjongestierofferen,entweetiendenvooreenram;
21Voorelklammoetueentiendedeelofferen,verdeeld overdezevenlammeren
22Enéénbokalszondoffer,omverzoeningvoorutedoen 23Dezemoetuindemorgennaasthetbrandofferbrengen, dateenvoortdurendbrandofferis
24Opdezewijzezultuelkedag,gedurendedezeven dagen,hetvleesvanhetvuuroffer,eenaangenamegeur voordeHEERE,offeren;hetzalwordengeofferdnaasthet gedurigbrandofferenhetdaarbijbehorendeplengoffer.
25Enopdezevendedagzultueenheiligesamenkomst hebben;generleislaafsearbeidzultuverrichten
26Ookopdedagvandeeerstelingen,wanneerueen nieuwspijsofferaandeHEEREbrengt,nadatuwweken voorbijzijn,zultueenheiligesamenkomsthebben;uzult geenenkeleslaafsearbeidverrichten.
27Maargijzulthetbrandoffertoteenaangenamegeur voordeHEEREofferen:tweejongestieren,éénram, zeveneenjarigelammeren;
28Enhunspijsoffervanmeelgemengdmetolie,drie tiendenvooréénrund,tweetiendenvooréénram, 29Eentiendedeelwordtaanéénlamgegeven,verdeeld overdezevenlammeren;
30Eneengeitenbokje,omverzoeningvoorutedoen
31Gijzultzeofferennaasthetvoortdurendebrandofferen hetdaarbijbehorendespijsofferZezullenvooruzonder gebrekzijn,ennaastdedaarbijbehorendeplengoffers
HOOFDSTUK29
1Enindezevendemaand,opdeeerstedagvandemaand, moetueenheiligesamenkomsthebben;generleislaafse arbeidmaguverrichten;hetiseendagwaaropuopde trompettenmoetblazen.
2Engijzulteenbrandofferofferen,toteenliefelijkereuk voordeHEERE:éénjongestier,éénramenzeven eenjarige,gavelammeren.
3Enhunspijsofferzalbestaanuitmeelbloem,gemengd metolie,drietiendenvooreenjongestier,entweetienden vooreenram,
4Eneentiendedeelvooréénlam,voordezeven lammeren:
5Enééngeitenbokjealszondoffer,omverzoeningvooru tedoen
6Behalvehetbrandoffervandemaand,enhet bijbehorendegraanoffer,enhetdagelijksbrandoffer,enhet bijbehorendegraanoffer,endebijbehorendeplengoffers, naardebijbehorendewijze,toteenaangenamegeur,een vuuroffervoordeHEERE.
7Enopdetiendedagvandezezevendemaandzultgijeen heiligesamenkomsthouden;engijzultuwzielen verootmoedigen;gijzultdaaringeenwerkdoen.
8MaargijzulteenbrandofferaandeHEEREofferen,tot eenaangenamegeur:éénjongestier,éénramenzeven eenjarigelammeren;zijzullenvooruonberispelijkzijn.
9Enhunspijsofferzalbestaanuitmeelbloem,gemengd metolie,drietiendenperstier,entweetiendenperram, 10Eentiendedeelvooréénlam,verdeeldoverdezeven lammeren:
11Eéngeitenbokjealszondoffer,naasthetzondofferter verzoening,hetdagelijksbrandoffer,hetbijbehorende spijsofferendebijbehorendeplengoffers
12Enopdevijftiendedagvandezevendemaandzultu eenheiligesamenkomsthebben;generleislaafsearbeid zultuverrichten,maaruzulteenfeestvoordeHEERE vieren,zevendagenlang
13Engijzulteenbrandoffer,eenvuuroffer,toteen liefelijkereukvoordenHEERE,offeren:dertienjonge stieren,tweerammenenveertieneenjarigelammeren;zij zullenzondergebrekzijn
14Enhunspijsofferzalbestaanuitmeelbloem,gemengd metolie,drietiendenvoorelkevarvandedertienvarren, tweetiendenvoorelkeramvandetweerammen,
15Eneentiendedeelaanelklamvandeveertien lammeren:
16Enééngeitenbokjealszondoffer,naasthetdagelijkse brandoffer,zijnspijsofferenzijnplengoffer.
17Enopdetweededagzultgijtwaalfjongestieren,twee rammenenveertieneenjarige,gavelammerenofferen
18Enhunspijsofferenhunplengoffersvoordestieren, voorderammenenvoordelammeren,zullenzijnnaarhun aantal,naardewijze:
19Enééngeitenbokjealszondoffer,behalvehetgedurig brandoffer,enhetbijbehorendespijsoffer,ende bijbehorendeplengoffers
20Enopdederdedagelfjongestieren,tweerammen, veertienlammerenvanéénjaar,zondereniggebrek;
21Enhunspijsofferenhundrankoffersvoordestieren, voorderammenenvoordelammeren,zullenzijnnaarhun aantal,naardewijze:
22Enéénbokalszondoffer,naasthetdagelijksbrandoffer, enhetbijbehorendespijsoffer,enhetbijbehorende plengoffer
23Enopdevierdedagtienjongestieren,tweerammenen veertieneenjarige,gavelammeren.
24Hunspijsofferenhunplengoffersvoordestieren,voor derammenenvoordelammeren,zullenzijn overeenkomstighunaantal,naardewijze:
25Enééngeitenbokjealszondoffer,naasthetdagelijkse brandoffer,zijnspijsofferenzijnplengoffer
26Enopdevijfdedagnegenstieren,tweerammenen veertieneenjarigelammerenzondergebrek
27Enhunspijsofferenhunplengoffersvoordestieren, voorderammenenvoordelammeren,zullenzijnnaarhun aantal,naardewijze:
28Enéénbokalszondoffer,naasthetgedurigbrandoffer, enhetbijbehorendespijsoffer,enhetbijbehorende plengoffer
29Enopdezesdedagachtjongestieren,tweerammenen veertieneenjarige,gavelammeren.
30Enhunspijsofferenhunplengoffersvoordestieren, voorderammenenvoordelammeren,zullenzijnnaarhun aantal,naardewijze:
31Enéénbokalszondoffer,naasthetdagelijkse brandoffer,hetbijbehorendespijsofferenhetbijbehorende plengoffer.
32Enopdezevendedagzevenjongestieren,twee rammenenveertienlammerenvanéénjaar,zonderenig gebrek.
33Enhunspijsofferenhunplengoffersvoordestieren, voorderammenenvoordelammeren,zullenzijnnaarhun aantal,naardewijze:
34Enéénbokalszondoffer,naasthetdagelijkse brandoffer,hetbijbehorendespijsofferenhetbijbehorende plengoffer.
35Opdeachtstedagzultueenplechtigesamenkomst houdenGeenenkeldienstwerkzultudoen
36Maargijzulteenbrandoffer,eenvuuroffer,een aangenamegeurvoordeHEERE,offeren:éénjongestier, éénram,zeveneenjarige,gavelammeren.
37Hunspijsofferenhunplengoffersvoordestier,voorde ramenvoordelammeren,zullenzijnovereenkomstighun aantal,naardewijze:
38Enéénbokalszondoffer,naasthetgedurigbrandoffer, enhetbijbehorendespijsoffer,enhetbijbehorende plengoffer
39DezedingenzultuvoordeHEEREdoenopuw feestdagen,naastuwgeloftenenuwvrijwilligeoffers,voor uwbrandoffers,vooruwgraanoffers,vooruwplengoffers envooruwdankoffers
40ToenverteldeMozeshetaandeIsraëlieten, overeenkomstigalleswatdeHEEREaanMozesgeboden had
HOOFDSTUK30
1ToensprakMozestotdehoofdenvandestammenover deIsraëlietenenzei:DitiswatdeHEEREgebodenheeft
2WanneeriemanddeHEEREeengeloftedoet,ofeeneed zweertomzijnzielmeteenbandtebinden,maghijzijn woordnietbreken;hijmoetdoenovereenkomstigalleswat uitzijnmondkomt.
3WanneerookeenvrouweengelofteaandeHEEREdoet enzichzelfmeteenbandbindt,terwijlzijinhaarjeugdin hethuisvanhaarvaderis,
4Enhaarvaderzalhaargelofteendebandwaarmeezij haarzielheeftverbonden,horen,enhaarvaderzalover haarzwijgen;danzullenalhaargeloftenvankrachtblijven, enelkebandwaarmeezijhaarzielheeftverbonden,zalvan krachtblijven
5Maaralshaarvaderhaarverwerptopdedagdathijervan hoort,zalgeenvanhaargeloftenofhaarverplichtingen, waarmeezijhaarzielgebondenheeft,standhoudenEnde HEEREzalhaarvergeven,omdathaarvaderhaar verworpenheeft
6Enalszijaleenechtgenoothad,wanneerzijeengelofte deedofietsuithaarlippensprak,waarmeezijhaarziel bond;
7Enhaarmanhoordehet,enzweegtegenhaar,opdedag dathijhethoorde;danzullenhaargeloftenvankracht blijven,endebandenwaarmeezijhaarzielbond,zullen vankrachtblijven
8Maaralshaarmanhaaropdedagdathijhethoort,heeft afgewezen,danzalhijhaareengeloftelatendoendiezij gedaanheeft,enwatzijmethaarlippengezegdheeft, waarmeezijhaarzielverbondenheeft,zondergevolg;en deHEEREzalhaarvergeven
9Maarelkegeloftevaneenweduweenvaneenverstotene, waarmeezijhaarlevenverbondenheeft,zaltegenhaar standhouden
10Enalszijinhethuisvanhaarmaneengelofteheeft gedaan,ofhaarzielmeteeneedheeftverbonden, 11Enhaarmanhoordehet,enzweegtegenhaar,en weigerdehaarteverstoten;danzullenalhaargeloftenvan krachtblijven,enelkebandwaarmeezijhaarziel verbondenheeft
12Maaralshaarmanzevolkomentenietheeftgedaanop dedagdathijervanhoorde,danzalalhetgeenoverhaar lippengekomenisaangaandehaargeloftenofaangaande debandvanhaarziel,nietbestaan.Haarmanheeftze tenietgedaan,endeHEEREzalhethaarvergeven
13Elkegelofteenelkebindendeeedomdezielte verootmoedigen,kanhaarmanbevestigen,maarook ongeldigmaken
14Maarindienhaarmandagaandagvolkomenstiltegen haarbleef,danbevestigthijalhaargeloftenenalhaar verplichtingendieophaarrustenHijbevestigtze,omdat hijtegenhaargezwegenheeftopdedagdathijervan hoorde.
15MaarindienHij,nadatHijzegehoordheeft,haarwegen tenietdoet,danzalHijhaarongerechtigheiddragen 16DitzijndebepalingendiedeHEEREaanMozes gebodenheeftmetbetrekkingtotdebetrekkingentussen eenmanenzijnvrouw,tusseneenvaderenzijndochter, dienogjongwasennoginhethuisvanhaarvaderwoonde
HOOFDSTUK31
1EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:
2NeemwraakvoordeIsraëlietenopdeMidianieten; daarnazultutotuwvoorgeslachtvergaderdworden
3ToensprakMozestothetvolkenzei:Laateendeelvanu zichuitrustenvoordestrijd,enlaathenoptrekkentegende MidianietenendeHEEREvanMidianwreken 4Uitelkestammoetuduizendmannaardestrijdsturen, uitallestammenvanIsraël.
5ZowerdeneruitdeduizendenvanIsraëlduizendmensen uitelkestamgered,twaalfduizendgewapendemannen
6ToenstuurdeMozeshentenstrijde,duizenduitelkestam, henenPinehas,dezoonvandepriesterEleazar,tenstrijde, metdeheiligeinstrumentenendetrompettenomopte blazeninzijnhand.
7ZijvoerdenoorlogtegendeMidianieten,zoalsde HEEREaanMozesgebodenhad,enzijdooddenalle mannen.
8EnzijdooddendekoningenvanMidian,behalvede overigendiegedoodwaren:Evi,Rekem,Zur,HurenReba, vijfkoningenvanMidian.OokBileam,dezoonvanBeor, dooddenzijmethetzwaard
9ToennamendeIsraëlietenallevrouwenvanMidianen hunkleinekinderengevangen,enroofdenalhunvee,al hunschapenenalhunbezittingen
10Enzijverbranddenalhunsteden,waarinzijwoonden, enalhunprachtigekastelen,metvuur.
11Enzijroofdendegehelebuit,enalleroof,zowelvande mensenalsvandedieren
12Enzijbrachtendegevangenen,debuitendebuitnaar Mozes,naardepriesterEleazarennaardevergaderingvan deIsraëlieten,naarhetlegerkampindevlaktenvanMoab, dieaandeJordaanbijJericholiggen.
13ToengingenMozes,depriesterEleazarenalleleiders vandegemeenschaphuntegemoet,buitenhetlegerkamp.
14ToenwerdMozeswoedendopdeaanvoerdersvanhet leger,opdeoverstenoverduizendenopdeoverstenover honderddieuitdestrijdgekomenwaren
15ToenzeiMozestegenhen:Hebbenjullieallevrouwen inlevengelaten?
16Zie,dezenwarendoorderaadvanBileamdeoorzaak vandeovertredingvandeIsraëlietentegendeHEERE,in dezaakvanPeor,zodatereenplaagontstondonderde vergaderingvandeHEERE.
17Dooddaaromnuallemannenonderdekinderen,en doodiederevrouwdiegemeenschapheeftgehadmeteen man.
18Maarallevrouwen,diegeengemeenschapmeteenman hebbengehad,moetuvooruzelfinlevenhouden
19BlijfdanzevendagenbuitenhetlegerkampAlsiemand eenmensgedoodheeft,ofalsiemandeengedodeheeft aangeraakt,moethijzichzelfenzijngevangenenopde derdedagenopdezevendedagreinigen.
20Enreinigaluwkleding,enalwatvandierenhuiden gemaaktis,enalhetwerkvangeitenhaar,enalhethout
21EndepriesterEleazarzeidetotdekrijgslieden,dieten strijdegetrokkenwaren:Ditisdewetsbepaling,diede HEEREaanMozesgebodenheeft:
22Alleenhetgoud,hetzilver,hetkoper,hetijzer,hettin enhetlood,
23Alleswathetvuurkanverdragen,moetudoorhetvuur latengaan,enhetzalreinworden.Hetmoetgereinigd wordenmethetreinigingswaterMaaralleswathetvuur nietkanverdragen,moetudoorhetwaterlatengaan 24Opdezevendedagmoetuuwklerenwassen.Danbent ureinenmaguweerinhetlegerkampkomen
25EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:
26Neemdesomopvandebuitdieisbuitgemaakt,zowel vandemensalsvanhetvee,jijendepriesterEleazarende hoofdenvandevaderenvandegemeenschap
27Enverdeeldebuitintweedelen,tussenhendiedestrijd methenaangingen,dietenstrijdegingen,entussendehele vergadering
28EnhefeenschattingopvoordeHEEREvande krijgsliedendietenstrijdezijngetrokken:éénzielvan vijfhonderd,zowelvandemensenalsvanderunderen,van deezelsenvandeschapen.
29Neemdatvanhundeelengeefhetaandepriester EleazaralseenhefoffervoordeHEERE
30EnvandehelftdievoordeIsraëlietenbestemdis,moet uvijftigman,runderen,ezels,kleinveeenallerleivee nemenenaandeLevietengeven,diedewachthoudenover detabernakelvandeHEERE.
31MozesendepriesterEleazardedenzoalsdeHEER Mozesgebodenhad
32Endebuit,derestvandebuitdiedekrijgslieden haddengeroofd,waszeshonderdduizenden zeventigduizendenvijfduizendschapen, 33Enzestigentwaalfduizendrunderen, 34Enzeventigduizendezels,
35Enintotaaltweeëndertigduizendvrouwen,diegeen gemeenschapmeteenmanhaddengehad.
36Endehelft,datwashetdeelvanhendietenstrijde warengetrokken,bedroegingetaldriehonderdduizend zevenendertigduizendvijfhonderdschapen.
37EndeschattingvandeschapenvoordeHEEREwas zeshonderdvijfenzestig.
38Enderunderenwarenzesendertigduizend;deschatting voordeHEEREwastwaalfenzestig
39Endeezelinnenwarendertigduizendvijfhonderd;de schattingdaarvanvoordeHEEREwaseenenzestig.
40Enhetaantalpersonenwaszestienduizend;deschatting vandeHEEREbedroegtweeëndertigpersonen
41ToengafMozesdeschatting,hethefoffervande HEERE,aandepriesterEleazar,zoalsdeHEEREMozes gebodenhad.
42EnvandehelftvandeIsraëlieten,dieMozeshad afgescheidenvandemannendieinoorlogwaren, 43(Dehelftvandevergaderingnubestonduit driehonderdduizenddertigduizendzevenduizend vijfhonderdschapen,
44Enzesendertigduizendrunderen, 45Endertigduizendezelinnenenvijfhonderd, 46Enzestienduizendpersonen;)
47VandehelftdiedeIsraëlietenhadden,namMozes vijftigmanenvijftigvee.HijgafdataandeLevieten,die dedienstverrichttenindetabernakelvandeHEERE,zoals deHEEREMozesgebodenhad
48Toenkwamendeoversten,dieoverdeduizendenvan hetlegergesteldwaren,deoverstenoverduizendende overstenoverhonderd,naarMozestoe
49EnzijzeidentotMozes:Uwdienarenhebbenhetgetal opgetekendvandekrijgslieden,dieonderonzeleiding staan,enerisnietéénmanvanonsingebrekegebleven.
50DaaromhebbenwijvoordeHEEREeenoffergebracht, datiederverkregenheeft:goudensieraden,kettingen, armbanden,ringen,oorringenenplaquettes.Daarmee willenwijvoorhetaangezichtvandeHEEREverzoening doenvooronzezielen
51MozesendepriesterEleazarnamenalhetgoudervan, alhetbewerktesieraad
52AlhetgoudvandeheffingdiezijaandeHEERE aanboden,waszestienduizendzevenhonderdvijftigsjekel, doordeoverstenoverduizendendoordeoverstenover honderd
53(Wantdekrijgsliedenhaddenbuitgemaakt,iedervoor zich)
54ToennamenMozesendepriesterEleazarhetgoudvan deoverstenoverduizendenoverhonderdenbrachtenhet naardetentvanontmoeting,alseengedachtenisvoorde IsraëlietenvoorhetaangezichtvandeHEERE
HOOFDSTUK32
1DeRubenietenenGadietenhaddeneenzeergrote menigteaanveeToenzijhetlandJazerenhetlandGilead zagen,zie,dieplaatswaseenplaatsvoorvee
2DekinderenvanGadendekinderenvanRubenkwamen ensprakentotMozes,totdepriesterEleazarentotde overstenvandevergadering,zeggende:
3Atarot,Dibon,Jazer,Nimra,Hesbon,Eleale,Sebam, NeboenBeon,
4HetlanddatdeHEEREvoorhetaangezichtvande vergaderingvanIsraëlgeslagenheeft,iseenlandvoorvee, enuwdienarenhebbenvee
5Daarom,zeidenzij,indienwijgenadeinuwogenhebben gevonden,laatditlanddanaanuwdienarentoteenbezit wordengegeven,enlaatonsnietoverdeJordaantrekken
6ToenzeiMozestegendeGadietenendeRubenieten: ‘Moetenjulliebroederstenstrijdetrekkenenwillenjullie hierblijven?
7WaaromweerhoudtudeIsraëlietenervanomoverte stekennaarhetlanddatdeHEEREhungegevenheeft?
8Zodedenuwvooroudersook,toenikhenvanuitKadesBarneaeropuitstuurdeomhetlandtebezichtigen
9ToenzijnaarhetdalEskoltrokkenenhetlandzagen, brachtenzijdemoedderIsraëlietenindeschoenen,zodat zijhetlanddatdeHEEREhungegevenhad,nietzouden binnengaan
10ToenontstakdetoornvandeHEEREterzelfdertijd,en Hijzwoer,zeggende:
11Zeker,niemandvandemannendieuitEgyptezijn gekomen,vantwintigjaaroudendaarboven,zalhetland
Nummers ziendatIkaanAbraham,IzakenJakobonderedebeloofd heb,omdatzijMijniettenvollegevolgdhebben.
12BehalveKaleb,dezoonvanJefunne,deKeneziet,en Jozua,dezoonvanNun;zijzijndeHEEREvolkomen gevolgd.
13ToenontstakdetoornvandeHEEREtegenIsraëlen Hijliethenveertigjaarindewoestijnronddolen,totdatde gehelegeneratiediegedaanhadwatslechtwasindeogen vandeHEERE,uitgeroeidwas
14Enzie,gijliedenzijtopgestaanindeplaatsuwer vaderen,eenmenigtevanzondigemannen,omde brandendetoorndesHEERENoverIsraëlnogtedoen toenemen.
15Wantalsuzichvanhemafkeert,zalhijhenopnieuwin dewoestijnachterlaten,enuzultheelditvolkvernietigen 16EnzijkwamentotHemenzeiden:Wijzullenhier schaapskooienbouwenvooronsvee,enstedenvooronze kleinekinderen
17Maarwijzullenzelf,gewapend,voordeIsraëlietenuit gaan,totdatwijhennaarhunplaatshebbengebrachtEn onzekinderenzullenindeversterktestedenwonen, vanwegedeinwonersvanhetland.
18Wijzullennietnaaronzehuizenterugkeren,totdatde Israëlieteniederzijneigenerfdeelinbezithebbengenomen 19Wantwijzullengeenerfdeelmethenkrijgenaande overzijdevandeJordaan,nochverderop,omdatonserfdeel aandezezijdevandeJordaan,oostwaarts,vooronsis gevallen.
20ToenzeiMozestegenhen:Alsuditdoet,alsu gewapendvoorhetaangezichtvandeHEEREtenstrijde trekt,
21Enuzultallen,gewapend,overdeJordaantrekken, voorhetaangezichtvandeHEERE,totdatHijzijn vijandenvoorHemheeftverdreven,
22Enhetlandzalonderworpenzijnvoorhetaangezicht desHEEREN;daarnazultgijwederkeren,enonschuldig zijnvoorhetaangezichtdesHEERENenvoorhet aangezichtdesIsraëls;enditlandzaluwbezitzijnvoorhet aangezichtdesHEEREN
23Maarindiengijdatnietdoet,ziet,danhebtgijtegenden HEEREgezondigd;enweesterzekervan,datuwzondeu vindenzal
24Bouwstedenvooruwkinderenenkooienvooruw schapen,endoewatuituwmondisvoortgekomen
25ToensprakendeGadietenendeRubenietentotMozes: Zoalsmijnheergebiedt,zullenuwdienarendoen.
26Onzekinderen,onzevrouwen,onzeschapenenalons veezullendaarzijnindestedenvanGilead.
27Maaruwdienarenzullen,iedergewapendvoordestrijd, voordeHEEREuittrekkenomtestrijden,zoalsmijnheer zegt
28DaaromgafMozesaangaandehenbevelaandepriester Eleazar,aanJozua,dezoonvanNun,enaande familiehoofdenvandestammenvandeIsraëlieten:
29ToenzeiMozestegenhen:AlsdeGadietenende RubenietenmetuoverdeJordaantrekken,iedergewapend tenstrijde,voorhetaangezichtvandeHEERE,enhetland vooruonderworpenwordt,danzultuhunhetlandGilead alsbezitgeven
30Maaralszijnietgewapendmetuoversteken,zullenzij bezittingeninhetlandKanaänbijuhebben
31ToenantwoorddendeGadietenendeRubenietenen zeiden:ZoalsdeHEEREtotuwdienarengesprokenheeft, zozullenwijdoen
32Wijzullen,gewapend,voorhetaangezichtvande HEEREoverstekennaarhetlandKanaän,opdatons erfelijkbezitaandezezijdevandeJordaanvooronszal zijn
33EnMozesgafhun,aandenakomelingenvanGad,aan denakomelingenvanRubenenaandehalvestamManasse, dezoonvanJozef,hetkoninkrijkvanSihon,dekoningvan deAmorieten,enhetkoninkrijkvanOg,dekoningvan Basan,hetlandmetdestedenervanindelandpalen,de stedenvanhetlanderomheen.
34EndekinderenvanGadbouwdenDibon,enAtaroth,en Aroër,
35EnAtroth,Sofan,JaäzerenJogbeha,
36EnBeth-NimraenBeth-Haranwarenversterktesteden metkooienvoordeschapen
37EndekinderenvanRubenherbouwdenHesbon,en Eleale,enKirjathaim,
38EnNebo,enBaäl-meon(hunnamenwarenveranderd) enShibma;ookgavenzijanderenamenaandestedendie zijbouwden
39DezonenvanMachir,dezoonvanManasse,trokken naarGilead,namenhetinenverdrevendeAmorietdie daarinwoonde
40EnMozesgafGileadaanMachir,dezoonvanManasse, enhijgingdaarwonen.
41EnJaïr,dezoonvanManasse,gingheenennamde kleinestedendaarvanin,ennoemdezeHawaï-Jaïr
42ToengingNobahheenennamKenathin,metde dorpendiedaarbijhoorden,enhijnoemdehetNobah,naar zijneigennaam
HOOFDSTUK33
1DitzijndetochtenvandeIsraëlieten,dieuithetland EgyptetrokkenmethunlegersonderleidingvanMozesen Aäron
2Mozesbeschreefhuntochtennaarhuntochten, overeenkomstighetbevelvandeHEEREDitzijnhun tochten,overeenkomstighuntochten
3ZijbrakenopuitRamesesindeeerstemaand,opde vijftiendedagvandeeerstemaandDedagnahetPascha trokkendeIsraëlietenuit,metopgehevenhand,voorde ogenvanalleEgyptenaren.
4WantdeEgyptenarenbegroevenalhuneerstgeborenen, diedeHEEREonderhengeslagenhad;ookaanhungoden voltrokdeHEEREstrafgerichten
5ToenbrakendeIsraëlietenopuitRamesesenlegerden zichinSukkot
6ZijbrakenopvanSukkotensloegenhunkampopin Etham,dataanderandvandewoestijnligt
7ToenbrakenzijopvanEthamenkeerdenterugnaarPiHachiroth,dattegenoverBaäl-Zefonligt,enzijlegerden zichtegenoverMigdol
8ToenbrakenzijopvanPi-Hachirotentrokkenmidden doordezeedewoestijninZijreisdendriedagreizenver dewoestijnvanEthaminenlegerdenzichteMara
9ToenbrakenzijopvanMaraenkwamenteElim.InElim warentwaalfwaterbronnenenzeventigpalmbomen;enzij legerdenzichdaar
10ToenbrakenzijopvanElimenlegerdenzichaande Schelfzee.
11ToenbrakenzijopvandeSchelfzeeenlegerdenzichin dewoestijnvanSin.
12ZijtrokkenweguitdewoestijnvanSinensloegenhun kampopinDofka
13ZijbrakenopvanDofkaenlegerdenzichinAlus 14ToenbrakenzijopuitAlusenlegerdenzichinRafidim. Daarwasgeenwatertedrinkenvoorhetvolk
15ToenbrakenzijopuitRafidimensloegenhunkampop indewoestijnvanSinaï
16ZijbrakenopuitdeSinaïwoestijnensloegenhunkamp opinKibroth-Taäva.
17ZijbrakenopvanKibroth-Taävaenlegerdenzichin Hazeroth
18ToenbrakenzijopuitHazerothenlegerdenzichin Rithma
19ZijbrakenopvanRithmaenlegerdenzichte Rimmonparez.
20ZijbrakenopvanRimmonparezenlegerdenzichin Libna
21ZijbrakenopvanLibnaenlegerdenzichinRissa.
22ZijbrakenopvanRissaenlegerdenzichinKehelatha
23ZijvertrokkenuitKehelathaensloegenhunkampopin hetgebergteSafer.
24ToenbrakenzijopvanhetgebergteSaferenlegerden zichinHarada
25ToenbrakenzijopvanHaradaenlegerdenzichin Makheloth
26ZijbrakenopvanMakhelothenlegerdenzichinTachat
27ZijbrakenopvanTahathensloegenhunkampopin Tarah
28ToenbrakenzijopvanTaraenlegerdenzichinMithca
29ZijvertrokkenuitMithcaensloegenhunkampopin Hasmona
30ToenbrakenzijopvanHasmonaenlegerdenzichin Moseroth.
31ZijbrakenopuitMoserothenlegerdenzichinBeneJaäkan
32ZijbrakenopvanBene-Jaäkanenlegerdenzichte Horhagidgad
33ZijvertrokkenuitHorha-gidgadensloegenhunkamp opinJotbata.
34ToenbrakenzijopvanJotbataenlegerdenzichbij Ebrona
35ZijbrakenopvanEbronaenlegerdenzichinEzionGaber
36ZijbrakenopvanEzion-Gaberensloegenhunkampop indewoestijnZin,datisKades
37ZijbrakenopvanKadesensloegenhunkampopopde bergHor,aandegrensvanhetlandEdom
38EndepriesterAäronbesteegopbevelvandeHEERE debergHorenstierfdaar,inhetveertigstejaarnadatde IsraëlietenuithetlandEgyptewarenweggetrokken,opde eerstedagvandevijfdemaand
39Aäronwashonderddrieëntwintigjaaroudtoenhijopde bergHorstierf.
40ToenhoordedeKanaänietArad,dekoningvanhet Zuiderland,dieinhetlandKanaänwoonde,datde Israëlietenopkomstwaren.
41ToenbrakenzijopvandebergHorenlegerdenzichin Zalmona
42ZijbrakenopvanZalmonaenlegerdenzichinFunon 43ZijbrakenopuitFunonenlegerdenzichinOboth. 44ZijbrakenopuitObothenlegerdenzichinIjeabarim,in hetgebiedvanMoab.
45ToenbrakenzijopvanJimenlegerdenzichin Dibongad
46ZijbrakenopvanDibongadenlegerdenzichin Almond-Diblathaim.
47ZijbrakenopvanAlmond-Diblathaimenlegerdenzich inhetgebergtevanAbarim,tegenoverNebo
48ZijbrakenopuithetAbarimgebergteenlegerdenzich indevlaktenvanMoab,aandeJordaan,bijJericho
49ZijlegerdenzichaandeJordaan,vanBeth-Jesimothtot aanAbel-Sittim,indevlaktenvanMoab
50EndeHEEREspraktotMozesindevlaktenvanMoab, aandeJordaan,bijJericho,zeggende:
51SpreektotdeIsraëlietenenzegtegenhen:Wanneeru deJordaanoversteektnaarhetlandKanaän,
52Danzultgijalleinwonersvanhetlandvooruw aangezichtverdrijven,enalhunschilderijenenalhun gegotenbeeldenvernietigen,enalhunhoogtengeheel afbreken.
53Engijzultdeinwonersvanhetlandverdrijvenen daarinwonen,wantIkhebuhetlandgegevenomhetin bezittenemen.
54Engijzulthetlanddoorlotingverdelenalserfelijk bezitonderuwgeslachten;enaanhoemeergijhebt,zult gijeengrotererfelijkbezitgeven,enaanhoemindergij hebt,zultgijeenkleinererfelijkbezitgeven;iederserfelijk bezitzalzijnopdeplaatswaarhetlothemheeftgetroffen; overeenkomstigdestammenuwervaderenzultgijerfelijk bezitten
55Maarindiengijdeinwonersdeslandsnietvooruw aangezichtverdrijft,danzalhetgeschieden,datzij,diegij vanhenlaatoverblijven,totstekelsinuwogenentot doorneninuwzijdenzullenzijn,enzijzullenubenauwen inhetland,waaringijwoont.
56Enhetzalgeschieden,datIkudoenzal,gelijkIk gedachthebhuntedoen
HOOFDSTUK34
1EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:
2GeefdeIsraëlietenhetbevelenzegtegenhen:Wanneer uinhetlandKanaänkomt,(ditishetlanddatualserfelijk bezittoekomt,namelijkhetlandKanaänmetdelandpalen ervan)
3UwzuidgrenszallopenvandewoestijnZintotaande kustvanEdom,enuwzuidgrenszallopentotaande uiterstekustvandeZoutzee,oostwaarts
4Uwgebiedzalzichvanhetzuidenafbuigennaarde hellingvanAkrabbim,enzaldoorlopennaarZin.Hetzal vanhetzuidenaflopennaarKades-Barnea,enzal doorlopennaarHazaraddar,enzaldoorlopennaarAzmon 5DegrenszalzichuitstrekkenvanAzmontotaanderivier vanEgypte,enhaaruitgangenzullenzijnaandezee 6Enwatdewestelijkegrensbetreft,deGroteZeezalvoor udegrenszijn;ditzaluwwestelijkegrenszijn 7Enditzaluwnoordgrenszijn:vanafdegrotezeezultgij voorudebergHoraanwijzen.
8VanafdebergHorzultuuwgrensgebiedafbakenentot aandewegnaarHamath;endeuitgangenvanhetgebied zullenzijnnaarZedad
9DegrenszalnaarZifronlopenenhaaruitgangzalzijnbij Hazar-Anan;ditzalvoorudenoordgrenszijn.
10Engijzultuwoostgrensaangeven,vanHazarenantot Sefam
11EndegrenszalvanSefamaflopennaarRibla,ten oostenvanAïn;danzaldegrensafdalenenreikentotaan dezijdevandezeevanKinnereth,inhetoosten
12DegrenszalnaardeJordaanaflopenenhaaruitgangen zullennaardeZoutzeezijnDitzaluwlandzijn,metzijn grenzenrondom.
13EnMozesgebooddekinderenIsraëls,zeggende:Ditis hetland,datgijdoorhetlotzulterven,datdeHEERE gebodenheefttegevenaandenegenstammenenaande halvestam:
14WantdestamvandeRubenieten,naarhethuisvanhun vaderen,endestamvandeGadieten,naarhethuisvanhun vaderen,hebbenhunerfelijkbezitontvangen;endehalve stamvanManasseheeftzijnerfelijkbezitontvangen
15Detweestammenendehalvestamhebbenhunerfelijk bezitgekregenaandezezijdevandeJordaan,vlakbij Jericho,oostwaarts,tegendeopgangvandezon
16EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:
17Ditzijndenamenvandemannendiehetlandonderu zullenverdelen:depriesterEleazarenJozua,dezoonvan Nun.
18Engijzultuitelkestaméénvorstaanwijzen,omhet landinerfelijkbezitteverdelen
19Denamenvandemannenzijndeze:vandestamJuda: Kaleb,dezoonvanJefunne
20EnvandestamderSimeonieten:Semuel,dezoonvan Ammihud.
21VandestamBenjamin:Elidad,dezoonvanKislon
22EndeleidervandestamderzonenvanDanwasBukki, dezoonvanJogli.
23DeleidervandenakomelingenvanJozef,uitdestam vandenakomelingenvanManasse,wasHanniël,dezoon vanEfod.
24EndeoverstevandestamderkinderenvanEfraïmwas Kemuël,dezoonvanSiftan
25EndeleidervandestamderZebulonietenwasElisafan, dezoonvanParnach
26EndeleidervandestamvandeIssacharietenwas Paltiël,dezoonvanAzzan.
27EndeleidervandestamvandekinderenvanAserwas Ahihud,dezoonvanSelomi.
28EndeleidervandestamvandeNaftaliietenwasPedaël, dezoonvanAmmihud
29ZijzijnhetaanwiedeHEEREopdrachtgafomde erfenisinhetlandKanaänonderdeIsraëlietenteverdelen.
HOOFDSTUK35
1EndeHEEREspraktotMozesindevlaktenvanMoab, aandeJordaan,bijJericho,zeggende:
2GebieddeIsraëlietendatzijaandeLevietenvanhet erfelijkbezitdatzijbezitten,stedengevenomintewonen OokmoetuaandeLevietenweidegrondengevenvoorde stedenrondomhen
3Zijzullenindestedenwonen,enhunbuitenwijken zullenbestemdzijnvoorhunvee,hungoederenenalhun vee
4DebuitenwijkenvandestedendieuaandeLevieten moetgeven,moetenzichuitstrekkenvanafdestadsmuur ennaarbuiten,duizendelrondom
5Engijzultvanbuitendestadafmeten,aandeoostzijde tweeduizendel,enaandezuidzijdetweeduizendel,enaan dewestzijdetweeduizendel,enaandenoordzijde tweeduizendel;endestadzalinhetmiddenzijn;ditzal voorhendevoorstedenderstedenzijn
6EnonderdestedendiegijaandeLevietenzultgeven, zullenzesstedenzijndiealstoevluchtsoordendienen;die zultgijaanwijzenvoordedoodslager,opdathijdaarheen kanvluchten;endaaraanzultgijtweeënveertigsteden toevoegen.
7AldestedendieuaandeLevietenmoetgeven,zijn achtenveertigsteden;umoetzemetdeweidegronden eromheenafstaan.
8Endestedendiegijgevenzult,zullenhetbezitzijnvan dekinderenIsraëls;vanhendieveelhebben,zultgijveel geven,maarvanhendieweinighebben,zultgijweinig gevenIederzalvanzijnstedenaandeLevietengeven, overeenkomstigheterfelijkbezitdathijerft
9EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:
10SpreektotdeIsraëlietenenzegtegenhen:Wanneeru overdeJordaaninhetlandKanaänkomt,
11Danzultustedenaanwijzenalsvrijstedenvooru,zodat demoordenaar,dieiemandonopzettelijkdoodt,daarheen kanvluchten
12Enhetzullenstedenzijnwaarukuntschuilentegende wreker,opdatdedoodslagernietsterft,totdathijvoorde gemeenteterechtstaat
13Envandestedendieuafstaat,zultuerzesals toevluchtsoordhebben
14DriestedenzultgijgevenaandezezijdevandeJordaan, endriestedenzultgijgeveninhetlandKanaän,datzullen vrijstedenzijn
15Dezezesstedenzulleneentoevluchtsoordzijnvoorde Israëlieten,voordevreemdelingenenvoorde buitenlandersdiebijhenverblijvenIedereendie onopzettelijkeenanderdoodt,kandaarheenvluchten
16Enalshijhemmeteenijzerenwapenslaat,zodathij sterft,ishijeenmoordenaarDemoordenaarmoetzekerter doodgebrachtworden
17Enalshijhemmeteensteenslaat,waardoorhijsterft, enhijsterft,ishijeenmoordenaarDemoordenaarmoet zekerterdoodgebrachtworden.
18Ofwanneeriemandhemmeteenhoutenwapenslaat, waardoorhijsterft,enhijsterft,ishijeenmoordenaarDe moordenaarmoetzekerterdoodgebrachtworden
19Debloedwrekerzaldemoordenaarzelfdoden;alshij hemontmoet,zalhijhemdoden
20Maarindienhijhemuithaatstoot,ofhemmeteen hinderlaagomdehalsslaat,zodathijsterft;
21Ofslahemuitvijandschapmetzijnhand,zodathij sterft.Wiehemgeslagenheeft,zalzekerterdoodgebracht worden,wanthijiseenmoordenaarDebloedwrekerzalde moordenaardoden,wanneerhijhemontmoet
22Maaralshijhemplotseling,zondervijandschap, aanstoot,ofhemietsoplegtzondererachtopteslaan,
23Ofmeteensteen,waarmeeiemandkansterven,enhem nietziende,endieophemwerpen,zodathijsterft,enhij wasnietzijnvijand,nochzochthijzijnkwaad;
24Danzaldevergaderingoordelentussendegenediehet bloeddoodtendegenediehetbloedwreekt, overeenkomstigdezebepalingen:
25Endegemeentezaldedoodslagerreddenuitdehand vandebloedwreker,endegemeentezalhemterugbrengen inzijntoevluchtsstad,waarheenhijgevluchtwas;enhijzal daarinblijventotdedoodvandehogepriester,diemetde heiligeoliegezalfdwas
26Maaralsdemoordenaarteenigertijdbuitendegrenzen vanzijntoevluchtsstadkomt,waarheenhijgevluchtis, 27Endebloedwrekerzalhemvindenbuitendegrenzen vanzijntoevluchtsstad,endebloedwrekerzalde moordenaardoden;hijzalnietschuldigzijnaanbloed.
28Wanthijhadinzijntoevluchtsstadmoetenblijventotde doodvandehogepriesterMaarnadedoodvande hogepriestermoetdedaderterugkerennaarhetlandvan zijnbezit
29Dezedingenzullenvoorueenverordeningter beoordelingzijn,aluwgeneratiesdoor,inaluw woonplaatsen
30Wieeenmensdoodt,moetopbevelvangetuigenter doodgebrachtworden.Maarééngetuigemagniettegen iemandgetuigenomhemterdoodtebrengen
31Ookmagugeengenoegdoeningeisenvoorhetleven vaneenmoordenaar,dieschuldigisaandedood;hijzal zekerterdoodgebrachtworden
32Enumaggeengenoegdoeningvragenvooriemanddie naarzijnvrijstadisgevlucht,zodathijweerinhetlandkan wonen,totdatdepriestergestorvenis
33Gijzulthetlandwaaringijzijt,nietverontreinigen, wantbloedverontreinigthetland;enhetlandkanniet gereinigdwordenvanhetbloeddatdaarinvergotenis,dan doorhetbloedvanhemdiehetvergotenheeft
34Verontreinigdanhetlandniet,waaringijzultwonen, waarinIkwoon;wantIk,deHEERE,woontemiddenvan dekinderenIsraëls
HOOFDSTUK36
1Toenkwamendehoofdenvandefamiliesvande Gileadieten,dezoonvanMachir,dezoonvanManasse,uit defamiliesvandezonenvanJozef,enzijsprakenvoor Mozesenvoordeleiders,dehoofdenvandefamiliesvan deIsraëlieten:
2Enzijzeiden:DeHEEREheeftmijnheergeboden,dat hijhetlanddoorhetlotaandeIsraëlietentenerfelijkedeel zougeven;enmijnheerheeftvandeHEEREgeboden,dat hijheterfelijkbezitvanonzebroederZelafchadaanzijn dochterszougeven.
3Enindienzijmeteenvandezonenvandeandere stammenderkinderenIsraëlsgetrouwdzijn,danzalhun erfdeelvanheterfdeelonzervaderenwordengenomen,en zalhetwordentoegevoegdaanheterfdeelvandestam, waartoezijzijnaangenomen;zozalhetvanhetlotonzer erfdeelwordengenomen
4WanneerhetjubeljaarvandeIsraëlietenaanbreekt,zal hunerfdeelwordentoegevoegdaanheterfdeelvandestam, waartoezijzijntoegelatenAlduszalhunerfdeelworden afgenomenvanheterfdeelvandestamvanonzevaderen
5ToengeboodMozesdeIsraëlietenovereenkomstighet woordvandeHEERE:DestamvandezonenvanJozef heeftgoedgesproken
6DitishetwatdeHEEREgebiedtaangaandededochters vanZelafchad:Zijmogentrouwenmetwiezijhetbeste achten;alleenmethetgeslachtvandestamvanhunvader mogenzijtrouwen
7ZozalheterfelijkbezitvandeIsraëlietennietvanstam totstamverschuiven,wantiedervandeIsraëlietenzalzich houdenaanheterfelijkbezitvandestamvanzijnvaderen
8Eniederedochter,dieeenerfelijkbezitbezitineenstam vandekinderenIsraëls,zaltotvrouwwordenvaneenvan defamilieledenvandestamvanhaarvader,opdatde kinderenIsraëlsiederheterfelijkbezitvanzijnvaderen mogengenieten
9Ookmagheterfdeelnietvandeenestamopdeandere overgaan,maariederestamvandeIsraëlietenmoetzich aanzijneigenerfdeelhouden
10ZoalsdeHEEREMozesgebodenhad,zodedende dochtersvanZelafchad:
11WantMachla,Tirza,Hogla,MilkaenNoach,de dochtersvanZelafchad,warengetrouwdmetdezonenvan debroersvanhunvader
12Zijwerdenuitgehuwelijktaandefamiliesvandezonen vanManasse,dezoonvanJozef,enhunerfdeelbleefin handenvandestamvandefamilievanhunvader
13DitzijndegebodenenbepalingendiedeHEEREdoor dedienstvanMozesaandeIsraëlietenheeftgebodeninde vlaktenvanMoab,aandeJordaan,bijJericho