Dutch - The Book of Numbers

Page 1


Nummers

HOOFDSTUK1

1EndeHEEREspraktotMozesindewoestijnvanSinaï, indetentdersamenkomst,opdeeerstedagvandetweede maand,inhettweedejaarnadatzijuithetlandEgypte getrokkenwaren,zeggende:

2Neemhetaantalopvandegehelevergaderingvande Israëlieten,ingedeeldnaarhungeslachten,naarhun families,methetaantalnamenvanallemannennaarhun hoofden;

3IedereendieweerbaariseninIsraëltenstrijdekan trekken,vantwintigjaarenouder,moetusamenmet Aärontellen,ingedeeldnaarhunlegers 4Enerzalbijueenmanzijnuitelkestam,iederhoofdvan hethuisvanzijnvaderen.

5Ditzijndenamenvandemannendiebijuzullenstaan: vandestamRuben:Elizur,dezoonvanSedeur 6VanSimeon:Selumiël,dezoonvanZurisaddai. 7VanJuda;Nahesson,dezoonvanAmminadab 8VanIssaschar:Nethaneel,dezoonvanZuar 9VanZebulon;Eliab,dezoonvanHelon.

10VandekinderenvanJozef:vanEfraïm:Elisama,de zoonvanAmmihud;vanManasse:Gamaliël,dezoonvan Pedazur.

11VanBenjamin;Abidan,dezoonvanGideoni 12VanDan;Achiëzer,dezoonvanAmmisaddai 13VanAser;Pagiel,dezoonvanOcran. 14VanGad;Eliasaf,dezoonvanDeuël 15VanNaftali;Ahira,dezoonvanEnan 16Ditwarendeberoemdhedenvandegemeenschap,de leidersvandestammenvanhunvaderen,dehoofdenvan duizendeninIsraël.

17ToennamenMozesenAärondezemannen,diebijhun namengenoemdzijn:

18Enzijriependegehelegemeentebijeenopdeeerstedag vandetweedemaand,enzijschrevenhun geslachtsregistersop,ingedeeldnaarhungeslachten,naar hunfamilies,overeenkomstighetaantalnamen,van twintigjaaroudendaarboven,naarhunhoofden 19ZoalsdeHEERMozeshadopgedragen,teldehijhenin dewoestijnvanSinaï.

20EndezonenvanRuben,deoudstezoonvanIsraël,naar hunafstamming,naarhungeslachten,naarhethuisvan hunvaderen,overeenkomstighetaantalnamen,naarhun hoofden,allemannelijkepersonenvantwintigjaaren daarboven,allendieweerbaarwarenomtenstrijdete trekken;

21Hetaantalvanhendatgeteldwerd,vandestamRuben, bedroegzesenveertigduizendvijfhonderd 22VandezonenvanSimeon,naarhunafstamming,naar hunfamiliesennaarhunfamilies,hungetelden, overeenkomstighetaantalnamen,naarhunhoofden,alle mannelijkepersonenvantwintigjaarenouder,allendie weerbaarwarenomtenstrijdetetrekken; 23Hetaantalvanhendatgeteldwerd,vandestamSimeon, bedroegnegenenvijftigduizenddriehonderd.

24VandenakomelingenvanGad,naarhun afstammelingen,naarhungeslachten,naarhethuisvanhun vaderen,overeenkomstighetaantalnamen,vantwintigjaar

oudendaarboven,allendieweerbaarwarenomtenstrijde tetrekken;

25Hetaantalvanhendatgeteldwerd,vandestamGad, bedroegvijfenveertigduizendzeshonderdvijftig

26VandekinderenvanJuda,naarhunafstammelingen, naarhunfamiliesennaarhunfamilies,overeenkomstighet aantalnamen,vantwintigjaaroudendaarboven,allendie weerbaarwarenomtenstrijdetetrekken;

27Hetaantalvanhendatgeteldwerd,vandestamJuda, bedroegzeventigduizendzeshonderd

28VandezonenvanIssaschar,naarhunafstammelingen, naarhungeslachten,naarhethuisvanhunvaderen, overeenkomstighetaantalnamen,vantwintigjaarouden daarboven,allendieweerbaarwarenomtenstrijdete trekken;

29Hetaantalvanhendatgeteldwerd,vandestam Issaschar,bedroegvierenvijftigduizendvierhonderd

30VandezonenvanZebulon,naarhunafstammelingen, naarhunfamiliesennaarhunfamilies,overeenkomstighet aantalnamen,vantwintigjaaroudendaarboven,allendie weerbaarwarenomtenstrijdetetrekken;

31Hetaantalvanhendatgeteldwerd,vandestam Zebulon,bedroegzevenenvijftigduizendvierhonderd.

32VandezonenvanJozef,namelijkvandezonenvan Efraïm,naarhunafstamming,naarhunfamilies,naarhet huisvanhunvaderen,overeenkomstighetaantalnamen, vantwintigjaaroudendaarboven,allendieweerbaar warenomtenstrijdetetrekken;

33Hetaantalvanhendatgeteldwerd,vandestamEfraïm, bedroegveertigduizendvijfhonderd

34VandezonenvanManasse,naarhunafstammelingen, naarhunfamiliesennaarhunfamilies,overeenkomstighet aantalnamen,vantwintigjaaroudendaarboven,allendie weerbaarwarenomtenstrijdetetrekken;

35Hetaantalvanhendatgeteldwerd,vandestam Manasse,bedroegtweeëndertigduizendtweehonderd.

36VandeBenjaminieten,naarhunafstamming,naarhun familiesennaarhunfamilies,overeenkomstighetaantal namen,vantwintigjaaroudendaarboven,allendie weerbaarwarenomtenstrijdetetrekken;

37Hetaantalvanhendatgeteldwerd,vandestam Benjamin,bedroegvijfendertigduizendvierhonderd

38VandezonenvanDan,naarhunafstammelingen,naar hunfamiliesennaarhunfamilies,overeenkomstighet aantalnamen,vantwintigjaaroudendaarboven,allendie weerbaarwarenomtenstrijdetetrekken;

39Hetaantalvanhendatgeteldwerd,vandestamDan, bedroegtweeënzeventigduizendzevenhonderd

40VandezonenvanAser,naarhunafstammelingen,naar hunfamiliesennaarhunfamilies,overeenkomstighet aantalnamen,vantwintigjaaroudendaarboven,allendie weerbaarwarenomtenstrijdetetrekken;

41Hetaantalvanhendatgeteldwerd,vandestamAser, bedroegeenenveertigduizendvijfhonderd

42VandenakomelingenvanNaftali,naarhungeslachten, ingedeeldnaardefamiliesvanhunvaderen, overeenkomstighetaantalnamen,vantwintigjaarouden daarboven,allendieweerbaarwarenomtenstrijdete trekken;

43Hungetelden,vandestamNaftali,bedroegen drieënvijftigduizendvierhonderd

44DitzijndegeteldendieMozesenAärontelden,samen metdeleidersvanIsraël.Hetwarenertwaalf;ieder behoordetotdefamiliesvanzijnvaderen

45ZowarenerallendieonderdeIsraëlietengeteldwerden, naarhunfamilies,vantwintigjaaroudendaarboven,allen dieinstaatwarenomtenstrijdetetrekkeninIsraël; 46Hettotaalaantalgeteldenbedroegzeshonderdduizend drieduizendvijfhonderdvijftig.

47MaardeLevietenwerdennietonderhengeteld,naarde stamvanhunvaderen

48WantdeHEEREhadtotMozesgesproken,zeggende: 49AlleendestamLevimaguniettellen,enhunaantal onderdeIsraëlietennietoptekenen.

50MaaruzultdeLevietenaanstellenoverdetabernakel dergetuigenisenoveralhetbijbehorendegereienover alleswatdaarbijhoort.Zijzullendetabernakelenalhet bijbehorendegereidragen,enzijzullendaarvoordienst doenenzichrondomdetabernakellegeren

51Wanneerdetabernakelwordtneergezet,moetende LevietenhemafbrekenEnwanneerdetabernakelwordt opgericht,moetendeLevietenhemweeropzettenEn iederevreemdelingdienadert,moetgedoodworden.

52DeIsraëlietenmoetenhuntentenopslaan,iederbijzijn eigenlegerplaatseniederbijzijneigenvaandel,verdeeld overhunlegers.

53MaardeLevietenmoetenzichlegerenrondomdetent dergetuigenis,opdatergeentoornoverdevergaderingvan deIsraëlietenkomt.EndeLevietenmoetendedienstaan detentdergetuigeniswaarnemen

54DeIsraëlietendedenalleswatdeHEERaanMozes gebodenhad.

HOOFDSTUK2

1EndeHEEREspraktotMozesentotAäron,zeggende:

2IederderIsraëlietenmoetzichlegerenbijzijneigen banier,onderhetvaandelvanhethuisvanzijnvader;ver wegrondomdetentdersamenkomstmoetenzijzich legeren

3Aandeoostzijde,waardezonopgaat,moetenzijzich legerenonderhetvaandelvanhetlegervanJuda,ingedeeld naarhunlegersNahesson,dezoonvanAmminadab,zalde leiderzijnvandeJudaieten.

4Enzijnleger,endegenendievanhengeteldwaren, warenzeventigveertienduizendzeshonderd 5EndestamIssascharzalzichnaasthemlegeren;en Nethaneël,dezoonvanZuar,zalhethoofdzijnvande nakomelingenvanIssaschar.

6Enzijnleger,endegenendiedaarvangeteldwaren, warenvierenvijftigduizendvierhonderd

7DandestamZebulonEliab,dezoonvanHelon,wasde leidervandeZebulonieten.

8Enzijnleger,endegenendiedaarvangeteldwaren, warenzevenenvijftigduizendvierhonderd

9AllendieinhetlegervanJudageteldwaren,waren honderdduizendtachtigduizendzesduizendvierhonderd, naarhunlegers.Dezenzullenheteerstoptrekken.

10AandezuidkantzaldebaniervanhetlegervanRuben zijn,ingedeeldnaarhunlegersDeleidervande RubenietenwasElizur,dezoonvanSedeur.

11Enzijnleger,endegenendiedaarvangeteldwaren, warenzesenveertigduizendvijfhonderd

12DestamSimeonzalzichbijhemlegerenDeleidervan denakomelingenvanSimeonzalSelumiëlzijn,dezoon vanZurisaddai

13Enzijnleger,endegenendievanhengeteldwaren, warennegenenvijftigduizenddriehonderd.

14DandestamGadDeleidervandenakomelingenvan GadwasEljasaf,dezoonvanRehuël

15Enzijnleger,endegenendievanhengeteldwaren, warenvijfenveertigduizendzeshonderdvijftig

16AllendieinhetlegervanRubengeteldwaren,waren honderdduizendeneenenvijftigduizendenvierhonderden vijftig,naarhunlegersEnzijzullenindetweederij optrekken.

17Danzaldetentvanontmoetingopbreken,methetleger vandeLevieteninhetmiddenvanhetleger;zoalszijzich gelegerdhebben,zozullenzijopbreken,iederopzijn plaats,volgenszijnvaandels

18AandewestzijdezaldebaniervanhetlegervanEfraïm zijn,ingedeeldnaarhunlegers.Deleidervandezonenvan EfraïmzalElisamazijn,dezoonvanAmmihud

19Enzijnleger,endegenendievanhengeteldwaren, warenveertigduizendvijfhonderd.

20AanzijnzijdezaldestamManassestaan;endeleider vandezonenvanManassezalGamaliëlzijn,dezoonvan Pedazur.

21Enzijnleger,endegenendievanhengeteldwaren, warentweeëndertigduizendtweehonderd

22DandestamBenjamin.DeleidervandeBenjaminieten wasAbidan,dezoonvanGideoni

23Enzijnleger,endegenendievanhengeteldwaren, warenvijfendertigduizendvierhonderd.

24AllendiegeteldwarenvanhetlegervanEfraïm,waren honderdduizendenachtduizendenhonderd,naarhun legers.Enzijzullenoptrekkenindederderang.

25HetvaandelvanhetlegervanDanzalaandenoordzijde liggen,ingedeeldnaarhunlegersDeleidervande Danietenzalzijn:Ahiëzer,dezoonvanAmmisaddai.

26Enzijnleger,endegenendievanhengeteldwaren, warentweeënzeventigduizendzevenhonderd

27DestamAserzalzichbijhemlegeren.Deleidervande nakomelingenvanAserzalPagielzijn,dezoonvanOcran

28Enzijnleger,endegenendievanhengeteldwaren, wareneenenveertigduizendvijfhonderd.

29DestamNaftali,endeleidervandenakomelingenvan NaftaliwasAhira,dezoonvanEnan

30Enzijnleger,endegenendievanhengeteldwaren, warendrieënvijftigduizendvierhonderd

31AllendieinhetlegervanDangeteldwaren,waren honderdduizendzevenenvijftigduizendzeshonderdZij zullenhetachterstedeelnemenmethunbanieren

32DitzijndegenendiegeteldwerdenonderdeIsraëlieten, naarhunfamilies:hettotaalaantalgeteldenvande legerplaatsen,ingedeeldnaarhunlegers,bedroeg zeshonderdduizenddrieduizendvijfhonderdvijftig

33MaardeLevietenwerdennietonderdeIsraëlieten geteld,zoalsdeHEEREaanMozeshadgeboden

34DeIsraëlietendedenalleswatdeHEERMozesgeboden hadZelegerdenzichlangshunvaandelsentrokkenop, iedernaarzijnfamilie,volgensdefamiliesvanzijn voorouders.

1DitzijndenakomelingenvanAäronenMozes,tentijde datdeHEEREmetMozessprakopdebergSinaï.

2DitzijndenamenvandezonenvanAäron:Nadab,de eerstgeborene,enAbihu,EleazarenItamar

3DitzijndenamenvandezonenvanAäron,depriesters diegezalfdwerdenendiehijaansteldeomhetpriesterambt tevervullen

4NadabenAbihustiervenvoorhetaangezichtvande HEERE,toenzijvreemdvuurvoorhetaangezichtvande HEEREofferdenindewoestijnvanSinaïZijhaddengeen kinderengekregen.EleazarenItamarvervuldenhet priesterambtvoordeogenvanhunvaderAäron

5EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

6LaatdestamLevinaderenenbrenghenvoorhet aangezichtvandepriesterAäron,zodatzijhemkunnen dienen

7Enzijzullenzijntaakvervullen,endetaakvandegehele vergadering,voordetentvansamenkomst,omdedienst vandetabernakelteverrichten

8Zijzullenalhetgereedschapvandetentdersamenkomst bewakenendetaakopzichnemenvandeIsraëlietenom dedienstvandetentteverrichten

9EngijzultdeLevietenaanAäronenzijnzonengeven; zijwordenhemgeheelgegevenuitdekinderenIsraëls

10EngijzultAäronenzijnzonenaanstellen,enzijzullen hetpriesterambtwaarnemen;endevreemdeling,diete dichtbijkomt,zalgedoodworden

11EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

12EnIk,zie,IkhebdeLevietenuithetmiddenvande Israëlietengenomeninplaatsvanalleeerstgeborenen,die debaarmoederopenenonderdeIsraëlieten;daaromzullen deLevietenMijneigendomzijn;

13WantalleeerstgeborenenzijnvanMijOpdedagdatIk alleeerstgeboreneninEgyptesloeg,hebIkMijalle eerstgeboreneninIsraël,vanmenstotdier,geheiligd.Zij zullenvanMijzijnIkbendeHEERE

14EndeHEEREspraktotMozesindewoestijnvanSinaï, zeggende:

15TeldezonenvanLevivolgenshunfamiliesen geslachtenAllemannelijkepersonen,vanéénmaandoud enouder,moetutellen.

16EnMozesteldehenovereenkomstighetbevelvande HEERE,zoalsHemgebodenwas

17EnditwarendezonenvanLevimethunnamen:Gerson, KehathenMerari

18DitzijndenamenvandezonenvanGerson,ingedeeld naarhungeslachten:LibnienSimeï

19DezonenvanKehat,ingedeeldnaarhungeslachten: Amram,Jizehar,HebronenUzziël

20EndezonenvanMerari,naarhungeslachten:Mahlien MusiDitzijndegeslachtenderLevieten,naarhethuis hunnervaderen

21VanGersonwashetgeslachtvandeLibnietenenhet geslachtvandeSimieten;ditzijndegeslachtenvande Gersonieten.

22Hetaantalvanhendatgeteldwerd,berekendnaarhet aantalmannelijkepersonenvanéénmaandoudenouder, bedroegzevenduizendvijfhonderd.

23DegeslachtenvandeGersonietenmoetenzichachterde tabernakel,inderichtingvanhetwesten,legeren

24DeleidervanhetgeslachtderGersonietenwasEljasaf, dezoonvanLaël.

25EndetaakvandezonenvanGersonindetentder samenkomstzalzijndetabernakel,endetent,haardeksel, enhetvoorhangselaandedeurvandetentdersamenkomst, 26Endegordijnenvandevoorhof,enhetvoorhangsel voordedeurvandevoorhof,datbijdetabernakelenbij hetaltaarrondomis,endetouwendaarvanvooralzijn dienst

27EnvanKehatwashetgeslachtvandeAmramieten,het geslachtvandeJizharieten,hetgeslachtvande HebronietenenhetgeslachtvandeUzziëlieten;ditzijnde geslachtenvandeKehatieten.

28Hetaantalmannelijkepersonenvanéénmaandouden ouderbedroegachtduizendzeshonderdZijwaren verantwoordelijkvoordedienstinhetheiligdom.

29DefamiliesvandenakomelingenvanKehatmoeten hunkampopslaanaandezuidzijdevandetabernakel

30Enhethoofdvanhethuisdervaderlijkegeslachtender KehatietenwasElisafan,dezoonvanUzziël

31Enhuntaakzalzijndeark,detafel,dekandelaar,de altarenendevoorwerpenvanhetheiligdom,waarmedezij dienstdoen,enhetophangenenaldedienstdaarvan

32Eleazar,dezoonvandepriesterAäron,washethoofd vandeleidersvandeLevietenenhadhettoezichtophen diededienstinhetheiligdomverrichtten

33VanMerariwashetgeslachtvandeMachlietenenhet geslachtvandeMusieten;ditzijndegeslachtenvanMerari.

34Enhetaantalvanhendatgeteldwerd,overeenkomstig hetaantalmannelijkepersonenvanéénmaandouden daarboven,bedroegzesduizendtweehonderd.

35Enhethoofdvanhethuisvandevaderlijkegeslachten vanMerariwasZuriël,dezoonvanAbihaïl;zijzullenzich legerenaandezijdevandetabernakel,aandenoordkant.

36Enonderdehoedeenhettoezichtvandezonenvan Merarizullendeplankenvandetabernakel,degrendels daarvan,depilarendaarvan,devoetstukkendaarvan,enal hetgereedschapdaarvan,enalleswatdaaraandient,zijn 37Endepilarenvandevoorhofrondom,methun voetstukken,methunpennenenhuntouwen.

38Maardegenendiezichvóórdetabernakelaande oostkantlegeren,vóórdetabernakelvandeontmoetingaan deoostkant,zijnMozesenAäronenzijnzonen.Zijzullen detaakvanhetheiligdomwaarnemen,ondertoezichtvan deIsraëlietenIederevreemdelingdietedichtbijkomt,zal gedoodworden.

39AllegeteldenvandeLevieten,dieMozesenAäronop bevelvandeHEEREtelden,ingedeeldnaarhungeslachten, allemannelijkepersonenvanéénmaandoudenouder, warentweeëntwintigduizend

40ToenzeideHEEREtegenMozes:Telallemannelijke eerstgeborenenvandeIsraëlieten,vanéénmaandouden daarboven,enneemhetaantalnamenvanhenop

41EngijzultvoorMij(IkbendeHEERE)deLevieten nemeninplaatsvanalleeerstgeborenenonderdekinderen Israëls;enhetveevandeLevieteninplaatsvanalle eerstgeborenenonderhetveevandekinderenIsraëls.

42Mozestelde,zoalsdeHEEREhemgebodenhad,alle eerstgeborenenonderdeIsraëlieten

43Enallemannelijkeeerstgeborenenvaneenmaandoud endaarboven,vanhendiegeteldwerden,naarhetaantal

namen, waren tweeëntwintigduizend tweehonderddrieënzestigdertien.

44EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

45NeemdeLevieteninplaatsvanalleeerstgeborenen onderdeIsraëlieten,enhetveevandeLevieteninplaats vanhunvee;danzullendeLevietenMijtoebehoren:Ikben deHEERE

46Envoorhendievrijgekochtmoestenwordenvande tweehonderddrieënzestigeerstgeborenenvandekinderen Israëls,diemeerzijndandeLevieten:

47Umoetvijfsjekelperpersoonnemen,naardesjekel vanhetheiligdomDesjekelistwintiggera

48Enhetgeldwaarmeehetonevenaantalvanhenmoet wordenlosgekocht,moetuaanAäronenzijnzonengeven

49ToennamMozeshetlosgeldvanhendiemeerwaren danzijdiedoordeLevietenwarenlosgekocht.

50VandeeerstgeborenenonderdeIsraëlietennamhijhet geld:duizenddriehonderdvijfenzestigsikkels,naarde sikkelvanhetheiligdom.

51EnMozesgafhetgeldvandelosgekochtenaanAäron enzijnzonen,overeenkomstighetwoordvandeHEERE, zoalsdeHEEREMozesgebodenhad.

HOOFDSTUK4

1EndeHEEREspraktotMozesentotAäron,zeggende:

2NeemhetaantalopvandezonenvanKehatuithet middenvandezonenvanLevi,ingedeeldnaarhun geslachtenennaardehuizenvanhunvaderen,

3Vandertigjaarenoudertotvijftigjaaroud:allendiehet legerbinnengaanomhetwerkindetentvanontmoetingte doen

4DitisdedienstvandeKehatietenindetentvan ontmoeting,tenaanzienvandeallerheiligstedingen:

5Wanneerhetlegerzichopbreekt,zullenAäronenzijn zonenkomenenhetvoorhangselafbrekenendearkder getuigenisermeebedekken.

6Enhijzaldaarovereenkleedvandassenvellenleggen,en daaroverheeneengeheelblauwkleedspreiden,enhijzal dedraagbomendaarvaninsteken.

7Enoverdetafelmetdetoonbrodenzullenzijeenblauw kleedspreidenendaaropdeschotels,delepels,dekommen endedekselsleggenomallestebedekken;enhet voortdurendebroodzaldaaropliggen

8Danzullenzijdaarovereenscharlakenroodkleed uitspreiden,enhetmeteenbedekkingvandassenvellen bedekken,endedraagbomendaaraanvastmaken

9Enzijzulleneenhemelsblauwkleednemenende kandelaarvanhetlichtbedekken,enzijnlampen,enzijn tangen,enzijnsnuitschalen,enalzijnolievaten,waarmede zijhembedienen

10Enzijzullenhetmetalzijnvoorwerpenineendekkleed vandassenvellenleggenenhetopeendraagstokleggen

11Enoverhetgoudenaltaarzullenzijeenblauwkleed spreiden,enhetbedekkenmeteenbedekkingvan dassenvellen,enzijzullendedraagbomenervanbevestigen

12Enzijzullenaldedienstwerktuigennemen,waarmede zijinhetheiligdomdienstverrichten,enzeineenblauw kleedleggen,enzebedekkenmeteendekkleedvan dassenvellen,enzeopeendraagstokleggen.

13Enzijzullendeasvanhetaltaarwegnemeneneen purperenkleeddaaroveruitspreiden

14Enzijzullendaaropalhetbijbehorendegereileggen, waarmeezijhetdienen,dewierookvaten,devleeshaken, descheppenendebekkens,alhettoebehorenvanhetaltaar; enzijzullendaarovereenbedekkingvandassenvellen spreidenenaandedraagbomenervanvastmaken.

15EnwanneerAäronenzijnzonenhetheiligdombedekt hebben,enaldevoorwerpenvanhetheiligdom,zoalshet legerzalopzetten,daarnazullendezonenvanKehath komenomhettedragen;maarzijzullengeenheiligding aanraken,opdatzijnietstervenDezedingenzijndelast vandezonenvanKehathindetentdersamenkomst 16EntothetambtvanEleazar,dezoonvandepriester Aäron,behoordendeolievoorhetlicht,hetwelriekende reukwerk,hetdagelijksspijsoffer,dezalfolieenhet toezichtopdegeheletabernakelenopalleswatdaarinis, inhetheiligdomenopdebijbehorendevoorwerpen.

17EndeHEEREspraktotMozesentotAäron,zeggende: 18DestamdergeslachtenderKehatietenmoogtgijnietuit hetmiddenderLevietenuitroeien.

19Maardoehunaldus,opdatzijlevenennietsterven, wanneerzijtotdeallerheiligstedingennaderen:Aäronen zijnzonenzullennaarbinnengaanenheniedervoorzijn eigendienstenzijneigenlastaanstellen

20Maaralsdeheiligedingenbedektzijn,mogenzijniet naarbinnengaanomtekijken,andersstervenzij.

21EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

22NeemookhetaantalopvandezonenvanGerson, ingedeeldnaarhunfamiliesengeslachten.

23Vandertigjaarenoudertotvijftigjaarmoetuhentellen; allendiebinnenkomenomdedienstteverrichten,omhet werkindetentvanontmoetingtedoen.

24DitisdetaakvandegeslachtenderGersonieten,omte dienenenomlastentedragen:

25Enzijzullendegordijnenvandetabernakeldragen,en detentvandesamenkomst,zijndekkleed,enhetdekkleed vandassenvellen,daterbovenopis,enhetvoorhangsel voordedeurvandetentvandesamenkomst,

26Endebehangselsvanhetvoorhof,enhetbehangsel voordedeurvandepoortvanhetvoorhof,datbijde tabernakelenbijhetaltaarrondomis,methuntouwen,en alhetgereedschapvoorhundienst,enalleswatdaarvoor gemaaktis:zozullenzijdienen

27OpaanwijzingvanAäronenzijnzonenzaldegehele dienstvandeGersonieten,inalhunlasteneninalhun dienst,wordenverricht;engijzulthunhettoezichtopal hunlastenopdragen.

28DitisdedienstvandegeslachtenderGersonieteninde tentdersamenkomst;huntaakstaatonderleidingvan Ithamar,dezoonvandepriesterAäron

29WatdezonenvanMeraribetreft,umoethentellennaar hungeslachten,naardehuizenvanhunvaderen;

30Vandertigjaarenoudertotvijftigjaarmoetuhentellen, iederdiededienstbinnengaatomhetwerkindetentvan ontmoetingtedoen

31Enditisdelastvanhunlast,overeenkomstigalhun dienstindetentdersamenkomst:deplankenvande tabernakel,endegrendelsdaarvan,endepilarendaarvan, endevoetstukkendaarvan,

32Endepilarenvandevoorhofrondom,methun voetstukken,hunpennenenhuntouwen,metalhungerei enmetalhundienst;engijzultdegereivanhetlastbevel datzijdragen,bijnametellen

33DitisdedienstvandegeslachtenvandeMerarieten, overeenkomstighungeheledienstaandetentvan ontmoeting,onderleidingvanItamar,dezoonvande priesterAäron.

34EnMozesenAäronendeoverstenvandegemeenschap teldendezonenvandeKehatieten,naarhungeslachtenen naarhethuisvanhunvaderen,

35Iedereenvandertigjaarenouder,totvijftigjaar,diede dienstverrichtvoorhetwerkindetentvanontmoeting

36Enhetaantalvanhendatvolgenshungeslachtenwerd geteld,bedroegtweeduizendzevenhonderdvijftig

37Ditwarendegeteldenvandegeslachtenvande Kehatieten,allendiedienstdedenindetentvan ontmoeting,dieMozesenAärontelden,overeenkomstig hetbevelvandeHEERE,doordedienstvanMozes

38EnzijdiegeteldwarenvandezonenvanGerson,naar hungeslachtenennaarhethuisvanhunvaderen, 39Iedereenvandertigjaarenouder,totvijftigjaaroud,die dedienstvoorhetwerkindetentvanontmoetingingaat, 40Hetaantalvanhendatgeteldwerd,ingedeeldnaarhun familiesenfamilies,bedroegtweeduizendzeshonderd dertig.

41Ditzijndegeteldenvandegeslachtenvandezonenvan Gerson,vanallendiedienstdedenindetentvan ontmoeting,dieMozesenAärontelden,overeenkomstig hetbevelvandeHEERE

42Enzijdiegeteldwarenvandegeslachtenderzonenvan Merari,ingedeeldnaarhungeslachten,naarhethuis hunnervaderen,

43Iedereenvandertigjaarenouder,totvijftigjaaroud,die dedienstvoorhetwerkindetentvanontmoetingingaat, 44Hetaantalvanhendatvolgenshungeslachtenwerd geteld,bedroegdrieduizendtweehonderd

45Ditzijndegeteldenvandegeslachtenvandezonenvan Merari,dieMozesenAäronteldenovereenkomstighet bevelvandeHEERE,doordehandvanMozes

46AldegenendieonderdeLevietengeteldwaren,die MozesenAäronendehoofdenvanIsraëltelden,naarhun geslachtenennaarhethuisvanhunvaderen,

47Vandertigjaaroudendaarboventotvijftigjaaroud, iederdiekwamomdedienstvandebedieningendedienst vandelastindetentvandeontmoetingtedoen,

48Hetaantalvanhendatgeteldwerd,bedroeg achtduizendvijfhonderdtachtig

49OvereenkomstighetbevelvandeHEEREwerdenzij doorMozesgeteld,iedernaarzijntaakennaarzijnlast. Alduswerdenzijdoorhemgeteld,zoalsdeHEEREMozes gebodenhad.

HOOFDSTUK5

1EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

2GeefdeIsraëlietenhetbevelomiederemelaatse,ieder dieeenvloeiingheefteniederdiedooreendode verontreinigdis,uithetlegerkampteverwijderen

3Zowelmannenalsvrouwenzultubuitenhetlegerkamp plaatsen,opdatzijhunlegerkampen,inhetmidden waarvanIkwoon,nietverontreinigen

4DeIsraëlietendedenditenstuurdenhenbuitenhet legerkamp.ZoalsdeHEEREtotMozesgesprokenhad,zo dedendeIsraëlieten

5EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

6SpreektotdeIsraëlieten:Wanneereenmanofeenvrouw eenzondebegaatdiedoormensenbegaanwordt,en daardooreenovertredingtegendeHEEREbegaat,endie persoonschuldigwordt,

7Danzullenzijhunzondebelijden,diezijgedaanhebben, enHijzalzijnovertredingvergeldenmethetvollebedrag daarvan,endaarnogeenvijfdedeelaantoevoegen,enhet gevenaanhemtegenwiehijovertredingbegaanheeft.

8Maarindiendemangeenbloedverwantheeftdiehemde overtredingkanvergelden,danmoetdeovertredingaande HEERE,aandepriester,vergoldenworden;behalveaande ramvandeverzoening,waarmeevoorhemverzoening gedaanwordt.

9EnalhetoffervanaldeheiligedingenvandeIsraëlieten, datzijaandepriesterbrengen,zalvoorhemzijn

10Eniedersheiligegavenzullenvoorhemzijn;alwat iemandaandepriestergeeft,zalvoorhemzijn

11EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

12SpreektotdeIsraëlietenenzegtegenhen:Alsdevrouw vaneenmanafwijkteneenovertredingtegenhembegaat, 13Eneenmanheeftgemeenschapmethaargehad,enhet zalvoordeogenvanhaarmanverborgenzijnengeheim gehoudenworden,enzijzalverontreinigdzijn,enerzal geengetuigetegenhaarzijn,enzijzalnietopdiemanier betraptworden;

14Endegeestvanjaloezieoverhemkomt,enhijjaloersis opzijnvrouw,enzijonreinis;ofindiendegeestvan jaloezieoverhemkomt,enhijjaloersisopzijnvrouw,en zijnietonreinis;

15Danmoetdemanzijnvrouwnaardepriesterbrengen, enhijmoethaareenoffergavebrengen,eentiendeefa gerstemeelHijmagergeenolieopgietenenergeen wierookopdoen,wanthetiseenoffervanjaloezie,een gedenkoffer,datdeongerechtigheidinherinneringbrengt.

16Endepriesterzalhaardoennaderenenhaarvoorhet aangezichtvandeHEEREplaatsen

17Endepriesterzalheiligwaterineenaardenvatnemen; envanhetstofdatopdevloervandetabernakelligt,zalde priesternemenenhetinhetwaterdoen

18Endepriesterzaldevrouwvoorhetaangezichtvande HEEREstellen,enhethoofdvandevrouwlosmaken,en hetgedenkoffer,hetjaloezieoffer,ophaarhandenleggen Endepriesterzalhetbitterewater,datdevloek veroorzaakt,inzijnhandhebben

19Endepriesterzalhaarmeteeneedopdragenentotde vrouwzeggen:Indiengeenmanmetugeslapenheeft,en indiengijnietmeteenanderinplaatsvanuwmanonrein gewordenzijt,zultgijvrijzijnvanditbitterewater,datde vloekveroorzaakt

20Maarindiengijafgewekenzijttoteenanderinplaats vanuwman,enindiengijverontreinigdzijt,eneenman heeftgemeenschapmetu,naastuwman,

21Danzaldepriesterdevrouweeneedvanvervloeking opleggen,endepriesterzaltotdevrouwzeggen:De HEEREzalutoteenvloekeneeneedmakenonderuw volk,wanneerdeHEEREuwheupzaldoenverrottenen uwbuikzaldoenopzwellen;

22Enditwater,datdevloekveroorzaakt,zalinuw ingewandenkomen,hetzaluwbuikdoenopzwellenenuw dijdoenrotten.Endevrouwzalzeggen:Amen,amen.

23Endepriesterzaldezevervloekingenineenboek schrijven,enhijzalzemethetbitterewateruitwissen

24Enhijzaldevrouwhetbitterewater,datdevloek veroorzaakt,latendrinken;enhetwater,datdevloek veroorzaakt,zalinhaarkomenenbitterworden

25Danzaldepriesterhetoffervandejaloezieuitdehand vandevrouwnemen,hetoffervoorhetaangezichtvande HEEREheenenweerbewegenenhetophetaltaarofferen

26Endepriesterzaleenhandvolvanhetoffernemen,het gedenktekendaarvan,endatophetaltaarinrooklaten opgaanDaarnazalhijdevrouwhetwaterlatendrinken

27Enwanneerhijhaardatwatertedrinkenheeftgegeven, danzalhetgebeuren,wanneerzijonreinisenontrouwis geweestaanhaarman,dathetwaterdatdevloek veroorzaakt,inhaarzalkomenenbitterzalworden,en haarbuikzalopzwellenenhaardijzalverrotten;ende vrouwzaleenvloekzijnonderhaarvolk

28Enindiendevrouwnietverontreinigdis,maarrein,dan zalzijvrijzijnenzaadontvangen

29Ditisdewetvandeafgunst:eenvrouwwijktafvan haarmannaareenanderenwordtdaardooronrein.

30Ofwanneereengeestvanjaloezieoverhemkomtenhij jaloerswordtopzijnvrouw,enhijdevrouwvoorhet aangezichtvandeHEEREbrengt,endepriesterheeldeze wetaanhaarvoltrekt

31Danzaldemanonschuldigzijnaandeongerechtigheid, endezevrouwzalhaarongerechtigheiddragen.

HOOFDSTUK6

1EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

2SpreektotdeIsraëlietenenzegtegenhen:Wanneereen manofeenvrouwzichafzondertomeengelofteafte leggenvooreenNazireeër,omzichaftezonderenvoorde HEERE,

3Hijzalzichonthoudenvanwijnensterkedrank,enhij zalgeenazijnvanwijnofazijnvansterkedrankdrinken, enhijzalgeenenkelelikeurvandruivendrinken,engeen natteofgedroogdedruiveneten.

4Zolanghijafgezonderdis,maghijnietsetenvanwatvan dewijnstokafkomstigis,vandekorrelstotaandedop

5Zolangdegeloftevanzijnafzonderingduurt,magerop zijnhoofdgeenscheermeskomenTotdatdedagenvoorbij zijnwaarinhijzichvoordeHEEREheeftafgezonderd,zal hijheiligzijnendelokkenvanzijnhoofdhaarlatengroeien.

6AldedagendathijzichvoordeHEEREafzondert,zal hijtotgeenenkellijkkomen

7Hijmagzichnietverontreinigenvoorzijnvaderofvoor zijnmoeder,voorzijnbroerofvoorzijnzuster,wanneerzij gestorvenzijn,wantdeheiligingvanzijnGodisopzijn hoofd

8Aldedagendathijafgezonderdis,ishijheiligvoorde HEERE

9Enwanneeriemandplotselingsterftdoorhem,enhijhet hoofdvanzijnwijdingonreingemaaktheeft,danmoethij zijnhoofdscherenopdedagvanzijnreiniging;opde zevendedagmoethijhetscheren

10Enopdeachtstedagmoethijtweetortelduivenoftwee jongeduivennaardepriesterbrengen,bijdeingangvande tentvanontmoeting

11Endepriesterzaldeenealszondofferendeandereals brandofferopdragenenverzoeningvoorhemdoen,omdat hijdooreendodegezondigdheeftEnhijzalzijnhoofdop diezelfdedagheiligen

12HijzaldedagenvanzijnafzonderingaandeHEERE wijdeneneeneenjariglamalsschuldofferbrengen.Maar dedagenvantevorenzullenverlorengaan,omdatzijn afzonderingonreinwas.

13EnditisdewetvoordeNazireeër,wanneerdedagen vanzijnafzonderingvervuldzijn:hijzalgebrachtworden naardeingangvandetentdersamenkomst

14EnhijzalzijnofferaandeHEEREbrengen:éénlam vaneenjaaroud,zondergebrek,tenbrandoffer,enéén ooilamvaneenjaaroud,zondergebrek,tenzondoffer,en éénramzondergebrek,tendankoffer

15Eneenmandmetongezuurdebroden,koekenvan meelbloem,metoliegemengd,enongezuurdeplakken brood,metoliebestreken,methetbijbehorendegraanoffer endebijbehorendeplengoffers

16EndepriesterzalzevoorhetaangezichtvandeHEERE brengen,enzijnzondofferenzijnbrandofferofferen 17EnhijzalderamalsdankofferaandeHEEREofferen, samenmetdekorfmetongezuurdebroden;ookzijn graanofferenzijnplengofferzaldepriesterofferen

18EndeNazireeërzalhethoofdvanzijnafzondering scheren,bijdeingangvandetentdersamenkomst,enhij zalhethaarvanhethoofdvanzijnafzonderingnemenen inhetvuurleggen,datonderhetdankofferis 19Endepriesterzaldenatteschoudervanderamnemen, enéénongezuurdekoekuitdemand,enéénongezuurde plattekoek,enzalzeopdehandenvandeNazireeër leggen,nadathethaarvanzijnafscheidingisafgeschoren. 20Endepriesterzalzealsbeweegoffervoorhet aangezichtvandeHEEREheenenweerbewegenDitis heiligvoordepriester,metdebeweegborstende hefschouderEndaarnamagdeNazireeërdewijndrinken 21DitisdewetvoordeNazireeërdieeengelofteheeft gedaan,envoorzijnofferaandeHEEREvoorzijn afzondering,naastwatzijnhandzalverkrijgen; overeenkomstigdegeloftediehijheeftgedaan,zomoethij handelenovereenkomstigdewetvanzijnafzondering.

22EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

23SpreektotAäronentotzijnzonenenzeg:Opdeze wijzezultudekinderenIsraëlszegenendoortothente zeggen:

24DeHEEREzegeneuenbehoedeu

25DeHEEREdoeZijnaangezichtoverulichtenenziju genadig

26DeHEEREverheffeZijnaangezichtoveruengeveu vrede.

27ZijzullenmijnnaamopdeIsraëlietenleggen,enIkzal henzegenen.

HOOFDSTUK7

1EnhetgebeurdeopdedagdatMozesdetabernakelhad opgericht,endiehadgezalfdengeheiligd,metalzijngerei, zowelhetaltaaralsalzijngerei,endathijzehadgezalfd engeheiligd,

2DevorstenvanIsraël,dehoofdenvanhunvaderlijke huizen,devorstenvandestammen,dieoverhenstonden diegeteldwerden,brachtenhetvolgendeoffer: 3Zijbrachtenhunoffergavevoorhetaangezichtvande HEERE:zesoverdektewagensentwaalfrunderen;een wagenvoortweevandevorsten,envooriedereenrund;en zijbrachtenzevoordetabernakel

4EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

5Neemhetvanhenaf,zodatzijdedienstvandetentder samenkomstkunnenverrichtenEnumoethetaande Levietengeven,iederovereenkomstigzijndienst.

6ToennamMozesdewagensenderunderenengafzeaan deLevieten

7Tweewagensenvierossengafhijaandezonenvan Gerson,overeenkomstighundienst.

8Envierwagensenachtossengafhijaande nakomelingenvanMerari,overeenkomstighundienst onderleidingvanIthamar,dezoonvandepriesterAäron

9MaaraandezonenvanKehatgafhijniets,wantdedienst voorhetheiligdomwashuneigentaakendiemoestenzij ophunschoudersdragen

10Endevorstenbrachtenhunoffergavenvoorde inwijdingvanhetaltaaropdedagdathetgezalfdwerd; zelfsdevorstenbrachtenhunoffergavenvóórhetaltaar

11ToenzeideHEEREtegenMozes:Elkevorstzalzijn offerbrengenopzijneigendag,alsinwijdingvanhetaltaar.

12Enhijdiezijnofferopdeeerstedagbracht,was Nahesson,dezoonvanAmminadab,uitdestamJuda

13Enzijnoffergavebestonduitéénzilverenschaal, waarvanhetgewichthonderddertigsjekelwas,enéén zilverenschaalvanzeventigsjekel,naardesjekelvanhet heiligdom;beidewarengevuldmetfijnmeel,metolie gemengd,vooreengraanoffer

14Eenlepelvantiensjekelgoud,volreukwerk:

15Eénjongestier,éénram,éénlamvanéénjaaroud,als brandoffer

16Eéngeitenbokjealszondoffer:

17Envooreendankoffer:tweerunderen,vijframmen,vijf bokken,vijfeenjarigelammerenDitwashetoffervan Nahesson,dezoonvanAmminadab

18OpdetweededagofferdeNethaneël,dezoonvanZuar, devorstvanIssaschar:

19Hijofferdealszijnoffergaveéénzilverenschaal, waarvanhetgewichthonderddertigsjekelwas,enéén zilverenschaalvanzeventigsjekel,naardesjekelvanhet heiligdom;beidegevuldmetfijnmeel,metoliegemengd, alsgraanoffer.

20Eénlepelgoudvantiensjekel,volwierook: 21Eénjongestier,éénram,éénlamvanéénjaaroud,als brandoffer.

22Eéngeitenbokjealszondoffer:

23Enalsdankoffer:tweerunderen,vijframmen,vijf bokkenenvijfeenjarigelammeren.Ditwashetoffervan Nethaneël,dezoonvanZuar

24OpdederdedagofferdeEliab,dezoonvanHelon,de overstevandekinderenvanZebulon:

25Zijnoffergavebestonduitéénzilverenschaal,waarvan hetgewichthonderddertigsjekelwas,enéénzilveren schaalvanzeventigsjekel,naardesjekelvanhetheiligdom; beidegevuldmetfijnmeel,metoliegemengd,vooreen graanoffer

26Eengoudenlepelvantiensjekel,volreukwerk:

27Eénjongestier,éénram,éénlamvanéénjaaroud,als brandoffer.

28Eéngeitenbokjealszondoffer:

29Envooreendankoffer:tweerunderen,vijframmen,vijf bokkenenvijfeenjarigelammeren.Ditwashetoffervan Eliab,dezoonvanHelon

30OpdevierdedagofferdeElizur,dezoonvanSedeür,de overstevandeRubenieten:

31Zijnoffergavebestonduitéénzilverenschaal,die honderddertigsjekelwoog,enéénzilverenschaal,die zeventigsjekelwoog,naardesjekelvanhetheiligdom. Beidewarengevuldmetfijnmeel,metoliegemengd,als graanoffer

32Eengoudenlepelvantiensjekel,volreukwerk:

33Eénjongestier,éénram,éénlamvanéénjaaroud,als brandoffer

34Eéngeitenbokjealszondoffer:

35Envooreendankoffer:tweerunderen,vijframmen,vijf bokken,vijfeenjarigelammeren.Ditwashetoffervan Elisur,dezoonvanSedeur

36OpdevijfdedagofferdeSelumiël,dezoonvan Zurisaddai,deoverstevandezonenvanSimeon:

37Zijnoffergavebestonduitéénzilverenschaal,waarvan hetgewichthonderddertigsjekelwas,enéénzilveren schaalvanzeventigsjekel,naardesjekelvanhetheiligdom; beidegevuldmetfijnmeel,metoliegemengd,vooreen graanoffer

38Eengoudenlepelvantiensjekel,volreukwerk:

39Eénjongestier,éénram,éénlamvanéénjaaroud,als brandoffer

40Eéngeitenbokjealszondoffer:

41Enalsdankoffer:tweerunderen,vijframmen,vijf bokkenenvijfeenjarigelammerenDitwashetoffervan Selumiël,dezoonvanZurisaddai.

42OpdezesdedagofferdeEljasaf,dezoonvanDeuel,de overstevandezonenvanGad:

43Zijnoffergavebestonduiteenzilverenschaal,die honderddertigsjekelwoog,eneenzilverenschaalvan zeventigsjekel,naardesjekelvanhetheiligdomBeide warengevuldmetfijnmeel,metoliegemengd,vooreen graanoffer

44Eengoudenlepelvantiensjekel,volreukwerk:

45Eénjongestier,éénram,éénlamvanéénjaaroud,als brandoffer

46Eéngeitenbokjealszondoffer:

47Enalsdankoffer:tweerunderen,vijframmen,vijf bokkenenvijfeenjarigelammerenDitwashetoffervan Eljasaf,dezoonvanDeuel

48OpdezevendedagofferdeElisama,dezoonvan Ammihud,devorstvandekinderenvanEfraïm:

49Zijnoffergavebestonduitéénzilverenschaal,waarvan hetgewichthonderddertigsjekelwas,enéénzilveren schaalvanzeventigsjekel,naardesjekelvanhetheiligdom; beidegevuldmetfijnmeel,metoliegemengd,vooreen graanoffer

50Eengoudenlepelvantiensjekel,volreukwerk:

51Eénjongestier,éénram,éénlamvanéénjaaroud,als brandoffer.

52Eéngeitenbokjealszondoffer:

53Envooreendankoffer:tweerunderen,vijframmen,vijf bokkenenvijfeenjarigelammerenDitwashetoffervan Elisama,dezoonvanAmmihud

54OpdeachtstedagofferdeGamaliël,dezoonvan Pedasur,deoverstevandezonenvanManasse:

55Zijnoffergavebestonduitéénzilverenschaal,die honderddertigsjekelwoog,enéénzilverenschaal,die zeventigsjekelwoog,naardesjekelvanhetheiligdom

Beidewarengevuldmetfijnmeel,metoliegemengd,als graanoffer.

56Eengoudenlepelvantiensjekel,volreukwerk:

57Eénjongestier,éénram,éénlamvanéénjaaroud,als brandoffer.

58Eéngeitenbokjealszondoffer:

59Envooreendankoffer:tweerunderen,vijframmen,vijf bokken,vijfeenjarigelammeren.Ditwashetoffervan Gamaliël,dezoonvanPedasur

60OpdenegendedagofferdeAbidan,dezoonvan Gideoni,deoverstevandekinderenvanBenjamin:

61Zijnoffergavebestonduitéénzilverenschaal,waarvan hetgewichthonderddertigsjekelwas,enéénzilveren schaalvanzeventigsjekel,naardesjekelvanhetheiligdom; beidegevuldmetfijnmeel,metoliegemengd,vooreen graanoffer.

62Eengoudenlepelvantiensjekel,volwierook:

63Eénjongestier,éénram,éénlamvanéénjaaroud,als brandoffer.

64Eéngeitenbokjealszondoffer:

65Envooreendankoffer:tweerunderen,vijframmen,vijf bokken,vijfeenjarigelammeren.Ditwashetoffervan Abidan,dezoonvanGideoni

66OpdetiendedagofferdeAhiëzer,dezoonvan Ammisaddai,deoverstevandezonenvanDan:

67Zijnoffergavebestonduitéénzilverenschaal,waarvan hetgewichthonderddertigsjekelwas,enéénzilveren schaalvanzeventigsjekel,naardesjekelvanhetheiligdom; beidegevuldmetfijnmeel,metoliegemengd,vooreen graanoffer

68Eengoudenlepelvantiensjekel,volwierook:

69Eénjongestier,éénram,éénlamvanéénjaaroud,als brandoffer

70Eéngeitenbokjealszondoffer:

71Enalsdankoffer:tweerunderen,vijframmen,vijf bokkenenvijfeenjarigelammerenDitwashetoffervan Achiëzer,dezoonvanAmmisaddai.

72OpdeelfdedagofferdePagiel,dezoonvanOcran,de overstevandezonenvanAser:

73Zijnoffergavebestonduitéénzilverenschaal,waarvan hetgewichthonderddertigsjekelwas,enéénzilveren schaalvanzeventigsjekel,naardesjekelvanhetheiligdom; beidegevuldmetfijnmeel,metoliegemengd,vooreen graanoffer

74Eengoudenlepelvantiensjekel,volreukwerk:

75Eénjongestier,éénram,éénlamvanéénjaaroud,als brandoffer

76Eéngeitenbokjealszondoffer:

77Enalsdankoffer:tweerunderen,vijframmen,vijf bokkenenvijfeenjarigelammerenDitwashetoffervan Pagiel,dezoonvanOcran

78OpdetwaalfdedagofferdeAhira,dezoonvanEnan,de vorstvandekinderenvanNaftali:

79Zijnoffergavebestonduitéénzilverenschaal,waarvan hetgewichthonderddertigsjekelwas,enéénzilveren schaalvanzeventigsjekel,naardesjekelvanhetheiligdom; beidegevuldmetfijnmeel,metoliegemengd,vooreen graanoffer

80Eengoudenlepelvantiensjekel,volwierook:

81Eénjongestier,éénram,ééneenjariglam,als brandoffer

82Eéngeitenbokjealszondoffer:

83Enalsdankoffer:tweerunderen,vijframmen,vijf bokkenenvijfeenjarigelammeren.Ditwashetoffervan Ahira,dezoonvanEnan

84Ditwasdeinwijdingvanhetaltaar,opdedagdathet doordevorstenvanIsraëlwerdgezalfd:twaalfzilveren schotels,twaalfzilverenschalenentwaalfgoudenlepels

85Elkzilverenschaaltjewooghonderddertigsjekel,elke schaalzeventig;aldezilverenvoorwerpenwogen tweeduizendvierhonderdsjekel,naardesjekelvanhet heiligdom

86Erwarentwaalfgoudenlepels,volreukwerk,enze wogenelktiensjekel,volgensdesjekelvanhetheiligdom Alhetgoudvandelepelswashonderdtwintigsjekel.

87Alderunderenvoorhetbrandofferwarentwaalfjonge stieren,derammentwaalf,delammerenvanéénjaar twaalf,methetbijbehorendegraanoffer;endegeitenbokjes voorhetzondoffertwaalf

88Enalleossenvoorhetoffervandedankofferswaren vierentwintigvarren,derammenzestig,debokkenzestig, delammerenvanheteerstejaarzestigDitwasde inwijdingvanhetaltaar,nadathetgezalfdwas

89ToenMozesdetentvanontmoetingwasbinnengegaan ommetHemtespreken,hoordehijiemandtothem sprekenvanafhetverzoendekseldatopdearkvande getuigenislag,tussendetweecherubs.EnHijspraktot hem

HOOFDSTUK8

1EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

2SpreektotAäronenzegtegenhem:Wanneerude lampenaansteekt,moetendezevenlampenlicht verspreidentegenoverdekandelaar

3EnAärondeeddit:hijstakdelampenervanaan tegenoverdekandelaar,zoalsdeHEEREMozesgeboden had

4Enditwerkvandekandelaarwasvangedrevengoud, zoweldeschachtalsdeversieringenwarengedrevenwerk; overeenkomstighetvoorbeelddatdeHEEREaanMozes hadgetoond,zomaaktehijdekandelaar.

5EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

6NeemdeLevietenuithetmiddenvandeIsraëlietenen reinighen.

7Enaldusmoetgijhundoen,omhentereinigen:sprenkel reinigingswaterophen,enzijmoetenheelhunvlees scheren,enhunklerenwassen,enzozichreinigen.

8Danmoetenzijeenjongestiernemenmethet bijbehorendegraanoffer,fijnmeelgemengdmetolie.En eenanderejongestiermoetjijnemenalszondoffer

9EngijzultdeLevietenvoordetentdersamenkomst brengen,engijzultdegehelevergaderingderkinderen Israëlsbijeenroepen.

10EngijzultdeLevietenvoorhetaangezichtdes HEERENbrengen,endekinderenIsraëlszullenhun handenaandeLevietenleggen

11EnAäronzaldeLevietenvoorhetaangezichtvande HEEREaanbiedenalseenoffergavevoordeIsraëlieten, zodatzijdedienstvandeHEEREkunnenuitvoeren

12EndeLevietenzullenhunhandenopdekoppenvande stierenleggen,engijzultdeenealszondofferendeandere alsbrandofferaandeHEEREofferen,omverzoeningte doenvoordeLevieten

13EngijzultdeLevietenvoorhetaangezichtvanAäron enzijnzonenstellen,enhenalseenoffergaveaande HEEREaanbieden

14ZomoetudeLevietenuithetmiddenvandeIsraëlieten afzonderen;deLevietenzullendanvanmijzijn.

15DaarnazullendeLevietenbinnengaanomdedienstte verrichtenindetentvanontmoetingUmoethendan reinigenenhenalsoffergaveaanbieden.

16WantzijzijnMijgeheelgegevenuitdekinderenvan Israël;inplaatsvanhendieallebaarmoedersopenen,in plaatsvandeeerstgeborenenvanallekinderenvanIsraël, hebIkhentotMijgenomen

17WantalleeerstgeborenenvandeIsraëlieten,vanmens totdier,zijnMijtoebehoorendOpdedagdatIkalle eerstgeboreneninhetlandEgyptesloeg,hebIkhenvoor Mijzelfgeheiligd.

18IkhebdeLevietenuitgekozenalsalleeerstgeborenen onderdeIsraëlieten

19EnIkhebdeLevietenalseengeschenkaanAäronen zijnzonengegevenuithetmiddenvandeIsraëlieten,om dedienstvandeIsraëlietenteverrichtenindetentvan ontmoetingenomverzoeningtedoenvoordeIsraëlieten, zodatergeenplaagonderdeIsraëlietenzalzijn,wanneer zijhetheiligdomnaderen

20EnMozes,Aäronendegehelevergaderingvande IsraëlietendedenaandeLevieten,overeenkomstigalles watdeHEEREMozesaangaandedeLevietengebodenhad; alzodedendeIsraëlietenaanhen.

21ToenreinigdendeLevietenzichenwastenhunkleren Aäronofferdezealsoffervoorhetaangezichtvande HEERE.ZodeedAäronverzoeningvoorhen,omhente reinigen

22DaarnagingendeLevietennaarbinnenomhundienstte verrichtenindetentvanontmoeting,voorhetaangezicht vanAäronenzijnzonenZoalsdeHEEREMozesgeboden hadaangaandedeLevieten,zodedenzijmethen

23EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

24Ditishet,watdeLevietentoebehoort:vanvijfentwintig jaarenoudermogenzijnaarbinnenomdiensttedoenbij detentdersamenkomst.

25Envanafdeleeftijdvanvijftigjaarzullenzijophouden methetdienendaarvan,enzijzullennietmeerdienen

26Maarzijzullenmethunbroedersdienenindetentder samenkomst,omdediensttehouden,enzijzullengeen dienstdoenAlduszultgijdeLevietendoenaangaandehun dienst.

HOOFDSTUK9

1EndeHEEREspraktotMozesindewoestijnvanSinaï, indeeerstemaandvanhettweedejaarnadatzijuithetland Egyptegetrokkenwaren,zeggende:

2OokdeIsraëlietenmoetenhetPaschavierenopde daarvoorvastgesteldetijd

3Opdeveertiendedagvandezemaand,indeavond,moet uhetvierenopdedaarvoorvastgesteldetijd;umoethet houdenvolgensallevoorschriftenenceremoniesdie daarbijhoren

4ToenzeiMozestotdeIsraëlietendatzijhetPascha moestenhouden.

5EnzijvierdenhetPaschaopdeveertiendedagvande eerstemaand,indeavondschemering,indewoestijnvan

Sinaï;overeenkomstigalleswatdeHEEREaanMozes gebodenhad,zodedendeIsraëlieten.

6Enerwarenenigemannen,dieonreinwarendoorhetlijk vaneenmens,zodatzijopdiedaghetPaschanietkonden vieren.DaaromkwamenzijopdiedagvoorMozesenvoor Aäron

7ToenzeidendiemannentotHem:Wijzijnverontreinigd doorhetlijkvaneenmens;waaromblijvenwijachter,dat wijgeenoffervandeHEEREkunnenbrengenopde vastgesteldetijdonderdekinderenIsraëls?

8ToenzeiMozestegenhen:Blijfstaan,danzalikhoren watdeHEEREoverugebiedenzal

9EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

10SpreektotdeIsraëlietenenzeg:Wanneeriemandvanu ofvanuwnakomelingenonreinwordtdoorhetlichaam vaneendode,ofopeenverrereisis,moethijtochhet PaschavoordeHEEREhouden

11Opdeveertiendedagvandetweedemaand,inde avondschemering,moetenzijhetvierenenhetmet ongezuurdebrodenenbitterekruideneten

12Zijmogenernietsvanoverlatentotdevolgende morgen,engeenenkelbeenervanbreken;overeenkomstig allevoorschriftenvanhetPaschamoetenzijhethouden

13Maardemandiereinis,ennietopreisis,endiehet Paschanietviert,diezaluithetmiddenvanzijnvolk uitgeroeidwordenOmdathijhetoffervandeHEEREniet opdedaarvoorvastgesteldetijdgebrachtheeft,zaldieman zijnzondedragen.

14WanneereenvreemdelingbijuvertoeftenhetPascha voordeHEEREhoudt,moethijhetdoenvolgensde voorschriftenendewijzevanhetPascha.Ergeldtvooru éénverordening,zowelvoordevreemdelingalsvoorde ingeboreneinhetland

15Enopdedagdatdetabernakelwerdopgericht,bedekte dewolkdetabernakel,detentvandegetuigenisEntegen deavondwaserietsalsvuuropdetabernakel,totde morgentoe.

16Zowashetaltijd:overdagbedektedewolkhet,en's nachtswaserietsalsvuur

17Wanneerdewolkzichvandetabernakelhad opgestegen,brakendeIsraëlietenverderopOpdeplaats waardewolkbleef,sloegendeIsraëlietenhuntentenop 18OpbevelvandeHEEREbrakendeIsraëlietenopenop bevelvandeHEERElegerdenzijzichZolangdewolk bovendetabernakelbleef,blevenzijinhuntenten

19Entoendewolkveledagenlangbovendetabernakel bleef,hieldendeIsraëlietenzichaandedienstvande HEEREenbrakennietop.

20Enhetgebeurde,toendewolkeenpaardagenopde tabernakelrustte,overeenkomstighetbevelvandeHEERE, datzijinhuntentenbleven,enovereenkomstighetbevel vandeHEEREtrokkenzijverder.

21Enhetgebeurde,wanneerdewolkdaarbleefvande avondtotdemorgen,endewolkindemorgenwerd opgeheven,danbrakenzijop;hetzijdesdaags,hetzijdes nachts,datdewolkwerdopgeheven,zobrakenzijop

22Ofhetnutweedagen,eenmaandofeenjaarwasdatde wolkopdetabernakelbleef;toenzijdaaropbleven,bleven deIsraëlieteninhuntentenenbrakennietop;maartoenzij opgehevenwaren,brakenzijop.

23OpbevelvandeHEEREblevenzijindetenten,enop bevelvandeHEEREtrokkenzijop;zijhieldenzichaande

dienstvandeHEERE,opbevelvandeHEERE,doorde dienstvanMozes.

HOOFDSTUK10

1EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

2Maakvooruzelftweezilverentrompetten;uitéénstuk moetuzemaken,zodatuzekuntgebruikenbijhet bijeenroepenvandevergaderingenbijhetopbrekenvande legerplaatsen

3Wanneermendaarmeeblaast,moetdegehelegemeente zichbijuverzamelenbijdeingangvandetentvan ontmoeting.

4Enindienzijslechtsopééntrompetblazen,danzullende vorsten,diedehoofdenzijnvandeduizendenvanIsraël, zichtotuverzamelen.

5Wanneeruhetalarmsignaallaathoren,moetendelegers dieaandeoostkantliggen,oprukken

6Wanneeruvoordetweedekeerhetalarmlaatblazen, moetendelegerplaatsendieaandezuidkantliggen, opbrekenZijmoetenhetalarmlatenblazenvoorhuntocht

7Maarwanneerdegemeentebijeenkomt,magublazen, maarumaggeenalarmslaan

8EndezonenvanAäron,depriesters,zullenopde trompettenblazen;zijzullenvoorueeneeuwigeinzetting zijn,vooraluwgeneratiesdoor

9Wanneeruinuwlandoorlogvoerttegendevijanddieu onderdrukt,moetuopdetrompettenblazen.Danzultu voorhetaangezichtvandeHEERE,uwGod,herinnerd wordenenvanuwvijandenverlostworden

10Ookopuwvreugdedagen,opuwfeestdagenenopuw nieuwemaandenmoetuopdetrompettenblazenoveruw brandoffersenoveruwdankoffersZemoetenvoorueen gedachteniszijnvoorhetaangezichtvanuwGod.Ikbende HEERE,uwGod

11Enhetgebeurdeopdetwintigstedagvandetweede maand,inhettweedejaar,datdewolkopsteegvanboven detentdergetuigenis

12ToentrokkendeIsraëlietenweguitdewoestijnvan Sinaï,endewolkbleefrustenindewoestijnvanParan.

13Zijreisdeneerstovereenkomstighetbevelvande HEERE,gegevendoorMozes

14HetvaandelvanhetlegervandeJudaietenwasheteerst opgesteld,ingedeeldnaarhunlegersAanhethoofdvan datlegerstondNahesson,dezoonvanAmminadab 15Aanhethoofdvanhetlegervandestamvande IssascharietenstondNethaneël,dezoonvanZuar 16Aanhethoofdvanhetlegervandestamder ZebulonietenstondEliab,dezoonvanHelon 17ToenwerddetabernakelafgebrokenDezonenvan GersonendezonenvanMeraritrokkenopendroegende tabernakel.

18EnhetvaandelvanhetlegervanRubenbrakop, ingedeeldnaarhunlegers;enoverzijnlegerstondElizur, dezoonvanSedeür

19Aanhethoofdvanhetlegervandestamder SimeonietenstondSelumiël,dezoonvanZurisaddai.

20AanhethoofdvanhetlegervandestamderGadieten stondEljasaf,dezoonvanDeuel

21ToentrokkendeKehatietenop,diehetheiligdom droegen,endeanderenrichttendetabernakelop,terwijlzij tegenhenaankwamen

22EnhetvaandelvanhetlegerderkinderenvanEfraïm brakop,ingedeeldnaarhunlegerscharen;enaanhethoofd vanzijnlegerstondElisama,dezoonvanAmmihud

23Aanhethoofdvanhetlegervandestamvande kinderenvanManassestondGamaliël,dezoonvan Pedasur

24Aanhethoofdvanhetlegervandestamvande BenjaminietenstondAbidan,dezoonvanGideoni.

25EnhetvaandelvanhetlegerderDanietenbrakop;het wasdeachterhoedevanaldelegers,naarhunlegersOver zijnlegerstondAchiëzer,dezoonvanAmmisaddai

26Aanhethoofdvanhetlegervandestamvande kinderenvanAserstondPagiël,dezoonvanOcran.

27Aanhethoofdvanhetlegervandestamvande NaftaliietenstondAchira,dezoonvanEnan

28ZoverliependetochtenvandeIsraëlieten,ingedeeld naarhunlegers,toenzijoptrokken

29ToenzeiMozestegenHobab,dezoonvanReguël,de MidianietenMozes'schoonvader:Wijzijnopwegnaarde plaatswaarvandeHEEREgezegdheeft:Ikzalzeugeven Gametonsmeeenwijzullenuweldoen,wantdeHEERE heeftgoedgesprokenoverIsraël.

30Maarhijzeitegenhem:Ikganiet,maarikganaarmijn landennaarmijnfamilie

31Enhijzeide:Laatonstochnietindesteek,wantgij weet,hoewijonsindewoestijnmoetenlegeren,engij zoudtvooronseenplaatskunnenzijnvoorogen

32Enhetzalgebeuren,indiengijmetonsgaat,ja,hetzal gebeuren,datalhetgoededatdeHEEREaanonsdoet,wij aanuzullendoen

33ZijvertrokkenvandebergdesHeren,driedagreizen verEndearkvanhetverbonddesHerengingvoorhenuit, opdedriedagreizenver,omvoorheneenrustplaatste zoeken.

34EndewolkvandeHEEREwasoverdagbovenhen,als zijuithetlegerkampgingen

35Enhetgeschiedde,alsdearkopsteeg,datMozeszeide: Staop,HEERE,enlatenUwvijandenverstrooidworden, enlatendieUhaten,voorUwaangezichtvluchten

36Entoenhetstilwas,zeihij:Keerterug,HEERE,naar develeduizendenvanIsraël

HOOFDSTUK11

1Toenhetvolkklaagde,wasdatkwaadindeogenvande HEERE.ToendeHEEREhethoorde,ontstakZijntoorn, zodathetvuurvandeHEEREonderhenontbranddeen henverteerdediezichaanderandvanhetlegerbevonden.

2ToenriephetvolktotMozesEnalsMozestotde HEEREbad,doofdehetvuur

3EnhijnoemdedieplaatsTabera,omdathetvuurvande HEEREonderhenbrandde.

4Toenwerddegemengdemenigtediezichonderhen bevond,vervuldvanbegeerteOokdeIsraëlietenbegonnen opnieuwtewenenenzeiden:Wiezalonsvleesteeten geven?

5WijdenkenaandevisdiewijinEgypteomnietaten,aan dekomkommers,demeloenen,deprei,deuienende knoflook

6Maarnuisonzezieluitgedroogd,erishelemaalniets meertezien,behalveditmanna

7Enhetmannawasalskorianderzaad,enzijnkleurwas alsdekleurvanbalsem.

8Toenginghetvolkrond,verzameldehet,maaldehetop demolensofstamptehetfijnindevijzel,baktehetinde pannenenmaakteerkoekenvan.Desmaakervanwasals desmaakvanverseolie

9Entoendedauw'snachtsophetlegerkampviel,vielook hetmannaerop.

10ToenMozeshetvolkhoordehuilen,inallefamilies, iederbijdeingangvanzijntent,ontbranddedetoornvan deHEEREzeerOokMozeswaserkwaadover

11ToenzeiMozestegendeHEERE:WaaromhebtUUw dienaarzoslechtbehandeld,enwaaromhebikgeen genadegevondeninUwogen,datUdelastvanheeldit volkopmijlegt?

12Hebikdithelevolkontvangen?Hebikhetverwekt?

ZoudtGijtotmijzeggen:Draaghetinuwschoot,zoalseen voedstervadereenzuigelingdraagt,naarhetlanddatGij hunvaderenonderedebeloofdhebt?

13Waarzouikvleesvandaanmoetenhalenomaanaldit volktegeven?WantzijwenentotMijenzeggen:Geefons vlees,zodatwijkunneneten.

14Ikkanaldezemensennietalleendragen,wanthetiste zwaarvoormij

15EnalsUzometmijhandelt,doodmijdantochmeteen, alsikgenadeinUwogenhebgevonden;enlaatmijmijn ellendenietzien

16ToenzeideHEEREtegenMozes:Verzamelzeventig mannenuitdeoudstenvanIsraël,vanwiejeweetdatzede oudstenvanhetvolkzijnenhunopzieners,enbrengze naardetentvanontmoeting,enzijzullendaarbijjestaan.

17DanzalIknederdalenendaarmetusprekenIkzaleen deelvandegeestdieopuis,wegnemenenophenleggen Danzullenzijdelastvanhetvolkmetudragen,zodatu dienietalleenhoefttedragen

18Enzegtothetvolk:Heiligutegenmorgen,danzultu vleeseten;wantuhebtvoordeorenvandeHEERE gehuild,zeggende:Wiezalonsvleesteetengeven?Want hetwasonswelinEgypte;daaromzaldeHEEREuvlees geven,enuzulteten.

19Gijzultnietetenopééndag,nochoptweedagen,noch opvijfdagen,nochoptiendagen,nochoptwintigdagen; 20Maarweleenvollemaand,totdathetuituwneusgaten komtenuereenafschuwvankrijgtOmdatudeHEERE, Dieinuwmiddenis,hebtverachtenvoorZijnaangezicht hebtgehuildenhebtgezegd:WaaromzijnwijuitEgypte getrokken?

21ToenzeiMozes:Hetvolk,inwiensmiddenikben, bestaatuitzeshonderdduizendmanvoetvolkEnuhebt gezegd:Ikzalhunvleesgeven,zodatzijeenhelemaand kunneneten

22Zoudenerdanvoorhenvoldoendeschapenenrunderen geslachtworden?Zoudenallevissenuitdezeevoorhen verzameldworden?

23ToenzeideHEEREtegenMozes:Zoudehandvande HEEREtekortzijngeworden?Nuzuljezienofmijn woordaanjouzalgebeurenofniet.

24ToengingMozesnaarbuitenenverteldehetvolkde woordenvandeHEEREHijverzameldedezeventig oudstenvanhetvolkensteldehenoprondomde tabernakel

25ToendaaldedeHEEREneerindewolkenspraktot Hem,enHijnameendeelvandeGeestdieopHemwas, engafdataandezeventigouderlingenEnhetgebeurde, toendeGeestophenrustte,datzijprofeteerden,enzij hieldennietop.

26Maarerbleventweemanneninhetlegerover;denaam vandeeenwasEldad,endenaamvandeanderMedadEn deGeestrustteophen.Zijbehoordentothendie opgeschrevenwaren,maarwarennietnaardetentgegaan Zijprofeteerdeninhetleger

27ToenliepereenjongemannaarMozestoeenvertelde hemdatEldadenMedadinhetlegerkampprofeteerden

28ToenantwoorddeJozua,dezoonvanNun,dedienaar vanMozes,eenvanzijnknechten,enzei:MijnheerMozes, verbiedhethun

29ToenzeiMozestegenhem:Benjejaloersopmij?Och, datallemensenvandeHEERprofetenwaren,endatde HEERzijnGeestophenzouleggen!

30ToenlietMozesheminhetlegerkampkomen,hijende oudstenvanIsraël

31ToenstakervandezijdevandeHEEREeenwindop, dieuitdezeekwartelsaanvoerdeenzebijhetlegerkamp lietneerkomen,eendagreisveraandezekanteneen dagreisveraandeanderekant,rondomhetlegerkamp,en eenhoogtevantweeelbovendeoppervlaktevandeaarde.

32Hetvolkstonddieheledag,diehelenachtendehele volgendedagopenverzameldedekwartelsWiedeminste verzamelde,verzameldetienhomer.Enzijspreiddenze allemaalvoorzichzelfuitrondomhetleger

33Terwijlhetvleesnogtussenhuntandenzat,voordathet gekauwdwerd,ontbranddedetoornvandeHEEREtegen hetvolk,endeHEEREsloeghetvolkmeteenzeerzware slag

34EnhijnoemdedieplaatsKibroth-Hattaäva,omdatmen daardemensenbegroefdienaarhemverlangden

35EnhetvolkreisdevanKibrothhattaavanaarHazeroth; enverblijfteinHazeroth.

HOOFDSTUK12

1MirjamenAäronsprakenMozesaanvanwegede Ethiopischevrouwmetwiehijgetrouwdwas,wanthijhad eenEthiopischevrouwgetrouwd.

2Enzijzeiden:HeeftdeHEEREsomsalleendoorMozes gesproken?HeeftHijooknietdooronsgesproken?Ende HEEREhoordehet.

3(Mozeswaseenzeerzachtmoedigman,meerdanalle mensenopdeaardbodem.)

4EndeHEEREsprakaanstondstotMozes,entotAäron, entotMirjam:Gaatuit,gijdrieën,naardetentder samenkomstEnzijdrieëngingenuit

5ToendaaldedeHEEREneerindewolkkolom,ginginde ingangvandetabernakelstaanenriepAäronenMirjam, enzijgingenbeidennaarbuiten

6Enhijzeide:HoorttochmijnwoordenIndienonderu eenprofeetis,zalIk,deHEERE,Mijaanhemineen visioenbekendmakenenineendroomtothemspreken.

7ZoishetnietmetmijndienaarMozes,dietrouwisin heelmijnhuis

8Ikzalmethemvanmondtotmondspreken,maarwelin hetopenbaar,ennietinduisterewoorden;enhijzalde

gelijkenisvandeHEEREaanschouwenWaaromzijtgij dannietbevreesdomtegenMijndienaarMozestespreken?

9ToenontstakdetoornvandeHEEREtegenhen,enHij gingheen.

10Toengingdewolkwegvandetabernakel,enzie, Mirjamwerdmelaats,witalssneeuwEnAäronkeeknaar Mirjam,enzie,zijwasmelaats

11ToenzeiAärontegenMozes:Ach,mijnheer,reken tochnietoponsdezondewaarmeewijzodwaashebben gehandeldenwaarmeewijgezondigdhebben

12Laathaarnietzijnalseendode,vanwiehetvleesalhalf verteerdis,wanneerzijuitdemoederschootkomt

13ToenriepMozestotdeHEEREenzei:Geneeshaar toch,oGod!

14ToenzeideHEEREtegenMozes:Alshaarvaderhaar inhetgezichthadgespuugd,zouzijdannietzevendagen teschandestaan?Laathaardanzevendagenbuitenhet legerkampwordengesloten,enlaathaardaarnaweer wordenopgenomen.

15EnMirjamwerdzevendagenbuitenhetlegergehouden Enhetvolkvertrokniet,totdatMirjamweerteruggebracht werd.

16DaarnabrakhetvolkopuitHazerothenlegerdezichin dewoestijnParan

HOOFDSTUK13

1EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

2Zendmannenuit,diehetlandKanaän,datIkaande Israëlietengeef,verkennenUitelkestamvanhunvaderen zultueenmanzenden,dieelkeenleideronderhenzijn.

3OpbevelvandeHEEREzondMozeshenuitdewoestijn ParanAldiemannenwarendehoofdenvandeIsraëlieten

4Ditzijnhunnamen:vandestamRubenwasSammua,de zoonvanZakkur

5VandestamSimeon:Safat,dezoonvanHori

6VandestamJuda:Kaleb,dezoonvanJefunne.

7VandestamIssaschar:Jigal,dezoonvanJozef 8VandestamEfraïm:Hosea,dezoonvanNun

9VandestamBenjamin:Palti,dezoonvanRaphu.

10UitdestamZebulonwasGaddiel,dezoonvanSodi 11VandestamJozef,vandestamManasse,Gaddi,de zoonvanSusi.

12VandestamDan:Ammiël,dezoonvanGemalli 13UitdestamAser:Sethur,dezoonvanMichaël 14VandestamNaftali:Nachbi,dezoonvanWofsi.

15VandestamGad:Guël,dezoonvanMachi 16DitzijndenamenvandemannendieMozesuitzondom hetlandteverspiedenEnMozesnoemdeHosea,dezoon vanNun,Jehosua

17ToenzondMozeshenuitomhetlandKanaänte verspieden,enhijzeitegenhen:Gahierheen,zuidwaarts, enbeklimhetgebergte

18Enziehetland,hoehetis,enhetvolkdaterinwoont, hetzijsterk,hetzijzwak,hetzijtalrijk;

19Enwathetlandiswaarinzijwonen,hetzijgoed,hetzij slecht,eninwelkestedenzijwonen,hetzijintenten,hetzij investingen;

20Enwathetlandis,ofhetvetisofmager,oferhoutinis ofniet.Enweesgoedsmoeds,enbrengvandevruchtdes landsNuwashetdetijdvandeeersterijpedruiven

21Zijtrokkenopenverkendenhetland,vandewoestijn ZintotRehob,totaanHamath.

22Enzijtrokkenopnaarhetzuidenenkwamenbij Hebron,waarAhiman,SesaienTalmai,dezonenvanEnak, woonden.(HebronwaszevenjaarvóórZoaninEgypte gebouwd)

23ToenzijbijdebeekEskolkwamen,snedenzijdaareen rankafmetééntrosdruiven.Zijdroegendiemetzijn tweeënaaneendraagstokOokbrachtenzijeenaantal granaatappelsenvijgenmee

24DieplaatswerddebeekEskolgenoemd,vanwegede druiventrosdiedeIsraëlietendaarafsneden

25Ennaveertigdagenkeerdenzijterugvanhetverkennen vanhetland

26ZijgingenopwegenkwamenbijMozes,bijAäronen bijdehelevergaderingvandeIsraëlietenindewoestijn Paran,bijKadesZijbrachtenhunendehelevergadering verslaguitenlietenhundevruchtenvanhetlandzien

27Enzijberichttenhethemenzeiden:Wijzijninhetland gekomenwaarheenGijonsgezondenhebt,enzie,het vloeitovervanmelkenhoning;enditisdevruchtervan

28Tochishetvolkdatinhetlandwoontsterk,ende stedenzijnommuurdenzeergrootOokhebbenwijdaar dekinderenvanEnakgezien

29InhetlandvanhetzuidenwonendeAmalekieten,inhet berglandwonendeHethieten,deJebusietenende Amorieten,enaandezeeenaandeoevervandeJordaan wonendeKanaänieten.

30ToenhieldKalebhetvolkvoorMozesstilenzei:Laten wemeteenoptrekkenenhetinbezitnemen,wantwe zullenhetzekerkunnenoverwinnen.

31Maardemannendiemethemmeegegaanwaren,zeiden: Wijkunnenniettegendatvolkoptrekken,wantzijzijn sterkerdanwij.

32Enzijbrachteneenkwaadgeruchtoverhetlanddatzij verkendhadden,onderdeIsraëlieten,zeggende:Hetland, datwijdoorgetrokkenzijnomhetteverkennen,iseenland, datzijninwonersverslindt;enaldemensen,diewijdaar gezienhebben,warenmannenvangrotelengte

33Endaarzagenwijdereuzen,dezonenvanEnak,dietot dereuzenbehorenWijwareninonzeeigenogenals sprinkhanen,enzowarenwijookinhunogen

HOOFDSTUK14

1Endegehelevergaderingverhiefhaarstemen schreeuwde;enhetvolkweendedienacht

2ToenmordenalleIsraëlietentegenMozesenAäron,en dehelevergaderingzeitegenhen:Warenwijmaarin Egyptegestorven!Warenwijmaarindezewoestijn gestorven!

3WaaromheeftdeHEEREonsinditlandgebracht,om doorhetzwaardtevallen,zodatonzevrouwenenkinderen tenprooizoudenvallen?Zouhetnietbetervooronszijn, datwijnaarEgypteterugkeerden?

4Toenzeidenzetegenelkaar:Latenweeenleider aanstellenennaarEgypteterugkeren.

5ToenwierpenMozesenAäronzichophungezichtvoor deogenvandehelegemeenschapvandegemeenschapvan deIsraëlieten.

6EnJozua,dezoonvanNun,enKaleb,dezoonvan Jefunne,dietotdegenenbehoordendiehetlandverkend hadden,scheurdenhunkleren

7Enzijsprakentotdegehelevergaderingderkinderen Israëls,zeggende:Hetland,waarwijdoorgetrokkenzijn omhetteverkennen,iseenbuitengewoongoedland

8AlsdeHEEREwelgevallenaanonsheeft,zalHijonsin ditlandbrengenenhetonsgeven,eenlanddatovervloeit vanmelkenhoning

9Alleen,weestnietopstandigtegendeHEERE,envreest debevolkingvanhetlandniet,wantzijzijnonstotvoedsel; hunschaduwisvanhengeweken,endeHEEREismetons; vreesthenniet.

10Maardegehelevergaderingliethenmetstenenstenigen EndeheerlijkheiddesHEERENverscheenindetentder samenkomst,voorhetaangezichtvanallekinderenIsraëls.

11ToenzeideHEEREtegenMozes:Hoelangzalditvolk Mijnogtergen?EnhoelangzalhetdurenvoordatzijMij geloven,ondanksalletekenendieIkonderhenhebgedaan?

12IkzalhenmetdepestslaanenhenontervenIkzaljou toteengroterenmachtigervolkmakendanzij

13ToenzeiMozestegendeHEERE:Danzullende Egyptenarenhethoren,wantUhebtditvolkdoorUw krachtuithunmiddenlatenoptrekken

14Enzijzullenhetaandeinwonersvanditlandvertellen, wantzijhebbengehoord,datGij,HEERE,inhetmidden vanditvolkzijt,datGij,HEERE,gezienzijtvan aangezichttotaangezicht,endatUwwolkbovenhenstaat, endatGijvoorhenuitgaat,desdaagsineenwolkkolom, endesnachtsineenvuurkolom

15Alsunudithelevolkalséénmandoodt,danzullende volkendievanuwgeruchtgehoordhebben,zeggen:

16OmdatdeHEEREnietbijmachtewasditvolkinhet landtebrengendatHijhunonderedebeloofdhad,daarom heeftHijhenindewoestijngedood

17Ennu,iksmeeku,laatdemachtvanmijnHeergroot zijn,zoalsugesprokenhebt,zeggende:

18DeHEEREislankmoedigengrootvanbarmhartigheid, Dieongerechtigheidenovertredingvergeeft,maarde schuldigezekernietonschuldighoudt;Hijbezoektde ongerechtigheidvandevaderenaandekinderen,totinhet derdeenvierdegeslacht

19Vergeeftochdeongerechtigheidvanditvolk, overeenkomstigdegrootheidvanUwgoedertierenheid,en zoalsUditvolkvergevenhebt,vanEgypteaftotnutoe

20EndeHEEREzeide:Ikhebvergevenovereenkomstig uwwoord

21MaarzowaaralsIkleef,deheleaardezalvervuld wordenvandeheerlijkheidvandeHEERE

22Wantaldiemannen,dieMijnheerlijkheidenMijn wonderen,dieIkgedaanhebinEgypteenindewoestijn, gezienhebben,enMijnualtienmaalopdeproefgesteld hebben,ennietnaarMijnstemgeluisterdhebben, 23ZijzullenhetlanddatIkhunvaderenonderedebeloofd heb,zekernietzien,enniemandvanhendieMijgetergd hebben,zalhetzien

24MaaromdatMijndienaarKalebeenanderegeestin zichhadenMijvolkomengevolgdheeft,zalIkhem brengeninhetlandwaarhijheengegaanis,enzijn nageslachtzalhetinbezitnemen.

25DeAmalekietenendeKanaänietenwoondeninhetdal Morgenzalikjullieomkerenenjullienaardewoestijn brengen,langsdewegnaardeSchelfzee

26EndeHEEREspraktotMozesentotAäron,zeggende: 27HoelangzalIkdezebozevergaderingnogverdragen, dietegenMijmurmureert?Ikhebhetgemurmelvande kinderenIsraëlsgehoord,datzijtegenMijmurmureren

28Zegtothen:ZowaarIkleef,spreektdeHEERE,zoalsu inMijnorengesprokenhebt,zozalIkudoen

29Uwlijkenzullenindezewoestijnvallen;enaluw getelden,vantwintigjaaroudendaarboven,dietegenMij gemorreldhebben,

30Gijzultstellignietinhetlandkomen,waarvanIk gezworenhebudaarintedoenwonen,behalveKaleb,de zoonvanJefunne,enJozua,dezoonvanNun

31Maaruwkleinekinderen,vanwieuzeidatzeeenprooi zoudenworden,diezalikbinnenbrengenDanzullenze hetlandlerenkennendatuverachthebt

32Maarwatubetreft,uwlijken,diezullenindeze woestijnvallen

33Enuwkinderenzullenveertigjaarindewoestijn ronddwalenenuwhoererijdragen,totdatuwlijkeninde woestijnzijnverwoest

34Naarhetaantaldagendatuhetlandhebtverkend, veertigdagen,elkedageenjaarlang,zultuuw ongerechtighedendragen,veertigjaarlang,enuzultweten datikmijnbelofteniethebnagekomen

35Ik,deHEERE,hebgezegd:DitzalIkzekerdoenmet heeldezebozevergadering,dietegenMijsamengespannen isIndezewoestijnzullenzijverdelgdwordenendaar zullenzijsterven.

36Endemannen,dieMozeshaduitgezondenomhetland teverkennen,keerdenterugenbrachtendegehele vergaderingtotmorrentegenhem,doorlasterlijketaalover hetlandteuiten,

37Ookdemannendiehetslechtegeruchtoverhetland haddenlatenuitgaan,stiervendoordeplaag,voorhet aangezichtvandeHEERE

38MaarJozua,dezoonvanNun,enKaleb,dezoonvan Jefunne,dietotdemannenbehoordendiehetlandverkend hadden,bleveninleven

39ToensprakMozesdezewoordentotalleIsraëlieten,en hetvolkrouwdehevig.

40Toenstondenzijdesmorgensvroegop,bestegende bergtopenzeiden:Zie,wijzijnhierengaanopnaarde plaatsdiedeHEEREgesprokenheeft,wantwijhebben gezondigd

41ToenzeiMozes:Waaromovertreedtunuhetgebodvan deHEERE?Hetzalnietgelukken

42Ganietop,wantdeHEEREisnietinuwmidden Anderswordtudooruwvijandenverslagen

43WantdeAmalekietenendeKanaänietenzijndaarvóór u,enuzultdoorhetzwaardvallenOmdatuzichvande HEEREhebtafgekeerd,zaldeHEEREnietmetuzijn

44ZijdurfdenechterdebergtoptebeklimmenDearkvan hetverbondvandeHEEREenMozesverlietenhet legerkampechterniet.

45ToenkwamendeAmalekietenendeKanaänieten,die opdieheuvelwoonden,enversloegenhenenbrachtenhen inverwarring,totaanHormatoe.

1EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

2SpreektotdeIsraëlietenenzegtegenhen:Wanneeruin hetlandvanuwwoonplaatskomt,datIkugeef,

3EngijzultdenHEEREeenvuurofferbrengen,een brandoffer,ofeenslachtoffer,ternakomingvaneengelofte, ofalseenvrijwilligoffer,ofopuwplechtigefeesten,om denHEEREeenaangenamenreuktemaken,vanhet rundvee,ofvanhetkleinvee

4DanzaldegenediezijnofferaandeHEEREoffert,een graanofferbrengenvaneentiendedeelmeel,gemengdmet eenvierdedeelvaneenhinolie.

5Eneenvierdedeelvaneenhinwijnalsplengofferzultu bereidenbijhetbrandofferofslachtoffer,vooréénlam

6Ofvooreenrammoetualsspijsoffertweetiendenvan hetmeelbereiden,gemengdmeteenderdehinolie

7Enalsplengofferzultgijeenderdedeelvaneenhinwijn offeren,alseenaangenamegeurvoordeHEERE.

8Wanneerueenstierbereidtalsbrandoffer,alsslachtoffer ternakomingvaneengelofte,ofalsdankofferaande HEERE,

9Danmoethijbijdestiereengraanofferbrengenvandrie tiendenmeel,gemengdmeteenhalvehinolie

10Engijzultalsplengoffereenhalvehinwijnaanbieden, alsvuuroffer,toteenaangenamegeurvoordeHEERE

11Zomoetmendoenmetéénstier,éénram,éénlamof éénbokje.

12Naarhetaantaldatugereedmaakt,moetumetieder overeenkomstigzijnaantalhandelen

13Allegeborenenvanhetlandmoetendezedingenop dezewijzedoen,dooreenvuuroffertebrengen,een aangenamegeurvoordeHEERE

14Wanneereenvreemdelingbijuvertoeft,ofiemanddie onderuisinuwgeslachten,enhijbrengteenvuuroffer, eenaangenamegeurvoordeHEERE,danmoethijdoen zoalsudoet.

15Eénzelfdeverordeningzalgeldenvooru,degemeente, enookvoordevreemdelingdiebijuvertoeft,eeneeuwige verordeningvooraluwgeneraties;zoalsubent,zozalde vreemdelingzijnvoorhetaangezichtvandeHEERE

16Vooruenvoordevreemdelingdiebijuvertoeft,geldt éénwetenééngedrag.

17EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

18SpreektotdeIsraëlietenenzegtegenhen:Wanneeruin hetlandkomtwaarheenIkubreng,

19Wanneerudanvanhetbroodvanhetlandeet,moetu eenheffingaandeHEEREofferen.

20Vanheteerstedeelvanuwdeegmoetueenkoekals hefofferaanbiedenUmoethetopdezelfdemanierheffen alshethefoffervandedorsvloer

21VandeeerstelingenvanuwdeegmoetudeHEEREeen hefoffergeven,vangeneratieopgeneratie

22Enindiengijgedwaaldhebtenaldezegeboden,diede HEEREtotMozesgesprokenheeft,nietinachtgenomen hebt,

23AlleswatdeHEEREudoordedienstvanMozes gebodenheeft,vanafdedagdatdeHEEREMozes gebodenheeft,envannuafaanonderuwgeslachten,

24Enindieneruitonwetendheid,zondermedewetenvan degemeente,ietsgedaanis,danzaldegehelegemeente éénjongestieralsbrandofferaanbieden,toteenaangename

geurvoordeHEERE,methetbijbehorendegraanofferen hetbijbehorendeplengoffer,overeenkomstigdewijze,en ééngeitenbokalszondoffer

25Endepriesterzalverzoeningdoenvoordegehele vergaderingvandekinderenIsraëls,enhetzalhun vergevenworden;wanthetisonwetendheid;enzijzullen hunofferbrengen,eenvuurofferaandeHEERE,enhun zondoffervoorhetaangezichtvandeHEERE,vanwege hunonwetendheid

26Enhetzalvergevenwordenaandegehelevergadering vandekinderenIsraëls,enaandevreemdelingdieinhun middenvertoeft,omdatheelhetvolkinonwetendheidwas

27Enindieniemanduitonwetendheidzondigt,danmoet hijeengeitvannoggeenjaaroudalszondofferbrengen

28Endepriesterzalverzoeningdoenvoordezieldieuit onwetendheidzondigt,wanneerhijuitonwetendheid zondigtvoorhetaangezichtvandeHEERE,om verzoeningvoorhemtedoen;enhetzalhemvergeven worden.

29Ergeldtéénwetvoorhemdieuitonwetendheidzondigt, zowelvoordeinboorlingenonderdeIsraëlietenalsvoorde vreemdelingendieonderhenverblijven.

30Maarwieditopeenmisdadigemanierdoet,hetzijeen geborenIsraëliet,hetzijeenvreemdeling,diesmaadtde HEERE;endiemenszaluithetmiddenvanZijnvolk wordenuitgeroeid

31OmdathijhetwoordvandeHEEREverachtenZijn gebodovertredenheeft,zaldiezielgeheeluitgeroeid worden;zijnongerechtigheidzalophemzijn

32TerwijldeIsraëlietenindewoestijnwaren,troffenzij eenmanaandieopdesabbathoutsprokkelde.

33Enzijdiehembezigvondenmethetsprokkelenvan hout,brachtenhemnaarMozesenAäronennaardehele gemeenschap.

34Enzezettenheminbewaring,omdaternietbekendwas watermethemzougebeuren

35ToenzeideHEEREtegenMozes:Diemanmoetzeker gedoodwordenDehelegemeenschapmoethembuitenhet legerkampstenigen

36Toenbrachtdehelegemeenschaphembuitenhet legerkampenstenigdehem,zodathijstierf,zoalsde HEEREMozesgebodenhad

37EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

38SpreektotdeIsraëlietenenzegtothendatzijkwasten moetenmakenaandezoomvanhunklederen,van generatieopgeneratie,endatzijaandekwastenvande zoomeenlintvanhemelsblauwmoetenbevestigen

39Enhetzalutoteenkwastjezijn,opdatgijhet aanschouwtengedenktaldegebodendesHEEREN,endie doet,enopdatgijnietuweigenhartenuweigenogen zoekt,waargijhoererijmeepleegt

40opdatualmijngebodengedenktendoet,enheiligbent vooruwGod

41IkbendeHEERE,uwGod,dieuuithetlandEgypte geleidhebomutoteenGodtezijnIkbendeHEERE,uw God

HOOFDSTUK16

1Korach,dezoonvanJizhar,dezoonvanKehat,dezoon vanLevi,enDathanenAbiram,dezonenvanEliab,enOn,

Nummers dezoonvanPeleth,dezonenvanRuben,namenmannen mee:

2ZijstondenopvoorMozes,metenigenvandeIsraëlieten, tweehonderdvijftigoverstenvandevergadering,dieinde vergaderingberoemdwaren,mannenvannaam.

3ToenverzameldenzijzichtegenMozesenAäronen zeidentothen:Hetisteveelvooru,wantdegehele vergaderingisheilig,iedervanhen,endeHEEREisin hunmiddenWaaromverheftuzichdanbovende vergaderingdesHEEREN?

4ToenMozesdathoorde,wierphijzichopzijngezicht

5EnhijspraktotKorachentotzijngehelevergadering, zeggende:MorgenzaldeHEEREtekennengeven,wie vanHemzijn,enwieheiligis,enHijzaldietotZichdoen naderen;zelfshem,dieHijverkorenheeft,zalHijtotZich doennaderen.

6Doedit:Neemdevuurpannen,Korachenheelzijn gezelschap;

7Doeermorgenvuurinenlegerreukwerkopvoorhet aangezichtvandeHEEREDanzaldemandiedeHEERE zaluitkiezen,heiligzijnJullienementeveelopjullie, zonenvanLevi.

8ToenzeiMozestegenKorach:Luistertoch,zonenvan Levi!

9Ishetuteweinig,datdeGodvanIsraëluheeft afgezonderdvandevergaderingvanIsraël,omutotZichte latennaderen,omdedienstvandetabernakelvande HEEREteverrichtenenvoorhetaangezichtvande vergaderingtestaanomhentedienen?

10EnHijheeftutotZichgebracht,enaluwbroeders,de zonenvanLevi,metu.Streeftookgijnaarhet priesterschap?

11DaarombentusamengekomentegendeHEERE,samen metheeluwaanhang.EnwatisAäron,datutegenhem mort?

12ToenzondMozesbodenomDathanenAbiram,de zonenvanEliab,teroepen.Zijzeiden:Wijzullenniet optrekken

13Isheteenkleinigheiddatuonshebtlatenoptrekkenuit eenlanddatovervloeitvanmelkenhoning,omonstelaten stervenindewoestijn,endatuuzelfniettotabsolute heerseroveronshebtgemaakt?

14Gijhebtonsnietgebrachtineenland,datovervloeit vanmelkenhoning,enonsgeenakkersenwijngaardenin bezitgegevenWiltGijdeogenvandezemannenuitslaan? Wijkomenniet.

15ToenwerdMozeszeertoornigenzeidetotdeHEERE: Zietochnietophunoffer;ikhebnietéénezelvanhen genomen,ennietéénvanhenkwaadgedaan

16ToenzeiMozestegenKorach:Weesmorgenvoorhet aangezichtvandeHEERE,jij,zijenAäron,metheelje gezelschap.

17Neemdaniederzijnwierookvat,doeerwierookinen brengvoorhetaangezichtvandeHEEREiederzijn wierookvat,tweehonderdvijftigwierookvaten;ookuen Aäron,iederzijnwierookvat

18Toennamenzijiederhunwierookvat,dedenervuurin enlegdenerreukwerkopZijgingenbijdeingangvande tentvanontmoetingstaan,samenmetMozesenAäron

19ToenverzameldeKorachdegehelevergaderingtegen henbijdeingangvandetentdersamenkomst;ende

heerlijkheiddesHEERENverscheenaandegehele vergadering.

20EndeHEEREspraktotMozesentotAäron,zeggende: 21Scheiduafvandezegemeenschap,danzalIkhenin éénogenblikvernietigen.

22Toenwierpenzijzichmethetaangezichtteraardeen zeiden:OGod,Godvandegeestenvanallevlees,alséén menszondigt,zultUdantoornigwordenopdegehele vergadering?

23EndeHEEREspraktotMozes,zeggende: 24Spreektotdevergaderingenzeg:Gawegvandetent vanKorach,DathanenAbiram

25ToenstondMozesopengingnaarDathanenAbiram, endeoudstenvanIsraëlvolgdenhem

26Enhijspraktotdevergadering,zeggende:Gaattoch wegvandetentenvandezegoddelozemannen,enraakt nietsaanvanwatvanhenis,opdatgijnietvergaatinal hunzonden

27Toengingenzijvanallekantenwegvandetentvan Korach,DathanenAbiramDathanenAbiramkwamen naarbuitenenblevenbijdeingangvanhuntentenstaan, methunvrouwen,hunzonenenhunkleinekinderen.

28ToenzeiMozes:HieraanzultuwetendatdeHEERE mijgezondenheeftomaldezedadentedoen,wantikheb zenietuiteigenwilgedaan.

29Alsdezemannensterven,zoalsallemensensterven,en alszijbezochtwordenzoalsallemensenbezochtworden, danheeftdeHEEREmijnietgezonden.

30MaarwanneerdeHEEREietsnieuwsmaakt,ende aardehaarmondopenspertenhenopslokt,metalleswat erbijhoort,enzijlevendindekuilzinken,danzultu begrijpendatdezemannendeHEEREhebbengetergd 31Enhetgebeurde,toenHijaldezewoordenuitgesproken had,datdegrondonderhenspleet.

32Toenopendedeaardehaarmondenverzwolghen,met hunhuizen,enmetallemensendiebijKorachhoorden,en metalhunbezittingen.

33Zijenallendiebijhenhoorden,daaldenlevendinde kuilaf,endeaardeslootzichbovenhen,enzijstiervenuit hetmiddenvandevergadering.

34EnheelIsraëldatrondomhenwoonde,vluchtteophun geroep,wantzijzeiden:Deaardezalookonsniet verzwelgen.

35ToenkwamereenvuurvandeHEERE,datde tweehonderdvijftigmannenverteerdediereukoffers brachten.

36EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

37ZegtegenEleazar,dezoonvandepriesterAäron,dat hijdevuurpannenuithetvuurmoethalenenhetvuurdaar moetwegstrooien,wantzezijnheilig

38Devuurpannenvandezezondaarstegenhuneigenziel, latenzijtotbredeplatenmaken,toteenbedekkingvanhet altaar,wantzijhebbenzevoorhetaangezichtvande HEEREgeofferd;daaromzijnzegeheiligd;enzezullen eentekenzijnvoordekinderenIsraëls

39ToennamdepriesterEleazardekoperenwierookvaten, waarmeedeverbrandenoffershaddengebracht,enhij maakteerbredeplatenvan,alsbedekkingvanhetaltaar

40DitzaleenherinneringzijnvoordeIsraëlieten,opdat geenvreemdeling,dienietuithetgeslachtvanAäronis, naderbijkomtomreukwerkteofferenvoorhetaangezicht vandeHEEREOpdathijnietvergaatalsKorachenzijn

Nummers gevolg,zoalsdeHEEREhemdoordedienstvanMozes gezegdhad.

41Maardevolgendedagbegondehelevergaderingvande IsraëlietentegenMozesenAärontemorrenentezeggen: JulliehebbenhetvolkvandeHEEREgedood.

42Enhetgebeurde,toendevergaderingzichverzameld hadtegenMozesenAäron,enzijhunblikrichttenopde tentdersamenkomst;enzie,dewolkbedektehaar,ende heerlijkheiddesHEERENverscheen

43ToenkwamenMozesenAäronvoordetentvan ontmoeting

44EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

45Staopuithetmiddendezergemeente,opdatIkhenin eenogenblikvertereEnzijvielenophunaangezichten

46ToenzeiMozestegenAäron:Neemeenwierookvat, doeervuurvanhetaltaarinenlegerreukwerkop.Gadan snelnaardegemeenschapendoeverzoeningvoorhen, wanteristoornvandeHEEREuitgegaan,deplaagis begonnen.

47ToennamAäron,zoalsMozesgebodenhad,ensnelde naarhetmiddenvandevergaderingEnzie,deplaagwas onderhetvolkbegonnen.Hijlegdeerreukwerkopendeed verzoeningvoorhetvolk

48EnHijstondtussendedodenendelevenden,ende plaaghieldop.

49Hetaantalmensendataandeplaagstierf,bedroeg veertienduizendzevenhonderd,afgezienvanhendieom hetlichaamvanKorachgestorvenwaren.

50ToenkeerdeAäronterugnaarMozes,naardeingang vandetentvanontmoeting,endeplaaghieldop

HOOFDSTUK17

1EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

2SpreektotdeIsraëlietenenneemvaniedervanheneen staf,overeenkomstighetgeslachtvanhunvaderen,vanal hunvorsten,overeenkomstighetgeslachtvanhunvaderen, twaalfstavenSchrijfiedersnaamopzijnstaf

3EngijzultdenaamvanAäronopdestafvanLevi schrijven;wantéénstafzalvoorhethoofdvanhethuis hunnervaderenzijn

4Engijzultzeneerleggenindetentdersamenkomst,vóór degetuigenis,waarIkmetuzalsamenkomen.

5Enhetzalgeschieden,datdestafvandeman,dieIk verkies,zalbloeien;enIkzalhetgemorvandekinderen Israëls,waarmeezijtegenumorren,doenophouden,zodat zijMijnietmeerhoren

6ToensprakMozestotdeIsraëlieten,enhunleidersgaven hemiederéénstaf,vooriedereleideréén,overeenkomstig hunfamilies,twaalfstavenDestafvanAäronwasonder hunstaven

7ToenlegdeMozesdestavenvoorhetaangezichtvande HEEREop,indetentdergetuigenis

8Enhetgeschieddedevolgendedag,toenMozesinde tentdergetuigenisging,enzie,destafvanAäron,voorhet huisvanLevi,bloeide;hijdroegbloesems,bloeideen leverdeamandelenop.

9ToenbrachtMozesaldestavenvanvoorhetaangezicht desHEERENnaarbuiten,naaraldeIsraëlietenToenzij hetzagen,namenzijiederzijnstaf.

10ToenzeideHEEREtegenMozes:Brengdestafvan Aäronweervóórdegetuigenis,omdietebewarenalseen

tekenvoordeopstandelingenDanzultuhungemor helemaalvanMijwegnemen,zodatzijnietsterven.

11MozesdeedwatdeHEERhemgebodenhadHijdeed het.

12ToenzeidendeIsraëlietentotMozes:Zie,wijsterven, wijvergaan,wijvergaanallen

13Eenieder,diedetentdesHerennadert,zalsterven; zoudenwijdantendodeopgeschrevenworden?

HOOFDSTUK18

1ToenzeideHEEREtegenAäron:Jijenjezonenenhet huisvanjevadermetjouzullendeongerechtigheidvanhet heiligdomdragen;enjijenjezonenmetjouzullende ongerechtigheidvanjepriesterschapdragen

2Enneemookuwbroedersmee,dieuitdestamLevi,de stamvanuwvader,opdatzijzichbijuvoegenenudienen; maaruenuwzonenmetuzullenvoordetentder samenkomstdienen.

3Enzijzullenuwtaakvervullen,endetaakvandegehele tentZijmogenechternietnaderentotdevoorwerpenvan hetheiligdomenvanhetaltaar,opdatzijnietsterven,noch gij

4Zijzullenzichbijuvoegenendewachthoudenoverde tentdersamenkomst,overheeldedienstvandetent.Er maggeenvreemdebijuindebuurtkomen

5Engijzultdedienstvoorhetheiligdomenvoorhetaltaar inachtnemen,opdatergeentoornmeerzijoverde kinderenIsraëls

6Enzie,Ikhebuwbroeders,deLevieten,uithetmidden vandeIsraëlietengenomen;aanuzijnzijgegevenalseen gavevoordeHEERE,omdedienstteverrichtenaande tentdersamenkomst

7Daarommoetu,samenmetuwzonen,hetpriesterambt vervullenvooralleswatmethetaltaarenbinnenhet voorhangseltemakenheeftUmoetdepriesterdienst verrichten.Ikhebuhetpriesterambttoevertrouwdalseen gaveIederevreemdelingdienadert,moetgedoodworden 8ToenzeideHEEREtotAäron:Zie,Ikhebookaanude zorgtoevertrouwdvoorMijnhefoffers,aldeheiligegaven vandeIsraëlietenAanuhebIkzegegeventerwillevan dezalving,enaanuwzonen,toteeneeuwigeverordening 9Ditzaleenvandeallerheiligstedingenvooruzijn,die voorhetvuurbewaardmoetenworden:alhunoffergaven, alhungraanoffers,alhunzondoffersenalhunschuldoffers, diezijMijbrengen,zullenallerheiligstzijnvooruenuw zonen

10Indeallerheiligsteplaatszultuheteten;alwie mannelijkis,zalheteten;hetzalvooruheiligzijn

11Enditisvooru:hethefoffervanhungave,metalde beweegoffersvandekinderenIsraëlsIkhebzeaanuen aanuwzonenenaanuwdochtersmetugegeven,alseen eeuwigeinzetting;iederdieinuwhuisreinis,zalervan eten

12Alhetbestevandeolie,enalhetbestevandewijn,en vandetarwe,deeerstelingendaarvan,diezijaande HEEREofferen,diezalIkugeven.

13Enalwatheteerstrijpisinhetland,watzijaande HEEREbrengen,zalvooruzijn;alwieinuwhuisreinis, zaldaarvaneten.

14AlhetheiligeinIsraëlzalvooruzijn

15Alwatdemoederschootopentinalhetvlees,endatzij totdeHEEREbrengen,hetzijvanmensen,hetzijvan dieren,zalvooruzijn;maardeeerstgeborenevandemens zultgijzekervrijkopen,enookdeeerstgeborenevan onreinedierenzultgijvrijkopen.

16Endeschapenvaneenmaandouddiegelostmoeten worden,moetulossenvolgensuwschatting,vooreen bedragvanvijfsjekel,naardesjekelvanhetheiligdom,die twintiggerais

17Maarheteerstgeborenkindvaneenrund,ofhet eerstgeborenkindvaneenschaap,ofheteerstgeborenkind vaneengeit,magunietvrijkopen;zijzijnheiligHun bloedmoetuophetaltaarsprenkelenenhunvetmoetuals eenvuurofferinrooklatenopgaan,toteenaangenamegeur voordeHEERE

18Enhetvleesdaarvanzalvooruzijn,zoalsdeborsten derechterschoudervooruzijn

19Aldehefoffersvandeheiligedingen,diedeIsraëlieten aandeHEEREbrengen,hebIkaanuenaanuwzonenen uwdochtersmetugegeven,alseeneeuwigeinzetting;het iseeneeuwigzoutverbondvoorhetaangezichtvande HEERE,vooruenuwnageslachtmetu.

20ToenzeideHEEREtegenAäron:Uzultgeenerfelijk bezithebbeninhunland,enuzultgeendeelhebbeninhun midden.Ikbenuwdeelenuwerfelijkbezitinhetmidden vandeIsraëlieten

21Enzie,IkhebaandeLevietenalletiendeninIsraëlals erfelijkbezitgegeven,voordedienstdiezijverrichten, namelijkdedienstaandetentdersamenkomst

22DeIsraëlietenmogenvoortaannietmeerindenabijheid vandetentvanontmoetingkomen,anderszoudenzij zondeoplopenensterven

23DeLevietenzullendedienstverrichtenindetentder samenkomst,enzijzullenhunongerechtigheiddragen.Het zaleeneeuwigeverordeningzijn,vooraluwgeneraties door,datzijonderdeIsraëlietengeenerfelijkbezitzullen hebben.

24MaardetiendenvandeIsraëlieten,diezijalsheffing aandeHEEREbrengen,geefIkaandeLevietenalserfelijk bezit.DaaromhebIktegenhengezegd:Onderde Israëlietenzullenzijgeenerfelijkbezithebben

25EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

26SpreekdustotdeLevietenenzegtothen:Wanneeru vandeIsraëlietendetiendenontvangtdieIkuvanhenals uwerfelijkbezithebgegeven,danmoetudaarvaneen heffingvoordeHEEREbrengen,eentiendedeelvande tienden

27Enditzalvoorualshefoffergelden,alsofhethetkoren vandedorsvloerwasendevolheidvandewijnpers

28Alduszultookgijvanaluwtienden,diegijvande Israëlietenontvangt,eenheffingaandeHEEREbrengen; engijzultdaarvandeheffingvandeHEEREaande priesterAärongeven

29VanaluwgavenzultuelkehefoffervoordeHEERE offeren,vanalhetbestedaarvan,zelfshetgeheiligdedeel daarvan

30Daarommoetutegenhenzeggen:Wanneeruhetbeste ervaneruithebtgehaald,zalhetvoordeLevietengerekend wordenalsdeopbrengstvandedorsvloerenalsde opbrengstvandewijnpers.

31Engijzulthetoveraleten,gijenuwhuisgenoten,want hetisuwloonvooruwdienstindetentdersamenkomst

32Engijzultgeenzondedragen,wanneergijhetbeste daarvanwegneemt;engijzultdeheiligedingenvande kinderenIsraëlsnietontheiligen,opdatgijnietsterft

HOOFDSTUK19

1EndeHEEREspraktotMozesentotAäron,zeggende: 2DitisdewetsbepalingdiedeHEEREgebodenheeft: SpreektotdeIsraëlieten,datzijueenrode,gavekoe brengen,waaraangeengebrekisenwaaropnognooiteen jukgekomenis

3EngijzulthaaraandepriesterEleazargeven,opdathij haarbuitenhetlegerkampbrenge,enmenzalhaarvoor zijnaangezichtslachten

4EndepriesterEleazarzalmetzijnvingereendeelvan haarbloednemenendaarvanzevenmaalvlakvoordetent vanontmoetingsprenkelen

5Enmenzaldejongekoevoorzijnogenverbranden;haar huid,haarvleesenhaarbloed,methaarmest,zalmen verbranden

6Endepriesterzalcederhout,hysopenscharlakennemen endatmiddenopdebrandendekoewerpen.

7Danmoetdepriesterzijnklerenwassenenzijnlichaam inwaterbadenDaarnamoethijinhetkampterugkomen Depriesterisonreintotdeavond.

8Endegenediehaarverbrandheeft,moetzijnklerenin waterwassenenzijnlichaaminwaterbadenHijisonrein totdeavond.

9Eenreinmanmoetdeasvandejongekoeverzamelenen buitenhetlegerkampopeenreineplaatsbewarenDieas moetbewaardwordenvoordevergaderingvande Israëlieten,alsreinigingswaterHetiseenreinigingvoorde zonde

10Enhijdiedeasvandejongekoeverzamelt,zalzijn klerenwassenenisonreintotdeavond;enhetzalvoorde Israëlietenenvoordevreemdelingdieinhunmidden vertoeft,eeneeuwigeinzettingzijn.

11Wiehetlijkvaneenmensaanraakt,iszevendagen onrein

12Opdederdedagmoethijzichdaarmeereinigen,enop dezevendedagzalhijreinzijnMaaralshijzichopde derdedagnietreinigt,danzalhijopdezevendedagniet reinzijn.

13Iedereendiehetlijkvaneengestorvenmensaanraakten zichnietreinigt,verontreinigtdetentvandeHEEREDie persoonzaluitIsraëlwordenuitgeroeid.Omdathet reinigingswaternietophemisgesprenkeld,ishijonrein Zijnonreinheidblijftnogophem.

14Ditisdewetwanneereenmanineententsterft:allen diedetentbinnengaanenallendiezichindetentbevinden, zijnzevendagenonrein

15Enelkopenvat,waaraangeendekselvastzit,isonrein.

16Eniederdieinhetopenveldeendoorhetzwaard gedoodpersoon,eenlijk,eenbotvaneenmensofeengraf aanraakt,iszevendagenonrein

17Envooreenonreinepersoonzullenzijvandeasvande verbrandekoevandereinigingvoordezondenemen,ener zalstromendwaterineenvataanwordentoegevoegd

18Eneenreinpersoonzalhysopnemen,endieinhet waterdopen,enhetopdetentsprenkelen,enopalde voorwerpen,enopdepersonendiedaarwaren,enophem

Nummers dieeenbeen,eenverslagene,eendodeofeengrafheeft aangeraakt.

19Endereinemoetopdeonreinepersoonsprenkelenop dederdedagenopdezevendedag;enopdezevendedag moethijzichreinigen,zijnklerenwassenenzichinwater baden,entegendeavondzalhijreinzijn

20Maardemandieonreinisenzichnietreinigt,diezaluit hetmiddenvandevergaderinguitgeroeidworden,omdat hijhetheiligdomvandeHEEREverontreinigdheeft;het reinigingswaterisnietophemgesprenkeld;hijisonrein

21Enhetzalvoorheneeneeuwigeverordeningzijn:wie hetreinigingswatersprenkelt,moetzijnklerenwassen; maarwiehetreinigingswateraanraakt,isonreintotde avond

22Enalleswateenonreinepersoonaanraakt,zalonrein zijn;endezieldiehetaanraakt,zalonreinzijntotdeavond.

HOOFDSTUK20

1ToenkwamendeIsraëlieten,dehelegemeenschap,inde woestijnvanZin,indeeerstemaandHetvolkbleefin Kadeswonen.DaarstierfMirjamenwerddaarbegraven.

2EnerwasgeenwatervoordegemeenschapDaarom verzameldenzijzichtegenMozesenAäron

3ToensprakhetvolkmetMozesenzei:Och,datwijtoch gestorvenwaren,terwijlonzebroedersvoorhetaangezicht desHEERENgestorvenzijn!

4WaaromhebtudegemeentevandeHEEREnaardeze woestijngebracht,zodatwijenonsveedaarsterven?

5WaaromhebtuonsuitEgyptelatentrekkenenonsnaar dezeslechteplaatsgebracht?Erishiergeenzaad,geen vijgen,geenwijnstokkenengeengranaatappelen,eneris geenwateromtedrinken

6ToengingenMozesenAäronvandegemeentenaarde ingangvandetentvanontmoetingenzijwierpenzichop hungezicht,endeheerlijkheidvandeHEEREverscheen hun.

7EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

8Neemdestafenverzameldegemeente,uenuwbroer Aäron.Spreekvoorhunogentotderots,danzaldezezijn watergevenEnuzulthunwateruitderotstevoorschijn brengenZozultudegemeenteenhunveetedrinken geven.

9ToennamMozesdestafvanvoorhetaangezichtvande HEERE,zoalsHijhemgebodenhad

10ToenriepenMozesenAärondegemeenschapbijeenbij derots,enhijzeitegenhen:Luistertoch,jullieopstandige mensen!Moetenwijvoorjulliewateruitdezerotshalen?

11ToenhiefMozeszijnhandopensloegmetzijnstaf tweemaalopderotsErstroomdeveelwateruit,zodatde gemeenschapenookhunveekondendrinken

12EndeHEEREzeidetotMozesenAäron:OmdatgijMij nietgeloofdhebt,omMijteheiligenvoordeogender Israëlieten,daaromzultgijdezevergaderingnietinhet landbrengen,datIkhungegevenheb

13DitishetwatervanMeriba,wantdeIsraëlietenhadden metdeHEEREgetwistenHijwerdinhengeheiligd.

14ToenzondMozesbodenuitKadesnaardekoningvan Edom:ZozegtuwbroederIsraël:Uweetvanaldemoeite dieonsisoverkomen.

15HoeonzevaderennaarEgyptezijnafgereisd,enwij hebbenlangetijdinEgyptegewoond;endeEgyptenaren hebbenonsenonzevaderenbenauwd

16ToenwijtotdeHEEREriepen,hoordeHijonzestemen zondeenengelenleiddeonsuitEgypte.Enzie,wijzijnte Kades,destadaanhetuiterstevanuwgebied

17LaatonstochdooruwlandtrekkenWijzullenniet doorveldenofwijngaardentrekkenenhetwateruitde bronnennietdrinkenWijzullendehoofdwegvande koningnemen,wijzullennietnaarrechtsofnaarlinks afwijken,totdatwijuwgebiedgepasseerdzijn

18ToenzeiEdomtegenhem:Ganietlangsmijheen, anderskomikmethetzwaardopuaf.

19ToenzeidendeIsraëlietentegenhem:Wijwillenover dehoofdweggaanAlsikenmijnveevanuwwater drinken,zalikervoorbetalen.Ikwilalleen,zonderiets anderstedoen,tevoetverdergaan

20Enhijzeide:GijzultnietdoortrekkenEnEdomtrokuit tegenhem,metveelvolkenmeteensterkehand.

21DaaromweigerdeEdomIsraëldoorgangteverlenen doorzijngebied,endaaromkeerdeIsraëlzichvanhemaf 22ToenbrakendeIsraëlieten,dehelegemeenschap,op vanKadesenkwamenbijdebergHor

23EndeHEEREspraktotMozesenAäronopdebergHor, aandekustvanhetlandEdom,zeggende:

24Aäronzaltotzijnvoorgeslachtverzameldworden,want hijzalhetlanddatIkaandeIsraëlietengegevenheb,niet binnengaan,omdatubijhetwatervanMeribategenMijn woordinopstandgekomenbent

25NeemAäronenzijnzoonEleazarenlaathenopdeberg Horopgaan.

26TrekAäronzijnklerenuitentrekzeaanEleazar,zijn zoonDanzalAärontotzijnvoorgeslachtverzameld wordenendaarsterven.

27MozesdeedzoalsdeHEEREgebodenhadVoorde ogenvanheeldegemeenschapbestegenzijdebergHor 28ToentrokMozesAäronzijnklerenuitendeedzezijn zoonEleazaraanZostierfAärondaaropdetopvande bergToenMozesenEleazarvandebergafdaalden, 29ToendehelegemeenschapzagdatAärongestorvenwas, rouwdenzijdertigdagenomAäron,ookhethelehuisvan Israël

HOOFDSTUK21

1ToendekoningvanKanaän,Arad,dieinhetzuiden woonde,hoordedatIsraëlviadewegvandeverspieders gekomenwas,streedhijtegenIsraëlennameenaantalvan hengevangen

2ToendeedIsraëleengelofteaandeHEEREenzei:AlsU ditvolkwerkelijkinmijnhandoverlevert,danzalikhun stedengeheelverwoesten.

3ToenluisterdedeHEEREnaardestemvanIsraëlengaf deKanaänietenover,zodatzijhenenhunstedenmetde bansloegenDaaromnoemdeHijdieplaatsHorma 4EnzijtrokkenvandebergHor,inderichtingvande Schelfzee,omomhetlandvanEdomheentetrekken.En hetvolkraaktezeerontmoedigdoverdeweg

5ToensprakhetvolktegenGodentegenMozes:Waarom hebtuonsuitEgyptegeleid,omonsindewoestijntelaten sterven?Erisgeenbroodenookgeenwater,enwijhebben eenafkeervanditdunnebrood

6ToenzonddeHEEREvurigeslangenonderhetvolk,die hetvolkbeten,zodaterveelIsraëlietenstierven.

7ToenkwamhetvolktotMozesenzeide:Wijhebben gezondigd,wantwijhebbentegendenHEEREentegenu gesproken;bidtotdenHEERE,datHijdeslangenvanons wegneemtEnMozesbadvoorhetvolk

8ToenzeideHEEREtegenMozes:Maakeenvurigeslang enzetdieopeenstaak.Danzaliedereendiegebetenis,in levenblijvenalshijdaarnaarkijkt

9ToenmaakteMozeseenkoperenslangenbevestigdedie opeenstaakEnalseenslangiemandgebetenhad,enhij zagdekoperenslang,danbleefdemensinleven

10ToenbrakendeIsraëlietenopenlegerdenzichinOboth.

11ZijbrakenopvanObothenlegerdenzichteIjeabarim, indewoestijndievóórMoabligt,tegenoverdeopgangder zon.

12Vandaarbrakenzijopenlegerdenzichinhetdalvan Zared

13Vandaarbrakenzijopenlegerdenzichaandeoverkant vandeArnon,dieindewoestijnligt,dieuithetgebiedvan deAmorietenkomtDeArnonisdegrensvanMoab, tussenMoabendeAmorieten.

14Daaromwordterinhetboekvandeoorlogenvande HEEREgezegd:WatHijgedaanheeftaandeSchelfzeeen aandebekenvandeArnon,

15EnaandebeekdieafdaaltnaardewoonplaatsvanAr, endieligtaandegrensvanMoab

16VandaargingenzijnaarBeër,debronwaarvande HEEREtotMozesgesprokenhad:Roephetvolkbijeen, danzalIkhunwaterteetengeven

17ToenzongIsraëlditlied:Springop,obron,zingervoor.

18Devorstengroevendeput,deedelenvanhetvolk groevenhem,opaanwijzingvandewetgever,methun staven.EnuitdewoestijngingenzijnaarMattana: 19EnvanMattananaarNahaliël,envanNahaliëlnaar Bamoth

20EnvanBamothinhetdal,datinhetlandvanMoabligt, totaandetopvandePisga,dieuitzietopdeJosafat 21ToenzondIsraëlbodennaarSihon,dekoningvande Amorieten,omtezeggen:

22LaatmijdooruwlandtrekkenWijzullennietafslaan naardeakkersofnaardewijngaarden,enwijzullenhet wateruitdeputnietdrinken.Wijzullendekoninklijke wegvolgen,totdatwijvoorbijuwgebiedzijn

23SihonwildeIsraëlnietdoorzijngebiedlatentrekken DaaromverzameldeSihonalzijnmanschappenentrokten strijde,Israëltegemoet,dewoestijninHijkwambijJahaz enstreedtegenIsraël.

24EnIsraëlversloeghemmetdescherptevanhetzwaard ennamzijnlandinbezit,vandeArnontotaandeJabbok, totaandeAmmonieten;wanthetgebiedvande Ammonietenwasversterkt.

25EnIsraëlnamaldiestedenin,enIsraëlgingwonenin aldestedenderAmorieten,inHesboneninalhaardorpen

26WantHesbonwasdehoofdstadvanSihon,dekoning vandeAmorieten,dietegendevorigekoningvanMoab hadgestredenenalzijnlanduitdienshandhadveroverd, totaandeArnontoe

27Daaromzeggenzij,diespreukenspreken:Komnaar Hesbon,laatdestadvanSihonherbouwden gereedgemaaktworden

28WanteriseenvuuruitgegaanuitHesbon,eenvlamuit destadvanSihon;hetheeftArvanMoabverteerd,ende heersersoverdehoogtenvanArnon

29Weeu,Moab!Ubenttenondergegaan,volkvan Kamos!Hijheeftzijnontkomenzonenenzijndochtersin gevangenschapgegevenaanSihon,dekoningvande Amorieten

30Wijhebbenophengeschoten;Hesbonisverwoesttot aanDibontoe,enWijhebbenhenverwoesttotaanNofa toe,dattotaanMedebareikt

31ZobleefIsraëlinhetlandvandeAmorietenwonen

32ToenstuurdeMozesbodenomJaäzerteverkennenZij namendedorpenervaninenverdrevendeAmorietendie daarwoonden

33Toenkeerdenzijzichomentrokkenopinderichting vanBasan.EnOg,dekoningvanBasan,trokuit,hen tegemoet,hijenheelzijnvolk,naardeslagbijEdreï

34ToenzeideHEEREtegenMozes:Weesnietbangvoor hem,wantIkhebheminjouwhandgegeven,metalzijn volkenzijnlandJemoetmethemdoenzoalsjemetSihon, dekoningvandeAmorieten,dieinHesbonwoonde, gedaanhebt.

35Toendooddenzijhem,zijnzonenenheelzijnvolk, totdaterniemandmeervanheminlevenwasZijnamen zijnlandinbezit.

HOOFDSTUK22

1ToenbrakendeIsraëlietenopenlegerdenzichinde vlaktenvanMoab,aandezezijdevandeJordaan,ter hoogtevanJericho.

2ToenBalak,dezoonvanZippor,zagwatIsraëlde Amorietenhadaangedaan,

3EnMoabwerdzeerbevreesdvoorhetvolk,wanthetwas talrijk;enMoabraakteinhetnauwvanwegedekinderen Israëls

4EnMoabzeidetotdeoudstenvanMidian:Nuzaldeze vergaderingalwatrondomonsis,aflikken,gelijkdeoshet grasdesveldsafliktEnBalak,dezoonvanZippor,wasin dietijdkoningderMoabieten.

5DaaromzondhijbodennaarBileam,dezoonvanBeor, inPetor,dataanderivierligtinhetlandvanzijn volksgenoten,omhemteroepenentezeggen:Zie,daaris eenvolkuitEgyptegetrokken;zie,zijbedekkende oppervlaktevandeaardeenzijverblijventegenoverMij 6Komdantoch,vervloekmijditvolk,wanthetismijte machtigMisschienzalikhetoverwinnenenhenverslaan enuithetlandverdrijven.Wantikweet:wiegijzegent,is gezegend,maarwiegijvervloekt,isvervloekt

7ToengingendeoudstenvanMoabendeoudstenvan Midianweg,metdewaarzeggerijinhunhandZijkwamen bijBileamenverteldenhemdewoordenvanBalak.

8Enhijzeidetothen:Blijftvannachthier,enikzalhetu opnieuwberichten,zoalsdeHEEREtotmijsprekenzal EndevorstenvanMoabblevenbijBileam

9ToenkwamGodtotBileamenzei:Wiezijnditvoor mannenbiju?

10ToenzeiBileamtegenGod:Balak,dezoonvanZippor, dekoningvanMoab,heefttotmijgezondenomtezeggen: 11Zie,daariseenvolkuitEgyptegekomen,datde oppervlaktevandeaardebedekt;komnu,vervloekMijhen; misschienzalIkhenkunnenoverwinnenenverdrijven

12ToenzeiGodtegenBileam:Ganietmethenmee, vervloekhetvolkniet,wanthetisgezegend.

13ToenstondBileamdesmorgensopenzeitegende vorstenvanBalak:Ganaaruwland,wantdeHEERE weigertmijtoestemmingtegevenommetumeetegaan.

14ToenstondendevorstenvanMoabop,gingennaar Balakenzeiden:Bileamweigertmetonsmeetegaan 15EnBalakzondopnieuwvorsten,talrijkeren aanzienlijkerdanzij

16ToenkwamenzijbijBileamenzeidentothem:Zozegt Balak,dezoonvanZippor:Laattochnietsuervan weerhoudentotmijtekomen

17Wantikzalutotzeergroteeerverheffen,enikzaldoen watumijookzegtKomdantoch,vervloekmijditvolk

18ToenantwoorddeBileamenzeidetotdedienarenvan Balak:AlgafBalakmijzijnhuisvolzilverengoud,ikzou hetbevelvandeHEERE,mijnGod,nietkunnen overtredendoormeerofmindertedoen

19Nudan,blijftochookvannachthier,zodatikweetwat deHEEREnogmeertotmijzalzeggen

20ToenkwamGodindenachttotBileamenzeidetothem: Indiendemannenkomenomuteroepen,staopengamet henmee;maarhetwoord,datIktotusprekenzal,zultgij doen

21ToenstondBileamdesmorgensop,zadeldezijnezelen gingmetdevorstenvanMoabmee

22EndetoornGodsontstak,omdathijheenging;ende EngeldesHEERENstondopdenwegalseentegenstander tegenhemEnhijreedopzijnezelin,enzijntweeknechten warenmethem

23ToendeezelindeEngelvandeHEEREopdewegzag staan,metgetrokkenzwaardindehand,weekdeezelin vandewegafenginghetveldinToensloegBileamde ezelinomhaarnaardewegteleiden.

24MaardeEngelvandeHEEREstondophetpadvande wijngaardenAanbeidekantenwaseenmuur

25ToendeezelindeEngelvandeHEEREzag,duwdezij zichtegendemuurenkneusdeBileamsvoettegendemuur, zodathijhaarnogmaalssloeg

26ToengingdeEngelvandeHEEREverderenbleef staanopeenplaatsdienauwwas,zodatergeen mogelijkheidwasomnaarrechtsofnaarlinksuittewijken

27ToendeezelindeEngelvandeHEEREzag,vielzij onderBileamToenontstakBileaminwoedeensloegde ezelinmeteenstok

28ToenopendedeHEEREdemuilvandeezelin,enzij zeidetotBileam:WathebIkugedaan,datgijmijnu driemaalgeslagenhebt?

29ToenzeiBileamtegendeezelin:Omdatjemijbespot hebt!Hadikmaareenzwaardinmijnhand,anderszouik jenudoden

30ToenzeidedeezelintotBileam:Beniknietuwezelin, waaropgijgeredenhebt,vanafdatikdeuwewastotop dezedagtoe?Hebikuooitalzogedaan?Enhijzeide: Neen

31ToenopendedeHEEREdeogenvanBileam,enhijzag deEngelvandeHEEREopdewegstaan,metgetrokken zwaardinzijnhandDaaromboogBileamzijnhoofden wierpzichmetzijngezichtteraarde

32EndeEngeldesHerenzeidetothem:Waaromhebtgij uwezelinnudriemaalgeslagen?Zie,Ikbenuitgegaanom uteweerstaan,omdatuwwegvoorMijverkeerdis

33Toenzagdeezelinmijenkeerdezichdriemaalvanmij af.Alszijzichnietvanmijhadafgekeerd,hadikuzeker gedoodenhaarinhetlevengelaten

34ToenzeiBileamtegendeEngelvandeHEERE:Ikheb gezondigd,wantikwistnietdatUopdewegtegenovermij stondNudan,alshetkwaadisinUwogen,zalikwel terugkeren

35EndeEngeldesHEERENzeidetotBileam:Gametde mannen;maarspreekalleenhetwoord,datIktotuspreken zalAlzogingBileammetdevorstenvanBalak

36ToenBalakhoordedatBileaminaantochtwas,ginghij hemtegemoetnaareenstadinMoab,dieaandeArnonligt, aanhetuitersteeindevandelandstreek.

37ToenzeiBalaktegenBileam:Hebiknietdringendnaar utoegestuurdomuteroepen?Waarombentunietnaarmij toegekomen?Zouikudannietinerekunnenbrengen?

38ToenzeiBileamtegenBalak:Zie,ikbenbijugekomen Zouiknunogietskunnenzeggen?HetwoorddatGodin mijnmondlegt,datzalikspreken.

39BileamgingmetBalakmeeenzijkwamenteKirjatHuzot

40Balakofferderunderenenschapenenzondzenaar Bileamennaardevorstendiebijhemwaren

41Enhetgebeurdedevolgendedag,datBalakBileam namenhemopdehoogtenvanBaälbracht,opdathij vandaarhetuiterstedeelvanhetvolkzouzien

HOOFDSTUK23

1ToenzeiBileamtegenBalak:Bouwhierzevenaltaren voormijenmaakhierzevenrunderenenzevenrammen voormijgereed

2BalakdeedzoalsBileamgezegdhadBalakenBileam offerdenopelkaltaareenstiereneenram.

3EnBileamzeidetotBalak:Blijfbijuwbrandofferstaan, enikzalheengaan;misschienzaldeHEEREmijtegemoet komen;enalwatHijmijtekennenzalgeven,zaliku zeggenEnhijgingnaareenhoogte

4ToenontmoetteGodBileamenHijzeitegenhem:Ikheb zevenaltarenopgerichtenopelkaltaareenstiereneen ramgeofferd

5ToenlegdedeHEEREeenwoordindemondvan Bileamenzei:KeerterugnaarBalakenspreekaldus.

6Toenkeerdehijnaarhemterug,enzie,hijstondbijzijn brandoffer,hijenallevorstenvanMoab

7Toenhaaldehijzijnspreukaanenzei:Balak,dekoning vanMoab,heeftmijuitAramgehaald,uithetgebergtein hetoosten,engezegd:Kom,vervloekmijJakob,enkom, daagIsraëluit

8Hoezouikvervloeken,dieGodnietvervloektheeft? Hoezouiktarten,diedeHEEREnietgetartheeft?

9Wantvandetopderrotsenzieikhem,envandeheuvels aanschouwikhemZie,hetvolkzalalleenwonen,enzal nietonderdeheidenvolkengerekendworden

10WiekanhetstofvanJakobtellen,enhetgetalvanhet vierdedeelvanIsraël?Laatmijstervendedoodvande rechtvaardige,enlaatmijneindezijnalshetzijne!

11ToenzeideBalaktotBileam:Wathebtgijmijgedaan? Ikhebugenomenommijnvijandentevervloeken,enzie, gijhebthenallengezegend.

12Enhijantwoorddeenzeide:Moetiknietoplettente sprekenwatdeHEEREinmijnmondgelegdheeft?

13EnBalakzeidetothem:Gatochmetmijmeenaareen andereplaats,vanwaargijhenkuntzien.Gijzultslechts hetuiterstedeelervanzien,maarnietalles;envervloekmij henvandaar.

14HijbrachthemnaarhetveldZofim,opdetopvande Pisga,enbouwdezevenaltarenOpelkaltaarofferdehij eenstiereneenram

15EnhijzeidetotBalak:Blijfhierbijuwbrandofferstaan, terwijlikdaardeHEEREontmoet

16ToenkwamdeHEEREBileamtegen,legdehemeen woordindemondenzei:GanogeenkeernaarBalaken zegdit

17Entoenhijbijhemkwam,zie,daarstondhijbijzijn brandoffer,endevorstenvanMoabmethemEnBalak zeidetothem:WatheeftdeHEEREgesproken?

18EnHijhiefzijngelijkenisaanenzeide:Staop,Balak, enluister;luisternaarmij,gijzoonvanZippor!

19Godisgeenmens,datHijliegenzou,nocheen mensenkind,dathetHemberouwenzou.ZouHijiets zeggen,enhetnietdoen?OfzouHijietsspreken,enhet nietgoedmaken?

20Zie,Ikhebbevelontvangenomtezegenen;enHijheeft gezegend,enIkkanhetnietongedaanmaken

21HijheeftgeenonrechtinJakobgezien,engeenverderf inIsraël;deHEERE,zijnGod,ismethem,enhetgejuich vaneenkoningisonderhen

22GodleiddehenuitEgypte;Hijhaddekrachtvaneen eenhoorn.

23ErisgeenbezweringtegenJakob,engeenwaarzeggerij tegenIsraëlIndezetijdzalvanJakobenvanIsraëlgezegd worden:WatheeftGodgedaan?

24Zie,hetvolkzalopstaanalseengroteleeuw,enhijzal zichverheffenalseenjongeleeuw;hijzalnietneerliggen, totdathijvanderoofgegetenenhetbloedvandegedoden gedronkenheeft

25ToenzeiBalaktegenBileam:Vervloekheninhet geheelnietenzegenheninhetgeheelniet.

26MaarBileamantwoorddeenzeidetotBalak:Hebiku nietverteld,zeggende:AlhetgeendeHEEREspreekt,dat ikdoenmoet?

27ToenzeiBalaktegenBileam:Komtoch,ikzaljenaar eenandereplaatsbrengenMisschienzalhetGodbehagen datjemijdaarvervloekt.

28ToenbrachtBalakBileamnaardetopvandePeor,die uitkijktoverdewoestijn

29ToenzeiBileamtegenBalak:Bouwhierzevenaltaren voormijenmaakhierzevenstierenenzevenrammenvoor mijgereed.

30BalakdeedzoalsBileamgezegdhadenofferdeopelk altaareenstiereneenram

HOOFDSTUK24

1ToenBileamzagdathetdeHEERbehaagdeIsraëlte zegenen,ginghijniet,zoalsdeanderekeren,opzoeknaar bezweringen,maarrichttezijnblikopdewoestijn

2ToenBileamzijnogenopsloeg,zaghijIsraëlinzijn tentenverblijven,ingedeeldnaarhunstammenToen kwamdeGeestvanGodoverhem

3Enhijhiefzijngelijkenisopenzeide:Bileam,dezoon vanBeor,heeftgezegd,endemanwiensogenopenzijn, heeftgezegd:

4HijdiedewoordenvanGodhoorde,diehetgezichtvan deAlmachtigezag,eninvervoeringraakte,maarzijnogen openhad,heeftgezegd:

5Hoegoedzijnuwtenten,oJakob,enuwtenten,oIsraël!

6Zijstrekkenzichuitalsdalen,alstuinenaandeoevers vaneenrivier,alsdealoëbomendiedeHEEREgeplant heeft,enalscederbomenaanhetwater

7Hijzalhetwateruitzijnemmersgieten,enzijn nageslachtzalinvelewaterenzijn,enzijnkoningzal hogerzijndanAgag,enzijnkoninkrijkzalverhoogd worden

8GodheefthemuitEgyptegeleidHijiszosterkalseen eenhoorn.Hijzaldevolkendiezijnvijandenzijn,verteren, hunbottenverbrijzelenenmetzijnpijlendoorboren

9Hijlagneder,hijlegdezichnederalseenleeuw,enals eengroteleeuw;wiezalhemopwekken?Gezegendishij dieuzegent,envervloektishijdieuvervloekt

10ToenontstakBalakinwoedetegenBileam,enhijsloeg zijnhandentegenelkaar.ToenzeiBalaktegenBileam:Ik hebjegeroepenommijnvijandentevervloeken,enzie,jij hebtzenualdriekeergezegend

11Daarom,vluchtnunaaruwplaats.Ikhadgedachtueen groteeertebezorgen,maarzie,deHEEREheeftuvandie eerafgehouden

12EnBileamzeidetotBalak:Hebikookniettotuw bodengesproken,diegijtotmijgezondenhebt,zeggende: 13AlsBalakmijzijnhuisvolzilverengoudzougeven, zouiknietbuitenhetbevelvandeHEEREkunnentreden, nochgoednochkwaaddoende,naarmijneigenzinMaar watdeHEEREzegt,datzouikspreken?

14Ennu,zie,IkganaarMijnvolk;komdan,enIkzalu bekendmakenwatditvolkuwvolkindelaatstedagenzal doen

15Enhijhiefzijngelijkenisaanenzeide:Bileam,dezoon vanBeor,heeftgezegd,endemanwiensogenopenzijn, heeftgezegd:

16HijdiedewoordenvanGodhoordeendekennisvande Allerhoogstekende,diehetgezichtvandeAlmachtigezag, eninvervoeringraakte,maarzijnogenopenhad,heeft gezegd:

17Ikzalhemzien,maarnietnu;ikzalhemaanschouwen, maarnietvannabijErzaleensteruitJakobopkomen,en eenscepterzaluitIsraëlopkomen,diedehoekenvan MoabzalslaanenallezonenvanSetzalverdelgen

18EnEdomzaleenbezitzijn,enSeïrzaleenbezitzijn voorzijnvijanden;enIsraëlzalheldhaftighandelen.

19UitJakobzaliemandvoortkomendieheerschappijzal voeren,enhijzaldegenedievandestadoverblijft, verdelgen

20ToenhijAmalekzag,haaldehijzijngelijkenisaanen zei:Amalekwasdeeersteonderdevolken,maarzijneinde zalzijndathijvooreeuwigtegrondegaat.

21ToenkeekhijdeKenietenaan,hieldzijngelijkenisaan enzei:Sterkisuwwoning,engijmaaktuwnestinderots 22MaardeKenietzalverwoestworden,totdatAssurjou alsgevangenezalwegvoeren

23EnHijhiefzijngelijkenisopenzeide:Wee,wiezal leven,alsGodditdoet?

24ErzullenschepenkomenvanhetgebiedvanKittim,die AssurenHeberzullentreffen,enookzijzullenvoor eeuwigtegrondegaan

25ToenstondBileamop,gingheenenkeerdeterugnaar zijnplaats,enookBalakgingheen.

HOOFDSTUK25

1ToenIsraëlinSittimbleefwonen,begonhetvolk hoererijtebedrijvenmetdedochtersvanMoab

2Zijnodigdenhetvolkuitvoordeoffersvanhungoden, enhetvolkatenboogzichvoorhungodenneer

3ToenIsraëlzichbijBaäl-Peorvoegde,ontbranddede toornvandeHEEREtegenIsraël

4ToenzeideHEEREtegenMozes:Neemallehoofden vanhetvolkenhangzeopvoorhetaangezichtvande HEERE,indezonDanzaldebrandendetoornvande HEEREzichvanIsraëlafwenden

5ToenzeiMozestegenderechtersvanIsraël:‘Doodt iedervanuzijnmannen,diebijBaäl-Peorzijnaangesloten 6Enzie,eenvandeIsraëlietenkwamenbrachteen Midianitischevrouwnaarzijnbroeders,voordeogenvan Mozesenvoordeogenvanheeldevergaderingvande Israëlieten,dieweendenvoordeingangvandetentvan ontmoeting.

7ToenPinehas,dezoonvanEleazar,dezoonvande priesterAäron,datzag,stondhijopuitdevergadering, nameenspeerinzijnhandenrendeweg.

8EnhijgingdemanvanIsraëlnaindetent,enstakhen beidendoor,demanvanIsraël,endevrouwdoorhaarbuik AlduswerddeplaagvandekinderenvanIsraël weggenomen

9Enhetaantalmensendataandepeststierf,was vierentwintigduizend.

10EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

11Pinehas,dezoonvanEleazar,dezoonvandepriester Aäron,heeftMijntoornvandeIsraëlietenafgewend, terwijlhijvoorMijinhunmiddenijverde,zodatIkde IsraëlietenniethebverdelgdinMijnnaijver

12Zegdaarom:Zie,IkgeefhemMijnverbonddesvredes.

13Enhijenzijnnageslachtzullenhetverbondvaneen eeuwigpriesterschaphebben,omdathijvoorzijnGodheeft geijverdenverzoeningheeftgedaanvoordekinderen Israëls

14DenaamvandeIsraëlietdiegedoodwerd,diesamen metdeMidianitischevrouwgedoodwerd,wasZimri,de zoonvanSalu,eenvorstvaneenbelangrijkgeslachtonder deSimeonieten

15DenaamvandeMidianitischevrouwdiegedoodwerd, wasKozbiZijwasdedochtervanZurZijwashethoofd vaneenvolkenvaneenhoofdfamilieinMidian.

16EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

17BrengdeMidianieteninverlegenheidenverslahen

18Wantzijhebbenugekweldmethunlisten,waarmeezij uhebbenbedrogenindezaakvanPeorenindezaakvan Kozbi,dedochtervaneenvorstvanMidian,hunzuster, dieopdedagvandeplaagomPeorswilwerdgedood

HOOFDSTUK26

1Enhetgeschieddenadeplaag,datdeHEEREtotMozes entotEleazar,dezoonvandepriesterAäron,sprak, zeggende:

2Neemhetaantalopvandegehelegemeenschapvande Israëlieten,vantwintigjaarenouder,uitallefamilies,allen dieweerbaarzijnominIsraëltenstrijdetetrekken

3EnMozesendepriesterEleazarsprakenmetheninde vlaktenvanMoab,aandeJordaan,bijJericho,enzeiden: 4Neemhetaantalpersonenopvantwintigjaarenouder, zoalsdeHEEREMozesendeIsraëlietengebodenhad,die uithetlandEgyptewarenweggetrokken.

5Ruben,deoudstezoonvanIsraël:dezonenvanRuben: Hanoch,vanwiehetgeslachtderHanochietenafstamt;van Pallu,hetgeslachtderPalluieten;

6VanHezronhetgeslachtvandeHezronieten;vanKarmi hetgeslachtvandeKarmieten.

7DitzijndegeslachtenderRubenieten:hungetelden warendrieënveertigduizendzevenhonderddertig 8EndezonenvanPallu:Eliab.

9EndezonenvanEliab:Nemuel,enDathan,enAbiram DitzijndieDathanenAbiram,dieberoemdwareninde vergadering,dietegenMozesentegenAäronstredeninhet gezelschapvanKorach,toenzijtegendeHEEREstreden 10Toenopendedeaardehaarmondenverzwolghen,met inbegripvanKorach.Toenstierfookdiebende.Hetvuur verteerdetweehonderdvijftigmannen,enzijwerdentoteen teken

11MaardekinderenvanKorachstiervenniet.

12DezonenvanSimeon,naarhungeslachten:vanNemuël hetgeslachtderNemuëlieten;vanJaminhetgeslachtder Jaminieten;vanJachinhetgeslachtderJachinieten;

13VanZerachhetgeslachtvandeZarhieten;vanSaulhet geslachtvandeSaulieten

14DitzijndegeslachtenvandeSimeonieten: tweeëntwintigduizendtweehonderd

15DezonenvanGad,naarhungeslachten:vanZefonhet geslachtderZefonieten;vanHaggihetgeslachtder Haggieten;vanSunihetgeslachtderSunieten; 16VanOznihetgeslachtderOznieten;vanErihet geslachtderErieten;

17VanArodhetgeslachtvandeArodieten;vanArelihet geslachtvandeArelieten

18DitwarendegeslachtenvandenakomelingenvanGad, naarhungetelden:veertigduizendvijfhonderd

19DezonenvanJudawarenErenOnanErenOnan stierveninhetlandKanaän.

20DezonenvanJuda,ingedeeldnaarhungeslachten, waren:vanSelahetgeslachtvandeSelanieten;vanPerez hetgeslachtvandeFarzieten;vanZerahhetgeslachtvan deZarhieten

21DezonenvanPerezwaren:vanHezronhetgeslachtvan deHezronieten;vanHamulhetgeslachtvandeHamulieten

22DitwarendegeslachtenvanJuda,naarhungetelden: zeventigduizendvijfhonderd

23VandezonenvanIssaschar,naarhungeslachten:van TolahetgeslachtvandeTolaieten;vanPuahetgeslacht vandePunieten;

24VanJasubhetgeslachtvandeJasubieten;vanSimron hetgeslachtvandeSimronieten

25DitwarendegeslachtenvanIssachar,naarhungetelden: vierenzeventigduizenddriehonderd

26VandezonenvanZebulon,ingedeeldnaarhun geslachten:vanSeredhetgeslachtvandeSardieten;van ElonhetgeslachtvandeElonieten;vanJahleëlhetgeslacht vandeJahleëlieten

27DitwarendegeslachtenvandeZebulonieten,ingedeeld naarhungetelden:zeventigduizendvijfhonderd.

28DezonenvanJozef,ingedeeldnaarhunfamilies,waren ManasseenEfraïm.

29VandezonenvanManasse:vanMachirhetgeslacht vandeMachirieten;MachirverwekteGilead;vanGilead komthetgeslachtvandeGileadieten

30DitzijndezonenvanGilead:vanJeëzerhetgeslacht vandeJeëzerieten;vanHelekhetgeslachtvande Helekieten;

31EnvanAsriëlhetgeslachtderAsriëlieten;envan SichemhetgeslachtderSichemieten;

32EnvanSemidahetgeslachtderSemidaïeten;envan HeferhetgeslachtderHeferieten

33EnZelafchad,dezoonvanChefer,hadgeenzonen, maardochters.DenamenvandedochtersvanZelafchad waren:Machla,Noa,Hogla,MilkaenTirza

34DitwarendegeslachtenvanManasse,enhungetelden: tweeënvijftigduizendzevenhonderd.

35DitzijndezonenvanEfraïm,ingedeeldnaarhun geslachten:vanSutelahhetgeslachtvandeSutalhieten; vanBecherhetgeslachtvandeBachrieten;vanTahanhet geslachtvandeTahanieten

36EnditzijndezonenvanSutela:vanEranhetgeslacht vandeEranieten.

37DitzijndegeslachtenderzonenvanEfraïm,naarhun getelden,tweeëndertigduizendenvijfhonderdDitzijnde zonenvanJozef,naarhungeslachten.

38DezonenvanBenjamin,ingedeeldnaarhungeslachten: vanBelahetgeslachtderBelaieten;vanAsbelhetgeslacht derAsbelieten;vanAhiramhetgeslachtderAhiramieten; 39VanSufamhetgeslachtvandeSufamieten;vanHufam hetgeslachtvandeHufamieten

40DezonenvanBelawarenArdenNaäman.VanArdwas hetgeslachtvandeArdieten,envanNaämanwashet geslachtvandeNaämieten

41DitzijndezonenvanBenjamin,ingedeeldnaarhun geslachtenHungeteldenwarenvijfenveertigduizend zeshonderd

42DitzijndezonenvanDan,naarhungeslachten:van SuhamhetgeslachtvandeSuhamietenDitzijnde geslachtenvanDan,naarhungeslachten

43HetaantalgeslachtenvandeSuhamieten,geteldin totaal,bedroegvierenzeventigduizendvierhonderd 44VandezonenvanAser,ingedeeldnaarhungeslachten: vanJimnahetgeslachtvandeJimnieten;vanJesuihet geslachtvandeJezuïeten;vanBeriahetgeslachtvande Beriieten.

45VandezonenvanBeria:vanHeberhetgeslachtvande Heberieten;vanMalchiëlhetgeslachtvandeMalchiëlieten

46EndenaamvandedochtervanAserwasSara

47DitwarendegeslachtenvandezonenvanAser,naar hungetelden:drieënvijftigduizendvierhonderd

48VandezonenvanNaftali,naarhungeslachten:van JahzeëlhetgeslachtvandeJahzeëlieten;vanGunihet geslachtvandeGunieten;

49VanJezerhetgeslachtvandeJezrieten;vanSillemhet geslachtvandeSillemieten

50DitwarendegeslachtenvanNaftali,ingedeeldnaarhun geslachten.Hungeteldenwarenvijfenveertigduizend vierhonderd

51DitwarendegeteldenvandeIsraëlieten: zeshonderdduizendduizendzevenhonderddertig.

52EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

53Onderhenzalhetlandalserfelijkbezitworden verdeeld,overeenkomstighetaantalnamen.

54Aanvelenzultgijeengrotererfdeelgeven,enaan weinigeneenkleinererfdeel;aaniederzalzijnerfdeel gegevenworden,overeenkomstighetaantaldatdoorhem geteldwerd

55Maarhetlandwordtdoorhetlotverdeeld,naarde namenvandestammenvanhunvooroudersZijzullenhet inbezitkrijgen

56Hetbezitervanzalverdeeldwordentussenvelenen weinigen,overeenkomstighetlot

57EnditzijndegenendiegeteldwerdenvandeLevieten, ingedeeldnaarhungeslachten:vanGersonhetgeslachtvan deGersonieten;vanKehathhetgeslachtvande Kehathieten;vanMerarihetgeslachtvandeMerarieten

58DitzijndegeslachtenderLevieten:hetgeslachtder Libnieten,hetgeslachtderHebronieten,hetgeslachtder Machlieten,hetgeslachtderMusieten,hetgeslachtder Korathieten.EnKehatgewonAmram.

59EndenaamvanAmramsvrouwwasJochebed,de dochtervanLevi,diehaarmoederaanLeviinEgypte gebaardhad;enzijbaardeaanAmramAäronenMozes,en Mirjam,hunzuster

60EnaanAäronwerdengeborenNadab,Abihu,Eleazar enItamar.

61EnNadabenAbihustierven,toenzijvreemdvuurvoor hetaangezichtvandeHEEREofferden

62Hungeteldenbedroegendrieëntwintigduizendmannen, vanéénmaandoudendaarbovenZijwerdennietgeteld bijdeIsraëlieten,omdathunonderdeIsraëlietengeen erfelijkbezitwasgegeven.

63DitzijndegenendiedoorMozesendepriesterEleazar werdengeteldZijteldendeIsraëlietenindevlaktenvan Moab,aandeJordaan,vlakbijJericho.

64MaaronderhenwaserniemandvanhendieMozesen depriesterAäronteldentoenzijdeIsraëlietenteldeninde woestijnvanSinaï.

65WantdeHEEREhadvanhengezegd:Zijzullen zekerlijkstervenindewoestijnEnerbleefgeenmanvan henover,behalveKaleb,dezoonvanJefunne,enJozua,de zoonvanNun

HOOFDSTUK27

1ToenkwamendedochtersvanZelafchad,dezoonvan Chefer,dezoonvanGilead,dezoonvanMachir,dezoon vanManasse,uitdegeslachtenvanManasse,dezoonvan Jozef;enditzijndenamenvanzijndochters:Machla,Noa, Hogla,MilkaenTirza.

2ZijstondenvoorMozes,voordepriesterEleazar,voorde vorstenenvoordehelevergaderingbijdeingangvande tentvanontmoetingenzeiden:

3Onzevaderstierfindewoestijn,enhijbehoordeniettot degroepdiezichtegendeHEEREhadverzameld,samen metKorachHijstierfinzijneigenzondeenhadgeen zonen

4Waaromzoudenaamvanonzevaderuithetmiddenvan zijnfamiliewordenweggenomen,omdathijgeenzoon

heeft?Geefonsdaneenbezittingonderdebroedersvan onzevader.

5ToenbrachtMozeshunzaakvoordeHEERE 6EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

7DedochtersvanZelafchadhebbengelijk:umoethuneen erfelijkbezitgeven,temiddenvandebroersvanhunvader Ookmoetuheterfelijkbezitvanhunvaderaanhendoen overgaan.

8EngijzulttotdekinderenIsraëlsspreken,zeggende: Wanneereenmansterft,engeenzoonheeft,zozultgijzijn erfdeelopzijndochterdoenovergaan

9Enindienhijgeendochterheeft,danzultgijzijnerfenis aanzijnbroersgeven.

10Enindienhijgeenbroersheeft,danzultgijzijnerfenis aandebroersvanzijnvadergeven

11Enindienzijnvadergeenbroersheeft,danzultgijzijn erfdeelaanzijnbloedverwantgeven,diehetdichtstbijhem isvanzijnfamilie,enhijzalhetinbezitnemen;enhetzal voordekinderenIsraëlseeninzettingzijnterbeoordeling, zoalsdeHEEREaanMozesgebodenheeft

12ToenzeideHEEREtegenMozes:Beklimditgebergte AbarimenbekijkhetlanddatIkaandeIsraëlietengeef.

13Wanneerudatgezienhebt,zultutotuwvoorgeslacht vergaderdworden,zoalsookuwbroerAäronvergaderd werd.

14WantubentindewoestijnvanZininopstandgekomen tegenmijngebod,toendevergaderingmetelkaartwistte enMijvoorhunogenaanhetwaterheiligde.Datishet watervanMeribabijKades,indewoestijnvanZin 15ToensprakMozestotdeHEEREenzei:

16LaatdeHEERE,deGodvandegeestenvanallevlees, eenmanoverdegemeenteaanstellen,

17Dievoorhenuitkangaan,endievoorheninkangaan, diehenuitkanleidenendieheninkanbrengen,opdatde gemeentevandeHEEREnietwordealsschapen,diegeen herderhebben

18ToenzeideHEEREtegenMozes:NeemJozua,dezoon vanNun,eenmaninwiedegeestis,enlegjehandophem 19EnstelhemvooraandepriesterEleazarenaande gehelegemeente,engeefhemvoorhunogeneenbevel.

20Engijzulthemeendeelvanuweergeven,opdatde gehelevergaderingderkinderenIsraëlsgehoorzaamzij 21EnhijzalvoorhetaangezichtvandepriesterEleazar staan,dievoorhemraadzalvragennaaraanleidingvande uitspraakvandeUrimvoorhetaangezichtvandeHEERE; opzijnwoordzullenzijuitgaanenopzijnwoordzullenzij terugkomen,zowelhijalsalleIsraëlietenmethem,ja,de gehelevergadering.

22EnMozesdeedzoalsdeHEEREhemgebodenhadHij namJozuaensteldehemvooraandepriesterEleazaren aandegehelevergadering

23Enhijlegdezijnhandenophemengafhemeenbevel, zoalsdeHEEREdoordedienstvanMozesgebodenhad

HOOFDSTUK28

1EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

2GebieddeIsraëlietenenzegtothen:Mijnoffergaveen hetbroodvanmijnvuuroffers,toteenaangenamegeur voorMij,moetuonderhoudenenMijopdejuistetijd offeren

3Engijzulttothenzeggen:Ditishetvuuroffer,datgij denHEEREzultbrengen:tweeeenjarigelammeren, zondergebrek,elkedag,toteenvoortdurendbrandoffer 4Hetenelammoetu'smorgensofferen,enhetanderelam moetu'savondsofferen;

5Eneentiendedeelvaneenefameelalsgraanoffer, gemengdmeteenvierdedeelvaneenhingestotenolie

6Hetiseenvoortdurendbrandoffer,datopdebergSinaï alseenaangenamegeurwerdingesteld,eenvuuroffervoor deHEERE

7Enhetdrankofferdaarvanzaleenvierdedeelvaneenhin zijnvoorelklam;opdeheiligeplaatszultudesterkewijn voordeHEEREalseendrankofferlatenuitgieten.

8Enhetanderelamzultgijindeavondbereiden;alshet morgenofferenalshetbijbehorendeplengofferzultgijhet bereiden,eenvuuroffer,toteenliefelijkereukvoorde HEERE

9Enopdesabbatdagtweeeenjarigelammerenzonder gebrek,entweetiendenmeelvooreenspijsoffer,gemengd metolie,enhetdrankofferdaarvan

10Ditishetbrandoffervoorelkesabbat,naasthet voortdurendebrandofferenhetbijbehorendeplengoffer.

11Enopdeeerstedagenvanuwmaandenzultueen brandofferaandeHEEREbrengen:tweejongestierenen éénram,zevenlammerenvanéénjaar,zondereniggebrek;

12Endrietiendenmeelvooreenspijsoffer,gemengdmet olie,vooréénjongestier;entweetiendenmeelvooreen spijsoffer,gemengdmetolie,vooréénram;

13Eneentiendedeelmeelbloem,metoliegemengd,als spijsoffervooréénlam;alsbrandoffervaneenliefelijke geur,eenvuuroffervoordeHEERE.

14Endebijbehorendedrankofferszullenzijn:eenhalve hinwijnbijeenjongestier,eenderdedeelvaneenhinbij eenrameneenvierdedeelvaneenhinbijeenlam.Ditis hetbrandoffervanelkemaand,gedurendedemaandenvan hetjaar

15EnééngeitenbokjezalalszondofferaandeHEERE geofferdworden,naasthetgedurigbrandofferenhet daarbijbehorendeplengoffer

16Enopdeveertiendedagvandeeerstemaandishet PaschavoordeHEERE

17Enopdevijftiendedagvandezemaandishetfeest; zevendagenlangmagerongezuurdbroodgegetenworden.

18Opdeeerstedagmoetereenheiligesamenkomstzijn Umagdangeenenkeleslaafsearbeidverrichten

19Maargijzulteenvuurofferbrengenalsbrandofferaan deHEERE:tweejongestieren,éénramenzeveneenjarige lammeren;zijzullenvooruonberispelijkzijn.

20Enhetbijbehorendespijsofferzalbestaanuit meelbloem,gemengdmetolieDrietiendenzultgijvoor eenjongestierofferen,entweetiendenvooreenram;

21Voorelklammoetueentiendedeelofferen,verdeeld overdezevenlammeren

22Enéénbokalszondoffer,omverzoeningvoorutedoen 23Dezemoetuindemorgennaasthetbrandofferbrengen, dateenvoortdurendbrandofferis

24Opdezewijzezultuelkedag,gedurendedezeven dagen,hetvleesvanhetvuuroffer,eenaangenamegeur voordeHEERE,offeren;hetzalwordengeofferdnaasthet gedurigbrandofferenhetdaarbijbehorendeplengoffer.

25Enopdezevendedagzultueenheiligesamenkomst hebben;generleislaafsearbeidzultuverrichten

26Ookopdedagvandeeerstelingen,wanneerueen nieuwspijsofferaandeHEEREbrengt,nadatuwweken voorbijzijn,zultueenheiligesamenkomsthebben;uzult geenenkeleslaafsearbeidverrichten.

27Maargijzulthetbrandoffertoteenaangenamegeur voordeHEEREofferen:tweejongestieren,éénram, zeveneenjarigelammeren;

28Enhunspijsoffervanmeelgemengdmetolie,drie tiendenvooréénrund,tweetiendenvooréénram, 29Eentiendedeelwordtaanéénlamgegeven,verdeeld overdezevenlammeren;

30Eneengeitenbokje,omverzoeningvoorutedoen

31Gijzultzeofferennaasthetvoortdurendebrandofferen hetdaarbijbehorendespijsofferZezullenvooruzonder gebrekzijn,ennaastdedaarbijbehorendeplengoffers

HOOFDSTUK29

1Enindezevendemaand,opdeeerstedagvandemaand, moetueenheiligesamenkomsthebben;generleislaafse arbeidmaguverrichten;hetiseendagwaaropuopde trompettenmoetblazen.

2Engijzulteenbrandofferofferen,toteenliefelijkereuk voordeHEERE:éénjongestier,éénramenzeven eenjarige,gavelammeren.

3Enhunspijsofferzalbestaanuitmeelbloem,gemengd metolie,drietiendenvooreenjongestier,entweetienden vooreenram,

4Eneentiendedeelvooréénlam,voordezeven lammeren:

5Enééngeitenbokjealszondoffer,omverzoeningvooru tedoen

6Behalvehetbrandoffervandemaand,enhet bijbehorendegraanoffer,enhetdagelijksbrandoffer,enhet bijbehorendegraanoffer,endebijbehorendeplengoffers, naardebijbehorendewijze,toteenaangenamegeur,een vuuroffervoordeHEERE.

7Enopdetiendedagvandezezevendemaandzultgijeen heiligesamenkomsthouden;engijzultuwzielen verootmoedigen;gijzultdaaringeenwerkdoen.

8MaargijzulteenbrandofferaandeHEEREofferen,tot eenaangenamegeur:éénjongestier,éénramenzeven eenjarigelammeren;zijzullenvooruonberispelijkzijn.

9Enhunspijsofferzalbestaanuitmeelbloem,gemengd metolie,drietiendenperstier,entweetiendenperram, 10Eentiendedeelvooréénlam,verdeeldoverdezeven lammeren:

11Eéngeitenbokjealszondoffer,naasthetzondofferter verzoening,hetdagelijksbrandoffer,hetbijbehorende spijsofferendebijbehorendeplengoffers

12Enopdevijftiendedagvandezevendemaandzultu eenheiligesamenkomsthebben;generleislaafsearbeid zultuverrichten,maaruzulteenfeestvoordeHEERE vieren,zevendagenlang

13Engijzulteenbrandoffer,eenvuuroffer,toteen liefelijkereukvoordenHEERE,offeren:dertienjonge stieren,tweerammenenveertieneenjarigelammeren;zij zullenzondergebrekzijn

14Enhunspijsofferzalbestaanuitmeelbloem,gemengd metolie,drietiendenvoorelkevarvandedertienvarren, tweetiendenvoorelkeramvandetweerammen,

15Eneentiendedeelaanelklamvandeveertien lammeren:

16Enééngeitenbokjealszondoffer,naasthetdagelijkse brandoffer,zijnspijsofferenzijnplengoffer.

17Enopdetweededagzultgijtwaalfjongestieren,twee rammenenveertieneenjarige,gavelammerenofferen

18Enhunspijsofferenhunplengoffersvoordestieren, voorderammenenvoordelammeren,zullenzijnnaarhun aantal,naardewijze:

19Enééngeitenbokjealszondoffer,behalvehetgedurig brandoffer,enhetbijbehorendespijsoffer,ende bijbehorendeplengoffers

20Enopdederdedagelfjongestieren,tweerammen, veertienlammerenvanéénjaar,zondereniggebrek;

21Enhunspijsofferenhundrankoffersvoordestieren, voorderammenenvoordelammeren,zullenzijnnaarhun aantal,naardewijze:

22Enéénbokalszondoffer,naasthetdagelijksbrandoffer, enhetbijbehorendespijsoffer,enhetbijbehorende plengoffer

23Enopdevierdedagtienjongestieren,tweerammenen veertieneenjarige,gavelammeren.

24Hunspijsofferenhunplengoffersvoordestieren,voor derammenenvoordelammeren,zullenzijn overeenkomstighunaantal,naardewijze:

25Enééngeitenbokjealszondoffer,naasthetdagelijkse brandoffer,zijnspijsofferenzijnplengoffer

26Enopdevijfdedagnegenstieren,tweerammenen veertieneenjarigelammerenzondergebrek

27Enhunspijsofferenhunplengoffersvoordestieren, voorderammenenvoordelammeren,zullenzijnnaarhun aantal,naardewijze:

28Enéénbokalszondoffer,naasthetgedurigbrandoffer, enhetbijbehorendespijsoffer,enhetbijbehorende plengoffer

29Enopdezesdedagachtjongestieren,tweerammenen veertieneenjarige,gavelammeren.

30Enhunspijsofferenhunplengoffersvoordestieren, voorderammenenvoordelammeren,zullenzijnnaarhun aantal,naardewijze:

31Enéénbokalszondoffer,naasthetdagelijkse brandoffer,hetbijbehorendespijsofferenhetbijbehorende plengoffer.

32Enopdezevendedagzevenjongestieren,twee rammenenveertienlammerenvanéénjaar,zonderenig gebrek.

33Enhunspijsofferenhunplengoffersvoordestieren, voorderammenenvoordelammeren,zullenzijnnaarhun aantal,naardewijze:

34Enéénbokalszondoffer,naasthetdagelijkse brandoffer,hetbijbehorendespijsofferenhetbijbehorende plengoffer.

35Opdeachtstedagzultueenplechtigesamenkomst houdenGeenenkeldienstwerkzultudoen

36Maargijzulteenbrandoffer,eenvuuroffer,een aangenamegeurvoordeHEERE,offeren:éénjongestier, éénram,zeveneenjarige,gavelammeren.

37Hunspijsofferenhunplengoffersvoordestier,voorde ramenvoordelammeren,zullenzijnovereenkomstighun aantal,naardewijze:

38Enéénbokalszondoffer,naasthetgedurigbrandoffer, enhetbijbehorendespijsoffer,enhetbijbehorende plengoffer

39DezedingenzultuvoordeHEEREdoenopuw feestdagen,naastuwgeloftenenuwvrijwilligeoffers,voor uwbrandoffers,vooruwgraanoffers,vooruwplengoffers envooruwdankoffers

40ToenverteldeMozeshetaandeIsraëlieten, overeenkomstigalleswatdeHEEREaanMozesgeboden had

HOOFDSTUK30

1ToensprakMozestotdehoofdenvandestammenover deIsraëlietenenzei:DitiswatdeHEEREgebodenheeft

2WanneeriemanddeHEEREeengeloftedoet,ofeeneed zweertomzijnzielmeteenbandtebinden,maghijzijn woordnietbreken;hijmoetdoenovereenkomstigalleswat uitzijnmondkomt.

3WanneerookeenvrouweengelofteaandeHEEREdoet enzichzelfmeteenbandbindt,terwijlzijinhaarjeugdin hethuisvanhaarvaderis,

4Enhaarvaderzalhaargelofteendebandwaarmeezij haarzielheeftverbonden,horen,enhaarvaderzalover haarzwijgen;danzullenalhaargeloftenvankrachtblijven, enelkebandwaarmeezijhaarzielheeftverbonden,zalvan krachtblijven

5Maaralshaarvaderhaarverwerptopdedagdathijervan hoort,zalgeenvanhaargeloftenofhaarverplichtingen, waarmeezijhaarzielgebondenheeft,standhoudenEnde HEEREzalhaarvergeven,omdathaarvaderhaar verworpenheeft

6Enalszijaleenechtgenoothad,wanneerzijeengelofte deedofietsuithaarlippensprak,waarmeezijhaarziel bond;

7Enhaarmanhoordehet,enzweegtegenhaar,opdedag dathijhethoorde;danzullenhaargeloftenvankracht blijven,endebandenwaarmeezijhaarzielbond,zullen vankrachtblijven

8Maaralshaarmanhaaropdedagdathijhethoort,heeft afgewezen,danzalhijhaareengeloftelatendoendiezij gedaanheeft,enwatzijmethaarlippengezegdheeft, waarmeezijhaarzielverbondenheeft,zondergevolg;en deHEEREzalhaarvergeven

9Maarelkegeloftevaneenweduweenvaneenverstotene, waarmeezijhaarlevenverbondenheeft,zaltegenhaar standhouden

10Enalszijinhethuisvanhaarmaneengelofteheeft gedaan,ofhaarzielmeteeneedheeftverbonden, 11Enhaarmanhoordehet,enzweegtegenhaar,en weigerdehaarteverstoten;danzullenalhaargeloftenvan krachtblijven,enelkebandwaarmeezijhaarziel verbondenheeft

12Maaralshaarmanzevolkomentenietheeftgedaanop dedagdathijervanhoorde,danzalalhetgeenoverhaar lippengekomenisaangaandehaargeloftenofaangaande debandvanhaarziel,nietbestaan.Haarmanheeftze tenietgedaan,endeHEEREzalhethaarvergeven

13Elkegelofteenelkebindendeeedomdezielte verootmoedigen,kanhaarmanbevestigen,maarook ongeldigmaken

14Maarindienhaarmandagaandagvolkomenstiltegen haarbleef,danbevestigthijalhaargeloftenenalhaar verplichtingendieophaarrustenHijbevestigtze,omdat hijtegenhaargezwegenheeftopdedagdathijervan hoorde.

15MaarindienHij,nadatHijzegehoordheeft,haarwegen tenietdoet,danzalHijhaarongerechtigheiddragen 16DitzijndebepalingendiedeHEEREaanMozes gebodenheeftmetbetrekkingtotdebetrekkingentussen eenmanenzijnvrouw,tusseneenvaderenzijndochter, dienogjongwasennoginhethuisvanhaarvaderwoonde

HOOFDSTUK31

1EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

2NeemwraakvoordeIsraëlietenopdeMidianieten; daarnazultutotuwvoorgeslachtvergaderdworden

3ToensprakMozestothetvolkenzei:Laateendeelvanu zichuitrustenvoordestrijd,enlaathenoptrekkentegende MidianietenendeHEEREvanMidianwreken 4Uitelkestammoetuduizendmannaardestrijdsturen, uitallestammenvanIsraël.

5ZowerdeneruitdeduizendenvanIsraëlduizendmensen uitelkestamgered,twaalfduizendgewapendemannen

6ToenstuurdeMozeshentenstrijde,duizenduitelkestam, henenPinehas,dezoonvandepriesterEleazar,tenstrijde, metdeheiligeinstrumentenendetrompettenomopte blazeninzijnhand.

7ZijvoerdenoorlogtegendeMidianieten,zoalsde HEEREaanMozesgebodenhad,enzijdooddenalle mannen.

8EnzijdooddendekoningenvanMidian,behalvede overigendiegedoodwaren:Evi,Rekem,Zur,HurenReba, vijfkoningenvanMidian.OokBileam,dezoonvanBeor, dooddenzijmethetzwaard

9ToennamendeIsraëlietenallevrouwenvanMidianen hunkleinekinderengevangen,enroofdenalhunvee,al hunschapenenalhunbezittingen

10Enzijverbranddenalhunsteden,waarinzijwoonden, enalhunprachtigekastelen,metvuur.

11Enzijroofdendegehelebuit,enalleroof,zowelvande mensenalsvandedieren

12Enzijbrachtendegevangenen,debuitendebuitnaar Mozes,naardepriesterEleazarennaardevergaderingvan deIsraëlieten,naarhetlegerkampindevlaktenvanMoab, dieaandeJordaanbijJericholiggen.

13ToengingenMozes,depriesterEleazarenalleleiders vandegemeenschaphuntegemoet,buitenhetlegerkamp.

14ToenwerdMozeswoedendopdeaanvoerdersvanhet leger,opdeoverstenoverduizendenopdeoverstenover honderddieuitdestrijdgekomenwaren

15ToenzeiMozestegenhen:Hebbenjullieallevrouwen inlevengelaten?

16Zie,dezenwarendoorderaadvanBileamdeoorzaak vandeovertredingvandeIsraëlietentegendeHEERE,in dezaakvanPeor,zodatereenplaagontstondonderde vergaderingvandeHEERE.

17Dooddaaromnuallemannenonderdekinderen,en doodiederevrouwdiegemeenschapheeftgehadmeteen man.

18Maarallevrouwen,diegeengemeenschapmeteenman hebbengehad,moetuvooruzelfinlevenhouden

19BlijfdanzevendagenbuitenhetlegerkampAlsiemand eenmensgedoodheeft,ofalsiemandeengedodeheeft aangeraakt,moethijzichzelfenzijngevangenenopde derdedagenopdezevendedagreinigen.

20Enreinigaluwkleding,enalwatvandierenhuiden gemaaktis,enalhetwerkvangeitenhaar,enalhethout

21EndepriesterEleazarzeidetotdekrijgslieden,dieten strijdegetrokkenwaren:Ditisdewetsbepaling,diede HEEREaanMozesgebodenheeft:

22Alleenhetgoud,hetzilver,hetkoper,hetijzer,hettin enhetlood,

23Alleswathetvuurkanverdragen,moetudoorhetvuur latengaan,enhetzalreinworden.Hetmoetgereinigd wordenmethetreinigingswaterMaaralleswathetvuur nietkanverdragen,moetudoorhetwaterlatengaan 24Opdezevendedagmoetuuwklerenwassen.Danbent ureinenmaguweerinhetlegerkampkomen

25EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

26Neemdesomopvandebuitdieisbuitgemaakt,zowel vandemensalsvanhetvee,jijendepriesterEleazarende hoofdenvandevaderenvandegemeenschap

27Enverdeeldebuitintweedelen,tussenhendiedestrijd methenaangingen,dietenstrijdegingen,entussendehele vergadering

28EnhefeenschattingopvoordeHEEREvande krijgsliedendietenstrijdezijngetrokken:éénzielvan vijfhonderd,zowelvandemensenalsvanderunderen,van deezelsenvandeschapen.

29Neemdatvanhundeelengeefhetaandepriester EleazaralseenhefoffervoordeHEERE

30EnvandehelftdievoordeIsraëlietenbestemdis,moet uvijftigman,runderen,ezels,kleinveeenallerleivee nemenenaandeLevietengeven,diedewachthoudenover detabernakelvandeHEERE.

31MozesendepriesterEleazardedenzoalsdeHEER Mozesgebodenhad

32Endebuit,derestvandebuitdiedekrijgslieden haddengeroofd,waszeshonderdduizenden zeventigduizendenvijfduizendschapen, 33Enzestigentwaalfduizendrunderen, 34Enzeventigduizendezels,

35Enintotaaltweeëndertigduizendvrouwen,diegeen gemeenschapmeteenmanhaddengehad.

36Endehelft,datwashetdeelvanhendietenstrijde warengetrokken,bedroegingetaldriehonderdduizend zevenendertigduizendvijfhonderdschapen.

37EndeschattingvandeschapenvoordeHEEREwas zeshonderdvijfenzestig.

38Enderunderenwarenzesendertigduizend;deschatting voordeHEEREwastwaalfenzestig

39Endeezelinnenwarendertigduizendvijfhonderd;de schattingdaarvanvoordeHEEREwaseenenzestig.

40Enhetaantalpersonenwaszestienduizend;deschatting vandeHEEREbedroegtweeëndertigpersonen

41ToengafMozesdeschatting,hethefoffervande HEERE,aandepriesterEleazar,zoalsdeHEEREMozes gebodenhad.

42EnvandehelftvandeIsraëlieten,dieMozeshad afgescheidenvandemannendieinoorlogwaren, 43(Dehelftvandevergaderingnubestonduit driehonderdduizenddertigduizendzevenduizend vijfhonderdschapen,

44Enzesendertigduizendrunderen, 45Endertigduizendezelinnenenvijfhonderd, 46Enzestienduizendpersonen;)

47VandehelftdiedeIsraëlietenhadden,namMozes vijftigmanenvijftigvee.HijgafdataandeLevieten,die dedienstverrichttenindetabernakelvandeHEERE,zoals deHEEREMozesgebodenhad

48Toenkwamendeoversten,dieoverdeduizendenvan hetlegergesteldwaren,deoverstenoverduizendende overstenoverhonderd,naarMozestoe

49EnzijzeidentotMozes:Uwdienarenhebbenhetgetal opgetekendvandekrijgslieden,dieonderonzeleiding staan,enerisnietéénmanvanonsingebrekegebleven.

50DaaromhebbenwijvoordeHEEREeenoffergebracht, datiederverkregenheeft:goudensieraden,kettingen, armbanden,ringen,oorringenenplaquettes.Daarmee willenwijvoorhetaangezichtvandeHEEREverzoening doenvooronzezielen

51MozesendepriesterEleazarnamenalhetgoudervan, alhetbewerktesieraad

52AlhetgoudvandeheffingdiezijaandeHEERE aanboden,waszestienduizendzevenhonderdvijftigsjekel, doordeoverstenoverduizendendoordeoverstenover honderd

53(Wantdekrijgsliedenhaddenbuitgemaakt,iedervoor zich)

54ToennamenMozesendepriesterEleazarhetgoudvan deoverstenoverduizendenoverhonderdenbrachtenhet naardetentvanontmoeting,alseengedachtenisvoorde IsraëlietenvoorhetaangezichtvandeHEERE

HOOFDSTUK32

1DeRubenietenenGadietenhaddeneenzeergrote menigteaanveeToenzijhetlandJazerenhetlandGilead zagen,zie,dieplaatswaseenplaatsvoorvee

2DekinderenvanGadendekinderenvanRubenkwamen ensprakentotMozes,totdepriesterEleazarentotde overstenvandevergadering,zeggende:

3Atarot,Dibon,Jazer,Nimra,Hesbon,Eleale,Sebam, NeboenBeon,

4HetlanddatdeHEEREvoorhetaangezichtvande vergaderingvanIsraëlgeslagenheeft,iseenlandvoorvee, enuwdienarenhebbenvee

5Daarom,zeidenzij,indienwijgenadeinuwogenhebben gevonden,laatditlanddanaanuwdienarentoteenbezit wordengegeven,enlaatonsnietoverdeJordaantrekken

6ToenzeiMozestegendeGadietenendeRubenieten: ‘Moetenjulliebroederstenstrijdetrekkenenwillenjullie hierblijven?

7WaaromweerhoudtudeIsraëlietenervanomoverte stekennaarhetlanddatdeHEEREhungegevenheeft?

8Zodedenuwvooroudersook,toenikhenvanuitKadesBarneaeropuitstuurdeomhetlandtebezichtigen

9ToenzijnaarhetdalEskoltrokkenenhetlandzagen, brachtenzijdemoedderIsraëlietenindeschoenen,zodat zijhetlanddatdeHEEREhungegevenhad,nietzouden binnengaan

10ToenontstakdetoornvandeHEEREterzelfdertijd,en Hijzwoer,zeggende:

11Zeker,niemandvandemannendieuitEgyptezijn gekomen,vantwintigjaaroudendaarboven,zalhetland

Nummers ziendatIkaanAbraham,IzakenJakobonderedebeloofd heb,omdatzijMijniettenvollegevolgdhebben.

12BehalveKaleb,dezoonvanJefunne,deKeneziet,en Jozua,dezoonvanNun;zijzijndeHEEREvolkomen gevolgd.

13ToenontstakdetoornvandeHEEREtegenIsraëlen Hijliethenveertigjaarindewoestijnronddolen,totdatde gehelegeneratiediegedaanhadwatslechtwasindeogen vandeHEERE,uitgeroeidwas

14Enzie,gijliedenzijtopgestaanindeplaatsuwer vaderen,eenmenigtevanzondigemannen,omde brandendetoorndesHEERENoverIsraëlnogtedoen toenemen.

15Wantalsuzichvanhemafkeert,zalhijhenopnieuwin dewoestijnachterlaten,enuzultheelditvolkvernietigen 16EnzijkwamentotHemenzeiden:Wijzullenhier schaapskooienbouwenvooronsvee,enstedenvooronze kleinekinderen

17Maarwijzullenzelf,gewapend,voordeIsraëlietenuit gaan,totdatwijhennaarhunplaatshebbengebrachtEn onzekinderenzullenindeversterktestedenwonen, vanwegedeinwonersvanhetland.

18Wijzullennietnaaronzehuizenterugkeren,totdatde Israëlieteniederzijneigenerfdeelinbezithebbengenomen 19Wantwijzullengeenerfdeelmethenkrijgenaande overzijdevandeJordaan,nochverderop,omdatonserfdeel aandezezijdevandeJordaan,oostwaarts,vooronsis gevallen.

20ToenzeiMozestegenhen:Alsuditdoet,alsu gewapendvoorhetaangezichtvandeHEEREtenstrijde trekt,

21Enuzultallen,gewapend,overdeJordaantrekken, voorhetaangezichtvandeHEERE,totdatHijzijn vijandenvoorHemheeftverdreven,

22Enhetlandzalonderworpenzijnvoorhetaangezicht desHEEREN;daarnazultgijwederkeren,enonschuldig zijnvoorhetaangezichtdesHEERENenvoorhet aangezichtdesIsraëls;enditlandzaluwbezitzijnvoorhet aangezichtdesHEEREN

23Maarindiengijdatnietdoet,ziet,danhebtgijtegenden HEEREgezondigd;enweesterzekervan,datuwzondeu vindenzal

24Bouwstedenvooruwkinderenenkooienvooruw schapen,endoewatuituwmondisvoortgekomen

25ToensprakendeGadietenendeRubenietentotMozes: Zoalsmijnheergebiedt,zullenuwdienarendoen.

26Onzekinderen,onzevrouwen,onzeschapenenalons veezullendaarzijnindestedenvanGilead.

27Maaruwdienarenzullen,iedergewapendvoordestrijd, voordeHEEREuittrekkenomtestrijden,zoalsmijnheer zegt

28DaaromgafMozesaangaandehenbevelaandepriester Eleazar,aanJozua,dezoonvanNun,enaande familiehoofdenvandestammenvandeIsraëlieten:

29ToenzeiMozestegenhen:AlsdeGadietenende RubenietenmetuoverdeJordaantrekken,iedergewapend tenstrijde,voorhetaangezichtvandeHEERE,enhetland vooruonderworpenwordt,danzultuhunhetlandGilead alsbezitgeven

30Maaralszijnietgewapendmetuoversteken,zullenzij bezittingeninhetlandKanaänbijuhebben

31ToenantwoorddendeGadietenendeRubenietenen zeiden:ZoalsdeHEEREtotuwdienarengesprokenheeft, zozullenwijdoen

32Wijzullen,gewapend,voorhetaangezichtvande HEEREoverstekennaarhetlandKanaän,opdatons erfelijkbezitaandezezijdevandeJordaanvooronszal zijn

33EnMozesgafhun,aandenakomelingenvanGad,aan denakomelingenvanRubenenaandehalvestamManasse, dezoonvanJozef,hetkoninkrijkvanSihon,dekoningvan deAmorieten,enhetkoninkrijkvanOg,dekoningvan Basan,hetlandmetdestedenervanindelandpalen,de stedenvanhetlanderomheen.

34EndekinderenvanGadbouwdenDibon,enAtaroth,en Aroër,

35EnAtroth,Sofan,JaäzerenJogbeha,

36EnBeth-NimraenBeth-Haranwarenversterktesteden metkooienvoordeschapen

37EndekinderenvanRubenherbouwdenHesbon,en Eleale,enKirjathaim,

38EnNebo,enBaäl-meon(hunnamenwarenveranderd) enShibma;ookgavenzijanderenamenaandestedendie zijbouwden

39DezonenvanMachir,dezoonvanManasse,trokken naarGilead,namenhetinenverdrevendeAmorietdie daarinwoonde

40EnMozesgafGileadaanMachir,dezoonvanManasse, enhijgingdaarwonen.

41EnJaïr,dezoonvanManasse,gingheenennamde kleinestedendaarvanin,ennoemdezeHawaï-Jaïr

42ToengingNobahheenennamKenathin,metde dorpendiedaarbijhoorden,enhijnoemdehetNobah,naar zijneigennaam

HOOFDSTUK33

1DitzijndetochtenvandeIsraëlieten,dieuithetland EgyptetrokkenmethunlegersonderleidingvanMozesen Aäron

2Mozesbeschreefhuntochtennaarhuntochten, overeenkomstighetbevelvandeHEEREDitzijnhun tochten,overeenkomstighuntochten

3ZijbrakenopuitRamesesindeeerstemaand,opde vijftiendedagvandeeerstemaandDedagnahetPascha trokkendeIsraëlietenuit,metopgehevenhand,voorde ogenvanalleEgyptenaren.

4WantdeEgyptenarenbegroevenalhuneerstgeborenen, diedeHEEREonderhengeslagenhad;ookaanhungoden voltrokdeHEEREstrafgerichten

5ToenbrakendeIsraëlietenopuitRamesesenlegerden zichinSukkot

6ZijbrakenopvanSukkotensloegenhunkampopin Etham,dataanderandvandewoestijnligt

7ToenbrakenzijopvanEthamenkeerdenterugnaarPiHachiroth,dattegenoverBaäl-Zefonligt,enzijlegerden zichtegenoverMigdol

8ToenbrakenzijopvanPi-Hachirotentrokkenmidden doordezeedewoestijninZijreisdendriedagreizenver dewoestijnvanEthaminenlegerdenzichteMara

9ToenbrakenzijopvanMaraenkwamenteElim.InElim warentwaalfwaterbronnenenzeventigpalmbomen;enzij legerdenzichdaar

10ToenbrakenzijopvanElimenlegerdenzichaande Schelfzee.

11ToenbrakenzijopvandeSchelfzeeenlegerdenzichin dewoestijnvanSin.

12ZijtrokkenweguitdewoestijnvanSinensloegenhun kampopinDofka

13ZijbrakenopvanDofkaenlegerdenzichinAlus 14ToenbrakenzijopuitAlusenlegerdenzichinRafidim. Daarwasgeenwatertedrinkenvoorhetvolk

15ToenbrakenzijopuitRafidimensloegenhunkampop indewoestijnvanSinaï

16ZijbrakenopuitdeSinaïwoestijnensloegenhunkamp opinKibroth-Taäva.

17ZijbrakenopvanKibroth-Taävaenlegerdenzichin Hazeroth

18ToenbrakenzijopuitHazerothenlegerdenzichin Rithma

19ZijbrakenopvanRithmaenlegerdenzichte Rimmonparez.

20ZijbrakenopvanRimmonparezenlegerdenzichin Libna

21ZijbrakenopvanLibnaenlegerdenzichinRissa.

22ZijbrakenopvanRissaenlegerdenzichinKehelatha

23ZijvertrokkenuitKehelathaensloegenhunkampopin hetgebergteSafer.

24ToenbrakenzijopvanhetgebergteSaferenlegerden zichinHarada

25ToenbrakenzijopvanHaradaenlegerdenzichin Makheloth

26ZijbrakenopvanMakhelothenlegerdenzichinTachat

27ZijbrakenopvanTahathensloegenhunkampopin Tarah

28ToenbrakenzijopvanTaraenlegerdenzichinMithca

29ZijvertrokkenuitMithcaensloegenhunkampopin Hasmona

30ToenbrakenzijopvanHasmonaenlegerdenzichin Moseroth.

31ZijbrakenopuitMoserothenlegerdenzichinBeneJaäkan

32ZijbrakenopvanBene-Jaäkanenlegerdenzichte Horhagidgad

33ZijvertrokkenuitHorha-gidgadensloegenhunkamp opinJotbata.

34ToenbrakenzijopvanJotbataenlegerdenzichbij Ebrona

35ZijbrakenopvanEbronaenlegerdenzichinEzionGaber

36ZijbrakenopvanEzion-Gaberensloegenhunkampop indewoestijnZin,datisKades

37ZijbrakenopvanKadesensloegenhunkampopopde bergHor,aandegrensvanhetlandEdom

38EndepriesterAäronbesteegopbevelvandeHEERE debergHorenstierfdaar,inhetveertigstejaarnadatde IsraëlietenuithetlandEgyptewarenweggetrokken,opde eerstedagvandevijfdemaand

39Aäronwashonderddrieëntwintigjaaroudtoenhijopde bergHorstierf.

40ToenhoordedeKanaänietArad,dekoningvanhet Zuiderland,dieinhetlandKanaänwoonde,datde Israëlietenopkomstwaren.

41ToenbrakenzijopvandebergHorenlegerdenzichin Zalmona

42ZijbrakenopvanZalmonaenlegerdenzichinFunon 43ZijbrakenopuitFunonenlegerdenzichinOboth. 44ZijbrakenopuitObothenlegerdenzichinIjeabarim,in hetgebiedvanMoab.

45ToenbrakenzijopvanJimenlegerdenzichin Dibongad

46ZijbrakenopvanDibongadenlegerdenzichin Almond-Diblathaim.

47ZijbrakenopvanAlmond-Diblathaimenlegerdenzich inhetgebergtevanAbarim,tegenoverNebo

48ZijbrakenopuithetAbarimgebergteenlegerdenzich indevlaktenvanMoab,aandeJordaan,bijJericho

49ZijlegerdenzichaandeJordaan,vanBeth-Jesimothtot aanAbel-Sittim,indevlaktenvanMoab

50EndeHEEREspraktotMozesindevlaktenvanMoab, aandeJordaan,bijJericho,zeggende:

51SpreektotdeIsraëlietenenzegtegenhen:Wanneeru deJordaanoversteektnaarhetlandKanaän,

52Danzultgijalleinwonersvanhetlandvooruw aangezichtverdrijven,enalhunschilderijenenalhun gegotenbeeldenvernietigen,enalhunhoogtengeheel afbreken.

53Engijzultdeinwonersvanhetlandverdrijvenen daarinwonen,wantIkhebuhetlandgegevenomhetin bezittenemen.

54Engijzulthetlanddoorlotingverdelenalserfelijk bezitonderuwgeslachten;enaanhoemeergijhebt,zult gijeengrotererfelijkbezitgeven,enaanhoemindergij hebt,zultgijeenkleinererfelijkbezitgeven;iederserfelijk bezitzalzijnopdeplaatswaarhetlothemheeftgetroffen; overeenkomstigdestammenuwervaderenzultgijerfelijk bezitten

55Maarindiengijdeinwonersdeslandsnietvooruw aangezichtverdrijft,danzalhetgeschieden,datzij,diegij vanhenlaatoverblijven,totstekelsinuwogenentot doorneninuwzijdenzullenzijn,enzijzullenubenauwen inhetland,waaringijwoont.

56Enhetzalgeschieden,datIkudoenzal,gelijkIk gedachthebhuntedoen

HOOFDSTUK34

1EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

2GeefdeIsraëlietenhetbevelenzegtegenhen:Wanneer uinhetlandKanaänkomt,(ditishetlanddatualserfelijk bezittoekomt,namelijkhetlandKanaänmetdelandpalen ervan)

3UwzuidgrenszallopenvandewoestijnZintotaande kustvanEdom,enuwzuidgrenszallopentotaande uiterstekustvandeZoutzee,oostwaarts

4Uwgebiedzalzichvanhetzuidenafbuigennaarde hellingvanAkrabbim,enzaldoorlopennaarZin.Hetzal vanhetzuidenaflopennaarKades-Barnea,enzal doorlopennaarHazaraddar,enzaldoorlopennaarAzmon 5DegrenszalzichuitstrekkenvanAzmontotaanderivier vanEgypte,enhaaruitgangenzullenzijnaandezee 6Enwatdewestelijkegrensbetreft,deGroteZeezalvoor udegrenszijn;ditzaluwwestelijkegrenszijn 7Enditzaluwnoordgrenszijn:vanafdegrotezeezultgij voorudebergHoraanwijzen.

8VanafdebergHorzultuuwgrensgebiedafbakenentot aandewegnaarHamath;endeuitgangenvanhetgebied zullenzijnnaarZedad

9DegrenszalnaarZifronlopenenhaaruitgangzalzijnbij Hazar-Anan;ditzalvoorudenoordgrenszijn.

10Engijzultuwoostgrensaangeven,vanHazarenantot Sefam

11EndegrenszalvanSefamaflopennaarRibla,ten oostenvanAïn;danzaldegrensafdalenenreikentotaan dezijdevandezeevanKinnereth,inhetoosten

12DegrenszalnaardeJordaanaflopenenhaaruitgangen zullennaardeZoutzeezijnDitzaluwlandzijn,metzijn grenzenrondom.

13EnMozesgebooddekinderenIsraëls,zeggende:Ditis hetland,datgijdoorhetlotzulterven,datdeHEERE gebodenheefttegevenaandenegenstammenenaande halvestam:

14WantdestamvandeRubenieten,naarhethuisvanhun vaderen,endestamvandeGadieten,naarhethuisvanhun vaderen,hebbenhunerfelijkbezitontvangen;endehalve stamvanManasseheeftzijnerfelijkbezitontvangen

15Detweestammenendehalvestamhebbenhunerfelijk bezitgekregenaandezezijdevandeJordaan,vlakbij Jericho,oostwaarts,tegendeopgangvandezon

16EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

17Ditzijndenamenvandemannendiehetlandonderu zullenverdelen:depriesterEleazarenJozua,dezoonvan Nun.

18Engijzultuitelkestaméénvorstaanwijzen,omhet landinerfelijkbezitteverdelen

19Denamenvandemannenzijndeze:vandestamJuda: Kaleb,dezoonvanJefunne

20EnvandestamderSimeonieten:Semuel,dezoonvan Ammihud.

21VandestamBenjamin:Elidad,dezoonvanKislon

22EndeleidervandestamderzonenvanDanwasBukki, dezoonvanJogli.

23DeleidervandenakomelingenvanJozef,uitdestam vandenakomelingenvanManasse,wasHanniël,dezoon vanEfod.

24EndeoverstevandestamderkinderenvanEfraïmwas Kemuël,dezoonvanSiftan

25EndeleidervandestamderZebulonietenwasElisafan, dezoonvanParnach

26EndeleidervandestamvandeIssacharietenwas Paltiël,dezoonvanAzzan.

27EndeleidervandestamvandekinderenvanAserwas Ahihud,dezoonvanSelomi.

28EndeleidervandestamvandeNaftaliietenwasPedaël, dezoonvanAmmihud

29ZijzijnhetaanwiedeHEEREopdrachtgafomde erfenisinhetlandKanaänonderdeIsraëlietenteverdelen.

HOOFDSTUK35

1EndeHEEREspraktotMozesindevlaktenvanMoab, aandeJordaan,bijJericho,zeggende:

2GebieddeIsraëlietendatzijaandeLevietenvanhet erfelijkbezitdatzijbezitten,stedengevenomintewonen OokmoetuaandeLevietenweidegrondengevenvoorde stedenrondomhen

3Zijzullenindestedenwonen,enhunbuitenwijken zullenbestemdzijnvoorhunvee,hungoederenenalhun vee

4DebuitenwijkenvandestedendieuaandeLevieten moetgeven,moetenzichuitstrekkenvanafdestadsmuur ennaarbuiten,duizendelrondom

5Engijzultvanbuitendestadafmeten,aandeoostzijde tweeduizendel,enaandezuidzijdetweeduizendel,enaan dewestzijdetweeduizendel,enaandenoordzijde tweeduizendel;endestadzalinhetmiddenzijn;ditzal voorhendevoorstedenderstedenzijn

6EnonderdestedendiegijaandeLevietenzultgeven, zullenzesstedenzijndiealstoevluchtsoordendienen;die zultgijaanwijzenvoordedoodslager,opdathijdaarheen kanvluchten;endaaraanzultgijtweeënveertigsteden toevoegen.

7AldestedendieuaandeLevietenmoetgeven,zijn achtenveertigsteden;umoetzemetdeweidegronden eromheenafstaan.

8Endestedendiegijgevenzult,zullenhetbezitzijnvan dekinderenIsraëls;vanhendieveelhebben,zultgijveel geven,maarvanhendieweinighebben,zultgijweinig gevenIederzalvanzijnstedenaandeLevietengeven, overeenkomstigheterfelijkbezitdathijerft

9EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

10SpreektotdeIsraëlietenenzegtegenhen:Wanneeru overdeJordaaninhetlandKanaänkomt,

11Danzultustedenaanwijzenalsvrijstedenvooru,zodat demoordenaar,dieiemandonopzettelijkdoodt,daarheen kanvluchten

12Enhetzullenstedenzijnwaarukuntschuilentegende wreker,opdatdedoodslagernietsterft,totdathijvoorde gemeenteterechtstaat

13Envandestedendieuafstaat,zultuerzesals toevluchtsoordhebben

14DriestedenzultgijgevenaandezezijdevandeJordaan, endriestedenzultgijgeveninhetlandKanaän,datzullen vrijstedenzijn

15Dezezesstedenzulleneentoevluchtsoordzijnvoorde Israëlieten,voordevreemdelingenenvoorde buitenlandersdiebijhenverblijvenIedereendie onopzettelijkeenanderdoodt,kandaarheenvluchten

16Enalshijhemmeteenijzerenwapenslaat,zodathij sterft,ishijeenmoordenaarDemoordenaarmoetzekerter doodgebrachtworden

17Enalshijhemmeteensteenslaat,waardoorhijsterft, enhijsterft,ishijeenmoordenaarDemoordenaarmoet zekerterdoodgebrachtworden.

18Ofwanneeriemandhemmeteenhoutenwapenslaat, waardoorhijsterft,enhijsterft,ishijeenmoordenaarDe moordenaarmoetzekerterdoodgebrachtworden

19Debloedwrekerzaldemoordenaarzelfdoden;alshij hemontmoet,zalhijhemdoden

20Maarindienhijhemuithaatstoot,ofhemmeteen hinderlaagomdehalsslaat,zodathijsterft;

21Ofslahemuitvijandschapmetzijnhand,zodathij sterft.Wiehemgeslagenheeft,zalzekerterdoodgebracht worden,wanthijiseenmoordenaarDebloedwrekerzalde moordenaardoden,wanneerhijhemontmoet

22Maaralshijhemplotseling,zondervijandschap, aanstoot,ofhemietsoplegtzondererachtopteslaan,

23Ofmeteensteen,waarmeeiemandkansterven,enhem nietziende,endieophemwerpen,zodathijsterft,enhij wasnietzijnvijand,nochzochthijzijnkwaad;

24Danzaldevergaderingoordelentussendegenediehet bloeddoodtendegenediehetbloedwreekt, overeenkomstigdezebepalingen:

25Endegemeentezaldedoodslagerreddenuitdehand vandebloedwreker,endegemeentezalhemterugbrengen inzijntoevluchtsstad,waarheenhijgevluchtwas;enhijzal daarinblijventotdedoodvandehogepriester,diemetde heiligeoliegezalfdwas

26Maaralsdemoordenaarteenigertijdbuitendegrenzen vanzijntoevluchtsstadkomt,waarheenhijgevluchtis, 27Endebloedwrekerzalhemvindenbuitendegrenzen vanzijntoevluchtsstad,endebloedwrekerzalde moordenaardoden;hijzalnietschuldigzijnaanbloed.

28Wanthijhadinzijntoevluchtsstadmoetenblijventotde doodvandehogepriesterMaarnadedoodvande hogepriestermoetdedaderterugkerennaarhetlandvan zijnbezit

29Dezedingenzullenvoorueenverordeningter beoordelingzijn,aluwgeneratiesdoor,inaluw woonplaatsen

30Wieeenmensdoodt,moetopbevelvangetuigenter doodgebrachtworden.Maarééngetuigemagniettegen iemandgetuigenomhemterdoodtebrengen

31Ookmagugeengenoegdoeningeisenvoorhetleven vaneenmoordenaar,dieschuldigisaandedood;hijzal zekerterdoodgebrachtworden

32Enumaggeengenoegdoeningvragenvooriemanddie naarzijnvrijstadisgevlucht,zodathijweerinhetlandkan wonen,totdatdepriestergestorvenis

33Gijzulthetlandwaaringijzijt,nietverontreinigen, wantbloedverontreinigthetland;enhetlandkanniet gereinigdwordenvanhetbloeddatdaarinvergotenis,dan doorhetbloedvanhemdiehetvergotenheeft

34Verontreinigdanhetlandniet,waaringijzultwonen, waarinIkwoon;wantIk,deHEERE,woontemiddenvan dekinderenIsraëls

HOOFDSTUK36

1Toenkwamendehoofdenvandefamiliesvande Gileadieten,dezoonvanMachir,dezoonvanManasse,uit defamiliesvandezonenvanJozef,enzijsprakenvoor Mozesenvoordeleiders,dehoofdenvandefamiliesvan deIsraëlieten:

2Enzijzeiden:DeHEEREheeftmijnheergeboden,dat hijhetlanddoorhetlotaandeIsraëlietentenerfelijkedeel zougeven;enmijnheerheeftvandeHEEREgeboden,dat hijheterfelijkbezitvanonzebroederZelafchadaanzijn dochterszougeven.

3Enindienzijmeteenvandezonenvandeandere stammenderkinderenIsraëlsgetrouwdzijn,danzalhun erfdeelvanheterfdeelonzervaderenwordengenomen,en zalhetwordentoegevoegdaanheterfdeelvandestam, waartoezijzijnaangenomen;zozalhetvanhetlotonzer erfdeelwordengenomen

4WanneerhetjubeljaarvandeIsraëlietenaanbreekt,zal hunerfdeelwordentoegevoegdaanheterfdeelvandestam, waartoezijzijntoegelatenAlduszalhunerfdeelworden afgenomenvanheterfdeelvandestamvanonzevaderen

5ToengeboodMozesdeIsraëlietenovereenkomstighet woordvandeHEERE:DestamvandezonenvanJozef heeftgoedgesproken

6DitishetwatdeHEEREgebiedtaangaandededochters vanZelafchad:Zijmogentrouwenmetwiezijhetbeste achten;alleenmethetgeslachtvandestamvanhunvader mogenzijtrouwen

7ZozalheterfelijkbezitvandeIsraëlietennietvanstam totstamverschuiven,wantiedervandeIsraëlietenzalzich houdenaanheterfelijkbezitvandestamvanzijnvaderen

8Eniederedochter,dieeenerfelijkbezitbezitineenstam vandekinderenIsraëls,zaltotvrouwwordenvaneenvan defamilieledenvandestamvanhaarvader,opdatde kinderenIsraëlsiederheterfelijkbezitvanzijnvaderen mogengenieten

9Ookmagheterfdeelnietvandeenestamopdeandere overgaan,maariederestamvandeIsraëlietenmoetzich aanzijneigenerfdeelhouden

10ZoalsdeHEEREMozesgebodenhad,zodedende dochtersvanZelafchad:

11WantMachla,Tirza,Hogla,MilkaenNoach,de dochtersvanZelafchad,warengetrouwdmetdezonenvan debroersvanhunvader

12Zijwerdenuitgehuwelijktaandefamiliesvandezonen vanManasse,dezoonvanJozef,enhunerfdeelbleefin handenvandestamvandefamilievanhunvader

13DitzijndegebodenenbepalingendiedeHEEREdoor dedienstvanMozesaandeIsraëlietenheeftgebodeninde vlaktenvanMoab,aandeJordaan,bijJericho

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.