Dutch - The Book of 1st Chronicles

Page 1


1Kronieken

HOOFDSTUK1

1Adam,Sheth,Enos, 2Kenan,Mahalaleel,Jered, 3Henoch,Methuselah,Lamech, 4Noach,Sem,ChamenJafet.

5DezonenvanJafethwaren:Gomer,Magog,Madai, Javan,Tubal,MesechenTiras

6DezonenvanGomerwaren:Aschenaz,Rifathen Togarma

7EndezonenvanJavanwaren:ElisaenTarsis,deKittiërs endeDodanieten.

8DezonenvanChamwaren:Kus,Misraïm,Puten Kanaän

9DezonenvanKuswaren:Seba,Havila,Sabta,Raëmaen SabtechaDezonenvanRaëmawaren:SebaenDedan 10EnCusjverwekteNimrod;dezewerdmachtigopde aarde.

11EnMizraïmverwekteLudieten,Anamieten,Lehabieten enNaftuïm,

12EndePathrusieten,deKasluchieten(uitwiede Filistijnenvoortkwamen)endeKaftorieten

13EnKanaänverwekteSidon,zijneerstgeborene,enHeth, 14OokdeJebusieten,deAmorietenendeGirgasieten, 15EndeHevieten,deArkietenendeSinieten, 16EndeArvadiet,deZemarietendeHamathiet

17DezonenvanSemwaren:Elam,Assur,Arpachsad,Lud, Aram,Uz,Hul,GetherenMesech

18ArpachsadverwekteSelah,enSelahverwekteHeber 19EnHeberkreegtweezonen.Denaamvandeenewas Peleg,omdatinzijndagendeaardeverdeeldwerdDe naamvanzijnbroerwasJoktan.

20EnJoktangewonAlmodad,enSelef,enHazarmaveth, enJerah, 21OokHadoram,enUzal,enDiklah, 22EnEbal,enAbimaël,enSeba, 23EnOfir,HavilaenJobabDitwarenallenzonenvan Joktan

24Sem,Arpachsad,Sela, 25Eber,Peleg,Reu, 26Serug,Nahor,Terach, 27Abram;datisAbraham

28DezonenvanAbraham:IzakenIsmaël

29Ditzijnhungeslachten:deeerstgeborenevanIsmaël wasNebajoth;daarnaKedar,AdbeëlenMibsam, 30MismaenDuma,Massa,HadadenTema, 31Jetur,NafisenKedema.DitzijndezonenvanIsmaël.

32DezonenvanKetura,Abrahamsbijvrouw,waren:zij baardeZimran,Joksan,Medan,Midian,JisbakenSuahDe zonenvanJoksanwarenSebaenDedan.

33EndezonenvanMidian:Efa,Efer,Henoch,Abidaen EldaäDitzijnallenzonenvanKetura

34EnAbrahamverwekteIzak.DezonenvanIzakwaren EsauenIsraël

35DezonenvanEsauwaren:Elifaz,Rehuël,Jeüs,Jaälam enKorach.

36DezonenvanElifazwaren:TemanenOmar,Zefien Gatam,Kenaz,TimnaenAmalek

37DezonenvanRehuëlwaren:Nahath,Zerah,Sammaen Mizza

38DezonenvanSeïrwaren:Lotan,Sobal,Zibeon,Ana, Dison,EzerenDisan

39DezonenvanLotanwaren:HorienHomam;enTimna wasdezustervanLotan.

40DezonenvanSobalwaren:Alian,Manahath,Ebal, SefieenOnamEndezonenvanZibeonwaren:Ajaen Ana.

41DezonenvanAnawarenDisonEndezonenvanDison warenAmram,Esban,JithranenCheran

42DezonenvanEzerwarenBilhan,ZavanenJakan.De zonenvanDisanwarenUzenAran

43DitzijndekoningendieoverhetlandEdomgeregeerd hebben,voordatereenkoningoverdeIsraëlietenregeerde: Bela,dezoonvanBeor;endenaamvanzijnstadwas Dinhaba

44NadedoodvanBelawerdJobab,dezoonvanZerahuit Bosra,inzijnplaatskoning

45ToenJobabgestorvenwas,werdHusam,uithetland vandeTemanieten,inzijnplaatskoning.

46ToenHusamgestorvenwas,regeerdeinzijnplaats Hadad,dezoonvanBedad,dieMidianinhetveldvan Moabversloeg.DenaamvanzijnstadwasAvith.

47ToenHadadgestorvenwas,werdSamlauitMasrekain zijnplaatskoning

48ToenSamlagestorvenwas,werdSaul,dieaanderivier lag,inzijnplaatskoning

49NaSaulsdoodwerdBaäl-Hanan,dezoonvanAchbor, inzijnplaatskoning

50ToenBaäl-Hanangestorvenwas,werdHadadkoningin zijnplaats.ZijnstadheettePai,enzijnvrouwheette Mehetabel;zijwasdedochtervanMatred,dedochtervan Mezahab

51Hadadstierfook.DevorstenvanEdomwaren:vorst Timna,vorstAlja,vorstJethet,

52HertogAholibamah,hertogElah,hertogPinon, 53HertogKenaz,hertogTeman,hertogMibzar, 54HertogMagdiël,hertogIramDitzijndevorstenvan Edom

HOOFDSTUK2

1DitzijndezonenvanIsraël:Ruben,Simeon,Levien Juda,IssacharenZebulon, 2Dan,JozefenBenjamin,Naftali,GadenAser 3DezonenvanJudawarenEr,OnanenSela.Dezedrie warenhemgeborenuitdedochtervanSua,de KanaänitischeEr,deeerstgeborenevanJuda,wasechter slechtindeogenvandeHEERE;daaromdooddeHijhem.

4EnTamar,zijnschoondochter,baardehemPerezen ZerachIntotaalhadJudavijfzonen

5DezonenvanPerezwarenHezronenHamul.

6DezonenvanZerahwaren:Zimri,Ethan,Heman,Calcol enDara;vijfvanhenintotaal

7EndezonenvanKarmiwaren:Achar,deonruststoker vanIsraël,dieovertredingenbegingmetdevervloekte zaak

8EndezonenvanEthan:Azaria.

9DezonenvanHezron,diehemgeborenzijn,zijn: Jerahmeël,RamenKelubai

10RamverwekteAmminadab,enAmminadabverwekte Nahesson,devorstvandeJudaieten

11EnNahessonverwekteSalma,enSalmaverwekteBoaz, 12EnBoazverwekteObed,enObedverwekteIsaï, 13EnIsaïverwektezijneerstgeboreneEliab,enAbinadab detweede,enSimmadederde, 14Nethaneeldevierde,Raddaidevijfde, 15Ozemdezesde,Daviddezevende:

16WienszusterswarenZerujaenAbigaïlDezonenvan ZerujawarenAbisaï,JoabenAsaël,drie.

17AbigaïlbaardeAmasaDevadervanAmasawasJether, deIsmaëliet

18Kaleb,dezoonvanHezron,verwektekinderenbijzijn vrouwAzubaenbijJeriot;haarzonenwaren:Jeser,Sobab enArdon.

19ToenAzubagestorvenwas,namKalebEfrathtotzich, diehemHurgebaardhad

20EnHurgewonUri,enUrigewonBezaleël.

21DaarnakwamHezronbijdedochtervanMachir,de vadervanGilead,metwiehijtrouwdetoenhijzeventig jaaroudwas,enzijbaardehemSegub.

22SegubverwekteJaïr,diedrieentwintigstedenhadinhet landGilead

23EnhijnamGesurenAramin,metdeplaatsenvanJaïr, enKenathmetdebijbehorendeplaatsen,zestigsteden DezebehoordenallemaaltoeaandezonenvanMachir,de vadervanGilead.

24NadatHezrongestorvenwasinKalebefrata,baarde Abia,devrouwvanHezron,hemAssur,devadervan Tekoa.

25DezonenvanJerahmeël,deeerstgeborenevanHezron, waren:Ram,deeerstgeborene,enBuna,enOren,enOzem, enAhia.

26Jerahmeëlhadnogeenanderevrouw,Ataragenaamd; zijwasdemoedervanOnam

27DezonenvanRam,deeerstgeborenevanJerahmeël, warenMaaz,JaminenEker

28DezonenvanOnamwarenSammaienJadaDezonen vanSammaiwarenNadabenAbisur.

29DenaamvandevrouwvanAbisurwasAbihaïl;zij baardehemAchbanenMolid

30DezonenvanNadabwarenSeledenAppaïm.Seled stierfkinderloos

31EndezonenvanAppaïm:JisiEndezonenvanJisi: Sesan.EndezonenvanSesan:Achlai.

32DezonenvanJada,debroervanSammai,warenJether enJonathanJetherstierfkinderloos

33EndezonenvanJonathan:PelethenZaza.Ditwarende zonenvanJerahmeël

34Sesanhadgeenzonen,maarweldochters.EnSesanhad eendienaar,eenEgyptenaar,dieJarhaheette

35EnSesangafzijndochteraanzijnslavinJarhatot vrouw,enzijbaardehemAttai

36EnAttaigewonNathan,enNathangewonZabad, 37EnZabadverwekteEflaal,enEflaalverwekteObed, 38EnObedverwekteJehu,enJehuverwekteAzaria, 39EnAzariaverwekteHelez,enHelezverwekteElasa, 40EnEleasagewonSisamai,enSisamaigewonSallum, 41EnSallumgewonJekamja,enJekamjagewonElisama.

42DezonenvanKaleb,debroervanJerahmeël,waren: Mesa,zijneerstgeborene,devadervanZif,endezonen vanMaresa,devadervanHebron.

43DezonenvanHebronwaren:Korach,Tappuah,Rekem enSema

44SemaverwekteRaham,devadervanJorkoam,en RekemverwekteSammai.

45DezoonvanSammaiwasMaon,enMaonwasdevader vanBet-Zur.

46EnEfa,debijvrouwvanKaleb,baardeHaran,enMoza, enGazez;enHarangewonGazez

47DezonenvanJahdaiwaren:Regem,Jotham,Gesan, Pelet,EfaenSaaf.

48Maächa,debijvrouwvanKaleb,baardeSeberen Tirhana

49OokbaardezijSaaf,devadervanMadmanna,Seva,de vadervanMachbenaendevadervanGibea;dedochter vanKalebwasAchsa.

50DitwarendezonenvanKaleb,dezoonvanHur,de eerstgeborenevanEfrata:Sobal,devadervanKirjathJearim,

51SalmawasdevadervanBethlehem,enHarefdevader vanBethgader

52EnSobal,devadervanKirjat-Jearim,hadzonen:Haro endehelftvandeManathieten

53EndegeslachtenvanKirjath-Jearimwaren:deJithieten, dePuhieten,deSumathietenendeMisraïeten;vanhen warendeSarathietenendeEstaulieten

54DezonenvanSalmawaren:Bethlehemende Netofathieten,Ataroth,hethuisvanJoabendehelftvande Manathieten,deZorieten

55EndegeslachtenvandeschrijversdieinJabeswoonden: deTirathieten,deSimathietenendeSuchathieten.Ditzijn deKenieten,dieafstamdenvanHemath,devadervanhet huisvanRechab

HOOFDSTUK3

1DitwarendezonenvanDavid,dieheminHebron geborenwerden:deeerstgeboreneAmnonwasvan Ahinoam,deJizreëlitische;detweede,Daniël,wasvan Abigaïl,deKarmelitische.

2Dederde:Absalom,dezoonvanMaächa,dedochtervan Talmai,dekoningvanGesur;devierde:Adonia,dezoon vanHaggith.

3DevijfdewasSefatjauitAbital;dezesdewasJitreambij zijnvrouwEgla

4DezezeswerdenheminHebrongeboren,enhijregeerde daarzevenjaarenzesmaanden,eninJeruzalemregeerde hijdrieëndertigjaar

5DezewerdenheminJeruzalemgeboren:Simea,Sobab, NathanenSalomo,vier,vanBathsua,dedochtervan Ammiël.

6OokIbhar,enElisama,enElifelet, 7EnNoga,NefegenJafia, 8EnElisama,EljadaenElifelet:negen

9DitwarenallezonenvanDavid,afgezienvandezonen vandebijvrouwenenvanhunzusterTamar

10DezoonvanSalomowasRehabeam;zijnzoonwas Abia;zijnzoonwasAsa;zijnzoonwasJosafat; 11Joram,zijnzoon,Ahazia,zijnzoon,Joas, 12Amazia,zijnzoon,Azaria,zijnzoon,Jotham,zijnzoon, 13Achaz,zijnzoon,Hizkia,zijnzoon,Manasse,zijnzoon, 14Amonwaszijnzoon,Josiawaszijnzoon

15DezonenvanJosiawaren:deeerstgeboreneJohanan, detweedeJojakim,dederdeZedekia,devierdeSallum

16DezonenvanJojakimwaren:zijnzoonJechonja,zijn zoonZedekia.

17EndezonenvanJechonia;Assir,Salathiël,zijnzoon, 18OokMalchiram,enPedaja,enSenazar,Jecamja, HosamaenNedabja.

19EndezonenvanPedajawarenZerubbabelenSimeï;en dezonenvanZerubbabel;Mesullam,enHananja,en Selomith,hunzuster:

20EnHasuba,Ohel,BerechjaenHasadjavanJusabhesed: vijf

21DezonenvanHananjawaren:PelatjaenJesaja;de zonenvanRefaja,dezonenvanArnan,dezonenvan Obadja,dezonenvanSechanja.

22EndezonenvanSechanjawaren:Semaja;endezonen vanSemajawaren:Hattus,Jigal,Barja,NearjaenSafat, zes.

23DezonenvanNearjawaren:Eljoënai,Hizkiaen Azrikam,drie

24EndezonenvanElioenaiwarenHodaja,enEljasib,en Pelaja,enAkkub,enJohanan,enDalaja,enAnani,zeven

HOOFDSTUK4

1DezonenvanJudawaren:Perez,Hezron,Karmi,Huren Sobal.

2Reaja,dezoonvanSobal,verwekteJahath,enJahath verwekteAhumaienLahadDitzijndegeslachtenvande Zoratieten.

3EndezewarenvandevadervanEtam:Jizreël,Ismaen Jidbas;endenaamvanhunzusterwasHazelelponi

4EnPenuel,devadervanGedor,enEzer,devadervan HusaDitzijndezonenvanHur,deeerstgeborenevan Efrata,devadervanBethlehem

5EnAshur,devadervanTekoa,hadtweevrouwen:Hela enNaära

6EnNaärabaardehemAhuzam,Hefer,Temenien Haähasjtari.DitwarendezonenvanNaära.

7DezonenvanHelawaren:Zereth,JezoarenEthnan 8KozverwekteAnubenZobeba,endegeslachtenvan Aharhel,dezoonvanHarum.

9EnJabeswasaanzienlijkerdanzijnbroers;enzijn moedergafhemdenaamJabes,omdatzijzei:Omdatik hemmetsmartgebaardheb.

10ToenriepJabesdeGodvanIsraëlaanenzei:Och, zegenmijtochzekerenmaakmijngebiedgroter,enwees metmijinuwhandenbewaarmijvoorhetkwaad,zodat hetmijnietkwelt!EnGodgafhemwathijgevraagdhad 11EnKelub,debroervanSuah,verwekteMehir,devader vanEston

12EstonverwekteBethrafa,PaseahenTehinna,devader vanJirnasaDitzijndemannenvanRecha

13DezonenvanKenazwaren:OthniëlenSeraja;ende zonenvanOthniëlwaren:Hathath

14MeonothaiverwekteOfra,enSerajaverwekteJoab,de vadervanhetdalCharasim;zijwarenambachtslieden

15DezonenvanKaleb,dezoonvanJefunne,waren:Iru, ElaenNaam;endezonenvanElawarenKenaz.

16DezonenvanJehaleleëlwaren:ZifenZifa,Tiriaen Asareël

17DezonenvanEzrawarenJeter,Mered,EferenJalon. ZijbaardeMirjam,SammaienJisba,devadervan Esthemoa

18EnzijnvrouwJehudiabaardeJered,devadervanGedor, enHeber,devadervanSocho,enJekuthiël,devadervan ZanoahDitzijndezonenvanBitja,dedochtervanfarao, dieMerednam.

19DezonenvanzijnvrouwHodia,dezustervanNaham, devadervanKehila,deGarmiet,enEsthemoa,de Maächatiet

20DezonenvanSimonwarenAmnon,Rinna,Ben-Hanan enTilonDezonenvanJisjiwarenZohethenBenzoheth 21DezonenvanSelah,dezoonvanJuda,waren:Er,de vadervanLecha,enLada,devadervanMaresa,ende familiesvanhethuisvandefijnlinnenmakers,vanhethuis vanAsbea,

22EnJokim,demannenvanChozeba,JoasenSaraf,die overMoabenJashubilehemheerstenDitzijnoudezaken 23Ditwarendepottenbakkersendemensendietussende plantenendeheggenwoonden;daarwoondenzijbijde koning,terwijlhijzijnwerkdeed

24DezonenvanSimeonwaren:Nemuel,Jamin,Jarib, ZerahenSaul

25Sallum,dienszoon;Mibsam,dienszoon;Misma,diens zoon.

26DezonenvanMismawaren:zijnzoonHamuel,zijn zoonZakchur,zijnzoonSimeï

27Simeïkreegzestienzonenenzesdochters,maarzijn broershaddennietveelkinderenenookhunhelefamilie groeidenietzosterkalsdekinderenvanJuda

28EnzijwoondeninBerseba,MoladaenHazarsual, 29EnteBilha,teEzementeTolad,

30EnteBethuël,teHormaenteZiklag,

31EnBeth-Markabot,Hazar-Susim,Beth-BirienSaäraïm. DitwarenhunstedentotaanderegeringvanDavid 32Hundorpenwaren:Etam,Aïn,Rimmon,Tochenen Asan;vijfsteden.

33Enalhundorpenrondomdiesteden,totaanBaälDit warenhunwoonplaatsenenhungeslachtsregisters

34EnMesobab,enJamlech,enJosa,dezoonvanAmazia, 35EnJoëlenJehu,dezoonvanJosibia,dezoonvan Seraja,dezoonvanAsiël,

36EnEljoënai,Jaäkoba,Jesohaja,Asaja,Adiël,Jesimiël enBenaja,

37EnZiza,dezoonvanSifi,dezoonvanAllon,dezoon vanJedaja,dezoonvanSimri,dezoonvanSemaja;

38Dezen,diemetnamegenoemdwerden,warenvorsten onderhungeslachten;enhethuisvanhunvaderenbreidde zichsterkuit.

39ZijgingennaardeingangvanGedor,aandeoostzijde vanhetdal,omweidegrondvoorhunkuddentezoeken.

40Zijvondenervruchtbareengoedeweidegronden,enhet landwasruim,stilenvredig,wantdezonenvanCham haddendaarvanoudshergewoond

41Dezen,metnameopgeschreven,kwamenindedagen vanHizkia,dekoningvanJuda,enverwoesttenhuntenten endewoningendiedaargevondenwerdenZijverwoestten henvolledig,totopdehuidigedagZijwoondeninhun plaatsen,omdatdaarweidegrondwasvoorhunkudden 42Ensommigenvanhen,vandenakomelingenvan Simeon,vijfhonderdman,trokkenopnaarhetgebergte Seïr,metalsaanvoerdersPelatja,Nearja,RefajaenUzziël, dezonenvanJisi.

43EnzijversloegendeoverigeontkomenAmalekieten,en zijwoondendaartotopdedagvanvandaag

HOOFDSTUK5

1DezonenvanRuben,deeerstgeborenevanIsraël,waren deeerstgeborene.Hijwasdeeerstgeborene,maaromdathij hetbedvanzijnvaderhadgeschonden,werdzijn eerstgeboorterechtgegevenaandezonenvanJozef,de zoonvanIsraëlDegeslachtslijstkandaaromnietnaarhet eerstgeboorterechtwordengerekend.

2WantJudawasmachtigerdanzijnbroers,enuithemis devoornaamsteleidergekomen,maarhet eerstgeboorterechtwasvanJozef

3DezonenvanRuben,deeerstgeborenevanIsraël,waren: Hanoch,Pallu,HezronenKarmi.

4DezonenvanJoël:zijnzoonSemaja,zijnzoonGog,zijn zoonSimeï, 5Micha,zijnzoon,Reaja,zijnzoon,Baäl, 6ZijnzoonBeëra,diedoorTilgath-Pilneser,dekoningvan Assyrië,inballingschapwerdgevoerd,wasdevorstvande Rubenieten.

7Enzijnbroeders,naarhungeslachten,toende geslachtsregistersvanhungeneratieswerdengeteld,waren dehoofden,JeïelenZacharia, 8EnBela,dezoonvanAzaz,dezoonvanSema,dezoon vanJoël,dieinAroërwoondetotaanNeboenBaäl-meon; 9Enoostwaartswoondehij,totaandeingangvande woestijn,dievanderivierdeEufraatkomt,omdathunvee inhetlandGileadtalrijkwas

10IndedagenvanSaulvoerdenzijoorlogtegende Hagarenen,maarzijvielendoorhunhandZijwoondenin huntenteninheelhetoostelijkedeelvanGilead

11DekinderenvanGadwoondentegenoverhen,inhet landvanBasan,totaanSalchatoe

12Joëlhethoofd,enSafamdevolgende,enJaanai,en SafatinBasan.

13Hunbroeders,uithethuisvanhunvaderen,waren: Michaël,Mesullam,Seba,Jorai,Jachan,ZiaenHeber, zevenman.

14DitzijndekinderenvanAbihaïl,dezoonvanHuri,de zoonvanJaroah,dezoonvanGilead,dezoonvanMichaël, dezoonvanJesisai,dezoonvanJahdo,dezoonvanBuz.

15Ahi,dezoonvanAbdiël,dezoonvanGuni,leidervan hunfamilie

16ZijwoondeninGilead,inBasan,metzijnplaatsenenin alleweidegrondenvanSaronenhungebied

17Aldezemannenwerdeningeslachtsregistersgeteldin dedagenvanJotham,dekoningvanJuda,enindedagen vanJerobeam,dekoningvanIsraël

18DenakomelingenvanRuben,deGadietenendehalve stamManasse,bestaandeuitdapperemannen,diebehendig wareninhethanterenvanzwaardenrondsel,eninhet schietenmetdeboog,endiebedrevenwarenindeoorlog, warenintotaalvierveertigduizendzevenhonderdzestig manschappendietenstrijdetrokken

19ZijvoerdenoorlogtegendeHagarenen,Jetur,Nefisen Nodab

20Enzijwerdentegenhengeholpen,endeHagarenenen allendiebijhenwaren,werdeninhunhandovergeleverd. ZijriepenindestrijdtotGod,enHijlietZichdoorhen verbidden,omdatzijopHemvertrouwden

21Ooknamenzijhunveemee:vijftigduizendkamelen, tweehonderdvijftigduizendschapen,tweeduizendezelsen honderdduizendmensen

22Wantervielenveeldoden,wantdeoorlogwasvanGod Enzijbleveninhunplaatsenwonentotaande gevangenschap

23DekinderenvandehalvestamvanManassewoonden indatland;zijbreiddenzichuitvanBasantotaanBaälHermon,SenirendebergHermon

24Enditwarendehoofdenvanhunfamilies:Efer,Jisi, Eliël,Azriël,Jeremia,HodavjaenJadiël;dapperehelden, mannenvanaanzien,hoofdenvanhunfamilies

25ZijzondigdentegendeGodvanhunvaderenengingen overspelplegenachterdegodenvandebevolkingvanhet landaan,dieGodvoorhunogenhadverdelgd

26ToenwektedeGodvanIsraëldegeestopvanPul,de koningvanAssyrië,endegeestvanTilgath-Pilneser,de koningvanAssyrië,enHijvoerdehenweg:deRubenieten, deGadietenendehalvestamvanManasse,enbrachthen naarHalah,Habor,HaraendebeekGozan,totopdezedag

HOOFDSTUK6

1DezonenvanLeviwaren:Gerson,KehathenMerari 2EndezonenvanKahath;Amram,Izhar,enHebron,en Uzziël

3DezonenvanAmramwaren:Aäron,MozesenMirjam DezonenvanAäronwaren:NadabenAbihu,Eleazaren Itamar

4EleazarkreegPinehas,PinehaskreegAbisua, 5EnAbisuaverwekteBukki,enBukkiverwekteUzzi, 6EnUzziverwekteZerahja,enZerahjaverwekteMerajoth, 7MerajothgewonAmarja,enAmarjagewonAchitoub, 8EnAchitoubgewonZadok,enZadokgewonAhimaäz, 9EnAhimaäzgewonAzarja,enAzarjagewonJohanan, 10EnJohananverwekteAzarja,diehetpriesterambt bekleeddeindetempeldieSalomoinJeruzalemgebouwd had

11EnAzarjagewonAmarja,enAmarjagewonAchitoub, 12AchitoubgewonZadok,enZadokgewonSallum, 13EnSallumgewonHilkia,enHilkiagewonAzarja, 14EnAzarjagewonSeraja,enSerajagewonJozadak, 15Jozadakwerdgevangengenomen,toendeHEEREJuda enJeruzalemdoorNebukadnezarinballingschapvoerde 16DezonenvanLevi;Gersom,KehathenMerari 17DitzijndenamenvandezonenvanGersom:Libnien Simeï

18DezonenvanKehatwaren:Amram,Jizhar,Hebronen Uzziël.

19DezonenvanMerariwarenMachlienMusiDitwaren defamiliesvandeLevieten,ingedeeldnaarhun voorouders

20VanGersom:zijnzoonLibni,zijnzoonJahath,zijn zoonZimma, 21Joah,dienszoon,Iddo,Zerah,dienszoon,Jeatara,diens zoon

22DezonenvanKehat;ZijnzoonAmminadab,zijnzoon Korach,zijnzoonAssir, 23Elkana,zijnzoon,Ebjasaf,zijnzoon,enAssir,zijn zoon,

24ZijnzoonTachat,dienszoonUriël,dienszoonUzziaen dienszoonSaul

25EndezonenvanElkana;AmasaienAchimoth. 26WatElkanabetreft:dezonenvanElkanawaren:zijn zoonZofaienzijnzoonNahath,

27ZijnzoonEliab,zijnzoonJeroham,zijnzoonElkana

28DezonenvanSamuelwaren:deeerstgeboreneWasni enAbia

29DezonenvanMerariwaren:Machli,zijnzoonLibni, zijnzoonSimeï,zijnzoonUzza, 30ZijnzoonwasSimea;zijnzoonwasHaggja;zijnzoon wasAsaja

31Dezenzijnhet,dieDavidaansteldeoverdezangdienst inhethuisvandeHEERE,nadatdearkstilhadgestaan

32Zijverrichttendienstvoordetentvansamenkomst,de tentvansamenkomst,metgezang,totdatSalomohethuis vandeHEEREinJeruzalemgebouwdhadDaarna vervuldenzijhuntaakovereenkomstighunopdracht.

33EnditzijnzijdiemethunkinderenwachttenVande zonenvandeKehatieten:Heman,dezanger,dezoonvan Joël,dezoonvanSemuel,

34DezoonvanElkana,dezoonvanJeroham,dezoonvan Eliël,dezoonvanToach,

35DezoonvanZuf,dezoonvanElkana,dezoonvan Mahath,dezoonvanAmasai,

36DezoonvanElkana,dezoonvanJoël,dezoonvan Azaria,dezoonvanZefanja,

37DezoonvanTahath,dezoonvanAssir,dezoonvan Ebjasaf,dezoonvanKorach,

38DezoonvanJishar,dezoonvanKehat,dezoonvan Levi,dezoonvanIsraël

39EnzijnbroerAsaf,dieaanzijnrechterhandstond,Asaf, dezoonvanBerachja,dezoonvanSimea,

40DezoonvanMichaël,dezoonvanBaëseja,dezoonvan Malkia,

41DezoonvanEtni,dezoonvanZerah,dezoonvan Adaja,

42DezoonvanEthan,dezoonvanZimma,dezoonvan Simeï,

43DezoonvanJahath,dezoonvanGersom,dezoonvan Levi

44Enhunbroeders,dezonenvanMerari,stondenaande linkerhand:Ethan,dezoonvanKisji,dezoonvanAbdi,de zoonvanMalluch,

45DezoonvanHasabja,dezoonvanAmazia,dezoonvan Hilkia,

46DezoonvanAmzi,dezoonvanBani,dezoonvan Shamer,

47DezoonvanMahli,dezoonvanMusi,dezoonvan Merari,dezoonvanLevi

48Ookhunbroeders,deLevieten,werdenaangesteldvoor allerleidienstaandetabernakel,hethuisvanGod

49MaarAäronenzijnzonenofferdenophet brandofferaltaarenophetreukofferaltaar,enzijwaren belastmetallewerkzaamhedenaandeallerheiligsteplaats enmethetdoenvanverzoeningvoorIsraël, overeenkomstigalleswatMozes,dedienaarvanGod, gebodenhad

50DitzijndezonenvanAäron:zijnzoonEleazar,zijn zoonPinehas,zijnzoonAbisua, 51Bukki,zijnzoon,Uzzi,zijnzoon,Zerahja,zijnzoon, 52ZijnzoonMerajoth,zijnzoonAmarja,zijnzoon Achitob,

53ZijnzoonZadok,zijnzoonAhimaäz

54DitzijndewoonplaatsenvandezonenvanAäron,van degeslachtenvandeKehatieten,naarhunburchteninhun gebiedHetlotwashuntoegewezen

55EnzijgavenhunHebroninhetlandvanJuda,metde weidegrondeneromheen.

56Maardeakkersvandestadendedorpendiedaarbij horen,gavenzijaanKaleb,dezoonvanJefunne.

57AandezonenvanAärongavenzijdestedenvanJuda: Hebron,devrijstad,Libnamethaarweidegronden,Jattiren Esthemoamethunweidegronden

58EnHilenmethaarvoorsteden,Debirmethaar voorsteden,

59EnAsanmethaarvoorsteden,enBeth-Semesmethaar voorsteden

60EnvandestamBenjamin:Gebamethaarweidegronden, AlemethmethaarweidegrondenenAnathothmethaar weidegrondenIntotaalhaddenzedertiensteden,verdeeld overhunfamilies

61EnaandezonenvanKehat,dieovergeblevenwaren vanhetgeslachtvandiestam,werdendoorhetlotsteden toegewezenvandehalvestamManasse,tiensteden

62EnaandenakomelingenvanGersom,naarhun geslachten,uitdestammenIssachar,Aser,Naftalien ManasseinBasan:dertiensteden

63AandenakomelingenvanMerariwerdendoorhetlot twaalfstedentoegewezen,naarhunfamilies,uitde stammenRuben,GadenZebulon

64Dezestedenmetdeweidegrondendiedaarbijhoorden, gavendeIsraëlietenaandeLevieten

65EnzijgavendoorhetlotuitdestammenvanJuda, SimeonenBenjamindezesteden,diebijhunnamen genoemdwaren

66DeoverigegeslachtenvandeKehatietenkregeninhun gebiedstedenvandestamEfraïm.

67Enzijgavenhunvandevrijsteden:Sichemophet gebergtevanEfraïmmethaarweidegronden;ookGezer methaarweidegrondengavenzijaanhen,

68EnJokmeammethaarvoorsteden,enBeth-horonmet haarvoorsteden,

69EnAjalonmethaarvoorsteden,enGath-Rimmonmet haarvoorsteden

70EnvandehalvestamManasse:Anermethaar weidegrondenenBileammethaarweidegronden,voorhet geslachtvanhetoverblijfselvandezonenvanKehath

71AandezonenvanGersomwerdenuithetgeslachtvan dehalvestamvanManassegegeven:GolaninBasanmet zijnweidegrondenenAstarotmetzijnweidegronden

72EnvandestamIssachar:Kedesmethaarweidegronden, Dobrathmethaarweidegronden,

73EnRamothmethaarvoorsteden,enAnemmethaar voorsteden.

74EnvandestamAser:Masalmethaarweidegronden,en Abdonmethaarweidegronden,

75EnHukokmethaarvoorsteden,enRehobmethaar voorsteden.

76EnvandestamNaftali:KedesinGalileamethaar weidegronden,Hammonmethaarweidegrondenen Kirjathaimmethaarweidegronden

77AandeoverigenakomelingenvanMerariwerdenuitde stamZebulongegeven:Rimmonmetzijnweidegrondenen Tabormetzijnweidegronden

78EnaandeoverkantvandeJordaan,bijJericho,aande oostzijdevandeJordaan,kregenzijvandestamRuben: Bezerindewoestijnmethaarweidegronden,enJahzamet haarweidegronden,

79OokKedemothmethaarweidegrondenenMefaathmet haarweidegronden.

80EnvandestamGad:RamothinGileadmethaar voorsteden,enMahanaïmmethaarvoorsteden, 81EnHesbonmethaarweidegrondenenJazermethaar weidegronden

HOOFDSTUK7

1DezonenvanIssacharwaren:TolaenPua,Jasuben Simron,vier

2DezonenvanTolawaren:Uzzi,Refaja,Jeriël,Jachmai, JibsamenSemuel,hoofdenvanhunfamilie,namelijkvan Tola;zijwarendappereendapperemannenonderhun generaties;hunaantalwasindedagenvanDavid tweeëntwintigduizendzeshonderd.

3EndezonenvanUzziwarenJizrahja;endezonenvan JizrahjawarenMichaël,enObadja,enJoël,enJesija,vijf; allenvooraanstaandemannen.

4Enbijhenwaren,naarhungeslachtenennaardefamilies vanhunvoorouders,groepensoldatenvoordestrijd, zesendertigduizendman,wantzijhaddenveelvrouwenen zonen

5HunbroederswarenonderallegeslachtenvanIssachar dappereendapperemannen;volgenshungeslachtsregisters warenheterintotaalzevenentachtigduizend

6DezonenvanBenjaminwaren:Bela,BecherenJediael, drie.

7EndezonenvanBelawarenEzbon,Uzzi,Uzziël, JerimothenIri,vijfvanhen;hoofdenvanhunfamilies, dapperehelden;enzijwerdengeteldvolgenshun geslachtsregisterstweeëntwintigduizendvierendertig

8DezonenvanBecherwaren:Zemira,Joas,Eliëzer, Eljoënai,Omri,Jerimoth,Abia,AnathothenAlameth.Dit zijnallemaalzonenvanBecher

9Enhunaantal,naarhungeslachten,hoofdenvande familiesvanhunvaderen,dapperehelden,was twintigduizendtweehonderd

10DezonenvanJediaëlwaren:Bilhan;endezonenvan Bilhanwaren:Jeüs,Benjamin,Ehud,Kenaäna,Zethan, TarsisenAchisahar

11AldezezonenvanJediaëlwaren,volgensdehoofden vanhunvoorouders,dapperemannen.Hetwaren zeventienduizendtweehonderdsoldaten,geschiktomten strijdetetrekken

12OokSuppimenHuppimwarendezonenvanIr,en HusimwarendezonenvanAher

13DezonenvanNaftaliwaren:Jahziël,Guni,Jezeren Sallum,dezonenvanBilha

14DezonenvanManassewarenAsriël,diezijbaarde;en zijnbijvrouw,eenArameeër,baardeMachir,devadervan Gilead;

15EnMachirnamdezustervanHuppimenSuppimtot vrouw;denaamvanhaarzusterwasMaächaDetweede heetteZelafchad,enZelafchadhadnogmeerdochters

16EnMaächa,devrouwvanMachir,baardeeenzoon,en zijnoemdehemPeres;denaamvanzijnbroerwasSeres; enzijnzonenwarenUlamenRakem

17EndezonenvanUlam:BedanDitwarendezonenvan Gilead,dezoonvanMachir,dezoonvanManasse.

18EnHammoleketh,zijnzuster,baardeIshod,Abiëzeren Mahala

19DezonenvanSemidawaren:Ahian,Sichem,Likhien Anjam.

20EndezonenvanEfraïmwaren:Sutelah,zijnzoon Bered,zijnzoonTahath,zijnzoonElada,zijnzoonTahath, 21EnzijnzoonZabad,zijnzoonSutela,enEzerenElad, diegedoodwerdendoordemannenvanGat,dieindatland geborenwaren,omdatzijgekomenwarenomhunveete roven.

22EnhunvaderEfraïmrouwdelangedagen,enzijnbroers kwamenomhemtetroosten

23Toenhijgemeenschaphadmetzijnvrouw,werdzij zwangerenbaardeeenzoonHijgafhemdenaamBeria, wanthetgingslechtmetzijnhuis.

24EnzijndochterwasSerach,diedelaaggelegenen hooggelegenBeth-horonenUzzen-Sjerahbouwde

25EnRefawaszijnzoon,ookResef,enTelazijnzoon,en Tahanzijnzoon, 26Laadan,zijnzoon,Ammihud,zijnzoon,Elisama, 27Nietzijnzoon,maarJehosua,zijnzoon.

28Hunbezittingenenwoningenwaren:Bethelmetde bijbehorendeplaatsen,oostwaartsNaäranenwestwaarts Gezermetdebijbehorendeplaatsen,Sichemmetde bijbehorendeplaatsen,totaanGazametdebijbehorende plaatsen

29EnaandegrenzenvandeManasseieten:Beth-Seanmet debijbehorendeplaatsen,Taänachmetdebijbehorende plaatsen,Megiddometdebijbehorendeplaatsen,enDor metdebijbehorendeplaatsen.Daarwoondendekinderen vanJozef,dezoonvanIsraël

30DezonenvanAserwaren:Jimna,Jisuah,Jisuai,Beria enhunzusterSerah.

31DezonenvanBeriawaren:HeberenMalchiël,devader vanBirzavith

32EnHeberverwekteJaflet,enSomer,enHotham,enSua, hunzuster

33EndezonenvanJaflet:Pasach,BimhalenAswathDit zijndezonenvanJaflet.

34EndezonenvanSamarwaren:AhienRohga,Jehubba enAram

35DezonenvanzijnbroerHelemwaren:Zofah,Jimna, SelesenAmal

36DezonenvanZofa;Suah,enHarnefer,enShual,en Beri,enImrah,

37Bezer,Hod,Samma,Silsa,JithranenBeëra

38DezonenvanJetherwaren:Jefunne,PispaenAra 39DezonenvanUllawaren:Arach,HaniëlenRezia.

40DitwarenallendezonenvanAser,hoofdenvanhun familie,keurvorstenendapperehelden,leidersvande vorstenHetaantalmannendatindegeslachtslijststonden geschiktwasvoordestrijdendestrijd,bedroeg zesentwintigduizendman

1BenjaminverwekteBela,zijneerstgeborene,Asbel,de tweede,enAhara,dederde, 2NohadevierdeenRafadevijfde.

3EndezonenvanBelawaren:Addar,enGera,enAbihud, 4EnAbisua,NaämanenAhoah, 5EnGera,enSefufan,enHuram.

HOOFDSTUK8

6EnditzijndezonenvanEhud;ditzijndehoofdenvande familiesvandeinwonersvanGeba,diezijnaarManahath verplaatsten:

7EnNaäman,AhiaenGera,diehijwegvoerde,verwekte hijUzzaenAhihud.

8SaharaimverwektekindereninhetveldvanMoab,nadat hijhenhadweggezonden;HusimenBaärawarenzijn vrouwen.

9EnhijverwektebijzijnvrouwHodesJobab,Zibia,Mesa enMalcham, 10EnJeuz,SachiaenMirmaDitwarenzijnzonen,de hoofdenvandevaderen 11EnbijHusimverwektehijAbitubenElpaal.

12DezonenvanElpaalwaren:Heber,MisamenShamed, dieOnoenLodmethunplaatsenbouwden

13OokBeriaenSema,dehoofdenvandefamiliesvande inwonersvanAjalon,verdrevendeinwonersvanGat 14EnAhio,SasakenJeremoth, 15EnZebadja,enArad,enAder, 16EnMichaël,JispaenJoha,dezonenvanBeria; 17EnZebadja,enMesullam,enHizki,enHeber, 18OokIsmerai,JezliaenJobab,dezonenvanElpaal; 19EnJakim,enZichri,enZabdi, 20EnEliënai,ZilthaienEliël, 21EnAdaja,BerajaenSimrath,dezonenvanSimhi; 22EnIspan,HeberenEliël, 23EnAbdon,enZichri,enHanan, 24EnHananja,ElamenAntothia, 25EnIfedejaenPenuel,dezonenvanSasak; 26EnSamserai,enSeharja,enAthalia, 27EnJaresja,enElia,enZichri,dezonenvanJeroham. 28Ditwarendehoofdenvandefamilies,naarhun geslachten,devoornaamstemannen,dieinJeruzalem woonden.

29InGibeonwoondedevadervanGibeon,wiensvrouw Maächaheette

30EnzijneerstgeborenzoonAbdon,enZur,enKis,en Baäl,enNadab,

31EnGedor,enAhio,enZakar

32MiklothverwekteSimea,enookdezenwoondenmet hunbroedersinJeruzalem,tegenoverhen

33EnNerverwekteKis,enKisverwekteSaul,enSaul verwekteJonathan,enMalkisua,enAbinadab,enEsbaäl.

34DezoonvanJonathanwasMeribbaäl;enMeribbaäl verwekteMicha

35DezonenvanMichawaren:Pithon,Melech,Tareaen Achaz

36EnAchazgewonJoada;enJoadagewonAlemeth,en Azmaveth,enZimri;enZimriverwekteMoza, 37EnMozaverwekteBinea;Rafawaszijnzoon;Elasa waszijnzoon;Azelwaszijnzoon;

38Azelhadzeszonen,wiernamendezezijn:Azrikam, Bocheru,Ismaël,Sjearia,ObadjaenHananDitwaren allemaalzonenvanAzel

39DezonenvanEsek,zijnbroer,waren:Ulam,zijn eerstgeborene,Jehus,detweede,enElifelet,dederde

40DezonenvanUlamwarendapperehelden, boogschutters,enhaddenvelezonenenzonenvanzonen, honderdvijftigZijbehoordenallentotdenakomelingen vanBenjamin.

HOOFDSTUK9

1ZowerdenergeslachtsregistersvanheelIsraëlopgesteld Enzie,diestondenopgeschreveninhetboekvande koningenvanIsraëlenJuda,dievanwegehunovertreding naarBabelwarenweggevoerd

2Deeerstebewonersdieinhunbezittingenensteden woonden,warendeIsraëlieten,depriesters,deLevietenen deNethinim

3InJeruzalemwoondenvandekinderenvanJuda,vande kinderenvanBenjamin,vandekinderenvanEfraïmenvan Manasse

4Uthai,dezoonvanAmmihud,dezoonvanOmri,de zoonvanImri,dezoonvanBani,uitdenakomelingenvan Perez,dezoonvanJuda

5EnvandeSilonieten:Asaja,deeerstgeborene,enzijn zonen

6EnvandezonenvanZerah:Jeuelenhunbroeders: zeshonderdnegentig.

7EnvandezonenvanBenjamin:Sallu,dezoonvan Mesullam,dezoonvanHodavja,dezoonvanHasenua, 8EnIbneja,dezoonvanJeroham,enEla,dezoonvan Uzzi,dezoonvanMichri,enMesullam,dezoonvan Sefatja,dezoonvanRehuel,dezoonvanIbnia;

9Enhunbroeders,naarhunafstammelingen, negenhonderdzesenvijftigAldezemannenwarenhoofden vandefamiliesinhunfamilies

10Envandepriesters:Jedaja,JojaribenJachin, 11EnAzaria,dezoonvanHilkia,dezoonvanMesullam, dezoonvanZadok,dezoonvanMerajoth,dezoonvan Ahitub,deoverstevanhethuisvanGod;

12EnAdaja,dezoonvanJeroham,dezoonvanPashur,de zoonvanMalkia,enMaäsjai,dezoonvanAdiël,dezoon vanJahzera,dezoonvanMesullam,dezoonvan Mesillemith,dezoonvanImmer;

13Enhunbroeders,hoofdenvanhunvaderlijkehuizen, duizendzevenhonderdzestig;zeerbekwamemannenvoor hetwerkvandedienstvanhethuisvanGod

14EnvandeLevieten:Semaja,dezoonvanHassub,de zoonvanAzrikam,dezoonvanHasabja,uitdezonenvan Merari;

15EnBakbakkar,HeresenGalal,enMattanja,dezoon vanMicha,dezoonvanZichri,dezoonvanAsaf;

16EnObadja,dezoonvanSemaja,dezoonvanGalal,de zoonvanJeduthun,enBerechja,dezoonvanAsa,dezoon vanElkana,woondenindedorpenvandeNetofathieten.

17DepoortwachterswarenSallum,Akkub,Talmon, Ahimanenhunbroeders.Sallumwashethoofd;

18Zijhaddentotnutoeindepoortvandekoning,aande oostkant,gewacht;zijwarenpoortwachtersvoorde groepenvandeLevieten

19EnSallum,dezoonvanKore,dezoonvanEbjasaf,de zoonvanKorach,enzijnbroeders,uithethuisvanzijn vader,deKorachieten,warenoverhetwerkvandedienst, dewachtersvandepoortenvandetabernakel;enhun vaderen,dieoverhetlegervandeHEEREstonden,waren dewachtersvandeingang.

20EnPinehas,dezoonvanEleazar,wasvroegeroverhen aangesteld,endeHEEREwasmethem

21EnZacharia,dezoonvanMeselemja,wasportiervan deingangvandetentdersamenkomst

22Aldezemannendietotpoortwachterswarenaangesteld, warentweehonderdtwaalf.Zijwerdenvolgenshun geslachtsregistersinhundorpengeteldendoorDaviden dezienerSamuelinhunambtaangesteld.

23Zijenhunkinderenhaddenhettoezichtopdepoorten vanhethuisvandeHEERE,hethuisvandetabernakel, volgensdeafdelingen

24Dedragerswarenverdeeldoverviergedeelten:aande oostkant,westkant,noordkantenzuidkant

25Enhunbroeders,dieinhundorpenwoonden,kwamen nazevendagenvantijdtottijdmethenmee

26DezeLevietenwarendevierhoofdenvande poortwachtersenhaddendeverantwoordelijkheidoverde vertrekkenendeschatkamersvanhethuisvanGod

27ZijovernachttenrondomhethuisvanGod,wantdetaak rustteophen,enhetopenendaarvanwaselkemorgenvoor henbestemd

28Ensommigenvanhenhaddenhettoezichtopde schepen,diezijvolgenshetverhaalmoesten binnenbrengenenafvoeren

29Sommigenvanhenwerdenookaangesteldomtoezicht tehoudenopdevoorwerpenenopalhetgereedschapvan hetheiligdom,ophetfijnmeel,dewijn,deolie,de wierookendespecerijen

30Ensommigenvandepriesterzonenmaaktendezalfvan despecerijen

31EnMattithja,eenvandeLevieten,deeerstgeborenevan Sallum,deKorachiet,hadhethoofdambtoverhetwerkdat indepottengemaaktwerd

32Enanderenvanhunbroeders,vandenakomelingenvan deKehatieten,warenbelastmetdezorgvoorde toonbroden,omdieelkesabbattebereiden

33Enditzijndezangers,dehoofdenvandefamiliesvan deLevieten,dieindevertrekkenverblevenenvrijwaren, wantzijwarendagennachtmetdatwerkbezig

34DezestamhoofdenvandeLevietenwarenalhun generatieslangdeleiders;zijwoondeninJeruzalem.

35InGibeonwoondedevadervanGibeon,Jehiël,wiens vrouwMaächaheette

36EnzijneerstgeborenzoonAbdon,daarnaZur,Kis,Baäl, NerenNadab,

37EnGedor,enAhio,enZacharia,enMikloth

38EnMiklothverwekteSimeam.Ookzijwoondenbijhun broedersinJeruzalem,tegenoverhunbroeders

39EnNerverwekteKis,enKisverwekteSaul,enSaul verwekteJonathan,enMalkisua,enAbinadab,enEsbaäl.

40DezoonvanJonathanwasMeribbaäl,enMeribbaäl verwekteMicha.

41DezonenvanMichawaren:Pithon,Melech,Tahryaen Achaz

42EnAchazverwekteJarah,enJarahverwekteAlemeth, enAzmaveth,enZimri,enZimriverwekteMoza; 43EnMozagewonBinea;enzijnzoonRefaja,zijnzoon Eleasa,zijnzoonAzel

44Azelhadzeszonen,vanwiedenamenalsvolgtzijn: Azrikam,Bocheru,Ismaël,Searia,ObadjaenHananDit warendezonenvanAzel.

HOOFDSTUK10

1DeFilistijnenstredentegenIsraëlDemannenvanIsraël sloegenvoordeFilistijnenopdevluchtenervielendoden ophetgebergteGilboa.

2DeFilistijnenachtervolgdenSaulenzijnzonen,ende FilistijnendooddenJonathan,AbinadabenMalkisua,de zonenvanSaul.

3DestrijdwerdhevigertegenSaul,endeboogschutters troffenhem,enhijwerddoordeboogschuttersverwond 4ToenzeiSaultegenzijnwapendrager:Trekjezwaarden steekmeermeedoor,anderskomendieonbesnedenenme beledigen.Maarzijnwapendragerweigerde,wanthijwas doodsbangSaulnamduszijnzwaardenstorttezicherop 5ToenzijnwapendragerzagdatSauldoodwas,storttehij zicheveneensinhetzwaardenstierf.

6ZostierfSaul,enookzijndriezonenenzijnhelehuis,en weltezamen

7ToenallemannenvanIsraëldieinhetdalwaren,zagen datzijgevluchtwarenendatSaulenzijnzonendood waren,verlietenzijhunstedenensloegenopdevluchtDe Filistijnenkwamenenvestigdenzichdaar.

8Enhetgebeurdedevolgendedag,toendeFilistijnen kwamenomdegesneuveldenuitteplunderen,datzijSaul enzijnzonengevondenhadden,gevallenophetgebergte Gilboa

9Nadatzehemhaddenuitgekleed,namenzezijnhoofden zijnwapenrustingmeeenstuurdenerbodenheennaarhet omliggendelandvandeFilistijnenomhunafgodenenhet volkteberichten

10Zijnwapenrustinglegdenzijindetempelvanhun goden,enzijnhoofdwerdindetempelvanDagon vastgezet

11ToenheelJabesinGileadhoordewatdeFilistijnen allemaaltegenSaulhaddengedaan,

12Toenstondenalledapperemannenop,namende lichamenvanSaulendelichamenvanzijnzonenmeeen brachtenzenaarJabesHunbeenderenbegroevenzeonder deeikinJabesenzevasttenzevendagen

13ZostierfSaulomzijnovertreding,diehijtegende HEEREbegaanhad,tegenhetwoordvandeHEERE,dat hijnietgehoudenhadOokomdathijraadhadgevraagd aaniemanddieeenwaarzeggerijhadverricht,omdiete raadplegen

14EnhijraadpleegdedeHEEREniet;daaromdooddeHij hemengafhetkoningschapoveraanDavid,dezoonvan Isaï

HOOFDSTUK11

1ToenverzameldeheelIsraëlzichbijDavidinHebronen zei:Zie,wijzijnuwbeenenuwvlees.

2Ookvroeger,toenSaulkoningwas,wasjijdegenedie IsraëluitleiddeeninbrachtEndeHEERE,jeGod,had tegenjegezegd:JijzultMijnvolkIsraëlweidenenjezult heerserzijnoverMijnvolkIsraël

3DaaromkwamenalleoudstenvanIsraëlnaardekoning inHebron,enDavidslootmetheninHebroneenverbond voorhetaangezichtvandeHEERE,enzijzalfdenDavid totkoningoverIsraël,overeenkomstighetwoordvande HEEREdoordedienstvanSamuel

4ToentrokDavidmetheelIsraëlnaarJeruzalem,dat tegenwoordigJebusheet,waardeJebusietenwoonden,de inwonersvanhetland

5ToenzeidendeinwonersvanJebustegenDavid:Jemag hiernietkomen.TochnamDaviddeburchtSionin,de stadvanDavid

6EnDavidzei:WiedeJebusietenalseersteverslaat,zal aanvoerderenbevelhebberzijn.Joab,dezoonvanZeruja, gingalseerstenaarbovenenwerdaanvoerder

7EnDavidwoondeindeburcht;daaromnoemdenzehet: StadvanDavid

8Hijherbouwdedestadrondom,vanafMillo,enJoab hersteldederestvandestad.

9ZowerdDavidsteedsmachtiger,wantdeHEEREvande legermachtenwasmethem

10DitzijnookdevoornaamsteheldendieDavidhad,die zichsamenmethemenmetheelIsraëlsterkmaaktenin zijnkoningschap,omhemkoningtemaken, overeenkomstighetwoordvandeHEEREoverIsraël.

11Enditishetaantalhelden,dieDavidonderzijnhoede had:Jasobam,eenHachmoniet,wasdeoverstevande bevelhebbers;hijhiefzijnspeeroptegendriehonderdman dietegelijkdoorhemwarengesneuveld

12NahemkwamEleazar,dezoonvanDodo,deAhohiet Hijwaseenvandedriehelden.

13HijwasbijDavidinPasdammim,waardeFilistijnen zichverzameldhaddenvoordestrijdErlageenstukland volgerst,enhetvolksloegopdevluchtvoordeFilistijnen.

14Zijsteldenzichopinhetmiddenvandatstukland,en bevrijddenhetZijdooddendeFilistijnen,endeHEERE verlostehendoorhengrotereddingtebrengen.

15Drievandedertighoofdmannendaaldenafnaarderots, naarDavidindegrotvanAdullamHetlegervande FilistijnenwasgelegerdinhetdalvanRefaïm.

16Davidbevondzichtoenindevesting,endebezetting vandeFilistijnenlagtoeninBethlehem

17EnDavidverlangdeernaarenzeide:Och,gafmenmij tochtedrinkenvanhetwateruitdeputvanBethlehem,die bijdepoortis!

18ToenbrakendedriedoorhetlegervandeFilistijnen heenenputtenwateruitdeputvanBethlehem,diebijde poortwas,namenhetenbrachtenhetnaarDavidMaar Davidwildehetnietdrinken,maargoothetuitvoorde HEERE

19Enhijzei:MijnGodverhoedehetmij,datikditzou doen!Zouikhetbloeddrinkenvandezemannendiehun leveningevaarhebbengebracht?Wantmetgevaarvoor eigenlevenhebbenzehetgebracht.Daaromwildehijhet nietdrinkenDezedingendedendezedriemachtigen 20EnAbisaï,debroervanJoab,wasdeaanvoerdervande drieHijhiefzijnspeeroptegendriehonderdmanen dooddehen.Hijhadeennaamonderdedrie.

21Vandedriewashijdevoornaamste,wanthijwashun leiderTochbereiktehijniethetniveauvandeeerstedrie 22Benaja,dezoonvanJojada,dezoonvaneendappere manuitKabzeël,dieveelheldendadenhadverricht, dooddetweeMoabietendieopleeuwenleken.Ookginghij opeendagmetsneeuwnaarbenedenendooddeeenleeuw ineenkuil

23HijdooddeeenEgyptenaar,eenmanvangrotegestalte, vijfellangIndehandvandeEgyptenaarwaseenspeer, zolangalseenweversboomHijgingmeteenstafophem

af,ruktedespeeruitdehandvandeEgyptenaarendoodde hemmetdienseigenspeer.

24DezedingendeedBenaja,dezoonvanJojada,enhij hadeengoedenaamonderdedriehelden.

25Zie,hijwasaanzienlijkonderdedertig,maarhij bereikteniethetniveauvandeeerstedrieDaaromstelde Davidhemaanoverzijnlijfwacht

26Ookdedapperemannenvandelegerswaren:Asahel, debroervanJoab,Elhanan,dezoonvanDodouit Bethlehem,

27SammothdeHaroriet,HelezdePeloniet, 28Ira,dezoonvanIkkes,deTekoïet,AbiezerdeAntothiet, 29SibbechaideHusathiet,IlaideAhohiet, 30Maharai,deNetofathiet,Heled,dezoonvanBaäna,de Netofathiet,

31Ithai,dezoonvanRibaiuitGibea,dietotdekinderen vanBenjaminbehoorde,BenajadePirathoniet, 32HuraivandebekenvanGaash,AbieldeArbathiet, 33Azmaveth,deBaharumiet,Eliaba,deSjaëlboniet, 34DezonenvanHasjem,deGizoniet,Jonathan,dezoon vanSage,deHarariet, 35Ahiam,dezoonvanSakar,deHarariet,Elifal,dezoon vanUr, 36HeferdeMecherathiet,AhiadePeloniet, 37HezrodeKarmeliet,Naarai,dezoonvanEzbai, 38Joël,debroervanNathan,Mibhar,dezoonvanHaggeri, 39Zelek,deAmmoniet,Naharai,deBerothiet,de wapendragervanJoab,dezoonvanZeruja, 40IradeIthriet,GarebdeIthriet, 41UriadeHethiet,Zabad,dezoonvanAhlai, 42Adina,dezoonvanShiza,deRubeniet,eenleidervan deRubenieten,endertigmethem, 43Hanan,dezoonvanMaacha,enJosafat,deMithniet, 44Uzzia,deAsterathiet,enSamaenJehiel,dezonenvan Hothan,deAroeriet, 45Jediaël,dezoonvanSimri,enJoha,zijnbroer,deTiziet, 46Eliël,deMahaviet,enJeribai,enJosavia,dezonenvan Elnaam,enJithma,deMoabiet, 47Eliël,ObedenJasiël,deMesobaiet

HOOFDSTUK12

1DezezijnhetdienaarDavidinZiklagkwamen,toenhij nogindenabijheidwasvanwegeSaul,dezoonvanKis Zijbehoordentotdeheldendiehemhielpenindestrijd 2Zewarenbewapendmetbogenenkondenzowelhun rechter-alshunlinkerhandgebruikenomstenentegooien enpijlenafteschietenmeteenboog,zelfsdievanSauls broedersuitBenjamin

3DeleiderwasAchiëzer,daarnaJoas,dezonenvan Semaä,deGibeathiet;enJezielenPelet,dezonenvan Azmaveth;enBerachaenJehu,deAntothiet; 4EnJemaja,deGibeoniet,eenheldonderdedertig,en overdedertig;enJeremia,enJahaziël,enJohanan,en Josabad,deGederathiet, 5Eluzai,Jerimoth,Bealja,SemarjaenSefatja,deHarufiet, 6Elkana,Jesia,Azareël,JoëzerenJasobam,de Korachieten, 7EnJoëlaenZebadja,dezonenvanJerohamuitGedor 8EnuitdeGadietenverzameldenzichbijDavidinde vestingindewoestijn,mannenvansterkteenstrijdbare mannen,dieschildenrondellenkondenhanterenHun

gezichtenwarenalsdegezichtenvanleeuwenenzewaren zosnelalshindenopdebergen.

9Ezerdeeerste,Obadjadetweede,Eliabdederde, 10Mismannadevierde,Jeremiadevijfde, 11Attaidezesde,Eliëldezevende, 12Johanandeachtste,Elzabaddenegende, 13Jeremiadetiende,Machbanaideelfde 14DezenwarenuitdezonenvanGad,dehoofdmannen vanhetleger:dekleinstewasmeerdanhonderd,de grootstemeerdanduizend

15Dezezijnhet,dieindeeerstemaanddeJordaan overstaken,toenderivierbuitenzijnoeverswasgetreden Zijjoegenalleinwonersvandedalenopdevlucht,zowel aandeoostkantalsaandewestkant

16ToenkwamenervandekinderenvanBenjaminenJuda naardevestingbijDavid.

17ToengingDavidhuntegemoet,antwoorddeenzeidetot hen:Indiengijliedenopvreedzamewijzetotmijkomtom mijtehelpen,zalmijnhartmetuverbondenzijn;maar indiengijliedenkomtommijaanmijnvijandenuitte leveren,terwijlergeenonrechtinmijnhandenis,zozalde Godonzervaderenhetzienenhetbestraffen.

18ToenkwamdegeestoverAmasai,deleidervande legeraanvoerders,enhijzei:Wijzijnvanu,David,enaan uwzijde,zoonvanIsaï.Vrede,vredezijuenvredezijuw helpers,wantuwGodhelptuToennamDavidhenaanen steldehenaanalslegeraanvoerders

19OokvielenermannenuitManassevoorDavid,toenhij metdeFilistijnentenstrijdetroktegenSaulZijhielpen henechternietDestadsvorstenvandeFilistijnenhadden hemgewaarschuwdenhemlatengaan,zeggende:Hijzal voorzijnheerSaulvallen,totgevaarvanonzehoofden

20ToenhijnaarZiklagtrok,vielenhemuitManassede volgendemannentoe:Adna,Jozabad,Jediaël,Michaël, Jozabad,ElihuenZilthai,hoofdenvandeduizendenvan Manasse

21ZijhielpenDavidtegendebendevanderovers,wantzij warenallendappere,dapperemannenenoverstenvanhet leger

22WantindietijdkwamenerelkedagmensennaarDavid toeomhemtehelpen,totdathetlegergrootwasgeworden, zogrootalshetlegervanGod

23Ditzijndeaantallenvandetroependiegereedwaren voordestrijdendienaarDavidinHebronkwamenomhet koningschapvanSaulophemovertedragen, overeenkomstighetwoordvandeHEERE.

24DeJudeeërsdieschildenspeerdroegen,waren zesduizendachthonderdman,gereedvoordestrijd.

25VandenakomelingenvanSimeon,dappereheldeninde strijd:zevenduizendenéénhonderd

26VandeLevietenvierduizendzeshonderd

27JojadawasdeleidervandeAäronieten,enmethem warenerdrieduizendzevenhonderd,

28EnZadok,eenjongeman,zeerdapper,enuithethuis vanzijnvadertweeëntwintighoofdmannen

29EnvandekinderenvanBenjamin,deafstammelingen vanSaul,warenerdrieduizend;wanthetgrootstedeelvan henhadtotnutoeonderdehoedevanhethuisvanSaul gestaan

30EnvandeEfraïmietenwarener twintigduizendachthonderd,dapperehelden,beroemdin hethelegeslachtvanhunvoorouders

31EnvandehalvestamManasseachttienduizend,diemet namewarenaangewezen,omtekomenenDavidkoningte maken

32EnvandekinderenvanIssachar,mannendieinzicht haddenindetijdenwistenwatIsraëlmoestdoen,warener tweehonderdhoofdenvanhen,enalhunbroedersstonden inhundienst

33VanZebulonwarenervijftigduizenddietenstrijde trokken,bedrevenindeoorlog,metallewapensvande strijd,dieinslagordekondenblijven:zijwarenniet dubbelhartig

34EnvanNaftaliwarenerduizendbevelhebbers,enmet henzevenendertigduizendmanmetschildenspeer.

35EnvandeDanieten,krijgskundigen, achtentwintigduizendzeshonderd

36EnvanAserwarenerveertigduizenddietenstrijde trokken,expertsindekrijgskunst

37EnaandeoverzijdevandeJordaanvandeRubenieten, deGadietenendehalvestamvanManasse,metallerlei oorlogstuigvoordestrijd:honderdtwintigduizendman

38Aldezekrijgslieden,diehetgoedepadhaddengevolgd, kwamenmeteenvolkomentoegewijdhartnaarHebronom DavidtotkoningoverheelIsraëltemakenOokde overigenvanIsraëlwareneensgezindomDavidtotkoning temaken.

39ZijblevendaardriedagenbijDavid,enatenendronken, wanthunbroershaddenhetvoorhenklaargemaakt

40Ookdiedichtbijhenwaren,totaanIssachar,Zebulonen Naftali,brachtenbroodopezels,opkamelen,op muildierenenoprunderen,envlees,meel,vijgenkoekenen rozijnenkoeken,enwijn,enolie,enrunderenenschapenin overvloed,wanterwasblijdschapinIsraël

HOOFDSTUK13

1EnDavidraadpleegdedeoverstenoverduizendenover honderd,enalleleiders.

2ToenzeiDavidtotdehelevergaderingvanIsraël:Als hetugoeddunktenhetvandeHEERE,onzeGod,is,laten wijdanboodschapperssturennaaronzebroedersoveralin hetlandvanIsraël,enmethenooknaardepriestersende Levieteninhunstedenenweidegronden,zodatzijzichbij onsverzamelen.

3LatenwijdearkvanonzeGodweerbijonsterughalen, wantwijhebbenhaarindedagenvanSaulniet geraadpleegd.

4Endehelevergaderingzeidatzijditzoudendoen,want ditwasjuistindeogenvanhethelevolk.

5ToenriepDavidheelIsraëlbijeen,vanSihorinEgypte totaandewegnaarHemath,omdearkvanGoduitKirjatJearimovertebrengen

6ToentoogDavidmetheelIsraëlnaarBaäla,datisKirjatJearim,datinJudaligt,omvandaardearkvanGod,de HEERE,overtebrengen,Dietussendecherubswoont,en DiedaaroverZijnNaamgenoemdwordt

7ZijbrachtendearkvanGodopeennieuwewagenuithet huisvanAbinadab,enUzzaenAchioleiddendewagen.

8EnDavidenheelIsraëlspeeldenvoorhetaangezichtvan Goduitallemacht,ondergezang,metharpen,metluiten, mettamboerijnen,metcimbalenenmettrompetten.

9ToenzijbijdedorsvloervanChidonkwamen,stakUzza zijnhanduitomdearkvasttehouden,wantdeossen struikelden

10ToenontbranddedetoornvandeHEEREtegenUzzaen Hijdooddehem,omdathijzijnhandaandearkhad geslagen,zodathijdaarstierf,voorhetaangezichtvanGod 11EnDavidwasvertoornd,omdatdeHEEREeenbresin Uzzageslagenhad;daaromheetdieplaatstotopdezedag Perez-Zazza

12DavidwerddiedagbevreesdvoorGodenzei:Hoekan ikdearkvanGodbijmijthuisbrengen?

13DaarombrachtDaviddearknietnaarzichzelf,naarde stadvanDavid,maarhijbrachthaarterzijdenaarhethuis vanObed-Edom,deGethiet

14EndearkvanGodbleefdriemaandenbijhetgeslacht vanObed-Edom,inzijnhuis.EndeHEEREzegendehet huisvanObed-Edomenalwathijbezat

HOOFDSTUK14

1ToenzondHiram,dekoningvanTyrus,bodennaar Davidencederhout,metsteenhouwersentimmerlieden, omhemeenhuistebouwen

2ToenbesefteDaviddatdeHEERhemalskoningover Israëlhadaangesteld.Zijnkoningschapwasverheven, vanwegezijnvolkIsraël

3EnDavidnamnogmeervrouweninJeruzalem,enDavid verwektenogmeerzonenendochters.

4DitzijndenamenvandekinderendiehijinJeruzalem had:Sammua,Sobab,NathanenSalomo 5EnIbhar,enElisua,enElpalet, 6EnNoga,NefegenJafia, 7EnElisama,BeëljadaenElifalet

8ToendeFilistijnenhoordendatDavidtotkoningover heelIsraëlwasgezalfd,trokkenalleFilistijnenopom DavidtezoekenToenDaviddithoorde,trokhijophenaf 9ToenkwamendeFilistijnenenverspreiddenzichinhet dalvanRefaïm

10ToenraadpleegdeDavidGodenvroeg:Zalikoptrekken tegendeFilistijnen?EnzultUheninmijnhand overleveren?EndeHEEREzeitegenhem:Trekop,want Ikzalheninuwhandoverleveren

11ZijtrokkenopnaarBaäl-Perazim,enDavidversloeg hendaarToenzeiDavid:Godheeftdoormijnhandeen bresgeslagenopmijnvijanden,zoalshetwatertekeergaat DaaromnoemdenzedieplaatsBaäl-Perazim.

12Toenzijhungodendaarhaddenachtergelaten,gaf Davidbevelzemetvuurteverbranden.

13ToenverspreiddendeFilistijnenzichopnieuwinhetdal 14DaaromraadpleegdeDavidopnieuwGod,enGodzei tegenhem:Ganietachterhenaan,maarkeeruvanhenaf enkomhentegentegenoverdemoerbeibomen.

15Wanneeruindetoppenvandemoerbeibomeneen geluidvanklimmenhoort,moetuuittrekkenomtestrijden

WantGodisvooruwaangezichtuitgetrokkenomhetleger vandeFilistijnenteverslaan

16DaviddeedzoalsGodhembevolenhadenzij versloegenhetlegervandeFilistijnen,vanGibeontot Gazer

17EnderoemvanDavidverspreiddezichoverallelanden, endeHEEREbrachtontzagvoorhemoverallevolken

HOOFDSTUK15

1DavidbouwdehuizenvoorzichzelfindestadvanDavid, enhijbereiddeeenplaatsvoordearkvanGod,enspande ereententvoor.

2ToenzeiDavid:NiemandmagdearkvanGoddragen dandeLevieten,wanthenheeftdeHEEREverkozenom dearkvanGodtedragenenHemtedienentotin eeuwigheid

3ToenverzameldeDavidheelIsraëlinJeruzalem,omde arkvandeHEEREovertebrengennaardeplaatsdiehij voorhaarhadgereedgemaakt

4ToenverzameldeDaviddekinderenvanAäronende Levieten

5VandezonenvanKehatwarenUriël,deleider,enzijn broedershonderdtwintig.

6VandezonenvanMerari:Asaja,deleider,enzijn broeders,tweehonderdtwintig

7VandezonenvanGersom:Joël,deleider,enzijn broedershonderddertig;

8VandezonenvanElisafan:Semaja,hethoofd,enzijn broederstweehonderd;

9VandezonenvanHebron:Eliël,deleider,enzijn broeders,tachtig

10VandezonenvanUzziëlwarenAmminadab,deleider, enzijnbroedershonderdtwaalf

11ToenriepDaviddepriestersZadokenAbjathar,ende LevietenUriël,AsajaenJoël,Semaja,EliëlenAmminadab, 12Enhijzeitegenhen:Julliezijndehoofdenvande familiesvandeLevietenHeiligjullie,jullieenjebroeders, zodatjulliedearkvandeHEERE,deGodvanIsraël, kunnenoverbrengennaardeplaatsdieikvoorhaarheb bereid

13Omdatudatvanhetbeginafaannietgedaanhebt,heeft deHEERE,onzeGod,onsindesteekgelatenWijhebben Hemimmersnietopdevoorgeschrevenwijzegezocht

14ToenheiligdendepriestersendeLevietenzichomde arkvandeHEERE,deGodvanIsraël,overtebrengen

15DeLevietendroegendearkvanGodophunschouders, metdedraagbomeneraan,zoalsMozesgebodenhad overeenkomstighetwoordvandeHEERE

16EnDavidzeitegendeleidersvandeLevietendatzij hunbroedersmoestenaanstellenalszangersmet muziekinstrumenten,zoalsluit,harpencimbaal,endatzij destemmenmetvreugdemoestenlatenklinken

17DeLevietensteldenHeman,dezoonvanJoël,enuit zijnbroedersAsaf,dezoonvanBerechja,enuitdezonen vanMerari,hunbroeders,Ethan,dezoonvanKusaja,aan.

18Enmethenhunbroedersvandetweedegraad:Zacharja, Ben,Jaaziël,Semiramoth,Jehiël,Unni,Eliab,Benaja, Maäseja,Mattithja,Efele,Mikneja,Obed-EdomenJeïël, depoortwachters.

19DezangersHeman,AsafenEthankregendeopdracht omopkoperencimbalenteblazen

20EnZecharja,enAziël,enSemiramoth,enJehiel,en Unni,enEliab,enMaaseja,enBenaja,metpsalterieënop Alamoth;

21EnMattithja,Efele,Mikneja,Obed-edom,Jeïëlen Azazia,methunharpenopdeSéminith,warende uitblinkers.

22EnChenanja,hethoofdvandeLevieten,waseen zangmeester.Hijgafonderrichtindezangkunst,wanthij waseenexpert

23BerechjaenElkanawarenpoortwachtersvandeark.

24EnSebanja,Josafat,Nethaneël,Amasai,Zacharja, BenajaenEliëzer,depriesters,bliezenopdetrompetten voordearkvanGodObed-edomenJehiawarende poortwachtersvandeark.

25ToengingenDavid,deoudstenvanIsraëlende hoofdmannenoverduizendopwegomdearkvanhet verbondvandeHEEREmetvreugdeuithethuisvan Obed-Edomoptehalen

26ToenGoddeLevietenhielp,diedearkvanhetverbond vandeHEEREdroegen,offerdenzijzevenjongestierenen zevenrammen

27Davidwasgekleedineenmantelvanfijnlinnen, evenalsalleLevietendiedearkdroegen,dezangersen Kenanja,deleidervanhetliedmetdezangersDavidhad ookeenlinnenefodaan.

28ZobrachtheelIsraëldearkvanhetverbondvande HEEREover,ondergejuich,onderhoorngeschal, trompettenencimbalen,enonderluitenenharpen.

29ToendearkvanhetverbondvandeHEEREindestad vanDavidkwam,zagMichal,dedochtervanSaul,door hetvensterhoedekoningDaviddansteenspeelde.Enzij verachtteheminhaarhart

HOOFDSTUK16

1ZijbrachtendearkvanGodenzettendiemiddeninde tentdieDavidervoorhadopgericht.Zijbrachten brandoffersenvredeoffersvoorhetaangezichtvanGod

2ToenDavidklaarwasmethetbrengenvande brandoffersendevredeoffers,zegendehijhetvolkinde NaamvandeHEERE

3EnhijgafiedervanIsraël,zoweldemannenalsde vrouwen,eenbrood,eengoedstukvleeseneenkanwijn.

4EnhijsteldeenigeLevietenaanomdiensttedoenvoor dearkvandeHEERE,enomhetverslagteschrijven,en omdeHEERE,deGodvanIsraël,tedankenenteloven.

5Asaf,deleider,enZacharja,detweedeinzijnmidden, Jeïël,Semiramoth,Jehiël,Mattithja,Eliab,Benajaen Obed-Edom;Jeïëlmetluitenenmetharpen,maarAsafliet deklankhorenmetcimbalen

6OokBenajaenJahaziël,depriesters,hieldenvoortdurend trompettenaanvoordearkvanhetverbondvanGod.

7DiedaggafDavidalseerstedezepsalm,eendankgebed voordeHEERE,aanAsafenzijnbroers.

8DankdeHEERE,roepzijnnaamaan,maakonderde volkenzijndadenbekend

9ZingvoorHem,zingpsalmenvoorHem,spreekoveral Zijnwonderen.

10Roeminzijnheiligenaam;laathethartvanhendiede HEEREzoeken,zichverheugen

11ZoekdeHEERenzijnsterkte,zoekvoortdurendzijn aangezicht

12DenkaandewonderendieHijgedaanheeft,aanzijn wonderenenaandeoordelenvanzijnmond

13OnakomelingenvanIsraël,zijndienaar,okinderenvan Jakob,zijnuitverkorenen.

14HijisdeHEERE,onzeGod;zijnoordelengaanoverde heleaarde

15DenkaltijdaanZijnverbond,aanhetwoorddatHijaan duizendengeneratiesgebodenheeft.

16VanhetverbonddatHijmetAbrahamsloot,envanZijn eedaanIzak,

17EnHijheefthetvoorJakobbevestigdtoteenwet,en voorIsraëltoteeneeuwigverbond,

18zeggende:AanuzalIkhetlandKanaängeven,hetu toegemetenerfdeel;

19Toenunogmaarmetweinigenwas,enkelenzelfs,en vreemdelingenindiestreek

20Entoenzijvanvolktotvolkgingen,envanhetene koninkrijknaarhetanderevolk,

21Hijlietniemandtoehunonrechtaantedoen;ja,hij bestraftekoningenomwillevanhen,

22Zeggende:Raakmijngezalfdennietaanendoemijn profetengeenkwaad.

23ZingvoordeHEERE,heeldeaarde,verkondigzijnheil vandagtotdag

24Verkondigonderdeheidenvolkenzijnheerlijkheid, onderallevolkenzijnwonderen

25WantdeHEEREisgrootenzeerteprijzen,enHijis ontzagwekkendbovenallegoden.

26Wantaldegodenvandevolkenzijnafgoden,maarde HEEREheeftdehemelgemaakt

27Eerengloriezijninzijnaanwezigheid;krachten vreugdezijninzijnplaats

28GeeftdeHEERE,gijstammendesvolks,geeftde HEEREeerenmacht.

29GeefdeHEEREdeeerdieZijnNaamtoekomt,breng eenofferenkomvoorZijnaangezicht;aanbiddeHEERE inheiligewaardigheid.

30VreesvoorZijnaangezicht,heeldeaarde;ookde wereldzalstabielzijn,zodatzijnietwankelt

31Laatdehemelzichverheugenenlaatdeaardezich verheugen;laatmenonderdeheidenvolkenzeggen:De HEEREregeert

32Laatdezeebruisenenalwatzijrijkis;latendevelden zichverheugenenalwatdaarinis

33Danzullendebomenvanhetbosjuichenvanwegede komstvandeHEERE,omdatHijkomtomdeaardete oordelen

34LooftdeHEERE,wantHijisgoed,wantZijn goedertierenheidisvooreeuwig.

35Enzeg:Verlosons,Godvanonsheil,verzamelonsen bevrijdonsvandeheidenvolken,opdatwijUwheilige NaamlovenenonsberoemenopUwlof.

36GeprezenzijdeHEER,deGodvanIsraël,van eeuwigheidtoteeuwigheid!Enhethelevolkzei:Amenen preesdeHEER

37DaaromliethijdaarAsafenzijnbroedersvoordeark vanhetverbondvandeHEEREachter,omvoortdurend diensttedoenvoordeark,zoalshetdagelijksewerk vereiste

38EnObed-edommetzijnbroeders,achtenzestig;ook Obed-edom,dezoonvanJeduthun,enHosaals poortwachters

39EndepriesterZadokenzijnbroeders,depriesters, stondenvoordetabernakelvandeHEEREopdehoogte dieteGibeonwas, 40Omvoortdurend,'smorgensen'savonds,ophet brandofferaltaarbrandoffersaandeHEEREteofferenente

doenovereenkomstigalleswatgeschrevenstaatindewet vandeHEERE,dieHijaanIsraëlgebodenheeft; 41EnmethenwarenHemanenJeduthun,endeoverigen, diemetnamewarenaangewezenomdeHEEREtedanken, omdatZijngoedertierenheidtotineeuwigheidis.

42EnbijhenwarenHemanenJeduthun,mettrompetten encimbalenvoordegenendiegeluidmaakten,enmet muziekinstrumentenvanGod.DezonenvanJeduthun warenportiers

43Toenginghethelevolkheen,iedernaarzijnhuisToen keerdeDavidterugomzijnhuistezegenen

HOOFDSTUK17

1Hetgebeurde,terwijlDavidinzijnhuiszat,datDavidtot deprofeetNathanzeide:Zie,ikwoonineenhuisvan ceders,maardearkvanhetverbondvandeHEEREstaat ondergordijnen

2ToenzeiNathantegenDavid:Doealleswatinjehartis, wantGodismetje

3Enhetgeschieddeindienacht,dathetwoordvanGod totNathankwam,zeggende:

4GaenzegtegenmijndienaarDavid:ZozegtdeHEERE: UmagMijgeenhuisbouwenomintewonen

5WantIkhebnietineenhuisgewoondvandedagafdat IkIsraëlhebopgevoerdtotopdezedag,maarIkbenvan tenttottentgegaan,envandeenetabernakelnaarde andere.

6OveralwaarIkmetheelIsraëlhebrondgereisd,hebIktot derichtersvanIsraël,aanwieIkbevelhadgegevenMijn volkteweiden,gezegd:WaaromhebbenjullieMijgeen huisvancederhoutgebouwd?

7DaarommoetjenutegenmijndienaarDavidzeggen:Zo zegtdeHEEREvandelegermachten:Ikhebjeweggehaald vandeschaapskooi,vanachterdeschapen,omheerserte wordenovermijnvolkIsraël

8Ikwasmetje,overalwaarjeging.Ikhebaljevijanden voorjeuitdeweggeruimdenjeeennaamgegevenalsde naamvandegrotendieopdeaardezijn

9IkzaleenplaatsvoormijnvolkIsraëlbepalenenhen planten,enzijzullenophunplaatswonenennietmeer verplaatstworden;endekinderendergoddeloosheidzullen hennietmeerverwoesten,zoalsinhetbegin,

10EnsindsdetijddatIkrechtersovermijnvolkIsraël bevolenheb,zalIkaluwvijandenonderwerpenVerder zegIkudatdeHEEREueenhuiszalbouwen.

11Enhetzalgebeuren,wanneeruwdagenvoleindigd zullenzijn,engijzultheengaantotuwvaderen,datIkuw nageslacht,datuituwzonenzalzijn,nauzaldoenopstaan, enIkzalzijnkoninkrijkbevestigen

12HijzalMijeenhuisbouwen,enIkzalzijntroonvoor eeuwigbevestigen.

13IkzalhemtoteenVaderzijn,enhijzalMijtoteenzoon zijn;enIkzalMijngoedertierenheidnietvanhem wegnemen,zoalsIkdiewegnamvanhemdievóóruwas

14MaarIkzalheminMijnhuiseninMijnkoninkrijk vestigentotineeuwigheid,enzijntroonzalvaststaantotin eeuwigheid

15Overeenkomstigaldezewoordenenovereenkomstigdit helevisioen,zosprakNathantotDavid.

16ToenkwamkoningDavidenzettezichvoorhet aangezichtvandeHEEREneer,enhijzeide:Wiebenik,

HEERE,God,enwatismijnhuis,datGijmijhiertothier gebrachthebt?

17Tochwasditteweiniginuwogen,oGod;wantook overhethuisvanuwdienaarhebtugesprokenindelange tijd,enhebtumijbeschouwdalseenaanzienlijkman, HEEREGod

18WatzouDavidnogmeertotUkunnenzeggenterere vanUwdienaar?UkentUwdienaartochwel?

19HEERE,omwillevanuwdienaarennaaruweigenhart hebtUaldezegrotedadenverrichtenaldezegrotedingen bekendgemaakt

20HEERE,erisniemandalsGij,enerisgeenGod behalveGij,overeenkomstigalleswatwijmetonzeeigen orengehoordhebben

21Enwelkvolkopaardeistevergelijkenmetuwvolk Israël,datGodisgaanverlossenomzijnvolktezijn,omu eennaamvangroteenvreselijkewaardetemaken,door volkenteverdrijvenvanvoorhetaangezichtvanuwvolk, datuuitEgyptehebtverlost?

22WantGijhebtUwvolkIsraëltotUwvolkgemaaktvoor eeuwig;enGij,HEERE,zijthunGodgeworden

23Daarom,HEERE,laatwatGijoverUwdienaarenover zijnhuisgesprokenhebt,vooreeuwigstandhouden;doe zoalsGijgesprokenhebt

24Laathetbevestigdworden,datUwNaamvooreeuwig grootgemaaktworde,doortezeggen:DeHEEREvande legermachtenisdeGodvanIsraël,deGodvanIsraël;en laathethuisvanDavid,Uwknecht,voorUwaangezicht bevestigdworden

25WantGij,mijnGod,hebtaanUwdienaarbevolen,dat Gijhemeenhuiszultbouwen;daaromheeftUwdienaar hetinzijnhartgevondenomvoorUtebidden

26Ennu,HEERE,GijzijtGod,enhebtdit goedertierenheidaanUwdienaarbeloofd:

27Nudan,laathetUbehagenhethuisvanUwdienaarte zegenen,zodathetvoorUwaangezichttotineeuwigheid zalzijn.WantGijzegent,HEERE,enhetzalgezegendzijn totineeuwigheid

HOOFDSTUK18

1HiernagebeurdehetdatDaviddeFilistijnenversloegen onderwierp.OoknamhijGatenhaardorpenuitdehand vandeFilistijnen

2HijversloegMoab,endeMoabietenwerdendienaren vanDavidenbrachtenhemgeschenken.

3EnDavidversloegHadarezer,dekoningvanZoba,tot aanHamat,toendezeopwegwasomzijnheerschappijaan derivierdeEufraattevestigen

4EnDavidnamvanhemduizendstrijdwagens, zevenduizendruitersentwintigduizendmanvoetvolkin beslag.OoknamDavidallestrijdwagenpaardeninbeslag, maarhijhielderhonderdvanover

5ToendeSyriërsvanDamascusHadarezer,dekoningvan Zoba,tehulpkwamen,dooddeDavid tweeëntwintigduizendmanvandeSyriërs

6ToenlegdeDavidbezettingeninSyrië-Damascus,ende SyriërswerdenDavidsdienarenenbrachtengeschenken ZobehoeddedeHEERDavidoveralwaarhijheenging

7ToennamDaviddegoudenschildendieopdedienaren vanHadarezerzaten,enbrachtzenaarJeruzalem

8OokuitTibhatenChun,stedenvanHadarezer,haalde Davidveelkoper.Salomomaaktedaarvandekoperenzee, dezuilenendekoperenvoorwerpen

9ToenTou,dekoningvanHamath,hoordedatDavidhet helelegervanHadarezer,dekoningvanZoba,had verslagen, 10HijstuurdeHadoram,zijnzoon,naarkoningDavidom naarzijnwelzijnteinformerenenhemgeluktewensen, omdathijtegenHadadezerhadgevochtenenhemhad verslagenHadadezerhadnamelijkoorloggevoerdmet TouHijhadookallerleigouden,zilverenenkoperen voorwerpenbijzich

11OokhenwijddekoningDavidaandeHEERE,samen methetzilverenhetgouddathijvanaldezevolkenhad meegebracht:vanEdom,vanMoab,vandeAmmonieten, vandeFilistijnenenvanAmalek.

12OokAbisai,dezoonvanZeruja,versloeginhetZoutdal achttienduizendEdomieten

13HijlegdegarnizoeneninEdom,enalleEdomieten werdenDavidsdienarenZobehoeddedeHEERDavid, waarhijookheenging

14DavidregeerdeoverheelIsraëlenhijoefenderechten gerechtigheiduitonderheelzijnvolk 15Joab,dezoonvanZeruja,wasoverhetlegeraangesteld, enJosafat,dezoonvanAhilud,waskanselier.

16EnZadok,dezoonvanAhitub,enAbimelech,dezoon vanAbjathar,warenpriesters;enSavasawasschrijver 17Benaja,dezoonvanJojada,washoofdvandeKrethien dePlethi,endezonenvanDavidwarendeleidersvande koning

HOOFDSTUK19

1HiernagebeurdehetdatNahas,dekoningvande Ammonieten,stierfenzijnzooninzijnplaatsregeerde 2Davidzei:IkzalHanun,dezoonvanNahas,goedheid bewijzen,omdatzijnvadermijgoedheidheeftbewezen. DaaromstuurdeDavidbodenomhemtetroostenoverzijn vaderDavidsdienarenkwameninhetlandvande AmmonietennaarHanunomhemtetroosten.

3ToenzeidendevorstenvandeAmmonietentegenHanun: DenkjedatDavidjevadereert,omdathijtroostersnaarje toeheeftgestuurd?Zijnzijndienarennietnaarjetoe gekomenomhetlandteverkennen,omhetteverwoesten enteverspieden?

4DaaromnamHanundedienarenvanDavid,schoorhen ensneedhunklerenmiddenopdegrond,totaanhunbillen, afenliethengaan.

5ToengingenermannennaarDavidomhemtevertellen hoehetmetdemannengingHijstuurdebodenomhente ontmoeten,wantdemannenschaamdenzichdiepDe koningzei:BlijfinJerichototjulliebaardengegroeidzijn enkomdanterug

6ToendeAmmonietenzagendatzijzichbijDavidineen kwaaddaglichthaddengesteld,zondenHanunende Ammonietenduizendtalentenzilveromstrijdwagensen ruiterstehurenuitMesopotamië,Syrië,MaächaenZoba.

7Zijhuurdendustweeëndertigduizendstrijdwagensin, samenmetdekoningvanMaächaenzijnvolk,die opruktenenhunkampopsloegenvoorMedeba.De Ammonietenverzameldenzichvervolgensuithunsteden entrokkentenstrijde

8ToenDaviddithoorde,stuurdehijJoabenhetheleleger vandeheldeneropuit.

9ToenruktendeAmmonietenuitensteldenzichopvoor destadspoort,zodatdestrijderszichkondenopstellen.De koningendiegekomenwaren,warenafzonderlijkinhet veld

10ToenJoabzagdatdestrijdhemvanvorenenvan achterenbedreigde,kooshijuitheelIsraëldebesteen steldehenoptegenoverdeSyriërs

11Enderestvanhetvolkgafhijoveraanzijnbroer Abisaï,diezichinslagordeopsteldetegenoverde Ammonieten

12Enhijzeide:IndiendeSyriërstesterkvoormijzijn, danzultgijmijhelpen;maarindiendeAmmonietente sterkvooruzijn,zalikuhelpen

13Weessterkenlatenwijonssterkmakenvooronsvolk envoordestedenvanonzeGodLaatdeHEEREdoenwat goedisinZijnogen

14ToentrokkenJoabendemannendiebijhemwaren, voordestrijduitnaardeSyriërs,enzijsloegenvoorhem opdevlucht

15ToendeAmmonietenzagendatdeSyriërsopdevlucht waren,sloegenookzijvoorzijnbroerAbisaïopdevlucht entrokkendestadbinnenToenkwamJoabinJeruzalem aan.

16ToendeSyriërszagendatzijdoorIsraëlverslagen waren,zondenzijbodenentrokkendeSyriërsdieaande overzijdevanderivierwoonden,op.OokSofach,de legeroverstevanHadarezer,gingvoorhenuit

17ToenditaanDavidwerdmeegedeeld,verzameldehij heelIsraël,stakdeJordaanover,vielhenaanensteldezich tegenhenopNadatDavidzichtegendeSyriërshad opgesteld,stredenzijtegenhem

18MaardeSyriërssloegenvoorIsraëlopdevlucht. DaaromdooddeDavidvandeSyriërszevenduizendman, diemetstrijdwagensvochten,enveertigduizendman voetvolk.OokSofach,delegeroverste,werdgedood.

19ToendedienarenvanHadarezerzagendatzijdoor Israëlwarenverslagen,slotenzijvredemetDaviden werdenzijndienaren.OokwildendeSyriërsde Ammonietennietmeerhelpen

HOOFDSTUK20

1Enhetgebeurdenahetverstrijkenvanhetjaar,tentijde datdekoningentenstrijdetrekken,datJoabdelegermacht aanvoerdeenhetlandvandeAmmonietenverwoestteHij kwamenbelegerdeRabba.MaarDavidbleefinJeruzalem. EnJoabversloegRabbaenverwoesttehet

2ToennamDaviddekroonvanhunkoningvandiens hoofd,enhijsteldevastdatdieeentalentgoudwoog,en dateredelsteneninzaten.HijzettedekroonopDavids hoofdOokbrachthijeenzeergrotebuituitdestad 3Hijliethetvolkdatzichdaarinbevonderuithalenen zaagdehenmetzagen,metijzereneggenenmetbijlenZo deedDavidookmetallestedenvandeAmmonieten DaarnakeerdeDavidmetalhetvolkterugnaarJeruzalem. 4DaarnabrakerinGezeroorloguitmetdeFilistijnen ToenversloegSibbechai,uitHusa,Sippai,dieeenvande kinderenvanRafawas,enzijwerdenvernederd.

5ErontstondopnieuwoorlogmetdeFilistijnenElhanan, dezoonvanJaïr,dooddeLachmi,debroervanGoliath,de GethietZijnspeerstokwaszogrootalseenweversboom 6EnerwasopnieuwoorloginGat.Erwaseenmanvan grotelengte,wiensvingersentenenvierentwintigwaren, zesaanelkehandenzesaanelkevoetHijwasookde zoonvandereus

7MaartoenhijIsraëltartte,werdhijdoorJonathan,de zoonvanSimea,debroervanDavid,gedood

8DezewarenbijReainGatgeboren,enzijvielendoorde handvanDavidendoordehandvanzijndienaren

HOOFDSTUK21

1ToenkeerdeSatanzichtegenIsraëlenzetteDavidertoe aanIsraëltetellen.

2ToenzeiDavidtegenJoabendeleidersvanhetvolk:Ga oppadentelIsraëlvanBersebatotDanBrengmijhun aantal,zodatikhetkanweten.

3ToenantwoorddeJoab:DeHEEREmogezijnvolknog honderdmaalzotalrijkmakenalshetisEn,mijnheerde koning,zijnzijnietallendienarenvanmijnheer?Waarom eistmijnheerdandit?Waaromzouhijeenschuldigezijn voorIsraël?

4MaarhetwoordvandekoninghadmeermachtdanJoab. DaaromvertrokJoabentrokdoorheelIsraël,tothijin Jeruzalemaankwam

5ToengafJoabDaviddesomvanhetaantalmanschappen doorIsraëlteldeintotaalduizendenhonderdduizendman diehetzwaardkondenhanteren,terwijlJudauit vierhonderdzestigduizendmanbestonddiehetzwaard kondenhanteren

6MaarLevienBenjaminteldehijnietonderhen,want Joabhadeenafschuwelijkwoordgesproken.

7EnGodwasernietblijmee;daaromsloegHijIsraël

8ToenzeiDavidtegenGod:Ikhebzwaargezondigd, omdatikditgedaanheb.Maarnu,doetochde ongerechtigheidvanUwdienaarweg,wantikhebzeer dwaasgehandeld

9EndeHEEREspraktotGad,dezienervanDavid, zeggende:

10GaenzegtegenDavid:ZozegtdeHEERE:Iklegu driedingenvoor;kiesereenuit,enIkzalhetaanudoen.

11ToenkwamGadnaarDavidenzeitegenhem:Zozegt deHEERE:Kiesvooruzelf

12Ofdriejaarhongersnood,ofdriemaandenuitgeroeid wordenvooruwvijanden,terwijlhetzwaardvanuw vijandenuachtervolgt,ofdriedagenhetzwaardvande HEERE,depest,inhetland,endeEngelvandeHEERE dieverwoestingzaaitinheelhetgebiedvanIsraëlOverleg daaromnumetuzelf,watikhemdiemijgezondenheeft, opnieuwmoetoverbrengen.

13ToenzeiDavidtegenGad:Ikbeningrotebenauwdheid; laatmijtochmaarvallenindehandvandeHEERE,want Zijnbarmhartighedenzijnzeergroot;maarlaatmijniet vallenindehandvanmensen

14ToenzonddeHEEREdepestoverIsraël,zodatervan Israëlzeventigduizendmansneuvelden

15ToenzondGodeenengelnaarJeruzalemomdestadte verwoesten.Terwijlhijbezigwasmetverwoesten,zagde HEEREhet,enHijkreegberouwoverhetkwaad,enzei tegendeengeldieverwoestte:Hetisgenoeg,houdnuuw

handterugToenstonddeEngelvandeHEEREbijde dorsvloervanOrnan,deJebusiet.

16ToenDavidzijnogenopsloeg,zaghijdeEngelvande HEEREstaantussendeaardeendehemel,meteen getrokkenzwaardinzijnhanduitgestrektoverJeruzalem. ToenwierpenDavidendeoudstenvanIsraël,diein zakkengekleedwaren,zichophungezicht

17ToenzeiDavidtegenGod:Benikhetnietdieopdracht gafhetvolktetellen?Ikbenhetdiegezondigdhebenveel kwaadgedaanhebMaarwatdezeschapenbetreft,wat hebbenzijgedaan?LaattochUwhand,HEERE,mijnGod, overmijenoverhethuisvanmijnvaderkomen,maarniet overUwvolk,datzijgeslagenzoudenworden.

18ToengebooddeEngelvandeHEEREGadomtegen DavidtezeggendatDavidmoestopgaaneneenaltaarvoor deHEEREmoestoprichtenopdedorsvloervanOrnan,de Jebusiet

19EnDavidgingop,ophetwoordvanGad,dathijinde NaamvandeHEEREgesprokenhad.

20ToenOrnanzichomdraaide,zaghijdeengel,enzijn vierzonendiebijhemwaren,verborgenzichOrnanwas bezigtarwetedorsen.

21ToenDavidbijOrnankwam,keekOrnanomenzag DavidHijkwamvandedorsvloerafenboogzichvoor Davidneer,metzijngezichtnaardegrond.

22ToenzeiDavidtegenOrnan:Stamijdeplaatsvandeze dorsvloertoe,zodatikereenaltaarvoordeHEEREkan bouwen.Umoethetmijvoordevolleprijsgeven,zodatde plaagvanhetvolkwordtweggenomen

23ToenzeiOrnantegenDavid:Neemhetvooru,enlaat mijnheerdekoningdoenwatgoedisinzijnogen.Zie,ik geefuookderunderenvoorbrandoffers,de dorswerktuigenvoorhoutendetarwevoorhetgraanoffer Ikgeefhetallemaal.

24ToenzeikoningDavidtegenOrnan:Nee,ikzalhet zekervoordevolleprijskopenIkzalhetuwenietvoorde HEEREnemenengeenbrandoffersofferenzondereriets voortebetalen

25DaaromgafDavidOrnanvoordieplaatszeshonderd sjekelgoud,naarhetgewicht.

26DavidbouwdedaareenaltaarvoordeHEEREen offerdebrandoffersenvredeoffersOokriephijdeHEERE aan,enHijantwoorddehemuitdehemelmetvuurophet brandofferaltaar

27ToengafdeHEEREdenengelbevel,enhijstakzijn zwaardwederinzijnschede.

28ToenDavidzagdatdeHEERhemopdedorsvloervan Ornan,deJebusiet,hadgeantwoord,offerdehijdaar.

29WantdetabernakelvandeHEERE,dieMozesinde woestijngemaakthad,enhetaltaarvoorhetbrandoffer bevondenzichindietijdopdeofferhoogteteGibeon

30MaarDavidkonnietvoordestaduitgaanomGodte raadplegen,wanthijwasbevreesdvoorhetzwaardvande EngelvandeHEERE

HOOFDSTUK22

1ToenzeiDavid:DitishethuisvandeHEEREGod,en ditishetaltaarvoorhetbrandoffervanIsraël

2ToengafDavidbeveldevreemdelingendieinhetland vanIsraëlwaren,bijeentebrengenOoksteldehij

1Kronieken

steenhouwersaanomstenentehouwenomhethuisvan Godtebouwen.

3EnDavidmaakteeenovervloedaanijzergereedvoorde spijkersaandepoortenenvoordeverbindingen,enkoper inovervloed,zondergewicht.

4Ookcederbomeninovervloed,wantdeSidoniërsende TyrusbrachtenveelcederhoutnaarDavid 5EnDavidzei:MijnzoonSalomoisjongenteer,enhet huisdatvoordeHEERgebouwdzalworden,moet buitengewoonprachtigzijn,vanroemenglorieinalle landenDaaromzalikernuvoorbereidingenvoortreffen ZoheeftDavidzichvóórzijndooduitgebreidvoorbereid 6ToenriephijzijnzoonSalomoengafhemdeopdracht eenhuistebouwenvoordeHEERE,deGodvanIsraël

7ToenzeiDavidtegenSalomo:Mijnzoon,ikhebhetin mijngedachtengehadomvoordeNaamvandeHEERE, mijnGod,eenhuistebouwen

8MaarhetwoordvandeHEEREkwamtotmij:Uhebt veelbloedvergotenengroteoorlogengevoerd.Umag voormijnnaamgeenhuisbouwen,wantuhebtvoormijn ogenveelbloedopdeaardevergoten

9Zie,eenzoonzalugeborenworden,eenmanvanrust,en Ikzalhemrustgevenvanalzijnvijandenrondom;want zijnnaamzalSalomozijn,enIkzalvredeenrustover Israëlgeveninzijndagen.

10Hijzaleenhuisbouwenvoormijnnaam,enhijzalmij toteenzoonzijn,enikzalhemtoteenvaderzijn,enikzal detroonvanzijnkoningschapoverIsraëlvooreeuwig bevestigen

11Nudan,mijnzoon,mogedeHEEREmetjezijnMoge hetjegoedgaanenmogedebouwvanhethuisvande HEERE,jeGod,voorspoedigzijn,zoalsHijoverje gesprokenheeft

12MogedeHEEREuwijsheideninzichtgevenenude leidinggevenoverIsraël,zodatudewetvandeHEERE, uwGod,inachtneemt

13Danzalhetugoedgaan,alsudeinzettingenen bepalingendiedeHEEREaanMozestenaanzienvan Israëlgebodenheeft,nauwgezetnakomtWeessterken moedig,vreesnietenweesnietverschrikt.

14Nu,zie,inmijnbenauwdheidhebikvoorhethuisvan deHEEREhonderdduizendtalentengoudenduizend talentenzilver,koperenijzerzondergewichtgereedgelegd; wanthetiserinovervloedOokhoutensteenhebik gereedgelegd,engijkuntdaaraantoevoegen

15Ookzijnerbijutalrijkewerkliedenaanwezig, steenhouwersenbewerkersvansteenenhout,enallerlei handwerksliedenvoorallerleiwerk.

16Vanhetgoud,hetzilver,hetkoperenhetijzerisergeen getalStadaaromopendoehet,endeHEEREzijmetu 17DavidgafookbevelaanallevorstenvanIsraëlomzijn zoonSalomotehelpen,zeggende:

18IsdeHEERE,uwGod,nietmetu?HeeftHijunietvan allekantenrustgegeven?WantHijheeftdeinwonersvan hetlandinmijnhandovergegeven,zodathetland onderworpenisaandeHEEREenaanzijnvolk 19RichtnuuwhartenuwzieleropdeHEERE,uwGod, tezoekenMaakudaaromgereedenbouwhetheiligdom vandeHEEREGod,omdearkvanhetverbondvande HEEREendeheiligevoorwerpenvanGodtebrengenin hethuisdatgebouwdmoetwordenvoordeNaamvande HEERE

HOOFDSTUK23

1ToenDavidoudenverzadigdwas,maaktehijzijnzoon SalomokoningoverIsraël.

2HijriepalleleidersvanIsraëlbijeen,metinbegripvande priestersendeLevieten

3DeLevietenwerdengeteldvandertigjaarenouder;hun aantalbedroegmanvoormanachtendertigduizend.

4Vierentwintigduizendvanhenwarenverantwoordelijk voorhetwerkinhethuisvandeHEERE,enzesduizend warenambtliedenenrechters

5Ookwarenervierduizendpoortwachters,envierduizend loofdendeHEEREmetdeinstrumentendieikgemaakt had,zeiDavid,omdaarmeeteloven

6EnDavidverdeeldeheningroepenonderdezonenvan Levi:Gerson,KehathenMerari.

7VandeGersonietenwarenLadanenSimeï

8DezonenvanLadaänwaren:hunleiderswarenJehiël, ZethamenJoël,drie.

9DezonenvanSimiwarenSelomit,HaziëlenHaran,drie DitwarendestamhoofdenvanLaän

10DezonenvanSimiwaren:Jachat,Zina,JeüsenBeria. DezevierwarendezonenvanSimi

11JahatwashethoofdenZizadetweedeJeüsenBeria haddenechternietveelzonen;daaromwarenzijinéén telling,naarhunvadersfamilie

12DezonenvanKahath;Amram,Izhar,HebronenUzziël, vier.

13DezonenvanAmramwarenAäronenMozesAäron werdafgezonderd,opdathijdeallerheiligstedingenzou heiligen,hijenzijnzonen,vooreeuwig,omreukwerkte brandenvoorhetaangezichtvandeHEERE,omHemte dieneneninZijnNaamtezegenen,vooreeuwig

14WatMozes,demanGods,betreft,zijnzonenwerden genoemduitdestamLevi

15DezonenvanMozeswarenGersomenEliëzer 16VandezonenvanGersomwasSebuëlhethoofd.

17DezonenvanEliëzerwaren:Rehabjawasdeleider Eliëzerhadgeenanderezonen,maardezonenvanRehabja warenzeertalrijk.

18VandezonenvanJizharwasSelomithethoofd

19VandezonenvanHebronwarenJeriadeeerste,Amarja detweede,JahaziëldederdeenJekameamdevierde.

20VandezonenvanUzziël:MichadeeersteenJesiade tweede

21DezonenvanMerariwaren:MachlienMusi.Dezonen vanMachliwaren:EleazarenKis

22ToenEleazarstierf,hadhijgeenzonen,maarwel dochtersHunbroeders,dezonenvanKis,namenhenmee 23DezonenvanMusiwaren:Machli,EderenJeremot, drie

24DitwarendezonenvanLevi,ingedeeldnaarhun families;dehoofdenvandefamilies,zoalszijingetalen methunnamenwarengeteld,diehetwerkdedenten behoevevandedienstinhethuisvandeHEERE,vanafde leeftijdvantwintigjaar

25WantDavidheeftgezegd:DeHEERE,deGodvan Israel,heeftzijnvolkrustgegeven,zodatzijvooreeuwig inJeruzalemkunnenwonen

26OokaandeLevietengeldt:zijmogendetabernakelen devoorwerpendievoordedienstdaarvanbestemdzijn, nietmeerdragen

27WantvolgensdelaatstewoordenvanDavidwerdende Levietengeteldvantwintigjaarenouder:

28WanthuntaakwasomdezonenvanAärontedienenbij dedienstvanhethuisvandeHEERE,indevoorhovenen indevertrekken,bijdereinigingvanalleheiligedingenen bijhetwerkindedienstvanhethuisvanGod

29Zowelvoordetoonbrodenalsvoorhetfijnmeelvoor hetgraanoffer,envoordeongezuurdebroden,envoorhet indepangebakkenenvoorhetgebakken,envooralle soortenmatenenafmetingen;

30EnomelkemorgentestaanomdeHEEREtedankenen teloven,enevenzo'savonds;

31EnomallebrandoffersaandeHEEREteofferenopde sabbatten,opdenieuwemaanenopdevastgestelde feestdagen,ingetal,overeenkomstigdeordediehun gebodenwas,voortdurendvoorhetaangezichtvande HEERE

32Zijmoestendedienstwaarnemenvandetentder samenkomstenvandeheiligeplaats,envandezonenvan Aäron,hunbroeders,indedienstvanhethuisvande HEERE

HOOFDSTUK24

1DitzijndeafdelingenvandezonenvanAäron:dezonen vanAäronwaren:NadabenAbihu,EleazarenItamar 2NadabenAbihustiervenechtervóórhunvader,en haddengeenkinderen.DaaromsteldenEleazarenItamar hetpriesterambtin

3EnDavidverdeeldehen,zowelZadokvande EleazarietenalsAchimelechvandeItamarieten, overeenkomstighunambtstermijneninhundienst 4Enerwerdenmeerleidersgevondenonderdezonenvan EleazardanonderdezonenvanItamar;enalduswerdenzij verdeeld:OnderdezonenvanEleazarwarenerzestien leidersvanhunfamilies,enachtonderdezonenvanItamar, naarhunfamilies.

5Alduswerdenzijdoorhetlotverdeeld,deenegroep onderdeandereWantdebestuurdersvanhetheiligdomen debestuurdersvanhethuisvanGodwarenafkomstiguit dezonenvanEleazarendezonenvanItamar

6EnSemaja,dezoonvanNethaneël,deschrijver,eenvan deLevieten,schreefzeopvoordekoning,devorsten,de priesterZadok,Achimelech,dezoonvanAbjathar,envoor dehoofdenvandefamiliesvandepriestersendeLevieten EénhoofdfamiliewerdvoorEleazarenéénhoofdfamilie voorItamargekozen

7HeteerstelotvielopJojarib,hettweedeopJedaja, 8DederdenaarHarim,devierdenaarSeorim, 9DevijfdevoorMalchia,dezesdevoorMijamin, 10DezevendevoorHakkoz,deachtstevoorAbia, 11DenegendevoorJesua,detiendevoorSechanja, 12DeelfdevoorEljasib,detwaalfdevoorJakim, 13DedertiendevoorHuppa,deveertiendevoorJesebeab, 14DevijftiendevoorBilga,dezestiendevoorImmer, 15DezeventiendeaanHezir,deachttiendeaanAphses, 16DenegentiendevoorPetahja,detwintigstevoor Ihezekel,

17DeeenentwintigsteaanJachin,detweeentwintigsteaan Gamul, 18DedrieentwintigstevoorDelaja,devierentwintigste voorMaäzja

19Ditwarenhunvoorschriftenvoorhundienstinhethuis vandeHEERE,overeenkomstigdewijzewaaropzijzich onderhunvaderAärondienden,zoalsdeHEERE,deGod vanIsraël,hemgebodenhad.

20DeoverigezonenvanLeviwaren:vandezonenvan Amram:Subaël;vandezonenvanSubaël:Jechdeja

21WatRehabjabetreft:vandezonenvanRehabjawas Jissiadeeerste.

22VandeJizharieten:Selomot;vandezonenvanSelomot: Jahath

23DezonenvanHebronwaren:Jeriadeeerste,Amarjade tweede,Jahaziëldederde,Jekameamdevierde

24VandezonenvanUzziël:Micha;vandezonenvan Micha:Samir

25DebroervanMichawasJissia;vandezonenvanJissia wasZacharia.

26DezonenvanMerariwarenMachlienMusi;dezonen vanJaazjawarenBeno

27DezonenvanMerarienJaazjawaren:Beno,Soham, ZakkurenIbri

28VanMahliwasEleazardezoon,maarhijhadgeen zonen.

29WatKisbetreft:dezoonvanKiswasJerahmeël

30DezonenvanMusiwarenMachli,EderenJerimoth DitwarendezonenvandeLevieten,naarhunfamilies.

31Ookzijwierpenhetlottegenhunbroeders,dezonen vanAäron,indetegenwoordigheidvankoningDavid, Sadok,Achimelechendehoofdenvandepriestersende Levieten,devoornaamstevaderentegenoverhunjongere broeders

HOOFDSTUK25

1OoksteldenDavidendeoverstenvanhetlegerzichaf voordedienstvandezonenvanAsaf,HemanenJeduthun, diemoestenprofeterenmetharpen,luitenencimbalenHet aantalwerkliedenwas,overeenkomstighundienst,als volgt:

2VandezonenvanAsaf:Zakkur,Jozef,Netanjaen Asarela,dezonenvanAsaf,onderleidingvanAsaf,die profeteerdeovereenkomstighetbevelvandekoning

3VanJeduthun:dezonenvanJeduthunwarenGedalja, Zeri,Jesaja,HasabjaenMattithja,zes,onderleidingvan hunvaderJeduthun,dieprofeteerdemetdeharpomde HEEREtelovenenteloven

4VanHeman:dezonenvanHeman;Bukkia,Mattanja, Uzziël,SebuëlenJerimoth,Chananja,Hanani,Eliatha, GiddaltienRomamtiezer,Josbekas,Mallothi,Hothiren Mahazioth:

5DitwarenallendezonenvanHeman,dezienervande koning,diedewoordenvanGodhadgehoordendehoorn hadopgeheven.EnGodgafHemanveertienzonenendrie dochters

6Zijstondenallenonderleidingvanhunvaderinvoorde zanginhethuisvandeHEERE,metcimbalen,luitenen harpen,voordedienstinhethuisvanGod,overeenkomstig hetbevelvandekoningaanAsaf,JeduthunenHeman.

7Hetaantalvanhen,metinbegripvanhunbroedersdie onderwezenwarenindeliederenvandeHEERE,alle bekwamemensen,wastweehonderdachtentachtig.

8Enzijwierpenhetlot,wijktegenwijk,zoweldekleine alsdegrote,deleraaralsdegeleerde

9HeteerstelotvielvoorAsafopJozef;hettweedeop Gedalja,diemetzijnbroersenzonentwaalfmaningetal had

10DederdewasZakkur;hij,zijnzonenenzijnbroers warentwaalf.

11DevierdewasJizri,hij,zijnzonenenzijnbroers;hij warentwaalfman

12DevijfdewasNetanja;hij,zijnzonenenzijnbroers warentwaalf

13DezesdewasBukkia,hij,zijnzonenenzijnbroers;hij wastwaalfman

14DezevendewasJesjarela;hij,zijnzonenenzijnbroers warentwaalf.

15DeachtstewasJesaja;hij,zijnzonenenzijnbroers warentwaalf

16DenegendewasMattanja;hij,zijnzonenenzijnbroers warentwaalf

17DetiendewasSimeï;hij,zijnzonenenzijnbroers warentwaalf.

18DeelfdewasAzareel;hij,zijnzonenenzijnbroers warentwaalf

19DetwaalfdewasHasabja;hij,zijnzonenenzijnbroers warentwaalf

20DedertiendewasSubaël;hij,zijnzonenenzijnbroers warentwaalf.

21DeveertiendewasMattithja;hij,zijnzonenenzijn broerswarentwaalf

22DevijftiendewasJeremoth;hij,zijnzonenenzijn broerswarentwaalf

23DezestiendewasHananja;hij,zijnzonenenzijnbroers warentwaalf.

24DezeventiendewasJosbekasa;hij,zijnzonenenzijn broerswarentwaalf

25DeachttiendewasHanani;hij,zijnzonenenzijnbroers warentwaalf

26DenegentiendewasMallothi;hij,zijnzonenenzijn broerswarentwaalf.

27DetwintigstewasEliatha;hij,zijnzonenenzijnbroers warentwaalf

28DeeenentwintigstenaarHothir,hij,zijnzonenenzijn broeders,warentwaalf

29DetweeëntwintigstevanGiddalti,hij,zijnzonenenzijn broers,warentwaalf.

30DedrieëntwintigstevanMahazioth,hij,zijnzonenen zijnbroers,warentwaalf

31DevierentwintigstezoonvanRomamtiezer,hij,zijn zonenenzijnbroers,warentwaalf

HOOFDSTUK26

1Watdeafdelingenvandepoortwachtersbetreft:vande KorachietenwasMeselemja,dezoonvanKore,eenvande zonenvanAsaf

2EndezonenvanMeselemjawaren:Zecharjade eerstgeborene,Jediaëldetweede,Zebadjadederde, Jathniëldevierde, 3Elamwasdevijfde,JohanandezesdeenEljoënaide zevende

4DezonenvanObed-edomwaren:Semajade eerstgeborene,Jozabaddetweede,Joahdederde,Sakarde vierde,Nethaneeldevijfde,

5Ammiëlwasdezesde,Issachardezevende,Peulthaide achtste,wantGodzegendehem.

6OokaanzijnzoonSemajawerdenzonengeboren,die overhethuisvanhunvaderheersten;zijwarenheldenen dapperemannen.

7DezonenvanSemajawaren:Otni,Refaël,Obed, Elzabad,ElihuenSemaja,wiensbroederssterkemannen waren.

8DezeallenwarenafkomstigvanObed-Edom,zij,hun zonenenhunbroeders,mannendiesterkgenoegwaren voordestrijdHetwarenerzeventigvanObed-Edom 9Meselemjahadachttienzonenenbroers,sterkemannen 10OokHosa,uitdenakomelingenvanMerari,hadzonen: Simriwashethoofd;hoewelhijnietdeeerstgeborenewas, hadzijnvaderhemtochtothoofdaangesteld

11Hilkiawasdetweede,Tebaljadederde,Zachariade vierdeAldezonenenbroedersvanHosawarendertien 12Onderhenwarendeafdelingenvandepoortwachters, verdeeldonderdeleiders,diedeafdelingenonderling verdeeldenomdiensttedoeninhethuisvandeHEERE 13Enzijwierpenhetlot,zoweldekleinenalsdegroten, naardefamiliesvanhunvaderen,overelkepoort.

14HetlotvieloostwaartsopSelemjaToenwierpenzehet lotoverzijnzoonZacharia,eenwijsraadsman,enzijnlot vielnoordwaarts.

15NaarObed-edom,zuidwaarts;ennaarzijnzonenhet huisvanAsupim

16VoorSuppimenHosaliephetlotwestwaarts,metde poortSallechet,langsdeopgaandeweg,zijaanzij

17RichtinghetoostenwarenerzesLevieten,richtinghet noordenvieropeendag,richtinghetzuidenvieropeen dag,enrichtingAsupimtweeaantwee

18BijParbarwestwaarts,vierbijdeverbindingswegen tweebijParbar.

19Ditzijndeafdelingenvandepoortwachtersonderde nakomelingenvanKoreenMerari

20EnvandeLevietenwasAhiabelastmethetbeheervan deschattenvanhethuisvanGodenvandeschattenvan hetgewijde

21WatdezonenvanLaadanbetreft,dezonenvande GersonietLaadan,destamhoofdenvandeGersonieten, warenJehieli

22DezonenvanJehieliwarenZethamenzijnbroerJoël, dieoverdeschattenvanhethuisvandeHEEREgingen 23VandeAmramieten,deJizharieten,deHebronietenen deUzziëlieten:

24EnSebuël,dezoonvanGersom,dezoonvanMozes, wasdeopzichteroverdeschatten.

25EnzijnbroedersbijEliëzer:zijnzoonRechabja,zijn zoonJesaja,zijnzoonJoram,zijnzoonZichrienzijnzoon Selomit

26Selomitenzijnbroederswarenverantwoordelijkvooral deschattenvandegewijdegoederen,diekoningDavid,de hoofdmannenvandefamilies,dehoofdmannenover duizendenoverhonderd,endehoofdmannenvanhetleger, haddengewijd

27Vandebuitdiezeindestrijdhaddengewonnen, gebruiktenzehetvoorhetonderhoudvanhethuisvande HEERE

28EnalleswatdezienerSamuel,Saul,dezoonvanKis, Abner,dezoonvanNer,enJoab,dezoonvanZeruja,

1Kronieken

haddengeheiligd;eniederdieietsgeheiligdhad,deeddat onderdehandvanSelomitenzijnbroeders.

29VandeJisharietenwarenChenanjaenzijnzonen verantwoordelijkvoordebuitendienstvanIsraël:zewaren ambtenarenenrechters.

30EnvandeHebronietenwarenerduizendzevenhonderd, Hasabjaenzijnbroeders,dapperemannen,diealsleiders voorIsraëlfungeerdenaandezezijdevandeJordaan, westwaarts,inallezakenvandeHEEREenindedienst vandekoning

31OnderdeHebronietenwasJeriadeleider,destamvader vandeHebronieten,naardegeslachtenvanzijnvoorouders InhetveertigstejaarvanDavidsregeringwerdernaarhen gezocht,enerwerdendapperemannenonderhen gevondeninJazerinGilead

32Zijnbroederswarendapperemannen;erwaren tweeduizendzevenhonderdstamhoofdenKoningDavid hadhenaangesteldalsleidersoverdeRubenieten,de GadietenendehalvestamManasse,voorallezakendie betrekkinghaddenopGodendezakenvandekoning

HOOFDSTUK27

1DeIsraëlietenwareningetal:dehoofdmannenvande vaderen,dehoofdmannenoverduizendenoverhonderd, enhunbeambtendiedekoningdiendeninalle aangelegenhedenvandeafdelingen,dievanmaandtot maandin-enuitgingen,gedurendeallemaandenvanhet jaarVanelkeafdelingwarenervierentwintigduizend

2Overdeeersteafdeling,voordeeerstemaand,ging Jasobam,dezoonvanZabdiël;inzijnafdelingwaren vierentwintigduizendman

3EenvandezonenvanPerezwasdeleidervanalle legeroverstenvoordeeerstemaand.

4IndetweedemaandwasDodai,deAhohiet,aandebeurt; overzijnafdelinghadMiklothdeleidingInzijnafdeling warenereveneensvierentwintigduizend.

5Dederdelegeroverste,voordederdemaand,wasBenaja, dezoonvanJojada,dehogepriesterTotzijnafdeling behoordenvierentwintigduizendman.

6DitisBenaja,diemachtigwasonderdedertig,enboven dedertigEninzijnafdelingwaszijnzoonAmmizabad

7Devierdehoofdman,indevierdemaand,wasAsaël,de broervanJoab,ennahemzijnzoonZebadjaTotzijn afdelingbehoordenvierentwintigduizendman

8Devijfdeleider,voordevijfdemaand,wasSamhuth,de JizrahietTotzijnafdelingbehoordenvierentwintigduizend man.

9Dezesdeaanvoerder,indezesdemaand,wasIra,de zoonvanIkkes,deTekoiet;totzijnafdelingbehoorden vierentwintigduizendman

10Dezevendehoofdman,voordezevendemaand,was Helez,dePeloniet,uitdenakomelingenvanEfraïmTot zijnafdelingbehoordenvierentwintigduizendman

11Deachtstehoofdman,voordeachtstemaand,was Sibbechai,deHusathiet,uitdeZerahietenTotzijnafdeling behoordenvierentwintigduizendman.

12Denegendehoofdman,voordenegendemaand,was Abiëzer,deAnetothiet,uitdestamBenjaminTotzijn afdelingbehoordenvierentwintigduizendman.

13Detiendehoofdman,voordetiendemaand,was Maharai,deNetofathiet,vandeZerahieten.Totzijn afdelingbehoordenvierentwintigduizendman

14Deelfdelegeraanvoerder,voordeelfdemaand,was Benaja,dePirathoniet,uitdenakomelingenvanEfraïm. Totzijnafdelingbehoordenvierentwintigduizendman

15Detwaalfdehoofdman,voordetwaalfdemaand,was Heldai,deNetofathiet,uitOthniël.Totzijnafdeling behoordenvierentwintigduizendman

16OverdestammenvanIsraëlwarendevolgende aangestelden:vandeRubenietenwasEliëzer,dezoonvan Zichri,deleider;vandeSimeonietenwasSefatja,dezoon vanMaächa;

17VandeLevieten:Hasabja,dezoonvanKemuël;vande Aäronieten:Zadok; 18VanJuda:Elihu,eenvandebroersvanDavid;van Issachar:Omri,dezoonvanMichaël; 19VanZebulonwasJesmaja,dezoonvanObadja,envan NaftaliJerimoth,dezoonvanAzriël:

20VandekinderenvanEfraïm:Hosea,dezoonvan Azazja;vandehalvestamManasse:Joël,dezoonvan Pedaja;

21VandehalvestamManasseinGilead:Iddo,dezoon vanZacharia;vanBenjamin:Jaäsiël,dezoonvanAbner; 22VanDankwamAzareël,dezoonvanJeroham.Dit warendeleidersvandestammenvanIsraël

23MaarDavidteldehetaantalmannennietvantwintig jaarenjonger,wantdeHEERhadgezegddatHijIsraëlzo talrijkzoumakenalsdesterrenaandehemel

24Joab,dezoonvanZeruja,begonmetdetelling,maarhij maaktehetnietaf,omdaterwoedetegenIsraëlontbrandde. Ookwerdhetaantalnietopgenomenindekroniekenvan koningDavid

25OverdeschattenvandekoningwasAzmaveth,dezoon vanAdiël;overdevoorraadschurenophetland,inde steden,indedorpenenindeburggenwasJonathan,de zoonvanUzzia.

26Enoverdegenendiehetwerkophetvelddeden,het bewerkenvandegrond,wasEzri,dezoonvanKelub

27OverdewijngaardengingSimeï,deRamathiet;overde opbrengstvandewijngaardenvoordewijnkeldersging Zabdi,deSefmiet;

28Overdeolijfbomenendewildevijgenbomeninde laagvlaktengingBaäl-Hanan,deGederiet,enoverde oliekeldersgingJoas

29OverdekuddendieinSaronweidden,wasSitrai,de Saroniet,enoverdekuddendieindedalenwaren,was Safat,dezoonvanAdlai.

30OverdekamelenwasObil,deIsmaëliet,enoverde ezelswasJechdeja,deMeronothiet

31OverhetkleinveegingJaziz,deHagrietZijwarenallen deleidersvanhetlandgoeddataankoningDavid toebehoorde

32OokJonathan,deoomvanDavid,waseenraadsman, eenwijsmaneneenschrijverJehiël,dezoonvan Hakmoni,wasbijdezonenvandekoning

33EnAchitofelwasderaadgevervandekoning,enHusai, deArchiet,wasdemetgezelvandekoning

34NaAchitofelkwamenJojada,dezoonvanBenaja,en Abjathar;debevelhebbervanhetlegervandekoningwas Joab

HOOFDSTUK28

1ToenriepDavidallevorstenvanIsraëlbijeen,devorsten vandestammen,dehoofdmannenvandegroependiede koningdienden,dehoofdmannenoverduizendende hoofdmannenoverhonderd,endebeheerdersoveralhet bezitendebezittingenvandekoningenzijnzonen,metde hovelingen,deheldenenalledapperemannen,te Jeruzalem

2ToenstondkoningDavidopenzei:Luisternaarmij, mijnbroedersenmijnvolk!Ikhadhetinmijnhartomeen huisvanrusttebouwenvoordearkvanhetverbondvande HEEREenvoordevoetbankvanonzeGod,enikhadalles gereedgemaaktvoordebouw

3MaarGodzeitegenmij:Jemagvoormijnnaamgeen huisbouwen,wantjebenteenkrijgsmangeweestenhebt bloedvergoten

4MaardeHEERE,deGodvanIsraël,heeftmijvoorhet gehelehuisvanmijnvaderverkozenomkoningoverIsraël tezijnvooreeuwigHijheeftJudanamelijktotleider verkozen,enookuithethuisvanJuda,hethuisvanmijn vader.UitdezonenvanmijnvaderheeftHijmijverkozen ommijtotkoningtemakenoverheelIsraël

5Enuitalmijnzonen–wantdeHEEREheeftmijvele zonengegeven–heeftHijmijnzoonSalomoverkozenom tezittenopdetroonvanhetkoninkrijkvandeHEERE overIsraël

6EnHijzeidetotmij:UwzoonSalomo,diezalmijnhuis enmijnvoorhovenbouwen,wantIkhebhemtotmijnzoon verkozen,enIkzalhemtoteenvaderzijn

7Ikzalzijnkoningschapvooreeuwigbevestigen,alshij mijngebodenenbepalingentrouwblijft,zoalshijdatnu ookdoet

8Nudan,voordeogenvanheelIsraël,devergaderingvan deHEERE,envoorhetgehoorvanonzeGod,moetuzich houdenaanallegebodenvandeHEERE,uwGod,enmoet uernaarzoeken.Danzultuditgoedelandinbezitnemen enhetalseenerfelijkbezitvooruwkinderennau achterlaten,vooreeuwig

9Enjij,mijnzoonSalomo,kendeGodvanjevaderen dienHemmeteenvolkomenharteneenbereidwillig gemoedWantdeHEEREdoorzoektallehartenenbegrijpt aldegedachtendiemensenbedenken.AlsjeHemzoekt, zalHijdoorjegevondenworden,maaralsjeHemverlaat, zalHijjevooreeuwigverstoten

10Letnuop,wantdeHEEREheeftuverkorenomeen huisvoorhetheiligdomtebouwen;weessterkendoehet

11ToengafDavidaanzijnzoonSalomohetmodelvande voorhal,dehuizenervan,deschatkamerservan,de bovenkamerservan,debinnenkamerservanendeplaats vanhetverzoendeksel,

12EnhetmodelvanalleswathijdoordeGeesthad,van devoorhovenvanhethuisvandeHEERE,envanalle kamersrondom,vandeschatkamersvanhethuisvanGod, envandeschatkamersvandegeheiligdedingen:

13OokvoordeafdelingenvandepriestersendeLevieten, vooralhetwerkmetbetrekkingtotdedienstinhethuis vandeHEERE,envooralhetgereedschapvoordedienst inhethuisvandeHEERE

14Hijgafhetgewichtvanhetgoudvoorallegouden voorwerpen,voorallevoorwerpenvoorallerleidienst;ook

hetzilvervoorallezilverenvoorwerpen,vooralle voorwerpenvoorallerleidienst.

15Hetgewichtvoordegoudenkandelaarsendegouden lampendiedaarbijhoren,ishetgewichtvoorelke kandelaarenvoordebijbehorendelampen;envoorde zilverenkandelaarsishetgewichtvoordekandelaarende bijbehorendelampen,overeenkomstighetgebruikvanelke kandelaar.

16Enhijgafhetgewichtvanhetgoudvoordetafelsder toonbroden,voorelketafel,enevenzohetzilvervoorde zilverentafels

17Ookvoordevleeshaken,deschalenendebekers betaaldehijzuivergoud;envoordegoudenbekkens betaaldehijhetgewichtvangoudperbekken,eneveneens hetgewichtvanzilverperbekken

18Envoorhetreukaltaarwasgelouterdgoud,naarhet gewicht;engoudvoorhetmodelvandewagendercherubs, diehunvleugelshaddenuitgespreidendearkvanhet verbonddesHEERENbedekten.

19Ditalles,zeiDavid,heeftdeHEEREmijineen geschriftuitgelegd,doordehanddieHijaanmijgaf,alle uitvoeringenvanditontwerp.

20ToenzeiDavidtegenzijnzoonSalomo:Weessterken moedigendoehetWeesnietbangenweesnietontsteld, wantdeHEERE,God,mijnGod,zalmetjezijn.Hijzalje nietbegevenenjenietverlaten,totdatjealhetwerkvoor dedienstvanhethuisvandeHEEREvoltooidhebt

21Enzie,deafdelingenderpriestersenderLevieten zullenmetuzijnvooralledienstvanhethuisGods;en voorallerleiwerkzalermetuzijn,iedergewilligen bekwameman,voorallerleidienst;ookdevorstenenheel hetvolkzullengeheelaanuwbevelonderworpenzijn

HOOFDSTUK29

1VerderzeikoningDavidtotdehelevergadering:Mijn zoonSalomo,diealleendoorGodisuitverkoren,isnog jongenteer,enhetwerkisgrootWanthetpaleisisniet vooreenmens,maarvoordeHEEREGod

2IkhebmetalmijnkrachtvoorhethuisvanmijnGodhet goudgereedgemaaktvoordegoudenvoorwerpen,het zilvervoordezilverenvoorwerpen,hetkopervoorde koperenvoorwerpen,hetijzervoordeijzerenvoorwerpen enhethoutvoordehoutenvoorwerpen;onyxstenenen edelstenenomintezetten,glinsterendesteneninallerlei kleuren,enallerleiedelstenen,enmarmerstenenin overvloed

3Bovendien,omdatikmijnhartgesteldhebophethuis vanmijnGod,hebikvanmijneigenbezit,goudenzilver, datikaanhethuisvanmijnGodhebgegeven,bovenop alleswatikvoorhetheiligehuishebvoorbereid, 4Drieduizendtalentengoud,goudvanOfir,en zevenduizendtalentengelouterdzilver,omdewandenvan dehuizenteovertrekken

5Hetgoudvoordedingenvangoud,enhetzilvervoorde dingenvanzilver,envoorallerleiwerkdatdoordehanden vanambachtsliedenwordtgemaakt.Enwieiserdanbereid omvandaagzijndienstaandeHEEREtewijden?

6Toenbodendehoofdendervaderenendevorstender stammenvanIsraël,deoverstenderduizendenender honderden,endeoverstenvanhetwerkdeskonings,zich vrijwilligaan,

7EnhijgafvoordedienstvanhethuisvanGod vijfduizendtalentengoudentienduizenddram,tienduizend talentenzilver,achttienduizendtalentenkoperen honderdduizendtalentenijzer.

8Endegenenbijwieedelstenengevondenwerden,gaven diedoordehandvanJehiël,deGersoniet,aandeschatvan hethuisvandeHEERE

9Toenverheugdehetvolkzich,omdatzijgewilliggaven, wantzijgavenmeteenvolkomentoegewijdhartgewillig aandeHEEREOokkoningDavidverheugdezichmet grotevreugde

10ToenpreesDaviddeHEEREintegenwoordigheidvan degehelevergadering,enDavidzeide:GeprezenzijtGij, HEERE,GodvanonzevaderIsraël,vaneeuwigheidtotin eeuwigheid

11VanU,HEER,isdegrootheidendekracht,de heerlijkheid,deoverwinningendemajesteit,wantalles watindehemelenopdeaardeis,behoortUtoeVanUis hetkoningschap,HEER,enUbentalsHoofdbovenalles verheven

12RijkdomeneerkomenvanU,enUheerstoverallesIn Uwhandiskrachtensterkte,enhetisUwmachtomeen iedergrootensterktemaken

13Nudan,onzeGod,dankenwijUenprijzenwijuw heerlijkenaam.

14Maarwiebenik,enwatismijnvolk,datwijzo vrijwilligzoietskunnengeven?Wantalleskomtvanu,en uituzelfhebbenwijhetugegeven.

15Wantwijzijnvreemdelingenenbijwonersvooruw aangezicht,zoalsalonzevaderen;onzedagenopaardezijn alseenschaduw,enerisniemanddieblijft.

16HEERE,onzeGod,aldezeschatdiewijhebben gereedgemaaktomvoorUwheiligeNaameenhuiste bouwen,isuitUwhandgekomenenisgeheelUw eigendom

17Ikweetook,mijnGod,datGijhethartbeproefteneen welbehagenhebtinoprechtheid.Watmijbetreft,inde oprechtheidvanmijnharthebikaldezedingenvrijwillig geofferd;ennuhebikmetvreugdegeziendatUwvolk,dat hieraanwezigis,Uvrijwilligofferde.

18HEERE,GodvanAbraham,IzakenIsraël,onze vaderen,houdditvooreeuwiginhethartvanuwvolk,en richthunhartopU.

19GeefmijnzoonSalomoeenvolkomentoegewijdhart, zodathijuwgeboden,uwgetuigenissenenuwinzettingen inachtneemtenaldezedingendoet,endetempelbouwt, waartoeikbeslotenheb

20ToenzeiDavidtegendehelevergadering:'Loofnude HEER,uwGod'EndehelevergaderingpreesdeHEER, deGodvanhunvoorouders,enbooghethoofdenboog zichneervoordeHEERendekoning

21EnzijofferdenslachtoffersaandeHEERE,enbrachten brandoffersaandeHEERE,dedagnadiedag:duizend stieren,duizendrammenenduizendlammeren,metde bijbehorendeplengoffers;enslachtoffersinovervloedvoor gansIsraël

22Enzijatenendronkendiedagvoorhetaangezichtvan deHEERE,metgrotevreugdeEnzijmaaktenSalomo,de zoonvanDavid,voordetweedekeertotkoningenzalfden hemvoordeHEEREtotstadhouder,enZadoktotpriester.

23ToenzatSalomoopdetroonvandeHEEREalskoning indeplaatsvanzijnvaderDavid,enhijwasvoorspoedig, enheelIsraëlgehoorzaamdehem

24Enallevorstenenhelden,enookallezonenvankoning David,onderwierpenzichaankoningSalomo.

25EndeHEEREmaakteSalomozeergrootvoordeogen vangeheelIsraël,enHijverleendehemeenkoninklijke majesteit,zoalsgeenenkelekoninginIsraëlvóórhem gehadhad

26ZoregeerdeDavid,dezoonvanIsaï,overheelIsraël 27DetijddathijoverIsraëlregeerde,wasveertigjaar; zevenjaarregeerdehijinHebronendrieëndertigjaar regeerdehijinJeruzalem.

28Hijstierfinhogeouderdom,verzadigdvandagen, rijkdomeneerEnzijnzoonSalomowerdkoninginzijn plaats.

29DegeschiedenisvankoningDavid,vanbegintoteind, zie,dieisbeschreveninhetboekvandezienerSamuel,in hetboekvandeprofeetNathaneninhetboekvande zienerGad

30Metheelzijnheerschappijenzijnmacht,endetijden dievoorbijgingenoverhem,overIsraëlenoveralle koninkrijkenderlanden

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.