
20 minute read
Dankwoord
Dankwoord door Jean-Jacques Amy
Toen voorzitter van het Humanistisch Verbond Mario Van Essche mij een zestal maanden terug op een avond telefoneerde, dacht ik eerst dat hij mij wou informeren over een nieuwe wending in de lijdensweg van dr. Ahmadreza Djalali in het Iraanse gevangeniswezen. Ik was totaal verrast toen Mario mij zei dat de jury van de Prijs Vrijzinnig Humanisme voor 2021 mij unaniem als laureaat had aangeduid. Rekening houdend met mijn hoge leeftijd dacht ik al jaren dat ik niet meer in aanmerking kwam voor deze onderscheiding. Ik was gedurende enkele seconden met verstomming geslagen. Dan dacht ik heel snel: (i) Het is een eerbetoon nóg belangrijker dan het ridderschap tot hetwelk ik verheven werd in de ‘Confrérie des Chevaliers de la Chantepleure’ van de wijnen van Vouvray; (ii) Waarom niet? (iii) Dus ja! En die aanvaarding leidde tot de verplichting om deze aanvaardingsrede te redigeren.
Advertisement
Ik ben zeer gevoelig aan de erkenning die mij te beurt valt en weet niet hoe ik hiervoor mijn dankbaarheid kan uitdrukken. Maar nog een ander plezier werd mij gegund. Ik vernam namelijk dat mevrouw Leona Detiège de laudatio zou uitspreken. Wij kennen elkaar sinds vier decennia. Ik volgde van zeer dichtbij de initiatieven waarvan zij het boegbeeld was in de Kamer van Volksvertegenwoordigers om een volledige depenalisering van abortus te bewerkstelligen en enkele jaren later om een tijdelijke opschorting van de vervolgingen te bekomen met het oog op, binnen dat tijdsbestek, het Parlement de kans te geven om de abortuswet aan te passen. Maar haar wetsvoorstel d.d. 1978 werd in plenaire zitting niet besproken, en haar voorstel tot opschorting werd, wegens beschamende politieke manoeuvres van tegenstanders, verworpen. Telkens ik als betichte voor de Brusselse correctionele rechtbank of het Hof van Beroep moest verschijnen, kwam mevrouw Detiège, wel voor het
begin van de zitting, speciaal om mij moed in te boezemen. Op dat vroege uur was het gigantische gebouw ontworpen door ‘schieven architek’ Joseph Poelaert (1817-1879) nog verlaten en daarom nog indrukwekkender. De aanmoediging werkte bij mij in als een bolus adrenaline en hielp mij in mijn verweer tegen de aantijgingen van de vertegenwoordiger van het Openbare Ministerie en van de zittende magistraten. Ik dank haar nogmaals van ganser harte daarvoor. Ik heb een mooie herinnering aan de warme ontvangst die mevrouw Detiège, als burgemeester van ‘t Stad, verzekerde aan een groep Vlaamse gynaecologen waartoe ik behoorde, bij een bezoek aan het Antwerpse stadhuis. Ik waardeer bovendien de duidelijke taal van mevrouw Detiège. Tussen 1995 en 1998 had ik een behoorlijk kwade brief gericht aan minister van Interieur Johan Vande Lanotte omwille van een beslissing die betrekking had op het gesloten centrum voor vreemdelingen in Steenokkerzeel. Ik had kopij van dit schrijven aan mevrouw Detiège laten geworden en zij reageerde. Zij was not amused en liet het mij duidelijk verstaan. Ik hou van mensen zoals zij: uit één stuk gemaakt.
LEZING OP EEN CONGRES IN HET LAND VAN VIKTOR ORBÁN Op 12 mei 2018 hield ik de keynote lecture op de laatste dag van het 15de congres van de European Society of Contraception and Reproductive Health, dat in Boedapest plaats vond. Het onderwerp dat mij door het wetenschappelijk comité werd opgelegd, was ‘The history of contraception’ – een thema dat uiteraard niet op de dertig mij toegekende minuten exhaustief kon worden besproken. Maar ik had nog een tweede motivatie om titel en inhoud van mijn lezing te willen wijzigen. Ik wou namelijk op een beschaafde, maar voor eenieder vatbare wijze mijn afkeer voor het vigerende regime in Hongarije laten blijken. Afkeer voor premier Viktor Orbán, zijn partij Fidesz, zijn autoritaire regeerstijl, de beperkingen van de macht van het Hooggerechtshof die hij had ingevoerd, zijn bemoeienis met de benoeming van magistraten, de vier meter hoge en 175 kilometer lange omheining die hij langs de Servisch-Hongaarse grens liet bouwen om alle toestroom van migranten naar Hongarije stop te zetten en, last but not least, de dreigende sluiting van de door George Soros gefinancierde, kwalitatief zeer hoogstaande Central European University.
De eerste slide van mijn powerpointpresentatie vermeldde wat ik wel zou behandelen: ‘A different history … of birth control’. Ik leidde de lezing in door te stellen dat vooruitgang in dit domein slechts werd verkregen door hardnekkige strijden gevochten door idealisten. Ik sprak over: • Richard Carlile (1790-1843), een Engelse vrijdenker en onvermoeibare militant voor de vrijheid van meningsuiting, de afschaffing van het koningschap, het invoeren van seculier onderwijs en gelijkerwijze opvoeding, de belevenis van seksueel genot en de toepassing van geboorteregeling. Carlile werd bij herhaling vervolgd en bracht negen jaar en vier maanden door in de gevangenis omdat hij – in overeenstemming met zijn overtuiging – het imbeciele verbodene opgelegd door kleinburgerlijke morele richtlijnen had getrotseerd. • Charles Knowlton (1800-1850), die in 1832, in de Verenigde Staten, wegens het publiceren van een pamflet handelend over de toen gekende methodes van anticonceptie, drie maanden in de gevangenis doorbracht en zwaar beboet werd.

Jean-Jacques Amy maart 2010 MOVUB symposium
• Annie Besant (1847-1933) en Charles Bradlaugh (1833-1891), twee Britse vrijdenkers, voorvechters van de vrijheid van de pers en andere geschriften, die Knowltons pamflet na bijwerking hadden heruitgebracht en voor een miniem bedrag verkocht, en die daarvoor in juni 1877 voor de rechtbank gedagvaard werden. Beide betichten weigerden om hun actie te staken. Zij werden veroordeeld tot zes maanden gevangenis, een boete van £ 200 en het storten van £ 500 als borgsom om het verbod op de heruitgave van het werk gedurende twee jaar te bestendigen. Het vonnis werd echter nietig verklaard omwille van een procedurele fout. De ophefmakende rechtszaak was een keerpunt in de verspreiding van informatie met betrekking tot anticonceptiva en droeg bij tot een daling van het geboortecijfer in het Verenigd Koninkrijk. • Henry Morgentaler (1923-2013), een in Polen geboren Jood, werd op zeer jonge leeftijd door de nazi’s opgesloten in het getto in Łódź en later in de uitroeiingskampen in Auschwitz en Dachau. Bij zijn bevrijding woog hij nog 32 kilogram. Hij had al zijn naasten verloren: zijn vader, vermoord door de Gestapo in
Łódź; zijn moeder, in Auschwitz; zijn zuster, in Treblinka. In 1947 was Morgentaler tot in Brussel geraakt, waar hij aan de Faculteit
Geneeskunde van de ULB studeerde. Maar noch als vluchteling, noch als slachtoffer van het nazisme kon hij zich beroepen op een wettelijk statuut en in 1950 weken hij en zijn echtgenote Chava uit naar Canada. Hij werd in dat land een van de eerste artsen die vasectomieën verrichtte, spiraaltjes plaatste en orale anticonceptiva voorschreef – óók aan ongehuwde vrouwen. In 1967 verkondigde hij
publiekelijk dat vrouwen het recht moesten krijgen om op veilige wijze een abortus te laten uitvoeren. In weerwil van het feit dat hij als praktiserende arts kon worden geschorst en mogelijk kon worden veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf, begon hij zwangerschapsafbrekingen te verrichten en opende hij een eigen abortuscentrum in Montreal. Daarbij overtrad hij bewust de vigerende wet. In 1970 viel de politie zijn werkplaats binnen. Hij werd beticht van het uitvoeren van onwettige vruchtafdrijvingen. Tijdens drie verschillende rechtszaken tussen 1973 en 1975 beriep Morgentaler zich op zijn ethische verplichting en telkens werd hij door de jury vrijgesproken. In een nooit eerder voorgekomen stap werd de vrijspraak door de jury nietig verklaard door het vijfkoppige Hof van Beroep van Quebec. Dat arrest werd bevestigd door het Canadese Hoger Gerechtshof. De geneesheer werd veroordeeld tot een ge-
vangenisstraf van achttien maanden. In maart 1975 begon hij zijn straf uit te zitten. Datzelfde jaar wijzigde het Federaal Parlement de wet zodanig dat een Hof van Beroep voortaan een vrijspraak uitgesproken door een jury niet meer ongedaan kon maken, hoewel een nieuwe rechtszaak nog wel kon plaatsvinden. Deze aanpassing staat bekend als het ‘Morgentaler Amendment’ van het strafwetboek. In 1975 en 1976 werd hij op de meest venijnige wijze lastiggevallen door het Ministerie van Justitie. De minister, Ron Basford, beval een nieuwe rechtszaak op basis van de initiële betichting. In strijd met de wettelijke gewoonte werd Morgentaler na het uitzitten van een derde van zijn straf, namelijk zes maanden, níét voorwaardelijk vrijgelaten. Hij zat vast gedurende tíén maanden en ontwikkelde een myocardinfarct tijdens zijn opsluiting in een isoleercel. Eens vrij zette hij onvermoeibaar zijn strijd voort. Hij slaagde er niet in om het Hoger Gerechtshof te overhalen om de abortuswet te laten wijzigen en bleef deze systematisch overtreden, wat eens te meer leidde tot een nieuw rechtsgeding, een vrijspraak door de jury, een nietigverklaring van dat vonnis en een veroordeling van Morgentaler, deze keer door het Hof van Beroep van Ontario. Wederom richtte de arts een verzoekschrift tot het Hoger Gerechtshof, zich beroepend op het feit dat de abortuswet ongrondwettelijk was daar zij de rechten van vrouwen op leven, vrijheid en veiligheid met voeten trad. En … hij won! In 1988 verklaarde het Hoger gerechtshof dat de vigerende abortuswet ongrondwettelijk was. Dankzij Morgentaler is Canada sindsdien de enige staat ter wereld die geen wet heeft welke vrijwillige zwangerschapsafbreking reglementeert. In dit land wordt abortus nu benaderd als gelijk welke medische handeling. De ingreep is toegestaan op iedere zwangerschapsduur. Het moet wel worden verduidelijkt dat bepaalde niet-wetmatige beperkingen blijven bestaan wegens verschillen in regelgeving en toegankelijkheid tussen de provincies. De meeste ingrepen worden op een vroeg stadium van de zwangerschap uitgevoerd.
Ik ontmoette Henry Morgentaler in Brussel op 9 augustus 1990, ter gelegenheid van de plechtige uitreiking door de International Humanist and Ethical Union (IHEU) van de International Humanist Award aan Aleksander Dubček en de Distinguished Service to Humanism Award aan een Belgische arts die ik hic et nunc niet zal identificeren. Het innige omhelzen van deze twee prachtige mensen is een van mijn meest dierbare herinneringen ooit. In 2008 werd Morgentaler – eindelijk! – onderscheiden met de Order of Canada voor zijn

inzet voor betere gezondheidszorg van vrouwen, zijn campagne om de Canadese openbare opinie toe te lichten en zijn inspirerend leiderschap in het domein van humanisme en burgerlijke vrijheden.
IETS OVER DE VOORZIENIGHEID EN HET DETERMINISME Ik besloot mijn voorstelling met bepaalde aspecten van Morgentalers levensverhaal te bespreken. Ik benadrukte dat – in een wettelijke context van verbod op abortus – het ethisch aangewezen is voor artsen en ander gezondheidspersoneel om de wet bewust te overtreden en eindigde met het tonen van een foto van Donald Trump, voorzien van het volgende onderschrift: ‘Beware of the providential leader! Beware of the strong man!’ Had ik het mogen aandurven om – in de plaats van de Amerikaanse doodgraver van de democratie – zijn Hongaarse alter ego op het scherm te laten verschijnen? Voor alle duidelijkheid, zo definiëren christelijke fundamentalisten, die het gros uitmaken van Trumps volgelingen, het woord ‘providence’, voorzienigheid: ‘Providence says, that God is the power guiding and sustaining human destiny and is actively involved in moving creation to his eternal goal. History is being moved toward a pre-determined end.’1 Elders leest men: ‘There are two ways to view history: through the secular lens or through the lens of God. The secular view of history holds the view that man is in control. The opposite view is that God is in control and is actively involved in the lives of men. The latter is often referred to as the providential view of history.’2 De atheïst die ik ben, ijvert voor een tolerante en egalitaire maatschappij gekenmerkt door secularisme, rationalisme, vrij onderzoek, kritisch denken en de erkenning dat eigen wil (‘le libre arbitre’) kan primeren op gelijk welk determinisme. Religie moet in een privésfeer worden bedreven.
TERUG NAAR HENRY MORGENTALERS WEDERVAREN Dat rijke verhaal levert materie voor verscheidene lessen; ik vermeld ze in chronologische volgorde: 1. Antisemitisme, als bijzondere vorm van rassenhaat, heeft aanleiding gegeven tot de meest afgrijselijke wandaad in de geschiede-
1 https://coreyturner.me/2012/01/04/providenceof-god-in-the-life-of-the-leader/ 2 https://www.dayspringchristian.com/blog/providential-view-history/
nis van de mens: de zogenaamde ‘Endlösung’ of massale uitroeiing van zes miljoen mensen behorend tot een bepaalde bevolkingsgroep. 2. Een voorgeschiedenis van vreselijk lijden levert voor de betrokkenen geen garantie op een menselijk onthaal in een gastland. Het was zo in de naoorlogse jaren en het is in de 21ste eeuw nog veel erger geworden. 3. Tot vijftig jaar geleden heerste, op enkele landen na, een algemeen en streng verbod op de twee bruikbare modaliteiten van geboorteregeling: anticonceptie en vrijwillige zwangerschapsafbreking. Het zelfbeschikkingsrecht van de vrouwen, hun rechten op leven, gezondheid en veiligheid werden in de patriarchale samenleving met voeten getreden. Gedurende anderhalve eeuw negeerden wetgevers, clerus, magistraten, artsen en ordehandhavers het bloedbad veroorzaakt door clandestiene vruchtafdrijving. Zware straffen werden uitgesproken tegen zowel de vrouwen die hun zwangerschap onmogelijk konden uitdragen als tegen de aborteurs. 4. Tegen dit onrecht en in weerwil van de inertie van de samenleving traden enkelingen op die bereid waren een lange en onzekere strijd
te voeren en hun vrijheid, hun gezondheid, hun gehele toekomst op het spel te zetten om verandering te brengen in een dramatisch probleem in het domein van volksgezondheid en vrouwenrechten. Dat deden Richard Carlile, Annie Besant en Charles Bradlaugh in Groot-Brittannië; Charles Knowlton en verpleegster Margaret Sanger in de Verenigde Staten; advocate Gisèle Halimi, later gevolgd door ‘les 343’, in Frankrijk; Henry Morgentaler in Canada; Willy Peers in België. Vijf van de acht personen die ik bij naam vermeldde, landden in een gevangeniscel. Carlile bracht er meer dan negen jaar door en Morgentaler werd door een hartinfarct geveld toen hij zich in een isoleercel bevond. Allen hadden recht op een onderscheiding gelijkend op deze die mij op 21 juni van dit jaar wordt toegekend.
Ik poogde herhaalde keren, over een periode van twintig jaar, om de Faculteit Geneeskunde en Farmacie van de VUB te overhalen om postuum Willy Peers aan de academische overheid voor te dragen voor een doctoraat honoris causa. Decaan Alain Dupont hapte onmiddellijk toe en zo ook deed rector Paul
De Knop, die meteen besliste een vrouwelijke laureate aan dit eerbetoon te koppelen en dat werd – zeer verdienstelijk – Lucie Van
Crombrugge. 5. De artsenverenigingen maakten zich schuldig aan een aanhoudende hostiliteit tegenover de herrieschoppers die een einde poogden te stellen aan bepaalde schrijnende wantoestanden. Dat was precies wat de American Medical Association deed tussen 1850 en 1935.
In België bevocht de Orde van geneesheren (herdoopt tot Orde der artsen) met man en macht de sociaalbewogen collegae behorend tot Geneeskunde voor het Volk, alsook deze die de schurkachtige abortuswet overtraden
om vrouwen bij te staan. In 1982 schreef ik de voorzitter van de nationale raad van de
Orde aan om hem in te lichten over de systematische overtredingen van de eigen code van medische plichtenleer gepleegd door hun vertegenwoordigers bij pogingen van onderzoeksrechters om medische dossiers bij een vermoeden van abortus in beslag te nemen. Ik meldde hem in dezelfde brief dat ik voortaan mijn lidgeld aan de organisatie niet meer zou betalen zolang dergelijke feiten zich nog zouden voordoen én ik geen officieel schrijven met excuses zou hebben ontvangen.
Spijts vier verschijningen voor het Elsense vredegerecht volhardde ik in mijn opzet. Op 14 mei 2021 ontving ik van de voorzitter en de ondervoorzitter van de nationale raad een vermanend schrijven d.d. 4 mei dat mij erop wees dat ik geen gevolg had gegeven aan hun brief d.d. 1 februari. A luta continua (strijdkreet gedurende de Mozambikaanse onafhankelijkheidsoorlog). 6. Wij moeten ons vreedzaam, maar met vastberadenheid en op een niet-identiteitsgebonden wijze verzetten tegen de beperking van fun-
damentele rechten en vrijheden – in de eerste plaats, de rechten en vrijheden van anderen. 7. De vrouwenrechten waarvan sprake werden in de laatste decennia bekrachtigd door meerdere internationale verdragen en internationale organisaties zoals de Wereldgezondheidsorganisatie en de Verenigde Naties en – alleszins voor een deel - onderschreven door de meeste landen in Europa en een aantal staten elders. Toegang tot middelen om de eigen voortplanting te controleren is een fundamenteel recht dat wetmatig moet worden bekrachtigd. 8. Het epos van Dr. Henry Morgentaler toont aan dat geboorteregeling raakvlakken heeft met
• het vrije denken, de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van de pers; • de ontkerkelijking, de vrouwenemancipatie; • seksuele en reproductieve gezondheid en rechten, verantwoord ouderschap, de bestrijding van de moeder- en de kindersterfte; • sociaal bewustzijn, militantisme, doorzettingsvermogen, burgerlijke ongehoorzaamheid, het nemen van risico’s (op veroordeling en gevangenneming).
EEN TERUGBLIK Ik begin met te bekennen – Johan Braeckman zal het mij vergeven – dat wijsbegeerte niet mijn sterkste vak was op de ULB. Ik moet voor deze materie een 6 of een 7/20 hebben behaald tijdens de eerste zittijd in de derde kandidatuur, in juni 1961. Pas later begreep ik waarom professor Chaïm Perelman mijn zomervakantie naar de knoppen had willen helpen. Hij had de grootste waardering voor mijn oom, René Amy, die in drie verschillende domeinen had geschitterd, met name de rechten, sociaal en economische wetenschappen en Germaanse filologie, actief was geweest in de Weerstand, en nu fungeerde als raadsheer aan het Brusselse Hof van Beroep en als hoogleraar aan ons aller alma mater. De miserabele aardworm die ik was, kon de vergelijking niet doorstaan. Twee jaar later overleed René Amy na in het Zoniënwoud te zijn gevallen van zijn paard. Professor Perelman kwam naar Waterloo om zijn medeleven aan mijn tante te betuigen. Hij had reeds afscheid genomen toen hij zich bedacht en
op zijn stappen terugkeerde. Hij vroeg: ‘Dites-moi, madame Amy, votre mari était bien juif?’ Tante Suzanne antwoordde ontkennend, waarop Perelman repliceerde: ‘C’est étrange. Un homme tellement intelligent!’ Daarmee is aangetoond dat ook grote filosofen blijk kunnen geven van identitair denken en doen.
Ik ontwikkelde later een grote bewondering voor • Socrates (c. 470-399 voor ons tijdperk), die morele onkreukbaarheid als uitgangspunt had; • Michel de Montaigne (1533-1592), voor zijn zeldzame combinatie van eruditie en eenvoud, voor de empathie die hij uitstraalt; • René Descartes (1596-1650), voor zijn rationalisme. Ik vermeld terloops zijn prachtige portret geschilderd door Frans Hals en het verhaal van zijn uitstap naar Brussel, dat in het Frans moet worden verteld: Descartes s’était rendu Place de Brouckère et avait pris place à la terrasse de l’Hôtel Métropole. Quand il eut terminé son verre de Duvel, le garçon s’approcha et lui demanda : ‘Monsieur désire-t-il autre chose ?’ Descartes répondit : ‘Je ne pense pas’,
et, sous les yeux du serveur éberlué, il disparut, se volatisa, n’exista plus ... ; • Baruch de Spinoza (1632-1677), voor zijn ontkenning van elke vorm van openbaring of profetie en zijn verwerping van alle scheppingstheorieën niet gebaseerd op de rede; zijn verzet had geleid tot het uitspreken tegen


ESC congres in Boedapest, mei 2018 : Prof. Sam Rowlands (links op de foto), Jean-Jacques Amy (in de achtergrond)
hem van een onomkeerbare banvloek door de
Portugees-Israëlitische gemeente in Amsterdam; • Immanuel Kant (1724-1804), voor de striktheid van zijn intellect en zijn bewonderenswaardig denkvermogen;
• Hannah Arendt (1906-1975), voor haar ‘Eichmann in Jerusalem: a Report on the Banality of
Evil’ (1963) waarin zij aantoonde hoezeer de afwezigheid van kritisch denkvermogen en de slaafse opvolging van bevelen van hogerhand hadden bijgedragen tot de daadwerkelijke structurering van de vernietigingspolitiek van de nazi’s. Dat zijn er toch al zes!
Ikzelf was geneesheer. Niets meer, maar ook niets minder. In mijn praktijk luisterde ik intensief naar mijn patiënten – de laatste 38 jaar uitsluitend vrouwen, van alle leeftijden, zeer diverse nationaliteiten en verschillende leefmilieu’s. Al wat zij mij te zeggen hadden, vond ik belangrijk. Ik leerde ze kennen en via hen de wereld. Hechte banden werden gecreëerd. Na 43 jaar luisteren dacht ik meer wijsheid te hebben vergaard dan Michel Onfray, Alain Finkielkraut en Bernard Henri-Levy, om alleen die drie Franse halfgoden van de esoterische leer te vermelden. Ik heb leren kritisch denken. Ik kom openlijk voor mijn meningen uit. Ik betoog tegen racisme, tegen extreemrechts, voor vrouwenrechten, voor de totale depenalisering van abortus, voor het onmiddellijk treffen van maatregelen tegen de klimaatop-
warming, voor Palestina. Ik schreef en verzond protestbrieven naar de Orde van geneesheren, de Birmaanse junta, naar Johan Vande Lanotte (zoals hoger vermeld), Mireille Mathieu (eindigend met ‘Veuillez agréer l’expression de mon irrépressible et éternel mépris’), Charles Michel (met betrekking tot zijn vreselijke onbeschoftheid tegenover voorzitster van de Europese Commissie Ursula von der Leyen tijdens de ‘sofagate’), naar de Algerijnse ambassadeur (in verband met de veroordeling van journalist Khaled Drareni), naar zelf-geproclameerde feministe en N-VA-volksvertegenwoordigster Darya Safai (die systematisch haar stem tegen de verdere depenalisering van abortus uitbracht), nog anderen. Ik voerde campagnes voor de vrijlating van collega Ahmadreza Djalali. Ik liet mij niet intimideren door rechters en ging gewoon door met het bijstaan van vrouwen die hun zwangerschappen wensten af te breken. Ik wil met een schoon geweten sterven.
MIJN DROOMWERELD Op 5 april l.l. werd ik door een studente journalistiek aan de Universiteit van Luik geïnterviewd. Op haar laatste vraag was ik niet voorbereid en ik gaf een onbevredigend antwoord. Tijdens het onderhoud had ik gealludeerd op ‘Utopia’, het opus magnum van Thomas More, en de jongedame wou nu vernemen wat mijn persoonlijke utopische wereld zou inhouden. Sinds dan heb ik meerdere malen – tevergeefs – gepoogd om een lijst op te stellen van alle kenmerken van de voor mij ideale wereld. Geen enkel van deze ontwerpen deugde en allen werden onverbiddelijk verticaal geklasseerd. Toen kwam de gedachte op dat één tekst waarover ik in 2017 gesproken had op een bijeenkomst over strategische bezinning, in nog geen 150 woorden, de voor mij optimale en meest humane regeringswijze beschreef. De volgende zinnen zijn ontleend aan ‘Les Aventures du roi Pausole’ (Paris: Eugène Fasquelle, éd., 1901, pp. 1 en 5) van speelse en voor niets verlegen auteur Pierre Louÿs (1870-1925):
‘Le Roi Pausole rendait la justice sous un cerisier, parce que, disait-il, cet arbre-là donne de l’ombre autant qu’un autre et garde sur le chêne séculaire l’avantage de porter des fruits fort agréables en été.
[…] Son arbitrage [était] sans appel, mais [de tous] librement consenti. À force de simplifier le Livre des Coutumes laissé par ses ancêtres, il était arrivé à édicter un code qui tenait en deux articles et qui avait au moins l’avantage de parler aux oreilles du peuple. Le voici dans son entier :
I. — Ne nuis pas à ton voisin.
II. — Ceci bien compris, fais ce qu’il te plaît.
Il est superflu de rappeler au lecteur que le deuxième de ces articles n’est admis par les lois d’aucun pays civilisé. Précisément c’était celui auquel ce peuple tenait le plus.
[…] Pausole se réservait le plaisir quotidien de sauver par ses arrêts quelques libertés individuelles.’ (Door Jean-Jacques Amy onderlijnd.)
Tot zover voor wat betreft het meest begripvolle, verstandige en humane staatshoofd. De ideale maatschappij verzamelt mensen bezield door burgerzin en respect voor anderen. Van dergelijke samenleving vindt men een aangrijpende beschrijving in een zeer oud Chinees spreekwoord dat ik voor jullie uit het Mandarijns heb vertaald (grapje!):
‘If there be righteousness in the heart, There will be beauty in the character.
If there is beauty in the character, There will be harmony in the home.
If there is harmony in the home, There will be order in the nation.
When there is order in each nation, There will be peace in the world.’
Bij het herlezen na het typen van deze mij goed gekende, eenvoudige – maar door wijsheid doordrongen – verzen word ik door emotie overrompeld. Ik kan mij geen beter besluit voor deze aanvaardingsrede inbeelden. Nogmaals: mijn meest oprechte dank aan de juryleden van de Prijs Vrijzinnig Humanisme 2021. Zoals men in Vouvray zegt: ‘Espérons que ce sera un bon millésime’!