40 minute read

Over Jean-Jacques Amy Een lofrede in 18 portretten

Jean-Jacques Amy: een lofrede in 18 portretten

Voor het comfort van onze lezers hebben we de anderstalige getuigenissen vertaald. De vertalingen streven geen nauwgezetheid of literaire kwaliteit na, maar proberen de geest van de oorspronkelijke getuigenis zo goed mogelijk weer te geven.

Advertisement

FRÉDÉRIC CAMU

Draagt de Franse Revolutie bij tot de vorming en persoonlijkheid van studenten Geneeskunde?

Als anesthesioloog had ik lang het privilege samen te werken met J. J. in het operatiekwartier van het Universitair Ziekenhuis Brussel-VUB, campus Jette, en dit vanaf de start van de medische activiteiten aldaar in 1977-1978.

Ik heb me nooit verveeld tijdens die ettelijke operaties. J. J. was een uitmuntend chirurg en een uitstekende opleider voor de jonge ASO’s. En er werd nogal wat gepraat – en met veel humor.

J. J. was op de hoogte van mijn opleiding aan de ULB en aan Stanford University. En hijzelf had jaren gewerkt in New York, nadien in Oeganda. Wij hadden dus een buitenlandse opleiding gemeen. Dat was natuurlijk niet het enige raakvlak. Onze filosofische overtuiging was het cement van onze lange vriendschap.

Een herinnering die mij nog altijd bijblijft, was zijn ‘commentaar’ op de studenten Geneeskunde tijdens de examenperioden. Steevast begon hij zijn examen met een vraag over de Franse Revolutie - 1789?, de invloed van de revolutie op het sociaal weefsel en de Kerk?, het belang ervan voor de democratie? enzovoort. Meer dan eens was hij zo teleurgesteld dat studenten aan de VUB het hoorden donderen in Keulen en blijkbaar weinig aandacht hadden voor de Geschiedenis.

Maar er waren natuurlijk nog andere ‘belangrijke’ gespreksonderwerpen. J. J. was een liefhebber van goede bordeauxwijnen (mijn voorkeur ging naar de bourgognewijnen) en dikwijls debatteerden wij over de respectievelijke kwaliteiten, smaken en goede jaren.

Wat ik bijzonder apprecieerde aan J. J. was zijn enthousiasme en zijn standvastigheid in het helpen van mensen, of het nu ging over de sanitaire situatie in Palestina, of in Oeganda, of over de genitale verminking van vrouwen in de tradities van Afrika. En de rol van J. J. in de verdediging van het recht op abortus in België is door iedereen gekend. Maar weinigen weten hoe J. J. gevochten heeft, ook binnen onze academische gemeenschap, om dat recht van de vrouw om te beschikken over haar eigen lichaam door te duwen tot de abortuskwestie definitief in het Parlement behandeld werd.

Het doorzettingsvermogen en de wilskracht van J. J. is volgens mij wat J. J. leerde uit de Franse Revolutie. Hij wil niet alleen kennis doorgeven aan de jongere genera-

tie, maar ook bijdragen tot het boetseren van hun eigen identiteit.

PROF. EM. FRÉDÉRIC CAMU

MARC DHONT

Het was voor mij een eer en genoegen dat Jean-Jacques Amy mij heeft voorgesteld als een van de genodigden om een bijdrage te leveren ter gelegenheid van de Prijs Vrijzinnig Humanisme.

Mijn eerste kennismaking met hem dateert van ongeveer vijftig jaar geleden, in het toenmalige Academisch Ziekenhuis van Gent. Ik was een jong staflid in de dienst Gynaecologie en was wetenschappelijk actief in de ontwikkeling en toepassing van de nieuwe methodes van hormonale diagnostiek. Jean-Jacques Amy, die een gedegen opleiding in de gynaecologie en verloskunde had genoten in de Verenigde Staten en nadien wetenschappelijk actief was op het gebied van prostaglandines, een hot topic op dat ogenblik, werd precies daarom aangeworven door wijlen prof. Michel Thiery, diensthoofd verloskunde in Gent. Tijdens een ideologische confrontatie tussen hem en het diensthoofd over openlijke steun en manifestatie op de dienst voor de mensenrechten kwam de beginselvastheid van Jean-Jacques reeds tot uiting.

Na enkele jaren werd hij benoemd als hoogleraar gynaecologie en verloskunde aan de Vrije Universiteit van Brussel. Zijn uitstraling als uitmuntende didacticus en gynaecoloog werd overvleugeld door de expansie in zijn dienst van de afdeling Reproductieve geneeskunde en de wereldwijde erkenning daarvoor, wat hem soms bitter stemde.

Later heb ik Jean-Jacques veelvuldig ontmoet in zijn functie als voorzitter van de Vlaamse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie en als collega-hoogleraar, vanwaaruit een wederzijdse vriendschap is ontstaan. Samen met mij beklaagde hij zich meermaals over het tekort aan historisch perspectief in de opleiding en kennis van studenten en assistenten.

Jean-Jacques was en is een taalpurist, zowel voor Nederlandse, Franse en Engelstalige teksten. Hij besteedde uren en dagen, en wellicht ook nachten om elke tekst waarvoor hij al dan niet de verantwoordelijkheid droeg te corrigeren volgens zijn eigen inzichten, die meestal, maar niet altijd correct waren.

Hij was vrijzinnig, maar niet eigenzinnig, behalve wanneer het ging om fundamentele zaken zoals onder meer het zelfbeschikkingsrecht van vrouwen en het onrecht tegenover het Palestijnse volk. Maar hij was ook tolerant tegenover mensen met verschillende opinies. Hoewel vrijzinnig heeft hij veel van zijn katholieke collega’s verbaasd over zijn kennis van de christelijke cultuur.

Ik wil mijn grote waardering voor Jean-Jacques samenvatten in vier kernwoorden: humanisme, eruditie, tolerantie en last but not least, een grote zin voor humor.

PROF. EM. DR. MARC DHONT, VOORMALIG DIENSTHOOFD GYNAECOLOGIE-VERLOSKUNDE OP HET UZ GENT

JAMES O. DRIFE

Jean-Jacques, jij en ik waren beiden hoofdredacteurs van tijdschriften met erg lange namen. Dat van jou was het European Journal of Contraception and Reproductive Health Care. Dat van mij het European Journal of Obstetrics & Gynecology and Reproductive Biology. Ik bevond me in Leeds en jij in Brussel, en we communiceerden via e-mail. Jouw berichten begonnen met ‘Beste reviewer, mag ik u respectvol herinneren aan uw deadline van … ’ en ik antwoordde met een voorzichtig geformuleerd excuus voor de vertraging. We hadden een stevige vriendschap, maar ontmoetten elkaar zelden.

We hadden dezelfde doelstellingen – het verbeteren van de levens van vrouwen door een betere contraceptie en het verbeteren van artikels van auteurs door een betere taalbeheersing. Maar we deelden vooral een zin voor humor. Dank je wel om me die grappige verhalen te mailen die mijn emeritaat opvrolijkten.

Mijn echtgenote Diana genoot er ook van.

Dank je wel ook om een vleug Europese glamour te brengen in onze saaie Engelse levens. Diana en ik hebben gelukkige herinneringen aan restaurant Bij den Boer, waar we een heerlijke avond doorbrachten nadat je me een excuus bezorgd had om je te bezoeken in Brussel.

We zijn je ook dankbaar om me uit te nodigen in Denemarken voor de eerste mondiale conferentie van ESC in 2013. De bijeenkomst was een verbazingwekkend succes – ik heb nooit zo veel dokters in gezinsplanning bij elkaar gezien in de aankomsthal van een luchthaven – en ze inspireerde me voor een artikel in mijn BMJ column. Contraception in Copenhagen staat nu in een anthologie die ik niet zal noemen om niet te worden beschuldigd van reclame maken. Dat is het laatste wat ik zou willen.

PROF. EM. JAMES O. DRIFE

ALAIN DUPONT

Ik heb bijzonder veel waardering voor mijn goede vriend Jean-Jacques. Hij is een uitstekend arts, clinicus en chirurg, en een toonbeeld van integriteit. Hij stelt echt wel de patiënten centraal en gaat heel ver in het verdedigen van het belang van de patiënt. Hij beschikt bovendien over een uitzonderlijk didactisch talent en is een geprezen lesgever en opleider. Maar het is vooral als mens dat ik hem waardeer en respecteer.

Mijn allereerste persoonlijke contact met professor Amy leidde nochtans tot een incident(je). Ik ga terug tot 1978, het jaar dat ik als arts afstudeerde aan de VUB en onmiddellijk daarna startte met mijn opleiding tot internist in het toenmalige AZ-VUB (het huidige UZ Brussel). Het ziekenhuis was pas het jaar voordien geopend en er waren maar een tweetal verpleegeenheden interne geneeskunde geopend, en een heel beperkt aantal artsen actief in het ziekenhuis. Bij het fysiek onderzoek van een nieuwe patiënte die opgenomen was voor een internistisch probleem had ik het vermoeden dat er ook een gynecologisch probleem was bij die dame. Ik was echter helemaal niet zeker van mijn klinische diagnose en vroeg (dringend) gynecologisch advies. Ik wist niet dat prof. Amy op dat ogenblik de enige gynecoloog in huis was, en dat hij die dag blijkbaar letterlijk heen en weer liep tussen zijn raadpleging, het operatief kwartier en de verloskamer. Hij had het dus ongelofelijk druk en mijn adviesvraag kwam blijkbaar zeer ongelegen. Dat werd duidelijk toen prof. Amy op het einde van de dag naar de verpleegeenheid kwam en nogal kwaad reageerde omdat ik aangedrongen had op dat advies. Hij ging er vermoedelijk van uit dat ik als jonge en onervaren internist in opleiding tot verkeerde conclusies was gekomen en hem nodeloos had geroepen. Ik kan zelf ook soms wat opvliegend zijn en herinner me dat ik mij nogal heftig verdedigde, waarna hij nog kwader werd. Na een korte, maar heftige ‘discussie’ is hij de patiënte dan gaan onderzoeken, waarna hij meldde dat hij de dag nadien bijkomende onderzoeken zou doen.

Die dag nadien werd ik rond 8.30 uur door de hoofdverpleegkundige geroepen met de melding dat prof. Amy aan de telefoon was en me wou spreken. Ik nam ongerust de telefoon op en verwachtte opnieuw een uitbrander, maar in de plaats daarvan kreeg ik iets helemaal anders te horen. Prof. Amy, professor en diensthoofd, belde mij als beginnend assistent op om mij te zeggen dat ik er goed aan gedaan had om hem te laten roepen de vorige dag, dat ik helemaal correct gehandeld had, dat zijn reactie echter zeer ongepast was geweest en dat hij me belde om zich daarvoor te verontschuldigen.

Deze anekdote van meer dan veertig jaar geleden is illustratief voor de persoonlijkheid en de waarden waar ‘de mens’ Jean-Jacques Amy voor staat. Sindsdien zijn mijn respect, waardering en bewondering voor hem blijven groeien naarmate ik hem beter leerde kennen. We zijn gaandeweg vrienden voor het leven geworden.

PROF. EM. DR. ALAIN DUPONT, OUD-DECAAN VAN DE FACULTEIT GENEESKUNDE EN FARMACIE VAN DE VUB

ANNE-FRANCE KETELAER

Een hart(je) als een matroesjka

Kurt Van Eeghem stelde ooit eens dat voor vrijzinnigen niet één, maar alle boeken heilig zijn. Dat klinkt als een erg mooie hypothese, en elke hypothese is voorlopig waar. Eén falsificatie volstaat echter om de hele aanname naar de prullenmand te verwijzen. Zo geschiedde.

Ik gaf Jean-Jacques Amy namelijk eens een boek dat mede met steun van deMens.nu tot stand kwam en vroeg zonder bijbedoelingen om mij te laten weten wat hij ervan vond. Groot was mijn verbazing toen ik niet zoveel later een omstandige e-mail in mijn mailbox vond; daarin liefst 32 kalltgestelde spelfouten en foute paginanummeringen, maar vooral veel blootgelegde onwaarheden. “Geen enkele verwachting ingelost”, klonk het verdict.

Dat is hem ten voeten uit. Amy de aimabele en de bien aimé. Dat zeker. Maar als puntje bij paaltje komt, toch vooral verknocht en loyaal aan de waarheid. Aan onjuistheden ergert hij zich. De belezen eclecticus moet zich helaas dan ook regelmatig opwinden … Leugenachtigheid leidt dan weer tot allergische reacties. En voor de overtreffende trap, hypocrisie, etaleert hij een onverdraagzaamheid die elk extreemrechts fanaticus zou benijden in zijn intensiteit.

Ik vind wel meer mails van Jean-Jacques in mijn mailbox. Die fileren geen boeken, wel álle vormen van onrecht. Op de bres voor al wiens rechten worden geschonden. Rusteloos activist, ook na de beroepsmatige carrière. Kan een vrijdenker wel vrijdenker zijn zonder dwars te liggen? Jean-Jacques weet het antwoord.

Wat de mails niet zeggen, maar uitschreeuwen: in ‘s mans groot hart schuilt, als een matroesjka, telkens een iets kleiner hartje. Want engagement en Vrij Onderzoek hebben de brandstof van de verontwaardiging nodig. Anders brandt de fakkel niet.

Groot is mijn bewondering en respect. Dat weet hij. Dat interesseert hem niet. Jean-Jacques leeft volgens principes die het statuut van een gebod benaderen. Eén: wat je doet, doe je goed of doe je niet. Twee: de waarheid, niets dan de waarheid. Drie: doe wat je zegt te zullen doen. Vier: kom altijd op voor wie kwetsbaar is. Vijf: blijf dankbaar en eenvoudig.

Jean-Jacques Amy zal er nog in slagen mij volgens geboden te doen leven. Ik durf alvast geen heilig boek op te sturen.

ANNE-FRANCE KETELAER

INGE LIEBAERS

Ik ben blij en niet verwonderd dat Jean-Jacques Amy voorgesteld wordt voor de Prijs Vrijzinnig Humanisme 2021. Hij is ongetwijfeld iemand die terecht werd geselecteerd door het Humanistisch Verbond. Jean-Jacques is een eerlijk man met een mening, die hij overtuigend kan verkondigen en verdedigen. Zijn professionele kennis is ruim en onderbouwd. Hij kan ze met enthousiasme overbrengen. Zijn lezingen zijn boeiend en ook zijn lessen gynaecologie en verloskunde, die hij gaf in de opleiding geneeskunde aan de VUB, werden geapprecieerd door de studenten. Als arts nam hij de tijd voor zijn patiënten en kon hij luisteren, om dan gepast te ageren met altijd een duidelijk leesbare en volledige nota in het dossier. Hij was een correcte collega, maar als diensthoofd was hij weleens te opvliegend en zelfs onredelijk als er iets fout liep, waardoor menig jonge medewerker onder de indruk en overstuur kon zijn. De ouderen onder ons probeerden hen dan gerust te stellen, want we wisten dat Jean-Jacques na verloop van tijd inzag dat zijn reactie buiten proportie was en dan had hij ook geen probleem om zich te verontschuldigen. Eigenaardig, want als mens is Jean-Jacques een innemend man. Ook de algemene kennis van Jean-Jacques is ruim, evenals zijn culturele interesses. Zijn passages als arts in Afrika enerzijds en de Verenigde Staten anderzijds hebben daar uiteraard toe bijgedragen. Als feminist en activist verdient Jean-Jacques deze prijs. De Belgische vrouwen moeten hem zonder meer dankbaar zijn. Samen met dr. Peers, die hij leerde kennen tijdens zijn opleiding, heeft hij er tussen de jaren ‘70 en ‘90 voor gezorgd dat menig dame in nood terechtkon voor een veilige abortus in ons land, en in het UZ Brussel in het bijzonder. Zelf nam hij risico’s door medewerking te weigeren en later door patiëntendossiers te verstoppen voor de Orde der Artsen en voor Justitie. Hij werd vervolgd, maar is blijven vechten en heeft uiteindelijk gewonnen. Abortus werd gedepenaliseerd. Ten slotte is hij een man die erkenning voor opmerkelijke vrouwen hoog in het vaandel draagt. Via de Leerstoel Willy Callewaert, waarvan hij titularis

was in 2017, heeft hij dat nog eens duidelijk gemaakt en voor zij die de lezingen hebben gemist, raad ik zijn boek ‘Anoniem’ is een vrouw, verschenen in 2019 bij VUBPRESS, ten zeerste aan. Door COVID-19 hebben we elkaar al lang niet meer gezien of gehoord, maar ik ben zeker dat Jean-Jacques nog druk bezig is en verder zal blijven vechten voor een betere samenleving waarin het goed vertoeven is voor iedereen. Het denken mag zich nooit onderwerpen, want zich onderwerpen betekent het einde van alle denken, zoals gezegd door Henri Poincaré was, is en zal altijd Jean-Jacques leidmotief zijn.

PROF. EM. DR. INGE LIEBAERS

MICHÈLE LOIJENS

Er zijn van die ontmoetingen die zo ingrijpend zijn dat ze je leven een andere richting kunnen uitsturen: dat was het geval toen Roger Lallemand ons uitnodigde op zijn bureau een jaar na het overlijden van Willy Peers. Ik had toen niet kunnen weten dat die dag het begin zou betekenen van een groots avontuur: de oprichting van het Dr. Willy Peers Centrum, maar ook het begin van een fantastische vriendschap.

Ik was onmiddellijk verleid door het humanistische engagement van Jean-Jacques Amy, door zijn vermogen tot verontwaardiging bij de confrontatie met ongelijkheid of onrechtvaardigheid. Hij kon daarover heel boos worden en in de pen kruipen om die misstanden aan de kaak te stellen, en ik ben ervan overtuigd dat hij dat zal doen tot hij zijn laatste adem uitblaast. Ik kon niet anders dan Jean-Jacques waarderen, overtuigd seculier als hij is, en afwijzend tegenover alle ‘kapelletjes’.

Toen we elkaar ontmoetten, konden we niet voorzien dat ons een strijd te wachten stond van twintig jaar vooraleer er een wet tot stand zou komen die abortus gedeeltelijk depenaliseerde.

Dat gemeenschappelijke doel was het oorspronkelijke cement van onze vriendschap, maar er zouden vele geprivilegieerde momenten volgen bij de klanken van de groten uit de jazz, de lieflijke stem van Sarah Vaughan, het hese timbre van Billie Holiday, het fabelachtige Kind of Blue van Miles Davis, de trompet van Dizzy Gillespie, het virtuoze spel van Lionel Hampton. En op andere avonden was er barokmuziek in de uitvoering van het Collegium Vocale Gent, als achtergrond voor de evocatie van zijn geliefde Italië, onder het genot van het degusteren van zijn heerlijke wijnen.

Jean-Jacques is voor mij, zoals Roland, die ook zijn vriend is, voor anderen, wat men een universele mens noemt, sterk geworteld in zijn tijd, altijd aanwezig voor zijn vrienden, in vreugde en in verdriet.

‘Als ik morgen zou moeten verdwijnen in de clandestiniteit, dan is het zeker dat ik dat met jou zou doen’, is het mooiste compliment dat ik ooit van een vriend gekregen heb, het is Jean-Jacques ten voeten uit.

MEVR. MICHÈLE LOIJENS, VOORMALIGE SECRETARESSE VAN DE STICHTING WILLY PEERS

KRIS MERCKX

Academicus, homo encyclopedicus, warme mens én militant

In 2008 schreef ik het boek Dokter van het Volk over de geschiedenis en werkwijze van Geneeskunde voor het Volk. Achteraan staat een ouderwetse ‘index van eigennamen’. Jean-Jacques Amy valt daarin op. Uiteraard omwille van de alfabetische bonus sinds zijn geboorte, maar vooral door de tien pagina’s waarop hij voorkomt.

Die tien paginanummers weerspiegelen hoe vaak we in heel onze loopbaan samen hebben opgetrokken. Als strijdmakkers. Ik als lid van een marxistische partij, Jean-Jacques bewust partijloos. Dat laatste belette niet dat hij mij en mijn ‘kameraden’ – volgens sommigen ‘beroepsagitatoren’ – niet zelden verraste door de strijdbaarheid waarmee hij uit de hoek kwam.

Waar en waarom spoorde onze inzet zo vaak samen?

1. Bij de strijd voor een kwaliteitsvolle gezondheidszorg, toegankelijk voor iedereen zonder enige financiële drempel.

Dat Jean-Jacques daar voorstander van was, kwam ik al te weten toen ik hem nog niet eens persoonlijk kende. En wel via enkele van de eerste vrouwelijke patiënten van de groepspraktijk Geneeskunde voor het Volk (GVHV) die we in 1971 in Hoboken hadden opgestart. “Jullie gratis geneeskunde, aan terugbetalingstarief”, zegden die arbeidsters of arbeidersvrouwen ons toen, “bestaat hier voor een deel al in de polykliniek van de socialistische mutualiteit. Daar kunnen we voor een klein bedrag, vijf frank, een paar specialisten raadplegen.” Voor hun gynaecologische problemen, zo vernam ik van hen, konden ze daar terecht bij ene dokter Amy. De talentvolle, jonge specialist werkte, bij de start van zijn carrière, een aantal uur in de quasi gratis FOB-polykliniek van Hoboken. Wij werkten toen op nog geen 500 meter van elkaar. Later zou blijken dat onze ideeën over het basisrecht op kwaliteitsvolle gezondheidszorg nog veel dichter bij elkaar stonden.

2. Een andere beweging waarin wij samen optrokken, was die om abortus uit het strafrecht te halen.

Jean-Jacques speelde daarin een voortrekkersrol. Consequent in de voetsporen van wijlen dokter Willy Peers, aan wiens leven en verdiensten Jean-Jacques menig schitterend artikel heeft gewijd. Als stagiair en assistent was ik eind jaren ’60 in het katholieke St. Rafaël-ziekenhuis (KUL) op Inwendige Ziekten tot tweemaal getuige van het overlijden van een vrouw als gevolg van septische abortus. Als jonge huisarts in Hoboken werd ik in 1971 geroepen bij een mij tot dan toe onbekende patiënte. Ik trof haar hevig bloedend aan op het toilet, gevolg van de ‘tussenkomst’ van een ‘engelenmaakster’. Een snelle ziekenhuisopname redde haar. Het was ook de tijd van de clandestiene, vaak omslachtige verwijzingen naar Nederlandse abortuscentra. Al die ervaringen maakten mij vanzelf tot medestrijder om abortus uit het strafrecht te krijgen. Pas later vernam ik in detail hoe Jean-Jacques – met moed en vooral veel tegenkanting – een centrale rol heeft gespeeld in deze strijd die uitmondde in de wet Lallemand-Michielsen. Die zou vanaf 1990 een einde maken aan deze Belgische ellende en schande. Groot respect en dank voor Jean-Jacques en andere pioniers van de legalisering der medische zwangerschapsonderbreking. Zoals Lucie Van Crombrugghe, die in de tijden van illegaliteit in Gent een abortuscentrum opstartte en uitbouwde. En die daarvoor in 2015, op voorstel van Jean-Jacques, door de VUB gelauwerd werd als doctor honoris causa.

3. Dé strijd die Jean-Jacques en ons het meeste en nauwste aaneensmeedde, was die tegen de reactionaire en corporatistische Orde van Geneesheren van de jaren ‘70-‘90.

In de winter 1979-1980 organiseerde het artsensyndicaat Wynen-Henrard haar tweede algemene artsenstaking. Deze keer tegen een poging van minister D’Hoore (CVP-ACW) om een ‘gezondheidsboekje’ in te voeren en een forfaitaire huisartsengeneeskunde met inschrijving bij een arts of medisch huis mogelijk te maken. De Nationale Raad van de Orde schreef een lange ‘deontologische’ motivering om zich daar met een staking te verzetten. Die Orde-tekst verscheen (enkel) in … het informatieblad van de Syndicale Kamers van dr. Wynen. Driehonderd artsen besloten als protest niet langer het verplichte lidgeld aan de Orde te betalen. De niet-betalers verenigden zich in de ‘Actie Orde’ en in Franstalig België in ‘L’appel des 300’. Tientallen academici deden mee, waaronder Jean-Jacques Amy naast Peter Piot, Karel Vuylsteek, Marleen Temmerman, Marc De Meyere en anderen.

Met deurwaardersexploten voor loon- en/of inboedelbeslag kon de Orde in de jaren erna niet-betalers intimideren en dwingen om af te haken. De artsen van Geneeskunde voor het Volk zetten wél door, samen met een paar andere diehards zoals Jean-Jacques.

In januari 1985 werd België opgeschrikt door een gewelddadige inval van de rijkswacht in de woning van twee artsen van GVHV in Genk. De interventie moest het werk ‘faciliteren’ van een deurwaarder die, op last van de Orde, het lidgeld wou vorderen via inbeslagname van de inboedel. Sympathisanten en huisgenoten verzetten zich, maar de huisraad werd weggesleept. De artsen Harrie Dewitte en Huub Dierick werden gearresteerd en belandden in de gevangenis van Tongeren.

Op 7 februari 1985 reageerde een groep hoogleraren met een ‘Oproep ter verdediging van Geneeskunde voor het Volk en voor afschaffing van de Orde der Geneesheren’. Bij hen, uiteraard, Jean-Jacques Amy, professor gynaecologie in Brussel, Jaap Kruithof, professor filosofie in Gent, Lise Thiry, professor virologie in Brussel, Françoise Tulkens, professor strafrecht in Louvain-la-Neuve en in Brussel, en Lode Van Outryve, professor criminologie in Leuven. Zij hielden samen een persconferentie waarop Jean-Jacques vertelde: “De artsen van het AZ Jette zijn niet bepaald een erg linkse groep. Toch tekende 80 á 90 procent van hen een petitie die het gewelddadige optreden tegen hun Genkse collega’s met klem veroordeelt. Zelf betaal ik ook geen lidgeld aan de Orde. Ik protesteer tegen het optreden van de ordehandhavers in Genk. Het doet denken aan toestanden in Zuid-Amerikaanse dictaturen.” Jean-Jacques onderschreef ook de tussenkomst van Jaap Kruithof: “Ik heb de grootste eerbied voor deze volksdokters. Zij willen de ziekmakende factoren die in de kapitalistische maatschappij aanwezig zijn, uitschakelen. Zij werken aan een minimumloon – vele artsen verdie-

nen tot tien keren meer dan zij. Het is ver gekomen dat men deze mensen zo zwaar repressief treft. Terwijl juist zij de symbolen zijn van een nieuwe maatschappelijke ordening.” Prachtige woorden die ons altijd zijn blijven motiveren.

In de openbare ruimte stak Jean-Jacques het felst zijn nek uit tegen de Orde in 1998. Twee GVHV-artsen uit Zelzate, waaronder een oud-student van Jean-Jacques, gingen toen in beroep bij de Nationale Raad in Brussel tegen hun veroordeling tot twee maanden schorsing wegens niet betalen van lidgeld. Jean-Jacques bood zich spontaan aan als hun raadsheer en verdedigde hen met verve.

Hij klaagde in zijn pleidooi de ‘waanzinnige ontplooiing van ordehandhavers’ aan die voor het gebouw van de Orde plaatsgreep (tientallen rijkswachters, spuitwagens). Hij besloot: ‘Ook ik zal nooit mijn lidgeld voor de Orde betalen’. Als reactie stuurde de Orde Jean-Jacques een Pro Justitia. Ze zou beslag laten leggen op zijn bankrekening om haar lidgeld te verkrijgen. Jean-Jacques reageerde met een open brief aan de voorzitter van de Orde. Daarin besloot hij, met de nodige verve en literaire allure: “En nu, Mijnheer de Voorzitter, moet u nog bepalen met welke middelen u beslag zal leggen op mijn achterstallige lidgelden. Zult u met behulp van een koevoet bij mij thuis laten binnenbreken? Zult u beslag laten leggen op meubelen die ik van mijn vader, dokter Pierre Amy, erfde? U moet weten dat hij een van de artsen was die alle gevaren trotserend de piloten van de geallieerde strijdkrachten verzorgde, nadat zij door de Duitse luchtafweer in de Antwerpse regio waren neergeschoten. Zijn hele leven was hij, zonder winstbejag, in de weer voor zijn patiënten. Zijn voorbeeld indachtig, wil ik mijn beroep eer aandoen zoals hij dat deed. Dat houdt in dat ik mij verzet tegen de Orde. Pro Justitia, dat wil zeggen opdat gerechtigheid geschiedde.”

In 2009 vormde Jean-Jacques, op initiatief van Patrik Vankrunkelsven (ex-senator Open Vld, nu professor huisartsgeneeskunde, KUL), samen met em. prof. Marc De Meyere (UGent) en mij een kwartet dat de strijd voor afschaffing of grondige hervorming van de Orde van Artsen wou herlanceren. Onze inspanningen leidden tot een colloquium ‘Orde van artsen: anno 2010 een meerwaarde?’, gehouden in het Huis der Parlementairen (juni 2010). Voor het eerst nam ook de Orde zelf daaraan deel. De alternatieven voor een democratische regulering van de gezondheidsberoepen, die de leden van ons kwartet daar zelf naar voren brachten, bundelden we in een gezamenlijk artikel De Orde van geneesheren op een keerpunt: hervormen of verdwijnen. Het verscheen in het Tijdschrift voor Geneeskunde (jaargang 68, nr. 2, 2012).

4. Met Jean-Jacques delen we ook zijn internationalisme. Persoonlijk denk ik dan in de eerste plaats aan zijn inzet voor de bevrijding van het Palestijnse volk.

Ik herinner me levendig het relaas van Jean-Jacques over zijn deelname aan een fact-checking mission in de Gazastrook. Zelden heb ik zo gebald en aangrijpend het lot horen samenvatten van de twee miljoen Palestijnen die daar opeengepakt zitten op amper 360 vierkante kilometer. ‘C’est l’univers concentrationnaire’, getuigde Jean-Jacques. Iedere keer als de mensen in Gaza het slachtoffer worden van oorlogen, bombardementen, blokkades en ontberingen, doen die drie woorden van Jean-Jacques mij opnieuw sidderen van kwaadheid en solidariteit.

Dat het internationalisme van Jean-Jacques veel verder reikt dan het Midden-Oosten, getuigen zijn frequente oproepen tot ondertekening van petities tegen onrecht en schendingen van mensenrechten wereldwijd. En tegen de vernietiging van onze moederplaneet.

Jean-Jacques is niet alleen een man van de wetenschap, een gewaardeerde gynaecoloog en een militant. Hij is nog veel meer.

Jean-Jacques is een warm mens. Zijn gewezen secretaresse zegde me na zijn emeritaat: “Hij was een droom van een baas om voor te werken.” Zelfs in een banale mail verrast Jean-Jacques vaak met volzinnen die overlopen van hartelijkheid en oprechte genegenheid voor de bestemmelingen.

Een complete Homo encyclopedicus zijn is in deze tijd niet meer mogelijk. Toch blijft Jean-Jacques aardig in de buurt van dat profiel. Na zijn emeritaat schreef hij nog de boeken La bête rôde encore – Essai sur l’incitation à la haine en ‘Anoniem’ is een vrouw. Alleen al de bibliografie op het einde doet je perplex staan over zijn bronnenmateriaal en kennis van diverse disciplines, niet in het minst ook geschiedenis.

Als leden van het anti-Orde-kwartet hielden we onze vergaderingen (inclusief hartige hap) tussen 2009 en 2013 bij Jean-Jacques en zijn partner Huguette thuis. Na afhandeling van de dagorde liet Jean-Jacques ons graag enkele van zijn geliefde muziekstukken horen, voorzien van deskundig commentaar. Of onderhield hij ons over de rol van diverse ondergronden voor de smaak van Franse en Italiaanse wijnen.

Heeft die man dan geen kleine kantjes?

Zelf vind ik hem soms wat te veel ‘Pietje Precies’ (nog meer dan mezelf, en dat wil wat zeggen).

Je kan Jean-Jacques geen mail of tekst toesturen of hij signaleert je prompt een feitelijke of taalkundige fout. Recent dacht ik hem toch eens te kunnen ‘pakken’. Vaak ondertekent hij zijn mails met ‘A luta continua’. Met in mijn achterhoofd de naam van een (ultragauchistische) Italiaanse partij van de jaren ‘70-‘80 reageerde ik: “Vergis je je niet? Moet dat niet zijn ‘La lotta continua’”? De repliek liet niet op zich wachten: ‘Mijn allerbeste Kris, ‘A

luta continua’ is in het Portugees geschreven, niet in het Italiaans. Het betreft een slogan of strijdkreet gebruikt door de rebellen van het Frente de Libertação de Moçambique (FRELIMO) gedurende de Mozambikaanse onafhankelijkheidsoorlog. Dat een partijloze dit mag uitleggen aan een stichter van Amada en van Geneeskunde voor het Volk is verbijsterend, maar streelt mijn ego en vervult mij met trots. Ha! Ha! Ha! ;-) Zoals steeds, eindig ik met een luide, overtuigde, geestdriftige ‘A luta continua’.”

Met plezier geïncasseerd, Jean-Jacques, én bijgetreden.

Jean-Jacques, ik ben blij dat we niet alleen compagnons de route waren en zijn, maar vooral echte strijdmakkers in vele gevechten voor een betere, rechtvaardige en verlichte wereld. Gevechten die nog lang niet gewonnen zijn.

Proficiat met je Prijs van het Vrijzinnige Humanisme.

Je hebt hem meer dan verdiend, compañero (correct geschreven?).

DR. KRIS MERCKX, ARTS-STICHTER VAN GENEESKUNDE VOOR HET VOLK (PVDA), STRIJDMAKKER IN VERSCHEIDENE ZAKEN

HUGUETTE MIGNOLET

Boedapest, zaterdag 12 mei 2018, het begin van de ochtend. Het driedaagse congres van de European Society of Contraception and Reproductive Health is bijna ten einde. De zitting opent met de traditionele tussenkomst van Jean-Jacques, dit keer over het thema ‘A different history of birth control’. Het internationale publiek is nog talrijk aanwezig, hoewel de afgevaardigden al vaak vertrekken na het ontbijt, op weg naar de luchthaven of naar het stadcentrum voor een bezoekje. De spreker beëindigt zijn toespraak met opgeheven vuist met de uitroep ‘A luta continua!’ Jean-Jacques herinnert zijn toehoorders, meer bepaald de aanwezige Hongaarse gynaecologen, zonder veel omhaal aan hun plicht tot engagement en weerstand tegenover de repressieve politiek van Viktor Orbán en zijn trawanten op het vlak van vrijwillige zwangerschapsonderbreking. De zaal applaudisseert, enthousiast en … geëmotioneerd.

Als Jean-Jacques zich op ethisch vlak engageert, weet hij maar al te best wat die opstandigheid hem kan kosten. Hij is nooit teruggedeinsd voor een gevecht dat zijn geweten als burger hem dicteerde, of het nu ging om vrouwenrechten (waaronder het recht op abortus), de Palestijnse kwestie, het functioneren van de Belgische Orde der Geneesheren of van het UZ Brussel toen hij er zijn functie nog uitoefende. En er zijn nog vele andere thema’s waarvoor hij zich engageerde, te veel om op te noemen.

De meervoudige strijd die Jean-Jacques gevoerd heeft, ging voor hem vaak ten koste van een zekere eenzaamheid, van een psychische of fysieke vermoeidheid waarvan hij het gewicht evenwel droeg zonder dat het hem verzwakte. Zijn tussenkomsten en oproepen ten gunste van humanitaire doelen zijn inmiddels ontelbaar. Zijn ‘légion d’honneur’ – die hij zou hebben geweigerd mocht men ze hebben aangeboden – is geen ereteken vastgepind op de kraag van zijn jasje: hij draagt ze in zijn binnenste. Hij is een ‘constant gardener’ en zegt met overtuiging: ‘Als ik niet meer verontwaardigd ben na het zien van een schokkende documentaire of het lezen van een onthullende aanklacht, dan zal ik dood zijn’. En om niets te vergeten, noteert hij in zijn fijne, kalligrafische handschrift de meest markante gebeurtenissen en belangwekkende fragmenten uit gelezen boeken in zijn agenda, waarvan de 365 dagen van het jaar niet volstaan, want hij kleeft er met zorg zo veel extra bladzijden tussen dat de agenda zich niet meer laat sluiten.

De belangrijkste kwaliteit van Jean-Jacques? Het verdragen van mijn tekortkomingen. Er was niets dat ons voorbestemde om elkaar te ontmoeten, maar het toeval besliste daar anders over. Ik kan geen andere verklaring bedenken dan die van Michel de Montaigne voor de vriendschap die hem verbond met Etienne de la Boétie: ‘Parce que c’était lui, parce que c’était moi’.

HUGUETTE MIGNOLET, LEVENSGEZELLIN

Foto: Joke Goovaerts

FREDDY MORTIER

Ik ben niet de enige om een grote bewondering te hebben voor Jean-Jacques Amy. In de periode voor de goedkeuring van de Belgische abortuswet kwam hij vaak in het nieuws als martelaar, maar wel een heel rebelse, voor de vrouwenrechten, die bovendien openlijk de handschoen opnam tegen het conservatieve, medische establishment. Ik heb hem persoonlijk maar één keer live ontmoet. Ik ontmoet hem vooral in mijn e-mailbus en in mijn boekenkast. Ik heb eens gegrasduind in mijn post. Toen Open Vld in 2020 de hoogstnodige herziening van de abortuswet, waarvoor er een parlementaire meerderheid was, wou afvoeren om de vorming van een regering mogelijk te maken, bleef Jean-Jacques de ene na de andere mail sturen naar het algemene adres van de partij en in het bijzonder naar de vrouwelijke mandatarissen, tot hij eindelijk antwoord kreeg. In zijn kort dankwoord voor het hard bevochten antwoord viel vooral een zinnetje in het rood op: ‘A luta continua’. Toen de Algerijnse journalist Khaled Drareni was veroordeeld tot twee jaar cel omdat hij zijn werk gedaan had, namelijk verslaggegeven van protesten tegen corruptie en het keiharde politieoptreden daartegen, stuurde Jean-Jacques een indrukwekkende brief naar de Algerijnse ambassadeur in België met de eis tot vrijlating van Drareni. De brief kreeg als staartje een e-mailbericht mee dat hij, als hij onbeantwoord zou blijven, eerstdaags als open brief in Le Soir of in La Libre Belgique zou verschijnen. Toen de astrofysicus Imad Barghouti van de Al-Quds-universiteit in Oost-Jeruzalem in 2020 door de Israëlische autoriteiten zonder proces onder administratieve aanhouding werd geplaatst, verspreidde Jean-Jacques naar allerlei organisaties een indringende persoonlijke nota bij de petitie om Barghouti vrij te laten. Ik kan de voorbeelden vermenigvuldigen. Als iemand de Prijs Vrijzinnig Humanisme verdient, is het wel Amy. Men had eigenlijk een prijs apart moeten bedenken om deze eigenzinnige rebel van de vrijzinnige gedachte naar volle verdienste te kunnen huldigen.

Foto: Lies Willaert

MARC NOPPEN

De R van Respect (en van Recht en Rechtvaardigheid)

Ik heb de goede keuze gemaakt om mijn masteropleiding geneeskunde (toen nog: ‘doctoraten’) aan de VUB te volgen. Zoals iedere student aan welke universiteit dan ook zich allicht enkele ‘fameuze’ proffen zal herinneren, heb ik aan de VUB toch wel enkele bijzondere specimens mogen ontmoeten als prof in een of ander vak.

Zo had je professor Loeb, die in een zeer specifiek taaltje ons de beginselen van de zuigelingenvoeding uitlegde (“moedermelk is voor de kind, koemelk is voor de kalf”), professor Six die ons een brede kijk op geneeskunde en de mens bijbracht (“Noppen, vertel mij eens waarom de Liparische eilanden zo belangrijk zijn in de totstandkoming van silicose als pneumologische beroepsziekte”) of wijlen professor De Vis op het eindexamen interne geneeskunde: “Noppen, dat was niet slecht. Maar wilt gij 20 op 20?” - “Ja professor” - “Bon, geef mij eens de tien cru’s van de Beaujolais”, ondertussen lurkend aan zijn pijp die toen nog in het ziekenhuis gerookt mocht worden.

Andere tijden.

Maar er was ook ene professor Amy. Die met passie en vuur zijn toegemeten uren hoorcollege vulde met spannende verhalen over dr. Peers, gevangenisverblijven, afstappingen door onderzoeksrechter Guy Bellemans die patiëntendossiers wou komen confisqueren van patiënten bij wie professor Amy abortus had verricht, en daarnaast nog spannendere avonturen in zijn jonge jaren in Afrika en in Amerika. Eerlijk: veel gynaecologie heb ik daar niet geleerd, maar humanisme? Tonnen! Als student had ik tijdens mijn stage gynaecologie de mogelijkheid om enkele raadplegingen mee te volgen met de professor. Op een voormiddag keek hij op zijn horloge, en zei: “Ah, het buske uit Leuven zal nu wel arriveren”. Wat bleek? Zijn katholieke confraters die in hun instelling uiteraard geen abortus arte provocatus mochten uitvoeren, stuurden ‘stoemelings’

hun patiënten naar … professor Amy. Waar ze zich de volgende dag in de pers publiek van distantieerden. Hoe onrechtvaardig vond ik dat!

En de prof? Hij deed wat juist was. Wat rechtvaardig was. Voor zijn patiënten.

Ten slotte: zelfs in zijn emeritaat bleef en blijft professor Amy zich inzetten voor Recht en Rechtvaardigheid, en profileert hij zich als een fervente verdediger van de rechten van onze gastprofessor Ahmadreza Djalali, die in de dodencel in Iran zit te wachten op zijn straf – na een schijnproces.

En dan: George Floyd. Na verspreiding van dat fameuze filmpje uit Minneapolis hadden Brusselse jongeren een treinstel van de NMBS beschilderd met graffiti ‘I Can’t Breathe’, in koeien van letters. Toen de NMBS meldde dat te willen verwijderen, schreef de prof een open brief aan de NMBS met de vraag dat te laten staan. Als eerbetoon aan George Floyd. Als teken van Recht en Rechtvaardigheid.

Respect!

PROF. MARC NOPPEN, CEO UZ BRUSSEL

Foto: Lies Willaert

CAROLINE PAUWELS

De Vrije Universiteit Brussel en l’Université Libre de Bruxelles laten zich inspireren door een radicaal humanisme. We staan dan ook op de bres, waar die waarden worden geschonden. Zo ook in de strijd voor de legalisering van abortus.

Onze medische faculteiten, de universitaire ziekenhuizen en artsen lieten vrouwen die ongewenst zwanger waren geraakt en die hun zwangerschap niet wilden verderzetten, niet in de kou staan. Clandestiene abortussen hielden immers grote risico’s in voor de vrouwen: risico’s op zware lichamelijke en psychische letsels, ja zelfs op de dood. Niet vergeten, nooit vergeten: in de jaren 1960 stierven nog elk jaar een vijftigtal Belgische vrouwen aan de gevolgen van abortus.

Onze artsen vonden dat dit niet langer kon en absoluut mensonwaardig was. Vanuit hun ethische gedrevenheid en met respect voor het zelfbeschikkingsrecht van het individu, hielpen ze concreet vrouwen in nood. Abortussen werden op een medisch verantwoorde wijze uitgevoerd door artsen die hun verantwoordelijkheid opnamen. Maar die artsen stelden zich bloot aan vervolging. Ik denk aan dokter Willy Peers, ik denk aan professor Pierre Olivier Hubinont van de ULB. Ik denk aan professor Jean-Jacques Amy van de VUB.

Aan de gedeeltelijke depenalisering van abortus, met de wet Lallemand-Herman Michielsens van 1990, ging een lange en moeizame strijd vooraf. Een strijd waarin mensen zoals Jean-Jacques Amy bereid waren zeer veel op het spel te zetten voor hun humanistische idealen. We kunnen hen daar niet genoeg dankbaar voor zijn. Ik ben dan ook bijzonder verheugd met de toekenning van de Prijs Vrijzinnig Humanisme 2021 aan Jean-Jacques Amy.

CAROLINE PAUWELS, RECTOR VUB

BEA PION

Ik heb al een paar pogingen ondernomen om iets passends op papier te zetten. Helaas heb ik niet de schrijftalenten van Jean-Jacques Amy. Ik moet dus een tekstje schuldig blijven. Ik kan geen woorden vinden die de fijne samenwerking met hem omschrijven.

De herinnering aan de jaren die ik voor hem mocht werken, heb ik verpakt in een mooi geschenkpapier met een grote strik rond.

MEVR. BEA PION, VOORMALIGE SECRETARESSE OP HET TOENMALIGE AZ-VUB

SAM ROWLANDS

Jean-Jacques Amy vertelde me in Bazel in mei 2016 dat hij de bedoeling had een artikel te schrijven over gedwongen sterilisatie. Omdat ik net als hij een passionele voorstander ben van reproductieve autonomie, vroeg ik of ik coauteur kon zijn. Op die manier begon een fantastische samenwerking die ongeveer twee jaar zou duren. Samen schreven we zo’n 27 000 woorden verdeeld over zes artikels in peerreviewed tijdschriften. In die periode verrichtten we onderzoek naar historische, eugenetische, biologische, sociale, ethische, juridische, epidemiologische en andere perspectieven op ons onderwerp. Jean-Jacques is een (overduidelijk) uniek voorbeeld van een veelzijdig geleerde met een uitzonderlijk brede kennis en begripsvermogen – maar hij is ook een pedant. Die combinatie bleek fantastisch te zijn voor onze samenwerking – hij maakte gebruik van zijn grote kennis en schreef uitvoerige teksten, maar tegelijk braken we ons het hoofd over welk woord moest worden gebruikt in een bepaalde zin en hoe we onze opmerkingen precies moesten formuleren. Jean-Jacques luisterde geduldig toen ik een poster presenteerde die we samen hadden gemaakt voor een congres in Budapest in 2018. Ik kijk met plezier terug op die periode die me een immense bevrediging schonk. Google Scholar vertelt me dat we tot nog toe 69 keer geciteerd zijn, waar we denk ik beiden verheugd over kunnen zijn.

PROF. SAM ROWLANDS

MIA TAFFIJN

Als ik aan prof. Amy denk, verschijnt er spontaan een glimlach op mijn gelaat. Dan denk ik aan de vele mooie momenten die we samen mochten beleven.

Hij is een getalenteerd verteller. Zo deed hij het verhaal van zijn papegaai die perfect het piepende geluid van zijn garagepoort kon nabootsen. De papegaai stuurde zijn baasje meermaals naar buiten ‘s avonds omdat hij dacht dat hij de garagepoort hoorde opengaan. Tot hij besefte dat het de papegaai was, die hem steeds naar buiten stuurde.

De kleurrijke manier waarop dat verhaal verteld werd, was onbeschrijfelijk.

Groot is en blijft mijn respect en bewondering voor deze buitengewone man. Een man van vele talenten, grenzeloze empathie, vastberadenheid en een vechtlust tegen onrecht dat men niet voor mogelijk houdt. Hij verdedigde steeds zijn personeel. Ooit stevende hij op de echtgenoot van een patiënte af die werkelijk héél onbeleefd gedrag vertoonde en zich agressief opstelde ten opzichte van de verpleegkundige. Het was nogal komisch om te zien. Een razende man, die met hoofd en schouders boven prof. Amy uittorende. Maar dat kon prof. Amy niet deren. Hij wees de razende man beleefd, doch heel kordaat de deur.

Een perfecte hoogleraar, dat weet iedereen ondertussen. Maar ook op de consultatie ging het onderrichten door. Meermaals per dag riep hij ons om bepaalde zaken (zeldzame of meer voorkomende) te tonen en te illustreren. Nu nog hoor ik vaak zijn stem en uitleg bij bepaalde casussen. Onze alertheid en kennis werden constant op die manier gestimuleerd en bijgeschaafd.

Zijn eigenaardigheden ... De liefdevolle verzorging voor zijn reusachtige papyrus (en dewelke ook van ons verwachtte). De nota’s (toen nog geschreven en niet digitaal) waren een lust voor het oog. Héél duidelijk door het mooie en verzorgde handschrift, maar ook door de kleurtjes, aangebracht om bepaalde dingen te accentueren. Tot slot zijn fijn gevoel voor humor. Hij bedankte me ooit voor de overheerlijke tas thee die ik hem gebracht

had. ‘Het was koffie’, zei ik, waarop hij fijntjes glimlachte. Ik had het begrepen ... de koffie was nogal slapjes uitgevallen. Of toen hij zei ‘aha, ons Mieke eet balletjes met soep’. Ik moet toegeven, er lagen wel héél veel balletjes in de soep.

Mijn respect groeide mee met mijn dienstjaren, alsook de angst die we voelden voor prof. Amy. ... Als de gerechtsdeurwaarder voor de zoveelste keer een dossier kwam confisqueren. ... En prof. Amy dat voor de zoveelste keer weigerde mee te geven. ... En voor de zoveelste keer verdween hi,j omringd door de gerechtelijke politie, in de lift richting politiegebouw of justitiepaleis.

Ik heb het geluk gehad deze schitterende man te leren kennen en een klein onderdeeltje van zijn leven te zijn. Hij heeft me grotendeels gemaakt tot wie ik nu ben.

Dank je wel, prof. Amy.

Genegen

MIA TAFFIJN

ALAIN TYTGAT

Beste Jean-Jacques

Reeds meer dan vier decennia kennen we elkaar. Eerst in onze warme sympathie en waardering voor de genereuze persoonlijkheid van dr. Willy Peers. We voelden ons solidair met hem.

Wij zijn gestart met een professionele relatie in het kader van de oprichting van CEVO, het eerste Nederlandstalige opvangcentrum voor verantwoord ouderschap.

Jij was vastberaden en steeds consequent, als diensthoofd Gynaecologie en Verloskunde, aan het AZ VUB. Je aarzelde niet om actief tegemoet te komen aan de nood van de vrouw om vrij over haar lichaam te beschikken, door actief medisch verantwoorde zwangerschapsafbrekingen uit te voeren. Zo moesten oplossingen voor deze maatschappelijke nood niet meer in het buitenland gezocht worden, of nog erger, bij engeltjesmaaksters.

Principieel en in gezelschap van onverschrokken medestanders nam je bedachtzaam risicovolle beslissingen.

Gerechtelijke vervolgingen en veroordelingen schrikten je niet af. Je wou resoluut het debat aanzwengelen en de zo noodzakelijke veranderingen teweegbrengen.

Je was bijzonder vindingrijk in het absoluut beschermen van het medisch geheim in het belang van al je patienten. De raad van bestuur van het Universitair Ziekenhuis van de Vrije Universiteit Brussel steunde je unaniem door mededaderschap op zich te nemen.

Ik ken je als een perfectionist en connaisseur in vele domeinen: wetenschap, literatuur, filosofie en andere geneugten van het leven, zoals goede wijn.

De strijd voor de volksgezondheid, de vrije meningsuiting, de rechten van de vrouw, het wegwerken van elke discriminatie dulden geen compromis en blijven steeds hoog op je agenda staan.

Je blijft trouw aan de vrijzinnige waarden van de Vrije Universiteit Brussel. Haar devies ‘Scientia Vincere Tenebras’ zijn nimmer ijdele woorden voor jou.

Jouw acties en inzichten steunen op hoogstaand en internationaal erkend wetenschappelijk onderzoek.

Beste Jean- Jacques, ook in jouw strijd tegen ‘La bête’ sta ik aan je zijde.

Wij blijven samen alert, want ‘rien n’est jamais acquis’. Jouw initiatieven en gedrevenheid blijven velen van ons inspireren.

En tout bien tout honneur, Jean-Jacques Amy, je t’aime.

MEESTER ALAIN TYTGAT

ELIANE VAN DEN ENDE

Mon Amy

‘Hoe gaat ’t met je mooie borstjes?’, ‘We hebben opnieuw een Félicien Rops nodig die tegen de schenen van het hypocriete katholieke doemdenken en het burger-dom schopt!’, ‘Over een paar jaar zijn we professione-

le collega’s!’ … Een paar van de openingstractaties bij mijn consults bij prof. dr. Jean-Jacques Amy. Telkens was ik wat bouche bée, maar geen enkele spriet van mijn vrouwvriendelijke haardos voelde zich ooit of immer gekrenkt. Het was menselijke empathie vanuit een bezorgdheid om spanning te temperen, om kennis te delen en uit te wisselen …

Historicus is mon Amy niet geworden, maar historiek doordrenkt zijn denken. Net als vrouwen. Allebei hebben we een ‘vrouwenboek’ geschreven. Het mijne wat … wufter. Het zijne serieuzer/meticuleuzer. ‘Pietje Precies’, maar ook weifelend en twijfelend. Zoekend en beseffend dat kennis altijd aangevuld dient te worden. Vasthoudende pitbull en cultuurminnende humanist. Streng rationeel, maar met een gemoed dat soms overloopt. Ongedurig, eigenzinnig (maar is dat niet karaktervol?), koppig bij wijlen, curieus, genereus, onverzetbaar, foeterend op ’s werelds onrecht en op een tam toetsenbord. Vaak heeft hij het evenwel bij het rechte (niet rechtse) eind. En nog staat genees-heer Jean-Jacques Amy – stante pede – op de bres om te helpen en vaak is zijn oordeel … bingo!

Antwerpse Fransman en gewenst wereldburger. Sociaal dier, maar saloneenzaat met een boekje-in-een-hoekje en een beduidend muziekje.

Achter dat strenge voorkomen schuilt een (over-) gevoelige mens bekommerd om de medemens. Hoe kan je dat uitvissen? Cherchez la femme! Een man (of zijn inborst) herken je aan de compagnon de route die hij kiest en verdient.

MEVR. ELIANE VAN DEN ENDE

ANNE VEROUGSTRAETE

Jean-Jacques is een echte militant: duidelijk progressief, met een sociaal engagement, en een kritische geest: hij kan het niet laten om bij onrecht met frisse verontwaardiging te reageren. Zeer onlangs nog schreef hij een aangetekende brief aan Charles Michel over zijn houding ten opzichte van Ursula von der Leyen en Erdogan!

Zijn bazen waren niet unaniem enthousiast met deze attitude, en sommigen hadden wel gewild dat hij wat meer in de pas zou lopen.

Jean-Jacques had beslist dat hij ook zou waken over de culturele ontwikkeling van zijn assistenten in opleiding. In de operatiezaal leerden we niet alleen duidelijke schema’s om te opereren, wij werden ook bevraagd over culturele, historische en politieke topics. Jean-Jacques Amy had beslist dat we niet rustig zouden mogen afstuderen als vakidioten. Dt-, stijl- en taalfouten werden stelselmatig aangepakt!

Een beetje geschiedenis: Tijdens de illegaliteit in de jaren ‘70 werden in België abortussen zonder winstbejag en op medisch verantwoorde wijze uitgevoerd. Wij hadden geen schunnige artsen die rijk werden omdat ze vrouwen uitbuitten, zoals zo dikwijls gebeurt in landen waar abortus verboden is.

De pioniers waren vooraanstaande artsen met een ontegensprekelijke morele integriteit: Willy Peers, Pierre Olivier Hubinont, Jean-Jacques Amy. Dat imago straalde uit op de hele abortusbeweging. Dankzij hen konden de abortushulpverleners in België met geheven hoofd door het leven gaan.

Toen Willy Peers in 1973 in de gevangenis belandde voor het uitvoeren van illegale abortus, kwam er een stevige reactie van de feministische en progressieve beweging.

In 1976 werden, ook in Brussel, progressieve artsen (waaronder Hubinont en Jean-Jacques Amy) en andere hulpverleners vervolgd voor dezelfde reden. De ULB- en VUB-directie steunden hen openlijk. Maar er was wel een duidelijk regionaal verschil.

In Franstalig België was er een lange lijst ziekenhuizen en artsen, waaronder professoren, diensthoofden, bekende gynaecologen die abortussen uitvoerden en de beweging steunden; in Nederlandstalig België was er één ziekenhuis, het AZ-VUB, en één arts, Jean-Jacques Amy. Daar moest je toch wel wat moed en doorzettingsvermogen voor hebben!

Solidariteit is geen ijdel woord voor Jean-Jacques. Toen in 1984 gynaecoloog Dirk Wildemeersch gedurende negen dagen in de gevangenis opgesloten werd omwille van een illegale abortus, besliste Jean-Jacques prompt om een van zijn assistenten, Marleen Temmerman, uit te sturen om hem te vervangen. Dat om de continuïteit van de zorg te garanderen, en ook om hem op die manier openlijk te steunen. De laatste jaren heb ik Jean-Jacques regelmatig gezien. Hij heeft mij overtuigd om, samen met hem, als vrijwilliger, in de raad van bestuur van de Fédération Laïque de Centres de Planning Familial (FLCPF) te zetelen. Dat was een boeiende samenwerking!