HuisartsenService NR. 3 | 2020
ACHTERGROND ‘Ik wil aan de pil’ is niet altijd een vraag om ‘de pil’, maar wel een vraag om anticonceptie.
Focus op e-health HUISARTS IN BEELD Het Huisartsenteam De Keen Etten-Leur
OPINIE De duurzaamheid van e-health toepassingen
Inhoud 32
Voorwoord
16
4 Focus
4
E-health in opmars... en nu ? HuisartsenService in beeld
7
Medisch nieuws
8
Excellent Care Clinics
10
Effectieve pijnvermindering bij pundus neuralgie Huisarts in beeld
12
Jasper Schellingerhout, Het Huisartsenteam de Keen in Etten-Leur Anticonceptie 16 Counseling essentieel bij anticonceptieverzoek ZonMW 19 Huisarts David Fortuin, PaTz groep verhoogt kwalitieit palliatieve zorg
Instituut Verantwoord Medicijngebruik
21
Veilig medicijngebruik thuis met innovatieve technologie Antistolling 22 Maag Lever Darm Stichting
24
Online keuzehulp gidst naar beste passende behandeling prikkelbare darm syndroom Column Janneke Wittekoek
27
Cardioloog-on-demand Opinie Wolter Paans, Hanzehogeschool Groningen
28
De duurzaamheid van e-health toepassingen Selectie
31
Tele-hartrevalidatie 32 Corona-onderzoek HuisartsenService
34
Gratis ontvangen eindrapport De juiste inhalator én hulpmiddelen voor elke patiënt
36
Voedingswaarde 39 Column Frans-Joseph Sinjorgo
41
We zijn er inmiddels min of meer aan gewend geraakt dat we in coronatijd leven. Toch is er nog veel onzekerheid over wat ons nog te wachten staat in de periode die voor ons ligt. HuisartsenService heeft inmiddels een onderzoek afgerond over de eerste 12 weken van de coronacrisis en in dit magazine vindt u een mooie samenvatting. Het complete rapport wordt naar alle deelnemers gestuurd, maar is ook op te vragen en wordt gratis aan onze lezers beschikbaar gesteld. We hopen dat deze informatie u ook kan helpen bij wat ons eventueel nog te wachten staat aangaande deze crisis. In dit magazine ook speciale aandacht voor het onderwerp e-health, een onderdeel van de zorg dat in een stroomversnelling terecht is gekomen, omdat de zorg zich sneller dan verwacht aan heeft moeten passen aan de nieuwe situatie. Bent u ook al aan het beeldbellen en wordt er zorg op afstand verleend? Weet u wat u wel en niet kan declareren? Zijn uw patiënten ook op de hoogte van de nieuwe mogelijkheden? Heeft u de juiste software en hardware en is de beveiliging hiervan goed geregeld? Zomaar vragen die bij mij opkomen en wellicht bij u ook. We zijn ook erg benieuwd naar de oplossingen die zijn gevonden en de innovaties die plaatsvinden. Op 30 september 2020 vindt ons eerste eigen webinar plaats, waar we ingaan op een andere manier van werken met betrekking tot het meten van de bloeddruk en er zullen in de komende maanden meer webinars volgen. U kunt deze altijd terugvinden op onze nascholingswebsite www.huisarts-nascholing.nl . We wensen u voor nu vooral veel leesplezier en we hopen dat ons magazine en onze andere diensten bijdragen aan de zorg in de eerstelijn. Dirk-Jan Kruithof Uitgever
Help, mijn smartwatch verzuipt COLOFON HuisartsenService is een kwartaalmagazine en wordt gratis verspreid onder huisartsen. Wilt u HuisartsenService ook ontvangen of wilt u een adreswijziging doorgeven mail dan naar info@huisartsenservice.nl UITGEVER MedWay BV, Postbus 1199, 3860 BD Nijkerk, 033-2471171 info@medwaybv.nl / www.huisartsenservice.nl / info@huisartsenservice.nl COÖRDINATIE MAGAZINE EN ADVERTENTIE EXPLOITATIE Claudine van Peperstraten, peperstraten@ huisartsenservice.nl 06-12971011 REDACTIE buro33, Edgar Kruize / Esther Schulting, www.buro33.nl ONTWERP EN DTP PHprojecten DRUK Platform P COPYRIGHT Op alle artikelen en fotografie in dit magazine rust auteursrecht. Prijswijzigingen en drukfouten voorbehouden. Gebruik of verspreiding zonder toestemming van de uitgever is verboden. DISCLAIMER MedWay BV en bij deze uitgave betrokken medewerkers aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor mogelijke gevolgen die zouden kunnen voortvloeien uit het gebruik van de in deze uitgave opgenomen informatie. Uitspraken die worden gedaan in de gepubliceerde interviews zijn van de geïnterviewde en hoeven niet overeen te komen met de mening van de redactie en uitgever. HuisartsenService
3
Door HuisartsenService
Focus
E-health in opmars… en nu? Als er één positief ding aan de coronacrisis toegeschreven kan worden, is het wel dat de implementatie van e-health in de eerstelijnszorg een sprong voorwaarts heeft gemaakt. Goed, noodgedwongen, maar de koudwatervrees is er in veel gevallen nu definitief vanaf en anderen zijn enthousiast de stroomversnelling ingedoken. Hoe nu deze ontwikkeling ook in de toekomst vast te houden?
Het heeft even geduurd. In 2014 zijn er vanuit de overheid zorgvuldig geformuleerde ambities gepresenteerd om e-health op brede schaal te laten landen in het Nederlandse zorglandschap. De ambities konden echter niet worden waargemaakt. In het FD verscheen eind 2019 nog een uitgebreid stuk van journaliste Christel Don met de veelzeggende kop ‘Waar blijft de e-health revolutie?’ en begin dit jaar publiceerde ZorgVisie een uitgebreid stuk genaamd ‘Waarom het maar niet wil opschieten met e-health’. “De kwaliteit, betaalbaarheid en de toegankelijkheid van de zorg staan op het spel. Personeelstekorten stapelen zich op, de werkdruk neemt toe evenals de wachtlijsten en patiënten vallen tussen wal en schip. Iedereen is het er over eens dat ‘het roer om moet’, maar niemand neemt de regie”, zo stond in laatstgenoemd artikel en dat is in diverse andere berichten in de pers eveneens de strekking. De in november gepresenteerde ‘eHealth monitor 2019’ van Nictiz liet eveneens zien dat de in 2014 geformuleerde overheidsdoelen nauwelijks gehaald waren. “Het blijkt lastig om de doelstelling eenop-een te vergelijken met de huidige situatie”, aldus Nictiz. “De (zorg)wereld van nu ziet er anders uit dan in 2014; voortschrijdend inzicht en vernieuwende, technologische ontwikkelingen spelen een rol.”
‘Alle spelers in het zorgveld zijn nu aan zet om e-health zorgbreed in te voeren en te gaan gebruiken’ 4
HuisartsenService
Onmisbaar Toch liet genoemde monitor ook zien dat de inzet van e-health een onmisbaar onderdeel van de zorg(verlening) in Nederland is geworden. Zorgverleners zien – aldus het onderzoek – de noodzaak om zorgprocessen opnieuw te gaan vormgeven en inrichten met behulp van e-health. “Op die manier krijgen patiënten meer zeggenschap over hun eigen gezondheid. Ook draagt de inzet van e-health bij aan de verlaging van de werkdruk in de zorg. Zo ervaren zorgverleners tijdwinst door beter overzicht en inzage op afstand met behulp van e-health.” In de monitor zijn de ondervraagden het eens over het feit dat de technologie vlekkeloos moet werken om e-health goed te kunnen inzetten en goed moet aansluiten op de zorgprocessen binnen en tussen de zorginstellingen. De boodschap was helder: “Alle spelers in het zorgveld zijn nu aan zet om e-health zorgbreed in te voeren en te gaan gebruiken.”
Zorgwinst Toch is er op meerdere fronten tegengestribbeld. Elders in dit magazine vertelt huisarts Jasper Schellingerhout over de manier waarop in zijn huisartsenpraktijk e-health succesvol geïmplementeerd is en zorgwinst oplevert. Tegelijk merkt hij dat er collega’s zijn die achter blijven vanuit de redenatie ‘mijn patiënten willen dit niet’. In januari van dit jaar publiceerde Werkgroep Zorg 2025 in Medisch Contact een brief waarin werd gesteld dat ‘e-health de toegankelijkheid van zorg kan belemmeren’. Uitgangpunt van dat schrijven was dat niet iedereen over een computer of de digitale vaardigheden beschikt om via e-health goed geholpen te worden.
Beeldbellen En toen kwam corona. Patiënten die normaal in de spreekkamer werden gezien, moesten opeens op andere manieren worden benaderd of behandeld. Zorgprocessen moesten noodgedrongen om. En de diverse e-health technieken die – kort door de bocht – lange tijd op afstand waren gehouden, bleken daartoe ineens hét middel. Zo was in de GGZ de ontwikkeling waarneembaar dat er 16 keer meer digitaal afgesproken werd dan voor de corona-uitbraak. Uit recent onderzoek van Nivel blijkt dat sinds de coronacrisis driekwart van de Nederlandse huisartsenpraktijken meer gebruik is gaan maken van
e-health toepassingen. Met name beeldbellen heeft een vlucht gemaakt. Van de 1443 huisartsenpraktijken die aan het onderzoek hebben meegewerkt, heeft bijna de helft (693) voor het eerst gebruik gemaakt van beeldbeltechnieken. De overige huisartsen zijn ook relatief recent gestart, want uit vergelijkbaar onderzoek van Nivel een jaar geleden, bleek dat het percentage dat beeldbellen inzette om patiënten te spreken destijds op 0 (nul!) procent lag. Indien er voor de crisis al van e-health toepassingen gebruik werd gemaakt, is deze vooral op het gebied van online recepten aanvragen en e-consults geïntensiveerd. Zo gaf 73 procent van de huisartsen aan al gebruik van e-consulten te maken, 69 procent van het online aanvragen van herhaalrecepten en 52 procent van teleconsultatie, maar deze toepassingen nu intensiever te gaan gebruiken. Van de ondervraagde huisartsenpraktijken verwacht 28 procent beeldbellen ook na de crisis meer te blijven gebruiken en 26 procent e-consults in zwang te houden, waar de bereidheid bij andere e-health toepassingen wat minder groot is. 17 procent zegt door te willen met teleconsultatie, 14 procent met digitale herhaalrecepten en 7 procent met telemonitoring.
De ‘oude situatie’ In die zin is de impact van coronacrisis voor de zorg enigszins vergelijkbaar met die van de hele maatschappij. Toen de crisis uitbrak gingen mensen er ambitieus mee om. Hoopvolle visies van een wereld waarin minder werd gevlogen, meer rekening met de ander en de natuur werd gehouden en op andere manieren met bijvoorbeeld woon-werkverkeer (en thuiswerken) zou worden omgegaan, gleden langzaam maar zeker weer terug naar de oude bekende patronen. Dat is de menselijke natuur, we houden het liefst alles zoals we het kennen. Tegenover HuisartsenService stelde huisarts Bart van Pinxteren: “Wat mij opvalt is dat veel collega’s liefst zo snel mogelijk terug willen naar de ‘oude’ situatie, terwijl de zorginnovatoren staan te trappelen om e-health definitief op de kaart te zetten. En wat wil de patiënt?”, hij is niet de enige. Tegenover BNR zei Lea Bouwmeester, voorzitter van de redactiedraad van ICT&health iets soortgelijks. “Tijdens de coronacrisis ging de digitalisering van de zorg extreem snel, omdat het moest. Wat je nu ziet is dat er een stuwmeer aan vragen is, maar het oude logistieke proces weer wordt opgepakt (…) Digitalisering heeft zeker wel een
HuisartsenService
5
Focus
vlucht genomen, de vraag is nu alleen hoe we dat vasthouden. Er zijn veel mooie vormen van digitale zorg in de praktijk samen gebouwd. Daarvoor zullen we ervoor moeten zorgen dat we de innovatieve geest vasthouden. Met het doel kwaliteit van leven en functioneren van mensen vergroten voor wie dat op deze manier kan en wil.”
Digitale zorg Daarmee sluiten zij aan bij wat Jasper Schellingerhout elders in dit nummer zegt. De patiënt is over het algemeen blij met dergelijke innovaties en omarmt deze in veel gevallen zelfs. Hoe nu door? In opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport stelde de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving het advies ‘Zorg op afstand dichterbij? - Digitale zorg na de coronacrisis’ op. “Ook in de zorg zijn digitale toepassingen meer dan ooit gebruikt, terwijl de afgelopen jaren vooral werd gesproken over hobbels en knelpunten. Wij bogen ons langs die weg eerder over het thema. De coronacrisis dwong velen nu om te gaan doen. Er was weinig keus en voor knelpunten was weinig tijd. Vaak bleek het een goede oplossing die zelfs de verwachtingen te boven ging. Niet alles ging goed en niet iedereen was tevreden. Maar feit blijft dat de afgelopen maanden in de praktijk enorm
NHG-Standpunt: e-health voor huisarts en patiënt Het NHG is voorstander van de nieuwe mogelijkheden die e-health toepassingen kunnen bieden aan burger, patiënt of zorgverlener en heeft dit ook zo verwoord in de Toekomstvisie Huisartsenzorg 2022. E-health biedt volop kansen voor huisartsen hun service/bereikbaarheid te verbeteren en zorg op een meer efficiënte manier te organiseren. Het NHG ziet het als haar taak haar leden te ondersteunen door middel van richtlijnen, praktische hulpmiddelen en onderbouwde adviezen ten aanzien van kwalitatief goede e-health toepassingen. Voor het NHG ligt de prioriteit bij toepassingen die de huisarts helpen in de zorg voor patiënten. Dit betreft in eerste instantie voorlichting en de mogelijkheden voor contact tussen huisarts en patiënt. Het NHG wil met name aandacht schenken aan drie thema’s: • Online dienstverlening van de huisarts: e-consult, online afspraken en online recepten aanvragen • Ondersteuning van zelfmanagement door patiënten, onder meer door het individueel zorgplan
6
HuisartsenService
veel ervaringen zijn opgedaan met digitale zorg. En dat is enorme winst”, zo stelt RVS-voorzitter Jet Bussemaker. Volgens de Raad is het niet evident dat de zinvolle ontwikkelingen die nu zijn gemaakt op e-health gebied ook na de coronacrisis worden doorgezet. Dit terwijl dat wel van groot belang is. Dat belang werd in 2014 al onderstreept en jarenlang bleef dat een ondergeschoven kindje. De omslag moet nu worden voortgezet. “Er moet niet langer gefocust worden op het investeren in digitale infrastruc-
‘Digitalisering heeft een vlucht genomen, de vraag is nu alleen hoe we dat vasthouden’ tuur en opschalen van bestaande toepassingen, maar op het stimuleren van een lerende praktijk waarin digitale zorg gericht kan worden ontwikkeld”, zo stelt het RVS. “Dat vraagt niet zozeer het vasthouden of opschalen van wat nu is ontwikkeld, maar het voortbouwen op de beweging in de praktijk die ten tijde van corona is ontstaan.”
• Ondersteunen van de patiënt door het digitaal beschikbaar stellen van geselecteerde medische gegevens uit het HIS, bijvoorbeeld voor gebruik in een Persoonlijk Gezondheids Dossier • Het NHG stelt de volgende voorwaarden aan e-health in de huisartsenzorg: • E-health moet ingebed zijn in de bestaande artspatiënt relatie • Digitale toepassingen voor de samenwerking tussen huisarts en patiënt zijn aanvullend op bestaande reguliere vormen van zorg. E-health wordt op maat en passend bij de patiënt ingezet (zie ook de toekomstvisie) • Het inzetten van e-health toepassingen door de huisarts gebeurt met inachtneming van algemene normen voor het waarborgen van privacy en vertrouwelijkheid. Deze normen zijn in brede zin van belang bij gegevensuitwisseling in de zorg en van groot belang voor de beroepsgroep en de patiënt • Noodzakelijk voor de acceptatie van toepassingen is dat deze altijd zijn te koppelen aan, dan wel te integreren in het HIS van de huisarts • Huidige en toekomstige toepassingen (bron: NHG.nl)
HuisartsenService
In beeld
•
Gratis Toolkit voor de POH
Deze handige waaier staat boordevol tips en trucs voor elke dag; dingen om aan te denken, opdrachten om jezelf te verbeteren, hoe je jezelf en anderen beter kunt begrijpen en diverse weetjes. Een handig instrument dus voor op het bureau, om er desgewenst even snel bij te pakken of om juist tijdens een rustmomentje even een mini-opdracht te doen. De Toolkit POH is aan te vragen via info@huisartsenservice.nl en wordt kosteloos bezorgd.
Meer informatie of producten aanvragen? Mail naar info@huisartsenservice.nl
MEDISCH NIEUWS
•
Door buro33
Huisartsen verdeeld over beeldbellen
‘Coronamaatregelen leiden tot ongezonde levensstijl bij kinderen’
Grote vraag naar griepprik
Tijdens het begin van de coronacrisis, blijken diverse huisartsen diagnoses te hebben gemist. Dit blijkt uit onderzoek van RTL Nieuws. Zo zijn onder meer tumoren te laat ontdekt, of ernstige ontstekingen verkeerd ingeschat. Het lijkt er op dat het hier met name fouten betreft die in de omschakeling van fysiek contact naar digitaal contact zijn gemaakt. Uit het in september gepresenteerde onderzoek, blijkt dat een groot deel (60 procent) van de 268 ondervraagde huisartsen ook in de toekomst door wil met digitale consulten, met tijdsbesparing als belangrijk argument. Het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) stelt dat er voordat digitale zorg vanuit de overheid meer verplicht wordt, er door de minister ook goed gekeken moet worden naar de risico’s. “Daar zouden we graag meer onderzoek naar zien”, aldus Wendy Borneman, voorzitter NHG. “Want we moeten eerst zien wanneer het kan. En wanneer het wel en niet veilig is.”
Onderzoek geleid door kinderarts Anita Vreugdenhil, hoofd van het Centre for Overweight Adolescent and Children’s Healthcare (COACH) van het Maastricht UMC+, toont aan dat de coronamaatregelen bij kinderen hebben geleid tot minder beweging en meer ongezond eten. Zo bewoog driekwart van de kinderen tijdens de eerste maanden van de intelligente lockdown minder dan voorheen en één op de drie at vaker ongezonde snacks. Een vijfde is in de meetperiode aangekomen in gewicht, meer dan kan worden verklaard uit normale groeicijfers. In de categorie kinderen met overgewicht of obesitas, gold dit voor veertig procent. Gemiddeld bewogen de kinderen bijna een uur minder per dag en zaten ze 45 minuten meer. “We zijn bezig met een wetenschappelijk artikel, maar het leek ons belangrijk om de resultaten nu al naar buiten te brengen”, aldus Vreugdenhil. “Zodat dan, mochten er weer maatregelen nodig zijn, of scholen dicht moeten, bekend is wat de gevolgen daarvan zijn. Laten we nu alvast nadenken over hoe we die tegengaan.”
Het RIVM verwacht dat dit jaar de vraag naar de griepprik hoger zal zijn dan ooit, waardoor het de vraag is of iedereen die een griepprik wil deze ook kan krijgen. Normaal krijgen zes miljoen kwetsbaren en ouderen in het najaar een oproep voor een gratis griepprik. Daar maakt normaliter ongeveer de helft gebruik van. De verwachting is dat het aantal dit jaar significant hoger zal zijn en de half miljoen extra aangeschafte vaccins niet voldoende zijn. Het toedienen gebeurt dit jaar in veel gevallen ook anders. Op advies van het Nederlands Huisartsen Genootschap zullen patiënten voor een griepprik vanaf de rugzijde worden benaderd. Zo kan worden voorkomen dat een zieke patiënt de arts of assistent in het gezicht hoest of ademt. Ook de jaarlijkse griepvaccinatie wordt dit jaar voor het eerst gecombineerd met een vaccinatie tegen pneumokokken. In coronatijd wordt aangeraden om ook alert te zijn op mogelijke verschijnselen. De griepprik lokt een immuunreactie uit en die kan zich bij sommige mensen uiten in griepachtige klachten. Aangeraden wordt om dan alsnog ook een coronatest te laten doen.
8
HuisartsenService
‘Eigen risicoloos’ systeem voorkomt onnodig ziekenhuisbezoek
Een standbeeld voor de zorg
Belangrijk: Injectietechniek voor mensen met diabetes
Rijnstate is in de regio Arnhem een samenwerking aangegaan met OnzeHuisartsen. Hierdoor hebben meer dan 200 huisartsen in de regio de mogelijkheid om via een digitaal (video) consult de hulp in te schakelen van een medisch specialist. Daar de huisarts hoofdbehandelaar blijft van de cliënt, wordt op deze manier het eigen risico van de patiënt niet aangetast. De specialist geeft vervolgens binnen drie werkdagen een advies. Het voornaamste doel van deze nieuwe manier van werken, is om veelvoorkomende onnodige doorverwijzingen van de eerste- naar de tweedelijn te voorkomen. Vooralsnog gaat het hier om advies van de specialismen cardiologie, dermatologie, geriatrie, interne geneeskunde en orthopedie. Een woordvoerder van Rijnstate stelt dat er met de zorgverzekeraar afspraken zijn gemaakt over vergoedingen van de digitale consultaties met specialisten. Mochten zich meer specialismen aanbieden, dan wordt de samenwerking verder uitgerold.
Tijdens met name het begin van de coronacrisis werd er volop geapplaudisseerd voor de mensen in de zorg en werd meerdere malen hardop geroepen dat deze mensen een standbeeld verdienden. Naar verluidt is er in het geval van OLVG-Oost in Amsterdam zelfs al een voorstel gedaan. Dat deed huisarts en hypnotherapeut Jankees de Ridder zich afvragen in hoeverre er in Nederland al daadwerkelijke monumenten voor de medische zorg zijn opgericht. Foto’s van de inmiddels meer dan zestig beelden die hij heeft gevonden, heeft hij op zijn blog geplaatst. Van de bustes van zorgaartsvader Hippocrates in Leiden of eerste vrouwelijke arts Aletta Jacobs in Groningen, tot standbeelden van Albert Schweitzer (Deventer) en wijkverpleegster Swart (Westerbork) en meer abstracte beelden zoals de DNA-streng van Marjolein Kriek (Nijmegen) of de ‘bypass’ die in Amsterdam is geplaatst als gedenkteken voor cardioloog prof. dr. Dirk Durrer. Bloglink op http://huisartsenservice.nl/nieuws/ detail/een-standbeeld-voor-dezorg/8633
In Nederland gebruiken één op de drie mensen nog een lange naald (6/8mm) voor het injecteren van insuline met een pen. Uit onderzoek is gebleken dat de huiddikte gemiddeld tussen de 1,8mm en 2,5mm bedraagt ongeacht leeftijd, geslacht, etniciteit of BMI. Het gebruik van een lange insulinepennaald leidt tot een groter risico op een spierinjectie, waarbij de insuline te snel in het lichaam wordt opgenomen. Het advies is om korte pennaalden te gebruiken van 4mm of 5mm voor een loodrechte injectie. Deze lengte is geschikt voor de meeste volwassen en kinderen. Met een 4mm pennaald is er nauwelijks risico op een spierinjectie. Sommige naalden zijn voorzien van EasyFlow™, een extra dunne naaldwand, waardoor het injecteren gemakkelijker gaat en als minder pijnlijk wordt ervaren door patiënten.
HuisartsenService
9
Door Excellent Care Clinics
Advertorial
In de spotlight
De beste zorg. Dichterbij. Effectieve pijnvermindering bij pudendus neuralgie Pudendus neuralgie is een relatief onbekende aandoening met een heel groot effect op de levenskwaliteit. De aandoening ontstaat door problemen met de pudenduszenuw en manifesteert zich meestal tussen de leeftijd van 50-70 jaar met een langzaam progressieve aanvang van de symptomen. Bij Excellent Care Clinics kan de aandoening effectief behandeld worden aan de hand van de echogeleide nervus pendusblokkade, medicatie tegen neuropathische pijn en pijnrevalidatie.
pudenduszenuw en soms is de etiologie geheel onduidelijk. Cees-Jan Oostwouder, pijnspecialist/anesthesioloog bij Excellent Care Clinics vertelt: ‘Wel zijn er risicofactoren,
SYMPTOMEN Bij pudendus neuralgie ontstaat geleidelijk een neuropathische pijn met wisselende intensiteit in de perineale regio. De pijn kan als intens, scherp, brandend en soms als een doof gevoel ervaren worden. De pijn is veelal mediaal, minder unilateraal en is overdag intenser en neemt toe met zitten of bij het dragen van strakke kleding. Soms is er sprake van sympathalgia (het gevoel van een vreemd lichaam in het rectum of de vagina). Andere symptomen betreffen: −− urinaire (pollakisurie, dysurie) −− anorectale (dyschezie, toegenomen pijn na ontlasting) −− seksuele (dyspareunie, intolerantie voor vulvair contact, postcoïtale verergering van de pijn, aanhoudende genitale geprikkeldheid, erectiestoornissen) −− myofasciale pijn aan het zitvlak
zoals overmatig fietsen, al dan niet op een smal zadel, bevalling en littekenweefsel na operatie of bestraling of gordelroos (herpes zoster) in het bekkengebied.’ De pudenduszenuw, oftewel schaamzenuw, heeft meerdere zones waar zenuwcompressie kan optreden: beklemming tussen de sacrotuberale en sacrospinale ligamenten, in het kanaal van Alcock, het gebogen deel van het sacrotuberale ligament en in het kanaal onder het schaambeen. Pudendus
OORZAAK Pudendus neuralgie kan ontstaan door aantasting, beschadiging of beknelling (inklemming) van de
neuralgie kan zich verschillend gedragen: van goedaardig – regressief tot evolutief met heftige invaliderende symptomen.
10
HuisartsenService
De oorzaak van pudendus neuralgie is niet altijd geheel duidelijk
Excellent Care Clinics stelt belang in het bieden van zorg op veilige en verantwoorde wijze
AANDOENING VASTSTELLEN ‘Bij 55% van de mensen met klachten in het bekkengebied wordt er überhaupt geen oorzaak gevonden’, vertelt Oostwouder. ‘Maar ook in het geval van pudendus neuralgie kan het lastig zijn de oorzaak te achterhalen. Dat komt mede doordat het lastig in beeld te brengen is, een MRI-scan of CT-scan kan wel een beklemming van de zenuw aantonen, maar bij afwezigheid van een insluiting niet dat de zenuw opspeelt. De aandoening kun je dus vaak alleen vaststellen aan de hand van de symptomen en eventuele associaties met bijvoorbeeld een recent trauma.’ BEHANDELING De behandeling van pudendus neuralgie kan bestaan uit medicamenteuze ondersteuning of door middel van een echogeleide zenuwblokkade. In eerste instantie zal de anesthesioloog/pijnspecialist een zenuwblokkade van de pudenduszenuw uitvoeren. De pijnspecialist zal onder echogeleiding de nervus pudendus in beeld brengen en vervolgens medicatie infiltreren. ‘Voorheen werd de echogeleide blokkade via perianale regio gezet, maar wij voeren deze uit via de bil’, vertelt Oostwouder. ‘De medicatie die geïnfiltreerd wordt zorgt voor een snelle tijdelijke verdoving en voor een langdurige irritatievermindering van de zenuwen. Het streven is om de aandoening zo lokaal mogelijk te behandelen, waardoor dagelijkse inname van pijnmedicatie hopelijk kan worden vermeden. Daarnaast werken we in de kliniek samen met
een uroloog, revalidatiearts en psychologen om zodoende de beste zorg te waarborgen.’ VEILIG EN VERANTWOORD Excellent Care Clinics stelt er groot belang in om op veilige en verantwoorde wijze zorg te kunnen bieden.
Daarom is er een streng protocol opgesteld in lijn met de meest recente richtlijnen zoals opgesteld door het RIVM. Op deze manier wordt de kans op besmetting met covid-19 geminimaliseerd en kunnen onze behandelingen doorgaan. Oostwouder legt uit dat de kliniek
deze maatregelen heel serieus neemt, omdat chronische pijn leidt tot een verminderde weerstand. Daarom is tijdige en efficiënte behandeling van pijnpatiënten extra cruciaal onder de huidige omstandigheden. Er staat dus veel op het spel voor de patiënt.
Over Excellent Care Clinics Excellent Care Clinics is een pijnbehandelcentrum dat reguliere tweedelijns ziekenhuiszorg biedt. Hier werken pijnspecialisten en -verpleegkundigen samen aan het verminderen van (pijn)klachten. Omdat er geen wachttijden zijn, kunnen patiënten snel geholpen worden. Na een doorverwijzing nemen we contact op met de patiënt om een intakegesprek in te plannen. Tijdens dit eerste bezoek brengen we de persoonlijke situatie in kaart en bespreken we de factoren die een rol kunnen spelen bij de klacht.
Daarna bepalen we welke behandeling het meest van toepassing is.
sen patiënt, huisarts en specialisten helder en direct.
We stellen veel belang bij het zoeken naar een totaaloplossing. Dat is de reden dat we werken met een interdisciplinair team van specialisten die op verschillende fronten kunnen worden ingezet. Doordat Excellent Care Clinics plat georganiseerd is met een brede opzet, kunnen we zeer efficiënt werken. Wel is er altijd sprake van één hoofdbehandelaar die de regie houdt. Op die manier blijven de communicatielijnen tus-
Wel vinden wij het belangrijk dat onze specialisten zich volop kunnen bezighouden met directe patiëntenzorg en behandelingen om zo snelle en gedegen zorg te kunnen leveren op persoonlijke wijze. Daarom worden overige werkzaamheden uitgevoerd door speciaal daarvoor opgeleid personeel. Doordat iedereen doet waar hij/zij goed in is, kunnen we betere en efficiëntere zorg bieden ten bate van zowel patiënt als behandelaar.
Pijnkliniek Excellent Care Clinics nu ook in Amsterdam Naast Velsen-Noord en Hilversum kan men vanaf heden ook met uiteenlopende pijnklachten terecht in Amsterdam Oud-Zuid.
mooie opening, maar het feit dat wij nu open zijn en mensen met pijn ook in Amsterdam kunnen helpen, stemt ons zeer gelukkig.’
De omstandigheden lieten een feestelijke opening helaas niet toe. Toch maakt het Jan Willem Bakker, bestuurder bij Excellent Care Clinics, niet minder te spreken. ‘Natuurlijk verdient deze locatie een
Vaste pijnarts in Amsterdam Een huisarts of medisch specialist kan pijnpatiënten doorverwijzen naar Excellent Care Clinics, onder meer via zorgdomein. Aangezien er geen wachttijden zijn, kunnen patiënten
Aandoeningen waarvoor u de patiënt kunt doorverwijzen: −− Chronische pijn −− Rugpijn (eventueel met uitstraling naar het been) −− Schouderpijn −− Zenuwpijn −− Spierpijn −− Gewrichtspijn
−− Gordelroos −− Carpaal tunnel syndroom −− Hoofd- en aangezichtspijn −− Littekenpijn −− Nekpijn (eventueel met uitstraling naar de arm) −− Overgangsklachten −− Pudendus neuralgie −− Pijn bij kanker
snel geholpen worden. Op locatie Emmaplein 7 in Amsterdam OudZuid kunt u terecht bij anesthesioloog Willem Luiten voor een intake. De behandelingen worden uitgevoerd in Velsen-Noord of Hilversum. Willem Luiten is werkzaam als pijnspecialist bij Excellent Care Clinics. Binnen de anesthesiologie en pijngeneeskunde heeft hij zich gespecialiseerd in echogeleide technieken.
−− Polyneuropathie −− Botulinetoxine-injectie bij spierpijn −− Buikpijn
HuisartsenService
11
Door Edgar Kruize
In beeld
Het Huisartsenteam De Keen in Etten-Leur Jasper Schellingerhout
Kunt u iets vertellen over uw huisartsenpraktijk? “Binnen Het Huisartsenteam De Keen zijn vijf huisartsen werkzaam, twee huisartsen in opleiding, twee POH GGZ en twee somatiek, zeven dokters- assistentes en een praktijkmanager. Gezamenlijk hebben we 12.600 patiënten in ons bestand. Dat is vrij groot, inderdaad. Maar we kunnen dat prima aan.”
geschiedenis met deze werkplek voordat ik hier huisarts werd. Daarnaast ben ik tijdens mijn opleiding gepromoveerd en heb ik ook nog een opleiding tot klinisch epidemioloog gedaan. Hierdoor duurde mijn opleiding langer, maar kon ik mij wel breder ontwikkelen. Naast wetenschappelijke activiteiten heb ik mij de laatste jaren vooral bezig gehouden met e-health in onze praktijk. Wij waren er al vroeg van overtuigd dat implementatie van e-health in de dagelijkse praktijk de zorg kan verbeteren. E-health gaat namelijk over toegevoegde waarde bieden door zorgprocessen te veranderen en niet over gadgets! De implementatie van e-health in onze praktijk is succesvol verlopen, waardoor we op dat gebied een van de koplopers in Nederland zijn.”
Het Huisartsenteam is niet alleen de naam van jullie zorggroep, jullie stralen ook daadwerkelijk een teamspirit uit. “Dat klopt, we zijn een heel solidaire zorggroep die veel samen doet. De naam van de zorggroep is niet toevallig gekozen. We geloven dat je gezamenlijk meer kunt zijn dan de som der delen. Zodoende werken we veel samen aan mogelijkheden, kijken we samen hoe we de zorg kunnen verbeteren en je merkt dat de zorg van onze patiënten daardoor ook echt beter wordt.”
Wanneer zijn jullie exact gestart en wat waren de grootste uitdagingen? “We zijn in 2016 actief gestart met het implementeren van e-health oplossingen. Daarvoor maakten we uiteraard ook al gebruik van de technische ontwikkelingen, maar het grootste struikelblok is vooral het daadwerkelijk doen. Je moet op een gegeven moment de keus maken om er volledig voor te gaan en daar de organisatie van de praktijk op in te richten. Het vergt een cultuuromslag, maar als het staat, dan heeft iedereen er baat bij.”
De rubriek ‘In beeld’ zet iedere editie van HuisartsenService een of meerdere eerstelijnszorgverleners in de spotlight. Ditmaal is dit huisarts Jasper Schellingerhout van Het Huisartsenteam De Keen in Etten-Leur.
‘E-health gaat over toegevoegde waarde bieden door zorgprocessen te veranderen en niet over gadgets!’ Hoe is uw professionele leven verlopen voor u bij Het Huisartsenteam De Keen aan de slag ging? “Mijn carrièreverloop is wat atypisch. Ik heb uiteraard mijn opleiding tot huisarts gedaan, waarvan het eerste jaar van mijn opleiding in deze praktijk. Ik had dus al een 12
HuisartsenService
Wat zijn voorbeelden van voordelen die e-health oplossingen hebben gebracht? “We hebben een portaal ingericht voor onze patiënten, waarbinnen zij onder meer online afspraken kunnen maken. Dat heeft de telefonische bereikbaarheid van onze praktijk enorm verbeterd. Je ziet ook dat patiënten daar doorgaans heel verantwoordelijk mee omgaan. Ook kan men digitaal rechtstreeks vragen stellen aan mij of mijn collega’s, zonder dat men daarvoor langs de assistente hoeft en dat versterkt de band tussen dokter en patiënt. Het is inmiddels zo dat ik per dag steeds meer ruimte inplan in de agenda voor dit soort e-consults, die zo snel en efficiënt kunnen plaatsvinden. De lineaire zorg zoals die ooit was, verandert daardoor. Iemand kan ’s morgens een vraag sturen, die ik begin van de middag beantwoord, waarna de patiënt dat antwoord ’s avonds leest. Die asynchrone manier van zorgverlening vergt een andere manier van denken. Uiteraard merk je de voordelen als
beschikbaar zijn. Om goed gebruik te kunnen maken van de mogelijkheden is het echter wel zo dat zorgverleners wat controle uit handen moeten geven en ik vermoed dat daar de schoen wringt. De zorg is de enige beroepsgroep die ermee weg komt dat mensen eerst lang in de wacht staan om een afspraak te maken en waarbij mensen niet morren als ze 30-40 minuten later geholpen worden dan de daadwerkelijke afspraak. Van de kapper of een autogarage zou niemand dat pikken. Als je een andere manier van zorg nastreeft, zul je van dat ‘wij bepalen’ principe af moeten stappen.” Wat is de sleutel tot een succesvolle implementatie van e-health in een praktijk? “Je moet er volledig voor gaan. Richt alle systemen dusdanig in dat de patiënt een laagdrempelige toegang heeft en je als organisatie soepel kan bewegen in dat nieuwe werkveld. Dat vraagt bij alle medewerkers om een nieuwe manier van denken; in het begin kost dat veel energie. Maar als alles eenmaal staat, is het van enorme toegevoegde waarde. Het werkproces wordt minder log, de patiënten zijn over het algemeen meer tevreden en ook meer betrokken. Dat maakt dat ze ook met meer interesse de eigen gezondheid zullen benaderen. Een goed voorbeeld hiervan is het landelijke OPEN-project, waardoor
‘De zorg wordt een stuk digitaler, de patiënten hebben zelf meer regie’
praktijk pas bij een bepaald volume, maar dat hebben wij inmiddels behaald en dat geeft veel meer lucht.” Waarom blijven veel andere huisartsen achter op dit gebied? “Dat zou je eigenlijk aan hen moeten vragen. Wel merk je dat huisartsen interesse hebben in hoe wij het aanpakken en wat onze ervaringen zijn. Iets wat wij bij zulke gesprekken regelmatig terugkrijgen is ‘mijn patiënten willen dit niet’. Ik denk dan op mijn beurt ‘volgens mij is dit meer het standpunt van jezelf, dan van de patiënt’. Het is namelijk onzin. De jaarlijkse eHealth-monitor van het NICTIZ geeft aan dat de ruime meerderheid van de patiënten gebruik wil maken van de e-health oplossingen zoals die
onze patiënten sinds begin juli (online) inzage hebben in hun dossier. Als een patiënt nu inlogt op ons portaal, dan krijgt deze automatisch een knopje te zien waarmee toegang tot diens medische dossier wordt verschaft. Wij zien nu al dat we niet eens hoeven te communiceren dat die mogelijkheid er is, patiënten zijn nieuwsgierig genoeg om dat te willen onderzoeken. Een heel groot deel van de patiënten die de afgelopen periode inlogde, heeft het eigen dossier al bekeken.” Hoe ziet u de eerstelijnszorg de komende jaren ontwikkelen? “De traditionele manier van zorg verlenen zal uiteraard wel blijven bestaan, maar de scheidslijn tussen verschillende zorgverleners zal vager worden door de diverse digitale mogelijkheden. De patiënt staat meer centraal en de zorg wordt een stuk digitaler; de patiënten krijgen meer regie. Wij zijn er al klaar voor!
HuisartsenService
13
Door HuisartsenService
Uw mening
Counseling essentieel bij anticonceptieverzoek Recent is de herziene NHG-standaard anticonceptie gepubliceerd. Deze biedt meer handvatten voor counseling bij de keuze voor een methode, onder andere door overzichtstabellen. Toch is die keuze al jaren een ondergeschoven kindje in de huisartsenzorg en wordt bij het voorschrijven van anticonceptie niet altijd gekeken wat het beste is voor de patiënt, maar vanuit een automatisme voorgeschreven. “Anticonceptie maakt aan de meeste universiteiten amper deel uit van de basisopleiding, in het beste geval een paar uur. Daar moet een arts het de rest van zijn werkzame leven mee doen.” Was getekend Rob Beerthuizen, voorzitter van de Stichting Anticonceptie Nederland in een van de eerste edities van HuisartsenService in 2013. Zeven jaar later is er nog weinig veranderd. Dat maakt dat er nog steeds veel aandacht nodig is voor de manier waarop huisartsen omgaan met de anticonceptiewensen van hun patiënten. Steeds meer vrouwen stoppen met de pil en kiezen liever voor een alternatief. Hoe deze vrouwen goed voor te lichten?
De juiste methode HuisartsenService legde een aantal stellingen op dit gebied bij een keur aan huisartsen* neer. Op de stelling dat er veel vrouwen zijn die niet de anticonceptie gebruiken die het beste bij hen past, zijn de meeste reacties ontkennend. “Ik probeer met de meeste vrouwen zo open en breed mogelijk het gesprek aan te gaan over de mogelijkheden, met bijbehorende voor- en nadelen. Ik heb het idee dat het uiteindelijk een persoon16
HuisartsenService
lijke keuze van de vrouw zelf is die toch wel past”, zo stelt een arts. Een ander zegt: “Vrouwen zijn tegenwoordig goed op de hoogte van de verschillende mogelijkheden. Ze kunnen goed kiezen en komen anders op het spreekuur om met me te overleggen. Alleen de Mirena rondom de overgang – heb ik het idee – is nog niet zo bekend. Daar zou winst in te halen zijn.” Peter Leusink, huisarts en arts seksuele gezondheid, stelt dat hij de stelling om zou willen draaien: “Vrouwen moeten goed kijken wat er nodig is om de voor hen juiste anticonceptiemethode te gebruiken. Ik ben wel van mening dat hier nog veel winst te behalen valt in de huisartsenzorg.”
Meedenken Het is dus de huisarts die moet uitleggen wat de mogelijkheden zijn en wat voor de specifieke patiënt het beste pas bij de levensfase waarin deze zit. “Ik vind het in zijn algemeenheid wel belangrijk dat je als arts meedenkt”, aldus een respondent. “Soms heeft iemand al een bepaald idee. Noem dan ook de logische alternatieven. Dat kan best, terwijl je de keuze uiteindelijk bij de vrouw zelf laat.” Sommige huisartsen zien op dit moment een verschuiving bij heel jonge vrouwen; van de automatische keuze voor de pil naar een keuze voor langwerkende anticonceptie. Al zijn daar ook nog
wel verschillen in. Huisarts Esther Broekhuizen: “Mijn ervaring is dat de andere langwerkende methodes als de prikpil en Implanon toch zeer regelmatig onacceptabele bijwerkingen hebben voor de patiënt. Bij mensen met verminderde intelligentie (en daarmee medicatietrouw) is dit uiteraard vaak wel een veiligere oplossing, al vind ik dat ook dan goed gekeken moet worden of de methode ook prettig is voor de vrouw.” Zij stelt dat veel patiënten toch nog angst hebben voor óf niet goed bekend zijn met de werking van zowel hormoonafgevende als koperen IUD’s.
Controle Er zijn dan ook nogal wat mythes omtrent anticonceptie die in het hoofd van de patiënten genesteld zitten (zie kader) omtrent langwerkende anticonceptie. Dit terwijl de spiraal (koper- of hormoonspiraal) het meest betrouwbaar is. Soms kan een beetje hormoon zelfs beter zijn dan geen hormonen. Momenteel heeft meer dan de helft van de vrouwen de keuze gemaakt voor kortwerkende anticonceptie, terwijl er geen kinderwens is op korte (lees: binnen drie jaar) termijn. Waarom wordt dan toch niet de keuze voor langwerkende anticonceptie gemaakt? “Vaak is dat het gemak van flexibiliteit, kunnen stoppen wanneer je wilt. Soms komt daar
‘Als een vrouw binnenkomt met de mededeling ‘ik wil aan de pil’ is dat niet altijd een vraag om ‘de pil’, maar wel een vraag om anticonceptie’
ook bij dat vrouwen liever geen ‘ding’ in zich willen hebben, zoals Implanon of IUD”, zo luidt een reactie, die in andere bewoordingen vaker terugkomt. Veel vrouwen ervaren het niet als een probleem om dagelijks de pil te nemen” en “Degenen die voor de pil kiezen, zien vaak op tegen de insertie, zowel van het staafje als van de spiraal, verder vinden ze het fijn om menstruaties te kunnen regelen”, zo luiden reacties van de door ons ondervraagde huisartsen*.
Zorg op maat Huisarts Peter Leusink: “Als huisarts moet je in gesprek met de vrouw en niets adviseren waar zij niet achter staat. Als een vrouw bijvoorbeeld weerstand heeft tegen hormonen, dan past het gebruik daarvan dus niet bij haar. Dit kan zeker ook betekenen dat bij een jonge vrouw van 18 jaar een spiraal wel een passende methode is en bij een dame van 40 niet. Het is altijd goed om na te denken wie de persoon is die langskomt en wat de eerdere ervaringen met anticonceptie zijn. Als een vrouw binnenkomt met de mededeling ‘ik wil aan de pil’ is dat niet altijd een vraag
om ‘de pil’ , maar wel een vraag om anticonceptie. Voor de huisarts is er dus winst te behalen in de counseling. Stel net die twee of drie extra vragen en geef advies en zorg op maat.” Belangrijkste wijzigingen NGH-standaard anticonceptie • Voor de pil zijn er eerste en tweede keus middelen aangewezen • Er is meer aandacht voor het beleid bij bijwerkingen (zoals spotting of stemmingsklachten) • Het beleid bij het vergeten van de pil is aangepast • Daarnaast zijn er wijzigingen ten aanzien van de spiraal, ten aanzien van soa-onderzoek en plaatsing postpartum • https://richtlijnen.nhg.org/standaarden/anticonceptie Enkele veelvoorkomende misverstanden over veelgebruikte anticonceptiemethoden • De pil leidt tot kanker • Van de pil krijg je trombose • De pil is onveilig bij een antibioticakuur • Van de pil word je dik • De pil mag niet bij hoofdpijn worden gebruikt
• Het IUD kan niet bij nulligravida worden toegepast • Het IUD geeft verhoogde kans op infecties • Het IUD zorgt voor een buitenbaarmoederlijke zwangerschap • De ring voel je zitten met vrijen • De ring valt er zomaar uit bij het hoesten • Er zijn veel vrouwen zwanger geraakt tijdens het gebruik van het anticonceptiestaafje • Het anticonceptiestaafje kan gaan ‘zwerven’ in het lichaam • De prikpil wordt uitsluitend gebruikt bij verstandelijk gehandicapten • Na gebruik van de prikpil ben je snel weer vruchtbaar (bron: Update Gynaecologie , april 2013 nummer 1Counseling bij anticonceptie, Drs. P.M. Leusink) * Namen van de huisartsen zijn bij de redactie van HuisartsenService bekend
Wat is uw mening? Laat het ons weten info@huisartsenservice.nl
HuisartsenService
17
Door ZonMW
In een PaTz-groep bespreken huisartsen en verpleegkundigen de zorg voor mensen die in de betreffende regio palliatieve zorg nodig hebben. Huisarts David Fortuin, voorzitter van de PaTz-groep Diemen Centrum en kaderhuisarts palliatieve zorg, vertelt dat deelnemen aan een PaTz-groep zorgverleners op meerdere manieren helpt om de kwaliteit van palliatieve zorg te verhogen. Patiënten en naasten kunnen door het overleg in de PaTz-groep rekenen op meer deskundigheid, aldus Fortuin. De PaTz-groep Diemen Centrum komt elk jaar ongeveer zes keer bij elkaar tijdens een bijeenkomst van een uur. Vaste deelnemers zijn huisartsen en verpleegkundigen werkzaam in de regio, daarnaast zijn ook waarnemers van huisartsen en stagiaires welkom.
Casuïstiek bespreken Een belangrijk onderdeel van de PaTzgroep is het bespreken van casuïstiek. Iedere deelnemer van de groep in Diemen Centrum kan bij Fortuin aangeven welke casus hij of zij wil bespreken. Bijvoorbeeld als een zorgverlener moeite heeft goed te communiceren met familieleden van een patiënt die waarschijnlijk binnenkort komt te overlijden. ‘Als groep reiken we elkaar dan ideeën aan over hoe je in de specifieke situatie toch contact kunt maken met deze familieleden,’ zegt Fortuin. Niet alleen voor deze situatie is casuïstiek op deze manier bespreken waardevol, maar voor je gehele werk als zorgverlener, benadrukt Fortuin. ‘Een huisarts zit het grootste deel van de tijd in zijn of haar eigen cocon. Dan is het fijn als je regelmatig met verpleegkundigen kunt overleggen. Verpleegkundigen voelen haarfijn aan welke benadering patiënten en naasten nodig
ZonMW
Deelnemen aan PaTz-groep verhoogt kwaliteit palliatieve zorg en eenzelfde rol zie ik voor apothekers en diëtisten. Een PaTz-groep kun je volgens mij beter niet standaard combineren met andere overleggen, omdat juist die kleinschaligheid voor deelnemers zo’n prettige werkwijze is.’
hebben, zodat ze het stervensproces bijvoorbeeld meer kunnen accepteren. Soms heb je behoefte aan kennis over een specifiek ziektebeeld en een boek openslaan is dan niet voldoende, want hoe te handelen leer je pas echt van mensen met praktijkervaring.’
Leren van patiënten Op de agenda van de PaTz-groep Diemen Centrum staat ook regelmatig het bespreken van een thema in de palliatieve zorg. Heel leerzaam was volgens Fortuin de bijdrage van een patiënt, vooral om je ervan bewust te zijn hoe enorm het wordt gewaardeerd als een huisarts tijdens het ziekteproces de patiënt regelmatig thuis opzoekt. ‘We hebben ook een keer met elkaar gesproken over versterven, het natuurlijke proces dat optreedt als een patiënt in de terminale fase geen vocht en voedsel meer krijgt toegediend’, zegt Fortuin. ‘Leerzaam en ook in het belang van je patiënten, want je krijgt beter zicht op wat de mogelijkheden zijn in de terminale zorg en kunt deze dus ook beter uitleggen aan patiënten.’ Soms geeft een andere inhoudsdeskundige een lezing. Volgens Fortuin is het belangrijk dat de groep klein genoeg blijft voor het zorgvuldig uitwerken van casuïstiek. ‘Een bijdrage van een geestelijk verzorger kan zeker nuttig zijn, bijvoorbeeld een uitleg over zingeving. Maar dan als gastbijdrage
Afspraken maken Gezamenlijk afspraken maken over wat nodig is in de zorg gebeurt echter wel degelijk, bewijst ook de PaTz-groep in Diemen. Samen met apothekers hebben de deelnemers lijsten opgesteld van middelen die altijd voorradig moeten zijn, zodat verpleegkundigen voor hun patiënt of cliënt bijvoorbeeld snel het juiste verbandmiddel kunnen krijgen.
Drie gouden tips 1. Vraag accreditatiepunten aan voor deelnemers van PaTz-groepen. Hoe dat voor huisartsen en verpleegkundigen werkt is online te lezen via www.patz.nu/accreditatie 2. De PaTz-groep in Diemen Centrum heeft voor huisartsen een vergoeding van de zorgverzekeraar afgesproken. Neem voor mogelijkheden voor vergoeding contact op met de regionale contactpersoon van de afdeling zorginkoop, adviseert Stichting PaTz. 3. Voor zorgverleners die ook een PaTzgroep willen starten: peil de behoeften bij collega’s en neem contact op met de consulent palliatieve zorg in je regio.
ZonMw stimuleert gezondheidsonderzoek en zorginnovatie. www.zonmw.nl/huisartsenzorg
HuisartsenService
19
Door Instituut Verantwoord Medicijngebruik
Kwetsbare ouderen wonen steeds langer thuis. Aangezien bij deze groep vaak sprake is van multimorbiditeit en hyperpolyfarmacie, vergt dit goede ondersteuning bij medicijngebruik. Maar hoe weten we wat er achter de voordeur gebeurt, op de momenten dat er geen (thuis)zorg is? In een driejarig project ontwikkelde een Europees consortium met onder andere het Instituut Verantwoord Medicijngebruik het MedGUIDE-platform om thuiswonende ouderen te ondersteunen bij hun medicijngebruik. Het platform biedt huisartsen, apothekers, thuiszorg en mantelzorg informatie over hun patiënten en naasten, waarmee ze het medicijngebruik optimaal kunnen begeleiden. We testten het prototype bij een beperkt aantal patiënten en hun zorgverleners.
Sensoren en apps Het MedGUIDE-platform bestaat uit sensoren die zijn geplaatst in het huis van de patiënt. Deze meten de mate van bewegen door de cliënt, het eetgedrag, toiletbezoek en de slaaptijden. Daarnaast stuurt de patiënt via een tablet in de woonkamer zelf rapportages over stemming en fysiek ongemak en geeft hij of zij aan dat de medicijnen zijn ingenomen. Deze informatie wordt continue verzameld en is op een overzichtelijke manier ter plekke beschikbaar op een website voor zorgverleners en mantelzorgers. Het platform verwerkt hiervoor de ‘big data’ van de sensoren tot inzichtelijke gegevens. De huisarts
en de andere zorgverleners kunnen bijvoorbeeld zien of hun patiënt langer slaapt, minder beweegt of de koelkast nauwelijks meer opendoet. Ook geeft de website inzicht in de therapietrouw van de patiënt. Het MedGUIDE-platform biedt ook een communicatiemodule, een agenda en een sociale kaart van betrokken (mantel)zorg, zodat men elkaar over en weer goed kan bereiken.
een relatie is en of er actie nodig is. Het systeem slaat het oordeel van de arts op en leert hiervan. Zo kan het MedGUIDE-platform steeds accuratere adviezen geven. De ontwikkelde algoritmes in MedGUIDE worden ingezet om te leren van het oordeel van de arts. Vervolgens ondersteunt MedGUIDE daar de besluitvorming weer mee bij de medische behandeling van andere artsen.
Polyfarmacie module
Ervaringen
Een speciale polyfarmaciemodule van het platform koppelt wijzigingen in het gedrag van de patiënt aan de gebruikte medicatie. Eerst bepaalt het systeem een zogenaamde ‘baseline’ van het gedrag van de patiënt uit de big data van de sensoren, de geregistreerde therapietrouw en zelfrapportages. Dit wordt als het ‘gemiddelde’ gedrag beschouwd. Het systeem geeft de huisarts een signaal bij afwijkingen van deze baseline, zodat de huisarts (of andere zorgverlener) hierop actie kan ondernemen. Daarbij geeft het systeem - indien van toepassing een suggestie om welke mogelijke bijwerking van een geneesmiddel het zou kunnen gaan. Denk hierbij aan verminderde activiteit doordat de patiënt zich duizelig voelt, langer in bed liggen door sufheid als bijwerking of verminderde eetlust, waardoor de koelkast niet meer geopend wordt. Uiteraard zijn deze verbanden indirect en is altijd het oordeel van de professional nodig om te bezien of er
Wat levert inzet van het MedGUIDE prototype op? Geïnterviewde huisartsen zijn geïnteresseerd in de extra gegevens die MedGUIDE biedt over hun patiënt. Met name slaapgedrag vindt men interessant. Wel delegeert men liefst de taak van het monitoren naar een praktijkondersteuner. Zorgverleners zien ook een toegevoegde waarde van de gegevens voor de medicatiereview. MedGUIDE is nog niet op de markt, maar wordt momenteel verder ontwikkeld. Voor meer informatie zie http:// medguide-aal.eu/ en http://www. aal-europe.eu/projects/medguide/.
Het IVM is een neutrale organisatie die de kwaliteit, veiligheid en betaalbaarheid van het geneesmiddelengebruik verbetert. Het IVM doet dat door beleid en wetenschap te vertalen naar praktische handvatten voor iedereen die in de dagelijkse praktijk met medicijnen te maken heeft. HuisartsenService
21
Geneesmiddelen
Veilig medicijngebruik thuis met innovatieve technologie
Door Edgar Kruize
Achtergrond
Vergelijkbare effectiviteit en veiligheid van DOAC’s versus een vitamine K-antagonist bij voorgeschiedenis beroerte of TIA Het was geruime tijd onbekend of de effectiviteit van directe orale anticoagulantia (DOAC’s) en warfarine (een vitamine K-antagonist uit de groep waartoe ook acenocoumarol en fenprocoumon behoren) verschilt bij patiënten met atriumfibrillatie met een geschiedenis van een beroerte of TIA en bij patiënten met atriumfibrillatie zonder deze geschiedenis. Hoewel er geen klinische onderzoeken zijn die de effectiviteit en veiligheid van de DOAC’s rechtstreeks hebben vergeleken, zijn er veel observationele onderzoeken waarin dit wel is gebeurd. In deze onderzoeken werd de DOAC rivaroxaban over het algemeen in verband gebracht met een lagere effectiviteit bij het voorkomen van een beroerte en een hoger bloedingsrisico dan de DOAC’s apixaban en dabigatran.
Bewijskloof overbrugd Een onderzoek dat evalueert of de werkzaamheid en veiligheid van de DOAC’s verschillen tussen patiënten met atriumfibrillatie met een geschiedenis van een beroerte of TIA en bij patiënten met atriumfibrillatie zonder deze geschiedenis is relevant, omdat patiënten met een eerdere beroerte of TIA een bijzonder hoog risico op recidiverende beroerte hebben, maar ook omdat eerdere onderzoeken belangrijke verschillen hebben gerapporteerd in de vergelijkbare effectiviteit en veiligheid van de DOAC’s tussen subgroepen van patiënten die zijn gedefinieerd door leeftijd en nierfunctie. De studie “Real-World Direct Comparison of the Effectiveness and Safety of Apixaban, Dabigatran, Rivaroxaban, and Warfarin in Medicare Beneficiaries With 22
HuisartsenService
Atrial Fibrillation”, gepubliceerd in The American Journal of Cardiology in april 2020, pakt die bewijskloof aan. Het betreft een retrospectieve cohortstudie, die is uitgevoerd met behulp van Medicare-claimgegevens uit 2012 tot 2014. De onderzoekshypothese was dat de vergelijkbare effectiviteit van DOAC’s zou verschillen tussen subgroepen gedefinieerd door een voorgeschiedenis van beroerte of TIA, maar de vergelijkbare veiligheid niet.
Belangrijke verschillen Met behulp van genoemde Medicare-claimgegevens uit 2012 tot 2014 zijn patiënten geïdentificeerd die in 2013 tot 2014 nieuw gediagnosticeerd waren met atriumfibrilleren en die daarna met apixaban, dabigatran, rivaroxaban of warfarine zijn begonnen. De patiënten zijn gecategoriseerd op basis van een voorge-
nist warfarine bij de preventie van beroerte. Er waren echter belangrijke verschillen tussen subgroepen die waren gedefinieerd door een ischemische beroerte in de voorgeschiedenis. Er was geen verschil in het risico op beroerte tussen apixaban, dabigatran en rivaroxaban bij patiënten zonder voorgeschiedenis van beroerte of TIA. Bij patiënten met deze voorgeschiedenis was het risico op beroerte echter lager met dabigatran (HR 0,64; 95% BI 0,48 tot 0,85) en rivaroxaban (HR 0,70; 95% BI 0,56 tot 0,87), vergeleken met apixaban (p-waarde voor beide interacties <0,05).
Belangrijke bevindingen Deze studie is de eerste die de vergelijkbare effectiviteit en veiligheid van DOAC’s versus een vitamine K-antagonist heeft getest waarbinnen subgroepen gedefinieerd zijn door
‘De resultaten versterken wederom de noodzaak om de keuze van antistollingstherapie af te stemmen op de specifieke kenmerken van de patiënt’ schiedenis met een beroerte of TIA. De proportionele risicomodellen van Cox zijn geconstrueerd met indicatorvariabelen voor behandelgroepen, een voorgeschiedenis van beroerte of TIA en de interactie daartussen, en gecontroleerd op demografische gegevens en klinische kenmerken. DOAC’s bleken over het algemeen effectiever dan vitamine K-antago-
een voorgeschiedenis van beroerte, dan wel TIA. De studie heeft drie belangrijke bevindingen opgeleverd; • De superioriteit van dabigatran en rivaroxaban bij het voorkomen van beroertes is in vergelijking met warfarine meer uitgesproken bij patiënten met een voorgeschiedenis van beroerte of TIA. • Hoewel er geen verschil is in de
preventie van beroerte tussen apixaban en warfarine, was apixaban minder effectief in vergelijking met dabigatran en rivaroxaban bij patiënten met een voorgeschiedenis van beroerte of TIA. • Er blijkt geen verschil in de vergelijkbare veiligheid van elke DOAC en warfarine tussen patiënten met en zonder voorgeschiedenis van beroerte of TIA. Doordat de focus op de analyse van claimdata lag, waren de onderzoekers niet in staat om ook het mechanisme achter deze verschillen te onderzoeken. Er is dus nog verder onderzoek nodig om deze verschillen in andere patiëntencohorten te valideren, bij voorkeur met behulp van databronnen die klinische informatie bevatten. Hierdoor kan onduidelijkheid als gevolg van niet waargenomen effecten worden geminimaliseerd. De resultaten versterken wederom de noodzaak om de keuze van antistollingstherapie af te stemmen op de specifieke kenmerken van de patiënt. Het onderstreept tevens dat bij het voorschrijven zowel de risico’s van bloeding als de preventie van beroertes dienen
te worden afgewogen. Dit geldt vooral voor patiënten met een hoog risico, zoals het geval is bij patiënten met een eerdere beroerte of TIA.
Financieel mogelijk gemaakt door Bayer B.V. [bron: Real-World Direct Comparison of the Effectiveness and Safety of Apixaban, Dabigatran,
Concluderend, de vergelijkbare effectiviteit van DOAC’s verschilt aanzienlijk tussen patiënten met en zonder voorgeschiedenis van beroerte of TIA; apixaban is met name minder effectief bij patiënten met een voorgeschiedenis van beroerte of TIA.
Rivaroxaban, and Warfarin in Medicare Beneficiaries With Atrial Fibrillation - Lanting Yang, MPHa,*, Maria M. Brooks, PhDb, Nancy W. Glynn, PhDb, Yuting Zhang, PhDc, Samir Saba, MDd, and Inmaculada Hernandez, PharmD, PhDa - 0002-9149/© 2020 Elsevier Inc.] PP-XAR-0505-1
HuisartsenService
23
Door Maag Lever Darm Stichting
In de spotlight
Online keuzehulp gidst PDS-patiënt naar best passende behandeling Tien tot vijftien procent van de Nederlandse bevolking heeft het Prikkelbare Darm Syndroom (PDS). Zij vinden de weg naar een diagnose vaak hobbelig en de zoektocht naar een behandeling moeilijk. Daarom ontwikkelde de Maag Lever Darm Stichting (MLDS) de Keuzehulp PDS, samen met (huis)artsen, patiënten en andere zorgverleners. De tool is bedoeld voor patiënt en (huis)arts. Krampende buikpijn, winderigheid, vermoeidheid en schaamte. PDS belemmert het leven van veel patiënten, soms dagelijks. ‘Ik kan zomaar een aanval krijgen. Dan begin ik te zweten. Het voelt alsof ik weeën heb, alsof ik uit elkaar getrokken word. Daarna ben ik moe en heb ik hoofdpijn, dan wil ik alleen maar rust’, vertelt een deelnemer aan het PDS-
diagnose en behandeling zo hobbelig vinden. Het traject duurt lang en er is veel onzekerheid over de best passende behandeling’, vertelt Marijke Boersma, projectleider bij MLDS. ‘Terwijl de diagnose PDS niet lastig is te stellen, als je de Rome IV-criteria erbij pakt. Soms wil de (huis)arts nog aanvullend onderzoek laten doen aan de hand van niet-pluis symptomen, maar meestal is dat niet nodig.’
Wirwar aan informatie Maar met diagnose is de patiënt er nog niet. ‘PDS heb je voor het leven’, vertelt Boersma. ‘Er zijn veel verschillende behandelopties die de klachten kunnen verlichten. Variërend van een andere leefstijl tot een dieet of medicatie, of behandelingen als cognitieve gedragstherapie en hypnotherapie.
‘Huisartsen in onze werkgroepen verwachten met de Keuzehulp PDS een beter gesprek met de patiënt te kunnen voeren’ onderzoek van MLDS. De stichting liet in 2016 een representatieve steekproef uitvoeren onder 1.517 vrouwen van achttien jaar en ouder, met en zonder PDS en andere buikklachten. 139 huisartsen, diëtisten, MDL-artsen en internisten vulden ook een vragenlijst in.
Patiënten vinden het moeilijk om een passende behandeling te kiezen. De wirwar aan soms onbetrouwbare informatie op internet helpt niet. Zelfs samen met de (huis)arts een behandeling kiezen is vaak lastig, omdat elke behandeling zijn eigen voor- en nadelen heeft.’
Diagnose is niet lastig
Hulpmiddel voor patiënt én arts
Aan de diagnose PDS gaan vaak jaren van klachten vooraf. Toch zoekt maar een derde van de mensen met klachten hulp. ‘Van veel van die mensen horen we dat ze het pad naar een 24
HuisartsenService
De keuzehulp biedt hierbij inzicht en helderheid. De makers ervan zijn de MLDS, PDS Belangenorganisatie PDSB en Nederlandse Vereniging van
Maag, Darm en Leverartsen NVMDL. Zij hebben de inhoud zorgvuldig samengesteld op basis van de huidige medische richtlijnen voor PDS (NHG en multidisciplinair). Aangevuld met de kennis en bevindingen van een taskforce van MDL-specialisten en werkgroepen met huisartsen, andere zorgverleners en patiënten. Naast een betrouwbaar overzicht van de behandelingen met de voor- en nadelen voor patiënt en (huis)arts, geeft de Keuzehulp PDS inzicht in wat de individuele patiënt belangrijk vindt. Is deze bereid om medicijnen te slikken, met mogelijk kans op bijwerkingen? Wil hij of zij eerst kijken of de klachten met een dieet afnemen? Of kiest de patiënt liever voor hypnotherapie? Patiënten kunnen de behandelingen vergelijken, selecteren op thema’s en zelf aantekeningen maken. ‘De keuzehulp is vrij beschikbaar via onze website. Maar we zien liever dat de patiënt de lijst doorloopt met de huisarts, dan dat hij of zij zelf gaat dokteren’, zegt Boersma. ‘Huisartsen in onze werkgroepen gaven aan te verwachten dat ze met dezelfde informatie als startpunt, een beter gesprek kunnen voeren met de patiënt.’
Bewezen en aanvullend In de keuzehulp staat ook een kort gedeelte met niet-bewezen behandelingen. ‘Dat is een compromis’, legt Boersma uit. ‘De betrokken artsen wilden liever alleen wetenschappelijk bewezen behandelingen in de keuzehulp opnemen; de patiënten wilden graag ook aanvullende behandelingen opnemen, omdat ze regelmatig
ervaren daar baat bij te hebben. Het deel met de niet-bewezen behandelingen is beperkt, met duidelijke uitleg en voorbehouden. Onze ervaring is dat sommige huisartsen er faliekant op tegen zijn. Anderen zeggen: ‘probeer het maar’. Sommige patiënten hebben er – al dan niet door het placebo-effect – voordeel bij. Maar linksom of rechtsom, als een patiënt een niet-bewezen behandeling wil uitproberen, helpt de Keuzehulp PDS de huisarts om het gesprek daarover te voeren.’
De best mogelijke zorg MLDS spant zich met de PDSB en de NVMDL al jaren in voor meer bewustwording over PDS, zowel maatschappelijk als medisch. Eind 2018 werd de online PDS-test gelanceerd, waarmee mensen met spijsverteringsklachten ontdekken of zij mogelijk PDS hebben. Vervolgens kunnen ze met de uitslag naar de huisarts stappen. Zo’n 350.000 mensen vulden de PDS-test al in. Ook zochten de partners de publiciteit met multimediacampagnes, waarin ze aandacht vragen voor PDS en de beperkingen die mensen daardoor kunnen ervaren. Daar-
‘Naast een betrouwbaar overzicht van de behandelingen met de voor- en nadelen voor patiënt en (huis)arts, geeft de Keuzehulp PDS inzicht in wat de individuele patiënt belangrijk vindt’ naast is een pilot gestart met drie PDS-kenniscentra: ziekenhuizen met een gespecialiseerde aanpak rondom zorg voor PDS-patiënten. ‘Het doel is een landelijk netwerk van PDS-kenniscentra, waarbij experts samenwerken van diagnose tot behandeling. Zo krijgen PDS-patiënten de best mogelijke zorg’, zegt Boersma.
Meer bewustwording Feit blijft dat zeventig procent van de mensen met klachten niet naar de huisarts gaat. Hoe leren zij over het bestaan van de PDS-test en de keuzehulp? Boersma: ’Bij die zeventig procent zitten ongetwijfeld mensen met weinig klachten, die prima met PDS kunnen leven. Degenen die er wel onder lijden, bereiken we met onze mediacampagnes. Hiermee informeren we niet alleen patiënten, maar ook het algemene publiek.
Doordat patiënten zich schamen voor hun darmproblemen, heeft de omgeving vaak geen idee hoezeer PDS hun leven belemmert. Partners en ouders zien van dichtbij hoe zwaar het is, maar werkgevers en vrienden staan op grotere afstand. Zij krijgen vooral mee dat mensen afspraken afzeggen, zich ziek melden of op halve kracht meedoen. Al is het doel van de keuzehulp niet om hen te bereiken, toch kan de campagne bijdragen aan meer begrip.’ De Keuzehulp PDS is beschikbaar via mlds.nl/keuzehulp-pds/ en pdsb.nl/ keuzehulp.
Irene (32) is onderwijskundige in een ziekenhuis in Arnhem. Als je haar vijf jaar geleden had gezegd dat ze dit zo goed als pijnvrij kon doen, had ze je waarschijnlijk niet geloofd.
HuisartsenService
25
Deze pagina is alleen leesbaar in de printversie
Uw personeel onze zorg
MedWay B.V. Westkadijk 10, 3861 MB Nijkerk 033 - 247 11 71
26
HuisartsenService
Door Dr. Janneke Wittekoek
Met de komst van vele technologische innovaties kan de patiëntenzorg een stuk efficiënter ingericht worden. Dit moet leiden tot een hogere kwaliteit zorg en lagere kosten want in de zorg hebben we het al niet breed. Zelf zie ik veel potentie in e-health en ik zet dus volop in op digitale zorg. Als wij vanuit Utrecht een patiënt uit Friesland behandelen en haar medicijnen voorschrijven, willen we haar vervolgens op afstand goed kunnen monitoren. Mijn patiënten voeren thuis bloeddrukmetingen uit, meten hun gewicht en rapporteren klachten en bijwerkingen van medicijnen. Die gegevens verzamel ik en deze bespreken we in ons medisch overleg. Als het niet goed gaat bellen we de patiënt en maken we een afspraak om verder te kijken hoe we kunnen bijsturen en motiveren.
Column
Cardioloog-on-demand huisprotocol loop je bij hartklachten altijd achter de feiten aan en die vertraging is in ons vak niet wenselijk. De poliklinische zorg wordt veel efficiënter en meer continu als we patiënten op afstand kunnen monitoren. Voorwaarde is wel dat er veel aandacht wordt besteed aan het eerste fysieke consult. Dat vormt de basis voor een vertrouwelijke behandelrelatie op afstand. Je hebt immers al je zintuigen nodig om een goede werkdiagnose te stellen en het vertrouwen van de patiënt te winnen. Alleen dan kun je het vervolgtraject laten verlopen door middel van een e-consult.
‘Ik geloof heilig in het ‘cardioloog on demand’ principe’
Het is heel interessant en leerzaam om trends in hartklachten, emotie en getallen van bloeddruk en gewicht met elkaar te combineren. Het geeft veel inzichten in de ‘vrouw met hartklachten’. Ik geloof heilig in het ‘cardioloog on demand’ principe. De patiënt monitoren met behulp van e-health en als je ziet dat het niet goed gaat, dan laat je de patiënt komen voor aanvullende testen, bijvoorbeeld een echo of inspanningstest. Bij de standaard 3-6 of 12 -maandelijkse controle volgens het zieken-
Ik ben voorstander van Blended-Care; altijd een combinatie van fysieke en e-health consulten. Want voor iemand die streeft naar persoonlijke geneeskunde in plaats van protocolgeneeskunde, mag het eerste consult nooit overgenomen worden door een robot. Noem me gerust ouderwets, maar ik ben nog niet klaar voor de blockchain geneeskunde. Janneke Wittekoek is cardiologe, gezondheidswetenschapper en oprichtster van de HeartLife Klinieken in Utrecht. Ze is gespecialiseerd in het vrouwenhart en biedt cardiologisch zorg altijd in combinatie met leefstijlbegeleiding.
NLBeter is een nieuwe partij die in maart 2021 zal meedoen aan de Tweede Kamerverkiezingen. NLBeter strijdt voor een andere aanpak van de zorg, het onderwijs en onze leefomgeving, waarbij de mens centraal staat. NLBeter is: Esther van Fenema (Lijsttrekker/psychiater), Ronald Mann (Psychiater/Ondernemers, Janneke Wittekoek (Cardioloog) Een gezonde samenleving bouwen we samen door zorgzaam vooruit te kijken. www.nlbeter.nl
HuisartsenService
27
Door Wolter Paans
Opinie
De duurzaamheid van e-health toepassingen: een broos en complex samenspel Een dichter op pad ‘Nu ik kan zien hoeveel kilometer ik wandelend afleg, ben ik in een soort wedstrijd met mijzelf verwikkeld; een te gering aantal stappen ervaar ik als een nederlaag. Eens merkte ik halverwege een voettocht dat ik vergeten had het vernuftige apparaatje bij me te steken. Toen was het allemaal voor niks geweest’. Dit schrijft Jean Pierre Rawie op 10 april jongstleden in een van zijn vermakelijke wekelijkse columns in het Dagblad van het Noorden. Je kunt deze voorname dichter ook vrij gemakkelijk in de Groningse binnenstad tegen het lijf lopen. Hij meldt dat hij de stappenteller geschonken kreeg van ‘De Jonge Vrouw Die Over Mijn Welbevinden Waakt’. De heer Rawie wandelt wellicht dus ook niet alleen voor zichzelf, maar ook om het resultaat van zijn ‘flaneren’ - zoals hij de invulling om tot zijn conditionele resultaten te komen noemt - met een naaste te delen en zo ongetwijfeld daarmee diens waarderende reflecties te kunnen ontvangen. En hier, in dit korte stukje tekst, schuilt nu precies de kern van het succes van een gezondheidondersteunende technologische adoptie door een burger. Het betreft de combinatie tussen een interne en een externe motivatie die gestimuleerd wordt door een non-invasief, veilig, relatief goedkoop, betrouwbaar en eenvoudig apparaatje. Maar is dit voldoende voor een man in wiens werk, naast de liefde, drank, vergankelijkheid en doodsverlangen terugkerende thema’s zijn? Houdt hij het vol? Ook als de nieuwigheid er 28
HuisartsenService
wat van af is? En als zijn geliefde nu wel weet hoe vaak hij wekelijks de Martinitoren rondt? Of als het gure klimaat tegenzit? Uit de wetenschap weten we dat er een gerede kans bestaat dat de gemiddelde dichter dan toch de neiging heeft terug te vallen op thematiek uit eerder werk: ‘De dag wordt kort. Het loof verdort. Ik drink weêr port’ (J.P. Rawie, Het meisje en de dood, 1979).
eHypes In een eerdere editie van Huisartsen Service werd uitgelegd wat ‘Gartner’s Digital Health Hype Cycle’1 is. Kortgezegd: een jaaroverzicht van de mondiale aanstormende e-health toepassingen en van de applicaties die alweer zo’n beetje passé zijn. Hierbij de meest recente top vijf van veelbelovende e-health ontwikkelingen volgens Gartner in 2021. Hyperautomation technology: houdt zich bezig met de toepassing van kunstmatige intelligentie (KI) en machine learning (ML) om menselijke
processen steeds meer (digitaal) te automatiseren. Het betreft een intelligente vorm van robotisering, waarbij zelflerende computers (‘avatars’) de resultaten van het eigen handelen voortdurend trachten te verbeteren. Babylon Health is een bekend Brits bedrijf dat zich hierop met name toelegt2. Multi-experience technology: verlaat het traditionele idee van een computer dat slechts een enkel interactiepunt (een beeldscherm) kent. Maar gaat uit van multi-sensorische en ‘multi-touchpoint-interfaces’. Dat wil zeggen dat meerdere interacterende biosensoren gekoppeld worden aan apparaten waarmee de resultaten aantrekkelijk worden gepresenteerd, zoals wearables en de representatie van (hoorbare, voelbare, zichtbare) resultaten op trackers, horloges, brilmonturen en tablets. Er zijn reeds veel relatief eenvoudige toepassingen op het internet hierover te vinden3 Democratisation technology: is erop gericht om steeds meer mensen eenvoudiger digitaal vaardig te krijgen; de applicaties als het ware ‘klunsvaster’, intuïtiever en aantrekkelijker voor een breed publiek te maken, zonder dat langdradige, uitgebreide uitleg of training nodig is4. Human augmentation: is in dit kader het gebruik van technologie om iemands cognitieve en fysieke ervaringen te verbeteren waarmee bijvoorbeeld de motivatie om aan leefstijlverbetering te doen kan toenemen (virtuele 3D-technieken). Transparency & traceability technology: speelt in op de toe-
nemende verantwoordelijkheid, aansprakelijkheid en complexiteit bij het veilig, inzichtelijk geordend, bruikbaar en vindbaar opslaan van de steeds groter wordende hoeveelheid gegevens van burgers (‘e-patient movement’).
eMonitoring Aanvullend op de belangrijke grote trends hierbij nog een klein aantal ontwikkelingen die ook voor gebruik door de patiënt zelf bedoeld zijn en in 2020-2021 als sterk opkomend gezien kunnen worden: Haptic Tech of ‘kinesthetic communication’: technologie die het tastgevoel door krachten, trillingen of bewegingen door de patiënt opnieuw laat beleven in bijvoorbeeld de revalidatiegeneeskunde. Bioimpedance Tech: is technologie die meet op welke wijze het lichaam elektrische stroom belemmert. Vet heeft een hoge soortelijke weerstand, bloed (sterke doorbloeding) een lagere; deze meting zegt iets
Brede adoptie langzaam op gang De brede adoptie van de voornoemde e-health in de reguliere huisartsenpraktijk hangt van veel aspecten af. De in de literatuur meest genoemde beïnvloedende factoren zijn: • Mate van bekendheid (onbekendmaakt onbemind) • Kosten (dat wil zeggen onduidelijkheid wat vergoedingsmogelijkheden zijn bij verzekeraars) • Bruikbaarheid en gebruiksvriendelijkheid (de essentiële succes- en faalfactoren) • Betrouwbaarheid (vaak enkel getest op basis van ‘gezonde standaarden’) • Validiteit (eenmaal op de markt, na de experimentele fase, vaak redelijk goed inzichtelijk gemaakt) • Veiligheid (voor patiënten soms onduidelijk in specifieke situaties. ‘Kan dit samen met mijn pacemaker?’) • Compatibiliteit (intelligent aan elkaar gekoppelde technologische toepassingen bieden een bredere diagnostische kracht vergeleken
‘De brede adoptie van de voornoemde e-health in de reguliere huisartsenpraktijk hangt van veel aspecten af’ over de persoonlijke lichaamssamenstelling met de erbij behorende conditionele factoren en verbetermogelijkheden. Fem Tech (Female technology): is technologie, specifiek gericht op de vrouw, zoals vruchtbaarheidsdiagnostiek, apps voor het bijhouden van menstruatiecycli en zwangerschapsmonitoring. Swallowable Tech: sensoren, zoals ‘Smart-Pills’, zijn oraal in te nemen capsules die zijn ontworpen om data te verzamelen in het tractus digestivus ten behoeve van (aanvullende) diagnostiek zoals lokale temperatuur- en zuurmetingen. Er zijn ook capsulevormige pillen (in een experimenteel stadium), die de reis door het lichaam fotograferen en filmen.
wellicht een passend advies bieden. Maar helaas bestaat er nog niet zoiets als een repertorium voor eHealth en zal hoe dan ook een zoektocht naar informatie moeten plaatsvinden voordat echt goed geadviseerd kan worden. [De database IEEE (ieee. org) biedt overigens wel mogelijkheden om snel kennis te vinden over eHealth toepassingen].
Efficiëntie en effectiviteit Uit literatuur die de doelmatigheidskant van e-health beschouwt, komt naar voren dat de beoogde efficiëntie en effectiviteit over de langere termijn nu nog vaak tegenvalt. En als er eenmaal toch met het gebruik van bijvoorbeeld wearables begonnen is, om bijvoorbeeld diagnostische of conditionele redenen, of ten behoeve van gezondheidsmonitoring op afstand, hoeveel tijd moet je er als huisarts of POH per patiënt dan aan besteden om uiteindelijk bewezen gezondheidswinst uit de desbetreffende e-health toepassing te halen? De vraag is dus niet alleen of de patiënt het gebruik kan volhouden. Maar zeker ook of de arts, de verpleegkundig specialist en de POH dat kunnen.
Dr. Wolter Paans Lector Verpleegkundige Diagnostiek Hanzehogeschool, Groningen.
met de (bovengenoemde) toepassingen los van elkaar. Deze technologie kan dan ook kosteneffectiever ingezet worden)
Adviesdilemma Er kan een dilemma ontstaan als de introductie van een e-health toepassing via de patiënt plaatsvindt. In toenemende mate wordt technologie namelijk door de patient of zijn directe naaste aan de dokter voorgelegd: ‘Dokter, ik heb dit apparaatje op het internet gevonden, is zoiets geschikt voor mij?’. E-health gaat over het algemeen niet op recept en is overal vrij verkrijgbaar… Een verpleegkundig specialist of een POH die goed op de hoogte is van recente e-health ontwikkelingen kan
1) https://www.gartner.com/smarterwithgartner/gartner-top-10-strategic-technology-trends-for-2020/ & https://www. healthcare.digital/single-post/2019/01/12/ The-Digital-Health-Hype-Cycle-2019 2) https://www.babylonhealth.com 3) https://www.sciencedirect.com/science/ article/pii/S0033298415000278?casa_token=FssG8c4v5-UAAAAA:XgbgFK1O4WLqGdPLws6ej3xYCYIC6zMcJwHuBzI3h1gPYo6ZeIVywPgNH8vj2INItAmdAg29jA 4) Het boek ‘Publishing and Culture’ van John Baker, Donna Lee Brien, Jen Webb – 2019 (Cambrige Scholars), geeft een interessante inzage in de democratiseringsontwikkeling in dit kader.
HuisartsenService
29
Deze pagina is alleen leesbaar in de printversie
Uw personeel onze zorg
MedWay B.V. Westkadijk 10, 3861 MB Nijkerk 033 - 247 11 71
SELECTIE
•
Door Door Esther Esther Schulting Schulting
Deze pocket gidsen zijn door het formaat niet alleen makkelijk mee te nemen tijdens een wandeling of expeditie, ze zijn tevens een leuk cadeautje (per post). Onder meer via Bol.com € 14,99 per stuk.
De juiste gezonde keuzes maken voor lichaam en geest met de app SamenGezond. Handig; de app is ook te koppelen aan een smartwatch (zoals Fitbit of Garmin). Je kunt onder meer 20 verschillende buitenactiviteiten bijhouden via de geïntegreerde tracker. Een ‘coach’ helpt je met vragen en praktische tips om je doelen te behalen zoals stoppen met roken, beter slapen en stress verminderen. Met het Weekdoel kun je wekelijks met activiteiten als fietsen, wandelen en hardlopen punten verdienen waarvoor je wordt beloond. De app is te downloaden via de App-store of via samengezond.nl
E-health - Handboek voor zorg- en hulpverleners uit 2018 wordt ook wel een e-Health bijbeltje genoemd. Praktisch en informatief. Schrijvers Alexander Waringa en Anne Ribbers. ISBN: 9789058754905 Overprikkeling voorkomen, het boek geschreven door Barbara de Leeuw (autismecoach en pedagoog), is een nieuwe stapsgewijze methodiek die praktisch toepasbaar is. ISBN 9789088507939
HuisartsenService
31
Door dr. Edward Gabeler en Paula de Kruijf
Achtergrond
Tele-hartrevalidatie Patiënten met een indicatie voor hartrevalidatie (1), zoals onder andere medicamenteus of door middel van een interventie behandeld coronairof kleplijden, chronisch hartfalen en behandelde ritmestoornissen, tonen bij het doorlopen van specifieke trainingsprogramma’s en het continueren daarvan een significante verbetering van de prognose en een reductie van belangrijke negatieve cardiale gebeurtenissen tot 25% (2).
Optimale levensstijl De beste resultaten kunnen behaald worden door te streven naar continuïteit in de uitvoering van een optimale levensstijl en implementatie van preventieve leefstijladviezen, zoals optimale lichaamsbeweging, goed uitgebalanceerde voeding, effectief stressmanagement, preventie van depressie en optimaal ingestelde medicatie.
Zorg op afstand Door de maatregelen die worden genomen om de covid-19-crisis in te dammen, is het momenteel praktisch een stuk lastiger geworden om een fysiek hartrevalidatieprogramma te kunnen uitvoeren. Een programma waarbij het hartrevalidatieprogramma grotendeels in de thuissituatie gevolgd kan worden, zou hierbij een uitkomst kunnen zijn. De laatste jaren wint e-health op alle fronten terrein, waardoor het steeds beter mogelijk wordt om zorg op afstand te verlenen. Parameters die gemeten worden in de thuissituatie, zoals de bloeddruk, de hartslag, het gewicht, de temperatuur et cetera, kunnen daarbij zeer behulpzaam zijn bij 32
HuisartsenService
het optimaliseren van een medisch behandelplan.
Pilotstudie Bij HartKliniek zal binnenkort een pilotstudie van start gaan om te onderzoeken of tele-hartrevalidatie een goed alternatief is voor het reguliere fysieke programma bij de behandeling en follow-up van onze patiënten die volgens de richtlijnen in aanmerking komen voor hartrevalidatie. In de pilotstudie zal een groep patiënten met een hartrevalidatieindicatie een tele-hartrevalidatieprogramma toegewezen krijgen. Zij krijgen gedurende zes weken een pakket mee naar huis dat bestaat uit een smartphone met een specifieke fysiotherapie-app voor het bijhouden van hemodynamische parameters en subjectieve belevingsscores, een bloeddrukmeter, een weegschaal en een cardiaal hartritmemonitoring-apparaat van Siemens. De patiënt gaat zelf in de thuissituatie sporten op geleide van de hartslag na instructie van de fysiotherapeut. Ook registreert de patiënt bloeddruk, gewicht en subjectieve belevingsscores in de app. Wekelijks is er interactie op afstand met de fysiotherapeut, die het trainingsprogramma begeleidt. Het gehele traject staat onder supervisie van een cardioloog met specifieke kennis van hartrevalidatie.
Potentiële voordelen De toepassing van het tele-hartrevalidatieprogramma zal worden beoordeeld ten aanzien van het behalen van de gestelde behandeldoelen, het ‘rendement’ en de gebruiksvriendelijkheid. A priori biedt het tele-hart-
revalidatieprogramma meerdere potentiële voordelen. De zorg op afstand waarborgt continuïteit van zorg, zonder de noodzaak voor fysieke aanwezigheid van de patiënt op een gemeenschappelijke locatie. De social distancing maatregelen in het kader van covid-19 kunnen hierdoor gehandhaafd worden. Tele-hartrevalidatie is bovendien efficiënt doordat de patiënt zelf kan bepalen wanneer hij/zij het trainingsprogramma uitvoert. Tevens biedt het programma de mogelijkheid om reeds op de markt verkrijgbare wearable devices in te zetten ter optimalisatie van het behandelplan. Na afloop kan de patiënt eventueel het apparaat zelf aanschaffen en blijven gebruiken ter ondersteuning van bewegingsactiviteiten.
Fysieke afstand Anderzijds zijn er ook een aantal mogelijke problemen te verwachten bij de implementatie van tele-hartrevalidatie. Door de fysieke afstand tot de patiënt is het bijvoorbeeld noodzakelijk om een ‘wat als‘ -stappenplan op te stellen, waarin het handelen bij te voorziene problemen wordt beschreven. Door het individualistische karakter van tele-hartrevalidatie is er minder onderling sociaal contact tussen de deelnemers, wat als negatief ervaren zou kunnen worden. Er geldt wel een vereiste dat er iemand thuis aanwezig moet zijn tijdens het sporten voor hulp bij eventuele calamiteiten. De relatieve afhankelijkheid van de kwaliteit en duurzaamheid van de gebruikte apparaten zou tot technische problemen kunnen leiden. Tenslotte
vraag datacontrole van afwijkende parameters op afstand een grotere tijdsinvestering van de zorgverleners dan bij fysieke begeleiding.
Vaste plek Naar aanleiding van de uitkomsten van deze pilot studie zal geĂŤvalueerd worden of verdere uitrol van tele-hartrevalidatie binnen het programma van HartKliniek mogelijk is. Gezien de eerdere positieve ervaringen bij andere instellingen, verwachten wij dat tele-hartrevalidatie, ook
na de covid-19 crisis, uiteindelijk een vaste plek in zal gaan nemen binnen het cardiologische zorgaanbod. Dr. Edward Gabeler, cardioloog HartKliniek | Paula de Kruijf, fysiotherapeut HartKliniek Referenties: (1) Balady GJ, Williams MA, Ades PA et al. Core components of cardiac rehabilitation/secondary prevention programs: 2007 update: a scientific statement from the American Heart Association Exercise, Cardiac Rehabilitation, and Prevention Committee, the Council on Clinical
Cardiology; the Councils on Cardiovascular Nursing, Epidemiology and Prevention, and Nutrition, Physical Activity, and Metabolism; and the American Association of Cardiovascular and Pulmonary Rehabilitation. Circulation 2007 May 22;115(20):2675-82. (2) Carl J. Lavie, MD, Randal J. Thomas, MD, Ray W. Squires, PhD, Thomas G. Allison, PhD, and Richard V. Milani, MD, Mayo Clin Proc. 2009 Apr; 84(4): 373â&#x20AC;&#x201C;383. Exercise Training and Cardiac Rehabilitation in Primary and Secondary Prevention of Coronary Heart Disease
HuisartsenService
33
34
HuisartsenService
HuisartsenService
35
Advertorial
In de spotlight
De juiste inhalator én hulpmiddelen voor elke patiënt Het is evident dat het van groot belang is dat een astma- of COPD-patiënt bij gebruik van een inhalator de juiste dosis aan werkzame stof binnenkrijgt. Dat is lang nog niet altijd het geval. De huisarts en de praktijkondersteuner spelen een belangrijke rol in de begeleiding van deze patiënten. Landelijke cijfers laten zien dat 70 procent van de astma- en COPDpatiënten een fout maakt bij het gebruik van hun inhalatiemedicatie1. Zo blijven ze bijvoorbeeld hun inhalator gebruiken terwijl er geen medicatie meer in zit. Vaak heeft men het
Optimale inhalator
Verschillende varianten
“Dat landelijk 70 procent van de patiënten een fout maakt bij het gebruik van hun inhalatiemedicatie, kan ik uit eigen ervaring niet beamen”, zo stelt apotheekhoudend huisarts Gerard Borreman van Huisartsenpraktijk plus Apotheek Nieuwerbrug aan den Rijn. “Hoewel de cijfers ongetwijfeld juist zijn, ervaar ik dat er op dit gebied juist veel winst behaald kan worden als je als huisarts – en uiteraard speelt de praktijkondersteuner hier een belangrijke rol – de juiste instructies geeft en een patiënt de juiste hulpmiddelen biedt. Bij ons blijkt dat
Borreman geeft aan dat een apotheekhoudend huisarts het voordeel heeft dat de patiënt via de apotheek gezien blijft worden en dat op die manier laagdrempelig het gesprek aangegaan kan worden. Hij geeft aan dat over het algemeen de patiënten een dosisaerosol met een voorzetkamer gebruiken, maar nog niet iedereen heeft er een met een teller. “Dat ligt enerzijds aan het feit dat het aanbod aan hulpmiddelen op dit gebied vrij groot is. Je kan onmogelijk als voorschrijvend arts alle verschillende varianten kennen. Ik heb hier een mandje met verschillende hulpmiddelen staan waarvan ik weet dat deze goed werken voor mijn patiënten. Met die selectie ga ik het gesprek aan met mijn patiënten. Zolang ik en de patiënten tevreden zijn, zal die selectie niet snel veranderen. Dat zullen meer huisartsen hebben. Ik moet zeggen dat een teller wel absoluut een aanvulling is, omdat mensen dan precies weten hoeveel pufjes ze nog hebben.”
‘Een teller is wel absoluut een aanvulling, omdat mensen dan precies weten hoeveel pufjes ze nog hebben’ zelfs niet door, omdat er nog steeds drijfgas vrijkomt. Uit de medische richtlijnen van de Long Alliantie Nederland en het Nederlands Huisartsen Genootschap blijkt dan ook dat het voorschrijven van een inhalator met een teller de voorkeur heeft, om dit soort verkeerd gebruik te ondervangen. In genoemde richtlijnen staat tevens dat een dosisaerosol bij voorkeur voorgeschreven dient te worden met een voorzetkamer, daar deze ervoor zorgt dat het medicijn op een juiste manier in de longen terecht komt. Goed gebruik van hulpmiddelen kan een vermindering van patiëntenbezoek aan de spoedeisende hulp opleveren, evenals minder ziekenhuisopnames door longgerelateerde klachten2. 36
HuisartsenService
het dan over het algemeen heel goed kan gaan. Het is wel zaak om vinger aan de pols te houden. Het kan voorkomen dat een patiënt hier op de praktijk aangeeft het te snappen, als deze het proces voor moet doen dit vlekkeloos doet en eenmaal thuis onzeker wordt of de exacte handeling weer vergeten is. Wat je niet wilt is dat zo iemand vervolgens verkeerd gebruikt.” Therapietrouw in deze hangt van veel factoren af, zo stelt Borreman en het is volgens hem onmogelijk om iedere longpatiënt over één kam te scheren. “Het gebruik dient dus zeker opgevolgd te worden en daar hoort bijvoorbeeld ook de vraag bij na enige tijd van gebruik of de patiënt wel de voor hem of haar optimale inhalator gebruikt.”
Interessante combinatie Eind vorig jaar is de combinatieverpakking op de markt verschenen met daarin de zogenaamde CountAir® dosisteller en de voorzetkamer OptiChamber Diamond. Deze combinatie zorgt ervoor dat iedere astma of COPD-patiënt weet hoeveel doseringen er nog in zijn inhalator zitten. De losse CountAir® wordt niet vergoed door de verzekeraars en Borreman merkt dat vergoeding hoe dan ook een drempel is voor patiënten. “Niet alleen in dit geval. Veel mensen hebben het gevoel dat ze al genoeg
betalen aan de zorg en dus kiezen ze niet voor producten waarvoor ze bij moeten betalen, zelfs niet als hen dat gezondheidswinst oplevert. Dat is een bijzonder mechanisme. Maar dat maakt het dus wel fijn dat de CountAir® in de combinatieverpakking met de OptiChamber wel wordt
vergoed. Deze combinatieverpakking zal ik bij het voorschrijven van een hulpmiddel aan astma- of COPD-patiënten daarom dus zeker in het achterhoofd houden.”
1. LAN rapport goed gebruik inhalatie medicatie 2018, www.LAN.nl 2. Storms e.a. 2015. The Impact of expired and empty quick-relief asthma inhalers: The Asthma and Allergy Foundation of America’s Asthma In-
OPC-NL-00004
haler Design Survey. Allergy Asthma Proc. 2015: pp. 300-305
HuisartsenService
37
VOEDINGSWAARDE
•
Voedingscentrum-apps voor in de praktijk Als huisarts of praktijkondersteuner heb je vaak veel te bespreken met een patiënt in korte tijd. Soms komt ook gezonde voeding ter sprake. Het kan dan handig zijn om een patiënt te wijzen op een online tool of app, waarmee je zelf kunt bijhouden wat je eet. Dit vergroot het inzicht in het eigen eetpatroon. En laat bewustzijn nu een belangrijke stap zijn om gedrag te veranderen. Het Voedingscentrum heeft handige apps voor consumenten die helpen om gezonder, veiliger en duurzamer te eten.
Mijn Eetmeter Een eetdagboek bijhouden kan helpen bij het afvallen en daarna bij het op gewicht blijven. Het geeft een patiënt inzicht in wat en hoeveel hij eet en waar de valkuilen liggen. Met de online tool en app Mijn Eetmeter ziet een patiënt hoeveel voedingsstoffen en calorieën hij binnenkrijgt. Ook krijgt hij adviezen over producten die niet in de Schijf van Vijf staan
en hoe hij gezonder kan kiezen. De adviezen gelden als uitgangspunt voor gezonde mensen, maar ook voor mensen met een (chronische) ziekte of risicofactor. Soms zijn er dan wel ziektespecifieke aanpassingen nodig en kan de patiënt het eetdagboek met zijn zorgverlener bespreken. Zo is het bij diabetes bijvoorbeeld belangrijk om te letten op koolhydraten. De app kan inzicht geven in hoeveel koolhydraten een patiënt per eetmoment binnenkrijgt.
zwangeren snel en makkelijk opzoeken of ze een product wel of beter niet kunnen eten tijdens de zwangerschap. In de app staan duizenden producten, waaronder producten waarover zwangere vrouwen veel twijfelen, zoals bepaalde soorten kaas, vis en vlees. Daarnaast kunnen zwangeren de groei van de baby in de buik volgen, ze krijgen informatie over hoe ze gezond en veilig kunnen eten tijdens de zwangerschap en tips bij zwangerschapskwaaltjes.
‘Kies Ik Gezond?‘
De apps zijn gratis te downloaden in de Play Store en App Store. Kijk voor meer informatie op www.voedingscentrum.nl/apps-tools.
Gezonder kiezen, thuis en in de supermarkt? Misschien is het voor een patiënt verstandig om te letten op suiker, verzadigd vet of zout. Of een patiënt heeft een voedselallergie of een auto-immuunziekte zoals coeliakie, waardoor hij bepaalde ingrediënten moet mijden. Door een product te scannen of te zoeken met de ‘Kies Ik Gezond?’-app wordt getoond of een product in de Schijf van Vijf staat en zo niet, wat gezondere keuzes zijn. De voedingswaarde van producten kan worden vergeleken en er zijn opties om te letten op ingrediënten en allergenen.
Meer ondersteuning Naast apps en tools heeft het Voedingscentrum meer materialen die in te zetten zijn bij de communicatie met een patiënt, zoals folders, brochures of video’s voor in de wachtkamer. Deze materialen zijn ook te gebruiken als (achtergrond)informatie voor de (huis)arts. Kijk voor meer informatie op: www.voedingscentrum.nl/huisartsenpraktijk.
ZwangerHap Met de ZwangerHap-app kunnen HuisartsenService
39
Deze advertentie is alleen leesbaar in de printversie Uw personeel onze zorg
MedWay B.V. Westkadijk 10, 3861 MB Nijkerk 033 - 247 11 71
Door Frans-Joseph Sinjorgo
Het zou de titel van de laatste streekroman van het achterkleinkind van Kortooms kunnen zijn. Waar overgrootvader Toon Nederland ons begin jaren 70 nog in het hart wist te raken met een verdrinkende dokter, kunnen wij ons 50 jaar later geen gezond leven meer voorstellen zonder onze fitbit, smartphone, of corona-app. Hoezeer ik mij ook inzet om met de tijd mee te gaan, de eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik steeds vaker struikel over de gigantische hoeveelheid mogelijkheden die e-health ons in potentie gaat geven. Onbegrensde mogelijkheden hebben zeker binnen de zorg namelijk altijd ergens een limiet! Of het nu gaat over de aanblijvende onduidelijk rond de wet en regelgeving inzake de privacy, of de technische compatibiliteit van de steeds verder voortschrijdende en vaak doorschietende systeemeisen; er zullen altijd wel zaken zijn waar e-health op vast kan lopen.
telijk liberale kabinet. Het credo; na ons de zondvloed en wij wassen de handen in onschuld, wordt door onze minister met verve vorm gegeven. De markt zoekt het maar uit! Een relatief eenvoudige en noodzakelijke corona-app leidt al tot discussies die mijn immuunsysteem radeloos maken. Toch wil ik deze column ten aanzien van e-health positief afsluiten.
Daarnaast valt of staat e-health met een open onderlinge communicatie van alle systemen en de bereidheid tot het delen van data. En laat ik daar nou uitgerekend binnen de zorg net niet in geloven! Onwillekeurig denk ik hierbij aan 35 jaar bakkeleien om alle HIS-systemen met elkaar te verbinden, maar lukt het nog steeds niet om op één lijn met de ziekenhuizen te komen.
Momenteel ga ik namelijk gebukt onder een veel te hoge bloeddruk, waarvoor ik bij mijn huisarts/POH in behandeling ben. Met dank aan de digitale e-health omgeving waarin mijn huisarts en POH werken, hoef ik eigenlijk zelden op controle. Het e-health gemak dient immers de mens. De thuiscontroles lopen als een tierelier en de benodigde medicatie ligt altijd op tijd en op maat voor mij klaar. Nagenoeg alles gebeurt in deze coronatijd op afstand en bij calamiteiten is mijn POH er als de kippen bij om mij telefonisch ter verantwoording te roepen. Helaas voor alle perfect werkende systemen blijft mijn bloeddruk te hoog. Inmiddels heb ik uit pure frustratie mijn fitbit en 500 euro kostende smartwatch over de reling van de brug gekieperd. Ik hoop dat de dokter en de POH mij binnenkort weer even bellen om gewoon weer eens langs te komen, niets menselijks is mij namelijk vreemd.
Wanneer ik in Nederland naar de politiek kijk, dan verwacht ik vanuit het Haagse dan ook helemaal geen wonderen om het huidige e-health klimaat co2-neutraal te krijgen. ‘God wikt en de mens beschikt’ denkt ons chris-
Frans-Joseph Sinjorgo (24-01-‘59) treedt regelmatig op als dagvoorzitter tijdens diverse eerstelijnszorgbijeenkomsten en congressen. Momenteel is hij ook actief op het terrein van drug rediscovery.
‘Een relatief eenvoudige en noodzakelijke corona-app leidt al tot discussies die mijn immuunsysteem radeloos maken’
HuisartsenService
41
Column
Help, mijn smartwatch verzuipt
Deze pagina is alleen leesbaar in de printversie
HuisartsenService editie 4 verschijnt half december. Heeft u input? Mail naar info@huisartsenservice.nl Uw personeel onze zorg
MedWay B.V.
Rectificatie
Jurriaan Strous doet afstand van de inhoud van het artikel
Westkadijk 10, 3861 MB Nijkerk
over ketamine als behandeling voor depressie bij Excellent Care Clinics in HuisartsenService 2020-2.
033 - 247 11 71
Hij kan zich niet vinden in het gedeelte over de electroconvulsietherapie in het artikel.
Jurriaan Strous zou bij Excellent Care Clinics een dose finding studie opzetten voor intraveneuze toediening van ketamine, maar dat was geen promotieonderzoek. Hij is door de schrijvers niet op de hoogte gesteld dat dit artikel in het magazine HuisartsenService zou verschijnen.